Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2002

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2002 Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 bron Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 2001-2002. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa004200201_01/colofon.htm © 2005 dbnl 1 Verhandelingen Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 3 Erasmus als polemicus Jaarrede door de voorzitter, Dr. M.E.H.N. Mout ‘Ik dacht dat ik er hier slechts de aandacht op zou willen vestigen, dat wij helemaal aan het begin van de scheldbrief de onverdraaglijke domheid, hoogmoed, grofheid en het beledigende taalgebruik van de tegenstander zouden moeten aantonen. Wij zeggen dan dat wij wel gedwongen zijn dit te doen, tegen ons karakter en gewoontes in, en dat we hem niet zullen trachten te evenaren door het uiten van beschuldigingen, maar slechts beschuldigingen zullen weerleggen zonder beledigend te worden. Vervolgens maken we het vanuit een beschrijving van de persoon aannemelijk dat hij deze uitingen heeft gedaan uit haat of uit een ingeboren neiging tot kwaadsprekerij. Wij belichten één van de aantijgingen, namelijk die welke het gemakkelijkst kan worden tegengesproken. Wanneer wij deze zorgvuldig hebben weerlegd, stellen wij met slechts één tegenbeschuldiging zijn onbeschaamdheid en valsheid duidelijk aan de kaak. Dan slingeren wij de beschuldigingen die hij aan ons adres probeerde te maken, terug naar zijn hoofd, om aan te tonen dat die van hem even erg of erger waren. Veel zaken laten we in het midden, hetzij omdat zij zo aanstootgevend zijn dat een fatsoenlijk mens zijn tegenstander er zelfs niet van moet beschuldigen, hetzij omdat wij slechts enkele van zijn vele overtredingen hebben willen vermelden, daar de rest van zijn levenswandel gemakkelijk uit een of twee vergrijpen kan worden afgeleid. Wanneer wij in de loop van de rede goed in de stemming zijn geraakt, gaan wij de persoon belachelijk maken met behulp van schimpscheuten, hatelijke opmerkingen en snedige grappen. Wij laten zien dat hij niet alleen weerzinwekkend is, maar ook belachelijk; hij verdient veracht te worden, zowel vanwege zijn buitengewone dwaasheid als zijn ongelofelijke gemeenheid. Wij maken daarbij veel gebruik van ironie. Tenslotte doen we alsof we ons inhouden en dringen er bij hem op aan nu eindelijk bij zinnen te komen en ons niet te dwingen onze zelfbeheersing te verliezen. Wie een voorbeeld zoekt, leze de beschimpingen die werden uitgewisseld tussen Demosthenes en Aeschines, Cicero en Sallustius, Hieronymus en Rufinus, Poggio en Valla, Poliziano en Scala. Daar ikzelf zeer weinig ervaring in dit genre heb, kan ik je helaas niet tevreden stellen wat betreft de technieken die erin worden gebruikt. O mocht het toch mogelijk zijn, er altijd onervaren in te blijven!’1 Wie had gedacht dat Erasmus, de man van het koele verstand en de Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 4 wijze tolerantie, zo tekeer kon gaan? En dan nog wel in een studieboek, bestemd voor de rijpere jeugd en een ieder die zich op latere leeftijd zou willen beschaven door de fijne kneepjes van het brieven stellen te leren. Hoe is dit te rijmen met het gangbare beeld van Erasmus? Heeft Huizinga hem niet afdoende gekarakteriseerd als iemand die liever geen partij koos en de crisis waar hij kon vermeed?2 ‘Af en toe’, zo moest Huizinga toegeven, ‘is hij wat boosaardig, jegens vriend of vijand, maar die uitingen zijn meest van poezigen aard.’3 In vergelijking tot de meeste humanisten van zijn tijd was Erasmus in Huizinga's ogen toch eerder gematigd, bescheiden, welwillend en fijnzinnig in zijn omgang met anderen.4 En een beetje huichelachtig, kan men eraan toevoegen, want de verzuchting die Erasmus slaakte aan het einde van zijn zojuist geciteerde behandeling van de scheldbrief in zijn De Conscribendis Epistolis (Over het opstellen van brieven, in 1498 geschreven, maar pas in 1521 gedrukt), zeggende dat hijzelf zeer weinig ervaring in het genre had, was wel enigszins bezijden de waarheid. Hij had toen al een omvangrijk polemisch werk geschreven, waarvan alleen het eerste boek bewaard is gebleven: Antibarbari (Liber antibarbarorum, Het boek tegen de barbaren, ontstaan ca. 1485-1495, gedrukt in 1520).5 In