Los Van De Aarde Architectuur Van Moderne Beweging Ontsnapt Aan Materie

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Los Van De Aarde Architectuur Van Moderne Beweging Ontsnapt Aan Materie LOS VAN DE AARDE ARCHITECTUUR VAN MODERNE BEWEGING ONTSNAPT AAN MATERIE PETER TIMMERMAN Hoog in de koepel van een barokkerk lost het materiaal waar het gebouw van gemaakt is op in licht of in een trompe- l’oeilschildering. De architecten probeerden hiermee het rijk van God uit te drukken: de immateriële hemel, verheven boven de aardse realiteit. In de moderne bouwkunst, aan het begin van de twintigste eeuw, zien we ook diverse pogingen om aan de materialiteit van het gebouw te ontsnappen. Gebouwen verliezen hun zwaarte en lijken door de toepassing van ijle constructies en veel glas te zweven in de ruimte, alsof ze van licht en lucht gemaakt zijn. n zijn klassiek geworden boek Space, Time and Architecture voerd, zoals bijvoorbeeld te zien is aan de luifels rond de centrale I(1941) beschrijft Sigfried Giedion het Bauhaus (Dessau, 1925) eetzaal. De dragende constructie loopt naar de randen toe af, omdat van Walter Gropius: ‘De immense glaswanden die de hoeken van daar minder gedragen hoeft te worden. Ook in dit gebouw bestaan het gebouw dematerialiseren zorgen ervoor dat de vloeren lijken te de hoeken geheel uit glas en lopen er lange vensters over de gevels, zweven.’ In de literatuur over waardoor verdiepingen boven moderne architectuur duikt re- elkaar lijken te zweven. Histori- gelmatig het begrip ‘immate- cus Giovanni Fanelli omschrijft rieel’ op of de term ‘ontmateria- Zonnestraal als een ‘gewichtloze liseren’. Voorts bestaan er tal- architectuur gemaakt van licht’. rijke beschouwingen over ge- Een soortgelijke omschrijving bouwen die hun ‘zwaarte verlie- vinden we bij architect Henk zen’ of die ‘zweven’. Dit artikel Dirkx; hij noemt Zonnestraal bespreekt een aantal van deze ‘een zwevend gebouw, gebouwd wonderlijke gebouwen en met licht: de bevrijding van de maakt duidelijk hoe architecten materie ten top gevoerd’. hun gebouw zo licht mogelijk laten ogen. Vervolgens staat de RESTEN VAN ZWAARTE vraag centraal waarom archi- tecten aan het begin van de twin- at direct opvalt aan bo- tigste eeuw willen dat hun ge- Wstaande gebouwen is dat bouwen er licht en immaterieel de schaarse materiële onderde- uitzien. Wat willen de archi- len die nog in het zicht zijn, tecten ermee tot uitdrukking VAN NELLEFABRIEK spierwit zijn geschilderd of ge- brengen? Het artikel sluit af met een speculatieve vergelijking tus- pleisterd. Volgens Johannes van Loghem, zelf architect en tevens sen de architectuur van de Barok en die van de moderne beweging. auteur van het boek Bouwen (1932), is deze witheid een middel om Maar nu eerst: hoe ontsnapt een gebouw aan de materie? ‘de laatste resten van zwaarte, die nog in de constructievorm be- houden zijn, tenminste voor het oog en het gevoel tot het uiterste te GEWICHTLOZE ARCHITECTUUR GEMAAKT VAN LICHT reduceren’. De vloeren en kolommen worden wit geschilderd, zo- dat ze zo ‘licht’ mogelijk ogen. Architectuurtheoreticus Mark Wigley oderne materialen als staal en beton stellen architecten in schrijft dat deze witheid ‘het uitwissen van de materialiteit van het M staat de constructies van hun gebouwen zo ijl en miniem gebouw, van het eigenlijke bouwlichaam beoogt, zodat enkel een mogelijk te maken. Vloeren hoeven niet langer gedragen te worden strakke, geometrische, immateriële orde