Toerbeurtrijstbouw : Individuele En Collectieve Rechten in De Landbouw
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Toerbeurtrijstbouw Promotor: Prof. dr. Franz von Benda-Beckmann Hoogleraar recht, meer in het bijzonder van het agrarisch recht van de niet-westerse gebieden Wageningen Universiteit / Max-Planck-Institut, Halle/Saale, DE Promotiecommissie: Prof. dr. ir. Han van Dijk Wageningen Universiteit Prof. dr. Frans Hüsken Radboud Universiteit Nijmegen Prof. dr. Leontine Visser Wageningen Universiteit Prof. dr. Bill Watson University of Kent at Canterbury, UK Dit onderzoek is uitgevoerd binnen de onderzoeksschool CERES John van de Ven Toerbeurtrijstbouw Individuele en collectieve rechten in de landbouw van Kerinci in Sumatra, Indonesië Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor op gezag van de rector magnificus van Wageningen Universiteit, prof. dr. M. J. Kropff, in het openbaar te verdedigen op vrijdag 15 september 2006 des namiddags te vier uur in de Aula. ISBN 90 8504 472 3 (Wageningen Universiteit) Inhoudsopgave Voorwoord i H1 Inleiding 1 Gezamenlijk erfgoed en gemeenschappelijk bezit 1 Bezit 3 Mondialisering 6 Rechtenbundels 7 Het beheer, bezit en gebruik van grond 9 Rechtspluralisme 10 Agrarische veranderingsprocessen 12 Sociale zekerheid en bestaansverwerving 15 Toerbeurtrijstbouw 18 Lokaal natuurbeheer en `common property’ 21 Veldonderzoek 22 Hoofdstukindeling 23 H2 Kerinci: verwantschap en dorpsgemeenschap 25 Kerinci 25 Geschiedenis 29 Hiang 35 Geloof 37 Verwantschap 38 Endogamie en uxorilokale vestiging 41 Mendapo 45 Inheemse bestuurders (depati) en titels (gelar) 46 Desa bestuur 49 H3 Landbouw: Kerinci en Hiang 53 Landbouw 53 Sawah, ladang en kebun 55 De 20e eeuw 57 Klassenvorming 60 Landbouw in Hiang 63 Rijstbouw in Hiang 66 Boomgewassen in Hiang 68 Twee casussen: de boomgaarden van Halima en van Rijal 70 Swidden: de boomgaard van Syarial 72 Rijk en arm in Koto Baru Hiang 73 Individueel bezit en toerbeurtvelden in Koto Baru Hiang 77 Conclusies 78 H4 Grondgebruiksrechten in Hiang 81 Het individuele bezit van rijstvelden 82 De registratie van individueel grondbezit 84 Sawah tetap en sawah milik 85 Het gezamenlijke erfgoed van rijstvelden (sawah giliran) 89 De omkering van het aandeel van individuele en gezamenlijke rijstvelden 90 Sawah verpanding (gadai en jual tanggung) 94 Sawah jaarpacht (sasih lama en sewa) 96 Sawah deelbouw (bagi dua en bagi tiga hasil) 97 Agrarische arbeid in de rijstbouw 99 Het bezit en gebruik van boomgaarden in Hiang 104 H5 Gemeenschap en natuurbehoud 107 `Common property’ 107 Beschikkingsrecht 109 Bosbescherming in Kerinci 116 Beheersovereenkomst 119 Gemeenschappelijk bezit 121 H6 Toerbeurtrijstbouw: casussen en patronen 127 De erfrechtelijke context 128 Vrouwen en mannen 131 Toerbeurthouders, erfgenamen en bewerkers 134 Grondplan toerbeurtrijstbouw 135 Casus: Haji Yusuf en de `Maleise' sawah (1990) 136 Casus: de erfgenamen van Haji Yusuf en Zainab (1999) 139 Casus: `cross-cousins’ (1990) 142 Casus: Eddy en de verloren toerbeurt (1990 en 1999) 145 Casus: Alhafiz en de kaapsawah (1990) 146 Casus: de toerbeurten van Alhafiz en Murni (1999) 149 H7 Toerbeurtrijstbouw: de toerbeurtwisseling op blok PGL 151 Blok PGL 151 Percelen 155 De juridische status 155 Aantal toerbeurthouders 156 Pakket 158 Toerbeurthouders en erfgenamen 159 Werk 161 Administratie 162 Conclusies 163 H8 Voedselzekerheid en sociale zekerheid 169 Voedselzekerheid 170 Rijstzelfvoorziening 