werkelijkheid is Erasmus zijn hele leven een geducht polemicus geweest die het debat niet schuwde, maar vaak zelfs zocht. Hij vocht tegen de ‘barbaren’, dat wil zeggen tegen tegenstanders van het humanisme, vóór de beoefenaars der schone letteren, en vóór een geloofsideaal waarbij Christus zelf, en niet de kerk, in het middelpunt stond. Toen hij nog in het klooster Steyn verbleef, loofde hij in een brief aan een vriend de Italiaanse humanist Lorenzo Valla als polemicus. De beruchte en op het scherp van de snede gevoerde pennenstrijd met Poggio Bracciolini - waarin Poggio's ciceroniaans humanistenlatijn met Valla's historisch-kritische methode werd geconfronteerd - was reeds meer dan veertig jaar voorbij. Erasmus vereerde Valla als de redder van de Italiaanse letteren, die zijn medegeleerden had gedwongen zich in de toekomst in zorgvuldiger Latijn uit te drukken.6 Antibarbari was een polemisch werk in de vorm van een dialoog waarin Erasmus de studie van de antieke literatuur tegen scholastieke theologen verdedigde die deze als nutteloos en zelfs schadelijk voor de ziel van een christenmens verwierpen. Evenals Valla legde Erasmus de verantwoordelijkheid voor het verval van de klassieke cultuur bij deze ‘Goten’. Voortaan werd de vraag, of en hoe de voortbrengselen der antieke cultuur in de christelijke wereld te integreren waren, het centrale thema Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 5 in het werk van Erasmus. In het jeugdwerk Antibarbari loste hij dit probleem overigens niet op, maar beperkte zich tot polemische uitvallen aan het adres van degenen die zo stompzinnig, huichelachtig en misdadig waren de grote waarde van de klassieke vorming voor het eigentijdse christendom te ontkennen. Met inzet van alle retorische middelen - en af en toe met behulp van de destijds onder geleerden niet ongewone scatologische humor - maakte hij zijn tegenstanders belachelijk. Hij laat bijvoorbeeld de heethoofdige verdediger van de ‘bonae literae’, Jacob Battus, zeggen dat hij wenste in plaats van de hoofden van zijn vijanden slechts hun tongen te krijgen. Daarmee zou hij dan zijn achterste afvegen, nachtspiegels schoonmaken, of tenminste de vaat doen.7 Erasmus vermeed het echter zijn tegenstanders in de strijd om de al dan niet humanistische vorming en geleerdheid bij naam en toenaam te noemen. Het debat in Antibarbari werd bovendien gevoerd in een onschuldig ogende, arcadisch-literaire omgeving, namelijk onder een perenboom. Onbeschaafde geestelijken en stupide schoolmeesters werden daar door Erasmus verketterd omdat zij niets van de grote geesten van de Oudheid wilden weten en de jeugd verre hielden van de humanisten: ‘pas op’, waarschuwden zij, ‘hij is een literator, en nauwelijks nog een christen.’8 Maar Erasmus verwierp juist die scheiding tussen humanistische geleerdheid en christelijke vroomheid. Daarbij verwees hij bijvoorbeeld naar de kerkvaders Hieronymus en Augustinus, die grote achting voor de antieke cultuur hadden gekoesterd. Slaafse navolging van aspecten daarvan viel bij Erasmus echter ook niet in de smaak. Dat bewijst het geschrift ter verdediging van zijn ideaal van ‘docta pietas’, de Dialogus Ciceronianus (1528), een pedagogisch traktaat met sterk satirische en polemische trekken. Hier rekent Erasmus definitief af met humanisten die in hun schrijfstijl Cicero tot in alle details wilden navolgen. Onmogelijk en onjuist, oordeelde Erasmus, want een goede literator moet te allen tijde de regels van de retorica in acht nemen. Die vereisen juist aanpassing aan de eigen tijd, het gekozen thema en het publiek. Dat betekende volgens Erasmus dat zelfs Cicero in de zestiende eeuw niet zou schrijven alsof hij nog in zijn eigen Romeinsheidense tijd leefde. Een van de hoofdfiguren in de dialoog is doodziek omdat hij altijd bezig is Cicero te lezen en te analyseren en bovendien veel energie verspilt doordat hij zich volledig van niet-ciceroniaanse invloeden wenst af te schermen. Vandaar zijn absurd ascetisme: hij kan nog niet het zwakste geluid verdragen, houdt zich verre van vrouwen en voedt zich met tien krenten en drie gesuikerde korianderzaadjes.9 Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 6 Wat bij Erasmus was begonnen als een hartstochtelijke polemiek ter algemene verdediging van het