HJ Elias Als Leider Van Het Vlaams

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

HJ Elias Als Leider Van Het Vlaams H.J. ELIAS ALS LEIDER VAN HET VLAAMS NATIONAAL VERBOND Kanttekeningen bij een artikel van Frans Van der Eist (deel 2) door Albert DE JONGHE Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte In een voorgaand nummer van dit tijdschrift (1) verscheen een eerste reeks kritische kanttekeningen bij een artikel van F. van der Eist : Dr. Elias als leider van het VNV (2). Ik besloot met de vast- stelling dat het artikel metodologisch niet beantwoordt aan hetgeen de auteur, volgens zijn eigen verklaring, bedoeld had te schrijven : "een wetenschappelijk-historische bijdrage volledig gesteund op de geschriften van Elias zelf en op dokumenten". Ik voegde er onmid- dellijk aan toe dat ook de eigenlijke inhoud vatbaar is voor ernstige kritiek. Daarop wens ik nu wat nader in te gaan. Mijn kritiek betreft de talrijke onnauwkeurigheden, verkeerde voorstellingen, betwistbare interpretaties, leemten die alle van wezenlijk belang zijn. De schrijver had ze kunnen vermijden door een grondiger kennis van het nu reeds beschikbare bronnenmateriaal (gesteld dat hij de regels van de histo- rische kritiek had toegepast.) Bij het formuleren van mijn kritiek volg ik Van der Eist op de voet. Ik besef het onaangename van de taak, die de indruk verwekt (1) VI, 1975,34, bl. 197-238. (2) Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, III (1974), bl. 83-105. 329 Albert DE JONGHE dat ik er eenvoudig op uit was op alle slakken zout te strooien. Het behandelde onderwerp is echter zó belangrijk dat ik gemeend heb de tekortkomingen in de bijdrage van een bevoorrecht getuige als Van der Eist, niet onbesproken te mogen laten. VAN HET BEGIN VAN ELIAS' LEIDERSCHAP TOT DE BREUK MET DE SS (23 oktober 1942-14 augustus 1943) 1. Funkties van Berger en Jungclaus. Elias afzetten ? De Clercq overleed op 22 oktober 1942. Krachtens een beslissing van de Raad van Leiding van het VNV volgde Elias hem reeds de volgende dag op. Dat was tegen de zin van de SS die, terecht, in Elias haar "meest verbitterde tegenstander" zag. Berger, chef van het SS-Haupt- amt en, volgens Van der Eist, "de gevolmachtigde en vertegenwoordi- ger van de Reichsführer-SS Heinrich Himmler in Vlaanderen" (bl. 86, noot 4), kwam uit Berlijn naar Brussel waar hij op 29 oktober de toe- stand met Reeder besprak en de volgende dag, voor het eerst, de nieuwe leider van het VNV ontmoette. Zó groot was de ontstemming van Berger over de aanstelling van Elias dat Reeder "zijn volle gezag in de weegschaal had moeten werpen om Berger ervan te weerhouden Elias... af te zetten". Althans zo zei Reeder later aan Elias (bl. 86). Er weze eerst opgemerkt dat Van der Eist de funktie van Berger niet juist omschrijft. Hij verwart Berger met Jungclaus. Berger was wel chef van het SS-Hauptamt maar zijn bevoegdheid reikte veel ver- der dan die van een "gevolmachtigde en vertegenwoordiger van Himmler in Vlaanderen". Als chef van het SS-Hauptamt was Berger, via de Germanische Leitstelle (een Amt in het SS-Hauptamt, waarvan Berger persoonlijk de leiding waarnam) bevoegd voor Germanische Arbeit niet enkel in Vlaanderen maar in al de als Germaans be- schouwde westelijke randgebieden van het Rijk. Ondergeschikte van Berger voor Vlaanderen was SS-Brigadeführer Richard Jungclaus als chef van de Germanische Leitstelle Flandern. Die Leitstelle vormde een belangrijke geleding van de Dienststelle Jungclaus te Brussel. Als chef van de Dienststelle in haar geheel was Jungclaus ook recht- 330 Kanttekeningen streeks ondergeschikt aan Himmler niet in diens bevoegdheid als Chef der deutschen Polizei maar als de gevolmachtigde van de partij voor alle Volkstumsfragen (3). Bij de veelheid en de verscheidenheid van Himmlers funkties is een omschrijving als deze : "Berger..., chef van het SS-Hauptamt, was de gevolmachtigde en vertegenwoordiger