172 Rijstzelfvoorziening in Hiang 175 Toerbeurtrijstbouw en sociale zekerheid 180 H9 Conclusies 185 Sociaal-economische differentiatie 186 Toerbeurtrijstbouw en sociale zekerheid 188 Tanah ulayat en hutan adat 190 Bibliografie 195 Engelse samenvatting / Summary 203 Curriculum Vitae 209 Lijst van tabellen en kaarten Tabellen Tabel 2.1: Aantal huwelijken per jaar tussen 1979 en 1990 in het onderdistrict Sitinjau Laut Tabel 2.2: Ruimtelijke nabijheid van huwelijken in het onderdistrict Sitinjau Laut in 1989 (%) Tabel 2.3: Ruimtelijke nabijheid van huwelijken in Hiang tussen 1985 en 1990 (%) Tabel 2.4: Desa afsplitsingen en inwonertal tussen 1915 en 1990 in de regio (mendapo) Hiang Tabel 3.1: Grondgebruik in Hiang (ha) Tabel 3.2: Belangrijke boomgewassen in de boomgaarden van Hiang (ha) Tabel 3.3: Belangrijke vruchtbomen in de boomgaarden van Hiang (stammen) Tabel 3.4: Oogstopbrengst in kaleng padi (kp) en in geldwaarde (EUR) per jaar in Hiang in 1999 Tabel 3.5: Schatting van de verdeling van rijstvelden over vier welvaartscategorieën in Koto Baru Hiang Tabel 3.6: Schatting van de verhouding tussen individuele rijstvelden en toerbeurtvelden per welvaartscategorie in Koto Baru Hiang (ha en %) Tabel 6.1: Het toerbeurtrooster van de erven van Haji Yusuf en Zainab Tabel 6.2: De persoonlijke toerbeurten van de erven van Haji Yusuf en Zainab Tabel 7.1: De toerbeurtwisseling op blok PGL in Koto Baru Hiang in 1990 Tabel 8.1: Sawah bezit en rijstzelfvoorziening in Koto Baru Hiang Kaarten Kaart 2.1: Westelijk Indonesië Kaart 2.2: Kerinci Kaart 5.1: Hiang Kaart 7.1: Percelenkaart blok PGL Koto Baru Hiang 1989-1990 Kaart 7.2: Percelenkaart blok PGL Koto Baru Hiang 1990-1991 Voorwoord Dit proefschrift heeft er lang over gedaan. Veel langer dan de bedoeling was. Een bijzondere reden voor het oponthoud is er niet geweest, of het zou zo moeten zijn dat de schrijver van extra langzaam houdt. Niettemin ben ik blij dat het boek nu eindelijk af is. De kiem van dit onderzoek ligt alweer een halve generatie terug in de tijd toen ik in 1988, of eigenlijk in 1989, door Franz von Benda-Beckmann als Assistent in Opleiding (AIO) werd aangesteld om promotieonderzoek te doen bij de toenmalige vakgroep Agrarisch Recht van de Landbouwuniversiteit, de huidige leerstoelgroep Recht en Bestuur van Wageningen Universiteit. De opdracht was om in het kader van een omvangrijker onderzoeksprogramma naar sociale zekerheid in Indonesië onderzoek te doen naar grondbezit, recht en sociale zekerheid op het platteland buiten Java. In 1989 vloog ik voor het eerst naar Indonesië om deel te nemen aan een seminar over rechtsantropologie en om Kerinci te bezoeken. Het jaar daarop, in 1990, reisde ik weer naar Kerinci, maar dit keer in gezelschap van mijn vrouw en onze twee oudste kinderen om in het dorp Hiang een jaar veldonderzoek te doen. Na terugkeer in Nederland duurde het tot 1999 voordat ik besloot om nogmaals naar Kerinci te gaan om aanvullende gegevens te verzamelen. Inmiddels had ik de vakgroep verlaten en had ik een andere werkkring. Door de historische afstand tussen de eerste veldwerkperiode en het verschijnen van dit proefschrift is het onvermijdelijk dat sommige casusgegevens inmiddels meer historisch dan actueel zijn. De jongemannen en vrouwen van toen die ik in Hiang interviewde zijn nu volwassenen met een eigen gezin en van de ouderen van toen is niet iedereen meer in leven. Ook is de wijdere politieke, sociale en economische context