<<

- ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING OOEDGEKEURD 312 KONINKLIJK BESL. “AN 16 A”O”STUS reaa. YO. 85 Llc.tstel,jk podpeKe”rd 51, KO”i”kli,k a.,,uit van J .+r,, ,833 JAARGANG 19 No. 1 JANUARI 1964 Eind-redacteur: J. Sluijters, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg, Iordensstraat 61, Haarlem. Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 1230 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

VAN ALPEN door Ds. EVERT VAN ALPHEN Az

,,Door iemand iets te veel te geven, kan men hem zéér veel, zoniet alles ontnemen”

Copie van het origineel doopbericht in het doopboek van de Prot. Kerk te Kortenge (Utr.) van 6 nov. 1691, betreffende de doop van Gijsbertie kint van Gerrit van Alpen, Molenaer aen de Haer ende Josijntie (zie hoe ,,van Alphen” is doorgekrast, en ,,Alpen” er direct als een verbetering achter is geplaatst). De door mij hierboven geplaatste tweeregelige zinspreuk wil zeggen, dat men door slechts één letter aan iemands geslachtsnaam toe te voegen, men hem zijn familienaam kan ontnemen. Op deze ene gewraakte letter werd wel terdege gelet in een doopinschrijving te Kockenge bij de doop van een kind van Gerrit van Alpen, korenmolenaar aan de Haer bij het kasteel Haarzuilens; gelijk we hierboven kunnen zien in het origineel ervan. Zoals hier blijkt, is de schrijfwijze ,,van Alphen” als naam voor ons geslacht eigenlijk niet juist, daar wij volgens velerlei gegevens ,,van Alpen” zijn genaamd. Tóch hield ik mij aanvankelijk bezig met een beschrijving samen te stellen van een geslacht ,,van

1 Alphen” - totdat ik ontdekte, dat de door ons nú gevoerde familienaam vol- komen onjuist wordt geschreven en tevens onjuist wordt uitgesproken; daar zitten we dus mee. Doch toen me dit tenslotte gebleken was, heb ik mijn onderzoek dan ook ten volle gericht op het geslacht van Alpenl). De naam zal ontleend zijn aan het voormalige stadje Alpen, in het Rijnland, aan de hoofdweg tussen Wezel en Geldern. Oorspronkelijk was dit stadje Alpheim genaamd, waarschijnlijk naar Ulpia, een oude romeinse nederzetting ter plaatse. De stamreeks vangt aan met Johan Henricksz van Alpen, onder Barneveld, als korenmolenaar op de Walderveense Molen. Volgens een charter van 1569 werd deze molen gebouwd door Gerrit Sijmesz Verhoeff en uit een getuigen- verhoor van 14 sept. 1622 voor het Landgericht van Barneveld blijkt, dat Johan van Alpen was gehuwd met de wed. van gen. Gerrit Verhoef en dat v.n. Johan van Alpen, reeds vòòr 1588 als eigenaar op de Molen was ge- komen. Deze molen was een standaardmolen en is in 1895 gesloopt en daarvoor inplaats werd een stenen torenmolen gebouwd, ongeveer 10 meter van de oude plaats. Deze molen brandde in 19 11 af, werd weer opgebouwd in 1912 en is in 1962 geheel opnieuw tot in de puntjes gerestaureerd.

VAN ALPEN TAK 1 Walderveen Henrick vun Alpen, huwt N.N. geb. omstr. 1510. Johan Henricks van Alpen, korenmolenaar op de Walderveense Molen (5 km van Barneveld. Volgens de Leenboeken van het Huis Scherpenzeel, le Boek, blz. 27, verkrijgt hij door koop van Henrick Helmerts alias Valckens, het grondstuk ,,De Hoeff” op 13 jan. 1617. Hij overleed in 1621. In 1617 werd hem een proces aangedaan door Antonia van Om- meren C.S., welk proces werd voortgezet tegen zijn erven in 1622. Of hij dezelfde is die wordt genoemd in een acte van 8 febr. 1605 te Herwen aan de Rijn, a.v. ,,Verkopen een halve boerderij te Herwen, Johan van Alpen, met Stin die Wijlt zijn egte huisvrouw, met hun vader Evert die Wijllt en hun besteouders Willem die Wijllt en Agnes die Wijlh. Zeker- heid heb ik niet. Maar wil er bij voorbaat op wijzen, dat de stamvader van de Renswoudese van Alpen% was genaamd, Evert Jans van Alpen (maakt test. 1664) zie Tak V. Gerrit Jans vun Alpen (Den Olsten) korenmolenaar op de Walderveense Molen. Gehuwd met Maria van Estvelt (vòòr 1625) dochter van Paulus Reijnersz van Estvelt en Stijntje Dircks (zie aant. 1). In de leenboeken van het Huis Scherpenzeel lezen we: ,,Op 20 juni 1622 beleend met ,,De Hoef” Gerrit Jans de Olde, bij doode sijns vaders Jan Henricks muller (m.a.w. de molenaar). Hij overleed omstr. 1656. Hij treedt op als momber in 1626, als Gerrit Jansz, voor de onmondige Dirck van Dompselaer,

1) de inleiding is van redactiewege bekort.

2 zoon van wijlen Jan Rijcks van Dompselaer en Jutte Pauwels van Est- velt (een zuster van Maria zijn vrouw) Maria leefde nog in 1664. Hun kinderen: 1. Henrick (volgt no. 4). 2. Jan (volgt Tak 11); 3. Elizabeth (zie aantekening 1). 4. Henrick Gerrits van Alpen, korenmolenaar op de Walderveense Molen van 1656-1699; en als een kort intermezzo ook als molenaar op de Scherpenzeelse Korenmolen, van 1676-1678; en dan van 1699-1708 korenmolenaar op de Abcouwse Molen te Abcoude, aan het zandpad al- daar (molen gesloopt). Hij overleed te Abcoude in 1708. Hij trouwt le op 14 maart 1658 te Scherpenzeel als j.m. met Gijsbertien Rijcks j.d. van ‘t Schaijck (tr. 25 maart). Zij overleed in 1673. Dan trouwt hij 2e te Scherpenzeel op 3 dec. 1676 en op dezelfde datum te Renswoude, als wedr. van Gijsbertien Rijcksen, als molenaar alhier tot Scherpenzeel, met Derckjen Jansen, van Meulunteren weduwe van saliger Aelbert Willemsen, wonende op Wagensfelt. In het 4e Boek van het Huis Scherpenzeel, p. 51, lezen wij over de verkoop van de Hoeff Ao 2 juni 1703, door Hendrick van Alpen, aan Gijsbert Melisz van Voorthuizen, aan welke reeds op 29 aug. 1699, de Walderveense Korenmolen was verkocht. (Gijsbert van Voorthuizen, was een zoon van Melis van Voorthuizen, de Veenendaalse korenmolenaar). De Walder- veense Molen was een allodiaal bezit en bracht op 4000 gulden vrij geld. Deze verkoop wordt nog vermeld op 13 juni 1703, voor de Schout Jo- hannes Cousset te Abcoude, gedateerd 29 aug. 1699. In deze acte worden genoemd de kinderen: Gerrit van Alpen, Hendrik Jacobs van Velthuijsen, man van Aeltje van Alpen, Rijck van Alpen en Jan van Alpen (zoon van de 2e vrouw). Er bleek uit deze Abcoudese acte dat de le vrouw, Gijs- bertien van Schaijck in 1673 was overleden, en er wordt ook melding ge- maakt van een inmiddels overleden zoon Paulus. Henrick van Alpen wordt nog vermeld in de Ned. Leeuw, Jrg 1953, p. 382 in een proces voor het Hof van Gelderland; Rijck van Alpen volgde zijn vader op als mole- naar te Abcoude (zie aant. 2). Hoewel Henrick Gerrits van Alpen, twee- maal huwt in de Protestantse Kerk te Scherpenzeel (Gld), zo vond ik toch dat verschillende van zijn kinderen, R.K. werden gedoopt, en wel in R.K. Parochie ‘t Zand te Amersfoort, t.w.: In Maart 1659, Aleidis; Ma- ria, dec. 1666, filia Henrici van Alpen op Walderveen. Overigens waren er bij de le vrouw, de volgende kinderen, Gerrit, Rijck en Paulus (overl. vòòr 1704) wier dopen ik nergens heb kunnen vinden. Deze laatsten zouden een huisdoop hebben kunnen ondergaan? Dan lezen we nog in het doopboek van de R.K. statie Stoutenburg, R.A. Utrecht, Boek 421, nog de volgende dopen: 6 nov. 1681, filius Molitoris in het Walderveen, dictus Gisbertus; 7 jan. 1683 baptizatur filius van Henric van Alpen, Molitoris, dictus Gisbertus; 8 aug. 1686, filia van Henric van Alpen, Molitoris in ‘t Walderveen, dicta Alheidis. 5. Gerrit Henricks van Alpen, mr. molenaar op de Haermolen bij Haar-

3 zuilen van 1688-1697; te Utrecht op de korenmolen de ,, Klaerwater” staande op de stadswal bij de Weertpoort, van 1697-1723. Ondertr. te Gouda 14 april 1686, Gerrit van Alpen, j.m. van Barneveld en Josina van Bokhoven, j.d. van Haarlem, beiden wonende tot Gouda; tr. te Haarlem 21 april 1686 Gerrit van Alphen en Josina van Bockhoven, dr. van Michiel Korstiaensz van Bockhoven (zie aant. 3) en van Catalijntje Jan Leneveu (dit laatste ouderpaar trouwde te Haarlem 15 juli 1657 bei- den van Haerlem). Gerrit van Alpen werd begraven 10 sept. 1723 in de Jacobikerk te Utrecht, gedragen met 8 dragers (vermoedelijk zijn gilde- broeders). In de genoemde kerk hadden de molenaars een eigen graf- kelder, nu nog te kennen aan een ingebeitelde korenmolen. Tijdens hun leven woonde het echtpaar aan de Zandstraat, nu Oranjestraat te Utrecht, waar nu nog de klokgevel staat van het molenaarshuis, kenbaar aan de gevelsteen in de top, tonend een standaard korenmolen; staat nu onder monumentenzorg en is eigendom van Van Rijns Mosterdfabriek. Ook de ,,Klaerwater” was een standaardmolen en werd in 1737 uitgekocht en daarna gesloopt. (zie aantekening 4).

Kinderen van dit echtpaar : 1. Michiel (volgt Tak 111) doop niet gevonden. 2. Gijsbertie ged. te Kockenge (Utr.) 10-2-1689 als kind van Gerrit van Alpen. 3. Catelijntie, idem 27 april 1690, kint van Gerrit van Alpen, Molenaer. 4. Gijsbertie, idem 8 nov. 1691, kint van Gerrit van Alpen, Molenaer. (in dit doopbericht staat Van Alphen doorgekrast). 5. Paulus, idem 19 maart 1693, kint van Gerrit van Alpen. 6. Gerrichje, idem 27 mei 1694, kint van Gerrit van Alpen. 7. Marichjen, idem 11 augustus 1695, kint van Gerrit van Alpen. 8. Antoni, idem 22 november 1696, kint van Gerrit van Alpen. 9. Johannes, ged. te Utrecht (Jacobikerk) 7 juli 1698 Kind van Gerrit van Alpen. 10. Elizabeth, ged. idem 8 mei 1700. ll. Antoni, ged. idem 1701. 12. Paulus, ged. idem 18 februari 1703 (hier begint men met Van Alphen). 13. Johannes en 14. Cornelis (volgt no 6) 31 oktober 1804 in de Domkerk. (Paulus, genoemd onder no 12, tr. te Utrecht 2 september 1727 met Margarita van Swol, R.K. ged. mei 1696 als dr van Johannes van Swol en Anna Maria Hessing. Hij werd doodgevonden buiten de Wittevrouwenpoort en na gerechtelijke toestemming in de Buurkerk te Utrecht begraven op 12 augustus 1769, nalatende zijn vrouw en een dochter Cornelia (getr. met Andries Houtzagers). (Antonie, genoemd onder 11 tr. te Utrecht 3 juni 1732 met Beligje van Schoonhoven). Op 4 juli 1699, op de 2e zitdag onder no 408 staat vermeld in het kerklidmatenboek van de Dom, Gerrit van

4 Alpen en zijn huijsvrouw. En in het Burgerboek van Utrecht komt hij voor in 1697 en betaalde toen f 30,-. (Wat zijn handtekeningen betreft, zie aant. 4). 6. Cornelis Gerrits van Alpen, Korenmolenaar te Utrecht, op de Koren- molen de ,,Klaerwater”. Hij werd gedoopt in de Domkerk te Utrecht gelijk met zijn tweelingbroeder Johannes, op 31 oktober 1704. Hij werd begraven te Utrecht op 13 mei 1784. Op 30 mei 1773 werd hij op 69- jarige leeftijd ingeschreven als kerklidmaat; hij ging dus niet zo licht over èèn nacht ijs. Hij huwde in de Catharijnekerk aan de Lange Nieuwstraat te Utrecht op 4 januari 1729, met Maria van Londen (Rooms), dochter van Jan Thomas van Londen en Maria Cornelis van Groenewouden. Met hem begint men de naam ,,Van Alpen” onjuist als ,,Van Alphen” te schrijven. In de Notulen van de Utrechtse Vroedschap Boek 121 van 28 maart 1729, wordt hij genoemd onder 12 andere Utrechtse Mo- lenaars, met name genoemd als ,,Cornelis van Alfe”; hij was onder de acht die hun handtekening zetten, doch deze is in het genoemde stuk niet aanwezig. (zijn oudste broer Michiel en diens nakomelingen, hiel- den vast aan de naam ,,Van Alpen” ongeveer tot aan de tijd van de Burgerlijke Stand. Er werden meerdere kinderen vermeld, o.a.: 7. Gerrit Cornelis van AZphen, ged. te Utrecht 2 november 1732; over]. te Utrecht op 20 december 1822. .Hij huwde in de Oude Kerk van Sche- veningen op 14 februari 1762 en op 31 januari 1762 voor Schepenen van Den Haag, als Gerrit van Alphen, j.m. geb. te Utrecht, Soldaat in het Regiment Hollandse Gardes, onder de Compagnie van de Colonel Bachman, met Elizabeth Sprankhuijzen, j.d. geb. te Delft (24 september 1741 als dr van Gerrit Nicolaas van Sprenckhuijsen en Pieternella Ger- rits de Haas). Zij werd kerklidmaat te Utrecht 4 juli 1793; overl. te Utrecht op 13 oktober 18 17 als huisvrouw van Gerrit van Alphen. Gerrit van Alphen, haar man, werd lidmaat op 7 juli 1809, wel de stel- regel volgend ,,Bezint eer gij begint ! ” Het echtpaar woonde lang op de lange Lauwerecht te Utrecht. Zij kwamen reeds in 1762 te Utrecht te wonen want toen werd in dit jaar hun eerste zoon aldaar gedoopt. Het beroep van Gerrit van Alphen heb ik niet kunnen vinden. Kinderen: 1. Gerrit, ged. 27 oktober 1762 in de Domkerk te Utrecht (vader Rooms) huwt op 9 april 1787 met Alida in de Domkerk en hij overl. te Utrecht 12 oktober 1834 als wedr van Dirkje de Groot (2e vrouw) nalatende kinderen. 2. Cornelis, ged. 20 mei 1767; 3. Maria, ged. 31 juli 1764; 4. Johanna, 11 april 1769; 5. Cornelis, 11 juni 1772 in de Jacobikerk; 6. Pieternella, 22 januari 1775; 7. Adrianus, 9 januari 1778; 8. Adriunus, 11 augustus 1779 in de Domkerk (volgt no. 8); 9. Pieter, 3 oktober 1781 (huwde te Utrecht, doch overleed jong); 10. Jan, ged. op 28 mei 1786 (volgt als Tak IV, Amst., Utr., Zuid Afrika). 8. Adrianus Gerrits van Alphen, ged. 11 augustus 1779 in de Domkerk te Utrecht; overl. te Oud Zuijlen 14 augustus 1820, huwt te Utrecht 15 juni 1809, met Jannetje Koning, ged. te Oud Zuijlen 27 juni 1781 als dr van Anthonie Koning en Pieternella Koning (waren zeer verre Neef en Nicht van elkander). Koning is een der oudste Oud Zuijlense families. Zij overl. te Utrecht 1 februari 1870, na als wed. van Adrianus van Alphen, sinds 1853 te Utrecht te hebben gewoond. Hij werd bij de doop van zijn zoon Anthonie in 18 16 te Abcoude, vermeld als gèèn kerklid- maat. (Hij was Timmerman-Stratenmaker). Zijn zoon volgt 9. 9. Anthonie Adriaans van Alphen, Panovenbaas op de Panoven te Oud Zuijlen, aan de linker Vechtoever bij de brug,waar zijn woning (zij het nu leeg) nog te zien is; in 1875 was hij Panovenbaas op de Panoven aan de Echteldse Dijk bij Tiel. Hij werd te Abcoude geboren op 8 sept. 1816. Trouwt le te Oud Zuijlen op 1 mei 1837 met Willemijntje Koud- ijs, geb. te Driebergen als dr van de timmerman Willem Koudijs en An- nigje van ‘t Hoenderdaal. Deze Willemijntje overl. te Oud Zuijlen 25 juli 1866, vier dagen na het overlijden van haar jongste zoon Anthonie. Hij trouwt 2e, vijf maanden later op 24 november 1866 met Helena de Kloet, geb. te Oud Loosdrecht op 2 november 1833, als dr van Cor- nelis Jans de Kloet en Aartje Leenderts Breij. Zij overl. te Weesp 28-3- 1884; hij 15-4-1888 ook te Weesp. De familie werd te Zuilen afgeschre- ven naar Tiel 20-5-1875; ingeschreven te Weesp van Tiel 30-10-1882. Kinderen uit het le huwelijk: Willem van Alphen, geb. te Oud Zuijlen 3 februari 1840; tr. te Oud Zuij- len op 11-5-1867 als j.m. van 27 jaren, met Caroline van Dijk, oud 28 jaar, geb. te Utrecht als dr van Albertus van Dijk en Josephine Francoise Geovanelle. Hij overl. te Woerden 27 november 1880, no 420 op de Pan- nenbakkerij aldaar (mijn Vader vertelde mij toen ik nog een jongen was, dat deze Willem, was verdronken, en dat zijn huwelijk niet al te best was). Adrianus van Alphen, geb. te Oud Zuijlen 5 maart 1843; overl. te Rand- wijk in 1926 oud 83 jaar. Hij huwde te Elst (gem. Rhenen) als j.m. van 24 jaar op 2 mei 1867, met Harmina Wildeman, j.d. van Elst, dr. van Gijsbert Wildeman en Hendrikje Gerritje Schijf. Hij was jarenlang Pan- ovenbaas op de Panoven te Eek en Wiel. Heeft nakomelingschap te Veenendaal en te Utrecht; o.a. Adriaan de Kleuver te Veenendaal Veldbioloog aldaar; en Anthonie Anthonies van Alphen te Utrecht en diens kinderen. Allen kleinzoons. Anthonie van Alphen, geb. 16 April 1856 te Oud Zuijlen; overl. ald. 21 juni 1866. uit het 2e huwelijk: Anthonie Jr. (volgt onder no 10); Aartje, geb. te Oud Zuijlen 17-12-1871; ongehuwd overl. Helena, geb. te Oud Zuijlen 29-10-1874; geh. met Jan Rijken; overl. te Muiden 1947. Comelis van Alphen, geb. te Oud Zuijlen 18 september 1870; overl. te Weesp 13 december 1955; hij was gehuwd met Woutera van Loenen, geb. 25 november 1875 te Hoogland bij Amersfoort, als dr van Dirk van Loenen (van Nijkerkerveen) en Clasina van der Pol, van Amersfoort; zij overl. te Weesp in november 1959. Er is nakomelingschap, o.a. de on- gehuwde Dirkje; Anthonie, wel gehuwd, doch kinderloos; Comelis, ge- huwd met Janna van Stuivenberg en hiervan weer een zoon Marinus, gehuwd met een lid van de familie Fine, te Kortenhoef (woont te Abcou- de); en Wouter.

10. Anthonie van Alphen Jr, Veerschipper; geb. te Oud Zuijlen op 6 juni 1869; overleden aan een hartverlamming ten huize van zijn enige in leven zijnde zoon, Ds E. van Alphen, te Haarlem op vrijdagavond 26 november 1943. Hij huwde te Weesp op 24 augustus 1893, met Cornelia van Royen, j.d. geb. te Maartensdijk (Utr) 28 augustus 1868, als dr van Anthonie Willems van Royen en Evertje Cornelis van Woudenberg. (zie voor dit geslacht van Royen - ,,Gens Nostra” juni 1959 bldz. 142; en Nederlands Patriciaat, jrg. 1924 en jrg. 1953; - Volgens Ned. Patriciaat 1953, voert dit geslacht als Wapen: een Blauw Schild waarop 3 gouden Chevrons; met als schildhouders, 2 zilveren gehalsbande Windhonden en als Helmteken, een uitkomende zilveren Windhond, op een gekroonde helm; Dekkl. goud-blauw. Comelia van Royen overleed te Hilversum op 14 december 1916 in het Diaconessenhuis aan de Neuweg en werd be- graven te Bussum (N.H.). Kinderen: Anthonie, geb. te Weesp 26-5-1894, overl. Weesp 19 juni 1894; Evertje, geb. te Weesp 6-9-1895, overl. Weesp 20 mei 1896; Evert, geb. te Bussum 5-4-1903 (volgt no. 11); Helena, geb. te ‘s Gravenland 25 maart 1906, overl. ald. 9 mei 1906. ll. Ds. Evert van AZphen, Predikant van de Adventkerk. Geb. te Bussum (N.H.) 5-4-1903; Huwde te Amsterdam 16 mei 1923 met Huibertje Johanna van Veen, geb. te Zuilichem 30 januari 1900 als dr van Gijsbert van Veen en Elizabeth de Jongh (van Brakel); Van 1947-1950 Publish- ing Secretary van de Mission of Seventhday Adventists in Indonesië en Manager van het Uitgeversbedrijf van gen. Mission. 1951 Predikant van de Hollandse Adventkerk te Soerabaja en in 1952 met verlof in Neder- land. Na terugkeer in 1953 Predikant van de Hollandse Adventkerk te Djakarta en daarna van 1954-1958 op Ambon, Praeses van de Ambon Mission of Seventhday Adventists, Department Molukken. Van 1959- 1961 met verlof in Nederland; daarna Predikant van de Adventkerk in Nederland. Dochter: Johanna Everdina, geb. 30-10-1949, Bandung.

TAK 11 Veldhuijzen-Woerden-Montfoort-Amsterdam 1. Jan Gerrits van Alpen (zie Tak 1, no. 3) geboren op Walderveen.

7 Korenmolenaar te Veldhuizen, aan de leidse Rijn bij de Meern, waar nu nog het onderstuk van de oude molen staat. Hij was een zoon van Gerrit Jans van Alpen en Maria Pauwels vanEstvelt. Hij was gehuwd met Annigje Jans. Op 20-1-1656 wordt hij beleend met het stuk land genaamd ,,De Hoeff” als Jan Gerritsen, nae doode sijns vaeders Ger- rit Jansen, Mullenaer op ‘t Walderveen; maar reeds op 23 juni 1656 wordt vermeld een hypotheekacte op Jan Gerrits, op diens Windkoren- molen, staende in Veldhuizen (Utr.) groot 500 gulden, verleend door Aert Simons te Woerden. (Boek 1067 R. A. Utrecht). Deze molen, de ,,Neijeveltsche Molen” brandde af in 1672 (dit laatste vond ik vermeld op een los vodje papier zo maar slordig liggend tussen de papieren). In Transporten en Plechten - van de stad Utrecht, Ao 1664, 2e Deel, folio 378, wordt genoemd: Jan Gerrits van Alphen, Molenaer aen De Meern, kopende en verkopende een Wintkorenmolen annex Rosmolen, staende aen ‘t eijnd van de Sandstraet (nu Oranjestraat) te Utrecht; koopt van Aert Huijberts Karreman, wonende te Amersfoort; verkoopt weer aen Daem Gerrits wonende te Amersfoort; in deze zaken treedt op als gemachtigde, Notaris Johannes Graskaas, voor wien een mach- tiging was verleend door Jan Gerrits van Alpen op 6 november 1664 bij Notaris Tucker te Utrecht, welke procuratie was ondertekend, met ,,Jan Gerritsen van Alpen”. Bij dezelfde Notaris zien wij optreden op 17 september 1662, Annigje Jans, huijsvrouw van Jan Gerrits, Molenaer, met de reeds genoemde Daem Gerrits, over de reeds genoemde windkorenmolen aan de Sand- straat (zie Boek van Notaris Petrus Tucker, bldz. 638-40 en 806). Hier zien we duidelijk de molen terzake komend waarop later als eigenaar werkte de Molenaar Gerrit Henricks van Alpen (zie onder Tak 1 no 5). De Nijeveltsche Molen was op 21 mei 1650 nog in bezit van Dirck Dircks en Annetje Jansdochter. In de Doopboeken van de Prot. Kerk van Woerden komt voor een doopinschrijving op 13 december 1675 van Klaesje, dr van Jan Gerrits en Annigje Jans, van Velthuijsen. Verder zijn mij nog twee zoons bekend van Jan Gerrits van Alpen, n.1. a. Dirck (volgt 2). b. Albert (volgt 2 bis). 2. Dirck Jans van Alpen, Korenmolenaar te Woerden, huwt 5 september 1679 te Woerden (Prot.) als weduwnaar van Stijntje Den Haen, met Weijntje Aerts van Berckeleu, (moet zijn v. Borculo) j.d. van Woerden. Volgens Magescheidt van 15 februari 1686 bij Notaris Willem Costerus te Woerden, van de Smid Aart van Borculo en Adriaantje Bijdeman, wordt Weijntje genoemd als erfgenaam en als dochter van dit echtpaar. Dirk van Alpen huwt ten 3e male 25 juli 1688, als wedr van Weijntje van Berkeleij, met Maria Antonis (van Beusichem) wed. van Dirk Davids van Brummelen; en op 12 augustus 1688 zo staat in Beu- sichem vermeld, zijn zij in de houwelicke staet bevestigd. Dirk Jans van Alpen, wordt ook genoemd in: ,,Estimatien en Protocollen van

8 Laag Nieuwkoop en de Lage Haer” op 22-4-1686, als aandeelhouder van een aandeel van 90 gulden op de ,,Haermolen” op welke Molen, we in 1689 als molenaar zien (volgens de doopboeken van Kockenge) Gerrit Henricks van Alpen. (zie Tak 1 no 5). Mij bekende kinderen: Willem, (volgt no 3). Mechteld, overl. vóór 18 juli 1680, daar dan huwt voor Schepenen van Rhenen, Gijsbert van Zeventer (Herbergier te Rhenen) weduwnaar van Mechteld Dircks van Nijevelt, met Magdalena van Velde, j.d. van Gent. Wie niet beter weet, zou in de naam Van Nijevelt, de familie- naam van Mechteld onderkennen, doch dit is haar plaats van herkomst. Zij kwam van de ,,Nijeveltse Molen” onder de Meern. Voor Notaris Gerard Verweij te Rhenen zien wij 19 december 1680, optreden haar broeder ,,Willem Dircks, voor hem zelf alsook voor Gijsbert van Zeventer, als getrout gehad Mechteld Dircks als vader van zijn unmundige dr gesamenlich zich sterck makende voor Dirck- en Aelbert Jans van Alphen” contra Hendrick Gerrits van Alphen in een erfeniszaak van hun overleden ,,oudmoije,, Merritje Stevens, over een bedrag van 135 gulden. Kinderen van Dirck Jans van Alpen en Wijntje Aarts van Borculo, te Woerden Prot. gedoopt: Jantje, ged. 7 mei 1680; Annigje, ged. 22 januari 1683; Aart, 24-6-1685. Doch deze kinderen heb ik verder niet gevonden, zodat Willem en Mechteld overbleven voor wat mij verder bekend werd. 3. Willem Dircks van Alpen, korenmolenaar op de ,,Dwangmolen” te Montfoort. Hij tr. te Woerden, Prot. Ao 1693, als Willem Dirkse van Alpen, wedr. van Martijntje Cornelisse (Proeijt), met Annigje Gijs- berts. 17 augustus 1694 trouwt hij weer opnieuw R.K. te Montfoort, als Willem Dircks van Alpen, wedr. met Merrichje Ludolf van der Maeth, j.d. van Achthoven. Hij werd te Woerden vermeld als wonende aldaar en te Montfoort als van Velthuijzen. Zij huwden voor schepenen te Montfoort op 23 aug. 1694. (Het kerkelijk huwelijk ging dus vooraf). Merrichje Ludolfs, maakt haar testament, ziek te bed liggend, als huis- vrouw van Willem van Alpen, bij Notaris Abraham van Zoelen te Mont- foort, en legateert haar stiefdochter Annetje van Alpen en haar dienst- bode, Maria Cornelisse van der Koorn. Op 4 aug. 1715 zet Willem van Alpen, zijn handmerk, als een letter W. (De le letter van Willem), waar- van de binnenpoten zich X-vormig kruisen. Precies ditzelfde handmerk zette hij bij Notaris Gerard Verweij te Rhenen, op 19 dec. 1680, toen hij daar zijn vader Dirck van Alpen en zijn Oom Albert Jans van Alpen vertegenwoordigde (zie onder no 2). Ook op 29 maart 1694 zette hij dit zelfde merk, bij een door hem ingediende klacht, voor Notaris van Zoelen, waarbij zijn zoon Dirck Willems, oud 17 jaar als getuige optrad in een zaakje van een meeldiefstal door een vrouwelijke klant. (Zo de ouden songen zo peepen de jongen). In Boek 986 van het Rijksarch. te Utrecht, Protocollen van Achthoven, lezen wij het testa- ment van Merrichje Ludolfs van der Maeth, bejaarde jongedochter,

9 gedateerd 24 jan. 1694, inhoudende een hofstede, Berg en schuur, met 9 Morgen land en een Vogelkooi. Zij herroept dit testament op 22 aug. 1715. In margine van dit Testament staat een lange reeks van woorden bijgeschreven, waarin o.a. wordt vermeld Willem van Alpen, in houwe- lick hebbende Merrichje Ludolfs van der Maeth; Willem van Alpen zette daaronder als zijn handmerk als naar zijn gewoonte de W. van Willem. Haar vaders handtekening was ,,Ludolf Maeth” en haar broer ,,Gijsbert Ludolfs”. Willem Dircks van Alpen, was eerst gehuwd met Martijntje Cornelisz Proeijt, wat blijkt uit het volgende: nl. een erfeniszaak van 24 jan. 1720, voor Notaris Nicolaas van der Poll te Montfoort, waarin o.a. worden genoemd: Gerrit van Alpen en Schipper Gijsbert van Bloklandt, als in huwelijk hebbende Annigje van Alpen, haare beijden zich sterk makende voor haarzelven ende voor haar broeder en zwager Cornelis van Alpen, kinderen en erfgenamen van Martijntje Cornelisz Proeijt.” Er blijkt verder voor diezelfde Notaris, dat v.n. Martijntje Proeijt, nog een broer Jacob had en een zuster Merrichje. Van de reeds genoemde Dirk Willems heb ik nergens meer iets gevonden, dus resteren alleen Gerrit (a); Cornelis (b); en Anna (c). a. Gerrit Willems van Alpen, jongeman van Montfoort, trouwt voor Schepenen van Montfoort, le gebod 5 juni 1712; 2e gebod 12 dito; 3e gebod 19 juni 1712, met Maria Cornelissen van der Koom. Het jonge paar huwde te Montfoort R.K. in de Kerk op 19 meij 1712. (Hier ging dus duidelijk het kerkelijk huwelijk aan het burgerlijk hu- welijk vooraf.) Gp 3 1 dec. 1712 werd R.K. gedoopt hun zoon Martijn, waarbij optrad als getuige Willem van Alpen. Verder van dit echtpaar te Montfoort geen dopen meer te vinden. Toch zien we later op 4 okt. 1765 optreden als doopgetuige Martijntje van Alphen, bij de R.K. doop van Gerardus, de zoon van haar zoon Willem Denekamp. Vol- gens het grafboek van Montfoort, Boek 354d, R.A. Utrecht, werd begraven op 12 sept. 1750, èèn uur geluid - betaald 2.80, Gerrit van Alpen; zijn vrouw werd begraven op 1 mei 1755, èèn uur geluid, idem. b. Cornelis Willems van Alpen, van hem vernemen we niets meer, of hij zou moeten voorkomen in een oud resolutieboek van de R.K. Armen- kamer te Utrecht op het R.K. Armenkantoor te Utrecht. In dit reso- lutieboek een lening van 200 gld aan Comelis van Alphen, Mr. Moelenaer. c. Anna Willems van Alpen, dochter van Willems Dircks van Alpen en Martijntje Comelisz Proeijt (genoemd onder no. 3, Tak 11). Zij huwde voor Schepenen van Montfoort op 25 meij 1710, met de Schipper Gijsbert Comelis van Blockland, j.m. van Montfoort. Hun zoon Corne- lis, werd gedoopt op 13 juli 1713, waarbij zijn moeder werd genoemd ,,Annetie de Molenaer.” Gp 2 febr. 1723, wordt het echtpaar genoemd als ,,Gijsbert Comelissen van Blockland, in houwelick hebbende Amrich-

10 je Willems van Alpen, medecomparante, nchzelf sterk makende voor Cornelis Willems van Alpen, mistgaders Gerrit van Alpen, betreffende 6 Morgen land op Achthoven. Zij zette haar handtekening als ,,Anna van Alpen”. - Op 13 maart 1729 compareert zij voor Notaris Mr Carel van Hees te Montfoort in een nog onverdeelde erfenis en zet daarbij haar handtekening als ,,Angen van Alpen”. - Dan nog in een testament van 26 juli 173 1 voor dezelfde Notaris, van Gijsbert Corn. van Blokland en Annigje van Alphen, waarbij zij ook haar hand- tekening zet als ,,Angen van Alpen. (Let wel, hoe de Notaris hier schrijft ,,Van Alphen”, maar Anna zet onverstoord ,,Van Alpen”). In enkele losse R.K. kerkelijke papieren werd haar man genoemd, Schipper Gijsbert van Blokland; deze laatste werd begraven te Mont- foort 1 dec. 1736, èèn uur geluid; zij werd aldaar begraven op 10 mei 1755, als wed. van Gijsbert van Blokland (zie Boek 354d van Mont- foort, R. Arch. Utrecht). 2 bis Albert van Alpen, zoon van Jan Gerrits van Alpen en Annigje Jans (no 1 Tak 11). Hij trouwt als Albert Jans van Alpen, Molenaer van Woerden, oud 26 jaar, bij de Weesperpoort, ouders doot, geassisteerd met zijn Motie (Tante) Jannetje Jans, op 3 febr. 1685 te Amsterdam, met Weijntje Jans, van Utrecht, wed. van Pieter Steevisz Buijs. (Jan- netie Jans was kennelijk een zuster van zijn moeder Annetje Jans.) Hij werd dus geboren omstr. 1659. Mogelijk is zijn broer Dirck nog geboren op de Walderveense Molen, daar deze Dirk reeds in 1679 weduwnaar was. Het zou kunnen zijn dat Dirk een zoon was bij de le vrouw, en Albert bij de 2e Annetje Jans. Doch deze laatste hypothe- se is niet bewezen. De zoon Jan volgt 3. 3. Jan van Alpen, van Amsterdam, Molenaer, oud 30 jaar, bij de Wee- teringspoort, gassisteerd met zijn vader Albert van Alpen, trouwt 26 juli 1714 te Amsterdam, met Willemintje Domburg, van Amsterdam, wed. van Pieter Bras, in de Uijtregtsche Dwarsstraet. (Zie Boek 550, pag. 385 gem. Arch. Amsterdam.) Hij zet zijn handtekening als: Jan van Alpen. Hiermede eindigen we Tak 11. Allen zijn ze nakomelingen van Johan Henricks van Alpen, de le Van Alpen op de Walderveense Koren- molen. Tot zelfs in de stad Amsterdam, waar ze toch wel Van Alphen, met ph konden schrijven, schreven ze Van Alpen. Ook in Woerden, de bakermat der Van Alphen? werd Van Alpen geschreven. Ten overvloede vermeldde ik nog de kleine contramine voor Not. Gerard Verweij te Rhenen van 19 dec. 1680 tussen de genoemde Woerdense en Veldhuisense Van Alpen? en Henrick Gerrits van Alpen, van Walderveen in eenzelfde erfeniskwestie. (Tak 1 no 4 en Tak 11 no 2). Of er verdere nakomelingschap bestaat heb ik niet nagegaan. En het voornaamste en doorslaggevende is wel, dat ze persoonlijk hun hand- tekening zetten: als Van Alpen. (Wordt vervolgd).

11 HET GESLACHT LOOTS door P. J. RITSEMA

Ommeland, Laand van licht en lucht en koren, Ien dei roemte ben ‘k geboren, Laand van kwelder, wiend en Wad, Ien dei roemte laag mien pad. (Vrij naar ,,Ommelander Laid” uit Hoes en Hof, van Jan Boer.)

Het Hogeland. Voor de Groninger een begrip en voor de niet-Groninger een onbekend land. Staande op de eeuwenoude slapersdijken wordt in het voorjaar het oog geboeid door de schakering van het geel van de bloeiende kool en de mosterd en het tere groen van het opkomend vlas en in de zomer kan het oog zich verlustigen in een zee van golvend graan, dat zich op de adem van de lichte zomerkoelte voortbeweegt in een eindeloze deining. Het is van dit land dat N. de Back-Luiting schrijft in een artikel onder de titel ,,Autorijden ,,boven” ”, voorkomende in de Autokam- pioen, de bekende uitgave van de A.N.W.B. ,,We hebben genoten van de kleuren en het licht in dit fors, eerlijk landschap. Wie het blonde Groningen niet kent, weet nog te weinig van eigen land.” Het is hier dat de veelal eeuwenoude boerderijen zich als kralen aan een te slap gespannen snoer reien langs de oude dijken, waardoor, alhoewel ze veelal in één lijn liggen, de afstand onderling niet steeds dezelfde is. Ik doel hier in het bijzonder op de tussen Vierhuizen () en Hom- huizen () gelegen boerderijen Warkemaheerd, Klein Midhui- zen, Onrust, Bromo en Westerhorn. Het is de boerderij Klein Midhuizen die in het kader van dit familie-overzicht onze bijzondere aandacht vraagt. Deze boerderij kwam in 1813 door huwelijk in het geslacht Loots en is dit nog steeds alhoewel de bedrijfsvoering door het ontbreken van manne- lijke nakomelingen thans in vreemde handen is. Deze boerderij is reeds zeer oud. Volgens het geslachtsregister Beukema woonde daar reeds de omstreeks 1675 geboren Rijpke Jans Boyckema, een voorvader van de onder no. 12 opgevoerde Trijntje Rijpkes Beukema. De geschiedenis van deze boerderij en haar bewoners is te vinden op bl. 219 e.v. van ,,De Westpolder”, de geschiedenis van een waddenpolder en zijn ingelanden” door J. S. van Weerden, welk boek in 1960 voor rekening van het polderbestuur is uitgegeven op kunstdrukpapier met foto’s van vele boerderijen en geslachtstabellen van de eigenaren en bewoners. Voor belang- stellenden moge ik naar dit 309 bladzijden tellende prachtwerk verwijzen. Ondanks vele nasporingen is de herkomst van het geslacht dat zich in 1784 voor het eerst LOOTS noemde, niet bekend. Het vangt aanwijsbaar aan met Jannes Autze’s en Martje Roelfs die op 23-3-1740 te Vierhuizen hun eerste kind laten dopen. De Heer B. W. Sie- mens, een autoriteit op het gebied der Groninger boerderijen, geeft als zijn

12 mening weer dat de voornaam Autze de Groninger uitspraak is van de Friese voornaam Oetse. Ik heb de voornaam Autze dan ook niet bij Winkler en anderen kunnen vinden. Een onderzoek in de doop- en trouwregisters van Schiermomrikoog, Paesens en Wierum had evenmin resultaat zodat mijn hoop thans gericht is op een gelukkige vondst of medewerking van de ge- interesseerde lezer. Het patronym Auts wordt reeds vroeg in de gemeente Ulrum gevonden en wel omstreeks 1703 als Peter Auts in een proces be- treffende landhuur gewikkeld is met de Gerichtsscriba Mr. Roeloff Jansens te Ulrum. Omstreeks diezelfde tijd woonde in het rechtsgebied van het Groote- en Kleine Reedschap (destijds het gebied van de tegenwoordige gemeente Ulrum met een gedeelte van de tegenwoordige gemeente Kloosterburen waarin Hom- huizen ligt) Peterke Autzes gehuwd met Onne Peters waaruit wel blijkt dat de schrijfwijze meer voorkwam. Jannes Autze’s was zeevisser te en overleed aldaar nà 1779 in welk jaar hij zijn huis te Zoutkamp verkoopt aan zijn zoon Klaas. Deze Klaas James was eveneens zeevisser terwijl zijn vrouw te Zoutkamp een herberg annex cremerie dreef. Later kocht hij een boerderijtje liggende midden in het dorp Zoutkamp waar de nakomelingen opgevoerd onder no. 87 het laatst woonden. In latere jaren werd deze boerderij door de visserij- vereniging aangekocht en ingericht ten behoeve van de visverwerking. Dien zoon Jan Klasens Loots bracht het verder op de maatschappelijke ladder. Door zijn huwelijk kwam hij in het bezit van ,,Klein Midhuizen” en regeerde hij van daaruit mede de gemeente Ulrum. (zie verder onder no. 12). Met no. 71 stierf het geslacht Loots te Zoutkamp uit maar het bestaat nog te Uhum, Zuurdijk en elders. Het geslacht zal haar naam ontleend hebben aan het feit dat de stamvader of diens zoon bij zijn beroep als zeevisser eveneens het beroep van loods voor het Friese Gat uitoefende, hetgeen in die tijd meerdere vissers deden. Ook van dit geslacht kan gezegd worden hetgeen eens een onbekende dichter ergens neerschreef: ,,De zee blijft zee, de velden blijven velden, de droom vernielt zich zelf niet, maar de waan, Zoo bergt - om ‘t volgend zaad - God al zijn graan.” Het geslacht vangt dan aan met:

Ie geslacht. Junnes Autze’s, geboren omstreeks 1720, overleden nà 1779, gehuwd met Martje Roelfs, geb. en ged. Vierhuizen 30-6-1720 als dochter van Roelf Garmts en Claeske Claesen. Rechterl. Archieven Groningen XL111 b.1. Rechtdag Ulrum 3-10-1766. Rooske Jans contra Jannes Auts tot Zoutkamp tot betaling binnen 21 dagen van 44 gl. 11/2 st. boekschuld. Alvocaat Wolthuis verzoekt een half jaar uitstel, aangezien het geld nog moet worden gemaakt uit oes- ters welke nog in Hamburg moeten worden verkocht.” 20-12-1766. XL111 f. Boedelbeschrijving van de goederen van Jacob

13 Oewes en wijlen Anje Jacobs op de Zoutkamp. o.a. Jannes Outs boek- schuld groot 4 gl. 4 st. 3 duiten. 15-1-1773, XL111 b.1. Jacob Waalkes en Jannes Outs voorstanderen van de pupillen van Claas Pieters bij wijlen Willemke Waalkes in echte ver- wekt.”

IIe geslacht. Kinderen van 1. 2. Klaas James Loots, geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 23-3-1740, overl. te Zoutkamp 15-2-1808. zeevisser, winkelier en herbergier en later land- bouwer te Zoutkamp. Gehuwd (onbekend waar) le: Trijntje Aukes, geb. omstreeks 1745, overl. te Zoutkamp vóór 1784. Huwelijkscontract Ulrum 11-10-1776 XL111 c.2 tussen Klaas Jannis en Trijntje Aukes. Getuigen aan bruidegomszijde: Martjen Roelfs als moeder, Roelf Jannis en Antje Luurs als broeder en aangehuwde zuster, Jacob Cornellis en Hilje Jannis als zwager en volle zuster en aan bruids- zijde: Arent Eijses en A. Wolthuis als dedigsman.” Zij was weduwe van Harm Jans (Visser). 13-10-1775 XL111 b.1. ,,IJwe Jacobs, Arent Eijses en de commijs Sijvert Tonnis, voormond en voogden over de 2 pupillen van wijlen Martje Jacobs en Harm Jans, aangezien Harm Jans thans ook is overleden. Verzoek tot verkoop van de boedel en een scheepke waarmede Harm Jans gewoon was met visch en groenten op Groningen te varen en een wrakschip door Harm Jans gekocht voor de sloop en de zaak te mogen regelen met de stiefmoeder Trijntje Aukes.” Gehuwd IIe Vierhuizen 19-12-1784 (ondertr. 1-12-1784) Geertruida Jans, geb. te Eenrum in 1752 (niet in het doopboek gevon- den), overleden Ulrum 2-2-1824, dochter van Jan Aries en Anje Al- derts. 3-12-1784 XL111 c.4. Huwelijkscontract tussen Claas Jannis Loots en Geertruid Jans. Getuigen aan bruidegomszijde Roelf Jannis als volle broeder en Jacob Cornellis als zwager en aan bruidszijde: Jan Clasen als stiefvader en Arent v. d. Veen als zwager. 6-7-1778. XL111 c.4. Klaas Jannes en vrouw Trijntje Aukes verkopen hun herberg met cremerie te Zoutkamp aan Wessel Jans en Anje Heeres ehl. aldaar met hekken en stekken voor 1075 Car. gl. 5-6-1778. XL111 c.4. Klaas Jannes en Trijntje Aukes te Zoutkamp lenen van Alle Ubels en Aaltjen Jans te de somma van 1000 gl. 7-7-1779. XL111 c.4. Klaas Jannes en Trijntje Aukes ehl. te Zoutkamp verkopen aan Jan Harms en Aaltje Wibbes ehl. aldaar een bunsnik met annexen voor 2275 Car. gl.

14 17-7-1779. XL111 c.4. Jannes Outs als gevolmachtigde van zijn vrouw Martjen Roelfs verkoopt aan hun zoon Claas Jannes en vrouw Trijntje Aukes een huis te Zoutkamp voor 650 Car. gl. 4-5-1781. XL111 b.1. Claas Jannes tegen Metske Gerrits in de Zout- kamp tot betaling op 12 juni 1781 van 400 Car. gl. capitaal met achter- stallige rente wegens verzegeling. 21-7-1781. XL111 c.4. Edze Jans en Lijsabet Peters ehl. te Zoutkamp verkopen hun huis aldaar aan Claas Jannis en Trijntje Aukes ehl. voor 445 Car. gl. 30-9-1791. XLIIIb.2. Rechtdag Ulrum, eis van Abel Jans tegen Klaas Jans Loots tot betaling van 7 weken arbeidsloon van 15 May 1791 tot 3 July 1791 à 32 stuivers in de week”. 3. Roelf James Loots, ged. Vierhuizen 3-4-1742, overl. Zoutkamp 3-10- * 1823, zeevisser, gehuwd Vierhuizen 1-12-1770 met: Anje Luurts, ged. Vierhuizen 17-10-1737, overl. Zoutkamp, begraven Vierhuizen 9-2-1810, dochter van Luurt Clasen en Manje Willems. 4. Auke Jannes, geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 17-3-1744. 5. Hilje Jannes Loots, ged. Vierhuizen 28-2-1746, overl. Zoutkamp 16-4- 18 11, gehuwd met: Jacob Cornelisz Visser, geb. in 1746, overl. te Zoutkamp 1-3-1822, oud 76 jaren, visser. In de overlijdensacte komen de namen van zijn ouders noch de plaats van herkomst voor. 1-5-1772 XL111 b. 1. Rechtdag Vierhuizen. Jacob Waalkes voormond, Jannes Autzes sibbevoogd en Jacob Rinnes vreemde voogd over de 5 onmondige kinderen van wijlen Willemke Waalkes bij Claas Pieters tegen Jacob Cornelis te Zoutkamp tot betaling van een aan hem ver- kocht huis voor 273 Car. gl. 13 st. 3 duiten.” 6. Hendrik Jannes Loots, ged. Vierhuizen 12-5-1748, overl. te Zoutkamp 27-2-1818, visser, gehuwd Vierhuizen 3-10-1786 (ondertrouw Ulrum 18-9-1786) met: Ztje Lubbers, geb. Houwerzijl ged. Niekerk 23-3-1755, over]. Zout- kamp, begraven te Vierhuizen 23-7-1810, dochter van Lubbert Geerts en Geeske Lamberts. Geen kinderen. 7. Pieter Jannes Loots, ged. Vierhuizen 20-7-1750, overl. te Zoutkamp 18-12-1828, ongehuwd, visser. 8. Jan Jannes, ged. Vierhuizen 17-9-1752, over]. Zoutkamp 31-5-1795. visser, gehuwd met: Anje Jans Buis, geb. Zoutkamp 29-5-1757, overl. Vierhuizen 8-9-1809, dochter van Jan Gerrits en Reintje Sikkes. (zie voor het geslacht Buis ,,Gruoninga” okt. 1961). 9. Jacob Jannes, geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 20-4-1755. 10. Anje Jannes, geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 19-5-1758. ll. Auke Jannes, geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 31-5-1761.

15 Ille geslacht. Kinderen van 2, uit 2e huwelijk. 12. Jan Klasens Loots, geb. Zoutkamp 21-5-1786, overl. te Vierhuizen 18-5-1876, landbouwer op ,,Klein Midhuizen” aldaar, gehuwd Ulrum 29-5-1813 met: Trijntje Rijpkes Beukema, geb. Vierhuizen 20-6-1793, over]. aldaar 11-6-1833, dochter van Rijpke Jacobs Beukema en Martje Willems Faber. (zie voor haar geslacht de genealogie Beukema). Loots was van 1823 tot 1851 lid van de Gemeenteraad van Ulrum en van 1827 tot 1851 assessor. (wethouder). Tijdens de Afscheiding in 1834 speelde hij wegens afwezigheid van de burgemeester, als hoofd van de politie een belangrijke rol en was hij verantwoordelijk voor de toen tegen ds De Cock en medestanders genomen maatregelen. 13. Klaaske Klasens Loots, ged. Vierhuizen 15-10-1788, over]. aldaar 18-5- 184 1, gehuwd te Ulrum 20-3- 18 15 met: Jacob Lammerts Dijkstru, ged. Niekerk 7-10-1884, overl. te Ulrum 20-5-1839, landgebruiker te Niekerk, zoon van Lammert Helprichs en Etje Jacobs, weduwnaar van Eeuwke Klasens Westerhuis, die op 6-2- 18 13 te Vierhuizen overleed. De kinderen uit het tweede huwelijk van Lamert Helprichs met IJtje Lue’s Dijkhuis, namen de naam Dijkhuis aan. 14. Antje Klasens, ged. Vierhuizen 30-5-1790. 15. Korneliske Klusens Loots, geb. Zoutkamp 26-10-1791, over]. aldaar 16-2-1837, gehuwd te Ulrum 1-12-1814 met: Jan Gosens Kolk, geb. Zoutkamp 3-11-1792, over]. aldaar 14-8-1841, koopman, zoon van Gozen Berents, koopman te Zoutkamp en Geeske Jans. (zie ook Ommelander Geslachten 1 bl: 760 en 11 bl. 1325).

IIIe geslacht.

Kinderen van 3. 16. Mutje Roelfs Loots, geb. Zoutkamp 17-11-1771, overl. ald. 16-1-1818, gehuwd Vierhuizen 28-6-1795 met: Heere Broers Visser, ged. Vierhuizen 3-11-1771, overl. te Zoutkamp 30-11-1796, visser, zoon van Broer Heeres en Antje Harms, kleinzoon van Heere Broers en Nieske Jans en achterkleinzoon van Broer Heeres en Aaltien Lubbers. (t 1675). Gehuwd IIe Vierhuizen 19-8-1804 met: Klaas Emes (Zwart), geb. Zoutkamp ged. Vierhuizen 31-1-1768, be- graven aldaar 2-11-1810, visser, zoon van Eeme Wijbrands en Eltje Clasen. 17. Roelf Roelfs Loots, geb. Zoutkamp 8-10-1779, overleden aldaar 22-10- 1825, ongehuwd, visser.

16 IIIe geslacht.

Kinderen van 8. 18. Auke Jans Loots, ged. Vierhuizen 18-11-1781, overl. te Zoutkamp 21-6-1821, gehuwd te Vierhuizen 9-10-1803 met: Johannes Jacobs Balk, ged. Vierhuizen 29-3-1777, overl. te Zoutkamp 6-3-1859, visser, zoon van Jacob Waalkes en Anje Melles. (zie voor het geslacht Balk ,,Gruoninga” dec. 1959 e.v.). Na het overlijden van zijn vrouw huwde Johannes Balk op 31-12-1825 te Ulrum met Anie Sierts Mennes, geb. te Zuurdijk 30-3-1781, dochter van Siert Mennes, landbouwer aldaar en Trijntje Geerts. 19. Jan Jans Loots, ged. Vierhuizen 19-9-1784, over]. te Zoutkamp 30-1- 1865, visser, gehuwd Ie Vierhuizen 19-11-1808 met: Trijntje Jans Bol, geb. Zoutkamp 16-2-1789, over]. aldaar 3-2-1829, dochter van Jan Jans Bol en Martje Rijpkes Beukema. (zie voor het geslacht Bol ,,Gruoninga” april 1960). 16-7-1796. XL111 d. Inventarisatie van de goederen van Martje Rijpkes en wijlen haar eheman Jan Jans Bol in de Zoutkamp. Een huis met beklemming aldaar getaxeerd op f 700,-, een vissnik met toebe- horen get. op f 1400,-. 23-7-1796. XL111 g. Afkoop van de goederen van wijlen Anje Louwes en wijlen Jan Jans Bol en Martjv Rijpkes weduwe Jan Jans Bol als stedemoeder. Aan ieder der kinderen komt 281 gl. 4 st. 5 duiten. Sijger Louwes voormond, Evert Jans sibbe- en Klaas Lubberts vreemde voogd. Gehuwd IIe Ulrum 12-11-1831 met: Anje Arends Danhof, geb. Vierhuizen 12-5-1788, overl. te Zoutkamp 25-3-1856, dochter van Arent Geerts Danhof en Ebeltje Joosten Dan- hof, kleindochter van vaderszijde van Geert Thomas en Anje Arents, weduwe van Melle Meertens Smit, met wie zij op 26-11-1809 te Vier- huizen was gehuwd. 20. Jannes Jans Loots, geb. Zoutkamp 19-6-1787, over]. aldaar 16-9-1826, visser, gehuwd te Vierhuizen 21-10-1810 met: Trientje Maria Leenderts Faber, geb. Schiermonnikoog 6- 12- 1787, overl. te Zoutkamp 18-10-1854, dochter van Leendert Klasens Faber, grofsmid op Schiermonnikoog en Aafke Thomas. Na het overlijden van Loots huwde zij op 16-10-1830 te Ulrum met Pieter Geerts Bulthuis, geb. te 22-3-1801, zoon van Geert Roelfs Bulthuis en Betje Pie- ters Bik. 21. Roelf Jans, geb. Zoutkamp 10-12-1790, overl. niet aanget. 22. Roelof Jans Loots, geb. Zoutkamp 26-2-1792, zeevisser, verdronken op de Noordzee nabij Rottumeroog op 27-11-1826, gehuwd le Ulrum 19-3-1815 met:

17 Fenna Roe& Hazekamp, ged. Ulrum 23-9-1789, overl. te Zoutkamp 13-11-1825, dochter van Roelf Alberts Hazekamp, landbouwer en her- bergier te Ulrum en Aafke Jans; gehuwd IIe Ulrum 11-10-1826 met: Janna Derks Tiddens, geb. Zoutkamp 6-9-1802, overl. ald. 5-1-1848, dochter van Derk Tiddens, geboren te Leermens in 1764, commies op de Zoltkamp, overleden aldaar 3-2-1826 en Jantje Jans, overl. te Uh-um 7-9-1808. Na het overlijden van Loots huwde zij op 8-3-1829 te Ulrum met Freerk Melles Kniphuizen, ged. Vierhuizen 24-8-1783, timmerman, zoon van Melle Fokkes en Berendjr Freerks, weduwnaar van Hendrikje Roelfs Hazekamp, zuster van Janna eerder genoemd. Uit beide huwe- lijken werden geen kinderen geboren. 23 Reintje Jans Loots, geb. Zoutkamp 26-4-1795, overl. ald. 18-3-1892, gehuwd te Ulrum 19-3-18 15 met: Albert Jacobs Ronda, ged. Vierhuizen 11-5-1790, overleden Niekerk en Vliedorp 6-9-1870, kleermaker aldaar, zoon van Jacob Liefferts, kleermaker te Zoutkamp en Teuniske Alberts en kleinzoon van Liefland Everts en Agnietje Rijkes Boyckema. (Wordt vervolgd).

Aan dit nummer werkten mee : Ds E. van Alphen Az., Bernard Luninckstraat 4, Deventer. B. Noordbeek, Neuweg 405, Hilversum. P. J. Ritsema, Breezandstraat 15, Scheveningec.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

18 FAMILIEAANTEKENINGEN ,,VAN NULCK” door B. NOORDBEEK (slot)

61. Op Maandag den 18 December 1820 des namiddag heeft Dirk Van Nulck Zijn belijdenis gedaan ten huisen van Do- D. H. Wildschut & Ouderling van IJseldijk getuygen J. Van Nulck & A. Plokker, en be- vestigd op den 26 December 1820 Tweede Kerstdag door Do. D. C. Van Voorst des namiddag in de Zuider Kerk. 62. Op Zondag den 30e Mey 1824 des namiddags om 1% Uur is onse behuwd & Vrouws Vader Dirk Cornz Plokker in Leven Kaptein in dienst van de Voormalige Oostindische Compagnie Overleden in den Ouderdom van 82% Jaren. Na eene langdurige Verswakking En op Vrijdag middag ten 12 Uuren den 4 Juny 1824 Begraven in de Oude Kerk in ‘t Graf No. 13 voor de geschilderde Glasen. 63. Op Dingsdag den 20 November 1827 des Nagts om Ca. 1 Uur is onse behuwd & Vrouws Moeder Elizabeth Plokker Weduwe Dirk Cornz Plokker Overleden in den Ouderdom van 82% Jaaren en 5 dagen na Een Spoedige Verzwakking & Zware Koortsen, en op Zaturdag 24 November 1827 te 12 Uuren begraven in de Oude Kerk in ‘t Graf N 13 voor de geschilderde Glasen. ad 63. Overlijdensreg. Amsterdam: Elisabeth Plokker, geboren te Katwijk aan Zee. 64. Op Woensdag den 4 November 183 1 is Antje Elisabeth Van Nulck onse Oudste Dochter & Dirk Verleur Van Nulck Onse Neef bij de burger Stand aangetekend en Den 2 December 1831 in den Echt Ver- Eenigd alhier door den burgemeester F. van der Poll, daarna ten zelve Dagen in de Oude Kerk door Do. Hendrik Rietveld. Oudste Leeraar indertijd. 65. OP heeft onse Jongste Dochter Johanna Cornelia Van Nulck haar belijdenis gedaan ten huisen van Dominé Simon Dirk de Keiser getuygen J. Van Nulck & A. Plokker en bevestigd op den door Do. Dirk Hend. Wildschut in de Nieuwe Kerk. 66. Op Vrijdag 10 Augustus 1832 Ongesteld & Zaturdag 11 D- Overleden Onse behuwd Zuster Helena Mulder Weduwe van Onse broeder Dirk Van Nulck Aan Een Slijmberoerte in den Ouderdom van Ca. 64 Jaren wonende te Muiden. Aldaar ter Aarde besteld op het Kerkhoff bij de \ Diemerbrug den 17 August. 1832. 67. Op Maandag 13 Augustus 1832 is onse Neef Maximiliaan Van Troost- wijk Na Een Langdurende Ziekte van Keeltering op de Hofstede Sterreschans bij de Niewer Sluys Overleden in den Ouderdom van Jaren, en ter Aarde besteld op het Kerkhoff bij de Diemerbrug den 17 August. 1832. ad 67. Huwelijksreg. Amsterdam: 26.4.1815 Maximiliaan van Troostwijk, oud 43 jaar, zoon van Adrianus Paets van Troostwijk en Maria Cornelia Loten. 68. Op Zon & Dank & Biddag 15 Juny 1834 is onse Oudste Dochter Antje Elisabeth Van Nulck Huisvrouw van Onse behuwdzoon Dirk .Verleur Van Nulck Smorgens kwart voor 5 Uuren gelukkig Verlost

19 van Een Zoon Welke op Zondag den 6e July 1834 nademiddag in de ZuiderKerk is gedoopt door Dom. Simon Dirk de Keiser, zijnde ge- naamd Jan Dirk getuygen Dirk Verleur Van Nulck, Vader & Jan Van Nulck Grootvader, gepresenteerd door A. Plokker Grootmoeder. Kerkgang present A. E. Van Nulck.

(Vervolgd door D. van Nulck:) 69. Op Zaturdag 1 Novb 1834 overleed mijn Vader Jan van Nulck ten half 3 Uur nademiddags van Eene Galziekte van 9 dagen in den Ou- derdom van Ca 68 Jaren en ter aarde besteld in deszelfs eigen Graf in de Oude Kerk op Woensdag 5 Novb 1834 ten 12 uur. 70. OP Maart 1835 heeft mijn Broeder Jan zijn belijdenis in de Herv: Godsd: afgelegd ten huizen van Do. Begeman & bevestigd op den door Do. Riehm in de Noorderkerk. 71 Op 30 September 1835 is mijn oudste Zuster Antje Elisabeth van Nulck Huisvrouw van Dirk Verleur van Nulck, verlost van Een Doch- ter Welke op Zondag den 11 October 1835 nadenmiddag in de Kerk door Do Wildschut met de naam van Antje is gedoopt geworden - gepresenteerd door hunne Zuster Wed: v. Troostwijk. 72. Op Woensdag den 26 Oct. 1837 is mijn Zuster Johanna Comelia van Nulck bij den Burgerl. Stand aangetekend & den 9 Novn. 1837 in den Echt verEenigd te Amsterdam op ‘t Stadhuis & in de Nieuwe Kerk door Do de Keyzer - met Louis Matthiery Koentz geboren te Wy- chen. 73. Op den 12 September 1838 is mijne Zuster Johanna Cornelia van Nulck, Huisvrouw van L. M. Koentz te Utrecht bevallen van Een Zoon - welke op Zondag den nademiddag in de Dom Kerk door Do. Mentz met de naam van Matthijs Frederik is gedoopt & gepresenteerd door de Moeder. 74. Op den 7 April 1842 is mijn Broeder Jan van Nulck - bij de Burgerl. Stand aangetekend & den . . . . . in den Echte verEenigd te Amstrd. op ‘t Stadhuis & in de Nieuwe Kerk door Do Kortenhoef Smit met A.S.A. Noordbeek oud ca. 19 Jaren. ad 74, 75 en 81: Zie ,,Gens Nostra”, april 1963, blz. 111. 75. Op den 11 October 1843 is mijn Schoonzuster Suze Noordbeek Huis- vrouw van Jan van Nulck bevallen van Een Zoon welke op Zondag den ...... is gedoopt in de Westerkerk bij D. genaamd Jan. 76. Op den 31 Dec. 1849 is onze Tante Wed. D. Plokker geboren Pitman, te Wiesbaden overleden aan de gevolgen van Kanker aan de borst na vroeger dezelve te hebben doen afzetten. 77. Op den 24 Juny 1844 overleed mijn jongste Zuster Johanna Cornelia van Nulck - Echtgenoote van L. M. Koentz te Utrecht aan een Slijm- teering in de Ouderdom van even 31 Jaren nalatende 2 Jongens & 1 meisje. begraven op ‘t Kerkhof buiten de Tolsteegpoort. 78. op 4 November 1840 is mijn Zuster A. E. van Nulck bevallen van een Dochter Helena Elisabeth (gedoopt) door v. Meeteren Zuiderk.

20 79. op 3 Nov. 1842 is mijn Oudste Zuster bevallen van een Zoon Dirk Cornelis - gedoopt door Limburg Brouwer in de Amstelkerk. 80. op 23 Maart 1851 overleed mijn Behuwd Zoon G. 1. v Lennep Coster 2e Lt. bij ‘t O.I. Leger in garnizoen te Sumatra te Tebing Tingi oud 25 jaar - aan Leverziekte in 10 dagen. ad 80. Kind uit het eerste huwelijk van Anna Elisabeth Bier en David van Lennep Coster. 81. Op den 15 Septb. 1851, namiddag tussen 5, 6 Uur overleed mijn Schoonzuster A. S. A. Dupont Noordbeek, aan een langdurige Uit- teerende Ziekte den 11 September 185 1 haar 29 Jaar bereikt hebbende 82. Op den 10 September 1856 is mijn broeder Jan Van Nulck hertrouwd met Alida Elisabeth Sesink Clee te Bussum door Ds. Wunder uit Pur- merend. 83. Op den 13 Novb. 1862 is mijn nicht & pupille Johanna Cornelia van Nulck gehuwd met Charles Vialou, onderwijzer. Kerkelijk ingeZegend N. Kerk Ds. van Bell. ad 83. Naam van Nulck is foutief, moet zijn Koentz. Zie onder 88. 84. Op Donderdag 12 february 1857 ten half Zes namiddags overleed onze Moeder Antje Plokker aan de gevolgen eener beroerte haar Vrij- dag 6 febr ten Zes Uur overvallen. begraven 18 febr in de O.K. ten 12 Uur oud 77 Jrn & 3 md. NB. hare RegterZijde was dadelijk verlamd. - ‘t gezigt spraak & gehoor verloren geheel bewusteloos dus; en echter een paar dagen voor haar dood beantwoordde zij onze handdrukkingen met ze wederkerig te drukken. den 6 feb. toen haar dit overviel was zij nog zoo gezond & opgeruimd mogelijk. 85. Op Zondag 3 July 1859 is onze dierbare Neef Mathijs fredrik Koentz op ‘t Nieuwe Meer aan de Koene Molen gaan vissen & varen met onze Neef Dirk Cornelis van Nulck, waarbij hij een Riem verloor, hij ont- kleedde zich & kreeg die Zwemmende weder terug, doch Zijn Makker wist Met de andere Riem de schuit niet voor afdrijven door stroom, op die zelfde plek te houden, zoodat de Ongelukkige uitgeput van Zwem- men, de kragten begaven & voor altoos onder akelig gekerm in de diepte wegzonk. Eerst Maandag avond gelukte het Zijn lijk te vinden en thuis te krijgen. Hetwelk Woensdag in de Nieuwe Kerk in mijn graf is begraven. Was oud 20 jaar & 9 maanden. 86. Op den 13 January 1862 overleed na een lang & smertelijk lijden onze Nigt Antje Elisabeth van Nulck, wed. Dieperink eerder Wed Troostwijk in den Ouderdom van ca 71 jaar. 87. Onze Neef Frits Vahlkamp overleed van de Borst & beroerte den 11 Juny 1861 oud 36 Jaar. ad 87. Overlijdensregister Amsterdam 11.6.1861: Jan Fredrik Vahlkamp, van beroep Muzikant, oud 35 jaar, ongehuwd, zoon van Willem Fredrik Vahlkamp en Chris- tiana Dorothea Bier. 88. Op 13 Nov. 1862 is Johanna Cornelia Koentz gehuwd met Charles Vialou - op de Brg. Stand & door D. v. Bel1 in de Nieuwe Kerk. 89. Op 18 Aug 1864 is Gerarda Catharina Elisabeth van Lennep Coster

21 gehuwd met Petrus Jentink Predikant te Suawouden c.a. Ingezegend in de Nieuwe K. door Do. Jentink v. Niekoop. ad 89 en 94. Kind uit het eerste huwelijk van Anna Elisabeth Bier met David van Lennep Coster. Zie ook: 80. Petrus Jentink, 36 jaar, geboren te Steenwijkerwold zoon van Andries Jentink en Margarieta Dingen van Velsen. 90. Den 1. Mei 1864 bevallen Joh. Corn Vialou van een dochter m de Waalsche K. gedoopt Maria Johanna - 91. Mijn oudste Zuster geb. 3 Juli 1802 stierf 29 dec. 1879, verzwakking was 12 Jaren lang door een val onbekwaam te lopen. 92. Neef Jan Dirk van N geb. 15 Juli 1834 overleed ongeh. 5 Mei 1892. 93. Zijn Broeder Dirk Corn. v. Nulck geb. 3 Nov. 1842 overl. gehuwd 20 Nov. 1871 2 K nalatend. 94. Op 11 febr. 1869 is G. C. E. v. Lennep Coster Echtgen. v. P. Jentink - na vroegere Miskramen & ontijd. bevalling van Een doode twee- ling-Broeder, te Amstd. in de Nieuwe Kerk begraven - te Suawoud weder ontijdig bevallen van Een Zoon, gedoopt aldaar door D. Jentink uit Nieland in friesl. 29 mei 1870 met de naam Dirk Pieter, ten doop gehouden door Dirk. 95. Op 1 Aug. 1870 Overleed mijn Echtgenote Anna Elisabeth Bier in de nacht ca. 3 uur van Zondag op Maandag ca. 66 jaar oud. Sedert den Winter verzwakt & vermagerd kwam zij op den 3 pinksterdag van ‘t dopen harer Kleinzoon veel minder terug & daarom sedert dagelijks onder doktersbehandeling - doch bleef verzwakken. begr. Ooster Begr.plaats Vrijdag 5 Aug. 1870. ad 95. Huwelijksregister Amsterdam 19.2.1846: Dirk van Nulck, assuradeur, oud 41 jaar en Anna Elisabeth Bier, wonende te Vaessen, oud 41 jaar, weduwe van David van Lennep Coster, dochter van Michael Bier en Catharina Maria Volk- mar. 96. Overleden Famielje Vader D. Van Nulck - oud 88% Jaar Moeder Antje Rosier - ,, 80 ,, Zuster Gesina van Nulck D. Jacoba Van Nulck: 561/4 9, D. Cornelia Van Nulck: 56 ,, 24 D Broeder D. Van Nulck Jun.r 63 ,, D. - Dirk Plokker 44 9, Vader D. C. Plokker 82% >> Moeder E. Plokker 82% ,, 5 d, Vader Jan Van Nulck 68 ,> Neef Dirk Mulder 70 ,> Nicht Cornelia Mulder 63 Johanna Cornelia v. Nulck 31 ;I-. Suze Noordbeek 29 ,, Moeder van Nulck 77% Mathijs frederik Koentz ca 21 J;T

22 (Op een los papiertje): 97. Bevestigingen in de Noorder Kerk Bij Dominé Bel1 den 25 Maart 1857 Aangenomen den 20 Maart bij Dom Stroeve - Ouderling Valkenburg Mathijs frederik Koentz ad 97. Zie: 85. GENEALOGIE ,,VAN NULCK” 1. Dirk Nulk, van beroep sleper, geb. 1684 of 1688 te Kamen, graafschap Mark, bij Hamm, gest. 2.10.1764 te Amsterdam, ondertrouw 13.4.1714 te Amsterdam, geassisteerd met zijn broer, Gijsbert Nulk, wiens dochter Christina van Nulk, die 173 1 te den Haag was geboren en 19.4.1765 te Amsterdam ondertrouwde met Antony de Vries werd begraven te Am- sterdam 5.5.1807. Gijsbert Nulk woonde 1765 te Rijswijk. Dirk Nulk trouwde te Sloten met Gesina Coster, later genoemd Maghorius, geb. 1674 te Winterswijk, gest. 16.7.1745 te Amsterdam. 11. Zoon: Dirk van Nulck, van beroep zilversmid, geb. 13.7.1720 te Am- sterdam, gest. 12.1.1809 te Amsterdam, geh. 14.5.1743 te Amsterdam met Antje Rosier, geb. 23.7.1722 te Amsterdam, gest. 29.5.1802 te Amsterdam, dochter van Cornelis Rosier (zoon van Annetje Willems, geb. 1694, gest. 27.9.1777 te Amsterdam) en Jacoba Lambregts (geb. 1683, gest. 16.7.1764 te Amsterdam) welke 10.10.1721 te Amsterdam in ondertrouw gingen. Zij als weduwe van Willem Saayman. 111. Kinderen: 1. Gesine van Nulck, geb. 15.5.1774 te Amsterdam, gest. 16.9.1814 te Amsterdam, geh. 16.6.1765 aldaar met Jan Mulder, boekverkoper, wednr. van Meyntje ten Bos, geb. 26.3.1736, gest. 28.6.1801 te Am- sterdam. Kinderen: a. Dirk Mulder, geb. te Amsterdam, gest. oud 70 jaar, gravenmaker van de Oude Kerk. b. Johanna Mulder, ged. 27.8.1766 te Amsterdam. c. Jan Mulder, ged. 21.3.1773 in de Oude Kerk te Amsterdam. d. Cornelia Mulder, ged. 29.1.1775 te Amsterdam, gest. 20.4.1838 Amsterdam, oud 63 jaar. e. Annetje Mulder, ged. 29.7.1776 te Amsterdam. 2. Cornelia van Nulck, geb. 18.7.1751 te Amsterdam, gest. 11.8.1807 te Amsterdam, geh. 24.8.1773 te Amsterdam met Pieter Broers, ged. 17.3.1737 te Amsterdam, begr. 30.7.1798 te Amsterdam in de N.Z. Kapel. 3. Jacoba van Nulck, geb. 18.6.1747 te Amsterdam, gest. 12.9.1803 te Amsterdam, le x geh. 30.5.1775 te Amsterdam met Hermanus Zwartenhoff, zoon van Jacob Swartenhoff en Elisabeth Cornelisse, ged. 23.6.175 1 te Amsterdam, gest. 3 1.10.1780 te Amsterdam, 2e x geh. 10.4.1791 te Amsterdam met Jacobus van Eyl, gest. 18.10.1792 te Amsterdam. Een posthuum geboren kind uit dit huwelijk stierf op

23 de dag van geboorte 19.4.1793. 3e x geh. 29.3.1797 te Vreeland met Cornelis Johannes Kamerling, wednr. van Hana Hester. Hij ondertrouwde 18.10.1805 voor de 3e x. Nu met Margaretha Retel. 4. Dirk van Nulck, goud en zilversmid, geb. 24.7.1756 te Amsterdam, gest. 12.7.1819 te Almelo, le x geh. 7.11.1790 te Amsterdam met Johanna Mulder, dochter van H. Mulder en H. Bossen, ged. 20.6. 1765 te Amsterdam, gest. 21.3.1796 te Amsterdam, 2e x geh. 6.11. 1796 te Amsterdam met Helena Mulder, dochter van Jan Mulder en H. Ritsing, ged. 2.12.1768 te Amsterdam, gest. 11.8.1832 te Muiden. Kinderen uit het le huwelijk: a. Antje van Nulck, geb. 10.10.1791 te Amsterdam, gest. 13.1.1862 te Amsterdam, le x geh. 26.4.1815 te Amsterdam met Maximili- aan van Troostwijk, geb. 20.10.1771 te Amsterdam (tweeling met Wouter), gest. 13.8.1832 te Amsterdam, zoon van Adrianus Paets van Troostwijk en Maria Cornelia Loten. 2e x geh. 29.6. 1837 te Amsterdam met Hendrik Haagen Dieperink, Officier van Gezondheid le klas, R.O.N., wednr. van Margarethe O’Fer- rall, zoon van Abraham Dieperink en Johanna Lucia Haagen, geb. 1795 te Hoornaar, gest. 18.5.1842 te Amsterdam. b. Dirk van Nulck, geb. 27.2.1796 te Amsterdam, begr. 30.1 .1797 in de Zuiderkerk te Amsterdam. Kinderen uit het 2e huwelijk: c. Dirk Jan van Nulck, ged. 25.6.1800 te Amsterdam. d. Dirk Verleur van Nulck, fabrikant, geb. 22.3.1802 te Amsterdam, geh. 2.12.183 1 te Amsterdam met Antje Elisabeth van Nulck (zie: 6a). 5. Christine van Nulck, geb. 11.5.1761 te Amsterdam, gest. 4.5.1764 te Amsterdam. 6. Jan van Nulck, makelaar in assurantiën, geb. 27.11.1766 te Amster- dam, gest. 1.11.1834 te Amsterdam, geh. 2.8.1801 te Sloterdijk met Antje Plokker, dochter van Dirk Cornelis Plokker (Kapitein bij de V.O.C., geb. 1741, gest. 30.5.1824 te Amsterdam) en Elisabeth Plokker (geb. 15.5.1745 te Katwijk aan Zee, gest. 20.11.1827 te Amsterdam), geb. dec. 1779 te Katwijk aan Zee, gest. 12.2.1857 te Amsterdam. Haar broer Dirk Plokker, gest. 13.7.1820 te Londen, was gehuwd met Ann Pitman die 3 1.12.1849 te Wiesbaden overleed. De dochter van dit echtpaar was Ann Elisabeth Plokker, geb. in 1817. IV. Kinderen van Jan van Nulck en Antje Plokker: a. Antje Elisabeth van Nulck, geb. 3.7.1802 te Amsterdam, gest. 29.12.1879 te Amsterdam, geh. 2.12.183 1 te Amsterdam met Dirk Verleur van Nulck (zie 4d). Kinderen: 1. Jan Dirk van Nulck, geb. 15.6.1834 te Amsterdam, gest. 5.5.1872 te Amsterdam. Ongehuwd. 2. Antje van Nulck, geb. 30.9.1835 te Amsterdam.

24 3. Helena Elisabeth van Nulck, geb. 4.11.1840 te Amsterdam. 4. Dirk Cornelis van Nulck, sigarenfabrikant, geb. 3.11.1842 te Amsterdam, gest. 20. ll. 1871 te Amsterdam, geh. 28.10.1869 te Amsterdam met Hendrika Meyboom, dochter van Jan Comelis Meyboom en Grietje Zeven. Kinderen: a. Jan Dirk Cornelis van Nulck, geb. 8.7.1870 te Amsterdam. b. Antje Margaretha Elisabeth van Nulck, geb. 25.1.1872 te Amsterdam. b. Dirk van Nulck, assuradeur, geb. 19.9.1804 te Amsterdam, geh. 19.2.1846 te Amsterdam met Anna Elisabeth Bier, wed. van David van Lennep Coster, dochter van Michael Bier en Catharina Maria Volkmar, ged. 2.12.1804 te Amsterdam, gest. l.g.1870 te Amster- dam. Het huwelijk bleef kinderloos. Kinderen uit het eerste huwelijk van de vrouw: 1. G. J. van Lennep Coster, 2e luit. bij het N.I.L., geb. 1826, gest. 23.3.1851 te Tebing Tinggi. 2. Gerarda Catharina Elisabeth van Lennep Coster, geh. 18.8.1864 te Amsterdam met Petrus Jentink, Predikant, geb. te Steenwijker- wold, zoon van Andries Jentink, uit welk huwelijk 11.2.1869 te Suawoude een zoon werd geboren: Dirk Pieter Jentink. c. Dood geboren kind 14.9.1807, begr. 17.9.1807 in de Zuiderkerk te Amsterdam. d. Hermanus Johannes van Nulck. geb. 11.1.1810, gest. 5.2.1810 te Amsterdam. e. Johanna Comelia van Nulck, geb. 4.5.1813 te Amsterdam, gest. 24.6.1844 te Utrecht, geh. 9.11.1837 te Amsterdam met Louis Ma- thieu Koentz, geb. te Wychen, architect, in 1862 wonende te Trinton Clinton, staat Illinois, U.S.A. Kinderen: 1. Matthijs Frederik Koentz, geb. 12.9.1838 te Utrecht, gest. 3.7. 1859 te Amsterdam (verdronken). 2. Johanna Cornelia Koentz, geb. te Utrecht, geh. 13. ll. 1862 te Amsterdam met Charles Vialou (onderwijzer), zoon van Pierre Vialou en Metta Hana Pietersen. Een dochter van dit echtpaar: Maria Johanna Vialou werd 1.5.1864 te Amsterdam geboren. f. Jan van Nulck, boekhouder, fabrikant, makelaar in assurantiën, geb. 15.9.1816 te Amsterdam, gest. 19.9.1893 te Amsterdam, le x geh. 7.4.1842 te Amsterdam met Anna Susanna Aletta (du Pont) Noordbeek, geb. 11.9.1822 te Amsterdam, gest. 15.9.1851 te Am- sterdam, 2e x geh. 10.9.1856 te Bussum met Alida Elisabeth Sesink Clee. 2e huwelijk kinderloos. (Zie ook ,,Gens Nostra”, april 1963). Kinderen: 1. Jan van Nulck, geb. 11.10.1843 te Amsterdam. 2. Antoine 1’Esperance van Nulck, geb. 16.11.1844 te Amsterdam. 3. Anna Susanna Aletta van Nulck, geb. 24.11.1849 te Amsterdam.

25 TOEVALLIGE VONDSTEN door

Ir. G. L. MEESTERS

1. Barchman Wuytiers

In de Kontraktenprotokollen der stad Emden (St. Archiv Aurich Rep. 234) komt in deel 14 op fol. 78~s een acte voor die een nader licht werpt op de stamvader van het geslacht Wuytiers. Het betreft een huwelijkscontract ver- leden op 10 Juni 1574, geregistreerd op 20 Juni daaraanvolgende. Cornelijs Dirricksen Berckmsn salige Dirrick Gouertzen van Delft unnd Aechte Cornelijs Vorborch, die nhamals an Andries Boelis wedder vorhil- liket, twiher eheliche soene eins unnd Alcken Janss sal. Johan Mius Kops wilant unsers borgers unnd Marrij Sijmons die sich nhamals an Claes Lenting ock unsen mithborger wedder vorhilliket, eheliche tochter, sluiten een hu- welijkscontract. Zijn moeder Aechte mith Cornelijs die Vlaming (oir schwager unnd voeget) geeft aan haar zoon f 6009.- mede ten huwelijk, waarvan zij f 3000.- contant betaald. De rest wordt voldaan met een rentebrief up Jacob Jans huss tho Amsterdam, int Herthe genaamd, groot f 704.- (Jacob Jans behoort tot de familie die zich van Beresteyn is gaan noemen) en met nog een rente- brief van f 56.5 st. per jaar op Joest Janss Brower tho Delft (omtrent Joost Ackersdijck zie N.L. 1908 k. 178, 1958 k. 553 en N.L. 1960 k. 418). Aan- wezig waren: Aecht Cornelijs Voerborch weduwe (tekent: Aecht Conelijs Verburch), Cornelijs die Vlaming, Gouerdt Dirricks, Cornelijs Barckman, Claes Lentingk, Marriij Sijmons, Hindrich Kersshake, Hindrich van Freden, Jurgen Groittfelth. Bij vergelijking met Ned. Adelsboek 1953, pag. 443 onder 11 blijkt het dezelfde personen te betreffen, zij het dat het gepubliceerde nogal wat fouten bevat. Het onderzoek naar de stamvader zal van Delft dienen uit te gaan. In hetzelfde register komt op fol. 569 een acte voor van 4.11.1577 waarbij Jancken Lambertz weduwe van Amsterdam aan Cornelijs Fleminck en Gouerdt Dirricks overdraagt: een renthebrief van 57 carolus gulden sprue- tende uuth die kusting van ein huss ende erfe staende up die Sehedijck tho Amsterdam de dato 21 Mei 1562.

11. Fischer In het protocollum judiciale van het Gogericht Salzkotten (St. Archiv Münster-Fürstentum Paderbom Rep. A 268) nr. A 22 is een acte te vinden van 24.6.1755 waarbij Wibbemeijer te Veme namens zijn vrouw Anna Ca- tharina Fischer laat optekenen dat zijn zwager Henricus Fischer te Amster- dam gestorven is en dat zijn vrouw de enige erfgenaam is; hij geeft volmacht aan Henrich Zengerley om de erfenis te innen.

26 ANTWOORDEN SCHUKKING (Gens Nostra 1963, pag. 317, vraag 81). Gegevens Schukkina ziin te vinden in het in 1887 door L. Oldenhuis Gratama en G. R. W: Kymmell gepubliceerde ,,Geslachtsregister der familie Kymmell”; een betrouw- baarder genealogie is te vinden in Nederlands Patriciaat, jrg. 1927 (17). De laatste plaatst een vraagteken bij het huwelijk Schukking met Vreda van Keppel, m.i. ten onrechte. Het schultenprotocol van de Wiik vermeldt op fol. 6 dat in het jaar 1671 ..vertoont en zeeft Domine Schockinck an wegens Juffrouw Äeltin van KeDDel Fox” een schuldbekente&; men had toen de registratie-van dergelijke actes verplicht gesteld. Het huweliik Schuckina-van KeDDelfOX wordt vermeld in N. Dr. V. Alm. 1898. P. 72/73, in een-artikel van W. Koops-te de Wijk: Geschiedkundige aantekeningen omtrent de IJhorst. Daar het origineel van doop- en trouwboek over die tijd verloren is gegaan, heb ik getracht de aantekeningen van de heer Koops te achterhalen, doch kon daarvan geen inzage verkriiaen. Er is geen reden om aan de iuistheid te twijfelen. Men geeft op da

27 Tenslotte nog een enkele aanvulling over de nazaten van Matthias Wilm Schukking. De dochter van Matthijs, Vreda, woonde voor haar huwelijk te Ruinen, vanwaar zij op 13-11-1730 attestatie te Meppel inleverde. De zoon van Matthijs, Ds. Lubbertus, werd op 9-1-1755 te Beilen begraven bij zijn eerste vrouw (dochter van de ette Lucas Coons en Hillechien Lamberts Huvsine). beer. aldaar 4-5-1724. Zijn 2e vrouw, geb. Beilen, was dr. van de landschrijver Dr. Bernhard Kiers en Gesina Geertruid Siiuers. Van hun 9 kinderen het volgende: 1. Catharina, begr. Beilen 9-3-173 1; 2. Lucas, begr. Beilen 25-6-1723; 5. Margl-ieta. bear. Beilen 23-3-1759. 6. Bernhard,‘be&. Beilen 7-5-1734; 7. Lubbertus Matthias. benr. Beilen 15-8-1741: 8. Gesina Geertruid, begry Beilen 30-5-1738. ’ G. L. MEESTERS, Dantelaan 32, Utrecht.

VAN GROENINGEN (,,Gens Nostra” 1963, pag. 190, vraag 43). Dank zij de van verschillende ziiden ontvangen mededelinnen kan worden vasteesteld dat: Heer -Adriaan van Bosveldt van 1668 tot 1698 Hoogheemraad van Rijnland was. Hij ligt begraven in de Grote Kerk te Haarlem (B. v. P.-P. deel 111. bl. 226). Van Gröeningen komt in de administratie van opgemeld Heemraadschap niet voor zodat aangenomen mag worden dat hij in particuliere dienst van Van Bosveldt is ge- weest. Zijn eerste huwelijk is niet in Leiden opgetekend terwijl zijn naam evenmin in het doopregister aldaar voorkomt. P. J. RITSEMA, Breezandstraat 15, Scheveningen.

MEYERAAN (,,Gens Nostra” 1963, pag. 283, vraag 52). Te Groenlo tr. 1697 Bernard Staring en Anna Aletta Meyeraan, die een dochter was van Mr. Jan Hendrik Meyeraan en Elisabeth Wissinck. een zeer aanzienliike familie te Groenlo. Deze Anna Aletta Meyeraan had een broer Theodorus Meyeraan, die drie kinderen had: Jan Hendrik, overl. te Leiden 12 mei 1766; Anna Maria Meyeraen, tr. Groen10 met Antony Frank, zij stierf 3 juli 1778; Theodorus Meyeraan, tr. Amsterdam Cornelia van Claveren, waarvan afstammelingen in Holland. F. J. H. WEYN BANNINGH, ,,Banninghof”, Groenlo.

HELLINGA - KLASENS (,,Gens Nostra” 1963, pag. 282, vraag 50a). De ouders van Johannes Eelzes Hellinga en Tetje Klasens waren: Eelze Hellingu, ook: Eelse Lidsers of Ledsers. In het kerkboek van Twijzel en Kooten (Achtkarspelen, Friesland), staat opgetekend: 1763 op Pinksteren verkooren tot ouderling uit Twijzel Eelze Hellinga mederechter van Achtkarspelen. In 1764 op Pinksterdag: En wanneer eenige weken daarna de ouderling Eelze Hellinga verstorf Register van lidmaten, April 1758 In ‘t Twijzel: Eelze Helling, (sic!) Bijzitter (van den Grietman T. W. S.) en Corneliske Martens zijn huisvrouw. Hij teekent in de rechterlijke archieven van Acht- karspelen als bijzitter o.a. op 2 Februari 1743, op 20 Juli 1742 gaf de bijsitter E. Hellin- ga een partij manufacturen aan een winkelierster in consignatie. Pieter Clases en Antje Pieters laten in Twijzel twee kinderen dopen nl.: Tetje op 24 december 1724 en Klaas op 24 augustus 1727. In een acte d.d. 9 May 1734 geregistreerd 13 Januari 1735 leent ,,Pieter Clases Huysman wonacht in ,,op Twijzel” als man en voogd over Antje Pieters mijn egte huisvrouwe” 100 Car. gld., afgelost 16 Januari 1750. Bij acte van 15 april 1735 te Augustinusga, geregistreerd 12 augustus 1744 nemen zij een hypotheek groot 2433 gld. 21 st. wegens aankoop van een boerderij te Twijzel, welk bedrag zij in drie termijnen in 1739; 1740 en 1740 afbetalen. Op 17 mei 1741 lenen zij 300 Car. gld., afgelost 2 februari 1752. Bij acte van 15 May 1743 geregistreerd 25 mei 1743 lenen Pyter Clases en Antje Pyters egtelieden woonachtig in op ‘t Wiesel 599 Car. gld. 19 st., afgelost op 2 februari 1752. Hij ondertekende met een kruis, zij met: Antie Pyters. Grootouders en wapens niet gevonden. Ir. T. W. SIERTSEMA, Iepenlaan 12, Assen.

28 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. 1. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Ons Amsterdam, Ijde jrg., no. 10, oktober 1963: A. Baltussen S. J. Feest in de R.K. Kerk ,,De Zaaier”; W. J. 5. Amsterdams Toneel rond 1813, Kanttekeningen bij een boeiende tentoonstelling; Dr. L. Jansen. Het Prinseneiland; Mr. G. A. van Beusekom. De nieuwe stedebouwkundige regeling voor het Prinseneiland; Het oude Amsterdam; J. A. Groen Jr. Durgerdam; H. 1. W. Behrens. Windhondenrenbaan in sportpark Ook- meer; H. W. Alings. De donkere Sluis.

It Beaken, Jiergong XXV, no. 3, sept. 1963: J. J. G. de Jong. It waer yn 1962; Mr. N. E. Algra. Omgean met de sinne en stimkohieren; Dr. J. G. Riewald. De geschiedenis van de Quakers in Friesland; J. Stienstru. Oer de methoaden fan utjaen fan nijere literatuer; Gerben A bma. Lânbouhistoaryske ynlieding op Vlietstra’s ,,De Frieske Ney- schoalle”.

The Detroit Society for Genealogieal Research, Magazine, Fa11 1963, Volume 27, No. 1: K. M. Lancasfer. What a Teacher of History can learn from genealogical Re- search; Cameron Allen. The (Soblet, Subley) Sublett family of Manakintown, King William Parish; H. W. Beek. One line of descent from John Albro of Portsmouth, Newport County; Fred. C. Warner, Lt. Uriah Beals of Weymouth and Leverett, Mass., and some of his Descendants; Eva Murrell Harmison. Is this your line? Henry Ostran- der. soldier of the American Revolution: V. Everham. Abstracts of earlv nrobate court records, St. Clair County; Records ‘of the first presbyterian church of Detroit, Mich. Part V, by Mm Kenneth Wheeler and Mrs Neil M. Romeo; Mrs Cameron F. Mackae; Marriage Records, 1838-1884, from first reformed Dutch Church, Ovid, Seneca Co, N.Y.; Lill. Toar McCormick. St. Clements Catholic Cemeterv, Centerline, Macomb Co, Mich.

Met gansen trou, 13e jrg., no. 10, ‘oktober 1963: Drs. H. B. M. Essink. Enkele grepen uit de geschiedenis van Baardwijk; A. van Engelen. Een praatje over onze spreektaal; E. van Helvoort. Verklaring van de namen Ekelaar, Borre en Priemsteeg.

Der Grafschafter, Folge 128, Jrg. 1963, oktober: Dr. Alfred Dieck. St. Hubertus; Helmut Hecht. Vom Wigbold zur Industriestadt Nordhorn.

Ons Heem, Jrg. XVIII, 1. Herfstmaand 1963: K. van den Bergh-R. de Vocht. Portretbidprentjes; T. J. Gerits o. praem. Inktrecepten uit Averbode (XVI eeuw); Fami- liekundige Vraagbaak; A. Lowyck. Schepenlijsten van de stad Brugge.

Der Herold, Band 5, Heft 1/2, Jan.-Juni 1963: Herbert Voszberg. Biographische, genealogische und heraldische Probleme der Grünewaldforschung; Ergänzungen zur Ahnentafel Friedrich Daniel Ernst Schleiermachers: Kindius, Asmus, Ruland, von An- halt-Dessan; Dilthey, von Thadden-Trieglaff; Buchbesprechungen.

Hessische Familienkunde, Band 6, Heft 7, Juli 1963: Des Geschlecht Rampe aus Sipperhausen; Die Familie des letzten Kurf hess. Finanz. ministers Joh. Carl Rohde; Die Burgemeister von Biedenkopf; Aus dem Laubacher Huldigungsbuch von 1631; Zierenberger Burger des 17. Jh; Eheschlieszungen in Staden 1694-1750; Der Zehnt- pfennig als familienkunde. Quelle; Die Niederlande und ,,das Niederland”; Hessen als Nürnberger Apotheker; Hess. Wappenrolle: Goebel, Krause, Schmucker.

Proceedings of the Huguena Society of London, Vol. XX, No. 4: Armand de Bour- bon, Marquis de Miremont; G. Lewis. The white terror and the persecution of the

29 protestants in the south of France in 1815; L. Bonnerot. Walter de la Mare, poet and writer of Huguenot extraction; D. B. Quinn. Jacques Le Moyne de Morgues; Sir Francis Portal. The Queen visits Portals of Laverstoke; J. W. Rougier. Recollections of horn working in York.

Instituto internacional de Genealogia y Heraldica y Federacion de Corporaciones afines. Hoja Informativa, Año X, No. 218, 15de Oct. 1963: Internationaal 7e Congres der Genealogische en Heraldische Wetenschappen te ‘s-Gravenhage; Adelijke titels; L. N. Puigvert. De grafologie in de Genealogie.

Nederlands Archievenblad, 67e jrg., 2e afl. 1963: Mededelingen van het Bestuur; Be- sluit Post- en Archiefzaken van de gemeente Amsterdam 1960; In memoriam B. Lonsain; S. H. van der Kraats Sr.; K. D. Hartmans; J. W. Moerman; Revindicatoir beslag op, afgedwaalde, archiefstukken een eeuw geleden.

De Nederlandsche Leeuw, LXXXe jrg., no. 10, oktober 1963: Dr. J. Mac Lean. Genealogie Maasdam-Vermaas; Korte mededelingen: Het wapen Van Nijdeggen; De oudere generatiën van het geslacht Herweyer.

Zeitschiift für Niederdeutsche Familienkunde, 38 Jg. Heft 5, Sept. 1963: W. Prill- witz. Fremde in lauerburgische Kirchenbüchern; F. Biermann. Das Viehschatzregister der Amter Dannenberg und Hitzacker von 1564; H. A. PIöhn. Von der Genealogie und ihren Grenzgebieten; K. E. Schultze. Bemerkenswerte Personen 164-1667 in der Ref. Gemeinde Glückstadt; A. Conn. Ahnenliste Conn.

Oklahoma genealogical Society Quarterly, Vol. 8, Number 2, June 1963: Publi- cations; Ogs observes civil war centennial; M. Leeper Creason. Heraldry for those new in family research; Ponca Indians; Queries.

Le Parchemin. 1Oe Série. Seut.-Oct. 1963. No. 90-91: S. S. le Paoe Paul VI: Chroniques dynastiques; Etst civil des families de militaires belges hors du Royaume; D. Labarre de Raillicourf. La Maison de Renart de Fuchsamberg dans la réaion de Namur et de Liége au XVe siecle; Les charges anoblissantes en France sous i’ancien régime; Les congres héraldiques et les ordres de chevalerie; Questions. Pfälzische Familien- und Wappenkunde, X11 Jrg. Band 4, Heft 11, 1963. Meyer. Erzbisschof Gebhards von Köln. Einwohner in Gommersheim: Neue Gemeindewappen in der Pfalz; Einwohner des Amtes Geisburg von 14-18 Jh.; Der Verlust der Horn- bacher Kirchenbiicher. The genealogical Forum of Portland-Oregon, Year Book 1963-64, supplement: Of- ficers; Information, Roster of new Members and Changes; Organization Members; Index of Surnames. Idem, Monthly Bulletin, Vol. X111, No. 1, Page 1, September 1963: A word from the President; News and Notes. Genealogical Queries; Individual Families. The Staten Zsland Historian, Vol. XXIV, Number 4, October-December 1963: I’. K. Bracher. The Richmond County Country Club; Three letters from Staten Island, 1820; J. J. Safford. A capsule historv of the original cunard property and of Cunard Hall as gathered from Staten Island sources materials; H. B. Reed. The first Stagecoach line from New York to Philadelphia. Amsterdam, december 1963. W. D. H. ROSIER.

AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST Nieuwe leden: 979. Mej. W. Vijlbrief, Alexanderlaan 5, Hilversum. 1818. H. A. Schoonderwoerd, Croeselaan 363, Utrecht. 3023. H. J. Oljans, Kasteel ,,Middachten”, De Steeg (Gld). 3024. Joh. Kubajewycz, Hendrik van Borselenkade 27, Amstelveen. 3025. L. Ravensbergen, Rijndijk 286, Voorschoten. 3026. Mevrouw C. P. H. Kools-Ooyens, Noordzijde zoom 2, Bergen op Zoom. 3027. A. F. van der Wees, Simon Stevinweg 98, Hilversum.

30 .

3028. G. M. Haam. Jokwei 5. Beetsterzwaaa (Fr.). 3029. L. D. N. de Bray, Mariotteplein 15hsr Amsterdam. 3030. Dr. F. B. A. M. Verhagen, Aalsterweg 317, Eindhoven. 3031. J. Makkinga, van der Helmstraat 2, Eindhoven. 3032. J. C. Wolters, Laan van Meerdervoort 1427, ‘s-Gravenhage. 3033. G. Landman, Koeriersterweg 3, Groningen. 3034. B. Buitenrust Hettema, Dennenweg 7, Doetinchem. 3035. V. P. M. Christiani, Saxenburgerdwarsstraat 9-11, Amsterdam-W. 3036. J. H. Wemelink Entink, Fred. Hendrikstraat 178-11, Amsterdam. 3037. J. Arler, Oude IJselstraat 15-111, Amsterdam-Z. 3038. J. van der Linden, Plantage 127, Beverwijk. 3039. D. Dangermond, Vondellaan 47, Beverwijk. 3040. D. Visser, Kennemerlaan 128, IJmuiden. 3041. Ir. B. te Nijenhuis, Schaarsbergenstraat 74, s-Gravenhage. 3042. J. Vroegon. Schenkstraat 22, ‘s-Gravenhage. 3043. B. J. Vermaat, Graaf Florisstraat 11, Schiedam. 3044. J. F. Grootendorst, Floreffestraat 28, Meerveldhoven. 3045. C. L. J. Koolen. Brunei 12. Geldron. 3046. H. J. J. Link Ó.E.S.A., Arumerweg 66, Witmarsum. 3047. J. de Bart. Hobbemalaan 80, Alkmaar. 3048. K. Hoekstra, Kleverlaan 40, Haarlem. R.97. Familienkundliche Gesellschaft fiir Nassau und Frankfort p.a. Dipl. Ing. Baurat Otto Döhner, Obermainanlage 26-11, 6 Frankfort a/Main.

Adreswijzigingen: 2385. Mrs. A. van Dam-Moller, Knudsen, 274 Westland Drive, Brigham City, Utah 84302. USA. 1844. E. J. G. Berendsen, Huize ,,de Berkenhorst”, Villapark, Barchem (Gld). 1243. W. L. J. Bracco Gartner, van Huevenstraat 66, Arnhem. 2278. H. A. Verduijn, p.a. Adelheidstraat 30, ‘s-Gravenhage. 2567. A. Bakslag, Churchill-laan 214 B, Amsterdam. 891. A. C. Jacobsen. Stationstraat 107. Ermelo. 1147. Cl. W. Nanninga, Prof. Schoutenlaan 14, Haren (Gr.). 53. T. van der Loos, Bergluststraat 4 A, Rotterdam-13. 1591. D. Nederlof, SteenvoÖrdelaan 375, Rijswijk Z.H. 2607. Dr. C. V. Lafeber, Forteldreef 6, Tilburg. 876. 1. van Beemen ,,Huize Oudeschool”, Meije 72, Bodegraven. R.83. Die Zentralstelle für Deutsche Personen und Familiengeschichte, p.a. Landes- archivs Leipzig, Georgi Dimitroffplatz 1, Leipzig-CL 2599. Dr. J. H. Jelgershuis Swildens, C.O. Mr. W. van Doorninck, 16737 S.E. 12e, Bellevue, Washington, USA. 2009. Drs. K. Bant. Havenwee 1. Schellinkhout. 2655. J. J. Krul, Prof. C. van_Vollenhovenlaan 66, Rijswijk Z.H. 2449. Peter Zwarts. 854 Palmer Ave, Mavwood N.Y. USA. 2794. Drs. A. J. M. van der Maade, Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, Postbus 117, Pretoria, Zuid-Afrika. R.47. The Society of Australian Genealogist, Lanark House, 148 Philipstreet, Sydney, Australië. 687. Mr. N. Kolff, Ceintuurbaan 14 A, Rotterdam. 2981. J. Elzenga, Emmikhovenstraat 3, Amsterdam-Osdorp.

Correcties: R. 2. Fryske Akademy te Leeuwarden moet als volgt worden geadresseerd: FRYSKE AKADEMY, GENEALOGYSK WURKFORBAN, Doelestraat 8, Leeuwarden.

911. F. H. Burnheraaf.II I Hazelaarstraat 1, Velp: moet worden Havelaarstraat 1, Velp’ (Gld). 3000. Drs. P. Bos, Victorieplein 48-1, Amsterdam-Z. 3001. Th. N. Bleeker, Erikstraat 19, Petten N.H.

Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden van de volgende leden bekend maken: 2691. A. A. van Bemmel, ,,De Steenkamp”, Zetten (Gld.).

31 2327. D. J. Oliekan, 6746 South Viese Drive, Beutiful, Utah USA. 1818. G. A. Schoonderwoerd, Havenstraat 10, Oudewater. 952. Mr. R. N. de Ruyter van Steveninck, Riouwstraat 19, Den Haag.

Onbekend adres: 2179. Mej. Dr. E. Schelts van Kloosterhuis, Binnensingel 5 te Bussum (ziet mut. 8-1963). Volgens de PlT is de straatnaam ,,Binnensingel” in Bussum onbekend. Wie weet het juiste adres?

Wijziging telefoonnummer: Het telefoonnummer van de 2e secretaris, P. L. H. Crasborn te ‘s-Gravenhage, Frambozenstraat 50, is gewijzigd in (070) 681584.

24 november 1963 geboren te Carel Joseph Arnold Reinier zoon van de heer en mevrouw Wolf-Heijnen Aan de ouders onze hartelijke gelukwensen. Red.

BANDEN GENS NOSTRA 1963 Ter verkrijging van de band voor de afgelopen jaargang à f 1,65 kan men volstaan met het gireren van dit bedrag op een der giro-rekeningen van de fa. Buddelmeyer, Rozenstraat 218-220 te Amsterdam. Deze rekeningen zijn: de postgirorekening 641469 en de rekening bij de Gemeentegiro Amsterdam B 401. In beide gevallen dient men bij de bij-schrijving de jaargang te ver- melden welke men toegezonden wil hebben. Het inbinden wordt door de firma Buddelmeyer verzorgd à f 4,20 per jaargang.

32 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING UOEDSEKEURD 3iJ KONINKLIJK EESL. “AN 16 A”cUIT”5 !QdQ, YO BI Laatstell,k goedgeKeurd ,,j rcOni”+li!C Ezes,u,t “Bl- 3 Apr\l ,855 JAARGANG 19 No. 2 FEBRUARI 1964 Eind-redacteur: J. Sluijters, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg, Iordensstraat 61, Haarlem. Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 1230 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

VAN ALPEN door Ds. EVERT VAN ALPHEN Az Vervolg

TAK 111

Achttienhoven - Westbroek - Utrecht

1. Michiel Gerrits van Alpen, oudste zoon van Gerrit van Alpen en Josina Michiels van Bockhoven (zie Tak 1 no 5). Zijn doop heb ik nergens gevonden en zeker niet te Kockenge. Hij huwt op 10 juli 1718 te De Bildt prov. Utrecht als Michiel van Alpen, j.m. van Utrecht; onder- trouwd te Utrecht 24 juni 1718, met Gerarde van Epen, dr van Rochus Gerrits van Epen, Korenmolenaer aen de Steenweg te De Bildt en Maria Teunis van Odijck. (Gen. Rochus van Epen, werd geboren te Bunnik, waar zijn vader en grootvader ook korenmolenaar waren). Ao 1725 staat Michiel van Alpen met zijn vrouw ingeschreven als lidmaat van de Prot. Kerk van Westbroek, Utrecht, als komende met attestatie van De Bildt. Hij was Korenmolenaar op de Achttienhovense Molen, vlak bij de Prot. kerk van Westbroek. Hij overleed te Achttien- hoven en werd begraven te Westbroek op 29 mei 1769; zijn vrouw Gerarda van Epen, op 20 april 1784. Dit echtpaar had twee kinderen, t.w. Hendrikus, ged. 21 jan. 1720 te De Bildt; en Catharina, ged. 15 febr. 1722 te De Bildt. (Deze laatste overleed te Westbroek 4 jan. 1822, bijna 100 jaren oud, als wed. van de Timmerman Egbert de Groot (geboortig van Vriesenveen). Ook haar vader Michiel moet bij zijn overlijden stokoud zijn geweest). Ao 1725 werd de Achttienhoven- se Korenmolen gekocht door Rijck- en Michiel van Alpen( Oom en

33 Neef); ik vermoed dat beiden samenwerkten, daar ook Rijck van Alpen (Broer van Gerrit, Michiels vader) in 1725 de Abcouwse Korenmolen verkocht. Deze Rijck Hendriks van Alpen, kocht in 1729 de Korten- hoefse Korenmolen (zie Rijck van Alpen, Aant. 2). Michiel van Alpen, zette meermalen zijn handtekening als - Van Alpen. Op 4 sept. 1741 kocht hij van Gosen Cornelis van Bemmel, voor Schout en Schepenen van Achttienhoven (Utr.) omtrent 10 Morgen land, Boomgaard, zowel als wei- en hooiland, strekkende tot de Hol- landse Rading. Hij had ook nog 2 Morgen land achter de Kerk van Westbroek. Niet ver van de Prot. Kerk van Westbroek aan de dorps- weg, staat nog altijd (1963) een Boerderij, genaamd ,,Alphenhof”. De Van Alpen% hadden te Westbroek een tabaksplantage; iets dat ze hadden medegenomen uit De Bildt, waar in de 17e eeuw in ver- schillende acten over ,,toebacksland” werd geschreven. Voor Notaris G. J. van Spa11 te Utrecht, dd. 15 sept. 1742, verhuurt hij aan Teunis van den Hoek, wonende te Loosdrecht, de Kortenhoefse Korenmolen. In deze acte wordt hij beschreven als Michiel van Alpen, korenmole- naar te Achttienhoven. Hij ondertekent zeer duidelijk en groot: ,,Michiel van Alpen”. Voor dezelfde Notaris dd. 1 mei 1747, verhuurt hij dezelfde Korten- hoefse korenmolen weer aan de zelfde Teunis van den Hoek, nu wo- nende te Kortenhoef. Hij wordt nu beschreven als Michiel van Alphen, Molenaer te Achttienhoven. Doch ondertekent weer met: M. van Alpen. Hoewel de Notaris dus Van Alphen schreef, zo tekende Michiel, dwars tegen de notariële draad in, Van Alpen. Ongeveer 20 jaar later, op 15 okt. 1766, maakt hij zijn testament, voor Notaris Jurriaan van Lanchom te Utrecht (testament no 1491); waaruit blijkt, dat hij en zijn vrouw Gerarda van Epen, wegens ,,hun opklimmende jaren en andere lichaams zwakheden buitenstaat waren om op de boerderij de bedoening nog langer te kunnen aanhouden,” en dragen in volle eigendom over, aan hun gehuwde zoon Hendrik van Alphen, de boerderij en het land, groot 8 morgen, strekkende van de Kerkdijk tot aan de Hollandse Rading in het Gerecht van West- broek - met tevens de Windkorenmolen, met huijsinge, berg en schuur en de molenerf daarbij behorend, - met een handmerk van Gerarda van Epen, de moeder, en verder ondertekend door Vader en zoon, als: ,,Michguel van Alpen” en ,,H. van Alpen”. Wij zien hoe anderen, Notarissen en dergelijken, onze naam (wellicht onbewust) aan het verminken waren. Maar of het nu een Notaris was of niet, de Van Alpen? hielden koppig vol hun handtekening juist neer te zetten. Gelijk reeds vermeld, 3 jaar later overleed Michiel van Alpen; dus tot aan zijn dood tekende hij Van Alpen, zich niet storende aan anderen. Totdat zijn kleinzoon Willem het er bij liet zitten. Zijn oom Hendrik echter, hield zich aan de traditie (volgt 2).

34 2. Hendrik Michiels van Alpen, Molenaar op de Achttienhovense koren- molen; Schepen in het gerecht van Achttienhoven en Kerkmeester van de Prot. Kerk te Westbroek (Utr.). Ged. te De Bildt (Utr.) 21 jan. 1720; ondertr. te Utrecht op 16 maart 1766 en trouwt te Westbroek 4 mei 1766, met Hendrika van Stuivenberg, j.d. wonende te Utrecht. Het echtpaar had twee kinderen, n.1. Gerarda, ged. te Westbroek 10 maart 1771; en Willem (volgt no 3) op 16 okt. 1774. Hendrik van Alpen overleed te Achttienhoven en werd begraven te Westbroek, als wedr van Hendrika van Stuijvenberg, op 2 jan. 1807, omtrent 87 jaren oud (Boek 566). Wij vermeldden reeds, dat hij zijn onder- tekening zette op het testament van zijn ouders, als ,,H. v. Alpen”. Ook in Transporten en plechten van Westbroek van 1762 bldz. 235, zien wij van hem een plegt ten behoeve van Willem van Vianen, hout- koopman te Utrecht en ondertekend door hem en zijn vrouw, als: ,,H. v. Alpen” - H. van Stuijvenberg - en daaronder ,,Michguel van Alpen”. Dan las ik nog in een kerkeraadshandeling, welke zich bevond ten huize van de Ouderling der Herv. Kerk te Westbroek, de Heer G. Mas- meijer, onder de 2e van Bloeimaand 1771, zijn handtekening als Diaken, t.w. met grote en duidelijke letters: ,,H. v. Alpen”.

3. Willem Hendriks van Alphen, Korenmolenaar te Achttienhoven; ged. te Westbroek 16 okt. 1774; huwt voor Schepenen van Achttienhoven, 3e gebod op 1 mei 1796, met Maria Vijselaar, ged. te De Vuurse, op 28 juli 1765, als dr van Hendricus Nicolaas Vijselaar en Berbera Jans van Wichlinckhuijsen (van Amersfoort); Maria Vijselaar werd begraven te Westbroek op 23 april 1807 (Boek 566). Op 19 mei 1809 werd ged. te Westbroek een Michiel, waarvan de vader Willem van Alphen en de moeder Aartje Hartman. En dan nog een Dirk op 3 febr. 1811, genoemd naar zijn grootvader, Dirk Hart- man (van Lexmond). Er waren nog meer kinderen. Ao 1809 ver- pachtten Gerrit de Groot en Willem van Alphen (Neefs) 9 Morgen land in elf parten, beginnende bij de Hollandsche Rading, achter de boerderij van Jan van Keulen, in het gerecht van Westbroek, optredend als executeuren van wijlen Hendrik van Alphen. En op de 31e van Bloeimaand, verhuurt Willem van Alphen, Ao 18 10, als Molenaar te Achttienhoven, nog 3 Morgen land achter de Kerk van Westbroek, aan Dirk Verwoerd, Timmerman op De Vuursche. Ao 1812 wordt te Westbroek van hem nog gedoopt een Gerarda. Echter in 1815 werd reeds een kind van dit echtpaar gedoopt te Utrecht. Wanneer dit echt- paar precies van Westbroek naar Utrecht verhuisde is mij niet bekend. De familie woonde te Utrecht aan de Magdalenastraat (een zijstraat van de Nieuwe Gracht) en had daar een melkhandel en hielden daar vee, daarom wordt hij ook als koehouder vermeld. Zijn zoon Michiel en diens vrouw, woonde bij hem in. Deze Michiel van Alphen over- leed reeds in 1840. nalatende een zoon Aart, van 5 jaar en een dochter

35 van 8 jaar. Willem van Alphen, overl. te Utr. op 20 dec. 1851 en zijn 2e vrouw Aartje Hartman overl. te Utr. 21 dec. 1856, 76 jaar oud en geboortig van Eemnes. Deze Tak 111 der Van Alpen’s hield zich trouw aan de naam Van Alpen. Toch werd er tenslotte van afgeweken, want altijd weer schre- ven anderen de naam als Van Alphen. Dit is wel enigszins te verstaan, daar de namen zo op elkander gelijken, vooral als men ze niet dui- delijk uitspreekt. Of er nog nakomelingen zijn van deze Tak is mij niet bekend. Wel is het aardig, dat van de oudst bekende stamvader af gerekend, Willem van Alpen, de zevende Molenaar was, van vader op zoon. Dit kan men wel als beroepstrouw beschouwen. Laten we niet uit het oog ver- liezen, dat deze molenaars ook het boerenbedrijf uitoefenden, naast hun Molenaarsbedrijf.

TAK IV Utrecht-Amsterdam-Zuid Afrika 1. Jan Gerrits van Alphen,, (Tak 1 no 7, kind 10) ged. te Utrecht 28 mei 1786; als zoon van Gerrit van Alphen en Elisabeth Sprankhuijsen. Hij onder&. te Amsterdam, met consent van zijn vader Gerrit van Alphen, op 10 okt. 1806, met Gerritje Ruitenbeek, ged. te Amers- foort 20 febr. 1780, als dr van Dirk Ruijtenbeek en Hanna van Arler. Bij zijn huwelijk staat vermeld als zijn leeftijd 20 jaar en zijnde van Utrecht.

2. Willem van Alphen, geb. 3 dec. 1817 te Amsterdam; Ouderling van de Hervormde Gemeente aldaar; overl. 9 febr. 1910 te Amsterdam; trouwt 1843 met Clara Sophia Tiggeman, geb. 1817; overl. te Amster- dam 1 mei 1883; waaruit: a. Willem Danikl (volgt no 3); b. Johan Jacob (volgt 3 bis). (volgt 3bis).

3. Willem Daniël van Alphen, geb. te Amsterdam op 2 aug. 1845; hij vertrok in 1858 met het schip ,,Da Costa” naar de Kaapkolonie, in gezelschap van zijn Oom Ds Dirk Ruijtenbeek, die hem had aangeno- men. Hij was hoofd van een Lagere school, deed Zendingswerk en was Godsdienstonderwijzer. Hij overleed te Malmesburg (Zuid Afrika) op 22 sept. 1912; huwde te Worchester (Zuid Afrika) op 2 juli 1872, met Christina Hendrina Margaretha de Labat, geb. te Worchester op 14 jan. 1845, als dr van Barnabe Jean Gerard de Labat en Anna Catharina Hugo. Zij over]. 24 sept. 1924 te Malmesburg.

4. Willem Daniël de Labat van Alphen, geb. 4 okt. 1873 te Graaf Reinet (Zd Afr.). Ambtenaar bij de Zuid Afrikaanse .,Civil Service”, laatste-

36 lijk als Magistrate. Huwt 17 dec. 1913 te King Williamstown, met Johanna Marie Elizabeth Vercueil, geb. 22 sept. 1888 te Dordrecht (Zd Afr.), als dr van Wentzel Christoffel Vercueil en Catharina Chris- tina Wagenaar. (Hun kinderen zijn allen gehuwd en wonen in Zuid Afrika, Engeland en Canada).

Het is opmerkelijk, dat in het Geslachtsregister der oude Kaapsche familien van Goetzee de Villiers, het geslacht De Labat niet voor- komt. Wel vond ik een oud gegeven van dit geslacht in de trouwboeken van Amsterdam, t.w. - Trouwen te Amsterdam, op 30 januari 1689 Barnabe de Labat, j.m. Coopman op de Oudezijds achterburgwal, met Catharine Marie Le Febere, j.d. wonende te Haarlem. Hij was afkom- stig van Rochel in Frankrijk (op de acte van de Waalsche Kerk te Haarlem). Hij tekent: Barnabe de Labat (en bleek Waals te zijn).

De stamvader van het Zd Afrikaanse geslacht Hugo was Daniël Hugod, refugé die naar Zd Afrika kwam tussen 1688 en 1690; hij huwde met Anna ROSSOUW, gedoopt 8 juli 1694 als dr van Pierre Rousseau en Anna Retief. De eerste Vercueil was Jacobus Vercueil van Amsterdam, assistent in dienst van de O.I. Comp., gehuwd 6 febr. 1785 met Catharina Louisa Witsche, ged. op 25 febr. 1764, dr van Hendrik Witsche van Lunenberg, burger te Stellenbosch, gehuwd 25 nov. 1753 met Susanna Mulder, wed. van Pieter van Taak; hij hertr. 15 juli 1770 met Sophia Basson. De eerste Retief was Francois Retif, Refugé, geb. op 2 febr. 1663; overl. 23 sept. 1721; kwam naar Zd Afrika vòòr 1690; huwde 2 mei 1700 met Maria Monij, geb. 15 mei 1685; overl. 21 sept. 1758.

3 bis Johan Jacob van Alphen, geb. 17 jan., te Amsterdam als zoon van Willem van Alphen en Clara Sophia Tiggeman; hij overleed te Raven- Stein (N.Br.) op 31 maart 1929, 84 jaren oud. Hij huwt le op Soemba 17 febr. 1882, met Helena Phaff; 2e met Pauline Eleonora Kal, dr van Henri Charles Ka1 en N. N. Young; zij overleed in 1935. Haar vader was Gouvemements-secr. te Batavia (Ned. Oost Indië).

Johan Jacob van Alphen, was de le Zendeling op het eiland Soemba; op 17 sept. 1880 was hij als Zendeling geordend te Renkum, door Ds E. E. Gewin. Op 9 juni 188 1 arriveerde hij op Soemba en vestigde zich op 5 sept. 1881 in de Kampong Melolo. In 1883 overleed echter zijn eerste vrouw, na de geboorte van de eerste dochter. Tevergeefs trachtte hij de kleine in het leven te houden met karbouwenmelk; na enkele weken overleed ook zij en moest hij in arrenmoede, eigenhandig een graf delven naast het graf van de moeder. Zendeling Van Alphen zou onder de autochtone Soembanezen arbei- den, doch woonde een tijd onder de Savoenezen, die hoewel Christen

37 in naam, nog vol heidense gewoonten waren; Van Alphen mocht echter niet onder deze half-Christenen werken, ofschoon hij met leede ogen allerlei misbruiken moest aanschouwen. Hij werd de dupe van een Zendingsbeleid in het Vaderland, dat het daar op Soemba, eerst, zo verkeerd mogelijk aanpakte. Hij was daardoor aan handen en voeten gebonden door hen die hem uitzonden. In het Zendingsblad van de Gereformeerde Kerken in Nederland, van sept. 1952, jrg 50, zien we in de Jeugdrubriek een plaat, waarop een jonge man met een zuigeling op de arm, deze een flesje gevend (ik maak het te mooi, want een flesje was er niet eens, want hij voerde de kleine met een lepeltje.) En het artikel had als titel: De Zending op Soemba - Zo was het begin! Hij schreef naar huis over zijn moeilijkheden, maar ook van zijn sterk geloof, en schreef: ,,Al is het hier nòg zo moeilijk, tòch zal ik op den Heere blijven hopen.” Daar ik zelf in dezelfde streken als Zendeling heb gewerkt, kan ik tenvolle de flater begrijpen, die men destijds in de Zendingsleiding uithaalde in het beleid dat men voerde met en ten aanzien van de le Zendeling op Soemba, Van Alphen. (Zie verder over hem: ,,De Zending op Soemba” uitg. 1948 van Ds. D. K. Wielenga; en ,,Zending in een wereld in nood” p. 165 van Prof. Dr J. H. Bavinck). In 1886 komt hij van Java terug met zijn 2e vrouw en vestigd zich te Waingapoe (Soemba) en krijgt om kort te zijn in 1893 eervol ontslag. Van 1899-1904 was hij Predikant te Waaij op Ambon. (Ik heb daar 4 jaren in zijn voetspoor gegaan, als de 2e Van Alphen aldaar). De kinderen zijn a.v.: a. Dr Henri Charles van Alphen, Leraar aan het Lyceum te Bilthoven, geboren te Mr Cornelis (Java) op 26 okt. 1894, als zoon van Johan Jacob van Alphen en Helena Eleonora Kal. Gehuwd te Soerabaja 14 sept 1922 met Maria Anna Elizabeth Muskens, geb. te Padang Pandjang op 2 sept. 1902, als dr van Antonius Jozef Muskens (geb. 28 jan. 1874 te Dongen, N.Br.) en Maria Anna Elizabeth Wilhel- mina Alvers (geb. te Breda 1878). Kinderen: 1. Johan Jacob van Alphen, geb. 14 augustus 1923 te Utrecht; gehuwd 30 mei 1952 te Soestdijk met Neeltje Smit, geb. 5 sept. 1924 te Vlaardingen (hebben 2 dochters Maria Anna Elizabeth en Mirjam). Hij is momenteel bedrijfsleider bij een Keramische fabriek in NW Jersey U.S.A. 2. Sophia Wilhelmina van Alphen, geb. te Batavia 14 aug. 1928; ge- huwd 24 aug. 1948 te Amsterdam, met Pieter Herbertus Zeijlemaker, geb. 13 dec. 1925 te Taroentoeng (Sumatra), Chef Personeelsdienst bij een fabriek van Philips. Kinderen van dit echtpaar: 1. Annemieke, geb. 15 nov. 1948 te Soestdijk. 2. Thomas, geb. 21 nov. 1950 te Soestdijk. 3. Thomas van Alphen, geb. 9 mei 1930 te Batavia. Onderwijzer aan de L.T.S. te Schoonhoven, geh. met Tini Veldkamp, geb. Amster-

38 dam 2 jan. 1934. Kinderen: Johanna, geb. te Loenen a/d Vecht 20 mei 1956; Marianne, geb. te Loenen 20 dec. 1957; Christine, geb. te Schoonhoven op 29 sept. 1961 te Schoonhoven. 4. Marianne van Alphen, geb. te Batavia 6 okt. 1938. Zij huwt op 12 sept. 1958 te Amsterdam, met Drs Pieter Nijhoff, geb. te Hal- steren (N.Br.) 8 nov. 1932, als zn van Gerrit Johan Nijhoff (geb. 23-5-1898 te Haaksbergen) en Katharina Frederika de Carpentier- Wildervank (geb. op 11 jan. 1898 te Dordrecht). b. Willem van Alphen, ongehuwd overleden op 62 jarige leeftijd te Rotterdam. c. Ds. Richard van Alphen, geb. te Amboina op het eiland Ambon, op 27 december 1901 (zijn ouders woonden toen te Waaij aan de N.O. kust van Ambon). Hij overleed te Amsterdam op 13 april 1959. Hij was gehuwd met Grietje Haandrikman, geb. te Odoorn (Dr.) 3 juli 1898 als dr van Jan Haandrikman en Lugina Jantina van der Laan. Het echtpaar bleef kinderloos. Zij huwden op Timor, 8 september 1926. (Tijdens mijn bezoek aan Timor- Koepang, bemerkte ik, dat men Ds Van Alphen nog niet had vergeten, en dat hij daar een zeer goede naam had). Volgens gegevens van de ,,Raad voor de Zending der Ned. Herv. Kerk van 21 febr. 1963, was hij Ao 1923 te Kota Koepang op Timor; te Tjamplong 1925; Tondano (Minahassa, Nrd Cel.) 1933; Soë 1939; Docent Middelbare Theol. School 1947; Pred. te Bogor (Buiten- zorg) 1950. Eervol ontslag 1951. Daarna bijstand in het pastoraat te Heumen. Ao 1956 tot 30 maart 1958 Docent Theol. School te Seroei, Nieuw Guinea. Hij vertrok toen wegens ziekte, waarvan hij niet meer herstelde. d. Johan Jacob van Alphen, sterft te Bandoeng in 1929, gehuwd doch kinderloos. e. Pauline Eleonore van Alphen, geb. te ?; Overleden in het Jappen- kamp ,,Halmahera”; zij was gehuwd met Dr P. Pilon, oogarts, des- tijds werkzaam in het Leger des Heils Hospitaal te Semarang. Over]. te Heemstede.

(Wordt vervolgd).

39 HET GESLACHTxLOOTS

door P. J. RITSEMA (Vervolg). IVe geslacht. Kinderen van 12. 24. Geertruidu Jans Loots, geb. Niekerk 18-2-18 14, overl. te Leem in 1909, gehuwd te Ulrum 4-8-1838 met: Adam Tebbens, geb. Niekerk 21-4-1813, overl. te Leens 25-6-1883, landbouwer op ,,Houw” onder Leens, zoon van Albregtus Elgersma Tebbens en Rena Torringa. (zie ook Ommelander Geslachten deel 11 bl. 1614). 25. Martje Jans Loots, geb. Vierhuizen 29-9-1815, overl. te Zuurdijk 27-9- 1846, gehuwd te Ulrum 1-5-1840 met: Oewe Pieters van Duinen, geb. (Eenrum) 30-12-1810, overl. te Harlingen 8-2-1886, hoofdonderwijzer te Zuurdijk, zoon van Pieter Oewes, tapper te Leens en Elisabeth Wildeman. 26. Klaaske Jans Loots, geb. Vierhuizen 22-7-18 17, overl. te Den Andel 30-3-1885, gehuwd te Ulrum 13-6-1840 met: Freerk Jacobs Vennema, geb. Usquert 20-6-1815, overl. ald. in 1891, landbouwer te Den Andel () zoon van Jacob Freerks Vennema en Attje Cornelis Dorenbos. (zie O.G. 1 bl. 798). 27. Rijpke Jans Loots, geb. Vierhuizen 23-6-1819, overl. te Ulrum 24-12- 1906, gehuwd aldaar 21-9-1844 met: Henderika Tebbens, geb. Niekerk 3 1-3-18 18, overl. te Zuurdijk (Leens) 22-10-1848, dochter als onder 24. Gehuwd IIe Leens 7-6-1855 met: Hilje Ubels Ritzema, geb. 16-10-1819, overl. te Zuurdijk 1-11-1858, dochter van Ubel Derks Ritzema en Liefke Julles Zuidevelt, weduwe van Freerk Roelfs Sikkens, zoon van Roelf Jans Sikkens en Trijntje Jacobs Bos. Loots was landbouwer op ,,Klein Midhuizen” nabij Vierhuizen en later op ,,Stoepemaheerd” te Zuurdijk. 28. Klaas Jans Loots, geb. Vierhuizen 17-5-1821. overl. te Ulrum ll-l- 1894, gehuwd te Ulrum Ie 30-5-1851 met: Heilina Jans Boerema, geb. Wirdum (Gr) 18-10-1821, overl. te Ulrum 19-5-1862, dochter van Jan Hiepkes Boerema en Aafke Tiesdr Oosting, gehuwd Ulrum IIe 2-6-1866 met: Aafke Jacobs Rietema, geb. Vliedorp 30-8-1823, overl. te Ulrum 20-7- 1912, begraven op het oude kerkhof aldaar, dochter van Jacob Jans Rietema, landbouwer te Vliedorp en Adriana Klasens Thema. Loots was landbouwer te Vierhuizen. 29. Jacob Jans Loots, geb. Vierhuizen 2-3-1823, overl. aldaar 23-8-1826.

40 30. Jacob Jans Loots, geb. Vierhuizen 2-3-1827, over]. Zuurdijk ll-9- 1913, gehuwd Leem 16-6-1853 met: Geertruida Roelfs Bolt, geb. Wehe (Leem) 2-11-1829, over]. Vierhui- zen 3-2-1871, dochter van Roelf Nicolaasz Bolt, landbouwer op ,,Ewer” te Zuurdijk en Martje Louwes Bentema. Loots was eerst korenmole- naar te Vierhuizen en later landbouwer op ,,Ewer” vorengenoemd. (zie ook O.G. 1 bl. 572). 3 1. Willem Jans Loots, geb. Vierhuizen op ,,Klein Midhuizen” 6-5-1829, overl. Vierhuizen 8-7-1913, gehuwd te Ulrum 30-5-1863 met: Jacobina Jacobs Rietema, geb. Vliedorp 16-8-1833, overl. Vierhuizen 16-12-1892, dochter van Jacob Jans Rietema en Adriana Klasens The- ma. Loots was landbouwer op ,,Beusum” te Vierhuizen. (zie ook O.G. 11 bl. 1820 en 1826).

IVe geslacht. Kinderen van 19. 32. Jan Jans Loots, geb. Zoutkamp 9-10-1813, overl. aldaar 21-12-1813. 33. Jan Jans Loots, geb. Zoutkamp 26-10-1814, over]. aldaar 21-2-1887, gehuwd te Ulrum 26-5-1838 met: Emke Mennes Beukema, geb. Vierhuizen 14-2-1817, overl. te Zout- kamp 17-2-1863, dochter van Menne Rijpkes Beukema, landbouwer op ,,Midhalm” te Vierhuizen en Dietje Arends Danhof. Loods was zeevisser te Zoutkamp. 34. Aaffien Jans Loots, geb. Zoutkamp 31-1-1816, overl. aldaar lO-l- 1876, gehuwd te Ulrum 28-5-1836 met: Jakob Jans van Dijk, geb. Niekerk 23-4-1811, overl. te Zoutkamp 2-12- 1891, visser aldaar, zoon van Jan Jakobs van Dijk en Dina Hendriks, dagloners te Vliedorp. 35. Roelf Jans Loots, geb. Zoutkamp 23-2-1817, overl. te Vierhuizen 3-9- 1898, schoenmaker en leerlooier aldaar, gehuwd te Ulrum 23-12-1839 met: Grietje Broers Beukema, geb. Vierhuizen 22-5-1820, over]. aldaar 15- 12-1899, dochter van Broer Gerrits Beukema en Emke Rijpkes Beuke- ma. (zie ,,De Westpolder” bl. 255). 36. Rijpke Jans Loots, geb. Zoutkamp 26-6-1819, overl. aldaar 22-12- 1821. 37. Rijpke Jans Loots, geb. Zoutkamp 2-12-1823, overl. aldaar ll-lO- 1904, zeevisser, gehuwd te Ulrum 18-1-1849 met: Trijntje Gerrits Helder, geb. te Zoutkamp 11-12-1826, overl. aldaar 26-1-1908, dochter van Gerrit Jans Helder en Hijlkje Rijpkes Beukema. Loots bevoer als schipper de vissnik ,,De Katharina”. Op 7-12-1893 kocht hij te Zoutkamp aan de tegenwoordige Churchillweg een huis voor f 800,-. 38. Anje Jans Loots, geb. Zoutkamp 18-4-1826, overl. aldaar 21-1-1919, gehuwd te Ulrum 8-8- 1846 met:

41 Jacob Ouwes Hoekstru, geb. Zoutkamp 6-3-1803, over]. aldaar l-lO- 1879, visser, later viskoopman, weduwnaar van Ebeltje Melles Smit en zoon van Ouwe Jacobs Hoekstra en Etje Jacobs Buitjes, kleinzoon van Jacob Oewes, gedoopt te Vierhuizen op 9-10-1767 in het 45e jaar zijns ouderdoms. Dit geslacht was van Doopsgezinde afkomst. 39. Reina Jans Loots, geb. Zoutkamp 18-1-1829, overlijden onbekend, ge- huwd te Ulrum 30-1-1850 met: Oeds Geerts Bakker, geb. te Groningen 31-1-1821, scheepskapitein, zoon van Geert Oeds Bakker en Zwaantje Weening.

IVe geslacht.

Kinderen van 20. 40. Anje Junnes Loots, geb. Zoutkamp 18-1-1812, overl. aldaar 31-lO- 1884, gehuwd te Ulrum 21-1-1832 met: Heine Heine’s Bosveld, geb. Zoutkamp 2-1-1809, overleden aldaar 14-4-1887, zeevisser, zoon van Heine Hendriks Bosveld en Knelske Pieters. (zie voor het geslacht Bosveld ,,Gens Nostra” oktober 1962). 41. Murtje Junnes Loots, geb. Zoutkamp 18-1-1812, overlijden onvind- baar, gehuwd te Ulrum 2-6-1832 met: Jan Pieters Buitjes, geb. Zoutkamp 3-7-1806, overl. te Vierhuizen 18-3-1885, zeilmaker te Zoutkamp en later winkelier en akkerbouwer te Vierhuizen, zoon van Pieter Jacobs Buitjes en Gezina Jacobs Hoek- stra. (zie voor het geslacht Buitjes ,,Gruoninga” sept. 1962 e.v.). 42. Jan Junnes Loots, geb. Zoutkamp 20-11-18 18, schippersknecht, over- leden op zee, gehuwd te Ulrum 3-3-1845 met: Stientje Kornelis Huvengu, geb. te Warffum in 1819, overl. te Ulrum 6-5-1862, dochter van Kornelis Klasens Havenga, koopman te Niekerk en Elisabeth Kamphoff. 43. Aukje Junnes Loots, geb. Zoutkamp 22-12-1820, over]. te Niekerk 23-11-1889, gehuwd te Ulrum 8-12-1852 met: Menne Pieters van Dijk, geb. te Niekerk 15-9-1819, over]. ald. 26-4- 1863, landarbeider, zoon van Pieter Willems van Dijk en Froukje Cas- pers Steenhuizen. 44. Lenu lunnes Loots, geb. te Zoutkamp 7-1-1823, over]. ald. 15-4-1848. 45. Roelf Juannes Loots, geb. te Zoutkamp 2-4-1825, overl. te Hornhuizen 3-12-1897, koopman aldaar, gehuwd Ie Ulrum 7-7-1858 met: Dina Elisabeth van Hoogdufem, geb. Holwierde 6-6-1824, overl. te UI- rum 13-7-1870, gescheiden vrouw van Willem Brouwer, dochter van Jacob Gerrits van Hoogdalem en Wilhelmina Brus. Gehuwd IIe Ulrum 18-10-1871 met: Kluurtje Lubberts Reiziger, geb. Hornhuizen 30-10-1839, over]. te Zoutkamp 20-12-1925, dochter van Lubbert Emme’s Reiziger en Anna Maria Margaretha Willems Koiter en weduwe van Jan Hoogheem. Loots was oorspronkelijk schipper te Zoutkamp en later koopman te Hornhuizen.

42 Ve geslacht

Kinderen van 27 uit le Huwelijk. 46. Rena Rijpkes Loots, geb. Zuurdijk 8-12-1844, overleden aldaar 12-3- 1853, tweeling met: 47. Johannes Rijpkes Loots, overl. aldaar 12-3-1853. 48. Jan Rijpkes Loots, geb. Vierhuizen 15-12-1846, over]. te Ulrum 10-5- 1928, landbouwer op ,,Klein Midhuizen”, gehuwd te Ulrum 29-4-1870 met: Ailina Johanna Willems Dijkhuis, geb. Vierhuizen 6-6-1849, overl. te Ulrum 11-5-1928, dochter van Willem Lammerts Dijkhuis en Hendri- ka Rijpkes Beukema.

kind uit 2e huwelijk. 49. Rena Rijpkes Loots, geb. Zuurdijk 10-4-1856, over]. te Vierhuizen 3-8-1942, gehuwd te Ulrum 7-5-1875 met: Jochum Helmers Mansholt, geb. Ditzumer Hamrik (Dld.) 5-5-1844, overl. Vierhuizen 8-2-1914, landbouwer op ,,Fletum” in de Westpolder nabij Vierhuizen, zoon van Ubbo Jansen Mansholt en Tetje Jochums Schmidt. (zie voor opgemelde boerderij en het geslacht Mansholt de bladzijden 272-280 van het boek ,,De Westpolder”, eerder genoemd).

Ve geslacht.

Kinderen van 28 uit Ie huwelijk. 50. Trijntje Klasens Loots, geb. Vierhuizen 25-11-1854. over]. te Hom- huizen 4-6-1937, gehuwd te Ulrum 6-5-1876 met: Sijpko Jacobs Sijpkens, geb. Homhuizen 8-10-1850, overl. aldaar 20- 12-1904, landbouwer op ,,Bromo” in de Westpolder bovengenoemd, zoon van Jacob Klasens Sijpkens en Klaasien van Swol. (zie voor deze boerderij en het geslacht Sijpkens de bladzijden 239-241 van het boek ,,De Westpolder”. 5 1. Jan Klasens Loots, geb. Vierhuizen 18-5-1857, over]. ald. 30-4-1862.

Ve geslacht.

Kinderen van 30. 52. Jan Jacobs Loots, geb. Vierhuizen 1-4-1854, over]. aldaar 13-3-1932, molenaar te Vierhuizen, gehuwd te Ulrum 11-3-1885 met: Anje Jans Vos, geb. (Gr.) 23-12-1858, over]. te Vierhuizen 18-10-1917, dochter van Jan Reintjes Vos en Jantje Joostens Alderts. (zie O.G. deel 1 bl. 820). tweeling met: 53. Martje Jacobs Loots, overl. te Vierhurzen 6-2-1855.

43 54. Roelf Jacobs Loots, geb. Vierhuizen 6-2-1856, overl. te Hengelo (0) 31-8-1918, hoofdconducteur der Ned. Spoorwegen, gehuwd te Hengelo (0) 19-5-1894 met: Hermina Carolina van der Heijden, geb. Zutphen 22-9-1869. 55. Willem Jacobs Loots, geb. Vierhuizen 7-1-1858, overl. te Zuurdijk 6-9-1931, landbouwer op ,,Ewer” te Zuurdijk, gehuwd te Leem 23-4- 1896 met: Albertje Jans Wieringa, geb. Leermens 5-2-1868, overl. te Zuurdijk 8-9-1901. 56. Martje Jacobs Loots, geb. Vierhuizen 3-2-1860, overl. te Nijkerk (Gld) 12-8-1898, gehuwd te Uh-um 14-4-1887 met: Harm Oosterhuis, geb. ‘t Zandt 5-4-1861, overl. te Den Haag 21-1- 1924, rustend hoofd der school te Appel gem. Nijkerk. (zie O.G. deel 1 bl. 820). 57. Klaas Jacobs Loors, geb. Vierhuizen 13-9-1864, overl. te Zuurdijk 27-12-1936, ongehuwd, landbouwer aldaar. 58. Rijpko Jacobs Loots, geb. Vierhuizen 19-10-1867, overl. aldaar 6-11- 1867.

Ve geslacht.

Kinderen van 3 1. 59. Jan Willem Willems Loots, geb. Vierhuizen 4-3-1865, overl. Warfhui- zen (Leens) 25-8-1944, landbouwer te Zuurdijk, gehuwd te Leens 16-5-1891 met: Zwaantje Jacobs Boer, geb. Leens 28-8-1867, overl. te 25-9-1940, dochter van Jacob Boer en Siepke Wiersema. tweeling met: 60. Adriana Willems Loots, overl. te Vierhuizen 6-10-1865. 61. Jacob Jan Willems Loots, geb. Vierhuizen 7-5-1866, overl. Haren (Gr.) 15-2-1957, ongehuwd, rustend landbouwer, begraven te Vierhui- zen op 19-2-1957. 62. Klaas Willems Loots, geb. Vierhuizen 29-3-1868, overl. te Groningen 22-12-1948, landbouwer te Warfhuizen, gehuwd te Leens 6-5-1893 met: Eike Jacobs Boer, geb. Schouwen (Leens) 6-6-1870, overl. aldaar 5-10- 1945, dochter als onder 59. 63. Adriana Aulina Willems Loots, geb. Vierhuizen 21-10-1869, overl. te Groningen 11-4-1943, gehuwd te Uh-um 12-5-1892 met: Adam Jannes Torringa, geb. Zuurdijk 25-7-1865, overl. te Groningen 20-10-1925, landbouwer te Leens en Zuurdijk, zoon van Jannes Luit- jes Torringa en Trientje Tebbens. (zie O.G. deel 11 bl. 1610). 64. Trijntje Willems Loots, geb. Vierhuizen 24-6-1871, gehuwd te Ulrum 16-5-1894 met: Hendrik Barteld Ailko’s Brommersma, geb. (Winsum) 6-10- 1868, overl. te Groningen 8-9-1940, landbouwer te en burgemeester

44 van Winsum (Gr.), zoon van Ailko Brommersma en Aaltje Wierda. (zie ,,De Westpolder” bl. 220). 65. Jannes Willems Loots, geb. Vierhuizen 5-4-1873, overl. aldaar 6-6- 1875.

Ve geslacht.

Kinderen van 33. 66. Trientje Jans Loots, geb. Zoutkamp 10-11-1838, over]. aldaar 8-9- 1854. 67. Dietje Jans Loots, geb. Zoutkamp 20-12-1840, gehuwd te Ulrum 7-4-1866 met: Klaas Boele’s Sloterna, geb. Ulrum 17-11-1833, scheepskapitein. zoon van Boele Klasens Slotema, dagloner en Anje Berends Mulder. 68. Martje Jans Loots, geb. Zoutkamp 9-4-1842, overl. Ulrum 23-6-1876, gehuwd Uhum 5-5- 1875 met: Johannes Simons Jeltes, geb. Zuurdijk 9-4-1830, overl. te Ulrum l-l- 1904, landbouwer te Ulrum, zoon van Simon Jans Jeltes en Jacomina Jans de Jonge. 69. Anje Jans Loots, geb. Zoutkamp 16-1-1845, ongehuwd, op 30-1-1911 vanuit Ulrum afgeschreven naar ,,Dennenoord” te Zuidlaren en aldaar overleden. 70. Jan Jans Loots, geb. Zoutkamp 15-9-1846, over]. aldaar 18-7-1917, visser en winkelier te Zoutkamp, gehuwd te Ulrum 29-11-1871 met: Reina Alberdina Pieters Frik, geb. Zoutkamp 3-9-1847, overl. aldaar 28-7-1906, dochter van Pieter Alderts Frik en Tuna Alberts Ronda. 71. Menne Jans Loots, geb. Zoutkamp 9-3-1849, over]. aldaar 27-4-1930, visser, gehuwd Ulrum 23-5-1874 met: Anna Jacobs Hoekstra, geb. Zoutkamp 5-6-1850, overl. aldaar 26-1- 1912, dochter van Jacob Ouwes Hoekstra en Anje Jans Loots. (zie no. 38). Geen kinderen. 72. Ebeltje Jans Loots, geb. Zoutkamp 25-11-1850, overl. te Vierhuizen 27-5-1923, gehuwd te Ulrum 6-6-1875 met: Jelte Simons Jeltes, geb. Zuurdijk 10-2-1839, overl. te Vierhuizen 21-6- 1921, landbouwer aldaar, zoon van Simon Jans Jeltes en Jacomina Jans de Jonge. 73. Jantje Jans Loots, geb. Zoutkamp 8-2-1854, over]. te Meppel, gehuwd te Ulrum 15-5-1880 met: Nanno Tabo’s Timmer, geb. Ten Post 14-7-1853, overl. te Meppel, zaagmolenaar te Appingedam en Delfzijl, zoon van Tabo Timmer en Anna Muda.

Ve geslacht.

Kinderen van 35. 74. Gerrit Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 13-9-1840.

45 75. Jan Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 26-10-1841, overl. aldaar 17-1-1842. 76. Jan Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 9-1-1843, overl. aldaar 16-9-1863, ongehuwd, landarbeider. 77. Emke Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 8-4-1845, overl. aldaar 17-5-1846. 78. Broer Gerrit Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 21-6-1848, over]. aldaar 8-2-1930, bedrijfsleider op een boerderij nabij Vierhuizen, gehuwd te Kloosterburen 30-6-1875 met: Geertje de Vries, geb. Kloosterburen 10-10-1852, overl. te Vierhuizen 10-3-1936, dochter van Tjeerd de Vries en Aaltje Kniphuizen. 79. Rijpke Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 2-11-1849, overl. ald. 27-2-1934, dagloner te Vierhuizen, gehuwd te Ulrum 1-6-1870 met: Trijntje Jacobs Doornbos, geb. Vliedorp 19-9-1844, over]. aldaar 28-5 1904, dochter van Jacob Gajes Doornbos en Aafke Rijkes Zijlema. 80. Trijntje Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 13-11-1851, over]. ald. 4-10- 1886, gehuwd te Ulrum 24-12-1879 met: Albert Nienhuis, geb. Hornhuizen 28-4-1854, zoon van Johannes Pie- ters Nienhuis en Anje Johannes Bronkema. Hij verdronk als zeevisser in de storm van 6 maart 1883, waarbij 9 Zoutkamper vissers het leven lieten. (zie hiervoor ,,Gens Nostra” oktober 1962 bij het geslacht Bos- veld). Gehuwd IIe Ulrum 5-5-1886 met: Gerrit de Vries, geb. Vierhuizen 6-3-1843, overl. aldaar 26-3-1930, dagloner, zoon van Jan de Vries en Luikje Gerrits Beukema. 81. Grietje Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 23-2-1853, gehuwd te Ulrum 23-1-1875 met: Germt Biemse’s Rienks, geb. te Kloosterburen in 1845, zeeman, zoon van Biemse Jans Rienks en Grietje Pieters Bronkema. Hun overlijden is te Ulrum en Klooster@tren onbekend. 82. Martje Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 8-11-1854, overl. aldaar 14-11- 1854. 83. Menne Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 16-10-1855, overl. aldaar 5-6- 1888, ongehuwd, zeeman. 84. Martje Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 24-11-1857. overl. ald. 2-2-1944. gehuwd te Ulrum Ie 31-3-1880 met: Gerrit te Bos, geb. Zuidwolde () 1-12-185 1, overl. te Vierhuizen 9-2-1887, grofsmid aldaar, zoon van Derk Klaas te Bos en Hielkje Gerrits Dijkema. Gehuwd Ulrum IIe 17-6-1893 met: Gerrit de Vries, geb. Vierhuizen 6-3-1843, genoemd onder 80. 85. Luiktje Roelfs Loots, geb. Vierhuizen 16-1-1863, overl. te Niekerk 14-2-1898, gehuwd te Ulrum 5-5-1883 met: Pieter Willems van Dijk, geb. Zoutkamp 25-8-1858, overl. te Niekerk 28-12-1926, landgebruiker aldaar, zoon van Willem Pieters van Dijk en Trijntje Maria Heine’s Bosveld, kleinzoon van Pieter Willems van Dijk en Frouke Kaspers Steenhuizen. (zie onder no. 43).

46 Ve geslacht.

Kinderen van 37. 86. Hielkje Rijpkes Loom, geb. Zoutkamp 6-8-1849, overl. aldaar lO-l- 1909, gehuwd te Ulrum 21-6-1873 met: Jan Rijpkes Kolk, geb. Zoutkamp 17-8-1849, overl. Den Helder 18-5 1911, koopman, zoon van Rijpke Gozens Kolk en Tietje Pieters Buitjes. 87. Jan Rijpkes Loors, geb. Zoutkamp 18-2-1855, over]. Ulrum 10-6-1935, gehuwd aldaar 26-7-1877 met: Trijntje Rijpkes Kolk, geb. Zoutkamp 23-4-1856, over]. te Ulrum 27-10-1938, dochter als onder no. 86. Loots was landbouwer te Zout- kamp en Vliedorp en droeg de bijnaam van ,,schelvisboer”.

