1. Stamreeks Wissenburg

I. PETER WISSENBURG (Wijssenburg), afkomstig uit het Graafschap Mörs, overleden voor 1773. Hij huwde Elden 15 juli 1752 met Johanna Wanders; gedoopt Valburg (Elst) 13 juli 1716, overleden Elden 12 april 1789. Johanna huwde eerder te Elden 28 april 1741 met Robert Verplack (overleden Elden 15 april 1751) en had uit dit eerste huwelijk al vijf kinderen. Zij was een dochter van Wander Jansen en Grietje Albers Smits. Kinderen: 1. JOANNES, gedoopt Elden 29 maart 1753, overl. Elden 25 april 1753. 2. JOANNES, volgt II. 3. ROBERTUS, ook Bartholomeus/Bart genoemd, gedoopt Elden 23 december 1756, overl. Elden 29 juni 1809; dagloner. Hij huwde Elden 9 december 1797 met Dorothea Versteegh (ook Theodora genoemd), overl. Elden 18-6-1835.

II. JOANNES WISSENBURG (Jan), gedoopt Elden 26 september 1754, overl. Elden 19 april 1808; boerenknecht. Hij huwde Elden 16 april 1780 met Sophia van Deelen, gedoopt Elst 26 januari 1755, overleden Renkum 18 januari 1829. Sophia was een dochter van Jan van Dielen uit zijn tweede huwelijk met Hendrina Wighmans. Kinderen: 1. PETRUS, ged. Huissen (vicarie) 11 december 1781, overl. Elden 21 december 1781. 2. CHRISTINA, ged. Huissen (vicarie) 10 november 1782, overl. Elden 14 maart 1851. Zij huwt Elden 3 augustus 1815 met Coenradus Mientjes (gedoopt Doesburg 24 november 1780, overl. Arnhem 27 oktober 1855), arbeider, zoon van Arnoldus en Catharina Lap en bij huwelijk weduwnaar van Wilhelmina Crijnen (overl. Elden 19 juli 1814). 3. HENDRICA, ged. Huissen (vicarie) 19 augustus 1784, overl. Duiven 20 april 1837, bij overlijden arbeidster. Zij huwde Heteren 18 januari 1832 met Henricus Weijers (ged. Groessen 14 maart 1787, overl. Duiven 5 juni 1873), zoon van Henricus en Margaretha Gisberts. 4. PETRUS, ged. Huissen (vicarie) 16 oktober 1785, overl. Huissen 7 december 1855; dagloner. Hij huwde Huissen 23 juni 1820 met Adelbertha Bernardina Giebelhuijsen (ged. Huissen (vicarie) 1 november 1789, overl. Huissen 18 oktober 1866), dochter van Christiaan en Johanna Gijsberts. 5. JOHANNA, ged. Huissen (vicarie) 18 juli 1787, overl. Renkum 7 februari 1857. Zij huwt (1) Herveld 20 maart 1812 met Rijn van Heumen (ged. Elst 8 april 1774, overl. Renkum 10 mei 1830, schoenmaker te Renkum, zoon van Dirk en Berendina Berendse en bij huwelijk weduwnaar van Margaretha Tersteeg. Johanna huwde (2) Renkum 25 maart 1837 met Evert Bloeming (ged. Renkum 24 september 1790, overl. Renkum 1 augustus 1855), dagloner, zoon van Willem en Johanna Jansen. 6. MARIA, ged. Huissen (vicarie) 10 januari 1789, overl. Elden 11 april 1790. 7. RUDOLPHUS, volgt III. 8. JOANNES, ged. Huissen (vicarie) 19 september 1794, overl. Elden september 1794. 9. JOANNES, ged. Huissen (vicarie) 9 mei 1797, overl. Huissen 24 januari 1878; boerenknecht, later tabaksplanter. Hij huwde Huissen 26 april 1825 met Theodora ter Wiel (ged. Groessen 16 juni 1804, overl. Huissen 16 november 1866), dochter van Gerardus en Hendrina Westerhuis. 10. ADELBERTA, ged. Huissen (vicarie) 24 februari 1799, overl. Elden 20 augustus 1802.

