Los Van De Aarde Architectuur Van Moderne Beweging Ontsnapt Aan Materie
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
LOS VAN DE AARDE ARCHITECTUUR VAN MODERNE BEWEGING ONTSNAPT AAN MATERIE PETER TIMMERMAN Hoog in de koepel van een barokkerk lost het materiaal waar het gebouw van gemaakt is op in licht of in een trompe- l’oeilschildering. De architecten probeerden hiermee het rijk van God uit te drukken: de immateriële hemel, verheven boven de aardse realiteit. In de moderne bouwkunst, aan het begin van de twintigste eeuw, zien we ook diverse pogingen om aan de materialiteit van het gebouw te ontsnappen. Gebouwen verliezen hun zwaarte en lijken door de toepassing van ijle constructies en veel glas te zweven in de ruimte, alsof ze van licht en lucht gemaakt zijn. n zijn klassiek geworden boek Space, Time and Architecture voerd, zoals bijvoorbeeld te zien is aan de luifels rond de centrale I(1941) beschrijft Sigfried Giedion het Bauhaus (Dessau, 1925) eetzaal. De dragende constructie loopt naar de randen toe af, omdat van Walter Gropius: ‘De immense glaswanden die de hoeken van daar minder gedragen hoeft te worden. Ook in dit gebouw bestaan het gebouw dematerialiseren zorgen ervoor dat de vloeren lijken te de hoeken geheel uit glas en lopen er lange vensters over de gevels, zweven.’ In de literatuur over waardoor verdiepingen boven moderne architectuur duikt re- elkaar lijken te zweven. Histori- gelmatig het begrip ‘immate- cus Giovanni Fanelli omschrijft rieel’ op of de term ‘ontmateria- Zonnestraal als een ‘gewichtloze liseren’. Voorts bestaan er tal- architectuur gemaakt van licht’. rijke beschouwingen over ge- Een soortgelijke omschrijving bouwen die hun ‘zwaarte verlie- vinden we bij architect Henk zen’ of die ‘zweven’. Dit artikel Dirkx; hij noemt Zonnestraal bespreekt een aantal van deze ‘een zwevend gebouw, gebouwd wonderlijke gebouwen en met licht: de bevrijding van de maakt duidelijk hoe architecten materie ten top gevoerd’. hun gebouw zo licht mogelijk laten ogen. Vervolgens staat de RESTEN VAN ZWAARTE vraag centraal waarom archi- tecten aan het begin van de twin- at direct opvalt aan bo- tigste eeuw willen dat hun ge- Wstaande gebouwen is dat bouwen er licht en immaterieel de schaarse materiële onderde- uitzien. Wat willen de archi- len die nog in het zicht zijn, tecten ermee tot uitdrukking VAN NELLEFABRIEK spierwit zijn geschilderd of ge- brengen? Het artikel sluit af met een speculatieve vergelijking tus- pleisterd. Volgens Johannes van Loghem, zelf architect en tevens sen de architectuur van de Barok en die van de moderne beweging. auteur van het boek Bouwen (1932), is deze witheid een middel om Maar nu eerst: hoe ontsnapt een gebouw aan de materie? ‘de laatste resten van zwaarte, die nog in de constructievorm be- houden zijn, tenminste voor het oog en het gevoel tot het uiterste te GEWICHTLOZE ARCHITECTUUR GEMAAKT VAN LICHT reduceren’. De vloeren en kolommen worden wit geschilderd, zo- dat ze zo ‘licht’ mogelijk ogen. Architectuurtheoreticus Mark Wigley oderne materialen als staal en beton stellen architecten in schrijft dat deze witheid ‘het uitwissen van de materialiteit van het M staat de constructies van hun gebouwen zo ijl en miniem gebouw, van het eigenlijke bouwlichaam beoogt, zodat enkel een mogelijk te maken. Vloeren hoeven niet langer gedragen te worden strakke, geometrische, immateriële orde overblijft’. Ook bij het wit door zware muren