<<

December 2019 | Nr 032

Dossier DE STRAAT ANDERS BEKEKEN

Varia ALEXIS DUMONT SAINT VERHAEGEN DE STRAAT GEZIEN DOOR KUNSTENAARS VAN HET EINDE

DOSSIER VAN DE 19DE EEUW KUNST IN ALLES EN KUNST VOOR IEDEREEN

CÉLINE CHÉRON KunsthIstoRICA en steDenBouwKunDIge

De elektriciteitsmast van de Lalaing, een voorbeeld van kunst in de publieke ruimte (foto van de auteur).

078 Rond het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw werd het straatbeeld in sterke mate bepaald door een grote aandacht voor de esthetisering van de stad. De aanleg van straten, hun tracé, gebouwen, aanplantingen en straatmeubilair, alles werd onderworpen aan een esthetisch onderzoek. Er werd volop geëxperimenteerd met lijnen, vormen,

NOOT DE VAN REDACTIE materialen en technieken. De straat werd ook als drager beschouwd voor kunst in het publieke domein. Ze is de plaats, de ruimte waar een voor iedereen toegankelijke kunst zich kan ontplooien. Kunst in de straat was het resultaat van decennialang experimenteren op het vlak van kunst, architectuur en stedenbouw, een periode waarin men probeerde kunst en esthetische principes te integreren in alle facetten van het dagelijkse leven.

Créer une émulation entre les artistes, en traçant une voie pratique où leurs travaux s’inspirent de l’intérêt général ; Revêtir d’une forme artistique tout ce qui se rattache à la vie publique contemporaine ; Transformer les rues en musées In Brussel bogen tal van politici, strijden die tussen 1872 en 1915 pittoresques constituant des éléments openbare besturen, burgers, archi- werden georganiseerd een stimu- variés d’éducation pour le peuple ; Rendre à l’art sa mission sociale tecten, kunstenaars en ambachtslui lans vormden voor de kwaliteit van d’autrefois, en l’appliquant à l’Idée zich over de kwestie van de verfraai- nieuwe wijken. Deze esthetische moderne dans tous les domaines régis ing van straten en publieke ruimten. beweging was toen vooral actief par les pouvoirs publics. De esthetische dimensie vormde op het vlak van architectuur, maar (Wedijver opwekken tussen kunstenaars door een praktische weg te tonen waar hun werk een wezenlijk onderdeel van bouw- meerdere artistieke verenigingen geïnspireerd wordt door het algemeen belang; programma’s, terwijl gemeentelijke besteedden eveneens aandacht Alles wat onder het hedendaagse openbare ontwikkelingsplannen en gevelwed- aan de verfraaiing van de stad. Ze leven valt, een artistieke vorm geven; De straten veranderen in pittoreske musea die een waaier aan elementen bieden voor de opvoeding van het volk. De kunst haar sociale opdracht van weleer teruggeven door ze toe te passen op het moderne idee in alle domeinen die onder de overheid ressorteren).

Motto van het tijdschrift L’Art public NR 032 - DECEMBER 2019 DECEMBER - 032 NR

Afb. 1 Beursplein omstreeks 1905-1907. L’Œuvre vond de krantenkiosken, tramhuisjes en verlichtingselementen op dit plein lelijk (verz. Belfiusbank-Académie royale de

Belgique ©ARB-urban.). BRUSSEL ERFGOED

079 De straat gezien door kunstenaars van het einde van de 19de eeuw

naar Italië en raakte daar diep onder de indruk van de schoonheid en har- monie van de steden. Elk detail was er verzorgd, van de fakkeldragers op de paleizen van Firenze en Siena, tot de vlaggenmasten en verlich- tingspalen op de Venetiaanse plei- nen. Hij ontdekte er ook technieken voor geveldecoratie zoals sgraffiti en beschilderde aardewerktegels. Dit waren voor hem allemaal voor- beelden van toegepaste kunst in de publieke ruimte. In een essay met de titel ‘L’Art régénérateur’2 pleitte hij voor een hervorming van de kunst en haar instellingen, die te veel gericht waren op de productie van salon- Afb. 2 kunst. Hij hoopte op het ontstaan van Beursplein, 1900 (© KIK-IRPA, cliché A124850) een nieuwe, meer rationele en func- tionele kunst. Deze op esthetisch en sociaal vlak ‘hernieuwde’ kunst gaf hij de naam ‘publieke kunst’.