humanisme in de voetstappen van Valla en anderen, ontwikkelde zich weldra in een specifieke richting. In 1516 publiceerde hij een biografie van Hieronymus, met wie hij zich geestelijk verwant voelde en bij wie hij in het bijzonder de verweving tussen vroomheid en geleerdheid bewonderde.10 De heilige werd liefdevol als een mens van vlees en bloed geschetst, die ‘dicteerde, schreef, ruzie maakte, troostte, en onderwees’.11 Ook als polemicus beschouwde Erasmus de woestijnvader als een voorbeeld. Hij becommentarieerde de beroemde droom waarin Christus aan Hieronymus verscheen en hem verweet, eerder een ciceroniaan dan een christen te zijn: ‘Cicero schrijft, maar Hieronymus dondert en bliksemt. Wij bewonderen de tong van de eerste, maar van de tweede ook het hart.’12 Gedurende zijn tijd in Cambridge (1511-1514) had hij zich beziggehouden met emendaties van Hieronymus' tekst en bovendien college gegeven over de polemiek tussen Hieronymus en Rufinus.13 Bij deze bittere pennenstrijd naar aanleiding van de leer van Origines hadden beide
Recommended publications
  • The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR and PEACE, SEX and VIOLENCE
    The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR AND PEACE, SEX AND VIOLENCE JAN M. ZIOLKOWSKI To access digital resources including: blog posts videos online appendices and to purchase copies of this book in: hardback paperback ebook editions Go to: https://www.openbookpublishers.com/product/822 Open Book Publishers is a non-profit independent initiative. We rely on sales and donations to continue publishing high-quality academic works. THE JUGGLER OF NOTRE DAME VOLUME 6 The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence Jan M. Ziolkowski https://www.openbookpublishers.com © 2018 Jan M. Ziolkowski This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the work; to adapt the work and to make commercial use of the work providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that he endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Jan M. Ziolkowski, The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity. Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2018, https://doi.org/10.11647/OBP.0149 Copyright and permissions for the reuse of many of the images included in this publication differ from the above. Copyright and permissions information for images is provided separately in the List of Illustrations. Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher.
    [Show full text]
  • Agatha Christie's the Mysterious Affair at Styles
    AGATHA CHRISTIE’S THE MYSTERIOUS AFFAIR AT STYLES: A CASE STUDY IN DUTCH AND GERMAN TRANSLATION CULTURES USING CORPUS LINGUISTIC TOOLS by MARJOLIJN STORM A thesis submitted to the University of Birmingham for the degree of DOCTOR OF PHILOSOPHY School of Languages, Cultures, Art History and Music College of Arts and Law University of Birmingham June 2012 University of Birmingham Research Archive e-theses repository This unpublished thesis/dissertation is copyright of the author and/or third parties. The intellectual property rights of the author or third parties in respect of this work are as defined by The Copyright Designs and Patents Act 1988 or as modified by any successor legislation. Any use made of information contained in this thesis/dissertation must be in accordance with that legislation and must be properly acknowledged. Further distribution or reproduction in any format is prohibited without the permission of the copyright holder. Abstract Rooted in the field of Descriptive Translation Studies, the thesis combines such different areas as (corpus) linguistics, literary, cultural, media and socio-historical studies of the UK, the Netherlands and Germany. Five translations (three German and two Dutch) of Agatha Christie’s first detective novel The Mysterious Affair at Styles are analysed. Using the theories by Itamar Even-Zohar (Polysystem Theory) and Gideon Toury (Translation Norms), the different approaches translators have taken to the text are examined and their translation decisions explained by looking at the status and position translations from English, detective stories as such, and the writer Agatha Christie had in the country and at the time these translations were published.