overblijft’. Ook bij het wit door zware muren of balken: een paar ranke betonkolommen vol- maken van vloeren, wanden of pilaren gaat het weer om ‘ontma- staan. Johannes Brinkman en Leendert van der Vlugt maken in de terialiseren’. Een gemetselde muur van baksteen of een houten pi- Van Nellefabriek (Rotterdam, 1927) enorme overspanningen zon- laar met noesten en nerven bezit een zekere aardsheid; het oog blijft der dat er ergens een balk of muur aan te pas komt. Zij maken een hangen op details. In deze moderne gebouwen is alles strak en wit, paddestoelvloer, waarbij de kolommen aan de bovenkant uitlopen abstract gemaakt waardoor het gebouw haar ‘aardsheid’ verliest. om de vloeren te stutten. Omdat muren niet langer nodig zijn om de Ook dit is tot op detailniveau doorgevoerd. Zo heeft Ludwig Mies vloeren te dragen, kunnen de gevels van het gebouw van boven tot van der Rohe zich in zijn Farnsworth House (Illinois, 1951) veel onder met glas gevuld worden. Dit wordt wel een gordijngevel ge- moeite getroost om constructieve elementen (bouten en moeren) aan noemd, omdat het glas als een gordijn is opgehangen. Zelfs de hoek het zicht te onttrekken, omdat deze elementen zwaarte en gewicht van een gebouw, traditioneel het punt dat het zwaarst oogt, omdat suggereren. De ophanging van de vloer aan de verticale stalen pila- er twee muren samenkomen, kan nu geheel uit glas bestaan. Omdat ren is volledig weggewerkt. De bouten zijn verzonken in de pilaren, de dragende constructie niet meer direct in het oog springt, zoals dichtgekit en met witte verf overschilderd – alsof er nooit een con- met een muur altijd het geval is, en bovendien zeer rank is uitge- structie is geweest. Hierdoor lijkt het alsof de vloer tegen de pilaren voerd, lijkt het alsof het gebouw niets weegt; alsof ze haar bouw- aan zweeft. Van enige zwaarte valt hier niets meer te bespeuren. massa verloren heeft. Het is net alsof de afzonderlijke vloeren ‘zwe- Het is niet verwonderlijk dat architectuurcriticus Kenneth Frampton ven’ op de glazen wanden. Een van de gebouwen waar dit over het Farnsworth House schrijft dat ‘de geest van het supre- ontmaterialiseren tot het uiterste is doorgevoerd is sanatorium Zon- matisme’ erin rondwaart. Op de suprematistische doeken van nestraal (Hilversum, 1928) van Jan Duiker en Bernard Bijvoet. Tot Kazimir Malevich en El Lissitsky zweven abstracte vormen door op het kleinste detail is het gebouw zo minimaal mogelijk uitge- een oneindige ruimte; massa en zwaartekracht zijn hier geheel af- KUNST EN WETENSCHAP 5 V.L.N.R. VILLA SAVOYE, FARNSWORTH HOUSE EN DETAIL DAARVAN wezig. Malevich omschreef deze suprematistische wereld als ‘Die economie’ en Mies van der Rohe definieert architectuur als de ‘ruim- gegenstandlose Welt’, een wereld zonder objecten, zonder materia- telijke vertaling van spirituele keuzes’. Valt dit spirituele aspect liteit. Het moge duidelijk zijn: ook bij Mies van der Rohe wil het van de moderne architectuur nog wel te begrijpen vanuit de liefde gebouw zo min mogelijk gebouw zijn. voor techniek? Ingenieurs zijn immers vooral bezig om de mate- riële werkelijkheid naar hun hand te zetten, met hulp van technie- DE LIEFDE VOOR TECHNIEK ken en apparaten. Spiritualiteit speelt in hun werk en aanpak geen enkele rol. Wellicht kan een vergelijking met de spirituele architec- aar komen deze puristische, onaardse gebouwen vandaan? tuur van de Barok enig licht op de moderne architectuur werpen. WEen deel