In de Cercle des arts et de la presse die hij frequenteerde en waarvan hij ondervoorzitter was, vond Eugène Broerman medestanders. In juni 1894 vormden Théo Hannon, Julien Dillens, Jef Lambeaux, Francis Nautet en een comité dat deze ideeën moest verdedigen. Kort daarna werden ze vervoegd door Alfred Cluysenaar, Maurice Frison en Jean Robie. In de Cercle ontmoette men schilders, beeld- houwers, architecten, schrijvers en Afb. 3 advocaten. De burgemeester van L’Œuvre neemt het straatmeubilair van het Madouplein tot voorbeeld van hoe het niet moet. De kritiek gaat over het tramhuisje, de verlichtingselementen en de zogenaamde Brussel, Charles Buls, werd er tot ‘Amerikaanse’ publiciteit op de gevels. (verz. Belfiusbank-Académie royale de Belgique erevoorzitter verkozen. In decem- ©ARB-urban.brussels) ber sloten Jules De Borchgraeve, Brussels volksvertegenwoordiger, hadden namen als L’Œuvre de l’art ONTSTAAN VAN EEN en Edmond De Vigne, afgevaar- appliqué à la rue et aux objets d’uti- ARTISTIEKE VERENIGING digd door de Société Centrale d’Ar- lité publique, De kunst in het open- chitecture de Belgique, zich bij hen baar leven en L’Art dans la vie publi- Het ontstaan van Oeuvre de l’art aan. In 1895 werd de vereniging que. Ze streefden naar een artistieke appliqué à la rue et aux objets d’utilité L’Œuvre de l’art appliqué à la rue et vormgeving voor moderne objec- publique (1895 - ca.1905) paste vol- aux objets d’utilité publique opgericht ten die meestal industrieel werden ledig in de professionele loopbaan en werd Léon De Bruyn, minister geproduceerd: elektrische straat- van de schilder Eugène Broerman voor Schone Kunsten, naast Charles lantaarns, krantenkiosken, tram- (1861-1932) (afb.4). In 1881 was Buls erevoorzitter. huisjes, luifels, uithangborden, hij de allereerste laureaat van de postbussen, wegwijzers, telefoons Godecharleprijs. Met de daaraan Vanaf december 1894 kreeg de ver- of straatnaamborden1 (afb.1, 2 en 3). verbonden beurs maakte hij een reis eniging financiële steun van de

080 lijke ondernemingen noch met de industrie, die destijds nochtans sierobjecten of decorelementen voor de architectuur produceerde.

De vereniging had een hiërarchi- sche administratieve structuur met een centraal comité, lokale comi- tés in de verschillende Belgische gemeenten, een raad en meerdere werkgroepen ter ondersteuning van haar organisatie, beheer en propa- ganda. Niet alle leden van de ver- eniging waren kunstenaars; ze telde ook talrijke vertegenwoordigers van de overheid, journalisten, advocaten en industriëlen.

HET PROGRAMMA

Afb. 4 Charles Buls speelde een belang- Tekening voor het dagblad Le Petit Bleu (rubriek: ‘Nos artistes chez eux’) van Eugène Broerman aan het werk, 1895. (privéverzameling) rijke rol in het bevorderen van het streven naar stedelijke esthetica in België. In zijn boek L’Esthétique Provincie Brabant, van de Stad zondering van Eugène Broerman des villes (1893) pleitte hij voor een Brussel, de Stad Antwerpen en de maakten de kunstenaars van het stedelijk landschap dat zich aan- gemeenten Sint-Gillis, Sint-Jans- stichtend comité geen ontwerpen past aan de noden van het moderne Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node binnen het kader van L’Œuvre. De leven, maar tegelijk de lokale eigen- en Elsene. In 1895 kreeg ze subsi- inbreng van de vereniging ging het heid respecteert. Hij verdedigde het dies van de regering, van de Société eigenlijke ontwerp vooraf en haar principe van een perfecte harmonie centrale d’architecture de Belgique en belangrijkste doel was het grote tussen vorm en functie, dat zowel van de Société pour l’encouragement publiek bewust te maken van het kan worden toegepast op stads- des arts décoratifs, van de gemeen- belang van toegepaste kunst voor plannen, architectuur als industri- ten Schaarbeek, Anderlecht en de objecten in de publieke ruimte. ële producten4. Stedelijke esthetica stad Nijvel. Daarvoor organiseerde ze lezingen is een belangrijke factor voor maat- en tentoonstellingen en publiceerde schappelijke verbetering en heeft ze teksten. Ze stimuleerde creativi- een sociale en educatieve functie: EEN EIGENZINNIG PROFIEL teit door middel van wedstrijden: ze het dagelijkse contact met schoon- BINNEN HET PANORAMA koos een thema, betrok er de over- heid kan mee de harmonie tus- VAN DE ARTISTIEKE heid bij en beoordeelde de inzen- sen burgers bevorderen5 en geeft VERENIGINGEN VAN dingen. In zekere zin speelde ze een het individu de kans om zich soci- HET FIN DE SIÈCLE bemiddelende rol tussen overheid aal te verheffen. Vanuit zijn functie en ontwerpers. als burgemeester kon Buls de rol “La pensée qui préside à notre œuvre van de overheid benadrukken: het