III. RUDOLPHUS WISSENBURG (Rudolf, Roelof), ged. Huissen (vicarie) 20 augustus 1793, overl. Renkum 18 januari 1878; in 1826 boerenknecht te Arnhem, nadien steenovenarbeider te Renkum. Hij huwde Arnhem 20 april 1826 met Geertruida Kaal (ook Caal, Karel komen in BS voor), geboren Zuurenk in Renkum, gedoopt Wageningen 9 mei 1799, overl. Renkum 18 juli 1875. Geertruida was een dochter van Wander Kaal uit zijn tweede huwelijk met Christina Kersjes. Kinderen: 1. SOPHIA, geb. Renkum 10 september 1827 als eerste kind van een tweeling, overl. Renkum 15 april 1909. Zij huwde Renkum 29 oktober 1853 met Bessel Jansen (geb. Nijkerk 30 maart 1819, overl. Renkum 29 september 1868), papiermaker, zoon van Hendricus en Maria Besselsen. 2. JANNA, als moeder ook Johanna genoemd, geb. Renkum 10 september 1827 als tweede kind van een tweeling, overl. Renkum 25 maart 1890. Zij huwde Renkum 12 augustus 1865 met Zeger Gabriel (geb. Renkum 23 maart 1836, overl. Renkum 3 november 1911), dagloner, zoon van Caspar en Elisabeth Koppius. Zeger huwde opnieuw Renkum 24 september 1892 met Brandje Vermeer. 3. CHRISTINA, geb. Renkum 13 mei 1829, overl. Renkum 2 augustus 1910. Zij huwde Wageningen 11 mei 1860 met Gerardus Gerritsen (geb. Heteren 14 januari 1832, overl. Renkum 25 december 1914), arbeider, tussen 1865 en 1872 schipper, onechte zoon van Johanna Gerritsen. 4. BERENDINA, in BR en BS Wageningen en Renkum ook als Wessenberg en Westenberg vermeld, geb. Renkum 16 november 1831, overl. Wageningen 2 oktober 1863. Zij huwde Wageningen 5 mei 1855 met Franciscus Antonius Schepes (geb. Laagnieuwkoop 3 maart 1826, overl. Wageningen 2 mei 1890), arbeider, zoon van Andreas Hendrikus en Willemina van Dijk. Frans Schepes hertrouwde Wageningen 10 februari 1865 met Antje van Brakel. 5. WILHELMINA, geboren Renkum 9 februari 1834, overl. Renkum 14 maart 1913. Zij huwde Renkum 15 augustus 1857 met Willem ten Böhmer (geb. Renkum 9 juli 1830, overl. Renkum 23 juli 1906), bezembinder, zoon van Henricus en Johanna Kuipers. 6. GRIETJE, in BR en BS Wageningen ook als Wessenberg vermeld, geb. Renkum 4 juli 1836, overl. Wageningen 26 maart 1914. Zij huwde Wageningen 7 november 1862 met Gradus Mientjes (geb. Kesteren 18 mei 1838, overl. Wageningen 6 augustus 1919), steenvormer (1862-67, 1872), koopman (1869), en arbeider (1875), zoon van Jan en Johanna Saat. 7. JOHANNES volgt IV. 8. WILLEM, geb. Renkum 17 juni 1842, overl. Renkum 19 september 1842.

IV. JOHANNES WISSENBURG, geb. Renkum 19 juni 1839, overl. Mülheim an der Ruhr (Dld.) 25 oktober 1911. Schipper, later dagloner, sinds 1899 te Styrum bij Mülheim an der Ruhr, waar hij verongelukte. Hij huwde (1) Renkum 4 november 1863 met Wilhelmina Geutjes (geb. Renkum 19 februari 1841, overl. Renkum 11 februari 1864), dochter van Gradus en Jacoba van Brink. Johanes huwde (2) met toestemming per Koninklijk Besluit Renkum 6 januari 1866 met Arnolda Geutjes (geb. Renkum 24 september 1838, overl. Renkum 24 oktober 1886), volle zuster van Wilhelmina. Kinderen: 1. RUDOLF, geb. Renkum 9 juni 1866, overl. Renkum 6 maart 1956, arbeider, tussen 1899 en 1910 te Styrum in Duitsland. Hij huwde Renkum 8 april 1899 op dezelfde dag als zijn broers met Geertruida Huisman (geb. Gendt 18 mei 1873, overl. Renkum 16 maart 1967), dochter van Hendrik en Berendina Teunissen, gewettigd bij hun huwelijk op 11 juni 1875. 2. JACOBUS, volgt V. 3. GEERTRUIDA, geb. Renkum 3 oktober 1870, overl. Tegelen 3 februari 1958. Zij huwde Renkum 26 juni 1897 met Dirk Visscher (geb. Eck en Wiel 13 februari 1865, overl. Tegelen 6 januari 1934), arbeider, zoon van Dirk en Petronella van Os. 4. GRADUS, geb. Renkum 13 april 1873, overl. Oberhausen (Dld.) 11 december 1927, arbeider, sinds 1896 te Mühlheim bij Keulen, vanaf 1899 te Styrum. Hij huwde Renkum 8 april 1899 met Jacoba Wilhelmina Lentjes (geb. Renkum 6 mei 1871, overl. Oberhausen 7 mei 1931), dochter van Theodorus en Hendrika Bosch. 5. WILHELMUS, geb. Renkum 24 januari 1875, overl. Mülheim a.d. Ruhr 2 november 1955, smid. Hij huwde Renkum 8 april 1899 met Johanna Wilhelmina Maria Degen (geb. Doesburg 14 oktober 1878, overl. Mülheim a.d. Ruhr 24 oktober 1966), dochter van Johannes Josephus en Jantje Martens. 6. EVERDINA HENDRIKA, geb. Renkum 5 maart 1877, overl. Didam 27 oktober 1962. Zij huwde Renkum 14 april 1910 met Johannes Slakhorst (geb. Renkum 14 januari 1872, overl. Renkum 24 maart 1942), kleermaker, zoon van Johannes Jakobus en Geertruida Degens. 7. GEERTRUIDA JOHANNA CATHARINA, geb. Renkum 6 november 1880, overl. Apeldoorn 26 september 1944 aan de gevolgen van een granaatwond, diezelfde dag opgelopen tijdens de evacuatie van Oosterbeek na de Slag om Arnhem. Zij huwde Renkum 20 juni 1907 met Wilhelmus Antonius Weetink (geb. Renkum 5 november 1879, overl. Arnhem 22 januari 1963), loodgieter, zoon van Carolus Theodorus Wilhelmus en Theodora Louisa Clementina Scholten. 8. JOHANNA ARNOLDA, geb. Renkum 6 juli 1883, overl. Renkum 26 juli 1898.

