File Note 1 Inleiding 2 Advies
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
File Note 13 Fitzroy Street t +44 20 7636 1531 London f +44 20 7755 5911 W1T 4BQ Ireland www.arup.com Project title Project MS AMS13-14 Job number 265006-00 To File reference 6-1_Archeologie-V1-NL Prepared by Nanko van den Brule Date Nanko van den Brule 1 Mei 2019 Subject Archeologisch rapport i 1 Inleiding In opdracht van Arup heeft RAAP in maart en april 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer in de gemeente Hollands Kroon. Dit onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. 2 Advies Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Daarom wordt geadviseerd om de plannen zodanig aan te passen dat verstoring wordt voorkomen. Dat kan door het plangebied enigszins op te hogen, zodat de graafwerkzaamheden niet tot in het kwelderlandschap reiken, dat vanaf 4,1 m –NAP is aangetroffen. Dit biedt uiteraard geen bescherming tegen verstoring van de ondergrond als gevolg van de heiwerkzaamheden, die tot minimaal 18 m –NAP reiken. Indien planaanpassing niet mogelijk is (en dat lijkt hier het geval), of als mate van de verstoring als gevolg van de heiwerkzaamheden door de bevoegde overheid ontoelaatbaar wordt geacht, wordt aanbevolen in het kader van de bestaande planvorming de onderstaande vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) te nemen. Om de gespecificeerde verwachting te toetsen wordt vervolgonderzoek geadviseerd in de vorm van een karterende en eventueel waarderende fase van een inventariserend veldonderzoek. Gezien het Plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) dynamische kwelderlandschap en de prospectiekenmerken is een onderzoek met behulp van proefsleuven de geëigende methode voor vervolgonderzoek (zie ook www.archeologieinnederland.nl/prospectie-op-maat). Voor een proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen noodzakelijk, dat voor aanvang van het proefsleuvenonderzoek door de bevoegde overheid akkoord bevonden moet zijn. Voor het dieper gelegen pleistocene landschap, dat vanwege de grote diepteligging niet door de graafwerkzaamheden ten behoeve van de ontwikkeling van het plangebied wordt bedreigd, wordt het volgende geadviseerd. Indien de verstoring van het pleistocene landschap als gevolg van de heiwerkzaamheden door de bevoegde overheid ontoelaatbaar wordt geacht en dit door aanpassing van het palenplan niet tot een toelaatbaar niveau kan worden gereduceerd wordt ook voor dit niveau een vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geadviseerd. Gezien de diepteligging van het dekzandlandschap en de prospectiekenmerken is mechanisch booronderzoek de meest passende onderzoeksmethode. Echter, indien de gemeente Hollandse Kroon deze verstoring toelaatbaar acht, dan is dit mechanisch booronderzoek niet noodzakelijk. De relatie van deze adviezen tot de verlening van de omgevingsvergunning is als volgt: de omgevingsvergunning kan, gelet op het tijdspad, onder voorwaarden worden afgegeven. Deze voorwaarden zijn: • De genoemde adviezen in deze paragraaf worden opgevolgd, indien de gemeente besluit dat dit ook noodzakelijk is. Deze besluitname kan in principe ook na verlening van de omgevingsvergunning. • Bij navolgend onderzoek in de vorm van het genoemde proefsleufonderzoek en mechanisch booronderzoek kan vast komen te staan dat er daadwerkelijk behoudenswaardige vindplaatsen in het plangebied aanwezig zijn. (Voor het vaststellen van ‘behoudenswaardigheid’ worden in Nederland een vaste set criteria met een daarbij behorende puntentelling gebruikt.) Wanneer dit het geval is, dan dienen deze behouden te worden. Dit kan door behoud ter plekke (en daarmee waarschijnlijk aanpassing van de plannen) of door deze op te graven, waarna een ontwikkeling doorgang kan vinden. Een opgraving is het behoud van de informatiewaarde. Of het nu het een of het ander wordt, is een afweging tussen economische en erfgoedbelangen die gemaakt wordt tussen initiatiefnemer en gemeente. • Het proces moet afgerond zijn voordat de feitelijke bouwwerkzaamheden beginnen. MULDERBLAUW_SERVER:01_PROJECTEN:2860:02_DOCUMENTEN:6-1_ARCHEOLOGIE-V1.DOCX Arup | F0.15 Page 1 of 3 File Note 265006-00 1 Mei 2019 A1 Appendix RAAPrap_3862_MMWW_20190430 MULDERBLAUW_SERVER:01_PROJECTEN:2860:02_DOCUMENTEN:6-1_ARCHEOLOGIE-V1.DOCX Arup | F0.15 Page 2 of 3 RAAP-RAPPORT 3862 Plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer Gemeente Hollands Kroon Archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) Plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) Colofon Titel: Plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) Versie: 30-04-2019 Auteurs: J.A. Wolzak MSc & drs. J.H.F. Leuvering (met bijdrage van drs. I.A. Schute) Projectcode: MMWW Bestandsnaam: RAAPrap_3862_MMWW_20190430 Autorisatie: drs. B. Jansen / J.Sprangers MSc (res.) ISSN: 0925-6229 RAAP Leeuwenveldseweg 5b Telefoon: 0294-491 500 1382 LV Weesp E-mail: [email protected] Postbus 5069 Website: www.raap.nl 1380 GB Weesp © RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V., 2019 RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. Plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer, gemeente Hollands Kroon; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) Samenvatting In opdracht van Arup heeft RAAP in maart en april 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Westlanderweg in Middenmeer te Middenmeer in de gemeente Hollands Kroon. Op grond van het bureauonderzoek was aan het plangebied een onbekende verwachting toegekend voor vindplaatsen uit de periode laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. Resten uit deze periode kunnen worden verwacht in de top van de pleistocene afzettingen, waarvan de diepteligging werd geschat op 10 m –NAP (circa 6 m –Mv). Uit de boorgegevens blijkt dat de top van de Pleistocene afzettingen binnen het plangebied op 10,27 m –NAP à 11,03 m –NAP. De top van het dekzand is nagenoeg vlak. In 5 van de 12 boringen (boring 11, 13, 14, 15 en 17) is duidelijk een podzolbodem vastgesteld. In boring 63 is in het dekzand een A-C profiel vastgesteld. In de overige boringen liep het dekzand uit de guts, waardoor een nauwkeurige beschrijving niet mogelijk was. Gezien de aanwezigheid van dit vlakke dekzandlandschap, waarin (plaatselijk) een podzolbodem is ontwikkeld, wordt aan het plangebied een middelhoge verwachting toegekend voor de periode laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum. Op basis van het bureauonderzoek was aan het plangebied een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen (bewoningsresten) in de vorm van nederzettingen uit het neolithicum en eventueel de bronstijd en/of ijzertijd toegekend. Dergelijke resten kunnen zich direct vanaf het maaiveld bevinden, in de top van het kwelderlandschap en dan met name op de wat hoger gelegen, zandige ruggen van voormalige geulen. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat het kwelderlandschap waar in de periode neolithicum en mogelijk bronstijd en / of ijzertijd gewoond kan zijn, binnen het plangebied nog intact aanwezig is. Het bovenste kleiige traject van de kwelderafzettingen zijn goed gerijpt. Het kwelderlandschap is slechts bedekt door een 20 à 50 cm dikke bouwvoor. In het westelijke deel is deze bouwvoor zandiger dan in de rest van het plangebied wat mogelijk wijst op de aanwezigheid van een zandbank op het kwelderlandschap. Buiten deze zandbank is de top van het kwelderlandschap opgegaan in de bouwvoor. Binnen het kwelderlandschap zijn meerdere kreken aanwezig, waarvan sommige zich hebben ingesneden tot in het onderliggende waddenlandschap, waarbij het tussenliggende Hollandveen geheel is geërodeerd. Andere (kleinere) kreken reiken niet tot in het onder het kwelderlandschap gelegen Hollandveen. In boring 37 is in een stevige, gerijpte kleilaag tussen 4,46 en 4,71 m –NAP een klein fragment verbrande leem waargenomen. In boring 39 is tussen 4,97 en 5,07 m –NAP, binnen de matig stevige kleilaag, een laag aangetroffen met veel kleine klei- en veenbrokjes. Dit betreft mogelijk een archeologisch spoor. Op grond van deze resultaten van het verkennend booronderzoek blijft de archeologische verwachting voor de periode neolithicum en eventueel de bronstijd onveranderd hoog. Voor de late middeleeuwen en nieuwe tijd geldt een reële kans op de aanwezigheid van scheeps- wrakken, of delen daarvan. Ook deze kunnen direct vanaf maaiveld aanwezig zijn en zullen voor- namelijk herkenbaar zijn aan stukken hout van forse afmetingen en eventueel aan een plaatselijk hoge concentratie vondsten in de vorm van voornamelijk aardewerk en (bak)steen, maar mogelijk ook andere materiaalcategorieën. Dergelijke resten zijn door middel van booronderzoek niet op