Familiearchief

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Familiearchief Familiearchief E.H. Kossmann bron E.H. Kossmann, Familiearchief. Bert Bakker, Amsterdam 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/koss002fami01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / erven E.H. Kossmann 7 Woord vooraf Het stuk ‘Lotgevallen’ verscheen oorspronkelijk in mijn Politieke theorie en geschiedenis (Amsterdam 1987). Ik heb het voor deze uitgave enigszins herzien en op enkele plaatsen uitgebreid. Het tweede stuk (‘Kleine geschiedenissen’) schreef ik op verzoek van de redactie van het Historisch Nieuwsblad. De eerste tien notities werden in de jaargangen 1997 en 1998 gepubliceerd. Ik kreeg echter zoveel aardigheid in het maken van deze ‘columns’ dat ik de afgesproken maat te buiten ging. Hoewel de redactie daar niet tegen protesteerde, leek het mij toch onjuist nog enkele jaren beslag op haar plaatsruimte te leggen. Vandaar dat de rest van de reeks - veruit het grootste deel - hier voor het eerst uitkomt. Ik ben het Historisch Nieuwsblad dank verschuldigd voor zijn initiatief en gastvrijheid. Ik hecht eraan met nadruk te verklaren dat ik zonder de hulp van mijn vrouw Johanna Putto de documentatie met betrekking tot diverse onderwerpen in deze bundel niet bijeen had kunnen brengen en niet had kunnen interpreteren. Gelukkig heeft zij, net als ik, nog steeds plezier in onze nu al bijna een halve eeuw durende samenwerking. E.H.K. E.H. Kossmann, Familiearchief 9 Lotgevallen Heyman Coschmann/Heinrich Kossmann (1813-1898) E.H. Kossmann, Familiearchief 11 1 Afkomst, jeugd, jeugdvriendschappen, joodse dilemma's Mijn overgrootvader Heinrich Kossmann werd in 1813 te Rheidt in het toenmalige groothertogdom Berg geboren, op 1 september, net nog in de Franse tijd want pas in het midden van oktober verloor Napoleon de slag bij Leipzig en begon de ineenstorting van zijn imperium. Er woonden toen in Berg in totaal ongeveer 886 000 mensen, in overgrote meerderheid rooms-katholiek, met een joodse minderheid van niet meer dan 3200.1 Rheidt is een plaatsje op de rechter Rijnoever, niet ver van Bonn, dat op de linkeroever ligt. Op 2 september werd deze geboorte voor de maire, die zetelde in Niederkassel, aangegeven.2 De slager (Metzger) Coschman Jacob, zo staat in de akte, verklaart dat zijn echtgenote Rosetta Heumann hem een zoon heeft gebaard die Heumann Coschmann genoemd wordt. Als getuigen had de vader twee plaatsgenoten meegebracht, die als beroep ‘Ackermann’ opgaven. Zowel Coschman Jacob als zijn twee gezellen verklaarden na voorlezing van de akte dat zij niet konden schrijven en het stuk dus niet konden tekenen. Het is aardig te zien hoe slordig in dit stuk met de naamgeving is omgegaan. Ten eerste, Coschman werd op twee manieren gespeld: de vader heeft één n, het zoontje kreeg er twee. Ten tweede, men spelde op het gehoor. Rijnlanders hebben nog altijd de neiging de s-klank tot een sch te verfraaien en blijkbaar deed de jonge vader dat ook. Twee jaren tevoren, toen hij zijn eerste zoontje kwam aangeven, sprak hij nog onduidelijker. Zijn naam verscheen toen als Corschmann in de akte. En ook de naam die als Heumann werd genoteerd, kwam uit een uitspraakslordigheid voort: het moet Heyman zijn. Maar het aardigste van het document is het feit dat het een mooi voorbeeld van joodse naamge- E.H. Kossmann, Familiearchief 