    [Show full text]
  • Notes Bibliography Index
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/49612 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Teunissen, Petra Title: Voor 't gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart Issue Date: 2017-06-15 een muur om een uiterst kwetsbaar innerlijk leven. Ze stond vrij weerloos tegenover haar Noten emoties en indrukken, die haar snel overweldigden en tot bijna hysterische uitbarstingen van drift, paniek of verliefdheid konden leiden. Achter de muur van papier en haar INLEIDING EN VERANTWOORDING 1990. De beschreven schrijfsters zijn: Anna pseudoniem waande ze zich echter veilig. In haar werk kon Clare Lennart voldoende 1 Het motto van Weleer, een uitspraak van de Blaman, Jo Boer, Marianne Colijn, Hella S. Tsjechische historicus Frantisek Graus. Haasse, Tonny van der Horst, Dola de Jong, afstand houden. Ze schreef vooral voor zichzelf.109 Om haar verhalen weg te werken uit 2 Telefonische mededeling Aya Zikken, 13 Clare Lennart, Josepha Mendels, Marga Minco, haar hoofd. En om er wat mee te verdienen. Tot haar eigen verrassing hebben veel lezers september 2010. Marie-Sophie Nathusius, Nel Noordzij, Gerdy 3 Jan Romein, De biografie: een inleiding. Pendel, An Rutgers van der Loefff, Annie M.G. zowel haar worsteling met het leven als haar remedie herkend. Tijdens lezingen sprak Amsterdam, 1946. Schmidt, Luisa Treves, Jacoba van Velde, Ellen ze daar opmerkelijk open over en zo versterkte ze haar ‘verbond’ met haar publiek. De 4 Rob Groenewegen, Te leven op duizend Warmond, Sonja Wittstein, Ruth Wolf en Aya plaatsen. Jo Otten 1901-1940. Haarlem, Zikken. Annejet van der Zijl, Anna. Het leven troost van de groene tuin bleek goed overdraagbaar.
    [Show full text]
  • De Parelduiker. Jaargang 9
    De parelduiker. Jaargang 9 bron De parelduiker. Jaargang 9. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2004 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_par009200401_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. 2 [2004/1] Wim van der Meij+ Over de androgynische idee van Couperus' leven Brief van L.S.A.M. von Römer aan H.W. van Tricht opgedoken Het was een nieuwsbericht dat de aandacht trok. Op 4 januari 2000 mochten medewerkers van het (toen nog) Algemeen Rijksarchief in Den Haag een verzegeld pakketje openmaken dat vijfenveertig jaar eerder als onderdeel van een legaat de collectie was binnengekomen. Het legaat was afkomstig van de psychiater en seksuoloog L.S.A.M. (Lucien) von Römer (1873-1965), befaamd voorvechter van de rechten van homoseksuelen, die zijn persoonlijk archief destijds zelf nog bij het ARA was komen brengen. Dat archief had in de loop der jaren een schat aan gegevens opgeleverd over de medische en sociale kijk op homoseksualiteit van rond 1900. Eén kistje, waarvan niemand de inhoud kende, mocht echter op uitdrukkelijk bevel van de schenker pas in het jaar 2000 geopend worden. Toen het zo ver was, rukten alle kranten én het NOS Journaal uit. Vanwaar die opwinding? Het antwoord kan in één naam worden samengevat: Couperus. Zoals bekend heeft Louis Couperus in de aanloop tot de publicatie van zijn grote roman De Berg van Licht (1906) contact gehad met Von Römer, die een brochure had geschreven over het verschijnsel androgynie. Maar nooit is opgehelderd hoe dat contact is verlopen: wat bespraken zij en wat dacht of wist Von Römer van Couperus? Zou het verzegelde pakketje misschien ‘het geheim van Louis Couperus’ - zoals Gerard Reve dat in 1987 noemde - prijsgeven? De opening liep uit op een teleurstelling.