V. JACOBUS WISSENBURG, geboren Renkum 10 augustus 1868, overleden Barneveld 15 mei 1945 aan complicaties ten gevolge van hongersnood; arbeider (steen-, na 1899 staal-), kaashandelaar (Wageningen 1907), kruidenier (Renkum 1907-1932) en kort hotelhouder te Renkum (1924). Hij huwde Renkum 8 april 1899 met Catharina Wennekes, geboren Renkum 19 mei 1871, overl. Barneveld 13 april 1945 aan complicaties ten gevolge van hongersnood; dochter van Jan Johannes en Maria Bogaard. Kinderen: 1. JOHANN RUDOLF, volgt VI. 2. MARINUS ANTONIUS, geb. Mülheim a.d. Ruhr 11 september 1901, overl. Mülheim a.d. Ruhr 22 april 1902. 3. MARINUS GERHARDUS, geb. Mülheim a.d. Ruhr 19 februari 1903, overl. Mülheim a.d. Ruhr 19 februari 1904. 4. ARNOLDUS ANTONIUS, geb. Mülheim a.d. Ruhr 5 februari 1905, overl. Mülheim a.d. Ruhr 1 april 1905. 5. MARIA JOHANNA ARNOLDA, geb. Wageningen 26 mei 1907, overl. Renkum 7 juni 2001. Zij huwde Renkum 26 mei 1932 met Andries Gerardus van Brakel (geb. Renkum 29 juni 1909, overl. Ede 26 april 1961), aannemer, zoon van Gerardus en Grada ten Böhmer. 6. N.N., dood aangegeven jongen, geboren en gestorven Renkum 28 juni 1909.

VI. JOHANN RUDOLF WISSENBURG, geboren Styrum (Dld.) 11 juni 1900, overl. Renkum 6 juli 1985; steenovenarbeider (na 1912), kruidenier (1928-29), werkloos en in werkverschaffing (1930- 1940), dwangarbeider, onder meer als lijkenruimer en doodgraver in 1940 na de Slag bij de Grebbeberg en in 1944 na de Slag om Arnhem, bouwvakker, opperman en secretaris RK Bouwbond (1945-62); na pensioen schoonmaker bij de Wageningse Studentenvereniging Ceres (1962-75). Hij huwde Renkum 11 oktober 1928 met Catharina Geurdina ten Böhmer, geb. Renkum 7 november 1903, overl. Arnhem 10 augustus 1990; dochter van Karel en Geurdina van Santen. Kind: 1. JACOBUS CARELEUS, volgt VII.

VII. JACOBUS CARELEUS WISSENBURG, geboren Renkum 24 juni 1935; administrateur, later manager, directeur en middenstander. Hij huwde Arnhem 27 mei 1961 met Maria Agatha Antoinette Polman, geb. Arnhem 5 juli 1938; secretaresse, later huisvrouw en middenstandster, dochter van Lambertus Henricus en Antonia Agatha Catharina Veenstra. Kinderen: 1. MARCELLINUS LAMBERTUS JOHAN, geb. Arnhem 21 juni 1962; afgestudeerd als politicoloog en filosoof (1988), gepromoveerd (1994), universitair docent politieke theorie (Radboud Universiteit) en bijzonder hoogleraar Humanistische Wijsbegeerte (Wageningen Universiteit). 2. ASTRID MARIA, geb. Renkum 15 april 1966; afgestudeerd als historica (1990), Director for Communication and Information, Economic and Social Research Council, Swindon (UK). Zij huwde Arnhem 4 januari 1994 met Oscar Rudolf Armand Struijvé, (geb. Renkum 1 mei 1965), zoon van Eduard en Norma van der Zijl. 2. Stamreeks -Wennekes

I. DIRK VAN DEN EYNDE, waarschijnlijk de Dirck Pieters van den Eynde, vermeld met een graf in de Oude Kerk van voor 1470.1 Dirk huwt N.N. Kind: 1. JACOB, volgt II.

II. JACOB DIRKSZ. VAN DEN EYNDE, overl. voor 1510; schepen van Delft in 1502, 1503, 1504.2 Eigenaar van een huis aan de Westzijde van de Oude Delft, gekocht 23 augustus 1496 van Cornelis van Dorp, ridder, op 19 februari 1510 door Margriete, weduwe van Jacop van Eynden, voor een helft verkocht.3 Huwt Margriete N., overl. voor 1532. Vermeld als weduwe, gestorven en erflater aan een Cornelis Michielsz in 1532.4 Kinderen (in willekeurige volgorde): 1. PIETER, overl. Delft voor 26 februari 1552, priester, vermeld met diverse beleningen, en met jaarrentes in Delft op 21 december 15315 en Rijswijk 17 december 1519 en 23 juli 1551.6 Hij koopt in 1510 een deel van zijn moeders huis. Sluit op 18 augustus 1538 samen met zijn broer Hugo huwelijkse voorwaarden voor zijn nicht Cornelia met Dirk van Alkemade.7 Op 26 februari en 4 mei 1552 treedt Hugo op als executeur van zijn erfenis.8 1. HUGO, volgt III. 2. JACOB. 3. JAN, hypothetisch. 2. DIRK, overl. na 1543, koopman te Amsterdam. Hij huwde met Obrecht (Oburch) Claesdochter uit Amsterdam. Vermeld met zijn broer Hugo, pensionaris van Delft, in diverse processen bij de Grote Raad te Mechelen, 1532-1543.9