12 ving toont. De twee namen waarmee het pasgeboren jongetje werd benoemd, zijn net als die van zijn vader voornamen. Zijn moeder heette volgens de akte Rosetta Heumann. In ander materiaal werd zij Rosa Heumann of Rosa Victor genoemd. Waarom ook niet? Haar eigen vader heette Victor, haar grootvader, die rabbijn in Mainz was geweest, heette Abraham Heyman. Zij en haar Coschman Jacob opteerden voor dit Heyman om hun zoon te benoemen. De naam Jacob was al aan het twee jaar oudere broertje vergeven. Er is over de joodse bevolking van het Rijnland de laatste jaren nogal wat solide historisch onderzoek gedaan. In 1963-1964 werd in Keulen een zeer bewonderde tentoonstelling over Monumenta Judaica. 2000 Jabre Geschichte und Kultur der Juden am Rhein getoond. In 1983 werd te Siegburg een grote tentoonstelling aan de Juden am Rhein und Sieg gewijd en een prachtige, met zeer zaakrijke inleidingen voorziene catalogus rest er als blijvend resultaat van. Klaus Schulte publiceerde in de jaren zeventig twee degelijke studies over de joden op de linker Rijnoever, en meer speciaal in Bonn;3 een door het gemeentearchief in Mannheim uitgegeven studie over de joden in die stad van 1650 tot 1945, die in 1984 verscheen, moest al in 1986 worden herdrukt.4 De joodse kerkhoven - er ligt er een op de rechteroever, in Schwarz-Rheindorf vlak aan de rivier tegenover Bonn, er ligt er een, heel klein, heel verzorgd, midden in de velden bij Mondorf - werden gerestaureerd en als monumenten gekoesterd. Met droefheid beziet men deze waardevolle en integere activiteit, want zij vormt één groot in memoriam van een verwoeste en nooit meer herstelbare wereld. Dankzij al dit werk kunnen wij ons enigszins een voorstelling maken van het lot der joden in het verleden en weten wij ook hoe het hun in de vroege negentiende eeuw in deze streken is vergaan. Het was, krijgt men de indruk, voor hen geen gelukkige tijd. In principe verschafte de Franse Revolutie hun weliswaar vrijheid en gelijke rechten, in feite kwam daar weinig van terecht. Op de linker Rijnoever bracht Napoleon in 1808 zeer belangrij- E.H. Kossmann, Familiearchief 13 ke uitzonderingen op deze rechtsgelijkheid aan in zijn door de joden als ‘infaam decreet’ beschouwde verordening, die tien jaar zou gelden en in 1818 door de Pruisische regering eenvoudig werd verlengd. Op de rechteroever, in het groothertogdom Berg, werd op de joden net als op alle andere burgers de napoleontische code civil van toepassing verklaard en was hun positie dus identiek geworden aan die van de andere inwoners. In het formeel zelfstandig gebleven landje werd het infame decreet van 1808 niet afgekondigd. Evenmin werd van de joden op de rechteroever geëist dat zij net als hun geloofsgenoten op de linkeroever in hun naamgeving de normen van de moderne bureaucratie zouden volgen en familienamen zouden aannemen. En toen zowel de linker als de rechter Rijnoever in 1815 aan Pruisen kwam, handhaafde men deze situatie, met het resultaat dat de joden op de linkeroever aan het moderne regime van de burgerlijke naamgeving waren onderworpen en desondanks in bepaalde burgerrechten werden beknot, terwijl de joden op de rechteroever gelijke rechten bezaten maar rustig met hun traditionele vorm van naamgeving konden voortgaan. In geen van beide streken verklaarde Pruisen de grote, als liberaal beschouwde emancipatiewet geldig die het in 1812 