van de Reichsführer-SS Heinrich Himmler in Vlaanderen" nietszeg- gend. Gevolmachtigde en vertegenwoordiger van Himmler in welke funktie(s) ? Heeft Berger gepoogd Elias te doen "afzetten" ? Van der Eist steunt hier, zonder evenwel zijn bron te vermelden, op een verkla- ring van Elias tijdens de instruktie van zijn proces (4). Men kan de gegrondheid van die verklaring niet kritisch beoordelen. Het is ech- ter vreemd dat Berger, in zijn schrijven aan Himmler over de bespre- kingen met Reeder te Brussel op 29 en 30 oktober 1942, geen gewag maakt van zijn initiatief en van Reeders verzet daartegen (5). Zou hij zijn krachtig optreden tegen Elias en meteen tegen Reeder voor zijn Reichsführer, in wiens ogen hij zich zo graag interessant maakte, ver- zwegen hebben indien hij werkelijk op een afzetten van de nieuwe VNV-leider had aangedrongen ? Andere vraag die een kritische Van der Eist zich had moeten stellen : was Berger wel in staat Elias' afzetting bij Reeder af te dwingen. Formeel niet. Als chef van het SS-Hauptamt had hij eigen- lijk geen bevoegdheid in het ambtsgebied van von Falkenhausen. Maar dat doet hier weinig ter zake. Op de feitelijke macht komt het aan. De macht van Himmler en Berger was zeker groot, in elk geval groot genoeg om von Falkenhausen en Reeder te dwingen het poli- tieke Hineinregieren van het formeel niet bevoegde SS-Hauptamt in de Flamenpolitik te aanvaarden. Of de macht van de SS ook groot (3) A. DE JONGHE, "De strijd Himmler-Reeder om de benoeming van een HSSPF te Brussel", tweede deel, in : Bijdragen tot de Geschiedenis van de Twee- de Wereldoorlog, 4 (december 1976), bl. 1-2, 69, 77-82, waar telkens verwezen wordt naar de ook voor dit onderwerp grondleggende inleiding van N.K.C.A. IN 't VELD tot zijn groots opgezette bronnenuitgave : De SS en Nederland. Docu- menten uit SS-archieven 1935-1945, 's-Gravenhage, 1976 (Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie Amsterdam). (4) "Beiger wilde mijn aanstelling te niet doen. Ik weet het omdat Reeder het me zelf verklaard heeft." (Pv. Elias 27 juli 1946. Evdok.) "Enkele dagen later (d.i. na de aanstelling van Elias) bleek dat Berger de aanstelling wilde ongedaan maken." (Pv. Elias 25 februari 1947. Evdok.) (5) Berger aan Himmler, 4 november 1942 (BAK, NS 13/neu 1557). 331 Albert DE JONGHE genoeg geweest zou zijn om Reeder tot het "afzetten" van Elias als leider van het VNV te dwingen, valt te betwijfelen. Men hoede zich voor vereenvoudigende overdrijvingen. Een voorbeeld van zulk een houding vindt men bij Van der Eist waar hij schrijft : "Hoe langer hoe meer bleek de Militärverwaltung onmach- tig tegenover de SS-politiek." (bl. 87, noot 9) Op het niveau van het bezettingsbestuur is dat slechts voor een deel waar. Het is een feit dat Reeder zich niet doeltreffend heeft kunnen verzetten tegen de ontwikkeling van de De Vlag als organisatie die zich politiek vijandig opstelde tegen het VNV, de beschermeling van de Militärverwaltung. Maar het is ook een feit dat Reeder de De Vlag belet heeft het ter- rein van de dagelijkse politiek te betreden om er de feitelijke mono- poliepositie van het VNV aan te tasten. Op het hogere niveau echter is Reeder Himmler tot de vooravond van het einde der bezetting de baas gebleven : niet vóór medio juli 1944 is de machtige Reichs- führer-SS er in geslaagd te Brussel een Höherer SS- und Polizeiführer te doen benoemen. De verklaring van Himmlers onbetwistbare neder- laag ligt in het verzet van Reeder, die op machtige bondgenoten kon rekenen (6). Indien Reeder zich zo succesvol in zulk een belangrijke kwestie tegen de druk van Himmler heeft kunnen verzetten dan mag men zich afvragen of Berger, zelfs gesteund door de Reichsführer-SS, over de feitelijke macht zou beschikt hebben om Reeder te dwingen de aanstelling van Elias tot leider van het VNV ongedaan te maken. 