Ve geslacht. Kinderen van 42. 88. Johannes Jans Loots, geb. Niekerk 29-1-1845, over]. aldaar 15-3-1846. 89. Elisabeth Jans Loots, geb. Niekerk 1-12-1848, over]. te Zoutkamp 8-8-1881, gehuwd te Ulrum 12-8-1874 met: Joost Joh. de Vries, geb. Zoutkamp 23-2-1852, over]. ald. 30-8-1933, timmerman aldaar, zoon van Johannes Sijtze’s de Vries en Catharina Joosten Mellema (zie voor het geslacht Mellema ,,Gens Nostra”, juni 1963).

Ve geslacht.

Kinderen van 45 uit 2e huwelijk. 90. Trientje Maria Roelfs Loots, geb. Zoutkamp 16-6-1872, overl. aldaar 22-4-1873. 91. Jannes Roelfs Loots, geb. Zoutkamp 19-5-1873, over]. te Kloosterburen 13-5-1960, gehuwd aldaar 8-1-1923 met: Martje van Dijk, geb. Kloosterburen 2-5-1885, in leven. Loots was winkelier te Kruisweg, gem. Kloosterburen. 92. Maria Margaretha Roelfs Loots, geb. Zoutkamp 11-7-1876, over]. aldaar 11-11-1934, gehuwd te Kloosterburen 6-12-1911 met: Jacob Tjarks Visser, geb. Westernieland (Eenrum) 21-7-1871, over]. te Zoutkamp 10-8-1959, weduwnaar van Janna Egberts Dijkhuis en zoon van Tjark Visser en Martje Buikema. Visser was zeevisser en robben- vanger te Zoutkamp. (Zie voor zijn geslacht O.G., deel 1, blz. 834 en ,,Dorpen in Westelijk ” door W. van Duinkerken en voor het geslacht Dijkhuis ,,Gens Nostra”, januari 1963, onder no. 39).

VIe geslacht.

Kinderen van 48. 93. Henderika Jans Loots, geb. Vierhuizen 6-8-1872, over]. te Groningen 14-11-1946, gehuwd te Ulrum 15-6-1899 met:

47 Albert Willem Niemeijer, geb. Groningen 26-6-1867, overl. te Haren (Gr.) 24-2-1950, tabaksfabrikant, zoon van Theodorus Niemeijer en Tettje Heckman. 94. Ztje Alida Jans Loots, geb. Vierhuizen 15-9-1875, overl. te Valkenburg (L.), 10-4-1901, ongehuwd, zonder beroep. 95. Rena Jans Loots, geb. Vierhuizen 25-8-1878, overl. aldaar 24-10-1879. 96. Rijpko Jan Jans Loots, geb. Vierhuizen 12-6-1881, in leven, gehuwd te Leem 4-4-1876 met: Mendeldina Klasina Kadijk, geb. Leem 4-4-1876, overl. te Groningen 13-11-1960, dochter van Enne Kadijk en Eetje Rijtma. Loots was eerst landbouwer op ,,Klein Midhuizen”, vervolgens van 1907-1909 te Leens en van 1909 tot 1928 opnieuw op ,,Klein Midhuizen” (zie ,,De Westpolder, blz. 221). 97. Rena Jans Loots, geb. Ulrum 12-6-1888, in leven, gehuwd te Ulrum 9-11-1910 met: Goitzen Nicolai, geb. Twijzel (Fr.) 9-9-1883, overl. te Groningen 27-11- 1954, arts te Usquert, zoon van Johannes Goitzens Nicolai en Jitske Jans Wouda.

VIe geslacht. Kinderen van 52. 98. Jacob Jans Loots, geb. Vierhuizen 15-2-1892, molenaar te Vier- huizen, gehuwd te Usquert 27-9-1918 met: Hilje van der Molen, geb. Rottum () 3-2-1880, dochter van Louwe v. d. Molen en Engelina Berghuis. 99. Jantje Geertruida Jans Loots, geb. Vierhuizen 16-6-1894, overl. te Zuurdijk 26-10-1933, gehuwd te Leem 27-5-1926 met: Sieger Jacob Tillema, geb. Leens 2-12-1896, fruitkweker te Zuurdijk. 100. Jan Jans Loots, geb. Vierhuizen 14-8-1895, ongehuwd, gepens. hoofd- onderwijzer van Magelang (N.O.I.) nu wonende te Haren (Gr.).

VIe geslacht. Kinderen van 54. 101. Gesiena Geertruida Roe& Loots, geb. 26-3-1895, gehuwd Hengelo (0.) 12-4-1919 met: Hendrik Johannes Verbeek, geb. Brummen 11-4-1891, voorheen pro- curatiehouder te Soerabaja. 102. Jacoba Frederica Roe& Loots, geb. Uithuizermeeden 6-4-1896.

VIe geslacht. Kinderen van 55. 103. Jacob Willems Loots, geb. Zuurdijk 27-7-1896, landbouwer op ,,Ewer” aldaar, gehuwd Leens 14-5- 1930 met: Tetje Jensma, geb. Fransum (Aduard) 4-7-1904 (zie O.G., deel 11, bl. 1121).

48 104. Jan Willem Loots, geb. Zuurdijk 7-12-1898, ongehuwd, landbouwer op ,,Ewer” te Zuurdijk.

VIe geslacht. Kinderen van 62. 105. Jacobina Siepke Klusens Loots, geb. Ulrum 11-4-1894, ongehuwd. 106. Siepke Zwaantina Klusens Loofs, geb. Vierhuizen 20-11-1896, overl. te Schouwen (Leens) 12-11-1928, ongehuwd, zonder beroep. 107. Zwaantine Klasens Loots, geb. Leens 16-3-1900, ongehuwd.

VIe geslacht. Kinderen van 70. 108. Pieter Jans Loots, geb. Zoutkamp 24-9-1873, overl. aldaar 7-10-1873. 109. Jan Pieter Jans Loots, geb. Zoutkamp 27-6-1875, overl. ald. 12-2-1899, ongehuwd, visser. Grafschrift. ,,God gaf, God nam ons eenigst kind, Hij was de vreugde van ons leven, Wij hebben hem zoo zeer bemind, Mocht God hem ‘t eeuwig leven geven. Dan wachten wij getroost den tijd, Die naar den Zoon der liefde ons leidt.”

VIe geslacht. Kinderen van 78. 110. Aaltje B. G. Loots, geb. Vierhuizen 11-11-1877, overl. Zuidhorn 20-10- 1954, gehuwd te Ulrum 28-10-1899 met: Fokke van der Pers, geb. Marum (Gr.) 18-2-1869, overl. Zuidhorn 27-7-1945, opzichter fouragehandel, zn. van Ebel v. d. Pers en Romke v. d. Veen. 111. Roelf B. G. Loots, geb. Vierhuizen 9-11-1875, in leven, voorheen timmerman te Noordhom, gehuwd met: Murgurethu Kiel, geb. Vierhuizen 31-12-1878, overl. Noordhorn 20-6- 1958, dochter van Jan David Kiel en Itje de Vries. 112. Grietje B. G. Loors, geb. Vierhuizen 25-6-1884, in leven, gehuwd te Ulrum 19-5-1915 met: Jan Bakker, geb. Burum (Fr.) 17-12-1883, overl. te Ulrum 4-6-1957, wagenmaker, zoon van Jan Bakker en Jacoba Wetsema. 113. Tjeerd B.G. Loots, geb. Vierhuizen 28-4-1892, landbouwer in de Wie- ringermeer en aldaar in 1962 overleden, gehuwd met: D. Mulder.

VIe geslacht. Kinderen van 79. 114. Grietje Rijpkes Loots, geb. Vierhuizen 6-2-1872, in leven, gehuwd te Ulrum 20-11-1897 met: Hein Tumu, geb. Engwierum (O.D.) 9-12-1872, overl. te Vierhuizen

49 20-9-1941, landarbeider, zoon van Jacob Tuma en Soukje Heins Kempenaar. 115. Roelf Rijpkes Loots, geb. Vierhuizen 16-1-1875, rustend landarbeider, gehuwd te Ulrum 20-5-1899 met: Al& Lasthuis, geb. Ulrum 24-10-1875, dochter van Frans Lasthuis en Eltje van Zwol. 116. Aafke Rijpkes Loots, geb. Vierhuizen 9-10-1878, te Leens gehuwd met J. v. d. Steeg en vandaar geëmigreerd naar Amerika. 117. Jakob Rijpkes Loots, geb. Vierhuizen 26-10-1883, overl. ald. 3-7-1884.

VJe geslacht. Kinderen van 87. 118. Rijpko Jans Loots, geb. Zoutkamp 28-11-1877, rustend landbouwer tc Ulrum, gehuwd aldaar 8-5-1907 met: Tietje Nienhuis, geb. Ulrum 12-2-1883, dochter van Kornelis Nienhuis en Jantje Rietema. Geen kinderen. 119. Geziena Jans Loots, geb. Zoutkamp 21-9-1879, over]. Appingedam 17-6-1938, gehuwd te Ulrum 14-5-1902 met: Simon Joh. Jeltes, geb. Ulrum 31-5-1876, overl. Buitenpost 8-3-1953, landbouwer aldaar, zoon van Johannes S. Jeltes en Martje Loots (zie no. 68).

Terwille van de plaatsruimte sluit ik dit overzicht na het Vle geslacht af. Gegevens betreffende de geslachten VII en VIII zijn voor belangstellenden bij de schrijver verkrijgbaar.

NASCHRIFT RÜCKERT

Sebald Rückert en Maria Magdalena van der Hoeven hadden behalve Gerard Wilhelm Rückert nog een oudere zoon, genaamd Pieter George, geboren ca. 1772 te Arnhem en overleden te Oosterhout op 8-3-1821. Deze was gehuwd met Antje van der Wiel, geb. 12-8-1783 te Groot Ammers en overleden 23-2-1864 te Breda. Uit dit echtpaar een dochter Maria Cornelia Wilhelmina Rückert, geb. 6-10-18 19 te Oosterhout, overleden 18-1-1854 te Princenhage, gehuwd op 20-6-1838 te Breda met Karel Hendrik Bode, notaris, geb. 29-1-1803 te Groningen, overleden 27-7-1878 te Princenhage. De in Amsterdam bekende familie Rikkert stamt af van Jan Nicolaas Rückert, die in 1759 in Altenveld/Thüringen werd geboren. Relatie met de eerder behandelde familie is niet te ontdekken.

50 OUDE KORTENHOEFSE GESLACHTEN vervolgd door E. VAN ALPHEN Az.

C

BIERIS (Bierens)

1. Leentje Pieters Bieris, gehuwd te Kortenhoef op 24-4-1740, met Willem Ansums Hagen; zij was een dochter van: 2. Pieter Johannes Bieris; zijn naam met zijn vaders naam staat vermeld 26-9-173 1 bij de doop van hun laatste kind Marritje. Zijn zoon Cornelis wordt vermeld in Boek L. 57 , ,,Gaarcedullen zeedijkgeld” in 1740, als Cornelis Pieters Bierens. En te Zoelmond ondertrouwt 23-8-1749 ene Bernardus van Wel, met Aaltje Bierens, j.d. geb. van Cortenhoef - te Cortenhoef ingezegend. In ,,De Thuisleggers Belasting” van Cortenhoef staat vermeld: Pieter Bieris, èèn Thuislegger (kostganger) 20-3-1744 wed. Pieter Bieris, idem 1 april 1745. Pieter Johannes Bieris is dus eind 1744 overleden. 3. Johannes Pieters Biris, wordt slechts èèn keer genoemd in ,,Lijst van Backers en Ingezetenen horende onder de Kortenhoefse molen” Ao 1705. 4. Pieter Sijmens Beeris, j.m. tr. 19 sept. 1669 te Abcoude met Grietje Cor- nelis, j.d. gegaan naar Tienhoven om te trouwen. Hij wordt genoemd als Pieter Sijmons Beris te Kortenhoef, in 1689 en 1692, voorkomend in Boek L. 106 ,,Cohier en Rek. van het Logiesgeld”. Hij wordt gedoopt te Naarden 23 okt. 1633 als zoon van Sijmon Tijmens en Jannetje Gerrits Moij.

In Amsterdam komen de Bierens voor; en ook Naarden schijnt wel een plaats te zijn waar ze te vinden waren; er worden daar genoemd o.a. In het Notaris Archief no 3665 van Notaris Huibert van Schadijck te Naarden: Test. van Cornelis Jacobs Beeris, j.m. oud 15 jaar; tekent Comelis Jacobs Beris - 11 okt. 1678. 4 Jan. 1664 en 1 maart 1665 tekent als getuige: Jacob Cornelis Beeris, regerend Schepen van Naarden. Voor Notaris van Schadijck. Dan trouwt te Naarden 29 juni 1661 Jacob Comelis Beris j.m. met Geertje Gerrits van Muijden: beijde tot Naerden. En 29 april 1668 tr. te Naerden Antoni Cornelis Beris j.m. met Hendrikje Jacobs, beijde tot Naerden. Er overleed te Naarden 3 1 maart 1704 Teunis Cornelis Beeris. Te Vreeland trouwt 8 dec. 1726 Kornelis Janse Biris, wedr. van Trijntje Lucas v. d. Brink, wonende tot Cortenhoef, met Trijntje Raselaar. Tot slot nog in Boek L. 12 ,,Lijste der Huijsgezinnen” van Cortenhoef: Herman Hendriks Beris arbeitsman 1678.

51 D

KOOL

Dit is een oud geslacht dat oudtijds veel werd gevonden in de Vechtstreek van Vreeland en Loenen en waarschijnlijk van daaruit zich vestigde in het waterland van Kortenhoef en Loosdrech’t, aangezien verschillende mannelijke leden van dit geslacht kleine scheepsbouwers waren. Bij notaris Elbert Mooij komen vele z.g.n. ,,Bijlbrieven”l) voor op de naam van Dirk Abrahams Kool, scheepsbouwer te Kortenhoef, evenals zijn vader Abraham Jans Kool, welke laatste een scheepswerf had te Loosdrecht. De familie behoorde tot de welge- stelde families van Kortenhoef, wat wel blijkt uit enkele gegevens uit oude Kortenhoefse boeken. De hieronder voorkomende leden van het geslacht Kool of Cool, maken deel uit van mijn kwartierstaten en daardoor ook van mijn voorvaderen in dit wijde polderland. En zo zien we onder no. 1 van ,,Oude Kortenhoefse Geslachten” vermeld het huwelijk van:

1. Marritje Abrahams Cool, trouwt met Abraham Gerrits Dorland op hu- welijksvoorwaarde bij notaris Elbert Mooij te Cortehoeff op 1-2-1697, oudste dochter van:

2. Abraham Jans Cool, Scheepsbouwer te Kortenhoef. Genoemd in Boek L. 102 ,,Lijsten der Huijsgezinnen te Corteh”: Abraham Jansen Kool, met zijn Vrouw en 3 kinderen Ao 1675, een Scheepsbouwer. Weduwe van Abraham Jans Kool, Ao 1678. (Hij overleed dus tussen 1675 en 1678). Uit: Boek L. 106 ,,Rek. en Cohier van Logiesgeld”: Abraham Jans Kool, Schepen van Cortenhoef Ao 1661. Abram Kool, 2 x Ao 1659. Uit: ,,Lijst van Backers en Ingezetenen horen- de onder Kortenhoefse Molen (rek. van Gemaal en Zegel)“. Abraham Kool met sijn vrouw en 4 kinderen en 2 knecht 1675. Uit Boek L. 41, Abraham Jans Kool, Schepen Ao 5 Juli 1666. Tekent Ao 1676 met: Abraham Jan Jans Kool. Uit: Boek L. 17 ,,Nominatien van Regenten”. Abraham Jans Kool, Sche- pen Ao 1653, 1660. Abraham Jans Kool, genoemd in een Waterbrief van Ao 1644. Uit: ,,Beschrijvinghe der roeteele van den Torff gheslaeghen te Cortehoeff” Abraham Jans Kool, Ao 1650. In de Geregtsrol van Vreeland, Abraham Kool als erfgenaam van zijn vader, Ao 1675 vermeld.

3. Jan Jans Kool, geb. omstr. 1585.

4. Jan Cool? geb. omstreeks 1560.

1) Een ,,Bijlbrief” is een overeenkomst tussen de scheepsbouwer en een opdrachtgever.

52 E

DE GEUS

Dit geslacht vond zijn oudste vertegenwoordigers te Kortenhoef, en dan vindt men de huwelijken van enkele broeders te Ankeveen. Hun doop wordt daar echter niet gevonden, hoewel dit gemakkelijk had gekund, daar de Doop- en Trouwboeken van Ankeveen zeer oud zijn. Doch Kortenhoef geeft oudere gegevens betreffende het geslacht De Geus, hier behandeld. Wij weten dat de Doop- en Trouwboeken van Kortenhoef niet toereikend zijn voor ou- dere gegevens, doch aan andere boeken is het archief van Kortenhoef, dat zich op het gemeentehuis aldaar bevindt, zeer rijk. En om in veentermen te spreken, dat is nog lang niet uitgebaggerd, want daar valt nog wel het een en ander in te vinden. Doch eerst zullen we mijn kwartierstaten uit het ge- slacht De Geus opstellen, en dan nog iets meer. Over De Cloet, Brey, en Veenman stam ik af van dit geslacht; a.v.:

1. Aertje de Geus, geb. 31 maart 1144 en gedoopt te Ankeveen op Paasdag, 5 april 1744; zij overleed te Oud-Loosdrecht 16 febr. 1815; zij huwde te Oud-Loosdrecht 5 februari 1769, met Comelis Jans Veenman, ged. te Oud-Loosdrecht 12 februari 1741 als zoon van Jan Jans Veenman en Oepje Jacobs Pan. 2. Teunis Rutte de Geus, ged. 7 april 1709 ‘te Ankeveen als zoon van Ruth / Jacobs de Geus en Aartje Teunis; hij ondertrouwt te Ankeveen op 12 fe- bruari 1733 en trouwt te Oud-Loosdrecht op 8 maart 1733 met Neeftje Teunis Dorlunt, ged. te Oud-Loosdrecht op 6 oktober 1709, als dochter van Teunis Vreecken Dorlant en Aartje Jacobs. Zij hertrouwde als wed. van Teunis Rutte de Geus, op 6 september 1748 met Jan Pieters Leeflang; zij overleed te Ankeveen op 5 oktober 1749. In het lidmatenboek van de Prot. Kerk van Ankeveen staat: Teunis Ruthe de Geus en Neeltjz Teunis Dorlant, en zijn aangenomen op hun belijdenis de 3e Juli 1735; daarbij staat aangetekend dat Teunis Rutte de Geus was overleden op de de- h cember 1744 in ‘s lands dienst op een oorlogsschip in ‘t Kanaal; dit stond ook vermeld op 20-23 mei 1745 bij de doop van zijn laatste kind - met als moeder Neeltje Teunis Dorlant - getuigen: Jillis Cornelis Kalf en Jannetje Rutte de Geus; doophefster Hendrikje Rutte de Geus. / 3. Ruth Jacobs de Geus, jongeman ,te Ankeveen; trouwt 5 december 1692 met Aartje Teunis; zij beiden deden belijdenis in de Prot. Kerk van An- keveen in 1695, toen zij reeds gehuwd waren. Ruth Jacob de Geus over- leed op 21 oktober 1714 en zijn vrouw Aartje Teunis overleed ook te Ankeveen op 9 juli 1728. Hij had drie broers, die allen te Ankeveen hun kinderen lieten dopen, nl. Dirk Jacobs de Geus, Gerrit Jacobs de Geus en Evert Jacobs Rutte de Geus, geh. met Marritje Jans; dit laatste echtpaar staat zo vermeld bij de doop van hun dochter Swaantje (1 november 1696). Bij Evert v.n. wordt dus de vaders- en grootvadersnaam vermeld.

53 4. Jacob Rutte cte Geus - wordt genoemd in Boek no. 110 van het gemeen- te-archief van Kortenhoef Ao 1613 als Jacob de Geus, Ao 1617 als Jacob Rutten. Deze laatste komt ook voor op de 17e maart 1617 in ,,Beschrij- vinghe der Roeteele van den torff gheslaeghen tot Cortenhoef” Ao 1594-1596 enz. Verder komt genoemde Jacob Rutten nog voor Ao 1623 en 1624 in de oude Rechtsarchieven van Kortenhoef op het Rijksarchief te Haarlem, Boek no. 3375. Dat de naam De Geus uit Kortenhoef stamt, is zeker, daar er immers niet één doop van de oudere generatie De Geus in Ankeveen voorkomt. Het lijkt mij toe dat er ook steeds sprake is van een broer van Jacob Rutten, t.w. Evert Rutten (ook gen. Jacob Rutten had een zoon Evert). Deze Evert Rutten wordt vaak in verschillende protocollen vermeld; zo ook in september 1636, wanneer hij genoemd wordt in het z.g.n. ,,Weesboek” van Kortenhoef, waarin zijn overleden vrouw wordt genoemd, n.1. Geurtgen Dirks-dochter, en de kinderen: Ruth, oudt zeven jaar en Dirck, oudt vier jaar, Willempke Rutten, oudt een half jaar. Zijn beroep was veenman (Vervener). In een protocol van Nichtevecht Ao 1625 wordt hij turfman genoemd. Dan komen nog voor van dit geslacht te Kortenhoef: Dirk Jacobs de Geus, Ao 1650 in Boek L. 163 ,,Gaarcedullen en uijtzet- ting van de ontgronding”, en Dirk Jacobs de Geus, in ,,Beschrijvinghe ende Roeteele van den torff” 1633-36; 1641; 1650. In Boek no. 110: Dirk Jacobs de Geus Ao 1626, Jacob Gerrits Geus Ao 1623, Adriaen Jans de Geus Ao 1610 en Jan Jans De Geus, Schepen, Ao 1610. Zo zien wij dat wij met het Kortenhoefse geslacht De Geus hier komen tot midden 16e eeuw. Dat we hier kennelijk met een bijnaam te doen hebben is zeker; een bij- naam als scheldnaam zijn aanvang nemend. Wij zijn in deze stamreeks ongemerk’t in de Hervormingstijd aangekomen; Ao 1593 werd er door de Utrechtse Heren een Kerkvisitatie gehouden; ook te Kortenhoef; en het bleek dat de koster aldaar nog driemaal daags het An- gelus luidde, hoewel de kerk reeds Protestants was. Enkele leden van dit ge- slacht zullen wel onder de eerste Protestanten behoord hebben, waardoor ze als beginnelingen natuurlijk prompt voor ,,Geus” werden uitgescholden. Deze naam kan niet voor 1566 zijn ontstaan - want toen pas ontstond de bijnaam op de uitspraak van Barlaimont, voorzitter van de Raad van Financien, die tegen de Landvoogdes, Margaretha van Parma, zeide: ,,Ce ne sont que des gueux” (,,Het zijn maar bedelaars”). Daaruit ontstond het: ,,Vivent les gueux!” ,,Leve de Geus!”

54 BICKER In Jaargang 1960, pag. 256, komt een bijdrage voor over dit geslacht. Voor het wapenkundige deel is geraadpleegd het boek van Mr Van den Brandeler van 1890. Bijna 60 jaren daarna heeft wijlen Jhr. Van Bere- steyn aangetoond (Jaarboek v.h. Centraal Bureau v. G. 1948), dat mr. Van den Brandeler in goed vertrouwen een wapenboek van Colijn had gepubli- ceerd, waarvan 58% (vermoedelijk opzettelijk) onjuist is, 19% betrouwbaar en 23% maar zo-zo. De tweede ondergetekende had dit moeten weten, daar beide boeken naast elkaar in de kast stonden, maar het was hem ontschoten. Vandaar een korte rectificatie. Het loopt gelukkig nogal los. De wapens van mrs. Pieter Bicker Gerritsz en Willemsz zijn beide goed. Het wapen van Roemer Arend v. d. Anxter (1357) is bij Colijn ook conform diens zegel. In 1507 zegelt Willem Duyn (Pietersz Doos) alleen met de schuinbalk en de bol (of doos), en zonder het duin. Gilles Helmer (1421) zegelt echter met een merk en nog niet met de helmstokken, de genoemde Jan Rijsers (1536) zegelt met een wapen, waarin rechts van de deellijn boven een leeuw en onder een vogel, en links de drie rijshouten. Overigens wordt naar de belangwek- kende publicatie van Jhr. van Beresteijn verwezen ! E. G. MIDDAG A. K. VINK.

VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

1. BOCHAN-BAUCHAN-BEAUCHAMPET. Gaarne zou ik alle personalia en afstammingsgegevens willen hebben van Josephus Nicolaus Bochan (Bauchan, Beauchampet), geboren 1727 te Maastricht, gehuwd met Anna Cadharina Patron (Patroon). afkomstig van Aken. Een van zijn ouders: Egidius Bochan, gehuwd vóór 1712 met Anna Maria Gilis. Mevr. A. M. BEAUCHAMPET. Joh. Wagenaarkade 77-I,, Utrecht. 2. TIJSMANS. Eugene Tijsmans werd in Loon op Zand geboren op 1-2-17.59. Zijn ouders waren Michel Tijsmans (castelein te Loon op Zand) en Maria Catharina de Leeuw. Hij was in 1781 bakker te Loon op Zand, in 1797 schepen en in 1800 schout, president schepen en fungerend drossaert van Loon ov Zand tot 30 sevtember 1810. On 1 oktober 1810 wordt iijn zoon Johannes Cornelis burgemeester (maire) van Loon op *Zand en dat blijft hij tot 1824. Leden van deze familie komen tussen 1650 en 1700 voor in Loon ori Zand. Maastricht, Gulpen en Maaseik (België). Ercgène Tijsmans was gehuwd met ~Joann~ van Vught. Vraag: wie kent het wapen van de schout Tijsmans? C. H. VOORHOEVE, Oosteinde 136, Voorburg.

55 3. EVERS. Hendrik Jan Evers (beroep: arbeider; kan zijn naam schrijven) krijgt op 8-12-1823 m Den Helder een kind bij Anrje Pronk (geboren Den Helder % 1785, gestorven Den Helder 24-11-1847): zii ziin niet met elkaar eetrouwd. Het kind wordt inaeschreven als Johanna Hendriks’ÍZveis. Daarna verdwijnt de vader en laat niets meer van zich horen (aantekening bij het huwelijk van Johanna in 1846). Wie kan inlichtingen geven over Hendrik Jan Evers? V. E. L. POLLÉ, K. v. Manderstraat 69, Haarlem. Zie diakonie-registers, waar dikwijls gegevens over arbeiders te vinden zijn. Red. 4. ZAPPEY-BOSTELAAR. Wie heeft onderzoek gedaan naar de namen Zappey, Bostelaar, Bosselaar of Borselaer? J. BOSTELAAR, Gr. v. Bloisstraat 19, Gouda. 5. OEM. Hein Oem had een zoon Rutger van der Vleuten, en deze wederom een zoon Henrick van der Vleuten. De laatste was vader van 4 zoons: 1. Rutger van der Vleuten, zat in 1457 in de Schepenbank van de Heerlijkheid Oirschot; 2. Jan; 3. Goyart, schepen in 1458; 4. Henrik. Hein Oem voerde in zilver 3 stuikmanden (in de brouwerij in gebruik om hop van het bier te scheiden). De nazaten voerden later in keel een gouden zwaard met de punt naar boven. Wapenspreuk: Je le tiens hault (Ik houd het hoog). Beide wapens zullen aan hun leenheer ontleend ziin: het oudste aan de Graaf van Meaen.I Jan Dicbiers. het Lionaere - aan de Heeren de Jeger.. Is er een verband met het bekende geslacht Oem in Dordrecht? H. VAN DER VLEUTEN, Pension Elisabeth, Kloosterstr. 7, Vught. (Van redactiewege bekort.) 6. WITZEL. a. Johan Hendrik Wifzel, geb. ‘_ 1741 Herrlesheusen (Dld.), overl. 31-1-1818 Helmond. zoon van Christoffel en Elisabeth Swentzel, huwde met Johanna van dut Berkhof, overl. 25-10-1829 Asten, volgens overlijdensakte geb. te Utrecht & 1755 (haar ge- boorte is te Utrecht niet gevonden) als dochter van Jacobus en Joanna van Thiel. Vraag: waar en wanneer is dit echtpaar gehuwd? (Huwelijk niet gevonden in Utrecht en ‘s Hertogenbosch.) b. Johannes Hendrikus (Johan Hendrik) Witzel, ged. 22-7-1787 ‘s Hertogenbosch, overl. 4-5-1839 Asten, zoon van a, huwde met Teunisje (Antonia) van de Peppel, ged. 20-1- 1788 Wageningen, overl. 2-10-1845 Nieuwer-Amstel, dochter van Peter en Geertruij Teunisse Treers. Kinderen geboren te Aarle-Rixtel (1812, 1817), Helmon (1814) en Asten (1820, 1828). Vraag: waar en wanneer is dit echtpaar gehuwd? (Huwelijk niet gevonden in Gel- derland (Centr. Bur. v. Genealogie), Wageningen, ‘s Hertogenbosch, Aarle-Rixtel.) A. WITZEL, Govert Flinckstraat 13, Utrecht. 7. GALIS-GALLIS a. Gaarne inlichtingen over de oudere generaties van het Hoornse patriciërsgeslacht Gallis (zie o.a. Merens). Naar mijn mening is de oudstbekende: Pieter Gallis, die plm. 1650 opduikt te Enkhuizen en later in Hoorn. Waar kwam hij vandaan? De Gallis- voornamen zijn identiek aan die der Galissen (hoewel deels verfranst); daarom kans op verwantschap. b. Alle huidige - mij bekende - Galissen, afkomstig uit West-Friesland, ,,passen” in één stamboom; op één uitzondering na; de voorouders van deze Galis zijn o.m.: Cor- nelis, geb. Alkmaar 2-7-1789 en gestorven te Amsterdam; gehuwd met Maria Nijbak- ker. Kan iemand mij nadere en oudere inlichtingen omtrent deze Cornelis verschaffen? Dr K. W. GALIS, Boslaan 7, Zeist 8. VAN KLEEF. Gevraagd: kwartieren van Heintje van Kleef, geboren Hillegersberg, 15 augustus 1811 als dochter van WiUem van Kleef en Jannetje de Bode. Willems beroep was bouwman. Heintje was gehuwd met Hermanus van Trotsenburg, geboren Rotterdam, 5 dec. 1812. W. ENTERMAN, Hoekenburglaan 58, Voorburg.

56 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (1. 1. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Der Archivar, 15 Jahrgang, Heft 4, Nov. 1963: Gennadij Aleksandrovic. Die Orga- nisation des Archivwesens in der Union der Sozialistischen Sovietreuubliken: Heinz Buitrus. Entwicklungstendenzen im Archivwesen der Sovjetunion;. Ka;1 H. SChwebel. VII. Table Ronde des Archives, Budapest 12. bis 15. Juni 1963; Hugo Stehkümner. Ein Erfahrungsbericht iiber Ausstellungen-des Historischen Archivs der Stadt Köln;‘Archiv- berichte und Tagungen; Literaturbericht.

Ons Amsterdam, 15e jrg., no. 11, november 1963: J. H. Kruizrnga. Watergraafsmeer raakt zijn koeien kwijt; Ton Koot. 350 jaar Jordaan in vogelvlucht; Amstelveen heeft nieuw expositiecentrum; drs. 1. J. M. Oostenbrink. Amsterdam onder Koning Willem 1; G. Gunderman. Verwikkelingen rondom de Oranjevlag in de Hersteld Evangelisch Lutherse Gemeente; De IJ-tunnel twee jaar in uitvoering.

Bachren de kupe, Nieuwpoortnummer, 5e jrg., no. 4 en 5, oktober-november 1963: Lic. R. Dnnsercoer. Nieuwpoort 800; P. Bourgois Roger Degrijse. De sociale stand van de Nieuwpoortse strijders van 1328; Ren& Dumon. Boudewijn van Nieuwpoort; Dr. Jos De Smet. Nieuwpoot in de moderne tijd; Dr. D. Dalle. Het ontstaan van het water- wegennet Plassendale, Nieuwpoort, Veurne, Duinkerke (1633-1641); Ren& Dumon. Nieuwnoort na het Frans Bewind: C. Denorme. De gilden van Nieuwooort: R. Watrhv lane Filliaert. Nieuwpoorts letterkundige en heemkundige (1890-19483; A. k. Gousse;. De laatste molen te Nieuwpoort; Marcel Messiaen. De Nieuwooortse Reuzen: R. R. Berquin. Over de torens van de G. L. Vrouwkerk te Nieuwpoor?.

De Brnbantse Leeuw, jrg. 12, no. 11, november 1963: J. A. W. Swane. Brabants Mo- lens met hun Mulders; Kwartierstaat van Deken Gabriel L. J. van Dijk.

Fundgruben-Nachrichten, unregelmässig erscheinende Mitteilungen fiir die Freunde des Korb’schen Sippenarchivs, no. 4, september 1963: Tafel ,,Menke 1”; Porträts unser Ahnen.

The Genealopical Magazine of New Jersev. Volume XXXVIII. Number 2. Mav 1963: Ryder Family Records; Öbituaries from the_Mount Holly Mirror; New Jersey Rateables 1773-1774: Essex Countrv Gravestones: New Jersev soldiers of 1759-1760: Morris i County Gravestones. _

Gruoningu, 9e jrg., no. 11, november 1963: Redactiemededelingen; P. J. Ritsema. Zoutkamper Middenstandsgeslachten: 111. Kniphuizen; Joh. H. Kruzjer. Kwartierstaat van de kinderen van het echtpaar Kruyer-Frye.

Mededelingen van het Centraal Bureau voor Genealogie, no. 2 en 3, september 1963: Boekbespreking: Graven van Limburg Stirum; M. P. de Bruin. Gebundelde inventarissen (Rijksarchief in Zeeland); Inhoud van het Jaarboek, deel XVII; Doopsgezinde Ge- slachten.

Met Gansen Trou, 13e jrg., november-december 1963, no. 11 en 12: Register van Inhoud over de gepubliceerde Jaargangen, bij gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Heemkundekring ,,Onsenoort” (onze hartelijke gelukwensen. R.).

De Nederlandsche Leeuw, LXXXe jrg., no. 11, november 1963: Mr. Dr. J. C. Maris van Sandelingenambacht. Herziening historische hoofdstukken van ,,Een Honderdtal Nederlandsche Families”: Blussé-Francken, Van Hattem-Borstel, Vallaré-Van Soelen, 57 Van der Nath-Klijn, Vermeer-Noordinck. Wijnen-Vermeer, Van Hecking-Van Roorda, Christiaens-Hartman; Korte mededelingen: Dedel; Enkele Oldambster en Stad-Groninger geslachten en hun verwanten in de 17e eeuw; Diurcken; De Saksische bezetting van Friesland en het geslacht Truchses von Waldburg; Boekbespreking; Vragen en ant- woorden.

The New York Genealogical Record, Vol. XCIV, Number 4, October 1963: Catha- rine (Van der Beek) Richaud and her children: Emiarants to New Netherland: Earlv history of the Thorne family of Long Island; Willem Adriaense Bennet of Brooklyn, N.Y. and some of his descendants; Marriages of the Dutch reformed Churches of Hel- derberg, Jerusalem, New Salem, and Princetown, New York, 1795-1855.

Norddeutsche Familienkunde, 12. Jrg., Heft 3, Juli-September 1963: J. Jünemann. Die Bewohner des Gerichtes Jühnde 1548-1563; H. Goebel. Die Pastorenfamilie Bockelmann aus Drebber: 0. Beermann. Büreerverzeichnisse der Stadt Neustadt a. Rbge von 1649, 1671 und-1681; H. Ofte. Trautmgen Ostfremder im Uulzener Kirchen- buch (1660-1865); G. K. H. Bodensieck. Freundschaften urn 1800. Poesie-Alben als familiengeschichtliche Quelle; H. Zimmermann. Eine hannoversche ,,Ehekette” aus dem 17. Jahrhundert.

Norsk Slekthistorisk Tidsskrift, Bind X1X, Hefte 2, Oslo 1963: Gerh. G. Beryh. Hans Gottfried Wangs livterindringer; Per Seland. Gamle Kvinesdal-slekter; A. Aner- Hanssetz. Fr& vest til aust drog folket pa Agder; Sporsmâl og svar.

Oostvlaamsche Zamen, 38e jrg., no. 6, november-december 1963: R. Depoorrerz. Arteveldiana en Artevelde Iconografie. De Artevelde-vereerder Louis Xinard, architect: Willy Vander Poorten: 11 Verhalen van grootvader; Dr. R. Haeseryn. De oude kerst- kribbe in het Oberinntal; M. Daem. Uit de geschiedenis van het bijgeloof; Zoeken en Zanten; Kroniek van de Bond.

Le Parchemin, 10e série, Novembre 1963, no. 92: Chroniques dynastiques: Belgique, Savoie-Orléans; C/rev. de Decker. Les Boisschot d’Erps et de Saventhem; Th. de Hennin de Boussu Walcourt. Les charges anoblissantes en France sous l’ancien régime (suite).

Vle Congès international des sciences génealogique et Héraldique (1962): Communi- cation; Z. de B. Les Congres Héraldiques et les ordres de chevalerie; Jean Souilbeck. Pièces armoirées au Musée royal d’armes et d’armures de Bruxelles; Nouvelles armoiries communales.

Het Personeel Statuut, 14e jrg., no. 11, november 1963: Grensverdrag met de Bonds- republiek Duitsland; De intrekking van de wet op het Nederlands onderdaanschap; Verslag Algem. Verg.; Boekbespreking.

Rijnland, Tijdschrift voor sociale gezzealogre ezz streekgeschiedenis voor Leiden en Omstreken, uitgegeven door het Bestuur van de Afdeling Leiden en Omstreken van de Nederlandse Genealogische Vereniging. Redactie: H. A. C. W. van Wijk, C. W. Del- forterie, secretaris, Haagweg 128, Leiden, giro 359374, C. Hamoen, A. G. van der Steur. Verschiint 4 x per iaar. priis f 4,--: 1. Ten geleide: 2. A. G. van der Steur.! Genealogisch en histohsch- onderzoek van een geheel- dorp: Warmond; de schrijver is een oude bekende in Gens Nostra en in het Leidse Jaarboekje en kan ons op dit gebied alles over Warmond en Rijnland vertellen; 3. H. A. C. W. van Wijk. Sociale mobiliteit en kwartierstaat-onderzoek, waarin de schrijver zijn zienswijze geeft over modern genea- logisch onderzoek; 4. C. W. Delforterie. Genealogische onderzoekingen tussen 18 11 en heden te Leiden en omgeving; een zeer belangrijk resultaat op de vraag die de schrij- ver zich heeft gesteld; 5. C. W. Delforterie. Kwartierstaat van Johanna van Beemen (Biemen), waar& de schrijver een zeer ruim gebruik heeft gemaakt van de rijke genea- logische bronnen, die zich in het Leidse Gemeente-archief bevinden; 6. C. W. Delforte- ri: Lijst van testamenten, aanwezig in het Gemeente-archief van Leiden uit de 16e eeuw; met dit onderzoek bewijst de samensteller een grote dienst aan alle onderzoekers ten Gemeente-archieve te Leiden. Al met al is dit tijdschrift een aanwinst in onze Revue. Met hartelijk welkom van W. R.

The Scottish Genealogist, Vol. X, No. 2, October 1963: Colin Campbell. A note on

58 _

the Campbells of Lix; Alterations in old Graveyards; David C. Cargill. The Presby- terian ,,Meeting-houses” and their baptismal and marriage registers; Queries.

Seftenegger Monatsblatt für Genealogie und Heraldik, V. Band, 8-9 Heft, Augustus- September 1963: Exlibris fiùr Dr. Leodegar von Kaufmann: Ahnentafel Plöckinger in Listenform; Ahnentafel von Hoernes; Buchbesprechung.

Instituto International de Gerzealogia y Heraldica y Federación de Corporationes afines, Hoja Informativa. Año X, No. 219-220, nov. 1963: Bibliografia; Communi- cados; Adelijke titels.

De Stichtsche Heraut, 10e jrg., no. 3, 1963: Nico Plomp. De familie Van Geesdorp te Woerden 1550-1650; 2. van Doorn. Zegvelder geslachten. Het geslacht Hooppelaar; Ds. W. J. A. van ‘t Einde. Het lidmaten- en attestatieregister 1705-1727 van de Ned. Herv. Gemeente te De Meern (Utr.).

Vietheer-Archiv, No. 5, Oktober 1963: Die Familienwappen Vietheer; Stammfolge.

Ons Voorgeslacht, 18e jrg., oktober 1963, no. 116: Dr. D. W. Gravendeel. Lidmaten van de Ned. Herv. Gemeente van Strijen (1715-1815). Nog kwamen in: Jaarverslag van de Gemeentelijke Archiefdienst van Amsterdam 1962: Jaarverslag 1962, Gemeente-archief, Leiden. Amsterdam, januari 1964. W. D. H. ROSIER.

AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 3049. W. H. Prins. Mozartstraat 31. Gronineen. 3050. Mr. J. Römelingh, Eijssoniusplein 1Oar Groningen. 3051. P. J. Knollema, Van Speijkstraat 12, Nedum. 3052. L. Hamerslag, Van Speijcklaan 36, Harderwijk. 3053. H. A. van Daalen, Kapellenberglaan 19, Rozendaal (Gld.), post Velp. 3054. J. Th. M. van Dungen, Kribbestraat 14, Amsterdam-Z. 3055. Ir. J. M. Langebaerd, Vrijburglaan 37, Overveen. 3056. H. W. Smit Sibinga, Willem de Zwijgerlaan 34, ‘s-Gravenhage. 3057. Mr. C. Stumphius, Thorbeckelaan 729, ‘s-Gravenhage. 3058. C. J. van Slageren, Jan van Eijckgracht 71, Eindhoven. 3059. W. J. C. Senders, v. d. Venstraat 6, Valkenswaard. 3060. H. Huiskamp, Zernikestraat 15, Assen. 3061. M. Pille, Bosweg 9, Julianadorp, Curaçao, Nederl. Antillen. 3062. W. K. H. Mertens, Hortensialaan 11, Beverwijk. 3063. P. Sissingh, Scharrenweersterweg 37, Appingedam. 3064. L. G. van Dijck O.S.A., Graafseweg 274, Nijmegen. 3065. A. A. Toxopeus, Dintelstraat 92-1, Amsterdam-Z. 3066. W. A. Haak. Dinkellaan 2. Heemstede. 3067. D. J. Wesselo, Bremlaan 5; Pijnacker. 3068. J. Prins, Zierikzeestraat 67b, Rotterdam-23. 3069. A. Mastenbroek, Korte Singelstraat 15a, Schiedam. 3070. Ch. J. M. Middendorp, Oosterstraat 51, Schiedam. 3071. J. M. Leurs, Heezerweg 477, Eindhoven. 3072. C. P. Briët, Rapenburg 12, Leiden. 3073. C. van Mesdarr. Jac. Catslaan 4a. ‘s-Gravenhage. 3074. L. W. Janus, Wilhelminapark 28; Tilburg. - 3075. Dr. R. F. Rekker. Bakh. v. d. Brinkhof 66, Amsterdam-Slotervaart. 3076. A. ter Maten, Blijhamsterweg 4, Winschoten. 3077. E. R. Bulthuis, Westersingel 10, Appingedam. 3078. P. Toxopeus, Torenstraat 14, Beerta.

59 3079. Mej. Mr. J. L. M. Toxopeus Pott, E 80, ,,Toxopeus Hove”, Oterdum, post Wei- werd. 3080. Mr. F. C. A. Eenhorst, Arnhemseweg 23, Amersfoort. 2135. D. G. van Swanenburg de Veye, Moerheimstraat 3, Dedemsvaart.

Adreswijzigingen: 187. J. P. Landman, Winschoterdiep 16, Zuidbroek. 2770. L. A. Brossois. Vinkenstraat 22, Zandvoort. 2724. Mej. E. C. N. ‘van Swieten, Prins Bernhardplein 81, Amsterdam-0. 719. W. Geering, Tuinfluiterlaan 27, ‘s-Gravenhage. 3027. A. F. v. d. Wees, Van Riebeeckweg 3, Hilversum. 2839. Dr. R. A. Burgers, Willem van Beuningenlaan 3, Vught. 1630. Mr. C. H. F. Simons, Raaweg 4, Loosdrecht. 155. Ds. F. C. Bosboom, Straatweg 175, Rotterdam-13. 2173. C. 0. Jellema, Frederik Hendrikstraat 106, Utrecht. 2938. C. F. Faber, Sparrenlaan 32, Berkum )gem. Zwollerkerspel). 2996. Th. M. Rockx, Dommelrodelaan 25, St. Oedenrode. 554. W. van Groenenbergh, Van Royenlaan 33, Groningen. 1211. G. H. Migchelbrink,-Terletstraat 17, ‘s-Gravenhage. 1041. N. Th. M. Klooster, Jacob Gerritsstraat 22, Delft. 2632. H. E. Burbank, Lamalaan 12, Son (NB.). 2689. F. N. Leddy, wordt Mr. F. N. Leddy, c/o Philips Industrial Development Inc. 544 San Luis Street, ERMITA, Manilla, Philippines.

Correcties (de aan te brengen correcties zijn gecursiveerd): A. 36 Rijksarchief in Noord-Holland te Haarlem, adres toevoegen: Rijksarchief in Noord-Holland, Ceciliasteeg 12, Haarlem. 447. J. N. J. Siewers, Loosdrechtseweg 162, Hilversum. 2646. Zr. T. T. 1. Jasners. Luzacstraat 1, Wassenaar. 2995. F. H. Klockenbrink, Prinsessesingel 37, Venlo. 1171. Ir. J. van der Sleesen, Parkweg 24b, ‘s-Gravenhage. 3011. R. Addink, v. d. Lelystraat 61-Ï, Delft. 3019. Alb. van Dijk, van der Waalsstraat 16, Leiden.

Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden mededelen van ons lid: 2297. B. J. J. ter Meulen, Badiikstraat 8, Twello.

Aan dit nummer werkten mee :

Ds E. van Alphen Az., Bernard Luninckstraat 4, Deventer. E. G. Middag, Bussummergrintwea 3, Hilversum. P. J. Ritsema, Breezandstraat 15, Scheveningen. Mr A. K. Vink. Kamerlingh Onnesweg 33, Bussum.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

60 - ONS-GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING .._. G*EDOEKEUeD 91-i KONINKLIJK CEB,. “AN 16 A”cs”STUS 3040. NO. ee Laatstellik goedgereur.5 DI! Konin*li,k Bea.lt van 5 April Ier,5 JAARGANG 19 No. 3-4 MAART-APRIL 1Q64 Eind-redacteur (waarnemend): N. A. Hamers, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg, Iordensstraat 61, Haarlem. Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, AmsterdamC. Contributie (minimum f 12,50 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

DORDRECHT

De Genealogische Dag voert ons dit jaar naar Dordrecht, zo al niet naar datum der stadsrechten dan toch wel naar tijd van ontstaan én naar betekenis in de Middeleeuwen ongetwijfeld de eerste stad van Holland. De stichting in 1018 door graaf Dirk 111 moge dan legendair zijn, de Merwedestad kan uit vroeger en later eeuwen meer dan genoeg historische herinneringen bij ons oproepen. Het Middeleeuwse stapelrecht dat het economische, de eerste vrije Staten- vergadering van 1572 die het politieke en de Nationale Synode van 1618-‘19 die het godsdienstige leven van ons vaderland voor lange perioden richting gaf. En wie denkt er bij Dordrecht in de 17e eeuw niet direct aan Johan de Witt? Het pensionarisschap van deze stad werd voor hem (zoals eerder ook voor Jacob Cats) de springplank tot het hoogste ambt van de Republiek: dat van raadpensionaris van Holland. En welk riviergezicht is in de schilder- kunst van onze Gouden Eeuw zó beroemd geworden als dat van Dordrecht? Juist nu er ten aanzien van het centrum van de Merwedestad belangrijke saneringen op het punt staan uitgevoerd te worden, heeft het zeker zin een bezoek aan deze stad te brengen. Met dank aan de schrijvers, die bereid waren op zo korte termijn kopij in te zenden, biedt de Redactie U hierbij een aantal bijdragen aan betreffende deze unieke stad. v.E

61 DE KONINCK door MATTHEUS ONDERWATER Mattheuszoon

Wapen: doorsneden 1. boven in goud een zwarte bij; 2. onder in groen een zilveren stappend paard, over de snijdingslijn een zwarte gekanteelde dwarsbalk.

Het hierondervolgende handschrift is nu eigendom van de heer N. Ph. Onderwater, arts te Oosterbeek, en is sinds het ontstaan steeds in het bezit van de familie geweest. Bij vergelijking met enige handschriften van dezelfde hand (Onderwater, Kloeck, Hooft, van Melisdijck) blijkt dat de opsteller begonnen is ná 2 april 1693 en vóór 28 febr. 1698; aanvankelijk bevatte het geen enkele datum, die zijn pas later met dezelfde hand bijgeschreven. De laatste is van 4 febr. 1717; latere bijschrijvingen vertonen een ander hand- schrift. Het blijkt dat het is gemaakt door een der kinderen uit het huwelijk Onderwater-Kloeck en wel door de onder Vb-6 voorkomende Mattheus Onderwater Mattheuszoon, geboren 24 juli 1655, gestorven 19 maart 17 17. Het oorspronkelijke bevat geen nummeringen; door mij zijn die bijgevoegd. Omtrent de gen. 11 valt op te merken dat de grafschriften bewaard bleven; de wapens niet. Dat van Lijsbeth van Westerloo is:

Doorsneden: 1. in zilver een rode linkerschuinbalk beladen met 3 gouden zwijnskoppen; 2. in rood 3 gouden zwijnskoppen; in een vrijkwartier van zilver een gekanteelde en tegengekanteelde blauwe dwarsbalk (Piggen).

Hij komt voor in de Inventare Hansischer Archive, XVIten Jahrhunderts, Band 1, p. 117: op 31 dec. 1558 schrijft Dordrecht aan de stad Keulen voor zijn burger Gijsbert Johannis Coninck vanwege een beslaglegging op verzoek van Joh. Fycker te Keulen wegens een vordering. Marcus. Sententien van Alba p. 244: 29 Mei 1572 Chargez que comme ung Jehan Ghijsbrechtsz Coninck auroit par charge et commission du Prince dOranges emprins, de surprendre les Villes de Dordrecht et de la Briele, se sauroit a test effect (suyvait aulcune lettres de credence que le dite Prince envoyait audit Ghijsbrecht Jansz Coninck son Pere) trouve en la ville de Dordrecht; etc. De zoon Jehan werd deswege levend verbrand. Daar het ms. hem niet noemt, moet de herinnering aan dat feit in 1700 reeds vervaagd zijn. Of generatie 111 identiek is met Boudewijn de Coningh die 10.000 kanons- kogels moest leveren aan Holland kan ik niet beslissen (de Raa en ten Bas, Het Staatsche leger 11.177. Resol. Holland 23.7.1599). Ir. G. L. MEESTERS 62 HANDSCHRIFT 1. Joan de Koninck, zoon: 11. Ghijsbert Jansz. de Koninck, konninck van de Cloveniers Schutterij bin- nen Dordreght en dijckgraaf van de Alblasserwaart, trout Lijsbeth Bou- dewijnsz van Westerloo. Hij nat. obiit 22 xber 1582, sij nat. obiit 25 xber 1567. Leggen beijde begraaven tot Dordt op het vrouwen koor, met de naam ende wapens daar op gehouwen. Kinderen: 1. Boudewijn, volgt IIIa; 2. Elisabeth, volgt IIIb; 3. Theuntien, volgt 111~. IIIa. Boudewijn Gijsb. de Koninck Ao 1600 Raad en 1604 Schepen tot Dordt, Hoogdijk heemraad van Alblasserwaart, trout Dirckje Jansz. Potterloo. Hij obiit 7 Janu. 1611, sij obiit 9 Julij 1628, tot Dordt begra- ven op het Vrouwen Coor ter groote Kerck in sijn vaders graft. Kinderen: 1. Maria, volgt IVa; 2. Jannetie, volgt IVb. IVa. Marija Baudew. de Coninck, van Dordt, trout den 17 April 1605 Jan Matth. Onderwater van Delft, heeft een lijnbaan tot Rotterdam. Hij nat. 19 Jaurij 1581, obiit 9 7ber 1625, sij obiit 12 Julij 1639 (anders 21 April 1639). Kinderen: 1. Baudewijn, volgt Va; 2. Pieter Onderwater Jansz, nat. 6 Julij 1608, obiit celebs 17 8ber 1610; 3. Dirckjen Onderwater Jansz, nat. 15 Juli 1610, obiit innupta 22 Julij 1611; 4. Mattheus, volgt Vb; 5. Joan, volgt Vc; 6. Jacob Onderwater Jansz, trout Elisabeth van de Graaf v. Rotterdam. Hij nat. 24 Feb. 1618, obiit 11 Meij 1670, sij obiit 11 October 1693 Breda, geen kinder. Va. Baudewijn Onderwater Janz, Raad 1648 en 1653 Schepen tot Dordt, trout 1637 in Meij Marija van de Graaf van Rotterdam. Hij nat. tot Rotterdam 10 Julij 1607, obiit 18 Junij 1671. Zoon: Via. Mr. Hendrick Onderwater Baudew., Heere van Puttershoek 167. en Papendreght 1697, Ao 1669 schepen en oudraad in Dordt, trout 14 Meij 1669 Johanna Hallingh Janz., hij nat. 15 Gctob. 1642, obiit 30 Apri’ 1705, sij nat. 16 Aug. 1646. Kinderen: 1. Marija Onderwater, obiit infans; 2. Margareta, volgt VIIa; 3. Mr. Baudewijn Onderwater, in den achte 1705, Heere van Papen- dreght, penningmeester van Alblasserwaart, trout 14 Febr. 1702

63 Sussanna Everwijn; Hij natus 23 Januarij 1673, sij nat. 14 Novemb. 1673; 4. Mr. Joan Onderwater, heer van Puttershoek 1705, natus 9 Meij 1676 obiit celeb: 10 Febr. 1712; 5. Marija Onderwater, trout 2 April 1716 Mr Samuel Everswijn, broe- der van Sussanna bovengenoemd, oudraad en schepen tot Dordt 17. etc., etc., etc. Sij nat. 21 April 1678; 6. Johanna Onderwater, sij natus 12 Aug. 1680; 7. Hendrick, jong doot.

VITa. Margareta Onderwater Hendk., trout 21 Julii 1695 Mr. Mattiis Berck, Here van Goodschalkört, baron van Spilker&waard, schepen- en raad Dordt, &, &, dijkgraaf van Mijnshereland en Moerkensw., hoogdijk- heemraad van Alblasserwaart, griffier van graaflijkhz.mund in Holland, &, &. Hij nat. 15 xber 1665, sij nat. Junij 1671. Kinderen: 1. Margareta Berck Mattz.; 2. Pompejus Berck; 3. Cornelia Berck.

Vb. Mattheus Onderwater Janz., tot Dordt gebooren, regend in almoesen camer te Utr(e)gt 1655, 1656, trout 1649 den 23 Novemb. Anna Cloeck Pietz. tot Amsterdam. Hij nat. 28 8ber 1613, obiit 17/27 xber 1665 Uijtregt, sij nat. 11/21 April 1626, obiit 13/23 April 1686 Utregt. Kinderen: 1. Marija Onderwater Matth., nat. 12 Febr. 1650, obiit tot Dort in- nupta 11 Junij 1686, tot Uijtregt begraven; 2. Pieter, volgt VIb; 3. Joan Onderwater, nat. 8 Meij 1652 Amsterdam, obiit celebs 18 xber 1708, legt tot Delft begraven int graf van Jan Apersz Melis(s)- dijk in de Oude Kerck; 4. Johanna Onderwater, nat. in Uijtregt 5/15 Junij 1653, obiit innupta 11/21 Junij 1676; 5. Margareta Onderwater, nat. Uijt. 10/20 Junij 1654, obiit innupta 20/30 7ber 1666; 6. Mattheus Onderwater, regent Batholemeij Gasthuis 1703, noodhulp in de Aalmoeseniers Camer (meij?) opgemelt gasth. Uijtregt 1710, 1711; 7. Mr. Cornelis Onderwater, Advocaat, nat. 5/15 7ber 1656, obiit celebz Amsterdam 19 Januarij 1680 en daar begraven int graf van grootvader Cloeck; 8. Cornelia Onderwater, nat. 7 Januarij 1658/26 xber 1657; 9. Anna Onderwater, nat. als vooren, obiit innupta 12/22 Junij 1659; 10. Hendrick Onderwater Matt., nat. 21 9ber 1660, obiit infans 13/23 Junij 1661.

VIb. Pieter Onderwater, Brouwer tot Dord, in den achte tot Dordregt Ao 1707, oud raad en schepen 1712, Thesaurier 1711, 1712j trout 1681 den 23 September (1) Marija van den Brandeler, 5 kinderen; trout 1690 den 3 December (2) Arendina Kuijp Albtz, 1 kind. Hij nat. 22 April

64 1651, obiit 22 April 1728; 1 vrou obiit 16 Maart 1689, 2 vrou nat. 4 xber 1659, obiit 2 Julij 1702. Kinderen : 1. Anna Margareta Onderwater Piet., natus 2 Januarij 1683, obiit in- nupta 4 Febr. 1717; 2. Margareta Onderwater, natus 6 Meij 1685 en obiit 30 9ber 1686, obiit innupta; 3. Marija Onderwater; 4. Mattheus Onderwater, ao 17 12 raad ofte mans van den Howen Vierschaer van Zuijd Holland. Dord, in den achte tot Dordregt 16 Maart 17 15, schepen waterregt 17 16, Borgem. 1738, gecommitteerde raad ter Admiralitijd 1745; 5. Francois Onderwater, natus 25 Febr. 1689 en obiit celebs 23 Maart 1689; 6. Cornelis Onderwater, nat. 22 8ber 1691, obiit celebs 17 Meij 1696. Vc. Joan Onderwater Janz., trout 3 Julij ao 1646 Agneta van Wouw, van s’Gravenhage. Hij nat. 11 Bber 1615, obiit Hage 23 7ber 1655, sij obiit utsupra 9 Meij 1677. Kinderen: 1. Marija Onderwater Janz, obiit innupta 26 Julij 1677; 2. Agneta van Wouw, trout 1684 Maart Mr. Everhard Denijn, 6 Meij 1682 secretaris van den Hove Provinciael v. Hollant. Sij obiit 17 xber 1684, geen kinder. IVb. Jannetie Bouwd. de Coninck, trout Abram Hendz. van Slingelandt. Kinderen: 1. Boudewijn van Slingeland Abz., obiit celebs; 2. Marija, volgt Vd; 3. Hendrik van Slingeland, obiit celebs; 4. Dirckje van Slingeland, volgt Ve. . Vd. Marija van Slingelandt Abr., trout Govert van der Cemp Corns., sij nat. 12 Feb. 1648. Zoon: 1. Abram van der Cemp, vaandrager onder een Companie te voet, obiit celebs. Ve. Dirckje van Slingeland Abrz., trout 1. Johannes de Ras, 2. Arend van Swol, geen kinderen. Sij nat , obiit Julij 1705. Kinderen: 1. Johannis, volgt VIc; 2. Margrita, volgt Vid. VIc. Johannis de Ras Jansz., trout Jannetje van de Wercke, waaruit: 1. Marija de Ras Jansd.; 2. Johannes de Ras. Vid. Margrita de Ras Jansz, trout Jan Gerritz., mr. kuijper, zoon: 1. Johannes Jansz.

65 IIIb. Elisabeth Gijsb. de Koninck, trom Seger van Voorn, van Gendt. Hij obiit 22 Feb. 1590, sij nat. 26 Feb. 1556, obiit 9 Janu. 1590. Kinderen: 1. Ghijsbert van Voorn Segerz., obiit celebs 3 Julij 1591 aen de pest, legt tot Amsterdam int graf van Jan Claesz Cloeck. 2. Abram van Voorn Segersz., obiit celebs 24 Junij 1591 aen de pest, legt tot Amsterdam int graf van Jan Claesz Cloeck.

IIIC. Theuntien Ghijsb. Coninck andersgenaamt Theuntjen Piggen, trout 1574 den 12 October Jan Claasz. Cloeck. Hij nat. 155 1, obiit 13 Julij 1616, sij obeiit 28 9ber 1597.

Zie Elias, De Vroedschap van Amsterdam 1398. Zij ontleent haar alias aan haar grootmoeder Anthonie Cornelisdr Piggen, gest. na 3 1-8-1569, tr. 1 vóór 5-3-1516 Bouden Wolfaerts (van Westerloo) uit Antwerpen, gest. vóór 5-4-1529, tr. 2 circa 1534 Gheryt Cornelisz Huybrechts te Breda. Anthonie is dochter van Cornelis Goderts Piggen, gest. vóór 14-8-1501 bij Yda. Ook de onder 11 genoemde Lijsbeth Boudewijnsz van Westerloo komt voor als ,,Lijsbeth Piggen” terwijl haar broeder als naam voert Mr. Boudewijn Wolfaert alias van de Waerde. Kinderen Kloeck-de Koninck: Margareta, volgt IVc; ; : Elisabeth, volgt IVd; 3. Jan Jansz. Cloeck, vaart van Rotterdam 1598, op Ambon doot ge- bleven doort laten afrollen van grote stend (?), nat. Rotterdam 27 Maart 1578, obiit 24 xber 1598 celebs; 4. Marija Jansz. Cloeck, volgt IVc; Anna Jansz. Cloeck, volgt IVd; 2: Ghijsbert, volgt IVe; 7. Mr. Pieter, volgt IVf; 8. Trijn Jansz. Kloeck, nat. 24 Januarij 1587, obiit 21 7ber 1601, oud 14 j, aen de pest; 9. Jacob, volgt IVg; 10. Claes, volgt IVh; ll. Floris Jansz. Cloeck, de lste, nat. 22 Junij 1590, obeiit jong 21 Aug. 1590; legt begraven in bestevaders graft in Nieu Kerk; 12. Floris Jans. Cloeck, de 2de, nat. 20 Januarij 1592, obiit 28 April 1592, leght begraven als boven in bestevaders Cloek graf; 13. Teuntie Jansz Cloeck, nat. 8 Febru. 1594, obiit 17 April 1599; 14. Floris Jansz. Cloeck, de 3de, nat. 23 Julij 1595, obiit 21 7ber 1601, pest; 15. . . 1 dogter doot ter werelt, natus en obiit op 21 9ber 1597. (Wordt vervolgd).

66 DE DORDTSE KLAPPERS

Mr Drs. J. J. BEYERMAN, archivaris van Dordrecht Nog altijd wordt het grootste contingent archiefbezoekers, althans te Dordrecht, geleverd door de genalogen en ook de binnenkomende corres- pondentie is voor een groot deel van hen afkomstig. Voor een vruchtdragend onderzoek, zowel door als ten dienste van hen, zijn goede en liefst ook nog talrijke klappers nodig: ik bedoel hiermede, dat men liever weinige, maar betrouwbare, dan vele, doch onbetrouwbare klap- pers kan hebben. Toen ik, nu weldra dertig jaren geleden, archivaris der oude Merwede- stad werd, was er op het gebied der fichering wel een en ander gebeurd, maar nog niet zo heel veel. Thans kan ik met een gepast gevoel van trots zeggen, dat het Dordtse archief, al valt er op dit gebied altijd nog veel te doen, toch tot de op dit gebied best geoutilleerde archieven behoort. Om te beginnen zijn practisch alle retroacta van de B.S. geklapperd en wel de dopen in fiches-, huwelijken en de overlijdens (begravingen) in boekvorm. Het zijn voornamelijk Gereformeerde (Hervormde) dopen: de andere kerkgenoot- schappen (Walen, Luthersen, Katholieken, Oud-Katholieken, Engelsen en Schotten) zijn te Dordrecht nooit zeer groot geweest. De doopfiches der Her- vormden, zijn in twee ,,systemen” verdeeld: het eerste omvat de jaren 1572 tot en met 1703, het tweede de jaren 1704 tot en met 1811. De kinderen van éen echtpaar staan, in chronologische volgorde, bij elkaar: op het eerste doopfiche staat, indien die althans te achterhalen was, de ondertrouw- (even- tueel ook de huwelijks)datum der ouders: men kan dus direct zien, of de ouders van een of meer kinderen al dan niet te Dordrecht zijn ondertrouwd (ev. gehuwd). Staat de ondertrouw te Dordrecht wel genoteerd, zonder dat het huwelijk is voltrokken maar is in die plaats wel aangegeven, waar het huwelijk is voltrokken (veelal is die plaats in de omtrek) dan is ook die plaatsnaam genoteerd. Op geheel andere basis zijn de huwelijken geklapperd. Op elk trouwboek bestaat een klapper in boekvorm, waarin behalve de namen van de bruiden en die der bruidegoms ook die van alle andere in de inschrijving genoemde personen o.a. die van de wederzijdse ouders, uiteraard voorzover die ge- noemd worden of uit de na(a) afgeleid kunnen worden, opgenomen. Bovendien zijn, voorzover zulks mogelijk bleek, de namen van de ouders, van wie later kinderen te Dordrecht zijn gedoopt (geboren) onderstreept, zodat men enerzijds in de doopfiches kan vinden, of een bepaald echtpaar, dat te Dordrecht is ondertrouwd of gehuwd, in die plaats kinderen heeft laten dopen en anderzijds in de klappers op de huwelijken ook, of de ouders van (een) bepaald(e) te Dordrecht gedoopt(e) (geboren) kind(eren) te Dord- recht (of, als dit gevonden kan worden, elders) gehuwd zijn. Over de begraafboeken en hun klappers valt niet veel te vertellen: ook hier behoort bij elk boek een klapper.

67 Gezicht op de voorgevel van het Dordtse Stadhuis en een gedeelte der Groenmarkt uit de Grotekerksbuurt, circa 1770. lC/ichP Gemeentearchief Dordrecht). (Tekelling in kleuren door P. C. Laferg( Een groot gedeelte van de in vroeger tijd vrij schaarse gegevens, die be- trekking hebben op de bevolking, is eveneens geklapperd. Ik noem hier de burgerboeken, de registers van ingekomen en uitgaande attestaties der Ger. gemeente en, in de 19e eeuw, de ,,Liste civique” uit 1811, een voorlopig bevolkingsregister uit 1826, dat alleen de namen van de hoofden van ge- zinnen en de z.g. ,,alleenlopende” personen bevat, en de voorlopige volkstel- lingsregisters van 1830 en 1840. Verder zijn klappers vervaardigd op een aantal delen uit de Oude Rech- terlijke Archieven, in de eerste plaats de oudste, uit de tweede helft der 16e en de eerste jaren der 17e eeuw, terwijl voorts een bescheiden, maar uiter- mate nuttig gebleken begin is gemaakt met het indiceren der ruim 1700 delen oude notariële archieven. In tegenstelling met wat op vele andere archieven veelal gebeurt, is men te Dordrecht met het indiceren der oude notariële archieven begonnen met de oudste (en dus interessantste), zodat na enige tientallen jaren gezegd kan worden, dat de notariële protokollen, die akten uit de eerste helft der 17e eeuw bevatten, van klappers zijn voorzien: ook hier behoort bij elk protokol een klapper: deze kan dus, indien het van een notaris afkomstig is, die niet veel te doen had en/of van wiens protocol niet veel bewaard is gebleven, heel dun zijn, terwijl er ook klappers zijn, die. omdat zij voor één band te dik zouden worden, in twee’banden gebonden zijn. Het is misschien wel aardig hier de wijze waarop en de tijd, waarin met het indiceren der oude notariële archieven te Dordrecht is begonnen, te vertellen en hoe uit deze oorspronkelijke ,,surculus” een, zij het ook een nog kleine, ,,arbor” is gegroeid. Kort nadat ik, voor drie dagen per week en op een maandelijks salaris van f 172,80 (waarvan men overigens in 1934 meer kon doen dan met het tienvoudige van dit bedrag heden ten dage!) tot archivaris der oude Merwe- stad was benoemd, kwam een werkeloos kandidaat-notaris (ook in deze ,,branche” was het in die tijd armoe-troef), maar die zich van andere kan- didaat-notarissen, althans in mijn oog, gunstig onderscheidde, omdat hij oud schrift kon lezen, bij mij met de vraag, of ik soms, desnoods onbetaald, werk voor hem had. Nu, om betaling moest men toen bij het gemeentebestuur van Dordrecht niet aankomen, althans niet voor het archief en zo nam ik deze ongelukkige, uiteraard met de in dit geval grif verleende toestemming van het gemeentebestuur liefderijk in het kleine archiefkringetje op. Ik gaf hem een over één jaar lopend deel van het protokol van notaris Johannes Schoor- mans en een voorraad fiches en zeide: ,,Nu, begin maar eens met dit deel te ficheren”. Na enige weken werken kwam hij met ongeveer 3000 fiches aan, die betrekking hadden op namen van personen, van huizen, straten, schepen, molens, onderwerpen, plaatsen, enz. Nadat nog een paar delen van het zelfde protokol geklapperd waren, ontdekte ik reeds spoedig, dat ik, als er enkele jaren op deze wijze zou zijn voortgewerkt, wel aan het gemeentebe- stuur mocht vragen, zoal geen afzonderlijk gebouw voor de klappers op de notariële archieven te laten bouwen, dan toch in ieder geval voor de berging der notariële fiches een verdieping op het bestaande gebouw te laten plaat-

69 sen. Daar er, nog afgezien van de in die crisistijd uitermate geringe, ja te verwaarlozen kans, dat het gemeentebestuur, toch al niet archief-minded (getuige de halvering van de werkkring van de archivaris) dit verzoek zou inwilligen, er nog andere mogelijkheden waren in een kleiner bestek hetzelfde te verwezenlijken, werd overgegaan tot het maken van klappers op de oude notariële archieven in boek- in plaats van in fichesvorm. Deze wijze van fichering bracht, zoals wij hieronder zullen zien, wel aanzienlijk meer werk mede dan de oorspronkelijk gekozen wijze van klapperen, maar had o.a. dit onschatbare voordeel, dat op den duur slechts enkele planken of (later) kasten voor het bergen der klappers nodig zouden zijn. Nadat de eerste zwaluw (indien men althans een kandidaat-notaris met een zwaluw vergelijken mag), het archiefnest had verlaten en zelfstandig was geworden (ik meen mij te herinneren, dat hij een, overrigens waarschijn- lijk toen ook wel schraal bezoldigde baan als ,,echt” candidaat-notaris op een notariskantoor in een dorp aan de Utrechtse Vecht had gekregen (in het- zelfde dorp is thans, naar ik meen, een eerzaam en gezeten notaris) kwamen er andere vogels van diverse pluimage het door hem beginnen werk voortzet- ten. Hoeveel dergelijke, maar nu bezoldigde personen in de loop van de ruim 25 nadien vervlogen jaren het archiefgebouw hebben betreden en het weder hebben verlaten, soms wegens het verkrijgen van werk in de vrije maatschappij, soms wegens het bereiken van de leeftijd van 65 jaar (die trouwens ook voor mij in een vrij nabij verschiet ligt) hetzij (een enkele maal) wegens ziekte, weet ik niet meer, maar bijna allen hebben zich met min of meer, in den beginne meestal klem, maar vrijwel altijd groeiend ent- housiasme gewijd aan het ogenschijnlijk monotone, maar in de praktijk zeer afwisselende en steeds uitermate nuttige werk, bestaande in het toegankelijk maken der oude notariële archieven voor wetenschappelijk en genealogisch onderzoek. Hoe gaat nu het ,,klapperen” van zulk een notarieel protokol in de prak- tijk in zijn werk? Vooraf dit: voorzover zulks mogelijk blijkt te zijn, krijgt dezelfde ,,klapperaar” een geheel protokol te klapperen, natuurlijk met dien verstande, dat hij, indien dit protokol, gelijk meestal, uit meer delen be- staat, uiteraard met het oudste begint. Hij neemt nu behalve het deel een aantal overlangs doorgesneden ge- linieerde vellen foliopapier voor zich. Hij noteert nu op het eerste lijntje de eerste naam, die hij tegenkomt, met vermelding van het nummer van het deel en het folionummer (recto of verso). Het tweede lijntje slaat tij over: daarop wordt niets geschreven, maar op het derde lijntje komt de tweede naam, die hij tegenkomt, uiteraard weer met vermelding van het nummer van het deel en dat van het folio. Als alle daarvoor in aanmerking komende namen in het deel (of het gehele protokol) op de stroken zijn overgenomen, worden deze dwars doorgeknipt en wel op de niet-gebruikte lijntjes. Vervol- gens worden de aldus ontstane fiches in dozen met vakjes alphabetisch-lexi- cografisch gesorteerd: hierbij wordt de als ,,k” uitgesproken ,,c” als ,,k” be- schouwd. Daarna worden de fiches eerst even, om weggeraken of wegwaaien te voorkomen, op stroken oud papier vastgezet en vervolgens op gelinieerde

70 katerns foliopapier overgeschreven. Achter elke naam wordt nu in rode inkt het deel van het nummer en in zwarte of blauwe inkt het folionummer of worden de folionummers genoteerd. Is dit geschied, dan worden de katerns verenigd tot een of meer banden. De klapper is nu voltooid en voor het gebruik door het publiek en de archiefambtenaren gereed. Gegarandeerd foutloos zijn deze klappers natuurlijk niet: zij zijn tenslotte mensenwerk en, evenmin als de mens, feilloos. Wel kan ik verklaren, dat het aantal aan het licht gekomen fouten (de meeste blijven uiteraard verborgen!) miniem is. Tot zover dit klapperverhaaltje. Na de jaarvergadering der N.G.V. hoop ik gelegenheid te hebben een aantal reeds gereed gekomen en in wording zijnde klappers te laten zien: bij beide zullen zich de archivalia bevinden, waarop zij zijn (worden) vervaardigd. Alles tot ,,nut, leringhe ende ver- maeck” der deelnemers aan de vergadering.

VAN NUIJSSENBURGH door J. SIUIJTERS Dirck van NuQssenburgh, koopman in Rijnwijnen te Dordrecht, schepen aldaar in 15.58, 1559, 1562, 1563, raad aldaar 1545, 1546, 1549, en 1550, tresorier van 1559 tot 1566, overleden te Haarlem in 1566, zoon van Jan en Arma van Alblas, tr. 7 febr. 1544 Margriete van der Merwede (die hem de heerlijkheid zuidewijn aanbracht), geb. op Zuidewijn 14 mei 1525, overleden te Haarlem in 1593, dochter van Dirck, heer van Zuidewijn, en Margaretha van Bekesteijn. Noch hun testament voor notaris Hendrik Jansz de Graaff te Dordrecht gepasseerd 22 dec. 1553, noch zijn daarin vermelde natuurlijke zoon Jan, worden in de literatuur vermeld.

In den naem Codes amen. Bij desen openbaer instrumente zij condt ende kennelike eenen ijeghelike dat in den jaer ons Heeren dusent vijffhondert drie ende vijftich ter 11 indictie, den 22 decembris, regnerende onse alreheijlichste in Christo vaeder ende heere heer Julio doer Gods voersienicheijt den derde usus van Romen van dien naem in sijn vierde jaere sijns s’paudoms; ende onse aldergenaedichste heere heer Carolo doer Gods voersienicheijt den vijften Roemschen keijsser van dien naem, coninck van Spangen, van Ciciliën, -van Arragon ende altijts vermeerderende rijck; ter presentie van mijn openbaer notarijs bij den Hove van Hollandt gheadmitteert ende ghetuijghen naergeschreven, sijn ghecompaereerdt in haeren properen personen den eerbaere Dirck van Nujssenborch Janssone ende de eerbaere jouffrau Margriete van der Merwede ghechte man ende wijff, gaende, staende, haer verstandt, redene, memorie zeer wel hebbende, overpeijssende dat allen menschen nootelike moeten sterven en nijet weeten, wie, tijt, plaetsche, waer ofte wanneer; begherende die onsekerheijts des tijts met een testamentelike dispositie voercomen; hebben met guede voexgaende rijpe deliberatie gemaect ende geordineert, maken ende ordineren mits desen, huere uuijtersten willen ende testamente in de maniren navolgende: Eerst bevelen sij haeren zielen God almachtich, hueren lichaemen ter kerkelike sepulturen; revocerende, casserende, annulerende ende doende te nijet het testament gemaect bij Mr Georgius Silvius ende twee getuijgen van date dusent vijffhondert acht ende veertich den 18 dach augusti, willen dat testament van nul ende onwaerde ghehouden te worden.

71 Maer mits desen maecken ende bespreken sijluijden, uuijt guede consideratie ende danckerheijt van den guede affectie ende liefde die sij tot malcanderen hebben, reci- proce den eenen den anderen over ende weeder, over alle alsullike silverwerck, huijs- raet ende imboel, als ten eersten overliden van eenich van hem beijde in huere boedel bevonden sal worden,,,wellike altesamen die lancxste levende sal behouden ende hebben voeruuijt tot sijnen eijgendomme ende vrijen willen sonder daervan ijemant inventarijs te geven. Welverstaende, indien die lancste levende van huer beijde weederom huijwelicke ende creech wittige geboerte, soe sullen huer beijder comparante kindt off kinderen hebben uuijt die ghereeste guederen, dwellike die- lancxste levende van huer beijde achter laeten sal, die somme van driehondert carolusguldens eens, stuck 40 grooten vlaems, in recompensie van desen reciproce makinge. Noch soe is huerluijden uutersten willen ende begeerten, ende willen dat oeck sullicks nheschiet, dat is te weeten: is ‘t saeck dat Dirck van Nuiissenborch Janssoen eerst ende voer sijn huijsfrouwe jouffrou Margriete van der Merwede Dirckdochter afflivich wordt ende sterfft. dat alsdan allsullike ghevalle sijn kindt off kinderen ghehouden sullen weesen huerluijder moeder uuijt te reijken ende-te betaelen uuijt hueren-guederen, huerluijde bij dode van hueren vaeder affterghelaten, die somme van twee dusent rijnsguldens, stuck van veerthich grooten vlaems, ende dat bij recompensie ende betaelinge van alle alsullike penninghe als ontfanghen sijn bij hueren vaeder soe van hueren moeder vercoften moeren als oeck andere haer bij besterffenisse van haeren broederen Dirck van der Merwen saliger gedachten aenghecomen ende aenbestorven; ende sullen desen twee dusen rijnsguldens ghehouden wesen te betaelen een maent nae het overlijden van hem, ofte sullen moeghen bewijssen guede rente daervoer, aldaer die moedere mede bewaerdt ende te vrede sal sijn. Ende in gevalle dat jouffrou Margriete van der Marwen eerst ende voer haeren man Dirck van Nuijssenborch offlivich wordt ende sterfft, dat bij sulliken gevallen Dirck van Nuijssenborch nijet meer ghehouden sal weesen uuijt te reijcken ende te betaelen haer kindt ofte kijnderen dan eens die somme van achthien hondert rijnsse guldens van 40 grooten vlaems ‘t stuck, die hij ghehouden sal weesen uuijt te reijcken tot drie terminen te weeten: seshondert gulden een maent nae den overliden van jouffrou Margriete van der Merwen, ende een jaer daeraenvolgende nog seshondert rijnsse guldens, ende het tweede jaer daeraenvolgende die leste seshondert rijnsse guldens; des sal hij sijn kuer hebbe off hij gereede gelt geven wil ofte bewijssen goede rente daer sij mede bewaerdt sullen sijn; ende dit sal sijn in recompensie ende volle betaelinge van alle alsullike penninghe als eenichsijns bij hem ontfanghen moghen sijn, die gecomen sijn soe van die vercofte moeren off rente ende oeck mede haer bij haer moeder gegeven, die hier almede in begrepen sullen weesen. Noch soe maeck joufrou Margriete van der Marwen haeren man Dirck van Nuijssen- borch alle alsullike juweelen, ringhen, kathelen, baggen, silveren paternosteren, als sij van hem ghehadt heeft ende sij noch metter doot achterlaeten sal, die hij hebben sal tot sijnen eijgendomme ende vrijen wille. Voert -soe is -noch hueren beijden uuijtterste willen dat d’lancxste levende van huer beijden, huerluijder kindt ofte kinderen ende der kinderen guede regeren sal totter kijndren oerbaer ende profijt, sonder dat daer ijemant van die Griende tegens sal mogen doen offte doen met eenighe rechte geestelijke ofte waerlike; mits dat die selffden weederom gehouden sal weesen jaerlix ofte ten lancxten ten twee jaeren guede rekeninge, bewijs ende reliqua te doen voer twee ofte drie van de naeste vriende ofte in ghebreec- ken van huerluijden voer twee scepenen. Item hij testatoer bespreeck @zen natuerliken som Jan Dirckssone tot een testa- mente driehondert carolijguldens eens, ‘t stuck van 40 grooten vlaems, diewellike sullen hem sijne erffgenamen uuijtreijcken tot sijnen mondigen dagen, ende sullen hem houden in eet, dranck, ende cleederen, tot denselven dagen toe; mits conditie indien d’vorschreven Jan Dircksone offlivich wordt sonder achter te laeten kindt off kijnderen, dat alsdan die driehondert rijnsgulden wederom comen ende besterven sullen aen die sijde daer sij van gecoemen sijn. Noch soe maeck hij testatoer sijn huijsfrouwe driehondert carolusguldens eens, om die te imployeren in saeken soe hij haer belast heeft.

Ende in gevalle dat in dese testamentarie dispositie eenighe articulen bevonden worden tegens huerluijden huijlixe voerwaerde luijende. waerdoer geseijt moechte worde d’selve hilixe voerwaerde gebroecken te sijn, verclaeren daeromme d’voerschreven con- thoralen hueren uuijtterste wille te sijn dat huerluijden huijlixe voerwaerde sal blijven

72 in essentie ende sorteren huer effecte, nijettegenstaende eenighe testamentarie dispositie bij huerluijden gemaeckt ende geordineert. Alle t’welick voerscreven is de voerseide conthoralen verclaerde elcx huren uuijter- sten willen te sijn doer stipulatie aen hande van mijn openbaer notarijs ende getuijgen naegescreven gedaen, willende desen hueren uuijtterste wille volbracht te worden ende effecte sorteren in alre maniren als voerengescreven staet. Van wellike altesamen d’voer- seide Dirck van Nuijsseborch Janssoene ende jouffrou Margriete van der Merwen be- gheert hebben van mijn openbaer notarijs gemaect te worden een ofte ander instrumente in bester forme waer ‘t van nooden. Aldus ghedaen binnen Dordrecht op jaer, maent, als bove, daermede present geweest den eerbaeren heere Frans Dircksone van Amstelleredam, pater van den nonnen binnen Dordrecht, ende heer Aelbrecht Aelbrechsone Foeck, soos van denselver nonnencloes- ter binnen Dordrecht, die tot meerder seekerheijt elcx haer hanteijck hebben hieronder ghestelt, ende Jan Pieterssone, huijstimmerman, inwoenende poerter binnen Dordrecht, gheloevelike getuijge hiertoe geroepen ende ghebeeden. Et ego Henricus filius Joannis de Graeff sacra imperiale auctoritate et per sena- turn Hollandiae admissus notarius publicus, quia premissa testamentariae dispo- sitione ordinatione omnibusque aliis et singulis dum sic ut praemittitur fierent et agerent, una cum prefatis testibus interfui eamque sic fieri vidi et audivi, iccirco hoc presens instrumentum manu propria conscriptum ex inde confeci, subscripsi et subsignavi, signo nostro apposito, in fidem omnium premissorum rogatus atque requisitus. (Ondertekend:) Dijerick van Nuijssenborch Janssone Mergriete van der Merwede Dierickdochter H.G. per me Franciscum confessorem monialium in Dordraco D. Albertus Foeck Jan Pieters (Notarismerk H.G. 1553) In dorso: Mijns vaders testament No. 44

GRAFSCHRIFTEN IN DE HERVORMDE KERKEN VAN DORDRECHT (Correcties en aanvullingen op Gens Nostra 1963, blz 35 ev.) door Ds. K. H. L. VAN SELMS GROTE KERK 4. (Zie voor deze zerk: Ned. Leeuw LVI, 293 en 373. Volgens wijlen R. T. Muschart is het wapen van Hillegont Jansdochter dat der familie Mes, terwijl het mannelijk wapen sterke overeenkomst vertoont met dat van de familie Sootgens, Roemers- waal, die echter op de dwarsbalk twee vissen voerde). 1. WVN (uitaekaut waven. Wilhelmus van Nievelt, bear. 21-5-17881. 19. Bij besch&ing van-het wapen Hallincq moet het woordje ,,gekroonde” vervallen. De beschrijving wordt dus: 3 halve leeuwen, 2-1 (Hallincq). NIEUWE KERK 1. Hit conditur vir honorabilis Gothofridus de Wessem cos in Ruremunda Hendrici ibid cos F. Obiit an. salutis. 1557 die 3 Decemb net non digniss. Agnefa de Wessem Gothf. cognata uxor nob. Golhof. de BeecX- obiit 15 Febr. 1581 Hier rust Marva van Wessem Is vroue van Tielemnn Evcke Sterft 6 juni 1671 Wapen: een doorsneden schild, waaroverheen een knÓl met drie bladeren. De knol van het schild. (Zie mede N.L. 1939, 454/455). 2. Het gi-aft van Dr. 1. E. Voet en S. V. Gutshoorn 3. Dit is het graft van Aalbert van der Ulft Boode der Stad Dordrecht en zijne huys- crouw Maria Elisabeth vrrn der Veer, Kosterin van de Nieuwe Kerk. Anno 1733 4. (Fragment) begraven Seegersen sterf den Ao. 1600

73 KWARTIERSTAAT VAN CORNELIS VAN DER ENDEN door C. VAN DER ENDEN 1. van der Enden, Cornelis, geb. 2-9-1861 te Dordrecht, over]. 18-12-1922 te Dordrecht, huisschilder, gehuwd op 16-11-1883 te Puttershoek met Jaapje van Kleef, geb. 16-11-1863 te Puttershoek, overl. 26-1-1937 te Bleskensgraaf. 2. van der Enden, Hendrik, geb. 6-10-1824 te Dordrecht, overl. 13-8-1902 te Dordrecht, huisschilder, gehuwd op 1-6-1853 te Dordrecht met: 3. Schotel, Heiltje, geb. 26-2-1822 te Dordrecht, overl. 19-2-1902 te Dordrecht. 4. van der Enden, Cornelis, geb. 17-2-1780 te Voorburg, overl. 19-6-1832 te Dordrecht, oppasser bij het hospitaal te Dordrecht, gehuwd op 22-10- 1807 te Dordrecht met: 5. de Rot, Willemina, geb. 19-2-1785 te Dordrecht, overl. 13-4-1865 te Dordrecht. 6. Schotel, Bernardus, geb. 9-6-1797 te Dordrecht, metselaar, overl. 8-8- 1859 te Dordrecht, gehuwd (le maal) op 12-12-1821 te Dordrecht met: 7. Riethof, Maria, geb. 6-9-1799 te Dordrecht, overl. 6-11-1848 te Dord- recht. 8. van der Enden, Wouter, ged. 23-6-1754 te Voorburg, overl. 24-4-1797 te Voorburg, gehuwd op 26-11-1775 te Voorburg met: 9. Willemina Donker, ged. 26-7-1747 te Voorburg, overl. 19-9-1804 te Voorburg. 10. de Rot, Cornelis, ged. 11-3-1759 te Dordrecht, overl. wsch. 10-8-1812 te Dordrecht, gehuwd op 18-5-1783 te Dordrecht met: ll. Coopmans, Lydia, ged. 24-8-1757 te Dordrecht, over]. 23-11-1828 te Dordrecht. 12. Schotel, Johannes, ged. 8-1-1770 te Dordrecht, overl. 3-5-1808 te . Dordrecht, gehuwd 24-10-1790 te Dordrecht met: 13. Sprangers, Heyltje, ged. 3-9-1767 te Dordrecht, overl. 24-1-1836 te Dordrecht. 14. Riethof, Hendrik, ged. 15-12-1754 te Dordrecht, (hout)vlotter, over!. 30-1-1843 te Dordrecht, gehuwd 3-6-1781 te Dordrecht met: 15. Negenabel, Cornelia, ged. 3-2-1760 te Dordrecht, overl. 1-3-1837 te Dordrecht. 16. van den Ende, Cornelis, ged. 6-2-1724 te Berkel, overl. 20-2-1782 tc Voorburg, gehuwd 17-6-1753 te Rijswijk met: 17. van der Muur, Maria, ged. 14-9-1732 te Rijswijk, overl. 26-6-1754 tc Voorburg. 18. Donker, Jan Govert, ged. 1-3-1719 te ‘s Gravenhage, overl. 8-11-1797 te Voorburg, gehuwd 11-12-1746 te Voorburg met: 19. Foreest, Aplonia Elisabeth, ged. 29-3-1720 te Voorburg, overl. 27-3- 1759 te Voorburg (eerder gehuwd: 24-6-1742 te Voorburg met Pieter van Dorp).

74 20. de Rot, Cornelis, ged. 25-12-1728 te Dordrecht, overl. vóór 1783, ge- huwd 14-5-1758 te Dordrecht met: 21. Dent, Willemijntje, ged. 6-5-1733 te Dordrecht, overl. vóór 1783. 22. Coopman, Hendrik, ged. 31-5-1726 te Dordrecht, overl. 6-11-1759 te Dordrecht, gehuwd 2-5-1751 te Dordrecht met: 23. Boogers, Woutrina, ged. 4-9-1727 te Dordrecht, overl. 10-3-1773 te Dordrecht. 24. Schotel, David, ged. 7-7-1745 te Dordrecht, overl. na 7-10-1790, ge- huwd 30-4-1769 te Dordrecht met: 25. Stam, ZJda, ged. 18-12-1743 te Dordrecht. 26. Sprangers, Hendrik, geb. ‘s Gravelduin Capelle (N.B.), overl. vóór 7-10- 1790, gehuwd 11-5-1749 te Dordrecht met: 27. van Kaam, Cornelia, geb. te Dordrecht, over]. na 7-10-1790 (dochter van Gerret). 28. Riethof, Rut, ged. Klundert, over]. vóór 17-8-1757, gehuwd 25-lO- 1744 te Dordrecht met: 29. Lievelo, Heiltje, ged. 27-1-1723 te Dordrecht, over]. na 17-5-1781 hertrouwd 17-8-1757 met Isaac de Waal. 30. Negenabel, Martinus, ged. 31-1-1731 te Dordrecht, overl. na 17-5- 1781, gehuwd 16-5-1756 te Dordrecht met: 31. van Meggelen, Johanna, ged. 26-12-1733 te Dordrecht. 32. van den Ende, Wouter, ged. 31-3-1686 te Bergschenhoek, gehuwd 6-4- 1722 te Berkel met: 33, van den Hoek, Catharina, ged. te Veur (gem. Voorschoten), (dochter van Cornelis). 34. van der Muur, Isaak, gehuwd 30-7-1727 te Rotterdam met:: 35. van Gilse, Gijsberta. 36. Donker, Jan Jansse, ged. 15-6-1684 te Deventer, begraven Voorburg 16-11-1751, gehuwd le 5-11-1713 te ‘s Gravenhage met Geertruijt Langhly, gehuwd 2e (ondertrouw 24-4-1718) met: 37. Ruyters, Willemina (eerder gehuwd met Cornelis de Later). 38. Foreest, Leendert Dirck, ged. 4-5-1687 te Voorburg, gehuwd 3-11-1716 te ‘s Gravenhage met: 39. Linde(s), Ursula, geb. te Solingen. 40. de Ro(‘d)t, Cornelis, geb. te Dordrecht, gehuwd 15-8-1723 te Dord- recht met: 41. Peret, Lijsbeth, ged. 2-11-1691 te Dordrecht. 42. Dent, Paulus, ged. 25-12-1702 te Dordrecht, geh. 11-6-1730 te Dord- recht met: 43. van der Mijt(M[jl), Pieternella, geb. te Dordrecht. 44. Coopman(s), Hendrik, overl. vóór 15-4-1751, geh. 22-10-1713 te Dordrecht met: 45. van der Valk, Lydia, overl. na 15-4-1751. 46. Bogers, Wouter, ged. 19-2-1685 te Dordrecht, overl. vóór 4-9-1727 (waarschijnlijk in 1727), gehuwd 7-6-1711 te Dordrecht met: 47. van Nieten, Geertruy, ged. 4-7-1687 te Dordrecht.

75 JAN VAN GOYEN: RIVIERGEZICHT VOOR DORDRECHT (1648)

Herhaaldelijk heeft Van Goyen het ook nu nog imposante gezicht geschilderd, dat zich opdoet als men Dordrecht over water nadert. Bovenstaand schilderij (Rijksmuseum Amsterdam; cat. nr. 989) is typerend voor zijn wijze van werken in zijn rijpe jaren: een laae eeolaatste horizon waarboven zich een maiestueuze wolkenlucht verheft. ” UL kleine maar niet anekdotisch behandelde figuurtjes als ;epoussoir op het voorplan cn een opgaan van dc onderscheiden kleuren in één. algemene tonaliteit.

48. Schutte/, Jan, ged. 25-6-1706 te Dordrecht, over]. na 13-4-1769, ge- huwd 14-5-1730 te Dordrecht met: 49. Verlzoeven, Jenneken, ged. 1% 1- 1704 te Dordrecht. 50. Stum, Bernardus, ged. 2 1-6-1720 te Dordrecht, ovcrl. vóór 13-4-1769, gehuwd 1-9-1743 te Dordrecht met: 51. Petit, Jenneken, ged. 4-10-1715 te Dordrecht, overl. na 13-4-1769. (Zij is een tweelingzuster van Jannetje). 58. Lievelo, Hermunnus, ged. 6-12-1696 tc Nijmegen, ovcrl. vciór I-IO- 1744, gehuwd 10-3-1720 te Dordrecht met: 59. Swart, Maria, gcd. 9-4-1692 te Dordrecht. 60. Negennubel, Jounnes, ged. Oud-Kath. 20- 12- 1706 te Dordrecht. gc- huwd 15-10-1730 te Dordrecht met: 61. van den Hester, Hendrikje, ged. 17-1 1- 1706 te Dordrecht. 62. van Mechelen, Jan Wouterse, ged. 8-2-1705 te Dordrecht, overl. na 29-4-1756, gehuwd 25-2-1725 te Dordrecht met: 63. Coppeluur, Corneliu, gcd. 6-9-1702 te Dordrecht.

76 64. van den Ende, Henrich Cornelisz, ged. 16-3-1659 te Berkel, zoon van Cornelis Hendriks en Trijntje Ariens Vos, gehuwd met: 65. Wouters, Neeltjen. 72. Doncker, Jan Janssen, burger van Deventer op 5-10-1657, bombazijn- werker, geh. le 12-2-1660 te Deventer met Geesken Tijssink, geh. 2e 2-8- 168 1 te Deventer met: 73. Lamberts, Geertruyt, geb. te Almen (Gld.). 76. Foreest, Dirck, gehuwd 21-4-1686 te Voorburg met: 77. Vergouw, Pleuntje Claesdr. 82. Perret, Jan, hoedenmaker te Dordrecht, gehuwd met: 83. Prol, Nielleke. 84. Dent, Johannes Jacobzn, metselaar te Dordrecht, overl. na 26-5-1730, gehuwd met: 85. Rijmonts, Mondina. 92. Boogaert, Barent Woutersz., geb. te Sprang, in 1679 burger van Dord- recht, overl. na 17-5-1711, gehuwd in 1682 te Dordrecht met: 93. Hendriksdr. Lijsbeth. 94. van Niete, Michiel Pietersz, schippersgast, gehuwd met: 95. van der Matte, Engeltje Bastiaensdr., overl. na 17-5-1711. 96. Schuttel, Stoffel Bastiaensdr., overl. na 28-4-1730, gehuwd met: 97. Claesdr, Marijke. 98. Verhoeven, David, overl. vóór 28-4-1730, gehuwd met: 99. van der Spaen, Dijna Jansdr., overl. na 28-4-1730. 100. Stam, Jacobus, over]. na 15-8-1743, gehuwd met: 101. Wartele, Uda. 102. Petit, Aert Pieterse, ged. 27-6-1681 te Dordrecht, overl. na 15-8-1743, gehuwd 1-9-1709 te Dordrecht met: 103. Robijn, Anna, geb. te Dordrecht. 116. Li(e)velo, Hendrik, geb. te Blankenheim, overl. 14-5-1721 te Dord- recht, gehuwd 8-12-1689 te Hees (bij Nijmegen) met: 117. Ma(a)ne(n), Margriet, weduwe van Evert Bernts, begraven 10-11-1728 te Dordrecht. 118. Swart, Lucas Willemsz, korenmeter te Dordrecht, overleden na 25-2- 1720, gehuwd met: 119. Turijn, Heijltje Pietersdr, eerder gehuwd met Jan Henricxz Bax. 120. Negennabel, Maerten Jansz, overl. vóór 29-9-1730, gehuwd met: 121. Buytendijk, Trijntie Barentsdr. 122. van den Hester, Pieter, geb. te Bugel (Bude!?), overl. na 29-9-1730, gehuwd met: 123. Jansdr. Marijcke. 124. van Meggelen, Wouter Jansz., geb. te Mechelen, over]. na 2-2-1725, gehuwd met: 125. Verboom, Ariaentje Pietersdr. 126. Coppelaer, Willem, overl. vóór 2-2-1725, gehuwd met: 127. Rutten, Anna, overl. na 2-2-1725.

77 KOUWENS door Ir. G. L. MEESTERS

Wapen: in zilver 3 zwarte kauwen.

1.Willem Dircxzn Kauwen, geb. Capelle waar hij op 23-12-1630 lidmaat der Hervormde Gemeente wordt, woonde daar bij de kerk, bezat enig land te ‘s Grevelduin Waspik, aan de O.Z. van de Nieuvaart en in Suijdewijn. Tr. Capelle 16-2-1610 Maeyken Cors Seeu, gest. 26-7-1666 Capelle, begr. in het koor der kerk, dr. van Cornelis Adriaensz. Zeeu en Maeijken Tonis. Kinderen: 1. Diericxken, ook Driecxken, ged. Capelle 2-10.1610, tr. Corst Aerts (Lotten); 2. Jenneken, tr. Aert Joosten; 3. Jan, ged. Capelle 8-3-1615; 4. Peeterken, ook Peerken, ged. Capelle 5-11-1617, tr. Cornelis Cor- nelis Adraen Deniss; 5. Clues, volgt:

11. Claes Willems (Kouwens), ged. Capelle in de Langstraat 20-11-1622, gest. voor 1681, tr. Capelle 24-6-1657 Anna Simonse Swaen uit Geer- truidenberg, hertr. Geertruidenberg 14-6-1681 Pieter Joosten Nobel. Zij woonde op 7-8-1694 te Waspik en op 26-5-1707 te Geertruiden- berg en is dochter van Simon Leenderts Swaen, in 1619 schippergesel te Geertruidenberg, in 1626 schipper te Made en op 16-6-1646 door de stad Geertruidenberg aangesteld als marktschipper op Rotterdam in in de plaats van Aert Swaen; hij was dat nog in 1677. Anna had als moeder de 2de of 3de vrouw van Simon nl. Maicken Theunis Timmer of Maeijcken Hendrix. Kinderen: 1. Willem Kouwens, ged. Capelle 27-10-1658, gest. voor 12-3-1685; 2. Adriana Kouwens, geb. 1667, woonde als wed. 20-1-1731 te Geer- truidenberg, gest. 27-10-1748, begr. Dordrecht Augustijnenkerk, tr. 1695 Pieter Adraenszn Bouwens, samen te Geertruidenberg 5-1 l- 1696-28.10.1708; 3. Marieke Kouwens, tr. 1684 Antonie Seylmans, samen te Waspik 5-2-1685-21-10-1693, beiden gest. voor 1-9-1694; 4. Cornelia Kouwens, gest. tussen 12-3-1685 en 8-9-1696; 5. Willem, volgt:

78 111. Willem Cluese Kouwens, geb. (Geertruidenberg) 30-11-1669, woonde o.a. in 1710 in ‘s Grevelduin-Capelle waar hij een pleitschip verkocht, in 1718 te Kruiningen, in 1725/26 in Dordrecht bij de Marienbom- straat en in 1730 bij de Hermanssuysstraat, gest. Dordrecht 10-3-1741 en 5 dagen later begraven in de Augustijnerkerk. Tr. (Raamsdonk) 5-7-1696 Cornelia (Neeltje) Abberdaen, ged. Raamsdonk 13-9- 167 1, begr. Dordrecht 15-6-1758 na hertr. te zijn met een van Muyen. Doch- ter van Cornelis Jansen Abberdaen, schipper te Capelle 1668-1670, pleijtschipper te Raamsdonk 1671, te Breda in 1682 waar hij in 1684 burger werd. De grootvader van Comelia Abberdaen n.1. Jan Adriaen- sen Abberdaen was eveneens pleitschipper en kwam bij zijn zwerf- tochten o.a. terecht in Geertruidenberg, Dongen, Brussel en ‘s-Gre- velduin Capelle; haar moeder was Adriaentje Jans Dorreboom. Kinderen: 1. Adriana Kouwens, ged. Geertruidenberg 26-5-1697, gest. Dordrecht juli 1744, begr. 13-7, tr. Dordrecht 10-3-1726 Andries van Dueren, geb. Dordrecht 26-2-1701, gest. ald. 28-1-1769, zn. van Abraham van Dueren en Aaltje Geijgers; 2. Nicolaas, volgt IVa; 3. Anna Kouwens, j.dr. van Geertruidenberg, tr. Dordrecht 20-6-1730 David de Vos, j.m. van Westersouburgh, wonende te Standaard- buiten; 4. Kornelis Johannes Kouwens, ged. Breda 21-9-1703, gest. Dordrecht 2-2-1730; 5. Johannes, volgt Nb; 6. Willem, volgt IVc; 7. Maria Cornelia Kouwens, ged. Geertruidenberg 30-8-1711, gest. Kruiningen 23-9-1718, begr. in de. kerk.

Via. Nicolaas Kouwens, ged. Geertruidenberg 19-3-1699, gest. Dordrecht 13-12-1743, tr. Dordrecht 6-5-1725 Elisabeth Hania, geb. 17-2-1703 of 1704, dr. van Igen Fredriks Hmia en Elisabeth Zgensdr. Kinderen: 1. Comelia Kouwens, geb. Dordrecht 17, ged. 28-6-1726, gest. Heus- den 15-12-1802, begr. in de kerk, tr. Dordrecht 27-6-1760 Abraham van Dueren, geb. Dordrecht 4-1-1727, gest. ald. 18-8-1782, zn. van Andries en Adriana Kouwens; 2. Lysbeth Kouwens, geb. Dordrecht 7, ged. 9-11-1728, gest. Dor- drecht 17, begr. 24-2-1749; 3. Willem Kouwens, geb. Dordrecht 1-3, ged. 5-3-1730, gest. Dor- drecht 12, begr. 17-11-1756; 4. Jenneke Kouwens, geb. Dordrecht 16, ged. 19-4-1732, gest. Dor- drecht 15, begr. 20-6-1763; 5. Isaac Kouwens, geb. Dordrecht 25, ged. 29-10-1734, gest. Dor- drecht 26, begr. 30-9-1763;

79 6. Anna Kouwens, geb. Dordrecht 7-6(?), ged. 15-5-1738, gest. Dor- drecht 9, begr. 11-1-1743; 7. David Kouwens, geb. Dordrecht 15, ged. 20-2-1740, gest. Dor- drecht 6, begr. 8-2-1743; 8. Anna Kouwens, ged. Dordrecht 27-11-1743,gest. 10, begr. Dor- drecht 22-3-1766.

IVb. Johannes Kouwens, j.m. van Dort, schipper te Werkendam in 1744 en 1745, woonde aldaar 6-3-1755, weesmeester te Goes, gest. dec. 1779, tr. le (att. naar Werkendam 25-1-1733) Jennike Kuypers, dr. van Symen Jans Kuypers (bij Cornelia van Heuven?), tr. 2e voor schepenen van Goes 17.7.1758 Catharina de Keijser, samen vermeld 18-12-1763. Kinderen: 1. Willem Kouwens, ged. Dordrecht 30-4-1734, gest. Dordrecht l-lO- 1734; 2. Simeon Kouwens, ged. Dordrecht 4-12-1735; 3. Cornelis Kouwens, ged. Dordrecht 6-2-1737, lidmaat te Waalwijk 1756, naar Loon op Zand 1757, Procureur voor het gerecht van Waalwijk 7-3-1764-30-5-1773, secretaris van Drunen, en tevens drossaard van Nieuwkuik o.a. 14-5-1722 en nadien, gest. na 5-1- 1792, tr. Maria Rosetta de Sille, geb. Waalwijk 12-9-1735, gest. Drunen 24-5-1791, dr. van Anthony en Catharina van Eek. Uit dit huwelijk bekend een zoon: Johannes Kouwens, ged. Baardwijk 18-12-1763. 4. Pieter Kouwens; 5. Willem Kouwens, j.m. wonende te Dordrecht, gest. 19-7-1770, ondertr. Capelle 8-1-1765 Adriana Timmers, geb. Capelle 15-7- 1746, dr. van Geerit Dircks Timmers en Maayke Pieters Donker- sloot. Zij hertr. Capelle nov. 1771 Martinus Verhoeven, predikant te Rockanje.

IVc. Willem Willemszn Kouwens, ged. Geertruidenberg 31-5-1708, is schip- per op 27-6-1740 en schipper en koopman op 14-2-1750, woonde op de Wollewevershaven toen hij stierf; begr. Dordrecht 18-3-1796, tr. Nederhardinxvelt 25-1-1739 Teuntie Claas Krynen alias Antonia van Muyden (van Muijen), ged. Nederhardinxvelt 1721, als weduwe mede- eigenares van een windtrasmolen te Hendrik Ido Ambacht, woonde op de Wollewevershaven toen zijn 6-10-1801 stierf; de volgende dag te Dordrecht begraven in de Augustijnerkerk. Dr. van Klaas Crtjnen (van Mutjen) en Ariaantie Wouters van Doeveren. Kinderen: 1. Adriana Kouwens, ged. Dordrecht 6-6-1740, begr. ald. 4-7-1740; 2. Adriana Willemina Kouwens, ged. Dordrecht 23-4-1741, gest. ald. 2-3-1821, tr. le 15-2-1761 Cornelis Hania, geb. 1734, gest. 16-7- 1767, zn. van Nolke Igens Hania en Leyntie Cornelisdr. d’Eersame, tr. 2e (huw. voorw. Dordrecht 14-6-1788) Jacob Hendrikszn Kort-

80 hals, stads medisch doctor te Dordrecht 8-2-1776 en 28-1-1780, gest. voor 1821, wedr. van Elisabeth Hania; 3. Cornelia Kouwens, ged. Dordrecht 30-10-1743, gest. ald. 10-9- 1821, tr. Dordrecht 15-3-1767 Hendrik de Jo@, geb. 21, ged. Hoorn 23-5-1745, koopman in granen, lid van de Municipaliteit van Dordrecht 1795, gest. Dordrecht 26-6-1818, zn. van Mr. Daniel de Jongh en Phillippina Crena (zie gen. Crena de Iongh in Ned. Pa- triciaat 10); 4. Johanna Kouwens, ged. Dordrecht 15-1-1746, begr. ald. 17-8-1781, tr. Dordrecht 22-2-1767 Jan van der Kaa, ged. Dordrecht 29-9- 1744, begr. aldaar 28-4-1796, zn. van Aart Janszn van der Kaa en Heyhje Bastiaans van der Matten; 5. Willem Kouwens, ged. Dordrecht 7-11-1748, gest. ald. 14-6-1749; 6. Antonetta Kouwens, ged. Dordrecht 16-9-1750, gest. ald. 6-10- 1827, tr. Dordrecht 23-5-1773 Dirk Wilhelmus van Meeteren, ged. Dordrecht 30- 12- 1745, koopman, gest. Dordrecht 22-8- 1803, begr. Augustijnerkerk, zn. van Mattheus Gijsberts van Meeteren en Su- sanna Wilhelmina Westerhoven; 7. Clasina Kouwens, ged. Dordrecht 10-11-1753, gest. ald. 22-4-1833, tr. Dordrecht 13-4-1794 Jacob Vriesendorp, geb. Dordrecht 22-1- 1748, koopman en reeder, gest. Dordrecht 17-6-1808, begr. Groote Kerk, zn. van Hendrik Hendriks Vriesendorp en Catharina Maria van Hoogstraten; 8. Jacoba Kouwens, ged. Dordrecht 15-5-1756, begr. ald. 18-10-1804; 9. Willem Nicolaas Kouwens, ged. Dordrecht 2-5-1761, tr. Theodora van Gennep, samen vermeld in 1784.

DOOP OP MAANDAG

Men weet hoe in vroeger eeuwen in de Gereformeerde (later Nederl. Her- vormde) Kerk de kinderen nagenoeg altijd op de eerste zondag na de geboorte werden gedoopt. In volgende acte zien wij, dat hier een uitzondering werd gemaakt. Daar er uit blijkt, dat het kind ziek was wilde men hoogstwaar- schijnlijk voorkomen, dat het ongedoopt zou sterven. Daar de Begraafregisters van Ameide eerst in de 18e eeuw aanvangen kon worden nagegaan of het kind al of niet spoedig na de doop is overleden. Maandach den 13 dito (Februari 1665): is in de kercke van Ameyde gedoopt vermits indispositne van het kint in tegenwoordigheid van den kerckeraad van Ameyde het kind van: V(ader) Jan van Hulten. M(oeder) Ghijsbertjen Cornelis Cremer. K(ind) AdoZnhus. G(etuigen) Schooltien Maxen onse vroedvrouw.

81 - ‘1 V/2 /3 r/4 J/6 V‘/7 \‘/8 CORNELIS BEATRIX PIETER ALID JAN JOHANNA CLAES IIEYLWICH d. WITT v. SLINGIE- Y. BEVEREN IUYS v. IIOLY IIEYMANS REED-GELD C’OLFF Y. d. BAER LANDT zn. Y. Witte dr. v. Pieter dr. v. Jacob m. v. Wouter dr. Y. Human zn. Y. Hen- dr. Y. Jan Jacobsz. en Hendriksz. en dr. %Zxn en Anthonisz. en en Margarita Vastraadsz. el drik en Maria Boem Cornelia Y. d. daria v. Bakel cathh~~rl; v. Boot lenne Gerritsdt. Aleyt Mee Y. Roosen. Keyzers burch Jacobsdr. Raad en Burgemeester Raad en schepen schepen t . .-. .-1538 t Dordrecht f Dordrecht t Schiedam t Dordrecht 1-8-1537 22-1-1554 3-2-1538 . .-. .-1545 Schiedam ca 00 m Oo 7-5-1520ö -- -p--p ---- ~~~~ -- V/1 lV/2 V/3 1LV/4 FRANS LIDEWIJ ANDRIES AELKEN DE WITI v. BEVEREN HEYMANS COLFF Reisde in Frankrijk, Spanje Acht te Dordrecht en Portugal,acht te Dordrecht

* Dordrecht * Schiedam .-1516 10-2-1522 t’ Dordrecht t Dordrecht t Dordrecht 25-1-1565 10-10-1557 5-11-1569 00 Schiedam 9-2-1539 CO -- [II/1 III/2 CORNELIS JOHANNA DE WITT HEYMANS Veertig, schepen en burgemeester van Dordrecht, namens Holland gedeputeerd in de Zeeuwse ad- miraliteit 1596-1599, gedeputeerde te velde namens de Staten-Generaal 1602. * Dordrecht 30-4-1545 0 Dordrecht 12-1-1547 i Dordrecht 3-4-1622 t Dordrecht 24-5-1602 CU le 28-9-1568 - lI/l Mr. JACOB DE WITT Acht, veertig, schepen en burgemeester van Dordrecht, ontvanger van de gemeenlandsmiddelen, dijkgraaf van Mijnsheerenland van Moerkerken, ordinaris gecommitteerde ter vergadering van de Heren Staten van Holland en West-Friesland, raad en meester van de rekening der domei- nen van de Staten van Holland en West-Friesland *’ Dordrecht 7-2-1589 f Dordrecht 10-1-1674 CQ 9-1 - 111 a. Mr. CORNELIS DE WITT * Dordrecht 25-6-1623 i_ (vermoord) ‘s-Gravenhage 20-8-1672 Ruwaard, baljuw en opper-dijkgraaf van Putten, baljuw van Beierland, dijkgraaf van Mijns- heerenland van Moerkerken, schepen en burgemeester van Dordrecht. bo 21-9-1650 MARIA VAN BERCKEL

Samenstelling: D. van Baalen 82 - -l- v’/9 V/lO ‘/ll v/12 \{/13 vr14 ‘115 Trf16 Mr. JOHAN ANTHONIA CORNELIS JEHENNA 1>r. ANTHONY CORNELIA ADRIAEN ANNA Y. d. CORPUT MONTENS QODRRT 1‘. d. BROECK BUYSEN ” REYEN HANECOP WILLEM JOOSTzn. SY.MONSdr.

zn. v. Anthony dr. v. Hendrik dr. v. Cornelis Claesz. en Severijnsz. en Mr. %&vijn en Digna 4lith v. Bergen Johanna de en Geertruyd Adriaen K00VWe Boeykens Meeszndr.

Gevlucht v. Tienman v. Med. doctor, AlX? Breda schepen v. Antwerpen t * * 1-12-1492 15-12-1509 IlS17

t Semgo (Wfn) t Heidelberg 26-2-1569 31-7-1578

CG 17-10-152s CV 1530 ca 00 -~ -~ ------IV/S 1LVf6 - 1Vf-l .V/8 ANTHONY GEERTRUYT Dr. CORNELJS MARIA v. d. CORPUT v. d. BROECK BUYSEN HANECOPS

Secretaris v. d. weeskamer Med. doctor, geneesheer van binnen Breda Prins Maurits, schepen v. Breda * 3-5-1536 t 26-8-1573 CO . .-8-1561 00 f 11 ) - - III/3 111/4 JOHAN MARIA VAN DEN CORPUT BUYSEN Schepen binnen Breda, rentmeester van de Hoge en Lage Zwaluwe

:: -1-1563 * 1578 t ii-4-1618 f 13-2-1636 c%J 13-5-1597

lI/2 ANNA VAN DEN CORPUT

* 24-4-1599 t Dordrecht 23-1-1645 1616

I/l b. Mr. JOHAN DE WITT * Dordrecht 24-9-1625 “r (vermoord) ‘s-Gravenhage 20-8-1672 Pensionaris van Dordrecht 1650-1653, daarna raadpensionaris van Holland, stadhouder en registermeester van de lenen, groot-zegel-bewaarder. 00 19-2-1655 WENDELA BICKER

83 WEL EEN JOHAN DE WITT, ZELFS EEN UIT DORDRECHT, MAAR TOCH EEN ANDER door Mr E. H. Y. VAN HEES Het is altijd een raadselachtige geschiedenis geweest, hoe het precies heeft gezeten met het ,,de Witt”, dat Mr. Jan Gerard de Witt Hamer, geboren Vlissingen 20-9-1767, bij zijn naam voegde. Hij was de zoon van Hendrik Hamer, apotheker in Vlissingen, en Alida Qua1 en in zijn kwartieren komt geen de Witt voor. Toch wilde een hard- nekkige overlevering, dat de naam ontleend zou zijn aan de bekende gebroe- ders de Witt uit Dordrecht. Het zit evenwel iets anders. Aangezien dit voor de genealoog haast niet uit te zoeken is, als men de schakel niet kent, is het wellicht nuttig de gegevens die uit de nagelaten papieren van de archivaris en schilder Herman de Witt Hamer tevoorschijn kwamen te publiceren om dit voor belangstellenden vast te leggen. Wij moeten terug gaan tot de overgrootvader van Jan Gerard, Petrus Hamer, predikant in Numansdorp (zie Nederlands Patriciaat), die in Nu- mansdorp in 1677 trouwde met Helena van Thiel, de dochter van Adam Jans van Thiel, koopman en burgerkapitein te Dordrecht en diens vrouw Catharina Jan Frans van Dorsten (Jan Frans was zijdehandelaar in Dord- recht en gehuwd met Geertruijd van Gherwen) om de schakel te vinden met de Jan de Witt, die op 2 juli 1779 in de Oude Kerk in Delft werd be- graven en als vrijgezel op de Korenmarkt woonde, om de familierelatie met de de Witten terug te vinden. Deze Jan de Witt liet niet alleen zijn bezit, maar ook zijn naam na aan onze Jan Gerard en blijkt geboren te zijn op 12 april 1694 als zoon van Johan de Witt. pondgaarder in Dordrecht, aldaar gedoopt 12 juni 1665 en overleden 22 juli 1731, uit zijn huwelijk met Maria van Thiel, een zuster van voornoemde Helena van Thiel, die te Dordrecht gedoopt was 27 mei 1661 en begraven 17 januari 1721 in de Augustijne Kerk. Het huwelijk vond plaats op 2 december 1687. Voor de belangstellenden volgen hier nog de andere kinderen: 1. Covert, gedoopt 11 juli 1688, 2. Adam, 4 juli 1689, 3. Cathurina, 12 ok- tober 1690, 4. Maria, 20 april 1692, 5. Johan, 6. Adam 26 juni 1695, 7. Johanna, 15 april 1700. Was er dus wel een Dordtse Johan de Witt in het spel en zelfs twee: van enig verband met de gebroeders Johan en Cornelis de Witt is tot dusver niets gebleken. De vader van voornoemde Johan de Witt was toch de op 14 maart 1658 tot notaris benoemde Govert de With (overleden 2 juli 1688), die op 16 juli 1658 huwde met Maria van Ravenstein uit Geertruidenberg. En Govert nu was afkomstig uit Dussen en blijkt een zoon te zijn van Joost Goverts d.2 With (die schout en secretaris van Dussen en Muilkerk was) en gehuwd met Adriaanke Willems van Oversteegh, blijkens een antwoord op de desbetref- fende vraag in de Ned. Leeuw.

84 Aangezien geen zegels van deze de Witten tot dusver gevonden konden worden en de voornamen in de familie van Johan en Cornelis de Witt prak- tisch niet voorkomen is het verband met deze onbewezen en blijft een le- gende. Blijft tot troost, dat er toch een Dordtse Jan de Witt in het spel was.

BIJBELAANTEKENINGEN COEBERGH DORDRECHT 1722-1776 door J. SLUIJTERS 1722 2 juny op dynsdagh is Gilles Coebergh en Johanna van den Oever (aangetekend)van miijnheer pastoor Vinkedes in huijs savons ten 6 uren. 4 junij en wederom aengetijkent op donderdagh op het stathuijs voor de aghtbaare heeren van Dordt 20 ditoo ten derden getrout op het stathuijs op saaterdagh voor de aghtbaare heeren van Dordt 21 ditoo ten vierden getrout van miijnheer pastoor Vinkedes sondagh smorgens ten aght uren in de kerck op de haaven den 24 april 1695 is gebooren Johanna van den Oever te Dordt in den ouwestijne Kampl) den 1 september 1696 is gebooren Gillis Coebergh tot de Graaffee) 1723 den 19 april is gebooren Geertruij Coebergh, dochter van Gillis Coe- bergh en Johanna van den Oever eghteluyden getrout en de peeter is geweest Comelis Coebergh en het peetje Jannigi van den Oever 1724 den 25 janiwari is overleden Cornelis Coebergh tot de Graaffes) 1725 den 23 janiwari is overleden Geertruy Coebergh, dochter van Gillis Coebergh en Johanna van den Oever, out geworden 21 maend

1) dochter van Johannes van den Oever, geb. Bokhoven 1659, i Dordrecht 3-3-1756 en Jannigie van Noorden, geb. te Dordrecht (?) 1660, t Dordrecht 29-3-1761. *) zoon van Cornelis Coebergh, geb. Grave tussen 1655 en 1665, i Grave 25-1-1724 begr. Velp 29 d.a.v. (z.v. Gillis en Cornelia Leunisdr.) tr. le Dordrecht 1-11-1683 Gertrudis van Walsem, geb. Grave 5-3-1659, begr. Grave 30-1-1709. Dit echtpaar vertrok 14-3-1684 van Dordrecht naar Grave. tr. 2e Beers (bij Grave) 26-1-1710 Maria Catharina van Riemsdijck, t Grave 28-9-1742.

85 1725 den 1 feb. is gebooren Geertruy Coebergh, dochter van Gillis Coe- bergh en Johanna van den Oever eghte luijden getrout ende peeter is geweest Johan Zaijers out 21 jaar en het peetje Jannigi van den Oever 1726 den 15 desember is gebooren Johannis Coebergh soon van Gillis Co;- bergh en Johanna van den Oever eghte luijden getrout, ende peeter is geweest Wouterus van Riemsdijck, oom van Sartogenbos en het peetje Ida Coebergh, muij van de Graaffe:‘) Sondagh snaghts ten een ueur 1729 den 25 appril is gebooren Johanna Coebergh, dochter van Gillis Coe- bergh en Johanna van den Oever eghte luijden getrout en de peeter is geweest Johannis Manuij maesschippersoon en het peetje Jannigi van den Oever. Maendagh smorgens ten aght uren 1731 den 14 feb. smorgens ten tien uren op woensdagh is gebooren Cornelis Coebergh4) eerstgebooren met een helm, en Hendrick Coebergh een kartier uers daarna. De peeter is geweest van allebij Frans Janssen en de peetje Jannigi van den Oever 1733 den 3 meij is gebooren Kornelis Koeberg, soon van Gillis Koebergh en Johanna van den Oever echteluijden getrout en de peeter is geweest Gilijam Eloij en het peetje Jannitje van den Oever. Sondaghs savons 8 uren 1735 den 24 desember snaghs den een eur is gebooren Mattijs Koebergh, soon van Gillis Koebergh en Johanna van den Oever eghte luijde ge- trout en den peeter is geweest Mattijs Rens en het peetje Jannitje van den Oever 1743 den 19 meij is te Dordt getrout Geertruij Coebergh met Johannis van Cleef op de haaven bij de pastoor Nicolaas Branss) 1746 den 2 november snaghs ten een eur op woensdagh is geboren Herma- nus van Cleeff, soon van Jan van Cleeff en Geertruy Koebergh eghte luijde getrout en de peeter is geweest Joharmis van den Over en het peetje Jannigi van Oorden sijnde overgrootvader en overgrootmoeder over den jongen geborenen

3, Ida Coebergh, ged. Grave 17-6-1693, tr. Grave 1-2-1728 Frans Caproen. 4, Merkwaardig dat in deze aantekeningen het overlijden van deze Cornelis te Dord- recht op 7 april 1731 niet vermeld wordt. 5, Jan van Cleef, geb. Utrecht 29-12-1719, t Dordrecht 7-3-1790 Geertruij Coebergh, i Dordrecht 11-2-1780. Kinderen. allen aeb. te Dordrecht (no. 3 en 6 in deze aant. niet vermeld) 1. Hermanus, geb. 1746, tr. Joanna Menting; 2. Joanna Jacoba, geb. 1749, tr. Dordrecht 9-5-1772 Theodorus Engeringh, geb. Amsterdam, t Dordrecht 27-10-1787; 3. Maria, geb. ., ‘r Dordrecht 25-11-1827, tr. Dordrecht 7-10-1786 Gerard Jozef Masion geb. Venlo 2-3-1759, t Dordrecht 5-11-1816; 4. Gillis, geb. 1756, tr. Dordrecht 19-2-1791 Ida Louisa Derooij, geb. Zierikzee; 5. Geertruij, geb. 1761, $ Leiden 5-1-1793, tr. Gerrit Troostdorp; 6. Cornelis, geb. 9-8-1764. 86 1749 den 25 meij snaghs ten een eur sondagh sijnde den 1. Pintererendagh is gebooren Johanna Jacoba van Cleef, doghter van Jan van Cleeff en Geertruy Coebergh eghteluijden getrout en de peeter is geweest Mathijs Bontangh en het peetje de grootemoeder Johanna Coebergh 1750 in Dordtreght den 25 janiarij is getrout Johannis van Leen met Jo- hanna Coebergh op de haven bij den eerweerde heer pastoor Branss) 1750 in Rotterdam den 12 july is getrouwd Johannes Coebergh met Johanna Maria Havers bij den eerw. pater van den Bolk in de Leeuwestraatr) 1750 den 28 october savons ten vijf euren op woendagb is gebooren Fran- seijna van Leen, doghter van Johannis van Leen en Johanna Coebergh eghteluijden getrout en de peeter is geweest Johannis van den Oever en het peetje Jannigie van Noorden. Gedoopt op de haven bij de heer Nicolaas Brans pastoor 1752 den 24 janiarij smorgens ten half tien op maendagh is gebooren Jo- hanna van Leen, doghter van Johannis van Leen en Johanna Coebergh eghte luijden en den peeter Gillis Coebergh en het peeteje Johanna van den Oever. Gedoopt op de haven van de heer Nicolaas Brans Mijn soon Cornelis Coeberg is getrout op Schidam met Alida Blom- mendael den 28 october 1753 s) 1755 op Delftshaven is gebooren Egidius Coebergh den 25 april savons ten 9 euren, soon van Cornelis Coebergh en Alida Blommendael eghte- luijden getrout en het peeter is geweest Egiduus Coebergh en het peetje Johanna van den Oever sijnde grootvader en grootemoeder

e) Johannes van Leen, geb. Dordrecht 8-9-1724, ‘i Dordrecht 14-5-1806 Joanna Coebergh, 1’ Dordrecht 12-11-1808. Kinderen, alleen geb. te Dordrecht (slechts de eerste twee in deze aant. vermeld). 1. Francina, geb. 1750, tr. Dordrecht 24-6-1775 Servaas Melort, geb. Roosendaal 4-10-1742; 2. Johanna, geb. 1752, jong overleden; 3. Willem, geb. 19-2-1753, ? Delfshaven 6-4-1825, kunstschilder; 4. Johanna, geb. l l-8- 1755; 5. Egidius, geb. 28-9-1758, jong overleden: 6. Johannes, geb. 19-8-1760, f 1830, tr. Dordrecht 14-9-1794 Cornelia de Gorder, geb. Dordrecht, i Dordrecht 29-5-18 I 1; 7. Maria, geb. 7-4-1762, ? Dordrecht 7-8-1762; 8. Maria, geb. 11-12-1763, t Delft 1-1-1844; 9. Geertruida. seb. 17-4-1768. ‘t Schiedam 7-12-1859: 10. Aegidius, geg. 16-2-1770. ’ 5, Johannes Coebergh, begr. Rotterdam 24-1-1784; Johanna Maria Havers, geb. Rot. terdam 29-8-1730, i Leiden 21-2-1810, dochter van Hendrik en Hendrica Rouhoff. Kinderen, allen te Rotterdam geboren (alleen no. 2 wordt in deze aant. vermeld). 1. Joanna, geb. 30-10-1753, i Rotterdam 13-11-1758; 2. Egidius, geb. 1757, i Rotterdam 16-11-1760; 3. Hendrik, geb. 11-1-1760, I Leiden 30-1-1838, tr. Rotterdam 16-1-1785 Joanna Catharina Nieuwenhuizen, geb. Rotterdam 7-1-1767, t Leiden 2-3-1796, d. v. Franciscus Bernardus Theodorus en Sophia van Breijer. Uit dit echtpaar stamt de gehele état present van het geslacht Coebergh. 4. Joanna Hendrina, geb. 21-12-1764, tr. 1785 Casparus Beukman; 5. Maria. geb. 30-9-1769. t Rotterdam 28-2-1809. tr. Rotterdam 1-6-1789 Adrianus Mulder,-geb. Utrecht í4-1-1764, i’ Brussel 26-í-1836.

87 1756 is gebooren Egidius van Cleeff den 9 janiarij op vrijdagh smorgens ten half vijf, soon van Jan van Cleeff en Geertruy Coebergh eghte- mijden getrout en het peeter de grootevader Egidius Coeberg en het peetje de grootemoeder Johanna van den Oever 1756 is overleden Johannis van den Oever den 3 maart smorgens ten 5 uren out sijn 97 jaaren 2 maenden 5 dagen in Dordt 1757 is gebooren Egidius Coebergh smorgens ten half tien den 29 september 1757, soon van Johannis Coeberg en Johanna Havers. Peeter Egidius Coeberg, grootevader en het pietje grootemoeder Ha- vers 1760 in Dortreght getrout den 3 feb. is getrout Mathijs Coeberg met Bar- bera Kerkering bij de heer pastoor Brans 9) 1760 in Dortreght is getrout den 17 augustus getrout Henderick Coebergh met Maria de Loor van Rotterdam bij de heer pastoor Brans’O) 1761 is overleden Johanna van Noorden hiijsvrou van Johannis van den Oever den 29 maart naghts even twaalf uren out sijn 1 hondert en een half jaar 1761 is geboren Geertruy van Cleeff den 8 september savons over elf ruim een quartie over, op dijnsdagh op onse Lieve Vrou geboorte, en den peeter Egidius Coebergh en het peetje is Johanna van den Oever, sijnde grootvader en grootemoeder

*) Kinderen, allen te Delfshaven geboren en overleden (alleen het eerste in deze aant. vermeld). 1. Egidhts, geb. 1755; 2. Johannes, geb. 28-7-1756, ‘i 10-9-1758; 3. Hendrik, geb. in oktober 1758. Alida Bloemendaal overleed 22-10-1758 te Delfshaven. Hij hertrouwde te Alphen N.Br. 13-9-1763 Joanna Catharina van Es, geb. aldaar 7-4-1738, ? Delfshaven 27-1-1814; uit dit huwelijk: 4. Joanna, geb. 16-12-1764, -i 9-10-1843; 5. Cornelia, geb. 4-6-1766, ? 17-7-1832; 6. Mapchiels. geb. 1-12-1770, t 1-10-1773; 7. Al&, geb. 2-5-1772, t 28-9-1841. 8, Mathijs Koeberg, t Dordrecht 2-4-1777; Barabara Kerkring, geb. Dordrecht 21-2- 1734, ? Dordrecht 21-5-1795. Uit dit huwelijk: 1. Gillis, geb. Dordrecht 12-11-1760, t Rotterdam 2-1-1796, tr. Dordrecht 16-11- 1782 Maria Verberk, geb. Nijmegen. Uit dit echtpaar stamde het thans uitgestorven geslacht Koeberg. De laatste afstammeling was Frits Eerhard Adriunus Koeberg, musicus, componist, geb. Den Haag 15-7-1876. 1”) Hendrik Coebergh is na de dood van zijn echtgenote in 1766 naar Suriname ge- trokken, waar hij is overleden; Maria de Loor, geb. Rotterdam 28-4-1730, t Dord- recht 18-4-1766. Uit dit huwelijk: 1. doorgeboren kind, Dordrecht 14-12-1761; 2. Egidius, geb. 1763, tr. Rotterdam 18-4-1790 Maria Josepha Dut, geb. Rotterdam 24-9-1758.

88 1763 is gebooren Egidius Coebergh, soon van Henderick Coeberg en Maria de Loor in Dort den 29 junij 1763 en de peeter is geweest Egidius Coebergh en het peetje Johanna van den Oever, grootevader en groote- moeder 1772 den 23 meij is overleede mijn beminde huijsvrouw Johanna van den Oever, smorgens om 10 uuren 1773 den 25 desember is overleden Egidius Coebergh out 77 jaere, 4 maen- den 1776 den 1 alderheijlige is overlede Cornelis Coebergh op D’have in den ouderdom van 43 jaeren, 6 maende en 2 dage, smiddags ten 3 ure 11).

1’) Cornelis Coebergh was koopman van wijnen en herbergier te Delfshaven, opziender der R.K. statie aldaar sedert 1755, armmeester sedert 1769. Hij is korte tijd be- roemd geweest; in 1755 werd hem op officiele wijze, alsook spontaan in proza en poezie de dank der natie gebracht en de onsterfelijkheid toegezegd wegens zijn ener- giek omreden bii de schutsluis aan de Kolk te Delfshaven waardoor een ernstige Overstroming voórkomen werd. Van die heldendaad bestaan enige afbeeldingen, waaronder een kinderprent, een beeldverhaal met Franse en Nederlandse tekst, waarop men Cornelis naar de sluis ziet ,,ijlen”.

HOOGHTWOUDT-GROOT Naar aanleiding van het artikeltje: Bijbelaantekeningen Hooghtwoudt-Groot door J. M. Reinboud in Gens Nostra 1963, blz. 312, deelt de gemeente-archi- varis van Hoorn mede, dat de door schrijver opgegeven namen betrekking hebben op een Huornse familie. De opgegeven geboortedata zijn geverifieerd aan de hand van de in het gemeente-archief te Hoorn berustende fiches, ge- maakt van de aldaar aanwezige microfilms van de doop-, trouw- en begraaf- boeken. Tot dusver zijn de doopboeken geficheerd van 1700-1811. De originele boeken berusten in het Rijksarchief te Haarlem.

REDACTIE Doordat de heer J. Sluijters door omstandigheden niet in de gelegenheid is de redactionele werkzaamheden volledig te verrichten, is als verantwoor- delijk redacteur aan de Redactiecommissie de heer N. A. Hamers te Nij- megen toegevoegd.

89 WAPENKAART v. Bysterveld: lakafdr. tnv. David v. B. 1680/82 secretaris v. Deyl; id. v. J. J. v. B. 1726 schepen van ; id. v. David v. B. 1703 ontv. der verpondingen v. Driel; id. v. A. v. B. diikschriiver van Bommel. v. d. Tielse- en Bommelerwaard (re. arch. v. Zaltbommel, heerl. arch. v. AmmersÓyen, gem. arch. Zaltbommel). Charisins: lakafdr. tnv. J. W. Ch. 1844 kerkvoogd te Overasselt (kerk. arch. ald.); id. V. Willem Ernst Ch. 1777 won. op het Huis ,,den Ham” testerende te Overasselt, als vader van Willem, Jacob Steven Frederik en Dina Henriette Ch. (test. Overasselt, R.A. Arnhem). v. Cotthem: Houwaert: Genealogie van Cotthem; De Raadt: Sceanx Armoriés; gedenk- raam Kloosterkerk ,,Klein Bijgaerden” te St. Pieters Leeuw. v. Diggelen: lakafdr. tnv. Staas v. D. 1798 secretaris v. Andel en v. J. v. D. 1798 secr. v. Veen (bijlag. v. d. commissie v. Alg. Waakzaamheid en id. stukken v. d. com- missie td. Alg. Dir. v.d. Bat. gewap. Burgerwacht). Ernsting. lakafdr. tnv. Hermen E. 1637 te Buurse (arch. Bagijne convent b. Almelo). v. Halsema: grafzerk te Wirdum v. Fred. Wilh. v. H. t 29-5-1767, oud 85 jr. geb. Lop- persum, zn. v. Theodorik en Binche Wybes en op lakafdr. brieven Mr. D. E. J. V. H. (1736-84) in part. bezit. Holtrnst: lakafdr. in coll. J. C. P. W. A. Steenkamp. Kamerbeek: wapenbord Regenten St. Joriskerk, Amersfoort tnv. Rogier K. 1736 advo- caat te A’foort en lakafdr. 1736 van dezelfde @olm. Geld. Leenkamer). Kntsch(en)renter: wapen op portret v. Johann K. 1664 i.d. sacristie Peter en Paulsk. te Liegnitz en op marmeren grafzerk anno 1720 tnv. Daniel K. in bezit van S. Baron v. Voorst t. Voorst te Den Haag; lakafdr. v. past. Thomas Dominicus K. te Zevenaar 1792 testerende en v. Jkvr. Joha Lonisa Catha K. 1785 te Zevenaar tes- terende (re. arch. der Kleefsche Enclaves). Overwater: 1. lakafdr. tnv. Willem 0. 1760 secretaris v. Stad aan ‘t Haringvliet (mis- siven a.h. Hof van Holland). Overwater: 11. variant van 1. v. d. Waal(sk benedeneedeelte v. doorsn. wanen OD lakafdr. v. A. v. d. W. 1776, 1780 te den‘Érie1 secr. l Nieuwland (arch. baljuw en leenman v. Voorne en in d. brieven etc. Verponding Zuiderkwartier. Zander: stamwapen verl. 1640 door Kgn. Christine v. Zweden aan Ds Petrus Zander te Dobbertin bij verheffing i.d. Zweedse adelstand; id. op zegelring v. Mr. Enoch Peter Ernst Z. f1750--1818) in fam. bezit. Dnyf(f)hnyse(n): lakafdr. v. Huybrecht D. 1650 contrarollenr te Sas v. Gent (missiven a.d. Admiralit. v. Zeeland); grafzerk met wapen in voormal. Prinsenkerk te Rot- terdam tnv. Pieter Jacogsz D. t 1677. Geldhouwer: bovenhelft v. doorsn. wapen v. Catharina G. de vrouw v. Pieter Habett, wier zoon Nicolaas H. 1691 raad v. Haarlem was (ms wapenboek met de stam- delen der Haarlemse regering). Hamilton: glasraam Luth. kerk te Dordrecht tnv. Snzanna H. Aartsdr. 1673 de vrouw van Frederik Meulhoff. Komtebedde: zilv. knoop met wapen in bezit (1940) van fam. K. te Onddorp. v. Laar: zeg. v. Huybert v. L. 1717 schepen v. Buren (charter arch. Nassanse Domeinen). v. d. Poll: lakafdr. v. Elisabeth v. d. P. wede. v. Jan Jochems Brouwer 1737 en 1749 testerende (heerl. archief ter Horst, doos testamenten). de Prill: lakafdr. v. Wouther de P. 1776-1834 nots. te Amsterdam (eigen protoc. en in urotoc. 30 v. nots 1. Valeton ald.): id. v. Johannes de P. wiens wede Anna Claerdina *Heynsius in 1768 te Culemborg’(arch. Heren v. Culemborg). v. Regteren: lakafdr. v. K. v. R. 1759 te Grotebroek administr. v. d. geabandoneerde landen (bijl. t.d. notulen v. d.gecomm. raden v.h. Noorderkwart.). - v. Vendelo: wap. v. Ary v. V. 1758 beleder v.h. Peperkoekbakkersgilde te Middelburg ms wapenboek v.h. gilde, gem. arch. M’bnrg). Weyland: lakafdr. v. Hendrik Joannes W. 1834/37 nots. te Amsterdam (min. acten v. Nijmeegse nots. D. A. v. Munster, v. Arnhemse nots G. v. Eek en in de Boedel- papieren v. d. Amsterdamse Weeskamer, lade 533). de Zitter: wap. aantekeningen v. Nagtglas (Prov. Bibl. te Middelburg). Zoeter: Jacob Z. 1780 deken v.h. schoolhondersgilde te Middelburg (ms wapenbk. v.h. gilde in gem. arch. M’burg). A. R. K.

90 ERNSTING (CK) LAND Y. MAAS MINDEN (tif) ’ EN WAAL NOORV HOLLAND

SILLZIL - 5AKSEN OVERWATER DE LYMERE ~AMERSFOORT E.O. 1 STRYEN

......

ZAN DER OVERWATER MtZKLENl3Uffi LUlD HOLLAND’ STRtrEN LEIDEN 1 ROTTERDAM 1

1 HAMILTON 1 GOLREL ROTTERDAM 1 DORDRECHT 1 OVERFLAKKEE I

1 GROOTEBROEK 1 1 AMSTERDAM 1 t LELLAND 1 1 MIDDELBURG 1

WAPENKAART No. 34 GENS NOSTRA, maart/april 1964

PIETJE BALTUS

door D. VAN BAALEN

Bij Verberne (Prof. Dr. L. G. J., 1889-1956) Geschiedenis van Nederland in de jaren 1850-1925, 1, Prismareeks, derde druk 1957, no. 275, leest men in het eerste hoofdstuk: Het geestelijk leven sedert het midden van de negentiende eeuw, onderafdeling 11 Het kerkelijk en godsdienstig leven, met betrekking tot het hcger onderwijs, op blz. 62 o.a.: ,,De wet kende aan de Nederlandse hervormde kerk het recht toe, aan elke universiteit door kerkelijke hoogleraren de zuiver dogmatische vakken te doen onderwijzen. Deze regeling was zeker niet volmaakt. De nieuwe theologische faculteit was voor de niet-hervormden, voor gereformeerden, katholieken en joden, waardeloos, terwijl het onderwijs voor vele hervorm- den te vrijzinnig was om geheel genoten te worden. Vooral de orthodoxen, de gereformeerden in de Nederlandse hervormde kerk, beklaagden zich over de opleiding van de predikanten. De officiële theologische faculteit heette scherp een kweekschool voor gouvernements- theologie. Zo ontstond het denkbeeld, een vrije universiteit op gereformeerde grondslag te stichten, om zelf de opleiding te verzorgen. Het plan slaagde door de ongemene talenten en forse energie van Abraham Kuijper, 1837- 1920. Deze was in 1870 predikant te Amsterdam geworden, voordien had hij gewerkt te Beesd en te Utrecht. In zijn levensgang was het pastoraat te Beesd beslissend, wijl een eenvoudige arbeidersvrouw, Pietje Baldus, de jonge predikant, die onder invloed van het modernisme stond, terugbracht tot het gereformeerd gevoelen der ,,steile afhankelijkheid”.

Persbericht. De Telegraaf, Vrijdag 27 maart 1914, Avondblad, Derde Blad, p. 9, ru- briek: Gemengd Nieuws: Pieternella Baltus Men schrijft ons uit Beesd: Een eenvoudig vrouwtje, maar dat onbewust, naar men mag zegggen, een belangrijke rol heeft gespeeld, is hier gisteren in ‘t gesticht van ouden van dagen overleden. Het is Pieternella Baltus, die in haar goede dagen, toen zij nog haar eigen huishoudentje deed ,,oefeningen” hield, waar velen uit het dorp en ook wel uit naburige plaatsen, naar toekwamen. Zij was streng ,,bij- belsch”, maar zeer verdraagzaam. Toen dr. A. Kuyper, hier predikant was, kwam hij ook met haar in gesprek en algemeen wordt hier gezegd, dat zij door die bespreking dr. Kuyper van richting deed veranderen. Ieder weet, welke gevolgen dit op diens levensloop en het staatkundig leven in Neder- land gehad heeft”.