III HUGO JACOBSZ VAN DEN EYNDE (Huijgh), geboren Delft ca. 1488, overl. Delft tussen 15 januari 1566 en 20 oktober 1567. In 1518 licentiaat in de rechten, later gepromoveerd, vermoedelijk te Leuven. Secretaris (1536) en Pensionaris van Delft (in 1544 met zijn zoon Jacob) van 1537 tot na 26 juli 1555. Beleend met land te o.a. Delft, Rotterdam, IJsselmonde, Charlois, Kethel, Rijswijkerbroek, ‘s Gravenland, Oostambacht, de Harchpolder bij Schiedam, Ruiven (Popswoude) bij Overschie, Voorburg, Schipluiden en Vrouwenrecht; had ook een huis in Den Haag. Op 9 januari 1576 verklaren

1 P.C.J. van der Krogt, ‘De grafboeken van de Oude Kerk te Delft (14e-16e eeuw) (1): Repertorium van de eigenaars van de graven met transcriptie van de parentelen van Ver Lizebette en anderen (ca. 1395)’, Ons Voorgeslacht 1994, p. 204. Het graf (naast dat van Pieter, II.1) gaat over op Pieter van den Eynde. 2 C. Hoek, ‘Acten betreffende De Lier, Maasland en Schipluiden’, Ons Voorgeslacht 1991, p. 47; J.C. Kort, ‘Repertorium op de Cuykse lenen in Holland, het Sticht en Gelre, 1129-1649’, Ons Voorgeslacht 1989, p. 284; C. Hoek, ‘Acten betreffende het Poortland, de Vrijenban en het Vrouwenrecht bij Delft’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 575; C. Hoek en J.C. Kort, ‘Aanvullingen op gepubliceerde repertoria van leenkamers, die binnen het graafschap Holland hebben gefunctioneerd’, Ons Voorgeslacht 1989 p. 444, 461; C. Hoek, ‘Acten betreffende Maasland’, Ons Voorgeslacht 1969, p. 136; C. Hoek, ‘Het archief van de heerlijkheid Abbenbroek’, Ons Voorgeslacht 1968, p. 282 (als Jacob in 1503 zegelt met drie vogels); C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1988, p. 576 (als hij in 1504 zegelt met drie gaande vogels). 3 C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 633. 4 C. Hoek, ‘Het verzweerboek van het Hof van Delft, gemaakt in 1532’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 551. 5 C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 478. 6 C. Hoek, ‘Acten betreffende Delfland (deel 1)’, Ons Voorgeslacht 1997, p. 625-6. 7 O.A. Van der Meer, ‘Huwelijkse voorwaarden, verleden voor schepenen van Delft 1536-1594’, Ons Voorgeslacht 1971, p. 278-9. 8 C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 478-81. 9 P.C.M. Schölvinck, Die van Delff ende die van Delflant voor de Grote Raad 1471-1577, Delft, Gemeentelijke Archiefdienst Delft 1986, p. 121 (appèl 1532-40), p. 278 (vonnis 14 juli 1540), p. 285 (appèl 3 februari 1543), p, 286 (vonnis 13 april 1543). de erven van Huijgh van den Eynden de boedelscheiding na zijn overlijden geregeld.10 Hij huwde circa 1515 met Elisabeth Jan Doesdr. van der Sluys, geboren Rotterdam rond 1490, overl. Delft voor 1 oktober 1541,11 dochter van Jan Doensz. van der Sluys en Petronella Corstiaens. Kinderen (in willekeurige volgorde): 1. JACOB, volgt IV. 1. CORNELIA, overl. na 157612, huwde in 1538 (huwelijkse voorwaarden Delft 18 augustus 1538)13 met Dirk van Alkemade (overl. voor 1576), burgemeester van Den Haag in 1571; zoon van Costijn Dirksz. en Marietje Michiels van Santen. 2. PETRONELLA, overl. na 1576,14 huwde (huwelijkse voorwaarden 10 januari 1566)15 Sasbout Boeckelsz. van der Burch, in 1571 burgemeester van Delft. 3. MICHIEL16, overl. tussen 13 februari 158517 en 18 maart 1586, huwde jonkvrouw Adriana van der Goes, vermeld als zijn weduwe te Middelburg op 18 maart 158618; hield een lijfrente in Delft.

IV. JACOB VAN DEN EYNDE,19 geb. Delft ca. 1515, overleden Vilvoorde 12 maart 1569. Raad van Delft; mogelijk ook pensionaris van het Vrije van Brugge; 1544-ca. 1555 Tweede Pensionaris van Delft; ca. 1555-1560 Eerste Pensionaris van Delft; van 18 november 1560 tot 12 mei 1568 Landsadvocaat van de Staten van Holland. Op last van Alva omstreeks 6 maart 1568 gevangen genomen door de stadhouder Bossu, die Jacob te eten had gevraagd; in gevangenschap overleden. Beleend te o.a. Delft, Rijswijk, Abtsrecht, Schipluiden, Maasland, Wijk bij Heusden, Weer, Warthuisen, de Hille in het Land van Altena, en Hilligersberg. Jacob erfde huis Bolgerstein in Rotterdam van zijn moeder en had twee huizen in Den Haag; hij was ook beleend met Huis ten Dom aan de Vliet te Voorburg. Hij huwde Brugge 19 mei 154320 met Isabeau van Nieuwland (geboren na 22 april 1518, overl. ’s Gravenhage in september 1582),21 dochter van Olivier en Catharina van Hecke. Kinderen (in willekeurige volgorde): 1. JAN, overl. na 25 juni 158722, huwde met Maria van Loo, dochter van Aelbrecht en Maria van der Mijle. 2. OLIVIER, overl. na 16 december 158823, vaandrig in 1587, kornet in 1588. 3. JACOB, volgt V. 4. CATHARINA, huwde 11 juni 1592 met Cornelis van der Goes, heer van Uytwijk, auditeur der Rekenkamer van Holland, zoon van Pieter en Maria van der Dussen. 3. ANNA, overl. na 2 november 158424 (vermoedelijk overl. Dendermonde 1619).