in het toen tot de staat behorende grondgebied ten oosten van de Elbe had ingevoerd. Pruisen was ook elders in 1815 in zijn nieuwverworven gebieden niet vrijgevig met zijn zogenaamde liberalisme. Het gevolg was dat er toen binnen zijn grenzen niet minder dan achttien verschillende jodenwetgevingen van kracht waren.5 Pruisen heeft: dertig jaar gewacht voor het deze eindelijk enigszins begon gelijk te trekken. In 1845 en 1846 werd de joden in het vroegere groothertogdom Berg opgedragen familienamen aan te nemen. De zoons van Coschman Jacob, die toen nog leefde, kozen allen hun vaders eigen naam en zij heetten voortaan Cossmann. Met Heumann Coschmann liep het wat anders maar daarop kom ik later terug. In het algemeen kan men zeggen dat de Rheidtse familie de situatie heel overzichtelijk hield. Het ging niet overal zo. In Siegburg kozen de zes zonen van Levi Hirsch E.H. Kossmann, Familiearchief 14 ieder een andere familienaam; Stern, Levison, Wolf, Fröhlich, Bock en Leven heetten zij vanaf deze datum.6 Dit gezin werd blijkbaar door rijp individualisme gekenmerkt. Hoe dat nu ook zij, de maatregel was zonder twijfel een bijdrage tot de volledige emancipatie van de joden in deze streek. Deze volledige emancipatie werd echter voortdurend uitgesteld. In de beroemde Verenigde Landdag van 1847 werd een wet aangenomen, die door de Pruisische koning Frederik Willem IV werd bekrachtigd. Zij gaf de joden dezelfde plichten en rechten als alle andere Pruisische burgers. Maar er bleven uitzonderingen: voor staatsambten, functies als rechter of bij de politie, het lidmaatschap van de standenvergaderingen kwamen zij niet in aanmerking en aan de Pruisische universiteiten (dus ook die van Bonn) mochten zij slechts in de medische en natuurwetenschappelijke faculteiten studeren. De vaag-romantische koning droomde van een Pruisen dat een christelijke staat zou moeten worden, een ander type staat dan de rationalistisch-verlichte van de achttiende-eeuwer Frederik II de Grote. Hij putte - het is te pikant om onvermeld te laten - veel inspiratie uit de geschriften van de in 1802 geboren Julius Stahl, de joodse rechtsfilosoof die protestant was geworden en veel diepzinnig werk over de christelijke staat publiceerde; onze eigen Groen van Prinsterer bewonderde hem in hoge mate. Het is duidelijk dat de joden in een zo geconcipieerde staat nooit als volwaardige burgers erkend konden worden.7 Pas in 1869 werden alle beperkingen van de rechten der joodse onderdanen in Pruisen formeel opgeheven en was de emancipatie juridisch dus eindelijk voltooid. Ik keer terug naar Coschman Jacob die leefde van 1776 of 1777 tot 1851 en voor zover we weten het stadje Rheidt nooit heeft verlaten. Men krijgt de indruk dat zijn gezin vrijwel de hele joodse bevolking van die plaats vormde (zeventien joden werden er in 1846 geteld). Er was in het begin van de negentiende eeuw een kleine synagoge in een paar kilometer verderop gelegen plaatsje waar wat meer joden woonden.8 Het was een klein gebouwtje, dat in de jaren 1860 door een betere constructie werd vervangen. E.H. Kossmann, Familiearchief 15 Deze brandde in de Kristallnacht van 9-10 november 1938 ‘restlos’ af. Leefde Coschman geïsoleerd van de andere bevolking? Waarschijnlijk niet. In de archiefstukken wordt hij nogal eens genoemd als getuige bij de aangifte van geboorte of overlijden van christenen uit de streek.