2. Elias "terughoudend en skeptisch" ten opzichte van De Ciercq ? • "De vraag kan gesteld worden waarom Elias, die van bij de aanvang terughoudend en skeptisch gestaan had tegenover de politiek van zijn voorganger, in oktober 1942 een zo zware nalatenschap aanvaard heeft. " (bl. 86) Men mag er zich aan verwachten dat Van der Eist in zijn aange- kondigde politieke biografie (bl. 86, noot 7) zal proberen te bewijzen dat Elias van juni 1940 tot oktober 1942 "terughoudend en skep- tisch" stond tegenover het beleid van zijn voorganger De Ciercq. Dat (6) DE JONGHE, cart., bl. 127-128 en 132-133. 332 Kanttekeningen kan een interessante bijdrage worden tot de geschiedenis van de poli- tieke kollaboratie in Vlaanderen. Indien Van der Eist in zijn opzet slaagt, dan zal hij ook moeten aanvaarden dat er, naast de zijne, een tweede vraag gesteld wordt : of hij wenst dat Elias, in de opvatting van de VNV-ers, de geschiedenis van de politieke kollaboratie in Vlaanderen ingaat als een komediant die in het openbaar zijn volge- lingen zo maar smoesjes vertelde. Van de VNV-ers, argeloos als zij waren, kon géén vermoeden, dat Elias zich van De Clerc } distancieer- de en zij voor 't lapje gehouden werden. Vanaf eind juli 1940 voert Elias het woord op volksvergade- ringen over "Vlaanderen in de nieuwe tijd". Te Hasselt verklaart hij dat het VNV niets aan zijn programma hoeft te wijzigen. Hij geeft toe dat de "toekomstige landsgrenzen niet door ons kunnen getrok- ken worden". Maar Hitler, "die het zwaard hanteert, kan ook in het zwaard het recht putten de grenzen te bepalen". "Het Vlaamse volk zal spreken door het VNV." (7) Op 13 januari 1941 heeft de feestelijke installatie van Elias als burgemeester-kommissaris van Gent plaats. In zijn begroetingsrede zegt De Clercq dat de benoeming van Elias, niet door de bevoegde Belgische instantie maar door het bezettingsbestuur, het begin is van het "tweede aktivisme". Instemmend verklaart Elias, onder aanhou- dend sterke bijval van de nokvolle zaal, dat zijn benoeming inderdaad een nieuw tijdperk inluidt in de geschiedenis van de Vlaamse Bewe- ging.
Recommended publications
  • JORIS VAN SEVEREN Hoofdstuk 6
    Woord vooraf DEEL II Dramatis personæ MET GOED EN BLOED TEN DIENSTE Inleiding: Voor de val Hoofdstuk 5. Een standbeeld voor de aardappel DEEL I (1941–1943) OP DE EREPLAATS NAAST GOD: JORIS VAN SEVEREN Hoofdstuk 6. L’Heure H Hoofdstuk 1. (1942–1944) Een idealist, er is met hem niet te praten (1932–1934) Hoofdstuk 7. De laatste kans Hoofdstuk 2. (1944–1953) De toevlucht, zo zou het gaan (1934–1937) Slot Hoofdstuk 3. Verregaande wanorde en carenties Verantwoording (1936 –1940) Dankwoord Hoofdstuk 4. Deze troebele maanden (1940 –1941) " ! Familie en zaken van Leo Van Dorpe, voorzitter Vlaams Economisch Verbond. zakenman en pater familias aan Sint-Niklase kant. - ke mentor van Frantz. en Frantz Van Dorpe, kwam na WOI in de problemen wegens activisme, na WOII senator voor de en voorzitter van het Vlaams Economisch Verbond. van vader Leo en Frantz, parachutist voor het netwerk Baboon. ## Verdinaso Tony Herbert, Othello, Zéro en Geheim Leger; later academicus en politiek raadgever. en van de opvolger Dinaso Militanten Orde, treedt na het Verdinaso. de breuk binnen het Verdinaso toe tot de Algemeene SS-Vlaanderen en trekt naar het Oostfront; wordt nadien tweemaal bij verstek ter dood veroordeeld maar komt Verzet - hoofd van de Belgische sectie van de Special Operations ken bij het Verdinaso, stapt daarna actief in de collabora- Executive (), de Britse geheime oorlogsdienst van bij tie als propagandist; na de oorlog ter dood veroordeeld het begin van WOII. Hier Dinaso!, radio-omroep , organisator van radioverzetsnetwerk breekt met Verdinaso maar blijft actief in nevenprojecten; Samoyède. tijdens oorlog persverantwoordelijke bij de Nationale Landbouw- en Voedingscoöperatie () en einde van operatie-Athos, onderdeel van Zéro; nadien actief als chemicus, onder meer kortstondig bij Attraco.