Volgend Persbericht: De Rotterdammer, Zaterdag 28 maart 1914, llde jaargang, no. 3326,

93 v/4 V/5 V/6 V/l V/S

WILLEM DERW*IKE BAHTHOLO- JOHANNA HOSVOGEL ANTIIOnIIEdr. MEUS v. d. SOET SCHEI>AM MANSVELD

* * * *

t t t Utrecht t Utrecht o (Jacob&) o (Jacobik.) 26-8-1731 15-12-1728 oD Utrecht (Anthonygasth ca 11-9-1694 ------V/l IV/2 IV/3 lV/4 CHRISTOFFER HENDRINA PIETER ADRIANA BALTENS BOSVOGEL WALTERS VAN MANSFELD

J.M. van Arnhem Soldaat Wageningen _ Utrecht (Geertekerk) - 14-9-1713 25-2-17 14

t t Wageningen t Wageningen t Utrecht 10-1-1795 o 20-1-1792 o (Nicolaaskerk) 8-10-1780 00 Wageningen 12-3-1740 00 Utrecht (Domkerk) 16-3-1740 ------III/l BERNARDUS ELIZABETH BALTUS WALTERS Korporaal in het regiment cavalerie v.d. Lt.-Generaal Graaf van Rechteren _ Wageningen 3-5-1753 _ Utrecht (Domkerk) 18-9-1754 t Wageningen 29-6-1806 t Wageningen 19-3-1796 CC Utrecht (Cath.kerk) 18-7-1780 - PIETER BALTUS - Wageningen 3-11-1785 t Beesd 1-5-1867 00 Bc

PIETRONELLt * Mariënweerd, bij Beesd, zondag 5-12-1830, 18 uur

Samenstelling: D. van BaaIen

94 V/9 V/lO T IJ/11 v’r13 v/14 Vl15 Vf16 ABRAHAM UULKE CORNELIS ANBRIES NEELTJE HENDRIK OTJE Y. d. WATER, LEENMAN CORNELISzn. y. ITEBStk’ .AARTS v. WEST- RERRITSdr. CRUL Y. ACQUOY RENEN v. d. HEUVEL

dr. Y. Jan Jansz. en Judith Y. Oever

* * * * l *

t t ? Beesd t Beesd t Gellicum t Gellicum t Beesd t Beesd 29-10-1762 22-3-1717 31-5-1751 16-12-1740 11-4-1791 a 23-12-1763

Gellium 00 00 Ca 00 30-5-1717 ---___ ---- -~ -- IV/5 tV/6 v/7 IV,‘S HERMAN LENA GUILHELM (WILLEM) CATHARINA v. d. WATER CRUL VAN ITERSON VAN WlBTRENEN

* _ Beesd - Gellicum _ Beesd 7-8-1729 1-1-1723 25-2-1725 t Beesd t Beesd -t Beesd ‘F Beesd 25-6-1767 3-12-1817 27-8-1808 4-10-1783

ry Beesd 2-5-1751 ou Beesd 9-6- 1749 ~~wp ~_ III/3 1[11/4 ABRAHAM CATHARINA VAN DE WATER VAN ITERSON

_ Beesd 31-10-1762 - Beesd 30-8-1761 1’ Beesd 22-10-1847 + Beesd 11-6-1795 CC Beesd 28-5-1787

LI/2 CATHARINA VAN DE WATER - Beesd 4-11-1790 t Beesd 6-8-1856 1-4-1813

3ALTUS t Beesd, donderdag 26-3-1914, 1 uur

95 hoofdredacteur Prof. Mr. P. A. Diepenhorst, met vaste medewerking van Prof. Mr. A. Anema. ,,Pieternella Baltus. De ,,Tel” meldt het overlijden dezer vrouw te Beesd. Niet velen onzer lezers zullen haar gekend hebben of zelfs ooit haar naam hebben horen noemen. Een eenvoudig vrouwtje zeer verdraagzaam. Toen Dr. A. Kuyper Sr. daar predikant was, kwam hij ook met haar in gesprek en, naar wij uit zeer vertrouwde bron heden vernamen, is zij de vrouw geweest, door den Heere gebruik om Dr. Kuyper, die als modem predikant in Beesd kwam, tot het Christelijk geloof te brengen. Dat dit van groote gevolgen geweest is voor den verderen levensloop van Dr. Kuyper en zelfs voor het staatkundig leven in ons land, is nu wel duidelijk. Dr. Kuyper spreekt nu nog veel het dankbare herinnering over haar”. Aan de Nieuwe Haagsche Courant van donderdag 2 april 1914 (2e jaar- gang no. 383) is ontleend: ,,Dezer dagen vermeldde de Pers het overlijden van Pietje Baltus te Beesd, welke vrouw een grooten invloed heeft gehad op Dr. Kuyper’s overgang tot de orthodoxie. Dr. Kuyper zelf wijdt aan haar na- gedachtenis een driestar. Hij schrijft:. , volgt een artikel uit De Stan- daard van maandag 30 maart 1914, twee en veertigste jaargang, no. 12874. Deze ,,driestar” is opgenomen in het boekwerk Jtarrenflonkering” Amster- dam 1932, blz. 120-121 onder motto ,,De gedachtenis des rechtvaar- digen. “. Kuyper zelf plaatste boven zijn geesteskind: Pietje Baltus. De schrijver noemt haar een ,,eenvoudige in den lande” en zegt dat het ken- merkende van deze, destijds, nog jonge vrouw was haar beslistheid. Een ontmoeting met haar, bracht in zooverre in Dr. K.‘s overtuiging een keer, dat hij op eenmaal in deze vrouw de kracht van het absolute greep, en met alle halfslachtigheid brak”. Hij schrijft verder nog over het ,,edele voorbeeld van deze vrome vrouwe” en vat dit aldus samen: ,,moge bij haar graf de bede geoorloofd zijn, dat de eenvoudigen in den lande naar het edele voorbeeld van deze vrome vrouwe toch in de volstrektheid van hun geloof mogen volharden! Het motto De Gedachtenis des Rechtvaardigen zal tot zegen zijn vindt men boven een geschrift, dat nog in 1914 verscheen onder de titel Korte Schets uit het leven van Pietemella Baltus. De vervaardiger van dit anno- nieme werk blijkt te zijn geweest de heer Pieter Hubertus Antonie van Krie- ken (1868-1941). Deze, een kapper, volgens het Bevolkingsregister van Leerdam barbier, dient zich aan als ,,een vriend” en zegt dat Pieternella Baltus geboren is te Beesd 6 december 1830 en aldaar overleden 17 maart 1914. Dit is dus niet geheel overeenkomstig de feiten, doch dit zal wel niemand de gewaardeerde schrijver ernstig aanrekenen. Hij begint zijn ver- haal: ,,Wij lazen in de ,,Rotterdammer” van 17 Maart 1914, het overlijden van Pietemella Baltus. Naar wij gezien hebben stond het bericht in De Rotterdammer van 28 maart 1914. Hij schrijft naar hij meedeelt, op verzoek. ,,Velen van Gods kinderen hadden bij haar een lieftijk tehuis. Onder ,,oefeningen” in haar huis gehou- den, hebben velen genoeglijke uren doorgebracht. Zij was hoogst verblijd

96 als haar huis maar vol was en hoewel zij geen bemiddelde vrouw was, heeft zij niets anders gedaan, dan van het weinige dat ze had, altijd medegedeeld en nimmer heeft God haar beschaamd gemaakt. Haar vader was molenaar op de watermolen. Geen van haar ouders bezat de vreeze Gods. Een broer, die op de heerlijkheid Mariënwaerd werkte, veranderde van richting en werd een geestverwant van haar. Op zekere keer was zij zo overspannen, dat zij een kopje met spelden en naalden in het varkensvoer gooide. Toen haar mestvarken gegeten had, deed ze de onaangename ontdekking dat het varken niet alleen het eten, doch ook de spelden en naalden verorberd had. ,,Nu greep haar een onbeschrijfe- lijke angst aan, want zij dacht niet anders of het dier zou sterven, en zij had alles aan hem ten koste gelegd, van haar klein loon (bedoeld zal zijn geld- inkomen, het loon van beide broers) van f. lO,- gulden in de week. Zij werd zoo onrustig, dat zij den Heere op zijn almacht kwam te wijzen en zij smeekte Hem, haar om haar onbedachtzaamheid niet te straffen en haar zulk een schadepost te veroorzaken. Zij had er den ganschen nacht niet van kunnen slapen en ‘s morgens heel vroeg was zij bezig de mest met een stokje te doorzoeken. Tot haar groote verbazing had de Heere het varken goed gezond gelaten en vond ze de spelden en naalden zeer zorgvuldig in de mest verborgen terug. Toen werden de woorden: ,,Gp Uw noodgeschrei deed ik groote wonderen” haar eerst recht duidelijk. Ze zei: ,,Hierin heb ik bij vernieuwing ‘s Heeren goedheid ondervonden”. Niet lang daarna stierf de broer die haar het meest gezind was, en zag zij haar inkomen tot op de helft verminderen, en nu ongeveer f. 5.- bedragen. Daar moesten ze dus maar van leven en hoewel de familie van de heerlijkheid haar niet wel gezind was, kreeg zij toch ter wille van haar broer het volle weekloon, dat hij (in gezonde dagen) verdiende. Die broer was geheel lam geworden, zodat Pietje hem lang, tot aan zijn dood, heeft moeten voeren als een klein kind. De eerste week echter reeds dat haar verlamde broer was gestorven, werd diens weekloon ingehouden en kreeg ze niets meer. Dus was zij thans ge- heel broodeloos. Zij moest nu door andere menschlievende menschen onder- houden worden. Wat was haar lot zwaar. Niemand meer op deze aarde te hebben, zonder eenige bloedverwanten, en dan nog maar net te eten te hebben, terwijl haar door menschen, die God met millioenen had gezegend, haar die f. 4.80 nog werd onttrokken. Bij een bezoek haar enige tijd daarna gebracht, vertelde ze, dat ze nu broodeloos was, doch dat ze een blijde tijding van den Heere had ontvangen, nl. Hij zou voor haar zorgen, maar op welke wijze wist zij niet. Ook zei ze: De Heere heeft me laten zien, dat zijn toorn afdaalde op het huisgezin van de familie van de heerlijkheid, bestaande uit drie freules en een huisknecht, allen tussen de 60 en 70 jaar, doch allen nog goed gezond. De Heere heeft me getoond, zoo zei ze, dat Hij ze heel binnen kort zal komen weg te nemen, en zie, eer het half jaar om was, hadden we ze allen vier het tijdelijke met het eeuwe verwisseld. Nadat de familie van de heerlijkheid zich aan haar had onttrokken kwam de dominee bij haar, die haar meedeelde, dat indien zij geen brood meer

97 had, de Diaconie voor haar zou zorgen, hetwelk ook gebeurd is. Nu woonde ze weer in haar eigen gehuurde woning, waarin zij Gods volk ontving. Haar strijd was nu voor een groot deel afgewend. De Heere beschikte het zoo, dat haar door verschillende personen wat werd toegestopt”. Met het voorgaande is nog niet alles weer gegeven wat de vriend zeggen wilde. O.a. schreef hij nog hoe ,,Pietje” reeds als jong meisje met haar broers mee naar het land ging om aardappels te rooien en hoe zij, die altijd een bijbeltje op zak had, haar ene broer daaruit voorlas en daarna het gelezene zo goed mogelijk toelichtte en hoe haar andere broer en haar ouders daar niet van gediend waren. Ook vertelt hij hoe Pieternella op zekere winter- avond karnemelkse pap mocht eten. Verder geeft hij nog enige mededelingen omtrent het afsterven van deze vrouwe en men leest dat wijlen Dr. W. J. Aalders (Prof. Dr. W. J. Aalders 1870-1945) bij haar sterfbed heeft ge- staan. Met een wens voor deze laatste besluit de vriend zijn geschrift. Het maatschappelijk en geestelijk milieu waarin Pietje Baltus leefde, toen Dr. Kuyper haar voor de eerste maal ontmoette, c. 1863/4, is door hem be- schreven in zijn ,,Confidentie”, schrijven aan den Weled. Heer J. H. van der Linden, Amsterdam 1873, blz. 43 vlg. Van Prof. Dr. W. J. Aalders verscheen in 1921 een brochure: Dr. A. Kuyper (Haarlem - De Erven F. Bohn). Hij schrijft, blz. 7, ,,Ik heb het oude vrouwtje nog gekend, dat destijds op Dr. Kuyper zoo grooten invloed heeft geoefend. Zij wist te vertellen, hoe zij hem bij het eerste huisbezoek had vermaand en bij het heengaan de hand geweigerd, omdat zij hem niet als leeraar kon groeten. Maar hij had niet opgehouden om een handdruk te vragen en ten slotte had zij hem dan, niet als leeraar, maar als mensch de hand gereikt. Het beteekende daar destijds iets, als arbeidersdochter den predikant zoo te bejegenen. Maar hij was teruggekomen en sedert hoe langer hoe meer onder den invloed van het gereformeerde gevoelen der ,,steile af- hankelijkheid” gekomen. Zij, om in het taaleigen der mystiek te spreken, eene door-bekeerde en beproefde ziel, keurde Dr. Kuyper’s latere kerkelijke en vooral politieke evoluties af, maar de oprechtheid van zijne bekeering leed bij haar geen zweem van twijfel”. In 1937 verscheen bij J. H. Kok N.V. te Kampen een gedenkboek, uitge- geven bij gelegenheid van de herdenking op 29 oktober van dat jaar van het feit, dat Dr. A. Kuyper honderd jaar geleden te Maassluis geboren werd. Voor de tot standkoming van dit boek kreeg de redactie ook de mede- werking van Prof. Aalders bovengenoemd. Van hem verwierf men welwillend een foto van Pietje Baltus waarvan de reproductie werd opgenomen tegen- over blz. 200 in de bijdrage van Prof. Dr. K. Dijk: Dr. Kuyper als predikant. Voor de herdenking van Willem Jan Aalders (19 september 1870-19 maart 1945) wordt verwezen naar de bijdrage van wijlen Prof. Dr. G. van der Leeuw in het Jaarboek der Nederlandsche Akademie van Wetenschappen 194445, Amsterdam 1946, blz. 197 vlg., met portret. Onder de in deze bijdrage door Prof. Van der Leeuw genoemde werken van Aalders vindt men wel genoemd: Mystiek. Haar vormen, wezen, waarde, 1928, doch niet: De Nood des Tijds, Leiden.

98 Het is mijn gevoelen, dat men veel in dit werk, zeker de titel mag be- schouwen als te zijn ,,de filosofie” van Pietje Baltus. Een en ander voor zover er bij deze nuchtere mensen sprake kan zijn van filosofie. Philosopheren en spekuleren doet gulsichz en lecker eeten ontbeeren leest men bij Adriaen Coenen (van Schilperoort) van Scheveningen in zijn Visboockl), verder. Behoeftig maeckt arm, Marienweerd - Pietje Baltus. Zie de maagd zal zwanger worden en zal een zoon baren en men zal ijn naam heten Emmanuel (Jes 7 : 14), hetgeen betekent: God met ons (Matth. 1 : 23).

l) Kon. Bibliotheek ms f 176. Zie voor Coenen: Bor, Oorsprong der Nederlandsche Oorlogen 1, p. 105.

VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

ANTWOORDEN DEYER-ADRIAANSE (Gens Nostra 1963, pag. 376, vraag 91). Helaas is het mij niet mogelijk vraaesteller een afdoend antwoord te verstrekken op zijn vragen met betrekking tot de overfijdensdata van leden der familie Deyer enz.; wèl kan ik een aanvulling geven op de afstamming van de door vraagsteller genoemde .rucoba Adriaanse(n), echtgenote Lodewijk Deyer. Het geslacht Adriaanse(n) komt ook in mijn kwartierstaat voor; ik ben een nazaat van de broer van Jacoba, Cornelis Adriaanse(n), No. 111 van mijn kwartierstaat: Cornelis Adriaanse(n), geboren te Philipinne ca. 1737, N.H., Schipper, gehuwd met Corneliu Claus, geboren West-Souburg 13-1-1740, N.H., dochter van Daniël Claus en van Catharina Hubregtse. De ouders van Cornelis Adriaansen (en van Jacoba) waren: 221. Johannes Adriuun- sen, geb. te Philipinne ca. 1705 en Anna Mureeuw, geb. te Hoek 22-11-1708, dochter van Jacobus Mareeuw, geboren en wonende te Hoek en van Grietje Bliek, eveneens geboren en wonende te Hoek. Ook mijnerzijds eventuele aanvullingen op deze kwartieren gezocht. Fr. INNIGER P. J. Jzn., Amazonenstraat 28 11, AmsterdamZ. HELLINGA (Gens Nostra 1963, pag. 282, vraag 5Oa). In de bijlagen van de sententies van het Hof van Friesland komen de onderstaande gegevens voor. Criminele sententies: in portef. 130 dd. 12-3-1746 Hellinga. Eelse, 48 j., mederechter en in portef. 173 dd. 2-10-1760 dezelfde, Twijzel 63 j. Civiele sententies: in portef. 701, doss. 4a Hellinga, Eelse, 42 j., 1741, bijzitter Acht- karspelen - in portef. 512, doss. 3 Hellinga, Amarentia. wed. Helmers te Groningen, contra 1729 - in portef. 591, doss. 3a Heliinga, Hedsert Eelses, molenmaker te Warga. contra 1734 - in portef. 90 doss. 37 Hellinga, Trijntje te Leeuwarden, erfgen. van haar vader Douwe Tiaerds - idem in portef. 92, doss. 21 (periode 1700-1709) - in portef. 342 doss. 9 Hellinga, Douwe Tieerds met stukken van 1703. J. ZANDLEVEN, Marislaan 9, Utrecht.

99 VRAGE’4 9. SCHOONDERBEEK. Trouwboek Veenendaal: 1768, 10 april. Aard Schoonderbeek J. M. en Maayke Volle- wens JD., bijde alhier. Hun oudste zoon Jan werd op 4 januari 1770 gedoopt te Gelders Veenendaal. Gevraagd: de geboortedatum (doop-) van Aard en gegevens omtrent ouders en voor- ouders. J. F. VAN DULM, Willem 111 laan 5, Wassenaar. 10. POWLEY (PAUL1 ?). Bekende, uit de V.S. afkomstige, gegevens: Jacob Powley, geboren ergens in Holland in oktober 1744, vertrok rond 1766 als luitenant van een compagnie huzaren naar de Verenigde Staten. Hij overleed 21 juni 1780 en werd begraven in de Methodistenkerk van Cataraqui, Ontario. Hij was gehuwd met Mary Ann Vanvoorst. Gaarne gegevens over deze Jacob Powley. Secr. N.G.V., Postbus 976, AmsterdamC. ll. KLOPROGGE-FLEVENS. Wie weet gegevens over Lambertus Kloprogge, die gehuwd was met Maria Flevens? Het echtpaar was vermoelijk R.K. Volgens een OD 3-11-1785 voor Notaris Cornelis van Looy te Rotterdam verleden testament was hun zóon Johannis lste chirurgijn aan boord van het oorlogsschip Scipio. H. GROSKAMP, Wouwermanstraat 92, Haarlem. 12. HAMILTON. Wie heeft gegevens over Jan Jack Hamilton, jongeman uit Schotland, 11 november 1679 gehuwd te ‘s Hertogenbosch met Maria Weygergancx, weduwe van Thomas van Bouckholt, wonende in de Waterstraat? J. C. HAMILTON, Tilburgseweg 38, Eindhoven. 13. HESSELING. Tussen 1721 en 1726 werden er in Amsterdam, in de Westerkerk en de Nieuwe Kerk, 3 kinderen gedoopt van Jan Hesse/ing(h) en Trijntje Dirckz. Huwelijk en doop van deze ouders zijn niet in Amsterdam te vinden. Waar werd dit huwelijk voltrokken? Wie waren hun ouders? J. HESSELING, Wolvenstraat 5, AmsterdamC. 14. PLAISIER-PLESIER. Op 5 mei 1799 trouwde te Hendrik Ido Ambacht Pleun Huigen Plesier, J.M. geboren en wonende te Hendrik Ido Ambacht, met Pietertie Ariesd. van den Graaf, J.D. geboren onder Oost IJsselmonde en wonende te Hendrik Ido Ambacht. Gaarne inlichtingen over dit echtpaar. B. A. PLEIJSIER, R. Strauszlaan 1, Heemstede. 15. LAMBERS-BEUMER. Lambers, Lambertus Antonius, geboren te Brandlicht. araafschau Bentheim in Duits- land, geboortedatum onbekend, Óvërleden te Groningen ‘3Ö-3-1830,‘gehuwd met Beumer (Bohemer), Agnes, geboren Groningen 26-2-1790 en overleden te Groningen 27-12-1823. Wie kan mij help& aan gegevens over bovenstaande personen of eventÜele voorouders van hen? E. L. LAMBERS, Demer 42, Eindhoven-c. 16. (VAN) VOGELPOEL. In de Weeskamerarchieven van Amsterdam. welke zich bii de Gemeenteliike Archief- dienst, Amsteldijk 67, bevinden, komen gegevens van bovengemelde familié voor. Wie is genegen deze archieven door te nemen op nader overeen te komen voor- waarden? A. P. VOGELPOEL, 3 Jeanne Rd, Randolph, Mass. U.S.A. 17. ZWARTS, SCHWARTZ, DE SWARTE enz Alle vormen van deze naam gezocht. Beroep: wevers, droogscheerders, textielhande- laren. Gebieden: Nederland, Duitsland, Vlaanderen. In het bijzonder gegevens gevraagd omtrent Frederik Swarts, geh. Leiden met Fran- cijns Verrijn, geb. Munsterland 1700. Eventuele onkosten worden vergoed. PETER C. ZWARTS, 854 Palmer Avenue, Maywool, N.Y., U.S.A.

100 CONTACTDIENST De inzending van genealogische gegevens aan de Contactdienst kan, zoals voorheen, ongelimiteerd plaats vinden. Hierdoor wordt de mogelijkheid tot het geven van de juiste contactadressen belangrijk vergroot. Om vertraging in de beantwoording van deze correspondentie te voorkomen heeft het bestuur gemeend te moeten bepalen, dat ieder lid recht heeft op een vlotte afwerking van maximaal tien contacten per kwartaal. Vanzelfsprekend kan men meer namen inzenden, waarbij echter rekening moet worden gehouden met een soms langere tijdsduur voor de opgave van alle contactadressen. Voor een goede en vlugge registratie van ingezonden contactgegevens ver- dient het aanbeveling om zelf aantekening te houden van de ingezonden ge- gevens. Bij inzending van aanvullende gegevens zult U hiervan veel nut en ge- mak hebben. U bespaart hierdoor Uzelf en de Contactdienst veel overbodig werk.

ARCHIEVEN TE ‘S-HERTOGENBOSCH De leeszaal van het Rijksarchief in Noord-Brabant is van maandag tot en met vrijdag iedere dag een half uur langer voor het publiek toegankelijk. De openingstijden zijn nu van maandag tot en met vrijdag van 9.- tot 17.30 uur, des zaterdags van 9.- tot 12.- uur. Met ingang van 1 januari 1964 is het stadsarchief van ‘s-Hertogenbosch da- gelijks geopend van 8.30 tot 12.45 en van 14.00 tot 17.45 uur. Bovendien op dinsdagavond van 19.00 tot 21.00 uur. Op zaterdag evenwel is het archief gesloten.

Wij berichten de geboorten van PETRUS ALBERTUS zoon van de heer en mevrouw Nolte-Dinkgreve, op 12 dec. 1963 te Amsterdam. DAPHNE NICOLE dochter van de heer en mevrouw v. Bergen-v. d. Grijp, op 28 dec. 1963 te Oberwil zllg (Zw.). FRANCISCUS JOHANNES CORNELIS LAMBERTUS MARIA zoon van de heer en mevrouw Korving-Husson, op 28 dec. 1963 te Breda. LlVlNVS EMlLlUS JULIANUS JOANNES HENRICA zoon van de heer en mevrouw Thiré-van Berendoncks, op 31 dec. 1963 te Wilrijk (B.). HlLDE RENATE FERDINE SIMONE MARIJE dochter van de heer en mevrouw van Litsenburg-Faber, op 24 jan. 1964 te ‘s-Hertogen- bosch. GHISLAINE WILMA MARIA dochter van de heer en mevrouw Timmermans-Weyn Banningh, op 19 febr. 1964 te Geleen. In het bijzonder willen wij melding maken van de geboorte van ANTONIUS HENRICUS JOANNES zoon van de heer en mevrouw Slu.$ers-Merkx, (Ravenstein) op 20 febr. 1964 te Oss. Aan allen onze hartelijke gelukwensen. 101 TIJDSCHRIF? dNREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (1. J. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Ons Amsterdam, 15e jrg., no. 12, december 1963; J. H. Kruizinga. Willem Vrolik; Ir. A. C. J. Koot en Dr. L. Junsen. Hoofdrioleringsgemaal Zeeburgerdijk vijftig jaar in bedrijf; Joh. J. Frieswijk. De Amsterdamse spreeuwenslaapplaatsen; Naamgeving aan wegen in Tuinstad-Buitenveldert; dr. L. Jansen. De stadsuitbreiding van 1663.

Archivum Heraldicum, 1963, Ao LXXVII, Bulletin 2/3: P. Adam. Les usages héral- diques au milieu du X11 siècle; Narcis0 Binayán Curmona. L’héraldique inca; Szabolcs de Vayu. La flèche dans l’héraldique hongroise; Zeininger de B. Un écartelé peu com- mun; Robent Louis. Quelques applications modernes de l’art héraldique en France. Les grandes armes du Département du Loiret; Olivier Clottu. Les armoiries de la paroisse catholique de Neuchâtel; Robert Genevoy. Plat aux armes Gollin de Vatoreille Schauen- burg; Marcel Orbec. Cachet armoirié inédit de Stéphane Wesselowski (1781-1852); 0. Clotta. Héraldique abstraite?; Colon Campbell. Les grandes armoiries de S.A.R. le Prince de Galles; Bibliographie.

It Beuken, Jiergong XXV, No. 4, Desimber 1963: Prof. Ernst Löfstedt oanbean op syn 70ste jierdei, 13 Desember 1963; Redaksjekommisje foar dit nûmer; Lars Hermods- son, Bo Sjölin, Birger Sundqvist.

Blätter fiir Frankische Familienkunde, 8. Band Heft 6, November 1963: H. Maschke. Bibliographie zur Genealogie und Heraldik Frankens fiir das Jahr 1963; H. Meyer. Auswärtige Taufen in Dinkelsbühl 16161643; H. Fronmiiller. Die Fronmüller im siiddeutschen Raum; F. Capeller. Das Metzgerhandwerk in Marktredwitz; J. Bischoff. Neue Veröffentlichungen zur Erlanger Bevölkerungsgeschichte 1495-1619; 0. Selzer. Ahnenliste Zimmermann; G. Ebeisbach. Bruno Röttinger zum Gedächtnis. Lu France Généalogique, organe du Centre d’Entriuide Généulogique, 5me année, N OS 32 et 33, nov. 1963: 1953-1963, Dix ans; Notes de la Rédaction; Chercheurs qualifiés acceptant de faire des recherches contre rétribution; Bibliographie; Revues; Questions; Réponses.

Der Grufschufter, 129-130, Nov. und Dez. 1963: L. Bode. Niedersachsentage in Wilhelmshafen; Dr. J. Belonje. Vom Wigbold zur Industriestadt Nordhorn; H. G. Ossen- biihl. Eine burgundische Königstochter als Ahnfrau der Grafen von Bentheim.

De Herluar Heraut, Periodiek van de familievereniging ,,Herlaar”, No. 9, 2 dec. 1963: Verenigingsnieuws; Financiën; De Noordeloosse familie; Redactiemededeling; Verjaardagen; Burgelijke stand; De oudste tweeling van Enkhuizen werd 80 jaar.

Der Herold, Band 5, Heft 3, Juli-Sept. 1963: Gerd Wunder. Stimmen die Daten?; Hans Horstmunn. Zur Datierung der Ebstorfer Weltkarte; Hans Schulz-Blockwitz. Er- gänzungen zur Ahnentafel Friedrich Daniel Ernst Schleiermachers; Buchbesprechungen.

HessischeFamilienkunde, Band 6, Beiheft 4, Oktober 1963: Ahnenlisten: Friih, Giebel. Landgrebe, Muller-Duysing, Noell, Schaumlöffel, Schmitt, Stirn, Völk, Wachs, Wagner, Grimmell, von Bodenhausen.

Institut fiir Auslandbeziehungen Stuttgart, Jrg. 13: 3, 1963: Israel.

L’lntermédiaire des Généalogistes - De Middelaar tussen de Genealogische Navor- sers, No. 108, Ao. XVII, 6/1963: H. C. van Parijs. Antoine Ferdinand van Hamme, généalogiste bruxellois (1630-1715); P. Leynen et P. E. Claessens. D’un dossier généa-

102 lonico-héraldique: Noël aux armoiries (1~ I’abbave d’Aulne. Un rebondissement inatten- du; Emile BoÛlei. Petite contribution à ;‘histo& généalogique et héraldique des Paheau et des Crehen; E. van Win-Pascal. Tourisme régional et généalogique; La Marquise de Sévigné et sa descendance; Epitaphes en Limbourg h&&idais.

De Nederlnndsche Leeuw. LXXXe Jre.. 12. dec. 1963: Mr. Dr. J. C. Maris van San- delingenambacht. Herziening historische ’ hoófdstukken van ,,Een Honderdtal Neder- landsche Families”: Van Braam-Van Eysden, Verhoeff-Verdonck, De Marre-Ruttens, Lentfrinck-Coenen, Van Lamsweerde-Van Dael, Van Norden-Cauer, Keijser-Van der Strengh, Sandelingenambacht; B. H. Boissevain, ,,L’Ancre de Satlut et du Refuge” in Amsterdam en het wapen van het geslacht Boissevain; Korte mededelingen: BoÜwens van der Boijen, Van Hogendorp, Het wapen van het geslacht Veenman te Vreeland, Wapenkunde en Kunstgeschiedenis, Wapen en vlag der gemeente Noordoostpolder; Boekbespreking.

OstfriesIand, 1963/3: Bernard Schröer. 200 Jahre ,,Emder Kaufmannschaft” (1763- 1963): M. Aden. Pseudofabriciana aus Amsterdam und Antwerpen; Aus der drei frie- sischen Landen.

Pfübische Fumilien- und Waapenkunde, X11. Jrg Band 4, Heft 11 und 12. 1963: Meijer. Erzbischof Gebhards von Köln Beziehungën zur zweibr. Familie Schroebel; Kaul. Einwohner in Gommerstein, Friesbach, Esthal und Geralsheim im 16 und 17 Jh; v. Jan. Neue Gemeindewappen id. Pfalz (Kreis Bergzabern,Wernersberg, Silz; Men- ges. Einwohner d. Amtes Geisburg v. 14-18 Jh.; Fuchs. Der Verlust der Hornbachel Kirchenbücher: Curschmann: Von afalzischen Familienverbänden: Kubv. Schweiser Einwanderen in Edenkoben; Cappel. Auswanderer im luth. Kirchenbuch Pfeddersheim. Kuby. Muller in Edenkoben 1665-1800; Raimar. Friedr. Kar1 von Savigny; v. Jan. Neue Gemeindewappen (Rohrbach, Dudenhofen, Kirzweilen); Grünewald. Zugewan- derte und Auswärtige in Westhofen/Krs. Worms; Armknecht. Das Tagebuch Pfarrer Herm. Weigands, 1.582-1673; Jung. Einwohner in Maikammer 1.580; Krieg. Pfälzer id. Kirchenbüchen der Brüdergemeinde Neuwied; Schmidt. Familie Hiinerberger oder Honerbrincker; Cuppel. Die älteste Grabsteine in Pfeddersheim: Schuchmann. Schweizer Einwanderer im Kraichgau (1650-1700).

Het Personeel Statuut, 14: Jrg. NO 12, dec. 1963: De Europese vrouw en het moham- medaans huwelijksrecht; Uit de rechtspraak.

Schriftumsberichte zur Genealogie und zu ihren Nachbargebieten, Band 11, Sept. 1962 und Mai 1963: Manfred Hofmann. Genealogische und biografische QueUen im Nassauischen; Thomas Otto Achelis. Universitätsmatrikeln und ihre Benutzung.

Instituto internacional de Genealogia y Heraldica y Federacion de Corporaciones afines, Hoja informativa, Año X, NO 221, lde Dicienbre de 1963: Bibliografia; Mede- delingen van de aangesloten verenigingen.

Ons Vooraeslacht. NO 117. 18e Jrg. Nov. 1963: S. Laansma. Fragment-Genealogie Eygenraam; Gegevens uit het’oudste Trouw- en Doopboek van de Gereformeerde Ge- meente van Zuid-Beyerland; D. C. J. Bevaart. Rotterdamse en Schiedamse migranten, vertrokken naar Brugge; Drs. C. J. F. Klaassen. Aanvullingen en verbeteringeñ betref- fende de grafschriften en rouwborden in de Groote Kerk te Rotterdam; Lidmaten van de Ned. Herv. Gemeente van Striien: Akten van indemniteit van Bodenraven: Namen van Personen die sig van tijd tot- tijk hebben ingekogt of voor andere ingekogt zijn in ‘t Proveniershuvs te Bodeeraven; Dr. J. MacLean. Het bestuur van Piershil voor 1811: Vragen en Antwoorden. - Amsterdam, februari 1964. W. D. H. ROSIER.

103 AANVULLINGEN Eb’ v IJZIGI~;EN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden : 3081. P. J. Slikker. 5384 Jeanm lvlanne. Montreal. P. Ouebec. Canada. 3082. H. Rudolphie, Joh. van Arnhemstraat 6, Rozendaal (Gld.). 3083. E. W. A. Henssen, Anielierenlaan 1, Aerdenhout. 3084. S. Laansma, van Reedenweg 3, Renswoude. Ut. 3085. Mevr. B. Oosterhuis-Wiersema, Rijksstraatweg 102, Haren (Gr.). 3086. H. J. Andreae, Laagveld 8, Helmond. 3087. Fr. Buitendijk, Prunuslaan 52, Zaandijk. 3088. J. Chambon, le Wilakkerstraat 9, Eindhoven. 3089. J. J. Damen, Parsifalstraat 33, ‘s-Gravenhage. 3090. G. Delpeut, Anth. Brouwerstraat 5. Hilversum. 3091. J. C. Jaakke, Jonkerstraat 17, Edam. 3092. Dr. J. Smits, Fazantlaan 15, Eindhoven. 3093. H. van Steijn, Rijnenburglaan 24, Utrecht. 3094. G. W. de Jong, Westduinweg 223, Scheveningen. 3095. J. Damsteek, Admiralengracht 142-3, Amsterdam. 3096. J. C. Geene Wallon, Rapenburg 12, Leiden. 3097. A. J. Ruibing, Torenstraat 2, Winschoten. 3098. J. Dorenbos, B.K. Bonnaplein 2, Nieuwolda. 3099. Mej. IJ. Zetema, Bellendonckplein 9, Deventer. 3100. Mej. A. G. C. Renalda, Kerkstraat 74, Amsterdam. 3101. J. N. W. Leeuw, ,,Essenburg” K. 50, Twisk. 3102. P. Rompen, Hogendijk 98, Zaandam. 3103. P. J. van Oosterom. Plantage Badlaan 5, Amsterdam. 3104. H. J. Scheltus, Rapenburg 12, Leiden. 3105. H. H. Heldring. Ereprijsweg 16, ‘s-Gravenhage. 3106. P. J. Breedveld; Cliviastraat 12b, Rotterdam-12. 3107. M. W. van der Meulen, Chr. Huygensstraat 25, Sliedrecht. 3108. J. W. Vlek, Boerhaavelaan 75, Eindhoven. 3109. W. A. van Uden, Primulastraat 54, Eindhoven. 3110. D. J. G. Janssen, Willemstraat 58c, Eindhoven. 3111. J. Lous, M. D. de Grootstraat 83, Goes. 3112. Jan van Wijnen, 1222 West.-8th. North, Salt Lake City-841 16, Utah.-U.S.A.

Adreswijzigingen : 1033. N. van Roon, Pres. Kennedylaan 126, Amsterdam-Z. 2726. Mevr. M. M. G. Klepper-Joling, Pienemanstraat 9, Amsterdam-Nw. Zuid.

Overleden : Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden melden van de volgende leden: 451. W. J. Voogsgeerd, Nieuw Loosdrechtsedijk 64, Nieuw Loosdrecht. 1480. W. van Rhijn, Molen ,,de Valk”, Leiden. 221. P. Moerkerken, Vergeet mij niet straat 30-c. Rotterdam-N 2.

Aan dit nummer werkten mee: D. van Baalen, Goudreinetstraat 107, ‘s-Gravenhage. Mr. Drs. J. J. Beverman, Gemeente-archivaris te Dordrecht. C. van der Enden, Corn. Krusemanstraat 19, Eindhoven. Mr. E. H. Y. van Hees, Waldecklaan 14, Hilversum. Ir. G. L. Meesters, Dantelaan 32, Utrecht. Ds. K. H. L. van Selms, Singel 460, Dordrecht. J. Sluijters, Scholtishof, Ravenstein.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

104 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING c3OEDGEKE”RD OIJ KONINKLIJY sE9L. “AN 16 A”GUST”S ,848. NO. 63 LaatsteliJk goedgekeurd 51, Kc.“~“i

JAARGANG 19 No. 5 MEI 1964 Eind-redacteur (waarnemend): N. A. Hamers, Postbus 976, AmsterdamC. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg, Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 1230 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

ENIGE NADERE GEGEVENS DINGEMANS-MAURITSZ. door Mr. W. W. VAN VALKENBURG

Enige indertijd door mij gemaakte aantekeningen uit de loofsignaten van de schepenbanken van Nederhemert en Ammerzoden maken het mogelijk aanvullingen te geven op het gepubliceerde in Gens Nostra van februari 1963, blz. 29 t.e.m. 34; de verdere gegevens Mauritsz zijn voornamelijk ontleend aan mededelingen van de heer W. H. Dingemans en Mr. W. F. Leemans, alsmede aan een ms.-genealogie Mauritsz in de collectie Polvliet, berustende bij het Kon. Nederl. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde te ‘s-Gravenhage.

Wouter Dingens, vermeld op blz. 33 onder IIIa, 2, woonde te Nederhemert en was op 10 januari 1640 reeds overleden met achterlating van een dochter Aeltgen Woutersdr., die gehuwd was met Wouter Matthijssen, wonende te ‘s-Gravenhage. Dit blijkt uit de volgende twee akten:

Loofsign. Nederhemert 10 januari 1640: Worrter Matijssert, wonende te ‘s-Gravenhage, is gehuwd met Aeltgen, dochter van Wouiíer Dingens zaliger, in zijn leven wonende te Nederhemert; Loofsign. Ammerzoden 16 mei 1641: Peter Dingem als oom en voogd van Aelke Wouters, echtgenote van Wouter Matthijssen.

De gegevens op bladzijde 34 over Mauris Peterss (IIIb) en zijn nakome- lingen kunnen als volgt worden aangevuld: TIIb. Maurits Peters, schepen van Nederhemert 1603, ‘09, ‘13 en ‘15, overl. tussen 5 juli 1615 en 2 febr. 1633, tr. Frederica Woutersdr., overl. tussen 7 juni 1634 en 22 dec. 1643

105 Loofsign. Nederhemert 5 juli 1615: Mouris Peetersz, schepen van Nederhemert; zie ook Jnventaris van het Oud Archief der heerlijkheid en gemeente Nederhemert” door P. N. van Doorninck (Haarlem 1892), blz. 122, 125 en 129, waaruit tevens blijkt van de in dat archief aanwezige zegels van Maurits Petersz. id. 2 febr. 1633: Peeterken Jansdr., weduwe van Wouter Mourits, met Jan Adriaen Staessen, haar vader, als momber, en Peter Mouritse als momber van de kinderen van zijn broeder Wouter Maurits voornoemd, geloven aan Fredericxke Wouters, weduwe van Mouris Peters. id. 27 nov. 1633: Peeter Mouritss, wonende te Bruchem, als gekoren voogd van zijn moeder Fredericxkrn Wouters, weduwe van Mouris Peetersse. In margine: Peeter Mouritse van wege zijn moeder Fredericxke Wouters 7 juni 1634. id. 22 dec. 1643: Dirck van Hemert als vader van Maurits, Gijsbert, Maeyke en Jenneke, erfgenamen van hun zalige grootmoeder Frederica Wouters. Uit dit huwelijk: 1. Peter, volgt IVb. 2. Wouter Mauritsz., overl. vóór 2 febr. 1633, tr. Peterke Jansdr. van Hemert, overl. na 17 maart 1646, dr. van Johan Adriaen Staessen van Hemert, schepen en dijkgraaf van Nederhemert. Uit dit huwelijk waren in 1649 kinderen in leven; een dochter was zeer waarschijnlijk gehuwd met Cornelis Dircksz. Burggraeff.

Loofsign. Nederhemert 18 april 1633: Peterke Jans, weduwe van Wouter Maurits, wonende op de Aelsterweert, met haar vader Jan Adriaen Staessen, en Peter Mou- ritsz, wonende te Bruchem, voogd van haar kinderen. id. 8 maart 1636: Jan Adriaen Staessen van Hemert, dijkgraaf van Nederhemert. id. 17 maart 1646 Peeterken, dochter van Jan Adriaen Staessen van Hemert en we- duwe van Wouter Maurits: schuld aan Cornelis Dircks Burggraeff, haar ,,swager”. id. 4 april 1649: Johan Adriaen Staes van Hemert bepaalt, dat de kinderen van Pee- terke Jans bij Wouter Mourits zaliger zullen staan ter gelijke deling met zijn andere kinderen. 3. Lijsken Mauritsdr., overl. vóór 22 februari 1635, tr. Dirck Ghijs- brechtsz. van Hemert, overl. na 22 dec. 1643.

Loofsignaat Nederhemert 22 febr. 1635: Dirck van Hemert Ghijsbrechtsz. als voogd van zijn kinderen bij Lijsken Mouritse, zijn zalige huisvrouw. IVb. Peter Mauritsz., woont te Bruchem (1629, ‘33), bezat landerijen (o.a. boomgaarden) aldaar, schepen in het Hoge Gericht van Zuilichem, overl. in april 1655, tr. Jenneken Sweersdr. de Cock, dr. van Sweer Anthonisz. de Cock, schepen van Nederhemert, en Lijsken Adriaen Staessendr. van Hemert; zij hertr. Bruchem 4 mei 1656 Dirk Gerritsz. van Hausselt, weduwnaar van Catalijn de Gay.

Loofsignaat Nederhemert 25 maart 1629: Peeter Mourits, wonende te Bruchem, is gehuwd met Jenneken, dochter van Sweer Anthonis de Cock zaliger. id. 17 april 1633: Lijsken, weduwe van Sweer Anthoniss de Cock, met haar gekoren momber Peeter Mourits, haar ,,swager”, draagt op aan haar kinderen Joost en Ma- riken Sweeren. id. 17 januari 1637: Lijsken, dochter van Adriaen Staessen van Hemert, weduwe van Sweer Antonisse de Cock zaliger. en haar zonen Joost en Adriaan. Uit dit huwelijk: 1. Joost, volgt vc. 2. Oetgen Petersdr. Mauris, geb. te Bruchem, tr. aldaar 28 oktober 1655 Claes Jacobsz., geb. te Bruchem, zn. van Jacob Goossensz. 3. Zweer, volgt Vd.

106 Vc. Joost Petersz. Mauritsz, schout en secretaris van Bruchem, schepen in het Hoge Gericht van Zuilichem, overl. 12 april 1684, tr. le Adriaenken Aerts- dr. van Wijck; tr. 2e Wel1 3 januari 1655 Maria Loenen, ged. Wel1 29 oktober 1630, dr. van Peter Jansz. Loenen, schout van Ammerzoden en Well, en Gijs- berta Jansdr.

Joosf Peter Maurissen wordt vermeld onder de drie meest gegoede inwoners te Bruchem in 1672 op de ,,Lijste van personen Inden Ampte van Tielre en Bomlre- weerden soo geoordeelt wordt te konnen opbrengen eene somme van drij hondert gl.” (zie Gens Nostra 1954, blz. 138-141). Loofsignaat Zuilichem 6 febr. 1719: Joost de Cocq testeert; erfgenamen zijn: Peter JOOSUZ. Mauritse, schepen van Zuilichem; Mauris Mauritse; Ariaentje Maurits, ge- huwd met G. van Dieden; Johannes Mauritse; Peter Maurits dit Loenen, secretaris van Wel1 en Ammerzoden, en Gijsbertje Maurits, gehuwd met Arien Groeneveld. Uit het tweede huwelijk: 1. Peter Joostsz. Mauritsz, ged. Bruchem 30 dec. 1655, buurmeester te Bruchem (1699), schepen in het Hoge Gericht van Zuilichem (1710, ‘19). woonde in 1714 te Munnikenland en in 1715 te Zuilichem; mogelijk is hij identiek met Peter Mauritse, die op 15 mei 1729 wordt vermeld als schepen van Zaltbommel. 2. Adriana Mauritsz, ged. Bruchem 18 oktober 1657, overl. na 9 januari 1721, tr. Bruchem 26 februari 1693 Geraert van Dieden, schepen (1681, ‘88-‘90, ‘98) en president-schepen (1690) van Nederhemert, overl. in of na 1715, zn. van Gerrit van Dieden, richter en schout van Nederhemert, en we- duwnaar van Ariken Jansdr. van Hedickhuysen. Zie De Nederl. Leeuw 1924, kol. 317/318. 3. Stijntje Mauritsz, ged. Bruchem 20 nov. 1659. 4. Maurits Mauritsz, ged. Bruchem 2 febr. 1662, buurmeester te Bruchem (1718), overl. na 6 februari 1719. 5. Johannes Mauritsz, ged. Bruchem 26 juni 1665, overl. na 6 februari 1719. 6. Peter Mauritsz dit Loenen, volgt VL 7. Adrianus Mauritsz, ged. Bruchem 8 mei 1670. 8. Lion Mauritsz, ged. Bruchem 26 jan. 1673. 9. Gijsberta Mauritsz, ged. Bruchem 9 dec. 1676, over]. na 4 mei 1722, tr. Arien Groeneveld, schepen van Ammerzoden en Wel1 (1736), armmeester aldaar (1739), over]. tussen 10 sept. 1759 en 16 sept. 1772, zn. van Willem Joostsz. Groeneveld en Mereke .

Loofsignaat Ammerzoden 4 mei 1722: Arien Groenevelt, gehuwd met Gijsbarta Mauritse, is de zoon van Mereke, weduwe van Willem Joostsz. Groenevelt. id. 10 sept. 1759: Aryen Groeneveld, oud-schepen, met zijn kinderen Joost, Willem en Maria, gehuwd met Dirk de Cock. id. 16 sept. 1772: Arien Groeneveld is overleden, vermeld worden zijn zoon Willem en diens kinderen en zijn schoonzoon Dirk de Koek, wiens vrouw reeds is overleden.

VL Peter Mauritsz dit Loenen, ged. Bruchem 3 november 1667, schepen (1696) en secretaris van Ammerzoden en Well, rentmeester van de heerlijk- heid Ammerzoden 1697-1752, overl. in of na 1752, tr. (ondertr. Wel1 12 november 1699) Rachel Schilders, ,,van Vlijmen”, vermoedelijk dochter van Arnout Schilders, schout van Vlijmen, en Anna van Broeckhuysen.

107 Zie over hem en zijn nageslacht De Wapenheraut 1916, blz. 510-513, en De Ne- derl. Leeuw jrg. 1924, kol. 317/318, en jrg. 1963, kol. 158 en 342. Uit dit huwelijk: 1. Johanna Mauritsz, ged. Wel1 22 aug. 1700. 2. Maria Mauritsz, ged. Wel1 26 maart 1702, overl. na 27 december 1763, tr. le (ondertr. Wel1 en Nederhemert 17 juni 1728) Adriaan van Dieden, geb. te Nederhemert, schepen (1726, ‘33) en schout (1740) van Nederhemert, overl. vóór 27 aug. 1749, zn. van Geruert van Dieden, president-schepen van Nederhemert, en Adriana Mauritsz (zie bij Vc, 2); tr. 2e in 1751 Vyver Cor- nelisz. Vos, overl. na 27 dec. 1763.

Zie nader De Nederl. Leeuw jrg. 1924, kol. 317/3 18.

3. Anna Mauritsz, ged. Wel1 25 maart 1704. 4. Josina Mauritsz, ged. Wel1 31 januari 1706. 5. Johan Ferdinand, volgt VII. 6. Anthonettu Mauritsz, ged. Wel1 21 dec. 1710, tr. (ondertr. Wel1 8 febr. 1737) Arien van der Steegh, geb. te Nederhemert.

VII. Johan Ferdinand Mauritsz, ged. Wel1 27 nov. 1708, procureur, secre- taris (1740) en schout (1749) van Nederhemert, collecteur der verpondingen over Nederhemert (1744), dijkschrijver en collecteur der verpondingen over Ammerzoden, Wel1 en Wordragen (1746), rentmeester van de heerlijkheid Ammerzoden 1753-‘86, begr. Zaltbommel 12 januari 1787, tr. Wel1 22 aug. 1747 Johanna Buurt, ged. Zaltbommel 20 maart 1714, begr. Zaltbommel 22 sept. 1760, dr. van Adriaan Buurt en Hillegonda van Loenen.

Uit dit huwelijk: 1. Petrus Adrianus Mauritsz, ged. Ammerzoden 20 juli 1749, overl. jong. 2. Hillegonda Rachel Mauritsz, ged. Ammerzoden 17 januari 1751, overl. Mariënweerd 15 dec. 1834, tr. Bruchem 10 maart 1788 Ds. David Snethluge, geb. Roden 29 dec. 1755, Herv. predikant te Tjalbert ca. 1782, te Deil en Enspijk 1790, overl. Dei14 sept. 1820, zn. van Ds. Johannes Wilhelmus Sneth- lage en Sophia Pekenburg. Zie Nederl. Patriciaat 1915, blz. 342.

3. Johanna Maria Mauritsz, ged. Ammerzoden 8 okt. 1752, overl. vóór 27 maart 1822, tr. Nederhemert in okt. 1774 Ds. Nicolaus Lange, geb. Bremen omstr. 1745, Herv. predikant te Bruchem, overl. (oud circa 77 jaar) Bruchem 27 maart 1822, zn. van Johann Lange en Anna Kulenkampf. 4. Petronella Adriana Mauritsz, ged. Ammerzoden 20 april 1755, begr. Zaltbommel 20 juni 1794, tr. (ondertr. Zaltbommel 20 juni 1778) Jusper Ganderheyden, geb. Rossum 21 april 1755, rentmeester van de heerlijkheid Rossum, burgemeester van Rossum, dijkgraaf van de Bommelerwaard, overl. Rossum 13 april 1829, zn. van Ds. Andreas Ganderheyden, Herv. predikant te Rossum, en Helena Damen.

Uit dit huwelijk het geslacht Mauritsz Ganderheyden.

108 Vd. Zweer Petersz. Mauris, geb. te Bruchem, tr. aldaar 27 maart 1657 Grietje Cornelissen Adriaens, geb. te Bruchem. Uit dit huwelijk: 1. Arien Muuris, ged. Bruchem 13 mei 1666. 2. Lijsbeth Mauris, ged. Bruchem 13 okt. 1667, overl. jong. 3. Mauris Mauris, ged. Bruchem 21 febr. 1669. Het is mogelijk, dat hij - en niet zijn onder Vc, 4 vermelde naamgenoot - iden- tiek is met de in 1718 als buurmeester te Bruchem genoemde Maurits Mauritsen. 4. Lijsbeth Mauris, ged. Bruchem 16 april 1671. L 5. Fijke Zweeren Mauris, geb. te Bruchem, tr. aldaar 29 juni 1698 Abra- ham van Dijck, geb. te Maurik, wonende te Bruchem.

HET GESLACHT MEZEROY door G. VAN HALSEMA THzn. In mijn bezit is een door mijn voorvader Mr. D. F. J. Van Halsema (1736- 1784) eigenhandig geschreven geslachtsregister van de familie Mezeroy. Mr. Van Halsema was een zoon van de groninger zilversmid Frederik Willem Van Halsema (168 1-1767) en Froukjen Folkers. De ouders van Froukjen Fol- kers waren de luitenant Johan Folkers (1674-1713) en Henrica Mezeroy (1682-1736). Mr. Van Halsema was dus van grootmoeders zijde verbonden met het geslacht Mezeroy, ook wel Meseroy, Miseroy of Myseroy genoemd. Over de herkomst van het geslacht Mezeroy is weinig bekend. De naam wijst op een franse afkomst, wat wordt bevestigd door een mededeling in een ander oud handschrift, dat de Mezeroys om het geloof uit Frankrijk en de zuidelijke katholieke provincies hadden moeten vluchten naar de noordelijk- provincies. De oudst bekende Mezeroy is Derck Mezeroy, die schulte te Roden was. Echter wordt gesproken over een Lammert de Waal, die de stamvoortplanter van het geslacht is geweest. Was dit, gelet op de naam van één der zonen van Derck Mezeroy, mogelijk een Lambertus Mezeroy? Is hij misschien met het leger van prins Maurits naar het noorden gekomen? Derck heeft in elk geval eerst in Havelte gewoond. Vandaar is hij naar Roden getogen, waar verschil- lende leden van het geslacht Mezeroy zijn opvolger als schulte van Roden en Roderwolde zijn geweest, zodat gedurende ongeveer een kleine eeuw het ambt van schulte in dit ambt werd uitgeoefend door een Mezeroy. Wij publiceren hieronder de eerder genoemde geslachtslijst alsmede enkele losse notities betreffende het geslacht Mezeroy. Mochten er onder de lezers van ,,Gens Nostra” zijn, die ondergetekende van dienst kunnen en willen zijn door hem gegevens over het geslacht Mezeroy te verschaffen, dan houdt hij zich zeer aanbevolm.

109 GESLAGTREGISTER VAN DE MEZEROYS ‘t Waapen, welke de Mezeroys gebruikt hebben, was oudtijdts een halve arend, en 3 hulsebladen, gelijk uit de zegels te zien is. Edoch naderhand be- vinde ik dat dusdanig is geweest: halve arend 3 hulzebladen halve arend 3 rozen geele grond geele grond witte grond blauwe grond halve arend 3 rozen halve arend 3 hulzebladen witte grond blauwe grond geele grond geele grond Er word gezegt dat ene Lammert de Waal, de voortplanter van de Meze- roys is geweest, maar de meeste zekerheyd is omtrent Derk Mezeroy, alwaar- om wij met hem ‘t geslachtregister zullen beginnen. Derk Mezeroyt) schultes van Rhoden en Rhoderwolde, word genoemt van Piccard in de beschrijvinge van Drenthe p. 271 Diderik. Dezelvs eerste mel- dinge koomt mij voor in een briev van den 27 Julij 1642 als schultz. Ao. 1662 heeft met zijn vrouw testament gemaakt (Anna Roloffs zijn huisvrouw). Zijn huisvrouw Antien Roeloffs, ook Anna Rolefs genaamt in andere brieven. In een briev van ‘t jaar 1664 den 30 Dec. word eene Anna Naminges) gemeldt, huisvrouwe van zalige schults van Rhoden Derck Mezeroy, zijnde dezelve toen hertrouwt met Jan Pieters Warmels volgens dezelve briev, zodat deze zijn 2de vrouw is geweest. Jan Coops Rolef Wolters en Jan Smeeng als voormond en voogden over ‘t nagelaten zoontje van zal. schults Derk Mezeroy. Derk Mezeroy en Anna Roelefs. Deze hebben neegen kinderen tezamen gehad, ais volgt: Kinderen van Derk Mezeroy en Anna Roleffs. 1. Ao. 1634 op St. Jan is geboren Wemeltje Mezeroy, gestorven in ‘t zelve jaar. 2. Ao. 1636 den 19 Maart Machteltje Mezeroy tot Havelte. 3. Ao. 1638 den 17 Aug. Jantjen Mezeroy tot Havelte, naa 7 weeken ont- slaapen. 4. Ao. 1640 den 9 Sept. Rudolph Mezeroy. tot Rhoden. 5. Ao. 1643 op May avond Lambertus Mezeroy tot Rhoden geboren. 6. Ao. 1646 den 3 January Allert Mezeroy tot Rhoden geboren. 7. Ao. 1648 op Allerheijligen is Jantjen Mezeroy geboren te Rhoon, en Ao. 1652 gerust. 8. Ao. 1651 den 13 Aug. Henricus Mezeroy tot Rhoon. 9. Ao 1654 op den derden dach voor St. Jan Jannes Mezeroy geboren tot Rhoon.

110 In ‘t testament van ‘t jaar 1662 den 28 Febr. koomen voor 7 kinderen. Voorttellinge van de kinderen van Derck Mezeroy en Anna Roleffs.

2. Machteltje Mezeroy tegens ‘t zin van haar ouders getrouwt, en uit dien hoofde ontervt in ‘t testament van ‘t jaar 1662 den 28 February. Haar man Jan de Weert hospes op de Rowolderdijk. Kinderen: Gezine ongetrouwt gestorven. Jan de Weert gestorven den 20 Julij 1761 bijna 90 jaaren oud. Kinderen van Jan de Weert: Jan de Weert zijn vrouw Berentje Smeenks waaruit geteelt heeft Jan de Weert getrouwt aan de wede Meints op de Leek, en Mechelt ge- trouwt in Groningen. Zijn 2de vrouw Annegijn Roelfs zonder kinderen. Zijn 3de vrouw Martjen. waar van twee zoons, Derk en Lambartuss).

4. Rudolph Mezeroy4) was reeds schultz van Rhoden en Rhoderwolde bij ‘t leeven van zijn ouders, gelijk blijkt uit ‘t testament van 1662. Hij koomt voor als schultz in een verzegelde briev in dato den 12 Maij 1663, en in een handschrift van den 15 Junij 1667. Zijn vrouw wie zij geweest is, is mij onbekend. Edoch hij heeft verscheiden kinderen gehad, onder anderen: Heleene getrouwt aan Jan Smit in Groningen, waarvan kinderen: 1. Mecheldine Smit, getrouwt aan Willem Arius Rust mr, haare kinderen jong gestorven. 2. Martinus Smit, getrouwt aan Aaltjen Silvanus, kinderen Helene en Geertruit, getrouwt aan eenen Langkamp in Groningen. NB. in de grasvellige verkopinge van ‘t blauwe huis in dato den 28 May 1686 wordt gemeld van Jan Coops en Wemilia Mezeroy.

5. Lambertus Mezeroys) schultes van Rhoden en Rhoderwolde. zijn huisvrouw Froukjen Fockens Eringa uit de Drachten in Friesland, dochter van Cornelis Eringa, broeder van Focke Eringa, getrouwt tot Rhoden in de kerke den 25 Sept. 1670, zij is wede geweest den 19 Maij 1686, gelijk geblijkt uit een verzegeling in die data. Haare kinderen: 1. Ao. 1671 den 13 July op St. Margaretha dach is geboren Theodorus Georgius Mezeroy. 2. Ao. 1673 den 14 Febr. is geboren Henricus Mezeroy. 3. Ao. 1667 den 22 Nov. is geboren Anna Mezeroy, ontslapen 1677. 4. Ao. 1678 is een dogter geboren, en wederom ontslapen tot Rhoden. 5. Ao. 1680 den 6 Aug. is Cornelius Mezeroy geboren. 6. Ao. 1682 den 17 Nov. Henrica Mezeroy. 7. Ao. 1684 den 1 Sept. Anna Mezeroy geboren.

111 Kinderen van Lambertus Mezeroy en Froukjen Fockens Eringa voortplan- tinge. 1. Theodorus Georgius Mezeroy”) is schultz geweest van Rhoden en Rhoder- wolde ontslapen 1686 zonder getrouwt geweest te zijn. 2. Henricus Mezeroyr) schultz geworden den 21 Maart 1689 en gestorven den 21 Febr. 1722 en den 6 Meert tot Rhoon begraven. Desselvs huis- vrouw Margaretha Altings), dochter van Jan Alting schults van Eelde en naderhand Ette van ‘t Landschap, en Roelofjen Nysingh, getrouwt tot Rhoon. ‘t Huwelijkscontract is van den 12 Meert 1700. Kinderen: 1. Ao. 1701 den 15 Maart is Lambertus Mezeroy geboren. 2. Ao. 1702 den 4 July Froukjen Mezeroy geboren. 3. Ao. 1703 26 Dec. Roelina Margaretha Mezeroy geboren. Deze Henricus Mezeroy is naderhand hertrouwt aan Magdalena Baarles uit Oosterwolde, dochter van Marcus Baarles en Stoffertijn Lunsinghs) zonder kinderen uit dit huwelijk te verwekken. Kinderen van Henricus Mezeroy en Margaretha Alting. Lambertus Mezeroyro) Ette van den Loffelijken Etstoel getrouwt aan Fronica Folkers, desselvs volle nigte, mijn moeder; ‘t huwelijks contract den 15 Dec. 1724; gestorven in Junio 1725 aan de teeringe naa 23 weeken getrouwt te zijn, zonder kinderen. Froukjen Mezeroy getrouwt aan Johan Schaevola, zoon van de vaandrik Justinus Schaevola en Agnieta Geertruida Harcama, gestorven 1747 zon- der kinderen. Roelina Margaretha Mezeroy getrouwt aan de Ette Lucas Bavingerr), zoon van J. Bavinge en Grietjen Cluivinge; ‘t huwelijkscontract den 11 Jan. 1736. Gestorven 1736 zonder kinderen. Dus ‘t einde van ‘t geslagt van Henrik Mezeroy.

Kinderen van Lambertus Mezeroy en Fr. Eringa voorttelinge. 5. Cornelius Mezeroy. Deze is Lt. onder de Cavallerij geweest ter repartitie van Friesland, desselvs pourtrait hangt boven. Deze is gestorven in ‘t jaar 17 11 tot Gent. Ongetrouwt geweest. 6. Henrica Mezeroyrs). Gestorven in Julij 1736. Getrouwt aan de Lieutenant Johan Folkers zoon van Claas Folkers en Jantjen Wolbers, ‘t huwelijks- contract den 28 Oct. 1699 en is gestorven 1713. Kinderen: 1. Een dogter ongedoopt gestorven. 2. Froukjen heel jong gestorven. Beyde in broer kerke te Groningen voor de predikstoel begraven. 3. Froukjen Folkers mijn moeder. 4. Claas Folkers jong gestorven. 5. Jantje Folkers.

112 6. Lambertus jong gestorven. Van deze zes kinderen zijn er twee van getrouwt Froukjen aan F. W. van Halsema Jantyn aan de Ingenieur W. Atlas.

Behalve de hierboven afgedrukte Genealogie van de hand van Mr. D. F. J. Van Halsema heeft hij op enkele losse papieren Mezeroy-aantekeningen ge- geven. Hier volgen ze:

Extract uit zeker bijbel blad Copie. Op den 14 april 1700 binnen wij Henricus Mezeroy en Margaretha Alting door de genade Gods, tot Rhoon in de kerke getrouwd. Den 6 July 1705 ‘s na middags tusschen 2 en 3 uiren is mijn lieve huis- vrouw godzalig in den Heere ontslapen en den 14 daar op in de kerke tot Rhoon begraven. Den 3 Sept. 1717 is Roelofjen Nijsing mijner kinderen grootmoeder huis- vrouw van Ette Johan Alting haastig overleden, en den 13den tot Eelde in de kerke begraven. Den 4 Dec. 1717 is suster Harmanna huisvrouw van Hovingls) overleden, en zonder aan ons bekendmakinge te geven, begraven in de nije kerke. Den 10 July 1719 des nademiddags 1 uur is mijn schoonvader Ette Jan Alting overleden en den 15den daarop in de Eelder kerk begraven. Den 21 Febr. 1722 ‘s avonds om 10 uiren is mijn lieve vader Henricus Meseroy schultus van Rhoon en Rhoderwolde overleden en den 6 Maart tot Rhoon in de kerk begraven onder de vrouwenstoel.

Op een ander papier: Den 9 Nov. 1780 sterft F. S. Niewold oud 63 jaaren 3 maanden, eerst pre- dikant te Waal op Texel, en naderhand te Odoren. Zijne huisvrouw Anna ten Oever, laat naa 1 zoon en twee dochters.

Bovengenoemde Anna ten Oever was een dochter uit het huwelijk van Anna Mezeroy (dochter van Lambertus Mezeroy en Froukjen Fockens Eringa) met Cornelis ten Oever.

Over de in 1711 overleden Cornelis Mezeroy wordt in een oud manus- cript meegedeeld: Hij overleed den 12 May 1711 aan bekomene wonden in de slag van Fon- tenoi den 11 May 1711, ongehuwd, zullende trouwen met ene adellijke dame. bij welke zijn hond, na de dood des heren gekomen is, als eerste boodschap- per van deszelfs dood. Deszelfs portrait wordt nog bij de famille bewaard, ter gedachtenis van dezen manhaftigen held, welke reeds tevoren wonden ver- kregen had. Opm.: bovenbedoeld manuscript dateert van 1828. Het portret is er helaas niet meer. (G.v.H.).

113 ANNOTATIES

1) Derk Mezeroy was kerkvoogd van Roden (Gedenkwaardigheden kerken Drenthe p. 124). Hij komt het eerst voor als schulte op 24 april 1642; zijn voorganger heette Geert Barringe en was nog in functie 20 mei 1637 (Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1902 p. 182). 2) Naminge’s (ook Nanninge-Nanninck-Naninck en Naminck) woonden te Uffelte bij Havelte; twee leden van dat geslacht waren ette in het begin der 17de eeuw. (N. Dr. V. Alm. 1917). 3) Jan Jansen de Weert en Marrigien Allus laten te Roden kinderen dopen die zij de namen geven van Derk Meseroy (27-5-1725) en Lambertus Meseroi (24-2-1737), zie van Emstede: van patronymica en geslachts- namen in Drente. 4) Rudolph Mezeroy tekent als schulte 15 mei 1662 en 27 mei 1668, en wordt als overleden vermeld op de rechtdag van 3-8-1669. (N. Dr. V. Alm. 1902 p. 182). Als zijn vrouw wordt op 9-5-1668 genoemd Wemilia Santenborchs (Recht. Arch. Stad Groningen 111x deel 49). 5) Lambertus Mezeroy is reeds in functie 29-3-1669, doch eerst op 1-3-1670 verlenen Ridderschap en Eigenerfden approbatie op zijn nominatie als schulte. Wegens ,,lijvesswackheit” wordt hem op 17-3-1685 als adjunct toegevoegd zijn zoon Theodorus Georgius Mezeroy, toen 14 jaar oud! 6) Theodorus Georgius Mezeroy, tekent als schults op 29-3-1686 en 28-5- 1688. 7) Hendrik Mezeroy wordt op 5-3-1689 op 16 jarige leeftijd door Drost en Gedeputeerden aan Ridderschap en Eigenerfden voorgesteld voor be- noeming. Ondertussen had de Drost Lucas Fledderus tijdelijk met de uitoefening van het ambt belast, omdat de eerste meende dat dit zijn prerogatie en emolumenten raakte (Huisarchief Batinge 1 406). Hendrik klaagde op 4-10-1689 over het niet ontvangen van zijn commis- sie van de stadhouder, waarna Ridderschap en Eigenerfden hem machti- ging tot provisionele bediening van zijn ambt gaven mits hij later aan de stadhouder, die te velde was, zijn commissie vroeg en daarna den eed deed. Tenslotte betaalt hij zomer 1691 450 gulden aan het landschap Drenthe voor het bekomen van zijn schultambt. Hij genoot in gewone zaken de Steun van zijn zoon Lambertus, als verwalter door Ridderschap en Eigenerfden op 15-3-1718 benoemd en beëedigd 3-6- d.a.v.; hij was toen 17 jaar oud. De opvolger in het schultambt is Eylardt Wolthers, gehuwd met Mechel- tien Amsingh, met wie geen familierelatie blijkt. s) Margaretha Alting, gedoopt Glimmen l l-8- 1678. 9) Stoffertijn Lunsingh of Lunsche was gehuwd met Marcus Barels, wiens naam ik niet vond als Baarles; N. Dr. V. Alm. 1910 p. 196. en 1922 p. 60. Daar ,,Neef Mezeroy Schults tot Roden” op de uitinxcedule van War- molt Lunsingh voorkomt, moet Hendrik voor 12-11-1708 hertrouwd zijn. (N. Dr. V. Alm. 1939 p. 61). 10) Lambertus Meseroy te Roden was ette wegens Noordenveld 1724-25. 11) Lucas Bavinge was ette wegens het dingspil Noordenveld 1731-1763

114 en werd benoemd in de plaats van zijn vader Jan Bavinge. 1”) Henrika Meseroi uit Roden ondertrouwde te Groningen op 14 okt. 1699 met Johannes Folckers uit Groningen. Ned. Leeuw 1939 p. 221. 13) W. Hoving was solliciteur van de Groninger garde en gehuwd met Her- manna Alting. Ir. G. L. MEESTERS

DE GENEALOGISCHE DAG TE DORDRECHT

In de serie genealogische dagen van de laatste jaren was 4 april j.l. een hoogtepunt. Ondanks het kille weer waren ruim honderddertig leden der N.G.V. naar Dordrecht gekomen ter bijwoning van de Genealogische Dag. In de raadszaal van het stadhuis, die niet alle aanwezigen kon bevatten, heette de Burgemeester van Dordrecht de deelnemers van harte welkom en gaf als inleiding op de dag een beschouwing over zijn stad in het heden en verleden, waarop de voorzitter van onze vereniging Mr. E. H. Y. van Hees de burgervader van deze historische en vooruitstrevende stad dankte. Daarna sprak Mr. Drs. J. J. Beyerman, archivaris van Dordt, over enige voor genealogen belangrijke archivalia die in de stadhuishal tentoon- gesteld waren en waarvan de wapenboeken door vele deelnemers bewonderd werden, terwijl anderen speurden in de klappers of er voor hen belangrijke namen in voor- kwamen. Het gezelschap wandelde hierna naar de Grote Kerk, waar Ds. K. H. L. van Selms een inleiding hield over de bouwgeschiedenis der kerk. De fraaie kapellen, ramen en grafzerken werden bewonderd, maar vooral het kostbare Avondmaalservies trok de aandacht. In Restaurant Taveerne Ter Merwe verliep de koffiemaaltijd waarbij ook Ds. van Selms en Mr. Beyerman en hun echtgenoten aanzaten, zeer geanimeerd. De daarop- volgende jaarvergadering kon, dankzij de grondige voorbesprekingen met de afdelings- afgevaardigden, evenals bij de vorig jaar gehouden genealogische dag, zeer snel ver- lopen, zodat de lezing van de heer L. J. Bol, directeur der Dordtse Musea, in het Mueum Mr. S. van Gijn niet in het gedrang kwam. Na deze lezing over Dordtse kunst, kunstenaars en verzamelaar Mr. S. van Gijn moest het gezelschap vanwege het grote aantal deelnemers gesplitst worden zodat een deel eerst het museum bezichtigde en het andere deel onder leiding van de heer Busch, assistent van de stadsarchivaris, langs belangwekkende gebouwen van de stad wandelde. Het officiële gedeelte van de dag werd na de thee in Ter Merwe besloten en velen vertrokken huiswaarts terwijl nog een aantal leden deelnam aan het diner, dat deze geslaagde dag afsloot. Van deze plaats wordt dan ook Ir. D. Mommaal, de organisator van dit hoogtepunt der N.G.V. in 1964, nog eens bijzonder dank gebracht. H.

BIBLIOTHEEK

De bibliotheek werd verrrijkt met de volgende werken: Kernkamp, G. W. - ,,Acta et Decreta Senatus. Vroedschapsresolutiën en andere bescheiden betreffende de Utrechtsche Academie”. - Tweede deel, 630 pag., geschon- ken door de heer M. Poldervaart te Oudeschoot. Eijken, E. D. en Rombach, J. H. - ,,Inventaris van het archief van de Evangelisch- Lutherse Gemeente te Alkmaar” - 24 pag., geschonken door Th. P. H. Wortel, ge- meente-archivaris te Alkmaar. Groot van Zoggel, P. de - ,,Op zoek naar de vroegste Heren van Uden”, uitgave van de Van Udenstichting - 32 pag., geschonken door Dr. C. L. A. van Uden te Apel- doorn. Aan de schenkers onze welgemeende dank.

115 VAN ALPEN door Ds. EVERT VAN ALPHEN Az. (Slot)

TAK V Renswoude Deze Tak der Van Alpen’s heb ik niet met de vereiste bewijzen met de voorgaande vier takken kunnen verbinden. Toch heb ik de vrijheid genomen, deze Van Alpen’s als tak V hier aan toe te voegen, daar er mij dunkt wel aanwijzingen zijn, dat we hier te doen hebben met een uitloper van een zelfde geslacht als de voorgaande vier takken. Bij voorbeeld, Renswoude ligt 6 à 7 K.M. van de Walderveense Molen verwijderd. De naam is letterlijk hetzelfde en ook de voornamen wijzen in deze richting; èn, niet te vergeten het beroep van Korenmolenaar. Wij vangen aan met:

1. Evert Jans van Alpen, Molenaar op de ,,Aldermeulen” te Renswoude; gehuwd met Aaltje Gerrits van Diest. Hij was vermoedelijk een zoon van Johan Henricks van Alpen en Stin die Wijllt. (Zie Tak 1 no 2). Aaltje Gerrits t Ao 1671. Hij en zijn vrouw maken hun testament in 1664 voor Schepenen te Renswoude, waarin ze verklaren, dat alle kinderen gelijke rechten kunnen doen gelden en dat hun oudste zoon Jan, generlei voorrechten zou bezitten (zie Boek 1214 x, fol. 33; Prot. van Renswoude, R.A. Utr.). Kinderen van dit echtpaar: a. Jan (volgt no 2). b. Willemjen Everts van Alpen, sbiit 11 maart 1671 te Renswoude. c. Jannetje Everts van Alpen, trouwt als j.d. van Renswoude, te Rens- woude op 8 okt. 1653, met Jan Gerrits Steur, wedr. van Adriaentje Jans, met att. van Amersfoort; ondertrouwd op 3 okt. 1653 te Amersfoort: Jan Gerritse Steur, wedr. te Amersfoort ende Jannetje Everts van Alpen, j.d. van Renswoude, woonende tot Amsterdam; geboden gegaan naar Amsterdam en Renswoude. En dan te Am- sterdam in no 242 Tr. boeken van Amsterdam, op 20 dec. 1653, zijn op acte van Jac. Berghuijs, Predt tot Amersfoort, ingetekend - Compareerden als voren, Jan Gerritsen Steur, wedr wonende tot Amersfoort en Jannetje Everts van Alpen, van Renswoude, mede wonende aldaar. (Driemaal op drie verschillende plaatsen, een dorp, een middelmatige en een grote stad, drie maal wordt geschreven Van Alpen).

2. Jan Everts van Alpen, windkorenmolenaar op de ,,Aldermeulen” te Renswoude. Ondertrouwt te Renswoude op 31 okt. 1656, als Jan Everts van Alpen, j.m. van Renswoude, met Weijntje Hendriks, j.d. van Pot-

116 hoven; hij huwt te Arnhem, op 25 nov. 1656, als Jan Evertsen van Alpen en Weijntien Henderich van Pothoven; hij als jonggezel van Renswoude, en zij als j.d. wonende te Arnhem, waarbij vermeld, ver- trokken met attestatie naar Renswoude.

Jan Everts van Alpen overleed vòòr 29 juli 1677, want dan huwt te Renswoude Hendrik Jans van Veenendaal, wedr, met Meijnsje Hen- driks van Pothoven, wed. van Jan Everts van Alpen.

Kinderen: a. Gerrit - ged. te Renswoude 19 nov. 1657 (waarschijnlijk jong overleden). b. Geertje - ged. te Renswoude 13 feb. 1659; huwt te Renswoude 16 aug. 1696 als Geertje Jans van Alpen, wed. van Jacobus Storm, met Bart van der Velde, wedr. van Sanderijntje de Vos (Sandrijntje Rosende); zij ondertrouwen te Kuilenburg op 19 juli en 7 aug. 1696 (zij weer als Geertje Jans van Alpen). c. Cornelis Jans van Alpen, j.m. van Renswoude, tr. ald. 4 aug. 1695, met Jannetje Dirks, wed. van Hendrik Hendriks (zijn dochter trouwt te Kuilenburg op 12 okt. 1726, als Aeltje van Alpen, j.d. geboor- tig van Putten, met Arnout van Leeuwen, van beroep Wolcammer, wedr van Aletta Verweij, beijde wonende te Kuijlenburg, trouwen 27 okt. d.a.v. d. Ever? van Alpen - hij wordt nog genoemd op 9 febr. 1688, in een acte gepasseerd bij notaris Baumeester te Veenendaal; daarna wordt niets meer van hem vernomen. e. Wijntje Jans van Alpen, tr. te Amsterdam 8 mei 1683 (ouders dood) met Jan Barentsz, Kleermaker op de Prinsengracht - geass. met Judithje Andries (Boek 511, bldz. 263, Gem. Arch. Amsterdam). f. Metje Jans van Alpen, tr. als j.d. van Renswoude 29 jan. 1688, met Jan Hendriks, te Renswoude (hij was haar stiefbroeder). g. Willem Jans van Alpen (volgt no 3). 3. Willem Jans van Alpen, Mr. Kleermaker, Burger van Kuilenburg. Trouwt te Nijmegen, als Willem van Alpen, j.m. van Bennekom, met Barber Martens van Venlo. Het le kind van dit echtpaar wordt zonder naamsvermelding gedoopt te Bennekom op 8 nov. 1695 en in 1696 zien we hen reeds te Kuilenburg. Willem van Alpen werd begraven te Nijmegen 7 febr. 1739 in een kerckegraff, kosten fl. 12-, luijden 3,-; in het lidmatenboek van Kuilenburg staat vermeld dat hij ver- trok naar Nijmegen in 1736. Barbara van Venlo werd begraven te Kuilenburg in de Barbarakerk, als huijsvrouw van Willem van Alpen, in graf 6, op 23 maart 1733, betaald fl. 13; het echtpaar bezat een huis aan de Binnen Lancxmeerpoort te Kuilenburg, welk huis werd verkocht op 17 dec. 1737 voor fl. 1400 en het had o.a. ook nog een tuin aan de Westerborgwal aan de Nieuwstad aldaar. Op 26 maart 1738 vermaakt Willem van Alpen te Kuilenburg al zijn bezit-

117 tingen aan zijn zoon Johannes van Alpen, Burger te Nijmegen, onder voorwaarde van onderhoud zijn leven lang, en wel met goed- vinden van de andere nog in leven zijnde kinderen, t.w. Dirk van Alpen, Gerrit van Alpen, Wijntje van Alpen en Anna Catharina van Alpen, zowel voor hen zelven alsmede voor hun absente broeder Evert van Alpen. Kinderen van dit echtpaar: a. Johannes van Alpen, Schoolmeester (waarschijnlijk franse) te Nij- megen; Ged. te Kuilenburg 8 okt. 1696. Trouwt als Johannes van Alpen, j.m. van Cuijlenborg te Nijmegen 24 nov. 1726, met Char- lotte Davids (zij werd begraven te Nijmegen, als huijsvrouw van Monsr. Johannes van Alpen op 9 maart 1757 in een kerckegraff; 12 gulden, 3 X luijden 6 gulden en een grafdaalder 1.10). Hij werd begraven te Nijmegen, als Johannes van Alpen op 18 sept. 177 1, voor den inlaag 12 gulden, 3 X mijden en een grafdaalder 1.10. Op 3 okt. 1727 werd van dit echtpaar gedoopt Willem; van deze Willem horen en zien we verder niets meer en andere dopen van dit echtpaar kwamen te Nijmegen niet meer voor. b. Gerrit van Alpen, ged. te Nijmegen 2 nov. 1705 als zn van Willem van Alpen en Barbara van Venloo. Hij tr. te Amsterdam op 29 juni 1737, als wonende te Amsterdam op de Schans, geass. met zijn vader Willem van Alphen, met Pieternella de Veer, wed. van Adam Heijman van Aernhem; hij tekent zijn naam als ,,Gerrit van Alpen” (Boek 579, p. 446 Gem. Arch. Amst.) c. Dirk van Alpen, Schoolmeester en Binnenvader van het Weeshuis te Kuilenburg. Geb. te Kuilenburg in 1700. Tr. te Kuilenburg als Dirk van Alpen, j.m. van Kuijlenburg op 14-29 febr. 1728, met Elsje van Millingen, j.d. van Wezel, beijde woonachtig hier. (Zij was een dr van Pieter Otto Jans van Millingen, te Kuilenburg woonachtig). Hij overleed in 1772. Zij op 17 nov. 1762, begraven in de Barbarakerk te Kuilenburg, als huijsvrouw van Dirk van Alpen, beluijd met 6 klokken, met baar fl. 17. Het echtpaar testeert notarieel te Kuilenburg op 23 dec. 1729 als Meester en Moeder in het Weeshuis alhier. Hij verkoopt als Dirk van Alpen, Meester en Binnenvader in het Weeshuis op 17 jan. 1763, de helft van vier huisjes in de Prijssestraat (erfenis van zijn schoonouders); Op 31 dec. 1771 vermaakt hij als Dirk van Alpen, Binnenvader in het Weeshuis, aan zijn Dienstmaagd Adriana van Wijck, zijn grote Bij- bel en 100 Carolusguldens - er staat bij vermeld dat hij ziekelijk was en wel bij memorie en dat hij had getekend als D. V. Alpen. Hij was kinderloos. d. Evert vun AIpen, geb. in 1708 te Kuilenburg (volgt no 4). e. Anna Catharina van Alpen, geb. te Kuilenburg in 1716; zij over- leed te Kuilenburg, volgens een acte bij notaris Joh. Phil. de Vos, van 12-2-1793, op 28-2-1792. Op 29 dec. 1762 werd zij als Anna Catharina van Alphen, burgeres van Nijmegen. Zij staat ver-

118 meld in het grafboek van de Barbarakerk te Kuilenburg als Me- juffrouw Catharina van Alphen, beluijd met 4 klokken, bet. f 1.19. op 29 dec. 1792. Zij bewoonde een huis aan de Ridderstraat te Kuilenburg. In haar test. op 8 sept. 1781 tekent zij als ,,Catije van Alpen” (Catie) (zie Algemene opmerking). Haar enige erfgenaam was Willem Everts van Alpen.

4. Evert Willems van Alpen, ged. te Kuilenburg 21 nov. 1708; onder- tr. te Kuilenburg op 15 april 1747 met Gertje Pieters, j.d. van Leeu- warden; hij trouwt te Leeuwarden in de Westerkerk op 7 meij 1747 als koekebakker van Cuilenburg, met Gertje Pieters van Leeuwarden. Beiden vermeld als lidmaat te Leeuwarden 11 maart 1757. Van 18 febr. 1748 tot 7 okt. 1764 werden van dit echtpaar te Leeuwarden 6 kinderen gedoopt, waaronder 3 x een Willem (allen overleden) een Berber, een Johannes en een Lena. Hij trouwt 2e in de Jacobikerk te Leeuwarden, als Evert van Alphen, op 13 nov. 1774, als metselaarsge- ze1 van Leeuwarden, met Grietje Harmens van Veen, van Leeuwarden (dit van Veen, lijkt mij de plaats van haar herkomst te zijn, daar zij de familienaam Van Ooijen droeg). Hij overleed te Leeuwarden vóór 1781. Zijn enig overlevende zoon Willem volgt als no 5.

5. Willem Ever@ van Alpen, geboren te Leeuwarden op 1 maart 1776, als zoon van Evert van Alpen en Grietje Harmens. Zijn overlijdensacte van 23 april 1844, te Muntendam (Gron.) luidt: ,,Overleden op 21 april, ‘s morgens om 5 uur, Willem Everts van Alpen, 66 jaar, geboren te Leeuwarden, Arbeider. Laatst gewoond hebbend te Tripscompagnie onder Muntendam; eheman van Betje voor de Wind.” In Boek V1.L. 32 no 40, Rijks Archief Groningen, komt voor zijn huwelijksacte, (huwelijksvoorwaarde) van 16 april 1801, waarin genoemd de eerzame Willem van Alphen als Bruidegom en de eerbare Hendrikje Simons Bakker als Bruid. Hierbij worden vermeld zijn moeder Grietje van Ooijen; de moeder van de Bruid, Geertje Jans, wed. van Simon Bauwes; en Bauwe Simons en Roelof Simons, broers van de Bruid (de vrouw zou erven 2000 carolus guldens en de man 500). Zij overleed te Veen- dam op 21 juli 1832. Willem ondertekende gen. huw. voorw. als ,,Willem van Alphen”. Meermalen wordt zijn naam als van Alphen geschreven, doch in een acte te Veendam van 2 febr. 1835 noemt men hem ,,Willem van Alpen”. Bij het huwelijk van zijn dochter te Veen- dam op 15 juni 1829, tekent hij als ,,Willem van Alpen”. Voor de 2e maal trouwt hij op 21 dec. 1838, als Willem van Alphen, oud 62 jaar, van beroep arbeider, wonende te Tripscompagnie onder Muntendam en geb. te Leeuwarden, wedr. van Hindrikjen Simons Bakker, in leven zonder beroep; meerderjarige zoon van Evert van Alphen, in leven Metselaar en diens vrouw Grietje Harmens, le laatst woonachtig te Leeuwarden en de laatste te Zuidbroek, beide overleden; met Betje Jans voor de Wind, 49 jaar, dr. van Jan Albert Everts en Frokje voor de

119 Wind. (Hij tekent bij dit huwelijk zijn naam als ,,W. van Alpen”. Behal- ve in 1801 tekent hij verder dus steeds als Van Alpen. (de naam Voor de Wind, komt vaak voor te Aalst in de Bommelerwaard). Kinderen: a. Geertje, ged. te Veendam 3 jan. 1802. Zij trouwt te Veendam op 15 juni 1829 met Tjerk Jans Ploeger, Scheepstimmermansknecht, ged. te Veendam 24-2-1799. Onder de huwelijksacte tekent haar vader ,,W. van Alpen”. Zij overleed te Veendam 25 dec. 1876, oud 75 jaar, als wed. van Tjerk Jans Ploeger. (Zij was de laatste overlevende van het geslacht van Alpen te Renswoude in rechte lijn; misschien stammen er nog Ploegers van haar af). b. Bauwe, overleed te Veendam 16 mei 18 14, 5 jaar oud. C. ?Overleden kind van Willem van Alpen, dec. 1804, kerklaan Mun- tendam. d. Grietje, geboren op zondag 18 okt. 18 17 n.m. 3 uur in het huis 582 bij het Benedenste Vallaat (Veendam). Moeder Hindrikje Si- mons Bakker, Ehevrouw van Willem van Alpen, als militair thans afwezig; aangegeven door de vroedvrouw Aaltje Lucas Sok. Grietje v.n. verdronk op 18 jarige leeftijd in het Benedenste Vallaat, waar- uit ze werd opgehaald op de le mei 1836, 4 uur n.m.; als haar be- roep is vermeld ,,Kramerske” evenals haar moeder.

6. Evert van Alpen, ged. 2 dec. 1804 en geboren te Veendam 24 nov. 1804 als zoon van Willem van Alpen en Hindrikjen Simons Bakker. Volgens zijn overlijdensacte, overleed hij te Veendam 12 sept. 1828, aan de z.g.n. Batjelaan 643, in leven in dienst van de Be Afd. Infanterie Nationale Militie, oud 22 jaar. (Met hem stierf de Renswoudse tak der van Alpen’s uit in mannelijke lijn). Wij begonnen met een Evert van Alpen en we eindigen er mee.

Algemene opmerkingen: In een acte van 5 en 10 aug. 1704 van Notaris Elias Verschuur te Venen- daal, wordt gemachtigd Aart Custers, gerechtsbode van Renswoude door Rijck Hendricks van Alpen te Abcoude (zie Tak 1 no 5 en aantekening 2) om voor deze laatste op te treden tegen Hendrik Jans, wonende aan de Puttersdijk onder Renswoude. En op 23 sept. 1704 werd voor de Schepen- bank van Renswoude door v.n. gerechtsbode, namens Rijck van Alphen, op- getreden tegen Hendrik Jans van Alpen, wegens aanspraak op niet betaald ar- beidsloon. (Hier zien we dus, dat de Van Alphen’s op de Walderveense Mo- len wel bekend waren met de Van Alpen’s te Renswoude, al was het dan maar door een rechtzaak.) In een soort magescheidt van 13 nov. 1704, ook weer voor notaris Elias Verschuur, zien we een acte opstellen in verband met de overdracht van de ,,Aldermeulen” te Renswoude aan Hendrik Jans van Vee- nendaal, getrouwd in 2e huwelijk met Weijntje (ook wel Meijnsje) Hendriks van Pothoven, eertijds wed. van de molenaar Jan Everts van Alpen. Hier wa- ren persoonlijk aanwezig Willem van Alpen (zie tak V no 3); deze laatste

120 plaatst zijn handtekening duidelijk als ,,Willem van Alpen”, en dan nog Cor- nelis van Alpen, en Metje van Alpen, mede voor hun absente broeder Hen- drik Jans van Alpen, Voor notaris Joh. Phil. de Vos te Kuilenburg komt voor een erfeniszaak uitgaand van Catharina van Alpen (zie tak V no 3e). Hier zien we verschijnen Grietje van Ooijen, wed. van wijlen Evert van Alpen (zie no 4) wonende te Zuijdbroek in de Prov. Groningen. Deze kreeg fl. 25 en de kleren. Aan het slot van de acte wordt zij genoemd, Grietje van Ooijen, wed. Van Alpen. Als enige overlevende rechtstreekse erfgenaam wordt dan vermeld, de zoon van Grietje van Ooijen, v.n. Willem Everts van Alpen; deze zou voor zijn levensonderhoud per jaar voor 104 gulden uitgekeerd krijgen en dan voor 2 jaren het broodbakken leren bij Monsieur Matth. Rademaker, Mr Bakker te Kuilenburg (dit was dan het testament van 8 sept. 1781, doch de afwik- keling hier beschreven vond plaats 12 febr. 1793, na het overlijden van Catie van Alpen op 21 dec. 1792). In dit testament werden ook nog ge- noemd, de kinderen van wijlen haar nicht Aaltje van Alpen, getrouwd ge- weest met Amout van Leeuwen (tak V. no 2c) en van haar neefs Sijbrand van den Bergh, gewoond hebbend op de ,,Rooije Molen” bij de Leijdsche Poort te Amsterdam en aan de kinderen van Jan van den Bergh, gewoond hebbend op de molen ,,De Fortuin” bij de Weesperpoort te Amsterdam, indien haar neef (Willem) en enige erfgenaam, voor zijn meerderjarigheid en zonder kinderen zou komen te overlijden. Zo alles bij elkaar liet ze na ongeveer 5000 gulden. (Willem van Alpen in het testament genoemd, is zo ver na te gaan nooit bakker geworden (zie Tak V. no 5). Hij was tijdens de uitvoering van het testament I6 à 17 jaar oud, dus moeder Grietje zal wel voor alles zorg hebben gedragen, en wel op een wijze, dat Willem in Groningen is gebleven en niet als Bakker zijn leven heeft doorgebracht en hoe Willem zelf was, wat weten we ervan). Mogelijk dat in vrouwelijke lijn deze Van Alpen% nog afstammelingen hebben, doch in mannelijke lijn, zoals reeds vermeld, zijn zij uitgestorven.

Op 9 febr. 1688 wordt een acte gepasseerd voor notaris Baumeester te Veenendaal en Rhenen, ‘waarin worden genoemd Willem Jans van Alphen, Jan Hendriks van Veenendaal, getrouwd met Metje van Alpen, Geertje Jans van Alpen, bejaarde dochter, Weijntje Jans van Alpen, gehuwd met Jan Beerents van den Bergh (zie Tak V. no 2e).

Hien-Dodewaard en Zetten-Herwen-Winsen

Deze tak heb ik niet met de voorgaanden kunnen verbinden, doch ik neem hem hier toch bij op, omdat natuurlijk een zuiver verband zeer goed mogelijk is, en dat hier wel zeker van Alphen’s ter sprake komen. Handtekeningen heb ik van niemand hunner gevonden, maar steeds worden ze Van Alphen ge- noemd, in alle gemelde plaatsen waar ik leden van deze tak vermeld (uitge- zonderd te Amsterdam).

121 Gedoopt te Hien 1 maart 1687, Janvader Dirk Peters, moeder Jenneke Albe&. Alert Dirksen vun Alpen trouwt te Hien-Dodewaard op 3 jan. 1697 met Maria Hendriks Staf, j.d. van Winsen. De laatste huwt 2e op 25-2-1730 te Winsen. Jan Dirks van Alpen tr. te Hien Dodewaard op 8 mei 1713, met Jenneke Gerrits, j.d. van Herveld. Jenneke Dirks van Alpen, getr. met Willem Willems Staf, vòòr 1700. (Als doopgetuige treedt steeds op Jenneke Alerts.) Okt. 1697 werd te Winsen gedoopt Peter, zoon van Alert van Alpen en Maria Staf. Deze Peter trouwt te Terborg, 24 april 1718 als Peter van Alpen, j.m. soon van Adert van Alpen van Winsen, met Judith Graal, j.d. van Frans Graal, Custo (Koster) tot Etten. In 1720 werd van dit echtpaar gedoopt te Herwen, Francina, die later huwt te Arnhem 9 mei 1743 als Francina van Alpe, j.d. van Herwen, met Jan George Victor, j.m. van Arnhem. Op 1 okt. 1719 werd ook nog te Herwen gedoopt hun dochter Johanna Maria. De naam wordt echter te Herwen in de doopboe- ken veelal geschreven als Van Alphen, ook bij de doop van Dirk. Anderen hebben steeds de neiging getoond ons een H. meer te geven dan ons toe- kwam. Tr. te Arnhem 11 juni 1752 Aaldert van Alpen, j.m. van Hien, met Johanna van Eijmeren, j.d. van Heusden (Opheusden) Ondertr. te Hien 28 mei 1752. In de overlijdensregisters van de Burgerlijke Stand van Dodewaard staan verschillende van deze Van Alpen’s vermeld: 12 aug. 1861, Dirk van Alpen, ongehuwd, 68 jaar, zoon van Cornelis van Alpen en Jantje Cornelissen. 12 april 1874, Dirkje van Alpen, dr. van Jan van Alpen en Elizabeth Flip- se (73). Burgerlijke Stand van Valburg: Overl. 14 jan. 1840 te Herveld, als van beroep Tabaksplanter, Jan van Alpen, geb. 21 mei 1758 te Zetten (ged. ald. 28-5-1758) zoon van Derk van Alpen en Derkje Elings, gehuwd ge- weest met Elizabeth Philipsen. Bij de verschillende dopen te Zetten wordt de naam steeds geschreven als van Alpen. Trouwen te Amsterdam 19 april 1748 Jan van Alphen, oud 32 jaar, van Winsen, geass. met zijn moeder Maria Staf, met Ida Marchal, 33 jaar. Hij tekent: Jan van Alpen. (Hij overl. voor 27 sept. 1754). Te Amsterdam op 23 april 1762 trouwt Nieske van Alpen, 29 jaar, ge- boortig van Hien, met consent van haar moeder Anneke van Eldick, met Hendrik Willemsen van Steenderen (dorp bij Zutphen); zij huwt 2e 23 sept. 1773 met Aelbert Diepen van Zwolle, weduwnaar. (Beide malen tekent zij als ,,Nieske van Alpen”). Haar zuster Hendrina van Alpen, trouwt evenzo te Amsterdam op 22 april 1783, oud 34 jaar en komend van Dodewaard (haar moeder Anne- ke van Eldick, Dodewaard) met Albert Rerink (van Lochem); zij tekende als ,,Hendrina van Aelpen”.

122 Van al deze Van Alpen’s vond ik nimmer een zegel. Ik moet eer- lijk zijn, ik vond hun handtekeningen in dit onderzoek veel belangwek- kender. En handtekeningen met hun naam gezet als Van Alpen vond ik inderdaad over een tijd van 120 jaar. Mij dunkt, dat met deze verhandeling wel is bewezen, dat onze geslachtsnaam is Van Alpen en niet Van Alphen. Maar ik moet besluiten met de laatste verzuchting van Cecil Rhodes ,,Zoveel te doen, zo weinig gedaan”. Aantekeningen Algemeen: In charter no 1399, Ao 26 febr. 1569 van het Hof van Gelre, op het R.A. te Arnhem, lezen we de verlening van het windrecht en de bouw *van de Walderveense Korenmolen vermeld op naam van Gerrit Sijmesz. Vol- gens de Keurboeken op de Veluwe, was in 1754 Molitori (Molenaer) op de Walderveense Molen, Gisberto Hendriks (òf Gerrits) getrouwd met een dochter van Evert Hendriks (Molenaar op de Hertscamp) en Geertje Hen- dricks Jochems. Dus houdt dit in, dat Johan Henricks van Alpen, nà 1574 op de Walderveense Molen is komen wonen, doch vòòr 1588. Voor de Bank van Barneveld, op 10 juni 1617, eist Antonia van Ommeren, C.S. 500 Dalers van Johan van Alpen, voor aangebrachte schade, doordat Johan van Alpen voorzegd, naar Barneveld was gereden om daar koren te halen om op zijn Molen te Walderveen te malen, etc. (zie pag. 289, 90, van het Landgericht Veluwe, Bank van Barneveld). De Van Alpen% noemden de oude brieven waarop de aanleggers zich trachtten te beroepen ,,een Slaper”, m.a.w. een brief, die door nooit of niet tijdig gebruikt te zijn, zijn rechtsgeldigheid had verloren. Dan verschijnt dezelfde zaak op 11 juni 1622, maar nu tegen de erven van wijlen Johan van Alpen voor de Bank.van Ede en op 6 juli 1623 nog eens. In 1622 treden dan op als pro-getuigen voor de Van Alpen’s, Pauwel van Estvelt (54 jaar) de Schoonvader van Gerrit Jans van Alpen den Olsten, waarbij Paulus van Estvelt er .op wees, dat hij zelf 30 jaar in Barnevelt Molenaar was geweest, evenals daarvòòr zijn Vader, Reijner Jansz van Estvelt (zie voor deze charter no 1346 van de Gelderse Rekenkamer, inv. no 2183, 10 maart 1560, waaruit blijkt, dat hij een Korenmolen bezat te Barneveld) en dat Paulus van Estvelt nooit had medegemaakt, dat Johan van Alpen, die toch reeds vòòr 1588 naar Barneveld af en aan had gereden was lastig gevallen. Ook trad op als pro-getuige, Simon Gerrits Verhoeff (57 jaar oud) de stiefzoon van gen. Johan van Alpen, die verklaarde steeds, toen hij nog thuis was, ongehinderd, zonder ooit te zijn ,,besprongen” met koren en meel van Walderveen, naar Barneveld en visa versa had gereden. Anderen getuigen getuigden evenzo, noemden daarbij het jaar 1567 als bouwjaar van de Molen. Aantekening 1 - Gerrit Jans van Alpen den Olsten, was getrouwd met Maria Pauwelsdr van Estvelt, dr van Paulus Reijnersz van Estvelt en Stijntje Dircks. Over dit geslacht van Esvelt is het niet nodig hier uitvoerig te zijn, doch verwijzen we naar het gedegen artikel over dit Veluws Geslacht, van Mr W. de Vries, art. Van Estvelt, fragment 1 in de Nederlandse Leeuw no 1-2, januari-februari 1945, 46, bldz. 13-16. De stamvader van dit

123 geslacht was Reijner van Estvelt den Olde. In de Civiele Processen voor het Hof van Gelderland no 2, in 1564 zien we een geding tussen Johan Voet en Jutta (van Burcheler) de weduwe van Johan van Estvelt (de overgroot- moeder van Maria van Estvelt). In dit geding wordt gezegd, dat het ,,Erve Estvelt” zo ongeveerlijck anderhalf hondert jaeren geleden was gevrijt ge- worden. (Dus in 1414). Verder gaan we met dit geslacht, documentair niet terug. Het oudste zegel van dit geslacht aan mij bekend, bevindt zich in het Gemeentearchief van Amersfoort, en wel van Reijner Berwen van Estvelt Ao 23 dec. 1514, en wel een Schild, waarop een Ankerkruis. (Het wapen van Estvelt is: een rood schild waarop een zilveren ankerkruis; dekkl. zilver- rood; Ht. een vlammende brandemmer). Het is eigenaardig, dat Gerrit van Alpen, genoemd wordt, Gerrit Jans van Alpen den olsten, wat inhoud dat er ook nog een jongere was. Hiermede in verband zij gewezen op een doop die voorkomt te Arnhem, nl. de dopeling Gerrit, ged. te Arnhem, 25 febr. 1670, zoon van Gerrit van Alpen en Metjen Dircks. Maar. .? Geen bewijs. Kinderen van dit echtpaar mij bekend zijn: Jan; Henrick en Elisabeth. Op het Rijksarchief te Utrecht, in Boek 391a van het Gerecht van Rhenen, vinden we het huwelijk aangetekend van ,,Herbert Jans de Wijs, joncman van Wijk bij Duurstede ende Elisabeth Gerrits van Alpen, j.d. wonende te Rhenen en verder nog op 21 okt. 1664 in de Protestantse Kerk en idem voor het Gerecht van Wijk bij Duurstede. Dit echtpaar maakt hun testament op 30 april 1678 voor Notaris Adriaen van Wijck te Rhenen, t.w. Herbert De Wijs, Molenaer te Rhenen en Elisabeth Gerrits van Alpen, echteluijden; als mombers traden op Jan de Wijs, broeder van de le comparant en Hen- riek Gerrits, broeder van de 2e comparant. Elisabeth v.n. zet haar handteke- ning als ,,Elisabeth van Alpen”. Zij was overleden vòòr 1 jan. 1682, daar toen Herbert de Wijs weer huwt als wedr. van Elisabeth van Alpen, met Kunera Vereest, j.d. van Rhenen. In de Ned. Leeuw, jrg. 1926 p. 56-58 schrijft Mr Joan Muller een kort artikel over het ,,Utrechts geslacht De Wijs” en houdt daarin geen rekening met het le huwelijk van Herbert de Wijs. Gerard Paulus de Wijs, officier in Staatse dienst was een zoon uit het 2e hu- welijk, doch met namen uit het geslacht van Alpen en van Estvelt, waar- schijnlijk uit piëteit met le overleden vrouw. Hij werd R.K. gedoopt te Wageningen en verder vinden wij dopen van dit echtpaar te Indoomik (R.K.). Voor het Hof van Gelderland, Civiele Processen no 28, Ao 1680, zien wij een proces, aanhangig gemaakt tegen Gijsbert Geurtsz door Hendrick Ger- rits van Alpen, Korenmolenaer te Scherpenzeel, en wel over de Molen te Walderveen, die door gen. Van Alpen, aan Gijsberts Geurts was verpacht. Henrick Gerrits van Alpen, was dus omstreeks 1675-78 Molenaar op Scher- penzeel, doch later weer tot 1699 op Walderveen. Zijn handtekening komt in dit proces meermalen voor als ,,Hendrick van Alpen”. In een acte voor notaris Arent Veenman te Abcoude op 28 juni 1700, schrijft hij een mach- tiging voor zijn zoon Jan van Alphen en zet hij zijn handtekening als ,,Hen- riek van Alpen”. En voor de zelfde notaris in een acte van 1 sept. 1702 zet hij weer zijn handtekening als ,,Henrick van Alpen”.

124 Meer dan driemaal zag ik dus de handtekening als ,,Henrick van Alpen en èènmaal van zijn zuster Elisabeth van Alpen. Zowel hun vader Gerrit Jans van Alpen, alsook hun grootvader Johan Henricks van Alpen, werden steeds ,,Van Alpen” genoemd. In het 4e Boek van het Huijs Scherpenzeel, dat op 2 juni 1703, door verkoop wordt overgedragen, een stuk land, genaamd ,,De Hoeff” door Henrick van Alpen, aan Gijsbert Melis van Voorthuizen (zoon van de Veenendaalse Molenaar), het stuk land, dat Johan Henricks van Alpen in 1617 in leen ontving. Dan lezen we in Boek 327 R.A. Arnhem, Bank van Barneveld, over een zaak van: ,,Maria van Estvelt, weduwe van Saliger Gerrit van Alpen, als mede-erfgenaam van Saliger Reijner van Est- velt (haar overl. broer) geass. met Henrick Gerrits, contra Henrick Jacobs Berchhuijs, getrouwd met Elbertje Wijnen, voormalig wed. van gen. Reijner van Estvelt 27 mei 1661. En verder in hetzelfde Boek no 327 ,,Maria van Estvelt, weduwe van Gerrit Jans van Alpen, als aanlegster, geassisteerd door haar zoon Henrick van Alpen, ten eenre, contra Jan Rijcks, 9 meij 1663.”

Aantekening 2 - Rijck Henricks van Alpen, trouwt te Abcoude op 27 febr. 1707 met Nelletje Baltus van Amerongen, j.d. van Westbroek, dr van Baltus Gerrits van Amerongen, geboren te Westbroek op 9 febr. 1679. Zij maakt haar testament op 18 febr. 1718 voor Schout en Schepenen van Ab- coude (ziek te bed liggend). Hij tr. 2e voor Schout en Schepenen van Abcou- de op 26 nov. 1720, met Marritje Gerrits de Heus, geass. met haar vader Gerrit Jansen Heus; zij werd begraven te Westbroek op 19 april 1728. In Boek 825 R.A. Utrecht, Protocollen van Achttienhoven, las ik: ,,Op de 14e maart 1718 verkopen Cornelis Harmens van Donselaar en Hendrik Petersen Backer diens zwager, in vollen eigendom, een seeckeren Wintcoorn- molen, met huijs ende schuer, hof ende hofstede, met al sijn toebehoren, met de laan of steeg vooraan de Kerckweg en wel aen Rijck Hendrickse van Alphen te Abcoude. Doch pas op 5 mei 1725 verkoopt Rijck van Alpen zijn korenmolen op Abcoude aan Claas Gerbrants van Dijk. Daarna koopt hij de Kortenhoefse Korenmolen voor Schout en Schepen van Kortenhoef op 5 en 29 april 1729 van Gijsbert Jansen van Maurick, zuijdwaarts daarvan de Hollandse limietscheiding en Loosdrecht (nu de Hornweg bij de Vuntes) (zie Boek 3386 p. 235 in Regl. van Transp. en plegten van Cortenhoef Ao 1718-1730).

Aantekening 3 - De vader van Josina van Bockhoven, heette zo we zagen Michiel Corstiaensz van Bockhoven. Nu is het wel interessant te zien dat deze naam letterlijk reeds voorkwam in 1405. Want op èèn van mijn zwerftochten door de ,,Eeuwige Jachtvelden der Genealogie” ontmoette ik het volgende in ,,het archief van het Kapittel en de Proven van Heusden” door Mr. A. P. van Schilfgaarde - blz. 27 (293):

1. Michiel Korstiaensz., 24 jan. 1498, no 221 - had één Morgen land onder Vlijmen en 5 Hont onder Heechusen (Hedikhuizen) N.Br.

125 Hadewig Kerstiaen Michielzoonsdochter van Bockhoven, getrouwd met Zeger Goeswijnsz, beleend met 121/~ Hont land onder Heusden, 30 jan. 1477 (1 mud tarwe erfpacht) charter no 167-168. Heilwich, wed. van Korstiaen Michielsz van Bockhoven, beleend met 121/2 Hont onder Aelborch (Aalburg) 3 1 juli 1421 Ch. no 70. enz. enz. Korstiaen Mijchielsz van Bockhoven, vestigde ten behoeve van Didderic Baudewijnsz, een erftijns van 2 Schilden’s jaars op een huis aan de Cruijs- straat te Huesden. 16 febr. 1405. en dan nog uit Den Bosch R. 1188, fol. 86 v: ,,Corstiaen zoon van wijlen Michiel van Buchoven, huurder van goederen in die van Herpt van het Groot ziekenhuis in Den Bosch, 1413. Het is wel treffend, dat deze namen zo nauwgezet overèènkomen; en Cor- stiaan en Michiel schijnt mij nu niet direct zo’n veelvuldig voorkomende combinatie toe. Maar ja, wie zal hierop de aansluiting kunnen vinden?

Aantekening 4 - Gerrit Henricks van Alpen, genoemd Tak 1, no 5, zet zijn handtekening als ,,Gerrit Henricks van Alpen” als Schepen van Laag Nieuwkoop en de Lage Haar, op 3 febr. 1693; als ,,Gerrit van Alpen” op 24 maart 1719 bij notaris Nicolaas Vonck te Utrecht, en als ,,Gerrit van Alpen” voor Schout en Schepenen van Abcoude op 19 febr. 1708. Van verschillende Van Alpen’s heb ik de copieafdruk van hun handteke ningen als van Alpen, zowel notarieel als onder protocollen; onder hen be- vonden zich twee vrouwen. Wat dit betreft liep alles zeer goed mede, daar de betrokkenen op twee uitzonderingen na, allen konden schrijven, iets wat in de 17e eeuw, vooral op het platteland, niet altijd voorop stond. Wat de korenmolen de ,,Klaerwater” betreft, zij medegedeeld, dat deze omstreeks 1747 werd gesloopt na eerst door de Utrechtse Vroedschap voor 18000 gulden te zijn uitgekocht. Dit is te vinden in Boek 19, Gildeboek der Utrechtse Molenaars op het Gem. arch. der Gemeente Utrecht. In dit Boek komt ook de naam voor van deze molen, die stond op de stadswal bij de Weertpoort aan het eind van de toenmalige Zandstraat. De Molen was ook voordien in het bezit van de Hopman van Leemputten, de man van de beroemde Catrijn. Van deze ,,Klaerwater” is een fotocopie in mijn bezit, afgebeeld als een kolos van een standaardmolen, op de wal naast de Weert- poort. Het origineel er van bevindt zich in het Prentenkabinet op het Paleis Soestdijk (in copie op het Gem. arch. te Utrecht of het Rijksarch. ald.). In de acte van 24 maart 17 19 voor notaris Nicolaas Vonck te Utrecht, blijkt ook, dat Michiel van Alpen, de oudste zoon was en het momberschap over de minderjarige kinderen aanvaardde.

126 SOLDATEN EN SOLDATENHUWELIJKEN TE UTRECHT door H. SEVERIJN

Ind.: le regel: datum - bruidegom - rang - Ct.-Corps, eerst voluit dater afgekort. le regel: kerk - bruid - woning.l) 22- 2-1741 Pieter Thyssen, van Anhafen,Wdr s(old), Coll. Bronkhorst (Br.). Domk. Dina Noordewind, j.dr., won. Volderbrug. 15 3-1741 Frans Pel, s. Rgt. Coll. Bedarides (Bed.). Domk. Aletta Nieuwcasteel. i.d. in de Catrvnstr. ll- 5-1741 Cornelis van Campen; s. Bed. _ Jack. Hendriin Peffers, i.d. op de Verckemarkt. 22- 5-1741 Jacobus van Hattum Rcuyter) bar. v. Ginkel (v. G.). Domk. Aletta van Bruynenbergh j.d. beyde alhier. 22- 5-1741 Hendrik Clemens, Wdr Maria de Mild-corpl. Bed. Geertek. Anna Maria Claas Wed. Jacobus Krijger op de N(ieuw)straat. 20- 6-1741 Willem Hendrikse - R. v. C. Cath.k. Susanna Maignin j.d. onder de Linden. 28- 6-1741 Jeronimus v. d. Bergh, s. Bed. Domk. Anna Maria Nijenburgh j.d. won. op ‘t Zandt. 6- 9-1741 Cornelis van Leusden - s. Bed. Domk. Rebecca van Senneders j.d. 20- 8-1741 Marinus Stavenisse POLIS, Major int Reg. Grave v. Regteren. Susanna Elisabeth de Kijser (geboden tot Middelburg 3/9). 27- 8-1741 Johannes Franken s. v. Br. Aeltie langenberg j.d. op de N(ieuwe)gragt. 12- 9-1741 Jan van Lint s. Bed. Cath.k. Cornelia van Beek j.d. buyten de Tolsteegh. 29- 9-1741 Henricus Werdon s. Bed. (geboden tot Montfoort). Cornelia Danielsz de Wissel j.d. tot Montfoort. 4-10-1741 Jan de Graaff, s. Bed. Domk. Annigie Drusselen i.d. in de teelingstraat. 4-10-1741 Dirg Jason - cpl. Bed. Domk. Megteld Waelree j.d. in de Hamburgerstraat. 1-11-1741 Pieter van Rheenen - s. Bed. Domk. Stefanij van Osten, Wed. van Dirk honres. 1-11-1741 Hermanus Dekker. s. Bed. Domk. Gerrigje penningwijk. 8-11-1741 Willem v. Rande - s. Bed. Domk. Neeltje v. Osten. 10-11-1741 Pieter de Ray - cpl. Br. Domk. Isabella Franken j.d. op de N.gragt. 8-11-1741 Johannes Sojabads, Captain d’Armes (Cda) Wdr. Geertruy Hardert (Rgt. Coll. Bed.). Domk. Lijsbeth Winters Wed. Cornelis v. d. Aa. 29-11-1741 Pieter Casteel s. Gen. Palland (= P.). Geertek. Annetje v. den Berg j.d. in ‘t Lange Rosendael. 8-12-1741 Dirk v. bon s. Br. (geboden mede tot ‘sgravenhage acte gegeven). Domk. Elsje v. d. Sluijs j.d. aan ‘t Vreeburgh. 24-11-1741 Cornelis Drijver, s. Bed. Jac.k. Lena Stok j.d. buyten de Cath.poort. 6-12-1741 Jan Wittenton s. Bed. Domk. helena Sluijs j.d. op de hooge coornmarkt.

l) Zij, die iets meer zouden willen weten omtrent ligging en omgeving der vermelde woningen, kunnen daartoe raadplegen het werk van N. van der Monde: Geschiedenis en Oudheidkundige beschrijving van de pleinen, straten, stegen, waterleidingen, wedden. putten en pompen der STAD UTRECHT. (Uitg. N. v. d. Monde, Utrecht, 1844).

127 26-12-1741 Hendrik Groothoff s. Bed. Jack. Maria Quartier i.d. buyten de Weertpoort. 10- 1-1742 Willem Loschar - s. Bed. Domk. Maria v. der Wel wed. frans hofman. 19- 1-1742 Cornelis hooeeboom s. Bed. Domk. .Johanna de Hong j.d. in de Geertestraat. 12- 1-1742 Nicolaas Moné, s. Bed. Domk. Cristina v. derlinden j.d. agter de Wal. 19- 1-1742 Jan Verhoef - s. Br. a/d Geertekerk. Domk. Johanna Durmond j.d. aan de Ceukestraat. 14- 1-1742 Rijk Mosterman - s. Bed. (geboden mede tot Wijk te Duerstede). Margrita de Heger j.d. tot Wijk te Duerstede. 7- 2-1742 Ernst Frederik Bruyn - R. bar. v. Rhede en Ginkel (v. G.). Domk. Susanna van Someren j.d. buyten Tolsteegh. 23- 2-1742 Jacobus Rennelle s. de Guy (d. G.). Domk. Engeltje de Groot j.d. i.h. lange Rosendael. 28- 2-1742 Wouter v. der horst s. Br. Domk. Maria Lodding j.d. op ‘t springweg. 28- 2-1742 Fredrick v. Gulik s. Rgt. Gardes te voet Capt. de la Rivière. Domk. Jacoba Castelijn j.d. b;yten de Weert over de Sluyse. 7- 3-1742 Willem Cronenburgh - s. Bed. Domk. Cornelia Scheffers j.d. in ‘t dorstige hartsteegje. 14- 3-1742 Adolf Freeswiik s. Rnt. Coll. bar. v. d. Levten. Domk. Elisabet de Groot, j.d. in de magadelesteeg. 4- 4-1742 Art Steeman - s. Bed. Domk. Maria Sterong j.d. in ‘t Hamsteegje. 4- 4-1742 Pieter Coole. s. Bed. Domk. Cornelia v. Nieuwkerk Wed. johannes jdenaar in de Coestraat 18- 3-1742 Johannes Tulbagh Lt. Rgt. Coll. Evertse garn. Steenbergen. Bergen a. 2. Wilhelmina Gerarda v. Cuylenburgh alhier geb. tot. ll- 4-1742 Abraham Hoogenbirk s. Bed. Cath.k. Hendrijntje pietersen beij j.d. tolsteegpoort. l- 5-1742 Matthys v. Bree s. Bed. Cath.k. Maria- Elisabet Eygenaar agter Clarenburg. 29- 9-1742 Bartel de Rijck CdA. Bed. tot Montfoort. Maria Wissing j.d. tot Doesburg (attestatie Montfoort). 8- 5-1742 Frans Offerman. s. Bed. Cath.k. Maria Tollenaar j.d. mede aldaar. Mei? 1742 Jan Hendrik baare (of Caare) s. Bed. Maria Claas hennemans :I.d. tot Culenborg (geb. na Culenb.). 16- 5-1742 Hendrick boelhouwer. s. Bed. Domk. Gerrigje v. Wageningen j.d. tot Hilversum op attestatie van de Hre van ‘t geregt 1742 geboden tot Amersfoort en Hism. 6- 5-1742 Gerard Jan v. Cuylenburg. Vaandrig. Bed. Yda Dons geboden mede tot Ravesteyn att. gegeven en 50 gld. boete be- taald omdatse er geen van beyde gewoond hebben. 6- 6-1742 Johannes Leppingh - cpl. v. G. Cath.k. Adriaantje v. der Sleese - j.d. buyten de Weerdpoort. 9- 7-1742 Anthony Vuerpijl - s. Bed. Cath.k. Engel v. der Poel j.d. in ‘t corte Rosendael. 18- 7-1742 Hendrik Jan Ubbinck s. Coll. Groteray. Domk. Gerarda de Witt j.d. alhier. 17- 7-1742 Frans Evans - s. Coll. v. Berchem (get. zie trouwboek van de Cath.kerk). Cath.k. Pieternel Gijsbeek j.d. buyten de Catrijne. 24- 7-1742 Willem de Graaff s. - bar. v. Dorth. Cath.k. Johanna v. der Linden Wed. Lucas Cors in het hamsteegje. 29- 7-1742 Lauwrens Casteel - s. Bed. Jansk. Maria hoogeveel j.d. in de brieterstraat (na de kerktijd zijnde hem de boe- ten van den boekhouder Stuyvesant kwijt gescholden omdat hij soldt. was en ten Eerste moest vertrekken). 21- 8-1742 Gerrit van Vlooten R. Rgt. guardes te paard in ‘s hagen. Cath.k. Jacoba Spoor beyde in de poustraat. [wordt vervolgd] 128 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij: om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (1. 1. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Bachfen de kupe, 5e jrg., no. 6, dec. 1963: R. Watthy. Bijdrage tot de geschiedenis van de kapel O.L. Vrouw Hulp der Kristenen te Wulpen bij Veurne; ‘t Manneke uit de Mane; f Jual Filliaert. Makreeltrape; Kun. J. Wannijn. Honderd jaar ,,Werk der Vla- mingen”; Stavele, Hondschote, Gijverinkhove, Nieuwpoort; Gids voor Frans-Vlaanderen; Nieuwe Reuzen: Nieuwpoort, Zoutenaaie, Poperinge, Esen.

De Batavier, de historie van Rijnland, populair wetenschappelijk maandblad beh. de historie van Rijnland, le jrg., no. 2, febr. 1964: M. C. Schouten. C. Kroon; Van de Redactie; De Ridderhofstede Rinenburch te Hazerswoude en zijn bewoners; Verwoesting van het kasteel Rinenburgh; Het Leidse stadhuis; De binnenvaart van Rotterdam op de Oude Rijn; Kasteel Duivenvoorde. Het eerste nummer van dit tijdschrift werd door ons niet ontvangen (Red.).

Blätter des Bayerischen Landesvereins für Familienkunde, 26e irn.. no. 1, 1963: L. Scheuenflug. Das erste schwäbische Ortssippenbuch von Anhausen; D. von Stetten. Aus dem Leben der Augsburger Patrizierfamilie von Stetten: H. Korhammer. Familien- forschung als Grundlage fiir die Gestaltung von Ortswappen; J. Mayrhofer. Sebald Lins, ein Ausburger Frühauswanderer; E. van Harl. Das ,,Seyfriedsche Stammenbuch”; F. Streng. Augsburger Meister der Schmiedgasse urn 1600; Ein Wappenbuch alter Straubinger Geschlechter; Urn das Bayerische Geschlechterbuch. The Detroit Society for Genealogical Research Magazine, volume XXVII, no. 2, winter 1963: From the Diary of a Pioneer Wife, Laura Downs Clark of Hurion Co, Ohio; The (Soblet, Subley) Sublett family of Manakintown, King William Parish, Virginia; Some Winegars of Early Michigan and the Northwest; One Line of descent from John Albro of Portsmouth, Newport County; Is this your Line? Joseph and Elisa- beth Haynes of Haverhill, Essex Co; The Identity of Lydia Martindale of Little Compton, R.I.; Abstracts of early Probate Court Records, St. Clair County; Records of the first Presbyterian Church of Detroit, Mich.; Bodine Pension Applications. Der Deutsche Hugenott, 27e jrg., no. 4, dec. 1963: E. C. Privat. Den Nachkommer der Hugenottenfamilien kommt im Rahmen der Versöhnung mit Frankreich eine beson- dere Rolle zu; Prof. Dr. Fritz Wagner. Die Hugenotten - ein Europäisches Schicksal; Karlshafen (Weser) 1963; Der Protestantismus im Jahre 1561, das Juli-Edikt und das Colloquium von Poissy. Die Familie, 8e jrg., no. 12, dec. 1963, 9e jrg., no. 1, jan. 1964: Uberparteiliche Zeitung für Familienpolitik und Familienbildung. Mot Gansen Trou, 14e jrg., no. 1, jan. 1964: A. van Engelen. Uit Haarsteeg’s ver- leden; Bij het 25-jarig priesterfeest van Mgr. L. van Kessel; Van de leestafel, waarin enige belangrijke boeken worden besproken, betreffende het Prinsdom Luik en de ver- houding van Luik en Franchcomté met de Heilige Stoel. Genealogical Forum of Portland, Oregon, nov.-dec. 1963, pag. 17-30: Mededelingen voor de leden; Vragen; The Military Journal of George Ewing, a soldier of Valley Forge; Helping Hands; News and Notes. The Genealogical Helper, Utah, volume 17, no. 4, dec. 1963: pag. 238 tot 272: Vragen en advertenties. The Genealogist’s Magazine, vol. 14, no. 8, dec. 1963: Alan Everitt, Ph. D. The Community of Kent in 1640; Arthur J. Willis, F. S. G. Winchester Guardlanship Records after 1700 in the charge of the Diocesan Registrat; Reviews; Correspondence; Queries. 129 Gruoninga, 9e jrg., no. 9-10, sept.-okt. 1963, no. 12, dec. 1963, 10e jrg., no. 1, jan. 1964: P. J. Ritserna, 11. Kampenga; Ir. Th. P. E. de Klerck. Stamboom der families Onnes en Boelema; Ds. D. van Dijk. Het geslacht (Nieuman-) Ganzevoort in Friesland; Joh. H. Kruyer. Kwartierstaat van de kinderen van het echtpaar Kruyer-Freye; P. 1. Ritserna, VIL Kruizinga; A. Meester. Geslachtlijst Frütiger; P. Luinstru. De Wester- kwartierse familie Hummkrsma.

Ons Heem, jrg. XVIII, no. 2, 1963: J. Weyns. Trouw blijven aan het geboorteheem; Familiekundige vraagbaak.

Hessische Familienkunde. Band 6. Heft 8. okt. 1963: Grimmell und Brauer. Das Lehensgut Bebra und die Familie Andreas; Myohl. Geschloszregister der Stadt Lichtenau 1577; Ernst. Einwohnerlisten aus Weilbach und Wicker; Kunz. Musterungslisted Eng. Ausschusses d. Obergrafschaft 1663; Friederichs. Eheschlieszungen und Geburten in Stammheim 1721-‘50; Frechen. Die Ankunft einiger Auswanderer aus Wörrstadt in Philadelphia; Schmidt-Tomka. Hessische Auswanderungen nach Ungarn; Hain. Quellen zur Familienforschung in Nassau-Dillenburg; Bonnet. Die Lehrer des Schaumburger Landes; Friederichs. Henchin von Hanauwe, Bote 1439; Hessische Wappenrolle: Brede, Fenge, Mengler.

Hoja Informativa, Instituto International de Genealogia y Heraldica, año X, no. 217, okt. 1963, no. 222, 15 dec. 1963: Mededelingen van het Instituut: samenstelling van het Bestuur; Bibliografia; Heraldica.

De Maasgouw, jrg. 82, afl. 6, 1963: Arthur Schr+emnkers. De ,,Eygel” van Eygels- hoven en de ,,Naald” van Naaldwijk; Het aankondigingsblad der provincie Limburg, 1834-1837. Bijgevoegd: Inhoud, Index van eigennamen 1963.

Mededelingen van het Centraal Bureau voor Genealogie, no. 4, dec. 1963: Boekbe- spreking: Le sang de Louis XIV; Drs. L. J. van der Gouw. Oud schrift; H. Brouwer. Geschreven verleden; Genealogie en oud schrift; Mededelingen.

Michigana, vol. 9, nov. 1963: Excursies; Copieën; Ruilabonnementen; Nieuwe boe- ken; Vragen.

Molennieuws, volgnummer 31, jan. 1964: Een dag in de Zuid-Westhoek van Fries- land; Restauratienieuws van de Vereniging ,,De Hollandsche Molen”; Wat de molenaar zag en hoorde.

De Nederlandsche Leeuw, LXXIe jrg., no. 1, jan. 1964: Bestuursberichten; Verslag Algem. Ledenvergadering 10-11-63; Het kasteel Duivenvoorde; A. van der Murel. De kunstschilders De Bray en hun familie; J. J. Hooft van Huysduynen. De oorsprong van het geslacht (Van) Scherpenhuysen; Boekbespreking; Vragen en antwoorden.

Ostfriesland, no. 4, 1963: J. Strucke. Die Reise nach Jerusalem; J. Bunsforf. Ms. ,,Johanne”; M. Aden. Pseudofabriciana aus Amsterdam und Antwerpen; W. Köhler. Historische Fahnen von Esens zerfallen; J. Schoon. Die Ottern vom Meedenmeer.

Le Parchemin, 10e série, no. 93, dec. 1963: NOS beaux Ex-Libris: della Faille; Chroniques dynastiques: Belgique, Pays-Bas; Courier de l’entr’aide; Notre Bibliothèque; Index des IXe et Xe séries. Het Personeel Statuut, 1.5e jrg., no. 1, jan. 1964: Geslachtsnaam van de met een Ne- derlander gehuwde Duitse vrouw; Geslachtsnaam, nationaliteit en status van de Duitse kinderen na erkenning door een buitenlander. De Stichtse Heraut, 10e jrg., no. 4, 1963: Bestuursmededelingen; Ir. G. L. Meesters. Hoe de Radijsen Bruin werden - een familienaam die verloren ging; H. Severijn. De geslachtsnaam Severijn; Mr. W. Eldering-Niemeyer. Militaire huwelijken te Wijk-bij- Duurstede. Ons Voorgeslacht, 18e jrg., no. 118, dec. 1963: C. Hoek. Het huis te Crooswijck; Het geslacht Crooswijck (fragment-genealogie); Dr. 1. Mac-Leun. Het bestuur van Piershil voor 1811.

130 In de Tijdschriftenrevue zal in het vervolg worden opgenomen Fibuhz, orgaan van de Nederlandse Jeugdbond ter bestudering van de Geschiedenis, met welke vereniging een ruil-abonnement is aangegaan; in portefeuille is opgenomen de 3e en 4e jaargang van dit tijdschrift. Wij ontvingen van de heer J. Geselschap, archivaris der Gemeente Gouda, het Verslag van de toestand van het Gemeente-archief te Gouda over het jaar 1963. In het tijdschrift ,,FriesZand”, nov./dec. 1963. komt voor een artikel van de hand van de heer W. Tsj. Vleer over ,,Elke Friese gemeente een eigen vlag”. Wij onderschrijven gaarne de mening van de schrijver, met de aanduiding ,,Elke Nederlundse gemeente een eigen vlag”. Amsterdam, maart 1964. W. D. H. ROSIER.

Wij berichten het huwelijk van WILLEM AREND NICOLAAS KOETSIER

YILKE RUTH MARIA PALM op 20 maart 1964 te Beverwijk. Onze hartelijke gelukwensen,

AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 3 113. F. H. J. van Aesch, Eskampstraat 1-C, Rotterdam. 3 114. H. Lalkens, Kielstraat 2-B, Delfzijl. 3115. M. J. Hoytink, Floralaan west 310, Eindhoven. 3 116. J. Huisman, Harm. Saftlevenstraat 20 bis, Utrecht. 3117. L. W. van Sint Maartensdijk, Johan Jongkindstraat 15, Amsterdam-W. 3 118. Dr. J. H. Ch. Hilgers, Adriaan Lacle Boulevard 9, Oranjestad, Aruba, Ned. An- tillen. 3 119. A. F. N. van Asten, Heesakkerweg 36, Asten, NB. 3 120. L. W. Loeffen, Leenderweg 306, Eindhoven. 3121. A. Vermeer, Burghstraat 39, Eindhoven. 3 122. Mevr. B. KuperÜs-Moeys, Tolsteegplantsoen 40-1, Utrecht. 3 123. L. J. van Hattem, Kievitstraat 11, Borne. 3124. J. Bos. Lanzestraat 37. Niikerk. 3125. M. A.‘Goedhart, Grindweg 46, Wageningen. 3126. H. J. Disbeschl, Sint Vitusstraat 8, Bussum. 3 127. A. F. Burlage, Herculesstraat 131-11, Amsterdam-Z. 11. 3 128. A. van der Moer, Aagje Dekenlaan 118, ‘s-Gravenhage. 3 129. Ernest van Aelst, Witmaker-straat 25, Maastricht. Adreswijzigingen: 1378. J. M. Homs, Wilhelminastraat 9, Duiven. 2148. H. T. T. Nolte, Wijtenbachstraat 58-1, Amsterdam-0. 2789. Mevr. D. van Soest+. d. Velde, Willemsparkweg 109 bv., Amsterdam-Z. 2149. A. Barlazen. ..de Waarhoek”. ‘t Waar. 345. M. K. deJong, Oudedijk 65-b, Rotterdam-16. 600. J. J. Th. Molengraaff, Stationsstraat 24, Zevenbergen. 2203. J. Nannenga, Hoofdweg 125, Bellingwolde. 90. E. Nomes, Jozef Israëlslaan 261, Rijswijk (Z.H.). 2832. H. Verdonk Jr., Burgerveldsestraat 24, Zeeland (N.B.).

131 903. N. A. Hamers, Kerkpad 3, Hees (post Nijmegen). 2428. A. W. M. P. Mosseveld, Nieuwe Rijn 14, Leiden. 1226. Ir. N. J .Kuiper, 3708 E. Hammond Ave., CUDAHY, Wis., U.S.A. 1816. H. G. Mey, Lambrecht v. Dalelaan 90, Haarlem-Overveen. 1104. M. Laboyrie, Laan van Poot 404, ‘s-Gravenhage. 2611. J. E. Langen, Graaf Willemlaan 56, Amstelveen. 2267. H. J. Blessing, Middenweg 136-A-bv., Amsterdam-0. 1208. P. H. Koelemeij, Brouwerstraat 18-A, Ede. 2735. Mej. J. van Leeuwen, Herengracht 19, Hasselt (Ov.). 2325. R. A. Betlem. Thomas Schwenckestraat 30, ‘s-Gravenhage. 2807. J. M. Feilzer( Leidsevaart 298, Haarlem. 2503. R. J. Ronda. Kochstraat 16, Groningen. 2183. D. Roozemónd, Lange Slagenstraat 36-A, Gorinchem. 3014. Ir. B. te Nijenhuis, Melis Stokelaan 827, ‘s-Gravenhage. 3008. W. A. N. Koetsier, Maarten Lutherweg 48, Amstelveen. 25.55. J. T. C. Borghmans, Roermondse Poort 11, Venlo. 2409. H. K. Clement, Johannesstrasze 17, 4272 Kirchhellen U Dorsten (Dld.). 2916. P. Douglas, Hagedoornweg 57, Amsterdam-N. 1066. C. Kuioers. Roelofsstraat 90, ‘s-Gravenhage. 1740. J. L. J.&BrÚynzeel, Beatrixlaan 7, Goes. 2946. H. J. Knoors, St. Ursulastraat 10, Venray. 2603. Ir. A. Kranendonk, Ripperdalaan, Delden (Ov.). 1584. W. J. Veer, p/a. N.C.O., Postbus 1270, Amsterdam. 1408. P. H. Poppinga, Lansing 14, Krimpen a.d. IJssel. R 55. Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap, Limburgs Museum voor Kunsten en Oudheden, Bonefanten, Maastricht. R 92. Verbond voor Heemkunde, p/a. Luc. Ebrard, Limburg Stirumlaan 196, Wem- mel, België. R 35. Oldenburgische Gesellschaft fiir Familienkunde, p/a. Wolfgang Büssing, Lange- strasze 43, 29 Oldenburg (Dld.). R 64. Oklahoma Genealogical Society, P.O.Box 16652, Oklahoma City, Oklahoma 73 116, U.S.A. R 21. Gesellschaft für Schleswie: Holsteinische Familienforschung und Wappenkunde,_. Knooperweg 6-111, Kiel @íd.). R 30. Verein für Familien- und Wappenkunde im Wurtemberg und Baden, Hasenberg- strasse 18, 7000 Stuttgart (Dld.) R 36. Riksförening för Släktforsking, Box 2103,, Stockholm-2 (Zweden).

Correcties (de aan te brengen correcties zijn gecursiveerd) : 857. J. Prins, Zierikzeestraat 76-B, Rotterdam-23. 3067. D. J. Wesselo, Bremlaan 5, Pijnacker. 3051. P. J. Knollema, van Speijkstraat 12, Bedum. 3073. G. van Mesdag, Jac. Catslaan 4-A, ‘s-Gravenhage.

Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden mededelen van de volgende leden: 2929. K. F. V. Volbeda, Schans 53, Heerenveen. 1539. Dr. J. L. Nolst, Rond 4-111, Zeist. 1869. Mevr. A. M. Postma-van Leeuwen, Capucijnenstraat 66, Maastricht. 1402. E. Verff, Maasstraat 20-11, Amsterdam-Z.

Aan dit nummer werkten mee: Ds. E. van Alphen Az., Bernard Luninckstraat 4, Deventer. G. van Halsema Hzn., Merwedeplein 21 111, Amsterdam. Ir. G. L. Meesters. Dantelaan 32. Utrecht. H. Severijn, Eikstráat 47, Utrecht. W. Slob, Concourslaan 75, Hoofddorp. Mr. W. W. van Valkenburg, Backershaegenlaan 70, Wassenaar. De redactie is niet verantwoordelUk voor de inhoud der ondertekende stukken.

132 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING UOEDciEKE”RD BIJ KONINKLIJK 3EZL. “AN 16 AUO”ST”S 184D. Na. es Laatstel8jk goedgekeurd 51) KOninkliJk Be*luit van 5 April 1855 JAARGANG 19 N O . 6 JUNI 1964

Eindredacteur (waarnemend): N. A. Hamers, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 12,50 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

Dit jaar wordt van 20-26 juni te ‘s-Gravenhage het ,,Septième Congres international des Sciences Généalogique et Héraldique” gehouden. Uit vele landen van Europa en daarbuiten zijn beoefenaren dezer wetenschappen, zowel hoogleraren, genealogen en heraldici, als andere genealogisch en heral- disch belangstellenden naar Nederland gekomen om hier interessante lezingen te aanhoren en kennis te maken met Nederland, zijn bevolking en haar acti- viteiten op het gebied der genealogie en heraldiek. Ter gelegenheid van dit Congres draagt deze aflevering een enigszins inter- nationaal karakter door de publicatie van de kwartierstaten der ouders van Europa’s jongste koning, Constantijn 11 van Griekenland, wiens keizerlijke, koninklijke en andere hoogadelijke voorouders over de verschillende rijken en vorstendommen van Europa hebben geregeerd. Een door buitenlanders veelal nog gezien als specifiek Nederlands karakter komt tot uitdrukking door publicatie yan een genealogische blik op twee ,,typisch” Nederlandse gemeenschappen: Marken en Volendam. Op de vijfde dag van dit Congres (24 juni) zal het juist 150 jaar geleden zijn dat de Hooge Raad van Adel door de Souverein Vorst (Willem 1) werd ingesteld met als eerste President van dit College Mr. Willem Anne Baron van Spaen la Lecq, wiens wapen met enige levensbijzonderheden te Redactie hierbij aanbiedt. H.

133 EEN GENEALOGISCHE BLIK OP MARKEN EN VOLENDAM door R. F. VULSMA

Toeristische trekpleisters als Marken en Volendam - ver over de lands- grenzen bekend om hun schilderachtige plekjes, hun klederdracht, hun huisjes en haventjes - hebben toch, hoewel dikwijls wat verloren gaand in de me- nigte buitenlandse bewonderaars, hun eigen bevolking, die hier al woonplaats had, lang voordat de roemruchtheid de rust kwam verjagen. In dit opstel moge eens iets nader worden ingegaan op enkele overeenkom- sten en enkele verschillen der bevolking van beide plaatsen, waarbij uiteraard genealogische aspecten een rol van betekenis zullen spelen. De in de aanhef genoemde klederdracht draagt onmiddellijk beide elemen- ten in zich; overeenkomst in zoverre, dat het verschijnsel ,,klederdracht” in beide plaatsen bestaat, opvallend verschil daarentegen wat vorm en kleur van de kleding betreft. Overigens is het fenomeen klederdracht in onze IJssel- meerkust-vissersdorpen geen uitzondering. Ook in Huizen, Spakenburg- Bunschoten, Harderwijk, Hindeloopen en Urk vormt ze oude traditie, terwijl de Noordzeekustplaats Scheveningen, alsmede de Zeeuwse Eilanden ook eigen klederdracht kennen. Maar terug naar Marken en Volendam. Bevolking van beide plaatsen, in resp. aan de oude Zuiderzee, heeft zich - wel bijna vanzelfsprekend - aan de visvangst gewijd. Wie een Burgerlijke Stand-Huwelijksregister uit de vorige eeuw raadpleegt, moet ijverig bladeren om een bruidegom te vinden, die niet als visser of visventer geboekt staat. Afzetmarkt voor hun vangst was voor een belangrijk deel Amsterdam. Omtrent de origine van de bewoners van Marken en Volendam staat niet veel met zekerheid vast. Marken zou (reeds in de middeleeuwen) door Friezen zijn bevolkti), terwijl de Volendammers - althans volgens één lezing - van een vreemde, baskische bevolkingsgroep van ansjovissers zouden afstammen, die daar ca. 2e helft 16e eeuw was komen wonen. Een genealogische afstam- ming van deze baskengroep is niet meer te bewijzen, doch allerlei gewoonten, alsook de R.K. godsdienst van de Volendammers zouden er door te verklaren zijn. Inderdaad stuiten we hier op een heel duidelijk verschil. Marken is voor vrijwel 100% protestant, Volendam ongeveer geheel Rooms-Katholiek. Nu is een dergelijk geloofsverschil van twee bijeengelegen plaatsen niet zo op zichzelf staand, en vaak te verklaren door het al of niet meegaan van de gees- telijke leidsman met de reformatie. Het volk ,,geloofde het dan wel”.

1) In het begin van de 13e eeuw vestigden zich op Marken vanuit het klooster Mariën- gaarde bij Leeuwarden een aantal Premonstratensenmonniken, die voor landaanwin- ning en bedijking zorgden. Onder hun leiding legde de bevolking zich toe op agra- rische arbeid. Met deze monniken zouden wellicht ook Friezen naar het eiland zijn getrokken. Ook wordt beweerd, dat Markers Waterlanders waren, die na afscheiding van Marken van het vasteland van Holland beter hun Friese taal en gewoonten ble- ven behouden dan de Waterlanders zelf, die overigens ook tot ca. 1650 Fries spraken.

134 Ongetwijfeld zal het verschil in belijdenis naast de, in zekere mate passieve, animositeit er toe hebben bijgedragen, dat huwelijken tussen bewoners van

Klederdracht Marken (Cliché Ned. Openluchtmuseum, Arnhem) Marken en Volendam bijna niet voorkwamen. Trouwens huwelijken van Markers met partners van elders zijn toch zeer zeldzaam. Ook Volendam- mers huwden haast uitsluitend met Volendamsen, maar de gebondenheid aan bewoners van eigen plaats was hier toch iets minder groot dan op Marken,

135 waar de bevolking typisch iets passiever van karakter is, blijkbaar ook in het zoeken naar toekomstige echtgenotenz). De ligging van Volendam maakte contakt met ,,buiten” ook iets gemakkelijker. De geneigdheid tot het aangaan van huwelijken met plaatsgenoten heeft ook Marken en Volendam de naam gegeven inteelt-gebieden te zijn. Belangstelling naar de mate, waarin deze inteelt heeft plaats gevonden, deed mij enige tijd geleden besluiten eens een beknopt onderzoekje in te stellen. Van een klein aantal willekeurige personen uit beide plaatsen, geboren ca. 1880 stelde ik kwartierstaten op. Natuurlijk kunnen aan de hand van deze enkele kwartier- staten geen diepgaande conclusies worden getrokken, maar ten aanzien van de inteelt kwam toch het volgende, min of meer verrassende naar voren. Stellig, kwartierverlies treedt op, maar eigenlijk eerst in de hogere gene- raties, zowel te Marken als te Volendam. De bevolking uit het laatst van de 19e eeuw stamt, zoals uit voorgaande (m.b.t. de huwelijken) volgt, en zoals ook de kwartierstaten leren uit de bevolking, die in het begin der 18e eeuw de plaatsen bewoonden, maar het is alsof de a.s. echtelieden zoveel mogelijk steeds huwelijken met nabije familieleden hebben vermeden. Vandaar dat het kwartierverlies pas optreedt in hogere parentaties. Het opstellen van deze kwartierstaten intussen is minder gemakkelijk en veel tijdrovender dan het lijkt. Een voordeel is natuurlijk dat alles zich in één plaats en dus voor de praktijk van het onderzoek in enkele registers af- speelt. Daar staat echter tegenover, dat zowel te Marken als te Volendam het vrij frequent voorkomen van bijna iedere aldaar bestaande familienaam, voorafgegaan door een betrekkelijk kleine groep dezelfde voornamen, het aantal dubbelgangers en daarmee het aantal ,,misgrepen” bij het onderzoek fors doet stijgen. Daarenboven is vóór de invoering van de Burgerlijke Stand het gebruik van geslachtsnamen een luxe, die de doop- en trouwboeken zich nauwelijks permitteren. Hierbij toont Marken zich nog iets spaarzamer dan Volendam! Heel merkwaardig is ook - en het kwam in de vorige alinea al naar voren - dat in beide plaatsen de bewoners, nadat iedere Nederlander ca. 1814 een geslachtsnaam moest dragen, naar verscheidenheid slechts een ge- ring aantal familienamen kennen. Namen die op Marken vrij veel of zeer veel voorkomen zijn o.a. Van Alte- na, Appel, Boes, Boneveld, Commandeur, Dolfijn, Dorlands), Erf, De Groot,

2) In 1899 telde Marken 1330 inwoners, waarvan er 66 niet op het eiland waren gebo- ren (hierbij dan nog de burgemeester, de dokter, predikant en onderwijzer met ge- zinnen). Zie ook: P. Kuin jr.: Het eiland Marken (sociografie van een eilandbevolking), Gro- ningen 1932. 3) Uit het huweliik van Pieter Jans Flink en Teuntie van Dorland werden op Marken de volgende kinderen gedoopt: a) Neeltje (ged. 4-12-1740); b) Jannetje (ged. 14-10-1742); c) Maaritje (ged. 16-4- 1745). Een hiaat in het doopboek beloopt de periode mei 1745 tot januari 1749. Daarna: d) Jan (ged. 4-5-1749); e) Cornelis (ged. 19-3-1752); f) Grietje (ged. 15-12-1754); g) Pieter (ged. 12-10-1757) en h) Aagje (ged. 20-1-1760). In ieder geval Cornelis en Pieter, misschien ook de anderen, voerden de naam van hun moeder, Dorland. Hieruit op Marken een talrijk nageslacht. Relatie met het in G.N. 1959, no. 7/8 en 1960, no. 8/9 beschreven geslacht heb ik niet gevonden.

136 Kaars, KesA), Moenis, Peereboom, Roos, Schipper, Teerhuis, Uidam, Visser, De Waart, Zeeman, Zoekende en Zondervan.

Klederdracht Volendam (Cliché Ned. Openluchtmuseum, Arnhem) In Volendam vangt men een zeer aanzienlijk deel der bevolking onder de namen: Bond, Karregat, Kil, Klouwer, Kwakman, Mooy, Plat, Pooyer, Schil-

“) Kes komt ook in Volendam wel voor. Een gemeenschappelijke afstamming was ech- ter tot heden niet te achterhalen en bestaat waarschijnlijk ook niet. 137 der, Sier, Smit, Stavenuiter, Steur, Tol, Tuyp, Veerman en Zwarthoed. Hoe deze voorkeur voor de vele gelijkluidende achternamen in Napoleon’s tijd te verklaren? Kenden deze mensen zo goed hun stambomen en spraken de afstammelingen in rechte lijn van een gemeenschappelijk voorouderpaar af, om ter herinnering aan die gemene afstamming voortaan dezelfde naam te dragen? Waarschijnlijk is dit bepaald niet. Beziet men behalve de doopboeken ook andere oude registers (bijv. het grafboek van Marken, beginnend in 1775 of de schepenrol van Marken, 1693-1810) dan valt het gebruik van toch diverse familienamen op5), die ons doet besluiten, dat de familienamen al lang voor de Franse tijd bestonden, doch een zeer latent bestaan leidden. TeT illustratie van het voorafgaande volgen hier nog twee kwartierstaten van resp. een volbloed Markense en Volendamse. zij het. dat deze laatste één niet-Volendamse betovergrootmoeder heeft.

MARKEN 1) Aaltje Kes, geb. 4-8-1883 te Marken, overleden 24-12-1956 te Marken, huwt 21-1- 1909 te Marken met: Dirk Peereboom, geb. 3-4-1881 te Marken. overleden 28-l- 1938 te Marken, zoon van Klaas Peereboom en Trijntje de Groot. 2) lan Kes, visser, geb. 3-5-1846 te Marken, overleden 19-2-1927 te Marken, huwt 3 1-5-1874 te Marken: 3) Trijntje Visser, geb. 20-10-1845 te Marken, overleden 3-7-1907 te Marken. 4) Klaas Kes. visser. geb. 18-7-1818 te Marken. overleden 5-9-1897 te Marken. huwt 1-6-1845 té Mark& 5) Marie Dorland, geb. 22-2-1817 te Marken, overleden 1-8-1905 te Marken. 6) Klaas Visser, geb. 4-3-1819 te Marken, overleden 30-4-1897 te Marken, visser, huwt 23-11-1845 te Marken: 7) Aaltje Zeeman, geb. 21-10-1827 te MarkenG), overleden 29-4-1906 te Marken. 8) Jan Klaasz Kes, visser, ged. 19-12-1779 te Marken, overleden 24-11-1860 te Mar- ken, huwt: 9) Lij,je Dirks de Groot, ged. 24-9-1780 te Marken, overleden 18-11-1853 te Marken. 10) Jan Cornelisz Dorland, visser, stuurman, ged. 25-10-1791 te Marken, overleden 15-9-1856 aan boord voor de Nederlandse kust bij Petten, huwt 26-5-1816 te Mar- ken met: 11) Neeltje Klaasdr. Roos, ged. 22-5-1792 te Marken, overleden 20-10-1872 te Marken. 12) Klaas Jans Visser, visser, ged. 14-12-1788 te Marken, overleden 8-9-1839 te Mar- ken, huwt 25-7-1813 te Marken: 13) Trijntje Klaasdr. Commandeur, ged. 12-2-1786 te Marken, overleden 13-7-1827 te Marken. 14) Klaas Zeeman, visser, ged. 21-4-1791 te Marken, overleden 5-6-1867 te Marken, huwt 7-3-1824 te Marken: 15) Grietje Dirks Altena, ged. 7-1-1793 te Marken, overleden 23-8-1870 te Marken. 16) Klaas Jansz Kes, huwti) 17) Neeltje Klaasdr. 18) Dirk Muusz de Groot, huwt

5) Zo treffen we op Marken in de schepenrol al in 1693 de namen van Lijsbet Admiraal en Heyn Janse Puttick aan; in 1696 Heyn Janse Roos, in 1700 Pieter Pieters Admi- raal, in 1706 Jaap Pieterse Zeeman, in 1707 Jacob Cornelisse Zeeman, in 1712 Jan Cornelisse Roos en in 1718 Jan Pieters Boes. 6) De inschrijving van haar geboorte heeft niet in het geboorteregister van Marken plaats gehad. Haar geboortedatum blijkt uit een akte van bekendheid van geboorte, opgemaakt bij haar huwelijk. 7) Trouwregisters van Marken ontbreken in deze tijd, zodat huwelijksdata in deze VOOI-- ouderreeks niet te vinden zijn.

138 . 19) Geertje Pieters. 20) Cornelis Pieters Dorland, ged. 19-3-1752 te Marken, overleden 29-10-1832 te Mar- ken, zn. v. Pieter Jans Flink en Teuntje van Dorland, huwt 21) Neeltje Jongejaaps Schipper, ged. 7-12-1755 te Marken, overleden 26-9-1835 te Marken, dr. v. Jongejaap Jacobs en Mary Jans. 22) Klaas Pieters Roos, huwt: 23) TrGntje Klaasdr. Kaars, geb. ca. 1763 te Marken, overleden 28-10-1832 te Marken. 24) Jan Pieters Visser, overleden 11-3-1810 te Marken, huwt: 25) Aaltje Klaas, geb. ca. 1748. 26) Klaas Jans Commandeur, overleden 28-9-1796 te Marken, huwt: 27) Jannetje Jongejaaps Roos, ged. 4-6-1758 te Marken, overleden 12-3-1819 te Mar- ken, dr. v. Jongejaap Dirks en Neeltje Jacobs. 28) Cornelis Klaasz. Zeeman, huwt: 29) Trijntje Heinsdr. 30) Dirk van Altena, ged. 29-2-1756 te Marken, overleden 14-11-1835 te Marken, zn. v. Cornelis Jans van Altena en Griet Dirks, huwt: 31) Aaltje Puttik, geb. ca. 1758 te Marken, overleden 15-3-1825 te Marken.

VOLENDAM

1) Grietje Veerman, geb. 25-3-1880 te Volendam, overleden 31-7-1952 te Volendam, huwt 24-5-1915 te Edams) Hendrik Kwakman. visser, geb. 8-4-1888 te Volendam, overleden 5-12-1957 te Volendam, zn. v. Thames Kwakman en Jansje Keuken: 2) Evert Veerman, geb. 27-3-1852 te Volendam, overleden 28-1-1924 te Volendam, visser, huwt 8-6-1879 te Edam met: Geertje Tol, geb. 13-9-1855 te Volendam, overleden 27-1-1899 te Volendam. :; Jan Gerrits Veerman. vissersknecht. geb. 10-8-1822 te Volendam. overleden 5-4- 1892 te Volendam, huwt 23-12-1849 ieËdam: 5) Grietje Evertse Plat, geb. 26-2-1827 te Volendam, overleden 19-5-1885 te Volen- dam. 6) Jan Thamesz Tol, visser, geb. 13-4-1823 te Volendam, overleden 13-2-1899 te Volendam, huwt 20-8-1854 te Edam: 7) Geertje Veerman, geb. 23-3-1829 te Volendam, overleden 26-3-1885 te Volendam. 8) Gerrit Albertsz Veerman, visser, geb. te Volendam, ged. 11-3-1796 te Edam, over- leden 15-2-1878 te Volendam, huwt 30-4-1820 te Edam: 9) Neeltje Janse Schilder, geb. te Volendam, ged. 9-11-1794 te Edam, overleden 3-1- 1861 te Volendam. 10) Evert Thamesz Plat, visser, geb. te Volendam, ged. 20-3-1793 te Edam, overleden 22-7-1855 te Volendam, huwt 31-12-1819 te Edam: 11) Neeltie Jacobs Tuyp, neb. te Volendam,_ Eed. 26-9-1795 te Edam, overleden 25-2. 1875 te Volendam.-. - 12) Thames Cornelisz Tol, visser, schipper, geb. te Volendam, ged. 12-10-1786 te Edam, overleden 9-7-1842 te Volendam, huwt 16-5-1819 te Edam: 13) Geertje Janse Smit, geb. te Volendam, ged. 24-6-1793 te Edam, overleden 24-5- 1853 te Volendam. 14) Frederik Janse Veerman, visser, geb. te Volendam, ged. 14-5-1787 te Edam, over- leden 3-12-1860 te Volendam, huwt 8-9-1816 te Edam: 15) Geertje Jucobs Tuyp, geb. te Volendam, ged. 28-1-1791 te Edam, overleden 7-1 l- 1858 te Volendam. 16) Albert Gerritsz Veerman, geb. te Volendam, ged. 20-10-1767 te Edam, overleden 13-7-1844 te Volendam (zn. v. Gerrit Albersen en Aaltie Crelis), huwt 27-1-1793 te Edam: 17) Grietje Dirkse Bond, geb. te Volendam, ged. 22-8-1771 te Edam, overleden 20-7- 1838 te Volendam (dr. v. Dirk Bond en Aaltje Pieters). 18) Jan Jans Schilder, arbeider, geb. ca. 1768 te Volendam, overleden 18-8-1845 te Volendam, huwt 13-7-1794 te Edam: 19) Geesje Jans Sanders, ged. (Luth.) 10-1-1773 te Edam, geb. te Edam, overleden 9-10-1833 te Volendam (dr. v. Jan Sanders en Annetje Otmans).

