Handhaving En Overlast
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
ONDERZOEKSRAPPORT DEEL 2 Handhaving en overlast Onderzoeksrapport - deel 2 Gebiedsbeschrijving Oude Pijp 5 FEBRUARI 2019 ONDERZOEKSRAPPORT Dit onderzoeksrapport is een document van de Reken- kamer Amsterdam en bevat de bevindingen van het on- derzoek Handhaving en overlast. Samen met de vier andere gebiedsbeschrijvingen vormt dit document deel 2 van het onderzoeksrapport. Het on- derzoeksrapport bevat in detail de bevindingen en be- antwoording van de onderzoeksvragen. Het onder- zoeksrapport vormt samen met het bestuurlijk rapport de volledige rapportage van het onderzoek. Beide digitale documenten kunt u raadplegen op de projectpagina: rekenkamer.amsterdam.nl/onderzoek/ publieksonderzoek-handhaving-overlast. HANDHAVING EN OVERLAST - ONDERZOEKSRAPPORT DEEL 2 Inhoudsopgave 1 Introductie buurt ........................................................................................................ 3 2 De problematiek ......................................................................................................... 3 2.1 Problematiek volgend uit monitoring ............................................................................................ 4 2.2 Problematiek beschreven in het beleid ......................................................................................... 7 2.3 Problematiek benoemd door de uitvoering ................................................................................... 8 2.4 Deelconclusie inzicht stadsdeel Zuid in lokale problematiek ....................................................... 10 3 De aanpak ................................................................................................................ 11 3.1 Organisatie van de handhavingsaanpak door het stadsdeel Zuid ............................................... 11 3.2 Doelen en plannen van het handhavingsbeleid stadsdeel Zuid ................................................... 12 3.3 Capaciteit en toerusting team HOR .............................................................................................. 19 3.4 Deelconclusie over de aanpak van sociale overlast in de openbare ruimte ................................ 24 4 De uitvoering ............................................................................................................ 26 4.1 Uitvoering door Handhaving Openbare Ruimte ........................................................................... 26 4.2 Samenwerking intern .................................................................................................................. 29 4.3 Samenwerking extern ................................................................................................................. 31 4.4 Verwerking van meldingen.......................................................................................................... 32 4.5 Zienswijze bewoners ................................................................................................................... 33 4.6 Deelconclusie uitvoering ............................................................................................................. 35 5 De effecten ............................................................................................................... 36 5.1 Ontwikkelingen in de beleving van overlast, leefbaarheid en veiligheid.................................... 36 5.2 Ontwikkelingen in meldingen ...................................................................................................... 37 5.3 Effecten van de handhavingsinzet ............................................................................................... 38 5.4 Zienswijze bewoners ................................................................................................................... 42 5.5 Deelconclusie effectiviteit van de handhavingsinzet ................................................................... 42 6 Verantwoording voor het casusonderzoek ............................................................... 44 6.1 De reden dat we casusonderzoek hebben uitgevoerd ................................................................. 44 1 REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM 6.2 De selectie van de buurten in het casusonderzoek ...................................................................... 44 6.3 De onderwerpen die we in het casusonderzoek hebben bekeken ............................................... 45 6.4 De conclusie die we uit het casusonderzoek kunnen trekken ...................................................... 