van het antwoord moet gezocht worden in de mo- derne techniek die begin 1900 steeds prominenter op het wereldto- PLATO: VAN BAROK TOT MODERNE BEWEGING neel verschijnt. Men raakt zeer onder de indruk van de eerste serie- producten, oceaanstomers, locomotieven en niet te vergeten de eer- n de kerkarchitectuur van de Barok streefden architecten ook naar ste vliegtuigen. Architecten en kunstenaars steken hun liefde voor Ihet ontmaterialiseren van bepaalde delen van hun kerken. Vooral deze machines niet onder stoelen of banken. Zo verklaart dichter in de koepels, die naar het hemelrijk verwijzen, laten ze het materi- Filippo Marinetti in het Futuristisch Manifest (1909) dat de wereld aal van het gebouw oplossen in licht of in een duizelingwekkende verrijkt is met een nieuwe schoonheid: die van de snelheid. Hij be- schildering. De materiële sporen van het gebouw worden hier uit- weert dat een raceauto mooier is dan de Griekse Nikè van gewist. Karakteristiek voor het wereldbeeld van de Barok is het Samothrake. Deze verheerlijking van techniek zien we terug in sa- denken in termen van twee tegengestelde werelden: een zuivere natorium Zonnestraal waar Duiker het ketelhuis een centrale plek ideële wereld (die perfect, eenduidig en onveranderlijk is) versus toebedeelt; bovendien is het voor een een materiële aardse wereld (waarin de deel uit glas opgetrokken, zodat het bin- dingen imperfect, dubbelzinnig en nenste goed zichtbaar is. Techniek, de vergankelijk zijn). We herkennen hier brengster van vooruitgang, wordt hier in de leer van Plato die veronderstelt dat de etalage gezet. Ook in de Van Nellefa- er naast een aardse werkelijkheid ook briek spreekt de techniek: de schuine een rijk van zuivere ideeën moet be- transportbanden vormen een wezenlijk staan. De barokarchitectuur drijft de onderdeel van de compositie van het spanning tussen deze materiële en im- gebouw. Maar hoe valt nu de immate- materiële werkelijkheid op de spits. rialiteit en ‘onaardsheid’ van deze ge- Kunnen wij vanuit deze tegenstelling bouwen te begrijpen vanuit de liefde ook het spirituele karakter van de ar- voor techniek? Een van de meest indruk- chitectuur van Duiker, Mies en Le wekkende prestaties van het technisch Corbusier begrijpen? In het volgende vernuft is de overwinning van de zwaar- citaat van architectuurtheoreticus tekracht door het vliegtuig. Le Corbu- Karina van Herck over Le Corbusiers SANATORIUM ZONNESTRAAL sier is zo onder de indruk van het vlieg- Villa Savoye (Poissy, 1928), ook een tuig dat hij er een speciaal boek aan wijdt: Aircraft (1935). In dit spierwit en zwevend gebouw, komt de tegenstelling tussen deze boek zien we naast propellers, vleugels en cockpits een gedraaide twee werelden opvallend duidelijk naar voren. Van Herck omschrijft landkaart van Nederland, Duitsland en Denemarken. Van Amster- de villa op het moment dat dit gebouw in slechte staat van onder- dam naar Kopenhagen is een kaarsrechte lijn getrokken. Het com- houd verkeert en het witte pleisterwerk van het beton afbladdert: mentaar van Le Corbusier luidt droogjes: ‘Het vliegtuig vliegt linea ‘Het voorbijgaande, vergankelijke staat hier pal tegenover het trans- recta van het ene punt naar het andere.’ De diagnose is helder: het cendente, overstijgende; het obscene van het verval tegenover de vliegtuig realiseert een enorme emancipatie ten opzichte van het enscenering van de zuiverheid; de materiële sporen van de lichame- grillige aardoppervlak.