of balken: een paar ranke betonkolommen vol- maken van vloeren, wanden of pilaren gaat het weer om ‘ontma- staan. Johannes Brinkman en Leendert van der Vlugt maken in de terialiseren’. Een gemetselde muur van baksteen of een houten pi- Van Nellefabriek (Rotterdam, 1927) enorme overspanningen zon- laar met noesten en nerven bezit een zekere aardsheid; het oog blijft der dat er ergens een balk of muur aan te pas komt. Zij maken een hangen op details. In deze moderne gebouwen is alles strak en wit, paddestoelvloer, waarbij de kolommen aan de bovenkant uitlopen abstract gemaakt waardoor het gebouw haar ‘aardsheid’ verliest. om de vloeren te stutten. Omdat muren niet langer nodig zijn om de Ook dit is tot op detailniveau doorgevoerd. Zo heeft Ludwig Mies vloeren te dragen, kunnen de gevels van het gebouw van boven tot van der Rohe zich in zijn Farnsworth House (Illinois, 1951) veel onder met glas gevuld worden. Dit wordt wel een gordijngevel ge- moeite getroost om constructieve elementen (bouten en moeren) aan noemd, omdat het glas als een gordijn is opgehangen. Zelfs de hoek het zicht te onttrekken, omdat deze elementen zwaarte en gewicht van een gebouw, traditioneel het punt dat het zwaarst oogt, omdat suggereren. De ophanging van de vloer aan de verticale stalen pila- er twee muren samenkomen, kan nu geheel uit glas bestaan. Omdat ren is volledig weggewerkt. De bouten zijn verzonken in de pilaren, de dragende constructie niet meer direct in het oog springt, zoals dichtgekit en met witte verf overschilderd – alsof er nooit een con- met een muur altijd het geval is, en bovendien zeer rank is uitge- structie is geweest. Hierdoor lijkt het alsof de vloer tegen de pilaren voerd, lijkt het alsof het gebouw niets weegt; alsof ze haar bouw- aan zweeft. Van enige zwaarte valt hier niets meer te bespeuren. massa verloren heeft. Het is net alsof de afzonderlijke vloeren ‘zwe- Het is niet verwonderlijk dat architectuurcriticus Kenneth Frampton ven’ op de glazen wanden. Een van de gebouwen waar dit over het Farnsworth House schrijft dat ‘de geest van het supre- ontmaterialiseren tot het uiterste is doorgevoerd is sanatorium Zon- matisme’ erin rondwaart. Op de suprematistische doeken van nestraal (Hilversum, 1928) van Jan Duiker en Bernard Bijvoet. Tot Kazimir Malevich en El Lissitsky zweven abstracte vormen door op het kleinste detail is het gebouw zo minimaal mogelijk uitge- een oneindige ruimte; massa en zwaartekracht zijn hier geheel af- KUNST EN WETENSCHAP 5 V.L.N.R. VILLA SAVOYE, FARNSWORTH HOUSE EN DETAIL DAARVAN wezig. Malevich omschreef deze suprematistische wereld als ‘Die economie’ en Mies van der Rohe definieert architectuur als de ‘ruim- gegenstandlose Welt’, een wereld zonder objecten, zonder materia- telijke vertaling van spirituele keuzes’. Valt dit spirituele aspect liteit. Het moge duidelijk zijn: ook bij Mies van der Rohe wil het van de moderne architectuur nog wel te begrijpen vanuit de liefde gebouw zo min mogelijk gebouw zijn. voor techniek? Ingenieurs zijn immers vooral bezig om de mate- riële werkelijkheid naar hun hand te zetten, met hulp van technie- DE LIEFDE VOOR TECHNIEK ken en apparaten. Spiritualiteit speelt in hun werk en aanpak geen enkele rol. Wellicht kan een vergelijking met de spirituele architec- aar komen deze puristische, onaardse gebouwen vandaan? tuur van de Barok enig licht op de moderne architectuur werpen. WEen deel van het antwoord moet