46 2 HANDHAVING EN OVERLAST - ONDERZOEKSRAPPORT DEEL 2 Oude Pijp 1 Introductie buurt De Oude Pijp is een buurt in het gebied De Pijp en Rivierenbuurt. De Pijp bestaat uit de buurten Oude Pijp, Nieuwe Pijp en Zuid-Pijp. Samen met de gebieden Buitenveldert, Zuidas en Oud-Zuid vormen de Pijp en Rivierenbuurt het stadsdeel Zuid. Er wonen bijna vijftien- duizend mensen in de Oude Pijp. Vergeleken met andere wijken zijn er weinig kinderen: een op de tien inwoners is jonger dan achttien jaar. Het aandeel eenpersoonshuishoudens (63% in 2018) en nieuwe stedelingeni (48% in 2018) is hoger dan in andere wijken, en het aandeel niet-westerse migranten (19%) is lager. De werkloosheid is laag in vergelijking met andere wijken (8%). De woningen zijn relatief klein (18,5% heeft een oppervlakte tot 40 m2) en vaak in handen van particuliere verhuurders (43%).1 De Oude Pijp grenst aan het stadscentrum en is een druk gebied met trekpleisters als de Albert Cuypmarkt en het Marie Heinekenplein.2 Aan de zuidkant van de wijk ligt het Sarphatipark. De wijk wordt gekenmerkt door een mix van woningen, winkels en horeca. 2 De problematiek In deze paragraaf beschrijven we de overlastproblematiek in de openbare ruimte van de Oude Pijp. Daarbij baseren we ons op drie bronnen: (1) de centraal stedelijke monitoring van de beleving van overlast en de ervaren leefbaarheid en veiligheid tussen 2013 en 2017 (paragraaf 2.1), (2) het beleid van het stadsdeel (paragraaf 2.2) en (3) de ambtelijke orga- nisatie (paragraaf 2.3). In de deelconclusie geven we een oordeel over het inzicht van stadsdeel Zuid in de lokale problematiek door deze drie bronnen met elkaar te vergelijken. In de verantwoording voor het casusonderzoek is een uitgebreide uitleg opgenomen over de uitgangspunten en doelen van deze aanpak (zie ook paragraaf 6.3). Verantwoording casusonderzoek Als onderdeel van het rekenkameronderzoek Handhaving en Overlast hebben we ge- kozen voor een casusonderzoek in de vorm van vijf gebiedsbeschrijvingen. In para- graaf 6.2 leggen we uit wat hiervan de meerwaarde is, hoe we deze buurten hebben geselecteerd en hoe we de bevindingen hiervan in het rapport hebben opgenomen. i Aandeel in de bevolking van personen met een Nederlandse of westerse migratieachtergrond (ex- clusief Oost-Europa), in de leeftijd 18 tot en met 54 jaar, die na hun 18e levensjaar geregistreerd zijn in de gemeente Amsterdam. 3 REKENKAMER METROPOOL AMSTERDAM 2.1 Problematiek volgend uit monitoring We hebben de ontwikkelingen in de Oude Pijp ten aanzien van de beleving van overlast, veiligheid en leefbaarheid van de afgelopen vijf jaar bekeken en vergeleken met de ont- wikkelingen in De Pijp, het gehele stadsdeel Zuid en de stad Amsterdam. De ontwikkelingen in de problematiek hebben we in beeld gebracht op basis van de Veilig- heidsmonitor en het centraal stedelijke onderzoek Wonen in Amsterdam (WiA). Hoe monitort de gemeente Amsterdam overlast? Ontwikkelingen in overlast worden door gemeente Amsterdam gemonitord aan de hand van de Veiligheidsindex en het Wonen in Amsterdam (WiA) onderzoek. De Veiligheidsindex wordt viermaandelijks vastgesteld en bestaat uit enerzijds objec- tieve gegevens en anderzijds subjectieve ervaringsgegevens. De objectieve gegevens komen voort uit politiecijfers. De ervaringsgegevens worden geïnventariseerd door middel van een enquête onder Amsterdammers die elke vier maanden wordt afge- nomen. Hoe lager het cijfer, hoe veiliger het is. De index wordt berekend voor alle 108 buurten in de politieregio Amsterdam. Daaronder vallen de gemeenten Amster- dam, Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. De index maakt het mogelijk buurten met elkaar te vergelijken en laat zien hoe de veiligheid verandert in de tijd. 2014 is het basisjaar voor het regiogemiddelde (het indexcijfer 100) en daar worden alle (toekomstige) cijfers tegen afgezet. Het WiA brengt elke twee jaar aan de hand van een vragenlijst onder Amsterdam- mers onder meer in kaart wat bewoners vinden van hun woonsituatie en welke woonwensen zij hebben. Onderdeel van dit onderzoek is het vragen naar de mening over de leefbaarheid en veiligheid in de buurt.3 Het WiA rapporteert ook over erva- ren overlast door bewoners. Dit gebeurt door bewoners naar bronnen van die over- last te vragen (buren, parkeren, vervuiling, horeca, etc.). Dit zijn andere bronnen of omschrijvingen dan in de Veiligheidsmonitor worden uitgevraagd. In 2017 is de meest recente inventarisatie uitgevoerd, metingen daarvoor vonden plaats in 2015 en 2013. Ontwikkelingen in de beleving van overlast In de periode 2014-2017 is er in de Oude Pijp sprake van een hoge tot zeer hoge mate van overlast in vergelijking met het gebied De Pijp en Rivierenbuurt, stadsdeel Zuid en de stad Amsterdam als geheel. In 2016 en 2017 zijn de indexcijfers voor personenoverlast, over- lastmeldingen en ervaren personenoverlast ook nog eens flink gestegen ten opzichte van 2014 en 2015. Dat het totale indexcijfer voor overlast niet hetzelfde beeld laat zien, kan worden verklaard door twee andere aspecten, die samen