8) Huwelijken vinden steeds in Edam plaats; zoals ook thans nog het geval is ressor- teerde Volendam onder de Gemeente Edam.

139 20) Thames Klaasz Plat, geb. te Volendam, ged. 30-11-1764 te Edam, overleden l-ll- 1826 te Volendam (zn. v. Claas Cornelissen en Trijntje Crelis), huwt 21-12-1788 te Edam: 21) Griefje Everfs Tuyp, geb. te Volendam, ged. 22-9-1768 te Edam, overleden 4-1-1815 te Volendam (dr. v. Evert Jansen en Aaltje Jans). 22) Jacob Crelisz Tuyp, begraven 10-10-1810, huwt 25-9-1791 te Edam: 23) Jannetje Dirks Klepper, geb. te Volendam, ged. 30-8-1770 te Edam, overleden 6-6- 1836 te Volendam (dr. v. Dirk Jacobse en Grietje Crelis). 24) Cornelis Jansz Tol, geb. ca. 1753 te Volendam, overleden 20-10-1826 te Volendam, huwt 30-8-1778 te Edam: 25) Aaltje Klaasdr. Kil, overleden 29-6-1807. 26) Jan Jacobs Smit, begraven 19-4-1797 te Edam, huwt 23-11-1788 te Edam: 27) Grietje Crelis, begraven 12-6-1797 te Edam. 28) Jan Cornelisz Veerman, visventer, geb. ca. 1753, overleden 24-5-1827 te Volendam, huwt (ws.) 27-12-1778 te Edam: 29) Guurrje Juns Tol, begraven 27-6-1802 te Edam. 30) Jacob Evertsz Tuyp, geb. te Volendam, ged. 27-3-1763 te Edam, overleden 17-8- 1837 te Volendam (zn. v. Evert Jansen en Aaltje Jans), huwt 14-5-1786 te Edam: 31) Aagje Jans Sier, geb. te Volendam, ged. 18-12-1764 te Edam, overleden 8-12-1825. te Volendam (dr. v. Jan Crelissen en Geertje Evers).

8) Vóór 1848 had Volendam geen eigen R.K. kerk of kapel. Het dopen geschiedde derhalve in Edam.

DE KONINCK

door MATTHEUS ONDERWATER Mattheuszoon (Vervolg’) ) IVC. Margareta Janz. Cloeck, trout (31 8br 1593?) 1 Peeter Black 6 kinder, 2 Willm Barendz. van Kiek geen kinder. Sij nat. tot Rotterdam 23 7br 1575, obeiit 5 Januarij 1541 (sic!), sterf tot Haarlem en is tot Amsterdam begraaven. Kinderen: 1. Jacomijntie, volgt Vf; 2. Elisabeth, volgt Vg; 3. Theuntien Black Piet., sij natus 16 Aug 1698 (sic!), obiit 20 8br 1669, trout Jan Everwijn Hoen, geen kinder. 4. Adriaen, volgt Vh; 5. Jacob, volgt Vi; 6. Nicolaes, volgt Vj.

l) Op pag. 66, onder kinderen Kloeck-de Koninck, moet onder 4. Marya Jansz. Cloeck vermeld worden: volgt IVe, evenzo bij 5. Anna Jansz. Cloeck IVf; 6. Ghijsbert IVg; 7. Mr. Pieter IVh; 9 Jacob IVi en Claes IVj.

140 Vf. Jacomijntie Black Piet., trout Pieter Bon. Sij nat. 14 xber 1594. Kinderen: 1. Jenneken Bon Pietersz., trout Pieter Wroght, geen kinder; 2. Margareta, volgt VIe; 3. Jacob Bon, obiit celebos,

VIe. Margareta Bon, trout 1 Jacob Bulsinck 2 kind., 2 doet. Jerominus de Clerck 3 kind.; sij obiit xbr 1691. Kinderen: 1. Catelijntie, volgt VIIb; 2. Pieter Bulsinck, trom Sussanna van Berchem, geen kinder; 3. Margareta de Clerck Jerom., trout Philip van Halmael, geen kind.; 4. Mr. Jacob de Clerck advt., trout Sara Lariere; 5. Jacoba de Clerck.

VIIb. Catelijntie Bulsinck Jacob., trout Pieter Black Adriaenz. Kinderen: 1. Geertruijd Blok Piet., trout Pieter Seijen; hij obiit in Moscovien 1706; 2. Catelijntie Black.

Vg. Elisabeth Black Pieterz., trout Ghijsbert Michz. Bruijn, sij nat. 8 7br 1596. Kinderen: 1, Pietertie Ghijsbt. Bruijn, obiit innupta 1686; 2. Pieter Ghijsbt. Bruijn, trout 1 Jenneken Glimmen. 2 Diewertje Reijlofsz. 3. Michiel, volgt VIf; 4. Diewertje Bruijn, obiit innupta; 5. Marretje Bruijn, obiit irmupta; 6. Gerrit, volgt VIg; 7. Nicolaes Bruijn, obiit celebos; 8. Huijbert, volgt VIh.

VIf. Michiel Ghijsbertsz. Bruijn, trout Marija Voskuijl. obeiit 1686. Kinderen: 1. Diewertje, volgt VIIc; 2. Belida, volgt VIId; 3. Marija, volgt VIIe.

VIIc. Diewertje Bruijn Michiels, trout Claes Dell. Kinderen: 1. Ida Del1 Claa(s)z.; 2. Belida Dell.

141 VIId. Belida Bruijn, trom Frederick Dell. Kinderen: 1. Ghijsbert Del1 Fred.; 2. Jan Dell.

VIIe. Marija Bruijn, trout Reijlof Kruijf. Kind: 1. Jan Reijlofsz. Kruijf.

Vlg. Gerrit Ghijsbertz. Bruijn, trout Belitie Voskuijl. Kinderen: 1. Evert, volgt VIIf; 2. Ghijsbert, volgt VJIg; 3. Belida, volgt VIIh; 4. Anthonia, volgt VIIi.

VIIf. Evert Bruijn Gerrit. op Delmina, trout 1. Catharina van Veen, obiit 169.5 in de craem. 1 kind: 31 Iulij 1687 Gerrit bruijn, ob. 2. Marga- reta van Oort.

VIIg. Ghijsbert Bruijn Gerritz., trout Margareta Backer. Kinderen: 1. Gerrit Bruijn Gijsb.; 2. Anthonia Bruijn, obiit innupta; 3. Belida Bruijn Gijsb.

VIIh. Belida Bruijn Gerrt., trout Pieter Ockers. Sij obiit 23 Junij 1697. Kinderen: 1. Aletta Okkers Piet.; 2. Barthout Ockers; 3. Gerard Ockers; 4. Pieter Okkers.

VIIi. Anthonia Bruin Gerrt., obiit 14 Maart 1680, trout Isaack van Geleijn. Zoon: 1. Pieter van Geleijn, obiit Celebes 4 7ber 1688.

VIh. Huijbert Bruijn Gijsbt., trout Elisabeth Rosijn. Kinderen: 1. Elisabeth, volgt VIIj; 2. Maria Bruijn Huijbt.; 3. Debora Bruijn Huijbt., trout 1697 David Rutgertz. Isacks; 4. Ghijsbert Bruijn Huijbt.

VIlj. Elisabeth Bruijn Huijbt, trout Abram Blaaupot. Kind: 1. Gerard Blaaupot, obiit.

142 Vh. Adriaen Black Pietz., trout Geertruijd van Halmael. Kinderen: 1. Cateleijntie Black Adri., obiit innupta; 2. Pieter, volgt Vli; 3. Margareta, volgt VIj

Vli. Pieter Black Adriaenz, trout 1 Cateleijntie Bulsinck 3 kind., 2 Elisa- beth Oosterlingh. k.mderen: 1. Geertruid, volgt VIIk; 2. Margareta Black Piet.; 3. Cateleijntie Black Piet..

VIIk. Geertruijd Black Piet., trout Pieter Seijen, hij obiit in Moscovien. Kind: 1. Geertruijd Seijen.

VIj. Margareta Black Adria., trout David Rutgersz. Hij nat. 1629, obiit 6 Meij 1707, oud 78 jaar, sij obiit 10 Maart 1702. Kinderen: 1, David, volgt VIIl; 2. Adriaen, volgt VIIm; 3. Pieter, volgt VIIn;

VIII. David Rutgersz. Davidz, trout Cornelia van Hoeck. Kinderen: 1. David Rutgertsz Davidz.; 2. Leendert Rutger&; 3. Christina Rutgerts; 4. Margareta Rutgerts; 5. Cornelia Rutgertz; 6. Adriaen Rutgerts.

VIIm. Adriaen Rutgertz. Davidz., trout Hillegonda van Gelder. Kinderen: 1. Adriaen Rutgertz. Ad.; 2. Margareta Rutgertz.; 3. Sussanna Rutgertz.; 4. David; 5. Hillegond.

VIIn. Pieter Rutgertsz. Davidz., trout 1686 (of 1696?) Ingetie van Lennep. Kind: 1. Margareta Rutgertz. Piet. 143 Vi. Jacob Black Pieterz., trout Margreta Brouwers. Kinderen: 1. Marij, volgt VIk; 2. Margareta, volgt Vil.

VIL. Marij Black Jacobz., trout Pieter van Heijmbach. Kind: 1. Anna Paulina van Heijmbach, obiit innupta.

VIL Margareta Black Jacobz, trout Everhard Schellinger. Kinderen: 1. Catharina, volgt VIIo; 2. Marija, volgt VIIp; 3. Jacob, volgt VIIq; 4. Margareta, volgt VIIr.

VIIo. Catharina Schellingers Everh., tr. 1. Joan Herpers, 2. Harmanus Rom- burgh. Kinderen: 1. Johanna Cornelia Herpers; 2. Ida Romburgh.

VIIp. Marija Schellinger Evertz., trout Hendrick Roepers. Kinderen: 1. Paulus Roepers; 2. Margareta Roepers; 3. Hendrick Roepers.

VIIq. Jacob Schellinger Evertsz, trout Margreta van der Meensch. Kinderen: 1. Isaack Schellinger; 2. Everhard Schellinger.

VIIr. Margareta Schellinger Evertz., trout Daniel Heverman. Kind: 1. Heverman. (Wordt vervolgd)

RECTIFICATIE BANDEN GENS NOSTRA

In afwijking van de mededeling op pag. 32 van deze jaargang, vermelden wij hier de mededeling van de fa. Buddelmeijer, Rozenstraat 218-220, Amsterdam-C, dat losse banden van de jrg. 1952 t/m 1963 f 2,30 per stuk bedragen; het inbinden met levering van band bedraagt f 5,50 per jrg.; het inbinden, wanneer de inzender jaargang mèt band toezendt, bedraagt f 3,65 per jrg. (steeds incl. de verzendkosten). De leden die reeds een bedrag gestort hebben op postgiro 641469 of Gemeentegiro Amsterdam B 401, wordt verzocht het te kort aan te vullen door dit te storten op een der genoemde rekeningen.

144 WAPENS EN AANTEKENINGEN VAN DE GESLACHTEN SEELEN EN KNÖPS door J. L. BRABER In Gens Nostra, jaargang 16, No. 1, treft men op wapenkaart No. 27 ook een wapen van het geslacht Seelen aan. De Flakkeese familie Knöps stamt af van de familie Seelen, en daardoor is het verklaarbaar dat zich bij een lid van de familie Knöps aantekeningen Seelen bevonden. Publicatie van deze notitie’s lijkt mij gerechtvaardigd, omdat men er vele geboorte- en sterfdata uit de zeventiende eeuw in aantreft. De weinige plaatsnamen die er in worden ver- meld zullen wel voldoende zijn om de plaats van herkomst van dit geslacht vast te stellen. Nog belangrijker was echter dat er ook waterverftekeningen aanwezig waren van de wapens van het echtpaar waarmede deze aantekeningen aan- vangen. Het wapen van Gerard Seelen, 1632-1716, wijkt in kleuren af van het op de wapenkaart voorkomende wapen, maar is overigens precies zo samengesteld. De beschrijving ervan luidt als volgt:

Op een rood veld een rechterschuinbalk van goud, linksboven vergezeld van drie gouden ruiten (2 en l), en rechtsonder vergezeld van drie gouden Sint-Andrieskruisjes (1 en 2). Helmteken: een gouden ruit tussen een rode en gouden vlucht. Dekkleden: goud en rood.

In tegenstelling met de op de wapenkaart vermelde kleuren, zijn deze he- raldisch juist, dat wil zeggen dat kleur en metaal elkaar afwisselen. Het wapen van Catharina de Goy, 1638-1675, de echtgenote van de bovenvermelde Gerard Seelen, is:

Op een rood veld, in de bovenste helft twee dwarsbalken van vair, en in de onderste helft een zilveren keper.

De genealogische aantekeningen kunnen als volgt worden samengevat:

1. Gerard Se(e)len, geb. 19 juli 1632, over]. 22 okt. 1713, tr. 9 mrt. 1655 Catharina de Goy, geb. jan. 1638, overl. 26 mrt. 1675, dochter van

145 Johannes de Goy die overleed op 15 okt. 1664. Hij tr. 2e Maartje Ariëns Groeneveld, overl. 9 aug. 1685. Uit het eerste huwelijk werden geboren: 1. Levenloze dochter, geb. 8 dec. 1655. 2. Cornelis, geb. 5 dec. 1656, overl. 24 juni 1657. 3. Levenloze zoon, geb. 13 mei 1658. 4. Johannes, geb. 23 juni 1659, overl. 12 april 1660. 5. Johannes, volgt 11. 6. Margrietu, geb. 22 febr. 1662, overl. 24 juni 1662. 7. Dirk, geb. 1 aug. 1663, overl. jong. 8. Hendrik Selen, geb. 17 okt. 1664, predikant te Heerjansdam en Cijffhoek sedert 26 april 1687 en te Tiel sedert 6 juli 1690. Hij overleed 2 juni 1694 en tr. Heerjansdam 14 dec. 1688 Helena Ver- doen, overl. 24 sept. 1689, weduwe van David Remack. Ds. H. Selen hertrouwt dec. 1692 Petronella van Waart. Uit het eerste huwelijk: Gerard, geb. 3 sept. 1689. 9. Elisabeth, geb. 24 mrt. 1666, overl. 11 april 1666. 10. Dirk, geb. 9 juli 1667, overl. 14 okt. 1667. ll. Dirk, geb. 30 aug. 1668, overl. 17 sept. 1668. 12. Dirk, geb. 23 okt. 1669, overl. 21 jan. 1723. 13. Elisabeth, geb. 16 april 1672, overl. 27 juli 176 1. 14. Gerard, geb. 1673, overl. 16 juni 1673. 15. Gerard, geb. 14 mrt. 1675, overl. 8 dec. 1693.

11. Johannes Seelen, geb. 14 sept. 1660, overl. 10 dec. 1721, trouwt 7 mei 1684 Agatha Bosch, geb.aug. 9 1665, overl. aug.17 1743. Kinderen: 1. Gerard, geb. 5aug. 1685, overl. 3 mei 1689. 2. Gerbrand, geb. 11 mei 1687, overl. 19 mei 1687. 3. Levenloze zoon, geb. 21 jan. 1688. 4. Maria, geb. 30 dec. 1688, over]. 28 jan. 1689. 5. Gerard, geb. 24 juni 1691, overl. 17 juli 1691. 6. Maria, geb. 13 april 1693. 7. Catharina, tweeling met voorgaande, overl. aug.26 1695. 8. Gerbrand, geb. 2aug. 1694. over]. 27 sept. 1964. 9. Anna, geb. 11aug. 1695, overl. 10 jan. 1766, tr. 30 juli 1727 George Knop, geb. jan. 1692, overl. 6 mei 1726. (Zie verder.) 10. Catharina, geb. 26 sept. 1696, over]. 30 sept. 1746. ll. Agatha, geb. 7 nov. 1697, overl. 17 okt. 1773, trouwt 21 mei 1725 Albertus Bierema, predikant te Poortugaal. 12. Elisabeth, geb. 11 jan. 1699, over]. 7 febr. 1699. 13. Johannes, geb. 12 febr. 1700. 14. Elisabeth, geb. 1 sept. 1701, over]. 29 april 1704. 15. Appollonia, geb. 4 nov. 1703, overl. 25 jan. 1706. 16. Dirk, geb. 2 mei 1707, overl. 23 jan. 1767.

146 Het wapen van het geslacht Knöps is volgens een lakcachet:

Op een gouden veld een zwarte keper vergezeld van drie zwarte kno(p)pen. Helmteken: een voorwerp uit het schild. Dekkleden: goud en zwart.

1. George Knöps, tr. Anna Seelen. Kinderen: 1. Elisabeth Anna, geb. 31 okt. 1728. 2. Johannes, geb. 1 dec. 1729. 3. Gerard Dirk, volgt 11. 4. Margaretha Catharina, geb. 24 jan. 1734, overl. 10 mei 1734.

11. Gerard Dirk Knöps, geb. 18 mei 1731, over]. Heusden 10 dec. 1774, trouwt 12 jan. 1761 Elisabeth van Rooyen, overl. 10 dec. 1770, doch- ter van Adriaan van Rooyen, burgemeester van Tiel en Catharina Judith Grel. Kinderen: 1. Johannes, geb. 20 okt. 1761, over]. Semarang 30 jan. 1817. 2. Adriaan George, geb. 13 mei 1763, overl. 11 nov. 1763. 3. Adriaan, volgt 111. 4. Pieter George, volgt IIIa.

111. Adriaan Knöps, geb. Heusden 16 mei 1766, koopman in wijnen, ad- junct maire van Dirksland in 18 13, overl. Dirksland 12 nov. 1835, trouwt Dirksland 13 febr. 1798 Arentje Bosschieter, geb. Dirksland 1 mrt. 1778, overl. aldaar 23 okt. 1813, dochter van Aart Bosschieter en Bastiaantje Breeman. Kinderen: 1. Johannes Gerardus, geb. Dirksland 6 nov. 1798, tr. Neeltje Broos- hoeft. Hieruit nageslacht. 2. Aart Willem, geb. 14 nov. 1800. 3. Pieter Elisa, geb. 10 aug. 1803. 4. Bastiaantje Elisabeth, geb. 26 okt. 1805, over]. 29 sept. 1807. 5. Bastiaantje Johanna Maria, geb. 10 jan. 1809.

IIIa. Pieter George Knöps, trouwt Petronella Jacoba van Berkel. Kinderen: 1. Johannes Gerardus. 2. Petronella Geertruida, tr. Jules Joseph Barbal, te Parijs. 3. Henry George, woonde te Antwerpen.

147 EUROPA’S JONGSTE VORST

door H. H. W. VAN EIJK Op 6 maart j.l. stierf na een smartelijk, doch om prijzenswaardige politieke motieven langdurig geheim gehouden ziekbed koning Paul 1 van Griekenland. Hij werd opgevolgd door zijn op 2 juni 1940 te Psychiko geboren en in sportkringen mede als Olympisch zeilkampioen bekende zoon onder de naam Constantijn 11. Het land van de oudste Europese beschaving wordt thans geregeerd door Europa? jongste monarch. Ter oriëntatie treffen onze lezers op de hierna volgende bladzijden de kwartierstaten aan van zijn ouders, alsmede de wapens van zijn bet-overgrootouders 1).

l) De beschrijving van het hierboven geplaatste wapen van Constantijn 11, alsmede die van de wapens voorkomend in de kwartierstaten zijner ouders. wordt in de volgende aflevering van Gens Nostra gepubliceerd. Red.

148 In het algemeen spreken de aldaar vermelde gegevens voor zichzelf, doch het zij mij vergund op één datum daaruit hier even nader in te gaan, nl. op het in 1913 gesloten huwelijk van zijn grootouders van moederszijde. Dit ,,Welfen-huwelijk” had namelijk indertijd, zeker gerekend naar de maatstaven dier jaren, een grote politieke betekenis. Om die te achterhalen moeten we ons in gedachten echter terugverplaatsen naar de jaren ‘60 van de vorige eeuw, toen niet slechts de Italiaanse, maar ook de Duitse eenheid tot stand kwam.

Na de a.h.w. ,,voorbereidende” oorlog tegen Denemarken ontbrandde in 1866 een strijd om de hegemonie in Duitsland tussen Pruisen en Oostenrijk. Vrijwel alle kleinere Duitse staten kozen partij voor Oostenrijk, doch zij werden (evenals Oostenrijk zelf) spoedig verslagen. Biimarck liet toen om politieke redenen Oostenrijk en de Zuidduitse staten intact, doch lijfde zonder veel scrupules de in Midden- en Noord-Duitsland gelegen bondgenoten van Oostenrijk in; de voornaamste daarvan waren het hertogdom Nassau, het keurvorstendom Hessen (-Kassel) en het koninkrijk Hannover. De houding dier gewelddadig onttroonde vorsten was verschillend. De hertog van Nassau accepteerde al spoedig een schadeloosstelling en leefde sedertdien als parti&lier; in 1890 zou hij (bij het uitsterven in manneliike liin van de Ottoonse linie der Nassau% in de persoon-van- onze koning Willem III)- in Luxemburg als groothertog opvolgen. De keurvorst van Hessen ontbond wel zijn leger en ontsloeg zijn onderdanen van hun eed van trouw, doch behield zich zijn rechten op Hessel-Kassel voor; zijn nakomelingen deden dit zelfs nog nadat in de novemberdagen van 1918 alle Duitse dynastieën hadden geabdiceerd! De meest onverzoenlijke houding nam echter koning Georg V. van Han- nover aan; hij vestigde zich bij Wenen en vormde er zelfs een eigen legertje om een restauratie voor te bereiden. De Pruisische regering legde hierop beslag op zijn bezit- tingen (ook op uitgesproken privé-bezit) en vormde uit de inkomsten daarvan een speciaal fonds Jer afwering van viiandige Welfen-acties tenen Pruisen”, het z.g. *elfen-fonds, dat eens door Bismarck-verachtelijk het ,,Reptiliehfonds” werd. genoemd. Tot deze starre houding van koning George droeg ongetwiifeld het bewustziin bij, dat zijn geslacht, dat der Welfen, veel ouder was en iñ deMiddeleeuwen ook aa&ienïijker dan de betrekkelijk ,jonge” Hohenzollern. Bovendien had Hannover in nauwe betrek- king gestaan met Groot-Brittannië, waarvan hij koninklijk prins was en door welks vorstin, koningin Victoria (zijn nicht) hij verheven was tot Duke of Cumberland. Slechts zeer geleidelijk is er een zekere verzoening tussen Welfen en Hohenzollern tot stand gekomen. Het eerste teken daarvan was, dat de Pruisische regering na de dood van George V. iaarliiks aan de koningin-moeder van Hannover voor haar en haar dochters een rente uii het Welfenfonds-van 240.000 mark ging betalen (1879). Haar zoon (Ernst August, door koningin Victoria OP 11-7-1878 verheven tot Duke of Cumberland) handhaafde echter de aanspraken van- zijn vader en werd daarom door een besluit van de Duitse Bondsraad in 1884 verhinderd de regering over Brunswijk te aanvaarden, toen aldaar de oudere tak der Welfen (Braunschweig-Wolfenbüttel) uitstierf. In een brief van 10 maart 1892 aan keizer Wilhelm 11. gaf hij echter wel te kennen, van vijandige acties ter verwezenlijking van zijn pretenties af te zien; het beslag op het Welfenfonds werd toen opgeheven, zodat de inkomsten daarvan nadien weer aan het huis der Welfen kwamen. Maar voor het overige veranderde er nog niets: Ernst August handhaafde zijn aanspraken op Hannover & nu ook op Brunswijk, doch in 1907 besloot de Bondsraad nogmaals, dat hij de regering over het laatste niet zou kunnen aanvaarden, zo hij zij; aanspraken Öp het eer& niet opgaf. Er verliepen nogmaals vijf jaar, eer het de keizer mocht gelukken, een verzoening tot stand te bren- gen. Ernst August’s enige en gelijknamige zoon werd opgenomen in het Pruisische leger, legde de eed van trouw aan de keizer af en werd, nadat zijn vader de regerings- rechten in Brunswijk op hem had overgedragen en hij afstand had gedaan zijn aan- spraken op Hannover, bij eenstemmig besluit van de Bondsraad gerechtigd verklaard de regering over Brunswijk te aanvaarden. Op 10 februari 1913 werd zijn engagement publiek met Victoria Luise, de enige dochter van de keizer, waarna op 24 mei het huwelijk te Berlijn volgde. Nog éénmaal waren tal van Europese vorsten bijeen; nauwe- lijks een jaar later zouden in de straten van Serajewo enkele schoten weerklinken, die de casus belli zouden leveren voor de Eerste Wereldoorlog, aan het einde waarvan deze vorsten, op slechts één uitzondering na, zouden worden weggevaagd.

149 BERLIJN - 24 MEI 19 13

150 In de ook thans nog zo riike collecties van Huize Doorn bevindt zich de hiernevens gereproduceerde gewassen tekening van Matania die zulk een voortreffelijk beeld geeft van de glans van ,,Die Welt von Gestern”. Met dank aan Dr. Klevn voor ziin assistentie bij het identificeren der geportretteerden, vermeld ik hieronder de voornaamste der aanzittenden: A. rij op de rug gezien, van boven naar beneden: 1”. prinses Alexandra van Hannover (Brunswiik). zeb. 1882. zuster van de bruidegom en gemalin van groothertog Friedrich Fr&& IV. van Mecklenburg-Schw∈ 2”. kroonprins Wilhelm van Duitsland en Pruisen, -geb. 1882. oudste broeder van de bruid en haar getuige; 3”. (niet zichtbaar door de gestalte van de zich vooroverbuigende lakei; alleen haar diadeem en de decoratielint over de borst zijn zichtbaar) prinses Thyra van Dene- marken, geb. 1853, moeder van de bruidegom, gemalin dus van de Duke of Cumberland): 4”. Wilhelm II.(‘Duits keizer en koning van Pruisen, geb. 18.59, vader van de bruid; 5”. koningin Mary van Groot-Brittannië, geb. prinses van Teek, geb. 1867, gemalin van koning George V van Groot-Brittannië; 6”. de juist opkijkende Ernst August van Hannover, koninkliik prins van Groot- Brittannië -en Ierland, Duke Öf Cumberland, (titulair) hertog van Brunswijk- Ltineburg, geb. 1845, vader van de bruidegom; 7”. (vermoedelijk:) prinses Irene van Hessen-Darmstadt, geb. 1866, gemalin van prins Heinrich van Pruisen. B. rij aan de overzijde van de tafel, van boven (bij de kandelaber) naar beneden: 8”. prins Heinrich van Pruisen, grootadmiraal, broeder van keizer Wilhelm 11, geb. 1862, oom en getuige van de bruid; 9”. Cecilie, prinses van Mecklenburg-Schwerin, geb. 1886, echtgenote van de Duitse kroonprins; 10”. groothertog Friedrich Franz IV. van Mecklenbura-Schwerin, geb. 1882, broeder van prinses Cecilie; zwager en getuige van de bruidegom; - 11”. Alix prinses van Hessen-Darmstadt, geb. 1872, gemalin van Czaar Nicolaas 11 van Rusland en zuster van nr. 7. Zijjwas persoonlijk gekroond tot keizerin van Rusland (Alexandra Feodorowna), hetgeen haar plaats in deze uiteraard door tal tal protocolaire voorschriften bepaalde tafelschikking bepaalt. 12”. Czaar Nicolaas 11 van Rusland, geb. 1868, via zijn moeder volle neef van de bruidegom en diens aetuize: 13 ‘. de bruid, prinses Victoria Louise van Pruisen, geb. 1892; 14”. de bruidegom, prins Ernst August van Hannover, geb. 1887, koninklijk prins van Groot-Brittannië en Ierland en kort daarop regerend hertog van Brunswijk; 15”. Auguste Viktoria, prinses van Sleeswijk-Holstein, geb. 1858; keizerin van Duitsland en koningin van Pruisen, gemalin van keizer Wilhelm 11.; moeder van de bruid; 1.6”. koning George V van Groot-Brittannië, keizer van Indië, geb. 1865, volle neef van keizer Wilhelm 11. (beiden waren kleinkinderen van koningin Victoria), getuige van de bruid: 17”. (waarschijnlijk:) prinses Margaretha van Pruisen, geb. 1872, zuster van keizer Wilhelm 11. en dus tante van de bruid, gemalin van prins (later: landgraaf) Fried- rich Kar1 van Hessen-Kassel. Van al de hier genoemden is thans nog alleen de toenmalige bruid, de grootmoeder van koning Constantijn 11 dus, in leven. Treffender echter is, dat nog geen zes jaar nadat deze tekening gemaakt werd alleen nog maar de Britse dynastie regerend was. Zelfs de ruimte waarin dit banket gehouden werd (de z.g. witte zaal in het Stadtschloss in Berlijn) bestaat niet meer. Het voormalig keizerlijk paleis in Berlijn was na de laatste wereldoorlog slechts licht beschadigd en had gemakkelijk gerestaureerd kunnen worden. Op last van de regering der DDR is het echter in het najaar van 1950 - zij het ook onder een storm van protesten uit de DDR zelf - opgeblazen. Er rest nu nog slechts een kale vlakte. En zo brengt de kwartierstaat van Europa’s jongste vorst ons tot de bekende verzuch- ting van Villon: Mais où sont les neiges d’antan?

151 -_ CHRISTIAN 1X., -’ LOIJISE HERTOG van SLEESWIJK- WILHELMINE FRIEDE- HOLSTEIN-SONDERBURG- RIKE CAROLINE JLUCKSBURG, STORMARN, AUGUSTE JULIE, DITHMARSCHEN, LAUEN- PRINSES van HESSEN- BURG en OLDENBURG enz. KASSEL (h. BRABANT) (h. OLDENBURG)

KONING van DENE- IDMZRAAL; STADHOUDER MARKEN, der WENDEN van POLEN; PRESIDENT en GOTHEN van de RIJKSRAAD 15-11-1863

z. v. Wilhelm, hertog van d. v. Wilhelm, landgraaf z. v. Nicolaas 1 Pawlowitzj, d. v. Josef, hertog van Saksen- Sl.-H.&.-Gl. en Luise, van Hessen-Kassel en Czaar en keizer aller Russen Hildburghausen (-Altenburg) prinses van Hessen-Kassel Charlotte, prinses van en Charlotte, prinses van en Amelie, prinses van Denemarken Pruisen Wurtemberg * Gottorp * Kassel ’ St.-Petersburg * Altenburg 84-1818 7-9-1817 9-9-1827 8-7-1830 t Kopenhagen t Bernstorff t S~~_$urg t yPe”urg 29-1-1906 29-9-1898

Kopenhagen St.-Petërsburg 26-5-1842 11-9-1848

8 9 CHRISTIAN WILHELM FERDINAND ADOLF, OLGA CONSTANTINOWNA. PRINS wvz DENEMARKEN GROOTVORSTIN run RUSLAND (Onder de naam GEORGIOS 1) KONING der HELLENEN 1863

* Kopenhagen 24-12-1845 * Pawlowsk 3-9-1851 t (vermoord) Sa1onik.i 18-3-1913 I t Pau 19-6-1926 00 St.-Petersburg 27-10-1867

4 KONSTANTINOS 1, KONING de?’ HELLENEN, PRINS van DENEMARKEN, h’.ERTOG van SPARTA

KONING van GRIEKENLAND IP-3-1913-11-6-1917 en van 19-12-192&27-9-1922 * Athene 2-8-1868 t Palermo 11-1-1923 CQ Athené 2 PAV

KONING DER HELLENEN, KONING VAN * Athene 14-2-1901 w Athene 9-1-1938 Friederike, prinses v. Hannover,

~amensreumg: Y. E. en K. 152 6

10 21 13 FRIEDRICH MARIE LOUISE ALEXANDRINE \VILIIELI 1.. AUGUSTA VICTORIA, DUITS KEIZER EN CATHERINA, PRINSES KONINGIN VAN GR.- KONING van PRUISEN, van SAKSEN-WEIMAR- BRITTANNIE en IERLAND, MARKGf. van BRANDEN- EZSENACH, HERTOGIh / en van HAAR KOLONIEN BURG, BURGGf. van NEU- van SAKSEN EN BEZITTINGEN in RENBERG, GRAAF van (h. WETTIN) EUROPA, AZIE, AFRIKA, HOHENZOLLERN, VORST AMERIKA en OCEANIE van ORANJE en NASSAU enz. (h. HANNOVER: mw. (h. HOHENZOLLERN) WELF-ESTE)

REGENT van PRUISEN PRZNCE-CONSORT KONINGIN van GROOT- 1858; KONING van 1857 BRITTANNIE 1837; PRUISEN 1861; DUITS KEIZERIN van INDIE KEIZER 1871 1877

z. v. Friedrich Wilhelm IIL, d. v. Kar1 Friedrich, groot Z. V. Ernst I., hertog wn d. v. Edward, duke of Kent koning van Pruisen en Luise hertog van Saksen-W.-E. Saksen-Saalfeld (Coburg- and Strathearn en Victoria, hertogin van Mecklenburg- en Maria Paulowna, groot Gotha) en Luise, prinses van prinses van Saksen-Saalfeld Strelitz vorstin van Rusland Saksen-Altenburg * Berlijn l Weimar * Rosenau * Londen 22-3-1791 30-9-1811 26-8-1819 24-5-1819 t Berlijn t Berlijn t Windsor t Osborne 9-3-1888 7-1-1890 14-12-1861 22-1-1901

Bezijn Lozen 11-6-1829 10-2-1840

10 Il PRIEDHICH 111. WILHELM NIKOLAUS KARL, VICTORIA ADELAIDE MARY LOUISE, PRINSES van DUITS KEIZER en KONING van PRUISEN GROOT-BRITTANNIE en ttnt IERLAND, HERTOGIN ,>an SAKSEN DUITS KEIZER en KONING van PRUISEN 1888, MARKGf. van BRANDENBURG, BURGGf. van NEURENBERG, Cf. van HOHENZOLLERN, VORST van NASSAU en ORANJE enz.

* Potsdam 18-10-1831 * Londen 21-11-1840 t Potsdam 15-6-1888 t Cronberg 5-8-1901

Co Londen 25-1-1858 ~~ 5 SOFIE DOROTHEE ULRIKE ALICE, PRINSES van PRUISEN

* Potsdam 14-6-1870 t Frankfurt a. M. 13-1-1932 !7-10-1889 - LOS 1

‘RINS VAN DENEMARKEN JRIEKENLAND l -4- 1947 t Tatoi 6-3-1964 rertogin v. Brunswijk en Lüneburg (3)

153 5 ._ -. . ALEXANDRINE CHRISTIAN IX LOUlSE BIARIE HERTOG van SLEES- WILHELMINE FR1‘EDE- VILHELMZNE CATHARINE WIJK-HOLSTEIN- RIKE CAROLIA CHARLOTTE THERESE SONDERBVRG- AUGVSTE JVLIE, P.k:NsEs HENRIETTE LOUISE GLVCKSBVRG, van HESSEN-KASSEL PAULINE ELISABETH STORMARN, DITH- (h. BRABANT) FREDERIKE GEORGINE, MARSCHEN, LAVEN- PRINSES van SAKSEN- BURG en OLDENBURG ALTENBURG, HERTOGIN enz. (h. OLDENBURG) van SAKSEN (h. WETTIN)

KONING van HANNOVER KONING van DENE- 1851-1866: MARKEN, der WENDEN HERTOG van CVMBER- en GOTHEN 15-11-1863 LAND en TEVIOTDALE, Gf. van ARMAGH z. v. Ernst August, koning Y. d. v. Josef, hertog yan z. Y. Wilhelm, hertog van d. v. Wilhelm, landgr; iaf van Hannover en Friederike, Saksen-Altenburg en Amalie, Sl.-H.-So.-GI. en Luise, Hessen-Kassei en Ch arlotte, hertogin van Mecklenburg- hertogin van Wurtemberg prinses van Hessen-Kassei prinses van Denemz arken Strelitz * Berlijn * Hildburghausen * Gottorp * Kassei 27-5-1819 1441818 8-4-1818 7-9-1817 ‘F Parijs ? Gmunden t Kopenhagen t Bernstorff 12-6-1878 9-1-1907 29-1-1906 29-9-1898 Hst&er Koperhagen 18-2-1843 26-5-1842 - L2 13 ERNST AUGUST WILHELM ADOLF GEORG FRIEDRICH, THYRA AMELIA CAROLINE CHARLOTTE rINNA, KROONPRINS van HANNOVER, PRINS van GROOT- PRINSES van DENEMARKEN BRITTANNIE en IERLAND, HERTOG ,un CVMBERLAND en TEVIOTDALE (1878), HERTOG te BRUNSWIJK en LVNEBVRG

* Hannover 21-9-1845 * Kopenhagen 29-9-1853 t Gmunden 14-11-1923 t Gmunden 2&2-1933 m Kopenhagen 21-12-1878 -

ERNST AUGUST CHRISTIAN GEORG, PRINS van HANNOVER, KONINKLIJK PRINS van GROOT-BRITTANNIE en IERLAND. HERTOG te BRUNSWIJK en LUNEBVRG HERTOG van BRUNSWIJK 1-ll-1913-(abd.) 8-11-1918

* Penzing 17-11-1887 I Marienburg 30-1-195;3 I 00 Berlijn 3 FREDE

LOUISE THYRA VICTORIA MARGARETE PRINSES VAN HANNOVER, HERTOGIN * Blankenburg 18-4-1917 m Athene 9-1-1938 Pavlos 1, koning der

Samenstelling: Y. E. en K. 154 28 = 10 129 = 11 0 31 FRIEDRICB 111. VICTORIA FRIEDWICH ADELAIDE WILHELM NIKOLAUS ADELAIDE MARY LOUISE CHRISTIAN AUGUST, VICTORIA AMELIE LOUISE KARL, DUITS KEIZER PRINSES van GROOT- PRINS van SLEES- MARIE KONSTANZE, en KONING van PRUI- BRITTANNIE en IERLAND WIJK-HOLSTELV- PRINSES van HOHEN- SEN, MARKGf. wzn BRAN- HERTOGIN van SAKSEN SONDERBURG, LOHE-LANGENBURG DENBURG, BURGGf. van (h. SAKSEN-COBURG- STORMARN, DITH- (h. HERTOGEN van NEURENBERG, Gf. van GOTHA; WETTIN) MARSCHEN en OL- FRANKENLAND) HOHENZOLLERN, VORST DENBURG, ERFPRINS van ORANJE en NASSAU van NOORWEGEN enz. (h. OLDENBURG)

DUITS KEIZER en KONING van PRUISEN 1888

z. v. Wilhelm I., Duits keizer d. v. Albert, Prince-Consort, z. Y. Christian, hertog van d. v. Ernst, vorst van Hohen- en koning van Pruisen en en Victoria, koningin van :leeswijk-Holstein en Luise, lohe-Langenburg en Feodora, Augusta, prinses van Saksen- Groot-Brittannië en Ierland gravin van Daneskiöld- prinses van Leiningen Weimar-Eisenach Samsöe * Potsdam * Londen * Augustenburg * Langenburg 18-10-1831 21-11-1840 6-7-1829 20-7-1835 ‘r Potsdam t Wiesbaden t Dresden 15-6-1888 f 5Y;_ygF 14-1-1880 25-1-1900 03 Londen LangEburg 25-1-1858 11-9-1856 - - 14 15 FKIEDRZCH WILHELM 11. VICTOR ALBERT, AUGUSTA VICTORIA DUITS KEIZER en KONING van PRUISEN, MARKGf. FRIEDERIKE LUISE FEODORA JENNY, van BRANDENBURG, BURGGf. van NEURENBERG, PRINSES van SLEESWIJK-HOLSTEIN Cf. van HOHENZOLLERN, VORST van ORANJE en NASSAU, enz. DUITS KEIZER en KOhrING van PRUISEN 1888~(abd.) 9/28-11-X918 * Berlijn 27-1-1859 * Dolzig 22-10-1858 t Doorn 4-6-1941 t Doorn 11-4-1921 100 Berlijn 27-2-1881

VICTORIA LUISE ADELHEZD MATHILDE CHARLOTTE, PRINSES van PRUISEN

* Potsdam 13-9-1892 4-5-1913 :IKA

OPHIE OLGA CECILIE ISABELLA CHRISTA, ‘E BRUNSWIJK EN LUNEBURG ‘ellenen, prins van Denemarken (2)

155 Mr. WILLEM ANNE BARON VAN SPAEN LA LECQ Heer van Hardenstein * ‘s-Gravenhage 26-12-1750, ged. ald. 3-1-1751, i ald. 29-4-1817, Burgemr. van Elburg, scholtus van binnen en buiten Hattem, Dijkgraaf van Hattem, Ambtsjonker van Nijkerk, gedep. extra-ordinaris Raad in het Hof van Gelderland, Hoogschout van Maastricht en Vroenhove, Gecomm. ter Generaliteit en ter Admiraliteit van Amsterdam, President van het Kanton Kleef, Electeur van het Depart. van de Roer, Stalmeester van Koning Lodewijk Napoleon van Holland, Grootmeester van Wapenen van het Koninkrijk Hol- land, Lid van de Staten van Gelderland. Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, vermaard genealoog en historicus,

EERSTE PRESIDENT VAN DEN HOOGEN RAAD VAN ADEL welke was ingesteld bij Besluit van de Souverein Vorst dd 24 juni 1814, No. 10; zn. van Alexander Sweder des H. R. Rijksvrijheer van Spaen, Heer van Ringenberg, Haminkeln en Hardensteein, Generaal-Majoor der Cavalerie en van Elisabeth Agnes Jacoba des H. R. Rijksgravin van Nassau la Lecq (in 5e generatie nakomelinge van Maurits Prins van Oranje, Graaf van Nassau, Vianden, Buren enz. en van Margaretha van Mechelen, dr. van Cornelis Berthout en Barbera van Nassau, in 4e generatie nazate van Jan IV Graaf van Nassau, Vianden, Dietz en Aleyd van Lommel). Behorende tot het Gelders-Kleefs-Riddermatige geslacht van Spaen werd als eerste van zijn stam, de overgrootvader van Baron Willem Anne, Alexander, overleden als generaal-veldmaarschalk in Keurvorstelijk-Brandenburgse Dienst, Heer van Ringenberg, Moyland, Cruisfoort en Till, bij diploma dd. 25-5-1661 verheven tot des Heiligen Room- schen Rijksvrijheer door Keizer Leopold 1. Bij Besl. van de Souv. Vorst dd. 28-8-1814, No. 14 werd Mr. Willem Anne van Spaen la Lecq benoemd in de Ridderschap van Gel- derland, terwijl bij Besl. van de Souv. Vorst dd. 5-9-1814, No. 29 voor alle wettige leden van dit geslacht de titel van Baron werd erkend. Het wapen werd vastgesteld bij de verheffing tot de erfelijke Rijksadel door Keizer Leopold 1 anno 1661. Mr. Willem Anne Baron van Spaen schreef zich van Spaen la Lecq ter herinnering aan zijne moeder en verving in zijn persoonlijke wapen het 3e kwar- tier door het wapen der oude Heren van de Leek, zodat de beschrijving thans luidt: Gevierendeeld: 1. en IV. in zilver drie rode schuinbalken (Spaen); 11. in rood tien

156 gouden ringen, 3-3-3-1 gerangschikt (Ringenberg); 111. in zilver een rood getongde en genagelde zwarte leeuw (de Leek). In een gouden hartschild een zwarte goud-gekroonde en roodgetongde zwarte adelaar (H. R. Rijk). Drie zwart gevoerde helmen, de le ge- kroond en met zilver-rode dekkleden, de 2e met zwart-gouden wrong en zwart-gouden dekkleden en de 3e met rood-gouden wrong en goud-rode dekkleden. Helmtekens: le een zwarte berenpoot, een rode bol in de klauw houdende; 2e een zwarte adelaarskop met hals, rood getongd en goud-gekroond; 3e een gouden ring tussen een zilveren vluchi, de rechter vleugel beladen met een rode schuinbalk en de linker met een rode linker- schuinbalk, elk beladen met drie gouden ringen. Wapenspreuk op zilveren lint in zwarte letters: Vivit post funera virtus. A. R. K.

NEDERLANDERS IN DENEMARKEN door Mr. A. K. VINK De tegenwoordige stad Kopenhagen is ten dele op het eiland Amager ge- bouwd. Het is weinigen bekend dat naar dit Amager omstreeks 1521 tal van Nederlanders zijn verhuisd, die daar met land- en tuinbouw en ook met de visvangst in de Sont in hun levensonderhoud voorzagen. Nu moet men zich hiervan genealogisch geen te grote voorstelling maken. Immers tussen de tijd van deze, door Christiaan 11 bevorderde, immigratie en de tijd dat de doop- en trouwboeken beginnen, liggen 120 jaar. Het oudste Kirkebog for Store Magleby paa Amager bevat de jaren 1640-1728. Maar dan is de herinnering aan ons land nog niet verdwenen. Zo leest men bij voorbeeld in 1702: ,,Peeter Olthorn arme jonge van Copenhaven die bij IJs- brant Jansens weduwe bij de heck op de hooijbalcken gelegen en daervan in ‘t donckere afgevallen lag l$$ dagh (onleesbaar). Na gedane rapport door de schout aen de heer Amptman isser schriftlijck ordre gekomen tot begraavinge des doodsmans; sijne ouders zijn beyde doot”. Men ziet, dat het ook een akte uit een boek hier in Nederland zou kunnen zijn. De immigratie in Denemarken schijnt tot stand te zijn gekomen door de ontmoeting van de Deense koning met een Hollandse zakenvrouw: Sigbrit Villums (die m.i. wel Siebrechtje Willems zal zijn). Als deze Nederlandse im- migranten reeds geslachtsnamen hebben gevoerd, dan zijn deze in de tijd tus- sen 1520 en 1640 verdwenen en vergeten, want na 1640 vindt men geen geslachtsnamen terug. Het zijn alle patroniemen geworden, met nu en dan een beroepsnaam ertussen: Schniders, Backer e.d. Ik noteerde nog een Willem van Tessel en een Peter van Egmont, doch neem aan dat dit slechts op de herkomst van deze mensen slaat en niet dat men met namen te doen heeft. Later zijn van Amager nog gezinnen vertrokken naar een (thans onbewoond) eilandje, Sprogö, en naar Falstar. Genealogisch is belangwekkend, dat deze Nederlanders zo’n eenheid zijn geweest dat zij alle zijn verwerkt in ongeveer 40.000 fisches, waaruit stam- tafels (sommige tot op heden bijgehouden) en kwartierstaten zijn gemaakt. Een dergelijk afgerond geheel van boeren- en vissersfamilies, opgemaakt aan de hand van de kerkeboeken, volkstellingen en rechterlijke archieven, heb ik nooit eerder gezien. Voor de genealogen is er echter meer. Dezelfde onderzoeker heeft ook de

157 namen van de bij de marine betrokkenen op kaart gebracht en toonde me tal van uit Nederland afkomstige krijgslieden: data van hun beëdiging enz. Ik heb hierin enige tijd gebladerd, doch zag wel tal van namen, waarbij herkomst van hier was vastgelegd, maar kreeg telkens de indruk, dat het ook hier te lande vreemdelingen zijn geweest, huurlingen, die als hier hun dienstverband was beëindigd, in dienst van de Deense koningen zijn getreden. Er waren kennelijk Franse namen onder. Maar van deze (eveneens duizenden) fiches, heb ik slechts terloops kennis kunnen nemen. Indien echter iemand vragen heeft over een bepaald persoon, wiens spoor men hier bijster is en die mis- schien in de marine heeft gediend, kan ik zijn vraag doorgeven aan de Deense onderzoeker, die beloofd heeft mede te delen, wat in deze fiches voorkomt. Eventuele vragen kan men zenden aan mijn adres: H. Kamerlingh Onnes- weg 33, Bussum, maar men denke eraan een ,,coupon réponse” alsmede voor verdere porti een gulden aan postzegels in te sluiten.

ZWITSERS IN NEDERLANDSE STAATSDIENST door W. SLOB Een groot deel van degenen, die zich met genealogie bezig houden, komen met de krijgsgeschiedenis niet in aanraking, omdat de dienstplicht eigenlijk nog maar van jonge datum is en degenen, die beroepssoldaat werden òf avon- turiers waren òf jongelieden van onze eerste families, voor wie het beroep van officier een traditie was. Het merendeel van ons volk behoeft zich bij het familie-onderzoek meestal niet druk te maken over de zwerftochten welke een voorvader van hem heeft gemaakt. Daarom is er van het nasporen van militairen ook eigenlijk maar weinig bekend. Onze beroeps-genealogen kennen de wegen natuurlijk wèl, maar de gewone amateur-genealoog komt maar zelden in de noodzakelijkheid ze te bewandelen. Toch is er een groep in ons volk, die heel veel met de soldatenmaatschappij van weleer te maken heeft. Die groep wordt gevormd door degenen, die af- stammen van Zwitsers (mogelijk ook Schotten of Duitsers) die hier vrijwillig de Staten-Generaal of Koning Willem 1 hebben gediend. De meeste Nederlanders weten niet eens, dat sedert 1674 Zwitserse staats- burgers als bondgenoten in eigen regimenten onder eigen officieren en eigen vaandels ons volk hebben gediend. Het begon, zoals gezegd, in 1674 of daaromtrent en het eindigde in 1829, toen Koning Willem 1 de Zwitserse troepen moest afschaffen op aandringen van de Zuidelijke Nederlanden. De Zwitserse troepen hadden een eigen rechtspraak en waren dus niet onder de Nederlandse krijgswetten gesteld. Zij waren Zwitsers en bleven Zwitsers. Zij werden ook niet geworven als ,,huurlingen”, doch als ,,bondgenoten”, waar- toe de Staten-Generaal, resp. de Koning, een bondgenootschap aanging met één of meer kantons. Dit bondgenootschap hield soms meerdere voorwaarden

158 in, maar in grote lijnen kwam het toch hierop neer, dat tegen behoorlijke geldelijke vergoeding Zwitserse mannen dienst konden nemen in een Zwitsers regiment, dat dan in zijn geheel in de organisatie van het Staatse Leger (later Nederlandse leger) werd opgenomen. Dit was voor de Zwitsers van belang, want de Zwitserse bodem kon alle jongelieden niet voeden. Evenals Italianen al jarenlang in vreemde landen in de mijnen komen werken, zo hebben de Zwitsers al vanaf de Middeleeuwen als soldaten in den vreemde gediend. Vooral de Garde-troepen werden dik- wijls uit Zwitsers samengesteld. Wanneer zij van het goede krijgsmanshout waren gesneden zouden zij n.1. hun eed gestand doen en desnoods op de plaats sterven inplaats van te vluchten of verraad te plegen. Het laatste over- blijfsel is de befaamde Zwitserse Garde van het Vaticaan, terwijl het Vreem- delingen-legioen der Fransen vorige eeuw werd opgericht om de Zwitsers, die officieel niet meer in vreemde legers mochten dienen, gelegenheid te ge- ven tòch voor Frankrijk te vechten Ik heb een vrij uitvoerige studie gemaakt van de Zwitsers in Nederlandse Staatsdienst. Het onderwerp was tot dusver vrijwel nimmer bestudeerd en er kwamen dan ook allerlei interessante dingen te voorschijn. Nu is het geenszins de bedoeling van dit artikel om de geschiedenis van de Zwitserse soldaten in dienst der Heren Hoogmogenden of van Zijne Ma- jesteit te schrijven, maar wèl om allen, die op de een of andere manier bij hun onderzoek mochten stuiten op een Zwitser, enige vingerwijzingen te geven. Zij, die - dit in het algemeen gesteld - inderdaad op Zwitsers moch- ten stuiten kunnen mij altijd vragen of ik mogelijk iets gevonden heb. Ik zal hen gaarne antwoorden, hoewel ik er met nadruk op moet wijzen, dat ik geen personenregisters heb aangelegd, doch meer overzichten van jaartallen en feiten heb gemaakt. A. Voor een algemeen inzicht raad ik aan te raadplegen: P. de Vallière: Honneur et Fidélité, histoire de Suisses au service étranger. Lausanne 1940 (is ook een duitse uitgave van verschenen). Gen. ten Raa: Het Staatsche Leger, 8 delen. In de bibliotheken van het Ministerie van Defensie, van de Kon. Militaire Academie, van de Generale Staf en van het Ned. Leger- en Wapenmuseum zijn allerlei werken, zelfs handschriften, te raadplegen. B. Voor wat betreft de organisatie van het Stautsche Leger (tot aan de Fran- se Tijd): H. Hardenberg: Overzicht van het Nederlandsche Leger van 1713 tot de tegenwoordige tijd, 2 delen. Den Haag, 1858. M. May de Romainmotier: Les Régiments suisses au service des Etats- Généraux 1772 (Le Régiment des Gardes Suisses). Gen. ten Raa: Uniformboek 1752-1796. 59. Jahresbericht der Hist. Antiq. Gesellschaft von Graubünden, Jahr- gang 1929, Chur 1930. Titel: ,,Graubünder und andere schweizerische Landeskinder in niederländischen Diensten während des 18. Jahrhun- derts”. Door J. Blonden en H. J. Heilig.

159 C. J. Gudde: 4 Eeuwen geschiedenis van het garnizoen ‘s Hertogenbosch, Den Bosch. Jaarboekjes, ook wel bekend als ,,officiersboekjes”, o.a. aanwezig in het Leger- en Wapenmuseum te Leiden. Sommige van deze boekjes (eerste werd uitgegeven in 1725) vermelden ook de garnizoensplaatsen. Huwelij- ken van militairen kan men ten dele vinden in de trouwboeken der gar- nizoenssteden. Het A.R., Den Haag, heeft vele stukken (o.a. Raad van Staat). Het enige geboorte- en huwelijksregister van een Zwitserse eenheid in Nederlands bezit (in het stadsarchief van Maastricht, ter leen van het Rijksarchief), is bewerkt door de heer Blonden, archivaris van Maastricht in het 59. Jahresbericht der Hist. Antiq. Gesellschaft von Graubünden (zie boven). Dit register werd bijgehouden door de regiments-veldprediker van regt. nr. 4 (Schmidt-de Salis e.d.). Men kan er de zwerftochten van dit regiment mede volgen omdat bij dopen en huwelijken de plaatsen erbij werden vermeld. Dit register leert ons echter ook, dat allen, die in een Zwitsers regiment dienden, dáárom nog geen Zwitsers behoefden te zijn. Er dienden n.1. ook verschillende Duitsers in (uit Hessen-Nassau).

C. In de Franse Tijd dienden hier geen Zwitserse eenheden (officieel), doch bij het herstel onzer onafhankelijkheid werden weer 4 regimenten Zwitsers in dienst genomen, zoals gezegd om in 1829 weer afgedankt te worden. Hieromtrent is materiaal te vinden in: Staatssecretarie (A.R.) waarin Verschillende verordeningen van de Souvereine Vorst, briefwisseling met de commissaris-generaal van oorlog, koninklijke besluiten; Stamboeken van de regimenten 29, 30, 31 en 32. In het depot R.A. Schaarsbergen: Staat der Troepen. J. J. Uyterschout: Beknopt overzicht v. d. belangrijkste gebeurtenissen uit de krijgsgeschiedenis van 1568 tot heden, Kampen 1935. Krijgsgeschiedkundige geschriften nr. 4, 1896: memorie betr. de uitreiking, vernieuwing en inlevering van vaandels en standaarden bij het Neder- landsche Leger sedert 18 13.

Uit het enige register dat bewaard gebleven is (zie boven) blijkt, dat er verschillende Zwitserse soldaten, onderofficieren en officieren met Neder- landse meisjes getrouwd zijn. Na afloop van de diensttijd gingen de meeste Zwitsers weer naar hun vaderland terug en zullen dan hun Nederlandse vrou- wen wel hebben meegenomen. Maar er waren er ook, die weer bijtekenden of op andere wijze in hun onderhoud voorzagen en in Nederland bleven wo- nen. In 1829 kregen de officieren de gelegenheid om in Nederlandse of Indische militaire dienst over te gaan. Het is precies na te gaan wie daarvan gebruik hebben gemaakt. Dezen kregen natuurlijk ook de Nederlandse nationaliteit. Het waren in totaal 64 officieren, waaronder ook officieren van gezondheid en officieren van administratie.

160 GENEALOGISCHE WERKGROEP ZEELAND De eerste jaren: In april 1951 kwamen de heren G. E. Op ‘t Hof (destijds te Rotterdam, thans te Vlaardingen) en P. A. Harthoorn (destijds te Amsterdam, thans te Herne Bay, Kent, England) overeen om samen te gaan werken bij genealo- gisch onderzoek op Zuid-Beveland en gegevens uit te wisselen. Kort daarna werd het idee geboren om een grotere groep te stichten en in september 1951 werd een oproep in Gens Nostra geplaatst, ondertekend door de twee boven- genoemden en de heer J. M. Hoekman. Inmiddels was de ervaring opgedaan, dat het uitwisselen van gegevens van toevallige vondsten niet erg effectief kon zijn en werd een aanvang gemaakt met het systematisch bewerken van ker- kelijke, rechterlijke en notariële archieven van Zuid-Beveland. In de loop van dat jaar werd de taakverdeling verder uitgewerkt en een werkwijze vast- gesteld, die nu nog in grote lijnen voort gaat. De heer Hoekman moest al spoedig de medewerking opgeven in verband met drukke werkzaamheden. In de eerste jaren ontvingen we echter veel medewerking van de heer J. J. Pol- derman, die een belangrijk deel van zijn Zeeuwse genealogische verzameling voor copieëring ter beschikking stelde. In december 1952 werd voor de eerste maal een Contactblad uitgegeven. Dit werd herhaald in augustus 1953 en april 1954. De heer D. M. Hollestelle was een vaste en enthousiaste mede- werker van 1953 tot aan zijn overlijden op 14 oktober 1957. Verder is het ondoenlijk om namen van medewerkers te noemen, zonder gevaar te lopen iemand te vergeten. Van begin af aan was besloten om geen Zeeuwse snippervereniging te vor- men, vandaar de formulering: ,,werkgroep” en al het werk belangeloos te doen en gegevens uit de collecties gratis te verstrekken. Tot op heden hebben wij slechts één genealogische publicatie verzorgd, nl. ,,Het nieuwe geslachts- boek Smallegange, naar gegevens van J. J. Polderman en uit de genealogi- sche verzameling van de Genealogische Werkgroep Zeeland. Bewerkt door P. A. Harthoorn. Publicatie nr. 1, A’dam oktober 1953. Uitg. De Bot - stencildruk”. Er zijn plannen voor verdere publicaties.

Tegenwoordige situatie: In de zomer van 1955 vertrok de heer P. A. Harthoorn naar Engeland en er werd overeengekomen, dat de verzamelingen van de G.W.Z. mèt hem naar Engeland zouden verhuizen en dat hij, nu medewerking aan archiefonderzoek in Nederland onmogelijk geworden was, zijn krachten zou gaan wijden aan de verwerking van verzamelde gegevens en het verstrekken van gegevens aan belanghebbenden. De situatie is nog steeds hetzelfde gebleven. In de afgelopen jaren heeft de werkgroep echter de beschikking gekregen over een zelfge- bouwd draagbaar fotocopiëerapparaat en zijn wij nu in staat om copieën te vervaardigen van archivalia. Was het in 1953 en 1954 nog zo, dat de werk- groep enige dagen besteedde om kerkelijke archivalia ter plaatse met de hand

161 te copieëren (bijv. Schore/Vlake), in het afgelopen jaar waren we in staat om in een enkele ochtend een volledig doop- en trouwboek op film te zetten, waarna de transcriptie in Engeland kon plaatsvinden gedurende de winter- maanden. Wij zijn niet in staat geweest om vaste medewerkers te vinden. Wel hebben we vele mooie bijdragen mogen ontvangen waarvan ik slechts enkele wil noe- men, zoals uittreksels van kerkelijke archivalia van Noord-Beveland van de heer C. P. Zuydweg uit Kats. Fraai uitgewerkte kwartierstaten van de heren J. C. de Baar en H. J. Wolters en talloze kleinere bijdragen werden ontvangen. In de loop der jaren is een bescheiden bibliotheek van historische literatuur over Zeeland opgebouwd.

Werkwijze: Algemeen: Het verzamelen van genealogische gegevens van Zeeuwse ge- slachten, speciaal van gegevens, die vóór 1940 (brand op het R.A. Middelburg) verzameld zijn. Het uitbreiden van de collectie Zeeuwse genealogieën en kwar- tierstaten. Het klapperen van Zeeuwse genealogische en historische publi- katies (kaartsysteem in coll. in Engeland). Archivalia: Het extraheren van de archieven van de rechtbanken en wees- kamers en de notariële archieven van Zuid-Beveland (aan de overige eilanden zijn we nog niet toegekomen - gebrek aan medewerkers). Copieëring van doop- en trouwboeken, die zich in de plaatselijke kerkelijke archieven bevinden. Copieën worden gedeponeerd op het Rijksarchief voor Zeeland te Middelburg. Fotocopieëring van doop-, trouw- en begraafboeken, aanwezig op het R.A. te Middelburg. Deze worden nl. niet uitgeleend aan andere archieven en bibliotheken en copieëring ter plaatse neemt te veel tijd in beslag. Van de fotocopieën worden fiches gemaakt.

Wat momenteel bereikt is: Wij zijn reeds zeer ver gevorderd met de bewerking van de rechterlijke archieven en weeskamers van Zuid-Beveland. De volgende lijst geeft de plaats- namen van de rechtbanken, de periode waaruit gegevens beschikbaar zijn en het aantal bewerkte registers.

Baarland 1592-1811 45 Baarsdorp 1743-1810 4 Biezelinge (zie Kapelle) Borssele 1618-1811 13 Driewegen 1631-1811 20 Ellewoutsdijk 1722-1811 13 Eversdijk 1615-1810 17

162 Goes ca. 1650-1810 22 en vele gedeeltelijk bewerkte registers ‘s Gravenpolder 1661-1810 24 ‘s Hr. Abtskerke 1703-1810 11 ‘s Heer Arendskerke slechts gedeeltelijk bewerkte registers ‘s Heerenhoek 1693-1811 16 ‘s Heer Hendrikskinderen 1725-1810 3 Heinkenszand 1591-1811 44 Hoedekenskerke 1596-1810 21 Yerseke 1620-1804 6 Kapelle 1624-1810 20 Kattendijke 1690-1810 6 Kloetinge 1574-1810 13 Krabbendijke 1682-1811 20 Kruiningen 158.5-1811 24 Maire 1786-1809 3 Nisse 1621-1810 2 Oudelande 1602-1810 37 Ovezande 1639-1811 31 Rilland-Bath 1789-1810 8 Schare-Vlake 1660-1811 22 Sinoutskerke slechts gedeeltelijk bewerkte registers Valkenisse 1618-1810 8 Vlake (zie Schare) Waarde 1655-1810 7 Wemeldinge slechts gedeeltelijk bewerkte registers Wolfaartsdijk 1643-1811 15 Zwake slechts gedeeltelijk bewerkte registers Van bovengenoemde registers bezitten we van elke ingeschreven akte een kort uittreksel, dat voldoende is om te zien of de daarin voorkomende ge- gevens belangrijk genoeg zijn om de oorspronkelijke akte op te zoeken.

Kerkelijke archivalia: Van de volgende plaatsen bezitten we volledige doop-, trouw- of begraaf- registers of zeer volledige uittreksels uit aktaboeken, lidmatenlijsten etc. Het ligt echter niet in mijn bedoeling om hier een soort van inventaris op te geven. Borssele, Baarland, Colijnsplaat, ‘s Gravenpolder, Heinkenszand, ‘s Heer Arendskerke, Yerseke, Hulst, Kapelle, Kats, Kortgene, Kruiningen, Oud Vosmeer, Schoondijke, Scherpenisse, St. Annaland, Schare en Vlake, Tholen, Veere, Vrouwenpolder, Wissekerke.

Plannen voor de toekomst Veel hangt af van de beschikbare tijd en het aantal medewerkers. Momen- teel zijn we niet in staat om meer te doen. We zouden graag frequenter pu- bliceren of in de vorm van monografieën of in een of ander blad (we denken

163 in de eerste plaats aan Gens Nostra en het Zeeuws Tijdschrift), maar de voor- bereiding en bewerking nemen veel tijd in beslag. Het maken van propa- ganda voor de werkgroep heeft in het verleden altijd geresulteerd in een groei van het aantal tijdelijke medewerkers, maar ook in een sterke stijging van het aantal binnenkomende vragen, waarvan de beantwoording veel tijd in beslag neemt. We zouden graag vaste medewerkers hebben, die elk een deel van Zeeland willen bewerken. We zouden medewerkers willen hebben, die in staat zijn om archivalia van microfilms te extraheren, die willen medewerken om de honderden pagina’s schrift over te typen en registers te maken. We zouden een aantal vaste medewerkers willen hebben in een aantal kernpunten in Zeeland, bijv. Middelburg, Veere, Goes, Zierikzee en Zeeuws Vlaanderen om gegevens na te zoeken, die we nodig hebben bij het vervaardigen van publicaties. (Op het programma staan o.m. de genealogie Hollestelle en de genealogie van Nieuwenhuyse). Voorlopig zullen wij doorgaan met de bewerking van de rechterlijke- en weeskamerarchieven van Zuid-Beveland. We hopen iemand te kunnen vinden om de notariële archieven van de Goesse notarissen voor zijn rekening te nemen. En eens per jaar zal er een ,,expeditie” uitgerust worden, die foto- copieën zal vervaardigen van voor ons belangrijke archivalia, welke dan thuis uitgewerkt kunnen worden. Verder zullen wij doorgaan met de beantwoor- ding van vragen (die momenteel, als het Zuid-Beveland betreft, meestal posi- tief beantwoord kunnen worden) en het zoeken naar verborgen bronnen voor Zeeuwse genealogie. P. A. HARTHOORN.

ONWETTIG HUWELIJK GEWETTIGD Getrouwd te Terheiden: Den 18 sept. (1667) voor de middag: de Hoog Edelgeboren Heer Johan de Rauter, heer van Arensteyn, Diepenzee, etc., ritmeester ten dienste dezer Vereenigde Nederlanden, ende De Hoogedel- welgeboore Jonkvrouwe Maria Catharina Sopier de Vermandoys, vrije Ba- ronesse, Dochter van den Heer van Warmenhuize, etc. N.B. Dat dese Persoonen al voor eenige maanden tsamen doch onwettelijk tot Kleef waren getrouwt, dogh nademaal dese trouw, aldus voltrokken, niet en kan bestaan, soo hebben ze van nooden gehadt, haer voor de tweede mael te laten trouwen, om alsoo haerl. Houwelijk ende kinderen, diese mogten komen te teelen, echt te maken, waeromme dan Haer HoogEd. van de cele- bratie huns Houwelijke behoorlijke verklaring hebben medegenomen. Gebo- den eveneens te Coevorden en te Warmond. (Doop- en Trouwboek der Hervormde Gemeente te Terheiden 1663-1688. Inventaris no. 25).

GEMEENTEARCHIEF SCHIEDAM In verband met personeelstekort is sinds 1 april j.l. de opening op de derde woensdag van de maand komen te vervallen. Tot nadere aankondiging zal dus alleen op de eerste woensdagavond van iedere maand het archief van half acht tot half elf geopend zijn.

164 VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

ANTWOORDEN TER HORST (,,Gens Nostra” 1963, blz. 3 IS, vraag 70). De Bosheurne is een tegen de heerlijkheid Borculo aanliggende buurtschap onder het kerspel en schoutambt Lochem, thans gemeente Laren (Gld.). Een vluchtig onderzoek in het ter plaatse berustende doopboek over de bewuste tiid leverde geen positief re- sultaat op.-Wel werd gevonden een Derk op de Horst, uijt die Boschheurne, die op 26-9-1684 een zoon Arent, en op 2-7-1687 twee dochters, Berentjrrl en Willemken, liet dopen te Lochem. Mogelijk kan een nader onderzoek de gevraagde Haurnen Aretztszn ter Horst opleveren. Het gebeurde in deze tijd meermalen - getuige het doopboek - dat kinderen uit de Bosheurne in Borculo werden gedoopt met goedvinden van de Lochemse kerkeraad. D. W. VAN LEEUWEN, Goorseweg 4, Lochem.

VRAGEN 18. COLIJN. Is er een familieband bekend tussen Franciscus Colijn, zoon van Nicolaas Colijn, geb. Middelburg 31 maart 1794, overl. Amsterdam 2 maart 1860, en dr. H. C. Colijn? A. M. M. FRANSEN, Centr. Bibl.. Brusselsestraat 38, Maastricht. 19. DE JONG. Kornelis de Jong, overl. Leeuwarden 20 okt. 1826, oud 84 jaar, en (volg. overl.-acte) geb. te Schoonhoven, namen der ouders onbekend. Hij trouwde Leeuwarden 1 nov. 1772 met Anna Koets. De geboorte van Kornelis werd niet in de registers van Schoonhoven gevonden. Wie heeft gegevens over zijn geboorte en zijn ouders? K. TERPSTRA, Arnhemseweg 308, Apeldoorn. 20. OVEREEM. Wie kan inlichtingen verstrekken omtrent een wapen van het geslacht Overeem uit de Gelderse Vallei? F. KRAGT, Holkerstraat 35, Nijkerk. 2 1. MESSIE. Op 3 febr. 1740 verbleef te Nijmegen Samuel Messie, die daar zijn zoon Ariaan liet dopen (Hervormd), geboren uit zijn huwelijk met Francijn Bos. Doopget. Ariaan Bos en Hubertje Bos. Kan iemand mij verder inlichten aangaande Samuel Bos, d.w.z. herkomst, ouders, beroep en alle andere van belang zijnde bijzonderheden? H. J. L. MESSIE, Lef. de Montignylaan 66, Rotterdam-13. 22. VAN VALEN. Gevraagd voorgeslacht van de navolgende personen: Jan Cornelisz. van Valen, geh. Dubbeldam 5 mei 1697 met Elsje Teunisse Water- vliedt Cornelis Cornelisz. van Valen, geh. Dubbeldam 2 mei 1694 met Commertje Cor- nelisse de Vogel. Contact gezocht met personen die gegevens bezitten over voorgenoemd geslacht. L. J. VAN VALEN, 1. da Costastraat 35, Dordrecht.

165 23. DON(C)KE A. In het archief van Ravenstein komen vóór 1700 voor: Willem Jansen Don(c)k Aleyd Jansen Don(c)k Joanna Jansen Don(c)k Otto Jansen Don(c)k waarschijnlijk alle vier kinderen van de Joannes Donckers, welke 1. 9 febr. 1678 te Ravenstein voorkomt als doouborn bij (ziin kleinkind) Jan van de Rijt, fil. Arnold Willems en Joanna Jansen-Don(c)ke _ 2. 19 febr. 1686 te Ravenstein voorkomt als doopborg bij (zijn kleinkind) Maria van de Rijt, filia Arnold Willems en Joanna Jansen Don(c)ke 3. 5 juni 1697 te Ravenstein voorkomt als doopborg bij (zijn kleinkind) Helena Donckers, filia Otto Jansen en Marie Frantze. a. Waar en wanneer werden de hierboven genoemde kinderen van Joannes Donc- kers gedoopt (geboren)? b. Hoe luidde de naam van de moeder van deze kinderen? C. In het algemeen afstammingsgegevens over deze personen. B. In Ravenstein wordt gedoopt 29 ian. 1676: Egbertus Arnoldus van der Geest, fil. Egberti en Elisabeth de Haen; (Egbertus van der Gheest was in die tijd Advocaat-Fiscaal van het Land van Ravenstein!). Doopborgen: Anna Maes cognominata Donckers en Jacobus Paillot, (gehuwd met zuster van Van der Gheest). d. Gevraagd gegevens over het huwelijk van Anna Maes met Donckers, mogelijk was zij echtgenote van Joannes Donckers, zie boven. e. Welke waren haar relaties met Van der Gkeest? C. Dieden R 14 folio 62 retro laat lezen: 7 ianuari 1718 verkopen Willem Jansen (Willem Jansen Donckers) Gerardus de Valck en Aeltje Donkers, (Aleyd Jansen Donckers, trouwt te Rav. 4 feb. 1683 G. de Valck). Francijn van Mackelenborgh, (dochter van Arnold W. van der Rijt en Joanna Jansen Donckers, getrouwd met Olivier van Mackelenborgh) Kornelis en Jan Hermens (onbekend) Franciscus Otten Donkers (oudste zoon van Otto Jansen Donkers), ook uit naam van de andere erfgenamen van Jan Tijssen Donkers, een half land aan Jan Pel en Margrita van Ellikhuysen. f. Wat is de verwantschap van: Willem Jansen Don(c)k Aleyd Jansen Don(c)k Joanna Jansen Don(c)k (sterft 7 okt. 1694 te Ravenstein). Orto Jansen Don(c)k (sterft 5 jun. 1706 te Ravenstein). en hun erfgenamen met Jan Tijssen Donkers. Is hij de vader van meergenoemd viertal of een neef en zo ja, op welke wijze? g. In het algemeen afstammingsgegevens over de voorkomende hierbovengenoemde personen- H. L. F. H. DONKERS, Eeuwigelaan 10, Bergen N-H

24. VAN CATZ. Gegevens gevraagd omtrent: a. Boudewijn Claesz van Catz, Rentmeester van den Conck van Spanien te Schoon- hoven, gehuwd met Neeltgen, uit Gorcum: b. Pieter van Catz, baljuw te Oudewater en Schoonhoven 1555-1570; c. Mr Jan van Catz, huurt en verhuurt enige panden te Gorcum 1591-1604. J. C. VAN CATZ, Segbroeklaan 430, Den Haag. 25. HERTS-BESINGH. Hermanus Herts (Herst) trouwt eerst (onbekend waar en wanneer) met Margarelka (Maria) Besingk (Besinck, Buijsing, Bosnick, Beresingh en Bevisingh). Van 1676 tot 1684 werden 5 kinderen van dit echtpaar gedoopt in de r.k. kerk van Rotterdam. De vrouw werd op 27-2-1693 begraven als Margrijet Hart, vrouw van Hermanets Hardts.

166 In aug. 1696 hertr. Hermanus Herts te Rotterdam-Stad met Aeltge van Houten, we- duwe van Matthijs Stam. Uit dit tweede huwelijk zijn mij geen kinderen bekend. Her- manus Herts werd op 27-5-1728 te Rotterdam begraven. De plaatsen, van waar H. Herts en M. Besingh afkomstig zijn, zijn mij onbekend. Wie kan mij helpen aan gegevens omtrent doop en/of huwelijk van H. Herts en M. Besingh? Tevens ontvang ik gaarne gegevens over andere personen met de geslachts- naam Herst, Herts en Herfst. J. J. HERST, Van der Dussenstraat lOa, Rotterdam-4. 26. VAN DEN BOOGAARD. Gegevens gevraagd omtrent Dirk van den Boogaard, geb. ca. 1809. Hij was circa 1830 veehouder op ‘s-Heeren Haven, Geuzenveld, Haarlemmerweg. T. v. d. BOOGAARD, Bilderdijkstraat 131 1, Amsterdam-W. 27. VAN AMERSFOORT. Gehuwd 18-4-1588 Abraham van Amersfoort en Catharina van Niess, dr. van Peter van Niess. Waar zijn deze personen gehuwd (waarschijnlijk Doopsgezind)? Wie waren hun ouders? Waar geboren? Vele Doopsgezinden weken uit voor Alva o.a. naar Danzig 1567/68. Onder hen Hans van Amersfoort. Wie weet meer over hem? Pastor Mannhard was tot ca. 1922 voorganger van de Doopsgezinde Gemeente te Danzig. Hij heeft verschillende boeken geschreven over, en nasporingen gedaan naar de Doopsgezinden aldaar. Kent iemand zijn geschriften en waar zou ik die kunnen raadplegen? A. C. VAN AMERSFOORT, v. Hagendorplaan 16, Barneveld.

Antwoord: In 1962 verscheen het novembernummer van het ,,Archiv fiir Sippenforschung” als ,,Sonderheft”: Mennoniten. Als algemene bronnen vermeldt het: Mennonitisches Lexikon en Mennonite Encvclouedia. In een artikel over Mennonitische Familiennamen in West- preussen komen de titels van de gevraagde werken van H. G. Mannhardt voor. Inlichtingen kunnen worden aangevraagd bij de Mennonitische Forschungsstelle, Luth. Kirchstrasse 27/3 1, 415 Krefeld. (Redactie)

28. NOORD-HOLLAND, (VAN) NOOR(D)(T)HOLLAN(D)(T). Gegevens van welke aard ook, gevraagd over personen van deze naam. TH. J. DE JONG, Ter’Boede 8, Amsterdam, Buitenveldert. 29. HAMILTON-VAN NEULHOFF. Gaarne gegevens over Suzanne Hamilton en over Frederik van Neulhoff, die in 1673 haar man was. Wapen van Suzarme Hamilton als glasraam aanwezig in de Luth. Kerk te Dordrecht. J. C. HAMILTON, Tilburgseweg 38, Eindhoven.

30. VAN MAURIK. Jan van Maurik, op 21 mei 1796 te Delft geboren als zoon van Pieter en Elisabeth van Braven deed op 24 maart 1827 aangifte van de geboorte van een zoon Cornelis Johannes. Ziin vrouw Maraaretha Meskes was toen 24 iaar. Jan was gedetacheerd bii de artillerie- en -genieschool tel)elft. Na deze aangifte heb ik van dit gezin niets meer kunnen vinden. Ook naspeuringen in de daarvoor in aanmerking komende Stamboeken van Onderofficieren en minderen hebben niets opgeleverd. Wie kan mij helpen? W. H. MOREL VAN MAURIK, Vermiljoenstraat 23, Rijswijk (Z.H.). 3 1. STRENGERS. Bestaat er een volledige stamboom van het geslacht Strengers? Zijn er losse gegevens omtrent personen met deze naam gepubliceerd? Wie kan mij archieven noemen alwaar de naam Strengers voorkomt? L. G. E. STRENGERS, Langevelderlaan 1-28, Noordwijk, post Noordwijkerhout.

167 32. a. RAVERDI. Gaarne zou ik inlichtingen bekomen omtrent de stamvader van een geslacht Raverdi (Rooms-Katholiek) hetgeen in de achttiende eeuw te Utrecht woonde, de eerste Ra- verdi was Joseph Raverdi echtgenoot van Maria Laret, welke laatsten tussen 1723 en 1730 enige kinderen te Utrecht R.K. lieten dopen, hun dochter Cecilia Raverdi geb. te Utrecht in 1727 huwde met Johann lurrien Inniger geboren vermoedelijk bij Spiez in Zwitserland. In de registers van nieuwe burgers komt Joseph Raverdi niet voor; hebben we hier te maken met een buitenlandse militair? b. VAN ROSSE. Cornelis van Rosse werd geboren te Medemblik ca. 1754, hij huwde R.K. te Amster- dam met Catharina Bakker, geb. te Amsterdam 1753, dochter van Ruth Bakker en van Catharina Buysingh. Blijkens de huwelijksinschrijving Gem. Archief Amsterdam werd C. van Rosse geboren te Medemblik, het Rijksarchief te Haarlem kon mij hierover helaas niet inlichten; willen leden welke in het bezit zijn van inlichtingen betreffende een geslacht Van Rosse in Enkhuizen, Medemblik of Hoorne zich met mij in verbinding stellen? Inlichtingen omtrent de herkomst en het voorgeslacht van Cornelis van Rosse zijn welkom. C. MAAKS. Inlichtingen gevraagd omtrent de herkomst van een geslacht Maaks te Amsterdam ca. 1660. d. VAN TRIEL. Inlichtingen gevraagd omtrent een geslacht Van Triel te Amsterdam in 1630. e. KEMPER. Wie bezit inlichtingen omtrent het voorgeslacht van Catharina Kemper, geboren te Süd-Lohn (Dld), ca. 1690 gehuwd te Amsterdam met Gerrit Bakker (Gerhardus Becker), geboren te Duisburg (Dld) 1691? f. DE GRAAFF. Inlichtingen omtrent het voorgeslacht van Anfonia Maria de Graaff, geboren te Utrecht ca. 1730 zijn van harte welkom, zij huwde te Utrecht met Wilhelmus van Maarschalkerweert. g. ‘T HORT (‘T HOORT). Inlichtingen omtrent een geslacht ‘t Hort (‘t Hoort) te Geffen (N.Br.) vóór 1720 zijn van harte welkom. h. VAN WIJCK. Inlichtingen omtrent een geslacht Van Wijck te Afferden (Gld) gezocht tussen 1600 en 1720. i. TIGELAAR. Gegevens omtrent een familie Tigelaar te Hoogeveen tussen 1700 en 1800 zijn wel- kom. 1. MEDENDORP. Inlichtingen gezocht omtrent het voorgeslacht van Ellygien Wybrants Medendorp, geboren te (Groningen) 1752, dochter van Wybrant Jacobszn. Meden- dorp en van Grietje Pieters; Wybrand Medendorp was schoolmeester te Kantens en Oosternieland. k SMILDE. Inlichtingen omtrent het geslacht Smilde in Pekela (Groningen) gezocht. Jan Hindriks Smilde huwde met Hillechien Roelefs te Pekela, inlichtingen omtrent hun beider voorgeslacht. 1. ORANJE. In mijn kwartierstaat komt voor Dirkje Oranje, geboren te Middelburg in 1754, echtgenote van Augustinus Josephus van Cauwenberghe; gezocht inlichtingen om- trent een geslacht Oranje te Middelburg tussen 1670 en 1750 en indien mogelijk over het voorgeslacht van Dirkje Oranje, ook hier ben ik zeer gehandicapt door het ont- breken van de benodigde registers te Middelburg. Fr. INNIGER P. J. Jzn., Amazonenstraat 28-11, Amsterdam-Z.

168 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lering dus niet tot de redactie-seLretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der i\c.b.V. (J. 1. G. Kranen, Mariëndaal 5: Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Adler. Zeitschrift für Genealogie und Heraldik. 6. Band. 11./12. Heft. Juli-Dezember 1963: Präsident Dr. Ferdinand (eraf) Wilczek ein siebziger und Ehrenmitglied unserer Gesellschaft; L. Igulffy. Ein Beitrag zur Genealogie der Grafen Wilczek; E. (Graf) Silva- Tarvaca. Dokument und Weistum; F. J. von Riebel. Einige Urkunden zur Rheinischen Familiengeschichte; H. Schony. Wiener Ahnen von Hermann Bahr; Besprechungen und Anzeigen. Beilagen: Osterr. Ahnenlisten, Lieferung 21: Fam. hdl. Nachr. Historikertag 1964.

Ons Amsterdam. 16e irg., no. 1, ianuari 1964: Drs. A. de Groot. Het Nieuwe Ver- voercentrum nabij SloterdTjk; Ir. P.- C. van Niftrik. De verbreding van de Bosbaan; F. A. Smit. Huizen met herboren gevelembleem; H. van Zij/. ‘t Was in de winter van 1788-‘89 op Pampus; Het oude Amsterdam; Drs. P. J. van der Feen, drs. P. 1. H. van Bree. Resten van uitgestorven dieren uit de bodem van Amsterdam; 1. Sierdsma. Ophogen van terreinen inAmsterdam tussen 1880 en 1963; Zr. J. Leupen. De gemeen- telijke overheid als opdrachtgeefster van beeldhouwwerken; Ir. H. Hartsuyker. Jeugd- eiland. Idem, 16e jrg., no. 2, februari 1964: J. G. N. de Hoop Scheffer. Amsterdamse Ef- fectenbeurs een halve eeuw in eigen gebouw: J. B. Visser. De Muidernoort verbouwd: Drs. W. J. Croon. Over winkels-en winkelcentra; Het oude Amsterdam; 1. Pot. Stad in de kast: Ir. J. H. Mulder. De mastiek in het stadsbeeld: Dr. L. Jansen. De verbre- ding van de Vijzelstraat; 0. W. Boers. Zwervende gevelstenen.

Der Archivar, 17. Jrg., Januar 1964, Heft 1: Der 41. Deutsche Archivtag 1963 in Emden und Aurich; S. Dörffeldt. Die neue Satzung der Archivschule Marburg/Lahn; R. Muziol. Verwaltungsprobleme in Pressearchiven; H. Stöwer. Aktenkartons; Die Staatsarchive der Republik Siidafrika; Archivberichte und Tagungen; Literaturbericht; Bibliographie zum Archivwesen für die Jahre 1961 tmd 1962; Verschiedenes.

Archivum Heraldicum. 1963 - A” LXXVII, Bulletin 4: R. Harmignies. Un panon- ceau armorié des postes des Pays-Bas autrichiens; Miscellanea; Bibliographie; Chronique internationale; Chronique des Sociétés.

Bochten de kupe, 6e jrg., no. 1, januari 1964: Nieuwjaarswensen in 1831; F. Flori- zone. Vogels van ons heem: De kuifleeuwerik in het duin; Kan. J. Wannzjn. Honderd jaar ,,Werk der Vlamingen”; De St. Maartensviering langsheen ,,De Schreve”.

Blätter des Bayerischen Landesvereins fiir Familienkunde, 26. Jahrgang, 1963, No. 2: A. Haenlein. Zur Genealogie der Barockbaumeister Zwerger aus Schliersee; K. Frhr. von Andrian-Werburg. Die Fuchsenhauser; N. Frhr. von Schrenck. Zwei Kanzler aus Braunau; V. Liedke. Scharfrichter in Bayern.

De brabantse leezzw, jrg. 12, no. 12, dec. 1963: Mr. Dr. J. B. W. A. Smit. Het dra- kenhoofd op de Bossche Stadhuistoren; Duyts; Brabant’s molens met hun mulders; Geulen, alias Gulje. Idem. ire. 13. no. 1. ianuari 1964: A. J. L. van Bokhoven. Lenen in het Land van Altena;‘i Ä. ?6. Swnne: Prouninck van Deventer. Idem. ire. 13. nr. 2. februari 1964: Mr. Dr. J. P. W. A. Smìt. Het waven van de Bossche’noiaris Johan van Asten; Mr. 1. L. Rijndorp. Enige gegevens omtrent de oudste generaties van het Klunderts geslacht De Lint en verwante geslachten (Cramer, v. d Cruys); Manders; Mr. Dr. J. P. W. A. Smit. Bezitters van Noord-Brabantse Heerlijk- heden. 169 The Coat of Arms, Vol. VII, No. 56, Oct. 1963: Jiri Louda. Kings of Bohemia and the Order of the Garter; E. Lindsay Blee. Heraldry and the Merchant Navy; Dom W. U. Bayne, O.S.B. Heraldry in Democratie America; G. Briggs. Diocesan Arms; R. Bretton. Arms of Green or Horton? Fibula, 4e jrg., no. 5, nov./dec. 1963: K. Wijdooge. Van lopend vuur tot Acts diuma; L. Fuchs. De slag bij Hastings; De oudste historie van Staveren; Mej. A. G. E. Twiest. Nederlandse opgravingen in Rome. La France Généalogique, 6me année, No. 34, Fevrier 1964: Voeux; Réunion amicale du 14 déc.; Réponses; Carnet Mondain. Met Gansen Trou, 14e jrg., no. 2, februari 1964: J. Kasteel. Geschiedenis van de Maas en de Nieuwe Maasmond. Gruoninga, 1Oe jrg., no. 2, februari 1964: P. Luinstra. Het Westerkwartierse geslacht Hummersma; P. J. Ritsema. De nakomelingen van Claas Jans en Jantje Helprichs: Joh. H. Kruijet. De voorouders van Focke Eeuwes op ,,Bottemaheerd”. Hepp’sche Familien-Nachrichten, No. 48, Dez. 1963: Mitteilungen, Adressen. Idem, No. 49, Januar 1964: Mitteilungen, Voranzeige. The Heraldry Society, January 1964: List of publications and other articles for Sale. De Herlaar Heraut, no. 10, maart 1964: Bestuursmededelingen; Onder de schijn- werper; Verjaardagen; Burgelijke stand; Adreswijziging: Over ridders. kastelen en wa- pens in verband met het geslacht Van Herlaar. Instituto internacional de Genealogia y Heraldica y Federacion de Corperaciones afines, Hoja lnformativa, Año X1, No. 222, Enero de 1964: Communicaciones del Instituto; Bibliografia; Colaboracion. Znstitut für Auslandbeziehungen, Stuttgart, Zeitschrift ftir Kulturaustausch, Jrg. 13, No. 4, 1963: Artikelen over de kulturele verhoudingen van Duitsland met het buiten- land: Kairo; Sicilië; Messina; Brazilië; Teheran; Bulgarije. L’lntermédiaire des Généalogistes - De Middelaar tussen de Genealogische Navor- sers - No. 109, A” X1X, 1/1964: Chev. F. de Decker, E. Stas-Reyniers et 0. le Maire. A la recherche des Taymans; M. Goyens. De Amsterdamse studiebeurs te Sint-Truiden; A. Lebrun, Céc. Douxchamps-Lefevre et Fréd. Collon. Généalogie de la famille le Veux, de Ligny; Bibliographie Courante; Chronique de nos Provinces; Questions et Réponses. Let op u Glas, 11, 1963/9: Glasbergen: Van de redactie; Familiemedelingen; Aan- wijzingen bij het beoefenen der genealogie; Zo stammen wij af van Willem Claesz. De Limburgse Leeuw, lle jrg., nr. 5-6, sept.-dec. 1963: Jan Verzijl. De architecten- familie Soiron; Th. Wingens. Ueber Geschichte und Stellung des Niederländischen Adels. Nederlands Archievenblad, 67e jrg., 3e afl., 1963: De studiedagen voor archief- ambtenaren op 22 en 23 oktober 1963; De regeling van de zorg voor de gemeente- archieven ingevolge artikel 23 van de Archiefwet 1962; Boekbespreking. De Nederlandsche Leeuw, LXXXI Jrg., no. 2, februari 1964: Ir. J. van Beynum. De Van Beynhem’s in Maas en Waal; A. H. Drijfhout van Hooff; Jhr. W. A. Gevers Deynoot. Gemeentewapens met drie wassenaars; Korte mededelingen: Van Lams- weerde-Toeyt; Charles van Nassau; Goud op goud; Vragen en antwoorden. Bijgevoegd: Bijblad Ned. Leeuw, febr. 1964: Genealogie Van West. Zeitschrift fiir Niederdeutsche Familienkunde, 38. Jrg., Heft 6, Hamburg, Nov. 1963: Chr. Frhr. von Warnstedt. Die von (der) Kapellen (Capellen); W. Hoff. Weitere Nach- richten tiber Glashiitten in Mecklenburg und Holstein; R. Möller. Schleswig-Holsteini- sche Pastorenforschung; Hinweise und Kurzberichte; Eingegangene Zeitschriften.

170 Oklahoma Genealogical Society Quarterly, Vol. 8, Number 3, Sept. 1963: Program 1963-1964; Calendar 1963-1964; Announcements and Commitee Communications; Ogs observes civil war centennial; Mitchell-Walker; Morgan Bible and family Records; Marriages in the Choctaw nation and Indian Territory. Het Personeel Statuut, 15e jrg., no. 2, febr. 1964: Rechtsgevolgen van een geheim huwelijk; Een belangrijke wijziging van de Duitse nationaliteitswet; De ongetekende bewijzen van inschrijving in de burgerlijke stand en de gemeentelijke legesverordening. Le Parchemin, lle série, janv.-fevr. 1964, nr. 94-95: Assemblée Générale, de l’office Généalogique et Héraldique de Belgique; N OS beaux Ex-Libris: de Vicq de Cumptich; Chroniques dynastiques: Belgique, Espagne; Pièces armoiriées au Musée royal d’armes: Héraldique ecclésiastique; Héraldique et énergie nucleaire; Curiosités Héraldiques; Les Boisschot et Van der Meeren de Saventhem et Sterrebeek; Questions; Réponses. The Scottish Genealogist, Vol. X, No. 3, January 1964: Colin Campbell. A note on the Campbells of Lix; Miss E. Bonthrone. An old Scottish family Library; J. Greene. Scottish and English families in Livonia. The Staen Island Historian, Volume XXV, No. 1, January-March, 1964: R. S. Coles, Ed. D. Tantallon. A Staten Island ,,Castle”; H. B. Reed, The old Ridgway House; V. B. Hampton. George L. Egbert: The story of an unselfish life. Shïkt och Hävd, No. 2-3, 1963: Verhandelingen over 1962 en 1963 betreffende de Vereniging ,,Genealogiska Föreningen; Naamregister 1962-1963. Ons Voorgeslacht, no. 119, 19e jrg., januari 1964: C. A. Kuysten. Het geslacht Kuysten omstreeks 1400; Dr. J. A. 1. van Prooije. Kwartierstaat van Dr. Dirk Jan van Prooije; Dr. D. W. Gravendeel. Met attestatie of acte van indemniteit naar elders ver- trokken lidmaten van de Ned. Herv. gemeente van Strijen (1707-1815); Vragen en antwoorden. Westfriese Families, 4e jrg., no. 2, januari 1964: Van de Redactie; Het boekje Saal; Twee uitgaven over Westfriese dokters; Verkenning familie Van der Oord (ook Oort. Oordt); Aantekeningen uit een kerkboek; Portegijs en Speets; Familieportretten. Westfriese geslachten: 11: Familie-overzicht van de Wognummer familie Saal, sa- mengesteld door Ir. C. Koeman. Uitgave van de Werkgroep voor Westfriese Genealogie van het Historisch Genootschap Oud West-Friesland, 1963. Amsterdam, april 1964. W. D. H. ROSIER.

BOEKBESPREKING

Pierre Durye: La Généalogie. 2e verbeterde druk (okt. ‘63); verschenen in de serie ,,Que sais-je” bij de Presses universitaires de France, Paris. Prijs ca. f 2,50.

De tweede druk van dit voor de Frans-lezende genealoog zeer interessante en in- structieve boekje heeft niet lang op zich laten wachten, daar de 8000 exemplaren van de eerste uitgave binnen een jaar uitverkocht waren. De schrijver, conservator van de Archives Nationales, behandelt de omvangrijke stof met veel kennis van zaken, terwijl de typisch Franse ,,esprit” en olijkheid aan zijn werk elke dorheid ontneemt. Hij doorloopt de oorsprong en de ontwikkeling van de genealogie, bespreekt het nut met betrekking tot de biologie, de genetica, de geschiedenis en de demografie; voorts bespreekt hij uitvoerig de practische aanpak van het onderzoek en de verschillende methoden van onderzoek om tenslotte veel aandacht te wijden aan de beschikbare bron- nen. Zijn tips voor het onderzoek in de archieven getuigen van veel practische zin. J. J. VAN LANKEREN MATTHES.

171 AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST Nieuwe leden: 1068. Drs. D. Th. Kuiuer. o.a. Kinderdiikstraat 36-11. Amsterdam-Z. 321. Ton Cup, Plantaanweg 30, Hoogland (U). ’ 3130. Günter und Bernhard Bramer, Rotdornstrasse 10.4444 Gildehaus (Dld). 3132. J. B. Vonhof, Kloosterstraat 211, Arnhem. 3 133. J. C. Schalekamp, Thorbeckelaan 477, ‘s-Gravenhage. 3 134. S. Altenburg, Kanaaldijk 7, Heiloo (post Alkmaar). 3135. Hans van Tol, Jadelaan 33, Utrecht. 3136. B. A. Kroon, Groen van Prinsterenstraat 2, Sneek. 3137. H. J. M. Ph. Allard, Wilhelminaplein 15, Oudenbosch. 3138. E. M. J. van Leeuwen, Malleweg 161, Amsterdam-0. Adreswijzigingen: 484. F. B. J. Gips, Prinses Marielaan 21, Wassenaar. 2030. Joh. H. Kruijer, Hoofdweg 59, Harkstede. 2024. A. H. G. Zonnevvlle. Dedelstraat 25. ‘s-Gravenhaae. 1116. J. A. van Schieveen, :,de Klingel’, Amersfoortsestraat 106, Soesterberg. 2615. Mevr. M. M. v. d. Marel-Keukenmeester, Wilsveen 20, Leidschendam. 1169. F. van Esveld, Nijlandsdijk 181 D, Leeuwarden. 194. H. A. van der Grind, Plein 23, Houten. 986. Dr. W. Albers, Poggenbeekstraat 19, Eindhoven. Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden berichten van ons medelid: 2429. L. C. van Daalen Wetters, Th. de Bockstraat 4, Amsterdam.

Wij berichten de geboorten van ALEIDA ANNA MARIA dochter van de heer en mevrouw van Oss-Wolthuis, op 9 feburari 1964 te Druten. EPPO CLAES zoon van de heer en mevrouw Steenhuisen-Tigcheluar, op 11 febr. 1964 te Hilversum. THEODORA CATHARINA URSULA MARIA dochter van de heer en mevrouw Peterse-Mulder, op 15 april 1964 te Uden.

Aan allen onze hartelijke gelukwensen.

WAPENKAAR?’ Na de publicatie van de 36ste Wapenkaart gaat de redactie van Gens Nostra voort met de opname van wapens voor de volgende kaart, met dien verstande, dat de kosten, in verband met stijging van druk-, teken- en clichékosten, zijn bepaald op f lO,- per wapen.

Aan dit nummer werkten mee: J. L. Braber, Ring 15, Dreischor (Z.) H. H. W. van Eijk, Churchill-laan 246 111, Amsterdam-Z. P. A. Harthoorn, 14 Bognor Drive, Herne Bay, Kent. England. Ir. G. L. Meesters, Dantelaan 32, Utrecht. W. Slob, Concourslaan 75, Hoofddorp. Mr. A. K. Vink, H. Kamerlingh Onnesweg 33, Bussum. R. F. Vulsma, Ceintuurbaan 203, Amsterdam-Z. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

172 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING UOEDuEKEURD JIJ KONINKLIJK BESL. “Ar-4 1e AUC;“ST”S 1049. N>. e= Leatstelljk goedgekeurd 51, Koninklijk Besluit van 5 April 1960 JAARGANG 19 No. 7 JULI 1964

Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 1230 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

EEN AFSTAMMING UIT HET ECHTPAAR UYTENBOOGAART - LE PETIT Mr. Nicolaas van Berck Jacobzn. geb. Utrecht 1587 overl. (Utrecht?) 20- 1 O- 1652 (65 j.> Heer van Mijdrecht en Heesdorp, Kannunik van St. Jan te Utrecht 1596, Deken 1631, Geëligeerde Raad van de Staten 1618, President dezer Staten 1645. Peter Uyttenbogaart Franszn. geb. Utrecht 3-12-1582 huw. Utrecht 4-7-1614 over]. 1660 Raad ‘van Utrecht, Rentmeester Isabella Heurnius (van Heurn) der Balye van St. Jan te Utrecht geb. Leiden 3-9-1594 huw. Utrecht 1605 overl. Utrecht 12-4-1662 Maria le Petit Nicassiusdr. dr. van Joannes en Christina Beyer.

Uit dit huw. o.a.: Uit dit huw. o.a.:

Anna Uytenbogaart Mr. Jacob van Berck geb. Utrecht 1619 geb. Utrecht 29-9-16 16 overl. Utrecht 11-8-1693 overl. Utrecht 9-3-1687 huw. Heer van Kiesdorp (Heesdorp) en Utrecht Mijdrecht, Domheer van St. Jan te 7-2-1637 Utrecht. Uit dit huw. o.a.:

173 Isabella van Berck, geb. Utrecht 18-9-1644, huw. Willem van Weede, geb. Utrecht 1637, Burgemeeester van Utrecht. Uit dit huw. o.a.: Anna Maria van Weede, geb. Utrecht 5-9-1665, huw. Peter Haeck, geb. Utrecht. Uit dit huw. o.a.: Johan Haeck, geb. Utrecht 25-12-1689, overl. Utrecht, huw. Catharina Storm, geb. Utrecht 2-5-1697, over]. Utrecht, dr. van Abram en Anna Catrina Hoos. Uit dit huw. o.a.: Catharina Haeck, geb. Utrecht 17-10-1716, overl. Utrecht, huw. Utrecht 1-9-1742 Johan van Gelder, geb. Utrecht 15-8-1717, over]. Utrecht, zn. van Willem en Gesina Beerling. Uit dit huw. o.a.: Johanna van Gelder, geb. Utrecht 1-6-1759, huw. Utrecht 6-10-1789 Christiaan Cramer, geb. Utrecht 18-8-1761, overl. Utrecht 31-1-1832, zn. van Bernardus en Anna Catharina de Visser. Uit dit huw. o.a.: Cathurina Cramer, geb. Utrecht 11-6-1792, overl. (Alkmaar?) 3-7-1868, huw. Utrecht 23-2-18 15 Ds. Johannes Bernardus Hartmun, geb. Utrecht 25-4-1791, Predikant, over]. Bovenkarspel 23-4-1851, zn. van Anthonie en Anna Margaretha Smijtegeld. Uit dit huw. o.a.: Anthonie Hartman, geb. Warmenhuizen N.H. 20-10-1819, overl. Gorinchem 8-2-1898, huw. Alkmaar 18-4-1858 Elizabeth Stikkel, geb. Alkmaar 19-7-1822, overl. Gorinchem 7-11-1907, dr. van Abraham en Johanna Verhoeve. Uit dit huw. o.a.: Johannes Bernardus Hartman, geb. Alkmaar 29-10-1861, Directeur P.T.T., overl. ‘s-Gravenhage 21-12-1923, huw. Gouda 1-5-1888 Hendrika Christinu Spruit, geb. Bodegraven 29-11-1866, overl. Noordwijk 23-2-1921, dr. van Hendrik Christiaan en Gosina Comelia van Poelgeest. Uit dit huw. o.a.: Anthonie Hurtman, geb. Gouda 24-10-1889, Hoofdambtenaar Dep. van So- ciale Zaken, overl. ‘s-Gravenhage 11-9-1946, huw. ‘s-Gravenhage 17-8- 19 17 Tine Cornelia Spaans. Uit dit huw.: Erika Hendrika Christina Hartman, geb. ‘s-Gravenhage 21-5-192 1, huw. Elko, Nevada, U.S.A. met Frank Nederhand jr. (Salt Lake City, Utah, U.S.A.). ERIKA H. C. NEDERHAND-HARTMAN en L. C. HEYTING THzn.

174 WEES MET EEN NAAM NIET TEVREDEN

Mr. A. K. VINK De hier volgende beschouwing is bedoeld om beginnende genealogen op het hart te drukken, zelfs bij het voorkomen van eigennamen, zich telkens de voornamen van het te onderzoeken geslacht voor ogen te houden. Zelf ben ik schuldig gebleken aan deze gemakzucht. Op zoek naar het geslacht Pellekaan (in zijn vele spellingen) ging ik de boeken van Besoyen raadplegen, waar in 1646 Cornelis Bastiaensz Pellekaan burgemeester was. In mijn argeloosheid sloeg ik een akte over, waarboven stond: Houwel(ijckx) Voorwaert tusschen Corn(eli)s bastiaensz smits ende Willemken Casteleijns. Gemakshalve zal ik eerst een overzicht geven van de oudste generaties, het volgende wordt dan begrijpelijker:

1 Peter +r: 1520 (Pieter)

11 Peter 2 1.550 (Dussen) (ook Pieter)

l I I IIIA Aert CO 1614 IIIB Bastiaan f 1580-1640 IIIC Aryen CO iijsbeth Gijsberts cc N.N. Dingentien Spiering / I / I l I I I I I Gijsbert Pieter Aert? Peter Cornelia Cornelis Leentje Vijferke IVA IVB IV? IVC IVD IVE IVF IVG

Burgemeester Cornelis ziet men hier als IVE.

Nu was mij reeds bekend dat Aert IIIA hoefsmid was in Schobbelams- ambacht (Zwijndrecht) evenals zijn zoon Pieter IVB, die ook als Pieter Aertsz(de)Smit voorkomt, hoewel hij zich zelf steeds Pellekaan noemt. Tot op dat ogenblik kende ik wel Aert IIIA doch meende in mijn arge- loosheid dat deze te vereenzelvigen was met Aert IV?, die hier met een ? voorkomt. Immers er heeft een Aert bestaan, die men in Dussen in 1658 ontmoet in een akte, waarin een volmacht uit Schobbelantsambacht ter sprake komt. Er staat dan ,,Aert Bastiaensen ende Helena (= Leentje IVF) Pellecaen”. Of deze Aert echter een Pellekaan is geweest en of hij dezelfde is, die 1668 in het Zuiderveld een huis, dijkaveling en werf ,,west den Dijck” koopt, weet ik niet. Om kort te gaan, ik was gelukkig met mijn Aert Bastiaensz, doch een week vóór mijn boek over het geslacht Pellekaan ter perse zou gaan, kwam van bevriende zijde een vondst uit een mij onbekend trouwboek (niet op ‘t Rijksarchief), waarnaar ik ook al gezocht had, doch welk onderzoek na een paar mislukte pogingen de predikant te treffen, was blijven rusten. Nu bleek

175 dat Aert IIIA de zoon was van Pieter, en dat hij uit Dussen kwam. Daar hij zowel smid was, als met een lid van een Zwijndrechtse familie ,,Srnit” gehuwd, lag het voor de hand hem daar ter plaatse maar smid te noemen. Als zodanig komt hij voor in een funktie in de kerk en als koper van een huis en beterschap aan de Nieuwe straat te Zwijndrecht. Ik kon deze vondst nog in mijn boek verwerken, doch verbaasde mij er over dat van een (latere) boerenfamilie een zoon smid in Zwijndrecht was geworden. Welke onderzoeker is ooit met zijn resultaat tevreden? Opnieuw de boeken van Besoyen ter hand nemend, ontmoette ik weer de akte van Cornelis Bastiaensz Smits. En nu bleek, dat ik mij indertijd het al te gemak- i kelijk had gemaakt. Immers de akte (Besoyen 40 folio 70 vo) begint aldus: ,,Alsoo ter eren godts almachtich in egten houwel. staet vergaderen sullen Cornelis bastiaensz alias smits Jongman wonende aende dussen toecomende bruijdegom ende met hem Sebastiaen pellicaen smits zijn vader, des bruijde- goms suster ende .” (27 juni 1640). We zien dus hoe Comelis IVE heet ,,alias Smits” en zijn vader Bastiaen IIIB ,,Pellicaen smits”. Er staat niet Pellicaen de smit, doch ,,smits”, welke genitiefvorm er m.i. op duidt dat het smidsberoep nog hoger te zoeken is, dus bij Peter 11 of Peter 1. Om alle twijfel weg te nemen volgt aan het slot van de akte een opsom- ming van de ondertekenaren (de akte is een copie). En de familie tekent: Corn(eli)s Bastiaensz pellecaen, bastiaen petersz pellekaen, leentken bas- tiaensz pellekaens (IVF). Hier komt nergens ,,Smit” voor. Met deze kermis gewapend nam ik nog eens de boeken van Dussen ter hand en zie: op 2 mei 1619 verschijnt in de vierschaar Bastiaen Pietersz Smidz, die als collecteur van ,,den Inlaatschen Onraet is gecomen ende heeft versocht sijne uwtlegging(e) dewelcke hem vergonnen wordt te doen van huyden over veerthien dagen. ” De akte is slecht leesbaar en betreft vermoedelijk de onkosten van een poldersluis. In elk geval hebben we hier de genitiefvorm ,,Smidz”. Ik vond hem nog een keer als ,,Bastiaen Peetersz Smits, procuratie hebbende van ,,een weduwe Metgen, die met een Bastiaen Jansen getrouwd was geweest (17-10 en 26-11-1624). Dus weer de naam Smits. Als 26-11-1615 er ,,Dingdach in den Ambacht van Muylkerck” is, vinden we onder de heemraden genoemd een Bastiaen Peetersz. Dat deze weer de gezochte is blijkt veertien dagen later op 10 december want dan luidt de naam van de heemraad: Bastiaen Peetersz Smit. Later verdwijnt de bijnaam spoorloos en 4-6-1640 (RA12 fo 95) heet hij te Dussen-Muilkerk: Bastyaen Peetersz Pellecaen, zoals hij zelf in dat jaar te Besoyen tekent. In Muilkerk is hij belendend eigenaar bij een transport door Jenneken Goverts Wolffs. Met de toevoeging ,,Smit(s)” heb ik dus gevonden IIIA, IVA, IIIB, en IVE. Tot slot: Aryen IIIC, verm. kinderloos; IIIA is de stamvader van Van Holst Pellekaan, Peter IVC is de stamvader van een talrijk nageslacht, zich schrijvende Pellekaan, Pellicaan en Pellikaan. DE KONINCK door MATTHEUS ONDERWATER Mattheuszoon (Vervolg) Vj. Nicolaes Black Pieters, trout 1 Catharina Fonteijn, 2 Anna Herbertz. Kinderen: 1. Geertruijd Black Niclaesz., trout Francois Becx, geen kinder; 2. Margareta, volgt Vim; 3. Jacoba Black Nic., obiit innupta; 4. Pieter, volgt Vin; 5. Anthonia, volgt Vlo; 6. Johannes Black Nicol., obeiit Celebes; 7. Nicolaes Black Nicol.; 8. Bernardus Black., obeit celebos. Vim. Margareta Black Nic., trout Michiel Becx. Kinderen: 1. Catharina Becx: 2. Margareta Becx; 3. Hendrick Becx. Vin. Pieter Black Nicolaesz, trout Marija Slabberaen. Zoon: 1. Nicolaes Black Piet. obiit celebos 9br 1695. VIo. Anthonia Black Nicol., trout 1 Marcus van Erpekum, 2 Reijnier Bruijn Luijts. Kinderen: 1. Jan van Erpekum Mark; 2. Mattheus van Erpekum; 3. Francoise Catrina van Erpekum. IVd. Elisabeth Jansz. Cloeck, trout 26 7ber 1595 Arend Pellegrom. Sij nat. Rotterdam 29ber 1576, obiit tot Elbing in Pruijsen. Kinderen: 1. Jacomina, volgt Vk; 2. Catharina, volgt Vl; 3. Anna Pellegrom Arendz., trom Wilhem Balfort, geen kinderen; 4. Elisabeth, volgt Vm; 5. Arend, volgt Vn. Vk. Jacomina Pellegrom Arendz., trout Gerard Geltsack, sij nat. Amster- dam 10 Aug. 1596. Kinderen: 1. Pieter, volgt VIP; 2. Elisabeth, volgt VIq; 3. Marija, volgt Vlr.

177 VIP. Pieter Geltsack Gerrt. in Courlant, trom Catharina Swanevelt. Kinderen: 1. Gerard Will. Geldzak Pieterz. de Brakene Capiteyn over een comp. voetknegten van den staad, sneuvelt in de slag van St. Omer; 2. Joan Nicol. Geltsack, Capit. van een compag. voetknegten der Nederlanden, trom Kind: Geltsack; 4. Jacoba Geltsack Piet., trout Coolskuijl, Capit. van een comp. voetknegten der Nederlanden, capit. van de guarde van Hertog van Courland. Kind: Coolskuijl. VIq. Elisabeth Geltsack Gerrt.. trout Frans Vos tot Dantsick. Kinderen: 1. Pieter Vos Franz.; 2. Gerard Vos Franz.; 3. Arend Vos Franz.. VL-. Marija Geltsack Gerritz., in Cuproon, trout Anthony Kuperkroon, wegens de Koningh van Sweden Resident tot Dantsick. Kinderen: 1. Pieter, volgt VIIs; 2. Hendrick Kuperkroon; 3. Carel Kuperkroon Ant., Capit. van een Comp. voetknegten; 4. Cornelis Kuperkroon; 5. Jan Kuperkroon Anth.. VIIs. Pieter Kuperkroon Anth. in Cuproon, wegens de Konink van Sweden Resident tot Dantsick. Hofmarchalk tot Ploen. Kind: Kuperkroon.

Vl. Catharina Pellegrom Arendz., trout Isaack Spieringh Guldecroonen, Raadsheer van de Coninck Gustavus Adolphus en Kinderen: 1. Johanna, volgt VIS; 2. Pieter Spieringh Guldecroonen; 3. Isaack, volgt Vit.

VIS. Johanna Spiering Guldecronen, trout Alexander Jongschul tot Elbingh. Kind: volgt VIIt.

VIIt. Isaack Jonghschul Alexand., Raadsheer tot Elbingh, trout Kind: 1. Jongschul. Deze familie komt in Elburg voor als: Jungschultt.

Vit. Isaack Spieringh Guldecroonen, trout Marija van der Graaf. Kind. volgt VIIu.

178 VITu. Magtilde Spieringh Guldecronen, trout 1 Nicolaes de Marees, obiit Aug. 1693, 2 Mr. Willem van Assendelft. Kinderen: 1. Hendrik de Marees; 2. Anna Maria de Marees, trom October 1716 (?) Jacob la Faillet: 3. Catharina Henreetta; 4. Agneta van Assendelft; 5. Marie; 6. Nicolaas; 7. Johanna Magtilda.

Vm. Elisabeth Pellegrom Arendz., trom Abraham Spieringh. Kind: 1. Jacoba Spieringh Abramz, trout Eduard Raving, Engelsman tol Dantsick, geen kinder.

Vn. Arend Pellegrom Arend?, trout Kind: 1. Elisabeth Pellegrom Arendz, trout Cornelis Vlaminck tot Dantsick, geen kinder.

IVe. Marija Jansz Cloeck, tr. Dirck Jacobsz. Brouwer, sij nat. Amsterdam 14 9ber 1579, obiit 10 Maart 1657. Kinderen:

1. Theuntien, volgt Vo; 2. Margareta, volgt Vp; 3. Gerrebregtje, volgt Vq.

Vo. Theuntien Brouwer Dirckz., trout Pieter Jansz. van Nes. Hij obiit 17 xber 1659, sij obiit 2 9ber 1662 tot Middelburg. Kinderen: 1. Catharina, volgt VIu; 2. Johannes van Nes Piet., obiit 24 Juni 1674, trout 1 Marijntie Oillards, 2 Elisabeth de Vries 14 8ber 1676, geen kinder; 3. Marija, volgt VIv; 4. Dirck van Nes, ob celebs 9 Maart 1681.

VIL Catharina van Nes Pietz., trout Pieter van Geleijn. Hij obiit 5 Janu- arij 1678. Kinderen: 1. Gerardus van Geleijn Piet., innupta; 2. Pieter van Geleijn Piet., obiit celebs 1583 (sic!) op Curacau; 3. Isaack, volgt VIIv; 4. Jacob van Geleijn Piet., obiit celebs op Bilboa 1689.

179 VIIv. Isaack van Geleijn Piet., trout 1 Anthonia Bruijn 1 kind, trout 2 Geertruijd Hooft. Sijn 1 vrouw obiit 14 Maart 1688. Kind: 1. Pieter van Geleijn, obiit celebs 4 7ber 1688.

VIv. Marija van Nes Piet., trout Jacob Reijerdsz. van Langeren. Kinderen: 1. Theuntien van Langeren Jacobz.; 2. Reijer van Langeren; 3. Pieter van Langeren; 4. Jacob van Langeren.

Vp. Margareta Brouwer Dircks, trout Jacob Black. Sij obiit 27 Maart 1693, hij obiit 14 April 1677. Kinderen: 1. Marija Black Jacobz, trout Pieter van Heijmbagh. Kind: Anna Paulina van Heijmbagh, obiit innupta; 2. Margareta Black Jacobz., trout Everhard Schellinger. Sij obiit 18 Aug. 1686. Kind. o.a. Catharina Schellinger, trout 1 Jan. Herbertsz, 2 Harmanus Romburgh. Verder is de tekst geheel gelijk aan degene onder Vi.

Vq. Gerrebregtje Brouwer Dirckz., trout Gerrebrand de Groot. Hij obiit 22 7ber 1656. Kind:

VIw. Mr. Dirck de Groot Gerrebt., pensionnaris der stad Alkmaar, trout 1 Catharina Steenhuijsen. 1 Kind, tr. 2 Catharina Davila 3 kind. Hij obiit 1691. Kinderen: 1. Francois de Groot Dircks; 2. Joan de Groot van Egmond Dirkz; 3. Dirck de Groot van Egmond Dirkz; 4. Adelida de Groot van Egmond Dirkz.

IVf. Anna Jansz Cloeck, trout 1 Pieter Claasz Helmer, 2 Claas Otgerts. Sij nat. Amsterdam 1 Fbr. 158 1, obiit 26 Feb. 1639, leght inde Suijder Kerck. 1. Outgert, volgt Vr; 2. Pieter, volgt VS; 3. Aeltjen, volgt Vt; 4. Jan, volgt VU; 5. Claas, volgt Vv.

180 Vr. Outgert Claasz, trout Helena van Bueren. Kinderen: 1. Anna Ougerts, obiit innupta; 2. Isabella, volgt VIx.

Vlx. Isabella Outgerts, trout 1 Weijnand van Nispen 5 kind., 2 Joan van der Grafft 3 kind. Kinderen: 1. Justus, volgt VIIw; 2. Nicalaes van Nispen; 3. Jan van Nispen; 4. Helena, volgt VIIx; 5. Elisabeth, volgt VIIy; 6. Willem vander Graft; 7. Anna Marija van der Graft; 8. Jan Louis van der Graft.

VIIw. Justus van Nispen Wijnds., trout Anna Mouthaen. Kind: 1. Justus van Nispen Justz.

VlIx. Helena van Nispen Wijnds., trout Adriaen Hulsius. Kind: 1. Isabella Hulsius.

VIly. Elisabeth van Nispen, trout Willem.van Nispen, balliuw van Swamer- dam. Kinderen: 1. Jan van Nispen Will.; 2. Willem van Nispen; 3. Justus van Nispen.

Vs. Pieter Outgerts Claasz., trout Hester van Bueren. Kinderen: 1. Anna Ougerts Piet., obiit innupt; 2. Helena Ougerts, trout Jacob van Daalen. Sij obiit 12 9ber 1706. Geen kinder; 3. Cornelia Outgerts, obiit innupta; 4. Nicolaes Ougerts, obiit celebs; 5. Hester, volgt VIy; 6. Wilhelmina, volgt Vlz; 7. Hendrick, volgt VIaa. 181 VIy. Hester Outgerts, trout Steven Benier. Sij obiit 1715, hij obiit Julij 1697. Kind: 1. Comelia Beniersz Stevensz, trout 1698 1. Cruijdenier, 2. Wese- man. Hieruit een kind Cruijdenier.

VIz. Wilhelmina Ougerts, trout Sijmon van Assingh. Hij obiit 16 Meij 1697. Kind: 0 1. Pieter van Assingh Piet.

VIaa. Hendrick Ougerts notaris, tr. Marija Treeckels. Kinderen: 1. Mr. Pieter Ougerts Adv., trout 1700 van de Broeck; 2. Sara Outgerts Hendk, obiit innupta.

Vt. Aeltjen Outgerts Claasz, trouwt 8 Meij 1639 Jan Black. Kinderen: 1. Dirck Black Janz., obiit celebs; 2. Nicolaes Black, obiit celebs; 3. Joan Black, obiit celebs; 4. Pieter Black, obiit 20 8ber 1680, trout Lucija Popta, obiit 16 Janu. 1678, geen kinder; 5. David Black, obiit 6 xber 1693, celebs; 6. Sara Black, obiit innupta 4 9ber 1678; 7. Jacob Black, obiit celebs; 8. Adriaen Black, trom Jenneken Kourten, geen kinder.

VU. Jan Outgertsz. Claasz. trout Anneken Sijmenz. tot Hamburg. Kinderen: 1. Claas Outgerts Jansz, trout ; 2. Agneta Outgerts Janz.; 3. Anna Outgerts Janz.; 4. Hendrick Outgerts Janz.

Vv. Claas Outgerts Claasz. trout Geertruijd Poppendam. Kinderen: 1. Anna, volgt VIbb; 2. Geertruijd, volgt Vlcc;

VIbb. Anna Outgertsz. Claasz, obiit 11 xber 1680, trout Gerrit van Arckel. Kinderen: 1. Geertrijud van Arckel Gerrt.; 2. Marija van Arckel; 3. Anna van Arckel. (Wordt vervolgd)

182 HET BEROEPEN VAN Ds WILHELMUS ABERSON TE RUURLO IN 1733

door DR. W. ALBERS Daar er geen enkele aanwijzing is dat de samenleving in het kerkdorp Ruurlo zich onderscheidt van die in andere Achterhoekse dorpen, geeft de wijze waarop Wilhelmus Aberson, zoon van de Ruurlose richter Louis Aber- son en broer van de Ruurlose ontvanger der verponding en diaken Adam Aberson, in 1733 predikant te Ruurlo werd inzicht in de politieke manoeu- vres die in het begin van de 18e eeuw ten platte lande aldaar in gebruik waren. Bovendien werpt het, in engere zin, licht op de interne machtsver- houdingen tussen de verschillende belangengroepen ‘in Ruurlo, te weten de Heer van Ruurlo, de notabelen (o.a. de richter, de ontvanger der verponding, de dominee) en de overige dorpsbewoners.

1. De Heer van Ruurlo, de geërfden en het collatierecht Zover bekend is Ruurlo nooit gefeodaliseerd. Oorspronkelijk werd het wel en wee in de mark bepaald door de z.g. geërfden. De gezamenlijke boeren, wier hoeven een bepaalde grootte hadden, maakten tijdens de op gezette tijden gehouden markedagen wetten betreffende het gebruik van de, voor de bemesting van de particuliere bouwlanden onontbeerlijke, in gemeen- schappelijk bezit zijnde grote heidevelden (gemene markegronden), terwijl overtreders werden gestraft. De ,,heerlijkheid” van de bezitter van het Huis te Ruurlo, een groot kasteel, bestond slechts uit het door zijn mede-geërfden verleende erfelijk voorzitter- schap van deze markevergaderingen (erfmarkerichter), welke ,,heerlijkheid” hem door de mede-geërfden betwist werd tussen 1670 en 1675 voor het landgericht te Zutphen toen de Heer van Ruurlo bleek te zijn opgetreden als of de gemene markegronden zijn persoonlijk bezit waren. Bij het accoord van 17 mei 1675 werd weliswaar het erfmarkerichterschap opnieuw door de geërfden erkend doch de Heer van Ruurlo moest afstand doen van zijn overige vermeende (geusurpeerde) rechten. Tevens mocht hij als opperkerk- meester na 1675 de kerkmeesters niet meer benoemen, doch bij vacature slechts iemand voorstellen, die door de geërfden al dan niet aangenaam werd verklaard. Ook betreffende het beroepen van een predikant meende de Heer van Ruurlo speciale rechten te hebben. Het twisten hierover ging eeuwen door. Nog in het midden van vorige eeuw (25 mei 1841) liet de minister van Staat H. van Zuylen van Nyevelt weten: ,,dat het regt van den Heer van Ruurlo om als zodanig bij het doen ener predikantsberoeping, in de Vergadering des Kerkeraads aldaar tegenwoordig te zijn, den Minister voorkomt vooralsnog in genen deele te zijn bewezerP.1) Formeel had de Heer van Ruurlo dus geen extra stem bij het beroepen van cen predikant naar Ruurlo.

183 2. De geërfden, de boeren en het collatierecht De geërfden hadden dus hun rechten gehandhaafd. Daar voornamelijk landbouw en veeteelt van ouds de economische basis was van de samenleving ter plaatse zou dit een gezonde toestand zijn, ware het niet dat in de 18e eeuw de situatie ontaard was en er daardoor van het zelfbeschikkingsrecht van de inwoners der marke in feite niets meer over was. Door consolidatie in de loop der eeuwen van het aantal gewaarde boerderijen en door de latere sterke aanwas van de landbouwende bevolking was het aantal niet gewaarde boerderijen (katersteden) aanmerkelijk groter geworden dan het aantal ge- waarde erven, terwijl bovendien vele der gewaarde erven in handen geraakt waren van, soms buiten Ruurlo woonachtige, geldbeleggers. Deze waren bezitter en dus geërfde van Ruurlo, terwijl de Ruurloër, die het erf be- boerde als pachter, geen stem had in de markenvergadering. Dit komt o.a. sterk tot uiting in de notulen 2) van de ,,Vergadering der Gewhaarde Ge- Erfdens van Reurlo in de Kerk aldaar op Woensdag de 29 July 1795” waar- bij is opgenomen een ,,Lijst der Gewhaarde of Stemdragende GeErfdens in de Markt van Reurlo”, waaruit blijkt dat minstens 85% van de gewaarde erven niet meer in boerenhanden is. Hiervan is 30% in het bezit van de Van Heeckerens (Huis te Ruurlo) en de rest is van Abersons en juristen als Mr B. Wildrik, Mr P. Haesebroeck, Mr G. Sölner, Mr E. G. J. Croockens, en Mr L. C. Grothe. Men zou kunnen denken dat de geërfden als kerkstichters (1350) en onder- houders van het kerkgebouw het recht van collatie hadden. Dit blijkt in de 18e eeuw niet zo te zijn. De te beroepen predikant werd gekozen door de lidmaten der kerk. Formeel waren de boeren (evenals de ambachtslieden en knechten) van Ruurlo vrij hun predikant aan te wijzen. In feite lagen de zaken echter anders. De invloed van de buiten Ruurlo wonende geërfden, de geldbeleggende juristen, kan gering geacht worden. De Heer van Ruurlo echter kon indirecte dwang uitoefenen op de keuze der boeren zowel door zijn overheersende positie in de mark (erfmarkerich- terschap, bovendien veelvoudig gewaard) en in zijn kwaliteit van opperkerk- meester, als door het feit dat vele Ruurlose boeren zijn pachters waren. Daarbij dient in aanmerking genomen te worden het ontzag dat de Ruurlose boeren hadden voor het Kasteel. Tot in het begin van de 20ste eeuw namen de boeren hun pet af als ze het Huis passeerden, ook als de bewoners niet thuis waren. In 1733 was de Heer van Ruurlo echter niet de enige die de boeren zijn wil kon opleggen.

3. De Abersons te Ruurlo rond 1700 In dezelfde tijd dat de Heer van Ruurlo door de geërfden tot de orde geroepen werd, omstreeks 1676-1677, vestigden de Abersons zich te Ruurlo vanuit Leiden, waar Lodewijck Aberson in een schandaal verwikkeld was betreffende het onechte kind van Anna Joorisdr., dat zij op de Breestraat ontvangen zou hebben.

184 Lodewijcks schoonfamilie was notabel te Ruurlo. Zijn schoonvader Adam Martens was er kerkmeester en zijn schoonmoeder Judith van Orsouw was afkomstig van Orsouw, een Ruurlose brouwerij 3). Zijn zwagér Hermannus Martens was richter (een soort burgemeester zonder burgerlijke stand, tevens voorzitter van het plaatselijke gerecht; door de Staten benoemd), kerkmeester en pachter der gebrande wateren te Ruurlo. Welk beroep de redelijk ver- mogende Lodewijck Aberson in Ruurlo uitoefende is niet bekend. Uit hem ontstond (naar het volgende doet vermoeden, niet zonder kunstgrepen) de aanzienlijke familie Aberson. Mogelijk met behulp van zijn schoonfamilie Martens lukte het zijn zoon Lowijs richter van Ruurlo te worden en diens zoon, Adam, ontvanger der verponding, zodat de Abersons in 1733 te Ruurlo reeds een machtspositie bekleedden. Blijkbaar nog niet machtig genoeg naar zijn zin wilde Lowijs zijn andere zoon, de te Ruurlo geboren Ds Wilhelmus Aberson, te dien tijd staande te Keppel, als predikant te Ruurlo hebben. De kerk, de belastingen en het richterschap in één hand zou de Abersons dermate invloedrijk maken te Ruurlo, dat alleen reeds om die reden de Heer van Ruurlo, Assueer van Heeckeren, tegen de beroeping naar Ruurlo van Wilhelmus Aberson zou kunnen zijn,

4. De beroeping van Ds Wilhelmus Aberson te Ruurlo De Heer van Ruurlo was er dan ook tegen en van diens korstondige afwezigheid maakten Lowijs en Adam Aberson gebruik de zaak te forceren door in enkele dagen de lidmaten te bewerken en te laten kiezen. Bij zijn terugkeer werd Assueer van Heeckeren voor een fait accompli gesteld. Hij nam dit niet en liet een onderzoek 1) instellen, waarbij hij de volgende gang van zaken door getuigen geverifieerd wilde zien: Op Zondag 13 februari 1733 liet Lowijs, buiten medeweten van de Heer van Ruurlo, bekend maken dat de daarop volgende Woensdag gestemd zou worden over de verkiezing van zijn zoon. Inmmidels gingen de richter Lowijs Aberson en de ontvanger Adam Aberson het kerspel rond. Aan elke rot werd een ton bier beloofd als de mensen op de predikant Aberson wilden stemmen. Ze waren niet karig met genever (,,soveel genever getapt hebben als deselve maer hebben konnen of willen drinken”). Aan sommigen werd speciale aandacht besteed. Gerrit Hacke is bij de richter thuis geweest en daar ,,deftigh sijn getracteerd geworden”, terwijl hem tevens een ton bier werd beloofd wanneer hij zijn stem aan de predikant van Keppel wilde geven. Gerrit heeft vóór gestemd en is toen onthaald op een ton bier ten huize van Henrick aen de Haer. Hendrik Beumer aen de Vosbelt wilde eerst niet stem- men voor de zoon, maar toen de richter hem ,,permissie gaff om desselfs huys op de gemeente te mogen setten” heeft hij het toch maar gedaan. An- derzijds werd gedreigd of wraak genomen. Toen Jan op Cleyne Everwen- ninck alias Jan Lutten ondanks sterk aandringen van de richter en de ont- vanger weigerde zijn stem aan Aberson te geven is hij door hen bedreigd terwijl ze meteen beslag lieten leggen op zijn graan (zaed) en het lieten op- slaan in het huis van de weduwe Martens. Hierop beloofde Jan Lutten zijn

185 stem aan de predikant Aberson te geven. Teunis Lievestroo heeft zijn weige- ring volgehouden, waarop ,,De Rigter heeft gekeven met Tönis Lievestroo en met hevigh en driftigh gemoet seyde: waerom het gij niet voor mijn soon (te weten de praedicant te Keppel) gestemt en terwijl gij nu daer voor niet gestemt off aen mijn soon ‘de Stemme niet gegeven hebt, nu sal Uw suster alle de onkosten betalen, die ik aengewent hebbe op haer moeyen goet aan Beeuwkeshuis. Indien gij de stemme aen mijn soon gegeven had, dan wouw ik geseyde onkosten Uw suster geoffereert en haer daer voor nimmermeer gemaent of aengesproken hebben”. Verder wordt vermeld, dat de beroeping in ongebruikelijk grote haast geschied is, terwijl ook de gewoonte meer dan één publicatie zou eisen. Van de 292 lidmaten hebben er slechts 135 gestemd, waarvan vijf waarschijnlijk niet eens lidmaat waren. De heren inspecteuren van de classis hebben zich bij hun aankomst, met voorbijzien van de vele herbergen te Ruurlo, naar het huis van de richter Aberson begeven, waar zij zich goed hebben laten onthalen. Op Woensdag lieten de inspecteuren de aanwezige leden der ge- meente, tegen de gewoonte, één voor één de kerk binnengaan. In de kerk bevond zich ook de richter Aberson, hetgeen nogmaals ,,d’informaliteyt en partijdigheyd” onderstreepte.

5. Het antwoord van Ds Wilhelmus Aberson Het verweer van de Heer van Ruurlo mocht in dit geval niet baten. Wil- helmus Aberson werd predikant in zijn geboortedorp Ruurlo. In het trouw- boek van Ruurlo schreef hij: ,,Anno 1733 Den 16 September Ben ik hier tot Ruerlo van de Gemeente van Oudenkeppel met meerderheyd van stemmen als Predikant Beroepen, en aldaar bevestigt den 8 Novemb 1733 Door De Heer Dreux Pred: te Deutekom met de woorden uyt Ps: 50 : Vs5. Waer op ik Wilhelmus Abreson dagtermiddaegs mijn intrede hebbe gedaen uyt Gen: 31 : VS: 3.” Blijkbaar werd een toepasselijk bijbelwoord ook hier gevonden. Genesis 31 vers 3 luidt: ,,Ende de Heere seyde tot Jacob: keert weder tot het lant Uwer vaderen ende tot Uwe maeghschap: ende ick sal met U sijn”.

Bronnen 1. Kerkelijk archief Ned. Herv. Kerk te Ruurlo. 2. Markeboek van Ruurlo. 3. Quohier der Verpondinge over de Stadt, Schependom en Richterambt Doetinchem, idem van de Richterambten Hummelo en Ruurlo, 1650.

186 HET GESLACHT MOOY UIT VRIESEKOOP

door W. C. MOOIJ In Vriesekoop (gemeente Leimuiden) treffen we reeds in de 16e eeuw leden van het geslacht Moij of Mooij aan. Blijkens de registers der tiende penning anno 15621) bezat aldaar een Cornelis Moij Claesz. zijn eyghen 1 hont slach- lant en een Claes Claes filius Moy zijn eyghen 1 hont verdolffen lant. Cornelis en Claes waren ongetwijfeld broers. Claes Claesz Morj werd reeds in 1556 vermeld en bezat toen 6 morgen lants en 2 hont in Vriesekoopz). Vermoede- lijk woonde de laatstgenoemde in Leiden, want in 1561 wordt aldaar gewag gemaakt van een zekere Claes Claesz. Moij, zijnde wagenaar en wonende in de Steges). In de z.g. ,,Protocollen van Leijmuijden ende Vriesecoop” (registers van akten van transport, hypotheek en boedelscheiding), nr. 756. wordt nog mel- ding gemaakt van: 1. wijlen het echtpaar Simon Claesz Mooij en Aeffgen Jansdr. dd. 1-2-1657 (fol. 7); 2. Claes Claesz Mooij dd. 1-10-1660 (fol. 367); 3. Hubert Claesz Mooij dd. 1-2-1657 (fol. 3); 4. Simon Claesz Mooij dd. 6-1-1659 (fol. 197); 5. Cornelis Thamasz Mooij en Appolonia Thamasdr (Mooij) dd. 1-7-1658 (fol. 188). De hiervoor genoemde Cornelis ‘Thamasz Moij of Mooij was vermoedelijk een kleinzoon van de eerder vermelde Cornelis Claesz Moij uit Vriesekoop (1562). Blijkens de Nederlands Hervormde kerkboeken van Leimuiden kwa- men aldaar in Vriesekoop nog voor: 1. Gerrit Tomisse Moij, overl. vóór 6 aug. 1645, gehuwd met Annetje Jans van Houff ; 2. Annetje Tomas Moij, gehuwd met Leendert Cornelis Broer; 3. Huybertje Thomasz Moij, gehuwd met Gerbrant Pietersz. Blom Groen; 4. Appolonia Thamasdr. Moij, gehuwd met Willem Pietersz. Aes. Zij allen waren zonder twijfel broer en zusters van Cornelis Thamasz. Moij voornoemd. Cornelis Thamasz. Moij was eerst gehuwd met Maertgc Leendert (van Griecken), daarna hertrouwde hij met Leentje Jans van Houff. Uit zijn eerste huwelijk sproten:

Register der tiende penning van Vriesekoop Anno 1.562 (Staten van Holland vóór 1572, no. 1255, A.R.A. ‘s-Gravenhage). Register der tiende penning van Vrieskoop Anno 1556 (Staten van Holland vóór 1572, no. 938, A.R.A. ‘s-Gravenhage). Register der tiende penning van Leyden Anno 1561 (Staten van Holland vóór 1572, no. 1330, A.R.A. ‘s-Gravenhage).

187 1. Claes Cornelisz. Moij, geboren circa 1625, wonende te Vriesekoop, trouwde te Leimuiden 4 sept. 1650 Geertje Pieters Blom van Vriese- koop; 2. Leendert Kornelissen Mooj, wonende te Vriesekoop, trouwde te Lei- muiden 12 aug. 1657 Annetje Joppen Bout, wonende tot Leimuiden; 3. Tames Cornelisz. Mooij, geb. circa 1637, wonende te Vriesekoop, trouw- de te Leimuiden 5 nov. 1662 Geertje van Teijlingen, van Vriesekoop; 4. Jan Cornelisz. Mooij, wonende te Viresekoop, trouwde te Leimuiden 10 dec. 1662 Maritje Cornelis van Tol, van Aarlanderveen, wonende tot Leimuiden; 5. Sijtje Cornelis Mooij, wonende te Vriesekoop, trouwde te Leimuiden 4 febr. 1663 Teunis Klaassen van Leeuwen, van Alphen a/d Rijn; 5. Magdalena Cornelis Moij, gedoopt Leimuiden nov. 1663, trouwde Pieter Wieringen; 7. Abraham Cornelis Tamas Moij, gedoopt Leimuiden juni 1645 (doop- getuigen Ywout Gerrits Bloom en Jannetje Cornelis Jongebroers); 8. Lysbetge Cornelis Tamas Moij, gedoopt Leimuiden 21 juli 1647; 9. Meerten Cornelis Tamas Moij, gedoopt Leimuiden 6 maart 1650 (doop- getuigen Aris Meertens van Leeuwen en Appoleentje Cornelis Leeuw); 10. Stijntge Cornelis Tamus Moij (zij was met Jan Gerrits Blom op 23 juni 1652 doopgetuige bij Heindrick, zoon van Ywout Gerrits Blom); ll. Aegje Cornelis Mooij, te Leimuiden huisvrouw van Jacob Jansz. Brant; hij hertrouwde 28 dec. 1682 Neeltje Jans (van Houff), van Aalsmeer; 12. Isaack Cornelisz. Mooij, wonende te Vriesekoop, trouwde te Leimuiden 25 dec. 1685 Apleuny Chyle Leeuw, weduwe van Jan Clase Damen, van Vriesekoop. Uit het tweede huwedijk is geboren: 13. Neeltje Cornelis Tames Mooij, gedoopt Leimuiden 24 feb. 1672.

STAMREEKS 1. Thomas (Cornelisz) Moij, geb. circa 1570, vermoedelijk zoon van Cor- nelis Claesz. Moij, die in 1562 1 hont slachlant bezat te Vriesekoop;

11. Cornelis Thamasz. Moij (Ned. Herv.), geb. circa 1599, wonende te Vriesekoop, trouwde (le) circa 1624 Maertge Leendert (van Griecken), wonende te Vriesekoop;

111. Tames Cornelisz. Mooìj (Ned. Herv.), geb. circa 1637, wonende te Vriesekoop, tr. Leimuiden 5 nov. 1662 Geertje Cornelis van Teijlin- gen, van Vriesekoop;

IV. Tamis Tamisz. Moij of Mooij (Ned. Herv.), ged. Leimuiden 5 mei 1680 (doopgetuige o.a. Mertje van Tol), wonende te Vriesekoop, tr. (le) Leimuiden 12 nov. 1702 Marritje Cornelisdr. de Vries, wonende aan de Oostzijde van de Oude Wetering; 188 V. Cornelis Thomasz. Mooij, ged. te Alkemade 7 okt. 1703, ondertr. Al- kemade 7 dec. 1725 Maartje Tijsse Hoogh, geboren en wonende op de Oude Wetering;

VL Tames Cornelisz. Mooij, ged. Alkemade 7 sept. 1732, begr. Alkmaar 22 okt. 1805 (kerkhof Grote Kerk), tr. Alkmaar 26 mei 1760 Trijntje Pietersdr. van der Weijden, ged. Alkmaar 14 maart 1736, begr. Alk- maar (kerkhof Grote Kerk) 29 juni 1802;

VII. Ary Tamesz Mooij, ged. Alkmaar (Rem. Kerk) 9 dec. 1770, van be- roep meester kleermaker, overl. Alkmaar 14 nov. 1840, tr. (le) Alk- maar 27 juli 1800 Aaltje Groet, ged. (Geref.) Warmenhuizen, 18 dec. 1774, overl. Alkmaar 17 maart 18 13, dochter van Jan Groet en Maar- tje Blaauw:

VIII. Tames Mooij, ged. Alkmaar (Rem. Kerk) 18 okt. 1801, van beroep meester timmerman, overl. Alkmaar 11 maart 1811, mtr. (2e) Alkmaar 7 juli 1839 Margaretha Joanna Hemme, geb. Alkmaar (R.K.) 2 april 1804, overl. Alkmaar 2 okt. 1889, dr. van Cornelis Hemme en An- tonia van Vulpe;

1x. Cornelis (Johannes) Mooij, geb. Alkmaar (R.K.) 3 maart 1846, was aanvankelijk beroepsmilitair (wachtmeester bij het 2e Regiment Veld- artillerie), daarna agent van politie te Arnhem, overl. Arnhem, 13 juni 1896, tr. te Arnhem 31 januari 1883 Gerritje Busscher, geb. Arnhem (N.H.) 17 okt. 1852, overl. Arnhem 10 okt. 1932, dr. van Breunis Bus- scher, landbouwer, en van Hilletje Reinderts;

X. Bruno Leonardus Wilhelmus Mooij, geb. Arnhem 10 juli 1884, meu- belmaker, tr. Arnhem 13 mei 1908 Theodora Wilhelmina Siebelink, geb. Arnhem 11 sept. 1883, overl. ‘s-Gravenhage 2 febr. 1933, dr. van Jan Willem Siebelink en Johanna van Maanen;

x1. Willem Cornelis Mooij, geb. Arnhem 6 nov. 1908, referendaris ter ge- meentesecretarie van ‘s-Gravenhage, tr. ‘s-Gravenhage 26 sept. 1934 Maria Johanna van der Vossen, geb. ‘s-Gravenhage 24 januari 1908, dr. van Marinus van der Vossen en Johanna Jacoba Matla.

Mochten er leden zijn, die omtrent de afkomst van het hierboven beschre- ven geslacht over aanvullende gegevens beschikken, dan houdt ondergete- kende zich hiervoor gaarne aanbevolen.

189 OVERLEDENEN TE KLUNDERT door L. VAN DER MIERDEN Het is de bedoeling van deze artikelen de lezers aanknopingspunten te verschaffen in eventueel vastgelopen onderzoekingen; over het algemeen wordt volstaan met de vermelding der namen, in bepaalde gevallen wordt het beroep vermeld, zeer speciale interessante gegevens zijn in sommige ,,aengevinghe” mede vermeld; de kosten varierend van ,,Pro Deo” tot 12 gulden zijn in het algemeen hier weggelaten! Desgewenst ben ik bereid voor belanghebbenden de gegevens te sp:cificeren. 22 November 1695 Jan Hendrik% inde Wey, synde een arbeyder, also van onver- moghen. 6 December Kind van Isaacq Dombre. 8 Kind van Jan Pietersen. 1 Jan& Kind van Cornelis Adriaenssen Visser, arbeyder, genaemt Adriaen. 4 >> Huysvrouw van Jan Dingemans, genaemt Heyltje Cornelisse. 18 >> Bastiaen, natuurlycken soon van Bastiaentje Hermans. 19 1, Brengen Jan Vrient en Bastiaen Leendertse ‘t lyck aan van hunn vrouwen suster Willemyntje van Bael. 17 Februarl 3, Dingetje Boesdonck huysvrouw van Ambroos Willemse. 20 >> ,> Jenneke Pertrouw Huysvrouw van Claes Renders, 29 ,> ,, Abram Jacobs Craen schoonvader van Cornelis Adriaense Nele- mans. 23 Meert ,, Hendrick van Rosendael man van Sycke Cornelis. 1 April >, Jenneke van Wyck, dochter van Jacob van Wijck. 9, Laurens, soon van Gilles vander Clerq, turfdrager. ; :: ,> Marynus Adriaens van Loon, man van Jenneke Jans. 9 1, Seger (?) Joosten, man van Syken Pieters. 10 . . ,, Leendert Wassenbergh, man van Syken Geertsen van Tilburgh. 14 ;; >> Kind van Maeyken Claes wed. van Pieter Gelmer (?) gen. Barentje. 2 Mey ,, Adriaen van de Zwaluwe, man van Mayken Jans Zantbergh. 5 >> ,* Jan Pietersen Cramer aangifte door Jan Claessen Cramer, voocht over zijn kinderen. 7 1, ,> Adriaen Segers, aangifte door de armmeester Heybrecht Engelen vanden Bergh; van den armen gestorven en begraven. 12 ,> Adriaen Cornelisse van der Slinck (Slunk), man van Maeyken Joris. 12 ,> » Heyltje Adriaensen van Gennip, huisvrouw van Pieter van Nispen. >> Kind van Anthony Hoogendyck gen. Pieter. :: :: 9, Dochter van Syken van Tilburgh, wed. van Jan van Eenhuis (?) Gen. Johanna.‘) 24 Kind van Pieter Buys, stadtswachtmeester, gen. Adriaentje. 14 J;iy Kind van Adriaen van Sprangh, gen. Ambrosia. 28 Kind .van Leendert Silvius, gen. Anthonetta. 6 A&ustus Jenneke Cornelis Wynen, huisvrouw van Laurens Adamse Hoogh- sant. 8 >> Kind van Claes Renders, cipier alhier, gen. Dingena. 5 Sept&ber >> Kind van Aert Holmans,, gen. Heyltje. 24 - >> Dochter van Joost Barents Smidt, gen. Geertruy. 4 N&mber ,, Cornelis Danckers, man van Maeyke Pieters. ;; >> 1, Doodgeboren zoon van Jan Vrient. >> Kind van Rochus Geertsen de Bruyn, gen. Lysbet. 22 Dec&ber >> Dochter van Joost Gilles Jansse, gen. Hendrickxken. 24 ,, >> Jan de Coert, Dyckbode, man van Anneken van Weert. 30 >t >, Rochus Geertsen de Bruyn, man van Cathalyntje Goverde van Leyen. 5 Januari 1697 Kind van Johannes Pietersen, gen. Pieter. 17 >> ,> Laurens Spring int Veld, man van Elisabeth Bartelssen. ,> Mr. Abram Veermans, chirurgyn, man van Jenneke Geleynen. ,> Commer Delgerse (??), vader van Johanna van Byemont.

190 12 Februari >> Willemijntje, huisvrouw van Pieter Buys, Stadtswachtmeester. 20 Maart s> Margrieta de Cruyft, dochter van Gerrit de Cruyft. 20 >> ,, Adriaentje Pleunen, dochter van Pleun Woutersen Leuwenbergh Wonend onder Cillaershoeck (??) in Barendrecht begraven. 1 April ,> Adriaen Cornelisse van Oosterhout, broeder van Teunis Corne- lisse van Oosterhout.

13 Mei >I Ongedoopt kind van Ary Damen vander Cruys.

31 >> Aegtie Pieters de Vrouw van Ary Damen vander Cruys.

8 Juni 9, Frans Burgers, ,,Dogterskint” van Frans Janssen Hoogewerff.

13 ., >> Jenneken Weelant, dochter van Robbrecht Weelant. 29 ,, >> ,,seeckere Angeniet arbeyder uyt Guilickerlant” aangegeven door Hendrick Janssen Vis, armeester. 9 Juli >> Huybrecht Vrient, zoon van Adriaen Vrient. 12 1, >t Ysaack Ysaecksen Stelboer, zoon van Heyltie Stelboer. 29 >> Ambroqs, zoon van Burgemeester Adr. van Sprangh. 10 Augustus >> Cathelyn, kind van Pieter Marelissen van Meel, arbeyder in Nas- souwer Polder, begraven in Sevenbergen. 10 1, >> Claes Stevens van Cyck, jonckman in Nassaupolder, begr. Zeven- bergen. 19 >> Willemyntje Willems, vrouw van Cornelis den Decker. 27 Jacob Valck, man van Maeyken Jans Muts. 16 September Jacobus, zoon van Stoffel Marynisse. 12 October Maycken, Kind van Adr. Willem Huybrechts van (C) Poppel. 23 November Pieter, zoon van Willem van Ryen, gestorven op Strijensche Zas en begraven te Strijen.‘) 25 >> >> Margrieta van Son, zuster van Heer Pieter van Son, Notaris en Procureur te Dordrecht, gestorven te Dordrecht en te Kluidert begraven.