Recommended publications
  • Modernist Heritage Conservation: an Evaluation of Theories and Current Practice
    Modernist Heritage Conservation: An Evaluation of Theories and Current Practice Gaia Ileana Carla ZAMBURLINI School of the Built Environment College of Science and Technology University of Salford - UK Submitted in Partial Fulfilment of the Requirements for the Degree of Doctor of Philosophy, April 2016 Table of contents TABLE OF CONTENTS ......................................................................................................... II LIST OF FIGURES ............................................................................................................. VII ACKNOWLEDGMENTS ........................................................................................................ IX ABBREVIATIONS ............................................................................................................... X ABSTRACT ……………………………………………………………………………………………................XIII PREFACE ....................................................................................................................... XIV RATIONALE .................................................................................................................... XIV METHODOLOGY .............................................................................................................. XVI AIM ............................................................................................................................... XXII OBJECTIVES .................................................................................................................. XXII RESEARCH
    [Show full text]
  • News and Events in from Holland This Autumn Current and Future Events
    News and Events in from Holland this Autumn Current and future events & exhibitions Current David Cronenberg - The Exhibition, EYE, Amsterdam Until 14 September 2014 EYE presents a major exhibition focusing on director David Cronenberg, who acquired cult status with his idiosyncratic films about the relationship between body, mind, technology and mass media. Curated and organized by the Toronto International Film Festival (TIFF), the exhibition explores Cronenberg’s world through the main themes of his films: the physical and psychological transformation of his protagonists. Highlights of this exhibition include the weird and wonderful special effects items from Cronenberg’s films, together with bizarre props, set photos and original costumes. Cronenberg has worked with famous actors such as Jeff Goldblum, Keira Knightley, Holly Hunter, Jude Law, Jeremy Irons and Robert Pattinson, whom he challenged to push the boundaries of their profession. Fashion, the musical, Centraal Museum, Utrecht Until 30 November 2014 Fashion illustrator Piet Paris is guest curator for Centraal Museum. More than 150 items are selected by Piet Paris from the Centraal Museum collection and presented in a surprising manner: as scenes in a musical. Taking the visitor from backstage and the red carpet to – eventually- the stage, he shows more than fifty looks by designers such as Comme des Garçons, Maison Martin Margiela, Iris van Herpen, Viktor & Rolf, but also 17th and 18th century costumes. Paris wants to show fashion in context, and not isolation. He combines fashion with objects, which he actually puts to use: ticking clocks, flower-filled vases and burning lights. He breaks the anonymity of the mannequin by giving each one a complete outfit, as well as a face drawn by the illustrator himself.
    [Show full text]
  • In Case of Architectural Design Critique and Praise of Case-Based Design in Architecture
    KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN FACULTEIT TOEGEPASTE WETENSCHAPPEN DEPARTEMENT ARCHITECTUUR, STEDENBOUW EN RUIMTELIJKE ORDENING Kasteel van Arenberg, B-3001 Leuven In case of architectural design Critique and praise of Case-Based Design in architecture Jury: Proefschrift voorgedragen tot Voorzitter Prof. Joos Vandewalle, vice-decaan het behalen van het doctoraat Prof. Herman Neuckermans, promotor in de toegepaste wetenschappen Prof. André Loeckx Prof. Jan Schreurs door Prof. Johan Wagemans Prof. Albert Dupagne (Université de Liège) Ann Heylighen Prof. Rivka Oxman (Technion Haifa) UDC 72.011 Mei 2000 Katholieke Universiteit Leuven – Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kasteel van Arenberg, B-3001 Leuven (Belgium) Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. D/2000/7515/17 ISBN 90-5682-248-9 For my grandmother Acknowledgements Five years ago, I had to decide on a subject for my graduate’s thesis. Professor Herman Neuckermans made the suggestion to have a look at Case-Based Design, at that time a ‘hot topic’ in the field of CAAD. Computers were not exactly what I would call my cup of tea, but I nevertheless accepted his suggestion – not in the last place because it would enable me to spend one semester at the ETH in Zürich. Although the thesis became an unqualified success in terms of scores, it left me with an uneasy feeling.