Recommended publications
  • The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR and PEACE, SEX and VIOLENCE
    The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR AND PEACE, SEX AND VIOLENCE JAN M. ZIOLKOWSKI To access digital resources including: blog posts videos online appendices and to purchase copies of this book in: hardback paperback ebook editions Go to: https://www.openbookpublishers.com/product/822 Open Book Publishers is a non-profit independent initiative. We rely on sales and donations to continue publishing high-quality academic works. THE JUGGLER OF NOTRE DAME VOLUME 6 The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence Jan M. Ziolkowski https://www.openbookpublishers.com © 2018 Jan M. Ziolkowski This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the work; to adapt the work and to make commercial use of the work providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that he endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Jan M. Ziolkowski, The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity. Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2018, https://doi.org/10.11647/OBP.0149 Copyright and permissions for the reuse of many of the images included in this publication differ from the above. Copyright and permissions information for images is provided separately in the List of Illustrations. Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher.
    [Show full text]
  • Jaarboek Van De Maatschappij Der Nederlandse Letterkunde, 2002
    Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 bron Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 2001-2002. Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_jaa004200201_01/colofon.htm © 2005 dbnl 1 Verhandelingen Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 2002 3 Erasmus als polemicus Jaarrede door de voorzitter, Dr. M.E.H.N. Mout ‘Ik dacht dat ik er hier slechts de aandacht op zou willen vestigen, dat wij helemaal aan het begin van de scheldbrief de onverdraaglijke domheid, hoogmoed, grofheid en het beledigende taalgebruik van de tegenstander zouden moeten aantonen. Wij zeggen dan dat wij wel gedwongen zijn dit te doen, tegen ons karakter en gewoontes in, en dat we hem niet zullen trachten te evenaren door het uiten van beschuldigingen, maar slechts beschuldigingen zullen weerleggen zonder beledigend te worden. Vervolgens maken we het vanuit een beschrijving van de persoon aannemelijk dat hij deze uitingen heeft gedaan uit haat of uit een ingeboren neiging tot kwaadsprekerij. Wij belichten één van de aantijgingen, namelijk die welke het gemakkelijkst kan worden tegengesproken. Wanneer wij deze zorgvuldig hebben weerlegd, stellen wij met slechts één tegenbeschuldiging zijn onbeschaamdheid en valsheid duidelijk aan de kaak. Dan slingeren wij de beschuldigingen die hij aan ons adres probeerde te maken, terug naar zijn hoofd, om aan te tonen dat die van hem even erg of erger waren. Veel zaken laten we in het midden, hetzij omdat zij zo aanstootgevend zijn dat een fatsoenlijk mens zijn tegenstander er zelfs niet van moet beschuldigen, hetzij omdat wij slechts enkele van zijn vele overtredingen hebben willen vermelden, daar de rest van zijn levenswandel gemakkelijk uit een of twee vergrijpen kan worden afgeleid.
    [Show full text]
  • Agatha Christie's the Mysterious Affair at Styles
    AGATHA CHRISTIE’S THE MYSTERIOUS AFFAIR AT STYLES: A CASE STUDY IN DUTCH AND GERMAN TRANSLATION CULTURES USING CORPUS LINGUISTIC TOOLS by MARJOLIJN STORM A thesis submitted to the University of Birmingham for the degree of DOCTOR OF PHILOSOPHY School of Languages, Cultures, Art History and Music College of Arts and Law University of Birmingham June 2012 University of Birmingham Research Archive e-theses repository This unpublished thesis/dissertation is copyright of the author and/or third parties. The intellectual property rights of the author or third parties in respect of this work are as defined by The Copyright Designs and Patents Act 1988 or as modified by any successor legislation. Any use made of information contained in this thesis/dissertation must be in accordance with that legislation and must be properly acknowledged. Further distribution or reproduction in any format is prohibited without the permission of the copyright holder. Abstract Rooted in the field of Descriptive Translation Studies, the thesis combines such different areas as (corpus) linguistics, literary, cultural, media and socio-historical studies of the UK, the Netherlands and Germany. Five translations (three German and two Dutch) of Agatha Christie’s first detective novel The Mysterious Affair at Styles are analysed. Using the theories by Itamar Even-Zohar (Polysystem Theory) and Gideon Toury (Translation Norms), the different approaches translators have taken to the text are examined and their translation decisions explained by looking at the status and position translations from English, detective stories as such, and the writer Agatha Christie had in the country and at the time these translations were published.