est de faciliter et de hâter une rénova- L’Œuvre zette nooit zelf de stap naar is haar verantwoordelijkheid om de 2019 DECEMBER - 032 NR tion esthétique par un système d’en- het maken van publieke kunst. Wel verfraaiing van de stad te ontwik- couragement opportun, alimenté par gaf de vereniging de plannen van de kelen en te bevorderen. Op theore- la contribution de ceux qui, dans l’oc- bekroonde ontwerpen door aan de tisch vlak hadden de publicaties van currence, doivent être les premiers deelnemende administraties, die Charles Buls een grote invloed op bénéficiaires. L’Œuvre ne produit pas vervolgens beslisten om ze al dan de ideeën van L’Œuvre. Door te ijve- des applications d’art public, mais elle niet uit te voeren. Ze werkte even- ren voor de introductie van kunst 3 en encourage la production.” Met uit- min samen met kleine ambachte- in de openbare ruimte, volgde de BRUSSEL ERFGOED

081 De straat gezien door kunstenaars van het einde van de 19de eeuw

Afb. 5 Document ontworpen als hommage aan Charles Buls, 1895. De illustratie van Eugène Broerman diende eveneens als frontispice van het tijdschrift L’Art public: in het midden vormt Matigheid de scheiding tussen de manuele arbeider en de kunstenaar met passer en driehoek. Op de achtergrond is een panorama te zien van de Stad Brussel. Stadsarchief Brussels, Fonds Buls, dossier VIII) (© SAB)

vereniging een weg die de burge- kan trekken uit de aanwezigheid van een – kunstenaars, overheid en bur- meester al eerder was ingesla- schoonheid in de openbare ruimte. gers – moet bijdragen. Het is de taak gen6 (afb. 5). «Ce n’est donc point à Hij illustreerde dit aan de hand van van de kunst om het levenskader te ‘l’Œuvre nationale’ qu’il faut attribuer talrijke voorbeelden van objecten verfraaien en ze heeft pas zin als ze le mérite d’une résurrection de l’art en architectuur uit de Italiaanse met het oog op het algemeen belang public. [Cependant,] l’association a en Vlaamse renaissance (vlaggen- wordt toegepast in de straat door permis à toutes les bonnes volontés masten, kandelaars, uithangborden middel van objecten die nuttig zijn de se grouper; elle a éveillé la curio- en putten in smeedijzer). Hij pleitte voor het dagelijkse leven. sité des particuliers sur ces questions voor een nieuwe kunst op het vlak d’embellissement que depuis nombre van ontwerp en uitvoeringsmethode, Om de creatie van openbare kunst te d’années les autorités avaient cou- gebaseerd op wetenschap en logica: bevorderen, organiseerde L’Œuvre tume de résoudre sans discussion.»7 het ontwerp moet beantwoorden wedstrijden. Deze stonden open aan de wetten van het materiaal voor iedereen en stimuleerden een In november 1895 publiceerde L’Œuvre waaruit het vervaardigd wordt, aan gezonde wedijver; ze lieten toe de een boek met de titel L’Art appliqué à zijn milieu en zijn tijd. Harmonie krachten te bundelen en spoor- la Rue et aux Objets d’Utilité­ Publique8. en stijl vloeien voort uit een ratio- den de overheid ertoe aan om de De auteur, Eugène Broerman, ver- nele eenheid van deze elementen. productie van publieke kunstwer- dedigde vurig de openbare kunst en Hij benadrukte de sociale opdracht ken te steunen. Concreet kozen de demonstreerde hoe men voordeel van publieke kunst waaraan ieder- gemeenten de wedstrijdthema’s in

082 samenspraak met L’Œuvre en stel- den ze ook fondsen ter beschikking voor de prijzen. Het programma van de wedstrijden sloot aan bij het manifest van L’Œuvre. Het betrof een erg uiteenlopende en brede waaier aan objecten die deel uitmaken van het moderne dagelijkse leven zoals commerciële uithangborden, openbare verlichting, fonteinen, straatnaamborden, tramhuisjes, automatische kaartjesverdelers, krantenkiosken, publiciteitszuilen, muntstukken en postzegels.

DE VERWEZENLIJKINGEN

Vanaf 1896 publiceerde L’Œuvre het tijdschrift L’Art public waarmee de vereniging haar ideeën op grotere schaal kon verspreiden. Ze besprak daarin haar activiteiten en publi- ceerde er wat zij als goede voorbeel- den beschouwde van toegepaste kunst zoals affiches, uithangbor- den of vlaggen. Er verschenen arti- kelen over decoratieve geveltech- nieken zoals majolica, sgraffito en frescoschilderingen. Opmerkelijke gebouwen als het stadhuis van Oudenaarde en persoonlijkheden die ‘kunst toepassen op de straat’, zoals de architect Jean-Jacques Winders, kregen bijzondere aan- dacht. Er werd ook gewezen op het belang van groen als verfraaiings- element voor straten en pleinen. Afb. 6 Details van een gevel in de Vlaanderenstraat. (A. de Ville de Goyet © urban.brussels)