    [Show full text]
  • The Urban and Cultural Climate of Rotterdam Changed Radically Between 1970 and 2000. Opinions Differ About What the Most Importa
    The urban and cultural climate of Rotterdam changed radically between 1970 and 2000. Opinions differ about what the most important changes were, and when they occurred. Imagine a Metropolis shows that it was first and foremost a new perspective on Rotterdam that stimulated the development of the city during this period. If the Rotterdam of 1970 was still a city with an identity crisis that wanted to be small rather than large and cosy rather than commercial, by 2000 Rotterdam had the image of the most metropolitan of all Dutch cities. Artists and other cultural practitioners – a group these days termed the ‘creative class’ – were the first to advance this metropolitan vision, thereby paving the way for the New Rotterdam that would begin to take concrete shape at the end of the 1980s. Imagine a Metropolis goes on to show that this New Rotterdam is returning to its nineteenth-century identity and the developments of the inter-war years and the period of post-war reconstruction. For Nina and Maria IMAGINE A METROPOLIS ROTTERDAM’S CREATIVE CLASS, 1970-2000 PATRICIA VAN ULZEN 010 Publishers, Rotterdam 2007 This publication was produced in association with Stichting Kunstpublicaties Rotterdam. On February 2, 2007, it was defended as a Ph.D. thesis at the Erasmus University, Rotterdam. The thesis supervisor was Prof. Dr. Marlite Halbertsma. The research and this book were both made possible by the generous support of the Faculty of History and Arts at the Erasmus University Rotterdam, G.Ph. Verhagen-Stichting, Stichting Kunstpublicaties Rotterdam, J.E. Jurriaanse Stichting, Prins Bernhard Cultuurfonds Zuid-Holland and the Netherlands Architecture Fund.
    [Show full text]
  • Old and New in Adaptive Reuse of Modern Industrial Heritage Ava Moshaver Ryerson University
    Ryerson University Digital Commons @ Ryerson Theses and dissertations 1-1-2011 Re Architecture: Old and New In Adaptive Reuse of Modern Industrial Heritage Ava Moshaver Ryerson University Follow this and additional works at: http://digitalcommons.ryerson.ca/dissertations Part of the Architecture Commons Recommended Citation Moshaver, Ava, "Re Architecture: Old and New In Adaptive Reuse of Modern Industrial Heritage" (2011). Theses and dissertations. Paper 1421. This Thesis Project is brought to you for free and open access by Digital Commons @ Ryerson. It has been accepted for inclusion in Theses and dissertations by an authorized administrator of Digital Commons @ Ryerson. For more information, please contact [email protected]. RE ARCHITECTURE: Old and New In Adaptive Reuse of Modern Industrial Heritage by Ava Moshaver B.Arch Sci.,Ryerson University 2009 A Design Thesis Project presented to Ryerson University in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master of Architecture in the Program of Architecture Toronto, Ontario, Canada, 2012 AUTHOR’S DECLARATION I hereby declare that I am the sole author of this thesis project. I authorize Ryerson University to lend this thesis project to other institutions or individuals for the purpose of scholarly research. I further authorize Ryerson University to reproduce this thesis project by photocopying or by other means, in total or in part, at the request of other institutions or individuals for the purpose of scholarly research. I understand that my thesis may be made electronically available to the public. ii ABSTRACT Adaptation of existing buildings for new functions is not a new phenomenon: the theoretical approach towards adaptive reuse was well established and theoretically formulated as early as at the beginning of the 19th century.