in Indonesië sinds het veldonderzoek in de jaren negentig van de vorige eeuw sterk veranderd. Aan de andere kant leert de geschiedenis van Kerinci dat wijzigingen in de lokale betekenis en inhoud van het gezamenlijke erfgoed in de landbouw niet zo’n vaart lopen en eerder langzaam en geleidelijk gaan. Op grond van deze wetenschap ben ik er van overtuigd dat de gegevens en inzichten in dit proefschrift, hoe mal ook, nog een lange geldigheidsduur hebben. In de loop der tijd zijn er veel personen en instanties geweest die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dit proefschrift. Allereerst wil ik de toenmalige medewerkers van de vakgroep Agrarisch Recht en de huidige medewerkers van de leerstoelgroep Recht en Bestuur van Wageningen Universiteit bedanken voor de inspirerende omgeving waarin ik eerst als AIO en later als toegevoegd docent en nog weer later als buitenpromovendus heb mogen werken. Ik heb er veel geleerd. De vakgroep heeft mij ontvangen als antropoloog en uitgezwaaid als rechtsantropoloog. Viviane Ampt-Riksen bedank ik dat zij mij lange tijd als kamergenoot op kantoor heeft geduld. Dierbaar zijn mij ook de koffiepraatjes waarin de toestand van de wereld, meestal onder aanvoering van Ab van Eldijk, van de lichtvoetige kant werd belicht. Lida Menkman en Ellen Wegkamp dank ik voor de onontbeerlijke secretariële ondersteuning die onderzoek doen in het buitenland en werken aan een universiteit met zich meebrengt. In dit verband dien ik ook de medewerkers van het Bureau Indonesische Studiën (BIS) in Leiden te bedanken, die in de jaren negentig van de vorige eeuw uitvoering gaven aan het Programma Indonesische Studiën (PRIS). Het PRIS was de sponsor van mijn AIO aanstelling en van dit onderzoek. Graag bedank ik Chris van Fraassen en de andere medewerkers van het BIS voor de logistieke ondersteuning. Een bijzonder woord van dank en waardering wil ik richten aan die wisselende groep van promovendi en vakgroepsleden van de Erasmus Universiteit uit Rotterdam en van Wageningen Universiteit, die in de jaren negentig bij de beide hoogleraren Franz en Keebet von Benda-Beckmann maandelijks of driewekelijks aan huis kwamen om elkaars stukken te bespreken. Ook veel van mijn hoofdstukken zijn in dit forum in groene en allerlei andere stadia van ontwikkeling kritisch doorgesproken. Ik dank Franz en Keebet voor hun gastvrijheid en alle leden van de promovendiclub voor hun altijd nuttige commentaren. Ook hier heb ik veel geleerd en veel naast mij neergelegd. De Indonesische overheid en meer in het bijzonder het Indonesische Instituut voor Wetenschappen LIPI dank ik voor de aan mij verleende onderzoeksvergunning. Ook naar i prof. dr. Abdul Aziz Saleh van de Universitas Andalas te Padang gaat mijn dank uit voor de ondersteuning van hem en zijn instituut aan mij in het veld. Mijn belangrijkste dank in Indonesië gaat echter uit naar de dorpelingen van Hiang in Kerinci. Het is voor mij nog steeds niet vanzelfsprekend dat mensen bereid zijn om een volstrekt vreemde onderzoeker en zijn gezin in hun midden op te nemen en dan maar te zien wat er van komt. Toch hebben de dorpelingen van Hiang precies dit van harte gedaan en zo dit onderzoek mogelijk gemaakt. Ik dank de dorpelingen voor het in mij gestelde vertrouwen. Hoewel het onmogelijk is om alle bewoners van Hiang persoonlijk te bedanken wil ik hier een uitzondering maken voor Alhafiz Hamzah, mijn toenmalige onderzoeksassistent en huidige `on line’ informant.