In december 1896 bracht L’Œuvre een tweede boek uit. In L’Œuvre Vlaamse renaissance. Ze vergele- postbussen in de Brusselse stra- Nationale de l’Art appliqué à la rue. ken ook zogenaamde ‘Amerikaanse’ ten en publiceerden enkele mooie Au public! werden de resultaten van reclameborden, die op gevels wer- gevels met bewerkte natuursteen op de eerste wedstrijd gepubliceerd, den geschilderd, met de smeedij- de benedenverdieping en gebeeld- de doelstellingen van de vereniging zeren en gesculpteerde uithang- houwde borstweringen van gebou-

verduidelijkt en haar argumenten borden van de gildehuizen op de wen in de Vlaanderenstraat en op de 2019 DECEMBER - 032 NR pro publieke kunst op punt gesteld. Grote Markt. Ze plaatsten de fontei- Kiekenmarkt (afb. 6). Om de noodzaak van een artistieke nen en drinkplaatsen, de lantaarns dimensie voor straatobjecten aan te en straatverlichting van de hoofd- De vereniging organiseerde of nam tonen, vergeleken de auteurs beel- stad tegenover die van Firenze. Ze deel aan verschillende tentoon- den van sobere elementen van het betreurden de banaliteit en lelijk- stellingen, met als belangrijkste eigentijdse Brussel met de rijke- heid van krantenkiosken, wijzer- een tentoonstelling naar aanleiding

lijke decoraties van de Italiaanse en platen van elektrische horloges en van de wereldtentoonstelling van BRUSSEL ERFGOED

083 De straat gezien door kunstenaars van het einde van de 19de eeuw

Magdalenasteenweg, de Grasmarkt en de Kiekenmarkt (afb. 8a, 8b), een andere voor uithangborden, drie wedstrijden voor publiciteit- saffiches (afb. 9), een wedstrijd voor straatverlichting (afb. 10) en een laatste voor een postzegel naar aanleiding van de wereldten- toonstelling van 1897. De ontwer- pen refereerden aan verschillende stijlen, meestal uit het verleden: 18de-eeuws siersmeedwerk in Lodewijk XVI, rocaillestijl, neoclas- sicisme, neorenaissance en neo­ gotiek, naast enkele ontwerpen met de curvilineaire ‘zweepslaglijnen’ van de art nouveau. De kwaliteit Afb. 7 van de voorstellen was ook bijzon- De stand van L’Œuvre de l’art appliqué à la rue et aux objets d’utilité publique op de der wisselend – gaande van middel- Wereldtentoonstelling van Brussel van 1897, in Premier Congrès International de l’Art Public, Brussel, 24-29 september 1898, p. 172. (© urban.brussels). matige tot bijzonder geslaagde ont- werpen van bekende ambachtslui of kunstenaars zoals de kunstsme- Brussel in 1897, waar ze ruimte ter andere congressen – het eerste den Louis Van Boeckel en Prosper beschikking kreeg in de afdeling naar aanleiding van de wereldten- Schrijvers en de afficheontwerpers toegepaste kunsten (afb. 7). Daar toonstelling van Parijs (1900) en een Léon Mignon, Médard Tytgat en toonde ze een retrospectief gedeelte tweede naar aanleiding van die van Privat Livemont. met kunst voor de openbare ruimte Luik (1905). uit het verleden en een eigentijds gedeelte met documenten, foto’s en Op het einde van het derde congres DE RECEPTIE VAN L’ŒUVRE levensgrote modellen van in haar werd een Institut international d’art wedstrijden bekroonde ontwerpen. public opgericht10, waarvan de maat- “L’idée de l’art appliqué à la rue est Er waren veel ontwerpen in smee- schappelijke zetel zich in Brussel bonne, tout y est à faire.”11 “On le voit, dijzer te zien, onder meer het uit- bevond. Met de oprichting van het l’Œuvre est belle et digne de tous les hangbord met een draak van sier- Institut verdween de naam Oeuvre encouragements. Elle est du reste tel- smid Louis Van Boeckel, en ook de l’art appliqué à la rue et aux objets lement dans les vœux de tout ce qui, en gipsen bas-reliëfs en decoratieve d’utilité publique. Er werd een nieuw Belgique, a à cœur notre vieux renom friezen. tijdschrift – opnieuw met de naam artistique, que rien […] ne l’empêchera L’Art public – opgericht, waarin de de triompher. [...] lorsqu’un mouve- Tussen 1898 en 1905 concentreerde handelingen van de verschillende ment est dans l’air comme celui-là, il L’Œuvre zich volledig op de theorie congressen werden gepubliceerd. doit triompher. Et il triomphera.”12 en werd de blik op het buitenland Er verschenen acht nummers, tot gericht. In september 1898 orga- in 1909. In 1910 organiseerde het Van bij de oprichting werd L’Œuvre niseerde de vereniging het eerste Institut een vierde en laatste con- erg goed onthaald. Kunsttijdschriften internationaal congres voor publieke gres in Brussel. en de pers voor het brede publiek kunst in Brussel. Deelnemers waren schreven enthousiast over het pro- onder meer politiek of administra- gramma. Dit succes was echter tief verantwoordelijken, schrijvers, DE WEDSTRIJDEN van korte duur. Een artikel in L’A r t kunstenaars en artistieke vereni- moderne van 189513 betreurde de gingen uit diverse landen9. Er waren L’Œuvre organiseerde verschil- slechte kwaliteit van de bekroonde belangrijke internationale persoon- lende wedstrijden voor het ont- ontwerpen van de eerste wedstrijd lijkheden aanwezig, zoals Walter werp van voorwerpen die aansloten voor uithangborden. Volgens het Crane en Joseph Stübben. De ver- bij het moderne leven: een wed- blad beantwoordden deze niet aan eniging organiseerde nog twee strijd voor uithangborden voor de de principes van logica, rationaliteit­