    [Show full text]
  • The Fagus Factory in Alfeld
    THE FAGUS FACTORY IN ALFELD NOMINATION FOR INSCRIPTION ON THE UNESCO WORLD HERITAGE LIST SEPTEMBER 2009 Summary SUMMARY I Fagus Factory – Nomination for Inscription on the Unesco World Heritage List II Summary State party Federal Republic of Germany State, province or region Lower Saxony, town of Alfeld Name of property Fagus factory Geographical coordinates to the nearest 51° 59’ 01” degrees North second 09° 48’ 40” degrees East Textual description of the boundary(ies) of Historical industrial area to the west of the the nominated property core city of Alfeld: the nominated area borders the Hanover-Göttingen rail route in the northeast and the Hannoversche Straße in the southwest. A4 (or „letter“) size map of the nominated See end of summary property, showing boundaries and buffer zone (if present) Justification With the construction of the Fagus factory, Statement of outstanding universal value Gropius made a breakthrough to new, modern art that went hand in hand with the age of technology. The Fagus factory, with a radical break from the conventional design practice, represents for the first time a new expression of architecture, which develops space and form from function, takes into account the light, air and lucidity require- ments of its users and makes use of the new technical possibilities of construction with glass and steel in industrially pre-produced processing. Glass, which is actually an unsubstantial material,becomes a formative building material and mode of expression of architecture.The design concepts underlying this construction had a decisive influence on the development of twentieth century architecture not only in Germany and Europe, but around the globe.
    [Show full text]
  • De Van Nelle Fabriek Werelderfgoed? Modernisme in Rotterdam 36 37 Erfgoed
    De zomer van 2014 wordt spannend voor Rotterdam. Dan wordt bekend of UNESCO de Van Nelle Fabriek uit 1930 aan de Werelderfgoedlijst toevoegt. Zal dit internationaal beken- de icoon van Modernisme het halen? Wie het gebouw ziet, twijfelt niet. De beroemde architect Le Corbusier zou dat waarschijnlijk evenmin hebben gedaan. Hij noemde het gebouw in januari 1932 ‘the most beautiful spectacle of the modern era’ en ‘a delightful proof of the life that is coming, of the beauti- ful unconditional purity’. Tekst en foto’s: Marco de Bock, historische foto’s: Van Nelle Ontwerpfabriek De Van Nelle Fabriek Werelderfgoed? Modernisme in Rotterdam 36 37 Erfgoed e ‘Roaring Twenties’ was op veel gebieden te spreken: Stam mocht vertrekken. De Van Nelle een periode van vooruitgang, beweging en Fabriek werd gebouwd in de periode 1927-1930. D modernisering. Cultureel, sociaal, artistiek Het moet een vreemde gewaarwording voor de en in de architectuur. Een belangrijke ontwikkeling Rotterdammers zijn geweest. Nergens eerder was in het ontstaan van de Modernistische architec- er in de stad een gebouw te zien geweest waarin tuur - en ook het design - was de oprichting van het zich geen enkele baksteen bevond, maar wel beton Bauhaus in Duitsland in 1919. Oprichter werd Walter en heel veel glas. Een gebouw dat leek te zweven en Gropius, op voordracht van de Belgische Art Nou- een zee aan daglicht binnen liet. Dat in het donker veau meester Henry van de Velde. Die laatste kon een verlicht baken was. Een gebouw dat, zowel van de leiding van het Bauhaus niet zelf ter hand nemen buiten als van binnen, blijft fascineren door zijn omdat hij Duitsland had moeten verlaten vanwege de lijnenspel, de trappenhuizen, de kleurrijke muur- Eerste Wereldoorlog.