    [Show full text]
  • 1 Transformations of the Public Intellectual
    Notes 1 Transformations of the Public Intellectual 1. E.M. Forster (1972 [1946]) ‘The challenge of our time’ in E.M. Forster (ed.) Two Cheers for Democracy (London: Edward Arnold), p. 58. 2. See ‘Hey, Big Thinker’ http://www.nytimes.com/2014/04/27/fashion/ Thomas-Piketty-the-Economist-Behind-Capital-in-the-Twenty-First- Century-sensation.html?_r=3, date accessed 4 January 2015. 3. ‘A 42 ans, celui qui fut pendant trois ans outre-Atlantique l’un des plus jeunes profs du MIT de Cambridge, mais préfère son petit bureau blindé de livres de l’Ecole d’économie de Paris au faste des grandes chaires universitaire made in USA, se dit ‘ravi’. See http://www.liberation.fr/economie/2014/04/25/ piketty-superstar-aux-states_1004593, date accessed 4 January 2015. 4. Die Welt: ‘Franzosen werden selten zu Rockstars in Amerika. Schon gar nicht, wenn sie ein Wirtschaftsbuch schreiben. Aber der bislang unbe- kannte Pariser Ökonom Thomas Piketty hat es in Übersee zu schnellem Ruhm geschafft. Innerhalb weniger Tage ist er zum Gesprächsthema einer ganzen Nation geworden’. See http://www.welt.de/print/die_welt/finanzen/ article127204933/Darum-werden-die-Reichen-immer-reicher.html, date accessed 4 January 2015. 5. The publisher De Bezige Bij paid 125,000 euro to Editions du Seuil, which is exceptional for a book that has already been published. See http://www. nrc.nl/handelsblad/van/2014/mei/07/kapitaal-de-bezige-bij-wint-strijd-om- vertaling-p-1376326, date accessed 4 January 2015. 6. See De Groene Amsterdammer, Special 29 Mei, 2014, and ‘Het ongelijk van Piketty’, 31 mei 2014.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Biografie bulletin. Jaargang 13 bron Biografie bulletin. Jaargang 13. Werkgroep Biografie, Amsterdam 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bio001200301_01/colofon.php © 2018 dbnl 1 Biografie Bulletin Voorjaar 2003 Biografie bulletin. Jaargang 13 5 Parallelle levens Op 18 oktober 2002 vond het drieëntwintigste symposium van de Werkgroep Biografie plaats. Dit symposium stond in het teken van het thema ‘parallelle levens’. Evelien Gans sprak over de verhouding tussen Jaap en Ischa Meijer, Alexandra Paffen over broer en zus Mann en Marjan Schwegman ging in op de relatie tussen Helen Keller en haar lerares Annie Sullivan. Hieronder volgen de deels ingekorte teksten van de lezingen van Gans, Paffen en Schwegman. Een dubbele beweging Vader en zoon: Jaap en Ischa Meijer Evelien Gans Er is bijzonder weinig bekend over de omstandigheden waaronder Jaap Meijer op 18 november 1912 in Winschoten, Oost-Groningen, werd geboren. Zeker is dat zijn ouders zich kort tevoren in Winschoten hadden gevestigd vanuit het gehucht Bellingwolde, waar twee oudere zusjes van Jaap, Wilhelmina en Carolina, waren geboren. Vast staat ook dat er een relatief grote, bloeiende joodse gemeenschap in Winschoten bestond, en het gezin in een klein arbeidershuisje woonde in de oudste wijk van het stadje, in de Engelschestraat. Jaaps vader staat te boek als ‘koopman’, maar dat was een term die het slopende bestaan van de ‘marskramer’, die gedwongen was letterlijk en figuurlijk de boer op te gaan, verhulde. Samuel Meijer bezweek in 1923 aan een leven van armoede en schleppen; kort voor zijn elfde levensjaar werd zijn zoon Jaap een halve wees. Aan zijn moeder en vooral aan zijn vader heeft Jaap Meijer onder het pseudoniem van Saul van Messel later tal van gedichten gewijd, maar zijn zusters hebben nooit hun weg naar zijn gedichten gevonden.