25 9, ,> Jenneken , ,,diestmeyd” bij Cornelis Leest, aangegeven door Adri- aentje Huybrechtsen Leest, vrouw van Cornelis Bouwmans; ,,haeren suster”. 6 December >> Jan Geertsen Smout, zoon van Gerrit Janssen Smout, gestorven in de Nassaupolder en te Zevenbergen begraven. 7 Januari 1698 Mattys Mattyssen Straatman( man van Anneke Jans. 25 >> Anthonette, kind van Cornelis Baartmans. 3 Febyuari I, Teunna Jans, aangegeven door Gerrit de Cruyff; daer hy voocht over was.

8 (?) >> I> David, kind van Leendert Silvius, chirurgyn.

15 >, >> Neeltje Crynen, in de Nassauwpolder, aangegeven door Leendert Crynen Nelemans, haar broer. 7 Maart >> Jan, natuurlijk kind van Adriaentje Pieters, ,,diestmeyt” van Pieter van Loon; aangegeven door Lysbet Janssen, weduwe van Pieter Gysen.

10 1, 9, Natuurlijk kind van Laurens Adams van Hooghsant, ongedoopt.

*). Naam man moeilijk onderscheidbaar. Bij huwelijksaangifte van Sycke op 31 Maart 1696 met Leedert Wassenbergh staat vermoedelijk ,,weduwe van Qiryns”. *). Strijen Sas hoorde oorspronkelijk onder de Juridictie van Klundert; het is logisch dat de doden in Strijen werden begraven, immers Klundert ligt aan de Brabantse oever van het Hollands Diep, men moest in die tijd niet alleen het veer naar de Moerdijk oversteken, om Klundert te bereiken passeerde men tevens de toen nog niet overbrugde Roodevaart.

191 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. J. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren voor toezending volgt.

Altpreusziche Geschechterkunde, Neue Folge, Blätter des Vereins fiir Familien forschung in Ost- und Westpreuszens, ll. Jrg. Heft 6/12, Dezember 1963, (nieuwe aanwinst voor onze Tijdschriftenrevue); 10 Jahre Vereinsarbeit in der Vertreibung, vagina 241 tot 346. * ïdem, Familienarchiv, NO 10 a 11, 1963: (Gisevius (v.) Gizycki; Kressel; E. Richter. Nachfahrenliste Tilsiter Handwerkerfamilien: Trautmann. Richter, Baeder - Haar- briicker.

Ons Amsterdam, 16e jrg. no. 3, maart 1964: dr. L. Jansen. Het Marine-etablissement te Amsterdam: J. H. van Lunteren. Nieuwbouw Marine-etablissement; Tentoonstelling 2x Amsterdam 1813-1963; Nieuwe basculebrug over het Noordhollands Kanaal; Het oude Amsterdam (XXXVIII); B. K. van Rijswijk. IJ-Tunnelbouw, één stuk verder; B. Ram. Jacob van Neck, zeventiende eeuwse schipvaarder en Amsterdams Regent; H. W. Alings. Rokin 91. Het huis met de adelaars drie eeuwen oud (1664-1964); Ir. H. ‘t Hoen. Huisvesting Geneeskundige Dienst en Beplantingsgebouwtje in Overtoomse Veld.

Bachten de Kupe, 6e jrg. no. 2, februari 1964: E. P. Alberic. Het domein der Abdij van Eversham te Otavele; M. Gatteeuw. Een letterkundige prijskamp in Dikomuide in 1823; B. Bijnens. Bezweringsformules van een oud- IJslandvaarder; D. Dalle. Mors Captiva Dunckerke. De dood gevangen gehouden te Duinkerke; B. Bijnens. Vlaamstalige doodprentjes uit Frans-Vlaanderen; A. Bonnez. Karten.

Blätter des Bayerischen Landesvereins für Familienkunde, 26. Jrg. NO 3, 1963: Otto Ftirnrohr. Die Leichenpredigten der Kreisbibliothek Regensburg; Hans Bauer. Leichen- predigten für Regensburger Pfarrer und Pfarrfrauen; Beiträge zur Geschichte der Münchner Bauerfamilie Sedlmayer.

Descent. Vol. 2, Part 1: E. J. Lea-Scarlett. Robert Dalley-Scarlett, Part 11; P. J. Scott. A simple guide to ancestral Research (continued).

The Detroit Society for Genealogical Research, Volume 27, NO 3, Spring 1964: A Migration from Pennsylvania and Settlement in Ohio; The Serblett family of Mana- kintown; A line of Descent from William Frothingham of Massachusetts; Descendants of Silas Jones, 18061851; Abstracts of early probate court records, St. Clair County; Records of the first Presbyterian Church of Detroit; Veterans’ graves prior to world war 1 in Reedsburg; Is this your line.7 Gilbert and Phebe Fravis of New-York; Bible and Family records: Hill.

Der Deutsche Hugenott, 28. Jrg. NO 1, März 1964: K. Violet. Uber die Geschichte der franz.-reform. Gemeinde in Hamburg; Die Maison d’orange; Dr. H. C. Hageman. Die Reformierte Kirche in Amerika.

Fibula, 4e Jrg. NO 5: K. Wijdooge. Van lopend vuur tot Acts diurna; L. Fuchs. De slag bij Hastings; H. Halbertsma. De oudste historie van Staveren; Mej. A. G. E. Twist. Nederlandse opgravingen in Rome; Districten: Waarom en hoe; Mededelingen van het Hoofdbestuur.

Met gansen trou, 14e jrg. no. 3, maart 1964; B. W. van SchGndel. Het geslacht Van Wijck uit ,,De Klei”; J. Kasteel. Schors, Run en Leer; B. W. van Schijndel. Uit Waal- wijk’s verleden; De pastoors van Drunen.

192 Idenl, 14e jrg. no. 4, april 1964: M. van den Bosch. Hop; Voogd. Hoe oud is de grens om Berne?

Genealogical Forum of Portland, Oregon, Vol X111 NO 5, Page 33, Jan. 1964. Idem NO 6, Page 45, Febr. 1964: Bestuursmededelingen; N. Beall Berkland. Rebec- ca Wheat; H. Park. News and Notes; The Militarv Journal of George Ewing; Quer- ries; G. Merrill. Makers of Oregon History.

The Gcnealogical Helper, Volume 18, Number 1: Boekbespreking; Familiy Asso- ciations and their Leaders; The Question Box; Many genealogical Records are publis- hed.

The Genealogical Magazine of New Yersey. Vol. XXXVIII, Number 3, Sept. 1963: R. W. Cook. The Cuijper Family; Morris County. Gravestones; D. A. Sinclair. The Runaway; Essex County Gravestones; K. Str@ker-Rodda. New Yersey Rateables, 1773- 1774; D. A. Stratford. Obituaries from the Mount Holly Mirror.

The Gellealogist’s Magazine, Vol. 14 no 9, March 1964: Ch. F. H. Evans. The Matrili- neal Descent of Queen Victoria; E. F. W. Neale. From Yeoman to Court Physician; A. J. Willis. Winchester Guardianship Records after 1700; D. Horton. The Hortons of Leicestershire; H. K. Percy-Smith. Some suggestions for the copying of Monumental Inscriptions. . Gellos, Tidskrift utgiven av Genealogiska Samfundet i Finland, Nieuwe aanwinst voor de Tijdschriftenrevue. 1961 no 1, 2, 3, 4; 1962 no 1, 2, 3, 4; 1963 no 3 en no 4.

Der Grafschafter, Heimatbeilage der Grafschafter Nachrichten, jrg 1964 Januar, Februar, März: Jan: Alex Sommer. Groszes Wind- und Wassermiihlensterben in Nieder- sachsen; Dr. A. Dieck. Wo blieben die vom Ratterfinger von Hameln entführten 130 Kinder? H. Hechl. Vom Wigbold zur Industriestadt Nordhorn; J. Tiesmeyer. Der Richt- hof zu Emsbiiren. Febr: Die Familie von Ketteler und ihr Besitz in der Grafschaft Bentheim; Prof. Dr. M. Brinkmann. Von den Graureihern im Bentheimschen; Dr. A. Dieck. Das Moor als Urkundenbuch. März: Julius Vogel. Georgsdorf 1910-1920; H. Asche. Schont den wildwachsenden Wacholder.

Gruoninga, 10: jrg. no. 3. maart 1964: Joh. H: Kruijer. De voorouders van Focke Eeuwes op ,,Bottemaheerd”; P. Luinstra. Het Westerkwartierse geslacht Hummersma; P. J. Ritsema. De nakomelingen van Jan Clasen en Jantje Helprichs; Mededelingen.

Hessische Fumilieukunde. Band 7 Heft 1 Januar-März 1964: Dr. E. Wapner. Die Riedesel zu Josbach und ihre Joibacher stammgiiter; G. Fürer. Der Briickenbaumeister Johann Michael Führer; A. Klink und Dr. W. Fischer. Ortsfremde in den Kirchenbiichern von Rüsselsheim 1.585-1807; K. Wenckebach. Inschriften in der Stiftskirche in Wetter; H. Heimann. Hirtenfamilies im Kirchspiel Alpenrod; Dr. R. Bonnet. Lehrer des Schaum- burger Landes an der Lahn; Kleine Mitteilungen; Hessische Wappenrolle; Völker, Kartenbender, Heil, Fries, Lav, Diefenbach. Bijgevoegd: Namenweiser, Ortsregister 1960-‘61; Inhalt, Namenwei&, Ortsverzeichnis -i960=‘61.

Imtituto Intcrnacional dc Geuealogia y Heraldica, Hoja Informativa, Año XI NO 224, Febrero 1964: Communiaciones del Instituto; Overlijden van Z. K. H. de Infant Don Alfonso de Borbon Dos Sicilias, Hertog van Calabria, Voorzitter van het Instituut; Bibliografie; Mededelingen; Vergaderingen van het Capittel van de Orde van het Heilige Graf en van de Orde van Malta.

L’lnterm~diaire des Généalogistes, De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers Ao XIX, 2/1964 NO 110: 0. le Maire. A propos d’un grès de Raeren aux armes des Faucurvez, ancêtres belges de S. M. Fabiola, reine des Belges; M. J. Vuylsteke. Un couple flamand à 1’Elysée; 0. le Maire et P. E. Claessens. Les De Bay, de Malines, et leurs descendants immédiats a Nantes et à Paris; Général d’Esclaibes. Une dé- couverte archéolo:ique ii Courtrai; Addenda et Corrigenda.

193 De Maasgouw, jrg. 83, afl. 1, 1964: Dr. Arthur Schrtinemakers. Peel = Pede - Lo = Veen-Bos; M. K. J. Smeets. Een herinnering aan de Franse Revolutie in het Ge- meentemuseum te Roermond; G. Nijpels. Nog iets over het Aankondigingsblad, de Eclaireurs en de drukkers Nijpels; L. Heere O.S.C. De Processie van Maaseik naar Kevelaar en het Processieverbod.

Michigana, Western Michigan Genealogical Society February, 1964, Vol. 9-1: Me- dedelingen van het Bestuur; Besprekingen uit andere bladen; Boekbespreking; Genea- logische Mededelingen; Index, March, 1955 - November 1963.

De Nederlandsche Leeuw, LXXXXI, jrg. no 3, maart 1964: Bestuursberichten; Septième Congres International des Sciences Généalogique et Heladique; Jhr. W. A. Gevers Dey- noot. Genealogie Van den Woude, de heren van Warmond; Korte mededelingen; Van Bevnhems: Schermertz-Smith: Westerboren: het waven van de waterschau ,,Lits en Lauwers”; Buitenlandse boeken en tijdschriften; Vragen en antwoorden. Bijgevoegd: Inhoud en Lexicografisch Naamregister, jaargang 1963. Bijblad, maart 1964; K. A. Citroen. De Familie Spanjaard.

The New York Genealoeical and Bioeraohical Record. Vol. XCV. Number 1. Januarv 1964: New York City Ass&ment Roll, February, 1730; Á Scott visits New York 181OL 1811; Baptisms, Dutch reformed Church, Rhinebeck, New York; Early History of the Thome Family of Long Island; Willem Adriaense Bennet of Brooklyn, N.Y. and some of his Descendants

Zeitschrift fiir Niederdeutsche Familienkunde, 39. Jrg. Heft 1, Januar 1964; W. Schmidt-Ewald. Der Thüringer Friedrich Perthes in Hamburg; Karl-Egbert Schultze Zum Wernigers der Familienkreis Runde - Volbert - Hurlbrink; A. Conn. Ahnenliste Conn; Hinweise und Kurzberichte; Eingegangene Bücher; Zeitschriften.

Numaga, tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, jaar- gang X no. 1, februari 1963. Dr. J. M. G. M. Brinkhoff. Nijmeegse Nieuwjaarswensen; Dr. B. H. Stolte. De mystificatie van het mysterie van de Keizer Karel-stad; Fernand Linon. Jan Allers, een Nijmeegs schipper en handelaar in Raerens aardewerk; Boek- bespreking.

Idem, jaargang X1 no. 1, maart 1964: J. Br. In memoriam Ir. J. G. Deur; B. H. Nog weer eens de ,,Heydens”; Dr. J. M. G. M. Brinkhoff. Nijmeegse Nieuwjaarswensen; B.H. De galeistraf te Nijmegen; L. Heere O.S.C. Burchardus a Monte, een vrijgevige Nijmegenaar; 1. Barten S.J. De wees van de Temple in quarantaine te Beek en Ub- bergen; Boekbespreking.

Oldenburgische Familienkunde, Jrg. 6, Heft 1, Januar 1964: Wolfgang Biising. Fiinf Göttinger Studenten Stammbücher (1772-1819). Idem, Jahrgang 6, Heft 2, April 1964: Oldenburger Ahnenlisten: Rogge; Pastor in R. Carl Woebcken. Die Familie Closter im Oldenburgischen. Jahresberichte.

Ostfriesland, 1964/1: Harm Wiemann. Maibäume in Leer im Jahre 1738; Jan van Dieken. Gefàhrdung unseres Lebens; Menno Aden. Pseudofabriciana aus Amsterdam und Antwerpen.

Pfälzische Familien - und Wappenkunde, X111. Jrg. Band 5, Heft 1, 1964: F. Binder und W. Fatge. Personennamen im Gerichtsbuch Assenheim, 1601-1800; H. Kimmel. Pfarrer Johann Peter Hermanni und Seine Familie in Impflingen; Neu Gemeindewappen in der Pfalz: Sonndernheim, Kallstadt; F. Körsch und R. Killian. Namen im Kirchen- Lagerbuch 16 14/ 1683, des sickingischen Amtes Ebernburg; Pfàlzische Familienver- banden: Armbrüster, Dexheimer; Buch- und Zeitschriftenschau; Uitkilungen zur Wan- derungsgeschichte der Pfàlzer; Auswanderen auf dem Schiff ,,Samuel M. Fox” Register zu Band IV.

Der Schweizer Familienforscher, Le Généalogrste Sursse, Jrg. XXX, 1963, no. 719: Dr. Konrad Schulthesz. Heinrich Federers Zürcher Vorfahren und Ahnengemeinschaft mit Gottfried Keller; Buchbesprechung; Veranstaltungen der Sektionen.

194 The Scottish Genealigost, Vol. X, no. 4: Queries; W. Rodger. The Poll Tax Rolls, 1695; J. F. Mittchell. Burial ground Inscriptions; J. Douglas Gillespie, B. A., B. Sc. Governor James Glen and the Cherokee Indians; Lillian Maclean. Swansboro’s first Ho- tel Keeper.

De Stichtsche Heraut, 1Oe jrg. No. 5, 1963: De paginering van De Stichtsche Heraut; Registers op de namen der auteurs en hun artikelen; Naamregister.

Ons Voorgeslacht, 19e jrg., februari 1964, no. 120: Ir. G. Baars. Het voorgeslacht van Jan de Coerff, Heer van Oud-Beijerland, Demmerlick, Vinkeveen en zijn verwant- Schap met de families Van Harlingen, Croese en Boon; C. C. 1. Lans. Aanvulling genea- logie Eygenraam; C. Hoek. Handvesten van Nieuw Matenesse; Vragen en antwoorden.

Well, Here it is February, 1964, the first Anceshal Index of the Headhunters of W. M. G. S.; Membership List, W.M.G.S. 1964.

Mitteilungen der Westdeutschen Gesellschaft für Familienkunde E.V. Band XXI. Heft 5/6, (Jrg. 52) 1./2. Vierteljahr 1964: Clet&& Plassmann. Neujahrsspruch; Bernhard Backhausen. BeiträTe zur Geschichte Rheinischer Familien: Familie Hall sus Sechtem am Vorgebirge; Wérner Kirsch. Aus den Evangelischen Kirchenbücher von Veldenz/ Mosel; 1. Kretschmar. Einkünfte eines kurfiirstlichen Hofrates und Gewaltsboten im Jhare 1712: Paul Melchers. Dimmetie: Namensänderunaen in der Zeit von 1710-1798 nach den Faufeintragungen von St. I&ibert in Köln; OGo Neiheiszer. Ein Stíick Karls- brunner Geschichte; Hugo Schìinemann. Die Matrikel der kurfürstliche Universität Bonn; Zgnaz Wodiczka. Zur Geschichte des Riitters- oder Beckers-Hofes zu Duissern; FranzJosef Zens. Untersuchungsergebnisse über den Ursprung und die Herkunft der rheinischen Familie Zens(z) (tz) (sz); Hans Heubes. Sammlung Diisseldorfer Ahnentafeln; Verschiedenis. Amsterdam, juni 1964. W. D. H. ROSIER.

Wij berichten de geboorte van FLORIS PETER LEONARD zoon van de heer en mevrouw Strijbos-Ruppert te Amsterdam, op 20 mei 1964.

en het huwelijk van de heer AAD GORDIJN en mejuffrouw MATTY GELEYNSE te Schiedam, op 22 mei 1964.

Onze hartelijke gelukwensen.

REDACTIE-MEDEDELING De op pagina 148 aangekondigde plaatsing van de beschrijving der op pagina’s 152 153, 154 en 155 voorkomende wapens zal eerst plaats vinden in het septembernummer van Gens Nostra bij de gelijktijdige publikatie van de kwartierstaat van Europa’s jongste Vorstin.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

19s AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 728. D. A. de Koninz. Pieter Nieuwlandstraat 102-111, Amsterdam-0. 3131. M. Schra, Carte&sweg 35, Utrecht. 3 139. C. Hildering, Badhoevelaan 45, Badhoevedorp. 3140. Mr. J. P. van Franeker, Ringdijk 29, Amsterdam-0. 3141. Dr. Ir. J. Meulenhoff, Ing. Rispincklaan 8, Bloemendaal. 3142. A. H. Croonen, Herenstraat 91, Weert. 3143. Mr. J. P. Huyg, 430 E. 83 rd. Street, New York, N.Y. 10028. 3 144. E. Boer, Groningerstraatweg 49, Leeuwarden. 3145. C. J. Sluiter, St. Bonifaciuslaan 42, Eindhoven. A.14. Historisch Museum te Rotterdam, K. Hoogstraat 31, Rotterdam.

Adreswijzigingen: 903. N. A. Hamers. Kerkuad 3, Hees, uost Niimegen. 2694. R. Murray Bakker Albach,.Statenlaan 48, Bussum. 2176. W. van Leeuwen, Eenhoornstraat 89, IJmuiden. 2017. J. Koelé, Landrestraat 703, ‘s-Gravenhage. 1560. Ir. R. G. den Uijl, Sal. de Braystraat 20, Rotterdam.

Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden van de volgende leden melden: 1641. H. J. van Buyten, Utrechtseweg 123, Oosterbeek. 1812. R. J. ten Haaft, Stoomwezenstraat 25, Apeldoorn.

BIBLIOTHEEK Ds. K. H. L. van Selms te Dordrecht schonk aan onze bibliotheek onder- staande werken: Cannegieter, H. G. - ,,Francois Bekius, de duivel-dominee uit de Friesche Wouden.” - Santpoort, 1941, 228 pag. Kist, N. C. - ,,Synopsis der handelingen van de classis van Nijmegen van het jaar 1590 tot 1660, naar het oorspronkelijke handschrift van D. Heyster” - z.p., z.j., 108 pag. Verster, 1. F. - ,,XL muzikale boekmerken met eene opgave van meer dan CCC spreuken, die op dit soort van boekmerken voorkomen.” - Am- sterdam, 1897, 104 pag. Voor deze aanwinsten onze welgemeende dank.

Aan dit nummer werkten mee: Dr. W. Albers, Eindhoven. L. C. Heyting T. H. zn., Ermelo. Ir. G. L. Meesters, Utrecht. L. van der Mierden, Klundert. W. C. Mooij, Leimuiden. Mrs. Erika H. C. Nederhand-Hartman, U.S.A. Mr. A. K. Vink, Bussum.

196 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING uOEOOEKEURD eu KONINKLIJI( BESi. “AN 16 AUcY”STUS 1849. No. 65 Laatstelijk goedgeKeurd bl, Koninklijk BeSIult Yin J Aprtl 1865 JAARGANG 19 No. 8 AUGUSTUS 1964

Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 12,50 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

HET WOERDENSE EN ZEGVELDSE GESLACHT VAN DOORN door Z. VAN DOORN De naam Van Doorn is reeds zeer vroeg als geslachtsnaam in gebruik ge- komen, ook in het gebied van Woerden en omstreken, waartoe ik mij in hoofdzaak beperk. Reeds in 1376 en 1389 wordt daar een Steven van Doernr) priester, ge- noemd, die 5 morgen land in Zegveld vermaakt aan het kapittel van St. Jan te Utrecht. Daarbij is ook zijn broer betrokken, Jan van Overenghe geheten; de familienaam is dan ‘blijkbaar nog niet vast; misschien ook zijn zij halfbroers. Het is mij niet bekend of wij van deze Van Doorn’s afstammen. Ook in andere streken van het land komen reeds vroeg Van Doorns voor. Het mag daarom à priori onmogelijk geacht worden, verband te leggen tussen de velen die thans die naam dragen. Zelfs voor een beperkt gebied als West Utrecht en het aangrenzende Zuid-Holland is dat onmogelijk. Mijn grootvader Zeger van Doorn was de eerste, die met een (Trijntje of Crijntje) Brak trouwde, uit een Nieuwkoop’s geslachts). Sindsdien zijn er verscheiden verbintenissen tussen beide geslachten, tot ook ik dat voorbeeld volgde met Aaltje Brak. Het is zelfs zo, dat de verwantschap van beide kanten kwam, want ook haar moeder was een (Pietertje) Van Doorn, zij het van een oudere tak, zodat ons beider kwartierstaten voor een belangrijk deel samenvallen. Een aanzien- lijk kwartierverlies is hiervan het gevolg. Wij, mijn vrouw en ik, hebben dezelfde Willem van Doorn, resp. als bet- overgrootvader en overgrootvader (56 en 16)“) en dezelfde Leendert Brak als

‘) Rijksarchief Utrecht (R.A.U.) Arch. St. Marie no. 540 en 541. *) Zie de Stichtse Heraut, juli 1958. *) Deze nummering verwijst naar die van de kwartierstaat Van Doorn, welke t.z.t. in dit tijdschrift wordt opgenomen (Red.).

197 overgrootvader (24). Ons geslacht Van Doorn stamt van Woerden, Brak van Nieuwkoop. Beide zijn in de 18e eeuw in Zegveld terecht gekomen en daar boer geworden. In onze kwartieren komen daarom, behalve Woerdense en Nieuwkoopse geslachten, ook enige veel oudere Zegveldse geslachten voor, waarmee zij door huwelijk verbonden zijn. Ik noem hiervan: van Eyck, Grif- fioen, Groenevelt, de Hooch, Nedersticht, Outslooth, Stout, Verlaan, Zaal, Zwanenbeek. Als we de kring iets ruimer nemen, met Bodegraven, Gravesloot, Kamerik, Harmelen, dan vinden we ook de geslachten: Bindervoet, Bom, Brunt, de Bruyn, Burggraaf, Geestdorp, van den Hoek, Kats, Knijff, de Leeuw, Snater, van Spengen, Spijker, van Staveren, Zwanenburg. Van daarbuiten noemen we: Benschop, Bos, Graafland, de Gruyter, van den Heuvel, van Heyningen, Houtdijker, Knoppert, Koek, van der Kroost, Lomeyer, Losejager, van Maurik, Oskam, van Royen, Verwey en van Vliet.

Herkomst van de naam Van Doorn Het ligt voor de hand aan te nemen - ik heb dat tot voor kort ook ge- daan - dat de naam verband houdt met de plaats Doorn (event. ook Deurne). In de meeste gevallen kan dat ook wel juist zijn. Sinds enige tijd ben ik echter geneigd aan te nemen, dat de Van Doorn%. die nu ongeveer 3 eeuwen in de streek van Woerden, Barwoutswaarden, Riet- veld en de Bree, Gravesloot en Zegveld hebben gewoond, hun naam danken aan een hofstede op de Bree, genaamd ,,den Doorn” en genoemd in een ver- zoekschrift van 1693 aan het Groot Waterschap Woerdens). Daarin ,,Geeft reverentelijk te kennen, Pieter Vermij, wonende onder de poorterije der stadt Woerden, dat hij suppliant wel genegen zoude zijn, desselfs slooth voor zijn hofstede op de Bree, in den landen van Woerden, genaamt ,,den Doorn” op te delven etc.” In diezelfde tijd (1675) was er nog een andere hofstede, namelijk 6 morgen- land ,,de Doorn” genaamd, gelegen op Hoochbrevelt onder de poorterije deser stede Woerden, voor ende omme de somme van vier duysent gulden”4). Een andere vondst, van 1651, betreft de ,,Oncosten aen de Segvelderbroec- kerwintwatermolen” staande aan het eind van de Molenvliet op de Bree, die het water van Zegvelderbroek uitsloeg op de Rijn. In die rekening worden ge- noemd: Ghijsbert Gerrits Zael, Jan Jacobsz, Ghijsbert Jansz Snater, heem- raden van Zegvelderbroek, Claes Pieters Cats, molenaar en ,,Jacob Jansz in den Doorn” medemolenaar. Deze Jacob Jansz kan ik niet in mijn familie thuisbrengen, doch een derdr gegeven levert het verband met de oudst bekende leden van ons geslacht. Die oudst bekende is Pieter Artsen van Doorn, die 15-4-1686 te Woerden trouwde met Annighje Cornelis Reyersse. Hun kinderen waren: Art en Elisa- beth, tweelingen, gedoopt te Woerden 7-11-1686, Arjen, gedoopt 11-11-1687, en Willem, wiens doopdatum mij niet bekend is. Bij die doop, worden zij als ,,Van Doorn” geregistreerd, doch als Arjen (Arie) 19-5-1713 te Woerden trouwt, heet hij Arien Pieters van den Doorn en

“) Uit E 2 § S Consenten (Archief Groot Waterschap Woerden). 4, Gemeente-archief Woerden. Collateralen van de 40e penning 1670/85, kast 2, no. 4.

198 zijn eerste kind wordt 4-2-1714 te Woerden gedoopt als Maritje, dochter van Arie Pieters van den Doorn en Grietje Cornelis Schijf. Tenslotte kennen we nog een vierde gegeven van 1726”), betreffende leve- ring van 7 pramen aarde (verval) voor ophoging van de Zegveldse polderkade langs de Greft. Voor elke praam wordt f 1,150 betaald, voorgeschoten door Jan Schriek, de baas van de 13 arbeiders, onder wie: Pieter Aarts en Willem van den Doren. Al deze gegevens steunen het vermoeden, dat deze Woerdense Van Doorn’s hun geslachtsnaam niet danken aan de plaats van die naam, maar aan de bovenvermelde hofstede ,,den Doorn” op de Bree of die op Brevelt, beide onder Woerden.

Hun naam ,,in den Doorn” of ,,van den Doren” werd omstreeks 1700 ge- leidelijk vereenvoudigd tot ,,Van Doorn”. Omstreeks dat jaar waren zij kleivletters, althans Pieter Aartsen van Doorn en zijn zoon Willem, beide wonende in ,,de Pannebakkerijen”, een wijk onder Woerden. Doch 23-4-1729 trouwde deze Willem van Doorn met Aaltje Cor- nelisse Bom, wed. van Theunis Pieterse Hartogh, bakker aan de Hogeboom, ‘s Gravesloot onder Kamerik. Uit Willem en Aaltje stamt een groot aantal bakkers en boeren in Woerden en wijde omgeving. Deze Hoge Boom was een gehucht op een strategische plek ontstaan aan de in 1366 gegraven Greft, waarover een kwakel (= hoge boom) een voetver- binding schiep tussen Zegveld enerzijds, Gravesloot, Kamerik, Woerden en Utrecht anderzijds. Het ligt op de grens van Utrecht en Zuid-Holland, van Zegveld Gravesloot, Kamerik, Woerden en Rietveld, aan de scheepvaartweg tussen Woerden en de Oude Rijn en Amsterdam. Er ontstond op Gravesloots gebied een bakkerij annex herberg, zoals er ook een aan de Krnipin, het andere, oostelijke einde van Gravesloot was ontstaan. Bakkerij en herberg aan de Hogeboom heb ik het eerst vermeld gevonden op 4-11-1717 als eigendom van Cornelis Ghielen van (den) Hove, die 20-3- 1718 hertrouwde met Maria Pieters Bindervoet, een dochter van Pieter Pie- ters Bindervoet, toenmalig eigenaar van de korenmolen aan de Greft op gebied van Kamerik-Mijzij, waar vroeger een voetpad van het dorp Zegveld door het weiland naar Kamerik, over een Kwakel de Greft passeerde. Dit was vanouds de kortste weg naar Kamerik. Aanvullende gegevens op de hierna volgende Genealogie vinde men in ,,Gens Nostra”, Juli/Aug. 1959, Sept. 1959, Juni 1960, Okt. 1961, Sept. 1962, Stichtse Heraut: Juli 1958, Afl. 2, 3 en 4 van 1961, Afl. 1 van 1962.

5, 23/24 Febr. 1726. Polderarchief Zegveld no. 23, bewaard ten gemeentehuize. Speci- ficatie van de geleverde aarde door order van de heeren van Segvelt op haar Ed. kade door mij, Jan Schriek (steen- en pannenfabrikant van de latere ,,Driemanshoop”, op het terrein van de hofstede ,,Bouwhuis”).

199 GENEALOGIE VAN HET GESLACHT VAN DOORN*

1 Pieter Artsen van Doorn (van Doren) (kwartieren 128, 448) kleivletter in dienst van Jan Schrieck, steenbakker in de Pannebakkerijen, Woerden. Pieter Artsen tr. Woerden 15-4-1686 met Annighje Cornelis Reyersse (129, 449). Kinderen: 1. 2. Art en Elisabeth, tweelingen ged. Woerden 7-11-1686. 3. Arjen (Arien) ged. Woerden 11-11-1687, tr. Woerden 19-5-1713 met Geertje Cornelisdr. Schijf; hun dr. Marijtje ged. 4-2-1714. 4. Willem, doopdatum niet bekend, volgt 11.

11 Willem van den Doren, later van Doorn (64, 224), kleivletter als zijn va- der, tr. Kamerik 23-4-1729 met Aaltje Cornelisse Bom, wed. van Teu- nis Pieterse Hartogh, bakker a/d Hogeboom; deze waren 28-2-1725 ge- huwd, Theunis stierf 1727. Kinderen: 1. Pieter, ged. Zegveld 15-10-1730, tr. Kamerik 11-5-1755 met (1) Elisabeth (Lijsje) Stolte, hertr. Kamerik 5-4-1767 met (2) Geertje van Eyk. Uit (1) 8 kinderen. 2. Arie, volgt IIIa. 3. Comelis, bakker Zegveldse Mije. 4. Aart, volgt IIIb. 5. Jantje, ged. Zegveld 14-9-1738, jong gestorven. IIIa Arie van Doorn, opvolger van zijn vader als bakker a/d Hogeboom, Gravesloot, Kamerik, gest. aldaar 31-12-1778, tr. Woerden 2-5-1762 met Jannigje Bottelwaart, van Barwoutswaarder; hun kinderen: 1. Aaltje,-ged. Kamerik 26-3-1763, tr. 9-5-1784 met Ger(h)ardus Ver- burg, korenmolenaar Kam. Mijzij, wedr. van Marrigje Blonk. 2. Willem, volgt IV. 3. Dirk, bakker Mijdrecht, tr. Marrijtje (Maria) Vergunst, waaruit: Arie, geb. Mijdrecht 7-9-1794, Margareta, geb. 1-11-1795, Grietje, geb. 10-4-1799. 4. Adrianus, ged. Kamerik 23-7-1769, begr. 18-5-1795, eerst bakker Alphen, later Zegveld, tr. 1794 met Elisabeth van den Bosch. Bij zijn trouwen koopt hij o.a. de bakkerij op Zegveld van Jan Toomvliet en Willempje de Leeuw. Na zijn dood door de weduwe, geholpen door zwager Willem, verkocht aan Gijsbert Balvert.

IIlb Aart van Doorn, broodbakker Uithoorn, tr. Kamerik 25-1-1761 met Neeltjr de Leeuw, dr. van Aalbert de Leeuw en Marritje Jans Hartog, bakker en boer a/d Kruipin. Hun zoon Willem van Doorn, ged. Kudel- staart 16-11-1761, tr. aldaar 11-5-1783 met Neeltje Boeff, dr. van Jan

*) Plaats van geboorte of huwelijk, indien niet anders aangegeven of blijkend uit het verband, in den regel Zegveld.

200 Boef en Maria Hogenes. Willem’s dochter Emmetje van Doorn, geb. Ku- delstaart 1785, gest. Barwoutswaarder 5-4-1875, tr. Jacobus Brunt (Koopoom), bouwman in de Pannebakkerij, zoon van Hendrik Brunt en Neeltje van Lingen (Gens Nostra 1960, blz. 172). IV Willem van Doorn (16, 56) ged. Kamerik 10-9-1764, overl. ald. 25-1- 1826, bakker a/d Hogeboom, tr. Woerden 11-11-1784 met (1) Gerrigje Brunt (57), begr. Kamerik 19-1-1797, htr. Woerden met (2) Aafie Brunt (17). Willem had 6 kinderen uit (l), 12 uit (2) en werd stamvader van vele bakkers en boeren in wijde omgeving. Hijzelf was bakker en boer, schepen en in de Franse tijd adjunct-maire van Gravesloot. Hij kocht verschillende percelen land in Zegveld en Woerden. Kinderen uit (1): 1. Jannetje, ged. Kamerik 3-8-1788. 2. Hendrik, geb. Hageboom 17-3-1790, volgt Va. 3. Arie, ged. Kamerik 27-11-1791, gest. Rietveld 3-3-1855, als 41- jarige trouwt hij 3-5-1833 met Neeltje Brunt, eveneens 41 jaar, bakster Blokhuisbrug na haar ouders Jan Brunt en Teuntje van der Kroost. Geen kinderen. 4. Dirk, ged. Kam. 23-6-1793, gest. Hogeboom 24-11-1842. 5. Jannigje (Jansje), geb. 13-10-1794, overl. 29-4-1818. 6. Jan, geb. 25-6-1796, tr. Baarnbrugge met Annigje de Wit. Blijkens acte 1827 eerst bakker te Utrecht buiten de Waardpoort, later boer Baambrugge. Kinderen uit (2): 1. Claas, geb. 9-10-1799, ged. Kam. 13-10-1799. 2. Adrianus, geb. 17-7-1801, ged. Kam. 19-7-1801. otr. 3-4-1825 met Dirkje Bulk, bakker Gouwsluis, later terug a/d Hogeboom; zijn we- duwe htr. 1851 met Arie Stans, laatste bakker a/d Hoge Boom. 3. Zeger, volgt Vb. 4. Claas, geb. 30-8-1804, ged. Kam. 2-9-1804. 5. Willem, geb. 12-12-1805, ged. Kam. 15-12-1805, over]. Nieuwer Amstel 19-12-1850, tr. Abcoude-Baambrugge 27-3-1836 met Neel- tje van der Neut, geb. Kockengen 21-7-1814, boer Baarnbrugge. Hun dochter Jannigje, geb. Baarnbrugge 16-8-1842, gest. Ouder Amstel 23-2-1880, tr. 2-2-1866 met Peter Marinus Kersbergen. Hun kleinzoon Bart Kersbergen, getr. met Jo Scheer is ca. 1950 ge- emigreerd naar Amerika en werd boer in Ogden, Utah (Mormonen). 6. Neeltje, geb. 21-1-1807, tr. 26-8-1830 met Jan van Eyk, zoon van Comelis van Eyk en Bregje de Leeuw; hun oudste dochter Wille- mijntje tr. (40 jaar oud) Bastiaan Veenendaal. 7. Aaltje, geb. 13-2-1809, tr. 5-6-1831 met Klaas van der Mik, zoon van Dirk van der Mik en Jannigje van Noort, van Aarlander- veen. 8. Gerritje, geb. 30-11-1810, tr. 29-11-1833 met Jacob van Lokhorst, geb. Zegveld 3-2-1809, timmerman winkelier, ontvanger en gemeen-

201 tebode van Zegveld; Jacob was zoon van Jan van Lokhorst, timmer- man en Cornelia Brunt (dochter van Jacobus Brunt en Neeltje Nap, Gens Nostra, 1960, blz. 171/172. 9. Robertus, volgt Vc. 10. Grietje, geb. 19-2-1816, gest. 19-7-1818. ll. Cornelis, geb. 2-7-1817, gest. 6-2-1818. 12. Jannetje, geb. 21-1-1819, tr. 5-12-1839 met Dirk van Lokhorst, timmerman Zegveld, geb. 26-12-1815, zoon van Jan van Lokhorst en Cornelia Brunt. Hun zoon Willem van Lokhorst ging als tim- merman naar Amsterdam.

Va Hendrik van Doorn, geb. Hogeboom 21-3-1790, gest. Bouwhuis, Woer- den 30-12-1839, tr. Woerden 26-5-1814 met (1) Aaltje Brunt, dochter van Jan Brunt en Teuntje van der Kroost, bakker Blokhuisbrug. Hen- drik werd eerst herbergier in ,,het Roosje” bij de Rozebrug, Pannebak- kerij. Spoedig echter werd Hendrik boer op ,,Bouwhuis”, tevoren van Hendrik Brunt (Gens Nostra, 1960, blz. 171). Hendrik van Doorn trouwt driemaal, wel: 6-8-1819 met (2) Annigje van Hof, van Boskoop en 11-10-1829 met (3) Willemijntje de Leeuw, geb. 1811, gest. Riet- veld 6-1-1894, dochter van Arie de Leeuw, bouwman en herbergier a/d Kruipin en Aaltje Verdel. Kinderen uit (1): 1. Willem, volgt Via. 2. Teuntie, geb. Woerden 18-4-1816, tr. Woerden 8-12-1836 met Jan Oskam, van Linschoten en Teuntje Pauw; na huwelijk kwam Teuntie op hofstede ,,Ter Voorn” (De Meem). Kinderen uit (3): 1. Jannetje, volgt VIb. 2. Arie, niet gehuwd. 3. Gerritje, volgt VIc. 4. Hendrika, volgt Vid.

Vb Zeger van Doorn, mijn grootvader, geb. Hogeboom, Gravesloot 28-3- 1803 uit Aafje Brunt, Willems 2e vrouw, over]. Zegveld 21-12-1867, tr. Zegveld 21-6-1835 met Trijntje Brak, geb. Zegveld 8-3-1813. Ook na zijn huwelijk lbleef Zeger nog in de bakkerij a/d Hogeboom tot zij 15-4- 1847 de boerderij betrokken, gekocht van Adrianus Blok, wiens schoon- vader Evert Snoey hem 9-6-1760 kocht van de kinderen en erfgenamen van Hr. Hendrik Verhel, wdr van Juffr. Maria Elisabeth van Duyssel, dr. van Hr. Willem van Duyssel, advocaat. De kinderen van Zeger zijn gebo- ren a/d Hogeboom, behalve de laatste, Jan, mijn vader, die op de boer- derij in Zegveld ter wereld kwam. Die kinderen zijn: 1. Willem, geb. 23-3-1836, gest. 29-10-1909, tr. 1880 met Emmigje Boer, geb. Lange Ruige Weide 12-3-1839, gest. Zegveld 9-3-1908 2. Leendert, geb. 19-4-1837, gest. 20-12-1901, boer Zegveld op de woning van zijn schoonvader; tr. Zegveld 5-12-1862 met Marrigje

202 de Waayer, dochter van Pieter de Waayer en Haasje de Bruyn, veel kinderen. 3. Adrianus, geb. 19-8-1838, niet gehuwd, woonde eerst op de oudkr- lijke hofstede, toen als rentenier bij zijn broer Jan. 4. Krijntje, geb. 25-1-1840, gest. 20-5-1909, tr. Gerrit de Kr@, boer in de Lagebroek, zoon van Willem de Kruyf en Jannigje de Waayer 5. Aafje, geb. 12-6-1842, overl. 6-5-1921, tr. 22-9-1871, met Leendert Kastelein, boer op Zegveld. 6. Jan, volgt VIe.

Vc Robertus (Bart) van Doorn, geb. Hogeboom 23-1-1815, overl. Zegveld 30-6-1879, tr. Zegveld 19-1-1842 met Jannigje (Jansje) Brak, geb. Zeg- veld 16-1-1820, overl. 11-3-1897, dochter van Leendert Brak en Krijn- tje (Treijntje) van Vliet. Na trouwen boer op hofstede ten Z.O. naast pastorie; bouwde + 1860 in het koehok naast de woning een renteniers woning, waar hijzelf, zijn dochter Aafje en zijn kleindochter Aafje Burg- graaf gewoond hebben. Voor de laatste, gehuwd met Jan Blok, werd het huis verbouwd tot het huidige Zonkant, in 1956 gekocht door Zeger van Doorn. Kinderen: 1. Aafje, geb. 5-7-1842, overl. 10-2-1888, tr. 28-8-1863 met (1) Dirk Kemp, geb. 3-6-1837, overl. 20-11-1865, zoon van Bastiaan Kemp en Lijntje Zaal. Zij woonden bij zijn ouders in op ,,Naam- vrucht” tot Dirk% vroege dood. Twee kinderen: Lijntje en Robertus (Bart). Aafje, als weduwe, hertr. 3-1-1868 met (2) Arie Burggraaf, geb. Wilnis 28-10-1840. Kinderen o.a. Aafje, geb. 8-7-1878, tr. 29-5- 1902 met Jan Blok, eerst in de graanzaak overgenomen van Gerrit Nicolaas Schouten, daarna Zonkant. 2. Neeltje, geb. 22-8-1861, overl. 15-1-1901; tr. 15-4-1886 met Hendrik Vroege, zoon van Jan Sterk Vroege en Jannetje van Doorn (volgt VIb), boer op het dorp Zegveld.

Via Willem van Doorn (14), geb. Zegveld 6-9-1814, jong geweest op Bouw- huis, na huwelijk boer Barwoutswaarder, overl. 1898; tr. Woerden 8-3- 1849 met Bregje van Eyk (15), geb. Geestdorp onder Woerden 4-6-1823. Na Bregje’s overlijden (7-8-1890) tot Willem’s overlijden is zijn klein- dochter Aaltje Brak daar enkele jaren verzorgd. Kinderen: 1. Hendrik, geb. Barww. 3-3-1850, tr. Zegveld met Lijntje Brak, dr. van Matthijs Brak en Willempje Kemp, boer Zegveld, daarna De Meern. 2. Gerrit, geb. 10-5-1851, overl. Woerden 21-5-1928, niet gehuwd; veehandelaar en rentenier. 3. Jan, geb. 12-4-1853, overl. 24-12-1856. 4. Pietertje (7), geb. 25-2-1855, overl. 22-4-1943.

203 5. Willem, geb. 16-7-1856, overl. Woerden 17-12-1936; tr. 29-7-1886 met Anna Jacoba Campert (29 jaar), wed. van Jacob Schouten. Willem hoofdonderwijzer Amsterdam, als gepensioneerde in Woer- den. Zijn kinderen: Greta, ongetrouwd gebleven, Willem, veearts, tr. Neeltje de Leeuw. 6. Jan, geb. 3-11-1857, overl. 13-9-1911, graanhandelaar in de Panne- bakkerijen, tr. Aaltje de Kruijf, dr. van Hendrik de Kruijf, boer Zeg- veld. Hun kinderen: Hendrik en Willem hebben de zaak voortgezet. 7. Arie, geb. 8-10-1859, overl. 17-10-1910, boer i/d Pannebakkerij op het Oudeland van Woerden; otr. 10-4-1891 met (1) Wilhelmina Rijnsburger, van Harmelen; otr. 13-9-1895 met (2) Aartja Adriana van der Wind, uit Oudewater. Kinderen van (1) Willem, niet ge- getrouwd; van (2) Adriana (Drien), tr. Bart Hoek, geen kinderen. 8. Aaltje, geb. 4-3-1861, overl. 11-3-1938, tr. Barww. 29-4-1897 met Reyer van Dijk uit Bunnik, zn. van Teunis van Dijk en Comelia van Ooijen. Reyer kwam door zijn huwelijk op de hofstede van zijn schoonvader. Geen kinderen. 9. Adriana, geb. 12-4-1863, overl. 15-8-1929; tr. Barww. 28-11-1895 met Willem van Dijk (broer van Reyer), overl. 5-3-1932 (69 j). Hij was huurboer op de hofstede Rypickerwaard (Apehuis) onder Jut- phaas, waar zijn zoon Willem, tr. met Willempje de Vor hem opvolgt en de hofstede (na splitsing) koopt. 10. Teuntje, geb. 12-4-1863, overl. 7-2-1941, tr. 1-3-1894 met Jilles Bastiaan van der Wind, boer op Zegveld, wdr. van Lijntje van der Wind en zn. van Willem van der Wind en Annigje Oskam. VIb Jannetje van Doorn, geb. Bouwhuis Woerden 28-10-1831, overl. Riet- veld 23-2-1908, tr. Woerden 10-3-1853 met Jan Sterk Vroege, geb. 27- 9-1830, over]. 11-5-1909, boer Rietveld. Kinderen: 1. Willemijntje, geb. 16-3-1855. 2. Hendrik, geb. 9-7-1856, overl. 21-4-1909; boer Zegveld, tr. 15-4- 1886 met Neeltje van Doorn (Vc2). 3. Arie, geb. 5-3-1859. 4. Jan Sterk, geb. 31-1-1860, overl. 19-12-1879. 5. Maria (Miet), tr. Rietveld 24-4-1890 met Willem Brunt, zn. van Willem Pancras Brunt en Annigje Boer. 6. Cornelis, boer op Bouwhuis, tr. Ariaantje Burggraaf, dr. van Arie Burggraaf en Aafje van Doorn (Vel). VIC Gerritje van Doorn, geb. Bouwhuis 27-9-1835, overl. Rietveld 29-1” 1911, tr. Woerden 8-11-1857 met Jan Brunt, zn. van Jacobus Brunt (Koopoom) en Emmetje van Doorn (IIIb). Jan, steenbakker en boer op Bouwhuis. Kinderen: 1. Emmetje, geb. 26-6-1859, overl. 4-11-1879. 2. Hendrik, geb. 5-12-1860, tr. 1-12-1892 Clasina Luther. Hendrik

204 (Holland op z’n smalst) was steenfabrikant in de Pannebakkerij. Zijn zoon Jan Bomt volgde hem op, maar moest het opgeven. Vld Hendrika, geb. Bouwhuis 1-2-1840, enkele dagen na vaders overlijden; zij tr. Woerden 12-6-1873 met Corneh Brunt, geb. 30-1-1834, overl. 3-2-1908, zn. van Pieter Jonker Brunt en Janna van Elten. Comelis was boer, steenfabrikant op Rietveld en lid van de Prov. Staten van Zuid- Holland. Kinderen o.a. Pieter Jonker Brunt, geb. 19-7-1874, burgemees- ter van Barwoutswaarder, Rietveld en Waarder, tr. Woerden 26-8-1897 met Gijsje van der Wind, dr. van Floris v. d. Wind en Rachel Catriena van Vegten. Vle Jan van Doorn (4), mijn vader, geb. Zegveld 2-4-1852, overl. 19-10- 1938, tr. 29-5-1891 met Maagje de Bruyn, geb. Vliet onder Haastrecht 20-3-1865, overl. 16-3-1909, dr. van Cornelis de Bruyn en Adriaantjc Benschop. Kinderen: 1. Zeger, volgt VII. 2. Adriaantje, geb. 28-12-1892, overl. 31-10-1918 a/d griep. 3. Cornelis, geb. 23-6-1894, overl. 15-1-1896. 4. Willem, geb. 8-7-1895, overl. 8-1-1896. 5. Cornelis, geb. 27-2-1897, overl. 2-4-1898. 6. Cornelis Jan, geb. 14-9-1905, lagere school Zegveld en Woerden, H.B.S. Woerden, Rijksuniversiteit Utrecht waarna leraar Ned. lette- ren aan de H.B.S. Woerden, 1940 gepromoveerd op ,,Het oude Mi- land en zijn waterstaatkundige ontwikkeling”, wonende Zegveld en Woerden, tr. 24-8-1939 met Jeanne Leenheer, geb. Rotterdam, dr. van Jan Pieter Leenheer, hoofdonderwijzer Rotterdam en Johanna Visser. Kinderen: 1. Marie Johanna, geb. 3-2-1945. 2. Jan Cornelis, geb. 22-2-1949. VII Zeger van Doorn (2), geb. Zegveld 27-11-1891, lagere school Zegveld en Woerden, R.H.B.S. te Utrecht, waarna Hogere Land-, Tuin- en Bos- bouwschool te Wageningen voor koloniale bosbouw; tr. 11-2-1915 met Aaltje Brak (3) en naar Ned. Indië voor houtvester bij de Dienst van het Boswezen; 1917 houtvester, 1920 beheershoutvester 1921 hoofd afd. Bosontsluiting, 1930 hoofd Technische Dienst van het Djatibedrijf, 1934 hoofd van de Dienst der Bosinrichting, 1942 Japanse lbezetting, 1946 naar Nederland, gepensioneerd, 1949 opdracht Itbon voor duinonder- zoek, 1950 adjunct-directeur van de Stichting voor Bodemkartering te Bennekom, 1957 gepensioneerd als zodanig, met benoeming tot Officier in de orde van Oranje Nassau. Vele standplaatsen, W.O. Kedoengdjati, Kajen, Bodjonegoro, Dander, Kedewan, Eur. verlof 1922, Salatiga, Bui- tenzorg, Eur. verlof met studieopdracht 1930, Buitenzorg, gezin in Ban- doeng, Eur. verlof 1937, geïnterneerd Beatrixkamp Buitenzorg, 1946

205 gerepatrieerd, Emmalaan 35, Utrecht, 1948/1949 Driebergen en 1950 Emmalaan 13, Utrecht. Kinderen: 1. Jan, geb. 6-1-1916 te Semarang, lagere school Salatiga en Leiden, H.B.S. Leiden en Woerden, waarna Technische Hogeschool te Ban- doeng, 1941 afgestudeerd, als adjunct-ingenieur bij Staatsspoorwegen op Java. Bij Japanse inval 1942 gemobiliseerd bij het K.N.I.L. krijgs- gevangen, vervoerd naar Japan, aldaar overleden 2-8-1943 in kamp Orio op Kioesjoe, aan ziekte en uitputting. 2. Petronella, geb. Dander (Bodjonegoro) 27-1-1917, lagere school Sala- tiga en Leiden, gymnasium Leiden, Chr. Lyceum Bandoeng. Daarna voor onderwijzeres, 1939 hoofdacte; Vrije School te Bandoeng bij Mej. Gischler; Beatrixkamp, Buitenzorg. Met ouders gerepatrieerd en van 1946-1960 a/d Openbare Lagere School Puntenburg, sedert oktober 1960 Mytylschool te Utrecht. Ongehuwd 3. Comelis Zeger, geb. Salatiga 28-2-1923. Lagere school Leiden, Bui- tenzorg en Bandoeng; Chr. Lyceum Bandoeng, 1940 Technische Ho- geschool te Bandoeng, 1941 gemobiliseerd als milicien bij het K.N.- I.L., krijgsgevangen naar Thailand, 1946 gerepatrieerd en voor schei- kunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. In 1953 afgestudeerd en op Natuurkundig Laboratorium Philips te Eindhoven, tr. Dodewaard 14-7-1958 met Metty de Leeuw, dr. van Cornelis de Leeuw en Al- berdina Catharina van Riemsdijk, wonende op ‘t Ruijt, Dodewaard. Na huwelijk huis Peter van Anrooylaan 26 gekocht. De 4e juni 1962 gepromoveerd cum laude te Utrecht tot doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen op proefschrift: ,,Colour centres in potassium chloride”. Kinderen: 1. Alberdina Catharina (Arientje), geb. Eindhoven 26-5-1959. 2. Alette Petronella (Aletje), geb. Eindhoven 10-5-1961.

206 DE KONINCK door MATTHEUS ONDERWATER Mattheuszoon (Slot) VIcc. Geertruijd Outgerts Claasz., trout Christophel Boot. Kind: 1. Geertruijd Boot Christ.

IVg. Ghijsbert Jansz. Cloeck, trout Amsterdam 3 Julij 1603 Hester Hendricksz. Hij nat. 29 xber 1582 O(ude) S(tij1) 7 Januar 1583 N(ieuwe) S(tij1) - dit jaar de oude stijl verandert - hij obiit 8 Meij 1639 als Aeltje Outgers troude. Kinderen: 1. Jan Ghijsberts Cloeck, nat. 18 Julij 1604, obiit celebs 2 Aug. 1604; 2. Marretien, volgt Vx; 3. Theuntien Ghijsberts Cloeck, nat. 22 Aug. 1605, obiit innupta 8 8ber 1605; 4. Theuntien, volgt Vx; 5. Floris Ghijsberts Cloeck, nat. 10 Januarij 1610, obiit celebs 20 Feb. 1610; 6. Jannetien, volgt Vy; 7. Trijntie Ghijsbertz. Cloeck, trout 1 van dx Blooke, 2 nat. 25 April 1616, geen kinder. 8. een soon doot ter werelt op 24 Meij 1619. Vw. Marretien Ghijsbertsz Cloeck, trout Pieter van Heijst. (Sij) nat. 29 xber 1606, obiit 1647. Kinderen: 1. Ghijsbert van Heijst Piet., obiit celebs; 2. Michiel van Heijst, obiit celebs in India; 3. Christina, volgt VIdd; 4. Jan van Heijst, obiit celebs, buijten Leyden verdroncken; 5. Hendrik, volgt Wee; 6. Thobias, volgt VIff; 7. Hester, volgt VIgg; 8. Christina van Heijst, Piet., obiit innupta; 9. Agneta van Heijst, trout Matth. van Erpekum, geen kinder. VIdd. Christina van Heijst, trout Marten Pieters Breur tot Leuward (er stond eerst: Delft). Kinderen: 1. Pieter Breur Mart., obiit celebs; 2. Marten Breur, obiit celebs; 3. David Breur, trout Christina Spronck, geen kinder; 4. Trijntie, volgt:

207 VIIz. Trijntie Breur, trout Jan Witbols. Kind: 1. Elisabeth Witbols.

VIee. Hendrik van Heijst, trout Marija Hooft. 1. Weijntie, volgt VIIaa; 2. David van Heijst, leraar bij de meniste, trout Rebecca Leeuw Jacobzd.; 4. Marija van Heijst, trout Matthijs Bamberge; 5. Hendrik van Heijst Hendr., obiit celebs.

VIIaa. Weijntie van Heijst, trout Johannes Corevrient. Kinderen: 1. Marija Corevriend; 2. Jan Korevrient; 3. Johanna Corevrient; 4. Hendrick Korevriend.

VIff. Thobias van Heijst pietz., trout 1 Tryntie Will. de Pelt, geen kinder, 2 Nelltien Bruijn, 3 kinder: 1. Marija van Heijst Thobiaz.; 2. Jan van Heijst Thob.; 3. Fokeltje van Heijst Thob.

VIgg. Hester van Heijst Piet., trout 1 Philip Couwenburg procureur, 2 Pieter Govertz. Winthuijs, 3 Jacob Heeremans. Kinderen: 1. Dirck Heeremans Jacob.; 2. Christina Heeremans, obiit innupta; 3. Agneta Heeremans Jacobz., trout Mattheus van Erpekum.

Vx. Theuntien Ghijsbertz. Cloeck, trout 1 Robert int Forthuijn, 2 Ghijsbert Michielsz. Groot, 3 Dirck Pietersz. Lamsinck. Sij 11 Junij 1608. Kinderen: 1. Michiel de Groot Ghijsbt. trout Lijntie Theunisz. Lootsman, geen kinder; 2. Ghijsbert, volgt VIhh; 3. Hendrick de Groot Gijbt., obiit celebs; 4. Claas de Groot Gijsbt., obiit celebs. VIhh. Ghijsbert de Groot Ghijsbt., trout 1 Neeltje Harmensz. 2 kinder, 2 Ameltje (?) Jansz. 2 kinder: 1. Ghijsbert, volgt VIIbb.; 2. Willemijntie, volgt VIIcc; 3. Theuntie, volgt VIIdd; 4. Hendrick de Groot Gijsbt.

208 VIIbb. Ghijsbert de Groot Ghijbt., trout Hendrickje Blaauw. Kinder: 1. Cornelia de Groot; 2. Catharina de Groot.

VIIcc. Willemijntie de Groot Gijsbt., trout Lammert Heldrinck. Kind: 1. Hendrick Heldrinck.

VIldd. Theuntie de Groot Gijsbt., trout Cornelis van der Goot, Kinderen: 1. Anna van der Goot; 2. Willemijntie; 3. Ghijsbert; 4. Elisabeth; 5. nog 5 kinder doot.

Vy. Jannetien Ghijsberttsz. Cloeck, trout 9 Meij 1638 Tbel Harmenz. van der Storck. Hij natus 3 Maart 1616, obitt 19 7ber 1692, sij nat. 13 9ber 1612. Kinderen: 1. Hester, volgt VZ; 2. Harmen Abelz. van der Storck, trout Gijsje Jansz. van Meer- huijsen, geen kinder; 3. Ghijsbert Abelz. van der Storck, obiit celebs; 4. Claas Abels van der Storck, obitt celebs; 5. Jan Abelsz. van der Storck, obiit celebs.

VIii. Hester Abelsz. van der Storck, trout Theunis Frederikz. van Wagen- burgh, Sij nat. 16 Meij 1640. Kinderen: 1. Grietie van Wagenburgh; 2. Abel van Wagenburgh; 3. Jannetien van Wagenburgh; 4. Aeltjen van Wagenburgh; 5. Jan van Wagenburgh, obiit celebs. 1Vh. Mr. Pieter Jansz. Kloeck, 1649 Raad der Stad Amsterdam, trout 1. Margareta Noijen(s), geen kind, 2. Jannetie Cornelisz. Hooft. Hij nat. 1585 7 Januarij, obiit 5 xber 1667 oud 84 jaar (dit klopt niet, Pieter was bij overlijden oud in het 83e) in Westerkerk begraven. Dit opgemelt graf in de Westerkerck daar meest alle de kinderen van Jan Claasz. Cloeck in sijn begraven legt in de middelcerck op nieu vernommert met NO 103 en 104 PK. Kinderen: 1. Mr. Joan Kloeck Piet., 1650 secretaris tot Amsterdam, obiit celebs 15 Aug. 1652;

209 2. Margareta, volgt Vz; 3. Anna, volgt Vaa; 4. Mr. Cornelis Cloeck Piet. commissaris tot Amsterdam 1659, scheepen 1660, Raad 168 1, Bewindhebber West Indische Com- pagnie 16. , Bewindhebber Oost Indische Compagnie 1682, trom Januarij 1656 Johanna van der Hoeven. Hij nat. Junij 1620, obiit 12 April 1693, sij nat. 20 Aug. 1624, obiit 5 9ber 1693. Geen kinder; 5. Pieter Cloeck Piet., Commissaris tot Amsterdam Ao 16. , obiit 20 April 168 1 Celebes; 6. Anthonia, volgt Vbb; 7. Hendrick, volgt Vee; 8. Mr. Floris Cloeck Piet., Advt., nat. 17 xber 16 , obiit 21 Maart 1698.

Vz. Margareta Kloeck Piet., trout Joan Huift, commissaris 1643, en scheepen en raad Amsterdam 1655, bewindhebber Oost Indische Comp. Hij obiit 30 xber 1677, sij obiit 24 9ber 1680. Kinderen: 1. Pieter, volgt VIjj; 2. Mr. Joan Hulft Janz., 1676 secretaris wegens desen staad op vrede handel tot nimwegen, &&, 1690 Resident van haar Hoog- mogenden aen ‘t Hof tot brussel, ordinaris gedeputeerde tot brussel, tot Amsterdam begraven; 3. Johanna, volgt VIkk; 4. Baligje, volgt VI 11.

VIjj. Mr. Pieter Huift Joanz., commissaris 1673 en scheepen 1684, trout 1680 Sussanna Looten Joanz. Hij obiit 7 Julij 1694. De wed. trout 9ber 1699 tot Leijden Do. Jac. Triggeland, professor in theologie en orientaalse talen. Hij obiit 22 7ber 1705. Kind: 1. Mr. Joan Hulft Piet., trout 23 7ber 1715 Anthonia Hop Corn. dogt.

VIkk. Johanna Huift Janz., trout 1672 Pieter Rendorp. Hij nat. 18 Meij 1648, obiit 17 Augustus 1699. Sij nat. 10 Junij 1647, obiit Feb. 1698. Kinderen: 1. Joachim, volgt VIIee; 2. Margareta, volgt VIIff; 3. Bregitta Johanna Rendorp Piet., trout 1. 14 Maart 1713 Mr. Pieter Kloeck Hendz., hij obiit 1 8ber 1714, trout 2. 19 Aug. 1716 Wigbold Slichter junior. Sij nat. 1692.

210 VIIee. Mr. Joachim Rendorp Piet., trom April 1703 Maria Catharina Meij- nerts Gts. Hij nat. 19 xber 1672, sij nat. 1660. Kind: 1. Pieter G. Rendorp.

VIIff. Margareta Rendorp Piet., trom 1695 Mr. Joan van de Pol Harm., 1698 schepen Amsterdam. Sij nat. 23 Maart 1673. Kind: 1. Harmen Hendk. van de Pol.

VI 11. Baligje Huift Joanz., trom 1677 Gerard Roover Commissaris van sijn furstelijke doorlt. van Lunenburgh Zell. Resident van Coning van Pruijssen 1711. Hij nat. 19 Maart 1642, obiit 25 xber 1711. Sij nat. 14 Julij 1656, obiit 13 7ber 1714 op het huijs te Svelsen. Kind: 1. Valerius Roover Gerrt., obiit celebs.

Vaa. Anna Kloeck Pieterz., trout Mattheus Onderwater. Zie verder hier- voor op blz. 64 onder Vb. Daar te verbeteren haar geboortedatum in: 11/21 April 1620.

Vbb. Anthonia Cloeck Pietz., trout Mr. Cornelis Hop. Raad Pensionaris der Stad Amsterdam Ao 166 . , Raadsheer in den Hogen Raade van Hollt. & 1676. Hij nat. 26 Maart 1620, obiit 5 9ber 1704, oud 84% jaar. Sij obiit 23 Aug. 1666. Dese Cornelis Hop bovengemelt trout ten anderen maale met Anna Pers hier onder wed. Hendk. Cloeck. Crijgen 16 kinderen, dog 5 ongehuwt doot. Kinderen: 1. Johanna, volgt VImm; 2. Jacob, volgt VInn; 3. Mr. Pieter Hop, Balljuw van de Egmonde 169 . ; 4. Cornelis, volgt VIoo; 5. Joan, volgt VIpp; 6. Hendrik Hop, commis Thesaurij Amsterdam 169 . , regent Wees- huijs 1703, trout 15 Julij 1704 Sara Johanna Baijllij; 7. Mr. Sijmon Hop, obeiit celebs. Vlmm. Johanna Hop Corn., trout Mr. Robbert Goes, Resident van haar Hoogm. aen het Hof te Coppenhagen, extra ord. envoije aldaar 1708. Sij obiit 10 8ber in Coppenhage. Kinderen: 1. Anthonia Goes Robbt; 2. Carel Willem Goes, nat. 1691, obiit celebs 15 Maart 1711.

VInn. Mr. Jacob Hop, Raadpensionn. Amsterdam 1680, scheepen 1696, veel maal. ext. ord. emvoije van de Hoogm., Thesaur. Generaal 1700, trout Ao 1686 Isabella Hooft.

211 Kinderen: 1. Mr. Comelis Hop Jac., 1 9ber 1707 Commissaris; 2. Hendrik Hop, cornet 1704 onder Albemarle L: Gr, ridm. 1706 onder Oije L: Gr, maijoor onder 1709; 3. Agatha Hop; 4. Anthonia Hop; 5. Isabella Jacoba Hop Jacobz.

VIoo. Mr. Cornelis Hop, secretaris tot Amsterdam 1680 en Commissaris van de buijtenlandsche correspondente, trout 168 1 Constantia Loo- ten. Sij obiit 1710. Kinderen: 1. Apolonia Hop Com.; 2. Anthonia Hop, trout 23 7ber 1713 mr. Joan Hulft scheepen 1715; 3. Constantie Hop, trout 1 Junij 1715 Jean Ortt Heer van Breu- celen; 4. 3 à 4 sonen doot jongh.

VIpp. Joan Hop, 1696 auditeur ter graaflijkh. rekenk., 1692 griffier, trout 7 Maart 1684 Judith Verloo. Sij obiit 16 9ber 1700. Kinderen: 1. Agnes Hop Joanz.; 2. Cornelis Hop; 3. 1 soon doot jong. Vee. mr. Hendrick Cloeck Piet., Raadsheer in ‘t Hof Provins. van Hol- lant & 16 trout Anna Pers. Hij obiit 20 8ber 1668, sij obiit 7 xber 1707. Kind: 1. Mr. Pieter Cloeck Hendk., trout Maart 1708 1. Isabella van Beaumond, sij obiit in de Craam van een doot kind 16 Januarij 1709; 2. 14 Maart 1713 Bregitte Johanna Rendorp. S(ine) L(iberi). Hij obiit 1 October 1714, nat. 3 Novb. 1669. Sij nat. 8 Aug. 1689.

TVi. Jacob Jansz. Kloeck, trout 1. Annetie Jansz., geen kinder, 2. Imme- tie Jacobsz. Oets. Hij nat. 26 Febr. 1588 (er staat 1688), obiit 1 Maart 1664, out 76 jaar, legt in de N. Zyds Capel. Kinderen: 1. Jacob Jacobsz. Cloek, trout Trijntie. Sij in een Clooster gegaan hij door Gilles Oosterlijk door onvoorzichtigheijd met een mus- quetschoot gedoot; 2. Jan, volgt Vdd; 3. Jannetie Jacobz. Cloeck, trout Barend Jochemsz., schipper op Oost Indien, sterft aldaar, geen kinder.

212 4. Pieter, volgt Vee; 5. Theuntien, volgt Vff; 6. Hendrick Jacobsz. Cloeck, obiit Celebes in Oost Indien,

Vdd. Jan Jacobz. Cloeck, trout Josina Koek, tot Woerden. Kinderen: 1. Jacob Cloeck Jansz, obiit Celebes in Oost Indien; 2. Cornelis, volgt VIqq; 3. Jannetie, volgt Vlrr;

Vlqq. Cornelis Cloeck Janz., trout Geertruijd van der Meer. Kind: 1. Jan Cloeck.

VIrr. Jannetie Cloeck Janz., trom Hendk. Claaz. de Vries. Kinderen: 1. Lijsbeth de Vries; 2. Cornelia de Vries.

Vee. Pieter Jacobsz. Cloeck sluijswagter, trout Grietjen Annesz. Kinderen: 1. Jannetie Cleock Piet.; 2. Theuntien Cleock; 3. Jacob Cloeck; 4. Hendrick Cloeck.

Vff. Theuntien Jacobz. Cloeck, trout Gerrit van Bereken. Kinderen: 1. Immetien van Bereken, trout 1. Abraham van Nievelt, geen (kinderen), 2. Jan Sinckeler; 2. Jannetie van Bereken.

IVj. Claes Jansz. Cloeck, trout 1. Elisabeth van der Stijl, 2. 28 Maart 1620 Rotterdam Anneken van der Goes. (Uit 1. drie kinderen, uit 2. een kind). Hij nat. 5 Febr. 1589, obiit 1 Meij 1648, legt in de Nieuwe Kerk. Sijn 1. vrou obiit 1618, sijn 2, vrouw nat. 24 8ber 1597 (Delft in den Eickel beugel), obiit 15 April 1660 tot Moer- cape]. Kinderen: 1. Jan Claesz. Cloeck, nat. 27 xber 1615, obiit celebs in Oost Indien; 2. Claas, volgt Vgg; 3. Daniel Claasz. Cloeck, nat. 1618, obiit celebs 1627; 4. Anthonia, volgt Vhh.

Vgg. Claas Claasz. Cloeck, trout Marija de Beij. Hij nat. 13 Febr. 1617. Kind:

213 VISS. Lijsbet Cloeck, trout Claasje Veen koeckebacker tot Hoorn op Verkem(ark)t. Kinderen: 1. Claas Veen Claasz; 2. Jan Veen; 3. Anna Veen.

Vhh. Anthonia Claasz. Cloeck, trout Hendk. Bruijningh Wildelandt. Hij obiit 1 April 1660 te Moercapel. Sij nat. 30 xber 1628, obiit 11 Maart 1660. Kinderen: 1. Bruijningh, volgt VItt; 2. Anna, volgt VIuu; 3. Claas, volgt VIvv; 4. Hendrick Wildelandt Hendk, trout Geertruijd Pietersz. Hij nat. 23 8ber 1655. Geen kinder.

wtt. Bruijningh Wildelandt Hend., trout Helena Hemsick in India. Hij nat. 22 Aug. 1645. Kinderen: 1. Anna Wildeland Bruijn, trout ; 2. Hendrik Wildelandt; 3. Lammert Wildelandt; 4. Bruijningh Wildelandt.

VIUU. Anna Wildelandt Hend., trout Adriaen Kuijper. Sij nat. 24 8ber 1646. Kinderen: 1. Mattheus Kuijper Adrz.; 2. Anthonia Kuijper; 3. Cornelis Kuijper; 4. Jan Kuijper; 5. Sussanna Kuiiper; 6. Lammert Kuijper; 7. Hendrina Maria Kuijper; 8. Bruijningh Kuijper Adr.

VIVV. Claas Wildelandt Hendk., trout Barbara Spakenburgh. Hij nat. 14 Maart 1648. Kinderen: 1. Anthonia Wildeland Claaz.; 2. Bruijningh Wildeland; 3. Hendrik Wildeland.

214 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. J. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren voor toezending volgt.

Ons Amsterdam, 16e jrg., no. 4, april 1964: T. den Herder. Van Gansoord tot Bank- oord; H. van Zijl. Een schutter in dienst van Napoleon; B. K. van Rijswijk. Zandzuigen op het IJsselmeer; Het oude Amsterdam (XxX1X); ir. H. Hartsnyker. De plastiek op het sportpark Ookmeer; dr. J. Z. Baruch. Dr. Samuel Sarphati; M. G. Niessen. Louis G. Mohrmann. Leverancier van elektriciteit in Amsterdam-Noord; Mr. Arn. J. d’Ailly. Een open brief uit het jaar 1799. Idem, 16e jrg., no. 5, mei 1964: J. A. Groen Jr. Holysloot; J. E. Croeze. 150 jaar Nederlandsch Bijbelgenootschap; Het oude Amsterdam (XL); T. den Herder. Van Gans- oord tot Bank-oord (11); F. Boode. ,,Hollandsche Schouwburg” als algemene herden- kingsplaats.

Der Archivar. Mitteilunesblatt für deutsches Archivwesen. 17. Jra.. Heft 2/3. Mai 1964: Aufgaben’und Wegemoderner Archivarbeit, Festgabe für Rudc?f Grieser; Tabula eratulatoria: Dr. Jaeger. Herrn Ministerialrat Dr. Rudolf Grieser zur Vollendung seines 165. Lebensjahres; (De twintig hierna volgende artikelen op het gebied van het moderne archiefwezen door verschillende medewerkers samengesteld ter huldiging van Dr. Rudolf Grieser bij gelegenheid van zijn 65e verjaardag).

Bachten de kupe, Heemkundig Tijdschrift, 6e jrg., no. 3, maart 1964: K. R. Berquin. De Christus van de Arme Klaren te Nieuwpoort; Gedenkboek K. R. Berquin; G. Prum. De huizen met strooien daken en strodekkers verdwijnen; B. Bijnens. Het volksgeloof bij de vissers uit de Westhoek.

It Beuken, Tydskrift fan de Fryske Akademy, Jiergong XXVI, No. 1, April 1964: Dr. U. J. Boersmu. Bernefrysk; J. A. Fuber. Collectezak en kerkbezoek; Dr. A. Rus- schen. Jutes and Frisians; D. 1. van der Meer. Sibben fan Gysbert Japicx, Sycke Sal- viusdr. en Margaretha de Heer; H. Krook. Altfriesisch etsel ,,Sporn (des Hahns)“; Oankundiging en bisprek; Mr. dr. J. P. Winsemius. Eer en feer.

De brubuntse leeuw, jrg. 13, no. 3, maart 1964: Jac. J. M. Heeren. Familie Van Dieren; Mr. J. L. Rijndorp. Roksnoer (Klundert); J. A. W. Swane. Mulders in Brabant: X111. Van Spreeuwenbergh. Idem, jrg. 13, no. 4, april 1964: Familie Van Dieren; Mr. J. Belonje. Een kapitein te Groot-Lith; Mulders in Brabant: XIV. Van Beurden.

Der Deutsche Hugenott, 28. Jrg., Nummer 2, Mai 1964: ,,Komm, Schtipfer Geist”; G. Mulbrunc. Vom Leben in der franz.-ref. Gemeinde zu Stettin; Das Deutsch-Franti- sische Jugendwerk; Uber die Zukunft der evang. Kirchen-Geschichtsschreibung in Frankreich; Henri Bosc. Der Französische Protestantismus im Jahre 1561; Des Notars Olry Erlebnisse während der Schreckenszeit der Metzer evang. Kirche; Neues vom Büchermarkt. Idem. Mitglieder-Verzeichnis nach dem Stande vom 1. April 1964.

Fibulu, 5e jrg., no. 1, jan.-febr.-maart 1964: F. H. W. Friederich. Pijpekoppen; Fabula; Prof. dr. A. N. Zadoks-Josephus Jitta. Romeinse mozaieken; Het lustrumcongres; Boe- ken; Mededelingen van het Hoofdbestuur; Archieven - doods, dor, droog?

Lu France Généulogique, 6me Année, No. 35, Avril 1964: Les descendants du Marquis de Fontette, Intendant de Basse-Normandie; Sources; Réponses; En souscription; Carnet Mondain.

215 Blätter ftïr Frankische Familienkunde. 8. Band. Heft 7, Mai 1964: C. Dichtel. Frän- kische Grabsteine in Bad Kissingen, Hollfeld und Schonfeld; E. Foertsch. Allerlei Beobachtungen iiber Patenschaften; J. V. Hart. Einzugs- und Bürgergeld in Günters- leben (Lkr. Würzburg); G. Wunder: Strolunz in Nürnberg. Bericht über die Mittglieder- versammlung 1964; Gerlinger-Familientag in Crelingen, 1963; Buchbesprechungen.

Met Gansen Trou, 14e jrg., no. 5, mei 1964: B. W. van SchQndel. De Heren van Onsenoort, met aantekeningen betreffende de Heren Van Nieuwkuyk; J. Kasteel. De heerlijkheid Onsenoort en de geschiedenis der Nederlanden; fr. Thomas Maas. De laatste tien jaar van Mariënkroon. Idem, 14e jrg., no. 6, juni 1964: B. W. van Schijndel. Het geslacht Van Wijck uit ,,De Klei”; P. Tarcisius van Schijndel. Kapelaans te Drunen; B. W. van Schijndel. Uit Waalwijk% verleden; Notabelen uit Onsenoort.

Geslachten en Wapens, Catalogus der Genealogische Heraldische Tentoonstelling te Warffum 1964.

Genealogical Forum of Portland, Oregon, Vol. X111, No. 7, Page 57, March 1964: Voorstel tot verandering van Reglementen; Toespraak van de Voorzitster; Genealogi- sche Vraeen: Betreffende duolicaten van materiaal voor boeken en archiefstukken: News and-Notes; Overlijden, Geboren. Idem, Vol. X111, No. 8, Page 69, April 1964: Toespraak tot nieuwe leden; Onder- zoekingen; Inscripties op stenen; De naam Bullman en de genealogie; Bijbelinschrij- vingen.

Bulletin généalogique d’infomation, 8me Année, No. 4, No. 40, Juillet 1963: Jean Prache. Hérédités royales; Relevé par département des registres de l’état civil français: la Haute-Garonne; Philippe Devillard. La noblesse au champs d’honneur; ceux qui venaient de Cherchell; Aux membres; Questions et réponses. Idem, 8me Année, No. 5, No. 41, Septembre 1963: Arnaud Chaffanfon. Généalogie de la famille de Bourdoncle de Saint Salvy en Languedoc.

Ons Heem, jrg. XVIII, 3-4, Nieuwjaarsmaand en Lentemaand 1964, Tweede Mo- lennummer: Dr. J. Behets. De banmolens; B.B. Flandria molendina terra; A. Lowyck. De Vlaamse menagemolen; Onze alarmkreet voor het molenbehoud; Lijst der nog be- staande molens op 31-12-‘60; Molensprokkelingen; Lijst der nog bestaande molens in de Westhoek; Lijst van molenaars rond de eeuwwisseling; Verdwenen molens in Zeeuws- Vlaanderen; Molenliteratuur; Onze Stam: Familiekundige vraagbaak. Idem, Bibliografie van Dr. Jozef Weyns, bijeengebracht ter gelegenheid van zijn 50e verjaardag, door Fralns Sillis. Bijzondere uitgave van Ons Heem 1964.

Hessische Familienkunde, Band V, Frankfurt am Main 1960-1961: Heft 1-8 mit 448 Spalten und 4 Bildtafeln sowie 2 Beiheften mit 242 Spalten; Inhalt: 1. Titelverzeich- nis, II. Namenweiser, III. Ortsverzeichnis. Idem, Beihefte 1-2 (1960-61): Ahnenlisten, Namenweiser, Ortsregister.

Znstitut fiir Auslandbeziehungen Stuttgart, Jrg. 14, No. 1 ,1964: Verhouding op kul- tuurgebied met het buitenland.

Znstituto Znternacional de Genealogia y Heraldica, Hoja Informativa, Año X1, No. 225, Marzo de 1964: Mededelingen van het Instituut: Programma van het Zevende Internationale Congres der Genealogische en Heraldische Wetenschappen. Idem, No. 226, Abril de 1964: Bibliografia; Adelijke Titels; Colaboracion.

De Limburgse Leeuw, 12e jrg., no. 1-2, jan.-maart 1964: Drs. E. M. A. H. Del- hougne. De leden van de Roermondse Rechtbank 1800-1964. (Een zeer interessante lijst met veel genealogische gegevens).

De Maasgouw, jrg. 83, 1964, afl. 2: Prof. Dr. J. J. M. Timmers. Trajectum Roma- num; A. Munsters M.S.C. Haardstenen; L. Heere O.S.C. Jacobus van Oeveren.

De Nederlandsche Leeuw, LXXXIe jrg., no. 4, april 1964: Bestuursberichten; Sep- tième Congres International des Sciences Généalogique et Héraldique; Mr. W. W. van

216 Valkenburg. Voorouders van Z.K.H. Carlos Hugo Prins van Bourbon-Parma; J. J. Hooft van_Huysduynen. De oudste generatie van het geslacht Hooft van Huysduynen; Korte mededelingen: Van Egmond van Merenstein; ,,Deutsche Wappenrolle”; Boek- bespreking.

Zeitschrift fiir Niederdeutsche Familienkunde, 39. Jrg., Heft 2, März 1964: Rolf Hillmer. Der Stoltenhof; Kurt Piper. Der Komponist C. E. F. Weyse und Seine Alto- naer Vorfahren; Armin Clasen. Fahndung nach ,,Karl Kliit”: Stammliste für Peter Kruse, Ahnentafel für Frau Frieda Möller, geb. Hausmann, Ahnentafel fiir Kar1 Gla- diator, genannt ,,Karl Klüt”; Karl-Egbert Schultze. Ein Scharfrichter, achtfacher Mord und eine Hinrichting; Hinweise und Kurzberichte. Bijgevoegd: Inhalts- und Namenverzeichnis, Hamburg 1963.

Mitteilungen der Niederländische Ahnengemeinschaft e.B., Sitz Hamburg, Band 3, Heft 1, April 1964: Ein Vierteljahrhundert; Karl-Egbert Schultze. Ahnenliste der Vet- tern und Basen Muller; Focqueville; Aus unserem Archiv (VII); Dies und das in Kürze; ‘77 i- Carl Maasz. Niederlander in Aurich; Schrifttum.

Norsk Slekthistorisk Tidsskrift, Bind XIX, Hefte 3, Oslo 1964: J. Mehus. Sorenskriver Christian Fever: C. S. Schilbred. En Grubbe-slekt: Olliver Smith. Slekten Solem fra Klaebu; Bert;1 Hasselberg. Bjerme-ötten i Jämtlandf Yngvar Kjelstrup. Anders Nielsen Riber og Mille Oudensdatter; Sigurd Engelstad. Idd-prestenhr. Hans Jacobsen Wulfs herkomst; Sigleif Engen. Fakta omkring Peder Severin Kroyers fodsel; Forbjorn Pihl. Slekten Pihl fra Kobenhavn.

Numaga, jaargang X1, no. 2, mei 1964: Prof. Dr. 15. J. Rogier. Numaga’s tweede lustrum; Archiefsprokkels: Diefstal bij de zilversmid Albert Gramey (de J.); Drs. J. A. M. van ‘t Hooft. De belegering van Nijmegen in 1672 door de Fransen en de daarop volgende bezetting; Pierre Golliet. La statue de Trajan à Nimègue; H. Mesters. Beroe- ringen te Nijmegen in de jaren 1747 en 1748; Anton van Duinkerken. Agenti Traiano; Drs. N. Mosimann-Munting. De eerste levenshelft van Johan Anne Singendonck, een Nijmeegs vertegenwoordiger van het Réveil; Prof. Mr. B. H. D. Hermesdorf. Een taaie Brit aan een nieuwe galg (1611). Speciale uitgave ter gelegenheid van het lO-jarig bestaan van Numaga.

Ogs Quarterly, Section 11, Vol. 8, No. 4, Dec. 1963, Ogs Surname Directory - Third Supplement: Roster - Part 1 and 11; Query Section; Oklahoma Genealogical Society; Index of Surnames 1963-1964.

Oostvlaamsche Zanten, 39e irg., no. 1, ian-febr. 1964: M. Daem. Kroniek van de studie van het volksverhaal; A: ;an Hageland. Folkloristische dansen; Zoeken en Zan- ten; Vragen van Lezers; Bondsnieuws; Museum; Bibliotheek; Boekbesprekingen; Dienst voor volkskundige opzoekingen. Idem, 39e jrg., no. 2, maart, april 1964: Prof. em. Dr. P. de Keyser. Opschriften bij feestelijkheden; Lic. Guido Hendrix. Een 18de eeuwse liederhandschriftje; enz. enz. Idem, 39e jrg., no. 3, mei, juni 1964: Albert Bracke. Het Socialistische Strijd- en Volkslied; Dr. E. van Autenboer. Het spelen met de Bol; enz. enz.

Het Personeel Statuut, 1.5e jrg., no. 4, april 1964: Effectieve nationaliteit; Wie niet in het kastje hangt, hangt; Een bij vonnis toegewezen betwisting van een erkenning, gevolgd door een beschikking tot verbetering van een huwelijksakte; Rechtsvragen; Jurisprudentie. Idem, 15e jrg., no. 3, maart 1964: De geslachtsnaam van de gehuwde vrouw; Mexicaanse echtscheidingen; Uit de buitenlandse rechtspraak; Rechtsvragen. Rijnland, no. 2, maart 1964: H. A. C. W. van Wijk. De belastingaanslag als indicator voor de positie in de sociale hierarchie, een interpretatie van het kohier van 1749 te . Leiden; Mevr. C. A. van Dijk-Zeelenherg. Willem van Rhijn als laatste vertegenwoor- diger der economisch-historische groeuering van industrie en korenmolenaars: A. C. val der Steur. Uit de werken van Johannes Le Franc van Berkhey (1729-1812); Uiterliik van de manliike bewoners van Rijnland: C. W. Delforterie. Lijst van testamen- ten, aanwezig in het Gemeentearchief van -Leiden uit de 16e eeuw; A. G. van der Steur. De herdenking 1.50 jaar koninkrijk te Warmond op 30 november 1963; Een familie- traditie. 217 Der Schweizer Familienforscher, Le Généalogiste Suisse, Jrg. XXX, 10/12, Dez. 1963: Biblioarauhie der Schweiz. Familiengeschichte 1962: Buchbesprechungen. Idem, jrg. XxX1, Nr. 1/3, Februai 1964: Dr. G. Á. von FammannAus der Handels- und Familiengeschichte der Familie Meyer/Mayr in Arbon; Walter Blumer. Zur Ge- schichte der Blumer in Dänemark; Buchbesprechung.

Ut de Smidte fan de Fryske Akademy, X111, april 1964: Fiifentweintich jier Fryske Akademy; Forslach fan de wurkzumheden en de tastân fan de Fryske Akademy oer ét jier 1963; Publikaesjes fan de Fryske Akademy; Bistjûr F.A. Wurkforbannen; List fan leden en stipers.

De Stichtsche Heraut, 1 le jrg., no. 1, 1964: Mevr. Mr. W. Eldering-Niemeyer. Mili- taire huweliiken te Wiik bii Duurstede: Z. van Doorn. Enige laat-middeleeuwse schouten in Woerden en omgeving.-

Ons Voorgeslacht, no. 121, 19e jrg., maart 1964: C. Hoek. Acten betreffende Maas- land; W. Prins. Een duik in oude familiepapieren; Dr. D. W. Gravendeel. Trouwboek van Cillaarshoek (1667-1797); Boekbespreking. Idem, no. 122, 19e jrg., april 1964: Het geslacht Van der Hoek; P. Knotters. Frag- ment-genealogie Van Ligtenberg; D. J. Wessels Sr. Aantekeningen in een kanselbijbel; Zr. C. Baars. Ingezetenen van Oud-Beijerland, die tot de patriottische partij behoorden; Vragen en Antwoorden.

Westfriese Families, 4e jrg., no. 3, april 1964: Van de Redactie; Verkenning familie Van der Oord; Van een herinneringsbord en een scheidingsacte; De familie Rijkes; De familie Chatillon; Werkverdeling. Amsterdam, juli 1964. W. D. H. ROSIER.

VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere persbnen verbinding zoeken op genealogisch of heraIdisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

VRAGEN 33. VAN ZUTPHEN. Wie heeft gegevens over Stephan van Zutphen en diens vrouw Margrethe Theiler, in de zestiende eeuw levend, mogelijk in de Graafschap Zutphen? D. W. VAN LEEUWEN, Goorseweg 4, Lochem. 34. a. JOSSO. Datum en plaats van overlijden van Harremanus Josso, geb. 7-10-1798 te Amsterdam en van zijn vrouw Geertruida Voogel, ged. Amsterdam 12-1-1806. b. BOURBOOM. Sara Bourboom overleed te Leeuwarden 20-11-1799. Waar en wanneer werd zij geboren. Wie waren haar ouders? c. LEENDENAER. Geertruij Leendenaer, waar en wanneer werd zij geboren? Wie waren haar ouders? Zij huwde Berent Schutte, geb. te Oene in 1713. Hij verkreeg 27-4-1739 het burger- recht van Deventer. 218 d. SILVOLT. Peter Silvolt, waar en wanneer geboren en wie waren zijn ouders? Hij was gehuwd met Hendersken Lentincks. Zij woonden in Zelhem in 1696. De naam Silvolt komt in de Zelhemse belastingcohieren van het iaar 1649 niet voor. e. KEMELAGE. Sophia Kemelage, waar en wanneer geboren en wie waren haar ouders? Zij was gehuwd met Gerrit Hulsbergen op 26-8-1720 in de Geref. Gem. te Zwolle. f. BIERDRAGER. Jan Janse Bierdrager, waar en wanneer is hij geboren. Wie waren zijn ouders? Hij huwde 4-5-1641 in de Geref. kerk te Zwolle komende van Gildehaus, als soldaat onder Capt. Rijswijck, met Webbeken Gerrijts. g. LUXHOUT. Maria Claassen Luxhout (Licxhout). Waar en wanneer geboren en wie waren haar ouders? Zij was weduwe van Otto Hendriks van Jeveren en hertrouwde 10-1-1660 in de Gerif. kerk te Zwolle. E. A. N. VAN DER KUIP-ZILVOLD, p.a. Veterinaire Dienst Oranjestad, Aruba, Ned. Ant. 35. CHAMBON. Wie heeft onderzoek gedaan naar de namen Chambon, Chambone en Chamboné? J. CHAMBON, Wilakkersstraat 9, Eindhoven. 3 6. BUCHOLTZ. Drie generaties Bucholtz (Boekholtz) in Amsterdam. 1. Caspar Bucholtz, * 4-9-1677 in Vechta Oldb., t 9-9-1716 Amsterdam, ging 22-11- 1698 als koopman naar Amsterdam, 00 9-9-1707 in Amsterdam Aletta Kanjer (doch- ter van Dirk Kanjer en ?), * 11-6-1689, t 5-1-1756 (Amsterdam?). 5 kinderen. Dirk 2. Benedict Caspar Bucholtz, * 19-9-1716 Amsterdam, i- 23-7-1773 Amsterdam, cc 28-4-1750 Amsterdam Cornelia Camerbeck. * 26-9-1726 Amsterdam. t 10-9-1780 Amsterdam. 3 kinderen. 3. Adrian Wilm Bucholtz, * en - 28-11-1756 in Amsterdam (Roomse kerk van Moyses en Aaron), patr. Wilhelm Kanjer en Maria Marg. Bucholtz), t 28-11-1839 Lipprams- dorf bij Munster (Westfalen), M 1. 13-2-1781 Amsterdam Bertha Christine Rasinck (dochter v. Michael Rasink (uit Oldenzaal?)), * ?, t 18-10-1784 Munster; 00 11. Anna Elisabeth Fuest uit Haseliinne. Broeder van Adrian Wil B.: Caspar Boekholz, * 14-12-1751 Amsterdam, ? 11-5-1790 (Oldenzaal?), cx) 4-3-1779 Johanna Rasinck (zuster van Bertha Christine R.!); hieruit: l Caspar Adrian Boekholtz, 00 in Oldenzaal. Caspar Boekholtz is voogd over de 2 kinderen van Adrian Wilm na de dood van Bertha Christine Rasinck. Deze 2 kinderen zijn zonder erfgenamen overleden.

11. Dr. med. et phil. Johan Hosius, * 1621 (in Spanbroek bij Alkmaar?) (misschien ook Hos?) komt 1648 naar Munster en 00 18-5-1649 Anna Elis. Rottendorf.

Gaarne nadere gegevens gevraagd over de geslachten Kanjer, Camerbeck en Hosius (Hos); speciaal ook de ouders van Cornelìa Camerbeck. F. J. H. WEYN BANNINGH, ,,Banninghof”, Groenlo.

Wij berichten de geboorte van: HENDRIK ARIE%N WILHELM, zoon van de Heer en Mevrouw Vink-Zuidema, op 21 juni 1964 te Zoeterwoude en van JOHANNES JAN, zoon van de Heer en Mevrouw Hetebrij-Schute, op 26 juni 1964 te Heerenveen. Onze hartelijke gelukwensen. 219 AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 3146. Fr. de Waart, Vinkenstraat 15, Zandvoort aan Zee. 3147. Dr. A. C. de Koek, Fritz Conijnstraat 6 hs, Amsterdam-W. 3148. G. C. Th. Beiier. Haarlemmer Houttuinen 215. Amsterdam-3. 3149. A. A. Hamers; Óude Kerkhof 17, Meerveldhoven. 3150. R. J. Smit, Fabriekslaan 9, Hoogkerk (Gr.). 3151. Mevrouw H. van Staveren-Werner, Lijsterbeslaan 61, Nieuw Loosdrecht. 3152. H. Brouwer, Madame Curiestraat 9, Groningen. 3153. A. P. Feddema, Prof. H. C. van Hallstraat 12, Groningen. 3154. Ir. S. B. Velt, Middelhorsterweg 4, Haren (Gr.). 3 15.5. Mevrouw P. A. van Randwijk-Huisman, Linnaeusparkweg 42-11, Amsterdam-0. 3156. P. H. van Rossum, Apollolaan 93, Amsterdam-Z. 3 157. R. A. Roelofs, j.c., Bergstraat 81, Arnhem. 3158. Dr. A. W. Endtz, Laan van Nieuw Oost-Indië 172, ‘s-Gravenhage. 3159. P. A. Hoekstra, Provenierstraat 27a, Rotterdam-4. 3160. H. J. M. van Opstal, arts, Blauwe Kei 143/145, Breda. Adreswijzigingen: 2735. Mej. J. van Leeuwen, Heerengracht 19, Hasselt (Ov.). 1766. J. M. Kluun, Oosterweg 81, Haren (Gr.). 714. C. J. Hogervorst, 4009, Westover Road, Wilmington, N.Y. 28403, U.S.A. 1951. Ir. H. C. Zorn, Lindenlaan 6, Pijnacker. 2967. J. M. Oostrom, R.R. 4, Merrickville, Ontario, Canada. 2194. K. Veen, Sweelinckplein 78, ‘s-Gravenhage. 2978. C. J. Wegman, Dopheide 16, Emmen. 1769. J. Hartzema, Zeilmakersstraat 12, Dronten. 1670. A. G. van der Steur, C. Francklaan 48, Heemstede. 2537. P. J. F. van der Peijl, Polenstraat 161, Haarlem. 2852. Drs. P. J. C. Boeren, Aug. Sniederslaan 8, Eindhoven. 2122. E. C. Vermaas, c/o K.L.M., P.O. box 2223, Accra, Ghana. 1927. J. van Nieuwenburg, Hegelstraat 83, Rotterdam-Zd. 2570. P. H. Kop, le Weteringdwarsstraat 62-1, Amsterdam-C. 2991. A. Gordijn, Diepenbrockstraat 38, Schiedam. 2678. H. van Leeuwen, Paramaribostraat 22, Utrecht. 2662. A. Jongert, Dorpsweg 13, Idsega. Wonseradeel. 320. W. Horinga, Langendijk 33, Assen. 2974. Nick van Bergen van der Grijp, Schlatt, Oberhüunenberg (ZG) 6331, Zwitserland.

Correctie (cursief): 857. J. Prins, Zierikzeestraat 67 B, Rotterdam-23.

Naamswijziging: 2052. Instituut voor Europese Biografische, Iconografische en Topografische Documen- tatie wordt: Uitgeverij Europese Bibliotheek, Gasthuisstraat 12, Zaltbommel. R 3 1. Zentralstelle für-Niedersach. Familienkunde e.V., Postschlieszfach 239, Hamburg, wordt: Genealogische Gesellschaft Sitz Hamburg, Postfach 239, 2 Hamburg 36. (Duitsland). Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden melden van de volgende leden: 747. Mevr. Chr. A. Klaver-Oudshoorn, Huize ,,Avondzon”, Velp. 2985. H. v. d. Laan, Oostertuinen 36 A, Beverwijk. 1788. Mr. J. C. Vink, 12 Desmond Ave, Dept. 2, Halifax, Nova Scotia.

Aan dit nummer werkten mee: Z. van Doorn, Emmalaan 13, Utrecht. Ir. G. L. Meesters, Dantelaan 32, Utrecht. Correctie: zie pag. 196: W. Mooij, Kranenburgweg 21 a, ‘s-Gravenhage. De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken. 220 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING OOEDcsEKEURD e,_l KONINKLIJK ZE9L. “AN ie AUOUSTUS ,940. NO. 63 Lsmtstdt~k goedgekeurd 361 Koninkhjk Beslult van 5 Acml 1855 JAARGANG 19 No. 9 SEPTEMBER 1964

Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 12,50 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

GRONINGERS TE EMDEN door

Ir. G. L. MEESTERS

In de zestiende eeuw hebben er zeer nauwe banden bestaan tussen de stad Groningen en het nabijgelegen Emden. De Kontraktenprotokollen der laatste, die nu bewaard worden op het Staatsarchiv te Aurich, vermelden dan ook vele Groningers. Een indruk hiervan geeft ook het Biirgerbuch van Emden dat op het Rathaus in Emden is te vinden. Bij een bezoek maakte ik enkele aantekeningen, die echter zo talrijk werden, dat verderop slechts een enkele naam werd genoteerd. Wie voor 1600 een onderzoek naar bewoners der stad Groningen wil instellen, zal er verstandig aan doen, de Kon- traktenprotokollen en het Btirgerbuch van Emden niet over te slaan. Burgerboek beginnende 30 juni 1.554: Berendt Jansen van Groninghen 11 an. 1555 Johan Thoniiss van Groninghen 15-1-1555 Reiner Bruens van Gronighen Kortheidshalve laat ik nu het ,,van Groningen” verder weg. 16-1-1555 Frederich 19-1-1557 Herman Gerdtz 19-1-1557 Fricko 19-1-1557 Dowe Michlens 19-1-1557 Peter 18-8-1558 Gerrith Ferwer (blijkt uit de Protokollen) 21-1-1559 Lambert Euertz 21-1-1559 Jacob Jansenn 3-12-1560 Peter Janssen 3-12-1560 Andres 7-12-1560 Hermen Gertz 7-12-1560 Jacob Janssen kopperslager Jan. 1561 Lubberth Jan. 1561 Dirck Buelmaker Jan. 1561 Bakeler 5-12-1561 Dirck Buter 9-2-1563 Thomas Albertz 27-2-1565 Hinrich Altinck 27-12-1565 Euert Bebinck - -1567 Ridtzer Suerthfeger (zwaardveger)

221 1569 Jacob Hindricks, Luelof Moeisthens swager 25-8-1569 Willemb Rotgers (maakt regeling voor zijn schip) 1569 Rolf? Jorijss 13-9-1569 Menolt Harmens 11-2-1570 Abel1 Remkes 14-2-1570 Rolef Steuens 14-2-1570 Claus Grawers 14-2-1570 Hillebrandt Multer 14-2-1570 Tiardt Heddema -5-1570 Eilardt Ahna Van hieraf nog enkele losse aantekeningen: 18-5-1571 Thomas Frolijck Sept. 1576 Jacob Jarichs- 29-9-1576 Johan Swarthwolt - -1578 Johan Wifrinck - -1580 Joest Feleker van Gronnigen is borger geworden Jurauit et soluit 10 Augusti. Omtrent Joost Velecker (of Veelker) zie Elias, De Vroedschap van Amsterdam 1 159 30-11-1580 Reiner Tiartz 5-4-1581 Berendt Hundebeke 24-4-1581 Harmen van Northorn. Zijn herkomst wordt niet vermeld; hij was hopman in Groningen en werd bij het verraad van Rennenberg gevangen gezet up den rosendal, d.w.z. de Lolder van het stadhuis. Hij werd zonder cpgaaf van redenen OD 26 Oct. 1585 de stad Emden uitgezet. Is na de reductie van Groningen in de regering gekomen en o.a. raadsheer geweest. 28-4-1581 Claess thor Borch: 5-8-1594 zegde hij het burgerschap op 4-8-1581 Steffen Willems. Hij huwde volgens -contract Emden 29-12-1581 Eme- rentia Hundebeke Berendtsdr.; op 16-8-1585 was hij in Leeuwarden in de gevangenis beland, waarschynlijk wegens sluikhandel in boter en spek. 28-11-1581 Roleff Battinck; 5-8-1594 zegde hij het burgerschap op. 22-1-1583 Junae Johan Cloett 22-1-1583 Gex& van Eeck 9-3-1583 Harmen Schmaele, tr. Emden huw.contr. 12-1-1583 Aeltien Willems, de zuster van Steven. bovengenoemd. Is tussen 1620 en 1625 teruggekeerd naar zijn geboorteplaats. Zoon van Herman Smaal en Katrina Freriks. 7-10-1584 Johan Schoening 7-10-1584 Caroll Hidding 19-2-1585 Eppo van Cleue 20-9-1585 Helperich Bebing 8-2-1586 Lambert Luinge 12-8-1586 Luetken Frijling - -1589 Berent thom Camp, iss biss anher voer ein borgers soene geholden wor- den, diewijle sein vader hir ein olt Borgers kindt, und landtsasse gewesen, diewijle oeuerst sein salige vader, mit die whonung van hir ein thijdt lang tho Groninghe gewest, und darnach wedder hir gekomen, heft he nhu die Borgerschaft tho merer vorsechering gewunnen, sein Eedt ghedaen, und -12-gulden bethalt am 5 September. 29-6-1593 Johan Northorn; 5 Augustus 1594 heft Johan Northorn sein Borgereedt upgesacht. De herkomst wordt niet aangegeven. Geboren in 1562, stierf hij te Groningen in 1619, na aldaar Ontvanger Generaal der Provintie, Burgemeester en Hooftman te zijn geweest; zie o.a. Algemeen Neder- landsch Familieblad 1905. Enkele inschrijvingen, waarbij de betrokkene inplaats van een eed een gelofte af- legde, zijn voorzien van een A, d.w.z. Anabaptista (Doopsgezind). 15-6-1575 Coep Gerrij ts van Groningen. 29-5-1583 Dirrick Gerrydtz wth Groningerlandt. 8-7-1585 Johan Rotgers van Groningen kramer.

222 ANNE MARIE DAGMAR INGRID PRINSES van DENEMARKEN Geb. Kopenhagen, Slot Amalienborg 30-8-1946, geh. Athene 18-9-1964 KONSTANTINOS, KONING der HELENEN, PRINS van DENEMARKEN Geb. Psychiko 2-6-1940 zn. van PAVLOS 1 KONING der HELENEN, PRINS van DENEMARKEN (1901-1964) en van FREDERIKA PRINSES van HANNOVER, HERTOGIN van BRUNSWIJK en LUNEBURG

223 16 11 18 19 CIIRISTIAN 1X / LOUISE CARL XV LOIJISE HERTOG van SLEESWIJK- :uJILHELMINE FRIEDERIKE LUDVIG EUGEN WILHELMINA FREDE- HOLSTEIN-SONDERBURG- CAROLINE AUGUSTINE HERTOG v. SKONEN, RICA ALEXANDRINE GLUCKSBURG-STORMARN JULIE KONING v. ZWEDEN en ANNA, PRINSES der DITHMARSCHEN. LAUEN- PRINSES 1‘. HESSEN- NOORWEGEN, der GOTHEN NEDERLANDEN BURG en OLDENBURG enz. KASSEL en WENDEN

KONING 1’. DENEMARKEN, der WENDEN en GOTHEN (15-11-1863)

zn. v. Wilhelm Htg. v. dr. v. Wilhelm Landgraaf zn. v. Oscar 1, Koning v. dr. v. Frederik Prins Sl.-Holstein-So.-Cl. en van Hessen-Kassel en Zweden en Noorwegen der Nederlanden en Louise Prs. Y. Hessen-Kassel Charlotte Prs. v. Denemarken en Joséphine de Beauharnais, Louise Prinses v. Pruisen Prs. Y. Lachtenberg

* Gottorp * Kassel * Stockholm * ‘s-Gravenhage 8-4-1818 7-9-1817 3-5-1826 5-8-1828 t Kopenhagen t Bernstorff t Malmö t Stockholm 29-1-1906 29-9-1898 19-9-1872 30-3-1871

m Kopenhagen ‘s-Gravenhage 26-5-1842 19-61850 ~-~

8 9 FREDERIK VIII CHRISTIAN WZLHELM CARL LOIJISF: JOSEPHINE EUGENIE KONING van DENEMARKEN, der WENDEN en GOTHEN, PRINSES ,‘an ZWEDEN en NOORWEGEN HERTOG van SLEESWIJK, HOLSTEIN, STORMARN. DITHMARSCHEN, LAUENBURG en OLDENBURG

* Kopenhagen 3-6-1843 * Stockholm 31-10-1851 t Hamburg 14-5-1912 t Kownhaae” 20-3-1926

Stoc&lm 28-7-1869 _ 4 CHRISTIAN X CARL FREDERIK ALBERT ALEXANDER WILHELM KONING van DENEMARKEN, HSLAND (1918-1944). der WENDEN en GOTHEN, HERTOG van SLEESWIJK-HOLSTEIN, STORMARN, DITHMARSCHEN, LAUENBURG en OLDENBURG

* Si. Charlottenlund 26-9-1870 t Kopenhagen, SI. Amaliënborg 20-4-1947 w Cannes - - 2 CHRTSTIAN FREDERIK 1X FRANZ KONING VAN DENEMARKEN, HERTOG VAN SLEESWIJK, HOLSTEIN, STORMARN, * Sl. Sorgenfri 11-3-1899 CU Stockholm 24-5-1935 imenstelling: v. E. en K. 224 - - 20 21 22 23 FRlEI)RICH FRANZ 11 AUOUSTE MICIIAEI, 01~01 GROOTHERTOG Y. MECK- MATHILDE WILHELMINE NIKOLAJEWITSCH. FEODOROWN.~ LENBL’RG-SCHWERIN, PRINSES Y. REUSS- ’ GROOTVORST 1’. RUSLANL) (CECILIE AUGUSTEJ VORST 1’. WENDEN, SCHLEITZ-KÖSTRITZ PRINSES ~‘an BADEN SCHWERIN en RATZE- BURG, Cf. 1‘. SCHWERIN, Keiz. VELDMAARSCHALK Hr. v. ROSTOCK en STAR- PRESIDENT ,‘on de GARD RIJKSRAAD

zn. v. Paul Friedrich dr. v. Heinrich LX111 m. v. Nicolaas 1 Pawlowitsch, dr. Y. Leopold 1 Crt.-Htg. v. Mecklenburg- Vst. Y. Reuss-Schleitz-Köstritz Keizer aller Russen en Grt.-Htg. van Baden en Schwerin en Alexandrine en Eleonore Gv”. v. Stolberg- Charlo.te Prinses Y. Pruisen Sofia Prinses Y. Zweden Prinses v. Pruisen Wernigerode

* Ludwigslust * Klipphausen * Peterhof * Karlsruhe 28-2-1823 26-5-1822 13-10-1832 20-9-1839 t Schwerin t Schwerin t Cannes t Charkow 1541883 3-3-1862 18-12-1909 31-3-1891

CV 1. Ludwieslust St. Pe&burg 3-1 l-ï849_ 16-8-1857 ------10 11 FRIEDRICH FRANZ 111 ANASTASIA MICHAILOWNA GROOTHERTOG van MECKLENBURG-SCHWERIN, GROOTVORSTIN van RUSLAND VORST ~‘an WENDEN, SCHWERIN en RATZEBURG, GRAAF van SCHWERIN, HEER van ROSTOCK en STARGARD

* Ludwigslust 19-3-1851 * Peterhof 28-6/16-7-1860 t Cannes 1041897 t Eze (A.M.) 11-3-1922

ALEXANDRINE AUGUSTE HERTOGIN van MECKLENBURG (-SCHWERIN)

* Schwerin 24-12-1879 i Kopenhagen 28-12-1952 -4- I 898

KHAEL CARL VALDEMAR GEORG IR WENDEN EN GOTHEN THMARSCHEN, LAUENBURG EN OLDENBURG

yid Prinses van Zweden (3)

225 24 l 25 26 21 OSCAR 11 ~ SOPHIE FRIF,DRICH 1 LOUISE FREDRIK WILHELMINE MARIANNE WILHELM LUDWIG, MARIE ELISABETH, KONING van ZWEDEN 1 HENRIETTE HERTOG ,un ZAERINGEN, PRINSES van PRUISEN en NOORWEGEN PRINSES ,‘an NASSAU Mkgf. 1’. BADEN en HOCH- Afst. Kr. Y. Noorwegen 1905), BERG. Ld,qf. 1’. SPONHEIM der GOTHEN rn WENDEN r,, EBERSTEIN, Hr. 1’. Rö- HERTOG 1’. OSTGOTLAND TELN. BADENWEILER en MAHLBERG, REGENT 1‘. BADEN 1852, GROOTHER- TOG 1’. BADEN IR56

zn. v. Oskar 1 Koning van dr. v. Wilhelm Hertog van zn. v. Leopold I dr. v. Wilhelm 1, Zweden en Noorwegen en Nassau en Pauline Groothertog van Baden en Duits Keizer en Konmg Joséphine de Beauharnais, Prinses van Wurtemberg Sofia Prinses van Zweden van Pruisen en Auguste Prs. Y. Leuchtenberg Prinses van Saksen- Weimar-Eisenach

* Stockholm * Biebrich * Karlsruhe * Berlijn 21-1-1829 9-7-1836 9-9-1826 1-12-1X18 ‘f Stockholm t Stockholm ? Mainau ? Baden-Baden 8-12-1907 30-12-1913 28-9-1907 23-4-1923

m Biebrich Begijn 6-6-1857 20-9-1856 -- 12 13 OSCAR GUSTAF V ADOLF VICTORIA SOPHIE MARIE KONING ,‘an ZWEDEN PRINSES van BADEN HERTOG ~‘an VERMELAND

* Sl. Drottningholm 16-6-1858 * Karlsruhe 7-8-1862 t Sl. Drottningholm 29-10-1950 t Rome 4-4-1930

6 OSCAR FREDRIK VILHELM OLAF GUSTAF VI ADOLF

KONING van ZWEDEN, der GOTHEN en WENDEN, HERTOG van SKONEN

* Stockholm 11-11-1882

~0 1. Kst. Windsol

3 INC VICTORIA SOFIP PRINSE! * Stockholm 28-3-1910 00 Stockholm, 24-5-1935 Frederik 1X nnenstelling: v. E. en K. 226 1 29 30 31 ALBRECHT (ALBERT) ALEXANDRINE FRIEDRICII KARI, MARIE ANNE FRANZ AUGUST CARL VICTORIA, NIKOLAUS, PRINSES wzn ANHALT EMANUEL, PRINS van KONINGIN van GROOT- PRINS ,,an PRUISEN SAKSEN-COBURG-GOTHA, BRITTANNIE en IERLAND HERTOG ,‘arz SAKSEN CPI ~‘un Haar KOLONIEN cn SEZITTINGEN in EUROPA, AZIE, AFRIKA, AMERIKA en OCEANIE enz.

PRINCE-CONSORT 1857 KEIZERIN ~‘an INDIE 1877 Insp. Gen. III Mil. Insp. en Insp. d. CAVALERIE, GENER. VELDMAAR- SCHALK

zn. v. Ernst 1 Hertog van dr. Y. Edward Hertog v. Kent zn. V. Kar1 Prins van Pruisen dr. v. Leopold Hertog van Saksen-Saalfeld en Strathearn en Victoria en Marie Prinses van Anhalt en Friederike (Coburg-Gotha) en Louise Prinses van Saksen-Saalfeld Saksen-Weimar-Eisenach Prinses van Pruisen Prinses van Saksen-Altenburg

* Rosenau * Londen * Berlijn * Dessau 26-8-1819 24-5-1819 20-3-1828 14-9-1837 t Kst. Windsor t Osborne t Jachtsl. Klein Rienecke t Friedrichsrode 14-12-1861 22-1-1901 bij Potsdam 12-5-1906 15-6-1885

Londen Be%jn 10-2-1840 29-11-1854 __ 14 15 ARTHUR WILLIAM PATRICK ALBERT LOUISE MARGIARETE PRINS ~‘nn GROOT-BRITTANNIE en IERLAND, ALEXANDRA VICTORIA AGNES HERTOG van CONNAUGHT en STRATHEARN, PRINSES van PRUISEN GRAAF van SUSSEX (Afst. Troonopwl. rechten in Htgdom SAKSEN-COBURG en GOTHA 1899)

* Londen, Buckingham Palace 1-5-1850 * Potsdam, Marmer Palast 25-7-1860 t Bagshot Park 16-1-1942 t Londen, Clarence House 14-3-1917

Kst. gindsor 13-3-1879 ---- 7 MARGARET VICTORIA AUGUSTA CHARLOTTE NORAH

PRINSES van GROOT-BRITTANNIE en IERLAND

* Bagshot Park 1.5-1-1882 + Stockholm 1-5-1920 ;-6-1905 - .TD 3UISE MARGARETA 4N ZWEDEN ming van Denemarken, der Wenden en Gotherz (2)

227 BESCHRIJVING DER WAPENS VAN Z.M. KONING KONSTANTINOS VAN GRIEKENLAND EN VAN DIENS 16 BET-OVERGROOTOUDERS (zie kwstaten met wapenafbeeldingen Gens Nostra, juni 1964, pag. 148, 152 t/m 155)

NB Vanwege de ingewikkeldheid van verschillende wapens zal niet steeds de voor de leek dikwijls moeilijk verstaanbare heraldische volgorde en wijze van beschrijving worden toegepast. Evenmin zal het mogelijk zijn in dit bestek de historisch-genea- logische achtergronden te vermelden wanneer en waarom of hoe een bepaald wapen als kwartier in de thans te bespreken wapenschilden is opgenomen. Hoofdwapen GRIEKENLAND (persoonlijk wapen des Konings): In blauw een zilveren kruis beladen met het volledige wapen van Denemarken, zoals beschreven hieronder bij KW. 16 [N.B. het kruis wordt meestal in het staatswapen ook ,,verkort” afge- beeld, d.w.z. de schildranden niet rakende]; Devies: I2XY2 MOY H AI’L4lIH TOY AAOY

KW. 16 DENEMARKEN: Gevierendeeld met een opmeuw gevierendeeld middenschild met gedeeld hartschild. De kruislijn van het grote schild belegd met het ietwat breed- armig uitlopende zilveren, roÖd gezoomde Daneborg-kruis: kw. 1. in goud bezaaid met rode harten (pompebledden of lindebladeren), 3 blauwe gaande leeuwen, goud gekroond, rood getongd en genageld, boven elkaar (Koninkrijk Denemar- ken); 11. in goud 2 blauwe gaande leeuwen, rood getongd en genageld (Hertogdom Sleeswijk): 111. doorsneden: a. in blauw 3 Fouden kronen (symboliserende de drie Noordse Koninkrijken in 1387/88 onder Koningin Margaretha van Denemarken verenigd); b. gedeeld: 1. in rood een zilveren stokvis, goud gekroond (Ysland); 2. doorsneden: a. in blauw een stappend langharig zilveren ramschaap (Faroer); b. in blauw een zilveren opzittende ijsbeer (Groenland); IV. doorsneden: a. in goud een verhoogde gaande blauwe leeuw, rood getongd, vergezeld beneden van 9 rode harten (pompebledden of lindebladeren), 4-3-2 (wapenteken van het volk der Gothen); b. in rood een gouden staande draak (lintworm) (wapenteken van het volk der Wenden): middenschild: gevierendeeld: 1. in rood een zilveren ,,netelblad met drie nagels” - in feite een zilveren veld met een rode uitgetande schildzoom - (Hertogdom Holstein) met een hartschildje, doorsneden van zilver op rood (oud-Graafschap Schaumburg); 2. in rood een staande zilveren zwaan met opgeheven vleugels, zwart gesnaveld en gepoot en met een gouden kroon om de hals (Heerlijkheid Stormarn); 3. in rood een steigerend zilveren paard met zwart tuig, bereden door een goud ge- harnaste ridder met gesloten vizier, in de rechter opgeheven hand een zilveren zwaard houdende (Landschap Dithmarschen); 4. in rood een gouden paardekop met hals (Hertogdom LaÜenburg); hartschild: gedeeld: 1. in goud 2 rode dwarsbalken (Graafschap Oldenburg); 11. in blauw een gouden ankerkruis met spitse voet en verhoogde dwarsarmen (Hoge Heerlijkheid Delmenhorst).

KW. 17 en 27 HESSEN-KASSEL: Twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, makende 9 kwar- tieren, waarvan het vijfde ingenomen wordt door een schild van blauw met een goud gekroonde en genagelde leeuw van zilver en rood 10 X gedwarsbalkt (Land- graafschap Hessen; Heinrich 1, 1244-1308, ,,het kind van Hessen”, uit het Huis Lotharingen-Brabant, door zijn moeder kleinzoon van Heilige Lodewijk IV van Thüringen, W.O. Hessen en van de Heilige Elisabeth van Hongarije, noemde zich sedert 1264 Landgraaf van Hessen? 1292 Rijksvorst); de overige kwartieren stellen voor: 1. in zilver een zwart kruis (Groothertogdom Fulda); 11. doorsneden: a. gevierendeeld (tezamen het Vorstendom Hanau) 1. en 4. in goud 3 rode kepers boven elkaar (Graafschap Hanau); 2. en 3. acht maal gedwarsbalkt van rood en

228 aoud (Graafschap Reineck): hartschild: doorsneden van rood op goud (Heerlijkheid Miinzenberg); b.-in goud een rode (aanziende), blauw gekroonde, getongde en-gena- gelde leeuw (Graafschap Katzenelnbogen, dat na twist met Nassau van 1500-‘57, aan Hessen kwam, terwijl Nassau recht van wapen en titel-voering verwierf); 111. in zilver een rood patriarchaal kruis (Vorstendom Hersfeld); IV. doorsneden van zwart

OD_I eoud. het zwart beladen met een zilveren ster (Graafschap Zieaenhain): VL door- sneden van zwart op goud, het zwart beladen met 2 zilveren achtpuntige sterren, naast elkaar (Graafschap Nidda); VII. in blauw een los in het veld staand gouden Latijns kruis (Vorstendom Fritzlar); VIII. doorsneden: a. in rood 2 gouden gaande leeuwen, boven elkaar (Graafschap Dietz, in 1479 aan Hessen toegevallen, doch bij gedeelten aan Nassau, met het reiht voor Hessen, wapen en titelÏte voeren); b. in rood een van zilver op rood doorsneden schildje binnen een zilveren uitgetande schildzoom ,,netelblad met de drie nagels” (Graafschap Schaumburg); 1X. in zilver 2 zwarte dwarsbalken (Vorstendom Isenburg).

KW. 18 RUSLAND: In goud een zwarte dubbelkoppige adelaar, rood gepoot, gesnaveld en getongd, beide koppen gekroond met de gouden, rood gevoerde, Russische myter- kroon, in de rechter klauw de gouden Russische keizerlijke scepter en in de linker een gouden wereldbol (rijksappel) omgord en bekruist, op de borst een schildje van rood met de zilver-geharnaste ridderfiguur van St. George op steigerend zilveren paard gezeten met zijn lans een zwarte ongevleugelde draak met naar boven omge- wende vuurspuwende bek, dodende (Moskou), vergezeld midden boven de adelaars- koppen van een gouden, rood gevoerde, Russische Keizerskroon met naar beide zijden uitwaaiende blauwe slippen (wapen der Keizerlijke Russische Grootvorsten).

KW. 19 en 25 SAKSEN-ALTENBURG: Gevierendeeld: 1. in zilver een rode roos, aoud gekopt en groen gepunt (Burggraafschap Altenburg); IT. in zilver drie blauwe dwarsbalken (Heerlijkheid Eisenberg); 111. in goud, bezaaid met rode harten (lindebladeren?), een omgewende zwarte leeuw, rood gekroond, genageld en getongd (Graafschap Orlamünde); IV. in blauw een leeuw, doorsneden van goud op zilver (Heerlijkheid Pleissen); hbtschild gedekt met een rood gevoerde KÖninklijke kroon: tien- maal gedwarsbalkt van zwart en goud met een rechte groene ruitkrans over alles heen (Hertogdom Saksen).

KW. 20 PRUISEN: Groot Koninklijk Wapen: Vijf maal gedeeld en acht maal doorsneden met een rode schildpunt (representerende de Regaliën, de landsheerlijke- hoogheids- rechten); op het middelpunt een hartschild van zilver met een zwarte adelaar, rood getongd, goud gesnaveld en gepoot, Koninklijk gekroond, in de rechter klauw de gouden Pruisische Koningsscepter en in de linker de blauwe, goud omgorde en be- kruiste Riiksaunel. de beide vleugels beladen met een gouden klaverstenael en de borst met- het gouden monogram van Koning Friedrich 1, F(ridericus) @ex), het schild gekroond met de ongevoerde Koninklijke Pruisische Kroon (Koninkriik Prui- sen); op de ereplaats een sihild van zilver met een rode adelaar, goud gesnaveld en gepoot, rood getongd, met de rode Keurhoed met hermelijnen opslag op de kop, in de rechter klauw een gouden scepter en in de linker een ontbloot zwaard, de beide vleugels beladen met een gouden klaverstengel en de borst met een blauw schildje beladen met een gouden scepter (symboliserende het Aarts-Kameraarsambt van het H.H.R. bekleed door de Brandenburgse Keurvorsten), het schild gedekt met de rode Keurvorstenhoed met hermelijnen geschulpte opslag (Markgraafschap Brandenburg); op de schildnavel een schild, doorsneden a. in goud een zwarte leeuw, rood ge- kroond, getongd en genageld, binnen een van zilver en rood, acht maal geblokte schildzÒom (Burgnraafschap Neurenberg); b. gevierendeeld van zilver en zwart (Stamgraafschap Hohenzollern), het schild gekroond met de Vorstenkroon, drie- beugelig, rood gevoerd en met hermelijnen opslag. De 48 kwartieren van het hoofdschild geven de wapens van: bovenste rij, van links fherald. rechts) naar rechts (herald. links): 1. in rood een zilveren springend paard (Hertogdom Westfalen), 2. in zilver een zwarte adelaar, Koninklijk gekroond van

229 goud. goud gesnaveld en gepoot, rood getongd, in de rechter klauw een gouden scepter, in de linker een rijksappel, de belde vleugels beladen met een gouden kla- verstengel, de borst met een rood schildje, gekroond met een vijfbladige kroon en beladen met een zilveren adelaar, goud gekroond, gesnaveld en gepoot [Polen] (Groothertogdom Posen), 3. in goud een zwarte hertogelijk gekroonde adelaar, goud gesnaveld en gepoot, rood getongd, beladen met een zilveren halve-maanvormige borstbeugel die in het midden een zilveren breedarmig kruisje ondersteunt (Souve- rein Hertogdom Silezië), 4. in zilver een zwarte adelaar, vijfbladig gekroond van goud en goud gesnaveld en gepoot, rood getongd, in de rechter klauw een gouden scepter en de linker een rijksappel, de beide vleugels beladen met een gouden klaverstengel, de borst met een groen schildje beladen met een golvende zilveren schuinbalk (Groothertogdom Neder-Rijn), 5. tien maal gedwarsbalkt van goud en zwart met een groene gebogen ruitkrans over alles heen (Hertogdom Saksen), 6. in zilver 3 rode meerbladen (Hertogdom Engern); tweede rij: 7. doorsneden van rood op zilver (Hertogdom Magdeburg), 8. in rood een doorsneden schildje van zilver op rood binnen een zilveren ,,netelblad” (Hertogdom Holstein), 9. in zilver een rode, goud gesnavelde en gepote, rood getongde griffioen (Hertogdom Pommern), 10. in goud bezaaid met rode harten een blauwe leeuw (Hertogdom Liineburg), 11. in goud 2 blauwe gaande leeuwen boven elkaar (Hertogdom Sleeswijk), 12. in rood 2 schuin- gekruiste zilveren sleutels, de baarden afgewend, vergezeld boven van een zilveren kruis (Hertogdom Bremen); derde rij: 13. in zilver een van rood en groen zes maal links geschuinbalkte griffioen (Hertogdom Wenden), 14. in goud een zwarte leeuw, rood getongd en genageld (Hertogdom Gulik), 15. in blauw een gouden dubbel- staartige, gekroonde leeuw (Hertogdom Gelre), 16. in rood een goude karbonkel in het hart beladen met een zilveren schildje (Hertogdom Cleve), 17. in zilver een rode leeuw, blauw gekroond, getongd en genageld (Hertogdom Berg), 18. in goud een zwarte griffioen (Hertogdom Kassuben); vierde rij: 19. in blauw een goud ge- kroonde en genagelde leeuw, acht maal van rood en zilver gedwarsbalkt (Land- graafschap Thüringen), 20. in goud een zwarte aanziende stierekop met afgerukt halsvel, rood gekroond en getongd, met zilveren horens en neusring (Hertogdom Mecklenburg), 21. in goud een zwarte adelaar, goud gesnaveld en gepoot, de borst beladen met een zilveren halve-maanvormige beugel (Hertogdom Krossen), 22. in rood een zilveren paardekop binnen een twaalf maal van zilver en zwart geblokte zoom (Hertogdom Lauenburg), 23. in blauw een goud gekroonde en genagelde leeuw, acht maal van zilver en rood gedwarsbalkt (Landgraafschap Hessen), 24. in blauw een gouden zwart gevoegde drie-kantelige muur ouriizende vanuit de schild- voet en reikende te halver hoogte van het schild (Markgraafschap Ober-Lausitz); viifde rii: 25. gedeeld: a. in rood een gouden kruis (Vorstendom Paderborn). b. in zilver een rood ankerkruis (Graafschap Pyrmont), 26. doorsneden van goud op blauw, in het eerste een halve zwarte leeuw met dubbele staart, rood gekroond, getongd en genageld, rustende op de snijlijn; het blauw beladen met een trapgevel, gevormd uit vijf rode liggende blokken, uitgaande van de voet en reikende met de top tot de snijlijn (Vorstendom Rügen), 27. in zilver een stappende rode stier (Markgraafschap Nieder-Lausitz), 28. in goud een omgewende, goud beslagen blauwe jachthoorn, rood gesnoerd (Vorstendom Oranje, welks wapen en titel de Koning van Pruisen verwierf bij de vrede van Utrecht dd. 11-4-1713 van Lodewijk XIV, Koning van Frankrijk, aan wie eerstgenoemde zijn aanspraken ingevolge testa- mentaire beschikking van Stadhouder Frederik Hendrik, Prins v. Oranje, op het feitelijk bezit van het Prinsdom afstond, terwijl bij verdrag van Berlijn dd. 14-5-1732 van Willem IV Vorst van Nassau en Stadhouder der Nederlanden mede het recht erkend werd wapen en titel van dit Vorstendom te voeren), 29. in zwart een gekroon- de gouden aanziende harpij (adelaarlichaam met vrouwenbuste en -hoofd), boven ter weersziiden van het hoofd en beneden ter weersziiden van de poten vergezeld van een gouden ster(Vorstendom Oost-Friesland), 30.- gedeeld van- zilver en rood (Vorstendom Halberstadt); zesde rij: 31. in zilver een zwart breedarmig kruis met lelievoet (Vorstendom Verden), 32. in zilver een rood achtspakig rad (Vorsten- dom Osnabriick). 33. in blauw een gouden dwarsbalk (Vorstendom Miinster). 34. in rood twee schuingekruiste zilveren sleutels, de baarden afgewend (Vorstendom Minden), 35. gedeeld van rood en goud (Vorstendom Hildesheim), 36. in rood een zilveren ankerkruis (Vorstendom Kammin); zevende rij: 37, in rood twee gouden gebogen linkerschuinbalken (Graafschap Glatz), 38. in goud een zilveren dwars- balk -(Vorstendom Mörs), 39. in zilver- een zwart kruis (Vorstendom Fulda), 40. in blauw, bezaaid met gouden rechtstandige blokjes een gouden gekroonde leeuw

230 (Vorstendom Nassau; de Nassause erflanden werden bij het Weener Congres 31-5 1815 aan Pruisen afgestaan. waarvoor Koning Willem 1 der Nederlanden, als schadeloosstelling Luxemburg ontving), 41. in goud een zwarte hen met rode kam en lellen, gouden snavel en poten staande op een groene drieberg die van de onderschildrand uit gaat (Graafschap Henneberg), 42. gedeeld: a. in goud een van rood en zilver in drie rijen geschaakte dwarsbalk (Graafschap Mark), b. in zilver 3 rode kepers (Graafschap Ravensberg); achtste rij: 43. in goud 3 blauwe om- gewende hertshorens elk met vier punten boven elkaar (Graafschap Veringen); 44. in zilver zes elkaar aanstotende en de schildranden rakende rode ruiten in twee rijen van drie (Graafschap Mansfeld), 45. geschaakt van rood en zilver in vier hori- zontale rijen van drie (Graafschap Hohenstein), 46. gedeeld: 1. in zilver 3 rode har- ten (Graafschap Tecklenburg); 11. in blauw een gouden anker (Graafschap Lingen), 47. in blauw een gouden stappend hert op een groene drieberg uitgaande van de benedenschildrand (Graafschap Sigmaringen), 48. in rood een zilveren adelaar, goud getongd, gesnaveld en gepoot (Hoge Heerlijkheid Frankfurt a.M.).

KW. 21 SAKSEN-WEIMAR-EISENACH: Gevierendeeld: 1. in blauw een omgewende goud gekroonde en genagelde leeuw van rood en zilver acht maal gedwarsbalkt (Land- graafschap Thüringen); 11. in goud een zwarte dubbelstaartige leeuw, rood ge- tongd en genageld (Markgraafschap Meissen); 111. gedeeld: 1. in goud een zwarte hen. rood gekamd en geleld en staande op een groene drieberg die van de beneden- schildrand-uitgaat (Graafschap Henneberg); 2. van zilver en rood gedeeld met een schuinbalk over alles heengaande afwisselend van rood en zilver (Heerlijk- heid Neustadt-Arnshaugk); IV. gedeeld: 1. in zilver een omgewende zwarte leeuw, rood cetonpd en genageld met een gouden schuinbalk over alles heengaande (Heerlijkheid Blankenhain); 2. acht maal geschuinbalkt van blauw en zilver (Heer- lijkheid Tautenburg); harrschild gedekt met een rood gevoerde Koninklijke kroon tten maal gedwarsnalkt van zwart en goud met een rechte groene ruitkrans over alles heen (Groothertogdom Saksen).

KW. 22 SAKSEN - COBURG en GOTHA, PRINS-GEMAAL (v. Grt. BRITTANNIE en IER- LAND): Gevierendeeld: 1. en IV. opnieuw gevierendeeld: 1. en 4. in rood drie gouden, gaande, aanziende leeuwen, rood getongd, boven elkaar (Engeland); 2. in goud een rode leeuw binnen een rode geleliede dubbele binnenzoom (Schot- land); 3. in blauw een gouden harp met zilveren snaren (Ierland) en in het hoofd over alles heengaande een zilveren barensteel met drie hangers, de middelste beladen met een rood kruis, 11. en 111. tien maal gedwarsbalkt van goud en zwart met een gebogen (ook wel rechte) groene ruitkrans over alles heen (Saksen).

KW. 23 GROOT-BRITANNIE en IERLAND: Gevierendeeld: 1. en IV. in rood drie gouden, eaande. aanziende leeuwen, rood getongd, boven elkaar (Engeland); 11. in goud een rode leeuw binnen een rode geleliede dubbele binnenzoom (Schotland); 111. in blauw een gouden harp met zilveren snaren (Ierland).

KW. 24 BRUNSWIJK-HANNOVER: Gevierendeeld: 1. en IV. in rood drie gouden, gaande, aanziende leeuwen, rood getongd, boven elkaar (Engeland); 11. in goud een rode leeuw binnen een rode geleli&e dubbele binnenzoom (Schotland); 111. in blauw een gouden harp met zilveren snaren (Ierland), [Groot-Brittannië]; het kruispunt der deel- en snijlijn beladen met een middenschild, verdeeld in drieën volgens een omgekeerde gaffellijn; 1. in rood twee gouden, gaande, aanziende leeuwen, blauw getongd, boven elkaar (Hertogen van Brunswijk, oudere lijn); 2. in goud bezaaid met rode harten (lindebladeren?) een blauwe leeuw, rood getongd en genageld (Hertogen van Liineburg, oudere lijn); 3. in rood een springend zilveren paard (Nedersaksen-Westfalen); het snijpunt der deel- en snijlijnen beladen met een hartschildje van rood met de gouden keizerlijke kroon van het Heilige Roomsche

231 Rijk der Duitsche Natie (symbool van het Aarts-Schatmeesterschap ‘van het H. R. Riik: het middenschild gedekt met de gouden Koninklijke Hannoveraanse kroon, rood gevoerd, en met hermelijnen onde; haarband. (De Hannoveraanse tak van het Brunswijkse Hertogengeslacht verwierf in 1708 de Keurvorstelijke waar- digheid van het H. R. Rijk en in 1709 het Aarts-Schatmeesterambt van dat Rijk, in 1727 werd hii geroepen tot de troon van Groot-Brittannië en anno 1816 ver- heven tot het souveieine-Koningschap van Hannover).

KW. 28 KEIZERRIJK DUITSLAND: In goud ‘een zwarte, rood getongde, gesnavelde en ge- pote Duits-Keizerlijke adelaar, de borst beladen met een zilveren schild waarop een zwarte adelaar, goud gesnaveld en gepoot, Koninklijk gekroond, de beide vleugels beladen met een gouden klaverstengel, in de rechter klauw een gouden Konings- scepter en in de linker een blauwe, goud omgorde en bekruiste rijksappel houdende (Koninkrijk Pruisen) en de borst beladen mej een schildje, gevierendeeld van zilver en zwart (Hohenzollern: stamhuis van het Pruisisch Koninklijke en Duits Keizer- lijke geslacht). Op 18 Januari 1871 werd in het paleis van Versailles de stichting van het nieuwe Duitse Rijk geproclameerd, terwijl aan Koning Wilhelm V van Pruisen, door de gezamenlijke Duitse vorsten de Keizerskroon werd aangeboden. Bij Z.M. Besluit van Koblenz dd. 3 Augustus 1871 werd het Duits-Keizerlijke wapen vastgesteld met het schild, zoals boven omschreven.

KW. 29 PRINCESS-ROYAL van Grt. BRITANNIE en IERLAND (KONINGIN van PRUISEN en KEIZERIN van DUITSLAND. 1888): Het Koninkliik wapen van Groot-Britan- nië en Ierland (zie aldaar) met in het ‘hoofd over alles heengaande een zilveren barensteel met drie hangers, de middelste beladen met een rode roos en de beide andere beladen met een rood kruis (N.B. De kinderen van Koningin Victoria en Prins Albert van Saksen-Coburg voerden hun resp. wapens - vooral v66r hun hu- welijken - zoals hiervoor beschreven, doch vermeerderd met een hartschild van Saksen: tien maal gedwarsbalkt van goud en zwart met een gebogen of ook wel rechte groene ruitkrans over alles heen).

KW. 30 SLEESWIJK HOLSTEIN: Gevierendeeld: 1. in rood een gekroonde gouden leeuw, blauw getongd en genageld, met de voorpoten een zilveren hellebaard met gekromde steel vasthoudende (Koninkrijk Noorwegen); 11. in goud twee blauwe gaande leeuwen, rood getongd en genageld, boven elkaar (Hertogdom Sleeswijk); 111. in rood een zilveren netelblad (Hertogdom Holstein), beladen met een hartschildje van zilver op rood doorsneden (oud Graafschap Schaumburg); IV. in rood een staande zilveren zwaan met opgeheven vleugels, zwart gesnaveld en gepoot en met een gouden kroon om de hals.(Heerlijkheid Stormarn); in een ingedreven punt van rood een steigerend zilveren paard met zwart tuig, bereden door een goud gehar- naste bepluimde ridder met gesloten vizier, in de rechter opgeheven hand een zilveren zwaard houdende (Landschap Dithmarschen); hartschild: gevierendeeld: 1. en 4. in goud twee rode dwarsbalken (Graafschap Oldenburg); 2. en 3. in blauw een gouden ankerkruis met spitse voet enverhoogde dwarsarmen (Hoge Heerlijk- heid Delmenhorst). KW. 31 HOHENLOHE-LANGENBURG: Gevierendeeld met een rode schildvoet; 1. in goud een zwarte dubbelkoppige adelaar (van het H. R. Rijk, dat het geslacht in de Riiksvorstenstand verhief, anno 1764 resp. 1772); 11. in blauw drie zilveren lehes; 111. in zilver twee zwarte gaande leeuwen boven elkaar (Graafschap Hohen- lohe); IV. doorsneden: a. in zwart een gouden aanziende leeuw, goud gekroond; b. geruit van zwart en goud (Langenburg); in een ingedreven punt van blauw een zilveren leeuw, getongd en genageld van rood, goud gekroond met drie struis- veren, één blauwe tussen twee zilveren; het snijpunt van deel- en snijlijnen beladen met een rood schild met zilveren voet en gedekt met een rode puntmuts met hermelijnen opslag.

232 BESCHRIJVING DER WAPENS VAN H.M. KONINGIN MARIA VAN GRIEKENLAND (PRINSES ANNE-MARIE DAGMAR INGRID VAN DENEMARKEN) EN VAN HAAR 16 BET-OVERGROOTOUDERS Hoofdwapen DENEMARKEN (na afscheiding van Ysland in 1944): Gevierendeeld met een opnieuw gevierendeeld middenschild beladen met gedeeld hartschild. De kruislijn van het grote schild belegd met het ietwat breedarmig uitlopende zilveren, rood gezoomde Daneborn-kruis; kw. 1. in goud bezaaid met rode harten (uomuebledden of linde- bladerenL 3 blauwe gaande leeuwen, goud gekroond. rood geiongd en genageld, boven elkaar (Koninkrijk Denemarken); 11. in goud 2 blauwe gaande leeuwen, rood getongd en genageld (Hertogdom- Sleeswijk); 111. doorsneden: a. in blauw 3 gouden kronen (de drie Noordse Koninkrijken van Skandinavië symboliserende, die anno 1387/88 verenigd werden onder Koningin Margaretha van Denemarken); b. gedeeld: 1. in blauw een stappend langharig zilveren ramschap (Faroer); 2. in blauw een zilveren opzittende ijsbeer (Groenland); IV. doorsneden: a. in rood een verhoogde gaande leeuw, rood getongd, vergezeld beneden van 9 rode harten (pompebledden of lindebladeren), 4-3-2 (wapenteken van het volk der Gothen): b. in rood een gouden staande gevleugelde vuurspuwende draak met krulstaart [lint- worm] (wapenteken van het volk der Wenden); middenschild: gevierendeeld: 1. in rood een zilveren ,,netelblad met drie nagels” - in feite een zilveren veld met rode uitgetande schildzoom - (Hertogdom Holstein) met een hartschildje, doorsneden van zilver op rood (oud-Graafschap Schaumburg); 2. in rood een staande zilveren zwaan met opgeheven vleugels., zwart gesnaveld en gepoot en met een gouden kroon om de hals (Heerlijkhetd Sstormarn); 3. in rood een steigerend zilveren paard met zwart tuig, bereden door een goud geharnaste ridder met gesloten vizier, in de rechter opgeheven hand een zilveren ontbloot zwaard houdende (Landschap Dithmarschen); 4. in rood een gouden paardekop met hals (Hertogdom Lauenburg); hartschild: gedeeld: 1. in goud 2 rode dwarsbalken (Graafschap Oldenburg); 11. in blauw een gouden ankerkruis met spitse voet en verhoogde dwarsarmen (Hoge Heerlijkheid Delmenhorst).

KW. 16 DENEMARKEN: zie hiervoor.

KW. 17 HESSEN-KASSEL: zie hiervoor.

KW. 18 en 24 ZWEDEN en NOORWEGEN: Gedeeld: de deellijn belegd met een gouden breedarmig kruis, welks linker dwarsarm ontbreekt; 1. doorsneden (de snijlijn bedekt door de rechter dwarsarm van het gouden breedarmige kruis): a. in blauw 3 gouden kronen (de drie Noordse Koninkrijken symboliserende) (Zweden); b. in blauw een rood getongde en genagelde, gouden gekroonde leeuw gaande over drie zilveren gol- vende linker-schuinbalken (wapen van het Zweedse adellijke geslacht Folkunger, dat van 1250-1387 de koninklijke waardigheid uitoefende in Zweden, vanaf 1319 in Noorwegen en vanaf 1375 in Denemarken); 11. in rood een gouden gekroonde leeuw met in de beide voorklauwen een zilveren bijl (van St. Olav) houdende met lange gebogen gouden steel: hartschild: gedeeld: 1. een gouden gebonden garve over een irÏ drie& schuin-gedeeld veld van blauw, zilver ën rood (wapen va; het adeliike Zweedse geslacht Wasa, dat van 1523-1654 in Zweden en van 1587-1668 mede in Polen met de Koninklijke waardigheid bekleed was); b. in blauw een zil- veren zwart gevoegde boogbrug op twee pijlers oprijzende uit zilver golvend water dat van de beneden-schildrand uitgaat en voorzien van twee zilveren, zwart gevoegde drie maal gekanteelde torens, naast elkaar op de brug, vergezeld boven van een gouden omziende adelaar met neergeslagen vleuaels en staande op een gouden bundel bliksemschichten (Frans-Ke&erlGke symbolen, vanwege de verheffing tot het principaat van Ponte Corvo door Keizer Napoleon 1) en overtopt doÖr zeven gÖuden sterren tezamen het sterrebeeld van de Grote Reer

233 vormende (Bernadotte-Ponte Corvo: Jean Bernadotte. 1763-1844, Frans Maar- schalk 1804, verheven tot Prins van Ponte Corvo 1806, verkoren tot erfprins van Zweden door de Zweedse Generale Staten en door Koning Karel X111 als zoon en opvolger geadopteerd met de namen Carl Johan 1810, -Koning van Zweden en Noorwegen 1818 met de namen Carl XIV Johan).

KW. 19 LOUISE PRINSES der NEDERLANDEN: In een met gouden staande blokjes bezaaid blauw veld een gouden leeuw, koninklijk gekroond, met rode tong en nagels, in de rechter voorklauw een ontbloot zilveren zwaard met gouden gevest in schuins- linkse stand ophoudende, in de linker voorklauw een bundel van zeven zilveren pijlen houdende, punten van goud en omhoog gericht, tezamen gebonden met een gouden lint, het geheel in het hoofd gebroken door een rode barensteel met vijf hangers (wapen vlg. art. 1 en 6 van het Kon. Besl. dd. 24 Augustus 1815, no. 71, Stbld. no. 46).

KW. 20 MECKLENBURG-SCHWERIN: Eén maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende zes kwartieren met als hartschild: doorsneden van rood op goud (Graafschap Schwerin); kw. 1. in goud een goud gekroonde, zilver gehoornde zwarte aanziende stierekop met afgerukt halsvel en rood opengesperde bek (Hertogdom Mecklen- burg); 11. in blauw een gouden griffioen met rode tong en nagels (Heerlijkheid Rostock); 111. doorsneden: a. in blauw een gouden griffioen met rode tong en nagels; b. effen groen met een zilveren zoom (Vorstendom Schwerin); IV. in rood een verkort zilveren kruis met verhoogde dwarsarmen en goud gekroond (Vorsten- dom Ratzeburg); V. in rood een uit de linker-bovenhoek komende vrouwenarm, naar boven gebogen met aan de schouder pofmouwen en een lint gewonden om de pols en geslagen over de onderarm, alles van zilver en met duim en wijsvinger een gouden diamanten ring ophoudende (Heerlijkheid Stargard); VI. in goud een schuins-links geplaatste, aanziende, goud gekroonde en zilver gehoornde zwarte stierekop met rode tong (Vorstendom Wenden; Heerlijkheid Werle).

KW. 21 REUSS: Gevierendeeld: 1. en IV. in zwart een rood gekroonde, getongde en genagelde gouden leeuw (Vorstendom Reuss); 11. en 111. in zilver een stappende gouden kraanvogel (Heerlijkheid Kranichfeld).

KW. 22 RUSLAND: zie hiervoor.

KW. 23 BADEN: In goud een rode schuinbalk (Groothertogdom Baden).

KW. 2.5 HERTOGDOM NASSAU: (wapen goedgekeurd met instemming van de landsregering van Nassau-Usingen dd. Wiesbaden 26 Juni 1805, door Friedrich Wilhelm Vorst van Nassau-Weilburg bij Vorst. Besl. dd. 20 Juli 1805, ondanks de omissie van het kwartier Mainz in het middenschild, voor welks opname de Vorst - sedert 30 Augustus 1806 Hertog - zich uitdrukkelijk had uitgesproken). Hoofdschild: drie maal gedeeld en drie msal doorsneden, gevende zestien kwartieren, waarvan er echter slechts 12 zichtbaar zijn, daar de andere bedekt worden door een gevieren- deeld middenschild met hartschild: Op een met goud staande blokjes bezaaid veld een gouden leeuw, rood gekroond, getongd en genageld (Vorstendom Nas- sau); middenschild: gevierendeeld: 1. in zilver een rood kruis (Keurvorstendom Trier); 2. in zwart een gouden leeuw, rood gekroond, getongd en genageld en met dubbele staart (Keurvorstendom Pfaltz b. Rhein); 3. in rood een gouden aanziende leeuw (Graafschap Sayn); 4. in zilver een zwart kruis (Keurvorstendom Keulen); [terwijl in een ingedreven punt (tussen de kwartieren Sayn en K’öln) het wapen

234 Mainz had behoren opgenomen te worden, zoals het voorkwam op een ontwerp tekening van de Geheimraad Medicus bij schrijven van 8 Maart 1804: in rood een zesspakig zilveren rad (Keurvorstendom Mainz)]. De wapens van de geestelijke keur- vorstendommen, Trier, Keulen (en Mainz) danken hun opname in het grote Her- togelijk-Nassause wapenschild aan het feit dat Nassau voor het verlies van links- Rijnse gebieden schadeloos gesteld werd met gedeelten van die inmiddels opge- heven keurvorstendommen. Hoofdschild: boverzxte rij van links (herald. rechts) naar rechts (herald. links): 1. in goud een zwarte leeuw, rood getongd en genageld (Graafschap Königstein); 11. in rood twee boven elkaar geplaatste gouden aanzien- de gaande leeuwen (Graafschap Dietz); 111. in goud twee boven elkaar geplaatste rode aanziende gaande leeuwen (Graafschap Weilnau); IV. in goud een rode aan- ziende leeuw, blauw gekroond, getongd en genageld (Graafschap Katzenelnbogenj; tweede rQ: V. in blauw drie zilveren klophamers (Burggraafschap Hammerstein; aangenomen sprekend wapen naar de wapens van de anno 1398 resp. 1410 uitge- storven oudere en jongere lijnen van het oorspronkelijke burggraven geslacht Hammerstein, wier land door Keizer Karel IV in 1374 geschonken werd aan het Aartsstift Trier, van welk deze burggraven leenmannen en erfbaanderheren wer- den): VI. in goud een zwarte leeuw, rood gekroond, getongd en genageld (Heer- lijkheid Mahlberg); derde rij: VIL in groen een gouden schumkruisy gecantonneerd van 3 gouden kruisies (Heerlijkheid Merenberg); VIII. in blauw een van rood en zilver geschaakte d-warsbalk in twee rijen, het veld boven en beneden beladen met zeven (4-3) staande gouden blokjes (Heerlijkheid Limburg a.d. L.); vierde rij: 1X. in zilver 3 rode keners. boven elkaar (Heerliikheid Eonstein): X. in zilver twee zwarte palen, naast elkaar (Graafschap Wittgensteini X1.” in rood een zilveren zwart gevoegde burcht, bestaande uit een muur, de schildranden rakende, waarop twee zilveren torens, elk met drie kantelen, met in elke toren een rood schietgat: tussen de torens een driehoekige gevel met rond rood raamnie, gesloten poort’ met blauwe dubbele deur, links en ;echts vergezeld van een rood schietgat (Heerliikheid Hombura in het Graafschap Altenkirchen): X11. in zwart een zylveren linker schuinbalk,.-beladen met drie -omgewende zwarte everzwijn- koppen, rood getongd en met zilveren slagtanden, horizontaal gesteld boven elkaar in de richting van de balk (Heerlijkheid Freusburg).