    [Show full text]
  • On the Threshold of the Holocaust: Anti-Jewish Riots and Pogroms In
    Geschichte - Erinnerung – Politik 11 11 Geschichte - Erinnerung – Politik 11 Tomasz Szarota Tomasz Szarota Tomasz Szarota Szarota Tomasz On the Threshold of the Holocaust In the early months of the German occu- volume describes various characters On the Threshold pation during WWII, many of Europe’s and their stories, revealing some striking major cities witnessed anti-Jewish riots, similarities and telling differences, while anti-Semitic incidents, and even pogroms raising tantalising questions. of the Holocaust carried out by the local population. Who took part in these excesses, and what was their attitude towards the Germans? The Author Anti-Jewish Riots and Pogroms Were they guided or spontaneous? What Tomasz Szarota is Professor at the Insti- part did the Germans play in these events tute of History of the Polish Academy in Occupied Europe and how did they manipulate them for of Sciences and serves on the Advisory their own benefit? Delving into the source Board of the Museum of the Second Warsaw – Paris – The Hague – material for Warsaw, Paris, The Hague, World War in Gda´nsk. His special interest Amsterdam, Antwerp, and Kaunas, this comprises WWII, Nazi-occupied Poland, Amsterdam – Antwerp – Kaunas study is the first to take a comparative the resistance movement, and life in look at these questions. Looking closely Warsaw and other European cities under at events many would like to forget, the the German occupation. On the the Threshold of Holocaust ISBN 978-3-631-64048-7 GEP 11_264048_Szarota_AK_A5HC PLE edition new.indd 1 31.08.15 10:52 Geschichte - Erinnerung – Politik 11 11 Geschichte - Erinnerung – Politik 11 Tomasz Szarota Tomasz Szarota Tomasz Szarota Szarota Tomasz On the Threshold of the Holocaust In the early months of the German occu- volume describes various characters On the Threshold pation during WWII, many of Europe’s and their stories, revealing some striking major cities witnessed anti-Jewish riots, similarities and telling differences, while anti-Semitic incidents, and even pogroms raising tantalising questions.
    [Show full text]
  • De Vlaams-Nationalistische Partijen En Organisaties Bruno De Wever En Koen De Scheemaeker
    808 Bronnen van privé-instellingen 5.5. Bronnenpublicaties Documents sur la fondation du pcb, in Cahiers marxistes, 1971, speciaal nummer. In de nrs. 2 (p. 43-47), 9 (p. 44-54) en 10 (p. 71-88) van hetzelfde tijdschrift worden eveneens documenten gepubliceerd die betrekking hebben op de ontstaans periode van de kpb. “ Le Drapeau Rouge ” clandestin. Brussel, 1971. De klandestiene “ Roode Vaan ”. Brussel, 1971. Alphonse Bonenfast. Rapport sur la dissidence grippiste (1968), in Cahiers marxistes, 2002, nr. 222. 6. De Vlaams-nationalistische partijen en organisaties Bruno De Wever en Koen De Scheemaeker 6.1. Bibliografie Courrier hebdomadaire du CRISP wijdde talrijke artikels aan Vlaams-nationalis- tische partijen en organisaties na de Tweede Wereldoorlog : 1962, nrs. 148 & 169 ; 1964, nr. 230 ; 1966, nrs. 336 & 345 ; 1973, nrs. 604 & 606 ; 1992, nr. 1356 ; 1993, nrs. 1416-1417, 2002, nr. 1748. De Wever (Br.). Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945. Tielt-Gent, 1994. De Wever (Br.), Vrints (A.). Vlaams-nationalisme. Natievorming, ideologie en politieke stroming, in Sanders (L.), Devos (C.), eds. Politieke ideologieën in Vlaanderen. Antwerpen, 2008. De Wever (Ba.). Het Vlaams-nationalisme na de Tweede Wereldoorlog. Verrij- zenis of herrijzenis ?, in Bijdragen tot de Eigentijdse Geschiedenis, 1997, nr. 3, p. 277-290. De Winter (L.). The Volksunie and the dilemma between policy succes and elec- toral survival in Flanders, in Regionalist Parties in Western Europe. London, 1998, p. 28-50. Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging. Tielt, 1998 bevat ingangen op alle Vlaams-nationalistische partijen en organisaties, een overzichtsartikel over Vlaams-nationalistische partijen (B.
