Dossier DE STRAAT ANDERS BEKEKEN
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
December 2019 | Nr 032 Dossier DE STRAAT ANDERS BEKEKEN Varia ALEXIS DUMONT SAINTVERHAEGEN DE STRAAT GEZIEN DOOR KUNSTENAARS VAN HET EINDE DOSSIER VAN DE 19DE EEUW KUNST IN ALLES EN KUNST VOOR IEDEREEN CÉLINE CHÉRON KUNSTHISTORICA EN STEDENBOUWKUNDIGE De elektriciteitsmast van de Lalaing, een voorbeeld van kunst in de publieke ruimte (foto van de auteur). 078 Rond het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw werd het straatbeeld in sterke mate bepaald door een grote aandacht voor de esthetisering van de stad. De aanleg van straten, hun tracé, gebouwen, aanplantingen en straatmeubilair, alles werd onderworpen aan een esthetisch onderzoek. Er werd volop geëxperimenteerd met lijnen, vormen, NOOT DE VAN REDACTIE materialen en technieken. De straat werd ook als drager beschouwd voor kunst in het publieke domein. Ze is de plaats, de ruimte waar een voor iedereen toegankelijke kunst zich kan ontplooien. Kunst in de straat was het resultaat van decennialang experimenteren op het vlak van kunst, architectuur en stedenbouw, een periode waarin men probeerde kunst en esthetische principes te integreren in alle facetten van het dagelijkse leven. Créer une émulation entre les artistes, en traçant une voie pratique où leurs travaux s’inspirent de l’intérêt général ; Revêtir d’une forme artistique tout ce qui se rattache à la vie publique contemporaine ; Transformer les rues en musées In Brussel bogen tal van politici, strijden die tussen 1872 en 1915 pittoresques constituant des éléments openbare besturen, burgers, archi- werden georganiseerd een stimu- variés d’éducation pour le peuple ; Rendre à l’art sa mission sociale tecten, kunstenaars en ambachtslui lans vormden voor de kwaliteit van d’autrefois, en l’appliquant à l’Idée zich over de kwestie van de verfraai- nieuwe wijken. Deze esthetische moderne dans tous les domaines régis ing van straten en publieke ruimten. beweging was toen vooral actief par les pouvoirs publics. De esthetische dimensie vormde op het vlak van architectuur, maar (Wedijver opwekken tussen kunstenaars door een praktische weg te tonen waar hun werk een wezenlijk onderdeel van bouw- meerdere artistieke verenigingen geïnspireerd wordt door het algemeen belang; programma’s, terwijl gemeentelijke besteedden eveneens aandacht Alles wat onder het hedendaagse openbare ontwikkelingsplannen en gevelwed- aan de verfraaiing van de stad. Ze leven valt, een artistieke vorm geven; De straten veranderen in pittoreske musea die een waaier aan elementen bieden voor de opvoeding van het volk. De kunst haar sociale opdracht van weleer teruggeven door ze toe te passen op het moderne idee in alle domeinen die onder de overheid ressorteren). Motto van het tijdschrift L’Art public NR 032 - DECEMBER 2019 DECEMBER - 032 NR Afb. 1 Beursplein omstreeks 1905-1907. L’Œuvre vond de krantenkiosken, tramhuisjes en verlichtingselementen op dit plein lelijk (verz. Belfiusbank-Académie royale de Belgique ©ARB-urban.brussels). BRUSSEL ERFGOED 079 DE STraaT GEZIEN DOOR KUNSTENaarS VAN HET EINDE VAN DE 19DE EEUW naar Italië en raakte daar diep onder de indruk van de schoonheid en har- monie van de steden. Elk detail was er verzorgd, van de fakkeldragers op de paleizen van Firenze en Siena, tot de vlaggenmasten en verlich- tingspalen op de Venetiaanse plei- nen. Hij ontdekte er ook technieken voor geveldecoratie zoals sgraffiti en beschilderde aardewerktegels. Dit waren voor hem allemaal voor- beelden van toegepaste kunst in de publieke ruimte. In een essay met de titel ‘L’Art régénérateur’2 pleitte hij voor een hervorming van de kunst en haar instellingen, die te veel gericht waren op de productie van salon- Afb. 2 kunst. Hij hoopte op het ontstaan van Beursplein, 1900 (© KIK-IRPA, cliché A124850) een nieuwe, meer rationele en func- tionele kunst. Deze op esthetisch en sociaal vlak ‘hernieuwde’ kunst gaf hij de naam ‘publieke kunst’. In de Cercle des arts et de la presse die hij frequenteerde en waarvan hij ondervoorzitter was, vond Eugène Broerman medestanders. In juni 1894 vormden Théo Hannon, Julien Dillens, Jef Lambeaux, Francis Nautet en Victor Horta een comité dat deze ideeën moest verdedigen. Kort daarna werden ze vervoegd door Alfred Cluysenaar, Maurice Frison en Jean Robie. In de Cercle ontmoette men schilders, beeld- houwers, architecten, schrijvers en Afb. 3 advocaten. De burgemeester van L’Œuvre neemt het straatmeubilair van het Madouplein tot voorbeeld van hoe het niet moet. De kritiek gaat over het tramhuisje, de verlichtingselementen en de zogenaamde Brussel, Charles Buls, werd er tot ‘Amerikaanse’ publiciteit op de gevels. (verz. Belfiusbank-Académie royale de Belgique erevoorzitter verkozen. In decem- ©ARB-urban.brussels) ber sloten Jules De Borchgraeve, Brussels volksvertegenwoordiger, hadden namen als L’Œuvre de l’art ONTSTAAN VAN EEN en Edmond De Vigne, afgevaar- appliqué à la rue et aux objets d’uti- ARTISTIEKE VERENIGING digd door de Société Centrale d’Ar- lité publique, De kunst in het open- chitecture de Belgique, zich bij hen baar leven