KW. 26 BADEN: zie hierboven. Hoewel de Grootvorsten van Baden (en de leden van hun Huis) als staatshoofd het eenvoudige stamwapen (in goud een rode schuinbalk) voerden, de algemene tendens volgende uit het begin van de 19e eeuw tot vereenvoudiging van de blazoenen (zie o.m. Pruisen, Nederland, Saksen, Nassau enz.), bezigden zij als hoofd van hun geslacht dikwijls het wapen van de lijn Baden-Baden wier goe- deren in 1771 bij uitsterven van deze oudste linie van hun Huis door de jongere Baden-Durlach’s werden beërfd, en hetwelk wij hier publiceren. Overigens ver- schilden de wanens van de Badense en de Durlachse liinen slechts in de rang- schikking der kawartieren en het voorkomen van één kwartier meer in het Baden- Badense schild. Het ,,familiewapen” (tegenover het ,,staatwapen”) der Markgraven (1189), Keurvorsten (1803) en Grootvorsten (1806) van Baden en Hertogen van Zähringen (1806) wordt beschreven: twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende negen kwartieren, van welke het vijfde en middelste kwartier wordt inge- nomen door een hartschild van goud met een rode schuinbalk (Baden, oorspron- kelijk Zähringen); kw. 1. geschaakt van rood en zilver in vier verticale en vier horizontale rijen, gevende 16 vakken (Achter-Graafschap Sponheim); 11. door- sneden: a. in zilver een rode roos, blauw geknopt; b. in goud een zwart (man) beer-everzwijn op groene grond (Graafschap Eberstein); 111. in zilver een rode goud gekroonde leeuw (Landgraafschap Breiszgau); IV. in rood een gouden paal beladen met 3 zwarte kepers boven elkaar (Heerlijkheid Badenweiler); VI. in blauw een liggende zilveren adelaarsvleugel beladen met een gouden klaverstengel met de toppen naar beneden en rechts gericht (Landgraafschap Sausenberg); VIL golvend doorsneden van goud op blauw, het goud beladen met een rode halve leeuw rustende OP de golfsnede. het blauw met twee zilveren golvende dwarsbalken beladen (Heerlijkheid Röteln); VIII. gedeeld: 1. in goud een rode dwarsbalk (Heer- liikheid Lahr): 2. in noud een zwarte goud gekroonde leeuw (Heerliikheid Mahl- berg); 1X. geschaakt van blauw en goud in vier verticale en vier horizontale rijen, gevende 16 vakken (Voor-Graafschap Sponheim).

235 KW. 27 en 30 PRUISEN: In zilver een zwarte adelaar, rood getongd, goud gesnaveld en gepoot, Koninkliik gekroond, in de rechter klauw de gouden Pruisische Koningsscepter en in de linker de blauwe, goud omgorde en bekruiste Rijksappel, de beide vleugels beladen met een gouden klaverstengel en de borst met het gouden monogram van Koning Friedrich 1: F(ridericus) R(ex) [wapen der Koninklijke Pruisische Prinsen en Prinsessen]. KW. 28 SAKSEN-COBURG en GOTHA, PRINS-GEMAAL (v. Grt. BRITANNIE en IER- LAND): zie hiervoor. KW. 29 GROOT-BRITANNIE en IERLAND: zie hiervoor.

KW. 31 ANHALT: Twee maal gedeeld en drie maal doorsneden, gevende twaalf kwartieren, van welke het vijfde kwartier wordt ingenomen door een schild gedeeld: 1. in zilver een halve rode adelaar, goud gesnaveld en gepoot, rood getongd, komende uit de deellijn (Mark Brandenburg); 2. tien maal gedwarsbalkt van zwart en goud met een gebogen groene ruitkrans over alles heen (Saksen); kw. 1. tien maal ge- dwarsbalkt van zwart en goud met een gebogen groene ruitkrans over alles heen (Hertogdom Saksen); 11. i% blauw een gouden gekroonde adelaar, rood getongd (Palts Saksen): 111. in zilver 3 rode meerbladen (Hertogdom Ennern): IV. in zilver een zwarte. goud gekroonde en gehalsbande, rood getongde omgewende beer klim- mende schuins naar boven, met drie poten - de linker voorpoot opgeheven - op de middelste kantelen van een rode, zwart gevoegde, vijf maal getinneerde muur, komende uit de voet, schuin naar links oplopende en voorzien van een gouden gesloten poortdeur (wapen van het geslacht Beringer); VI. tien maal ge- dwarsbalkt van zwart en goud (Heerlijkheid Ballenstedt); VIL geschaakt van zwart en zilver in drie verticale en vier horizontale riien, gevende 12 vakken (Graaf- schap Askanië/Aschersleben); VIII. gevierendeeld van-goud en rood (Graafschap Waldersee): 1X. in blauw twee gouden linker-schuinbalken (Hoog- of Gouw- Graafschap Warmsdorf); X. in blauw een zilveren omziende adelaar, goud gesna- veld en gepoot, rood getongd (Graafschap Miihlingen); X1. effen rood (voor de Regaliën, de landsheerlijke- hoogheidsrechten); X11. in zilver een zwarte, zilver gehalsbande en rood getongde beer klimmende schuins naar boven, met drie poten - de rechter voorpoot opgeheven - op de middelste kantelen van een rode, zwart gevoegde, vijf maal getinneerde muur, komende uit de voet, schuin naar rechts oplopende en voorzien van een van het veld geopende poort (Heerlijkheid Bern- burg). EEN MERKWAARDIGE GEMEENSCHAPPELIJKE AFSTAMMING EN VERWANTSCHAP VAN ENIGE REGERENDE EUROPESE VORSTENHUIZEN Hoewel het overgrote gedeelte van de Grieks-Deense Koninklijke gehuwden, van hun zusters en van hun regerende Europese Vorstelijke gasten (H.H.M.M. Konstantinos van Griekenland en Anne Marie van Denemarken, wijlen Pavlos 1 van Griekenland en Friederike van Hannover - ouders van de bruidegom -, Frederik 1X van Denemar- ken en Ingrid van Zweden - ouders van de bruid z, Gustav VI van Zweden en wijlen Maraaret van Grt. Brittannië en Ierland - grootouders van de bruid van moederszijde, Juliana der Nederlanden, Boudewijn van België, Olaf V van Noorwegen en Prins PhÍlip; Hertog van Edinburg) onderling - dikwijls meerdere malen - ten naaste verwant is door het gemeenschappelijk voorouderpaar Koning Friedrich Wilhelm 111 van Pruisen en Koningin Louise geb. Prinses van Mecklenburg-Strelitz, welbekend uit het begin van de 19e eeuw door de Euronees zo belanariike oorloaen en vredes. maar vooral door de ontmoeting te Tilsit in 1807 met Keizer-Napoleon Ï, is genealogisch het meest curieus de afstamming uit de creoolse Beauhornais’, die de Majesteiten en (Koninklijke) Hoog- heden van Zweden. Denemarken, Noorwegen, België en Monaco verbindt. Een kleine kwartierstaat van Eugene de Beauharnais (1781-1824), voorvader van de tegenwoordige Koningen van Zweden, Denemarken, Noorwegen en België en een stamreeks van diens nicht Stéphanie de Beauharnais (1789-1860), voormoeder van de Vorsten van Zweden, Denemarken, België (langs twee lijnen) en van Monaco moge hier volgen gesierd met de wapens Beauharnais en de Tascher de la Pagerie. A.R.K.

236 [aspoam IKIa] (i) PSLI w11 qq. & I SILI ‘3 (anb!u!mqq) sla11 S!Oq. * NMoX% S33~vxd %NIX3HJ,V3 htlVMI ózLI-L-P anb!u!wqq cc \ CL) ~9~1 anb!u!lqq c SOLI-1-1~ (m!uqqrq) sla11 S!O.?J_ * SIONVS aP sEI!xlm sap I S103NVöJ HdBSOf CI” + I (~1 POLI anb!u!mm 4 60LI-E-01 (mb!u!lJely) =lJQ * 31XlTVA3H3 e1 aP nv3mlo% 3SIO~NVli;r 31tiVR

~ELI-B;a~~~~nb~!lJeW)

~9~1 anb!u!mly 4 SOLI-631 ?Pqq ‘1s * 31%ElE)Vd QI aP X3H3SV~ 3~ HdBSOT a%VdSVg

. 4 ‘OOLI ‘3 (wr~S) qcq ,OIS * 3mINvIanv7 JP nvmmoawm BNNV~C

9sLI (o~uwoa ‘SI aue4oa-I $ 2691~S-P SalueN * ~7TlJSVH3 ap .LLIVAhd Slo~NV%J

9691 ‘3 (wJyg) ‘!OT 101s *

0691 ‘3 (SuC?IJO) a$xs”lq~ eI *

aa’z ‘, ‘xdq ~NOMlnVa% ap SIVNXVHnV3% 3~ 3anv73 BOEKBESPREKINGEN Nederlands Patriciaat, 50e jaargang (1964). Uitgave van het Centraal Bureau voor Genealogie, Nassaulaan 18, ‘s-Gravenhage. 543 blz. 12”.

Deze jubileum-jaargang van dit terecht zo geprezen en veel-geraadpleegde boekje opent met een voorwoord van de Voorzitter van de Stichting Centraal Bureau voor Genealogie, waarin deze onder de titel ,,Vijftig jaargangen Nederland’s Patriciaat” onder meer een terugblik geeft over de geschiedenis en de geleidelijke veranderingen in het ,,blauwe boekje”. Al degenen, die regelmatig van het ,,Patriciaat” gebruik maken (en wie onzer doet dat eigenlijk niet?) zij de lezing ervan van harte aanbevolen. Men ervaart er iets uit van de problemen, waarvoor de bewerkers der genealogieën die het tot opname brachten, zich gesteld zagen, maar méér nog wordt hier de weg gewezen naar de moneliikheden om tot een socioarafische benadering van sociale veranderingen binnen een Zich steeds toch weer vernieuwde groep te geraken. Deze jaargang is de laatste, welke onder redactie van de heer F. de Josselin de Jong is gereedgekomen. Een woord van dank, ja van bewondering ook, voor wat hij van Nederland’s Patriciaat heeft gemaakt, is hier zeker op zijn plaats. Een auteur (en ook een redacteur) verricht zijn-werkzaamheden nooit in direct contact met de lezers. Omgekeerd treden lezers en gebruikers van dit jaarboek slechts zelden met de redak- teur in contact. Het zij mij daarom vergund mij hier aan te sluiten bij de dank, welke het Bestuur van het Centraal Bureau in de Inleiding aan zijn adres richt en voor een- maal deze ,stilte” te doorbreken om hem, namens de talloze gebruikers van het Patri- ciaat, van harte te danken voor al wat hij in deze jaren deed voor dit boekje, en daarmee ook voor hen. Het merendeel van de thans geuubliceerde genealogieën ziin herbewerkingen van reeds vroegere publicaties, nl. die Ibétreffende de-geslachten Algerdingk (Thijmr, Beets, Buma. Fock. Fokker. Geertsema, Gunning, Van Heek, (Linthorst) Homan. Hudig. Van der Mandele, Mathon, Patijn, Piersony Royaards, StaÌing, Van Tets en’ Tilanus: In vele gevallen kon de stamreeks dezer geslachten verder worden opgevoerd, en konden met name de oudere generaties worden aangevuld. Uiteraard zijn ook de laatste generatie(s) nu verder uitgebreid. Nieuw zijn de publicaties betreffende de geslachten Van Berckel, Bischoff (van Heemskerck), Van Gogh, Haitink, Kortenhorst, Mansholt, Philips, (Verrijn) Stuart en (Giltay) Veth. Afgezien van de geslachten Kortenhorst en Tilanus bestond over geen van deze geslachten literatuur van enige omvang. Gezien de (volkomen ten onrechte) enkele decennia terug nog wel bestaande schroom ten aanzien van de herkomst van de familie Philips, ben ik met name over deze publicatie verheugd, al kon (gezien nu eenmaal het feit, dat het hier nu eenmaal om een genealogie Philips ging en niet om een genealogie Presburg) helaas niet gewezen worden op de fascinerende relatie tot Kar1 Marx. Diens moeder was n.1. een zuster van de grootmoeder van de oprichter van het Philips-concern. Kar1 Marx was herhaaldelijk bij zijn oom Lion Philips in Zalt- bommel op bezoek en onderhield deze relatie zeker tot 1870. In gevallen als deze voelt men de wens in zich opkomen, dat het Patriciaat zich van tijd tot tijd eens kleine excursen zou veroorloven (zoals b.v. het Deutsches Geschlechterbuch dat doet). Jammer is het ook dat het mooie en sprekende wapen, indertijd door onc te ~.:OPT overleden lid, de heer D. Rühl voor de familie ontworpen en geschilderd, ontbre-!.~, hl:,dr ook zonder dat zijn wij dankbaar.

Jhr. Mr. C. C. van Valkenburg. Nederlandse Adel. .A+reeks nr. 1011, uitgave van de Stichting IVIO, Koninginneweg 62, h_msterdam. 1964. 16 pag. 12”.

Het 150-jarig bestaan van de Hoge Raad van Adel, waaraan ook in de kolommen van Gens Nostra aandacht is besteed, was voor de redactie van de welbekende, popu- laire AO-reeks aanleiding bovenstaand geschrift erin op te nemen. Enkele jaren geleden gingen enkele Nederlandse economen een weddenschap aan, of het mogelijk zou zijn, de ,,hele” economie in 16 bladzijden samen te vatten. Een hunner waagde de stoute stap en korte tijd later verscheen het geschrift. dat feitelijk

238 alleen leesbaar was voor hen, die de draagwijdte en problematiek achter elke zin, elke zinsnede, ja soms achter een enkel woord reeds kenden. Dat laatste is met dit katerntje gelukkig niet het geval; rustig exposerend, hier en daar het betoog met enkele treffende voorbeelden toelichtend, vormt dit brochuretje een voortreffelijke oriëntatie omtrent een onderwerp waarover bij the man in the street nog zoveel misvattingen bestaan. Het siert de redactie van de AO-reeks, dat zij dit geschrift in hun bonte reeks hebben opgenomen; het vormt een tegenstelling tot sommige dagbladpublicaties van de laatste maanden, die helaas niet verder kwamen dan het alleen badinerende.

R. S. Roorda. De grafschriften, enz. van Leeuwarderadeel. Leeuwarden, Fryske Akademy, 1964. 27 blz. 8”.

De commissie van redactie van de ,,Grafschriften tussen Flie en Lauwers”, zich realiserend dat een definitieve uitgave van de nenealoaische en heraldische merkwaar- digheden in en om de kerken van de meeste Fiiese gemeenten nog vele jaren op zich zal laten wachten, heeft een kleine voor-uitgave het licht doen zien. Schr. maakte nl. een opsomming van datgene, wat ten aanzien van de thans tot Leeuwarderadeel behorende plaatsen aan dergelijke gegevens op het Rijksarchief te Leeuwarden berust en biedt ons dit nu in stencilvorm aan. ,,De commissie verwacht” [ik citeer nu letterlijk de inleiding] ,,dat de op dit terrein werkzame sneupers met dit boekje zullen werken, d.w.z. nagaan, of zij verbeteringen of aanvullingen kunnen aanbrengen (en deze dan doorgeven aan de ambtenaren van het Rijksarchief)“. Ik kan me voorstellen, dat de redactiecommissie medewerking inroept, wellicht mede in de hoop dan meer mensen voor de definitieve uitgave te interesseren. Daar is niets tegen, maar het lijkt me toch wel zeer twijfelachtig, of men met déze publicatie de juiste weg daartoe gekozen heeft. Zoals te verwachten is, komt men bij de grafschriften nogal wat graven van predikanten tegen. Wil men nu werkelijk volhouden, dat men ten aanzien van hen niet over aanvullende gegevens beschikt? Maar noe veel curieuzer wordt het, als wij de commissie onze medewerking zien inroepen bij namen als Van Burmania, Van Eysinga, Entens, Van Haersma, Grovestins, Van Humalda. enz. enz. Denkt men nu werkelijk, dat wij nu brieven gaan schrijven aan ,,de ambtenaren van het Rijksarchief” om hun te vertellen, dat er b.v. nog een Nederland’s Adelsboek bestaat? Kom nou! Het ware op zijn minst een kwestie van beleefdheid geweest ten aanzien van hen, wier medewerking men nu inroept, wanneer men voor annotatie uit hetgeen reeds gedrukt is, had gezorgd. Er was dan heus nog genoeg voor de ,,sneupers” overgebleven. Zowel van auteur als uitgeefster zijn wij beter gewend!

Dr. A. J. Teychiné Stakenburg. Gijsbert Karel van Hogendorp, wegwijzer naar nieuwe tijden. Rotterdam-‘s-Gravenhage, N.V. Uitgeverij Nijgh en Van Ditmar, 1963. 88 blz. 12”.

In de bekende serie ,,Roterodamum”, een reeks boekjes over heden en verleden van Rotterdam, is naar aanleiding van de herdenking van 1813 bovenstaand geschriftje verschenen. In het voorwoord stelt schr. duidelijk de bedoeling van zijn opusculum uiteen: de literatuur over Van Hogendorp is weliswaar groot, maar merendeels geba- seerd op 19e-eeuwse werken. En zelfs de voortreffelijke biografie van Henriëtte de Beaufort (afgelopen najaar als min of meer luxueuze ,,pocket” nog herdrukt in een gewijzigde derde druk) gaat slechts ten dele rechtstreeks op archivalia terug. Schr. was nu echter door een genereus gebaar van de familie in staat, inzage te nemen van stukken die het privé-leven van Gijsbert Karel raken en die ook thans nog in haar bezit zijn. Hetgeen hij ons nu meedeelt is ongetwijfeld interessant, maar vormt toch niet rnc-r dan hier en daar een kanttekening, een kleine accent-verschuiving op het totaal-bc d van Van Hogendorp, zoals ons dat (met name door de magistrale biografie van M_vr. De Beaufort) voor ogen staat. De klrinp ‘-.:1*‘;ang waartoe schr. zich moest beperken (èn natuurlijk de geringe aantre’,krlr4 ’ LI\; vau te herschrijven, wat al elders zo vaak is geschreven) heeft tot gevolg gch ., d,~; dit boekje als biografie niet zo indringend is, en een enkele maal wel wat buit -oporties. Soms is ook de formulering wel eens wat slordig, of veronderstelt schr. ,.’ .it lezer al te veel voorkennis. Wanneer hij op

239 pag. 58-59 b.v. enkele strofen citeert uit Bilderdijk% bekende ,,Afscheid”, dan sug- gereert dat, gezien de context, dat Bilderdijk geen oog gehad zou hebben voor de penibele staatkundige en economische toestand in 1811. Niets is echter minder waar dan dat! Die slot-strofen geven een toekomst-visioen. dat (ook vers-technisch) in sterk contrast staat met het voorgaande. Bepaald misleidend lijkt het mii voorts, dat schr. ten aanzien van Van Hoaendorp’s denkbeelden in 1787 stelt (op de overgang van pag. 31-32): ,,Dit voorstel zou, was het aanvaard, de regeringsvorm van aristocratisch volkomen democratisch gemaakt heb- ben”. Nu stelt de hedendaagse lezer zich bij ,,volkomen democratisch” nog wel iets anders voor dan de even tevoren genoemde ,,kiescollegiën van aanzienlijke burgers”. Maar ook naar het toenmalig woordgebruik is deze formulering onjuist: de ,,demo- craten” dier jaren waren juist. de Patriotten! Werkelijk democratisch in onze zin was slechts de constitutie van 1798, waar Van Hogendorp zich uiteraard verre van hield. Dat Onno Zwier van Haren nadat hij zich in Wolvega had teruggetrokken ,,de welluidendste zaneen. die de achttiende-eeuwse letterkunde heeft voortcebracht” dichtte. is een kwestie van persoonlijke smaak. In hoeverre is die ,,welluidendheid” overigens te danken aan Feith en Bilderdijk, die in 1785 een verbeterde editie van De Geuzen bezorgden? Miin grootste bezwaar geldt echter de opvatting van de auteur (pag. 10; gezien de lengte kan ik de passage moeilijk in haar geheel citeren) dat de penoden 1795-1806, 18061810 en 1810-1813 slechts ,,aanhangsels” zijn van de Republiek, aan de an- dere kant waarvan dan glorieus het Koninkrijk der Nederlanden staat, ,,gevest op de basis van onze eerste grondwet uit 1814”. Reeds bij de herdenking in 1913 heeft men er allerwegen, en terecht, op gewezen hoezeer ons koninkrijk werd opgebouwd met bouwstenen uit de Franse tijd. Aan de slordige formulering ,,onze eerste grondwet uit 1814” ga ik dan maar voorbij. Kortom: voor zover dit boekje aanvullende gegevens verstrekt is het waardevol, maar voor het algemeen verband oriëntere men zich eerst elders. D. H. Couvée en Dr. G. Pikkemaat. 18 13-15, ons koninkrijk geboren. Alphen aan de Rijn. N. Samsom N.V., 1963. 191 blz. klein 8”. Niet alleen over het jaar 1813 zelf, ook over de diverse herdenkingen ervan zou men een historische studie kunnen schrijven. Over die van 1863 en 1913 is dat gedeeltelijk zelf reeds gedaan, maar ik vrees dat ons nageslacht onze herdenking, in 1963, uiterst kritisch zal beoordelen. Het is te hopen, dat zij die na ons komen, bovenstaand boekje dan over het hoofd zullen zien. De kans daartoe is helaas niet groot, want het heeft een ruime verspreiding- gevonden.- Laat ik,‘alvorens deze zwartgallige gedachten te staven, vooropstellen dat het op zichzelf een voortreffelijke gedachte was de gebeurtenissen van 150 iaar geleden nog eens te verhalen, en dat dan op een moderne wijze te doen. Niet ieder v& ons heeft meer de tijd en de lust b.v. de vier turven van Koolemans Beijnen (uit 1913) te gaan doorwerken. Bovenal verwachten wij een wat moderner Joon”, zo goed als ook de (op het eerste gezicht in dit boekje zeer aantrekkelijke) illustratie levendiger kan zijn dan de vaak zo fraaie. maar ook saaie portrettengalerij in oudere werken. Vlotheid, moderne aanpak, dat alles hoeft toch niet ten koste van het gehalte te gaan? Helaas was dit hier wel het geval. Wanneer we de ons nu aangeboden tekst lezen, dan wrijven we ons van tijd tot tijd de ogen van verbazing uit. In de eerste plaats is daar de compositie. Gezien de titel verwacht men, dat het relaas om zo te zeggen wel zal afbreken na de overwinningsparade na Waterloo. Maar nee: in het laatste hoofdstuk krijgen we gelijk nog de Belgische omwenteling mee en zelfs nog ruim vier bladzijden lang de kwestie-Henriette d’Oultremont. Nu vind ook ik het boek van Dr. Roppe zeer geslaagd, maar dat hoeft toch niet te betekenen dat we ons reeds in 1815 gaan bezig houden met dat ,,omstreden huwelijk” van 1841? Maar goed, we kijken naar de dag der dagen: 30 november 1813. Arie Pronk, aldus schr. (pag._ - 37-38) ,,hulde zich uit puur enthousiasme van top tot teen in een grote oranje vlag en holde als een stuk vuurwerk de Scheveningse weg-af. Hij sloeg een record: in acht minuten was hij bij het huis van Van Limburg Stirum aangeland”. Jammer. dat Arie inmiddels gestorven is, anders had hij in Tokio-op de drie mijl beslist een gÓede kans gemaakt. De lezer wete echter, dat hij deze afstand re paard aflegde; nóg een prestatie, maar toch iets anders dan de tekst ons suggereert. Maar wat gebeurt er op diezelfde bladzijde in Scheveningen ? ,,Op dat ogenblik golfde er over strand en duinen

240 zo’n gejuich en gebrul, dat zelfs de Engelse scheepsbemanning wit om de neus werd. Het feestelijk kanongebulder van The Warrior, die zich waarachtig niet onbetuigd liet, werd er volledig door overstemd”. Ja, onze voorvaderen hadden blijkbaar krachtige stemmen. Zij stonden ook nog dichter bii de apen, want op de volgende bladziide (39) waren ,,zelfs de toppen van de bomen-zwart-van de mensen”. Maar dan komt toch het prin- selijk rijtuig Den Haag binnen, omringd door ,,gardes d’honneur”. Nu komt men in contemporaine bronnen die in het Frans gestelde aanduiding méér tegen. Wat waren dat op dat moment echter? Koolemans Beijnen, deel 111, pag. 95 (het betreft daar een opstel van Dr. H. E. van Gelder), meldt dat ,,spoedig een aantal vrijwillige ruiters uit Den Haag zich kwamen aansluiten en ten slotte op den Scheveningschen weg een eere- wacht van jonge aanzienlijken, in blauw uniform met Oranjestrik, den stoet opwachtte”. Schr. heeft zich door de klank ,,gardes d’honneur” echter laten misleiden en geeft (aan de hand van Knötel of zo) een uniform-beschrijving van de welbekende groen-rood- geklede gijzelaars van Napoleon . . . die op dat moment in Metz of ergens in Duitsland zaten! Verder maar weer: ,,Voor wie ook maar iets van strategie afweet, is het duidelijk, dat generaal Molitor in Utrecht niet kon berusten in de val van Woerden. Hij werd zo immers van een terugtocht naar het zuiden afgesneden” (pag. 35-36). Dat de weg van Utrecht naar het zuiden via Woerden loopt wist ik niet, maar ik ben dan ook geen strateeg. De direct daarop volgende mededeling ,,Maar generaal De Jonge viel dit niet aan zijn verstand te brengen. Hij legde zich ‘s avonds rustig op één oor en wilde zelfs niet, dat de ongeruste Tullingh verdedigings- en dekkingsmaatregelen trof” bewijst eens te meer, dat de auteurs ten onrechte het werk van Koolemans Beijnen in hun opgave van de ,,voornaamste geraadpleegde werken” hebben opgenomen. Of het van goede smaak getuigt bij het desbetreffende regiment huzaren van ,,zekere” overste Boreel te spreken (pag. 74) zii in het midden gelaten. maar dat koning Willem 1 na aankomst te Brussel ,,iijn intrek nam in het palels, waarin tijdens de regering van Karel V ook zijn grote voorvader Willem de Zwijger had gewoond” weiger ik te gelo- ven. Het was toen namelijk (afgezien van de kapel) al lang afgebroken.. . - Van dit soort mededelingen wemelt dit boekje. Laat ons daarom maar wat plaatjes gaan kijken. Kijkt U dan echter niet te nauw. Op pag. 76-77 krijgt een tekening het bijschrift ,.De Franse troepen in Nederland lieten het niet op een krachtmeting aan- komen”. Zonder te zijn verslagen trokken zij zich terug. Zo zag de Dordrechtse kunste- naar J. C. Schotel de troepenbewegingen bij Papendrecht op 24 november 1813”. Voor wie zich dan verbaast, dat er zoveel rookwolken bij die ,,troepenbewegingen” te pas komen, is het aardig te weten, dat de Fransen die dag Dordrecht vanaf Papendrecht Beschoren. Het summum is echter wel het bijschrift bij wat uniformprenten op pag. 80-81: ,,Een nieuwe natie en dus een nieuw leger. Al gauw zag men her en der nieuwe uniformen van Nederlandse en buitenlandse militairen”. Tot onze verbazing treffen we daarbij als middelste plaatjes de tekeningen van Penning aan van Napoleon’s gardes d’honneur, ons uit Naber (Overheersching en Vrijwording, pag. 167, ook al door de samenstellers ,,geraadpleegd”) en de reeds meermalen genoemde Koolemans Beijnen (om U het zoeken te besparen: deel 111, tegenover pag. 31) bekend. Hier móéten samen- stellers wel gedacht hebben: ,,er moeten nog wat uniformprentjes in, vooruit maar, dat weet toch geen mens”. Het Multatuliaanse ,,publiek, ik veracht U” klinkt ons dan wel erg luid in de oren. Laat ik eindigen. Dat er onder de pockets rijp en groen schuilt, is reeds lang bekend. Dat het meest verspreide boekje van deze enigszins smalend ,,gevierde” herdenking niet kan tippen aan wat vijftig jaar geleden verscheen (naast de reeds gememoreerde werken denk ik b.v. ook aan Wuppermann’s Nederland voor Honderd Jaren, om mij tot de typische ,,herdenkingsboeken” te bepalen) siert ons echter niet.

Het Oude ,Cand van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jrg. 17 (1962). 197 blz. 8”.

Uitgesproken genealogisch is in dit jaarboek slechts één bijdrage, nl. W. D. F. Alenus, De Lummense afstammelingen van de Familie Alen van Herk-deStad, alias Alenus (17e en 18e eeuw). Zonder iets af te doen aan de overige bijdragen in deze bundel, die merendeels van locaal-historische aard zijn, wijs ik toch op het opstel van M. Frère, Over schapenteelt in Zuid-Limburg in de 18e en 19e eeuw. Voor ieder die schaapherders onder zijn voorouders telt een interessante verhandeling, ook vanwege de mededelingen betreffende voeding en toen nog wel zéér primitieve ziektebestrijding bij schapen.

241 Idem, jrg. 18 (1963). 267 blz. 8”.

Uit deze bundel wil ik naar voren halen: Dr. M. Gorisseu en H. Remuns, Geschie- denis van het Maasland Oaarimbie (een van die voortreffeliike lokaal-historische mono- grafieën, waarin onze Zuiderburen ;o sterk zijn); Ir. M. vak de Weijer, Aantekeningen bii de geschiedenis van het geslacht ,,Van de Weiier” uit Sint-Huibrechts-Lille” (een oÓk in fret zuiden van ons land voorkomende naam;-verband is echter onwaarschijnlijk) en ten slotte het, ook door de statistische gegevens, bijzonder interessante artikel van Henry Baillierl, Over ,,illegitimi” te Tongeren en omgeving.

Dr. Ludwig Edel. Neue Bibliographie des landes- und heimatkundlichen Schrifttums über die Grafschaft Bentheim. Verlag Heimatverein der Graf- schaft Bentheim, 1962. 123 blz. 8”. [= Das Bentheimer Land, Bd. 541

De beoefening van de Heimatkunde bloeit aan de andere zijde van onze oostgrenzen als nooit tevoren. En wii. die ook in vroeger eeuwen zoveel betrekkingen hadden tot deze Duitse grensgebieden, profiteren daarvan mee. In 1932 verscheen, van de hand van Heinrich Specht, een eerste bibliografie betreffende Bentheim, die gezien het vele dat nadien gepubliceerd werd, uiteraard niet meer voldeed. De ere-voorzitter van de Hei- matverein der Grafschaft Bentheim, de bejaarde dr. Ludwig Edel, belastte zich met de moeizame arbeid een nieuwe bibliografie samen te stellen. Terwijl het werk van Specht 773 titels vermeldde, komt deze bibliografie (die de publicaties tot het einde van 1961 omvat) tot ruim 3400 nummers. Al deze publicaties moesten bezien worden en ver- volgens gegroepeerd naar de 16 afdelingen, waarin deze lijst is onderverdeeld. De genea- logisch geïnteresseerde zal daarbij het meest afdeling 0 (Familien- tmd Hausnamen, Biographien) opslaan. De auteur, velen onzer uit correspondentie wél bekend, weet mogelijk van Bentheim méér af, dan wij allen bij elkaar. Toch meen ik, dat dit een nadeel is geweest. Want het heeft hem verscheidene malen ertoe gebracht verwijzingen te gebruiken, die minder deskundigen volslagen onbegrijpelijk zijn. Een repertorium moet, wil het bruikbaar zijn, een strakke systematiek hebben en als het afkortingen gebruikt alle, maar dan ook &lle afkortingen in een aparte lijst oplossen. Het moet zó zijn, dat iemand die zelfs nog nooit van Bentheim gehoord heeft met behulp ervan bepaalde publicaties precies kan vaststellen. Daarbij zijn de in Duitsland geldende regels voor het bibliotheekwezen waarlijk niet minder stringent dan bij ons. Om te beginnen rijzen er enkele grote, principiële vragen, waarover de inleiding ons volkomen in het onzekere laat. Welk complex van publicaties is nu bestreken? Gezien de onbegrijpelijke manco’s vermoed ik, dat hier de bibliotheek van de Heimatverein tot basis gediend heeft. Daar is niets tegen, die bibliotheek kan omvangrijk genoeg zijn. Maar toch vraagt men zich, deze bibliografie doornemend, af, of hier misschien uit een nog veel groter geheel slechts het meest essentiële genomen is, dat we hier dus met een selectieve bibliografie te doen hebben. Zekerheid daarover krijgen we niet; in de inleiding niet en bij het gebruik niet. Deze vraag wordt des te klemmender, wanneer we constateren dat in vrijwel alle rubrieken de volgorde der publicaties noch naar verschijningsjaar, noch naar auteurs- naam is geschied. Wilde de samensteller er zijn voorkeur voor de eerst opgenomen publicaties mee tot uitdrukking brengen, of is hier eenvoudig sprake van toeval? Weder- om: we weten het niet. Ten aanzien van de reeds genoemde rubriek 0 is deze vraag overigens minder relevant, want daar zijn de publicaties naar de naam van het beschre- ven geslacht of de behandelde persoon geplaatst. Laat ik een exact voorbeeld nemen. We zoeken naar publicaties over de dynasten van Bentheim. In de eerste plaats moeten we dan zowel in paragraaf D (Landeskunde, Geschichte) als in paragraaf 0 kijken; onderling wordt niet verwezen. Een vermelding van de dissertatie van Dr. Dek in verband met de graven van Bentheim uit het Hol- landse huis treffen we niet aan, maar het werk van Johann Caspar Möller (waarop hij zich in dit verband grotendeels baseerde) wél. Een selecte bibliografie dus? Dat zou ik toch weer niet denken. als ik b.v. bii Droste-Hülshoff alleen maar verwezen word naar Der Grafschafter, 19i3, blz. 22 en-bij niemand minder dan Althusius moet volstaan met een publicatie in de Mitt. Gesch. Ver. Herborn 2, 1954, 8 f. Zelfs de grote, ver- scheidene malen herdrukte studie van Otto von Gierke werd niet opgenomen. Ten aan- zien van von Hövel vinden we als enige verwijzing: ,,Fahne, 3 Bande, 1856-60” (wat

242 een titel-beschrijving overigens!). Alle nieuwe literatuur, die dr. Edel toch heus wel bekend is, ontbreekt. Als men slechts bedenkt, dat vele geslachten uit Bentheim zich later (gedeeltelijk) in Nederland hebben gevestigd, zal het duidelijk zijn, dat men een aantal daarvan ook in het Genealoeisch Reuertorium van Van Berestevn moet tegenkomen. Ik heb me de moeite getroost een iwintigtal daarvan onderling-te vergelijk& en kan nu zeggen, dat de otxaven bij Van Beresteyn veel uitvoeriger zijn. Meestal kiest dr. Edel echter wel de omvangrijkste publicaties-voor opname. - _ Het werken met dit repertorium wordt echter zeer verzwaard, ja soms onmogelijk, door de nergens opgeloste afkortingen, onbegrijpelijke verwijzingen en (soms) druk- fouten. Direct op de eerste bladzijde is het al raak: ADB en NDB. Goed, ieder die wel eens in een grote bibliotheek komt, begrijpt dat hiermee bedoeld zijn de tientallen delen tellende en uit de vorige eeuw daterende Allgemeine Deutsche Biographie, resp. de noa louende Neue Deutsche Bioarauhie. De tweede naam maakt het al moeiliiker: ten aanzien van het geslacht Almeri&k-worden we verwezen naar ,,Wietmarschen, -S. 13.5”. Wat is dat? Blijkbaar geen tijdschrift, want er staat geen deel of iaaraang bii. Ook niet de naam van een auteÜr, want hij isniet cursief gedrukt. Dus een anoniem verschenen werk (als anoniem gelden in het bibliotheekwezen, ook in het Duitse, tevens werken met meer dan drie auteurs). Maar waar en wanneer is dat dan verschenen? Omdat er tientallen malen naar dat Wietmarschen verwezen wordt, heb ik er de (niet alfabetisch staande!) paragrafen Bibliographie en Landeskunde op doorgewerkt, maar het niet gevonden. Zoiets mag in een repertorium eenvoudig niet voorkomen. Een voorbeeld van onbegrijpelijke verwijzingen. Stel dat U, om wat voor reden dan ook, iets wilt weten over von Bönninghausen. U vindt dan (pag. 101): ,,von Bönning- hausen. Bydragen Hatting, R.E. 9, 1888, S. 177-192”. Nu is R.E. in het Duits de standaardafkorting voor Real-Enzyklopädie. Maar voor U gaat zoeken naar het in 1888 verschenen negende deel van een of andere Real-Enzyklopädie met een bijdrage van een zekere Hatting, zal ik het U maar verklappen: U vindt een artikel van R. E. Hatting, Geslachtkundige aanteekeningen von Bönninghausen, in de Bijdragen tot de Geschie- denis van Overiissel, 9e iaaraana, 1888. Dat er noa véél meer literatuur over dit ne- slacht bestaat (Ö.a. .in het Westfalisches Adelsblatt’j zal wel geen betoog behoeven. Andere onopgeloste afkortingen zijn: ,,Ahnenreihen”; ,,N.A.” en ,,D.A.” (ken ik alleen als Neues, resp. Deutsches Ärchiv, een typisch mediëvistisch tijdschrift, maar dat zal het wel niet zijn), ,,Stammtafeln” en b.v. ,,Geschäftsber.” En dan wordt het aeheel nog door drukfouten verzwaard. Zo worden we bii Masse- link verwezen naar de Heimatblätter für die Grafschaft Bentheim zonder opgave van iaargang, en bij Van Nes alleen maar naar ,,Bd. 3”. Van welk tiidschrift of boek ? Vermoedelijk wel het Nederlands Patriciaat, maar we moeten ernaar raden. En om te eindigen met het voorbeeld waarmee ik begon: onder ,,zu Bentheim” worden we ver- wezen naar ,,Der Spiegel 1950.” Aangezien dit befaamde tijdschrift geen jaar-indices heeft, bent U dan wel een paar uur bezig. Het is ver van mij, de kennis van iemand als dr. Edel te onderschatten. Maar hij is - zoals dat vaker bij zeer begaafde mensen voorkomt - slordig geweest. Dit reperto- rium had een sleutel moeten zijn dat tal van sloten voor ons opende. Maar hij weigert vaak, want hij is niet precies genoeg bijgevijld. H. H. W. VAN EIJK.

BLADVULLTNG

Fijnaart ond(ertrouw)t den 23 April Joost vun den Vondel wedr. wyle Maria Janse van Oorschot wonende onder Oudenbosch met Cornelia Ari- aanse Coormans wede wylen Willem Cornelisse Domine van de Lage Swa- luwe woonachtig onder Fijnaart; getrout dezen 14 May 1713.

243 VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

37. HOOGEWOONINK. Gevraagd wordt beschrijvmg van een wapen Hoogewoonink, waarm voorkomt als wapenteken ,,Een Bijl”; mijn grootvader, een bekend kunstsmid in Kattenburg, heeft het sierhek rond het Rijksmuseum uitgevoerd en moet een dergelijk wapen gevoerd hebben. Fr. HOOGEWOONINK, Stuyvesantstraat 11, Amsterdam. 38. T’ SERCLAES. Gezocht wordt het in: Dr. J. J. F. Wap. Geschiedenis van het Land en de Heeren Van Cuyk, Utrecht 1858, vermelde Folio-Handschrift nopens de Familiestam T’ Ser- claes, waarin in hoofdstuk 8 van dit Handschrift onder opschrift ,,Stichtingen” wordt aangegeven het bericht van de stichting der Kasteelkapel te Grave in het jaar 1064 ,,per Ernestum fratrem Baronis de Cuijck, et Mariam T’ Serclaes, uxorem cius”. Dit handschrift moet in de 16e eeuw vervaardigd zijn. SCHOONERUS, Windhorststrasse 65, Munster-Westf. 39. HOELEN. Wie kan mij inlichtingen verstrekken betreffende: 1. geboorte- en doopdatum van Anthony Hoelen (ouders waarschiinliik Joannes en joanna Anna van- Oyen). Hoelen wordt ook geschreven Hoolen, -Holen, Oelen. In de Poirterboeken van den Bosch en Amsterdam (respectievelijk: 31-8-1753 en 27-9- 1762) vermeld als geboortig tot Maastricht. In de doopboeken van Maastricht is hij niet te vinden; 2. huwelijksplaats en -datum van Anthony Hoele\l met Petronella Di(e)lissen; 3. plaats van geboorte en -datum en namen van de ouders van Petronella Dielissen. J. H. A. HOELEN, Brinklaan 122, Bussum.

40. SMITS. Op 5 juni 1729 huwt, te Baardwijk, Wouter Smits, j.m. van Sprang, met Adriaantje Buys, dochter van Adriaan Buys en Willemijna Blo(c)k. De uit dit huwelijk geboren kinderen heten resp. Lambertus. Adriana. Cornelis. Maria. Willemevna. Olivier en Wouter. Kan iemand mij inlichten over de vraag ‘waar iouter, wi&s’geboorte in Sprang niet te vinden is, geboren is en uit welke ouders? Dr. J. SMITS, Fazantlaan 15, Eindhoven. 41. WONDER. Voor het samenstellen van een stamboom wordt kontakt gezocht met allen die tot deze, oorspronkelijk Noordhollandse, familie behoren of hierover mededelingen kunnen doen. Ook adressen van huidige naamdragers zijn welkom. J. P. GEUS, Suiestraat 6b, Rotterdam (7). 42. VAN DER HOEVEN. Johannes van der Hoeven, gedoopt te Bergen op Zoom op 19 september 1756, was doopgetuige bij de doop van een kind van zijn broer Adrianus op 12 januari 1791 te Bergen op Zoom. Mede-getuige was Aaltje Wassink. Was Aaltje Wassink de echtgenote van Johannes van der Hoeven? Zo ja, waar en wanneer zijn zij gehuwd en waar woon- den zij? In Bergen op Zoom is geen huwelijk van Johannes van der Hoeven gevonden en aldaar zijn ook geen kinderen van hem ingeschreven. Ir. G. VAN DER HOEVEN, Batavierenweg 16, Nijmegen.

244 43. BUMA. BU(WA)MA (zie ..Gens Nostra”. 1963. v. 331). a. Gevraagd kwartier- en andere gegevens over het geslacht Bu(wa)ma te Harlingen en Bolsward. Botte Broers Buwma overleed te Harlingen in 1599. Hij wordt het laatst samen met zijn vrouw genoemd (Trvnke Cornelisdr.) on 18 iuni 1.598, terwijl Reyn Broers, zijn broer, won&de te Bolsward, op 26 november 1599 tot voogd wordt benoemd over de nagelaten weeskinderen van opgemelde Botte. b. Tevens nadere gegevens gevraagd over Broer Buma, die in 1556 secretaris van Oost- Dongeradeel was. c. Volgens een artikel van de hand van A. J. Andreae in de ,,Friesche Volksalmanak” van 1887, blz. 3 ,,Een en ander over het geslacht Van Buma” leefde er ook te Kol- lum in die tijd een zekere Broer Buma. Gaarne nadere gegevens! d. Wie kan inlichtingen of opgave van literatuur verstrekken over de geschiedenis en heel in ‘t bijzonder over de vroegere bewoners van de adellijke state Buwma (Bouw- ma of Buma) in de buurt Dijkstrahuizen bij Beetgum in Menaldumadeel, welke wordt vermeld in de beschrijving van de grietenij Menaldumadeel achter het register, blz. niet genummerd, van WINSEMIUS, ,,Chronique ofte Historische Geschiedenisse van Vrieslant” - Franeker - 1622. BUMA. De aandacht wordt er, gezien zijn voornaam Broer, op gevestigd, dat Broer Tieokes Buma. in 1636 te Sneek een kind liet dopen. Tjepcke BrÓers Buma is in 1698 en 1728 voor -x eigenaar van sathe nr. 46 te Heeg. Volgens Navorscher 49, p. 564, laten Broer Tjepkes Buma en zijn vrouw Dieuwke Oenes-op 30-9-1694 een zoon Tjepke te Sneek dopen. De sathe nr. 14 te Beetgum is in 1640 in het bezit van de wed. Watze Buma (Watze Mientses Buma verkoopt in 1619 1 pondemaat op Marsumer Nieuwland.). In 1698 is Tjerk Reiners Buma, bijsitter van Menaldumadeel, eigenaar en bruiker van de sathe te Beetgum. Namens zijn kinderen staat op zijn naam de sathe Haniawal (Aegum nr. 3) en namens zijn vrouw (N. Reitsdr. Coldijk?) t/e van de Wijgersma sathe (groot in het geheel 56 pondematen) te Warrega (nr. 31). In 1728 staat de sathe te Beetgum op naam van Harmannus Huber. REDACTIE. VAN BREMEN. Gevraagd kwartiergegevens van Maertge Jorisdr. van Bremen; gehuwd 26-6-1633 te Leiden met Dirck Broers van Boma; begraven te Leiden tussen 25/2 en 3/3-1663. EIJNSAEM (= EENZAAM); VERBRUGGE; VAN ANCKERNEIJS. Gevraagd kwartiergegevens van Jan Eijnsaem, knape van de Baaihal te Leiden en van zijn vrouw Lijsbeth Verbrugge, waarmee hij huwde 1626 te Leiden, benevens van zijn tweede vrouw Jannetje Stoffels Anckerneys (huwelijk: 1637) BECK. Gevraagd kwartiergegevens van Anthony (Antonis) Beek, schoenmaker van Greve- lingen (is vermoedelijk: Greveningen, Zeeuws-Vlaanderen); in 1661 te Leiden als poor- ter aangenomen. VAN SWANENBURCH. Gevraagd kwartiergegevens van Aechge Willems van Swanenburch, geboren te Lei- derdorp, gehuwd 1664 te Leiden met Anthony Beek. (Moeder: Theuntje Andries). CORSSOU (= KASSAU); CRAMER. Kwartiergegevens gevraagd van Maria Corssou, jongedochter van Middelburg; huwt 1696 te Leiden en van Paulus Cramer, haar echtgenoot, gedoopt Leiden 7-3-1686 VAN SWIETEN; VAN WIJNGAERDEN Kwartiergegevens van Heijndrick van Swieten, woonde te Leiden, was geboren te Nieuwveen (zoon van Cornelis), weduwnaar van Margaretha van Heusden en van zijn vrouw Jannetge Claes van Wijngaerden, huwden te Woerden 1662. (Helaas zijn ver- schillende oude D.T.B.-registers van Nieuwveen bij de brand aldaar op 21-1-1878 ver- loren gegaan). J. G. J. VAN BOOMA, ,,Ter Hogerbeecke”, Herxen G 19 te Wijhe (Ov.).

245 44. VELTHUIJSEN. 1. Op 20 september 1674 werd gedoopt te Leiden Harmen Gerrits (Velthuijsen) als zoon van Gerrit Harmensz en Trijntje Vennekool. Is hij identiek met de Harmen Gerrits die OD 10 (25) ianuari 1699 te Leiden huwde met Maria Cornelisdr. Tiis, uit welk huwelijks op 15’ september 1706 werd gedoopt Gerrit Velthuijsen? _ 2. OD 24-8-1640 huwde te Leiden Baertaen Arents van Bick met Harmen Jansz Sluvter, & welk huwelijk 7 kinderen bekend: Gaarne gegevens over deze echtelieden. _ J. E. VELDHUIJZEN, Vrouw Juttenland 23, Delft. 45. AKER. Gegevens gevraagd omtrent het geslacht Aker (Acker), voornamelijk voorkomend in Noord-Holland, in het bijzonder Jacob (Jansz?) Aker van 1720-1777 schoolmeester te Wormer en Lambert Klaasz. Aker, geb. 1619 (‘?) te Hoorn, Mennonietenpredikant te Hoorn en Harlingen, overleden in 1690 te Harlingen. L. W. VAN SINT MAARTENSDIJK, Amsterdam, Overtoomse Veld, Johan Jongkindstraat 15 1111. 46. TINGA. Gegevens gevraagd betreffende geboorte, overlijden en afstamming van Sytse Jelles (Tinga?) van Niklaesga, die op 19 februari 1643 huwde te Heerenveen met Marijke Tjerx van aldaar. Uit dit huwelijk een zoon Tierk Sydses Tinga, gedoopt Heerenveen 23 februari 1651. Tevens gegevens verzocht omtrent de naam Tinga (ontstaan en voor- komen voor 1700). Waar en wanneer in Friesland of Groningen komt deze naam het eerst voor? N. F. TINGA, Jacob Pronkstraat 70, Scheveningen. 47. BOCKHOVEN. 1. Op 21-5-1630 zijn te Oud-Beijerland gehuwd: Jacob Aertsz (Bockhoven), weduwnaar, met Neeltje Jans, jd. uit O.-Beierland. Wie heeft gegevens over Jacob Aertsz? Zijn zoon Cfaes lucobsz (Bokhoven) im. is gehuwd te O.-Beierland 16-10-1667 met Grietge (Margrietie) Jans jd. Wie weet geboorteplaats en -datum van Claes Jacobsz? 2. Gegevens gevraagd betreffende geboorte en voorgeslacht van Meindert Ewouts Schild ,,voor desen getrout”, geboren Enkhuizen, gehuwd idem 19-11-1769 met Geertje Ariens van Gent, van Zwartsluis. 3. Gevraagd: geboortedatum + gegevens voorgeslacht van Jan Willemsz. Heyman jm. (ook wel Swak genaamd), gehuwd Enkhuizen 9-12-1764 en Agnieta Eekhof jd. van Deventer. J. F. A. M. BOKHOVE, Tetterodestraat 37, Haarlem. 48. a. HOGENDORP. De ouders van Allert Louris Hogendorp. geb. 1625-1635! Allert Louris Hoeendoru trouwde Marij Pieters van Westzaan. Zij Woonden en stierven in de vrijdom van Am- stelredamme, hij vóór 1666 en zij in 1666, nalatende een zoon Pieter Allerts Hogen- dorp, out 6 jaar. Hij werd uitbesteed door zijn voogd Nanning Louris (Contract 1/7- 1666, Notaris Anthonie van der Ven te Amsterdam) bij zijn Peet Grietie Nannings. welke getrouwd was met Claes Pieters, wonende op het Kalff te Sardam. Hij bleef daar tot zijn 18e jaar of tot zijn trouwen in 1684. b. VAN SANE. Cornelis Jans van Sane te Oostzaan, die tevoren in 1618 in Monnikendam woonde; hij had twee zoons: de een heette Jan Cornelis van Sane, wonende te Oostzaan en de andere heette Cornelis Cornelis Melckpot, ook wonende te Oostzaan. Jan trouwde Lijske Gerrits Compaan, zuster van Claes Gerrits Compaan en dochter van Gerrit Claess Compaan; deze woonde in de Hollandse Tuin te Oostzaan. Cornelis trouwde met Trijn Claes; Cornelis stierf reeds in 1632. Wie zijn de ouders van Cornelis Jans van Sane (in Monnikendam genoemd Cornelis Jans Snijder)? Zo ver is na te gaan heet zijn vader Jan Pieters, maar hoe weet men dit, daar de doopboeken tot 1629 gaan en de O.R.A. tot 1609. Hoe kunnen wij onze ge- gevens uitwisselen? c. HEIMS. Theodorus Jans Heims, welke in 1659 werd ingeschreven op de Universiteit te Leiden

246 als Theodorus Jans Heims Waterlandus. Hij promoveerde 1664, dissertatie bij de Gem. Universiteit te Amsterdam. Later trouwde hij Aegie Claes Melckpot en woonde enige tijd in Amsterdam en daarna als medicijnmeester te Landsmeer, waar hij in 1687 stierf, maar te Oostzaan in het familiegraf werd begraven. Wie zijn de ouders en waar werd hij geboren? Mej. C. J. KUIPER, Apolloplantsoen 10, Zaandam. 49. LAMBRECHT. Mrs. Alta Tanis-Hendrikse, afstammelinge van Olympe Louise Josephine Lambrecht, gehuwd met Johanes Hendrikse, wonende in Michigan (U.S.A.), wenst bijzonderheden van de kinderen van Hendrik Frederik Lambrecht, geb. 6-4-1797 te Amsterdam, die zich 2 april 1869 als gepensioneerd ontvanger te Gouda vestigt en getrouwd was met Cornelia Renata Armstrong, en van hun afstammelingen. U bij voorbaat dankende voor Uw bemoeiingen, hoogachtend, Mej. A. KLAPWIJK, Zuidereinde 8, Zevenhuizen (Z.-H.). 50. LEMMENS. Gevraagd ouvoeren der generaties van onderstaande Petrus Lemmens. Petrus kemmens (Pierre Lemmen), van Aug. Sambecano (Sambeekse-hoek), overl. Boxmeer 3 1-7-1796, gehuwd met Gertrudis Janssen, geb. Ottersum , overl. Boxmeer 26-5-1794. Uit dit huweliik: 1. Theodorus Reinerus Lemmens, ged. Kevelaer 15-10-1756, p. en m. Antonius Janssen en Maria Catharina Gudden. Van beroep Chauderonnier (koperslager), overl. Cuyk 25-10-1812. Huwt Cuyk 28-4-1793 met Mechtildis van den Bergh, geb. Ottersum op de hoeve de ,,Roepaan”, dr. van Petrus van den Bergh en Anna Wolters. In 1827 vermeld als winkelierster te Gennep. 2. Joannes Franciscus Lemmens. Eed. Boxmeer 2-10-1758. v. en m. Joanna Lemmens in wier plaats Theodorus Wagter en Hermina Verstegen. Van beroep bouwman. Over]. Beugen 26-6-1818. Huwt Beugen 18-5-1783 Gertrudis Smits, ged. Eeugen 13-8-1762, overl. Beugen 19-1-1848, dr. van Petrus Smitz en Catharina Artz. 3. Anna Barbara Lemmens, ged. Boxmeer 9-11-1760, p. en m. Willem Janssen en Maria Lemmens. Maria Willemina Lemmens, ged. Boxmeer 8-12-1762, overl. Boxmeer 8-1-1763. 5: Arnoldus Lemmens, ged. Boxmeer 29-1-1764, p. en m. Joorden Theissen van de Voort en Petronella Gurts, vervangen door Mathias Bruns en Wendelina Hermans, overl. Boxmeer 1-6-1765. 6. Maria Wilhelmina Lemmens, ged. Boxmeer 16-3-1766, p. en m. Arnoldo Graat en Petronella Lemmens, vervangen door Mathias Bruns en Margaretha Cremers, huwt Boxmeer 14-5-1795 Joannes Willems. 7. Arnoldus Joannes Baptista Lemmens, ged. Sambeekse-Hoek (St. Anthonis) 31-1-1780, Joes Hermans per fulli . . . Hendrix et Dorothea Janssen per Elisabetham Gerardts. Student aan de Latijnse School te Boxmeer (Brab. Leeuw 1962, blz. 96). Deken van St. Nicolaas Gilde te Venraaij (Maasgouw 1879, blz. 119. Huwt Venraij 31-8-1807 Anna Maria Vermeulen, ged. Venraij 23-7-1784, overl. Venraij 1-2-1830, dr. van Petrus en Jeannette Catharine Beckers. Huwt Venraij 14-10-1831 Engelina Ripping, ged. Someren 30-3-1788, dr. van Gabriël en Petronella Heijkop. VAN DER POEL - LAKEE (Lacais). Gevraagd: opvoeren der generaties van Johannes Franciscus van der Poel, geb. ? 1800 te Houten, zn. van Joannes en Sophia Nicolaas Smit. Huwt Utrecht 16-5-1827 Anna Clementina Lacais (Làkee), geb. Utrecht, dr. van Joannes Làkee en Petronella Joanna van Zutphen. JANSSEN - VAN MIL. Gevraagd: opvoeren der generaties van Hermina Janssen, ged. Beugen 16-1-1797, overl. Hatert (Nijmegen) 28-12-1879, dr. van Gerardus en Margaretha van Mil. DEN GEUTJES - LUCASSEN. Gevraagd: opvoeren der generaties van Bartholomeus Geutjes, geb. Millingen a.d. Rijn 28-10-1825, zn. van Hendrikus den Geutjes (geb. 1797) en Wilhelmina Lucassen, geb. Millingen a.d. Rijn 14-9-1798. G. W. Ch. LEMMENS, Ilsselstraat 15, Hengelo (Ov.).

247 ANTWOORDEN Ila. en 49. OOSTEN. On de vraaen 1 la en 4.9 CGens Nostra 1962) kan ik thans het volgende antwoorden: Doopboek-(Geref.) te Kuinre: 14 Jan. 1714 ‘is gedoopt Dirck het ioontje .;an Roelof Jans Oosten en Hitje Hessels, tesamen egteluyden, wonende aan de Oude Sgoter Ziel, is door de vader ten doop gehouden. Trouwboek (Geref.) te Blankenham: 9 Nov. 1743 Derck Roelofs J. M. van Span- gerdijk met Pietertien Alten J.D. uit ‘t Rondebroek. De ouders van gevraagde Theunes Oosten zijn: Gerrit Theunis Oosten, overleden in 1786 te Noorwolde, en Antje Jans, overleden in 1796 te Noordwolde. Verdere gegevens omtrent genoemden ontbreken mij nog, evenals van Hessel Roelofs Oosten. waarschiinliik een broer van bovengenoemde Dirck. Voor nadere aanvul- lingen houd ik mi’j dus steeds aanbevolen. _ L. H. OOSTEN, Bosstraat 21, Driebergen.

Wij berichten de geboorte van : JANTJE HINDERKIEN MARIEKE JAKOBA dochter van de heer en mevrouw Berendsen-Bos, op 14 juli 1964 te Berchem (Gld.), van: MARIANNE CHRISTINA dochter van de heer en mevrouw Damsteek-Veerkamp, op 19 juli 1964 te Amsterdam, en van: NICO JAAP zoon van de heer en mevrouw Dekker-Dijkert, op 4 augustus 1964 te Almelo,

en het huwelijk van: REINIER DA VID GROENEVELD en JONKVROUWE ANNELIESE BARONESSE VAN DER FELTZ gesloten te Groningen op 24 juli 1964. Aan allen onze hartelijke gelukwensen.

Aan dit nummer werkten mee: H. H. W. van Eijk, Churchill-laan 246 111, Amsterdam-Z. Dr. A. R. Kleyn, Parklaan 2 B. Zeist. Ir. G. L. Meesters, Dantelaan 32. Utrecht.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

248 TIJDSCHRIFTENREVUE

De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. 1. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren voor toezending volgt.

Ons Amsterdam. 16e irg.. no. 6. iuni 1964: B. Ram. Ook aan Amstel% boorden fluis- tert nog iets van e& ve; %leden; ‘Naamgeving aan wegen in Nieuwendam; Ir. /. Leu- pe11. Het nieuwe gebouw van de Universiteitsbibliotheek; Het oude Amsterdam (XL]); W. Bol. Chocolade-industrie in Amsterdam. G. Gunderman. Het Lutherse Wees-, Oude Mannen- en Vrouwenhuis ov de Nieuwe Herengracht: Ir. G. S. Nassuth. ir. A. de Gier. Voltooiing van Bos en Lommer.

Archives Héraldiques Suisse, Schwelzer-Archiv fiif Heraldik. Annuaire 1963, Jahr- buch LXXVII: Nold Halder. Der Sattel in der Heraldik und Sphragistik; Olivier Clottu. Armoiries inédites de bourgeois du Landeron; Jenny Schneider. Gesellschaftsscheibe der Scherer und Bader in Zürich, 1534; Franr J. Schnyder. Heraldische Denkmäler des Seetals und Umgebung; P. Plazius Hartmann. Die Wappenscheibe des Abtes Benedikt Keller von Engelberg, 1620; Paul Adam Even. L’Armorial universal du Héraut Gelre; Jahresbericht; Comptes; Jahresversammlung.

The Coat of Arms, Vol. VIII, No. 57, January 1964: F. X. Lee. Whither Heraldry?; The Arms of Baron Battersea; Patric Montague-Smith. The Origin of the Homes; Mare A. Prungel. Some Notes on the Family and Arms of Washington; Francisco de Simas Alves de Azevedo. A Tudor Grant of arms to a Portuauese shiuowner: C. R. Humphrey-Smith and Michael G. Heenan. The royal heraldry-of Englând; Roger F. Pye. The case for new charges; Vincent Powell-Smith. Corvine Heraldry; Geoffrey Briggs. Diocesan Arms.

The Detroit Society of Genealogical Research Magazin, Volume XXVII, Summer 1964, Number 4: Mrs. Charles A. Conley. Frederick Gump, Soldier of the American Revolution; F. C. Warner. Roberts-Forbes-Abbey Connecticut Additions; Mrs. H. Whipple Green. The Hughes Family of St. George DeBeauce, Quebec; Eva Murrell Harmison. Is this your line? Harvey Stone Bradley of Connecticut, New York, and Michigan; Mrs. George 0. Ross. Harvey and Loveland Roads Cemetery in Washtenaw County, Michigan.

Diemer-Belangen, Contact-orgaan van en voor dragers en draagsters van deze naam. Onder redactie van W. G. Diemer te Haarlem en Drs. W. Diemer te Groningen. Ad- ministratie: N.V. Uitgeverij ,,Stabo” te Groningen, postbus 270. Correspondentie te richten aan eerstgenoemde redacteur, Velserstraat 81, Haarlem. Dit is nummer 1. Verschijnt van tijd tot tijd. Wij roepen deze nieuwe verschijning een hartelijk welkom toe; moge dit eerste nummer door velen gevolgd worden.

Die Familie, 9. Jrg., No. 6, Juni 1964: Harmonisierung der Familienpolitik in der E.W.G.

Fibula, 5e jrg., no. 2, april/mei/juni 1964: Dr. Jef Lust. China en de geschiedkun. digen; Nieuws uit de afdelingen; H. A. de Reiger. De hunebedden; Dr. W. 1. F. Peters. Stabiae. Hoe Libero d’Orsi Romeinse villa’s terugvond; Boekbespreking.

Genealogical Forum of Portland, Oregon Vol. X111, NO . 10. Page 93. June 1964: A word frÖm the president; New Members; Query Editor; News ‘and iotesf Eearly &ys in Oregon, Lame horse key figure in present boundaries of Clackamas County; Major Robert Moore-Oregon pioneer of 1840; Bible Records.

249 The Genealogical Helper, Volume 18, Number 2, Logan, Utah, June 1964: Societies, Libraries and Professionals are listed in this issue of helper: Helper readers seek old family bibles; Lijst van personen en genootschappen, die de genealogie beoefenen; The question Box.

The Genealogical Magazine of New Jersey, Volume XXXIX, Number 1, Whole Number 151, January 1964: C. C. Gardner. Dix versus Hulse; Middlesex County Grave- stones; A. L. Srokes. Daniel Gaston% Bible; K. Strijker-Rodda. New Jersey Rateables 1773-74; R. W. Cook. Essex County Gravestones; G. J. Parsons. Roelof Voorhees of New Brunswick; Morris County Gravestones; D. A. Stratford. Obituaries from the Mount Holly Mirror 18261827. Bijgevoegd: Contents, Index of Names 1963.

The Genealogist’s Magazine, Vol. 14, No. 10, June 1964: E. D. Jones. Material for the Genealogist in the National Library of Wales; Ph. M. Thomas. The Bourbon-Orange Marriage; A. 1. Willis. Winchester Guardianship Records after 1700; Mair Davies. Business Archives as a source of family history; Genealogical Notes: Scottish Monu- mental inscriptions; Australian Genealogy; Curious Burials; Review: The College of Arms.

Gruoningu, 10e jrg., no. 6, juni 1964: K. J. Ritzema van Ikema i; Ds. J. Hamming. Het geslacht Euwes op Jacobusmaheerd onder Leermens; P. Luinstra. Het Westerkwar- tierse geslacht Hummersma; P. J. Ritsema. De nakomelingen van Jan Clasen en Jantje Helprichs; F. Balk. Toevalsvondsten over Groningers in Gelderland. Vragen en ant- woorden.

De Herlaar Heraut, no. 11, 1 juli 1964: Bestuursmededelingen; Verjaardagen; Fami- liewapen Herlaar; Over ridders, kastelen en wapens, in verband met het geslacht Van Herlaar.

Der Herold, Band 4/5, Heft 3, Oktober 1963-März 1964: Presbyteriologie und Gene- alogie; Zur Entwicklung des kaiserlichen Hofpfalzgrafenamtes von 13.55-1806; Herold- nachrichten.

Hessische Familienkunde, Band 1, Heft 2, April-Juni 1964: Dr. Erich Bartholomäus. Die Eppelmann, Holzappel und Melander in Hadamar; Dr. Kurt Stahr. Die Optiker- familie Unkel in Marburg; F. W. und E. Lejeune. Die Frankfurter Judenfamilie Bingen und Stern: Dr. Ernst Wapner. Die Riedesel zu Josbach: W. A. Becher. Laubacher Acker- leute im Jahre 1559; R. -Kris& Burger der Stadt Fulda im Jahre 1571; K. Damm. Das älteste Steuerkataster von Wehlheiden (1747); Karl-Egbert Schultze. Nassauer in nieder- Iändischen Stammrollen 1814-1829; Dr. Th. Niederquell Zwei Epitaphe in der Kirche zu Heldenbergen; Kleine Mitteilungen; Buchbesprechungen; H. Knodt und H. Ritt. Hessicsche Wappenrolle: Dreyheller, Gutmann, Merz, Nohl, Schloeder, Volk.

Instituto International de Genealogia y Heraldica, Hoja Informativa, Año X1, No. 227, Mayo de 1964: Mededelingen van het Instituut; Concours de publications 1964; Médaille de 1’Institut; Bibliografia.

L’lntermédiaire des Généulogistes, De Middelaar tussen de Genealogische Navorsers, Ao. X1X, No. 111, 3/1964: J. Cu-pers. Les Brunswick-Lunebourg en Belgique; Octave le Maire. A propos d’un grès de Raeren aux armes des Faucuwez, ancêtres belges de S.M. Fabiola, reine des Belges; P.-E. Claessens. D’un dossier généalogico-héraldique Noël aux armoiries de l’abbaye d’Aulne, Nouvel aperçu; Aux membres; Chronique de nos provinces; Chronique de l’étranger; Questions; Réponses.

De Maasgouw, jrg. 83, afl. 3, 1964: H. Boermans. Het graf van Bisschop Damianus van Hoensbroek in de St.-Martinuskerk te Venlo; L. J. Rogier. Nederlands-Limburg 1813-1963; Th. Wingens. Een Maastrichts voorspel van de Belgische opstand, Het proces Hennequin (1821); Literatuuroverzoicht.

Molennieuws, volgnummer 32, mei 1964: Mejuffrouw E. F. Caro 1; W. van Rijn t; 1. J. de Kramer. Molenopening te Brugge; Restauratienieuws van de Vereniing ,,De Hollandsche Molen”.

250 De Nederlandsche Leeuw, LXXXI, mei/juni 1964: Congresnummer: Bestuursberich- ten; B. J. Buma et le Jhr. D. W. Sickinghe. Johan Frederick Boode et ses descendants; F. 1. van Ettro. The Heraldic Chart of Brabant by Zangrius for the year 1600; Nold Halder. Die Herkunft des niederländischen Geschlechts der Halder. Bijgevoegd: Vervolg genealogie Spanjaard.

Zeitschrift fiir Niederdeutsche Familienkunde, 39. Jrg., Heft 3, Mai 1964: R. Hillmer. Der Stoltenhof: Ausnangspunkt für die Hellmrich-Forschung; A. Fock. Der Knappe Johann 111. de Hudaein-Hamburger Burger? Ernst Ritter. Die Bewohner von Uelitzi. Meckl. nach dem Untertanenverzeichnis von 1781; Alfred Conn. Ahnenliste Conn; Hinweise und Bucheingänge; Eingegangene Zeitschriften.

Oklahoma Genealogical Society Quarterly, Vol. 8, Section 1, Dec. 1963: Programs 1963-1964; Olys observes civil war centennial; Ohio history and records.

Oostvlaamsche Zanten, 39e jrg., no. 4, juli-augustus 1964: R. v. d. Linden. Huldiging van de Hr. R. Vankenhove; Dr. M. Deruelle. Het herbakken te Eeklo; Zoeken en Zan- ten; Bondsnieuws; Boekbespreking; Museum; Dienst voor Volkskundige Opzoekingen.

Ostfriesland, 1964/2: Harm Wiemann. Friesenkongresz einst und jetzt; Dr. Gtïnther Möhlmann. Ostfrieslands archivalische Schätze in einem neuen Haus; Prof. Dr. Kurt Gudewill. Zum 250. Todestag Philipp Heinrich Erlebachs (1657-1714).

Le Parchemin. lle serie. Mai-Juin 1964. No. 98-99: X. G. V. Propos généalogiques autour de nos beaux ex-libris; Jean Souilbeck. Pièces armoriées au MÜsée Royal d’armes et d’armures de Bruxelles; Nouvelles armoiries communales; Chroniques dynastiques: La famille de Gouder de Beauregard; Questions-Réponses; Notre bibhothèque.

Het Personeel Statuut, 15e jrg., no. 5, mei 1964: De overeenkomst van Brussel; Griekse perikelen; Erkenning; Examenopgaven. Idem, 15e jrg., no. 6, juni 1964: Een merkwaardige beschikking van de kantonrechter; Overeenkomst van Rome; Erkenning van kinderen in het Mohammedaans recht.

Pfälzische Familien- und Wappenkunde, X111. Jrg., Band 5, Heft 2, März 1964: Kurt Puschmann. Eculanten des Pfalzer Kriegs in den Stadtrechnungen von Ziegenhain/ Hessen (1691-1740); F. Binder und W. Tutge. Personennamen im Gerichtsbuch As- senheim (1601-1800); Wappen unserer Mitglieder: 5. Mathes; 6. Rauch; H. Fuchs. Unsere elsässische Vorfahren; F. Meyer. Beiträge zur Frühgeschichte einiger alter Zwei- briicker Familien; Pfälzische Findlinge Suchanze’igen; Buch- und Zeitschriftenschau; F. Braun. Auswanderer auf dem Schiff ,,Samuel M. Fox”, Ankunft New York 4.8.1852.

The Scottish Genealogist, Vol. X1, No. 2, June 1964: James Bulloch, D.D. The John- stones of Elphinstone; Churchyard of St. Mary in the parish of Camus, Juxta Bann in the diocese of Derry.

Slükt och Hävd, No. 1, 1964: Prof. Jan Eric Almquist. Den friherrliga ätten Ralambs ursprung; rektor Erik Hellerström. Fre konstnärers antavlor (Ivan Aguéli - Gustaf Hell- ström - Emil Sjögren); C. G. son Kjellberg. Raphael Benjamin fran Karlsruhe; Komplet- teringar och rättelser til1 genealogiska arbeten.

The Staten Island Hislorian, Volume XXV, No. 2, April-June 1964: Edward H. Ja- cobsen. The troop F. Story; Vernon Boyce Hampton. George L. Egbert. The story of an Unselfish Life; He took one load.

Ons Voorgeslacht, no. 123, 19e jrg., mei 1964: j. Hoek. Het geslacht Van der Hoek; Kwartierstaat Van Schie-Burger; I. Laansma. Volledige lijst van schoolmeesters, school- vrouwen en bewaarvrouwen van 1692-1804 te Gouda; Trouwboek van Cillaarshoek (1667-1797); Vragen en antwoorden.

Amsterdam, augustus 1964. W. D. H. ROSIER.

251 AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 3161. Familievereniging Idema, p.a. de heer E. D. Idema, Hoofdweg 194, Westerlee. 3162. Familievereniging Idema, p.a. de heer R. N. Idema. Burchtlaan 3. Wassenaar. 3163. Dr. Koch, Atheneumbibliotheek, Deventer. 3164. D. van der Plas. Rubenslaan 3. Naarden. 3165. W. D. H. Asser; Heideweg 10,’ Blaricum. 3166. Mevrouw H. M. Groeneweg-Papavoine, Sassenheimstraat 79-111, Amsterdam 3167. D. Wassink r., van Oosten de Bruijnstraat 199, Haarlem. 3168. G. van Barneveld, Vijverhof 16, Voorburg (Z.-H.). 3169. Mevrouw T. Scholten-de Klijn, Nassaustraat 7, Helmond. 3170. Mrs. P. W. Neerings-Sieverts, 2149 so. 23 rd. East, Salt Lake City 9, Utah, U.S.A. 3171. Wil1 Barnard, Pr. Mauritslaan 8, Bussum. A 17. Gemeentearchief Zierikzee, Zierikzee. A 25. Streekarchivariaat Land van Cuyk, Postbus 20, Cuyk.

Adreswijzigingen: 2203. 1. Nannenga, Tweeharspelenweg 11, Bellingwolde, post Winschoten. 349. Ir. J. R. van Ommen, Soesterbergsestraat 111, Soest. 2505. H. A. J. Creemers, Jan Steenstraat 55, Haarlem. 728. D. A. de Koning Dzn, Windhalmstraat 14, Papendrecht. 2079. A. J. Bijwaard. Westeinde 26, Hazerswoude. 2886. J. F. Oliver, van Halewijnlaan 301, Voorburg (Z.-H.). 915. Mr. W. van IJzeren, Leo Voogdweg 11, ‘s-Gravenhage. R43. Harry Ferris Johnston Esq., 4433 St. Claire Ave, Detroit 14, Mich. U.S.A.

Overleden: Tot ons kedwezen moeten wij het overlijden mededelen van ons lid: 1100. A. Meesters, van Pallandtstraat 30, Arnhem.

Correcties (de aan te brengen correcties zijn gecursiveerd): 2694. R. Murray Bakker Albach, Statenlaan 4 A, Bussum. 3141. Dr. Ir. J. Meulenhoff, Ing. Bispincklaan 8, Bloemendaal. 3159. P. A. Hoekstra moet zijn: P. A. Hekstru, Proveniersstraat 27a, Rotterdam.

Albertus Zelders x Merkje Merk Goûma Luxwolda

W. H. HOOGLAND In het Goois Museum te Hilversum ligt een Bijbel die uitgegeven is bij G. B. van Goor in ‘t jaar 1855. In deze bijbel vond ik verschillende aantekeningen die voor betrokkenen van nut kunnen zijn. Alhoewel de Bijbel in 1855 is uitgekomen, begint Al- bertus Zelders te vermelden, dat hij op 3 December 1799 te Amsterdam is geboren. Hij trad in het huwelijk te Oldeboorn op 23 September 1827 met Merkje Merks Goûma Luxwolda, geboren te Oldeboorn op 2 April 1807. Enkele pagina’s zijn aan de kant versierd met pentekeningen uit het leven van genoemd echtpaar. Wij lezen dat een zoon Albertus Zelders als leraar der Hervormde Ge- meente te Vinkeveen bevestigd werd op 7 October 1827. Later werd hij be- roepen naar de Gemeente Uitgeest en aldaar bevestigd op 6 Juny 1830.

252 c

Pi - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE i’ GENEALOGISCHE VERENIGING : OOEDCEKE”RD SlJ KONINKLIJK BESL. “AN le ~IJUUSTUS 1848. NQ 85

Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdehng: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, AmsterdamC. Contributie (minimum f 1250 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

KWARTIERSTAAT VAN DOORN ‘) door Z. VAN DOORN

la. Jan van Doorn, geb. 6-1-1916, overl. 2-8-1943 te Japan (VII 1). lb. Perronella van Doorn, geb. 27-1-1917 te Dander (VII 2). IC. Cornelis Zeger van Doorn, geb. 28-2-1923 te Salatiga (VII 3). 2. Zeger van Doorn (VII), geb. Zegveld 27-11-1891, tr. Zegveld 11-2-1915 3. Aaltje Brak, geb. Zegveld 13-5-1890. 4. Jan van Doorn (VIe), geb. Zegveld 2-4-1852, gest. Zegveld 19-10-1938, tr. Zegveld 29-5-1891 5. Maagje de Bruyn, geb. Vliet onder Haestrecht 20-3-1865, gest. Zegveld 16-3-1909. 6. Bastiaan Brak, geb. Zegveld 21-7-1852, gest. Zegveld 2-9-1923, boer op ,,Naam- vrucht” als opvolger van zijn grootvader Bastiaan Kemp; tr. Barwoutswaarder 23-3-1876 7. Pietertje Isan Doorn (Via 4), geb. Barwoutswaarder 2.5-2-1855, gest. Zegveld 22-4-1943.

8. Zeger van Doorn (Vb), geb. Hogeboom, ‘s-Graveland 28-3-1803, gest. ZegveId 21-12-1867, tr. Zegveld 21-6-1835 9. Trynfje Brak (ook genaamd Krijntje), geb. Zegveld 8-3-1813, gest. Zegveld 12-2-1892 (zuster van 12). 10. Cornelis de Bruyn, geb. Zegveld 6-4-1842, gest. Zegveld 1909; eerst boer te Vliet onder Haastrecht op de hofstede, waar zijn jonge vrouw als wees was overgeble- ven; na 2-5-1881 boer te Zegveld; tr. Zegveld 9-12-1864 ll. Adriaantje Berzschop, geb. Vliet 6-9-1844, gest. Zegveld 1909. 12. Mnthijs Brak, geb. Zegveld 3-5-1822, bouwman op het dorp Zegveld, ouderling, stichter Chr. School, gest. Zegveld 8-6-1912. tr. Zegveld 23-4-1847 13. Wiliempje (Willemijntje) Kemp, geb. Zegveld 11-4-1822, gest. 14-4-1864. Mathijs hertr. 6-10-1865 met Jozyna Graafland (Seintje-meu). 14. Willem van Doorn (Via), geb. Zegveld 6-9-1814, gest. Barwoutswaarder 3-10-1899, opgegroeid ,,Bouwhuis”; na huwelijk boer Barwoutswaarder; tr. Woerden 8-3-1849 15. Bregje van Eyk, geb. Geestdorp 4-6-1847, gest. Barwoutswaarder 7-8-1890, op- gegroeid hofstede ,,Rijnevelt” Geestdorp.

1) De in deze kwartierstaat ontbrekende nummers zijn mij onbekend. Ik zal erkentelijk zijn voor iedere aanvulling, die een lezer mij kan verschaffen.

253 Den XXIIIIen November 1642 Zacharias Walraven, bierdrager, van Middelburch Michiel du Cornet, van Steenwercke, winckelier Cornelis Wils, lackenvercooper, van Brugge Den XVIIIen Meije 1646 Mr. Hendrijck Waernicq, chijrugijn, van Nieuwenhuijse Jan Berteloot filius Francoijs, van Steenvoorde, wijn- vercooper Francoijs de Coopman, twijnder, van Cassel Pieter de Mol. cuiiper. van Cortemarck Guilliame van’ Damme, van Octezeele, cleermaxher Jan vander Beecke (van der. Beeke). winckelier. van Torout Johannis van Holthuijsen, schoemaecker, van Culfen- burgh Matheus Pathou, backer, van Merris Adriaen vande Putterie, schoemaecker, van Ste. Cruijs buijten Aerdenburgh Guilliame vander Sluijs, lackencooper, filius Jan, van Zommergem Tobias Pietersz., winckelier, van Grimberghe Maerten van Sluijs filius Guilliame, backer, van Lo- vendegem Den VIen Meije 1649 Macrten vander Sluijs filius Guilliame, van Waerschoot Den Xen Meije 1649 Guilliame Marieman, metsrlaer, gebooren van Waer- schoot Den XXIIIen October 1653 Sijbault Lolles, schipper, gebooren tot Worcum in Vrieslant Mr. Olevier Veranneman. advocaet Den XXIXen Junij 16.54 Jan de Mare, geboren te Capelle int lant van Goes, lakencooper Giisebrecht Boelaert, schoenmaecker, geboren tot Mid- delburg in Zeelant Christiaen Ouarteel. Mr. Timmerman. geboren tot Westcappeì Pasquer Desquien, smidt.- geboren tot Dotnies in Vlaenderen _ Abraham Uijtterzael, zaelmaeker, geboren tot der Groede Adam Brems. cleermaker. geboren te Brussel Daniel Tomme, voerman, geboren te Rommelgem Mahieu Thibaut, wever, geboren te Steenwerck Jan Verhaest, metselaer. -geboren tot Ardemburg Albert Beunert, cleermaker. geboren tot Ruden Louijs Noise, wijnvercooper, geboren te Calijs Jan Sijmoens, schoolmeester, geboren Oost Roosebeke Hans Cuijper, tavernier. geboren t’Antwerpen Gillis de Muijnck, winckelier, geboren t’Oostwincke1 Jacques Vermeere, wever, gebooren te Fulsguel Jan Thibau, handtschoemaker, geboren Ligne Cambout Aert Vermeere. coopman, geboren te Oudenaerde Abraham de Cuijper, coopman, geboren te Lovendegem Lieven Goethals, granier, geboren te Slenge Joos Coppens, coopman, geboren te Somergem Guilliame van Ootegem, werckman, gebooren te Ysse- gem Den XIen Januarij 1655 Jan Claeijs, geboren te Zomergem Den VIJIen July 1655 Francoijs Slock, geboren te Lovendegem Den X11 Februarij 1656 Pieter Verstrate, lantman, geboren te Rumbeke Den XIIIen Meij 1657 Pieter Kesteloot, geboren te Gits Den XIIIen Maerte 1658 Abraham vande Woestijne, geboortigh vande prochie van Ruttem Salamon Jacobsz., geboren vande prochie van Cruij- ningen Den XVIIIen Maerte 1658 Marinus Coucke, geboortigh van Middelburgh

254 geërfd van zijn vader (protocollen van Zegveld nr. 895, van 11-6-1787 en 7-2- 1788), ondertr. Zegveld 27-3-1791 55. Willempje de Jong, geb. Zegveld 1766, gest. ald. 11-10-1842. 56. = 16. 57. Gerrigje Brunt, geb. Woerden 4-11-1764. 58. Jan Brunt, ged. Woerden 26-6-1768, gest. Rietveld 7-1-1832, bakker a/d Blok- huisbrug, tr. Zegveld 6-6-1790 59. Teuntje van der Kroost, ged. Zegveld 20-4-1767, gest. aldaar 22-1-1832. 60. Cornelis van Eyk, ged. Harmelen 4-7-1769, gest. ald. 22-1-1808, tr. Kamerik 22-4-1791 61. Bregje de Leeuw, geb. Kruipin 16-4-1775, gest. Woerden 13-7-1819. 62. Pieter van Dam, ged. Monster 21-6-1761, ondertr. Monster 2-1-1789 63. Adriana Cornelisdr. Burger, boerin Alphen, ged. Monster 20-12-1767. 64. Willem van Doorn 11 (224) kleivletter, in dienst van Jan Schrieck, Pannebak- kerijen; na zijn huwelijk bakker a/d Hogeboom, Gravesloot, tr. Kamerik 24-4-1729 65. Aaltje Cornelisse Bom (225), wed. van Teunis Pieterse Hartog, bakker a/d Ho- geboom, gest. Zegveld 22-11-1781. 66. Adrianus Bottelwaart (Bottelaar, Bottelerwaar) (226) wonende op ‘t Jaagpat buiten de Nieuwpoort, Woerden; tr. Woerden 9-7-1727 67. Dirkje Rietvelt (227), eveneens Jaagpad; Adrianus hertr. Woerden 15-11-1741 met Claartje van den Bosch. 68. Jan Cornelisse Brunt, ged. Woerden 8-11-1711, wonende De Bree, Rietveld, gest. Barwoutswaarder 19-4-1797, tr. Woerden 2-12-1736 69. Ariaantje Claus (van) Geestdorp, ged. Woerden 25-8-1717, begr. ald. 18-9-1758. Jan Corn. Brunt hertr. Bodegraven 9-8-1767 met (2) Dirkje Bronkhorst, wed. van Pieter v. d. Neut, hertr. Bodegraven 1-4-1770 met (3) Marrigje Bouwens Schel- lingerhout en hertr. Woubrugge 4-11-1775 met (4) Aagje Leliveld. 70. Zeger (Zeeger, Seger) Aryse (Adriaanse) van den Hoek (246), geb. Kruipin, gest. ald. 31-12-1778. Hij verwierf 15-10-1763 een erfpacht op Kamerik-Mijzijde van het klooster Oudwijk; 13-5-1780 ging die over op zijn schoonzoon Jan de Leeuw: tr. Kamerik 16-2-1744 71. Grietje van Spengen (247), gest. 22-1-1781 (volgens andere gegevens begr. 21-9- 1791 als wed. van Zeger van den Hoek). 72. Leendert Jans Brak (96), ged. Zegveld 19-2-1719, begr. ald. 15-8-1777, boer Zeg- veld, ondertr. Nieuwkoop 17-11-1747 73. Pietertje Teysse Losejager (97), ged. Nieuwkoop 20-1-1723, begr. (pro deo) Bekenes 31-3-1788. Willem de Gruyter (98), ged. Zegveld 8-1-1713, ondertr. 28-11-1760 775: Geertrui Lomeier (99), ged. Zegveld 18-1-1733, gest. 8-1-1819, ondertr. Zegveld 19-12-1776 met (2) Jan Brak. 76. Floris van Vliet 77. Marigje Houtdijker (was 1772 wed. van Floris van Vliet). Zij transporteert 30-3- 1772 op haar zoon Jan 41 morgen in Zegvelderbroek. 80. Willem Jnns de Bruyn, geb. Benschop 1731, wonende Rietveld; na huwelijk Zeg- veld op hofstede van zijn vrouw naast ,,Naamvrucht”, 1781 schepen Zegveld. tr. Zegveld 12-12-1773 (ondertr. 26-11-1773) 81. Haasje Gijsberts Verwey (111), ged. Vleuten 22-2-1733, gest. Zegveld 9-10-1811. wed. van (1) Hendrik Teunisse de Jong (110) (ondertr. 4-1-1765) en van (2) Goris Verburg (ondertr. 28-4-1769) deze was wedr. van Margrietje van Wijk. 82. Jacob Burggraaf, ged. Zegveld 6-2-1752, gest. 13-6-1823, bouwman Zegveld, tr. Zegveld 4-1-1778 83. Marrigje Zaal, ged. Zegveld 21-1-1755, gest. ald. 16-1-1832. 84. Cornelis Spijker’), senior, ged. Kamerik 18-1-1752, gest. ald. 12-1-1837, bouwman, rentenier, tr. Waarder 9-10-1791 met 85. Neeltje van de Wuay, geb. Lange Weide, gest. Kamerik 22-7-1822 (65 jr.). 86. Jan Junse Bos, ged. Achtersloot, IJsselstein 6-11-1746, begr. IJsselstein 29-7-1801, tr. ald. 9-5-1784 7) Blijkens Archief Oudmunster no. 1848, zijnde repertorium der lenen van Oudmunster. kreeg deze Cornelis Spijker aldaar junior genoemd de hofstede Rhyneveldshorn met 5 morgen land in Woerden in leen na overlijden van zijn vader Cornelis Spijker den Ouden, die het goed 1772 ontving (resp. 9e leenregister fol. 123 en 8e leenregister fol. 292). 255 87. Maagje Oskam, ged. IJsselstein 7-9-1760. 88. Willem Benschop, boer Honcoop, begr. Oudewater 29-3-1791. 90. Cornelis Graafland, ged. Lopik 25-8-1726, tr. Lopik 16-6-1754 91. Aaltje Egeman (Eegteman), won. Sevender, ged. Groot Ammers 17-2-1732. 92. Kornelis Batc)k. aed. Krimnen 8-1-1736, _ Eest. Ouderkerk a/d IJssel 20-8-1829, tr. Krimpen’ 3-9-1758 * 93. Nee2fje Broere, ged. Lekkerkerk 7-1-1731, gest. Ouderkerk 27-10-1809. 94. Andries Leenderts Noorlander, ged. Ouderkerk a/d IJssel 9-4-1730, tr. ald. 24-10-176.5 95. Marija Gerrits Streefland, van Lekkerkerk. r., ,rr\r 711-77 70, LUI = /‘, /I. 104. Kornelis Bastiaansz (van der) Kemp, ingekomen Veldhuizen 2-5-1734, gest. Har- melen 20-2-1778 (60 jr.); hofstede 45 morgen Veldhuizen, in 1743 en ‘67 schepen; tr. De Meern 2-7-1734 105. Anna Maria van Royen, ged. Ger. kerk Vleuten 19-5-1715. 106. Hendrick de Jone. tred. Lonikerkanel 22-1-1719 107. Adriana (Adriaanij:) de Groot. _ 108. Jan Wouterse Zaal (166), geb. Kamerik, gest. Zegveld 14-6-1787, kocht 1753 de hofstede (later) ,,Naamvrucht”; 1781 schepen van Zegveld, ondertr. Zegveld 28-1-1750 109. Leentje (Lena) Ariens Stout (167), geb. Langerak over Lek, begr. Zegveld 3-8-1774; in 1748 met attestatie van Stolwijk. 110. Hendrik Teunisse de Jong, ged. Lexmond febr. 1706, wedr. van Willemtje Hen- driks Zaal, die wed. was van Jan Janse Uithol (= Uit ‘t Hol). Boer naast ,,Naam- vrucht”, ondertr. Zegveld 4-1-1765 111. = 81. 112/113 = 32/33. 114. Hendrik Rrunt, geb. Woerden 12-10-1732, begr. Rietveld 19-12-1780, boer op Rietveld, tr. 14-12-1760 115. Neeltje van (den) Lingen (van der Linden), begr. Rietveld 4-3-1795. 116. Jacob Brunt (broer van 114), ged. Rietveld 24-4-1740, gest. Zegveld 7-4-1805. Boer op ,,‘t Slootje”, ,,‘t Slotgen”, vroeger van Aert Jansen, Geestdorp (276), tr. Woerden 2-12-1764 117. Neeltje Nap, van Barwoutswaarder, ged. Woerden 22-1-1736, gest. 9-12-1817. Beide 6-10-1793 met attestatie naar Zegveld, uitgeweken voor de Fransen. 118. Cornelis Hendriks van der Kroost, ged. Stolwijk 28-10-1736, begr. Zegveld 22-2- 1771. Bouwman Zegveld, ondertr. ald. 27-11-1761 119. Aaltje Reyers Swanenbeek, ged. Zegveld 18-6-1741, gest. ald. 17-3-1823. Zij ondertr. 6-12-1771 met (2) Laurens Blok en ondertr. 19-6-1784 met (3) Willem Hendriks van der Wind,‘ afkomstig van Nieuwkoop. Hun testament 18-10-1784. 120. Gerrit van Eyk, ged. Zegveld 16-6-1720, gest. Harmelen 19-3-1806, tr. 10-9-1741 (1) Clara Paling, hertr. (2) met 121. Aletta van Gorkum, gest. Harmelen 15-2-1785. 122. Jan de Leeuw, herbergier en boer Kruipin, gest. ald. 25-4-1829 (84 jr.); 1777 secretaris Gravesloot; tr. Kamerik 20-4-1766 123. Willempje van den Hoek, geb. Kruipin 14-11-1745, begr. Kamerik 26-11-1812. 124. Jacobus van Dam, ged. Naaldwijk 27-6-1723, tr. 9-11-1755 125. Jannetje Thomasse Sonderwgck. 126. Cornelis Cornelisse Burger, ged. Terheyde 20-8-1720 127. Elisabeth (van) Buvse. 128. Pieter Artsen VUIZ~ Doorn 1 (448), wonende Boswaerde (= Barwoutswaarder), kleivletter in dienst van Jan Schrieck. Bouwhuis; gest. Woerden 4-12-1741, tr. Woerden 15-4-1686 129. Annighje Cornelis Reyersse (449). 130. Cornelis Pieterse Bom (450), tr. Harmelen 25-5-1704 131. Antje Gerrits van der Hoeff (Hoev, Hooft, Hof). 132. Robertus Bottelwaard (452), ged. Woerden 30-11-1663. 134. Bart Jacobsz Rietveld. 135. Machteld A brahams Oppeluur. 136. Cornelis Brunt, wonende op de Bree, gest. 4-11-1775, ondertr. Bodegraven 23-10-1710 137. Grietje Hendriks Verwoert, Bodegraven. Cornelis hertr. Bodegraven 27-12-1722 met (2) Annetje Pieters Looy (of Kooy) en hertr. 19-11-1724 met (3) Geertje Ariens Fokkert. 256 138. Claas Aartsz Geestdorp, wonend Breeveld, ged. Woerden 1-8-1656, gest. ald. 6-6-1718, tr. Woerden 7-11-1694 met (1) Engeltje Gijsberts Verburg; hij hertr. Woerden 9-9-1714 139. Teuntje Jans Knoppert (Knappert). Zij hertr. Woerden 19-3-1719 met Jacob Wil- lems Verlaan, Teccop. 140. Ary van den Hoek (492), Kruipin, Kamerik, tr. Kockengen 11-11-1703 141. Willemyntje Claas van Rysmuur (493), Kockengen. 142. Gerrit Jacobsz van Spengen (494), 1708/10 schepen van Kamerik 143. Neeltje Verleer (495), gest. Kamerik 28-4-1768. 144. Jan Leendertsz Brak (192), ged. Nieuwkoop 20-2-1768 (Remonstrants), begr. Zegveld 7-5-1712, wonende Zegveld Meije, wedr. van Geertjen Marcelus van Boek- holt, hertr. 30-8-1716 145. Maria Jacobs Swaneburg (Marritie Zwanenburg)_,. (193). ,,_ aed. Nieuwkoon 20-2-1671. begr. Zegveld 20-7-1771. . . 146. Th& Jansz Loozejager (194), wedr. van Neeltje Corn. van Duyn 147. Rijntje Teunis van Wieringen (195), ged. Nieuwkoop 3-6-1685. 148. Dirk Willems de Gruyter (196), van Driebrugge, tr. Zegveld 5-9-1706 149. Ariaantje Leenderts Nederstigt (197), ged. Zegveld 17-9-1676, begr. Zegveld 24-3-1758. Voor haar huwelijk had zij een onecht kind: Leendert. 150. Jacob Adriaansz Lomeier (198). van Amsterdam. met attestatie van Bunschoten. schoolmeester in Zegveld, begrl. ald. 1-2-1768, tr: 23-9-1708 (1) Jannigje Claasen Hagen, van Bunschoten, hertr. Zegveld 25-5-1710 met (2) 151. Lena (Helena) Bindervoet, geb. Kamerik. 160. Jan Willems de Bruyn, ged. Lonik 31-5-1722. 162. Gysbert Willems Verwey (222x ged. Linschoten 17-5-1705, ondertr. Vleuten 3-4-1728 163. Metje Fransen van Royen (223), ged. Vleuten 16-1-1707. 164. Philippus Bernsz Burggraaf, van Alblas, ged. Brandwijk 22-10-1713, begr. Zegveld 30-1-1808, tr. Zegveld 10-12-1741 165. Aaltje Jans van Cats, ged. Zegveld 20-8-1719. 166/167 = 108/109. 168. Cornelis Spijker, van Nieuwkoop, gest. Woerden 3 1-8-1795. Bouwman Kamerik- Myzyde, tr. 14-11-1745 169. Neeltje Stevens Blonk, ged. Woerden 18-1-1722, begr. Kamerik-Myzy 28-11-1805. 172. Jan (Johannes) Janse Bosch (350), uit de Achtersloot, ged. IJsselstein 12-7-1713, tr. ald. 23-1-1737 173. Aletta Cornelis (van) Veen (351), ged. Vianen 22-2-1715, gest. IJsselstein 28-9- 1780. 174. Jan Oskam, ged. Lopikerkapel 2-12-173 1, gest. IJsselstein 21-12-1791, tr. Lopiker- kapel 24-10-1756 175. Grietje (Margrita) Janse Bos (zuster van 86), ged. Jaarsveld 2-11-1738, gest. IJsselstein 20-9- 1787. 180. Cornelis Cornelis Graafland, gest. Lopik 17-7-1757, tr. Lopik 2-4-1724 18 1. Grietje Eersten van Oostrum, wed. van Arien Aarts van der Velden; Cornelis ondertr. 11-11-1736 met (2) Elsje Hoogendoorn. 182. Willem Barendsz Egeman (Eegteman) 183. Adriaantje Vermeulen. 184. Willem Corn. Back, geb. Ouderkerk a/d IJssel, gest. Krimpen a/d Lek, tr. Krim- Den 25-11-1733 185. keeltje van der Kade, ged. Krimpen 1-4-1703, begr. ald. 18-12-1747. 186. Cornelis Ariense Broere, ged. Lekkerkerk 27-1-1686, gest. ald. 22-11-1768, tr. 2-4-1713 met (1) Ariaantie Gerrits Boon, ondertr. Lekkerkerk 26-5-1718 met (2) 187. Arjuantje Roelen van der Zijde, ged. Alblasserdam 8-11-1693. 188. Leendert Corn. Noirlander, geb. Ouderkerk a/d IJssel, tr. 1726 189. Lysbeth Andriesdr., Zuidbroek (Z.H.). 192/199 = 144/151. 208. Bastiaan Dirksz (van der) Kemp, van de IJsseldijk, ged. IJsselstein 7-3-1675, begr. ald. 16-5-1737, tr. IJsselstein 11-3-1705 209. Grietje Gerrits, van Cape1 en Beusekom. 210. Frans Dirkse van Royen (326, 446), eerst Achtersloot IJsselstein, later diacon Vleuten, tr. IJsselstein 21-5-1701 met (1) Annigje Jans Hogendoorn, hertr. dec. 1704 (2) 211. Haasje Jacobs Kok (Cock) (327, 447). 212. Jan Hendrikse de Jong 257 213. Steintie Dirkse Bikkers. 216. Wouter Ariensz Znal (332) van Kamerik, tr. Zegveld 29-3-1721 217. Aagje Maartens Groeneveld (333), ged. Zegveld 11-10-1696. 218. Ar% Pietersz Stout (334), ged. ÁJb&serdam. 219. Sygje Wouters (335). 220. Teunis Hendriksz de Jong, van Lexmond. 221. Marie Peters de Graaf. 222/223 = 162/163. 224/227 = 64/67. 228. Dirk Jansen Brunt (232), geb. Rietveld, begr. Woerden 2-4-1761, tr. Woerden 26-3-1719 met (1) Tygje Maartens Nap, hertr. Woerden 21-12-1721 met (2) 229. Neeltje Hendriks Verlaan (233), van Rietveld, gest. Barwoutswaarder 9-2-1783. 232/233 = 228/229. 234. Jan Maartens Nap, van Rietveld, tr. Woerden 9-12-1731 235. Geertje Dirks vun den Berg, Barwoutswaarder. 236. Hendrik van der Kroost, van Jutfaas, tr. Stolwijk 30-7-1734 237. Grietje Stuiver, van Molenaarsgraaf. 238. Reyer Ariens Swanenbeek, ged. Woerden 27-12-1705, begr. Zegveld 1-6-1784, ondertr. Zegveld 17-10-1734 239. Teuntje Cornelisse Verwoerd, ged. Bodegraven 3-5-1716, begr. Zegveld 10-9-1787. 240. Cornelis Cornelisse van Eyk, ged. Zegveld 5-5-1687, begr. in de kerk Zegveld 26-5-1761. tr. Zenveld 22-4-1714 241. Bregtje Gerrits OÜtslooth, ged. Zegveld 2-8-1691. 244. Aalbert de Zeeuw, van Barwoutswaarder, later boer, bakker en herbergier a/d Kruipin, tr. 2-12-1736 245. Marritje Hartog, van Barwoutswaarder. 246/247 = 70/71. 248. Pieter Ariens van Dam. 249. Neeltje Blankesteyn. 250. Thomas Sonderwijck, ged. Naaldwijk 27-11-1701, tr. ‘s-Gravenzande 28-4-1726 251. Maartje Jans van Egom, ged. ‘s-Gravenzande 26-4-1699. 252. Cornelis Cornelisse Burger, ged. Terheyde 12-10-1698, tr. Terheyde 28-1-1725 253. Ariaantje Burwerse Voys.

260. Pieter Cornelisz Bom, wedr. van Barbara Dirckx de Rijck; tr. Harmelen 30-6-1678 261. Johanna Cornelia Knijff, deze hertr. Harmelen 17-3-1695 met Huybert Nijssen Dompelaer. 264. Jan Robberts Bottelwaard. (904). im.. wonende Houthorst, tr. Woerden 29-5-1662 265. Aaltje Jans van den End’(905j.’ . 272. Jan Cornelis Brunt, op de Bree, tr. Bodegraven 23-1-1678 273. Annighje Jacobs Wiltenburg, Bodegr. Mije. Jan Corn. Brunt hertr. Woerden 22-12-168C met Annighie Frederix Swanenburg. 274. Hendrik Philipse (Felpse) Verwoerd, tr. Bodegraven 15-12-1686 275. Cornelia Dirkse van Vliet, Lange Weij. Hendrik ondertr. Bodegraven 16-1-1699 met Belichje Chielen Black, van Polsbroek. 276. Aart Jansen Geestdorp, op de hofstede ,,‘t Slotgen”, Rietveld, later van Jacobus Brunt 277. Ariaantje Ermbouts Nederstigt, van Zegvelderbroek. 278. Jan Willemsz Knoppert, geb. f 1636, tr. Leersum 10-2-1667 279. Marijke (Maijsje) Jansdr,-te Woudenberg, wed. van Jacob Gerritsz. 280. Zegerom van den Hoek (984), geb. & 1645. 284. Jacob Gerritsz van Spengen (988), 1688/90 schepen van Kamerik, tr. vóór 1688 285. Aaltje (Aertje) Cornelis Griffioen (989), gest. na 1709. 288. Leendert Jans Brack (384). tr. Nieuwkooo 25-11-1688 289. Jannetje Cornelis van‘staveren (385). _ 290. Jacob Cornelis Swaneburg (386). 291. Aagje Jacobs Sloothaak (Sloothark ?) (387). 294. Teunis Jansen van Wieringen (390), tr. Zegveld 16-2-1685 295. Pietertje Heyndricks Hoogervorst (391), beide wonende Nieuwkoop. 296. Willem Dirkse Gruyter Driebrugge (392), van Berkenwoude, tr. Woerden 8-10-1679 297. Pietertje Cornelisse Hoogeveen (393), jd. s), van Gouwsluis. s) Voor Nederstigt, zie Stichtse Heraut, 1962, afl. 1.

258 298. Leendert Ermbouts Nederstigt (394), ondertr. Zegveld 19-10-1671, tr. Utrecht 8-11-1671 299. Lysbeth Claasdr. van Appeldoorn (395). 302. Pieter Pietersz (den Ouden) Bindervoet (398), van Jaarveld en Harmelen, kocht 3-6-1712 de wipcoornmolen op Kamerik-Myzy van Mathijs Joosten van Eyck en van Dirk v. d. Geer en Beatrix v. Eyck, echtelieden; 23-10-1727 de molen verkocht aan Gerrit Claesz Zaal (met hypotheek f 3000,-), tr. Jaarsvelt 11-3-1691 met 303. Cunera Jans van den Heuvel (399), van Lopik. 320. Willem Gerrits de Bruyn, van Jaarsveld, gehuwd Lopik 20-10-1715 321. Aentje de Vosch, van Lopik, wed. van Arie Willemse Blom. 324. Willem Verwen (444). tr. Ger. kerk Vleuten 18-6-1699 325. Marrigje Ggsbéris v& Cothen (445), ged. Ger. kerk Vleuten 26-4-1675. Willem hertr. Linschoten 13-10-1709 met Claasie de Lange. 326/327 = 210/211. 328. Bernard Filips Burggraaf, ged. Meerkerk 3-6-1683, tr. Brandwijk 3-2-1709 329. Annigje Meertens Groenevelt, ged. Molenaarsgraaf 16-5-1683, gest. Brandwijk 1716. 330. Jan Jansz Kuts, van Nieuwkoop, wonend Kamerik, tr. Zegveld 13-11-1712 33 1. Neeltje Pieters van der Velde; zij hertr. 26-8-1733 met Elbert Gijsberts Spruyt, van Noorden. wedr. van Marigie_I van Klaveren. 332/335 = 216/i19. 338. Steven Jans Blonck, ned. Woerden 10-11-1694. tr. Woerden 3-7-1718 339. Jannigje van der Ka& ged. Woerden 26-5-1686. 344. Jan Teunis Bosch (700), ged. IJsselstein 26-9-1686, gest. ald. 7-11-1755, tr. IJssel- stein 3-8-1709 345. Grietje Jans Hogenboom (701), ged. IJsselstein 19-1-1690; Jan Teunis Bos(ch) ondertr. IJsselstein (2) met Ariaantje Steynse van Veen. 346. Cornelis van Veen (702). 347. Aaltje Stoet (703). 348. Arie Janse Oskamp, ged. Zevenhoven Lop. Cape1 15-12-1705, gest. 25-6-1763. Herbergier in ,,de Prins” te Zevenhoven L.C., tr. Lopiker Cape1 20-4-1727 349. Maagje Zsakse van Maurik (Maaijckje Isaacqs van Mayrick), gest. Zevenhoven L.C. 26-11-1750 350/351 = 172/173. 360. Cornelis Cornelis Graafland, ged. Nieuwpoort 22-1-1662, ondertr. Nieuwpoort 7-1-1685 361. Merrigje Huygensdr., gest. 1734/35. 362. Ernst Ariens van Oostrum. 363. Merrigje Jans Donker. 370. Cornelis van der Kade. tr. vóór 1700 371. Martyntje. 372. Arie Ariens Broere, gest. Lekkerkerk 1691, tr. Lekkerkerk 9-7-1673 373. Japie Cornelis Goudens, gest. Lekkerkerk 13-4-1710. 376. Cornelis Claese Noirlander, tr. vóór 22-12-1686 377. Lijsbeth Huyberts Boertje. 384/387 = 288/291. 390/395 = 294/299. 398/399 = 302/303. 416. Dirk Cornelis (van der) Kemu, broer van Merriaie Cornelis (689). 417. Aertje Bastiaerzs, gest. ÍJsselsiein 3-6-1686. -_ 420. Dirck Cornelisz van Royen (652, 892), tr. IJsselstein 421. Maria Frans Stam (653; 893). .- 422. Jacob Jansz Cock (654, 894). 432. Arien Jacobse Zaal (664), tr. Waarder 9-8-1689 433. Geertie Wouters van der Neut (665), ged. Waarder 29-6-1659. 434. Maarten Jansz Groenevelt (666), 1699 schepen van Zegveld, tr. Zegveld 28-lO- 1694 met 435. Aaltje Aris van Heyningen (667), van Rosendaal, Oudewater, beide begraven Zegveld 5-6-1737. 444/445 = 324/325. 4481452 = 128/132. 446/447 = 210/211. 456. Jan Dirksz Brunt. ov de Bree (464). tr. Woerden 29-10-1698 457. Annigje Wigens ,;an*der Lelie (465j: 458. Heynderick Jacobsz Verlaan (466), van Gerverskop, tr. Woerden 25-4-1694

259 459. Cornelia Huveen Verdouwen (467).. ., van Barwoutswaarder. 464/467 = 456/459. 476. Arien Matthvse Swaanenbeek. ged. Zegveld 2-10-1681, gest. Rietveld 7-1-1762. begr. Zegveld 14-1-1762, tr. WÖerden 7r-11-1705. - 477. Marrigje Reyers Geestdorp, uit Zegvelderlagebroek, wonend Breevelt, ged. Har- melen 2-10-1687, gest. Zegveld 26-1-1742. 478. Cornelis Jans Verwoerd. tr. Bodegraven 16-11-1710 479. Aaitje Claesdr. Zaal. 480. Cornelis Mathijs Roelen van Eyck, tr. Zegveld 3-12-1671. I 481. Marrigje Cornelis Gansevanger, a/d Tucht, Zegveld Meye. ’ ’ 482. Gerard (Gerrit) Hendriks Outslooth, tr. Zegveld 24-11-1689 483. Merrigje Jans van Eyck. 488. Maarten de Leeuw, Waarder. 489. Bregje Aartse van Gerreven. 490. Jan Hartogh (Hartigh), ged. Woerden 1-2-1688, tr. Woerden 18-12-1712 491. Neeltie van der Kats, beide wonende Pannebakkerijen. 492/495 = 141/143. 498. Cornelis Jansz Blankesteyn. 499. Geertie Maartens van Santen. 500. Hendrick Gijsen Sonderwyck. 504. Cornelis Cornelisz Burger, tr. Terheyde 1-6-1698 505. Sara Jacobse de Jong. 506. Burwert Claes Voys, tr. Terheyde 29-1-1687 507. Neeltje Cornelis Donker.

528. Robbert Jansen (Bottelwaart), van Camerick. 544. Cornelis Brunt (1824, 1856). 552. Jan Philips Geestdorp (Geesdorp) (3816); 1608 hoogheemraad Gr. Waterschap Woerden, gest. vóór 1630. 553. Pietertgen Heyndrix (38 17). 554. Ermbout Thomas Nedersticht (596, 788), gest. v6ór 1657, won. Zegvelderbroek. 556. Willem Jans Knouuert. R.K.. geb. Zwolle 1605, wonende Grebbe-Heimenberg, tr. Utrecht 1-5-1635 - 557. Elisabeth van der Gelder, van Salland, wed. van Jacob Hermansz Tersteege, Utrecht. 560. Gijsbert van den Hoek (1968). 570. Cornelis Cornelis Griffioen (1978), wonende a/d Tucht, Bodegraven-Mye; 1681 schepen van Zegveld, tr. Zegveld 30-11-1656 571. Aantje Willems de Rijck (1979), van Teccop. 578. Cornelis Andriesse van Staveren. 590. Heyndrick Claesz Hoogervorst, tr. 591. (1) Ariaantje Jans; (2) Merrichjen Ermboutsdr., won. Alphen. 596. = 554. 606. Jan Arentsen van de Heuvel (Verheuvel), tr. Lopik 16-1-1668 607. Marichje Hendrix Oskam, zij hertr. met Aryen Gerritsen Borst. 648. Gijsbert Willems Verweij (888), werd 10-6-1685 lidmaat Ger. kerk Linschoten, de Roomse religie verlatende. 650. Gijsbert Jansz van Cothen (890), tr. 17-8-1673 651. Geertje Dircx Veen (891). 652/654 = 420/422. 656. Philips Berdensz de Burchraven, tr. Meerkerk 657. Neeltje Cornelis de Boom. 658. Arien Ewoutsen Groeneveld, ged. Molenaarsgraaf 28-5-1656, tr. ald. 29-1-1679 659. Annighje Hermens, ged. Gybelant 1651. 662. Pieter van de Velde, ged. Waarder, ondertr. Waarder 13-4-1681 663. Aaltje Leenderts de Jong, van Berkenwoude. 664/667 -= 432/435. 676. Jan Jansz Blonk, begr. Woerden 25-4-1720, tr. ald. 9-5-1683 677. Margie Aartsdr. Knijff, begr. Woerden 17-5-1743, beide wonende op ‘t Santpat. 678. Steven Jacobs (van der) Kats. 679. Neeltje Hendriks Mooy. 688. Teunis Jansz Bosch (1400), tr. IJsselstein 10-7-1685 689. Merrigje Cornelis v. d. Kemp (1401), zuster van 416, wed. van Maarten Jacobs.

260 690. Jan Floren Hogenboom (1402), won. Achtersloot, tr. IJsselstein 16-12-1674 691. Burchie Jucobs (1403). van Willescoo. 696. Jan Áriens Oskamp, ged. Lopiker Cape1 14-1-1677; schepen; gest. Zevender L.C. 16-4-1753, tr. Lopiker Cape1 6-9-1705 697. Aalfje Jacobsdr. van der Cley (Rooms), geb. Lopiker Capel, gest. Zevenhoven Lopiker Cape1 20-10-1758. 698. Jzaäk Willesz van Maurik, gest. Zevenhoven Lopiker Capel. 699. Lysbeth Boguert; deze hertr. 14-4-1709 met Hendrik Aartse Oskam, van Lopiker- kapel. 700/703 = 344/347. 720. Cornelis Lenartsz Graafland. 721. Sijdge Cornelis. . 722. Huiich Cornelisse. tr. Groot Ammers 9-12-1646 723. Jannighje. ’ 724. Arien Ernsten van Oostrum. 726. Jan Bastiaansz Donker. 727. Neeltje Cornelis. 744. Arie Ariens Broere; 1647 heemraad 745. Merrigje Huygen de Jong. 788. = 554. 798/799 = 6061607. 844. Jan Hendricks Koek; schepen van Vleuten, le kerkmeester. 864. Jacob Jansz Zaal (1328). 866. Wouter Dirks van der Neut, uit Corte Waarder, ouderling Waarder 1713/15; tr. Waarder 31-3-1653 867. Marichie Willems Stolwijk, j.d. 868. Jan Mathysz Groeneveld (1332), van Kamerik, gest. 1670. 869. Merrighje Verhaer (1333). 888. = 648. 890/891 = 650/651. 892/894 = 420/422. 900/901 ZZ 260/261. 904/905 = 264/265. 912. Dirck Cornelis Brunt, & 1675 913. Pietertje Alberts van Dyck (929); Dirck Corn. Brunt hertr. Woerden 13-3-1686 met (2) Grietje Corn. v. d. Vooren, van De Bree. 916. Jacob Hevndrix Verlaan (932). 917. Hendrikje. Groeneveld (933). ’ 928/929 = 912/913. 932/933 = 916/917. 952. Maffheus Ariens Swanebeek, begr. Zegveld 23-3-1731, tr. Woerden 7-11-1705 953. Maria Jans van ‘t Hof (van de Vrije Hoeve), benr. Zenveld 19-3-1707. Mattheus hertr. Zegveld 4-12-1707 met Neeltje Joosten van den- Berg, van Zegveld. 954. Reyer Gtjsberts Geestdorp, ged. Woerden 6-12-1637, wedr. van (1) Marighjen Hendricx Moen (Hamoen); hertr. Harmelen 1-2-1685 (2) 955. Jannetje Damen van der Lee. 960. Mathijs Roelen van Eyck, wedr. van Geertje Pieters; hertr. Zegveld 8-11-1657 (2) 961. Aaltje Krfinen, wed. van Cornelis Willems. 964. Henrick Philivs Outslooth. 965. Bregtje Jansdr. Corn. van Eyck. 980. Pieter Pietersz Hertog (Hertooch) 981. Willemtje Cornelis Vërmey. 984. = 280. 988/989 = 2841285. 1014. Cornelis Jonkers (Donker 7) 1015. St&ttjen Lenarts (Graafland ?). 1088. Dirck Cornelis (Brunt)s) (3648 en 3712) van ‘t Bouhuis, een boerderij in de Pannebakkerijen, Woerden, werd 1618 vermeld als lid van de Vroedschap van Woerden. 1104. Philips Gerritsz Geesdorp la) (7632), gest. vóór 1593. 1105. Sweertgen Aerts (7633), gest. vóór 1599, wed. van Jan Jansz van Geestdorp (pest. vóór 1575). 1108. Thomas Ermbouts Nederstigt (1192 en 1576). 1109. Elisabeth Cornelis, dr. van Cornelis Claesz.

9) Zie Gens Nostra, juli/sept. 1959, juni 1960. 10) Zie Stichtse Heraut 1963, afl. 3, blz. 21.

261 1112. Jan Knoppert, tr. 24-10-1598 1113. Machtelena Splijthoff, dr. van Godert Splijthoff. 1120. Philips van den Hoek. 1140. Cornelis Griffioen (3956), wonend a/d Tucht, Bodegraven-Mye. 1141. Lijsbeth Jaspers (3957). 1192/1193 = 1108/1109. 1308. Jan Hendricksz Cock (1788), 1638-48 schepen van Vleuten. 1316. Eeuwit Cornelisz Groeneveld, begr. Molenaarsgraaf. 1317. Dehaantje Ariens. 1324. Jan Pieters v. d. Velde, tr. Waarder 15-8-1655. 1325. Marichie Haghe. 1328. = 864. 1332/1333 = 8681869. 1334. (Adriaen Mattheus van Heyningen (870)?) 1376. jan Bos (2800). 1377. Neeltje Thonisdr. (2801). 1392. Arie Ariens Oskamp, ged. Lopikerkapel 28-8-1642, tr. ald. 11-7-1675 1393. Annigje Jans van Zeist. 1394. Jacob Hevndricks van der Clev. 1395. Jannigje hymens Ketel. _ 1396. Willem Dircksz (van Muurik), Leerdam. 1397. Maayke Isaäcs Greven (de Greef). 1398. Floris Cornelis Boogaardt. 1399. Mariken Thoenis van Dyck. 1400/1403 = 688/691. 1576/1577 = 1108/1109. 1728. Jan Gijsbertsz Zael (2656), tr. Zegveld 1646149 1729. Merrighje Huygen d’Hooch (2657). Recht. Arch. Utrecht no. 895; van Zeaveld no. 117 en 223. 1736. Marth& Jansz Groenevelt, gest. na 1671. 1738. Willem Gillesz Verhaer (2666), gest. na 1671 en vóór 1675. 1740. Mattheus Adriaensz van Heyningen (2668)?). 1788. = 1308. 1808 = 528. 1824. = 544. 1832. Hevndrick Jacobse Verlaan (1864), geb. Teccop, wonende Kamerik; 1655 hoog- heemraad Groot Waterschap Woerden. 1833. Merrighjen Cornelis (1865), maken 31-12-1650 testament. 1856. = 544. 1864/1865 = 1832/1833. 1906. Jan van ‘t Hoff, tr. Woerden 26-9-1659 1907. Marritjen Cornelis van Leeuwen, jd. van ‘t Weylandt, Bodegraven. 1908. Gysbert Jans Geestdorp, attestatie 27-1-1664 naar Harmelen, alwaar getrouwd; ondertr. Woerden 13-1-1664 1909. Marietje Gerritsdr. 1920. Roelof Hendricks van Eyck, 1649/52 schout van Zegveld. 1928. Philips Philipsz Outslooth, 1657 schepen Zegveld, tr. juni 1640 1929. Annighie Teunis van Swanenborch. 1930. Jan ?o>nelis van Eyck. 1968. = 560. 1978/1979 = 570/571.

2216. Ermbout Thomas Nederstegt (2384 en 3152). 2217. Steventje Hendricx (2385 en 3153). 2218. Cornelis Claesz (2386 en 3154). 2224. Carolus (Kaerle) Knoppert, geb. 1533, gest. 1582; 1558 Raadsburgemeester van Zwolle; zijn peet was de Hertog van Gelre, zijn doophouder Maarten van Ros- sum. 2225. Anna van de Vechte. 2226. Godert Splythoff. 2384/2386 = 2216/2218. 2632. Cornelis Ockerse Groeneveld, tr. Oud-Alblas 9-9-1618 2633. Mariken Ewouts. 2656/2657 = 1728/1729. 2664 = 1736. 2666. = 1738. 2667. Marrigje Dirks. 2668. = 1740.

262 2784. Arien Jansz Oskam, tr. Lopiker Cape1 30-11-1638. 2785. Grietje Willems, uit Meerkerkerbroek. 2796. Cornelis Couwen Boogaert. 2797. Lysken Cornelis. - 2800/2801 = 1376/1377. 3152/3154 = 2216/2218. 3456. Gysbert Gerritsz Saell (5312); 1642 schepen van Zegveld. 3458. Huyck Jacobsz de Hooch (5314); boer, schepen en kerkmeester te Zegveld, neemt 30-4-1640 s/I part van de hofstede (later ,,Naamvrucht” geheten) over van Jan Engelbrechts van Segvelt (Recht. Arch. no. 895). Jan Woutersz. Zaal (108) achterachterkleinzoon van Jan Gysberts Zaal (1728) kocht in 1753 die hofstede terug; intussen aan de familie Hessel Verhel gekomen. 3459. Grietgen Jansz (5315). 3480. Adriaan Mattheus van Heyningen (5336); schoolmeester en diaken van Nieuw- koop, tr. 1608. 3481. Annetje Cornelis (5337)?). 3648. = 1088. 3664. Jacob Hendricksz Verluen (3728), kreeg 3 morgen Teccop in leen (Rep. Nijen- rode, fol. 88). 3712. = 1088. 3728 = 3664. 3812. Arien van ‘t Hoff; 1650 boer op Rietveld. 3816/3817 = 552/553. 3840. Hendrick Cornelisz van Eijck; 1605/46 schout van Zegveld. 3841. Sijchgen Cornelis. 3856. Philips Philipsz Outslooth; 1632 schepen van Zegveld. 3956/3957 = 1140/1141. 4432. Thomas Ermboutsz Nederstigt (4768 en 6304) 4768. = 4432. 5266. Ewout Jacobs. 5267. Barber Foppe. 5312. = 3456. 5314/5315 = 3458/3459. 5332. Gillis Gerritsz (Verhaar); hofstede Buitenkerk, Bodegraven. 5336/5337 = 3480/3481. 5592. Couw. Theunis (Boomgaert);l676 nog in leven. 6304. = 4432. 6916. Jacob Pietersz. de Hooch (10628); 1615 boer in de Weipoort, Bodegraven; 11-4-1622 boedelscheiding na zijn dood. 69 17. Aeltgen Jansdr. 7328. Hendrick Jacobsz Verlaen (7456). 7456. ~7328. 7632/7633 = 1104/1105. 7680. Cornelis Roeloffsz van Eyck; 1589/1605 schout te Zegveld. 7712. Philips Philips Outslooth. 8864. Ermbout Heynricx (9536 en 12608). 8865. Bnrbara (9537 en 12609). 9536/9537 = 8864/8865. 10628 = 6916. 10664. Gerrit Jun Dircksz (Verhaer), geb. ca. 1560, gest. 1633. 10665. Marytje Willems, gest. 1623. 11184. Theunis Gijsberts in den Boomgaert, 10-12-1646. 11185. Neeltien Louwrens. (Hij hertr. Maayken Meertens). 12608/12609 = 8864/8865. 13832. Pieter Jacobsz de Hooch (21256). 14656. Jacob Gerritsz Verlaen (14912); in 1582 en 1596 Hoogheemraad Groot Water- schap Woerden; zijn broer Thomas Gerritsz Verlaen, schout Kamerik, Staten- gerecht. 14912. = 14656. 15360. Roeloff Willemsz (van Eijck); 1563 schout van Zegveld. 15424. Philips Philipsz Outsloot, nakomeling van Philips Philipssoen? (Bissch. Reke- ningen 1427/28/29).

17728. Heynric Ermbouts (Rentmeestersrek. 1531). 21256. = 13832. 21328. Jan Dircksz (Verhaer).

263 27664. Jacob Pietersz de Hooch. in 1613 oud 69 _ jaar, wonende Hoge- Ziide_ van de Weipoort, Bodegraven. 30720. Willem Ludolph Rycoltsz (van Eyck) = Willem Lutensz = Willem Lucasz; 1537-1563 schout van Zegveld. 55328. Pieter (Peter) Jacobsz de Hooch, erfpachter van 6 morgen in Barwoudswaar- der (Arch. Oudmunster nr. 1565. 27-2-1560 en 4-7-1567. Arch. St. Pieter nr. 458, 23-6-1563). 110656. Jacob Hugesz de Hoghe, koopt in 1545 8 morgen op Rietveld. Van hem stam- men zowel de Woerdense als de Barwoudswaarder tak. 110657. Geertgen Cornelisdr. 221312. Huge (Hubert) Jacobsz de Hoghe, 1462. 221313. Fije, gest. na 1509. 442624. Jacob Hugensz de Hoghe = Jacob die Hoghe, gest. 1462 (Arch. Oudmunster nr 1565, ch. 8-9-1434 en 18-1-1466; idem nr. 1846, le leenreg., fol. 3 vo., 22-3-1439). 442625. Claer, gest. 1494. 885248. Hubert Jacobsz de Hoghe, gest. vóór 1442. 885249. Geertruyt, hertr. met Heynric Woutèrssoen.

STICHTING ,,SEDES NOSTRA”

Een dezer dagen zal de door enkele Amsterdamse leden van onze vereni- ging opgerichte Stichting zich weer tot onze leden met een circulaire richten en om steun vragen voor haar doel: een pand te verkrijgen om daarin de verzamelingen van onze vereniging onder te kunnen brengen. De behoefte daaraan wordt bij onze vereniging steeds groter. De collecties groeien en een deel is reeds opgeslagen en niet meer te raadplegen, terwijl in de toekomst ook bibliotheek en tijdschriftenverzameling problemen zullen gaan geven als deze de huizen van de leden, waar ze nu onder gebracht zijn, uit gaan groeien. Honderd leden gaven tot dusver het goede voorbeeld door voor f 15.000,- obligaties te nemen. Als wij allen de initiatiefnemers crediet geven door op de obligatielening in te tekenen, zal niet alleen het nageslacht ons dankbaar zijn, als zij wat wij bijeenbrachten bezoeken en raadplegen, maar zullen ook wij daar direct profijt van hebben. Het bestuur van onze N.G.V. wacht met ongeduld op het slagen van de Stichting ,,Sedes Nostra”. Van Hees.

264 DE ABDIJ VAN BERNE Enkele jaren geleden heb ik een onderzoek mogen instellen in pachtboeken van de Abdij van Berrie. Deze Abdij had land liggen in het Land van Altena, Rijswijk, Honswijk, de ,,Vrouwenweyden”, hopland ,,onder de banne van Worcum”, op Ganswijk, de ,,Cromcampen” e.o. Men moet zich geen overdreven voorstelling maken van wat die Pacht- boeken bieden. Ik heb gezocht tussen 1564 en 1586. Het aantal pachters is gering en geslachtsnamen komen vrijwel niet voor. In 1564 hebben we een Adriaen Woutersz; hij heet nu en dan Quist. Een Adriaen Willemsz heet 1568 Van Empel. Jan Goverts blijkt ,,de molde? en heet ook Jan Govertssz Mol- lener. Met naam hebben we Gielis Schellaert. Verder zijn er een Anthonis Woutersz en een Sebastiaen Woutersz, de laatste is ,,die raeymaker”. In 1574 is er nog een tweede raeymaker, en wel Adriaen Hanrixsoen. In 1564 is er verder een Eeuwit Mathijssen. Als we nu nog de namen Wouter Aertsz, Gherit Hendrikxsz, Stees Hendrixsz, Hendrik Hendriksz en Jan Joesten noemen, hebben we de lijst vrijwel afgewerkt. In 1567 vinden we Ghielis Schellaert gepreciseerd als Jansz, ambachtsheer op den Hille. De Rentmeester is in 1567 Jan Tolinck (Toelinck, Tueling enz.). In 1569 hebben we weer een naam Claes Petersz de Hollander, voor het land eertijds gebruikt door Jan Joesten zaliger en ook bij Wouter Aertsz staat ,,saligher”. Het land zelf werdt omschreven en ik geef als voorbeeld: 1569 Sebastiaen Woutersz de Raeymaker heeft in hueren van mijnen heere van beerne 111 merghen lants in den banne van rijswijck gheheyten de cromcampen jaerlijkx voor XVIII gl VX st ghelegen beneden de Stadt van Worcum in den Meu- lendijck. In plaats van Wouter Aertsz hebben we 1570 Wilmken Gijsberts. Sedert 1568 is er een Willem Peetersz bijgekomen. Bij hem worden genoemd Willem in die Riba of Ribs erfgenamen. In 1573 wordt genoemd Claes Geritsz, schout tot rijswijk. In 1574 hebben we de weduwe van Jan Thoelinck, die blijkbaar Thonisken heet. 1582: Cornelis Jansz van Emmikhoven, Wael Joestensz ,,die vyscher tot ghiessen”, Gherit Gheritsz tot Woudrichem, Hel- mich Jans, Jacob Aertsz, Jan Jansz, Adriaen Petersz tot Vuytwyck (= Uit- wijk) die aan Stees Hendricksz betaalt als waarsman, Hendrik Gheritsz, Pau- wels Danckertsz, Cornelis Hermansz, Goemert Iemertsz, Aeriaen Willemsz, Hanrick Gheritsz, Willem Petersz tot Andel, Dierck de Wolff, Jan Anthonisz, Albrecht van Losen, rentmeester (in 1564 wordt genoemd Mathijs van Losen), Willem Cornelisz, Adriaen Adriaensz, Jan Anthonisse. Telkens blijkt dat in 1585 ,,lant ongebruyckt ende onverhuert” is blijven liggen. Men heeft nu een indruk van de voorkomende namen. Mr. A. K. VINK

GENEALOGENDAG TE DELFT IN 1965 Met het oog op de a.s. Genealogendag, te houden in 1965 te Delft, houdt de Redactiecommissie zich aanbevolen voor bijdragen betreffende Delftse families en de geschiedenis van deze stad, tijdig in te zenden: vóór 1 januari 1965.

265 DE FRIESE WASSENAARS Aan de eigenlijke inhoud van het boek, De Friese Wassenaars door W. F. Vleer, Drachten 1963, hetwelk bestaat uit de genealogie van het thans overwegend in de pro- vincie Friesland gevestigde geslacht Wassenaar (335 bladzijden druks) gaat een inlei- ding vooraf (96 bladzijden) verdeeld in onderscheidene hoofdstukken, waarin het een en ander wordt medegedeeld aangaande de historische ontwikkeling van de kern in het graafschap Holland. Breedvoerig gaat de schrijver hier zelfs in op de Friese inslag aldaar, het agrarisch aspekt en de vorming van de Hollandse Adel. Langzaamaan komt de schrijver bij de Van Wassenaers terecht en plaatst die in de maatschappelijke ontwikkeling van de Hollandse kern. Dan vermeldt hij enkele geschied- kundige feiten uit de latere middeleeuwen betreffende deze streek om duidelijk te maken hoe de stand der welgeborenen naast de adel ontstond en hoeveel families van adel langs deze weg weer tot het boerenbedrijf kwamen. Het volgende hoofdstuk, getiteld ,,De Hollandse Wassenaar-wapens”, geeft aanleiding tot enkele opmerkingen. Op pag. 29 wordt na enkele mededelingen over heraldische tekenen van bastaardij het volgende medegedeeld: ,,Er zijn nog een paar tekenen van bastaardij, die veelal over het hoofd gezien zijn. Hierop wees reeds Rietstap.” Verwezen wordt dan naar zijn Hand- boek der Wapenkunde, p. 32. In geen van de vier drukken, die er van dit Handboek zijn komt op een blz. 32 iets voor over deze aangelegenheid

Philips van Groeneveld. Randschrift: Dirk van Wassenaer, ridder 1274. A. S. Philpi de Gronenvelt. Alg. Rijks- R. A., verz. losse zegels. Randschrift: archief ‘s-Gravenhage, Grafelijkheid S. Theoderici de Wassenare, Militis. 7 mei 1293. Ook de heer L. P. van der Klooster, archivist Alg. Rijksarchief te ‘s-Gravenhage, vertelde ons over zijn bevindingen in deze. Dat is het vrij-kwartier in het midden van het schild of een schildhoek of schildhoofd, met daarin het familiewapen.” Wat nu hiervan te denken. Een L.P. van der Klooster is nimmer archivist geweest aan het Alg. Rijksarchief. De daar wel werkzaam geweest zijnde L. J. van der Klooster zegt slechts te hebben beaamd wat in de 3e druk van bovengenoemd wapenboek, bewerkt door C. Pama, op blz. 312 wordt medegedeeld, nl.: ,,De eenige breuk die werkelijk onechte geboorte aangaf was de plaatsing van het vaderlijk wapen in de vorm van een vrijkwar- tier op een effen schild.” Iets analoogs staat ook in de 4e druk op blz. 270, waar aan het vrijkwartier dan schildhoek en schildhoofd zijn toegevoegd. Volgens blz. 109 van diezelfde druk staat zulk een vrijkwartier altijd in de rechterbovenhoek (wel te verstaan heraldisch rechts), tenzij er een nadere aanduiding bij is gegeven. Hoe de auteur dit nu in het midden van het schild zich ziet voorgesteld is mij een volstrekt raadsel en dit zal vrees ik op rekening van ‘s mans kennelijk niet al te grote accuratesse moeten worden gesteld. Dit oordeel moge hard zijn, doch is zeker niet onverdiend, zoals uit het vervolg moge blijken. Immers wat te denken van de navolgende in het voorbijgaan geplukte bloempjes in een hof, die daarmede als het ware bezaaid staat?

266 Op p. 30 wordt gesteld, dat er van Dirk van Wassenaer (vermeld van 1205 tot 1243) eeen zeael bewaard is gebleven tot in deze tiid. Er ziin er echter nop. twee. Een uit 1237. horende bij een oork&de van 8 januari van dat jaar (afgedr. in v. d. B.‘s Oorkbk: onder nr. 361) aanwezig in het Algemeen Rijksarchief en een uit 1243 (v. d. B. Oorkbk. nr. 397) aanwezig in het stadsarchief te Lübeck, beide afgebeeld in Ned. Leeuw 1922 afb. 2 & 3 van de nlaat in het iuni/iuli nr. De aanhalingstekens om de uit Bockenberg overgenomen passage over dit wapen,_ die daarop volgt, schijnen mij niet gerechtvaardigd toe, daar de originele tekst in het latijn is gesteld en het zogenaamd aangehaalde in het Nederlands is overgezet. Van Dirks gelijknamige kleinzoon (vermeld 1258-64, ridder 1268-97) noemt de schrijver slechts twee zegels. Als bijzonderheid van het eerste noemt hij dat het in tegenstelling met dat van zijn grootvader slechts twee in stede van vier dwarsbalken had. Op een andere afdruk van diezelfde zegelstempeel, maar ongeschonden, die ik hiernaast noamaals heb doen renrcduceren (dit aeschiedde al eerder OD de boven- aangehaalde zegeldaat onder nr. 5) -fig. 1 komt een en ander zeer duidelijk uit en bliiken het drie dwarsbalken te ziin. On D. 31 wordt vermeld: ..In 1318 zegelde de in 1324 overleden Jan van Duvenvoirde = hij was geen bastaard! 1 met een gedwarsbalkt schild van zes stukken, met daarover een rechterschuinstreep”, waarbij dan wordt verwezen naar een tekening daarvan, een blz. verderop onder C. Vreemd genoeg is daar echter niet een rechterschuinbalk, maar een Sint Andrieskruis getekend. Vanaf p. 31 begint ook de konsekwent volgehouden onjuiste spelling van de naam van wijlen de voorzitter van het Kon. Gen. voor Geslacht- en Wapenkunde als Belaerts in stede van Beelaerts van Blokland. Op p. 35 bovenaan wordt abuisievelijk gesteld, dat het tweede door de schrijver, als in originalii bestaande, behandelde zegel, zou berusten in het Algemeen Rijksarchief. Dit zegel, afgebeeld in Ned. Leeuw 1931 t.o.k. 228, bevindt zich in de verzameling van het Kon. Oudheidk. Genootschap, welke bewaard worden in het Rijksmuseum, Amsterdam. Oniuist is het te stellen. dat dit wanen (met de drie halve manen) weldra ook inaana vond bij met name de tak Groenevelt, daar een lid daarvan reeds in 1293 aldus zegelde (A.R.A. charter Grafeliikheid 7 mei 1293) fig. 2, terwiil vorengenoemd zegel van 1294 dateert. Op dezelfde bladz. onder het hoofd ,,Andere- 14e en- 15e eeuwse wassenaer- wapens” staat o.m.: Over de wapens die we thans gaan beschrijven is voorzover ons bekend nog niet eerder gepubliceerd. Dit is wel geschied in Ned. Leeuw 1911 k. 51 ev. in een artikel door Jhr. Mr. W. A. Beelaerts van Blokland voornoemd. Het Genealogisch Repertorium van Jhr. van Beresteyn verwijst er ook naar in voce van Wassenaer. De schrijver heeft de daarin opgegeven literatuur dus niet uitputtend bestudeerd. Na een hoofdstuk over de Friese Wassenaar-wapens volgt een hoofdstuk geheten: Het oud- adellijk geslacht van Wassenaer. Op blz. 57 generatie III B: Dirck van Santhorst wordt medegedeeld dat deze in 1224 met Santhorst zou zijn beleend. Reeds in de Ned. Leeuw van 1922 k. 358 was aangetoond, dat zijn vader op 18 januari 1225 erkende zekere goederen in leen te hebben gekregen, die hij had verkregen van de zoon van Mr. Rogier van Fornival. met dien verstande. dat ziin tweede zoon daarvoor hulde zal bewiizen, en mocht hij maar een zoon nalaten, dan zal deze dit land bekomen, maar het is Ónwaar- schiinliik dat dit Santhorst is, want dat bleef eigen goed tot 1276. Onvermeld bleef voorts dat -hijsin 1261 wordt vermeld als gehuwd te zijnmet vrouwe Rijckaarde (inv. Jan van Outheusden, fol. Xx111, A.R.A., inv. 3e afd., nr. 2). In Ned. Leeuw 1922 k. 361 en Bijdr. & Meded. Hist. Gen. Utr. dl. 22 bijl. D. t.o. p. 304 (artikelen van resp. Jhr. W. A. Beelaerts van Blokland en Mr. S. Muller Hzn.) was dit huwelijk ook al vermeld. De laatste van de tak Santhorst. Dirck. overleed niet in 1460. zoals in diezelfde paragraaf wordt gesteld, doch reeds voor 1458. De correctie die Beelaerts voornoemd in N. L. 1922 k. 362 gaf op Obreen p. 66 is de schrijver ontgaan. Hetzelfde kan helaas gezegd worden van hetgeen wordt medegedeeld in de volgende paragraaf 111~. De mededeling dat Arent van Groenevelt volgens van Gouthoeven in 1224 met de hofstede Groenevelt werd beleend berust op een tweedehandse mededeling, immers D’oude chronijcke ende historien van Holland p. 174 geeft als jaar 1228 daarvoor op. Niet in 1616. doch reeds in de 15e eeuw stierf deze tak uit. Kenneliik werd aeen kennis eenomen van het door Beelaerts hierover geschreven artikel in N. L. 1923 ky 323 e.v. - De volgende paragraaf (IIId) handelt over Bartholomeus van Wassenaer. Minder juist lijkt het mij om te stellen, dat Beelaerts zou hebben bewezen, dat Bartholomeus niet de stamvader van het geslacht Cranenburch kan zijn. In N. L. 1922 k. 323 schreef deze echter ,,Wij hebben dus niet naar eenen ridder te zoeken maar naar eenen meer eenvoudigen Engelbert, die omstreeks 1300 moet hebben geleefd. Zoolang deze niet is gevonden en van hem ontwijfelbaar kan worden getuigd, dat hij wettig uit de Wassenaer’s is gesproten, meen ik de Cranenburch’s niet als een tak der Wassenaer’s te mogen

267 beschouwen.” De vermelding in 1276 is niet het enige dat over hem bekend is. Hij wordt ook nog vermeld in 1281 als Utrechts domkanunnik (O.B. Utr. nr. 2043). De laatste alinea van deze paragraaf luidt dan. ,,Aangenomen moet echter worden, dat Jacob van Roosenburch een zoon van hem (Bartholomeus) geweest is, inplaats van een broer, want deze Jacob wordt door dezelfde Dirk 11 ,,neef” genoemd. Wanneer Jacob een zoon van Dirck van Santhorst of Arent van Groenevelt was geweest, zou hij niet met de naam Wassenaer voorkomen. Hoewel we graag meer bewijs in deze zouden willen, menen we toch te moeten vermelden als zoon van Bartholomeus: Jacob, volgt IVB.” Indien men zich nog in herinnering kan brengen de onbekende genealoog van omstreeks 1380, meermalen door Beelaerts ter sprake-gebracht, wiens betrouwbaarheid door hem ver: dediod en aangetoond werd (N. L. 1922 k. 298 vlgg.) dan weet men dat deze vermeldt dat de derde zoon van heer Diederik 1. heer van Wassenaer, was ,,Jacob. daer af zijn ahecomen die van Rosenburch”. Verder is het niet zo dat Dirk TI deze Jacob neef noemt. Vleer verwijst hier naar een akte van 1264, afgedrukt in 0. B. Holl. nr. 119. Daarin komt deze aanduiding bepaald niet voor. In Obreen’s Geschiedenis van het geslacht van Wassenaer staat OD D. 13 o.m. ..Jacob van Wassenaer. In 1264 bii den verkoop van tienden door zijn neef Dirk van ‘Wassenaer aan Willem van Bredereode is hij getuige.” Mogelijk heeft de schrijver zich hierdoor in de war laten brengen. Op blz. 59 e.v. tracht de schrijver een andere stamreeks aannemelijk te maken. van de oudste tak der van Wassenaer’s, dan die welke laatstelijk door Beelaerts was verdedied (N. L. 1922 k. 101). Hij haalt dit artikel aan als te heten ,,De Burggraven van Leiden voor 1339”. Het heet echter ,,Hoe de Wassenaer’s Burggraven van Leiden werden”. Hij zet dan onder elkaar de stamreeksen zoals die door Muller, Obreen en Beelaerts in reeds bovenaangehaalde publikaties werden vermeld en de door Vleer veronderstelde. Daar ik inderdaad eveneens overtuigd ben van de oniuistheid van beide eerstgenoemde hypo- theses, zal ik mij hier beperken tot een vergelijking van de beide laatste stamreeksen. Vleer schrijft over die van Beelaerts het volgende: ,,De hypothese B. (ik neem die naam niet volledi? over daar hij onjuist is gespeld) - die overigens op een gedegen wijze knopen ontwarde, die Obreen en Muller rustig lieten zitten - heeft dan ook het aanzien van juistheid. Maar één ding klopt niet bij deze stamreeks, nl. het aantal generaties. Zou deze stamreeks juist zijn dan moeten alle in de stamreeks voorkomende Wassenaers gemiddeld op hun twintiaste jaar reeds een zoon verwekt hebben. hetgeen men toch uitgesloten moet achten.” Ik laat ter verduidelijking de beide stamreeksen volgen, waarbij ik moge opmerken, dat de in de laatste kolom vermelde jaren door Vleer aanrenomen vermoedelijke geboortejaren zijn. Over de wenselijkheid of onjuistheid om dergelijke vermoedens hier te interpoleren moge de lezer zelf oordelen. Stamreeks Beelaerts 1. Dirk, knape 1258-64, ridder 1268-97, dood 1300. 1205 2. Philips, knape, 1287-98, dood 1300, tr. N. van der Wateringen, hr. Gerardsdr. 1235 3. Dirk, knape 1300-12, ridder 1314-19, tr. Alverade van Leyden, 1307-1310. 1265 4. Philips, 1307, knape 131943, burggf. v. Leiden 1340, dood 1348, huwt 3 x. 1295 Stamreeks Vleer 1. Dirk, knape 1258-64, ridder 1268-97, dood 1300. 1235 2. 1265 Philips, knape 1287-98, dood 1300, Dirk, knape 1300-12, ridder in 1291 twee dochters. 1314-19, tr. Alverade v. Cuyck. 3. Philips, gen. 1307, burggf. 1340. 1295

Zo men ziet is de belangrijkste verandering die Vleer meent te moeten maken, dat hij generatie drie bij Beelaerts veranderd in een broer van generatie twee. Deze opstelling is echter niet nieuw, zoals de schrijver denkt. In het art. van Muller p. 310 leest men: .,Maar de filiatie der twee Dirken en twee Philipsen staat allerminst vast. Van Spaen. de eenige, die de vier personen goed uiteenhoudt, verklaart den Dirc van 1299/13 16 voor een jongeren broeder van den Philips van 1287/98 en voor den vader van den Philips van 1319/43, maar eenig bewijs voor die filiatie geeft hij niet en heb ik ook elders te vergeefs gezocht, terwijl ze, als ik mij niet bedrieg, in strijd is met de gegevens, die wij bezitten.” Vleer geeft de volgende argumentatie: ,,. . kan het niet zijn dat in de oorkonde d.d. 6-1-1300 (deze oork. is in paasstijl gedateerd en wordt daarom door Muller als te zijn van 1299 aangehaald)” (door hem sc. Beelaerts als bijlage 11 vermeld

268 in de Nedl. Leeuw, 1922 k. 103) waarin staat, dat Dyderic van Wassenare (vader van Philips, de eerste burggraaf) ontvangt het leengoed, dat ,,syn oudevader ende syn vader hilden”, de toevoeging ontbreekt, dat zijn broer de laatste leenhouder was? Deze oor- konde is immers in strijd met de brief van 1291, waarin staat dat Philips (door Beelaerts (sic) als vader van Dirk beschouwd) geen zoon .had! Zelfs al zou Dirk m 1292 geboren zijn, dan is het toch onmogelijk dat, m 1307, deze Dirk zijn zoon Philips genoemd kan worden in een brief van dat jaar en in 1319 kan trouwen!” Vleer acht het dus uitge- sloten dat alle in de stamreeks Beelaerts voorkomende mannen gemiddeld op hun twintigste jaar reeds een zoon verwekt zouden hebben. Beschouwt men echter de door hem aangenomen geboortejaren dan ziet men dat hij steeds een leeftijdsverschil van 30 jaren per generatie heeft aangenomen, waardoor dit bezwaar mijns inziens komt te ver- vallen. Hierbij laat ik dan nog buiten beschouwing het toenmalige gebruik om reeds zeer jong te huwen, bijv. Jan 1 graaf van Holland, die op twaalfjarige leeftijd huwde in 1297. Ik kan mij voorstellen dat Vleer, bij een vluchtige vergelijking van de door hem genoemde akten van 1291 en 1300, meende daarin iets onverenigbaars te zien. Echter is het toch niet zo dat in de eerstgenoemde brief expliciet staat dat Philips (gen. 2 Beelaerts) toen aeen zoon had. Er staat slechts. dat als hii aeen zoon zou nalaten. ziin leengoed zou komen op zijn respektieve dochters. Dit wai natuurlijk alleen vak bélang bij rechte lenen, die in principe behoudens ontheffing niet in vrouwelijke lijn konden vererven. Nu kennen wij tenminste een zulk een leen waarmede hij in 1287 was beleend door de graaf, nl. het ook reeds in het door Mr. Muller uitgegeven oude register van graaf Florens vermelde rechte leen: ,,den corentiende ende den smaltiende lecghende jn heren Dircs ambacht van Zuutwijk.” Blijkens het repertorium op de lenen v. d. Hall. Leen- kamer en ook volgens een brief van 1307 (gedr. in N. L. 1922 k. 105) is de volgende leenhouder van deze tienden Dirk (gen. 3 Beelaerts). Slechts indien Dirk de zoon is geweest van Philips voornoemd kan dit leen zonder meer op hem zijn overgeërfd. Ook het tegelijk noemen van vader en grootvader in de beleningsakte van 1300 lijkt alleen zinvol, indien beiden kort na elkaar waren overleden en niet ca. 40 jaar na elkaar, zoals volgens de publikatie van Muller. Op p. 61 brengt Vleer nieuws door mede te delen, dat Dirk van Wassenaer gen. 1258-97 gehuwd was met zekere Bertha. Een bron geeft hij hier niet voor op. Daar hij echter op p. 57 niet zijn, in 1294 vermeld, zuster Berte noemt, wil het mij voorkomen, dat hier van een persoonsverwisseling sprake kan zijn. Op p. 67 en 68 voert Vleer dan nog zekere Bartholomeus van Wassenaer ten tonele, welke zoon zou zijn geweest van Jacob v. W., vermeld in 1264 als ridder en stierf in 1272. De ongenoemde genealoog van circa 1380, bovengenoemd, vermeldt van hem slechts een dochter. Toch heeft er een Bartholomeus v. W. bestaan, want in 1344 wordt er een Jacob Bertelmeussone van Wasnair vermeld. Echter kan deze mijns inziens dan geen zoon zijn geweest van Jacob voornoemd. Te overwegen zoude zijn of wij in deze Bartholomeus mogelijk de, boven reeds besproken, broeder van heer Jacob van die naam zouden kunnen zien. Voor de beantwoording der vraag of de in 1344 vermelde Jacob inderdaad van een bastaard uit het geslacht van Wassenaer afstamt zou het van groot belang zijn te weten welk wapen hij heeft gevoerd. Op p. 83 wordt gesteld, dat de nazaten van deze tak Cranenburch, hoewel nazaten van een mogelijke bastaard, ,,in elk geval nog tot de adellijke familie van Wassenaer gerekend werden, daar ook zij, gelijk de nazaten van burggraaf Philips’ broer Arent van den Damme, kregen toebedeeld het schoutambt van één der heerlijkheden in het Baljuwschap Wassenaer.” Dat laatste slaat dan op Barthout Mourijnsz. van Wassenaer, die in 1357 als schout van Zuidwijk wordt vermeld. Indien men echter weet, dat Arent van den Damme een bastaardbroer van burggraaf Philips was, zal men begrijpe?, dat dit tot de familie rekenen zich beperkte tot het verschaffen van eerzame betrekkmgen aan natuurlijke bloedverwanten. De genealogie, waarvan generatie 1 begint met Steven Huygensz. die zou zijn geboren tussen 1410 en 1430, wiens hypothetische stamreeks op p. 85 is vermeld, doch die zelf niet in een authentieke akte werd gevonden beslaat p. 105 t/m 440. In de achter de inhoudsopgave daaraan toegevoegde overzichten op uitslaande bladen is het opvallend, dat van twaalf vrouwen de afstammelingen, die de naam Wasse- naar overnamen ook werden opgenomen. Van de 17e en 18e eeuw geeft de genealogie een vrij goed overzicht van de Friese Wassenaars, zowel in mannelijke als in vrouwelijke lijn, voorzover die naam dragend. De 19e en vooral de 20e eeuw is onvoldoende bijge- werkt. Ik neem hiervan een volstrekt willekeurig voorbeeld op p. 345. Aldaar worden vermeld: Jarig Jans Wassenaar, geb. Lutkewierum 12-1-1811, st. Nijehaske 14-8-1886, theol. stud. R.U. Groningen, N.H.-pred. laatstel. Nijehaske, tr. Haskerland 3-8-1845

269 IJttje Nicholzon, geb. Joure 5-7-1811, dr. v. Josua Nicholzon, bakker en Derkje Greelts Looijenga. Uit dit huwl.: 1. Jan Jarig, geb. Nijehaske 9-11-1846; 2. Josua Nicholzon, geb. ald. 11-4-1848; 3. Johanna Elisabeth, geb. ald. 1-2-1851. Hieraan is wel het een en ander aan te vullen. Het lijkt mij onjuist om te vermelden, dat het huwelijk in Haskerland werd gesloten. Het gemeentehuis dezer gemeente lag toen en ook nu nog te Joure. Beter ware het dus te vermelden, dat het huwelijk te Joure plaats had. De achternaam van zijn echtgenote was Nicolzon (dus ook van zijn schoonvader, wiens voornaam Jozua was). Zij stierf eveneens te Nijehaske 15-5-1887. De voornaam van haar moeder was Dirckje. Het le kind uit dit huwelijk was landbouwer en postbode te Hindeloopen, alwaar hij overleed 18-7-1923. Hij huwde te de Lemmer 5-5-1872 Reintje Bootsma, geb. ald. 16-6-1842, overl. Hilversum 3 1-12-1925, dr. v. Frans Theunis B. en Corneliske Bergsma. Uit dit huwl.: Ida Catharina Wassenaar. aeb. Rottum (aem. Haskerl.) 11-12-1872, sterft Grouw 26-1-1904, tr. Hindeloopen 23-5-1901 Jelle-Wiersma, geb. Friens 29-4-1867, veehou- der, st. Terzool 21-1-1920, zn. v. Pieter Jelles, koemelker, en Hiltje Wobbes Schuur- mans. Cornelia Wassenaar, geb. Rottum 4-4-1874, st. Hilversum 17-2-1958, tr. Hindeloopen 13-10-1898 Willem Griffioen, geb. Kamerik 4-1-1865, huisschilder, st. Hilversum 31-1-1928, zn. v. Willem en Jacoba Verdouw. Johanna Elisabeth Wassenaar, geb. Rottum 3-11-1875, st. Leeuwarden 25-4-1925, tr. Hindeloopen 9-9-1896 Eeuwe Feenstra, geb. Koudum 2-4-1873, schippersknecht, vertezenwoordiaer. st. Leeuwarden 8-4-1943, zn. v. Romke, schoenmaker, en Trijntje Zeld&huis. - De naam Nicolzon, bij het 2e kind vermeld, is geen voornaam. Betrokkene verkreeg bij K. B. dd. 13-8-1849 no. 68 toestemming de naam Nicolzon bij de zijne te voegen, te dien effecte, dat hij zich in den vervolge mocht noemen en tekenen Nicolzon Wassenaar. Hii was buraemeester van Idaarderadeel. stierf Utrecht 14-1-1887 na te Nieuw Stads- kanaal (gem.-Onstwedde) op 5-7-1883 te zijn gehuwd met Wesselina Drenth, geb. Borger 18-6-1853, overl. Groningen 15-6-1933, dr. v. Egbert en Jantje Oosterwijk. Uit dit huwl.: Egberta Jantiena Nicolzon Wassenaar, geb. Grouw 7-9-1884, tr. Groningen 16-7-1913 Johannes Jacobus Wiersma, geb. Pieterziil 8-1-1880., arts, st. Haren 7-6-1961. zn. v. Sije en Abeltje Meijer (Haren).- Het 3e kind, de enige dochter, overleed te ‘s-Hage 28-4-1942. Zij huwde te Joure 9-3-1881 Tiddo Jan Meijer, geb. Terhorne 17-6-1855, dir. postkant. laatstel. Alphen a/d Rijn, st. ald. 5-8-1912, zn. v. Wiebo Johannes, N.H. pred., en Friesina Vinckers. J. W. F. baron van Wassenaer.