10 R.A. Hof van Holland, inv. 333:310, nr. 470. 11 C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 652. 12 R.A. Hof van Holland, inv. 333:310, nr. 470. 13 O.A. Van der Meer, ‘Huwelijkse voorwaarden, verleden voor schepenen van Delft 1536-1594’, Ons Voorgeslacht 1971, p. 278-9. 14 R.A. Hof van Holland, inv. 333:310, nr. 470. 15 O.A. Van der Meer, ‘Huwelijkse voorwaarden, verleden voor schepenen van Delft 1536-1594’, Ons Voorgeslacht 1971, p. 296. 16 R.A. Hof van Holland, inv. 333:310, nr. 470. 17 Vermeld als oom bij het huwelijkscontract van Trijntje Jansdr. Sasbout (de nicht) met Hendrick Dirx Bugge op 13 februari 1585; E.B.F.F. Wittert van Hoogland, ‘Reg. van testamenten voor ’t gerecht van Delft gepassd.’, bijlage bij ‘Persijn van Ouwendijck’, Genealogische en Heraldische Bladen 1911, p. 291. 18 C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 481; C. Hoek, ‘Aantekeningen uit het archief van het Oude Gasthuis te Delft’, Ons Voorgeslacht 1990, p. 331. 19 Voor het voor- en nageslacht van Jacob van den Eynde zie ook: H.P. Fölting, ‘De Landsadvocaten en Raadpensionarissen der Staten van Hollend en West-Friesland I’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1973, p. 324 ff. 20 Annuaire de la Noblesse de Belgique 1857, p. 162. 21 Met 'seven posen' overluid op 30 september 1582 in de St. Jacobskerk te Den Haag; M.G. Wildeman, ‘Aanteekeningen uit de Rentmeestersrekeningen der Groote- of St. Jacobskerk te ’s Gravenhage’, Wapenheraut 1902, p. 344. 22 R.A. Hof van Holland, inv. 336:239, nr. 621. 23 R.A. Hof van Holland, inv. 333:310, nr. 470. 6. ISABELLA (Elisabeth), begraven Mechelen, St. Rombouts Kerk 29 januari 1626. Zij huwde (huwelijkse voorwaarden 3 januari 1578) met Johan van Passenrode (overl. voor 15 maart 1616), weduwnaar Cunera van Westerbeeck, zoon van Heinric Hendricsz., heer van Oyen en Noorden, en van Maria Pont van Dorp.

V. JACOB VAN DEN EYNDE, geb. Delft 1544, overl. 23 december 1628. Jacob studeerde te Leuven (aug. 1558), en behaalde het doctoraat in de rechten. Hij was kastelein en gouverneur van Woerden tussen 1600 en 1625; daarnaast dichter, en ambachtsheer van Sandelinghe.25 Jacob wordt in 1584 met zijn zwager Dirck van Leeuwen voogd over hun minderjarige zwagers Arent en Damas van Loo te Leiden, kinderen van wijlen Albrecht van Loo.26 Hij was beleend met o.a. de grond te Popswoude van zijn vader Jacob, grootvader Jacob, en overgrootvader Hugo; de grond gaat uiteindelijk over op zijn kinderen Cornelia en Aelbrecht.27 Hield verder ook lenen van zijn (overgroot)ouders in Delfland enVoorburg, verder beleend te Wateringen en Woerden.28 Jacob erft op 28 maart 1572 Huis ten Dom in Voorburg van zijn vader29, en dezelfde dag huis Bolgerstein in Rotterdam.30 Hij maakte zijn testament op 10 januari 1628 (ook een octrooij van 8 april 1613 wordt dan vermeld).31 Hij huwde (1) rond 1570 met Maria van Hogendorp (overl. Den Haag voor 1581), en (2) in 1581 (huwelijkse voorwaarden 19 juli 1581)32 met Catharina van Loo, dochter van Albrecht en Maria van der Mijle. Kinderen: 1. JACOB, uit het eerste huwelijk, geb. Delft 1575, overl. Haamstede 11 september 1614 aan tering. Tot zijn huwelijk was hij kapitein der infanterie (kurassiers) in het leger van Maurits van Nassau; in 1609 werd hij door huwelijk kasteelheer van Haamstede, dat hij herbouwde. Sindsdien onder de naam Jacobus Eyndius actief als dichter en historicus. Jacob huwde te Wassenaar in mei 1609 met Clara van Raaphorst (geb. Haamstede ca. 1590, overl. Haamstede omstreeks 1 januari 1621 in het kraambed), erfvrouwe van Haamstede, dochter van Aelbrecht van Raaphorst en Agatha van Cuijlenburg. Clara hertrouwde Haamstede 20 oktober 1615 met Jacob Jacobsz. de Witte. 1. ELISABETH, uit het eerste huwelijk, geb. omstreeks 1579, overl. na 28 september 1584.33 3. AELBRECHT, uit het tweede huwelijk, volgt VI. 4. CORNELIA, uit het tweede huwelijk, huwde met Hendrik van Raaphorst (overl. 29 oktober 1660), de laatste Raaphorst, broer van Clara.