    [Show full text]
  • By Dirk Van Den Heuvel
    3:TOWARDSAN OPEN SOCIETY Towards an Open Society: history of Dutch modernism – the Spangen housing-block, The unfinished work of Jaap Bakema the Van Nelle factory, and the Vroeselaan housing-block – Dirk van den Heuvel led the visitor to the contemporary work of the office with such highlights as the Hansaviertel apartment tower block in ‘Building for an Open Society’ was the title of a rather large Berlin and the town hall for the German city of Marl. A final exhibition of the work of the office of Van den Broek en room showed plans for the future, among which was the Bakema at the Rotterdam museum Boymans-van monumental Aula building for TU Delft. Beuningen in 1962. It was organized for the occasion of the Prix de la Critique in 1961, which was awarded to Van den Around 1962 the slogan ‘Building for an Open Society’ Broek en Bakema with a special mention to Bakema himself became key for Bakema. In the famous lectures ‘Van Stoel as a leader of the so-called ‘Otterlo-group’ or better-known tot Stad’, which he presented in 1962–63 on Dutch national as ‘Team 10’. The jury praised Bakema and the office for television, he asked the question: “What will be the art of their achievements in modern architecture, how they had building an open society?” Bakema answered the question found a balance between the ‘emphasis on human relations’ himself straightaway: “Surely, at the very least the shapes on the one hand and the ‘possibility for personal freedom that we build, will make clear that everybody has a right to and intimacy’ on the other.
    [Show full text]
  • The Industrial Buildings and Complexes: the New Programs and the Impact on the City
    The Industrial Buildings and Complexes: The new programs and the impact on the city Examples in Portugal & The Netherlands Ivo Filipe Lourenço Batista Thesis to obtain the Master of Science Degree in Architecture Supervisor: Prof.Bárbara dos Santos Coutinho Supervisor: Prof.Marcel W. Musch Examination Committee Chairperson: Prof. Helena Silva Barranha Gomes Supervisor: Prof. Bárbara dos Santos Coutinho Members of the Committee: Prof. Vítor Manuel de Matos Carvalho Araújo October 2017 AGRADECIMENTOS À minha avó, aos meus pais, ao meu irmão. Aos meus amigos de cá, pelos últimos 5 anos. Aos amigos de lá, por todos os anos. À minha orientadora, Professora Bárbara Coutinho, pela orientação, disponibilidade e apoio ao longo do processo. To my co-tutor, Professor Marcel Musch, for the help, support and friendship during the development of this document. “Our lives have been enriched by elements the possibility of whose existence the ancients did not even suspect. (…). We have lost our predilection for the monumental, the heavy, the static, and we have enriched our sensibility with a taste for the light, the practical, the ephemeral and the swift. We no longer feel ourselves to be the men of the cathedrals, the palaces and the podiums. We are the men of the great hotels, the railway stations, the immense streets, colossal ports, covered markets, luminous arcades, straight roads and beneficial demolitions.” (Antonio Sant’Elia, Manifest of Futurist Architecture 1914) Collecting Charcoal, Newcastle, 1978 by Henri Cartier Bresson RESUMO O Património Industrial é um testemunho físico do processo de industrialização iniciado em meados do século XVIII, e que se prolonga até aos dias de hoje, assumindo novas vertentes.
    [Show full text]
  • The Control Room of the Kelenföld Power Plant Budapest
    The control room of the Kelenföld Power Plant Budapest, 1931, Ernő Bánó (architect: Virgil Bierbauer) © Hungarian Museum of Architecture strategy and agency in architectural photographs: imaging strategies that shaped an architectural magazine in interwar hungary Ágnes Anna Sebestyén Art historian, Hungarian Museum of Architecture, Budapest, [email protected] “Without modern photography modern architecture could never have been ‘put across’” claimed the English architecture critic Philip Morton Shand in 19341. As he stated, photography had the power to spread modern architecture to a broad audience, and indeed its dissemination was largely due to modern photography and print culture. One of the key figures in the mediation of modern architecture in interwar Hungary was the architect Virgil Bierbauer, who between 1928 and 1942 edited the main platform of modernist architects in Hungary, the journal Tér és Forma (Space and Form). This richly illustrated magazine reported on modern architecture in a state-of-the-art manner, featuring both Hungarian and international examples as well as theoretical arguments. Bierbauer was in contact with architects and editors from all over the world, as can be traced through his vast correspondence preserved at the Hungarian Museum of Architecture in Budapest. This network of professionals shaped the way modern architecture was presented in the pages of the magazine. In my paper, I focus on the representation of international modern architecture in Tér és Forma while analysing Bierbauer’s editorial work. Professional networks, photographs and imaging strategies are all considered as means of communication that factored into the editing processes of the magazine. I consider Bierbauer’s role as an editor, architect and traveller and how these different guises were reflected in the magazine.