084 Afb. 8a Afb.8b Huis Roupcinsky (Estaminet à la Rose), Grasmarkt 97. Bekroond uithangbord bij de Estaminet à la Rose, 1944. (© KIK-IRPA wedstrijd voor uithangborden van 1895 voor de handelshuizen van de Hofberg, Grasmarkt cliché A02978). en Magdalenasteenweg. Een ander bekroond uithangbord is nog altijd te zien in de Magdalenasteenweg 35. (A. de Ville de Goyet © urban.brussels)

en aanpassing aan de functie die in het manifest worden verdedigd. Andere tijdschriften als L’Emulation sloten zich daarbij aan. Alleen enkele intellectuelen zoals de kunsthisto- ricus Fierens Gevaert en het tijd- schrift La Fédération artistique bleven enthousiast.

In 1896 werd de kritiek scherper. Paul Hankar, die vanaf het eer- ste uur de ideeën van de vereni- ging verdedigde, was teleurgesteld Afb. 9 door haar organisatie en de resul- Affiche van Willem Bataille (1867-1933) taten van de eerste wedstrijd en hij bekroond bij een wedstrijd voor een affiche die de activiteiten aankondigt stuurde een brief naar een zestig- van L’Œuvre de l’art appliqué à la rue et tal kunstenaars. Hij vroeg hen om aux objets d’utilité publique. Persoonlijke documentatie van Marie-Laurence zich uit te spreken over de koers van Bernard (Ma maison de papier). L’Œuvre, over haar organisatie, haar manier om de creativiteit te bevor-

deren en haar invloed op de kunst. 2019 DECEMBER - 032 NR Kunstenaars van allerlei strekkin- gen en bewegingen beantwoordden zijn oproep. De bekendste waren Afb. 10 Henry van de Velde, Georges Hobé, Frietz Meyer, ontwerp van een lantaarnpaal voor het Rogierplein. Gustave Serrurier-Bovy, Fernand Bekroond ontwerp bij de wedstrijd Khnopff, Max Delville en Emile voor openbare verlichting van 1897, gepubliceerd L’Art appliqué,