    [Show full text]
  • Bibliography for Work in Travel Studies
    UNIVERSITY PRESS <http://www.thepress.purdue.edu> CLCWeb: Comparative Literature and Culture ISSN 1481-4374 <http://docs.lib.purdue.edu/clcweb> Purdue University Press ©Purdue University The Library Series of the peer-reviewed, full-text, and open-access quarterly in the humanities and the social sciences CLCWeb: Comparative Literature and Culture publishes scholarship in the humanities and social sciences following tenets of the discipline of comparative literature and the field of cultural studies designated as "comparative cultural studies." Publications in the CLCWeb Library Series are 1) articles, 2) books, 3) bibliographies, 4) resources, and 5) documents. Contact: <[email protected]> Bibliography for Work in Travel Studies <http://docs.lib.purdue.edu/clcweblibrary/travelstudiesbibliography> Carlo Salzani and Steven Tötösy de Zepetnek version 2016.09.14. "Bibliography for Work in Travel Studies" includes scholarship published in several languages in the last three decades. Studies included are in travel studies proper, imagology studies, (im)migration studies, diaspora studies, tourism studies, etc. For the related field of travel and postcoloniality see Tötösy de Zepetnek, Steven, and Slaney Chadwick Ross, "Selected Bibliography of Theory and Criticism in Postcolonial Studies." Library Series, CLCWeb: Comparative Literature and Culture <http://docs.lib.purdue.edu/clcweblibrary/postcolonialbibliography>. 1) Bibliography of bibliographies Bertrand, Gilles. Bibliographie des études sur le voyage en Italie. Voyage en Italie, voyage en Europe. XVe-XXe siècle. Grenoble: CRHIPA, 2000. Boucher de la Richarderie, Gilles. Bibliothèque universelle des voyages, ou Notice... de tous les voyages anciens et modernes dans les différentes parties du monde, publiés tant en langue française qu'en langues étrangères... par G. Boucher de La Richarderie.
    [Show full text]
  • The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR and PEACE, SEX and VIOLENCE
    The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR AND PEACE, SEX AND VIOLENCE JAN M. ZIOLKOWSKI THE JUGGLER OF NOTRE DAME VOLUME 6 The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence Jan M. Ziolkowski https://www.openbookpublishers.com © 2018 Jan M. Ziolkowski This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the work; to adapt the work and to make commercial use of the work providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that he endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Jan M. Ziolkowski, The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity. Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2018, https://doi.org/10.11647/OBP.0149 Copyright and permissions for the reuse of many of the images included in this publication differ from the above. Copyright and permissions information for images is provided separately in the List of Illustrations. Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher. In order to access detailed and updated information on the license, please visit https://www. openbookpublishers.com/product/822#copyright Further details about CC BY licenses are available at http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/ All external links were active at the time of publication unless otherwise stated and have been archived via the Internet Archive Wayback Machine at https://archive.org/web Digital material and resources associated with this volume are available at https://www.openbookpublishers.
    [Show full text]
  • Familiearchief
    Familiearchief E.H. Kossmann bron E.H. Kossmann, Familiearchief. Bert Bakker, Amsterdam 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/koss002fami01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / erven E.H. Kossmann 7 Woord vooraf Het stuk ‘Lotgevallen’ verscheen oorspronkelijk in mijn Politieke theorie en geschiedenis (Amsterdam 1987). Ik heb het voor deze uitgave enigszins herzien en op enkele plaatsen uitgebreid. Het tweede stuk (‘Kleine geschiedenissen’) schreef ik op verzoek van de redactie van het Historisch Nieuwsblad. De eerste tien notities werden in de jaargangen 1997 en 1998 gepubliceerd. Ik kreeg echter zoveel aardigheid in het maken van deze ‘columns’ dat ik de afgesproken maat te buiten ging. Hoewel de redactie daar niet tegen protesteerde, leek het mij toch onjuist nog enkele jaren beslag op haar plaatsruimte te leggen. Vandaar dat de rest van de reeks - veruit het grootste deel - hier voor het eerst uitkomt. Ik ben het Historisch Nieuwsblad dank verschuldigd voor zijn initiatief en gastvrijheid. Ik hecht eraan met nadruk te verklaren dat ik zonder de hulp van mijn vrouw Johanna Putto de documentatie met betrekking tot diverse onderwerpen in deze bundel niet bijeen had kunnen brengen en niet had kunnen interpreteren. Gelukkig heeft zij, net als ik, nog steeds plezier in onze nu al bijna een halve eeuw durende samenwerking. E.H.K. E.H. Kossmann, Familiearchief 9 Lotgevallen Heyman Coschmann/Heinrich Kossmann (1813-1898) E.H. Kossmann, Familiearchief 11 1 Afkomst, jeugd, jeugdvriendschappen, joodse dilemma's Mijn overgrootvader Heinrich Kossmann werd in 1813 te Rheidt in het toenmalige groothertogdom Berg geboren, op 1 september, net nog in de Franse tijd want pas in het midden van oktober verloor Napoleon de slag bij Leipzig en begon de ineenstorting van zijn imperium.
    [Show full text]