    [Show full text]
  • 'With a Stretched Arm. Like Superman, Not Like
    ‘With a stretched arm. Like Superman, not like Hitler’. The Politics of Commemorative Irreverence in Astronaut van Oranje (2013) by Andy Fierens and Michaël Brijs ‘Met gestrekte arm. Zoals Superman, niet zoals Hitler’. De uitdagingen van het culturele geheugen in Astronaut van Oranje (2013) van Andy Fierens en Michaël Brijs Jan Lensen, Freie Universität Berlin Abstract. This essay offers an analysis of the aesthetical and political implications of the seemingly random use of names of figures from Belgian collaborationist history in the novel Astronaut van Oranje (2013) by Flemish authors Andy Fierens and Michaël Brijs. More specifically, it investigates the framing of the memory of World War II in Belgium by means of a satirical fantasy story that fuses elements from the dystopian imagination, science fiction, Gothic horror, and popular culture. Drenched in satire, hyperbole, absurdities, coarse humor, and blatant clichés, the novel eschews historiographical relevance and deliberately ignores the sensibilities that govern public and political discourses about this war past. By doing so, so I argue, it offers a provocative engagement with established practices in both Belgian and Flemish cultural memory, implementing what I will call a ‘politics of commemorative irreverence’. Keywords: Second World War, collaborationism, cultural memory, Andy Fierens, dystopia, science fiction, satire / Tweede Wereldoorlog, collaboratie, cultureel geheugen, Andy Fierens, dystopie, science fiction, satire Journal of Dutch Literature, 6.2 (2015), 37-58 Jan Lensen 38 Introduction The use of the comic in cultural representations of suffering and perpetration seems governed by a stringent ethical imperative. While the comical presentation of affliction is considered the privilege of those subjected to it (the insiders and, by extension, their descendants), the permission to laugh at perpetrators is tied to the condition of not being one (the outsiders, although this category is obviously much more difficult to demarcate).
    [Show full text]
  • Alexander Vandebuerie Master Geschiedenis Stamnr: 20051040
    Alexander Vandebuerie Master Geschiedenis Stamnr: 20051040 Een electorale en socio-professionele analyse van het Vlaams- nationalisme in het arrondissement Dendermonde, 1938 – 1976 – 2000 Academiejaar 2008-2009 Scriptie tot het behalen van de graad Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. Dr. B. De Wever 1 INDELING Inleiding en probleemstelling………………………………………………….p.3 Methodologie, analyse en bronnen……………………………………………p. 5 Deel 1: De verkiezingen van 1938……………………………………......…p. 12 De Vlaamse Beweging tot de Tweede Wereldoorlog…………….......p. 12 Voorbeschouwing Gemeenteraadsverkiezingen 1938……………..…p. 29 Gemeenteraadsverkiezingen Dendermonde, 1938………………..…..p. 42 Deel 2: De Verkiezingen van 1976……………………………………….…p. 79 Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot eind jaren ‟70…………………...p. 79 Voorbeschouwing Gemeenteraadsverkiezingen 1976………………..p. 85 Gemeenteraadsverkiezingen Dendermonde, 1976……………………p. 91 Deel 3: De Verkiezingen van 2000…………………………………...……p. 121 Eind jaren ‟70 tot 2000………………………………………………p. 121 Voorbeschouwing Gemeenteraadsverkiezingen 2000………………p. 125 Gemeenteraadsverkiezingen Dendermonde 2000…………………..p. 133 Algemeen Besluit………………………………………………………….p. 164 Bibliografie………………………………………………………………...p. 166 2 Inleiding en probleemstelling Zoals het titelblad al aangeeft is de titel van deze scriptie Een electorale en socio- professionele analyse van het Vlaams-nationalisme in het arrondissement Dendermonde, 1938 – 1976 – 2000. In deze scriptie trachten we een antwoord te vinden op de vraag uit welke lagen van de bevolking het Vlaams-nationalisme doorheen de tijd zijn aanhang vond en welke gelijkenissen en verschillen er naar voor komen. Deze titel - en daarmee de vraagstelling - werd mij aangeboden door Prof. Dr. B. De Wever die zelf al onderzoeken heeft uitgevoerd naar deze problematiek. Dit onderwerp en de werkwijze spraken me meteen aan, onder andere doordat het wat te maken heeft met mijn bachelorpaper van vorig academiejaar, getiteld Nationalisme en klasse1.