Verhaeren. Hun antwoorden wer- nr. 12, 1897, plaat 50. (© KBR) BRUSSEL ERFGOED

085 De straat gezien door kunstenaars van het einde van de 19de eeuw

den gepubliceerd in het tijdschrift KUNST IN DE STRAAT: moet gericht zijn, dat er scholen La Ligue artistique14 onder de titel UITDAGINGEN EN moeten komen voor architectuur en ‘Référendum’. Andere tijdschriften MOEILIJKHEDEN toegepaste kunsten en lessen om als Le Peuple, L’Art moderne of La academische vorming te geven aan Jeune Belgique reageerden op het Uit de antwoorden op het ‘referen- ambachtslui en arbeiders. referendum en publiceerden hun dum’ kunnen we ook afleiden hoe mening over de kwestie. kunstenaars hun rol in de bewe- Op haar beurt benadrukte L’Œuvre ging voor kunst in de straat percipi- dat er ondanks haar inspanningen Uit de analyse van de antwoor- eerden. Ze tonen de moeilijkheden problemen waren om een ambach- den blijkt dat bijna alle respon- waarmee ze werden geconfronteerd telijke benadering en het industriële­ denten gewonnen waren voor het en de vragen die ze zich stelden. Wie karakter van objecten voor de open- door L’Œuvre gepropageerde idee gaat de verantwoordelijkheid op zich bare ruimte met elkaar te ver- om gevels en straatelementen een nemen voor dit nieuwe domein dat zoenen. Na een lezing over artis- artistiek karakter te geven. Maar tegelijk specifieke technische kennis tieke straatverlichting door Eugène velen veroordeelden de manier en een artistiek oog vergt? Wat is de Broerman schrijft Le Journal de van werken van de vereniging. Ze plaats en de rol van de kunstenaar, Bruxelles: “[…] comment s’y pren- hadden problemen met de manier de architect, de ambachtsman en de dra-t-on, avec les charges énormes waarop L’Œuvre georganiseerd was arbeider en hoe moeten hun respec- qui pèsent sur nos administrations en met haar werking, die te weinig tieve interventies worden omschre- publiques, pour doter une grande voeling had met de wereld van de ven? “C’est une tâche importante qui ville dont l’éclairage nécessite dix artistieke creatie. L’Œuvre wekte exige le concours des architectes, mille réverbères, de dix mille réver- ook de indruk het idee van publieke sculpteurs et peintres de talents. […]. bères qui soient beaux, ce qui exclut, kunst te monopoliseren: ze had wei- Les grands artistes doivent être les remarquons-le, la répartition infinie, nig oog voor recente evoluties en artisans de cette rénovation.”16 “C’est bientôt fastidieuse du même type?”18 het werk van collega’s op het vlak [leur] rôle de redresser le goût des Toen de vereniging haar mening van decoratieve kunst en architec- industriels et des ingénieurs.”17 werd gevraagd over de plannen voor tuur. “[Eugène Broerman] ne paraît een tramlijn op de Centrale laan (de pas s’être aperçu de l’effort, déjà très De verwezenlijking van publieke huidige Anspachlaan), droomde ze productif, de nos artistes, architectes, kunst vergt de competentie van van de verfraaiing van tramhaltes, peintres et sculpteurs. Il a un peu l’air verschillende actoren. Om functio- wagons en elektriciteitspalen. Deze de croire que l’art ne commencera à nele objecten een artistiek karak- laatste zouden mooie en gevari- être appliqué à l’industrie qu’à partir ter te geven, zijn de competenties eerde kunstwerken moeten zijn, die du 5 janvier de l’an de grâce 1895.”15 nodig van zowel architecten als nuttig gecombineerd worden met de ingenieurs, ambachtslui en arbei- elektrische verlichting, horloges en Er waren ook meer impliciete rede- ders. Volgens de deelnemers aan wegwijzers. Maar L’Œuvre weet niet nen voor de afkeer van kunstenaars het referendum is de belangrijk- wat te doen met de lelijke kabels, die voor de vereniging, zoals de eigen- ste rol weggelegd voor architecten onmogelijk te verfraaien zijn en een zinnige persoonlijkheid van Eugène en kunstenaars. Een vaak weer­ grote impact hebben op het aspect Broerman, die bijzonder veel kri- kerend standpunt is dat de archi- van de lanen19. tiek had op beoefenaars van de tect de belangrijkste schakel is in schone kunsten; het wedstrijdprin- het productieproces: hij ontwerpt cipe dat niet iedereen zinde omdat de modellen en vertrouwt de uitvoe- CONCLUSIE het bekende en onbekende kun- ring toe aan beeldhouwers, schil- stenaars met elkaar in concur- ders, ambachtslui en arbeiders. Hoewel L’Œuvre geen grote verwe- rentie bracht, wat soms tot onge- Het ontwerp wordt duidelijk onder- zenlijkingen heeft nagelaten, heeft makkelijke situaties kon leiden; het scheiden van de uitvoering. Vandaar de vereniging niettemin een stempel onbehaaglijke gevoel voor kunste- de nood aan samenwerking tussen gedrukt op haar tijd door de kwestie naars om door andere kunstenaars de verschillende actoren en aan van toegepaste kunst voor de straat te worden beoordeeld; het feit dat een degelijke opleiding in de toege- onder de aandacht te brengen van de organisatie van de wedstrijden paste kunsten voor alle betrokke- een groot publiek en kunstenaars overheidssubsidies monopoliseerde nen. Dat impliceert dat het onder- ertoe aan te zetten om zich een en een concurrentie vormde voor wijs van industriële en decoratieve mening te vormen over dit nieuwe overheidsopdrachten. kunsten veel meer op de praktijk creatieve domein. Hoewel L’Œuvre