VI. AELBRECHT VAN DEN EYNDE, overl. voor 30 juni 1655.34 Beleend met o.a. de helft van het land van zijn vader onder Woerden en in Popswoude bij Overschie, woonde op het ouderlijk goed in Voorburg.35 Hij huwde rond 1635 met Geertruida van der Poel, overl. na 1676.

24 R.A. Hof van Holland, inv. 335:443, nr. 183. 25 C. Hoek, ‘Repertorium op de lenen van de bisschop van Utrecht in de provincie Zuid-Holland’, Ons Voorgeslacht 1989, p. 304. 26 M. Thierry de Bye Dólleman en C.C. van Valkenburg, ‘Twee oude Haarlemse geslachten, Van Loo en Loo’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1979, p. 116. 27 J.C. Kort, ‘Repertorium op de lenen van de abdij Egmond, 12e eeuw-1650’, Ons Voorgeslacht 1998, p. 202. 28 C. Hoek, ‘Repertorium op de lenen van de bisschop van Utrecht in de provincie Zuid-Holland’, Ons Voorgeslacht 1989, p. 304. 29 J.C. Kort, ‘Repertorium op de grafelijke lenen in Voorburg, 1274-1650’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 361, verkocht op 30 januari 1618 aan zijn dochter Cornelia. Vgl. ook C. Hoek, ‘Repertorium op de grafelijke lenen te Bleiswijk, Hillegersberg, Kralingen, Overschie, Rotterdam, Schiebroek, Schoonderloo en Zevenhuizen (1200- 1648)’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 176-7. 30 C. Hoek, ‘Repertorium op de grafelijke lenen te Bleiswijk, Hillegersberg, Kralingen, Overschie, Rotterdam, Schiebroek, Schoonderloo en Zevenhuizen (1200-1648)’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 176-7. 31 C. Hoek, ‘Repertorium op de grafelijke lenen te Bleiswijk, Hillegersberg, Kralingen, Overschie, Rotterdam, Schiebroek, Schoonderloo en Zevenhuizen (1200-1648)’, Ons Voorgeslacht 1986, p. 176-7. 32 H.P. Fölting, ‘De Landsadvocaten en Raadpensionarissen der Staten van Hollend en West-Friesland I’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1973, p. 325. 33 Archief Weeskamer ’s Gravenhage, inv. nr. 404, 28 september 1584. Kinderen: 1. HUGO, ged. Voorburg 27 september 1637, advocaat bij het hof van Holland. Hij huwde Rijswijk 27 december 1656 Wilhemina Canters, dochter van Albert Canters uit Amsterdam. 2. WILLEM, ged. Voorburg 23 oktober 1639, advocaat bij het hof van Holland. 1. PHILIPS, ged. Voorburg 24 februari 1641, overl. Denemarken in of voor 1683. In 1666 commandant van Kristiansant, in dienst van de Deense koning.36 Hij huwde Margaretha Petronella de Place.37 4. JACOB, volgt VII.

VII. JACOB VAN DEN EYNDE, geb. omstreeks 1643, overl. na 1696. Hoewel zijn doop niet is aangetroffen wordt Jacob wel expliciet vermeld als zoon van Geertruida en Aelbrecht en als jongste broer van Hugo, Willem en Philips.38 Vaandrig (1665), kapitein van de voetknechten te Bergen op Zoom (1671); kapitein op de Schenkenschans bij Lobith (1672), kapitein onder Mechelen (1674), in 1680 'gewesen capitein nu majoor' van de Middenschans in garnizoen buiten Geertruidenberg, in 1683 Majoor en Auditeur Fiscaal; in 1696 ten slotte majoor in dienst van de Keurvorst van Brandenburg. Hij bouwde in de loop der jaren een aanzienlijke schuldenlast op, en begint mogelijk daarom in 1687 ook een bedrijfje als manufacturendrukker.39 Hij huwde te Sluijs op 31 december 1665 met Adriana Cop, geb. (Zalt)bommel, dochter van kapitein Gerard Cop en Johanna van der Voort. Vanwege Jacobs reizend bestaan is het onwaarschijnlijk dat al hun kinderen opgespoord zijn. Kinderen: 1. JOHANNA FILIPPINA, geb. omstreeks 1680, huwt 's Gravenhage 24 december 1713 met Benjamin van der Stoel. 2. DINA, volgt VIII. 1. JACOBA PHILIPPINA, ged. 's Gravenhage 16 maart 1687, overl. na 12 december 1707.40 4. GEERTRUIDA, ged. 's Gravenhage 7 januari 1691, begraven ‘s Gravenhage 25 juni 1737. Zij ondertrouwde 's Gravenhage 21 augustus 1712 met Jan Andries Fackelaar.