    [Show full text]
  • Kind Van De Collaboratie
    Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Vakgroep Nieuwste Geschiedenis Academiejaar 2009-2010 Kind van de collaboratie Beleidsinitiatieven ten aanzien van kinderen van incivieken (1944-1948) Proefschrift voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. Dr. Bruno De Wever Stijn Demuynck (00605767) Waarom het verbergen?Met een meisjesachtige schroomvalligheid wagen we ons op een terrein, waarop alle woorden hol klinken, alle pogingen ijdel schijnen of lachwekkend en het welslagen aan kwellende twijfel onderhevig is. In de gemakkelijke edelmoedigheid van de beschouwende geest staat de bereidschap gegrift om, met ons zelf beginnend, de weerbaarheid van de natie te versterken. Maar de middelen wegen, de doeltreffende wapens smeden, stelt ons voor moeilijkheden, alleen door de gewilde dronkenschap van het geloof te overwinnen. („Persoon en Gemeenschap‟, oktober 1946. p49.) Woord vooraf Het schrijven van een dankwoord op het einde van een masterscriptie is niet de formaliteit die veel mensen er van maken. Het is een terugblik op de afgelopen vier jaar en een moment om verschillende betrokken personen te bedanken voor de vaak onmisbare steun. In eerste instantie gaat deze dank uit naar mijn ouders die mij vanaf de eerste dag op de banken van auditorium E tot de allerlaatste dag van deze masterscriptie onvoorwaardelijk gesteund hebben. Zonden hen zou ik waarschijnlijk nooit gestaan hebben waar ik nu ben. Vervolgens dient ook een woord van dank gericht te worden aan professor Bruno De Wever die mij, hoewel dit onderzoek zeker geen sinecure was, voor de uitdaging plaatste om dit onderwerp op te nemen en gedurende deze periode altijd gepoogd heeft nieuwe invalshoeken te brengen en in tijden van nood mij op de goeie weg te houden.
    [Show full text]
  • De Hand Aan De Ploeg Vlaamse Landbouworganisaties En Vlaams-Nationalistische Partijen in De Twintigste Eeuw – Deel II BART COPPEIN
    De hand aan de ploeg Vlaamse landbouworganisaties en Vlaams-nationalistische partijen in de twintigste eeuw – Deel II BART COPPEIN In het eerste deel van dit artikel hebben we het afgebakende onderzoeksveld bemest door de geringe aandacht in de wetenschappelijke geschiedschrijving voor de Vlaamse landbouworganisaties naast de BB te verklaren en het weidse pano- rama van de Vlaamse landbouworganisaties door middel van organisatieschetsen te overzien. Nu is de tijd van ploegen aangebroken. In dit tweede en laatste deel willen we onderzoeken in welke mate Vlaams-nationalistische partijen in hun programma’s aandacht aan landbouw besteedden en in welke mate die eventuele aandacht zich vertaald heeft in contacten met Vlaamse landbouworganisaties. Een minder belang Velen zullen wellicht geneigd zijn te denken dat de landbouwproblematiek voor de Vlaams-nationalistische partijen van de twintigste eeuw altijd een minder belang is geweest, dat slechts vanop de achtergrond enige aandacht kreeg toebe- deeld. Hoe het Vlaamse Front, het Vlaams Nationaal Verbond en de Volksunie tegenover de landbouwsector stonden en welke voorstellen ze erover opnamen in hun partijprogramma’s, zou ongetwijfeld het voorwerp kunnen uitmaken van een uitgebreid proefschrift.45 Als smaakmaker voor verder onderzoek willen we in dit hoofdstuk het land- bouwstandpunt van het Verdinaso onder de loep nemen. Voor deze organisatie bekleedde de landbouwproblematiek een niet onbelangrijke rol in haar corpora- tistische opvattingen.46 Dat het Verdinaso-embleem bestond uit een rad, een 45. Het Vlaams Nationaal Verbond had bijvoorbeeld goede contacten met het BF (cf. infra) en was niet ongevoelig voor de landbouwproblematiek van de jaren dertig en de oorlogsjaren. Zie onder meer: De nood der Vlaamse boeren, Aalst, 1936; K.