    [Show full text]
  • City of Architecture 2019/2020 1  Rotterdam Centraal Team CS* (2014) the Roof Over the Tracks of Rotterdam Central Station Is Covered in Solar Panels
    City of Architecture 2019/2020 1 Rotterdam Centraal Team CS* (2014) The roof over the tracks of Rotterdam Central Station is covered in solar panels. The striking hall roof points towards the city centre. Historic elements from the former station building (1957) by Sybold Van Ravesteyn have been re-used, like the original clock in the front façade and the letters spelling out ‘Centraal Station’. * Benthem Crouwel Architekten, MVSA Architects, West 8 Urban Design & Landscape Architecture. DID YOU KNOW? 2 Markthal Sign up for an Open MVRDV & INBO (2014) Tour on the weekend You’ll find a market hall in various world- via De Rotterdam class cities, but the combination with luxury Tours: a one-hour housing makes the Markthal the first of its tour of the Markthal. kind. The apartments are arched over the market in a horseshoe configuration. Look up to enjoy the massive artwork: the ‘Horn of Plenty’ by Arno Coenen and Iris Roskam. 3 Kubuswoningen Piet Blom (1984) The Cube Houses are part of the Blaakse Bos (Blaakse Wood) development. The architect wanted to design a kind of village within the city and saw the houses as trees and the whole area as a wood. Visit the Kijk-Kubus (Show-Cube) to experience what life is like in a Cube House. 4 Erasmusbrug MUST DO! Ben van Berkel (1996) Looking for a view of the city skyline The 800-metre long Erasmus Bridge spans from the water? the Nieuwe Maas River. The bridge is part of Splashtours, a the redevelopment of an old port area and guided tour in a was specifically designed to be an iconic bright yellow structure to give the area a strong presence.
    [Show full text]
  • Apolloscholen Apollo Schools
    APOLLOSCHOLEN APOLLO SCHOOLS 12 Willem Witsenstraat 12-14, Amsterdam 1980-1983 Herman Hertzberger (°1932) De Willemspark- en Montessorischool The Willemspark School and the liggen naast elkaar aan een pleintje. Beide Montessori School are situated in a gebouwen zijn vrijwel identiek en zien er tiny square. Both buildings are almost aan de buitenkant uit als villa’s, waardoor identical. From the outside, they look ze opgaan in de rest van de bebouwing like villas, blending in seamlessly with langs de Apollolaan. Een vierkante the other buildings along Apollolaan. plattegrond telt telkens vier klaslokalen The square floor plan consists of four rond een centrale hal. Verdiepingen liggen classrooms that are arranged around a split-level, dat wil zeggen geschakeerd central hall, with split-level floors above boven elkaar – die opzet past Herman them. The architect and urban planner Hertzberger vaker toe. Als architect en Herman Hertzberger often used this stedenbouwer was hij een uitgesproken design concept. He strongly believed in voorstander van het utopische principe the utopian principle that good design dat goede vormgeving een heilzame, can sometimes have a wholesome, soms beschavende werking kan uitoefenen civilising effect on the mindset and op de houding en vorming van een education of the individual user. Buildings individuele gebruiker. Een gebouw moet must connect people, must bring them helpen om mensen samen te brengen en together. He achieved this objective met elkaar te verbinen. Die ideeën kregen in his design for the Apollo schools, by in het ontwerp van de Apolloscholen adding a spacious stairwell. The large uitwerking in een ruime trappenhal. staircase is used as an auditorium for De grote trap fungeert als auditorium performances, but also as a place where en wordt niet alleen voor voorstellingen children can work individually or in gebruikt, maar ook als een plek waar groups.
    [Show full text]