en L’Art dans la vie publi- Het ontstaan van Oeuvre de l’art aan. In 1895 werd de vereniging que. Ze streefden naar een artistieke appliqué à la rue et aux objets d’utilité L’Œuvre de l’art appliqué à la rue et vormgeving voor moderne objec- publique (1895 - ca.1905) paste vol- aux objets d’utilité publique opgericht ten die meestal industrieel werden ledig in de professionele loopbaan en werd Léon De Bruyn, minister geproduceerd: elektrische straat- van de schilder Eugène Broerman voor Schone Kunsten, naast Charles lantaarns, krantenkiosken, tram- (1861-1932) (afb.4). In 1881 was Buls erevoorzitter. huisjes, luifels, uithangborden, hij de allereerste laureaat van de postbussen, wegwijzers, telefoons Godecharleprijs. Met de daaraan Vanaf december 1894 kreeg de ver- of straatnaamborden1 (afb.1, 2 en 3). verbonden beurs maakte hij een reis eniging financiële steun van de 080 lijke ondernemingen noch met de industrie, die destijds nochtans sierobjecten of decorelementen voor de architectuur produceerde. De vereniging had een hiërarchi- sche administratieve structuur met een centraal comité, lokale comi- tés in de verschillende Belgische gemeenten, een raad en meerdere werkgroepen ter ondersteuning van haar organisatie, beheer en propa- ganda. Niet alle leden van de ver- eniging waren kunstenaars; ze telde ook talrijke vertegenwoordigers van de overheid, journalisten, advocaten en industriëlen. HET PROGRAMMA Afb. 4 Charles Buls speelde een belang- Tekening voor het dagblad Le Petit Bleu (rubriek: ‘Nos artistes chez eux’) van Eugène Broerman aan het werk, 1895. (privéverzameling) rijke rol in het bevorderen van het streven naar stedelijke esthetica in België. In zijn boek L’Esthétique Provincie Brabant, van de Stad zondering van Eugène Broerman des villes (1893) pleitte hij voor een Brussel, de Stad Antwerpen en de maakten de kunstenaars van het stedelijk landschap dat zich aan- gemeenten Sint-Gillis, Sint-Jans- stichtend comité geen ontwerpen past aan de noden van het moderne Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node binnen het kader van L’Œuvre. De leven, maar tegelijk de lokale eigen- en Elsene. In 1895 kreeg ze subsi- inbreng van de vereniging ging het heid respecteert. Hij verdedigde het dies van de regering, van de Société eigenlijke ontwerp vooraf en haar principe van een perfecte harmonie centrale d’architecture de Belgique en belangrijkste doel was het grote tussen vorm en functie, dat zowel van de Société pour l’encouragement publiek bewust te maken van het kan worden toegepast op stads- des arts décoratifs, van de gemeen- belang van toegepaste kunst voor plannen, architectuur als industri- ten Schaarbeek, Anderlecht en de objecten in de publieke ruimte. ele producten4. Stedelijke esthetica stad Nijvel. Daarvoor organiseerde ze lezingen is een belangrijke factor voor maat- en tentoonstellingen en publiceerde schappelijke verbetering en heeft ze teksten. Ze stimuleerde creativi- een sociale en educatieve functie: EEN EIGENZINNIG PROFIEL teit door middel van wedstrijden: ze het dagelijkse contact met schoon- BINNEN HET PANORAMA koos een thema, betrok er de over- heid kan mee de harmonie tus- VAN DE ARTISTIEKE heid bij en beoordeelde de inzen- sen burgers bevorderen5 en geeft VERENIGINGEN VAN dingen. In zekere zin speelde ze een het individu de kans om zich soci- HET FIN DE SIÈCLE bemiddelende rol tussen overheid aal te verheffen. Vanuit zijn functie en ontwerpers. als burgemeester kon Buls de rol “La pensée qui préside à notre œuvre van de overheid benadrukken: het est de faciliter et de hâter une rénova- L’Œuvre zette nooit zelf de stap naar is haar verantwoordelijkheid om de 2019 DECEMBER - 032 NR tion esthétique par un système d’en- het maken van publieke kunst. Wel verfraaiing van de stad te ontwik- couragement opportun, alimenté par gaf de vereniging de plannen van de kelen en te bevorderen. Op theore- la contribution de ceux qui, dans l’oc- bekroonde ontwerpen door aan de tisch vlak hadden de publicaties van currence, doivent être les premiers deelnemende administraties, die Charles Buls een grote invloed op bénéficiaires. L’Œuvre ne produit pas vervolgens beslisten om ze al dan de ideeën van L’Œuvre. Door te ijve- des applications d’art public, mais elle niet uit te voeren. Ze werkte even- ren voor de introductie van kunst 3 en encourage la production.” Met uit- min samen met kleine ambachte- in de openbare ruimte, volgde de BRUSSEL ERFGOED 081 DE STraaT GEZIEN DOOR KUNSTENaarS VAN HET EINDE VAN DE 19DE EEUW Afb. 5 Document ontworpen als hommage aan Charles Buls, 1895. De illustratie van Eugène Broerman diende eveneens als frontispice van het tijdschrift L’Art public: in het midden vormt Matigheid de scheiding tussen de manuele arbeider en de kunstenaar met passer en driehoek. Op de achtergrond is een panorama te zien van de Stad Brussel. Stadsarchief Brussels, Fonds Buls, dossier VIII) (© SAB) vereniging een weg die de burge- kan trekken uit de aanwezigheid van een – kunstenaars, overheid en bur- meester al eerder was ingesla- schoonheid in de openbare ruimte. gers – moet bijdragen. Het is de taak gen6 (afb.