    [Show full text]
  • Bargaining Theory and the Analysis of Belgian Multy-Party-Government Formation During the Interwar Period Buyst, Erik; Lauwers, Luc; Uytterhoeven, Patrick
    www.ssoar.info Bargaining theory and the analysis of Belgian multy-party-government formation during the interwar period Buyst, Erik; Lauwers, Luc; Uytterhoeven, Patrick Veröffentlichungsversion / Published Version Zeitschriftenartikel / journal article Zur Verfügung gestellt in Kooperation mit / provided in cooperation with: GESIS - Leibniz-Institut für Sozialwissenschaften Empfohlene Zitierung / Suggested Citation: Buyst, E., Lauwers, L., & Uytterhoeven, P. (1991). Bargaining theory and the analysis of Belgian multy-party- government formation during the interwar period. Historical Social Research, 16(4), 4-20. https://doi.org/10.12759/ hsr.16.1991.4.4-20 Nutzungsbedingungen: Terms of use: Dieser Text wird unter einer CC BY Lizenz (Namensnennung) zur This document is made available under a CC BY Licence Verfügung gestellt. Nähere Auskünfte zu den CC-Lizenzen finden (Attribution). For more Information see: Sie hier: https://creativecommons.org/licenses/by/4.0 https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/deed.de Diese Version ist zitierbar unter / This version is citable under: https://nbn-resolving.org/urn:nbn:de:0168-ssoar-33130 Historical Social Research, Vol. 16 — 1991 — No. 4, 4-20 Bargaining Theory and the Analysis of Belgian Multy-Party Government Formation during the Interwar Period Erik Buyst, Luc Lauwers, Patrick Uytterhoeven* Abstract: The distribution of minister portfolios in go• vernment coalitions is the result of a complex process of bargaining. In that way power relations among political parties are reflected in the distribution of cabinet posts. In this paper the predictions of game theoretical con• cepts (bargaining set, e*-core) and the Gam son hypo• thesis are compared with the actual portfolio distribu• tion. In most Belgian interwar governments the relati• vely small liberal party was able to obtain a share of ministeries substantially larger than their share of par• liamentary seats in coalition.
    [Show full text]
  • Kinderen Van De Collaboratie
    FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE Academiejaar 2009 - 2010 Kinderen van de collaboratie. Ervaringen en getuigenissen van nakomelingen van collaborateurs in de Tweede Wereldoorlog. Suzanne Lambert Master in de geschiedenis Promotor: Prof. dr. Bruno De Wever Vakgroep Geschiedenis Decaan: Prof. dr. Freddy Mortier Rector: Prof. dr. Paul van Cauwenberghe Woord Vooraf Deze thesis vormt het sluitstuk van vier jaar geschiedenis aan de Universiteit Gent. Hierop terugkijkend is het bijna onmogelijk snel gegaan. Het was een goede tijd die ik voor een groot deel te danken heb aan mijn ouders, Eddy en Miriam. Zij hebben mij de mogelijkheid gegeven hier te studeren en me altijd in alles gesteund. Ook mijn zus Michelle was vanaf de eerste dagen op de banken van de Blandijn tot op het afprinten van deze thesis een onmisbare steun. Mijn warme dank gaat verder uit naar mijn vriend, Bas, die me in dit thesisonderzoek zowel praktisch als moreel heeft gesteund. Wanneer ik terugkijk op het project rond deze thesis denk ik aan een aantal mensen zonder wie ik het niet had kunnen volbrengen. Mijn eerste en heel grote dank gaat uit naar mijn 24 respondenten. Zij hebben mij allen zeer hartelijk in hun omgeving ontvangen om hun soms pijnlijke en intieme verhalen met mij te delen. Het was een ervaring die ik nooit had willen missen. Speciale dank gaat ook naar Martine van Asch van de Kunsthal van de Sint-Pietersabdij. Zij heeft mij op verschillende interessante sporen gezet. Dit geldt ook voor dr. Bram Enning, werkzaam aan het NIOD, en Lieve vanden Kerchove, een respondente die me vanuit haar psychologische expertise een schat aan inzichten gaf.