CONTRIBUTIEVERHOGING

Krachtens besluit van de Algemene Vergadering wordt de contributie met ingang van het komende jaar verhoogd tot f 15,OO. In verband hiermede verzoekt de penningmeester aan hen, die deze betaling automatisch van hun girorekening lieten afschrijven, de Girodienst van het gewijzigde bedrag kennis te willen geven, opdat straks zoveel mogelijk allerlei correspondentie wordt vermeden. De goede gewoonte van vele leden om de contributie reeds in december te storten, moge daarbij aan anderen ten voorbeeld worden gesteld. Men bewijst er de vereniging een kostenbesparende dienst mee.

H. Gruys, penningmeester.

270 Het gemeentearchief van Alkmaar biedt aan (zolang de voorraad strekt): Inventaris van de oude kerkelijke doop-, trouw- en begraafboeken, door N. J. M. Dresch, 1926 ...... f 2,- Inventarissen van de archieven van Jhr. Floris van Jutphaes en Margaretha Splinter, alsmede van ieders inboedel en stichting te Alkmaar (Hofje van Splinter), door N. J. M. Dresch, 1924 ...... f 2,- Inventarissen van het Jonge Begijnhof, de gasthuizen, het burgerweeshuis en de voormalige ambachtsheerlijkheden der stad Alkmaar, door C. W. Bruin- vis, 1910...... f 150 Inventaris van het archief van de Evangelisch-Lutherse gemeente van Alkmaar, 1964 ...... f 130 Inventaris van de nieuw-rechterlijke archieven van Alkmaar, 1811-1838, door N. J. M. Dresch . f 130 Bestellingen door storting’van het’verschuldigde bedrag op girorekening’ nr. 403378 van de gemeente-archivaris van Alkmaar.

Te koop aangeboden: Gens Nostru, jaargangen 1 t/m 18 (m.u.v. nr. IV : 4); jaargangen 1 en 2 ingebonden; Ned. Archief v. Genealogie & Heraldiek, le jaargang, 2e jaargang t/m nr. 11 (m.u.v. nr.’ 3), 4e jaargang, Se jaargang en 6e jaargang (1-11). Ik zou deze gaarne van de hand doen voor f 150,- totaal. J. VELDMAN, Titus Brandsmasingel23, Oss.

Uit de Regeringsalmanak van Ned. Indië 1865 blijkt: Willem Hendrik van Zeijl, oud 23 jaar, trouwt Semarang 14-9-1864 Pieternella Wil- helmina Decker, oud 22 jaar. Het Bij-Register op geboorten te Semarang in de Reg.Alm. 1865 vermeldt: Willem Hendrik van Zeijl, geb. 15-7-1841. Uit dit huwelijk o.m.: Hendrik Frederik Johannes van Zeijl 5-4-1868 en Maximiliaan Henricus van Zeijl 11-10-1869, beiden geb. Semarang. Gaarne gegevens omtrent de afstamming van dit echtpaar. Is er verwantschap met de talrijke personen Van Zeijl, sinds het begin der 19e eeuw in Soerabaja aangetroffen? O.a.: Hendrik Albert van Zeijl, ca. 1813-1816. Johannes van Zeijl, ca. 1814-1833 (sterft 31-7-1833). Charlotta van Zeijl, geb. 10-9-1832, tr. 8-12-1855.W. F. Ries, st. 11-4-1861. Hendrik van Zeijl, ca. 1833-1848 (st. 5-11-1848). Johannes Wilhelmus van Zeijl, ca. 1833-1843. Johannes Wilhelmus van Zeijl, kind, geb. 6-4-1839, st. 21-9-1844. Carel van Zeijl, ca. 1838-1876. Carolina Frederika van Zeijl, trouwt 18-2-1835 J. M. Rasij, st. 19-1-1842. P. van Zeijl, tr. 16-12-1835 C. F. R. R. van Frankenberg. Jan Willem van Zeijl, ca. 1841-1876 (tr. 21-2-1846 Johanna Lotje Gliger), Willem van Zeijl, geb. 30-9-1849. Willem Lodewijk van Zeijl, kind, st. 18-10-1854. Carel Jan van Zeijl, ca. 1865-1868. Maria Catharina van Zeijl, geb. 22-4-1866. Henri Maximiliaan van Zeijl, geb. 27-6-1868. Johannes Hendrikus van Zeijl, st. 3-7-1868. J. B. VAN ZEIJL, Mgr. van de Weteringstraat 5a, Utrecht.

Aan dit nummer werkten mee: Z. van Doorn, Emmalaan 13, Utrecht. Mr. A. K. Vink, H. Kamerlingh Onnesweg 33, Bussum. J. W. F. baron van Wassenaer, Oude Kijk in ‘t Jatstraat 15a, Groningen. J. B. van Zeyl, Mgr. Van de Weteringstraat 5a, Utrecht. De redactie is niet verantwoordelUk voor de inhoud der ondertekende stukken.

271 TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. J. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren, voor toezending volgt.

Ons Amsterdam, 16e jrg., no. 7, juli 1964: B. Ram. Ook aan Amstel’s boorden fluistert nog iets van een ver verleden; Het nieuw Amsterdams historisch museum; Martin Jan- sen Nieuw schooltype in Amsterdam-Noord; Th. Gernering. Zuidelijke toegangsweg naar IJ-tunnel; dr. L. Jansen. De Lutkemeerpolder; Een week van licht; J. van der Molen. Stadsilluminatie gedurende de zomermaanden; H. C. Nieuweboer. Het oude Burger- weeshuis. Idem, 16e jrg., no. 8, augustus 1964: A. C. de Gooijer. ,,Dit is Amsterdam” honderd jaar geleden; Th. van Aken. De Amsterdamse rijfelarijboekjes; dr. W. G. N. van der SIeen. Kralenfabricatie in Amsterdam in de zeventiende eeuw; Borstbeeld van Herman Heyermans herplaatst; S. v. W. Beurstrommeldag 1964; G. J. Bruyns en J. D. Riethofing. Enkele planologische aspecten van de bejaardenhuisvesting te Amsterdam; drs. J. J. M. Oostenbrink. Amsterdam en de opkomst van zijn Oostzeehandel; dr. L. Jansen. De Noor- der IJpolder.

Archivum Heraldicum, 1964 - Ao LXXVIII, bulletin no. 1: Paul Adam et Léon Jéquier. Note sur une pierre tombale du nord de la Frence; Izaboles de Vajay. Motifs agricoles dans l’héraldique hongroise; Miscellanea.

Blätter des Bayerischen Landesvereins für Familienkunde, 27. Jrg., 1964, No. 1: Franz Josef Fürst zu Hohenlohe-Schillingsfürst 70 Jahre alt; G. Nebinger. Das Schiitzenbuch 1588-1813 von Neuburg a.d. D.; id. Das Taufbuch 1569-1589 der evang. Frauen- kirche in Neuburg a.d. D.; id. Die Copulationen 1631-1640 der Stadtpfarrei St. Peter in Neuburg a.d. D.; W. Boeckh. Familienerbstiicke der Augsburger-Stuttgarter Familie Lotter. Beiträge zur Geschichte der Münchner Brauerfamilie Sedlmayer.

It Beuken, Jiergong XXVI, No. 2, July 1964: Dongeradeel byda Aestersüda der Pasen: Bv it opgean fan Boargemaster F. Sytsma: E. van Dijk. Ontwikkelingen in Oostdongera- deel tijdens de ,,Sytsma-periode”, j904-1964; Ds.. F. Dijksham. Ien en oar oei de doarpsnammen yn Eastdongeradiel; Herma M. van den Berg. De oude kerken van Oostdongeradeel; W. H. Keikes. Oostdongeradeel: weerbaar tegen watervloeden; Drs. S. van Tuinen. Het is aan U, Mijn Heer de Maire! Ds. T. A. Vonk Noordegraaf. Oost- dongeradeel als ,,rechtse” gemeente; Dr. J. Swart. It birin fan it bifolkingstal fan East- Dongeradiel; Drs. 1. Visser. Schets voor een genealogie der Anjumer Sytsma’s en van hun agnaten uit het geslacht Jeppema.

De Brabantse Leeuw, jrg. 13, no. 7, juli 1964: Jac. J. M. Heeren. Familie Van Dieren; L. G. van Dijck o.s.a. Wymans; J. A. W. Swane. Mulders in Brabant, XIV. Van Beeirden.

Met Gansen Trou, 14c jrg., no. 7-8, juli-aug. 1964: Drs. F. J. van Oostrum. De Loonse en Drunense Duinen.

Die Familie, No. 7, Juli 1964; No. 8, August 1964; 9. Jrg.: Internationaler Familien- kongresz der U. 1. 0. F. in München; Festansprache des Herrn Bundespräsidenten.

Fibula, juli/augustus 1964, 5e jrg., no. 3: H. A. de Reiger. De Hunnebedden, 11; G. D. van der Heide. Scheepshistorisch onderzoek; A. G. van der Steur. E. Du Perron en de geschiedenis; K. Leenders. Van Ptolomeus tot Newton; Dr. W. J. T.Peters. Itabiae.

La France Généalogique, 6me. année, No. 36-37, juin 1964: Dernière Heure; Rédaction des Questions; Bibliographie; Revues; Questions; Réponses.

272 Genealogie, Deutsche Zeitschrift für Familienkunde, 13. Jrg., Heft 4, Juli-August 1964: Eberhard Otto. Das oberpfilzische Element bei Richard Strauss; Gero yon Wil- cke. Die Familie der Sibylle von Neitchiitz; Otto Moscherosch. Leben, Familie und Wappen des Ernst Ludwig Moscherosch von Wisselsheim; Max Frotscher. Stammbuch der Strumpfwirkerinnung in Miihltroff 1787-1852; Paul Spack 7’. Soldatenehen in Frei- burg im Breisgan von 1700-1732; Joh. Wolfg. von Goethe. Bedeutung des Individuellen.

Der Grafschafter, Folge 134-135, April-Mai 1964: Wilhelm Herbers. Alte Piccardie und Georgsdorf;

Idem, Folge 136, Juni 1964: Die Tecklenburgische Kirchenordnung des Grafen Ar- nold von Bentheim de anno 1588, von Reichsarchivral a.d. Moritz Graf zu Bentheim, Rheda.

Idem, Folge 137, Juli 1964: Dr. Ernst Kiihle. Die Stadtregion Nordhorn.

Gruoningu, 1Oe jrg., no. 7-8, juli-augustus 1964: Ds. Z. Hamming. Het geslacht Eeuwes; Ds. D. van Dijk. De herkomst van de Groninger Blincksema’s; P. Luinstra. Het Wester- kwartierse geslacht Hummersma; P. J. Ritserna. De nakomelingen van Jan Clasen en Jantje Helprichs; G. W. Nanninga. De vrouw van de dicke Tammen: Bawe Tho Merum?; Drs. 0. D. J. Roemeling. De Hoogstaangeslagen in het Oldambt in 1571; W. van Groe- nenbergh. Het geslacht De Muinck in Groningerland; Gedenkboek het Zandt.

Ons Heem, jrg. XVIII, 5, oogstmaand 1964: T. J. Gerits op. Uit de tijd der pestilentie; R. Morren. Kentekens van verenigingen; Onze stam: Een vis heeft de eer; Familiekun- dige Vraagbaak.

Hepp’sche Familien Nachrichten, No. 50: Dieses Wappen der Linie Sickenhofen; Riickblick.

Znstituto Znternacional de Genealogia y Heraldica, Hoja Informativa, Año X1, No. 228, Junio de 1964: Het Congres te ‘s-Gravenhage; Nieuwe ridders van de Orde van het Heilige Graf.

Idem, Año X1, No. 229, Julio de 1964: Overlijden van de President Paul Adam, te Parijs; Mededelingen van het Instituut.

Znstitüt fiir Auslandbeziehungen Stuttgart. Zeitschrift für Kulturaustausch, Jg. 14 - 1964 - 2: Betrekkingen tussen Duitsland en het Buitenland.

,,Michigana” Western Michigan Genealogical Society, May-August 1964, Vol. 9: Odds and Ends; New Books; Quests; Death Records - Ionia County.

Molennieuws, volgnummer 33, sept. 1964: Excursie naar het gebied van de Vlist en de Alblasserwaard op zaterdag, 26 sept. 1964; A. J. de Koning. Vestiging van molen- makersbedrijven in Nederland; De molen te Holland - Michigan - U.S.A.

Nederlands Archievenblad, 68e jrg., le afl. 1964: Verslag der 86ste jaarvergadering; I. J. Brugmans. In memoriam W. S. Unger; J. H. de Vey Mestdagh. Toegankelijkheid van archieven. P. J. Mey. Archieven en onderwijs.

De Nederlandsche Leeuw, LXXXIe jrg., no. 7, juli 1964: Mr. J. H. de Vey Mestdagh. Jacoba Johanna Guitton en Samuel Hendrik Mathourné, Maastrichtse huisgenoten van de familie De Milan Visconti.

Idem, LXXXIe jrg., no. 8, augustus 1964: Mr. K. N. Korteweg. De graven van Lim- burg Stirum, oudste of jongste tak van de graven van Limburg? Mr. 0. van Kappen en Drs. J. F. Jacohs. Genealogie van het geslacht Van Kappen; De kunstschilders de Bray en hun familie; Voorouders van Z.K.H. Carlos Hugo Prins van Bourbon-Parma.

The New York Genealogical and Biographical Record, Vol. XCV, Number 2, April 1964: Robert and Ruth (Barbar) Kenyon and some of their Descendants; The Vreden-

273 burg Family; Baptisms of the Dutch Reformed Church of Rhinebeck, Datchess County, New York.

Idem, Volume XCIX, 1963: Index.

Rijnland, no. 3, juni 1964: W. van Rhijnf. De familie van Duivenbode; H. A. C. W. van Wijk. Onderzoek naar de welgeborenen in Rijnland; A. G. van der Steur. Een droe- vig afgelopen zeiltochtje op de Kagerplassen in de 18e eeuw; C. W. Delfurterie. Kwar- tierstaat van Johanna van Beemen/Biemen; C. W. Delforterie. Alfabetische Klapper op de voornamen, voorkomende in de lijst van testamenten uit de 16e eeuw.

Der Schweizer Familienforscher, Le Généalogiste Suisse, Jrg. XxX1, 4/6, Juni 1964: Dr. K. Schulthesz. Anna Amalia von Hohenems, Eine vornehme Patin und ihre genealo- gische Beziehungen; Jean Geel. Die Stucki-Familien des Sarganserlandes; CJ. F. Hag- mann. Auszug sus dem Steuerbuch der Gemeinde Sevelen, 1722.

The Staten Island Historian, Volume XXV, No. 3, July-September 1964: 1. Barnitz Bacon. Staten Island: the questions of its past and of its future.

De Stichtsche Heraut, lle jrg., 1964, no. 2: Mevr. Mr. W. Eldering-Niemeyer. Mili- taire Huwelijken te Wijk bij Duurstede, alfabetisch gerangschikt; 2. van Doorn. Enige laat-middeleeuwse schouten in Woerden en omgeving.

Idem, lle jrg., 1964, no. 3: Z. van Doorn. Zie boven.

Ons Voorgeslacht, 19e jrg., no. 124, juni 1964: Mr. J. Nolen. Kwartierstaat Van Schie-Burger; Dr. J. MacLean. Weeda; A. A. Arkenbout. Ouderdomszorg te Brille in 1770; Trouwboek van Cillaarshoek (1667-1797).

Westfriese Families, 5e jrg., no. 1, juli 1964: De familie Chatillon; Meester Ruyterma; Familie Wijdenes Spaans; Belangrijke bronnen.

Westfriese Geslachten, no. 111: Familie-overzicht van de Bobeldijkerfamilie Nobel, samengesteld door Ir. C. Koeman.

Idem, no. IV: Familie-overzicht van de familie Van Balen Blanken, samengesteld en uitgegeven door de Werkgroep voor West-Friese Genealogie van het Historisch Genoot- schap ,,Oud West-Friesland”, juni 1964. Amsterdam, september 1964. W. D. H. ROSIER.

De 2e bibliothecaris. de heer 1. H. J. Camnaane te Rozendaal (Gld.).~ IImeldt ons~~~~ de volgende schenkingen voor onze bibliotheek: _ - Van de heer W. H. Trouw te ‘s-Gravenhage: Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, delen IV t/m VIII (Holland) en deel X1 (Utrecht), verschenen bij Isaak Tirion te Amsterdam, 1742/1758; Hedendaagsche Historie of Tegenwoordige Staat der Oostenrijksche, Fransche en Prmssische Nederlanden, en: Hedendaagsche Historie of tegenwoordige staat van alle Volkeren, vervattende bijzonderlijk eene Beschrijving van den Raad van Brabant en van de Stad en Meiery van ‘s-Hertogenbosch, bij dezelfde 1738/1739. Van de heer H. van Harten te Utrecht: Niet verouderd, wèl veranderd: Berkel en Rodemijs, uitgegeven door het gemeentebestuur t.g.v. het lOOO-jarig bestaan dezer ge- meente. Namens het hoofdbestuur der Ned. Gen. Ver. betuigen wij de schenkers onze hartelijke dank.

274 VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

51. IDEMA. De afstammelingen van Hero Idema en diens zoon Pieter (Heres) Idema, geboren omstreeks 1610, chirurgijn te Appingedam en gehuwd met Trijntje , hebben op 27 oktober 1962 een familievereniging opgericht. De vereniging stelt zich primair ten doel: onderzoek naar de afstamming van hen, die de naam dagen van het geslacht Idema. Een vrij uitvoerig familie-overzicht is, vooral dank zij de heer J. D. Vriesendorp te ‘s-Gravenhage, opgesteld. De vereniging is lid van de N.G.V. Het ligt uiteraard in de bedoeling de familiebe- schrijving volledig te maken en een ieder die hieraan zijn/haar medewerking wil ver- lenen wordt verzocht gegevens op te zenden naar: E. D. Idema, Hoofdweg 194, Westerlee (Gr.), tel. 05970 - 2079. R. N. Idema, Burchtlaan 3, Wassenaar, tel. 01751 - 3385. Ir. Th. P. E. de Klerck, van Kinsbergenlaan 44, Winschoten, tel. 05970 - 2077. Hoewel de vereniging zich er van bewust is, dat er vele Idema’s zijn, die niet behoren tot het onderhavige geslacht, zijn de gegevens van dezen van harte welkom. Wederkerig worden uiteraard ook met genoegen inlichtingen verstrekt. 52. ATEMA - AT-TEMA. Op 4 mei 1737 huwden in de N.H. Kerk te Oudega (Small.) in Friesland: Ate Jelles en Ljudske Abrums. Dit echtpaar had (onder meer) twee zoons, genaamd: Jelle Ates (ge- huwd met Jeltje Pieters, overl. te Bergum op 18-10-1818, beroep vervener/schipper) en Jan Ates (te Leeuwarden gehuwd met Jantie van der Bles, overleden te Suameer op 25-4-1810, beroep Collecteur der Wachtgelders). Jan voerde in 1786 reeds de naam Atema, terwijl Jelle deze naam aannam in 1811 (te Bergum). Jelle zijn zoon Pieter is verder als Attema (zilversmid te Leeuwarden) door het leven gegaan, evenals zijn na- komelingen). Vooral voor gegevens omtrent het echtpaar Ate Jelles en Ljudske (Lutske) Abrams (Abruhams), van welke aard ook en Atema - Attema, houd ik mij ten zeerste aanbevolen. J. ATEMA, Maassluisstraat 432 11, Amsterdam (OV).

ANTWOORDEN Bij het doorbladeren van oude jaargangen van uw tijdschrift vond ik op blz. 196 van 194849 een vraag naar gegevens over ,,Gerardus, ged. 3-10-1745, zn. van Gerrit Greve en Geertrui Criithofs.” Ik weet niet of de vrager er nog mede gediend is, maar misschien kan het volgende hem interesseren. Gemeente-archief van Rotterdam. a. Op 12-8-1792 sterft Geertrui Kruithof, wed. van Gerrit Greve. Ze laat drie kinderen na. b. Bij de doop van Geertrui Wreve, de kleindochter van Geertrui Kruithof, staat zij als getuige genoemd. Voor de iuiste bewoordina verwijs ik naar dit archief. Daar zal de vragerI noaI veel inlichtingen vinden over de G;eeve’s.- Mag ik als wederdienst de vrager verzoeken mij te zeggen waar hij de gegevens voor zijn vraag vond? Ter uwer inlichting kan ik u mededei&r, dat ik een 2%; uitgebreid archief over het geslacht Kruithof bezit, dat geheel belangeloos ter beschikking van be- langstellenden staat. Dr. Ir. J. KRUITHOF, Cederlaan 15, Antwerpen 1.

275 AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN OP DE LEDENLIJST

Nieuwe leden: 3172. J. J. Boon. Meerwea 205. Haren. Gr. 3 173. Ir. D. van’der Wee< Utrechtseweg 74, Arnhem. 3174. K. W. Wevers, Huijbert van Schadijcklaan 26, Kortenhoef. 3 175. J. W. Gerretsen, Diamanthorst 127, ‘s-Gravenhage. 3 176. Mr. P. A. M. van den Bronk, Westhavenplaats 41 b, Vlaardingen. 3177. L. G. H. van der Waals, Bergstraat 43, Boekel, N.B. 3178. 1. P. Back, Akkerlaan 10, Bussum. 3179. G. Th. M. Frénay, Fresialaan 62, De Kwakel - Uithoorn. Adreswijzigingen: 2666. J. G. J. van Booma, ,,Ter Hogerbeecke”, G. 19, Herxen-Wijhe 1365. C. Ahles, Gen. Cronjestraat 54, Haarlem. 2640. Mevrouw A. Langedijk-de Goede, Zwolseweg 105, Deventer. 1890. H. J. Barendregt, Statenweg 33 1, Rotterdam-4. 3064. L. G. van Dijck O.E.S.A., p.a. Triniteitslyceum, Zijlweg 199, Haarlem (post Gver- veen). 2350. H. J. M. Frusch, Koningsweg 7, Kerkrade. 1675. R. Boonstra, Parkweg 7, Deventer. 3135. Hans van Tol, Livingstonelaan 207, Utrecht. 1174. W. A. v. d. Laan. Flevolaan 26. Muiderberg. 2646. Ir. T. T. J. Jaspers, Wagenaarstraat 13, Heemskerk. 3 107. M. W. van der Meulen, Februariplantsoen 2, Sliedrecht. 2970. J. Verhoeve, Pieter Pauwstraat 78, Zaandam. 2984. H. G. Battjes, Esdoornstraat 14, Nieuwkoop. 673. P. M. H. Breukers, Hubgaesschen 6, Riehen 4125 (Zwitserland). 3046. H. J. J. Link O.E.S.A., Kerkweg 4, Gellicum. 2452. Mr. C. M. S. A. van Oeveren, Pololaan 60, Brussel-15. R. 8. Bond der Oost Vlaamse Volkskundigen, Bibliothecaris: R. Hoeseryn, Dr. de Reu- sestraat 15, Sint Amandsberg (België). Overleden: Tot ons leedwezen moeten wij het overlijden melden van ons lid: 2377. Ir. A. Bregman, Diepenbrocklaan 5, Bilthoven. Correctie (de nan te brengen correctie is gecursiveerd): 3141. Dr. Ir. J. Meulenhoff, Zgn. Bispincklaan 8, Bloemendaal. Nummerwijziging: 820. W. Horinga, Langendijk 33, Assen, i.p.v. 320. ’ 2825. Drs. P. J. C. Boeren, Aug. Sniederslaan 8, Eindhoven, i.p.v. 2852. Afvoeren (wegens dubbel abonnement - zie ab. Broens, Maastricht): 3129. Ernest van Aelst, Witmakersstraat 25, Maastricht.

Wij berichten de geboorte van: JEANINE dochter van de heer en mevrouw Van Opstal-Koelemij, op 24 september 1964 te Breda,

en van: JOHANNES zoon van de heer en mevrouw Dolman-Rosier, op 30 september 1964 te Den Helder, en het huwelijk van: PAUL BREUKERS

MARUKEe:OGAERS gesloten te Cuyk a.d. Maas, op 17 oktober 1964. Aan allen onze hartelijke gelukwensen.

276 - ONS GESLACHT - MAANDBLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING OOEDOEKEURD BIJ KONINKLIJK BESL. “AN 18 A!JGU!äTUS ,849, 640 03 Lebat*tel,jk podgrkeurd 51, K0”l”klijk Be,I”lt van 5 April ,855 JAARGANG 19 No. 11 NOVEMBER 1964 Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, AmsterdamC. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 1230 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

LUXEMBURG

Op 12 november j.l. heeft H.K.H. Groothertogin Charlotte van Luxemburg de regering over dit groothertogdom overdragen aan haar zoon, Z.K.H. Prins Jean van Luxemburg, een gebeurtenis die ongetwijfeld door vele Nederlanders met meer dan gewone belangstelling is gevolgd. Niet alleen omdat velen onzer dit lieflijke land en zijn bewoners van hun vakanties kennen, ook niet slechts vanwege de nauwe samenwerking waarin wij binnen Benelux-verband leven, doch vooral vanwege de talrijke historische banden die tussen beide landen bestaan. Stierf twee jaar geleden met Koningin Wilhelmina, strikt genomen, de Ottoonse lijn van het huis Nassau uit, thans heeft met deze troonsafstand dan ook de Walramse lijn van dit geslacht opgehouden regerend te zijn. De nieuwe dynastie die in de persoon van groothertog Jean is opgevolgd, het geslacht der Bourbon’s, is in feite het oudste Europese vorstenhuis: afgezien nog van kortere regeringsperioden in andere landen heerste het onafgebroken bijna negen eeuwen in Frankrijk en ruim twee eeuwen in Spanje. Nu dit geslacht voor het eerst sedert 1931 in een zijner takken weer rege- rend is, heeft de redactie van Gens Nostra gemeend die hoge ouderdom op de voorgrond te moeten stellen door als basis-publikatie een gedetailleerde stamreeks te geven. De aanvankelijke opzet, daarbij door zeer beknopte biografieën tevens iets mede te delen over de betekenis der diverse scha- kels in deze reeks, moest vanwege de ruimte worden opgegeven. Het zal een ieder duidelijk zijn, dat het (om slechts één voorbeeld te geven) eenvou- dig onmogelijk is om in luttele regels de betekenis van Lodewijk XIV (gen. XxX1) te schetsen. Daarentegen is wèl getracht in de datering en formulering van titels e.d. een zo groot mogelijke nauwkeurigheid te betrachten. Hetzelf- de geldt voor de voornamen, die met name in de laatste generaties vaak zeer

277 talrijk zijn; diegene daarvan die als ,,roepnaam” gebruikt werden, zijn ge- cursiveerd. Ook is ernaar gestreefd de namen in de juiste taal te vermelden, zonder dat het echter (met name in de oudste generaties) mogelijk bleek, daarbij geheel consequent te zijn. Wanneer we overzien, langs welke schakels deze stamreeks ons voert (van graven aan de bovenloop van de Rijn naar West-Francië, en vervolgens via Frankrijk, Clermont, Bourbon, La Marche, Vendôme, Navarra, Frankrijk, Spanje, Parma, Etrurië en Lucca weer naar Parma) dan is het duidelijk, dat we hier a.h.w. een dwarsdoorsnee door dertien eeuwen Europese geschiede- nis voor ons hebben. Daar het zonder verdere toelichting vermoedelijk niet iedereen steeds duidelijk zou zijn, door welke gebeurtenissen het een uit het ander voortvloeide, zijn bij de overgangen tussen de diverse gedeelten korte historische toelichtingen geplaatst. Ook werd, ter oriëntatie van de lezer, telkens aangegeven, welke andeke takken tot dit geslacht behoren of hebben behoord, in voorkomend geval voorzien van de vermelding, in welk jaar die takken uitstierven.

DE ROBERTIJNEN

Hoewel in oudere genealogische overzichten de stamboom van de Franse koningen meestal eerst gegeven wordt vanaf Hugo Capet [generatie X1], met wie immers de ononderbroken rij dezer vorsten aanvangt, zijn ook de drie daaraan voorafgaande gene- raties reeds geruime tijd met zekerheid bekend. Daar zij afstammelingen waren van Robert le Fort [gen. VIII] is het gebruikelijk die oudere generaties als de Robertijnen (les Robertins) aan te duiden. Ten aanzien van het voorgeslacht van Robert le Fort heeft men in de 18e en 19e eeuw diverse hypothesen opgesteld, die alle aan het euvel mank gingen, dat zij in het beste geval zich slechts konden baseren op incidentele aanduidingen in 1 Oe- of 11 e-eeuwse kronieken, op niet-contemporaine bronnen dus. Het is de verdienste van Kar1 Glöckner geweest dat hij, een nieuwe uitgave van het cartularium van Lorsch (een aanzienlijke abdij, eertijds gelegen even ten noorden van Heidelberg) voorbereidend, aan de hand van contewmoruine bronnen als oorkonden, een filiatie kon opstellen van een aantal grootgrondbêzitters en graven in wie wij het voorgeslacht van de Robertijnen hebben te zien. Daar in het hierna volgende, overeenkomstig de opzet van deze publikatie, uitslui- tend de stamreeks wordt gegeven (waardoor de samenhang minder overtuigend lijkt dan wanneer men daar ook de ooms, broers, neven enz. bij betrekt) zij het mij vergund, ge- interesseerden te verwijzen naar de daarover bestaande literatuur’).

1) Voor de oudste generaties zie men: Kar1 Glöckner, Lorsch und Lothrmger, Rober- tiner und Capetinger; in: Zeitschrift für die Geschichte des Oberrheins, 1936; de recen- sies daarvan van de hand van L. Levillain in Le Moyen Age 1936-37 en in de Bibliothèque de l’Ecole des chartes, 1944; alsmede Hervé Pinoteau, Les Origines de la Maison Capétienne, in: Recueil du IVe Congres International des Sciences Généalo- gique et Héraldique, Bruxelles 1958. Afeezien van werken van algemeen-historische aard werd voor het overige gebruik gemaakt van o.a. de volgende genealogische werken: a. Genealogisches Handbuch des Adels. Fürstliche Häuser Bd. VI, Limburg a.d. Lahn 1961. - b. H. Grotefend, Taschenbuch der Zeitrechnung des deutschen Mittelalters und der Neuzeit, 8. Aufl., Hannover 1941. c. Domingos de Araujo Afjonso (e.a.), Le Sang de Louis XIV, 2 dln., Braga 1961-‘62. d. Almanach de Gotha, diverse jaargangen.

278 Op één vraag wil ik hier echter wel ingaan. Het zal sommigen misschien verbazen, dat wij in een aantal ,,Duitse” graven de voorouders hebben te zien van een zo ,,Frans” geslacht als dat der Capet’s. Men bedenke dan echter in de eerste plaats, dat vrijwel geen enkele dynastie, wanneer men de stamreeks maar hoog genoeg opvoert, afkomstig is uit het land of de streek waarover zij later heerst. Maar vervolgens realisere men zich, dat er in de tijd waarover wij hier spreken (8e en 9e eeuw) nog geen sprake was van een afzonderlijk Duitsland of een afzonderlijk Frankrijk. Er was één groot, Frankisch rijk, wel met onderlinge regionale tegenstellingen, maar geenszins zo nationaal geprononceerd als dat later het geval was. Resteert dus slechts de vraag: waardoor heeft dan een aanvankelijk aan de Boven-Rijn gegoed geslacht zich verplaatst naar de streek tussen Seine en Loire? We moeten die verplaatsing (welke omstreeks 840 plaats heeft; zie gen. VIII hierna, welke met opzet daartoe meer uitgewerkt is) zien in het licht van het partij-kiezen van de Frankische adel in de burgeroorlogen tussen Lodewijk de Vrome en zijn zoons. Van 846 af treffen wij in de omgeving van Lorsch en Worms graven uit andere geslachten aan, kennelijk nieuw ,,personeel” van Lodewijk de Duitser. Robert IV moest, wilde hij zich niet aan diens geslacht onderwerpen, elders een heenkomen zoeken en koos daartoe de streek waar hij van moederszijde erfgoederen bezat. 1. Lambert (I) (Lantbertus), edele in Neustrië; broer (of zoon?) van Robert (Chrorobertus, Chrodobertus), ,,referendarius” van koning Dagobert 1 van Neustrië, oork. 8-4-630. tr. N.N. 11. Robert (Chrodobertus, Rodobercthus, Radobertus), ,,vir clarissimus”; hof- meier van koning Chlodowech 11 op 22-1-653; kanselier van koning Chlo- tharius 111 van Neustrië in 658; paltsgraaf op 2-10-678; tr. Do& (Detta)?

111. Lambert (11) (Lantbertus); oork. 70671.5; gest. vóór 741 (oom van de H. Chrodegang, bisschop van Metz 754-766, primaat van Gallië en Germanië, eerste abt van Lorsch); tr. N.N.

IV. Rutpert Z, vermeld in een oorkonde van Karel Martel voor de kerk van Utrecht 1-1-722; nadien tot 757 in oorkonden genoemd; hertog in de Has- pengouw (Hesbaye) in 732; graaf in de Bovenrijn- en Wormsgouw; wordt op 7-4-741/2 als hij goederen schenkt aan de abdij van St.-Truiden aange- duid als ,,Robertus comes, filius quandam Lantberti”; gezant naar paus Paulus 1757; gestorven voor of in 764; tr. ca. 730 Williswint, erfdochter van goederen in de Wormsgouw, sticht als weduwe in 764, met haar oudste zoon, graaf Cantor, het rijksklooster Lorsch bij Worms; vermeld in oorkonden tot 768; dochter van een graaf Adalhelm.

V. Z’huringbert (Turincbertus); vermeld al broeder van Cantor in een schen- king aan Lorsch 767 en op 11-6-770 samen met zijn zoon Robert in een goederenruil met Lorsch; tr. N.N.

VI. Rutpert ZI; nog zonder grafelijke titel vermeld 11-6-770; nadien graaf in de Bovenrijn- en Wormsgouw; oorkondt tot 807; heer van Dienheim in 795; tr. 1”. Theodorata (Tietrada, Thierrée) uit het geslacht der Aleramiden (?); oork. 76617; gest. vóór 789; tr. 2”. Isingarde, vermeld in 789. Uit een dezer huwelijken:

VII. Rutpert ZZZ, graaf in de Wormsgouw; vermeld 812-830, verscheidene malen koninklijk missus; gest. vóór 834; tr. ca. 800 Waldrada (Wialdruth, Vaudrée), vermeld 829-834; erfdochter van goederen om Orleans; dochter van Ha- drianus, graaf van Orleans (wiens zuster Hildegard gehuwd was met Karel de Grote) en van Waldrat uit het geslacht der Widonen.

279 VIII. Rutpert IV; geb. ca. 820: vermeld in 836 als getrouwe van Lodewiik de Vro- me;. schenkttwee hoeven in de Wormsgouw-aan Lorsch; vermeld als graaf ca. 837 te Pfungstadt; kiest in 840 partii voor Lotharius; begeeft zich dien- tengevolge eerst naar Bourgondië, vervölgens naar NeÚstrië; identiek met ,,Robert le Fort”; vermeld als leken-abt van St. Martin de Marmoutier bij Tours 3-4-852: is (,,vir illuster”) missus dominicus in Maine. Touraine. Anjou. Séois, Corbonnais, mogelijk (vanwege de nabijheid der Bretons) reeds markgraaf; komt in opstand 856-861; daarna hertog van Francië (,,Dux Caroli Calvis regis”) tegen de Bretons; graaf van Autun, Auxerre, Nevers en markgraaf 865/6; gesneuveld tegen de Noormannen bij Brissarthe 159- 866; tr. 1”. N.N. tr. 2”. ca. 864 Aelis (Adelheid) van Tours. neb. ca. 819: aest. na 866: we- duwe van de 22-3-863‘gestorven Beierse graaf Konrad 1 uit het geslacht der Welfen, graaf van de Aargouw, leken-abt van Sankt Gallen en St. Germain d’Auxerre, misschien ook graaf van Auxerre; dochter van Hugo, graaf van Tours (,,Hugues le Méfiant”) en Bava uit onbekend geslacht. Uit het tweede huwelijk: 1x. Robert V, geb. 866 (posthuum?); graaf van Poitiers 893; graaf van Parijs en beleend met de overige functies van ziin oudere, 1-1-898 gestorven broeder Odo; markgraaf van_Neustrië; abt van St. Martin de TÖurs, St. Aignan d’orléans en van St. Denis; gekozen en gekroond tot koning (,,Robert I”) van West-Francië 29-6-922 als .tegenkoning tegen de Karoling -Karel 111 de .Een- voudige; tegen deze gesneuveld bij de abdij St. Médard bij Soissons 15-6-923; tr. 1’. Aelis (Adela); tr. 2”. vóór 893 Bea,trix van Vermandois, dochter van Heribert 1 van Ver- mnndois (Karoling) en (?) Bertha van Morvois Uit het tweede huwelijk: X. Hugo (,,Hugues le Grand”), geb. ca. 900; vermeld sedert 921; graaf van Orleans, Vexin en Parijs 923; leken-abt van St. Martin de Tours, St. Germain d’Auxerre, St. Aignan d’orléans, St. Quentin, St. Vaast, enz.; voogd van konine Lodewiik IV van Overzee (..Louis d’outremer”) en regent van het Westfiankische- rijk 936-p45; hertog van Francië 943 (950); hertog van (Neder-)Bourgondië 943 (954); hertog van Aquitanië 954 (doch zonder feite- lijk gezag aldaar); regent voor de Karolingische koning Lotharius 954-956; gest. Dourdan 16-6-956; begr. St. Denis; tr. 1”. (?) 922 Judith, gest. ca. 925; natuurlijke (?) dochter van Hugo 111 graaf van Bourges uit het geslacht der Etichonen en (?) Rothilde van Francië ~~~~t geslacht der Karolingen), abdis van Chelles; . . ca. 926 Edhrld (Eadhylde) van Engeland, vermeld 14-9-937; gest. 937; dochter van koning Edward 1 van Engeland en Aelflede uit Bernicië; tr. 3”. Mainz of Ingelheim na 9-5 en kort voor 14-9-938 Hedwich (Hade- vich) van Saksen, geb. ca. 922; gest. op 10-5 na 965; dochter van Hendrik 1, hertog van Saksen, Duits koning en Mathilde van Ringelheim. Uit het derde huwelijk: Hugues Capet [gen. X1].

DE CAPETINGEN Het kiezen van Hugo Capet tot koning van het Westfrankische rijk in 987 was geens- zins zo revolutionair als het ons op een afstand van bijna tien eeuwen op het eerste ge- zicht moge schijnen. Karolingen en Robertijnen hadden elkaar reeds meer afgewisseld en ook nu was het niet zozeer een principiële beslissing voor de toekomst, alswel een incidentele keuze voor het moment. De Karolingen, wier feitelijk machtsgebied door de toenemende feodalisering in de 1Oe eeuw sterk was verminderd, hadden zich in West-Francië eigenlijk slechts kunnen handhaven door de steun van de Duitse keizer en de trouw van de geestelijkheid, met als eerste de aartsbisschop van Reims. Toen zij deze beide in de jaren ‘70 verspeelden, maakte Hugo Capet onmiddellijk gebruik van de gelegenheid hier waardevolle contacten te leggen.

280 De koninklijke macht die hij in 987 verwierf, berustte slechts op een-smalle territo- riale basis; de toen geconfisceerde Karolingische bezittingen waren nog maar gering en ook het eigen, onder zijn voorvaderen nog grote familiebezit was verminderd. Het koninklijk domein bestond bij zijn troonsbestijging in feite uit niet veel meer dan een smalle strook grond. strekkende van Orleans over Pariis tot Comoièane. Tot aan Filins 11 Augustus [gen. %VII] zou het slechts geleidelijk enige uitbreiding ondergaan. _ Men late zich echter door de historische atlas niet misleiden: ziin wezenliike macht bestond meer uit een complex van onderling zeer diverse rechten-dan uit e& territo- rium. Doordat het koningschap als van goddelijke oorsprong gold en door het sacrale karakter dat dit koningschap door de zalving had, was het bovendien verzekerd van een geweldige affectie van het volk en van de steun der geestelijkheid. Een verdere versterking onderging dit koningschap nog, doordat Hugo Capet met het gebruik begon, de (oudste) zoon tot mede-koning te associëren, waardoor bij een even- tueel voortijdig overlijden van de vorst er geen sprake van twijfel kon zijn, wie de wettige koning was. Tot en met Filips Augustus zijn dan ook alle vorsten uit deze reeks tot mede-koning gekroond. Toen, in het begin der 13e eeuw, was de positie van het koningschap zo sterk geworden, dat een associatie onnodig was geworden. Slechts eenmaal kwam het Franse koningschap in deze eeuwen ernstig in gevaar, n.1. toen Lodewijk VII in 1152 zijn eerste gemalin verstootte, die onmiddellijk hertrouwde met de toch al machtige hertog van Normandië, die twee jaar later bovendien koning van Engeland werd. Het gehele westen van Frankrijk was toen leengoed in Engelse handen. Door een zeer stoutmoedige politiek wist Lodewijks zoon, Filips Augustus, dit gevaar te bezweren, zodat bij zijn dood het koninklijk domein vier maal zo groot was geworden als bij de aanvang van zijn regering! De complicaties welke in 1328 rezen, doordat nimmer nadrukkelijk was vastgesteld, dat het koningschap bij primogenituur en slechts in de mannelijke lijn vererfde (vele le- nen vererfden al lang ook in vrouwelijke lijn), vallen buiten deze stamreeks, daar wij ons dan reeds in een apanage, die van Bourbon, bevinden.

x1. Hugues Cape& geb. 941; herrog van Francië en graaf van Parijs 956-987; voogd van koning Lodewijk V en regent van Frankrijk 986-987; koning van Frankrijk 3-7-987; gest. Les Juifs bij Chartres 24-10-996; begr. St. Denis; tr. in de zomer van 968 Adèle de Poitou, geb. ca. 950; gest. 15-6-1006; waarschijnlijk dochter van Guillaume Ier, graaf van Poitou, titulair-hertog van Aquitanië (bijgenaamd ,,Tête d’Etoupe”) en Gerloc-Adèle de Normandië.

x11. Robert IZ Ze Pieu.r, geb. Orleans 972; medekoning 1-1-988; koning van Frankrijk 24-10-996; hertog van Bourgondië 1002-1017; gest. Melun 20-7- 103 1; begr. St. Denis; tr. 1”. vóór 1-4-988 (verstoten in 992) Rozela van Italië, geb. ca. 950/60; gest. Gent 7-2-1003; begr. aldaar; erfdochter van Montreuil-sur-Mer; weduwe van de in 987 gestorven graaf Arnulf 11 van Vlaanderen; dochter van Beren- garius 11 van Ivrca, koning van Italie en Willa van Arles; tr. 2”. in 996 (verstoten in 1000) Bertha van Opper-Bourgondië, gest. na 1010; weduwe van de 12-3-996 gestorven graaf Odo van Blois; dochter van Konrad 111, koning van Onuer-Bourgondië (uit het eeslacht der Welfen) en Mathilda vin Francië (uit cei geslach‘i der Kr&-olingen?; tr. 3”. tussen augustus 1001 en 25-8-1002 Constante de Provence, geb. ca. 986; gest. Melun 25-7-1032; begr. St. Denis; dochter van Guillaume ZZ van Provence (,,Guillaume Taillefer”) en Adeluïde van Anjou.

Van de drie zonen uit het derde huwelijk overleed de oudste (Hugues le Grand, sinds 1017 medekoning) ongehuwd in 1025, dus nog voor zijn vader, waarop de tweede zoon (Henri Ier) als koning werd geassocieerd. Van de derde zoon, Robert, hertog van Bourgondië, stammen af: a. het geslacht Capet-Bourgogne, als hertogen van Bourgondië uitgestorven in 1361, doch waarvan één zijtak sinds 1095 als graaf en sinds 1139 als koning over Portugal regeerde (in wettige lijn in 1388 uitgestorven) en een andere zijtak die der dauphins de Viennois was (uitgestorven in 1296); b. het geslacht Aviz, afstammend van een bastaard uit het Portugese koningshuis Capet- Bourgondië, regerend als koningen over Portugal tot zijn uitsterven in wettige lijn in 1580;

281 c. het nog bloeiende huis Brangan~u, afstammend van een bastaard uit het huis Aviz, regerend als koningen over Portugal van 1640 tot 1853 en als keizers over Brazilië van 1822 tot 1889 (zie gen. XXXIX en XL hierna). De tweede zoon was: X111. Henri Ier, geb. in 1008 (vóór 17-5); hertog van Bourgondië 1017-1032: medekoning 14-5-1027; volgt op als koning van Frankrijk 20-7-1031; gest. Vitry-en-Brie 4-8-1060; begr. St. Denis; tr. 1 O. 1043 Mathilde, gest. 1044; oomzegster van keizer Koenraad 11; tr. 2”. Reims 19-5-1051 Anna van Kiew, geb. in 1036; hertr. (vermoedelijk niet na 3-8-1061) Raoul 11 de Valois, graaf van Crespy, enz. (gest. 8-9-1074); gest. na 1076 maar vóór 1089; begr. abdij Villiers bij La Ferté-Alais; dochter van Jaroslaw Wladimirowitsch, grootvorst van Kiew uit het geslacht der Rurikiden en Ingegerd van Zweden. Van een jongere zoon uit het tweede huwelijk, Hugues le Grand, stamt af het ge- slacht Capet-Vermandois, uitgestorven in 12 12. De oudste zoon uit het tweede huwelijk was:

XIV. Philippe Ier, geb. in 1052 (vóór 23-5), medekoning 23-5-1059; volgt op (onder regentschap van zijn moeder en van zijn oom Boudewijn V, graaf van Vlaanderen) als koning van Frankrijk 29-8-1060; zelfstandig 1067; gest. Meulan 29-7-1108; begr. abdij St. Benoit-sur-Loire; tr. 1”. in 1072 (verstoten in 1092) Bertha van Holland, geb. ca. 1055; gest. Montreuil-sur-Mer 1094; dochter van Floris 1 -graaf van Holland en Gertru- dis van Saksen; tr. 2”. (geschaakt 27-10-1091; gehuwd 15-5-1092, welk huwelijk echter door de paus niet erkend werd; verstoten 2-12-1104) Bertrade de Montfort- l’Amaury, echtgenote van Foulques IV, graaf van Anjou; dochter van Si- mon Ier, graaf van Montfort-1’Amaury en Agnes d’Evreux. Bertrade werd non na 1108 en overleed Fontrevault 14-2-1117. Uit het eerste huwelijk: xv. Louis VZ le Gros, geb. in de herfst van 1081; graaf van Vexin 1092; mede- koning einde 1098; koning van Frankrijk 1108 (gekroond 3-8); gest. kasteel Béthizv bij Pariis 1-8-1137: bear. St. Denis: tr. l’._ 1104 (verstoten 1107)-Lucienne de Rochefort, geb. ca. 1088; hertr. Guichard de Beauieu; dochter van GUY Ier (,,Guv le Rouae”) de Rochefort- en-Yveline, sénéchal de France, en van Elisabeth-de Crécy-en-Valois. tr. 2”. Parijs in april of mei 1115 Adelheid van Savoye, geb. 1092; gest. 18-11-1154; begr. Parijs, abdij Montmartre; dochter van Humbert 11 van Savoye, graaf van Maurienne, markgraaf van Italië, en van Giselu van Bourgondië-lvrea. Adelheid hertrouwde in 1141 Matthieu Ier de Montmorency, connétable de France, gest. 1160. Uit het tweede huwelijk waren zes zoons: a. Philippe (welke ongehuwd vóór zijn vader overleed), b. Louis (welke volgt), c. Henri (welke tot de geestelijke stand toetrad), d. Robert, van wie in wettige lijn afstammen de geslachten Dreux-Montfort (uitgestorven in 1469) en Dreux-Bretagne (in wettige lijn uitgestorven in 1514, in onwettige lijn voort- gezet door de graven van Vertus), e. Philippe, welke tot de geestelijke stand toetrad) en f. Pierre, van wie het geslacht de Courtenay afstamt (keizers van het Latijnse keizerrijk 1216-1274, uitgestorven 1307; graven van Namen 1216-1229, uitgestorven 1308). De tweede zoon uit het tweede huwelijk was: XVI. Louis VU le leune, geb. ca. 1122; medekoning 25-10-1131; volgt op als ko- ning van Frankrijk 1-8-1137; hertog van Aquitanië 1137-1154; gest. Parijs 18-9-1180; begr. Barbeau bij Fontainebleau; tr. 1”. Bordeaux 22-7-1137 (verstoten Beaugency 18-3-1152) Aliénor de (zie verder pag. 289)

282 VERSIE VAN HET GROOT WAPEN BOURBON-PARMA GEVOERD c. 1850 e.v.

Twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende negen grote kwartieren, van welke het vijfde en middelste bedekt is door een middenschild. De kwartieren vertegen- woordigen de wapens van: 1. in goud zes blauwe lelies, 3-2-1 (Farnese-Parma); 11. ge- deeld: 1. in zilver een rood breedarmig ingebogen kruis, gecantonneerd van vier zwarte adelaars, rood gesnaveld en gepoot, twee aan twee elkander toegewend (Mantua); 2. in rood een aoud gekroonde leeuw. aeschuinbalkt van zilver en blauw (Rossi San Seconde): 111. gedeeld: l.-in goud een blauwe grotere koek (bol) beladen met drie gouden lelies; vereezeld beneden van viif rode kleinere koeken (bollen). 2-2-1 (Medici-Toscane): 2. in blaÜw een zilveren goud-gekroonde adelaar (EstelModena); IV. ‘in goud een gÓÚd ge- kroonde zwarte adelaar, de borst belegd met een rood schildje, beladen met een zilveren kruis (Savoye.Etrurië); - (V. [overdekt door het middenschild] gedeeld: 1. twee maal doorsneden: a. in goud een zwarte dubbele adelaar met zilver lint over het onderlichaam gaande waarop in zwarte letters LIBERTAS (Massa); b. in zilver een rood kruis (Genua); c. in rood een schuinbalk, geblokt van zilver en blauw in drie rijen (Cibo); 2. doorsneden van goud op rood met over alles heen een groene doorntak, zonder bladeren doch met vijf (1-2-2) zilveren vijfbladige rozen met gouden knop bezet (Malaspina), (tezamen Cibo- Malaspina-Massa-Carrara); - VI. gedeeld: 1. in rood een zilveren dwarsbalk (Oosten- rijk); 2. zes maal geschuinbalkt van goud en blauw binnen een rode zoom (Oud-Bour- gondië); VII. twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende negen vakken van beurtelings goud en blauw en in een gouden schildhoofd een zwarte, goud gekroonde dubbele adelaar, in de rechter klauw een ontbloot zilveren zwaard houdende en in de linker een gouden scepter (Pallavicini); VIII. gedeeld: 1. in rood een gouden kruis, gecan- tormeerd van vier gouden griekse hoofdletters B, twee aan twee elkaar toegewend (Con- statinopel-Byzantium); 2. in zilver een gouden Jeruzalem-kruis (Koninkrijk Jeruzalem); IX. gevierendeeld: 1 en 4 zes maal gepaald van goud en blauw met over alles heengaan- de een zilveren golvende dwarsbalk: 2 en 3 in goud drie blauwe hoekiae dwarsbalken (Landi-Piacenza)~middenschild (kwartier V overdekkende); het wapen Spanje vlg. K W. 21 (blz. 317); hartschild: in blauw drie gouden lelies binnen een rode zoom, beladen met acht zilveren schelpen (Bourbon-Parma). 283 - 16 T 7 il 9 CARLO MARIA TERESA CHARLES FERDINAND MARIA CAROL1N.i LODOVICO FERDINAND0 FERDINANDA FELICIA de BOURBON-ARTOIS FERDINANDA LUIGIA di BORBONE GAETANA PIA di SAVOIA ,18 Prins Y. FRANKRIJK di BORBONE Kg. v. ETRURIE (1803-‘07) Prs. v. SARDINIE Htg. v. BERRY F‘rs. der BEIDE SICILIEN Htg. v. LUCCA (1824-‘47), Htg. v. PARMA, PIACENZA en GUASTALLA (1847-‘49) Infant Y. SPANJE

zn. v. Lodovico 1 di Borbone, dr. v. Vittorio Emanuele 1 zn. Y. Charles X Kg. v. dr. v. Francesco 1 di Kg. Y. Etrurië en Maria Luisa di Savoia, Kg. v. Sardinië Frankrijk en Maria Teresia Borbone, Kg. der Beide de Borbon y Borbon, Infe. en Maria Theresia Y. di Savoia, Prs. Y. Sardinië Siciliën en Clementine v. v. Spanje Lotharingen-Habsburg, Atshtgn Lotharingen-Habsburg, v. Oostenrijk Atshtgn. v. Oostenrijk

* Madrid * Rome * Versailles * Caserta 22-12-1799 I 19-9-1803 24-1-1778 5-11-179s t Nice t San Martino (Lucca) t Parijs (vermoord) i Brunnsee 17-4-1883 16-7-1879 14-2-1820 17-4-1870

Turjn Parijs 5-9-1820 17-6-1816

9

FERDINAND0 CARLO 111 MARIA GUISEPPE I,OIJISE: MARIE THERESE v. BOURBON VITTORIO BALDASSARRE di BORBONE, Prs. v. FRANKRIJK, Prs. v. ARTOIS, Htg. Y. PARMA, PIACENZA, c.a. (1849), Gvn. v. ROSNY (1830) Infant Y. SPANJE Regentes v. Parma etc. (1854-‘59)

* Lucca 14-1-1823 * Parijs 21-9-1819 t Parma (vermoord) 27-3-1854 t Venetië 1-2-1864

FroEdorf 10-11-1845

ROBERT0 1 CARLO LUIGI MARIA di BORBONE,

Htg. v. PARMA, PIACENZA, c.a. (18.54-‘59), Infant v. SPANJE

* Florence 9-7-1848 t Pianore 16-11-1907 I ca 11. Sl. Fischhorn b. FELIX MARIE PRINS v. BOURBON van PARMA, * Schwarzau am Steinfelde 28-9-1893 00 Luxemburg 6-11-1919 CHARLOTTE ADELGUNDE ELISABETH MARIA

Samenstelling: A.R.K. 284 20 T.l .,o:o VI MARIA JOSE CARLOTA JOAQUINA CONSTANTIN JOSEPH MARIE AGNES FRANCISCO XAVIER de TERESIA de BORBON y NIKOLAUS ALFRED HENRIETTE PAULA LUIS ANTON10 BORBON WENZESLAUS Erfpr. zu Prs. zu HOHENLOHE- DOMINGOS RAFAEL Infante Y. SPANJE LÖWENSTEIN-WERTHEIM- LANGENBURG de BRAGANÇA ROSENBERG Kg. v. PORTUGAL (1816) tit. Kzr. Y. BRAZILIE (1825)

zn. v. Pedro 111 de Bragança, dr. v. Carlos IV de Borbón y zn. v. Kar1 Vst. te dr. Y. Carl Vst. te Vst. Y. Brazilië en Kg. Y. Sajonia, Kg. Y. Spanje en Löwenstein-Wertheim Hohenlohe-Langenburg Portugal en Maria 1 de Maria Luisa di Borbone, Rosenberg en Sophie, Gvn. v. en Amalie, Gvn. v. Bragança, Kgn. v. Portugal Prs. v. Parma Windisch-Grätz Solms-Baruth en Prs. v. Brazilië * Lissabon * Madrid * Klein Heubach * Sl. Langenburg 13-5-1767 25-4-1775 28-9-1802 5-121804 t Lissabon t Queluz 7 Klein Heubach t Haid (Bohemen) 10-3-1826 6-1-1830 27-12-1838 9-9-1835

Lissabon SI. Wildeck(Hessen) 9-1-1790 31-5-1829

0 MIQUEL I MARIA do PATROCINIO JOÄO CARLOS SOPHIE AMELIE ADELHEID LOUISE JOHANNE l--FRANCISCO de ASIS XAVIER PAULA PEDRO LEOPOLDINE de ALCANTARA ANTON10 RAFAEL Prs. Y. LÖWENSTEIN-WERTHEIM-ROSENBERG GABRIEL JOAQUIM JOSE GONZAGA EVARISTO Htg. Y. BRAGANCA Rgt. (1828), Kg. Y. PORTUGAL (1828-‘34) * Lissabon 26-10-1802 * Klein Heubach 3-4-1831 t Sl. Bronnbach 14-11-1866 + Ryde (Wight) 16-12-1909

Klein geubach 24-9-1851

MARIA ANTONIA ADELAIDE CAMTLA CAROLINA EULALTA LEOPOLDINA SOFIA INES FRANCISCA de ASIS e de PAULA MICAELA RAFAELA GONZAGA GREGORIA BERNARDINA BENEDICTINA ANDREA

Prs. v. BRAGANÇA, Infante v. PORTUGAL

* Sl. Bronnbach 28-11-1862 -1. Sl. Berg (Lux.) 14-5-1959 kil. a. See 15-10-1884

JINCENT ‘RINS v. LUXEMBURG (5-11-1919)

VILHELMINE, Grt.Htgn. v. LUXEMBURG, Htgn. v. NASSAU, Prs. v. BOURBON-PARMA

285 4 2 5 lZ6 127 WILHELM GEORG ,CHARLOTTE FRIEDERIKE ’ IQlIEI~RI~‘ll AUGUST MARIE LOUISE AUGUST HEINRICH LOUISE AMELIE Pr. Y. ANHALT-DESSAU BELGICUS ALEXANDRINE 1 Prs. “C?I%zzSSEL Itg. Y. NAz;IAW$ILBURG. Prs. “. SAKSEN- HILDBURGHAUSEN Htg. “. NASSAU (1816) /

zn. v. Friedrich Wilhelm dr. “. Friedrich Htg. “. zn. “. Friedrich Erfpr. Y. dr. v. Wilhelm Lndgf. Htg. Y. Nassau-Weilburg Saksen-Hildburghausen en Anhalt-Dessau en Christiane Y. Hessen-Kassel en en Louise Isabella Gvn. “. Charlotte Prs. Y. Amalie L;$;b;,. Hessen- Charlotte Pm. “. Sayn-Hachenburg, Bggvn. Mecklenburg-Strelitz Denemarken Y. Kirchberg * Weilburg * Hildburghausen * Dessau * Kopenhagen 14-6-1792 28-1-1794 23-9-1199 9-5-1814 t Kissingen t t Dessau ; Hohenburg (Bay.) 20-8-1839 641825 4-12-1864 28-7-1895

Sl. Rumpenheim 11-9-1832

^L ADOLF WILHELM AUGUST KARL FRIEDRICH ADELAIDE MARIA Htg. v. NASSAU (1839-‘66), Grt.Htg. “. LUXEMBURG Prs. Y. ANHALT-DESSAU (1890) Kon. Pruis. Generaal der Cavalerie

* Biebrich 24-7-1817 * Dessau 25-12-1833 t Sl. Hohenburg (Bay.) 17-11-1905 t Königstein i. T. 24-11-1916 w 11. DeSSaU 23-4-1851

WILHELM IV ALEXANDER

Grt.Htg. v. LUXEMBURG, Htg. v. NASSAU etc K. LI. K. Oostenr.-Hong. Generaal-Majoor

l Biebrich 22-4-1852 i’ SI. Berg (Lux.) 25-2-1912 c*3 Sl. Fischhorn b

I * Sl. Berg (Lux.) 23-1-1896 CHARLOTTE ADELGUNDE Grt.Htgn. v. LUXEMBURG (1919-1964), Htgn. v. NASSAU, Prs. v. BOURBON-PARMA, Bgpvn. v. HAMMERSTEIN, Vrouwe v. MAHLBERG, WIESBADEN, w Luxemburg 6-11-1919 FELIX MARIE VINCENT

Samenstelling: A.R.K 286 U

28 1!9 130 ‘31 ,JOÄO VI MARIA JOSE <‘AHLOT,\ JOAQUINA (‘ONSTANTIN JOSEPH MARIE BUNYS FRANCISCO XAVIER de TERESIA de BORBON y NIKOLAUS ALFRED HENRIETTE’ PAULA LUIS ANTON10 BORBON WENZESLAUS Erfpr. zu i Prs. zu HOHENLOHE- DOMINGOS RAFAEL Infante v. SPANJE LÖWENSTEIN-WERTHEIM- LANGENBURG de BRAGANÇA ROSENBERG Kg. v. PORTUGAL (1816) tit. Kzr. v. BRAZILIE (1825)

zn. Y. Pedro 111 de Bragança, dr. v. Carlos IV de Borbón y zn. v. Kar1 Vst. te dr. Y. Carl Vst. te Vst. v. Brazilië en Kg. v. Sajonia, Kg. Y. Spanje en Löwenstein-Wertheim- Hohenlohe-Langenburg Portugal en Maria 1 de Maria Luim di Borbone, Rosenberg en Sophie, Gvn. v. en Amalie Gvn. v. Bragança, Kgn. v. Portugal PIS. v. Parma Windisch-Grätz Solms-Baruth en Prs. v. Brazilië * Lissabon * Madrid * Klein Heubach * SI. Langenburg 13-5-1767 2541775 28-9-1802 5-12-1804 + Lissabon t Çueluz + Klein Heubach t Haid (Bohemen) 10-3-1826 6-1-1830 27-12-1838 9-9-1835

Lissabon SI. Wildec? (Hessen) 9-1-1790 31-5-1829 - ~14

MIUUEL I MARIA do PATROCINIO JOÄO CARLOS SOPHIE AMELIE ADELAEID LOUISE JOHANNE FRANCISCO de ASIS XAVIER PAULA PEDRO LEOPOLDINE de ALCANTARA ANTON10 RAFAEL Prs. Y. LÖWENSTEIN-WERTHEIM-ROSENBERG GABRIEL JOAQUIM JOSE GONZAGA EVARISTO Htg. Y. BRAGANÇA, Rgt. (1828), Kg. v. PORTUGAL (1828-‘34) * Lissabon 26-10-1802 * Klein Heubach 3-4-1831 t Sl. Bronnbach 14-11-1866 t Ryde (Wight) 16-12-1909

Klein I&bach 24-9-1851 _ r7 MARIA ANNA do CARMO HENRIQUE TERESA ADELAIDE JOANA CAROLINA INES SOFIA EULALIA LEOPOLDINA ISABEL BERNARDINA MICAELA GABRIELA RAFAELA FRANCISCA de ASIS e de PAULA INACIA GONZAGA

Prs. v. BRAGANÇA, Infante v. PORTUGAL

* SI. Bronnbach 13-7-1861 ? New-York 31-7-1942

XLISABETH MARIA WILHELMINE ‘falzgvn. b. RIJN, Gvn. v. SAYN, KöNIGSTEIN, KATZENELNBOGEN en DIEZ, DSTEIN, MERENBERG, LIMBURG en EPPSTEIN 9. v. BOURBON-PARMA en v. LUXEMBURG

287 GROOT WAPEN van GROOTHERTOGIN CHARLOTTE van LUXEMBURG Drie maal gedeeld en drie maal doorsneden, gevende zestien kwartieren, van welke het zesde, zevende, tiende en elfde bedekt worden door een groot middenschild dat vier kwartdelen telt. De kwartieren vertegenwoordigen de wapens van: 1. in blauw bezaaid met zilveren herkruiste kruisjes met spitse voet, een zilveren leeuw, goud gekroond, ge- tongd en genageld (Saarbrücken); 11. in groen een gouden schuinkruis, gecantonneerd van 4 x 3 gouden kruisjes (Merenberg); 111. in goud twee rode gaande leeuwen, boven elkaar (Weilnau); IV. in goud een zwarte dwarsbalk (Mörs); V. in goud een rode aanziende leeuw, blauw gekroond, getongd en genageld (Katzenelnbogen); VIII. in zwart een zil- veren dubbele adelaar, rood getongd en goud gesnaveld en gepoot (Saarwerden); 1X. in rood twee gouden gaande leeuwen, blauw getongd en genageld, boven elkaar (Diez); X11. in goud een rode dwarsbalk (Lahr); X111. in rood een zilveren dwarsbalk (Vianden); XIV. in zilver drie zwarte palen (Kirchberg); XV. in rood een gouden aanziende leeuw (Sayn); XVI. in goud een zwarte leeuw, rood gekroond, getongd en genageld (Mahlberg); middenschild: gevierendeeld: 1 en 4: in blauw bezaaid met gouden staande blokjes een gouden leeuw, rood gekroond, getongd en genageld (Nassau); 2 en 3: tien maal gedwars- balkt van zilver en blauw met over alles heen een rode dubbelstaartige leeuw, goud gekroond, getongd en genageld (Luxemburg)

288 Ivervolg\~ n van nap. 282) Pc%u, geb. 1122; hertogin van Aquitanië 1137; zij hertr. Poitiers 18-5-1 152 Henri 11 graaf van Anjou en hertog van Normandië, welke in 1154 als Henry 11 koning van Engeland wordt; gest. Poitiers 31-3-1204; begr. Fontre- vault: dochter van Guillaume VIII graaf van Poitou, hertog van Aquitanië en Eíeonore van Châtellerault. tr. 2”. Orleans tussen Kerstmis ll.53 en Pasen 1154 Constante van Castilië, gest. 4-10-1160; begr. St. Denis; dochter van Alfonso VII koning van Castilië en León en Berengaria van Barcelona; tr. 3”. 3-11-1160 Alix de Blois-Champagne, geb. ca. 1140; mede-regentes 1190; gest. Parijs 4-6-1206; begr. Fontigny; dochter van Theobald (ZV) IZ van Blok, graaf van Champagne en Mathilde van Karinthië uit het geslacht Sponheim.

XVII. Philippe ZZ Augusfe (,,Philippe le Conquérant”), geb. Gonesse 22-8-1165; gewijd 1-11-1179 en gekroond 29-3-1180 tot medekoning; volgt op als koning van Frankrijk 18-9-1180: eest. Mantes 14-7-1223: beer. St. Denis: tr. 1”. Bapaume 28-4-118’0 Isabella van Henegouwen-Vlaanderen, gravin van Artois, geb. Valenciennes in april 1170; gest. Parijs 15-3-1190; begr. Nôtre Dame aldaar; dochter van Boudewijn V (VZII) van Henegouwen-Vlaanderen en Marpare,tha van Vlaanderen uit het huis Elzas; tr. 2”. Amiens 15-8-1193 (verstoten Compiègne 5-11-1193, weer verenigd einde 1200) Ingeborg (Isambour) van Denemarken, geb. 1175; gest. Corbeil 29-7-1236; begr. priorij St. Jean-sur-1’Isle bij Corbeil; dochter van Waldemar 1 koning van Denemarken en Sofie van Polotz uit het geslacht der Ruri- kiden; - tr. 3”. in juni 1196 (verstoten 7-9-1200) Agnes van Andechs-Meranië, geb. ca. 1180; gest. kasteel Poissy 29-7-1201; begr. Poissy; dochter van Berthold IV graaf van Andechs, markgraaf van Istrië en heer van Meranië en Dalma- tië, en van Agnes van Wettin-Rochlitz. Uit het eerste huwelijk: XVIII. Louis VZ111 le Lion, geb. Parijs 5-9-1187; volgt op als koning van Frankrijk 14-7-1223; tegenkoning (van Jan Zonder Land) in Engeland van juni 1216 tot sept. 1217; gest. Montpensier 8-11-1226; begr. St. Denis; tr. bij Pont-Audemer (Normandië) 23-5-1200 Btanca van Castilië, geb. Palen- cia (Castilië) in 1188 (vóór 4-3); regentes van Frankrijk gedurende de min- derjarigheid van haar zoon Louis 1X ‘van 12261236 en gedurende diens afwezigheid (7e kruistocht) van 1248-1252; gest. Parijs 27-11-1252; begr. Maubuisson; dochter van Alfonso VZZZ van Castilië en Eleonora van Enge- land.

Van een jongere zoon, Robert le Vaillant, stammen af de graven van Artois (tot 13 lg), voortgezet als graven van Eu (uitgestorven in 1472); van een derde zoon, Charles d’Anjou, stammen af de takken Capet-Anjou (uitgestorven in 1399), Cape&Napels (uit- gestorven in 1414), Cupet-Tarente (uitgestorven in 1374) en Capet-Duruzzo (in wettige mannelijke lijn uitgestorven in 1414, in vrouwelijke lijn in 1435, in onwettige lijn moge- ’ lijk nog voortlevend). De oudste de vader overlevende zoon was. X1X. Louis ZX (Saint-Louis), geb. Poissy 25-4-1214; volgt op als koning van Frankritk 8-11-1226 onder regentschap van zijn moeder; zelfstandig 1236; gestor& voor Tunis 25-8-1270; begr.-St. Den&; heilig verklaard 1237; tr. Sens 27-5-1234 Murguerite de Provence, geb. St. Maime bij Forcalquier in 1221; gest. Parijs 21-12-1295; begr. St. Denis; dochter van Raimond Berengarius V van Arragon, graaf van Provence en Forcalquier en Beatrix van Savoye.

/ Het nageslacht van zijn oudste zoon, koning Philippe 111 le Hardi, bestond in wettige lijn uit de geslachten: Capet (uitgestorven in mannelijke lijn in 1328, in vrouwelijke lijn in 1381), Valois (uitgestorven in 1498), (Valois-)Orléans (uitgestorven in 1575), (Valois-)

289 Angoulême (in wettige mannelijke lijn uitgestorven in 1589, in wettige vrouwelijke lijn in 1615, in onwettige lijn in 1701), (Valois-)Berry (uitgestorven in 1435), (Valois-)Bour- gondië (uitgestorven in wettige mannelijke lijn in 1477, in wettige vrouwelijke lijn in 1482) en (Valois-)Evreux (uitgestorven in 1441). In onwettige lijn stammenian de Valois’ af het geslacht der hertogen van Longueville (uitgestorven in 1707, waaruit wederom in onwettige lijn het geslacht De Rothelin, uit- gestorven in 1818) en het geslacht De Sairzt-Rémy, uitgestorven in 1925. Een jongere zoon was: Robert de France [gen. XX].

BOURBON De nu volgende generatie confronteert ons met een sinds Lodewijk VIII in de Franse monarchie opgekomen instelling: de apanage. Weliswaar zijn er al wel enkele kleinere voorbeelden van bekend uit vroeger tijd, maar hij paste dit systematisch toe. De apanage is een instelling uit het privaatrecht, waarbij de begunstigde afziet van het hem anders toekomende deel van de erfenis. Dit gebruik werd in het Franse koninaschao de mid- denweg tussen een rechtmatige verdeìmg van het gehele rijk (volgens het Frankische principe) en, anderzijds, het streven het koninklijk domein zo goed mogelijk bijeen te houden. Ook eerder had men reeds uitwegen gezocht om een verdeling te ontgaan: jongere zoons liet men huwen met rijke erfdochters of toetreden tot de geestelijke stand. Door op ruime schaal apanages in te stellen handelden Lodewijk VIII en zijn opvolgers als familie-vader, niet als een door staatkunde geleid vorst. Het creëren van apanages was een onontkoombaar kwaad, wilde men broederoorlogen voorkomen. Maar herhaaldelijk gingen de begunstigden en hun nakomelingen toch een eigen politiek voeren, die soms Iijnrecht indruiste tegen die van het hoofd van het geslacht, de Franse koning. Het sterkste voorbeeld hiervan is wel het in 1362 (opnieuw) ingestelde Bourgondië. De droe- ve ervaringen, daarmee opgedaan, gaven aanleiding later aan apanages allerlei beper- kende bepalingen op te leggen, of de verleende goederen bij het uitsterven der zijlinie in te trekken. Maar ook daarbij bleek, dat het politiek-mogelijke vaak minder is dan het politiek-wenselijke. Het voorbeeld-Bourbon, waarlangs ons deze stamreeks voert, is nog een van de ge- lukkigste. Het eerste geslacht dat over de heerlijkheid (seigneurie) Bourbon had ge- heerst, was met Archambauld X uitgestorven. Hii liet twee dochters na. die beiden huwden met leden van het geslacht Capet-Bourgondië. Alleen de jongste, die haar zuster in het bestuur dezer heerlijkheid opvolgde, liet een erfgenaam na: Beatrix, die in 1272 trouwde met Robert, de zesde zoon van Saint Louis. _ Na de dood van zijn schoonmoeder (1283) bestuurde Robert deze toen niet bij het kroondomein getrokken, maar als apanage weer uitgegeven heerlijkheid samen met zijn gemalin. Hij nam er wel de naam, maar niet het wapen van aan en behield dus het lelie-wapen. Dit, maar vooral de trouwe houding welke hij en zijn nakomelingen - af- gezien van de allerlaatste generatie - steeds tegenover de achtereenvolgens als koning regerende takken van het vorstenhuis bewaarden, droeg er sterk toe bij dat zij steeds als leden van het Maison de France erkend bleven. Van die trouw gaf reeds zijn zoon, Louis le Grand [gen. XXI] in het begin der Honderdjarige Oorlog met Engeland vele blijken: zowel militair als diplomatiek wist hij vele successen voor de koning te behalen, waarop deze Bourbon tot een hertogdom ver- hief (1327). Na zijn dood moesten echter de bezittingen van deze tak verdeeld worden. Het eigenlijke hertogdom Bourbon kwam, met Clermont en de meeste andere bezit- tingen, aan de oudste zoon (Pierre), wiens zoon (Louis 11) door zijn huwelijk met Anne, dauphine d’Auvergne, het graafschap Forez en de dauphiné d’Auvergne verwierf, als- mede in 1400 Beaujolais. In de loop van de 15e eeuw bereikten de bezittingen van deze oudste tak een grote, zij het kortstondige bloei, vooral ook in artistiek opzicht aan het hof in Moulins en in de abdii van Souvianv. In 1525 werden deze bezittingen echter door het koninklijk gezag ingetrokken vanwege het verraad van de toenmalige hertog, de bekende connétable Charles (111) de Bourbon. die zich in dienst van Karel V had begeven. Louis’ tweede zoon, Jacques [gen. XXII] kreeg bij de deling van 1342 slechts het graafschap la Marche en de heerlijkheid Montaigue-en-Combrailles, doch bleef een trouw aanhanger van zijn koning (Philippe VI), wiens leven hij in de slag bij Poitiers

290 XX. Robert de Frame, geb. in 1256; graaf van Clermont-en-Beauvaisis maart 1269; heer van Bourbon 1283; chambrier de France; gest. 7-2-1317; begr. Parijs (Dominicanen); tr. Clermont-en-Beauvaisis zomer 1272 Béatrice de Bourgogne, erfdochter van Bourbon, geb. ca. 1257; gest. kasteel Murat 1-10-1310; begr. Cham- pagne (Allier); erfdochter van Jean de Bourgogne, heer van Charolais (uit het geslacht Capet-Bourgondië, zie hierboven sub X11 ad a.) en Agnès, erfdochter van Bourbon. XXI. Louis de Bourbon, geb. 1279; bijgenaamd ,,Le Grand” en ,,Le Boiteux”; grand chambrier de France 1308; heer van Bourbon na de dood van zijn moeder in 13 10; graaf van Clermom na de dood van zijn vader in 13 17; verheven tot (eerste) hertog van Bourbon en pair van Frankrijk, bovendien graaf van la Marche, waartegenover hij echter Clermont aan de koning moet afstaan 27-12-1327; wederom beleend met het (dan tot pairie verhe- ven) graafschap Clermont 1331; gest. 22-1-1341; begr. Parijs (Jacobijnen); tr. Pontoise in september 1310 Maria van Henegouwen (uit het geslacht Avesnes), gest. kasteel Murat 28-8-1354; begr. Champaigne; dochter van Jan 11 graaf van Henegouwen en (sinds 1299) Holland en Phìlippine van Luxemburg.

Uit de oudste zoon uit dit huwelijk, Pierre Ier de Bourbon, stammen: a. het geslacht der hertogen van Bourbon, in wettige lijn uitgestorven in 1488 (in on- wettige lijn voortgezet door de tak Bourbon-Lavedan), waarna de bezitingen over- gaan aan Bourbon-Montpensier 1; b. het geslacht Bourbon-Beaujeu (uitgestorven in 1521); c. het geslacht Bourbon-Busset, afstammend van Lotus de Bourbon (vorst-bisschop van Luik 1456-1482). Dit geslacht bloeit nog in verschillende takken; tot een daarvan behoort de moeder van Z.K.H. Prins Charles Hugues de Bourbon-Parme; d. het geslacht Bourbon-Monrpensier 1, in mannelijke lijn uitgestorven in 1527 met het sneuvelen van de toen in Spaanse dienst strijdende connétable Charles 111 de Bour- bon, in vrouwelijke lijn in 1561.

Een jongere zoon was:

XXII. Jacques ler de Bourbon, geb. ca. 1321; graaf van La Marche (1342) en Ponthieu (1346-1360); capitaine général du Languedoc 15-6-1349; conné- table de France 1354-‘56; gestorven Lyon 6-4-1362 (als gevolg van een gevecht bij Brignais op 2-4); begr. Lyon (Dominicanen); tr. in 1335 leanne de Blok, gest. 15-8-1371; erfdochter van Condé, Caren- cy, Leuze, Buquoi en Aubigni: dochter van Hl

Van een jongere zoon, Jacques, stamt de linie Bourbon-Preaux, uitgestorven in 1422.

De oudste zoon was: Jean Ier, graaf van Vendôme [gen. XXIII]

VENDOME

Vendôme, thans hoofdstad van het departement Loir-et-Cher, is van oorsprong een Keltische nederzetting. Tegen het einde van de 1Oe eeuw vormde Vendôme met on- middellijke omgeving een eigen graafschap, waar wij leden van het geslacht der graven van Anjou als graaf aantreffen. Zij waren het ook die er de beroemde abdij de la Trinité stichtten. Door huwelijk kwam dit graafschap aan de linie Bourbon-la Marche. Na de dood van Jean Ier werden de bezittingen van deze tak nogmaals verdeeld: de oudste (Jacques 11) kreeg de graafschappen la Marche en Castres en de heerlijkheden Montaiaue en Bellac (deze goederen vererfden via zijn enige gehuwde dochter reeds in de volgende generatie aan de Armagnac’s), de tweede (Louis; gen. XXIV) kreeg Ven- dôme en de derde (Jean) Carency. Vendame vererfde vervolgens steeds van vader op zoon tot aan Henri IV [gen.

291 Xx1X1 die de laatste was die de titel ervan voerde. In de burgeroorlogen die Frankrijk in het-laatst der 16e eeuw teisterden, wist de (katholieke) Ligue de stad in te nemen (1586). Henri IV moest zijn voorvaderlijk erfdeel gewapenderhand heroveren, waarna hij het kasteel liet ontmantelen; sedertdien zijn er dus nog slechts ruïnes van over, ook van de slotkerk, de collégiale Saint-Georges, waarin verscheidene zijner voorvaderen begraven waren. Later schonk hij Vendôme aan zijn natuurlijke zoon César [zie sub XXIX]. XXIII. Jean Ier de Bourbon, graaf van la Marche 1361; graaf van Vendôme en Castres 1374; heer van Lezignem-en-Narbonnais, Epernon, Bréhencourt, Thail, Quillebeuf, enz.; lieutenant général pour le roi en Limousin 1366; gest. 11-6-1393; begr. Vendôme; tr. Parijs 28-9-1364 Cathérine de Vendôme, bestuurderes van het graafschap Vendôme na de dood van haar gemaal; gest. 1-4-1412; begr. Vendôme; dochter van Jean VI graaf van Vendôme en heer van Castres (,,Jean de Preuilly”) en Jeanne de Ponthieu-Aumale.

Van de derde zoon, Jean, stamt de linie Bourbon-Carency af, uitgestorven m 1515. De tweede zoon was: XXIV. Louis de Bourbon, geb. ca. 1376; medebestuurder van het graafschap Ven- dôme sinds ongeveer 1402; door koop heer van Montdoubleau 1406; grand chambellan de France 1408; graaf van Vendôme en Chartres 1412; grand maître de France 15-11-1414; gouverneur van Champagne, Brie en Picardië; gest. Tours 21-12-1446; begr. Vendôme; tr. 1”. 21-12-1414 Blanche de Roucy, gest. 21-8-1421; begr. Vendôme, doch- ter van Hugues 11 graaf van Roucy en Blanche de Coucy; tr. 2”. Rennes 24-8-1424 Jeanne de Laval, gest. kasteel Lavardain 18-12- 1468; begr. Vendôme; dochter van Jean de Montfort, heer van Kergolay, enz. (sinds 1412 als Guy X111 heer van Lava0 en Anne, erfdochter van Laval, Vitre, Gavre, Aquigny, Châtillon, Aubigne, enz.

XXV. Jean 11 de Bourbon, geb. ca. 1426; als Jean VII graaf van Vendôme 1446; pest. kasteel Lavardain 6-1-1478; bear. Vendôme; &. Angers 9-11-1454 Isabelle de Bëauveau, geb. ca. 1436; gest. 1475; begr. Vendôme; erfdochter van Champigny en la Roche-sur-Yon; dochter van Louis heer van Beauveau, sénéchal d’Anjou, en Marguerite de Chambley.

Van een jongere zoon, Louis, stamt het geslacht Bourbon-Montpensier 11 af, uitge- storven in 1693. Tot deze tak behoorde ook Charlotte de Bourbon-Monpensier, derde gemalin van Willem de Zwijger, herhaaldelijk voormoeder van H.M. de Koningin. De oudste zoon was: XXVI. François de Bourbon, geb. 1470; graaf van Vendôme 1478; graaf van St. Pol, Marle en Soissons 1487; gest. Vercelli 2-10-1495; begr. Vendôme; tr. kasteel La Fère 8-9-1487 Maria van Luxemburg, gravin van St. Pol, Ligny en Enghien; erfdochter van de graafschappen St. Pol, Marle en Sois- sans, het burggraafschap Meaux en de heerlijkheden La Fère, Gravelines, enz.; weduwe van de op 30-1-1486 gestorven Jacob van Savoye, graaf van Romont; gest. kasteel La Fère-en-Tardenois 1-4-1547; begr. Vendôme; doch- ter van Peter 11 graaf van Luxemburg en St. Pol (en sinds 1476 van Soissons, Enghien en Marle) en Margaretha van Savoye. Van een jongere zoon, François, stamt het in mannelijke lijn reeds in 1546, in vrou- welijke lijn in 1601 uitgestorven geslacht Bourbon-St. Pol af, dat zich op grond van een erf-huwelijk ook Estouteville noemt. De oudste zoon was: XXVII. Charles de Bourbon, geb. Vendôme 2-6-1489; graaf van Vendôme, Soissons en Condé, heer van La Flèche, enz. onder regentschap van zijn moeder 1495; verheven (als Charles Ier) tot hertog van Vendôme en pair van Frankrijk

292 februari 1515; gouverneur van Valois 1515; van Parijs, het Ile-de-France en Picardië 1524; door de koningin-moeder benoemd tot chef des conseils na de gevangenname van de koning (François Ier) in de slag bij Pavia 1525; onder de naam Charles IV hoofd van het huis Bourbon en ,,premier prince du sang” na de dood van hertog Charles 111, connétable de.Erance (zonder echter in het bezit gesteld te worden van de bezittingen van diens linie) 1527; gest. Amiens 25-3-1537; begr. Vendome; tr. 1’. Châteaudun 18-5-1513 Francoise d’Alençon, hertogin van Beaumont, geb. in 1491; gest. kasteel La Flèche 14-9-1550; begr. Vendôme; weduwe van de 12-2-1512 gestorven Francois 11 d’orléans, hertog van Longueville; dochter van Ram? hertog van Alençon en Margaretha van Lotharingen.

Van een jongere zoon, Louis, stammen af de geslachten Condé (in mannelijke lijn uitgestorven in 1804 met de fusilering van de hertog van Enghien, in vrouwelijke lijn in 1824) en Conti, uitgestorven in 18 14. De oudste zoon was: Antoine de Bourbon [gen. XXVIII].

NAVARRA Dat na het sneuvelen van de connétable Charles 111 de Bourbon diens voormalige goederen bij het kroondomein werden ingelijfd en niet aan de jongere linie Bourbon- Vendôme werden geschonken, is uit een oogpunt van centralisatie-politiek zeer wel begriineliik:_ __ het gevaar van het vormen van een vriiwel onafhankelijke ,,staat” midden in Frankrijk was-maar al te reëel, Het doet echter wel wat vreemd aan te constateren, dat de ,,premier prince du sang” praktisch alleen het kleine graafschap Vendôme bezat. De volgende generatie brengt echter een enorm dynastiek huwelijk:-Antoine de Bour- bon [gen. XXVIII] huwde met Jeanne d’Albret, die onafhankelijk koningin van Navarra en souverein burggravin van Béarn was, maar daarenboven erfgename van het grootste complex toen nog niet bij het kroondomein getrokken lenen: van vaderszijde het her- togdom Albret, de graafschappen Périgord, Foix, Bigorre en het burggraafschap Limo- ges, van moederszijde de erfenis der Armagnac’s! Navarra was eertiids een Iberisch koninkriik. dat in het westeliike deel der Pvreneeën was gelegen; voor een klein deel ten noorden’daarvan (Neder-Navarra), doch voor het grootste deel ten zuiden van dit gebergte (Opper-Navarra). Reeds in de vroege Middel- eeuwen was deze streek steeds in-verzet tegen-de omringende, vaak veel grotere volken: eerst tegen de Wisi-Goten, later tegen de Islamieten en de Franken. Aan het verzet tegen deze laatsten is de herinnering verbonden van de slag bij Roncevaux (778), die uitgangs- punt werd voor het Roelandslied. Karel de Grote onderwierp dit gebied in 806 en maakte er een deel van de Spaanse Mark van, maar weldra namen de Basken de strijd weer op, zowel tegen de Franken als tegen de Mohammedanen, waarbij zij zich herhaaldelijk met de ene partij tegen de andere verbonden. Reeds vroeg (met zekerheid sinds 905) treffen we er een inheemse dvnastie. aan. die omstreeks 1030 zelfs de leiding wist te nemen in de Reconquista, het christelijk tegen- offensief op het Iberisch schiereiland. Kort daarop werd het rijk echter verdeeld en in 1234 stierf de dynastie in mannelijke lijn uit. In 250 jaar tijds ging Navarra toen zes keer in andere geslachten over, hetgeen vaak gepaard aina met strijd tussen de di- verse pretendenten,-waardoor de inwendige krach? van dii land natuurlijk verzwakte. Dit was vooral het geval bij de laatste dezer dynastiewisselinaen, toen Jean d’Albret huwde met de erfgename van het koninkrijk Navarra, Cathérme’de Foix (1484). De bevolking voelde zich toen meer tot Castilië aangetrokken en het was zodoende voor koning Ferdinand de Katholieke van Arragon en Castilië vrij eenvoudig om Opper- Navarra te bezetten (1485). In 1.512 lijfde hij het bij zijn landen in. Pogingen van Henri 11 d’Albret (koning van Navarra 1517-1555) het tijdens zijn vader verloren gegane Opper-Navarra te herwinnen, mislukten. Thans is dit gebied een P Spaanse provincie (10.506 km*). Het erfdeel dat zijn dochter Jeanne d’Albret in haar huwelijk met Antoine de Bourbon meebracht bleef dus beperkt tot het zeer kleine Neder- Navarra. Hun zoon Henri IV [gen. XXIX] verenigde Neder-Navarra in een soort perso- nele unie met de Franse kroon, zodat de Franse koningen zich tot het einde van het ancien régime ,,roi de France et de Navarre” bleven noemen. Neder-Navarra en het (in 1434 daarmee verenigd geraakte) souvereine burggraafschap Bearn (van welk gebied

293 de titel van vicomte door Henri IV als laatste gevoerd werd, daarna niet meer) vorm- den toen een eigen gouvernement. Sedert de Franse Revolutie behoort dit gebied tot het departement Basses-Pyrenées, waarvan de grenzen (behoudens in het uiterste westen) samenvallen met de oude grenzen van Neder-Navarra en Béarn. Van minder hoge titel, maar bij elkaar aanmerkelijk belangrijker waren de vele Fran- se lenen, die Jeanne d’Albret in haar verenigde. Het is hier niet de plaats om op die interessante, maar ingewikkelde vererving in te gaan, temeer daar reeds haar zoon, Henri IV, deze gebieden vrijwel alle met het kroongebied verenigde (1607), waarna zij uit de geschiedenis verdwenen. Voor één complex wil ik echter een uitzondering maken, n.1. de erfenis der Armagnac’s. De opkomst van de graven van Armagnac in het zuiden van Frankrijk werd eigenlijk veroorzaakt door de omstandigheid, dat zij voor een deel hunner gebieden leenman van de Engelse koning waren, voor een deel van de Franse. Zij konden die twee toen gemakkelijk tegen elkaar uitspelen en slaagden er in de 14e eeuw in, zich vrijwel onafhankelijk te maken. Hoewel hun dit herhaaldelijk door de Franse koning verboden werd, tituleerden zij zich ,,comte par la grâce de Dieu”. Pracht- lievend als zij waren hielden zij er voor de graaf en diens gemalin afzonderlijke, uitge- breide hofhoudingen op na, vormden zij een eigen staatsorganisatie met kanselier, séné- chal, rekenkamer, enz., lieten zij zich ,,consul” of zelfs ,,rex” noemen en bij hun ambts- aanvaarding zalven en kronen! Zij begaven zich in de grote politiek, waarin zij - zoals genoegzaam bekend mag worden verondersteld - rivaliseerden met de Bourgondiërs. Toen echter het Franse koningschap sterker werd, ondergingen zij hetzelfde lot: in 1473 werd Jean V d’Armag- nac vermoord en greep de Franse koning in bij de volgende verleningen van dit landen- complex. Toen in 1525 Marguerite de Valois weduwe werd van graaf Charles 11 d’Armagnac beschouwde haar broer, koning François Ier, haar als erfgenaam, zodat deze landen door haar aan haar tweede echtgenoot, Henri 11 d’Albret, kwamen.

XXVIII. Antoine de Bourbon, geb. kasteel La Fère-en-Tardenois 22-4-1518; hertog van Vendôme en gouverneur van Picardië 1537; na de dood van zijn schoon- vader (1555) koning van Navarra, hertog van Albret, enz., alsmede gouver- neur et amiral de Guyenne; leider der Hugenoten 1557; wordt weer katho- liek en lieutenant-genkral du royaume 1.561; gest. te Andelys als gevolg van bij het beleg van Rouaan opgelopen verwondingen 17-11-1562; tr. Moulins 20-10-1548 Jeanne 111 d’AIbret, geb. Pau 7-1-1528; van 1555- 1562 naast haar gemaal, van 1562 tot haar dood alleen koningin van Navar- ra, burggravin van Béarn, hertogin van Albret, gravin van Périgord, Foix, Bigorre, Armagnac en Rouergue; gest. Parijs 9-6-1572; begr. Vendôme; gescheiden echtgenote van Wilhelm 1. hertog van Kleef-Gulik-Berg; erf- dochter van Henri 11 d’A/bret, heer, later hertog van Albret, graaf van Périeord en Castres, (als Henri Ier) koning van Navarra, souverein burg- graaf van Béarn, graaf van Foix en Bigorre, en van Marguerite

FRANKRIJK

De volgende generatie van deze stamreeks voert ons weer terug naar de Franse troon Toen Henri de Navarra in 1572 huwde met de jongste dochter van Catharine de’ Medici, was niet te voorzien, dat hij 17 jaar later zou opvolgen. Maar toen in 1574 koning Karel 1X zonder wettig nageslacht en in 1584 de ook uit onze vaderlandse geschiedenis bekende hertog van Anjou ongehuwd was gestorven, was hij de wettige opvolger van de toen regerende, maar kinderloze koning Henri 111. Naar salisch erfrecht toch was hij, in manneliike liin in de tiende graad, afstammeling van Saint-Louis. Zijn aanspraken riepen echter in -het toen door godsdienstoorlogen verscheurde Frankrijk veel tegenstand op, vooral van de stad Parijs. Dat de katholieke partij der Guises openlijk Spaanse steun . kreeg, bleek voor hem diplomatiek een voordeel: des te gemakkelijker kon hij nu als de ,,nationale” kandidaat voor de troon gelden. Door nogmaals tot het katholicisme over te gaan (de woorden ,,Paris vaut bien une messe” zijn apocrief) wist hij echter ook de hoofdstad voor zich te winnen, waarna zijn regering een aanvang kon nemen.

294 XXIX. Henri de Bourbon, geb. Pau 13-12-1553; prins van Béarn, prins van Viane, hertog van Beaumont (Maine); wordt calvinist 1559; gouverneur et amiral de Guyenne 1561; na het overlijden van zijn vader hertog van Vendôme 1562: door ziin moeder aangesteld tot leider der Hugenoten 1.569; na het overlijden van zijn moeder (9-6-1572) onder de naam-Henri 11 koning van Navarru. als Henri 111 hertog van Albret, enz.; bekeert zich tijdens de Parijse Bloedbruiloft tot het katholicisme; verblijft nadien feitelijk als gevangene aan het Franse hof; weet te ontvluchten, wordt weer calvinist en treedt weer op als leider der Hugenoten 1576; onder de naam Henri IV koning van Frankrijk en van Navarra na het uitsterven van het huis Valois in 1589; wordt teneinde erkenning van dit koningschap te verkrijgen weer katholiek St. Denis 25-7-1593; gekroond Chartres 27-2-1594; vermoord te Parijs 14-5- 1610: beer. St. Denis: tr. 1 O. Parijs 18-8-1572 (dit kinderloos gebleven huwelijk door echtscheiding ontbonden 17-12-1599) Marguerite de France, hertogin van Valois, geb. kasteel St. Germain-en-Laye 14-5-1553; gest. Parijs 27-3-1615; begr. St. Denis: dochter van Henri 11, koning van Frankrijk en van Catharina de’ Medici; tr. 2”. per procuratie Florence 5-10 en in persoon Lyon 27-12-1600 Maria de’ Medici, groothertogelijk prinses van Toscane, geb. Florence 26-4-1573; gekroond tot koningin van Frankrijk 13-5-1610; regentes van Frankrijk en Navarra van 14-5-1610 tot aan de meerderjarigheidsverklaring van haar zoon 2-10-1614; intrigeert nadien nog herhaaldelijk tegen haar zoon; moet in februari 1631 dientengevolge naar Brussel vluchten; begeeft zich in 1638 via de Republiek naar Londen en in 1641 naar Keulen; gest. Keulen 3-7- 1642: dochter van Francesco 1 de’ Medici, groothertog van Toscane, en Joh&a, aartshertogin van Oostenrijk (huis Habsburg).

Van een gelegitimeerde bastaard, César, stamt het in 1727 uitgestorven geslacht Bourbon-Vendôme af. Uit het tweede huwelijk waren twee zoons, waarvan de jongste (Gaston) vier dochters had (Bourbon-Orléuns 1; uitgestorven in 1721), alsmede een bastaard, stamvader der graven van Charny (uitgestorven in 1740). De oudste zoon uit het tweede huwelijk was:

XXX. Louis X111 de France, geb. Fontainebleau 27-9-1601; koning vnn Frankrijk en van Navarra onder regentschap van zijn moeder 1610; zelfstandig 2-10- 1614; bijgenaamd ,,le Juste”; gest. kasteel St. Germain-en-Laye 14-5-1643; begr. St. Denis; tr. per procuratie Burgos 18-10 en in persoon Bordeaux 25-11-1615 Anna Maria Mauritia, prinses van Habsburg en Spanje, infante van Spanje (,,Anne d’Autriche”), geb. Valladolid 22-9-1601; regentes 1643-1651; gest. Parijs (Louvre) 20-1-1666; begr. St. Denis; oudste dochter van Felipe 111, koning van Spanje en der Indiën en Margaretha, aartshertogin van Oostenrijk (huis Habsburg).

Van de jongere zoon uit dit huwelijk, Philippe, stamt het nog bloeiende huis Bourbon- Orléuns ZZ af, waartoe ook de huidige (Orleanistische) pretendent voor de Franse troon, de graaf van Parijs, behoort. In onwettige lijn stamt van dit huis Orléans ook het geslacht Henrion de Staal Magnoncourt de Tracy, hetwelk ca. 1880 nog bloeide. De oudste zoon was:

XxX1. Louis XlV de Frunce, geb. St. Germain-en-Laye 5-9-1638, bijgenaamd .,Dieudonné” (1638); koning van Frankrijk en van Navarra onder regent- schap van zijn moeder 1643; zelfstandig 7-9-1651; regeert als absoluut vorst sinds 10-3-1661; bijgenaamd ,Le Roi-Soleil” (1679) en ,,Le Grand” (1680); gest. Versailles 1-9-1715; begr. St. Denis; tr. 1”. (contract Fazanteneiland in de Bidassoa 7-11-1659 na verkregen pauselijke dispensatie) per procuratie Fontarabia en Fontainebleau 3-6 en in persoon St. Jean-de-Luz 9-6-1660 Maria Theresia, prinses van Habsburg (zie verder pag. 300) , ‘/l 1/2 v/3 v’/4 V/5 l/b V/7 ‘0 KAREL FRANÇOISE i 11ENBRlK 11 ELEONORA FERDINAND 1 ANNA VAN VANV,\.S ALRRET ALX&E;oBE ) v. HABSBURG ‘. HONGARIJE BOURBON ALENÇON

waf (1495) en koning v. Na- hertog (1537) stadhouder v.h hertog (1515) varra en gr. v. en groothertog H.R. Rijk ra” Vendôme; 1 Foix (1517), hr (1569) van (1519), aarts- xemier prince ,(1522) en hertol Florence hertog v. Oos- lu Sang (1527) (1550) v. Albrei tenrijk (1521), kon. v. Bohe- me” en Honga. rije (1527). Rooms-koning (1531); keizer (1556) Z.V. François d.v. René, her- Z.Y. Jean d’Al- d.v. Charles, z.v. Giovanni d.v. Pedro v. Z.V. Philips de

* La F&re 2241518 * Pau 7-1-1528 * Florence 25-3-1541 * Praag 24-1-154; t Andelys 17-11-1562 ? Parijs 9-6-1572 t Florence 19-10-1587 t Florence 10-4-1578 00 Moulins 20-10-1548 oz 1’ Florence 18-12-1565 ---- [Ijl 1 II/2 HENDRIK VAN BOURBON MARIA DE’ MEDICI hertog v. Vendame (1562), koning van Navarra en hertog van regentes van Frankrijk (14-5-1610-2-10-1614) Albret (1572), als Henri IV koning van Frankriik (1589: gekroond 1594) * Pau 13-12-1553 * Florence 26-4-1573 t (vermoord) Parijs 14-5-1610 t Keulen 3-7-1642 CC Lyon 27-12-1600 v -~-- ._~ ll/l LODEWIJK X111 koning van Frankrijk en van Navarra (1610) * Fontaineblau 27-9-1601 t St. Germain-en-Laye 14-5-1643 CU Bordeaux LODEWIJK KONING VAN FRANKRIJK tr. 1” St. Jean-de-Lw 9-6-1660 MARIA THERESIA VAN HABSBURG-SPANJE, * Madrid en Elisabeth tr. 2”. Versailles 12-6-1684 FRANCOISE d’AUBIGNE, Niort 8-9-1635, f St. Cyr 17-4-1719, de Surineau, en * Saint Germziin-en-Laye 5-9-1638 iamenstelling: v. E.

296 - - V/9 \1/10 ‘111 Tv/12 1113 v/14 \‘115 ‘/16 KAREL V ISABELLA lIASI- JIlRll ~ERDlX.4NI) 1 ANNA nrLBRECHT IV ANNA Y. HABSBURG Y. PORTUGAL IIIILIAAN II \ ‘_ H .\ IlSKURG Y. HARSBURG v. HONGARIJE v. WITTELS- i. HABSBKJRC : IIABSRURG BACH heer der Neder- ;o”ing van Bo- ;tadhouder v.h. hertog van landen (1506; hemen (1562), I! H.R. Rijk Beieren (1550) 1515), koning v. Rooms-koning (1519), aarts- Spanje (1516), (1562). koning hertog “. Oos- Rooms-koning v. Hongarije tenrijk (1521), 1519; keizer (156$,, kon. Y. Bohe- (gekr. 1531) me” en Hon- abdiceert 1555 garije (1527), en 1556 Rooms-koning

Z.V. Philips de cl.“. Emma- .v. Ferdinand 1t d.“. Karel V Z.V. Philips de d.v. Wladislaus Z.V. Wilhelm I.V. Ferdinanc Schone van rme1 1 de Grote, v. Habsburg- Y‘a” Habsburg, Schone van 11, koning van IV, hertog Y. t v. Habsburg Habsburg, en koning v. Por- Do;t;;;ijkk”en en Isabella Habsburg, en Hongarije, ed München, en 1ostenrijk. er Johanna de t’“gal, en Maria van Portugal Johanna de Anna de Foix Jacoba Maria Anna van Waanzinnige van Arragon Hongarije Waanzinnige Y. Baden Hongarije van Arragon van Arragon * Gent * Lissabon * Wenen * Madrid * Alcala de * Ofen * München * Praag Henares 24-2-1500 4-10-1503 1-8-1527 21-6-1528 10-3-1503 23-6-1503 29-2-1528 7-7-1528 t San Yuste t Toledo i Regensburg t Madrid t Wenen t Praag t München ? München 21-9-1558 1-5-1539 12-10.1576 1 26-2-1603 25-7-1564 27-1-1547 24-10-1579 16-10-1590 Valladolid Li”2 ca oi) 13-9-1548 25-5-1521 ---- -~~ -- _-- IV/5 V/6 1 V/7 1 V/8 FILIPS 11 ANNA VAN KAREL VAN MARIA VAN HABSBURG-SPANJE HABSBURG-OOSTENRLJK HABSBURG-OOSTENRIJK VAN BEIEREN heer der Nederlanden (1555- aartshertog v. Oostenrijk, 1581), koning Y. Spanje (1556), Stiermarken, Karinthië en Krain koning v. Portugal (1580) * Valladolid 21-5-1527 * Cigales 2-11-1549 * Wenen 3-6-1540 * München 21-3-1551 t Escorial 13-9-1598 t Madrid 26-10-1580 ‘i Graz 10-7-1590 t Graz 29-4-1608 ca 4” Segovia 12-11-1570 m Wenen 26-8-1571 ~ ~_ ~~- 111/3 1 1114 FILIPS 111 VAN HABSBURG-SPANJE MARGARETHA VAN HABSBURG-OOSTENRIJK koning van Spanje en Portugal (1598)

* Madrid 14-4-1578 ZR Graz 25-12-1584 t Madrid 31-3-1621 t Escorial 3-10-1611 cw Valencia 18-4-1599 --w ANNA MARIA MAURITIA VAN HAMBURG-SPANJE regentes van Frankrijk (14-5-1643-7-9-1651) * Valladolid 22-9-1601 t Parijs 20-1-1666 !.5-11-1615 ik :N VAN NAVARRA (1643) 20-9-1638, f Versailles 30-7-1683, d. v. Filips IV van Habsburg-Spanje, koning van Spanje, van Frankrijk. markiezin van Maintenon (1688), weduwe van Paul Scarron, d.v. Constant d’ilubigné, baron Jeanne de Cardillac. t Versailles 1-9-171.

297 LODEWIJK XIV VAN FRANKRIJK Françoise 1638-1715 Athénaìs de Rochechouart 00 1660 (buitenechtelijke verhouding) (marquise de Maria Theresia van Spanje 1638-1683 Montespan) 1641-1707 I / Française Louis le Grand Dauphin Marie 1661-1711 ,,légitimée de France” Co 1680 1677-1749 Maria Anna van Beieren cx 1692 1660-1690 Filips van I Orleans 1674-1723 I / / Louis dut de Bourgogne Philippe dut d’Anjou Charlotte van (le Petit Dauphin) (koning Filips V van Spanje) Orleans 1682-1712 1683-1746 170&-1761 m 1697 w 1720 Marie Adelaïde van Savoye Frans 111 1685-1712 v. Este- Modena 1698-1780 l Hercules 111 Filips van Lodewijk Maria Karel 111 Rinaldo v. Parma XV Anna van Spanje Este-Modena 1720-1765 v. Frankrijk v. Spanje 1716-1788 1727-1803 1710-1774 1718-1781 CC 1738 c\- 1739 7; 1741 x 1725 c~3 1729 Maria Louise Maria Maria Josef 1 Amelia Elisabeth Theresia Lescynska v. Portugal v. Saksen v. Frankrijk Cibo 1703-1768 1714-1777 1724-1760 (zie links) hertogin v. Massa 1725-1790 / l 1- l l Louise Elisa- Louis, Maria Ferdinand 1 Marie Louise Karel IV 1755 Maria Ferdinand 1 Maria Maria beth van dauphin van van der Beide van van Louisa van Antonia Beatrice v. Frankrijk Frankrijk Portugal Siciliën Span je Spanje v. Parma Parma v. Spanje Este-Modena 1727-1759 1729-1765 1734-1816 1751-1825 1745-1792 1748-1819 1751-1819 1751-1802 1729-1785 1750-1829 Y 1739 % 1747 YY 1760 z 1768 M 1765 x 1769 cc 1750 x 1771 Filips van Maria Peter 111, Marie keizer Amelia Victor Ferdinand Parma Josefa tit.-koning Amelie van Leopold 11 van Amadeus 111 v. Oostenrijk van Saksen van Portugal Oostenrijk v. Habsburg Oostenrijk v. Sardinië her&. v. (zie rechts) 1731-1767 1717-1786 175271814 1747-1792 1746-1804 Modena I I l -L / 1726Ï1796 1754-1806 - -- ,m - 1 T- --- Karel X Johan VII Frans 1 Marie Carolina Maria - ~13 -Lodewijk I Maria Victor Maria Theresia van van der Beide lg7 Clementine Vi-ìJl Louise 1795 van Theresia Emanuel 1 14 ps! ) Frankrijk Portugal SiciIiën v. Oostenrijk Spanje van Spanje Parma v. Sardinië van Sardinië v. Oostenr@k- 17.57-1836 1767-1826 1777-1830 1777-1801 1775-1830 1782-1824 1773-1801 17.56-1805 1759-1824 Este N 1773 ryI 1773 1773-1832 Karel X Maria v. Frankrijk Theresia van (zie links) Sardinië - (zie rechts) Zo

l Karel Ferdinand cc - cal-01line Miguel Karel ~--- ca MiIri a hertog van der Beide van Lodewijk 1820 Theresia Berry Siciliën Portugal van Parma . l v. Sardinië 1778-1820 1798-1870 1802-i866 1799-1883 1803-1879 ~15 1851 l Adelheid van Löwenstein-Wertheim Rosenberg 1831-1909 Louise van Artois ~ oi ~ Karel 111 van Parma 1819-1864 1845 1823-1854 l- l l Robert 1 Maria Maria Anna van 1884 Antonia van Portugal Bourbon- / 1861-1942 Parma l Po:YgaI M 1893 1848-1907 1862-1959 Willem grhert. v. Luxemburg 1852-1912 l Felix -m ~ ~_ ~ Charlotte pr. van 1919 gr.hert. v. Bourbon-Parma Luxemburg De twintigvoudige afstamming * 1893 4: 1896 van de Zonnekoning

JEÀN GR.HERI. V. LUXEMBURG * 1921 Samenstelling: v. E. (vervole van wde._ ., 295) en van Spanje, infunte van Spanje, geb. Madrid 20-9-1638; gest. Versailles 30-7-1683; begr. St. Denis; dochter van Felipe IV, koning van Spanje en der Indiën en van Elisabeth de Frame (dochter van Henri IV en Maria de’ Me- dici); tr. 2”. (in het geheim) Versailles 12-6-1684 Françoise d’Aubigné, markiezin van Maintenon (sinds 1688), geb. Niort 8-9-1635; gest. St. Cyr 17-4-1719; weduwe van de 14-10-1660 gestorven letterkundige Paul Scarron; dochter van Constant d’Aubigné, baron de Surineau en Jeanne de Cardillac.

Van gelegitimeerde bastaarden stammen af de takken Bourbon-Maine (uitgestorven in 1775) en Bourbon-Penthièvre (uitgestorven in 1821).

Uit het eerste huwelijk: XxX11. Louis, fils aîné de France, dauphin de Viennois, dit de Frame, geb. FOA- tainebleau 1-11-1661; bijgenaamd ,,Monsieur le Dauphin”, ook wel ,,Mon- seigneur”, eerst na zijn dood bijgenaamd ,,le’Grand Dauphin”; bevelhebber van het Rijnleger in 1688 en 1690; opperbevelhebber ín Vlaanderen in 1694 en 1709: eest. kasteel Meudon 14-4-1711: bes. St. Denis: tr. 1”. per procuratie München 28-1 en in persoon Châíons 7-3-1680 Marie Anne Victoire Chrestienne Josèphe Bénédictine Rosalie Pétronille prinses van Beieren, paltsgravin aan de Rijn, geb. München 17-11-1660, bijgenaamd ,,la Dauphine de Bavière”, ook wel ,,la Grande Dauphine”: gest. Versailles 20-4-1660; begr. St. Denis; dochter van Ferdinand Ma& Frank Ignatz Wolf- gzng, keurvorst van Beieren en Adelheid Henriette Maria, prinses van Savoye. tr. 2”. (morganatisch) ca. 1691/5 Emilie de Joly de Chouin, gest. Parijs 1732, dochter van Guillaume-Claude de Joly, chevalier, baron van Chouin, van Langres en van Chaillouvre, baljuw van Bresse, gouverneur van Bourg, en diens tweede echtgenote Anne-Clémence-Bonne de Grolée de Mépieu. Van de oudste zoon uit het eerste huwelijk (Louis, dut de Bourgogne, bijgenaamd .,le Petit Dauphin”) stammen de latere Franse koningen uit het geslacht Bourbon af, regerend over_Fraikrijk tot 1792 en van 1814 tot 1830’), in wettige lijn uitgestorven in 18833) met de graaf van Chambord. In onwettige lijn uit deze Bourbons de geslachten De Vintimille (uitgest. 1864), de Narbonne-Lara (uitgest. 1856), Cadet de Gassicourt (nog bloeiend), Oreille de Carrière en Delaroche (beide omstreeks 1880 nog bloeiend). Een jongere zoon uit het eerste huwelijk was: Philippe fils de France [gen. XXXIIIl.

SPANJE Hoewel in de loop van de 17e eeuw de inwendige kracht van Spanje sterk was ver- minderd, besloeg het Spaanse imperium nog steeds een enorme oppervlakte. In Europa behoorden ook Zuid-Italië (,,Napels”), Sicilië, Sardinië, het hertogdom Milaan en de Zuidelijke Nederlanden tot de Spaanse monarchie. Groter en belangrijker was echter het koloniale gebied van Spanje: diverse delen van Afrika, eilandengroepen in de Stille Oceaan (o.a. de Philippijnen) en last not least het Amerikaanse continent van Mexico tot Chili! Nog steeds kon van het Spaanse imperium, als in de tijd van Karel V, gezegd worden dat de zon er niet in onderging. Al tientallen jaren hield de Europese diplomatie rekening met de mogelijkheid van een uitsterven van de Habsburners in Spanie. Pas in de laatste levensiaren van de zieke- lijke en kinderloze koning Kar&1 11 beréikté de Europese diplomatie echter haar grootste activiteit in deze. De in 1688 door Lodewijk XIV ontketende agressie-oorlog werd door de daaraan deelnemende staten in 1697 (vrede van Rijswijk) -voornamelijk beëindigd, om de handen vrij te hebben voor de in verband met de Spaanse erfenis te verwachten complicaties. Want dat deze zouden komen, was te voorzien.

2) Naar legitimistísche opvattingen regeerden de Bourbon%, zij het tijdelijk in balling- schap, ook over Frankrijk in de jaren 1792-1814 en na 1830. 3) De vraag in hoeverre men de nakomelingen van Naundorff als Bourbon’s mag beschouwen, zij hier in het midden gelaten. Hetzelfde geldt voor het geslacht Freeman.

300 De voornaamste kandidaten voor deze erfenis waren Lodewijk XIV en kerzer Leo- pold 1; beiden waren gehuwd geweest met zusters van Karel 11 en waren via hun moeders tevens zijn neef. Aan de respectieve waarde hunner aanspraken zij hier thans voorbijgegaan, evenals aan die van verscheidene andere kandidaten die zich aanmeld- den. Maar afgezien van de diverse kandidaten kon het toch ook Groot-Brittannië en de Republiek niet onverschillig zijn aan wie de Spaanse erfenis toeviel: Engeland had reeds aanzienlijke handelsbelangen in de zwak-bestuurde Zuidamerikaanse koloniën weten te verwerven, de Republiek was bevreesd voor haar handel OP de Levant wan- neer de Middellandse Zee een Franse binnenzee zou worden en voor-haar eigen veilig- heid wanneer de Zuidelijke Nederlanden Frans gebied zouden worden. Vandaar dat de Zeemogendheden aanvankelijk de kandidatuurvan een aanmerkelijk zwakkere pre- tendent steunden (het zoontje van de keurvorst van Beieren) en na diens onverwachte dood aanstuurden op een verdeling van deze enorme erfenis. Zowel Frankrijk als Oos- tenrijk zou dan een deel krijgen, waarmee het Europese evenwicht zou zijn bewaard. Karel 11 en de leidende Spaanse politici waren echter allerminst bereid, hun staat te laten verdelen. Deels door omkoperijen, deels doordat de Franse partij zich aanmerkelijk terughoudender gedroeg dan de Oostenrijkse, was de algemene stemming in Spanie sterk voor een Fianse kandidaat geporteerd, b.v. voor detweede kleinzoon van Lade- wijk XIV, de hertog van Anjou. Op 2 oktober wijzigde Karel 11 zijn testament in die zin, waarna hij op Ïnovember stierf. Op 9 november bereikte het nieuws van zijn sterven het Franse hof, tegelijk met de bepalingen van zijn laatste testament: de hertog van Anjou werd als erfgenaam aange- wezen, de Spaanse erfenis zou onder geen voorwaarde verdeeld mogen worden en de Spaanse en Franse kronen zouden onverenigbaar zijn. Wat zou Lodewijk XIV doen? Indien hij de bepalingen van dit testament voor zijn kleinzoon aanvaardde, betekende dit oorlog met de keizer en vermoedelijk ook met Engeland en Nederland; wanneer hij ze verwierp zou alles aan de volgende kandidaat, een Oostenrijkse aartshertog, gaan en zou Frankrijk weer, als ten tijde van Karel V, geheel door Habsburg omsingeld zijn. Toen twee dagen later een nieuwe brief uit Madrid het Franse hof bereikte, waarin erop werd aangedrongen dat de hertog van Anjou met spoed zou vertrekken, gaf Lo- dewijk XIV aan de Spaanse afgezant, Casteldosrios, zijn routine-antwoord voor moei- * liike gevallen: ..Je verrai”. waarop deze later tot de hovelingen verongelijkt zei: ,,Je n’eussë jamais cru qu’en offrant Gingt-deux royaumes on me- répondit ;,je- verrai” ““). Na een week van beraadslagen viel echter de beslissing: Lodewijk XIV accepteerde voor zijn kleinzoon de bepalingen van het testament. Op 16 november zwaaiden in Versailles de deuren van het Cabinet du Conseil naar de Spiegelzaal open en annon- ceerde Lodewijk zijn kleinzoon aan de verzamelde hovelingen: ,,Messieurs, voilà le roi d’Espagne”. De teerling was geworpen. Want dat de bepaling omtrent de onverenigbaarheid van de Franse en Spaanse tronen een dode letter moest blijven, werd weldra duidelijk: enkele dagen later berichtte le Mercure reeds ,,Il n’y a plus de Pyrenées” en op 4 de- cember liet Lodewijk zich door ,,de koning van Spanje” belasten met het bestuur der Zuidelijke Nederlanden. Franse ambtenaren overstroomden Spanje, Franse troepen België. Bovendien liet Lodewijk de opvolgingsrechten van de dut d’Anjou op de Franse troon nadrukkelijk registreren door het parlement van Parijs.

4) De verklaring voor de uitdrukking ,,22 koninkrijken” in deze anekdote is te vinden door de officiële titulatuur der Spaanse koningen na te gaan. Als korte titel Uitulo oeaueño”) gebruikten zii de formule ,.koning van Spanie en der Indiën” (,,Hispanarium et Îndiarum rex”), die pok in deze stamreeks- is aangehÓuden. Hun uitgebreide ?itulatuur (,,titulo grande”) luidde echter: ,,Zijne Katholieke Majesteit, koning van Castilië, Arra- ,,gon, Leon, Beide Siciliën, Jeruzalem, Navarra, Granada, Toledo, Valencia, Galicië, .,Mallorca, Minorca, Sevilla, Sardinië, Cordova, Corsica, Murcia, Jaén. de Algarven, ,,Algeciras, Gibraltar, de Canarische eilanden, der westelijke en oostelijke Indiën, van ,,het vasteland en de eilanden der oceanen; aartshertog van Oostenrijk; hertog van ,,Bourgondië, Brabant, Milaan; graaf van Habsburg, Vlaanderen, Tirol en Barcelona; ,,hertog van Athene en Neopatria; heer van Biscaye en Molina, markgraaf van Oristan ,,en Gozianos, enz. enz.“. Deze titulatuur bleef in gebruik tot aan de val der Spaanse monarchie in 1931. Een sterk (en bewust nagestreefd!) contrast met dergelijke, ook van andere landen bekende uitgebreide titulaturen is het simpele ,,roi de France” (later uitgebreid tot ,,roi de France et de Navarre”) der Franse koningen.

301 Het woord was weldra aan de wapenen. De uiterst bloedige Spaanse Successie-oorlog die nu begon werd in de jaren 1713-‘14 afgesloten door diverse vredesverdragen, waarvan dat te Utrecht het belangrijkste was: de Spaanse erfenis werd verdeeld (Spanje en de koloniën aan de hertog van Anjou; de overige Spaanse bezittingen in Europa aan Oostenrijk) en nadrukkelijk werd vastgelegd, dat de Franse en Spaanse troon inderdaad onverenigbaar zouden zijn. De tijd van de Franse hegemonie was voorbij, die van de Britse evenwichtspolitiek begon. #

XxX111. Philippe fils de France, geb. Versailles 19-12-1683, hertog van Anjou; als Felioe V tot koninp vnn Snanie en der Indiën geproclameerd te Versailles 16-11-1700 ter opvolging van zijn oudoom Carlos ÏI (huis Habsburg); ridder Gulden Vlies 1700, eerste souverein hoofd der Orde van het Gulden Vlies van het huis BourbÓn 1701; doet voor zichzelf en al zijn afstammelingen af- stand van de rechten op de Franse troon bij het verdrag van Utrecht 5-ll- 1712; draagt bij de vrede van Utrecht (11-4-1713) de Zuidelijke Nederlan- den, Napels, Milaan en Sardinië aan Oostenrijk, Gibraltar en Minorca aan Engeland en Sicilië aan Savoye over, echter onder behoud van de titels dezer gebieden; doet in een vlaag van zwaarmoedigheid afstand van de regering ten bate van zijn oudste zoon uit zijn eerste huwelijk (1724), doch herneemt na diens sterven in datzelfde jaar de regering; gest. Madrid (Buen Retiro) 9-7-1746: begr. San Ildefonso; tr. l”.‘per procuratie Turijn 11-9 en in persoon Figueras (Catalonië) 3-11- 1701 Maria Luisa Gabriela, prinses van Savoye, geb. Turijn 17-9-1688; gest. Madrid 14-2-1714; dochter van Vittorio Amadeo 11, hertog van Savoye, vorst van Piemont, koning van Cyprus (van 1713-1718 koning van Sicilië en sinds 1718 koning van Sardinië) en van Marie Anne prinses van Bourbon- Orléans; tr. 2”. per procuratie Parma 16-9 en in persoon Guadalajara 24-12-1714 Elisabeth prinses van Parmn (uit het geslacht Farnese), geb. Parma 25IO- 1692; gest. Aranjuez 11-7-1766; begr. San Ildefonso; dochter van Odoardo 11 Farnese, erfprins van Parma en Dorothea Sophia van Beieren, paltsgravin van Neuburg. Van de oudste zoon uit het tweede huwelijk, Carlos, stammen af: a. de in Stxmie tot 1808, van 1814-1868 en van 187.5-1931 regerende tak(ken) der Bourbons, waarvan pretendent zijn prins Juan, graaf van Barcelona (* 19 13) en diens zoon prins Juan Carlos, vorst van Asturië (*1913). Bovendien heeft een oudere broeder van prins Juan, nl. prins Jaime (*1908) enkele jaren geleden zijn rechten in dit opzicht hernomen, sinds kort (evenals zijn broeder en neef) mede ten opzichte van de Franse troon, zulks onder verwerping van het hierboven genoemde verdrag van Utrecht; b. de in Spanje niet regerende (,,Carlistische”) tak, in 1936 in mannelijke lijn uitge- storven; c. de OP grond van een morganatisch huwelijk van de troonsopvolging in Spanje uit- geslÖteñ tak der hertogen van Sevilla; _ d. de nog bloeiende tak Bourbon-Beide Siciliën, in Napels regerend tot 1806 en van 1815-1860, sedert een aantal jaren zich zowel voor de troon van het koninkrijk der Beide Siciliën, als voor die van Spanje en die van Frankrijk pretendent stellend; e. de nog bloeiende tuk (met recht van troonsopvolging) van de infant Gabriël. De jongste zoon uit het tweede huwelijk was: Don Filippo di Borbone [gen. XXXIV].

PARMA, PIACENZA EN GUASTALLA Nauwelijks was bij de vrede van Utrecht een zeker Europees evenwicht geschapen, of dit dreigde al weer verstoord te worden. In december 1714 hertrouwde Filips V van Spanje namelijk, en wel met de eerzuchtige Elisabeth Farnese. Toen in de jaren hierna uit dit huwelijk twee zoons werden geboren (Don Carlos in 1716 en Don Felipe in 1720) wenste de moeder voor deze kinderen een reële politieke post. Uit het eerste huwelijk van Filips V waren namelijk ook twee zoons geboren, zodat een opvolging in Spanje op dat moment nog uitgesloten moest worden geacht. Zij ontwikkelde toen,

302 ijverig gesteund door haar landsman Alberoni, een heel net van intrigues, waarbij zij in de eerste plaats het oog liet vallen op de hertogdommen Parnza en Piacenza, waar haar geslacht dreigde uit te sterven. In de 14e eeuw waren deze Noorditaliaanse stadsrepublieken, na een zeer wissel- vallize geschiedenis. aan Milaan zekomen. Zii bleven hiermee verenied. totdat oaus Juliui IÏ op het congres van Manfua Milaan aan de Sforza’s gaf, doch-Parma en’Pia. cenza bii ziin Kerkelijke Staat inliifde (1513). In 1545 maakte usus Paulus 111 er een erfelijk heriogdom van, waarmee- hij zijn zoon Pierluigi Farnese beleende. Van dit moment af verliep het politieke leven van Parma-Piacenza. afgezien van enkele korte oorlogs-interrupties, zeer rustig. De Farnese’s regeerden er tot i73 1, toen hun geslacht met de kinderloze hertogen Francesco (reg. 1694-1727) en diens broer Francesco Antonio (reg. 1727-1731) uitstierf. Daar dit al jaren te voorzien was, maakte Elisabeth als dochter van hun (niet geregeerd hebbende) halfbroer Odoardo 11, voor haar zoons aanspraak op dit gebied. _ _ Aantrekkelijker vanwege de grotere omvang, maar juridisch nog moeilijker te ver- dedigen. was haar aanspraak op Toscane, waar de Medici in deze zelfde jaren op uit- sterven stonden. Elisabeth maakte hierop aanspraak als enige gehuwde bet-achterklein- dochter (!) van Cosimo 11. Deze aanspraken riepen de nodige complicaties op. Bij de vrede van Utrecht waren de Spaanse bezittingen in Italië aan Oostenrijk gekomen, dat in deze jaren bovendien krachtig de idee van een Duits keizerrijk handhaafde, ook in Noord-Italië. Dat nu voor Spaanse infanten aanspraak werd gemaakt op de ,,keizerlijke lenen” Parma en Toscane, scheen dus de oude toestand van een ,,Spaans” ItaIië te gaan terugbrengen. Het was echter vooral de wijze waarop van Spaanse zijde de zaak werd aangevat, die duideliik maakte dat het hier inderdaad om veel méér -zinz. __ n.1. om een teruzwinninz van de invloed in geheel Italië en daarmee een omverwerpen van de vrede vanÜtrech[ Tegenover Alberoni’s agressie (bezetting van Sardinië in 1717 en van Sicilië in 1718) vormde zich een Quadruple Alliantie ter handhaving van de vrede van Utrecht: Groot- Brittannië, Frankrijk, de Republiek en Oostenrijk bewerkten de voor Spanje nog zeer voordelige vrede van Madrid (1720), waarbij Don Carlos de opvolging te zijner tijd in Parma-Piacenza werd toegezegd, terwijl Oostenrijk het arme Sardinië aan de hertog van Savoye gaf (deze noemde-zich sedertdien tot 1860 toe koning van Sardinië) in ruil voor het rijkere Sicilië. Savoye kon dus het gelag betalen. Soanie was nu echter uolitiek geïsoleerd. Om daaraan te ontkomen. bewerkte Eli- sabeth ‘een verzoening met Wenen. Daar stond men in deze jaren voÓr een analoge situatie als teaen 1700 in Madrid. Nu was het de Oostenriikse tak der Habsburners die in mannelijke-lijn op uitsterven stond (de regerende keizer; Karel VI, had slechts twee dochters waarvan de oudste Maria Theresia was), en evenals indertijd Madrid, wilde nu ook Wenen het Oostenrijks-Habsburgse landenconglomeraat zoveel mogelijk bijeen houden. De keizer had daartoe de z.g. Pragmatieke Sanctie opgesteld, die aan Maria Theresia de opvolging in haar landen moest verzekeren, en probeerde nu van alle be- langrijke Europese mogendheden de ondertekening dier akte ter verkrijgen. Deze be- dongen echter steeds nieuwe concessies voor hun handtekening. Zo ook Spanje: in 1731 verkreeg het de toezegging van Wenen, dat Don Carlos in Parma zou mogen opvolgen (reeds het volgend jaar stierf de laatste Farnese, zodat hij inderdaad kon gaan regeren) en dat hij rechten op de opvolging in Toscane zou kunnen doen gelden. Toen in 1733 Oostenrijk gemengd werd in de opvolgingsoorlog om Polen, schaarde Spanje zich echter aan de zijde van Oostenrijks vijanden, in de hoop op nog meer winst in Italië. Deze ,,realpolitische” speculatie werd met succes beloond: Don Carlos veroverde Napels en Sicilië, welke gebieden aan hem werden toegekend bij de voorlopige (1735) en defini- tieve (1738) vrede van Wenen. Deze vrede van Wenen had veel weg van een politiek stuivertje-wisselen: Don Carlos kreeg Napels en gaf Parma aan de keizer, Toskane kwam aan hertog Frans Stefanus van Lotharinaen (de verloofde van Maria Theresia). Frans Stefanus eaf Lotharinaen aan StanislauSLescinsky, die Polen gaf aan August IÍÍ van Saksen. . . . - In 1740 stierf Karel VI en onmiddelliik zag Maria Theresia zich. ondanks de zo plechtig en tegen zo hoge prijzen ondertekende Pragmatieke Sanctie, door vijanden omringd. In de Oostenrijkse Successie-oorlog die toen begon (1740-1748) was het aandeel van Spanje niet groot. Bij de vrede van Aken (1748) wist Elisabeth nu echter ook voor haar tweede zoon, Don Feliue, een gebied te verkriinen. nl. Parma-Piacenzu. Echter niet Toscane, doch. als kleine- compensatie voegde Ó&tenrijk toen het kleine hertogdom Guastalla (in 1746 bij het uitsterven der Gonzaga’s, die het sinds 1667 had- den bezeten, ingenomen) eraan toe.

303 Elisabeth Farnese zag dus haar streven na jaren met succes bekroond: haar oudstc zoon koning van Napels, haar tweede zoon hertog van Parma. Maar nog hoger zou haar geluk stijgen, toen in 1759 ook de jongste zoon uit het eerste huwelijk van haar gemaal stierf: Carlos volgde toen (als Carlos IV) in Spanje op en gaf Napels aan zijn jongste zoon (Ferdinand lV), stamvader van de tak Bourbon-Beide Siciliën. Ja zelfs beleefde zij nog het Bourbons familieverdrag van 1761: een ,,eeuwigdurend” aanvallend r en verdedigend verbond tussen de vier Bourbon-rijken: Frankrijk, Spanje, Napels en Parma. De eeuwenlange strijd der Bourbons om de Habsburgse omsingeling te door- breken was door háár zoons gewonnen! Parma-Piacenza-Guastalla genoot onder de hertogen Filips [gen. XXXIV] en diens zoon Ferdinand [gen. XXXV] een tijd van rustige voorspoed. Maar met het binnenvallen van de Franse Revolutie-legers in de Povlakte (1795) naderde het einde van de zelfstandigheid van het hertogdom Parma met rasse schreden, al wist hertog Ferdinand in theorie het bestuur erover nog te behouden, door tijdig met de Franse Republiek vrede te sluiten (9-5-1796). Wel moest hij erin berusten, dat het blijvend door Franse troepen werd bezet en moest hij bij de vrede van Campo Formio (17-10-1797) het ten noorden van de Po gelegen gedeelte van zijn gebied, alsmede Gua- stalla, afstaan aan de Cisalpijnse Republiek, een Franse vazalstaatr Bij de vrede van Lunéville (9-2-1801) werd bepaald, dat Parma na zijn dood bij de Franse Republiek zou worden ingelijfd. Als vergoeding voor het verlies van zijn op- volgingsrecht werd aan zijn zoon [Lodewijk; gen. XXXVI] het groothertogdom Toscane onder de benaming ,,koninkrijk Etrurië” geschonken (verdrag van Aranjuez, 21-3-1801).

XXXlV. Don Filippo di Borbone, geb. Madrid 15-3-1720, infant van Spanje; ridder Gulden Vlies (Sp. tak) 29-5-1733; grootadmiraal van Spanje 14-3-1737; door aankoop graaf van Chinchón 1738; op grond van de bepalingen van de vrede van Aken (18-10-1748) hertog van Pnrma (regeringsaanvaarding aldaar lO-2-1749), Piucenza (12-2-1749) en Guas~allu (12-3-1749); gest. Alessandria 18-7-1765; begr. Parma (Capucijnerkerk); tr. per procuratie Versailles 26-8 en in persoon Alcala de Henares 25-10- 1739 Louise Elisabeth de Frame, prinses van Frankrijk, geb. Versailles

Bij nevenstaande kaart. In het laatst van de 18e eeuw bestond Noord-Italië (afgezien van een aantal kleine enclaves, die om der wille van de duidelijkheid zijn weggelaten) uit het koninkrijk Surdi- nië, de republiek Genua, de tot de Oostenrijkse monarchie behorende hertogdommen Mantua en Milaan, de republiek Venetië, het hertogdom Modena, de republiek Lucca, het zroothertosdom Toscane (sinds 1738 een Oostenriikse secundogenituur), de Stuto degfpresidii (iessorterend onder het gewoonlijk ,,Napels” genoemde_Zuiditaliaanse ko- ninkriik der Beide Siciliën) en tenslotte de beide hertogdommen Parma en Piucenza, waarover van 1732-‘35 en sinds 1748/9 de Bourbons-regeerden. Zij regeerden sinds laatstgenoemd jaar ook over het met een G. aangeduide Guastallu, waartoe sinds 1708 ook de ten noorden van de Po gelegen vorstendommen Sabioneda en Bozzolo behoor- den. Dit in genoemde jaren door de Bourbons bestuurde complex is schuin gearceerd. Nadat door Nanoleon Parma-Piacenza aan deze Bourbon’s ontnomen was. regeerden zij van 1801 tot î807 over het door hem gevormde ,,koninkrijk Etrurië”, bestaande uit het vroegere groothertogdom Toscane en de Stato degli Presidii [zie gen. XXXVI en XXXVII; alsmede de daaraan voorafgaande aantekenhrg]. Dit gebied-is verticaal ge- arceerd. Het Wener Congres herstelde in het algemeen de lle-eeuwse grenzen, doch Genua werd bij Sardinië gevoegd, Modena en Toscane werden Oostenrijkse secundogenituren en uit Milaan, Mantua en Venetië werd het z.g. ,,Lombardo-Venetiaanse koninkrijk” gevormd, dat in personele unie met Oostenrijk werd verbonden. Van 1817 tot 1847 regeerden de Bourbon’s toen over het tot hertogdom verheven Lucca (horizontaal ge- arceerd). Na de dood van ex-keizerin Marie Louise konden zij terugkeren naar Parma, dat toen het gebied der 18e-eeuwse hertogdommen Parma en Piacenza besloeg, zonder Guastalla, Sabioneda en Bozzolo, doch vermeerderd met het voordien Toscaansë Pontre- moli (op het kaartje met P. aangegeven). Door de Italiaanse eenwording in de jaren 1859-‘60 gingen al deze staten op in het koninkrijk Italië.

304 VENETIE

PRES1 DII

NOORD-ITALIE VOOR 1859

305 14-8-1727: biiaenaamd Madame Première, vervolgens Madame en tenslotte Madame infame; gest. Versailles 6-12-1759; begr. St. Denis; dochter van Louis XV. koning van Frankrijk en van Navarra en van Maria Charlotte Sofie Félicité Lescynska, prime; van Polen.

XXXV. Don Ferdinando Maria Filippo Lodovico Sebastiano Francesco Giaccomo di Borbone, geb. Parma 20-1-1751; ridder Gulden Vlies (Sp. tak) 1751 (1772); volgt op als hertog van Parma, Piacerzza en Guastulla 18-7-1765; infant van Spanje 1765; gest. abdij Fontevivo 9-10-1802; begr. aldaar; tr. per procuratie Wenen 27-6 en in persoon Colorno 19-7-1769 Maria Amelia Josepha Johanna Antonia, aartshertogin van Oostenrijk, geb. Wenen 26-2-1746; gest. Praag 18-6-1804; dochter van Franz Stephan, hertog van Lotharingen (1729-1735), groothertog van Toscane (sinds 1737) mede- regent over de Oostenrijkse erflanden (1740) en als Franz 1. sinds 1745 keizer des H.R. Rijks, en van Maria Theresia Walpurga, koningin van Hon- garije en Bohemen, keizerin des H.R. Rijks, aartshertogin van Oostenrijk, enz. ETRURIE Het mag wel de ironie der geschiedenis heten, dat de opvolging in Toscane, waar Elisabeth Farnese zo voor geijverd had, verwezenlijkt werd door een gril van Napoleon. Met de aanvaarding van deze opvolging was trouwens een berusten in de afstand van Parma verbonden. Het ,,koninkrijk Etrurië” (26.500 km’ groot, met een bevolking van 1,7 miljoen in- woners) werd geschapen bij de vrede van Lunéville (1801) door samenvoeging van het sedert 1737 Oostenrijkse groothertogdom Toscane en de kleine Stato degli Presidii, be- staande uit het eiland Elba en enkele kustplaatsen langs de Toscaanse kust. Dit nieuwbakken koninkrijk met zijn aan de Oudheid ontleende naam heeft slechts kort bestaan. want het streven van Napoleon om, eventueel via familieleden, alle Europese staten geheel van Frankrijk afhankelijk te maken, leidde zes jaar later al weer tot wijzi- gingen; bij het verdrag van Fontainebleau (27-11-1807) moest de ,,koningin-regentes”, Maria Luisa van Spanje, berusten in de inlijving van Etrurië bij het Franse keizerrijk tegen de (nimmer nagenkomen) belofte tot stichting van een koninkrijk ,,Noord- L&itanië”.’ In 1809 werd Napoleons zuster Elise regentes van dit gebied (zie hierna onder Lucca). Na de val van Naooleon keerde de Oostenrijkse aartshertog, die tot 1799 over Toscane geregeerd had, hier weer terug (sept. 1814: gesanctioneerd door het Wener Congres in 1815). LUCCA Lucca is een oorspronkelijk Etruskische nederzetting. Na de val van het Westromeinse Rijk kwam het herhaaldelijk in andere handen, totdat het in 1370 voorgoed onafhan- kelijk werd. Gesteund door Genua wist dit oligarchisch bestuurde stadsrepubliekje zich tegenover het nabijgelegen en zoveel sterkere Florence te handhaven. Op 15 januari 1799 werd het door de Fransen veroverd, die de republiek Lucca een nieuwe grondwet opdrongen. In 1805 schonk Napoleon dit gebied aan zijn oudste zuster, Maria Anna (,,Elise”), sinds 1797 gehuwd met Pasquale (,,Félix”) Bacciocchi. Tevoren was zij reeds vorstin van het nog veel kleinere Piombino; in 1806 kreeg zij er nog Mas- sa en Carrara bij, terwijl zij in 1809 bovendien regentes van Toscane werd. Zij ver- plaatste toen haar residentie naar Florence. In 1814 werd Lucca eerst door de Napoli- tanen, vervolgens door de Oostenrijkers bezet. Bij de vele regelingen die na de val van Napoleon gemaakt moesten worden, rees ook het probleem hoe de ex-koning van Etrurië Karel van Bourbon [gen. XXXVII] aan een gebied te helpen. In Toscane was de Oostenrijkse aartshertog Ferdinand 111 al weer als groothertog teruggekeerd, terwijl Parma-Piacenza voor de duur van haar leven werd bestemd als hertogdom voor keizerin Marie-Louise de (tweede) echtgenote van Napoleon. Toen werd het hertogdom Lucca aangewezen als gebied voor deze tak der Bourbon’s. Eerst zou Marie Luisa, de ex-koningin van Etrurië, er regeren; vervolgens haar zoon Karel; een en ander totdat keizerin Marie Louise gestorven zou zijn, waarop deze Bourbon’s dan weer naar Parma zouden terugkeren; Lucca zou dan aan Toscane ko- men. Dit alles werd geregeld bij de verdragen van Frankfurt (20-7-1819), Florence (28-11-1844) en Parijs (10-6-1847). Aldus is, in grote trekken, ook geschied. Kort voor Karel in Parma-Piacenza zou opvolgen verkocht hij Lucca echter (het hertogdom was 1493 km* groot, iets meer dus dan de provincie Utrecht) aan Toscane, welke lotge- vallen het nadien deelde.

XXXVI. Lodovico I di Borbone, geb. Piacenza 5-7-1773, erfprins van Parma, infant van Spanje en ridder Gulden Vlies (Sp. tak) 1773; door Napoleon bij de vrede van Lunéville aangesteld tot koning van Etrurië als schadeloosstelling voor het na de dood van zijn vader bii Frankriik in te lijven Parma (9-2- 1801); als zodanig door Joachim Muratgeproclameerd 28-7-1801; aanvaardt de regering 12-8-1801; gest. Florence 27-5-1803; aanvankelijk begraven te Florence (San Lorenzo), doch in 1808 overgebracht naar het Escorial; tr. San Ildefonso 25-8-1795 Dofía Mnriu Luisu Josefina Antonieta de Borbón Y Borbón. geb. San Ildefonso 6-7-1782. infante van Soanie: re.eentes van Etrhrië na dedood van haar gemaal voor haar zoontje Lodo&o 11 tot het verdrag van Fontainebleau (27-10-1807), waarna zij op 10-12-1807 bij proclamatie de inwoners van hun eed van trouw ontslaat; regerend hertogin van Yucca sinds 22-11-1817; gest. Rome 13-3-1824; dochter van Carlos IV Antonio Pascual Francisco Javier Juan Nepomuceno José Januario Serafin Diego de Borbón y Sajonia, koning van Spanje en der Indiën, en van Doña Maria Luisa Teresa -de Borbón j Borbói, piinses van Parma, infante van Spanje.

XXXVII. Don Carlo Lodovico Ferdinando di Borbone, geb. Madrid 22-12-1799; her- tog van Parma, Piacenza en Guastalla, infant van Spanje en ridder Gulden Vlies (Sp. tak) 1799, koninklijk prins van Etrurië 1801, als Lodovico 11 koninp van Etrurië onder rezentschau van ziin moeder van 27-5-1803 tot 10-12~1807; als Carlo Lodov&o hertog van &ca ter opvolging van zijn moeder 13-3-1824; verkoout dit gebied aan Toscane 5-10-1847: volgt OP grond van diverse internationale-verdragen ex-keizerin Marie Louise bij haar dood op als Carlo 11 hertog van Parma, Piacenza en Guastalla 17-12- 1847; staat Guastalla aan Modena af 8-1-1848; wordt door revolutie ge- dwongen een regentschap in te stellen 20-3-1848 (welk regentschap door een provisioneel bewind wordt vervangen op 9-4 van dat jaar); verlaat het land 19-4-1848 en abdiceert te Weisstropp (Saksen) 14-3-1849; noemt zich sedertdien graaf van Villafranca; gest. Nice 17-4-1883; tr. Turijn (per procuratie 15-8 en in persoon) 5-9-1820 Maria Teresu Ferdi- nanda Felicia Gaetana Pia di Savoia. urinses van Sardinië. geb. Rome 19-9-1803; gest. San Martino bij Lucca 16-7-1879; dochter van Vittorio Emanuelle 1 Gaetano di Savoia, koning van Sardinië, en Maria Theresia Johanna Josefa aartshertogin van Oosterwijk.

PARMA, PIACENZA EN GEANNEXEERDE STATEN De terugkeer van de Bourbons naar Parma-Piacenza in 1847 was eigenlijk de laatste verwerkelijking van de vele regelingen van het Wener Congres, dat zoveel mogelijk overal de legitieme heersers wilde herstellen. Nu was het uiteraard niet mogelijk, de achttiende eeuw gehéél te herstellen, en ook in het geval van Parma-Piacenza waren er kleine modificaties nodig. De belangrijkste daarvan was, dat Guastalla aan Modena werd afgestaan (zie hierboven, gen. XXXVII). Maar er ‘waren meer grenscorrecties nodig: Modena verkreeg ook Fivizzano, maar gaf daarvoor de districten Villafranca, Fresihietto, Castevoli en Malazzo aan Parma. Van Lucca (inmiddels bij Toscane ge- voegd) kreeg Parma Montignoso, Minucciano, Galliano en Castiglione; van Toscane: Pon%moli, Ëagnano, Filatierra, Groppoli en Lusuoli. Deze kleine toevoegingen werden in de officiële titulatuur aangeduid als ,,geannexeerde staten”. Lang heeft dit (tweede) bewind der Bourbon’s over Parma niet meer geduurd. Wel wist Oostenriik na de revolutiejaren 1848 en 1849 hier overal zijn invloed te herstellen en de in die-jaren verjaagde vorsten ‘terug te brengen op hun tronen, maar tien jaar later werden al deze reactionaire regeringen verjaagd door de liberalistisch-nationalis- tische eenheidsbeweging van Italië, die overal de overhand verkreeg na de (zij het ook voortijdig beëindigde) oorlog van Sardinië en Frankrijk tegen Oostenrijk. Ook het her- togdom Parma ging op in het koninkrijk Italië.