VIII. DINA VAN DEN EYNDE, ged. 's Gravenhage 1 april 1681. Zij ondertrouwde ‘s Gravenhage 24 juli 1701 met Johan Philips Sloberts, j.m. uit Pomer…(rest onleesbaar), soldaat onder kapitein Bootsem (?) voor de koning van Engeland. Kinderen: 1. MARIA FILIPPINA, ged. 's Gravenhage 9 mei 1703, begraven ‘s Gravenhage 3 juli 1705. 2. JACOBA GERARDA, ged. 's Gravenhage 12 november 1705, ondertrouwt (als Jacoba Filippina) 's Gravenhage 29 juli 1725 met Willem van Boekhoven. 3. JOHANNA, volgt IX.

IX. JOHANNA SLOBERTS, ged. 's Gravenhage 2 december 1707, begr. 's Gravenhage 20 juli 1772, overleden aan uitdroging. Zij huwde 's Gravenhage 20 maart 1739 met Adrianus Robberts (ged. 's

34 Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr. 209, fol.223 (30 juni 1655): Juffrouw Geertruijdt van der Poel, weduwe "van wijlen jonckheer Aelbrecht vanden Eynde, die Soone was van Heer Jacob vanden Eynde, Ridder, die Soone was van Heer Jacob vanden Eynde ende vrouwe Elisabet van Nieulandt". Vgl. ook Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr. 209, fol. 225 (13 juli 1655). 35 C. Hoek, ‘Repoertorium op de lenen van de Lek en Polanen gelegen in Delfland, Schieland, op het eiland IJsselmonde en in de Lek (13e eeuw-1650), Ons Voorgeslacht 1982, p. 242; C. Hoek, ‘Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a.’, Ons Voorgeslacht 1987, p. 481; C. Hoek, ‘Repertorium op de lenen van de bisschop van Utrecht in de provincie Zuid-Holland’, Ons Voorgeslacht 1989, p. 304. 36 Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr. 523, fol. 215 (14 mei 1672). 37 S. Cedergreen Bech et al., Dansk Biografisk Leksikon, 4: Dons-Frijsh, Kopenhagen: Gyldendal 1980. 38 Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr. 185 fol. 227 (15 april 1662); Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr. 89, fol. 345 (25 februari 1667. 39 A.J. Servaas van Rooyen, ‘Aanteekeningen over Weef- en Naaldkunst’, Navorscher 1913, p. 530. 40 Notarieel Archief ‘s Gravenhage, inv. nr 1786, fol. 363. Gravenhage 31 januari 1714, begr. 's Gravenhage 13 augustus 1772, overleden aan rotkoortsen), zoon van Johan Robberts en Catryna Queborn. Kinderen: 1. ADRIANUS, volgt X. 2. JAN, ged. 's Gravenhage 5 juni 1740, begr. 's Gravenhage 13 augustus 1772, samen met zijn vader; overleden aan water in de borst. 3. PHILIP, ged. 's Gravenhage 14 april 1743. 4. ELISABETH, ged. 's Gravenhage 22 mei 1747.

X. ADRIANUS ROBBERTS, ged. 's Gravenhage 5 januari 1738, overl. Rotterdam 4 juni 1799. Hij huwde Rotterdam 21 april 1771 met Maria Burggraaf (ged. Rotterdam 21 maart 1747, overl. Rotterdam 12 januari 1817), dochter van Thomas Burggraaf en Johanna Harrivan. Kinderen: 1. JOHANNA, ged. Rotterdam 5 november 1772. 2. MARIA, volgt XI. 3. JACOBA, ged. Rotterdam 20 oktober 1776. 4. ADRIANA, ged. Rotterdam 2 februari 1779. 5. CATHARINA, ged. Rotterdam 20 maart 1781. 6. ADRIANUS, ged. Rotterdam 3 juli 1783. 7. ANTONIE, ged. Rotterdam 10 augustus 1790.

XI. MARIA ROBBERTS (ook Robbertson komt in BS voor), ged. Rotterdam 9 augustus 1774, overl. Rotterdam 2 mei 1832. Zij huwde Rotterdam 5 februari 1804 met Jacob Bogaard (ged. Leijderdorp 10 september 1780), scheepstimmerman, zoon van Cornelis Bogaard en Teunisje Cornelisse Vooys. Kinderen: 1. CORNELIS, geb. Capelle aan den IJssel 28 november 1804 (NG). 2. ADRIANUS, volgt XII. 3. JANNETJE, geb. Rotterdam 21 augustus 1809 (NG). 4. JACOB, geb. Rotterdam 6 oktober 1811 (NG), scheepstimmerman te Rotterdam in 1832.

XII. ADRIANUS BOGAARD, ged. Capelle aan den IJssel 14 januari 1807, overl. Rotterdam 18 maart 1856; timmermansknecht, scheepstimmerman, in 1856 voormalig scheepsbouwer. Hij huwde Rotterdam 3 mei 1829 met Johanna Maria Hermans (ged. 's-Hertogenbosch 11 maart 1804, overl. Renkum 9 januari 1878), huisvrouw, voor haar huwelijk dienstbode te Nijmegen en Rotterdam, dochter van Petrus Hermans en Anna Geertruida Reder. Kind: 1. MARIA, volgt XIII.