    [Show full text]
  • A Theory-Guided Statistical Historiography Of
    A statistical historiography of Belgium’s national electoral and party system Tom Schamp1 & Carl Devos Background paper For the paper submitted for ECPR‟s Joint Sessions of Workshops “Party system dynamics. New tools for the study of party system change and party transformation” 11-16 March, 2013 Mainz, Germany 1 Ghent University Faculty of Social and Political sciences Department of Political science Universiteitstraat 8, 9000 Gent, Belgium e-mail: [email protected] 1 1. Introduction In their overview of the Belgian national electoral results and party systems since 1830, Matagne and Verjans (2012:85) concluded that Belgium advanced from a bipolar political system since 1848, via what Giovanni Sartori (1976) called a two-and-a-half party system in the 1920s to the fractionalized and highly volatile multiparty system that present-day Belgium is worldwide known for. In this paper we study the linkages between the changing political system, the process of electoral reforms and the development of the party system. We intend to do so focusing on an old democracy: Belgium. We analyze origin, rise and fall of Belgian political parties participating in the national legislative elections, of the nature and complexity and change of the national electoral system, of the persistence, consolidation and change of the national party system, and last but not least of the perception of democracy in itself.2 These issues are among the most central issues studied by political scientists. There are plenty of explanations for today‟s party system fragmentation. Ever since the 1960s political parties in Belgium, in The Netherlands and in many other Western European representative democracies were principally uprooting from social cleavages.
    [Show full text]
  • Regionalist Parties in Belgium (VU, RW, FDF): Victims of Their Own Success?
    Regional and Federal Studies Vol. 16, No. 3, 297–313, September 2006 Regionalist Parties in Belgium (VU, RW, FDF): Victims of Their Own Success? EMILIE VAN HAUTE AND JEAN-BENOIT PILET Universite´ Libre de Bruxelles (Cevipol), Brussels, Belgium ABSTRACT This paper tackles the question of regionalist parties, a quite underdeveloped aspect of the literature, even if the phenomenon is of increasing importance in European democracies. In that sense, Belgian regionalist parties (VU, FDF and RW) are an interesting case study. They recorded significant success in the 1960s–1970s. Yet, three decades later, they disappeared or declined severely. This paper shows how this ‘Icarus’ fate’ is explained by the fact that Belgian regionalist parties were victims of their own success. After having demonstrated the incomplete and indirect success of these parties using Harmel’s dimensions, this study demonstrates how this success turned all favourable indicators red, leading to the decline and extinction of the three regionalist parties. KEY WORDS: regionalist parties, party success, party decline, Belgium Introduction The interest that political scientists are showing in the study of regionalist parties is rela- tively recent. Literature on the subject is thus rather underdeveloped. However, within this literature, the Belgian case is far from being ignored (Dewit, 2005). Actually, the Flemish regionalist party, Volksunie (VU), is one of the top seeds in this literature. In contrast, the French-speaking regionalist parties (Front de´mocratique des franco- phones, FDF; Rassemblement wallon, RW) have largely been ignored by researchers. However, this interest in Belgian regionalist parties is not very surprising consider- ing the significant impact they had on Belgian cultural and political life from the 1960s to the 1990s.
    [Show full text]
  • Auschwitz in Gedachtenis VZW Stelt Voor
    Auschwitz in Gedachtenis VZW Stelt voor BELGIË 1914-1945 Levensverhalen van getuigen in het oog van de storm Een tentoonstelling Met de steun van voorgesteld door de VZW Auschwitz in Gedachtenis Introductie België 1914-1945. Levensverhalen van getuigen aar deze tentoonstelling is evenzeer op de herinnering in het oog van de storm » begint als een gericht als op de geschiedenis. Ze poogt te antwoorden «Bhistorische tentoonstelling. De geschiedenis vormt de Mop de vraag hoe men aan het nageslacht een reeks bron waaraan de tentoonstelling zich voedt om, in grote trekken, gebeurtenissen kan doorgeven, die niet alleen deel uitmaken van de scène te schetsen waarop Europa tussen 1914 en 1945 de Geschiedenis met hoofdletter, maar die ook te maken hebben twee totale oorlogen onderging, en de vernietiging van met de concrete ervaringen van groepen en van individuen. We de Europese Joden, onder het juk van de nazi-terreur. kennen deze gebeurtenissen via getuigenissen en documenten, die nu samen de “archieven” vormen. België bekleedt een centrale plaats Daarom gaat deze tentoonstelling op zoek naar levensverhalen in deze geschiedenis, ondanks zijn van bijzondere getuigen, wiens lot al te vaak getekend werd door geografi sch perifere ligging. de vreselijke gebeurtenissen van de meest misdadige periode die de mensheid ooit gekend heeft. Het lot van een Joodse bevolking die het slachtoff er wordt van een nieuw soort antisemitisme, dit Van bij het begin van de Eerste Wereldoorlog wordt het keer resoluut op uitroeiing gericht, en door de nazi’s zorgvuldig land bezet, en zijn bevolking is eerst het slachtoff er van militair gepland. Onder deze levensverhalen vinden we ook de geweld, en vervolgens van massale deportatie naar kampen.
    [Show full text]