086 moderne ideeën propageerde, Nederland, Hongarije, Luxemburg, THE STREET AS SEEN BY slaagde het er niet in om zich los te Zweden en België. THE ARTISTS OF THE LATE maken van een traditionele artis- 10. Over de oprichting van het Institut 19TH CENTURY international d’art public, zie: tieke visie en van de idee dat variatie Troisième Congrès International de Art in everything, Art for all een belangrijk element van schoon- l’Art Public, Luik, 15-21 september heid is. Deze ambachtelijke bena- 1905, pp. 34-40. At the turn of the 19th and 20th dering was moeilijk te verzoenen 11. Het idee van kunst toegepast op de centuries, the streets were straat is goed, alles moet er nog met de explosieve uitbreiding van de profoundly marked by a general gebeuren. SERRURIER-BOVY,G., stad, waarvoor straatmeubilair in in: La Ligue Artistique, 17 mei 1896. movement to render cities more grote getale nodig was, en met het 12. “Men ziet het, L’Œuvre is mooi en aesthetically pleasing. The almaar meer uitgesproken industri- onze aanmoediging waardig. Het streets were considered a means ële karakter van het fin de siècle. sluit trouwens zo goed aan bij de or medium to bring art into wensen van al diegenen die in België onze oude artistieke faam ter harte the public domain. The streets Vertaald uit het Frans nemen, dat niets […] het zal beletten were a place where art that was om te triomferen. […] wanneer een accessible and useful to all could beweging als deze in de lucht zit, moet ze triomferen. Ze zal triomferen.” find expression. In Brussels, NOTEN HANKAR, P., ‘L’Art dans la rue’, in: this vision was supported by L’Emulation, nr. 1, januari 1895, kol. 4. numerous policies, public 1. Deze bijdrage is gebaseerd het 13. Anoniem, ‘En voulez-vous des … authorities, citizens, architects, eindwerk, CHERON, C., L’Œuvre de l’art enseignes?’, in: L’Art moderne, nr. appliqué à la rue et aux objets d’utilité 32, 11 augustus 1985, pp. 249-251. artists and craftspeople. Several publique, mastercriptie voorgesteld artistic associations took an aan de ULB, 2006-2007. 14. La Ligue Artistique, van maart tot juli 1896. interest in urban objects in 2. BROERMAN, E., ‘L’art régénérateur’, particular, the Œuvre de l’art in: La Fédération artistique, nr. 2 - nr. 15. “[Eugène Broerman] lijkt niets 5, 6-20 november 1892, pp. 15-16; pp. te hebben gemerkt van de erg appliqué à la rue et aux objets 27-29; pp. 39-41; pp. 51-52. productieve inspanningen van d’utilité publique being one of onze kunstenaars, architecten, 3. Het idee dat aan ons werk ten schilders en beeldhouwers. Hij them. By means of competitions, grondslag ligt is het faciliteren en lijkt te denken dat kunst pas in de exhibitions and publications, this het bevorderen van een esthetische industrie werd geïntroduceerd association contributed to the vernieuwing door middel van een vanaf 5 januari van het jaar Onzes doelgericht aanmoedigingssysteem, Heren, 1895.” HANKAR, P., op. cit. promotion of art applied to the gevoed door de bijdrage van diegenen streets to a wide audience and by 16. “Het is een belangrijke taak die de die in dit geval de eerste begunstigden inviting artists to adopt a position moeten zijn. Onze vereniging medewerking vergt van talentrijke produceert geen toepassingen van architecten, beeldhouwers en on this new area for creation. publieke kunst, maar moedigt de schilders […] Deze vernieuwing productie ervan aan. BROERMAN, E., vergt de inzet van grote ‘Œuvre d’encouragement’, in: L’Art kunstenaars.” FIERENS GEVAERT, public, 20 november 1896, nr. 13. H., op. cit., p. 426. 4. SMETS, M., Charles Buls. Les principes de 17. “Het is hun taak om industriëlen l’art urbain, Mardaga, Luik,1995, p. 130. en ingenieurs goede smaak bij te brengen.” Ibid., p. 428. 5. Ibid., p. 229. 18. “Hoe gaat men de enorme 6. Ibid, p.130. taak op zich nemen die op de 7. De heropstanding van publieke schouders van onze openbare kunst is dus niet de verdienste van besturen rust, om een grote stad “L’Œuvre nationale». [Niettemin] waarvan de verlichting tienduizend zorgde de vereniging voor een lantaarnpalen vergt, tienduizend bundeling van de krachten; ze wekte lantaarnpalen te geven die mooi de nieuwsgierigheid van particulieren zijn, wat trouwens uitsluit dat ze voor deze verfraaiingskwesties die allemaal van hetzelfde type zijn sinds jaren zonder enige dialoog om saaie herhaling te vermijden.” eigenmachtig door de overheid werden Citaat hernomen in: LETTENS, H., 2019 DECEMBER - 032 NR opgelost. FIERENS GEVAERT, H., ‘L’Art ‘Sculpture et lumière électrique à e Public’, in: Revue de , 15 november la fin du 19 siècle’, in: Les Cahiers 1897, p. 439. de la Fonderie, december 1997, nr. 23 (Les Lumières dans la ville), p. 23. 8. BROERMAN, E., L’Art appliqué à la Rue et aux Objets d’Utilité Publique, 19. BROERMAN, E., ‘A propos d’un Castaigne, Brussel, 1895. projet d’ingénieurs’, in: L’Art public, 6 maart 1898, nr. 11. 9. De Verenigde Staten van Amerika,