    [Show full text]
  • Notes Bibliography Index
    Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/49612 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Teunissen, Petra Title: Voor 't gewone leven ongeschikt. Een biografie van Clare Lennart Issue Date: 2017-06-15 een muur om een uiterst kwetsbaar innerlijk leven. Ze stond vrij weerloos tegenover haar Noten emoties en indrukken, die haar snel overweldigden en tot bijna hysterische uitbarstingen van drift, paniek of verliefdheid konden leiden. Achter de muur van papier en haar INLEIDING EN VERANTWOORDING 1990. De beschreven schrijfsters zijn: Anna pseudoniem waande ze zich echter veilig. In haar werk kon Clare Lennart voldoende 1 Het motto van Weleer, een uitspraak van de Blaman, Jo Boer, Marianne Colijn, Hella S. Tsjechische historicus Frantisek Graus. Haasse, Tonny van der Horst, Dola de Jong, afstand houden. Ze schreef vooral voor zichzelf.109 Om haar verhalen weg te werken uit 2 Telefonische mededeling Aya Zikken, 13 Clare Lennart, Josepha Mendels, Marga Minco, haar hoofd. En om er wat mee te verdienen. Tot haar eigen verrassing hebben veel lezers september 2010. Marie-Sophie Nathusius, Nel Noordzij, Gerdy 3 Jan Romein, De biografie: een inleiding. Pendel, An Rutgers van der Loefff, Annie M.G. zowel haar worsteling met het leven als haar remedie herkend. Tijdens lezingen sprak Amsterdam, 1946. Schmidt, Luisa Treves, Jacoba van Velde, Ellen ze daar opmerkelijk open over en zo versterkte ze haar ‘verbond’ met haar publiek. De 4 Rob Groenewegen, Te leven op duizend Warmond, Sonja Wittstein, Ruth Wolf en Aya plaatsen. Jo Otten 1901-1940. Haarlem, Zikken. Annejet van der Zijl, Anna. Het leven troost van de groene tuin bleek goed overdraagbaar.
    [Show full text]
  • De Parelduiker. Jaargang 9
    De parelduiker. Jaargang 9 bron De parelduiker. Jaargang 9. Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2004 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_par009200401_01/colofon.php © 2014 dbnl i.s.m. 2 [2004/1] Wim van der Meij+ Over de androgynische idee van Couperus' leven Brief van L.S.A.M. von Römer aan H.W. van Tricht opgedoken Het was een nieuwsbericht dat de aandacht trok. Op 4 januari 2000 mochten medewerkers van het (toen nog) Algemeen Rijksarchief in Den Haag een verzegeld pakketje openmaken dat vijfenveertig jaar eerder als onderdeel van een legaat de collectie was binnengekomen. Het legaat was afkomstig van de psychiater en seksuoloog L.S.A.M. (Lucien) von Römer (1873-1965), befaamd voorvechter van de rechten van homoseksuelen, die zijn persoonlijk archief destijds zelf nog bij het ARA was komen brengen. Dat archief had in de loop der jaren een schat aan gegevens opgeleverd over de medische en sociale kijk op homoseksualiteit van rond 1900. Eén kistje, waarvan niemand de inhoud kende, mocht echter op uitdrukkelijk bevel van de schenker pas in het jaar 2000 geopend worden. Toen het zo ver was, rukten alle kranten én het NOS Journaal uit. Vanwaar die opwinding? Het antwoord kan in één naam worden samengevat: Couperus. Zoals bekend heeft Louis Couperus in de aanloop tot de publicatie van zijn grote roman De Berg van Licht (1906) contact gehad met Von Römer, die een brochure had geschreven over het verschijnsel androgynie. Maar nooit is opgehelderd hoe dat contact is verlopen: wat bespraken zij en wat dacht of wist Von Römer van Couperus? Zou het verzegelde pakketje misschien ‘het geheim van Louis Couperus’ - zoals Gerard Reve dat in 1987 noemde - prijsgeven? De opening liep uit op een teleurstelling.