gezocht worden in de mo- derne techniek die begin 1900 steeds prominenter op het wereldto- PLATO: VAN BAROK TOT MODERNE BEWEGING neel verschijnt. Men raakt zeer onder de indruk van de eerste serie- producten, oceaanstomers, locomotieven en niet te vergeten de eer- n de kerkarchitectuur van de Barok streefden architecten ook naar ste vliegtuigen. Architecten en kunstenaars steken hun liefde voor Ihet ontmaterialiseren van bepaalde delen van hun kerken. Vooral deze machines niet onder stoelen of banken. Zo verklaart dichter in de koepels, die naar het hemelrijk verwijzen, laten ze het materi- Filippo Marinetti in het Futuristisch Manifest (1909) dat de wereld aal van het gebouw oplossen in licht of in een duizelingwekkende verrijkt is met een nieuwe schoonheid: die van de snelheid. Hij be- schildering. De materiële sporen van het gebouw worden hier uit- weert dat een raceauto mooier is dan de Griekse Nikè van gewist. Karakteristiek voor het wereldbeeld van de Barok is het Samothrake. Deze verheerlijking van techniek zien we terug in sa- denken in termen van twee tegengestelde werelden: een zuivere natorium Zonnestraal waar Duiker het ketelhuis een centrale plek ideële wereld (die perfect, eenduidig en onveranderlijk is) versus toebedeelt; bovendien is het voor een een materiële aardse wereld (waarin de deel uit glas opgetrokken, zodat het bin- dingen imperfect, dubbelzinnig en nenste goed zichtbaar is. Techniek, de vergankelijk zijn). We herkennen hier brengster van vooruitgang, wordt hier in de leer van Plato die veronderstelt dat de etalage gezet. Ook in de Van Nellefa- er naast een aardse werkelijkheid ook briek spreekt de techniek: de schuine een rijk van zuivere ideeën moet be- transportbanden vormen een wezenlijk staan. De barokarchitectuur drijft de onderdeel van de compositie van het spanning tussen deze materiële en im- gebouw. Maar hoe valt nu de immate- materiële werkelijkheid op de spits. rialiteit en ‘onaardsheid’ van deze ge- Kunnen wij vanuit deze tegenstelling bouwen te begrijpen vanuit de liefde ook het spirituele karakter van de ar- voor techniek? Een van de meest indruk- chitectuur van Duiker, Mies en Le wekkende prestaties van het technisch Corbusier begrijpen? In het volgende vernuft is de overwinning van de zwaar- citaat van architectuurtheoreticus tekracht door het vliegtuig. Le Corbu- Karina van Herck over Le Corbusiers SANATORIUM ZONNESTRAAL sier is zo onder de indruk van het vlieg- Villa Savoye (Poissy, 1928), ook een tuig dat hij er een speciaal boek aan wijdt: Aircraft (1935). In dit spierwit en zwevend gebouw, komt de tegenstelling tussen deze boek zien we naast propellers, vleugels en cockpits een gedraaide twee werelden opvallend duidelijk naar voren. Van Herck omschrijft landkaart van Nederland, Duitsland en Denemarken. Van Amster- de villa op het moment dat dit gebouw in slechte staat van onder- dam naar Kopenhagen is een kaarsrechte lijn getrokken. Het com- houd verkeert en het witte pleisterwerk van het beton afbladdert: mentaar van Le Corbusier luidt droogjes: ‘Het vliegtuig vliegt linea ‘Het voorbijgaande, vergankelijke staat hier pal tegenover het trans- recta van het ene punt naar het andere.’ De diagnose is helder: het cendente, overstijgende; het obscene van het verval tegenover de vliegtuig realiseert een enorme emancipatie ten opzichte van het enscenering van de zuiverheid; de materiële sporen van de lichame- grillige aardoppervlak.