Frankrijk, Groot-Brittannië, BRUSSEL ERFGOED

087 COLOFON ERFGOED BRUSSEL REEDS VERSCHENEN

REDACTIECOMITÉ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER 001 - November 2011 Stéphane Demeter, Paula Dumont, Bety Waknine, directeur-generaal, Terug naar school Murielle Lesecque, Griet Meyfroots, urban.brussels (Gewestelijke 002 - Juni 2012 Valérie Orban, Cecilia Paredes, Overheidsdienst Brussel De Hallepoort Brigitte Vander Brugghen Stedenbouw en Erfgoed) 003-004 - September 2012 Kunstberg 10-13, Brussel EINDREDACTIE NEDERLANDS De kunst van het bouwen Paula Dumont De artikelen zijn gepubliceerd 005 - December 2012 Hôtel Dewez EINDREDACTIE FRANS onder de verantwoordelijkheid Stéphane Demeter van de auteurs. Alle rechten voor Extra nummer 2013 het reproduceren, vertalen of Het erfgoed schrijft onze geschiedenis REDACTIESECRETARIAAT herwerken zijn voorbehouden. 006-007 - September 2013 Stéphane Demeter CONTACT Brussel, m’as-tu vu ? COÖRDINATIE DOSSIER Urban.brussels 008 - November 2013 Cecilia Paredes en Christophe Loir (ULB) Kunstberg 10-13, 1000 Brussel Industriële architectuur www.erfgoed.brussels 009 - December 2013 COÖRDINATIE ICONOGRAFIE [email protected] Cecilia Paredes Parken en tuinen HERKOMST VAN DE FOTO’S 010 - April 2014 AUTEURS/ REDACTIONELE Mochten er ondanks onze inspanningen Jean-Baptiste Dewin MEDEWERKING om alle reproductierechten te Marion Alecian, Aurélie Autenne, 011-012- September 2014 betalen toch nog gerechtigden zijn Geschiedenis en herinnering Céline Chéron, Paula Cordeiro, die niet gecontacteerd werden, dan Françoise Cordier Marie Demanet, worden zij verzocht zich kenbaar 013- December 2014 Quentin Demeure, Thibaut Jossart, te maken bij Urban.brussels Cultusgebouwen Harry Lelièvre Isabelle Leroy, Murielle 014- April 2015 Lesecque, Christophe Loir, Griet LIJST MET AFKORTINGEN Zoniënwoud Meyfroots, Marc Meganck, Sylvieanne AOE - Archief Onroerend Modrie, Muriel Muret, Cecilia Paredes, Erfgoed 015-016 - September 2015 Thomas Schlesser, Christian Spapens, ARAU – Atelier de Recherches Ateliers, fabrieken en kantoren Francis Tourneur, Tom Verhofstadt. et d’Action Urbaines 017 - December 2015 CIDEP Centre d’information, de Stadsarcheologie NALEZING documentation et d’étude du patrimoine Koenraad Raeymaekers, Wim Kenis, 018 - April 2016 ERU asbl Centre d’Études et de De Gemeentehuizen Coralie Smets, Tom Verhofstadt en de Recherches Urbanistiques leden van het redactiecomité F.R.S. - FNRS – Fonds de la 019-020 - September 2016 Stijlen gerecycleerd VERTALING recherche Scientifique Gitracom, Hilde Pauwels, Erik Tack, KBR Koninklijke Bibliotheek 021 - December 2016 Ubiqus NV/SA – Bibliothèque royale Victor Besme KIK-IRPA – Koninklijk Instituut voor 022 - April 2017 VORMGEVING het Kunstpatrimonium / Institut Art nouveau Polygraph’ royal du Patrimoine artistique MSB - Museum van de Stad Brussel 023-024 - September 2017 ONTWERPER VAN DE MAQUETTE PMW asbl -Pierres et Natuur in de stad The Crew communication nv Marbres de Wallonie 025 - December 2017 DRUK RTC - Royal Trust Collection Conservatie op de steigers SAB – Stadsarchief Brussel Graphius Brussels 026-027 - April 2018 Kunstenaarsateliers VERSPREIDING EN ISSN ABONNEMENTENBEHEER 2034-5771 028 - September 2018 Het Erfgoed, dat zijn wij! Cindy De Brandt, WETTELIJK DEPOT Brigitte Vander Brugghen D/2019/6860/019 Extra nummer - 2018 [email protected] De restauratie van een uitzonderlijk decor BEDANKINGEN Cette revue paraît également en Français sous le titre 029 - December 2018 Martin van Berkel, Frédéric Hoebeeck, Historische Interieurs Frank Scheelings, Thomas Schlesser, Bruxelles Patrimoines. het team van het Documentatiecentrum 030 – April 2019 urban.brussels Beton 031 – September 2019 Een plaats voor kunst urban.brussels zet resoluut in op de kennismaatschappij en wil met zijn publiek een moment van introspectie en expertise delen over de stedelijke thema’s van vandaag. De pagina’s van Erfgoed Brussel bieden het stedelijk erfgoed in al zijn diversiteit een forum voor open en pluralistische reflectie. De straat anders bekeken is de gelegenheid om de coherentie van de opdrachten van urban. brussels over het fundamentele stedelijke object dat de straat is te bevragen en de geïntegreerde aanpak van zijn acties in het Brusselse landschap duidelijk zichtbaar te maken.

Bety Waknine, Directeur-generaal

15 €

ISBN 978-2-87584-184-1 9 782875841841