    [Show full text]
  • 1 Transformations of the Public Intellectual
    Notes 1 Transformations of the Public Intellectual 1. E.M. Forster (1972 [1946]) ‘The challenge of our time’ in E.M. Forster (ed.) Two Cheers for Democracy (London: Edward Arnold), p. 58. 2. See ‘Hey, Big Thinker’ http://www.nytimes.com/2014/04/27/fashion/ Thomas-Piketty-the-Economist-Behind-Capital-in-the-Twenty-First- Century-sensation.html?_r=3, date accessed 4 January 2015. 3. ‘A 42 ans, celui qui fut pendant trois ans outre-Atlantique l’un des plus jeunes profs du MIT de Cambridge, mais préfère son petit bureau blindé de livres de l’Ecole d’économie de Paris au faste des grandes chaires universitaire made in USA, se dit ‘ravi’. See http://www.liberation.fr/economie/2014/04/25/ piketty-superstar-aux-states_1004593, date accessed 4 January 2015. 4. Die Welt: ‘Franzosen werden selten zu Rockstars in Amerika. Schon gar nicht, wenn sie ein Wirtschaftsbuch schreiben. Aber der bislang unbe- kannte Pariser Ökonom Thomas Piketty hat es in Übersee zu schnellem Ruhm geschafft. Innerhalb weniger Tage ist er zum Gesprächsthema einer ganzen Nation geworden’. See http://www.welt.de/print/die_welt/finanzen/ article127204933/Darum-werden-die-Reichen-immer-reicher.html, date accessed 4 January 2015. 5. The publisher De Bezige Bij paid 125,000 euro to Editions du Seuil, which is exceptional for a book that has already been published. See http://www. nrc.nl/handelsblad/van/2014/mei/07/kapitaal-de-bezige-bij-wint-strijd-om- vertaling-p-1376326, date accessed 4 January 2015. 6. See De Groene Amsterdammer, Special 29 Mei, 2014, and ‘Het ongelijk van Piketty’, 31 mei 2014.
    [Show full text]
  • PDF Van Tekst
    Biografie bulletin. Jaargang 13 bron Biografie bulletin. Jaargang 13. Werkgroep Biografie, Amsterdam 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bio001200301_01/colofon.php © 2018 dbnl 1 Biografie Bulletin Voorjaar 2003 Biografie bulletin. Jaargang 13 5 Parallelle levens Op 18 oktober 2002 vond het drieëntwintigste symposium van de Werkgroep Biografie plaats. Dit symposium stond in het teken van het thema ‘parallelle levens’. Evelien Gans sprak over de verhouding tussen Jaap en Ischa Meijer, Alexandra Paffen over broer en zus Mann en Marjan Schwegman ging in op de relatie tussen Helen Keller en haar lerares Annie Sullivan. Hieronder volgen de deels ingekorte teksten van de lezingen van Gans, Paffen en Schwegman. Een dubbele beweging Vader en zoon: Jaap en Ischa Meijer Evelien Gans Er is bijzonder weinig bekend over de omstandigheden waaronder Jaap Meijer op 18 november 1912 in Winschoten, Oost-Groningen, werd geboren. Zeker is dat zijn ouders zich kort tevoren in Winschoten hadden gevestigd vanuit het gehucht Bellingwolde, waar twee oudere zusjes van Jaap, Wilhelmina en Carolina, waren geboren. Vast staat ook dat er een relatief grote, bloeiende joodse gemeenschap in Winschoten bestond, en het gezin in een klein arbeidershuisje woonde in de oudste wijk van het stadje, in de Engelschestraat. Jaaps vader staat te boek als ‘koopman’, maar dat was een term die het slopende bestaan van de ‘marskramer’, die gedwongen was letterlijk en figuurlijk de boer op te gaan, verhulde. Samuel Meijer bezweek in 1923 aan een leven van armoede en schleppen; kort voor zijn elfde levensjaar werd zijn zoon Jaap een halve wees. Aan zijn moeder en vooral aan zijn vader heeft Jaap Meijer onder het pseudoniem van Saul van Messel later tal van gedichten gewijd, maar zijn zusters hebben nooit hun weg naar zijn gedichten gevonden.