307 XXXVIII. Ferdinando Carlo 111 Maria Guiseppe Vittorio Baldassarre di Borbone, geb. Lucca 14-1-1823; infant van Spanje, ridder van het Gulden Vlies (Sp: Tak) 1823; volgt vanuit Londen zijn vader op als hertog van Parma, Piacenzu en geannexeerde staten 14-3-1849; doet zijn intrede in Parma 25-8-1849 en aanvaardt de regering 27-8-1849; overleden te Parma 27-3-1854 aan de gevolgen van een de voorgaande dag op hem gepleegde aanslag; tr. Frohsdorf 10-11-1845 Louise Marie Thérèse van Artois, prinses van Frankrijk. geb. Parijs 21-9-1819: bijgenaamd .,Mademoiselle”. na de abdi- catie van-haar grootvader in 183Ó gravin van Rosny, treedt als’regentes over Parma enz. op voor haar zoontje 1854; verklaarde zich neutraal in de oor- log van 1859 tussen Sardinië en Frankrijk en Oostenrijk, doch werd na de slag bij Magenta genoodzaakt het land te verlaten (dat zich hierna met Modena en de Romaans tot het nouvernement Emilia formeerde. hetwelk zich in maart 1860 na volksstemn&g bij het koninkrijk Sardinië aansloot); vestigt zich op het kasteel Wartegg (kanton Sankt-Gallen); gest. Venetië 1-2- 1864; dochter van Charles Ferdinand de Bourbon-Artois, hertog van Berry en van Maria Caroline Ferdinanda Louisa di Borbone, prinses der Beide Siciliën.

XXXIX. Roberto Z Carlo Luigi Maria di Borbone, geb. Florence 9-7-1848; infant van Spanje, erfprins van Parma; volgt zijn vader (onder regentschap van zijn moeder) op als hertog van Parma, Piacenza en geannexeerde staten 27-3-1854; ridder Gulden Vlies (Sp. tak) 1854; verdreven op 9-6-1859; na de dood van zijn moeder opgevoed door zijn oom, de graaf van Chambord, van wie hij bij diens dood in 1883 o.a. het gelijknamige kasteel erfde; gest. Pianore bii Viareagio 16-11-1907: bear. aldaar: tr. 1”. Rome (Six< kapel) 5-4-1869~Donna Maria Pia delle Grazie di Bor- bone, prinses der Beide Siciliën, geb. Gaeta 2-8-1849; gest. Biarritz 29-9- 1882; begr. Glashiitte bij Mönichkirchen; dochter van Ferdinando 11 Carlo, koning der Beide Siciliën en Maria Theresia Isabella, aartshertogin van Oostenrijk; tr. 2”. kasteel Fischhorn 15-10-1884 Maria Antonia Adelaide Camila Caro- lina Eulália Leonoldina Sophia Inès Francisca de Asis e de Paula Micaela Gabriela Rafaelâ Gonzaga Gregoria Bernardina Benedictina Andrea de Brananca. infante van Portugal. geb. Bronnbach 28-11-1862: Eest. kasteel Berg (Luxemburg) 14-5-19591 dÓ&ter van Dom Miguel Z Ma& do Patro- cínio Joáo Carlos Francisco de Asis Xavier Paula Pedro de Alcântara António Rafael Gabriel Joaquim José Gonzaga Evaristo de Braganca, ko- ning van Portugal en diens tweede echtgenote Sophie Amelia Adelheid Luise Johanna Leopoldine prinses van Löwenstein-Wertheim-Rosenberg. Uit het tweede huwelijk zes zoons en zes dochters, waarvan als derde zoonB):

XL. Z.K.H. Félix Marie Vincent de Bourbon de Parme, prins van Bourbon-Parma, geb. Schwarzau am Steinfelde 28-9-1893; prins van Luxemburg en Nassau 5-11-1919; generaal-inspecteur van het Groothertogelijk Luxemburgse leger, president van het Rode Kruis van Luxemburg, erebaljuw en ere-grootkruis van de Souvereine Orde van Malta, enz.;

5) De tweede zoon uit dit tweede huwelijk is: XLa. Z.K.H. François Xavier Charles Marie Anne Joseph de Bourbon, prins van Bourbon-Parma, geb. Camaiore (prov. Lucca) 25-5-1889; tr. kasteel Lignières (Cher) 12-11-1927 Marie Madeleine Yvonne, gravin van Bourbon-Busset, geb. Parijs 25-3-1898, dochter van Marie Louis Gabriel Georges, graaf van Bourbon-Busset en Marie Joséphine Jeanne de Kerret. XLIa. Z.K.H. Charles Hugues Xavier Marie Sixte Louis Robert Jean Georges Benoît Michel de Bourbon. mins van Bourbon-Parma. geb. Pariis 8-4-1930: tr. Rome 29-4-1964 ‘H.K.H. Irene Emma Elisabeth, prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, prinses van Lippe-Biesterfeld, geb. Soestdijk 5-8-1939, dochter van Z.K.H. Bernhard Leopold Frederik Everhard Juhus Coert Karel Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld, en H.M. Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, koningin der Nederlanden. prinses van Oranje-Nassau, hertogin van Mecklenburg, enz., enz.

308 tr. Luxemburg 6-11-1919 H.K.H. Charlotte Adelgunde Elisabeth Maria Wil- helmine van Nussau(-Weilburg), groothertogin van Luxemburg, hertogin van Nassau, prinses van Bourbon van Parma (paltsgravin aan de Rijn, gravin van Sayn, Königstein, Katzenelnbogen en Diez, burggravin van Hammerstein, vrouwe van Mahlberg, Wiesbaden, Idstein, Merenberg, Limburg en Eppstein; grootmeesteres van de Luxemburgse Orden van de Eikenkroon, van Adolf van Nassau en van de Gouden Leeuw van Nassau, dame-eregrootkruis van de Souvereine Orde van Malta; geb. kasteel Berg 23-1-1896; groothertogin van Luxemburg ter opvolging van haar op 9-1-1919 geabdiceerde zuster Marie Adelaide, dochter van Wilhelm Alexander van Nassau, groothertog van Luxembure. enz.. en Doña Maria Ana do Carmo Henrioue Teresa Adelaide Joan;‘Carohna Inês Sofia Eulália Leopoldina Isabel Bernardina Micaela Gabriela Rafaela Francisca de Asis e de Paula Inácia Gonzana de Bragança, infunte van Portugal. LUXEMBURG De eerste maal dat wij de naam Luxemburg in de geschiedenis vermeld vinden, is in het jaar 963. Toen verwierf namelijk graaf Siegfried van de Ardennen deze strategisch gelegen plek door een goederenruil metde abdij-van St. Maximin te Trier. Deze sterkte werd geleidelijk het middelpunt van een groot landencomplex dat zich tot ver buiten de grenzen van het huidige groothertogdom uitstrekte. Ook doordat leden der achter- eenvolgens over Luxemburg regerende dynastieën tot koning van Bohemen of van Hon- aariie. tot markaraaf van Brandenbura en zelfs tot Duits keizer ourreklommen, zijn de Ï&ddeleeuwen (cooral de 14e en begin 15e eeuw) de bloeitijd van Luxemburg.’ _ In 1443 wist echter hertog Filips de Goede van Bourgondië dit hertogdom te verwer- ven. Eeuwenlang kende het daarna geen eigen staatkundig bestaan: Spaans tot 1714, Oostenrijks tot 1794 en vervolgens Frans tot 1815. Door het Wener Congres werd het in personele unie met het Koninkrijk der Nederlanden verenigd als schadeloosstelling voor koning Willem 1 voor zijn toen niet gerestitueerde bezittingen in Duitsland. Daar Luxemburg toen nee uitsluitend ouvoleina in manneliike liin kende. trad bii het over- lijden van-Willem Iñ het Nassau& erfierdrag van 1783 in -werking zodat de- Walramse linie hier toen opvolgde. Daar groothertog Willem (reg.: 1905-1912) uitsluitend doch- ters had werd echter in 1907 de successiewet gewijzigd, waardoor nadien ook cpvolging in vrouweliike lijn mogelijk werd. Mede daardoor is thans dan dus de dynastie der Bour- bons in LÚxemburg regerend geworden. XLI. Z.K.H. Jenn Benoît Guillaume Robert Antoine Louis Marie Adolphe Mare d’Aviano de Bourbon de Parme, geb. kasteel Berg 5-1-1921, erfgroothertog van Luxemburg, hertog van Nassau, prins van Bourbon van Parma, enz. enz.; grootkruis van de Luxemburgse Orden van de Eikenkroon en van de Gouden Leeuw van Nassau, baljuw en ere-grootkruis der Souvereine Orde van Malta; stadhouder (lieutenant-représentant) van Luxemburg 2-5-1961, als zodanig beëdigd 4-5-1961: groothertor! van Luxembura ter oovoleina van ziin moe- der ei beëdigd als zodanig 12111-1964; - - - - * tr. Luxemburg 9-4-1953 H.K.H. Joséphine Charlotte Ingeborg Elisabeth Marie José Marguerite Astrid prinses van België, geb. Brussel 11-10-1927. dochter van Z.M. Léopold IZZ Charles Albert Meinrad Hubertus Marie Miguel, koning der Belgen en van Astrid Sophie Louise Thyra prinses vrrn Zweden. 1Jit dit huwelijk: 1. H.K.H. Marie Astrid Caroline Léopoldine Wilhelmine Ingeborg Antoinette Elisabeth Anne, prinses van Luxemburg, van Nassau en van Bourbon van Parma, geb. kasteel Betzdorf 17-2-1954. 2. Z.K.H. Henri Albert Gabriel Félix Marie Guillaume, prins van Luxem- brug, van Nassau en van Bourbon van Parma, geb. kasteel Betzdorf 16-4-1955. 3. Z.K.H. Jean Félix Marie Guillaume. nrins \‘zzn Luxembur,o. van Nassau en van Bourbon van Parma, geb. kasteel Betzdorf 15-5-1957. 4. H.K.H. Marguerite Antonia Marie Félicité, prinses van Luxemburg, van Nassau en van Bourbon van Parma, tweeling met voorgaande. 5. Z.K.H. Guillaume Marie Louis Christian, prins van Luxemburg, van Nassau en van Bourbon van Parma, geb.- kasteel Betzdorf l-5:1963. H. H. W. VAN EIJK. 309 Carl Ludwig, 3e vorst van Hohenlohe-Langenburg 1762-1825 Q3 1789 Amalie, gravin van Solms-Baruth 1768-1847

Emilie, prinses van Agnes, prinses van Hohenlohe-Langenburg Hohenlohe-Langenburg 1793-1859 1804-1835 CT 1816 cc 1829 Friedrich, graaf van Constantin, erfprins van Lö- Castell-Castell wenstein-Werthehn-Rosenberg 1791-1875 1802-1838 l KJe naaste verwantschap van het geslacht : Adelheid, gravin van Adelheid, prinses van Löwen- BOURBON-PARMA Castell-Castell Stein-Wertheim-Rosenberg 1818-1900 1831-1909 met de koninklijke huizen van Nederland en België x 1839 clj 1851 Julius, graaf en edele heer Miguel van Braganfa, Samenstelling : v. E. van Lippe-Biesterfeld koning van Portugal 1812-1884 1802-1866

Ernst, graaf en edele heer Maria Antonia van Bragança, Maria Anna van Bragança, Maria Josepha van Bragansa, van Lippe-Biesterfeld infante van Portugal infante van Portugal infante van Portugal 1842-1904 1862-1959 1861-1942 1857-1943 cxz 1869 = 1884 x 1893 CV 1874 Karoline, gravin van Roberto 1 di Borbone, Willem, hertog van Nassau, Kar1 Theodor, hertog Wartensleben hertog van Parma groothertog van Luxemburg in Beieren 1848-1907 1852-1912 1839-1909 1844-1905 / I Bernhard, prins Elisabeth,’ hertogin van Lippe I in Beieren 1872-1934 * 1876 c% 1909 30 1900 Armgard v. Cramm, Albert 1, koning der prinses van Lippe-Biesterfeld Belgen * 1883 1875-1934 j Bernhard, prins van Xavier, prins van Félix, prins van Bourbon- Charlotte, hertogin van Leopold 111, koning der Lippe-Biesterfeld, prins Bourbon-Parma Parma, prins van Luxemburg Nassau, groothertogin van Belgen der Nederlanden * 1889 * 1893 m Luxemburg * 1901 * 1911 * 1896 c\s 1927 1919 N 1926 zc 1937 Astrid, prinses Juliana, koningin Marie-Madeleine, gravin van Zweden der Nederlanden - -van BÖurbon-Busset 1905-1935 * 1909 * 1898

Irene, prinses Hugues, prins van Jean, prins van Bourbon- Co Josfphine- Boudewijn, der Nederlanden 190064 Bourbon-Parma Parma, groothertog 1953 Charlotte, koning der van Luxemburg prinses van Belgen * 1939 * 1930 * 1921 België * 1927 * 1930 BERNINI: LODEWIJK XIV (1665) In 1665 vertoefde de beroemde Italaanse barok-kunstenaar Giovanni Lorenzo Ber- nini verscheidene maanden in Parijs, om in opdracht van de koning ontwerpen voor de vernieuwing van het Louvre uit te werken. Over dit Parijse verblijf bezitten wij een zeer gedetailleerd dagboek van de hem toen als kamerheer toegevoegde sr. de Chantelou, waarin wij ook over dit portret ingelicht worden. Volgens Bernini dient het hoofd-accent bij een vorstenportret op de waardigheid, de verhevenheid te liggen, al dient er wel een zekere mate van gelijkenis in het portret voor te komen. In deze marmerbuste komt het zelfbewustzijn van de jonge absolute monarch sterk naar voren; de indruk van be- weeglijkheid wordt versterkt door de breed uitwaaiende draperie. Typerend voor de barok-beeldhouwkunst is in dit portret vooral de bewerking van het haar en de jabot. Deze buste bevindt zich momenteel in de salon de Diane van het paleis te Versailles.

312 BESCHRIJVING DER WAPENS VAN DE 16 BET-OVERGROOT- OUDERS VAN Z.K.H. GROOTHERTOG JEAN VAN LUXEMBURG [pag. 284 t/m 2871 N.B. De Vorsten, Prinsen en Prinsessen der verschillende Iberische en Italiaanse staten bezigden tijdens hun levw dikwijls verschillende wapens, al naar gelang de herhaalde wijzigingen in de politieke constellatie, het belang om diverse pretenties te benadrukken of de wenselijkheid om de steeds gecom- pliceerder wordende wapens te moderniseren. De hieronder te beschrijven wapens werden verkoren uit een groot arsenaal van soms sterk gevarieerde wapenschilden. Van Keizer/Koning Joao Vl (KW . 20 en 28) worden diens beide wapens als Keizer van Brazilië en als Koning van Portugal gebracht, terwijl ook van zijn gemalin, Infante Carlota (KW . 21 en 29) twee verschillende wapens worden gepubliceerd. (Men vergelijke voor de historische en genealogische samenhang van het onderstaande ook de Pauselijke afstammingslijnen op pag. 318/319).

KW. 16 ETRURIE-LUCCA-PARMA (HUIS BOURBON, INFANTES van SPANJE): Gevieren- deeld: kw. 1. in goud zes blauwe lelies, 3-2-1 (Farnese, stamhuis der Hertogen van Parma en Piacenza, dat in Pietro Aloisio Farnese anno 1545 door diens vader Paus Paulus 111 tot de erfelijke hertogelijke waardigheid verheven werd); kw. 11. gedeeld in drieën: 1. in goud een rode leeuw, blauw gekroond, getongd en genageld (Habsburg, stamhuis der voormalige Duitse Keizers); 2. in rood een zilveren dwarsbalk (Oostenrijk, Aartshertogdom, stambezit der Habsburgers); 3. in goud een rode schuinbalk, beladen met 3 zilveren geknotte adelaartjes (Lotharingen, stamhuis der toenmalige Duitse Kei- zers). Dit Habsburgs-Oostenrijks-Lotharingse kwartier werd aan het Parmesaanse wapen toegevoegd door het huwelijk van Hertog Ferdinando van (Bourbon-) Parma (1751- 1802) met Amelie Aartshertogin van Oostenrijk (1746-1804), de dochter van Franz 1 van Lotharingen, Duits Keizer en Maria Theresia van Habsburg-Oostenrijk, Keizerin en Koningin van Bohemen-Hongarije *). kw. 111. in zilver een rood breedarmig ingebogen kruis, gecantonneerd van 4 zwarte adelaars, rood gesnaveld en gepoot, twee aan twee elkander toegewend (Mantua, verheven tot Markgraafschap anno 1433 door Keizer Sigismund en tot Hertogdom anno 1530 door Keizer Karel V), het kruis belegd met een groot middenschild, twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende negen kwar- tieren met de blazoenen van 1. in rood een gouden dubbelkoppige Bijz. Keizerlijk ge- kroonde adelaar met neergeslagen vlucht (Keizerrijk Byzantium), 2. in rood een gouden leeuw (Lombardije), 3. acht maal gedwarsbalkt van goud en zwart (Gonzaga, stamwapen der markgraven en hertogen van Mantua), 4. in rood een gouden kruis, gecantonneerd van vier Griekse hoofdletters B, twee aan twee elkander toegewend, de initialen vor- mende van Baodwq Baodwuv BaacAovw~ B~OL~OVCX [de Koning der Koningen, Koninklijk heersende over alle Koningen] (Constantinopel), 5. in goud vier rode palen (Aragon), 6. gedeeld: 1. van zilver met een rood schildhoofd (Montferrat), 11. in rood een zilveren dwarsbalk (Oostmark), 7.‘tien maal gedwarsbalkt van goud en zwart met over alles heen de groene ruitkrans (Saksen), 8. in blauw bezaaid met gouden herkruiste kruisjes met spitse voet, twee ruggelings geplaatste barbelen (Bar), 9. in zilver een gouden Jeruzalem-kruis (Jeruzalem). Het Mantua-kwartierwapen werd aan het Parmesaanse schild toegevoegd, toen in 1748 de Duitse Keizer het kleine hertogdom Guastalla aan Parma schonk. Guastalla had toebehoord aan het geslacht Gonzaga, welks oudste lijn als Hertog in Mantua regeerde, terwijl een jongere linie Guastalla bezat. Bij uitsterven deze jongere tak der Gonzaga’s verviel het hertogdom aan de Keizer, die al eerder Mantua aan zich getrokken had, toen de laatste Hertog van Mantua, door partij te kiezen voor Frankrijk tegen het Rijk, zijn land moest ontvluchten en in de Rijksban gedaan, weldra zonder wettige nakomelingen stierf (1708). Het negen kwartieren tellende middenschild symboliseert de al dan niet rechtmatige preten- ties die Mantua, sedert 1536 door Keizer Karel V tevens beleend met het Markgraafschap Montferrat (in 1573 tot Hertogdom verheven) meende te hebben. Frederik 11 Gonzaga sinds 1519 Markies en sedert 1530 Hertog van Mantua huwde Margaretha de erfgename van het Markiezaat Montferrat, door wie dit Markgraafschap aan Mantua toeviel. Zij bracht haar man door afstamming, verwantschappen en erfopvolgingen - door anderen ten rechte of ten onrechte betwist - aanspraken aan op waardigheden en titels met de daaraan verbonden eigendom van uitgestrekte rijken en gebieden, wier feitelijk bezit door machtsverschuivingen reeds lang verloren waren gegaan. Al deze pretensiën, gesymboliseerd in haar wapen ei dat harer voorvaderen werden overgenomen door haar gemaal en diens regerende nazaten en gevoegd bij zijn eigen familie-emblemen in het grote middenschild, hierboven reeds beschreven. Margaretha van Montferrat behoorde tot het geslacht der Palaeologen dat de laatste keizersdynastie aan Byzantium schonk (kwartier Byzantium). Haar stamvader was Andronikos 11 Palaeogos, Keizer van Byzantium 1282-1328. Deze had o.m. twee zonen yan wie Konstantinos (ex Anna van Hongarije) door zijn zoon Andronikos 111 de Keizerlijke lijn voortzette. Als laatste Keizer sneuvelde tegen de Turken diens achterkleinzoon Konstantinos 1X anno 1453. Zijn nicht Zee (Sophia), de dochter van zijn jongste broer Thomas, Vorst van Ach&, trouwde 1472 lwan Basilowitch (Johannes Basilides) Czaar Aller Russen, uit de stam Ruik, die zich opwierp als opvolger yan de Byzantijnse Keizers, waarin zijn opvol- *) Dit ,,nieuw” Oostenrijkse kwartier verving wel het ,,oud” Oostenrijker kwartier (gedeeld: 1. Oos- tenrijk; 11. Oud-Bourgondië) dat sedert de inhuwelijking van Landvoogdes Margeretha Y. Oostenrijk het Parmesaanse wapen verrijkte. 313 gers hem volgden. De Byzantijnse gouden dubbele adelaar in rood veld werd met veranderde kleuren (zwart op goud) het Russische Keizerlijke embleem. Andronikos’ 11 tweede zoon, Theodoros Palaeologos (geboren uit Jolantha van Montferrat, zuster en erfgename van de laatste ,,echte” markgraaf Johannes van Montferrat) werd in 1305 de eerste van het tweede geslacht der markiezen van Montferrat. De oudste Montferrats pretenderen in rechte lijn af te stammen van Wittekind de Grote, Hertog van Saksen (t 807) (kwartieren Saksen en Montferrat). Jolantha van Montferrat’s stamreeks vervolgende ontmoeten wij een Markgraaf Bonifacius die in 1202 Constantinopel veroverde (kwartier Constantinopel dat tevens als residentie van Byzantium in het wapen voorkomt). Deze had een schoonzuster Sibylla, een schoon- dochter lsabella en een schoonzoon Henricus die resp. dochters van en zelf Koning van Jeruzalem waren, terwijl een neef oomzegger en een behuwd kleinzoon eveneens het Jeruzalemse Koningschap bezaten (kwartier Jeruzalem). Ook in ander heraldisch opzicht is deze Bonifacius interessant. Het Montferrat kwartier is gedeeld met een schild van rood beladen met een zilveren dwarsbalk (Oostmark/Oostenrijk). De moeder van Mkgf. Bonifacius, Judith, was de jongste dochter van de later (1485) heilig verklaarde Leopold IV, Graaf van de Oostmark (uit de prae-Habsburg tijd!), t 1136 en van Agnes, dochter van Keizer Hendrik IV. Dit wapen en trouwens ook dat van Saksen zijn later met terugwerkende kracht toebedeeld aan deze zeer vroege voorvaderen, die in een tijd leefden toen nog geen sprake was van heraldiek. Over het ontstaan van het Oostmarkse, later als Oostenrijks wapen overgenomen blazoen bestaat een legende. Bij de belegering van Akka (Ptolemaïs) streed behalve Richard Leeuwenhart en Frederik van Barbarossa, ook onder de eersten de Hertog van de Oostmark Leopold 11 (achterkleinzoon van voor- noemde markgraaf St. Leopoldus). Dusdanig vele verwondingen liep deze dapper strijdende hertog op tegen de zich fanatiek teweer stellende vijand, dat zijn gehele rusting rood gekleurd van het bloed was, met uitzondering van de plek waar de gordel over zijn middel liep. En aan deze bloedige gebeur- tenis zou het te danken zijn geweest dat zijn hertogelijk geslacht en deszelfs marke - doch nu weldra vanwege de deftigheid en aanzien ,,rijk” geheten - een wapenschild verwierf: bloedrood met een blanke middenbaan of in heraldische termen: in een rood veld een zilveren dwarsbalk. Terugkerende tot bovenvermelde Margaretha Palaeologos-Montferrat treffen wij in haar stamreeks nog aan beovergrootvader Theodorus 11 Palaeologos, Markgraaf van Montferrat, die Johanna, dochter van Hertog Robert van Bar tot vrouw had (kwartier Bar), terwijl zijn moeder lsabella van Aragon was, een dochter van Jacobus 111, Koning van de Balearen (kwartier Aragon).

K W . IV. in goud een blauwe grotere koek (bol) beladen met drie gouden lelies (in 1509 door Kg. Louis X11 van Frankrijk geschonken aan het Medici-wapen), vergezeld beneden van vijf rode kleinere koeken (bollen), 2-2-1 (Medici-Toscane). De hertogen van Parma uit het Bourbon-Spaanse Huis maken zeer moeilijk te verdedigen aanspraken op Toscane, dat in 1737 bij uitsterven van de mannelijke lijn der Medici dynastie aan Keizer Franz 1 was gekomen tegen de afstand van zijn stamhertogdom Lotharingen aan Frankrijk. De Florentijnse Medici% waren in Alessandro (een natuurlijke zoon van Paus Clemens Vl1 of p.p. van Lorenzo de Me- dici, Hertog van Urbino) tot Hertog van hun stad verheven door Keizer Karel V, anno 1531. Hij werd opgevolgd door zijn verre neef Cosimo 1. Paus Pius V verhief Cosimo tot Groot-Hertog van Toscane in 1569 tegen betaling van zeer veel gelds. lsabella (Elisabeth) Farnese, de Koningmaakster, pretendeerde Toscane als ,,enige gehuwde bet-achterkleindochter” van Cosimo 11, de kleinzoon van eerder vermelde Cosimo 1. Haar zoon Filippo voegde dit pretensie-wapen aan het zijne toe. Als middenschild voeren de Bourbonse Parma’s, als infantes van Spanje: gevieren- deeld: 1. en IV. in rood een gouden kasteel (burchttoren) voor Castilië, 11. en 111. in zil- ver een rode goud gekroonde leeuw voor Leon. Het hartschild tenslotte: in blauw drie gouden lelies en op een rode schildzoom acht (3-2-3) zilveren schelpen, wapen van de lijn Bourbon-Parma, gesticht door Filippo (Felipe, Philippe) (1720--1765), zevende zoon van Felipe V, (van Bourbon) Koning van Spanje (en van Isabella Farnese), uit het hertogelijke huis Anjou dat tot wapen had in blauw drie gouden lelies binnen een effen rode schild- zoom. Door het opnemen van de schelpen op de zoom differentieerden de Bourbon-Parma% hun wapen, als jongeren, van het blazoen van de oudere Bourbon-Anjou stam, die eerder als jongere op zijn beurt, zijn wapen door de effen rode zoom gedifferentieerd ontving van de oudste (koninklijke) Franse lijn, die het volle wapen had: in blauw drie gouden lelies. Dit wapen werd gebezigd in het begin van de XVe eeuw als eerste door Koning Karel Vl (1368-1422). Het drie-leliën wapen is een vereenvoudiging van het oorspronkelijke Franse wapen dat voor het eerst in 1223 door Koning Lodewijk Vl11 (1187- 1226) gevoerd werd en een blauw schild vertoonde bezaaid met gouden lelies. Deze ,,lelie” is door de eeuwen heen ,,het” symbool voor Frankrijk geweest en dikwijls voor alles wat ,,frans” is. Dusdanig is de vereenzelviging lelie = frans, dat het huidige egypto-arabische woord voor een française, ,,francissiyat” is, hetgeen betekent: (franse) lelie. Met deze lelie maakten de Nijldelta bewoners voor het eerst met bewondering kennis toen Koning Lodewijk 1X ,,de Heilige” (St. Louis) na de slag bij Mansourah in 1249 tijdens é6n zijner Kruistochten, als gevangene het kamp van zijn over- winnaar werd binnengeleid, gekleed in een prachtige lange sleepmantel van hemelsblauwe kleur bezaaid met gouden (geborduurde) lelies en sedertdien is de arabische taal verrijkt met een woord dat het begrip ,,frans” aanduidt door de heraldische lelie! Overigens is het bijzonder merkwaardig dat deze zgn. lelie, geenszins een lelie voorstelt, doch een ietwat gestyleerde verbeelding is van de ,,lis-bloem” (tegen- woordig wel ,,,iris” geheten). En dubbel interessant is het te weten dat het juist de Fransen zijn, die als enigen hun elfzen heraldische figuur bij uitnemendheid, het symbool van Frankrijk, terecht ,,Oeur-de-lys” noemen. KW. 17 SAVOYE-SARDINE: Gevierendeeld: 1. opnieuw gevierendeeld: 1. in zilver een gouden Jeruzalem-kruis (Koninkrijk Jeruzalem); 2. gekwartilleerd: a. en d. in blauw een zilveren kruis (Cyprus), b. en c. acht maal gedwarsbalkt van zilver en blauw met over alles heen een rode goud gekroonde leeuw (Lusignan); 3. in goud een rode goud gekroonde leeuw 314 (Armenië); 4. in zilver een rode leeuw, goud gekroond en genageld, blauw getand (Luxemburg). Deze vier kwartieren vormen tezamen het ,,grote” wapen van de Koningen van Cyprus uit het Huis Lusignan-Luxemburg, dat vele Koningen van Jeruzalem aan Palestina geschonken heeft en rechtmatige pretenties deed gelden op Armenië, dat Isabella, erfdochter van Koning Livonus (Leo) van Armenië, haar man Amalrik van Lusignan, Vorst van Tyros aanbracht. Anna van Lusignan (7 1462), dochter van de Cyprische Koning Janus 11, trouwde Hertog Lodewijk de Savoye (1402-1465), de zoon van Paus Felix V, die als Graaf yan Savoye door Keizer Sigismund in 1416 tot Hertog verheven, na het overlijden van zijn gemalin Maria van Bourgondië in de geestelijke stand trad en anno 1439 tot de hoogste waar- digheid in de R.K. Kerk geroepen werd. Het Savoyaards-Lusignan-Cyprische ouderpaar had 13 kinde- ren van wie zoon Philippe het geslacht voortzette in de Savoye en Nemours linies, terwijl de nakome- lingschap van zijn oudste broer Amadeo in derde generatie uitstierf na verwerving yan de aanspraken op het Koninkrijk Cyprus in 1485 van Philippe% tweede broer Ludovico, sedert 1459 Koning van Cyprus en sinds 1463 te Rome als balling verblijvende en van diens vrouw en nicht Charlotte van Lusignan, Koningin van Cyprus vanwege haar vader Koning Johannes 111. Cyprus ging verloren aan een usurpator, bastaardzoon van laatstgenoemde, vervolgens aan Venetië en tenslotte in 1572 aan de Turken. De Savoyaardse hertogen, nazaten van Philippe, namen in hun titel de pretenties op het Cyprische Ko- ninkrijk over van hun uitstervende neven van de Amadeo stam, terwijl ook het wapen vermeerderd werd met de Cyprische kwartieren. Toen in 1720 het onaanzienlijke Sardinië door Oostenrijk aan Sa- voye werd geschonken in ruil goor het veel rijkere Sicilië, verhieven de Hertogen van Savoye zich op grond van hun titel van Koning van Cyprus tot Koningen van Sardinië. Het tweede grote kwartier geeft gedeeld: 1. in rood een zilver omgewend steigerend paard (Nedersaksen); 11. tien maal gedwarsbalkt van zwart en goud met over alles heen een gebogen groene ruitkrans (Oppersaksen) en in een ingedreven en ingebogen punt van zilver 3 (1-2) rode meerbladen (Engern), tezamen aanduidende de afkomst van de Graven en Hertogen van Savoye uit Wigbert, Hertog der Saksen te Engern en van West- falen, de zoon van Wittekind de Grote. Kwartier 111. opnieuw gevierendeeld: 1. in zwart een zilveren, goud gekroonde leeuw (Aosta); 2. in zilver een rood kruis (Genua); 3. in zilver bezaaid met zwarte staande blokjes, een zwarte, rood gekroonde, genagelde en getongde leeuw (Chablais); 4. in zilver een rode, goud gekroonde adelaar staande op drie groene bergjes, naast elkaar en aaneengesloten, los in het veld staande (Nizza). Deze vier kwartieren vertegenwoordigen min of meer de oudste bezittingen der Graven van Savoye, al is het niet altijd duidelijk wanneer en op welke wijze zij die landen verwierven. Al zeer vroeg treffen wij een Graaf Amadeus IV vermeld, die c. 1245 de hertogelijke titel van Chablais verkreeg. Het Graaf- schap Niwa, dat zich in 1388 vrijwillig onder Savoye geschikt zou hebben ging in 1860 verloren aan Frankrijk. Kwartier IV. opnieuw gevierendeeld: 1. in rood een zilveren kruis met een blauwe barensteel gaande over de bovenarm van het kruis (Piemont); 2. van zilver met een rood schildhoofd (Montferrat); 3. geschaakt van goud en blauw in drie verticale en drie hori- zontale rijen gevende negen vakken (Génève); 4. van zilver met een blauw schildhoofd (Saluzzo). De eerste relaties van Savoye met Piemont dateren reeds uit de dertiende eeuw, toen Graaf Thomas 11 Rijksstedehouder in Lombardije en Piemont werd. Sedert dien werden zijn nazaten ermede beleend en zelfs ontving Ludovico yan Savoye (t 1418) van de Keizer de verheffing tot Rijksvorst van Piemont. De broer van zijn vrouw en nicht Bons, Amadeus VIII, sedert 1416 de eerste Hertog van Savoye en later Paus Felix V (1439), erfde Piemont sedert wien het ononderbroken deel heeft uitgemaakt yan de bezittingen der Hertogen yan Savoye, Koningen van Sardinië en tenslotte Koningen van Italië. Het mar- kiezaat Saluzzo kwam aan Savoye na ruil met Frankrijk dat het landschap Bresse ontving. Het Montfer- rat kwartier vertegenwoordigt de grote twistappel tussen Savoye en Mantua. Het Markgraafschap Mont- ferrat bracht erfdochter Margarethe Palaeologos haar man, Frederik 11 Gonzaga van Mantua, ten hu- welijk. In 1536 beleende Keizer Karel V hem ermede. In 1573 werd het zelfs tot een hertogdom verheven (zie hierboven bij het wapenkwartier Mantua in het grote wapen Farnese-Parma). Na vele twisten kwam het ten dele aan Savoye (1631) dat het in 1708 geheel verwierf als leen des Keizers, die Mantua en Mont- ferrat aan zich getrokken had na vlucht en verbanning van de laatste Hertog van Mantua en Montferrat, Carlo IV, die in de oorlogen van de Fransen tegen het Rijk, de partij der eersten gekozen had. Savoye leidde zijn aanspraken op Montferrat àf yan het huwelijk in 1330 gesloten tussen Jolantha Palaeologos (dochter van Theodoros 1 Markgraaf van Montferrat en Argentina Spinola) en Graaf Aymon van Savoye, uit wie alle latere Savoyaards afstammen, vervolgens van de echtverbintenis tussen hun achterkleindochter Johanna Posthuma van Savoye met Markies Johannes Jacobus van Montferrat (1411) en tenslotte van het huwelijk in 1485 voltrokken tussen de kleindochter van laatstgenoemden, Bianca (dochter van de laatste Markgraaf van Montferrat, oudste lijn, Johannes IV en wederom een prinses van Savoye, Margaretha, Ludovicodr.) met Hertog Carlo 1 van Savoye. Dergelijke verbintenissen vormen steeds het begin van aanspraken volgens erkend of niet erkend erf- recht op bezittingen van de familie van aangehuwden. Wij zien zulks ook geschieden met Génève, waar al heel vroeg (begin van de 13e eeuw) een Thomas 1 Graaf van Savoye de erfdochter van Graaf Wil- lem 1 van Génève huwde, terwijl zijn betovergrootvader Amadeus 11 (t 1095) hem reeds was voorge- gaan door een Geneefse te trouwen, nl. Johanna, Graaf Geroldsdr. Hoewel de Savoyaardse pretenties op Gbn&ve even talrijk als aanvechtbaar schijnen, verdedigden zij deze door de eeuwen heen met kracht en wisselend succes. Als uiterlijk bewijs van hun aanspraken namen zij het Geneefse blazoen in hun grote wapen op. Ten besluite vertegenwoordigt de zwarte adelaar op goud in de ingedreven punt van het grote schild het Graafschap Maurienne dat van ouds met Savoye verbonden is ge-

315 weest. Het middenschild draagt het wapen van Sardinië: in zilver een rood kruis, gecan- tonneerd van vier zwarte morenkoppen met zilveren haarband. Dit Sardijnse wapen dateert uit de tijd dat Koning Jacobus 1 (1204-76) van Aragon het eiland van de Paus in leen ontving, die het onttrokken had aan het wanbeheer van Genua en Pisa, die Sardinië op de Saracenen veroverd hadden. Het zou een oud Aragonees wapen zijn uit de prae-heraldische tijd ge- voerd door Koning Pedro 1, heerser over Navarra en Aragon (t 1104), die aan zijn blanke schild met rood St. George kruis, de vier morenkoppen toevoegde, van de vier vorsten door hem verslagen en gedood bij het beleg van Huesca in 1096. Het hartschild: in goud een zwarte goud gekroonde adelaar, de borst beladen met een rood schildje met zilveren kruis, stelt het wapen voor van Savoye, Hertogelijke lijn.

KW. 18 BOURBON-ARTOIS, HERTOG van BERRY: in blauw drie gouden lelies binnen een rode uitgeschulpte zoom. KW. 19 BEIDE SICILIEN: Gedeeld in drieën: I. gevierendeeld: 1. en 4: in goud zes blauwe lelies, 3-2-1 (Farnese-Parma); 2 en 3. gedeeld: 1. in rood een zilveren dwarsbalk (Oosten- rijk); 2. zes maal geschuinbalkt van goud en blauw binnen een rode zoom (Oud Bour- gondië); hartschild: in zilver vijf blauwe schildjes (1-3-1) elk beladen met vijf zilveren bolletjes (2-1-2) binnen een rode zoom beladen met zeven gouden burchttorens (kastelen), (3-2-2) (Portugal); ZI. doorsneden: A: gevierendeeld: 1. opnieuw gevierendeeld: 1. en 4. in rood een gouden burchttoren (kasteel) (Castilië); 2. en 3. in zilver een rode, goud gekroonde leeuw (Leon); 2. gedeeld: 1. in goud vier rode palen (Aragon); 11. schuin ge- vierendeeld: 1. en 4. in goud vier rode palen, 2. en 3. in zilver twee zwarte adelaars (Si- cilië onder Aragonees bewind) en in een ingedreven en ingebogen schildpunt (tussen kw. 1 en 2) van zilver een groene, rood geopende, groengesteelde en dubbel gebladerde granaatappel (Granada); 3. in rood een zilveren dwarsbalk (Oostenrijk); 4. blauw be- zaaid met gouden lelies, binnen een zoom geblokt van zilver en rood (Nieuw Bourgondië); B. gevierendeeld: 1. links ingebogen geschuind: 1. zes maal geschuinbalkt van goud en blauw binnen een rode zoom (Oud Bourgondië); 11. in goud een zwarte leeuw (Vlaande- ren); 2. rechts ingebogen geschuind: 1. in zilver een goud gekroonde, gesnavelde en gepote rode adelaar, de vleugels beladen met een gouden klaverstengel (Tyrol); 11. in zwart een gouden leeuw (Brabant); 3. blauw bezaaid met gouden lelies en in het hoofd een rode barensteel met drie hangers gaande over alles heen (Napels, onder be- wind van Bourbon-Oud Anjou); 4. in zilver een gouden Jeruzalem kruis (Kon. Jeruzalem); 111. in goud een grotere blauwe koek (bol) beladen met drie gouden lelies, vergezeld be- neden van vijf rode koeken (bollen) 2-2-1 (Medici-Toscane). Hartschild: in blauw drie gouden lelies binnen een rode zoom (Nieuw Anjou). Voor Parma en Oostenrijk, zie kw.st.wapen 16. Het Oud-Bourgondische wapen, welks bestaan eigen- lijk eindigde met de overgang der landen van de laatste Hertog van Bourgondië uit de oude Robert- stam (gesticht in 10321, Philippe, anno 1361 aan Frankrijk en aan zijn verre neef uit de Franse Valois lijn, Philips ,,de Stoute”, ging het toch als kwartier over naar het blazoen van de nieuwe Bourgondische Hertog ter aanduiding van de continuïteit van de regering. Deze nieuwe Bourgondiërs voegden vele andere kwartieren toe aan hun wapen, die landen vertegenwoordigden hun aangebracht door de rijke erfdochter Margaretha van Vlaanderen, Mechelen, Antwerpen etc. die voornoemde Philips de Stoute in 1369 trouwde. Later kwamen Brabant, Limburg etc. aan diens nazaten, waardoor opnieuw kwartieren in het wapenschild werden opgenomen. Al deze wapens gingen over op Oostenrijk, toen Keizer Maximi- liaan 1 met Maria van Bourgondië,, de erfgename van deze landen (1477) huwde. Wij vinden deze terug in het tweede grote deelkwartw van het wapen der Beide Siciliën. In het Farnese-Parma deel werd slechts het Oud-Bourgondië wapen bij dat van Oostenrijk gevoegd als ,,pars pro toto”. Het Portu- gese hartschild is een echt pretentiewapen, dat Alexander Farnese, 3e Hertog van Parma, de beroemde veldheer en Gouveneur der Nederlanden bezigde om zijn aanspraken op Portugal te vertonen wegens zijn huwelijk met Maria v. Guimaranes, Infame van Portugal (1566), dochter van Hertog Duarte, zoon van Koning Alfonso VI van Portugal. Steeds hebben de Parma’s dat pretentiewapen gevoerd en wel in de oudste lijn. Toen, zoals reeds eerder uiteengezet, Parma aan de jongste zoon van Koning Philips V van Spanje (Huis Bourbon) en Elisabeth Farnese, Prinses van Parma, kwam, verdween het Portugal hartscbild uit zijn wapen, maar zijn neef, die Koning van Napels werd (zie pag. 304) behield de pre- tentie op Portugal. Het tweede grote deelkwartier bevat behalve de reeds vermelde Oostenrijks-Bourgondische wapens ook de wapens Castilië, Leon en Granada, alsmede Aragon en Sicilië. De Aragonen kwamen op de troon van Sicilië in Pedro 111 ,,de Grote”, sedert 1276 Koning van Aragon en anno 1282 Koning van Sicilië (Siciliaanse Vesoer!) door ziin eemalin Constantia. de dochter van Koning Manfred van Sicilië. de onechte zoon van Kei& Frederik fi. De zwarte adel& op zilver (niet goudc) moet het wapen ge- weest zijn van Manfred, de bastaard-zoon van Keizer Frederik 11, Koning van Jeruzalem, aan wie als laatste Koning van de oude en wettige stam Sicilië ontnomen was door de Anjou’s met steun van de Paus. Na verdrijving van de laatsten door Pedro 111 van Aragon, de man van Manfred’s enige dochter Constantia, werd het oud-Siciliaanse wapen gecombineerd met dat van de nieuwe Aragonese macht- hebbers tot het schuingevierendeelde wapen zoals hier afgebeeld.

316 Sicilië bleef sedert dien verbonden aan Aragon en vervolgens aan Spanje, totdat her na de vrede van Utrecht aan Oostenrijk kwam om weer in Spaanse handen te vallen in 1735/38, zij het met meer auto- nomie dan voorheen. Na de Franse tijd herleefde Sicilië, nu verbonden met Napels, als Beide Siciliën en als zelfstandige Koninkrijken tot hun opgaan in het nieuwe gevormde Italië in 1860. De vereniging yan Castilië en Leen kwam tot stand door het huwelijk van Sanctia erfdochter van Leen met Koning Fer- dinand 1 van Castilië (1037). Ferdinand Koning van Aragon (1479) en Isabella Koningin van Castilië en Leen (24741, de beide Katholieke Vorsten brachten hun rijken tezamen en hun erfdochter Johanna (,,de Waanzinnige”) bracht deze haar man, Philips (,,de Schone”) van Oostenrijk aan, de enige zoon van Keizer Maximiliaan 1 en Maria van Bourgondië. Al hun wapens Castilië, Leen, Aragon, Sicilië, Oosten- rijk, NieuwBourgondië, Oud-Bourgondië, Vlaanderen, Brabant en Antwerpen, een potpourri van histo- risch-heraldische emblemen, vullen dit tweede grote deelkwartier van het hier besproken wapen, nog vermeerderd met het wapen Bourbon-Anjou van Charles van Bourbon, Hertog yan Anjou, Graaf van Maine en de Provence, tiende zoon van Koning Lodewijk VIII yan Frankrijk, tot Koning van Napels en Sicilië gekroond door Paus Clemens IV in 1266. De wettige erfgenaam dier beide koninkrijken, de jonge Konradin uit het Zwabische Keizershuis, werd door hem gevangen genomen en vermoord (1268). Zelf verloor hij Sicilië in 1282 bij de zgn. (bloedige) Siciliaanse Vesper aan Aragon, na zich anno 1277 tot Koning van Jeruzalem te hebben doen kronen, waarmede ook dit wapen zijn intrede deed in dit heraldisch comolex. Het derde grote deelkwartier bevat het waoen der Medici. Groothertonen yan Tos- cane. Dit prete&iewapen kwamop dezelfde wijze in het Napoli

KW. 20 PORTUGAL: in zilver vijf blauwe schildjes (l-3-l), elk beladen met vijf zilveren bolletjes (2-1-2) binnen een rode zoom beladen met zeven gouden burchttorens (kastelen), 3-2-2. De in kruisvorm geplaatste vijf schildjes zouden duiden op de vijf Morenvorsten door Koning Alfonso 1 van Portugal anno 1139 verslagen in zijn strijd tot bescherming van het Christendom, terwijl de vijf zilveren bolletjes volgens oude heraldici de vijf wonden van Christus zouden symboliseren. De rode zoom beladen met de gouden kastelen herinneren aan het huwelijk (1256) van Koning Alfonso III van Por toga1 met Beatriz van Castilië, de dochter van Koning Alfonso X ,,de Wijze”, Rooms Koning, en van diens bijzit Maria de Guzman.

KW. 21 BOURBON-SPANJE: gevierendeeld: 1. opnieuw gevierendeeld: 1. en 4. in rood een gouden burchttoren (kasteel) (Castilië); 2. en 3. in zilver een rode, goud gekroonde leeuw @on); 11. gedeeld: 1. in goud vier rode palen (Aragon). over het omstaan van het Aragon-wapen met de vier palen zegt de legende dat eens één der meest illustere voorvaderen van de graven van Barcelona, van de Provence en van de Koningen van Aragon, Godfried de Harige, zwaar gewond in de strijd tegen de Noormannen met bloed overdekt YOOI zijn Heer, Koning Karel de Kale verscheen, die zijn vier vingers in het bloed van zijn trouwe en dappere vazal doopte en met deze het effen gouden schild van Godfried van boven naar beneden overtrok met vier bloedrode strepen of palen. Si non e vero.. . 2. schuin gevierendeeld: 1. en 4. in goud vier rode palen; 2. en 3. in zilver twee zwarte adelaars, elkander toegewend (Sicilië); en in een ingedreven en ingebogen punt van zilver een groene, rood geopende, groen gesteelde en dubbel-gebladerde granaatappel (Grana- da), welks wapen na de zege van 1492 door Ferdinand de Katholieke behaald op Mo- hammed Baobdil, die een einde maakte aan de Moorse overheersing van het Iberische schiereiland, aan het groot Spaanse wapen werd toegevoegd; 111. doorsneden: a. in rood een zilveren dwarsbalk (Oostenrijk); b. zes maal geschuinbalkt van goud en blauw binnen een rode zoom (Oud-Bourgondië); IV. doorsneden: a. van blauw bezaaid met gouden lelies, binnen een zoom geblokt van zilver en rood (Nieuw-Bourgondië); b. in zwart een gouden leeuw (Brabant); en in een ingedreven en ingebogen punt, gedeeld: 1. in goud een zwarte leeuw (Vlaanderen); 11. in zilver een goud gekroonde, gesnavelde en gepote rode adelaar, de vleugels beladen met een gouden klaverstengel (Tyrol); hartschild: blauw met drie gouden lelies binnen een rode zoom (Nieuw-Anjou). Voor de geschiede- nis van dit wapen, zie hierboven kw. 19: Beide Sicilïën.

KW. 22 en 30 LOWENSTEIN-WERTHEIM-ROSENBERG: twee maal gedeeld en twee maal door- sneden, gevende negen kwartieren, van welke het middelste (Se) overdekt is door een groot hartschild: schuin-geruit van zilver en blauw (Beijeren); kw. 1. in zilver een rode, goud gekroonde gaande leeuw, de rechter voorpoot opgeheven en met de drie andere steunende op drie van vier aaneengesloten spitse gouden bergtoppen, naast elkaar, ko- mende uit de snijlijn (Löwenstein); kw. 2. in goud een omgewende zwarte leeuw, rood ge- tongd en genageld (Königstein); 3. doorsneden: a. in goud een halve zwarte adelaar rus- tende op de snijlijn; b. in blauw drie gouden rozen (Wertheim); kw. 4. in zilver twee

317 P. P$Jr&S 111 P. INNOCENTIUS VIII P. FELIX V P. .iLEXANDER W (1484) (1439) (1498) ALESSANDRO FARNESE GIOVANNI BATTISTA CIBO AMADEO RODRIGO BORJA (BORGIA) 1468-1549 1432-1492 le Htg. Y. Savoye 1431-1507 I , P MARIE v. BOURGONDIE

LOUIS LUCREZIÀ BORGIA GIOVANNì BORGIA Htg. Y. Savoye ALFONSO 1 ESTE Htg. v. Gandia Htg. v. Ferrara en Modena MARIA HENRIGUEZ ANNE v. LUSIGNAN Prs. v. ,Cyprus I PIETRO ALOISIO FARNESE FRANCESCO CIBO PHILiPPE ERCOLE’ 11 ESTE GIOVANNI ‘11 BORGIA le Htg. v. Parma, Piacenza Gf. v. Anguilara en Ferentillo Htg. v. Savoye Htg. v. Ferrara en Modena Htg. v. Gandia en Castro MADDALENA de MEDICI CLAUDE v. BROSSF- RENEE JUANITA v. ARAGON HJERONYMA URSINA PENTHIEVRE Prs. Y. Frankrijk I 1 OTTAVIO FARNESE, LORENZO CIBO CAR< 111 ANNA ESTE FRANCESC’O BORGlA Htg. v. Parma le Mkgf. Y. Massa en Carrara Htg. Y. Savoye Prs. Y. Modena Htg. v. Gandia, 3e Gen. d. Orde Piacenza en Castro RICCIARDA MALASPINA Kg. v. Cyprus JACQUES Y. SAVOYE v. Jesus (St. Franciscus Borgia, MARGARETHA BEATRIZ Htg. v. Nemours 1671) v. OOSTENRIJK Infe. v. Portugal ELEONORA de CASTRO Landvoogdes d. Nederlanden I l ALESSANDRO FARNESE ALBERICO CIBO EMANIJELE’ FILIBERTO HENRI v.’ SAVOYE ISABELLA BORGIA Htg. Y. Parma, Piacenza le Vst. v. Massa, Htg. v. Savoye, Kg. Y. Cyprus Htg. Y. Nemours FRANCISCO de SANDOVAL en castro Mkgf. Y. Carrara Gouverneur d. Nederlanden ANNE Htg. v. Lerma Gouverneur d. Nederlanden Prs. v. Lotharingen-Aumale ISABELLA delle ROVERE MARGUERITE l MARIA v. PORTUGAL Prs. v. Frankrijkl RINALDO ’ FARNESE ALDEMARO CIBO CARLO E&IANELE 1 CHARLES v. SAVOYE FRANCIS CO de SANDOVAL Htg. Y. Parma, Piacenza Pr. Y. Massa Htg. Y. Savoye, Kg. v. Cyprus Htg. v. Nemours en Aumale Htg. v. Lerma en casu0 MARFISA ESTE CATALINA ELISABE;;N;o&oURBON- CATALINA de la CERDA MARGHERITA Infe. v. Spanje ALDOBRANDINI I / ODOARDO FARNESE CARLO ‘I CIBO ISABELLA MARIE JEANNE JUANITA de SANDOVAL v. SAVOYE-NEMOURS Htr. Y. Parma en Piacenza Vst. v. Massa Prs. v. Savoye JUAN EMANUEL GUZMAN MARGHERITA DE MEDICI BRIGIDA SPINOLA ALFONSO 1 ESTE CARLO EMANUELE 11 Htg. v. Medina Sidonia Htg. v. Modena Htg. v. Savoye\ Kg. v. Cyprus 1 RINALDO ‘FARNESE ALBERICQ 11 CIBO FRANCESCO 1 ESTE VITTORIO AMADEO II LUISA de GUZMAN y Htg. Y. Parma en Piacenza le Hte. v. Massa. Htg. v. Modena Htg. v. Savoye, Kg. v. Cyprus Kg. Y. Sicilië (1713-18), SANDOVAL ISABELLA ESTE Vst. i. Carrara’ VITTORIA FARNESE Prs. v. Parmn Kg. Y. Sardinië (172@-30), JOÄO IV Prs. Y. Modena FULVIA PICA-MIRANDOLA Kg. v. Cyprus Htg. v. Bragansa, ANNE MARIE Kg. v. Portugal PIS. Y. Bourbon-Orléans --_1 I._-.Iv -..ala.. ___M _.L I hL,S.., AI “Y”I1n.“V rtxJxl.rj.3Ii - ._-_ -_ __ ---- ____.__- -- ___ Pr. “. Parm.1 en Placonza Htg. Y. Massa, Htg. Y. Modena en Mirandola Pr. Y. Piemonte, Htg. v. Savoye, Regent (1668) Kg. (1683) DOROTHEA SOPHIA VS. Y. Carrara CHARLOTTE Kg. Y. Sardinië, Kg. v. Cyprus “. Portugal Prs. v. PfUlz-Neuburg TERESA PAMFILIA Prs. v. Brunswijk-Lunenb. POLYXENA MARIE SOPHIE / Lodgvn. “. Hessen-Rheinfels Prs. Y. d. Pfalz-Neuburg ISABELLA FARNESE ALDEMARO CIBO FRANCES& 111 ESTE Prs. v. Parma Htg. Y. Massa, Htg. “. Modena Vst. Y. carrara JOAkI v FELIPE V Y. BOURBON CHARLOTTE Kg. Y. Portugal Kg. “. Spanje RICCIARDA GONZAGA Prs. “. Bourbon-Orleans MARIA ANNA NOVELLARA I Atshtgn. v. Oostenrijk l VITTORIO AMADEO 111 FILIPPO “. BOURBON MARIA TERESA CIBO ERCOLE 111 ESTE PEDdO 111 Htg. “. Modena Pr. v. Piemonte, Htg. Y. Savoye, Kg. v. Portugal Hte. v. Parma. Piaceoza Htgn. Y. Massa, Kg. v. Sardinië, Kg. v. Cyprus en Guasialla Vstn. Y., carrara MARIA MARIA ANTONIA LOUISE ELISABETH I Kgn. “. Portugal Prs. “. Trankrijk Infe. “. Spanje MARIA BEALRICE ESTE FERDINANDÒ “. BOURBON Prs. “. Modena Hte. “. Parma. Piacenza Htgn. v. Massa, Vtn. Y. Carrara en ciuastalla FERDINAND AMELIA Atshtg. v. Oostenrijk-Este Atshtgn. v., Oostenrijk I Mi MARIA THERESIA THERESIA MARIA JOAO VI LODOVICO 1. BOURBON Atshtgn Y. Oostenrijk-Este, Prs. “. Savoye-Sardinië Kg. Y. Portugal, Kzr. v. Brazilië Kg. “. Etrurië Prs. Y. Modena CHARLES X Kg. “. Frankrijk-Navarra MARIA LUISA VITTORIO EMANUELE 1 CARLOTA (v. BOURBON) Kg. Y. Sardinië, Kg. Y. Cyprur Infe. v. Spanje Infe. “. Spanje / I Regentes “. Etrurië, TERLSA CHARLES FERDINAND Htgn. “. Lucca Prs. “. Savove en Sardinië Htg. “. Berry l CARLO 11 “. BOURBON CAROLINE Kg, “. Etrurië Prs. v. Bourbon-Sicilië MIGtiEL I Htg. Y. Lucca, Ht?. “. Parma, Htg. Y. Braganza Piacenza e; Guastalla Kg. “. Portugal LOUISE ADELHEID Prs. Y. Bourbon-Artois Prs. “. Löwenstein-Wertheim- CARLO 111;. BOURBON Prs. “. Frankrijk Rosenberg Htg. Y. Parma, Piacenza c.a. / MARIA ANTONIA ROBERT0 “. BOURBON Prs. “. Bragança Htg. “. Parma;, Piacenza c.a. Infe. “. PortugalI

FELIX Pr. “. Bourbon-Parma Pr. “. Luxemburg Samenstelling : A. R. K. rode dwarsbalken (Breuberg); kw. 6. in rood drie zilveren rotspunten, naast elkaar en komende uit de snijlijn (Rothenfels); kw. 7. in blauw een gouden spuitende fontein met twee bassins (Abdij Bronnbach); kw. 8. doorsneden: a. in zilver een rode roos, goud gekopt en groen gepunt; b. geschaakt van zilver en rood in twee horizontale en vijf verticale rijen, gevende 10 vakken (Rosenberg); in blauw een vliegende havik van natuur- lijke kleur (Habichtsheim).

KW. 23 en 31 HOHENLOHE-LANGENBURG: zie Gens.Nostra, jrg. 19, no. 9, september 1964, blz. 232.

KW. 24 HERTOGDOM NASSAU: zie Gens Nostra, jrg. 19, no. 9, september 1964, blz. 234.

KW. 2.5 SAKSEN-HILDBURGHAUSEN: gevierendeeld: 1. in blauw een omgewende goud gekroonde en genagelde leeuw, van rood en zilver acht maal gedwarsbalkt (Thüringen), 11. in goud een zwarte leeuw, rood getongd en genageld (Meissen), 111. in goud een zwarte hen, rood gekamd en geleld staande op een groene drieberg, die van de beneden- rand uitgaat (Henneberg); IV. in goud twee blauwe palen (Landsberg); hartschild: tien maal gedwarsbalkt van zwart en goud met een groene ruitkrans over alles heen (Saksen).

KW. 26 ANHALT: zie Gens Nostra, jrg. 19, no. 9, september 1964, blz. 236.

KW. 27 HESSEN-KASSEL: zie Gens Nostra, jrg. 19, no. 9, september 1964, blz. 228.

KW. 28 BRAZILIE (KEIZERRIJK): in groen een brede blauwe, zilver gezoomde cirkel bela- den met achttien zilveren vijfpuntige sterren [het aantal der provincies (staten) van het rijk, toentertijd, symboliserende], waarbinnen een verkort rood kruis, de uiteinden breed en gescherpt uitlopende, beladen met een verkort smal zilveren kruis (Kruis der Orde van Jezus Christus van de Heilige Stoel, Portugal en Brazilië); het kruis in het hart beladen met een forse gouden sfeer (dit oude nautische instrument is bedoeld als her- innering aan de vermaarde Prins Hendrik ,,de Zeevaarder” van Portugal (1394-1460) die de zeelieden, ontdekkers en stichters van het grote koloniale rijk inspireerde).

KW. 29 SPANJE, HUIS BOURBON-ANJOU ex MATRE FARNESE-PARMA; (Groot wa- pen): twee maal gedeeld en twee maal doorsneden, gevende negen kwartieren, waarvan het vijfde wordt ingenomen door een middenschild met hartschild: 1. Aragon; 11. gedeeld: 1. Beide Siciliën onder Aragonees bewind; 2. Oostenrijk; 111. Nieuw-Bourgondië; IV. Farnese-Parma; V. (Middenschild): gekwartileerd: 1. en 4. Castilië; 2. en 3. Leon en in een ingedreven punt: Granada; hartschild: Bourbon-(Nieuw) Anjou; VL Medici-Toscane; VII. Oud-Bourgondië; VIII. ingenomen door een grote ingebogen, ingedreven punt, gedeeld: 1. Vlaanderen; 2. Tyrol; 1X. Brabant (zie voor beschrijvingen historie kw. 16, 19 en 21). A.R.K.

320 - ONS GESLACHT - MAANDSLAD DER NEDERLANDSE GENEALOGISCHE VERENIGING uOEDuEKEURD s,.J KONINKLIJK 3E3L. “AN 16 A”c5”ST”S lP4Q. NO 85

Eindredacteur (waarnemend): W. D. H. Rosier, Postbus 976, Amsterdam-C. Administrateur van de Contactafdeling: C. Roodenburg. Iordensstraat 61, Haarlem. le Secretaris der N.G.V.: H. J. Schoonderwoerd, Postbus 976, Amsterdam-C. Contributie (minimum f 12,50 p. j.) en alle andere betalingen te storten op Postgiro- rekening 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

SOLDATEN EN SOLDATENHUWELIJKEN TE UTRECHT door H. SEVERIJN (Vervolg) Ind.: le regel: datum - bruidegom - rang - Ct.-Corps, eerst voluit later afgekort. le regel: kerk - bruid - woning

22- 2-1743 Egbert batenburg. s. Br. Domk. Johanna Oudenamstel i.d. in de Geertestr. 27- 2-1743 Jan van Jsakker s. v. Dorth Domk. Maria Kluyting, j.d. buyten Catrijne. 13- 3-1743 Hendrick Feyt. s. Bed. Domk. Elizabet bakhuijsen j.d. in de harde bollenstr. 15- 4-1743 Johannes v. der Sluijs. s. Bed. Domk. Pieternel Hoogbrick. j.d. aen ‘t Vreeburgh. 2- 5-1743 Johannes Eggingh. Ruiter. v. Ginkel Jac.k. Antonia v. Helmont j.d. by de Volderbrugh. 2- 5-1743 Jacob van Hattum. Ruiter. vG. Jac.k. Anna Elisabet Waggelingh. j.d. op de breestr. 4- 6-1743 Johannes v. der Heyden. s. Bed. Cath.k. Grietje Vermulen, j.d. in de Pauwsteeg (zie trouwb. Cath.k.). 9- 7-1743 Lambartus Uytdenbogart. Tmb. Bed. Cath.k. Antonia van beek. i.d. by de Tolst.poort. 16- 7-1743 Cornelis Polsbroek j.m. Ruyter v.G. Cath.k. Elizabet Toelaer. j.d. bij de Jansbrug. 30- 7-1743 Hendrick van linschoten. Ruyter. bar. Valkenhain Cath.k. hillegond van Groeningen j.d. in de louwersteeg getr: door Pt Hosman Eccl. bennekom. 24- 7-1743 Hendrick Stramrood. s. Arendss van Juchen Cath.k. Elizabet van Niekerk j.d. op de N: Camp. 7- 7-1743 Jan SLoot. s. Bed. Domk. Elizabet Hoevert j.d. in het Vissersteegje. 14- 8-1743 Hermanus Essenbergh. s. Bed. Domk. Maria BLadt j.d. op de Varkemarkt. 27- 8-1743 August Smith. cpl. v. Dorth Cath.k. Johanna Uijterings. j.d. in de Watersteeg

321 den eersten meye 1684 Hendrick Mos, geboren van Berghen op Soom, out 40 jaeren, cleermaecker van zynen stille Hendrick Haeckys, out 35 jaeren, geboren van de Graef, coopman end- tavernier van zynen stille Franchois de Vriese, out 24 jaeren, geboren inde polder Bewester Eede, cuyper van zynen stille den 5 Juny 1684 Joannes Mars, out ontrent 24 jaeren, geboren tot Isendyca, backer van zinen stille Adriaen Italyaen, out 22 jaeren, geboren tot Saem- slach, backer van zynen stille den 27 novemb. 1684 Andries de Bois, geboren tot Axsel, out 21 jaeren, cuyper van zynen stille . den 27 novemb. 1684 Pieter Tavernier, geboren van Brugge, out 26 jaeren, winkelier van zynen stille den 8 Jannew. 1685 Josvas Soetwev. eboren uvt het lant vander Goes. out 33 jaeren, schoenmaeker van zynen stille den 12 apryl 168.5 Cornelis vanden Bernhe, geboren tot Berghen St. Wynockx, out 35 jaeren,-brandewynverkoöper van zynen stille den 21 mey 168.5 Pyeter Coene, geboren van Ooster Souburgh, out achtentwintich jaeren, vleeshouwer van zyn stile den 27 7temb. 1685 Andryes Vermeulen, geboren Isegem, out 23 jaeren, lynenwever van zynen stile den 23 octob. 1685 Abram Noel, out 29 jaeren, geboren te Harder, lant- man van zyn stille den 13 meye 1686 Pieter de Cheyn, geboren tot St. Pieter by Calis, out 29 jaeren, lantman van zyne stylle den 21 meye 1686 Michyel de Coene, out 40 jaeren geboren van Rum- beke, molenaer van zynen stille den 24 Juny 1686 Willem Mars, out 21 jaeren, geboren van Isendycke, backer van zynen stile den 9 Juny 1687 Flyp Lowy, out 35 jaeren, geboren van Recicoit, tavernier van zynen stille Item Levines de Jaeger, out 42 jaeren, geboren van Middelb. in Zeelant, coopman van zynen stile Item Pieter de Coster, out ontrent 40 jaeren, geboren tot Godewarsvelt, winkelier van zynen stille Item Joseph Marteyn, out 25 jaeren, geboren van Honskote, winkelier van zynen stille den 8 7temb. 1687 Michyel van Eeck, geboren alhyer, out 40 jaeren, hovenier van zynen stille den 17 novemb. 1687 Niclaeys Brouwer, geboren van Sonsbeeck, out 36 jaeren, laekencooper van zynen stille den eersten desemb. 1687 Pieter Goeman, geboren van Isendvcke. out ontrent 33 jaeren, back& van zynen stille _ ’ Niclaeys de Corte, geboren op Zuytsande, out 24 jaeren, waegemaeker van zynen stille Passchyer de Corte, geboren van Zuytsande, out 24 jaeren, lantman van zynen stille Anthony de Backer, geboren tot St. Cruys, out ontrent 26 jaeren, timmerman van zynen stille den 11 apryll 1688 Paulus de Nis, geboren tot St. Cruys, out 32 jaeren, lantman van zynen stille den 29 apryll 1688 Michyel Parmentier, geboren van Gent, out 44 jaeren, . linenwever van zynen stille den 13 Juny 1689 Jan Dhaeahe, geboren tot Middelburah in Vlaende- ren, oui ont&t se 37 jaeren, hovenier van zynen stille adito Jan Claeys, gebooren tot Waeschoot, out ontrent de 54 jaeren, lantman van zynen stille cten 4 July 1689 Gilliaem van Verdegem, geboren van Dronghen, out ontrent de 37 jaeren, linenwever van zynen stille den 11 July 1689 Pieter Maertens, geboren van Leken, out 34 jaeren, hovenier van zynen stille

322 29- 1-1744 Jan Woertman. s. Bed. Domk. hendrina Wiggers op het buerkerkhoff. 31- 1-1744 Johannes van Isingen. s. vBr. Domk. Johanna Franken J. dr. Agter Twystraat. _5- 2-1744 Cornelis Kemp. s. Bed. Domk. Willemina Engels, j.d. in de Catrynestraat. 5- 4-1744 Jacobus Stak. s. Bed. Domk. Maria v. d. berg. j.d. in de Catrynestraat. 12- 2-1744 Jan Henderop. s. Bed. Domk. Johanna Nieuwenhuys. j.d. in de Janssteeg. 19- 2-1744 Johannes v. Loenen. s. vBr. Domk. Catrina v. der Vlies. I.d. in de Catrynestraat. 2- 2-1744 Andries Ligteling. s. Bed. Huybertje van den Verguldenbijl. j.d. tot Montfoort. 21- 2-1744 Nicolaas van Weefe. s. v. Dorth Domk. beertje de Groot j.d. in de Corte Rosendael. 21- 2-1744 Roeloff Franse. s. vBr. Domk. Maria Schoute. j.d. in de bergstraat. lO- 3-1744 Christoffel Vreeswijk s. Bed. Cath.k. Lijsbet Ritsma. j.d. in de Ceukenstraat 2% 2-1744 Floris de bruijn. s. Bed. Domk. Sibilla Zwaen. j. dr. bij de Claeskerck. 2% 2-1744 Jan Royensteyn. s. Bed. Domk. Lijsbet van der horst j.d. op de lange Nieuwstr. 26- 2-1744 Jacobus de Meester. s. vBr. Domk. Christina van Santen i.d. in de Waterstraat. 26- 2-1744 Jan Adelaar. s. dG. ’ Domk. Pieternella van Rhijn. j.d. in de Sakkedragerstr. ll- 3-1744 Siemon Schoenmaker. s. dG. Domk. Cornelia Monteban. j.d. agter ‘t Vleeshuys. ll- 3-1744 Jan Schoenmaker. s. dG. Domk. Cornelia van Wijck. j.d. op ‘t Springwegh. lO- 3-1744 Paulus Vonk. s. dG. Cath.k. Margareta Pex (of Rex) j.d. op de oudegragt. 10- 3-1744 Evert Sloot. s. Bed. Cath.k. hendrika Larang. j.d. op ‘t Springwegh. lO- 3-1744 Anthony van hattem.- ._ Ruyter,__. bar. v. Arkel att. na. Swol. Maeteld van Gon. i.d. alhier. 28- 4-1744 Care1 van der be

323 8- 1-1745 Barnardus Beiier. s. v. Dorth (att. tot Zeddam) Willemina van Thiell. j.d. tot beek en Zeddam. 26- 1-1745 Bart Elberse. s. vBr. Cath.k. Anna Maria Will, j.d. op de N.gragt. 29- 1-1745 Willem v. den Bergh. s. Bed. Domk. Hendrica van der Mars, j.d. in het Payst. 12- 2-1745 Hans Christiaens. s. dG. Domk. Willemijntje van Kragten. j.d. in de Catijnestr. lO- 2-1745 Cornelis van Gorcum. Ruyter. v. Rhede Domk. Cornelia bodem j.d. in de boterstraat. IS- 2-1745 Johannes Axels. s. v. Dorth (att. geg. tot Nimwegen) Geertruy Vernij. j.d. alhier. 12- 2-1745 Hendrik Goris. s. vBr. Domk. Aletta Goude. j.d. in de Sakkedragerst. 2- 2-1745 Cornelis Scheffer. s. v. Dorth Domk. Jannigje Scherpenzeel, j.d. op ‘t Geertek.hoff. 26- 2-1745 Reynier v. der Horst. s. Coll. Reyssel. Domk. Lena Vernouw. j.d. 27- 2-1745 Jan Timmerman. s. vDorth Domk. Johanna de Jongh. j.d. in de Coestraat. 2- 3-1745 Johannes van Schaik. s. v. Br. Cathk. Ariaentje Muders. j.d. in ‘t Vissersteegje. 28- 2-1745 Dirk Eyndhoven. s. vBr. Domk. Jannigje piket. j.d. op ‘t Springwegh. 26- 2-1745 Jan Cneel. s. Bed. Domk. Pieternella Valies. j.d. in de pausteegh. 7- 3-1747 Johannes Gerard Schafhausen. s. vDorth. Cath.k. Debora Ditmars. j.d. op de langesmeestraar. 25- 2-1745 Christiaen Bevert. s. vDorth Cath.k. Anna Christina Cremer j.d. 3- 8-1745 Matthys Weijers. s. v. dort Cath.k. Elizabet Cemmer. j.d. 30-11-1745 Frans Brinkman. s. vBr. Cath.k. Johanna Holthuysen. j.d. 12-12-1745 Gerrit Verhoef. Ruyter. v. Ginkel Domk. Margareta Wijburg, bijde won. aen het Vreeburg. 12-12-1745 Frederik de Koningh. cpl. vG. Hillegonda Cuijper, geb. mede tot Breda. att. geg. na Breda). l- 1-1746 Daniel Verhoeven, wdr. Bartje demondt. s. Croyé Domk. Hillegonda Corver. i .d . 7- 1-1746 Hendrik van den Bergh. s. dG. Domk. Cornelia van Malsum. l.d. 4- 1-1746 Jan van der Sluijs. s. vDorth. Cath.k. Johanna van Leusden. j.d. 7- 1-1746 Lodewijck Cuche. cpl. Rgt. Praetorius Domk. Maria Troistne. J. Dr. 7- 1-1746 Nicolaes Voster. s. vDorth Domk. Christina van Zwoll. J.Dr. Jan Verheul. s. Coll. Croyé Pieternella Nieuwenhuijsen. j.d 4- 2-1746 Samuel Borman. s. dG. Domk. Wijnanda van Loverden. j.d. 6- 2-1746 Pieter van Diepeningen. s. dG. Domk. Anna Maria Wijnands. i.d. 6- 2-1746 Jan Mey. s. Croije Jack. Margareta Maes. j.dr. 18- 2-1746 Jan Nieuwschepen. s. v. Dorth Domk. Maria van Straelen, j.d. 20- 2-1746 Willem Per(l?). s. dG. Jac.k. Annigje Schuermeyer. j.d. 5- 4-1746 Andries Schreurs. s. Wdr Johanna Govers Cath.k. Maria Adriaanse j.d.

324 l- 5-1746 Jan van de Weteringh. cpl. Praetorius Fransina Batte. j.d. (geboden mede tot Gorinchem. att. geg.). 19- 5-1746 Willem de Rongh, zoïdt. Jac.k. Cesilia van Dijck, j.dr. 8- 6-1746 Anthonij van Ekeren+ Praet. Domk. Helena Hanen, j.d. 15 6-1746 Pieter Sleners - s. uraet. Domk. Catrina van Santen j.d. 6- 7-1746 Gerrit de With - s. praet. Domk. Gerrigje Romijn, j.d. Jan Vierssen - s. praet. (geboden mede in ‘s-Gravenhage) Styntje van de Righ j.d. _ 9- 8-1746 Bartholomeus Walter, cpl. praet. Cath.k. Geertruijd Rogge j.d. Hendrik van Eysel - s. (geboden mede in ‘s-Gravenhage) Theresia Veugel, j.d. (attest. na ‘s-Gravenhage). 23- 6-1746 Jacobus van der heijden - s. Cath.k. Elizabet Verhagen, j.d. Thomas van Ekeren - s. (attestatie gegeven tot Amersfoort). Catharina de Rhee, j.d. 13- 9-1746 Bernat Kemmer - s.. Croyé Cath.k. Maria Berends, j.d. 4-10-1746 Jan Paulus - s. Cath.k. Lijsbet Croes 21-10-1746 Pieter Evertse de Ruyter - s.dG. Capt. v. Brienen j.m. aan de Wal bij de Weerdpoort Domk. Geertruyd Kodding j.d. mede aldaer. 12-10-1746 Hendrik van Eek. s. Croyé [geboden mede tot Coten) Domk. Rebekka de bree. j.dr. 18-10-1746 Willem van Wingerden. s. praet. Cath.k. Elizabet Bikkelaer j.dr. 21-10-1746 Pieter Urbanico. s. praet. Domk. paulina Schrawe, j.dr. in de Louwerst. 18-11-1746 Jan de Wolff. s. praet. Domk. Adriana van Brunswijk j.dr. 16-12-1746 Jan Camie. s. nraet. Domk. Willemijntje RÛijsch j.dr. 23-11-1746 Revnier Ouwerkerke. cnl. v.Br. Cath.k. Maria Berendse. j.d. - 15-11-1746 Berend van der Slee. s. praet. Domk. Grietje van US. j.dr. 13 - 11-1746 Thomas Pieter Bolwerk. Ritmeester. Johanna Susanna Keppel (geboden mede tot berge op Zoom att. geg. na buiten & den boekhouder voor de boeten voldaen.) 20-11-1746 Huybert de Jongh. s. Praet. Josina de Groot wed. van Gerrit Broens. attest. gegeven tot Gorinchem 8-12-1746. 23-12-1746 Meerten Terborgh. s. Praet. Domk. Johanna van Middegom j.d. 23-12-1746 Hendrik van Runnen. s. Praet. Domk. Johanna Wiggers. j.d. 23-12-1746 Rudolph Schepen. Ruyter. vG. Domk. Catharina van der Kaa. j.dr. 26-12-1746 Thomas Voorne. s. dG. Domk. piternella van Citteren. j.dr. 6- 1-1747 Samuel Couwenberg. s. dG. Domk. jda Ekelenburg j.dr. 6- 1-1747 Gerrit Jan Backer. Tmb. Croyé Domk. Jannigje Miloo. j.d. 13- 1-1747 Janus v. Batenburg. s. vBr. Domk. Bartje Eykelkamp j.dr. 27- 1-1747 Jan v. Steenderen. Ruiter. vG. Domk. Mergje van Tessel. j.dr.

325 27- 1-1747 Dirk Colje. s. Croyé Domk. Dirkje v. Benthem j.d. 3- 2-1747 Anthoni van Voorst. s. vBr. Domk. hendrikje van heukelom. j.d. bij de Geertebrug. 3- 2-1747 Willem Duijpen. s. Croye Domk. Maria Duijkers j.d. lO- 2-1747 Daniel Bouhijm. s. Croye Domk. Geysje Jacobs van den berghoff wed. Berend Janse Loges. 14-12-1747 Jan v. den beytel. s. Croije Cath.k. Jannigje hendrikse Wed. Gerrit Renouw. Machiel ter Weyde. s. Praet. Sophia van haare (Laare?) (att. geg. tot Amersfoort). 7- 3-1747 Jan Woutman. s. Croije Cath.k. Geertruij Fuiyck j.dr. 2% 2-1747 Zeger van den Oever. s. Croije Cath.k. Grietje Rijnsewijn, wed. Marcus Domimanus. 7- 3-1747 Jan ‘SHeerenCasper. Ruiter. vG. Cath.k. Maria van Conssum. j.d. 22- 3-1747 Hans Adam Snijder, s. Croiie Domk. Christina Craenwinkel. j.d.

(Wordt vervolgd).

De 2e Bibliothecaris der N.G.V. vermeldt de volgende schenkingen: 1. Wijst, M. van der: Beknopte geschiedenis van Gemert. - Boeke1 (NB), 1961, 72 pag. (stencil). Geschonken door: P. de Bruijn te Bakel. 2. Spoelstra, M.: Genealogisch overzicht van het geslacht Keuning (afk. uit Drachten) - Murmurwoude, 1964, 102 pag. (stencil). Geschonken door: M. Spoelstra te Murmurwoude. 3. Bogaert-Wauters, Alph. J. van: Geschiedenis van het Oudmannenhuis te Hamme. (Hamme, 1946, 118 pag.) - Geschonken door: C. Roodenburg, Haarlem. Aan de schenkers wordt gaarne de dank der N.G.V. betuigd.

Jubileumboek: Hoe vindt men zijn voorouders in de Nederlandse archieven? De commissie voor het Jubileumboek deelt mede, dat nog een be- perkt aantal exemplaren van dit boek beschikbaar zijn, te verkrijgen door storting ad. fl. 8.50 op de Girorekening No. 547064 ten name van de Penningmeester der N.G.V. te Wormerveer.

Catalogus. Op dezelfde wijze is verkrijgbaar de catalogus van de Bibliotheek der N.G.V. tegen storting van fl. 1.50.

326 KWARTIERSTAAT VAN HENNY RITA BEETS

door G. KROON

1. Beets, Henny Rita, geb. te Purmerend 2-5-1932, gehuwd op 17-7-1958 te Amsterdam met Gerrit Kroon, geb. te Amsterdam, 27-12-1930 als zoon van Leo Kroon, geb. te Amsterdam. 11-5-1894. overleden te Amsterdam 30-3-1959 en cehuwd te Amster- dam 16-1 l-í921 met Geesje van Delden, geb. te Meppel 1-3-1980; 2. Beets, Dirk, geb. te Ilpendam 24-3-1906, werkzaam bij de Rijksbelastingen, gehuwd op 28-8-1930 te Wormer met: 3. Van der Laan, Hendrika Siidina, geb. te Wormer, 8-1-1905: 4. Beets, Nanning, geb. te Landsmeer 30-9-1880, overl. te Landsmeer, 23-9-1963, landman, gehuwd te Ilpendam 20-4-1905 met: 5. Leguit, Jannetje, geb. te Oterleek 28-6-1882; 6. Van der Luan, Andreas, geb. te Krommenie 28-8-1874, over]. te Wormer 30-3-1940, arbeider op de Papierfabriek ,,De Eendracht”, gehuwd op 23-2-1899 te Wormer met: 7. Waal, Sijdina Hendrika, geb. te Wormerveer 11-12-1874, overl. te Wormer 31-IO- 1942; 8. Beets. Dirk. geb. te Wiide Wormer 30-1-1855. overl. te Bloemendaal 21-3-1917. boer,’ gehuwbop 4-11-1875 te Wijde Wormer ‘met: 9. Davids. Jantie, geb. te Abbekerk 25-11-1853. overl. te Wiide Wormer 20-3-1920: 10. Leguit,‘Jan, geby te Beemster 29-9-1847, overl. te Purmerend 17-4-1929, landman, gehuwd op 21-3-1874 te Schermerhorn met: ll. Klerk, Neeltje, geb. te Schermerhorn 26-9-1848, overl. te Purmerend 9-10-1930; 12. Van der Laan, Johannes Willem, geb. te Krommenie 21-12-1846, overl. te Krom- menie 18-12-1929, wever, gehuwd op 17-10-1869 te Krommenie met: 13. Klopper, Grietje, geb. te Wormerveer 5-1-1840, overl. te Krommenie 17-2-1913; 14. Waal, Cornelis, geb. te Wormerveer 10-10-1847, overl. te Wormer 4-1-1915, land- man, gehuwd op 24-10-1867 te Wormer met: 15. Langenberg, Neeltje, geb. te Wormer, 23-3-1852, overl. te Wormer 11-2-1906; 16. Beets, Sijmon, geb. te Beemster 22-12-1823, overl. te Wijde Wormer 22-10-1882, veehouder, gehuwd op 12-4-1846 te Wijde Wormer met: 17. Mol, Pietertje, geb. te Zaandam 31-7-1817, overl. te Wijde Wormer 18-9-1872; 18. David, Nannes, geb. te Schellinkhout 4-5-1815, overl. te Abbekerk 15-7-1860, land- bouwer, gehuwd te Abbekerk 10-2-1848 met: Ruiter, Grietje, geb. te Venhuizen 1-2-1814, overl. te Wijde Wormer 21-7-1896; :0: Leguit, Gerrit, geb. te Jisp 10-7-1813, overl. te Beemster 2-12-1872, landman, ge- huwd te Beemster 6-5-1838 met: WiZlig, Jannetje, geb. te Beemster 13-8-1816, overl. te Beemster 11-12-1889; Y: Klerk. Cornelis, geb. te Beemster 5-4-1824, overl. te Schermerhorn 12-4-1904, land- man/Íijtuigverhuurder, gehuwd te Beemster 25-4-1847 met: 23. Plus, Geertje, geb. te Schermerhorn 10-8-1821, overl. te Schermerhorn 23-5-1861; 24. 25. Van der Laan, Willemijntje, geb. te Akersloot 20-8-1817, overl. te Aalsmeer 5-2- 1898; 26. Klopper, Cornelis, geb. te Wormerveer 26-1-1817, overl. te Krommenie 2-5-1907, papiermaker, gehuwd te Wormerveer 2 1-6-1840 met: 27. De long, Grietje, geb. te Wormer 25-6-1815, overl. te Wormer 27-3-1907; 28. Waaf, Jan, geb. te Krommenie 24-4-1808, overl. te Wormerveer 25-8-1886, veer- man/landman, gehuwd te Krommenie 18-9-1831 met: 29. Koel, Hendrikje, geb. te Krommeniedijk 25-2-1805, overl. te Wormerveer 26-11- 1884; 30. Langenberg, Cornelis, geb. te Wormer 13-10-1817, overl. te Wormer 19-10-1866, landman, gehuwd te Wormer 9-3-1851 met: 31. Bankrus, Sijtje, geb. in de Schermer onder Graft 25-2-1824, overl. te Wormer 5-3-1909: 32. Beets, Pieter Sijmonsz, geb. te Oudendijk 14-12-1794, overleden te Wijde Wormer 18-1-1870, veerhouder. Zoon van Sijmen Jansz Beets en Aafje Pieters Hoek en klein- zoon van Jan Muus Beets en Marijtje Sijmons aan Vaderszijde; gehuwd te Beem- ster 29-4-1821 met:

327 33. Leeuwenkamp, Antje Teunisd, geb. te Beemster 18-2-1787, overl. te Beemster 16-9-1858. Dochter van Teunis Muus Leeuwenkamp en Meinsje Dirks Kok. Klein- dochter van Muus Teunis Leeuwenkamv en Antie Jans Zwart aan Vadersziide en van Dirk Sijmensz Kok en Trijntje Di& Ruiter *aan Moederszijde; 34. Mol. Frans Pietersz._ aeb. te Oost Zaandam 11-4-1794. overl. te Zaandam 20-7-1820, visser. Zoon van Pieter Gerrits Mol1 en Femmetje Spiegelberg. Kleinzoon van Jan Spiegelenburgh en Harmijntje Bronswijk aan Moederszijde. Gehuwd te Zaandam 3-12-1815 met: 35. Dral, Antje Albertsd, geb. te Oostzaan 5-10-1784, overl. te Zaandam 24-4-1820. Dochter van Albert Jans Dra1 en Geertje Gerrits Klooker. Kleindochter van Jan Cornelis Dral en Grietje Jacobs Klap aan Vaderszijde; 36. David, Willem Nannes, geb. te Schellinkhout 10-8-1793, overl. te Wormer 1-2-1874, landman. Zoon van Nanne Davids en Tet Maartens. Gehuwd te Schellinkhout 21-11-1813 met: 37. Berk, Lijsbeth Sijmons, geb. te Etershem 19-1-1784, overl. te Jisp 4-3-1836. Dochter van Simon Pieters Berk en Liisbeth Pieters Kool. Kleindochter van Pieter Siimensz Berk en Pietertje Maartens áan Vaderszijde: 38. Ruiter, Jan Reijndersz, geb. te Venhuizen 20-2-1774, overl. te Venhuizen 26-5-1827, bouwman/metselaar, Zoon van Reijnder Meijndertsz Ruijter en Hendrikjen Jans Bakker. Kleinzoon van Meijndert Henriks RÜijter en Aafjen Reijnders Pijl aan Vaderszijde en van Jan Bakker en Grietje Dirksd Houten aan Moederszijde. Ge- huwd... met: 39. Ruiter, Impje Pietersd, geb. te Venhuizen 27-1-1782, overl. te Venhuizen 27-8-1851. Dochter van Pieter Ruiter en Comelisie Barendsd Heerliin: 40. Leguit, Jacob Jansz, geb. te Assendelft 12-11-1776, overl.’ te Beemster 13-4-1837, boer. Zoon van Jan Cornelis Leguit en Fokeltje Pieters Slinger. Kleinzoon van Cornelis Jans Leguit en Trijntje Jans de Vries aan Vaderszijde en van Pieter Jans Slinger en Aagje Jans Binnenwijzen aan Moederszijde. Gehuwd te Jisp 14-4-1798 met: 41. Haantjes, Antje Gerritsd, geb. te Oost Knollendam 20-1-1774, overl. te Jisp 18-5- 1820. Dochter van Gerrit Gerritsz Haantjes en Grietje Jacobsd Klerk. Kleindochter van Gerrit Gerritsz Haanties en Antie Jans van Straten. aan Vadersziide. 42. Willig, Pieter Jansz, geb.’ te Oterleék 12-4-1772, overl. te Beemster 30-9-1817, landman. Zoon van Jan Davids Willig en Belitje Sijmonsd Hoogland. Gehuwd te Schardam 20-5-1798 met: 43. Ruiter. Immetie Siivertsd, geb. te Oudendiik nlm. 1776, overl. te Beemster 15-1 l- 1831. ‘Dochter van Sijvert Pieters Ruiter en Lijsbet Jans Groot; 44. Klerk, Jan Cornelisz, geb. te Ilpendam 7-8-1791, overl. te Beemster 25-7-1867, landman. Zoon van Cornelis Jansz Klerk en Lijsbet Jans Leeuwenkamp. Kleinzoon van Jan Teunisz Leeuwenkamp en Maartje Maartens aan Moederszijde. Gehuwd te Beemster 28-2-1813 met: 45. Bouman, Neeltje Sijmonsd, geb. te Beemster 30-8-1795, overl. te Beemster 26-1- 1843. Dochter van Siimon Hendriks Bouman en Maartie Jans Kwadiik. Kleindochter van Hendrik Bouman en Neeltie Poulus Doets aan Vadersziide en van Jan Jansz Kwadijk en Geertje Maartens Huijgenen aan Moederszijde; _ 46. Plas. Klaas Cornehsz, geb. te Schermerhorn 7-10-1787, overl. te Schermerhorn 2-1-1844, broodbakker. Zoon van Cornelis Klaasz Plas en Maaike Jans Britsma. Kleinzoon van Klaas Plas en Neeltje van Nek aan Vaderszijde en van Johannes (Jan) Britsma en Grietje Jans Vrolijk aan Moederszijde. Gehuwd te Schermerhorn 20-4-1817 met; 47. Wilg, Geertje Davidsd, geb. te Oudendijk 30-3-1799, overl. te Schermerhorn 5-5- 1832. Dochter van David Willig en Geertje Jansd Zilver; 48. 49. 50. Van der Laan, Pieter Klaasz, geb. te Krommenie 10-12-1786, overl. te Krommenie 14-4-1838, dagloner/metselaarsknecht. Zoon van Klaas Jacobse van der Laan en Adriana Goutrok. Kleinzoon van Henricus Goutrok en Dorothea de Swart aan Moederszijde. Gehuwd te Akersloot 2-12-1810 met: 51. Besse, Neeltje Gerritsd, geb. in de Woude onder Akersloot 27-6-1790, overl. te Akersloot 16-7-1825. Dochter van Gerrit Pieterse Besse en Willempje Klaas Heijnis. Kleindochter van Pieter Hendriks Besse en Aagje Everts Huijsman (ook wel ge- noemd Mooy of Voegt) aan Vaderszijde en van Klaas Heijnis en Neeltje Zwaan aan Moederszijde;

328 52. Klopper, Pieter Gerritsz, geb. te Zaandijk 25-3-1790, overl. te Ilpendam 22-7-1831, olieslagersknecht. Zoon van Gerrit Pietersz Klopper en Guurtje Jans Kelder. Ge- huwd te Zaandijk 27-11-1814 met: 53. Stolp, Grietje Jacobsd, geb. te Westzaan 31-12-1787, overl. te Wormerveer 23-10- 1853. Dochter van Jacob Cornelis Stolp en Lijsbeth Joosten. Kleindochter van Cornelis Jansz Stolp en Grietje Gerrits Tip aan Vaderszijde en van Cornelis Wil- lemse Joosten en Maartje Klaas Bakker aan Moederszijde; 54. De Jong, Jan Heertjes, geb. te Wormer 20-4-1778, overl. te Wormerveer 21-4-1844, werkman. Zoon van Heertje Jans de Jong en Antje Hillebrands Ruijter. Kleinzoon van Jan Heertjes en Trijntje Tijsd aan Vaderszijde. Gehuwd te Wormer 30-5-1813 met: 55. De Groot, Haasje Juriaansd, geb. te Wormer 8-1-1783, overl. te Wormerveer 19-2- 1861. Dochter van Juriaan Hendriks de Groot en Grietje Arends Zwart. Klein- dochter van Arend Sijmens Zwart en Haasje Jans Roothaar aan Moederszijde. 56. Waal, Klaas Jansz, geb. te Krommenie 6-10-1780, overl. te Wormerveer 14-1-1831, boer. Zoon van Jan Cornelisz Waal en Maartje Aamkers. Kleinzoon van Cornelis Klaas Waal en Aag Dirks aan Vaderszijde. Gehuwd te Krommenie 18-1-1807 met: 57. Zwart, Dieuwertje Pietersd, geb. te Krommenie 24-1-1788, overl. te Dochter van Pieter Comelisz Zwart en Guurtje Cornelisd Steman; 58. Koel, Jan Pietersz, geb. te Zaandijk 20-1-1780, overl. te Krommeniedijk 1-3-1834, veehouder. Zoon van Pieter Cornelisz Koel en Aaltje Mattheus de Ligt. Kleinzoon van Cornelis Pietersz Koel en Maartie Gerrits aan Vadersziide. Gehuwd te Krom- meniedijk 8-1-1804 met: 59. Eenhoorn. Maartie Huibertsd. geb. te Krommeniedijk 8-3-1784, overl. te Krom- meniedijk- 5-6-1834. Dochter ‘van Huibert Cornelis Eenhoorn en Hendrikje Fre- deriksd Bak. Kleindochter van Comelis Huijbert Eenhoorn en Trijntje Jans aan Vaderszijde en van Frederik Comelis Bak aan Moederszijde; 60. Langenberg, Maarten Jacobsz, geb. te Wormer 28-9-1793, overl. te Wormer 29-3- 1836, landman. Zoon van Jacob Pietersz. Langenberg en Maartje Maartens Roos. Kleinzoon van Pieter Teunisz Lanaenberp. en Mariitie Frederiks aan Vadersziide en van Maarten Cornelis Roos en Maartj& Cornelis- Binnenwijzent (ook wel Droog aenoemd) aan Moedersziide. Gehuwd te Wormer 27-12-1812 met: 61. krik Neeltie Cornelisd.*aeb. te Wormer 29-5-1795, overl. te Wormer 21-7-1849. Dochter van Cornelis Waemse Krijt en Maartje Janse Betlem. Kleindochter van Willem Cornelisz Krijt en Maartje Jacobs Ketel aan Vaderszijde en van Jan Cor- nelisz Betlem en Trijntje Cornelis Ootjes aan Moederszijde; 62. Bankras, Jan Comelisz, geb. te Driehuizen in de Schermer 26-2-1798, over1. in de Schermer onder Graft 24-2-1827, timmerman; Zoon van Cornelis Bankrassen en Sijtje Jans Dekker. Kleinzoon van Bankras Cornelisz en Aaltje Pieters Visser aan Vaderszijde. Gehuwd te Beemster 5-5-1822 met: 63. Rus, Grietje Dirksd, geb. in de Schermer (Gem. Oterleek) 10-10-1797, overl. te Purmerend 6-2-1853. Dochter van Dirk Rus en Catharina Carlier. Kleindochter van Jan Jansz Rus en Grietje Plugboer aan Vaderszijde en van Arie Cornelisz Carlier en Belitje Pieters Hoogland aan Moederszijde.

Voor eventuele aanvullingen houd ik mij gaarne aanbevolen.

Amsterdam, J. v. Lennepkade 336 1111.

Aan dit nummer werkten mee : H. van Hoogdalem Hzn, Gorinchem. G. Kroon, Jac. v. Lennepkade 3361111, Amsterdam-W. H. Severijn, Eikstraat 47, Utrecht.

De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud der ondertekende stukken.

329 FAMILIE-AANTEKENINGEN OVER HET GESLACHT VAN CATTENBURCH IN EEN STATENBIJBEL VAN 1637

door C. P. HOEKEMA

Enige jaren geleden kreeg ik een Statenbijbel uit het jaar van de eerste druk, t.w. 1637, cadeau. Mij bleek, dat deze bijbel in vroegere jaren moet hebben behoord aan de familie Van Cattenburch. De eigenaar van de bijbel was Wilhelm van Cattenburch, die gewoond heeft in Rhenen en waarschijnlijk daar is overleden op 4 juli 1706. Hij is daar begraven. Het leek mij dienstig de aantekeningen op de laatste folio mede te delen.

Op den 18 en Maij 1646 Nieuwe Stijl is geboren Wilhelm van Cattenburch Den 24 en Junius 1655 is geboren Jacomina van Rijnevelt. Op den 26 Novemb 1682 syn in de kerck tot (onleesbaar) getrouwt de heer Wilhelm van Cattenburch ende Juffr. Jacomina van Rijnevelt. Op den 25 en Julius 1685 s avonts ten 6 uijren is uijt dit huwelijk gebooren een Dochter den 26en dito tot Rhenen gedoopt Jacomina Theodora. Op den 18 en Augst 1685 is onse dochter Jacomina Theodora in den heem gerust ende tot Rhenen in de Kercke begraeven.

1687 Op den 16 en Julius is noch ons gebooren een dochter s morgens t: 6 uijren en is tot Rhenen gedoopt Theodora Catharina. 1689 Op den 11 en Mert is ons noch gebooren een dochter ‘s morgens te vier uijren en is tot Rhenen den 13 en dito gedoopt Jacoba. 1690 Op den 4 en December s morgens te negen uijren is noch gebooren een zoon ende den 7 en dito gedoopt Jan Looijs. 1692 Op den 8 en Septemb is gevoelt een aardtbevinge door gans Nederlant, Engelant, Schotlant, Ierlant, Vranckrijck, Brabant, Vlaenderen, Luijck ende Ceulslant. 1693 Op den 24 en Meij s morgens ten half 7 uijren is ons noch gebooren een dochter die wij den 28 en dito tot Rhenen in de Kercke hebben ten doope laeten noemen Aletta. 1694 Op den 25 en Aug is mijn moeder Catharina van Casteren tot s Herto- genbosch gestorven ende begraeven. 1694 Op den 19 de Aug O.S. (oude stijl) is ons geboren een dochter tot Rhe- nen gedoopt den 26 en dito ende genaemt Catharina. Op den eersten april O.S. is ons noch geboren tot Rhenen een dochter die vermits bij-nae doot ter werelt quam immers binnen een uijr ofte vier was overleden niet heeft cunnen gedoopt worden. 7 Op den Xx111 april ten halfs negen des avonds is Jacomina van Rijne- velt in den heere ontslaepen en soo dit huwelijk gescheijden. .06 Op den 4 ijuli is onse vader Willem van Cattenburg in den heere ont- slape en tot Rhenen begraven.

330 Op den 26 ijanuari 1712 sijn tot Utrecht in het Dobsgasthuijs buijten de weertpoort getrouwt de heer godert Adriaen Monck en Jufferou Theodora Catharina van Cattenburch. De bladzijde is zodanig afgesneden dat een aantal cijfers van jaartallen niet meer aanwezig zijn. In de reeks, die loopt van 1646 tot 1712 laten ze zich gemakkelijk raden, behalve in het geval van het dochtertje dat niet gedoopt kon worden.

DIE DOOPBOEKEN TOCH ! ! door H. VAN HOOGDALEM Hzn.

Ik mag van U lezer niet verwachten dat U een doopboek leest alsof het een roman was. Integendeel, ik zou het U niet kwalijk nemen, als U van tijd tot tijd eens een zucht had geslaakt of een verwensing had geuit aan die kosters en dominees uit het verleden die het U nu zo moeilijk maken met hun hanepoten. Nee, het lezen van ‘de boeken van de burgerlijke stand van ,,het Koninkrijk Gods” is niet altijd een opwekkende bezigheid. De kleintjes die door het ,,bad der wedergeboorte” binnenglijden komen er vaak bekaaid af in de eerste vermelding van hun aanwezigheid binnen het ,,schip van de kerk”. Dat wil ten minste zeggen als het doodgewone kindertjes zijn. Dominees kindertjes en die van de groten van stad en land kun je soms nauwelijks vin- den door de franje van grootheid en titels die er om heen hangt. Een klein scheutje brandewijn deed het wicht onder de doopsluier, dan de waardigheid mee bewaren, die door schelle kreten om het koude doopwater stellig zouden zijn verstoord. Je gaat dan iets begrijpen van wat de opstellers van het doopformulier be- doelden als ze neerschreven: ,,Men moet dezelve niet uit gewoonte of bij- gelovigheid gebruiken, nademael”. Ja, Ja, zij kenden hun pappenheimers. Ik geef toe U denkt daaraan niet als U voor het doopboek zit. U bent te zeer bezig met Uw verwensing aan die koster of die dominee. U bent er de dominee nog dankbaar voor, dat hij het maar zo kort ter plaatse heeft uitgehouden en ,,zijn roeping naar elders” vervolgde. Uw zegen gaat met hem mee en de hoop, dat van zijn woord meer bleef hangen dan van zijn schrift. Waar de koster de zorg had voor het doopboek wordt het vaak nog moei- lijker, als de man, zo hij geen schoolmeester was, dus ongeletterd, de doop- briefjes van zijn pastor te vertalen kreeg. Daar is in de loop der eeuwen ook wat fraais uitgekomen, waar hele geslachten nu nog mee zitten. Om van de slordige kosters nog maar niet te spreken. Nog moeilijker wordt het wanneer in een plaats b.v. als Gorinchem, een gamizoensstad sedert ze hollandse stad werd, vreemde ,,snoeshanen” het

331 kostersambt zich zagen toebedeeld, door een stadsregent die de Capitein of de Colonel met zijn neen niet voor het hoofd wilde stoten. Er komen dan bladzijden in het doopboek voor die de zoeker van vandaag tot wanhoop kunnen brengen. In het doopboek van de Kerk van Gorinchem zijn dat de bladzijden van 5 mei 165 1 tot 13 febr. 1654. Met gepaste bescheidenheid noteert hij: 5 mei 1651 ,,In den Naam Goods” ,,Begonnen In Mijn Dijnst Dopen”. Dit is geen notitie van de nieuwe predikant Johannes Zas die pas op 25 juni d.a.v. werd bevestigd. Diens schrift is bekend uit de lidmaten- registers der Kerk. Een regelmatig schrift, duidelijk leesbaar en goed hollands. Eerst op 19 maart 1653 stelt onze koster zich voor bij de doop van zijn dochter Johanna als hij noteert: d’ouders Urghert coster van den Grooten Kerck ende Aryantie Beems van Vijsel. Wat zijn landaard was komen we niet aan de weet, maar uit het feit dat hij moeite heeft met de ei en ie en voor moeder ,,mouder” of ,,den mouder” schrijft, zouden we kunnen afleiden dat hij ,,Greuninger” was of Fries. Ik houd hem voor een Engels soldaat Urquart uit het legeronderdeel van Colonel Livingstone en dan nog voor een Schot, waaruit dit legeronderdeel voor het merendeel bestond. Ds. Messu zet ten minste boven een rijtje van deze lieden die hij toelaat ,,tot des Heeren Heilig Avontmael” in juli 1647: ,,Sequuntur Angli et Scoti”. Wanneer hij zijn dienst aanvangt houdt hij zich naar hij meent strikt bij de notering der dopen aan het voorbeeld van zijn voorganger en schrijft als deze de naam van het kind en ,,d’ouders” maar leest hiervoor ,,de vader” b.v. als volgt: Hendrik: d’ouders, Jeremeis Hoveneir, den mouder, Anek Klas. Dit houdt hij konsekwent vol tijdens heel zijn dienst en eerst zijn opvolger ziet het zotte er van in en verandert het. Ds. Gerard Koning, rustend predi- kant te Gorinchem, die, na een kwestie van de stedelijke met de kerkelijke overheid over de weigering van een bewijs van goed gedrag aan een patriot, de kerkelijke boeken moet overschrijven, houdt zich aan zijn opdracht een duplicaat te geven en verandert niets. Hij moet er zijn rechtvaardige ziel mee hebben gekweld toen hij het overschreef, maar plichtsgetrouw deed hij het. Ik kan niet alle fouten van de goede man gaan uitstallen, hij wist niet beter, maar toch wil ik U enkele staaltjes van zijn kunnen niet onthouden: 20 mei 165 1: het kintd van een Maes Scheper (Maasschipper”?) 23 mei 1651 gedoopt het kindt van Jocker Jan van Pafenroeij. Bij deze doop gaat het om een der meest notabelen der stad, die stellig met grote luister voor het doopvont is verschenen, maar Urghert doet het met één re- geltje af. We herkennen Jonler Johan van Paffenrode, zoon van de drossaart Jacob, maar dat is dan ook alles. 15 januari 1652: Een kint gedopt sonder Vaders moeders nam op het Briefken 14 Jan 1652. Wat er dan wel op stond komen we niet aan de weet. 9. Augs. 1662 Tunes: den grotten Tunes Dochters kint in den Hage von- nende. Wat zouden we nu graag weten wie die groten Teunis was en of hij dan wel zijn dochter in den Haag woonde. Als U het weet mag U het zeggen.

332 Augs. 1652 Anna Mary: d’ouders Dierich Vrederiech getuige Jan van Deimen. Van Deimen is van Diemen en ook hier blijkt dat hij niet door had, dat de vermelding ,,ouders”, waaruit hij ,,vader” las, twee personen vergde. Iets dergelijks volgt hierna. 9 Oct. 1652 Katelien d’ouders Tomaes Hendryx soldat Landt Drosart. Dat Tomaes Hendriks een soldaat was uit het onderdeel van de drossaert Jacob van Paffenrode, drossaart des Landts van Arckel ende Gorinchem zal U na- tuurlijk uit deze notering niet opvallen, maar alleen een ter plaatse bekende U kunnen uitleggen. De 8e november 1652 komt als volgt uit zijn pen: den 8 mant van Nofem- ber 1652. 28 Jan. 1653 Aabraham ende Isaack, Tweylijn d’ouders Mees Stoffels, de moeder Lijsbeth Elijs van Spranckhuisen. Weer ouders en moeder en een tweeling heet bij hem tweylijn. Ik ga nog maar voorbij aan de talrijke verbasteringen die de meest bekende Gorcumse geslachtsnamen bij hem ondergaan en aan de verhaspelingen van de namen van vreemde krijgslieden die binnen Gorcums muren vertoeven. In ,,van Dos” zult U niet direct ,,van der Does” herkennen en dat ,,Cleff” van ,,Cleeff” is misschien wel, maar wie is Burefemes Vicnk. Heette de man soms Boromeus? Augs. 1653 Lijsbeth: d’ouders, de vader Apsent, de moeders nam is Kor- nelia de Erste Dach August. Kunt U zich voorstellen dat de kleine Betje als Apsent door het leven is gegaan? Dat hij ook moeite had met de vertaling in het Hollands van het Engels blijkt uit de volgende aantekening: 4 Augs 1653 Elijsbeth: d’ouders Ser Felep Baluor, de moeder Agata Ver- stech, getuige de Heer Berndrech ende Jufrou Stocoms. Hier staat: Sir Filip Balfour, als U het alrede niet ontdekt had. Met Berndrech is de Heer van Barendrecht bedoeld. Wij moeten er aan twijfelen of hij veel in een Hollandse bijbel heeft ge- lezen (de nieuwe vertaling der Staten werd al gebruikt), want rustig schrijft hij voor Abraham: Aeberaeham. Ten slotte nog een paar staaltjes van één zijner opvolgers. 22 April 1666 Paulus te voren genaemd Ajax, sijnde Een swarte Indiaen, die onderwesen zijnde in de Christelijcke Religie, sijn belijdenisse heeft ge- daen ende den Christelijcken Doop heeft ontvangen. Ook deze notering roept vragen op. Naar onze begrippen is een Indiaan niet zwart en een Indonees evenmin. Wat was het dan wel? Dat men op 1 april 1670 een vondeling van de stoep van de armmeester opneemt, of ligt uit het vondelingenluikje van het burgerkinderweeshuis is een gewone zaak. Het is alleen maar een trek van Bijbelvastheid als men het borelingske de naam van Mozes geeft. Dat men een doopnotitie ook simpel kan houden blijkt uit de volgende voorbeelden waarmee -ik eindig. 30 Sept. 1661 Isabella, Giles, Jenneke, Grietien, achtereensvolgens de dochter, de vader, de moeder en de getuige. Of nog eenvoudiger op 19-11-1660: Neelken, Jan, Lijsbeth en op 5 mei

333 van dat zelfde jaar Anna, Gerrit, Anna of op 11 januari 1661 Paulus, Paulus, Oeiken Rafels,-gritie moeder. Zo zou ik door kunnen gaan, maar genoeg. Bij deze laatste voorbeelden slaak ik de uitroep: geef me dan nog maar de Schot- se koster met zijn koeterwaals. Je vraagt je wel af, hebben Dominee en de ker- keraadsleden deze boeken nimmer ingekeken. Zeer toepasselijk kon men zin- gen van Ps. 87 vers 4 ,,God zal hen zelf bevestigen en schragen, En op zijn rol, daar hij de volken schrijft, Hen tellen als in Israel ingelijfd, En doen de naam van Sions kinderen dragen” maar de eigen ,,rolle der kercke” deugde niet. Niet alleen het kind, maar zelfs de vader en de moeder kregen vaak geen naam en waren dus metterdaad als kinderen der kerk uitgewist.

TIJDSCHRIFTENREVUE De in deze rubriek vermelde tijdschriften verlaten het bureau van de redactie direct na het vervaardigen van de kopij, om langs de Hoofd- bestuursleden te circuleren. Men gelieve een aanvraag tot lezing dus niet tot de redactie-secretaris te richten, doch tot de le bibliothecaris der N.G.V. (J. J. G. Kranen, Mariëndaal 5, Rozendaal, post Velp) en houde er daarbij rekening mee, dat het enige tijd kan duren voor toezending volgt.

November. Ons Amsterdam, jrg. 16, no. 9, september 1964: dr. L. Jansen. Het oude Zijds HUIS- zittenhuis (Arsenaal): B. Rum. Van Schuttersdoelen tot Doelenhotel; J. Friese. Het oude Doolhof; R. Marsman. Het nieuwe parkeerterrein voor caravans in gebruik; L. van Genderen. Spel op straat; J. A. Groen Jr. 1864 Honderd jaar Koning Willemshuis 1964; H. W. Alings. Chocolade industrie in Amsterdam. Aùler. Wien. Jänner/April 1964. 82. Jrg., 6 (XX) Band, 13/14. Heft: Ferdinand Gruf Wi/czek: Ein genealogisches Ratsel au< der Biedermeierzeit; Egbert Silva-Taroucu. Der Schwiegervater Europas; Albert Micholitsch. österreichische Hörer an der Universi- tät Löwen 1642-1909; fiurald Prickler. Zur Genealogie der Tatzmannsdorfer Adeliger; Herbert Kiesl. Der Raubmord an Johann Christoph Freiherr von Tattenbach im Schloss Freizell an der Donau im Jahre 1659; Besprechungen und Anzeigen. Bulletin généalogique d’information, 8me année No. 6, Novembre 1963: Henri Vrignault. Curiosités généalogiques; Loire-Atlantique; Philippe Devillurd. La noblesse au champ d’honneur, ceux qui venaient de Cherchell (suite et fin); Tables des matières pour l’année 1963. The Coat of Arms, Vol. VIII, No. 58, April 1964: James Moran. The Book of St. Albans; M. A. L. Elvins. The Roberts of Glassenbury; Adam Heymowski. Polish Arms in Medieval Armorials; J. Frush Harmon. An identical Arms in British Heraldry; An American confirmation of Arms and Titles; Roland Bretton. A Faszer Coat of Arms: C. J. Smith. The Arms of the Borough of Nuneation; C. Pumu. Armorial Liberty and Rigidity. Deufsches Fumilienurchiv, Ein genealogisches Sammelwerk, Eine übersicht über die Bande 1-25, von Heinz F. Friederichs, mit einem Geleitwort von Adalbert Brauer. 1964. Met gunsen trou, 14e jrg., no. 9, september 1964: J. Kusteel. De Heemkunde-tentoon- stelling te Heusden; A. J. L. van Bokhoven. Uit de historie van Heusden en Vlijmen; B. W. van Schijndel: Aanvullingen en verbeteringen op meinummer 1964; Drs. H. B. M. Essink. Relatie tussen Cuyk en Nieuwkuyk.

334 Idem, i4e jrg., no. 10, oktober 1964: Een koperen ambtsjubileum; Dr. P. C. Boeren. De kapelaans van het Kasteel van Drunen; P. Tarcisius van Schijndel. De nog aanwezige schilders van het St. Catharinagilde te Herpt; Protocol Heusden; J. van Oostrum. Anek- dote uit Waalwijk; Th. Goossens. Drunen; A. van Engelen. Memoires van een oud in- woner van Haarsteeg; H. B. Massink. Heeft er in de Middeleeuwen al een Ambrosius- gilde bestaan?

Genealogie, Heft 5, 13. Jrg., Sept.-Okt. 1964: Otto Feger. Der Bodenseeraum und Seine Bevölkerungsstruktur in der Geschichte; Cl. Steinbicker. Zur Ahnensetaft Levin Schückings; Elverfeld; A. Budmer. Ritter Hans von Klingenberg t 1388; K. W. Khiber. Das Heiligenzinsrodel von Wangen am Untersee von 1498; Armin Wolf. Der Pädagoge und Phylosoph Johann Conrad Fallenstein (1731-1813); F. Verdenhalven. Die Amts- blätter der preuszischen Regierungsbezirke als familienkundliche Quelle; Paul Mehhers. Bliek ins Nachbarland: Namen aus allen Teilen Deutschlands in den Niederlanden, aus: Gens Nostra, Jr. 18, 1963; H. H. Rimpau. Passagier-Listen von Einwanderer-Schiffen nach den U.S.A.; K. Steinmül[er. Adelige Türkenkriepsteilnehmer 1560-1680; Karl- Egbert Schultze. Dr. jar. Edmund Strutz. 1892-1964.

Gruoninga, 10e jrg., no. 9-10, sept.-okt. 1964: Bestuursmededeling; G. W. Nanninga. Wilhelm Truchoess von Waldburg; A. de Vries. Verveners in de Veenkoloniën gekomen van Steenwijkerwold; P. J. Ritserna. Het nageslacht van Jacob Alberts en Jantje Lue’s; Drs. 0. D. J. Roemeling. De afstamming van de Groninger ,,Brederode’s”

De Herlaar Heraut, no. 12, 1 oktober 1964: Bestuursmededelingen; Verjaardagen; Over Ridders, Kastelen en Wapens, in verband met het geslacht Van Herlaar; Baltus Herluar. Het Wapen van Herlaar (met bijlage van acht gekleurde wapens).

Hessische Familienkunde, Band 7, Heft 3, 1964, Juli-September: H. J. von Brock- husen. Hessen im rheinischen Land; M. Schiifer. Auswärtige im Kirchspiel Niedermitt- lau 1576-1802; Dr. L. Ernst. Einwohner in Hillesheim urn 1700; Dr. W. Fischer. Einwohner der Herrschaft Stadecken 1603; Frankfurt und die Welt: X1X, Dorothea von Schlegel; Buchbesprechungen; Hessische Wappenrolle: Bohr, Demme, Diehl, Faulstroh, Hoszfeld, Kulenkampf, Petermann, Schad, SchGnke.

Instituto internacional de Genealogia y Heraldica y Federación de Corporaciones afines, Hoja informativa, Atïo X1, No. 230, Agosto de 1964: Bibliografia; Comunicados

L’lntermédiaire des Genealogistes, No. 112, Ao X1X, 411964: P. van Gehuchten Fragments généalogiques montois; Les premiers Dessus le Moustier à Mons; 0. Ir Maire. A propos d’un grès de Raeren aux armes des Faucuwez, ancêtres belges de S. M. la Reine Fabiola; Jacques Kennes et Victor Gyselinx. Notice généalogique sur la fa- mille Delmelle; La pierre tombale de Jean d’Esclaibes et de Jaqueline de Postelle; Chronique de nos Provinces; Questions-Réponses.

De Maasgouw, jrg. 83, afl. 4, 1964: A. Munsters M.S.C. Romeinse munten uit Ob- bicht; Dr. Arthur Schijnemakers. Aantekening bij ,,Peel = Pede-Lo = Veen-Bos; Prof. Dr. J. J M. Timmers. Een belaneriike aanwinst voor het Bonnefantenmuseum; N. J. Prick. De Keren+Cruts BeurzenstLhting in de Neder-Oostenrijkse stad St. Pölten; Jan Verzijl. Gerome Guillaume Cousin; E. M. Nugens. Admodiatie; A. Munsters M.S.C. Pauw of Pelikaan.

Nederlands Archievenblad, 68e jrg., 2e afl. 1964: .l. H. van de Hoek Ostende. De invoering en ontwikkeling van het indicateur-stelsel te Amsterdam; A. E. M. Ribberink. Verbaal van het verhandelde; D. P. Oosterbaan. Repertorium Germanicum; Leidraad toe te passen bij de beoordeling van overheidscodes; Boekbespreking.

Numaga, jrg. X1, no. 3, september 1964: Dr. J. A. B. M. de Jong. Ir. J. G. Deur, 1892-1964; B. H. Nog eens ,,Op der Stadsdaell”; In de Galerij: Het ware gelaat van Dr. J. M. Noorduyn.

Ostfriesland, 1964/3: Dr. Hermann Bakker. Unsere Stadt Leer im Wandel; Harm Wiemann. Leinenhandel in Leer urn 1730; H. Bakker. Die Ostfrieslandschau; D. Schmidt-Gothan. Eine Betrachtung zum Anschlusz Ostfrieslands an das deutsche

335 Straszennetz: Dr. H. Bakker. Arbeiten und wohnen: F. J. Mueller. Ein Leeraner Künst- Ier, Ernst Petrich zum Gedachtnis; Wilhelmine Siejkes. Gallmarkt-domals; Harm Wie- mann. Rückblick auf den Friesenkongresz 1964: C. Th. Saul. Der Markt- und Messe- stadt Leer zum Lob und zur Ehre. -

Le Parchemin, lle Série, No. 100, Octobre 1964: NOS beaux Ex-libris: Guillaume- Bernard de Potter; Le Congrès de la Haye; Motion au IIe Congres international des Monuments historiaues: In Memoriam Paul Adam (1902-1964): Chroniaues dvnasti- ques; La noblesse ancienne des Stassart;. J. Berger Carrière. Notes ‘complémentaires à la généalogie Hennessy; Exposition héraldtque à Audenarde; L. A. Bouly de Lesdain. La libre adoption d’armoiries en France; Notre Bibliothèque; Questions, Réponses. Hei Personeel Statuut, 15e jrg., no. 718, juli/aug. 1964: Kort overzicht van het internationaal privaatrecht; Moet het voltrekken van hinkende huwelijken worden ver- boden? Dispensatie van het overleggen van een verklaring van huwelijksbevoegdheid geweigerd; Uit de buitenlandse rechtspraak. Pjälzische Familien- und Wappenkunde, X111. Jrg., Band 5, Heft 4, 1964: Kilian. Diesmal war es Worms; Krebs. Neubürger in Gimmeldingen 1655-1675; Schlusz. Exulanten d. PEalzer Kriegs (1691-1740); Schultze. Pfalzer in Glückstadt (Holstein); Schlusz. Unsere elsäszischen Weiszenburger Vorfahren; Amknecht. Eine Osthofener Kettenehe; Suchseigen; von Nassau: Auswanderer auf Schiff ,,Samuel M. Fox” 1832. The Scottish Genealogist, Vol. X1, No. 3, September 164: Queries; Scottish Tartans information Centre; Extract from Australian Newspaper; Who was Lady Jeanne Mac- pherson? Canadian census records; J. F. Mitchell. Hearth Tax and Poll Tax. Stirpes, Texas State genealogical society Quarterly, September 1964, Volume 1X, Number 3: Some T. S. G. S. Families; Hunter and Combs-Dunlavy Bible Records; Hodge and AIlied Families; Mailing List; Texas Tax Rolls of 1840; Burgess Family Bible Records; Book reviews. Zeitschrift fiir Niederdeutsche Familienkunde. 89. Jra.. Heft 4. Juli 1964: Chr. Frhr. von Warnstedt. Die märkischen von Rohr; J. Beetz. Ü&r Eszett; H. A. Plöhn. Liste der Altonaer Konkurse 1797-1805: A. Conn. Ahnenliste Conn. vierte Fortzetzung: Ein- gegangene Bücher. De Stichtsche Heraut, lle jrg., 1964, no. 4: Z. van Doorn. Enige laat-middeleeuwse schouten uit Woerden en omgeving; Mr. W. Eldering-Niemeyer. Militaire huwelijken te Wijk bij Duurstede, alfabetisch gerangschikt: P. R. S. Jaarverslag A’dam Gemeente-archief, 1963: verlucht met 4 tekeningen.

December. Adler, Wien, Mai/August 1964, 6. Band, 15/16 Heft: Heinz Schöny. Neues zur Stammtafel Nestroy; Besprechungen und Anzeigen. Ons Amsterdam, 16e jrg., no. 10, okt. 1964: F. J. Dubiez. De achtergrond van het bezoek van Hendrik van Brederode aan Amsterdam; H. van Zijl. Verdwenen Folklore in landelijk Noord; dr. L. Jansen. De Kattenburger- en de Kortewandsbrug; De Bouw van twee nieuwe bruggen; C. A. L. Sander. Bodemonderzoek afrit IJtunnel; Het oude Amsterdam (XLIV); F. J. Dubiez. Een Amsterdamse Boeken- en Prentenbeurs; J. H. Kruizinga. ,,Pot” voor Mijnheer Ter Wolbeek. Der Archivar, 17. Jahrgang/Heft 4, Nov. 1964: Deutscher Wirtschaftsarchivtag zu Dortmund, 24-27 Juni 1964: Einstellung, Ausbildung und Einsatz des gehobenen Ar- chivdienstes; Probleme der Sicherungsverfilmung; Dokumentation der jüdischen Schick- sale 1933-1945; Archivberichten und Tagungen; Literaturbericht. Familienkundliches Jahrbuch Schleswig-Holstein, 1964: H. Staack. Die Ahnen des Politikers Theodor Griebel; E. Kaschner. Ortsfremde im ältesten Eutiner Trauregister

336 von 1633 bis 1707.; W. Hahn. Genealogisches aus der Wilstermarsch; Fr. Karf. Die Familien der Halhg Nordstrandischmoor; G. Finke. Der Stand der Wedderkof- Forschung; E. Freitug. Die klösterlichen Untertanen in Setersen 1727; Familiesverbände. Familin, quarterly Journal of the Genealogical Society of South Africa, Jaargang 1964, No. 1, Redakteur/Editor: C. Pama, K.L.J., Ph. D.; H. C. Hopkins. Ter inleiding; C. Pama. The revival of genealogy; Vragen; In memoriam Thomas Bouchier Bowker, M.P.; André M. Hugo. Op soek na ons stamouers in die archieve van Frankrijk; R. Gayre. Genealogy and genetics; C. G S. de Vihiers. Johannes Swart Jan-seun, stam- vader van die Staatspresident; Anna H. Smith. South African portraits; J. H. Steenkamp. Die waarde van ‘n sterkennis in genealogiese navorsing; Zvan Mitford-Barberton. The Barbers of Barberton. Wij roepen dit nieuwe tijdschrift een hartelijk welkom toe, te meer omdat het vele banden heeft met ons vaderland en geredigeerd wordt door ons corresponderend lid, de heer C. Pama te Kaapstad; wij hopen dat vele interes- sante nummers zullen volgen.

La France Généalogique, organe du Centre d’Entr’aide Généalogique, 6me année, No. 38, Aoíit 1964: Philippe Devillard. L’Amiral Hamelin et le pays d’tiuge; Notes diverses; Questions, Réponses; Carnet mondain. The Genealogicaf Magazine of New Jersey, Volume XXXIX, Number 2, May 1964: D. A. Stratford and E. J. Raser. Records of Matthias Barkalow, 18061827; Morris County Gravestones: First Presbyterian Churchyard; G. 0. Zabriskie. Van Dalsem Family: Five Generations; D. A. Stratford. Obituaries from the Mount Holly Mirror: 1827-1832; K. Stryker-Rodda. New Jersey Rateables, 1773-1774; Gloucester and Hunterdon Counties. The Genealogist’s Magazine, Vol. 14, No. 11, September 1964: W. L. Sheppard Jr. The bastards of Henry 11; /. R. Cunningham. The genealogical Work of the Latter-Day Saints; A. J. Willti. Wmchester Guardianship Records after 1700; C. K. Adams. Portraiture Problems and genealogy; Reviews; Genealogical Notes. The Genealogical Helper, fiftheenth annual exchange, Volume 18, Number 3, Sep- tember 1964: Bijna 200 bladziiden Vragen en Antwoorden op genealogisch gebied over de gehele wereld. Der Grafschafter, Jahrgang 1964: Folge 138, August; 139 - September; 140, Oktober. Dr. Ernst Kiihle. Zur Grundriszgestalt unserer Dörfer; Von Jürgen Meyer-Korte. Als Hannover preuszisch wurde, Friedensschlusz fand niemals statt; Ludwig Sager. Oberst Staehle. Ons Heem, Dr. Goosenaerts-nummer. Jrg. XVIII, 6. Slachtmaand 1964: t Dr. J. Goossenaerts. Hoe een Kempenaar West-Vlaanderen ziet; Kan. Dr. M. Kogen. Figura- tieve kaarten en heemkunde; G. Meersen. Herstellingswerken aan de Spijker te Essen in 1.514; Fr. Bessefeers. De trekmuts als Leendracht; J. Lambin. Als dr. Jef Goossenaerts vertelt over eten; P. Lumbrechts. Verborgen godheden in de Zuidkempische volkstaal. Instituto internacional de Genealogia y Heraldico y Federacion de Corporaciones afines, Hoja Informativa, Ar50 X1, No. 231, Septiembre de 1964: Communicaties van het Instituut; Bibliografia; Geboorten, huwelijken, overlijden. Idem, Aíío X1, No. 232, Octubre de 1964: Bibliografica; Adellijke titels: Successies; Titels voor vorstelijke personen. The Huguenot Society of London, May 1964: List of Fellows. Institut fiir Auslandbeziehungen, Stuttgart, Zeitschrift fur Kulturaustausch, Jrg. 14: 3: Verhouding op Cultuurgebied tussen Baden-Wurtemberg en de achtergebleven gebieden. Numaga, jrg. X1, no. 4, november 1964: Dr. J. M. G. M. Brinkhoff. Nijmeegs Taal- schoon; H. A. W. Hoogveld. Romeinse villae bij Nijmegen; In de galerij.

337 Het Personeel Stafuut, 15e jrg., no. 9/10, september/oktober 1964: Buitenlandse echtscheidingen; Huwelijken van katholieke Spanjaarden; Inschrijving van brieven van wettiging.

Quellen und Forschungen zur Ostfriesischen Familien- und Wappenkunde, 13. Jrg., Heft 5-6, 1964: Eberhard Barghoorn. Kirchliche Zeugnisse der ev.-ref. Gemeinde zu Emden, 15’62-1886 (zeer belangrijk, bevat vele aantekeningen uit Holland).

Archiv fiir Schweizerische Frrmilierlkunde. Band IV/ 196415. Lieferuna. Veröffent- lichungen des genealogischer Instituts Zwicky/Zürich. Ahnentafel von Di& Ing. Paul Burkhard-Auer; Ahnentafel von Minister Dr. Ernst Feisst; Herkunft und Verwandt- schaft des Luzerner Schultheissen Lux Ritter; Schaufelberger; Ahnenliste der Geschwister Stemmle; Ahnentafel von Werner Heinrich Suter; Ahnenreihen Sr. Gnaden Dr. Rai- mund Tsdudy, 56. Abt des Stiftes Einsiedeln.

Wij kwamen in het bezit van: Jaarverslag over 1963 betreffende het Gemeente-Archief van de Gemeente Amster- dam, zeer uitgebreid toegelicht, in fraaie uitvoering, verlucht met vier interessante gravures. Jaarverslag over 1963 betreffende het Gemeente-Archief Museum en Bibliotheek der Gemeente Alkmaar, waaruit bleek, dat deze instellingen werden verrijkt met vele schenkingen, de Archieven geregeld werden bijgewerkt en zij zich mochten verheugen in de belangstelling van vele bezoekers. Aan de beide Archivarissen wordt hierbij de dank der N.G.V. overgebracht. Amsterdam, nov./dec. 1964. W. D. H. ROSIER.

BOEKBESPREKINGEN Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Omstreken, dl. 55 (1963). Uitg. Ver. Oud-Leiden, 190 pag. 8”. Na verenigingsnieuws en de kroniek betreffende de gebeurtenissen in Leiden en omstreken in 1962 opent Dr. W. C. Braat deze bundel met een terugblik op ,,Zestig Jaar Oud-Leiden”, waarin met name de verdiensten van de heer Bicker Caarten voor deze zo sympathieke vereniging nog eens belicht worden. Na een in memoriam S. M. Stolp en een, gewijd aan L. Questroo volgen dan de ook ditmaal weer zeer diverse opstellen. Het hierna volgende kan slechts een keuze zijn, slechts bestemd om onze lezers nog eens op dit iaarboekie te wiizen. Ik noem dan: J. van Nieuwenbura. Uit de geschiedenis van het Woudendórphofje- (gesticht door Jan Willemsz. van WoÜdendorp (7 1647), zij het niet dan in onmin met zijn vrouw Trijntie Jansdr. De stichtings- geschiedenisis bijzonder interessant), Ir. A. p. de Gruuff,- Een Leidse koopmanszoön naar de galeien (betr. Jacob Jansz. de Haes; 16e eeuw), W. F. van der Burgh, Iets over de geschiedenis van het hoogheemraadschap Rijnland en zijn oorsprong; E. Pelinck, Abspoel (geschiedenis van een klein kasteeltje, oorspronkelijk een uithof van de abdii Egmond), Ir. A. F. de Graaf, Rosendaal en ziin bewoners (buitenplaats onder Lisse, in 1962 gesloopt) en tot slot de laatste aflevering van het artikel van A. G. van der Steur, De Geschiedenis van de Zwanburgerpolder te Warmond.

Jaarboekje voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Leiden en Omstreken, dl. 56 (1964). Uitg. Ver. Oud-Leiden, 168 pag. 8”. Na enkele verenigingsmededelingen, een kroniek betreffende het in Leiden en omstreken in 1963 voorgevallene en een in memoriam W. F. van der Burgh geeft ook dit jaarboekje een bonte reeks interessante bijdragen. Gezien het vooral op ,,personele” geschiedenis gerichte karakter van Gens Nostra wil ik hier alleen releveren: J. P. Duyverman, Hoogleraar en Gemeenteraad; Mej. A. Versprille, Leidse Fotografen in

338 de 19e eeuw (betreft onder meer de sigarenhandelaar Israel David Kiek, naar wie ons woord ,,kiekje” is gevormd); H. A. Höweler, Een moordplan tegen Willem V? (betreft de aanklacht tegen Catharina van der Meulen-Taan in-1784);:E. A. Cunnem&, De geschiedenis van het kasteel Duivenvoorde (voornamelijk architectuur-geschiedenis, al komen in dit beknopte opstel ook wel namen van eigenaren voor) en J. P. van Brakel, Een Katwijkse reder en lekedichter (Dirk Jansz. van Heiningen, geb. 1653).

J. Don. De Archieven der Gemeente Kampen. Deel 1: Het Oud-Archief. Uitgave der Gemeente Kampen, 1963. XXI en 338 blz. 8”. Het gemeentebestuur van Kampen schonk ons een exemplaar van deze fraaie inven- taris van dit historisch zo belangrijke archief. De samensteller, archivaris der gemeente, heeft het genoegen mogen smaken na een zeer lastige, tijdrovende en grote kennis van zaken vergende reorganisatie van het archief nu ook de inventaris daarvan in druk te zien verschijnen. Bijzonder belangrijk daarbij is de inleiding, die hij aan de eigenlijke inventaris vooraf liet gaan. Deze bevat namelijk een overzicht van de inrichting van het stedelijk bestuur tot aan het einde der hier bestreken periode, d.w.z. tot de Franse tijd. Zonder die te kermen zou men immers de indeling in de diverse afdelingen niet goed kunnen be- grijpen. Vervolgens geeft hij een overzicht van de geschiedenis van het archief en de inven- tarisatie. De ellende, veroorzaakt in de vorige eeuw door een strikt doorgevoerde ordening naar chronologie i.p.v. naar herkomst, heeft nog lang nagewerkt. Welk moeizaam werk deze her-ordening geweest moet zijn, kan men slechts vermoeden. De eigenlijke inventaris beschrijft dan, op 120 bladzijden, een kleine drieduizend charters, registers, liassen en omslagen, verdeeld naar terrein van overheidszorg. Her- haaldelijk vindt men bij elk nummer kleine aantekeningen, die verwijzen naar publi- caties in druk, naar het in de vorige eeuw aangelegde Register van Charters en Bescheiden, ofwel naar de uiterst waardevolle toevoegingen die deze inventaris telt. Dat zijn er namelijk verscheidene. In de eerste plaats gedetailleerde inhoudsopgaven van een negental registers, en vervolgens nog een kleine 600 regesten die door de samensteller speciaal voor deze uitgave werden vervaardigd. Dat deze regesten in het algemeen betrekking hebben op de meest belangrijke en typerende charters, zal zonder meer duidelijk zijn. Een register van de in dit werk voorkomende persoons- en plaatsnamen besluit deze uitgave. Deze inventaris is werkelijk een grote aanwinst voor de historische literatuur. Het Kampense archief is, het is haast onnodig dit te zeggen, uitermate belangrijk, ook vanwege het grote aantal Middeleeuwse bescheiden. Dat dit rijke archief nu via een zo fraaie inventaris werkelijk toegankelijk is gemaakt, stemt tot grote voldoening. Moge het de samensteller gegeven zijn, binnen afzienbare tijd ook nog deel 11 te zien ver- schijnen! H. H. W. van Evk. VRAGENRUBRIEK Deze rubriek staat uitsluitend ten dienste van leden van de N.G.V., die met hun onderzoek zijn vastgelopen of die met andere personen verbinding zoeken op genealogisch of heraldisch gebied. Alleen wanneer is gebleken, dat de verlangde gegevens niet via de Contactdienst kunnen worden verkre- gen, kunnen vragen in deze rubriek gesteld worden. De vragen dienen op aan één zijde beschreven papier ingezonden te worden aan de redactie-secretaris van ,,Gens Nostra”, postbus 976, Amsterdam-C.

53. Gevraagd gegevens en kwartieren van: a) VAN OUDENALLER Gijsbert Reijersz. van Oudenaller. Gehuwd 28-5-1752 te Edam met Annetje Pierers Jonker. Hij deed belijdenis te Edam in 1738; b) VLOT-IES Grietje Vlottes overl. te Edam 26-10-1832, oud 79 jaar. Gehuwd te Edam 28-6-1778 met Hendrik van Oudenaller. Zij deed belijdenis te Edam in 1775;

339 c) BLOEM Adriaan Cornelisz Bloem. Gehuwd met jm uijt de Purmer te Edam 22-2-1739 met Annetje Scmonsd; d) DEKKER Jacob Pietersz Dekker. Gehuwd als jm uijt de Beemster te Purmerend 5-1-1721 met Trijntje Klaas; e) BRULJN Grietje Bruijn. Als jd won. te Katwoude gehuwd te M’dam 28-4-1776 met Cornelis Jans Rijke(n); G. KROON, J. v. Lennepkade 3361111, Amsterdam (w).

54. Op 6 jan. 1667 trouwden te Veendam Clues Martens van Suijdtveen en Janneken Hendricx van Scharwolde. Suijdtveen en Scharwolde behoren tot het vroegere Schoutambt Steenwijk. Gevraagd ouders enz. A. DE VRIES, Engelsestraat 17, Leeuwarden. 55. mMMER. 4 In 1865 of kort daarna emigreerde op onbekende datum naar Amerika Hendrik Jan Timmer. ceb. 18-7-1830 te Harderwiik. beroer, kleermaker. gehuwd 16-5-1860 te Harderwijk met Jucobu Geertruidu de’ Wit geb. 1825 te ‘Amsterdam. Kinderen: Willem Antonius geb. 30-1-1860 te H. en Arie Murinus geb. 1-7-1861 te H. Laatste adres: Vismarkt 45 te Harderwijk. Gevraagd: Op welke datum is deze familie naar Amerika geëmigreerd en met welke boot. Dit laatste zou het onderzoek in Amerika vergemakkelijken. Waar hebben zij zich in Amerika gevestigd? Zijn er thans nog nakomelingen in Amerika? b. Gegevens verzocht omtrent Willem Timmer geb. 6-5-1823 te Harderwijk. Zijn vader was Gerrit Timmer geb. 17-12-1789 te Harderwijk, overl. te Harderwijk 31-8-1841. De moeder was Aaltje Rtjkerts, geb. ongeveer 1792 te Ermelo, niet te Harderwijk overleden. Uit dit huwelijk nog een dochter Johanna of Junnu geb. 19-1-1825 die op 13 april 1851 werd aangenomen. Deze laatste huwt als weduwe van Rubbert Strek OD 13 iuni 1849 te Harderwijk met Gerrit Bolder. De bevolkingsregisters van Harderwijk noch die van Ermelo, noch het kerkelijk archief te Harderwijk bevatten nadere gegevens. Gevraagd de nadere gegevens van een eventueel huwelijk van Willem Timmer en de daaruit voortgekomen kinderen. Het zou ook mogelijk zijn dat hij naar Amerika geëmigreerd is. _ C. Gegevens verzocht omtrent Hendrick Timmer ged. ongeveer 1618 te Hien en Doode- waard. overleden voor 8-10-1663, _ gehuwd geweest met Maria Jans (huwelijksdatum ongeveer 1639). Deze Hendrick Timmer ook wel Dimmer geschreven oefende het beroep van schoenmaker uit. Kinderen uit dit huwelijk moeten geweest zijn: Anna ged. 19-12-641; Jan ged. 7-1-1644, Mariken 13-12-1647; Hermken 15-10-1649 en Cornelis Hendriks ged. 5-11-1654. d. Gegevens verzocht omtrent Hendrik Timmer te Harderwijk, gehuwd met Grietje Berends. Jan Berends de vader van voornoemde Grietje overleed even voor 12-8-1722 te Harderwijk. e. JESSE. Gegevens verzocht omtrent Jan Hendrik Jesse geb. 1741 te Venlo, overleden 4-6- 1817. Hij was gehuwd met Arnolda van Tricht. C. W. TIMMER, Corn. Krusemanstraat 1811 Amsterdam-Z. 56 (VAN DER) FEIJS(T). Gezocht de herkomst (vader en moeder + geb. data) van Simon (van der) Fe&(f) ge- huwd te Delft 1722 met Elisabeth Verpolpe.. Tevens van Johannes (van der) Fe&(t) gehuwd met Maria Simons, trouwdatum onbe- kend. Zij lieten een kind Abraham dopen in Delft in 1698. R. VAN DER FEIJST, Dirk Smitsstraat 38b, Rotterdam-1.

57. TEN DAM; VAN WIJCK. Alle gegevens over het echtpaar Joannis ten Dam-Gertrudis (van) Wijck en hun bei- der voorgeslacht. Zij laten 17 aug. 1719 een dochter Aleidis te Oldenzaal (Ov.), R.K.

340 dopen, daarna nog de kinderen: 16 juni 1722 Joanna Gertrudis; 8 aug. 1727 Petrus; 10 aug. 1730 Wilhelmina: 6 april 1733 Joanna. Mogelijk was Joannis ten Dam eerder gehuwd met Aleidis van Alen; van hen wordt 2 aug. 1712 een zoon Petrus te Oldenzaal R.K. gedoopt. Er waren kennelijke familie- banden met de geslachten: Kistemaker, Kuypers, Duyvelshof, Groensmit, Cock, Loo- huys, Wenninck. B. F. VAN WALLENE, Laplacestraat 26, Amsterdam. 58. a. LAST. Aldert Jansz (Last) jm. gehuwd Enkhuizen 21-3-1745 met Grietjen Bruijns, jd. b. HO(O)GEVEEN/DE WITT. Jan Hoogeveen (ook genaamd Jan Tieertzen) geb. Enkhuizen -C 1747 (doon niet gevonden), gehuwd Enkhuizen met Marijtje de Witt op 10-6-1770. Jan H. was-vader in ‘t Armen Weeshuis te Enkhuizen. c. SMULDERSPEELS. Henricus Smulders, gehuwd te Waalre 21-1-1742 met Antonia Peels. d. VAN DEELE(N), DENNE/VAN TROMP(EN). Philip Gijsbregts van Deelen, huwt te Oud-Beierland 17-9-1704 met Neeltje Corne- lisdr van Tromp(en). Philip was afkomstig uit Heeze en Leende in de Meierij van Den Bosch. Zij hebben een dochter Marijtje (Maria) Philipsdr van Deelen (ook wel van Denne genaamd), geboren O.-Beierland 6-11-1712. J. F. A.. M. BOKHOVE, Tetterodestraat 37, Haarlem. 59. DAMSTEEG (H) (Kl. (DAMSTIGT) Gevraagd kwartiergegevens ‘van Pieter Damsteeg( geb. 2 1710, gehuwd met Marigje Huibertse, uit dit huwelijk o.a. Arie Damsteeg, geb. te Groot Ammers ll-lO- 1733,huwt 23-9-1764 te Langerak Annigje Gerrits Slingeiánd. Tevens gevraagd alle ge- gevens van naamdragers. J. DAMSTEEK, 3095, Admiralengracht 142111, Amsterdam-W. 60. Ik had graag, indien mogelijk, dat u in Gens Nostra liet zetten, dat ik in het bezit ben van een volledige genealogie van het geslacht Noorde(r)graaf en Vonk Noorder- graaf. Iedereen kan - indien nodig - uittreksels van mii kriigen (1600-1963). VÓor mij zelf zag ik graag de volgende oproep geplaatst. .- ,,Contact gezocht met hen die de geslachtsnaam Oosthmder dragen of die naam tii- dens het samenstellen van een genealogie zijn tegengekomen of adressen van deze naamdragers. waar ook ter wereld”. D. A. DE KONING Dzn., Windhalmstraat 14, Papendrecht. 61. KALKHOVEN. Op 4 juli 1800 gingen te Amsterdam in ondertrouw: Willem Kalkhoven van Kuylen- burg, rooms, 22 jaar, geads. met zijn vader Caspar, en Maria Anna Hamerslag van Amsterdam. rooms. 22 iaar. aeads. met haar vader Martinus. Zii huwden te Amsterdam op 3 aug. 1800. In’ de doopboeken van de kerken in Culemburg is alleen te vinden de doop op 8 mei 1774 van Willem, zoon van Dirk en Trijntje Kotwijk. Dirk is op 22 au- gustus 1783 overleden. Naast de doopinschrijving van Willem staat de aantekening: extract hiervan afgegeven 31 juli 1800. Wie kan inlichtingen geven over de ouders van Willem. Mr. Drs. Th. P. P. KALKHOVEN, Emmaplein 8, Haarlem. 62. DE WIJS a. In mijn stamreeks komt als hoogste voorvader Govert Louyesz voor. Hij woonde in Heusden en was geh. met Heyltgien Adriaensz. Zij woonden (misschien al?) in ‘t Huis de drie Snoeken. Tijd 5 1600. Hun zoon was Reinier Godertsse de Wijs, die huwde met Mary v. Gulick en deze woonden in 1699 in de drie Snoecken. Hun zoon Gode- waert de Wijs gedoopt in Heusden 5-12-1662 werd in 15-1-1688 burger van Dor- drecht waar de stamreeks werd vervolgd tot en met mijzelf. Kan iemand mij nader inlichten over een van bovengenoemde personen! b. Geslacht HOUTGRAAF. Hendrik Houteraaf tr. Alida v. Abcoude ? 1750 te Heemskerk. Zoon Jacobus Hout- graaf, geb. Heemskerk 4 1775 sterft Dordrecht 27-7-1833, geh. met Catharina Pi(ej ged. Dordrecht 25-4-1877 (huwelijk 5-2-1803). Wie kan inlichtingen geven over deze personen van geslacht Houtgraaf. C. DE WIJS, Milletstraat 29 111, Amsterdam.

341 63. HARTOG. a. Leendert Aerts Hartog, gehuwd 6 nov. 1680 te Ilsselmonde met Sijfje Huyge Boot- sert. Leendert overleed te IJsselmonde 7 maart 1714 en Sijtje ald. 24 april 1743, beiden werden aangegeven door hun zoon Pieter. Vraag: Is Leendert dezelfde als Leendert Arendse, zoon van Aert Ariens en Niesie Jans. Zo ia. dan hierover graag meer gegevens. Is Leendért een broer van- Jacob Are&; Hartog, gehuwd met Suzanna Nüsse, en van Simon Arendse Hartog, gehuwd met Marij Henderucks van den Bern, (gehuwd 2.5 april 1682). Deze (mogëlij;ke) broers zijn alie drie geboren te Barendrechten ge- huwd en overleden te IJsselmonde. b. Pieter Hartop. zoon van Leendert is eehuwd met AaPie Pieters van der Graaf. Hu- welijk geslot& te IJsselmonde 1 maait 1722. - Vraag: Wanneer is hij geboren en overleden? In de registers van IJsselmonde is hierover niets te vinden. A. HARTOG, Jongkindstraat 20 A, Maassluis. 64. KLEIN LANDEWEER. a. Op 30-11-1820 overlijdt te Deventer Hendriena Klein Landeweer. In de overlijdens- akte wordt vermeld dat zij 66 jaar oud is en te Holten werd geboren. Aldaar werd haar doop niet gevonden. Zij huwde te Markelo, ondertr. 9-7-1784, met Jan Witzand. Wie waren haar ouders en grootouders? b. WITZAND-WOLFERINK. Op 5-4-1750 werd te Diepenheim geboren Jan Witzand, zoon van Derk en Jenneke Wolferink. Dit echtpaar liet aldaar ook dopen: 30-1-1745 Jenneke, 14-5-1747 Aaltje en 30-1-1752 Jenneke. Merkwaardigerwijze komen zij niet voor - althans niet als het echtpaar Witzand- Wolferink - in de Volkstellingregisters 1748 van Diepenheim, maar evenmin in omliggende plaatsen. Wie waren hun ouders? c. NIEUWAARD. Op 4-1-1778 trouwen te Doetinchem Jan Luessen en Johanna Nieuwaard. Dit echt- naar laat ou 1-7-1778 een dochter Geertruv dopen. OP 16-4-1792 hertrouwt aldaar {gericht) Jan Luessen, wedr. van Johanna Nieuwaard met Gijsberta C. du Val. Wie waren de ouders van Johanna Nieuwaard? d. DEMAILLE (DE MAILLY. DIMILJE)-LONS. Op 23-5-1774 trouwde te Fianeker Chiistiaan Philippus Dimilje tot Salverd, onder deze stads jurisdictie en Doedtje Classes Tuininga j.d. alhier. Op 14-10-1778 wordt ald. gedoopt hun dochter Annaetje. Het echtpaar koopt o.a. in 1782 een bakkerij. Bij aankoop van een huis en hovinge in 1793 is hij Raad in de Vroedschap van Fra- neker. In 1805 verkoopt zijn weduwe het huis. Zij wordt in 1808 als weduwe uit Franeker in Leeuwarden ingeschreven. Wie waren zijn ouders? In aanmerking zouden kunnen komen Philippus de Malje en Anna Lons die in 1738, 1739 en 1743 kinderen lieten dopen te Arnhem. Hierbij is evenwel geen Christiaan gevonden en overigens ook geen verwijzing naar Friesland. e. TEN BRUGGENCATE. Op 26-8-1736 trouwen te Almelo Gerrit ter Braake en Geesken Lamberts ten Brug- gencate. Zij overlijdt aldaar 30-12-1806. In een ms. genealogie wordt als haar ge- boortedatum vermeld: Almelo 18-1-1712. Zij zou een dochter zijn van Lambert en Johanna Hagedoorn, maar van dit echtpaar wordt als huwelijksdatum vermeld Alme- lo 7-5-1713, dus ruim een jaar ná de geboorte van Geeske. Wat is de geboortedatum resp. wie zijn de ouders van Geeske? Mr. H. WAGENVOORT, van Kijfhoeklaan 45, ‘s-Gravenhage.

De waarnemend eind-redakteur van Gens Nostra biedt bij gelegenheid van de jaarwisseling, Hoofdbestuursleden, Afdelings-besturen en Leden der N.G.V., zijn beste wensen aan voor het slagen van hun genealogische arbeid en hun persoonlijke omstandigheden. W. R.

342