    [Show full text]
  • Bibliography for Work in Travel Studies
    UNIVERSITY PRESS <http://www.thepress.purdue.edu> CLCWeb: Comparative Literature and Culture ISSN 1481-4374 <http://docs.lib.purdue.edu/clcweb> Purdue University Press ©Purdue University The Library Series of the peer-reviewed, full-text, and open-access quarterly in the humanities and the social sciences CLCWeb: Comparative Literature and Culture publishes scholarship in the humanities and social sciences following tenets of the discipline of comparative literature and the field of cultural studies designated as "comparative cultural studies." Publications in the CLCWeb Library Series are 1) articles, 2) books, 3) bibliographies, 4) resources, and 5) documents. Contact: <[email protected]> Bibliography for Work in Travel Studies <http://docs.lib.purdue.edu/clcweblibrary/travelstudiesbibliography> Carlo Salzani and Steven Tötösy de Zepetnek version 2016.09.14. "Bibliography for Work in Travel Studies" includes scholarship published in several languages in the last three decades. Studies included are in travel studies proper, imagology studies, (im)migration studies, diaspora studies, tourism studies, etc. For the related field of travel and postcoloniality see Tötösy de Zepetnek, Steven, and Slaney Chadwick Ross, "Selected Bibliography of Theory and Criticism in Postcolonial Studies." Library Series, CLCWeb: Comparative Literature and Culture <http://docs.lib.purdue.edu/clcweblibrary/postcolonialbibliography>. 1) Bibliography of bibliographies Bertrand, Gilles. Bibliographie des études sur le voyage en Italie. Voyage en Italie, voyage en Europe. XVe-XXe siècle. Grenoble: CRHIPA, 2000. Boucher de la Richarderie, Gilles. Bibliothèque universelle des voyages, ou Notice... de tous les voyages anciens et modernes dans les différentes parties du monde, publiés tant en langue française qu'en langues étrangères... par G. Boucher de La Richarderie.
    [Show full text]
  • The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR and PEACE, SEX and VIOLENCE
    The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity VOLUME 6: WAR AND PEACE, SEX AND VIOLENCE JAN M. ZIOLKOWSKI THE JUGGLER OF NOTRE DAME VOLUME 6 The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence Jan M. Ziolkowski https://www.openbookpublishers.com © 2018 Jan M. Ziolkowski This work is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International license (CC BY 4.0). This license allows you to share, copy, distribute and transmit the work; to adapt the work and to make commercial use of the work providing attribution is made to the author (but not in any way that suggests that he endorses you or your use of the work). Attribution should include the following information: Jan M. Ziolkowski, The Juggler of Notre Dame and the Medievalizing of Modernity. Vol. 6: War and Peace, Sex and Violence. Cambridge, UK: Open Book Publishers, 2018, https://doi.org/10.11647/OBP.0149 Copyright and permissions for the reuse of many of the images included in this publication differ from the above. Copyright and permissions information for images is provided separately in the List of Illustrations. Every effort has been made to identify and contact copyright holders and any omission or error will be corrected if notification is made to the publisher. In order to access detailed and updated information on the license, please visit https://www. openbookpublishers.com/product/822#copyright Further details about CC BY licenses are available at http://creativecommons.org/licenses/by/4.0/ All external links were active at the time of publication unless otherwise stated and have been archived via the Internet Archive Wayback Machine at https://archive.org/web Digital material and resources associated with this volume are available at https://www.openbookpublishers.
    [Show full text]