XIII. MARIA BOGAARD, geb. Rotterdam 11 augustus 1829, overl. Renkum 11 juli 1907; huisvrouw, voor haar huwelijk dienstmeisje. Zij huwde Renkum 6 augustus 1853 met Jan Johannes Wennekes (geb. Wageningen 10 mei 1827, overl. Renkum 7 augustus 1903), landarbeider te Renkum, zoon van Lambertus Wennekes en Catharina Jansen. Kinderen: 1. LAMBERTUS, geb. Renkum 6 mei 1854, huwde Wageningen 2 maart 1880 met Maria Elisabeth Keukens. 2. JAN JOHANNES, geb. Renkum 7 augustus 1856, koopman te Renkum. Hij huwde Renkum 24 januari 1880 met Willemina Smit, dochter van Wilhelmus en Anna Wouters. 3. HELENA CATHARINA, geb. Renkum 24 december 1858, overl. Renkum 7 mei 1935. Zij huwde Renkum 10 september 1881 met Andreas ten Böhmer. 4. ANTONIUS HUBERTUS, geb. Renkum 10 februari 1859, overl. Renkum 1 juni 1864. 5. ARNOLDUS, geb. Renkum 25 februari 1861, koopman te Renkum. Hij huwde (1) Arnhem 8 februari 1888 met Everdina Maria Messing en (2) Renkum 24 februari 1900 met Gijsberta Cunira Huppelschoten, weduwe Jacobus Hooft. 6. CATHARINA JOHANNA, geb. Renkum 7 september 1863, overl. Renkum 15 oktober 1865. 7. ANTONIUS, geb. Renkum 14 oktober 1865, huwde Renkum 14 april 1896 met Wilhelmina Jacobs. 8. JOHANNA MARIA, geb. Renkum 23 oktober 1868, overl. Zeist 27 mei 1945, huwde Wageningen 15 mei 1891 met Leonardus Jacobs. 9. CATHARINA, zie verder stamreeks Wissenburg (bijlage 7), onder V. 10. JACOBUS, geb. Renkum 23 februari 1875, arbeider. Hij huwde Arnhem 5 april 1896 met Geertruida Leenders.

3. Stamreeks Van der Mijle-Van den Eynde

I. DAMMAS JACOBSZ., overl. 1481, schepen van Dordrecht in 1472 en 1475.41 Huwde Alida N. Kinderen: 1. CORNELIS, volgt II. 2. ELISABETH. 11. DAMMAS, vader van Pieter die van zijn 'oom paternel' Cornelis Dammasz. op 21 september 1487 het recht van visserij en vogelarij in Oostbarendrecht kreeg, en dit later overdroeg op zijn neef Cornelis Cornelis Dammasz.42 4. HAESJE, overl. na 1495, huwde Philip Barthoutsz. uit Schiedam.

II. CORNELIS DAMMASZ., overl. Dordrecht 1530. Burgemeester van Dordrecht in 1489-93, 1496- 7, 1499-1500, 1502-3, 1506-10, schepen 1484.43 Beleend op 20 september 1487 met het recht van vogelarij en visserij in Oostbarendrecht.44 Hij huwde mogelijk met Elisabeth Pieters van Bruhesen.45 Kinderen: 1. CORNELIS, volgt III 2. MARGRIETA, huwde Jan Adriaensz. van Slingeland 3. SOPHIA, huwde Willem Dammasz. van der Lind 4. HENDRIK, zich noemende Hendrik Cornelisz. van der Eyck, huwde Margriete Ogiersdr. 5. JACOMINA, huwde Jan Joosten Reedgeld. 6. PETRONELLA, moeder van klooster Mariënborn.

III CORNELIS CORNELIS DAMMASZ., overl. Dordrecht 1539. Schepen (1511) en burgemeester (1521-2, Cornelis van der Mijle heer Cornelis Damasz.) van Dordrecht; vader van klooster Mariënborn in 1527.46 Verkrijgt op 29 oktober 1526 als Cornelis Cornelis Dammaszoonsz. te Dordrecht na verzuim bij dode van Pieter Dammasz. (zijn neef) het recht van visserij en vogelarij in het land van Pieter Dammasz. in het ambacht Oistbarendrecht, binnen- en buitendijks.47 Cornelis huwde met Hillegond Aernt Willems van Kraaienstein, geb. ca. 1460, overl. na 1500, weduwe van Jan van Slingeland (achtraad en schepen van Dordrecht) en dochter van Aernt Willemsz. van Kraaienstein en Fije N.48 Kinderen: 1. AREND, volgt IV. 9. DAMMAS, overl. 1541, priester en deken van de Grote Kerk, kanunnik in 1535.49 3. ALIDA, huwde Marten Screvels, schepen van Dordrecht.

41 Mathijs Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 293. 42 C. Hoek, ‘De leenkamers van de heren van Wassenaar’, Ons Voorgeslacht 1978, p. 57-8. 43 Mathijs Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 247. 44 C. Hoek, ‘De leenkamers van de heren van Wassenaar’, Ons Voorgeslacht 1978, p. 57-8. 45 Vermeld in Mathijs Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 923, Volgens H.C. van Bakkenes, ‘Geslacht de Huyter, v. Oudheusden, v. Bruheze en Quarebbe’, Navorscher 1874, p.114 (die geen bron geeft) is de echtgenoot van Elisabeth van Bruhesen Cornelis v. d. Velde Dammasz., burgemeester in 1490, gestorven 1530. 46 Mathijs Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 145; vgl C. Sigmond, ‘De geslachten Van Slingeland(t) in Dordrecht en het baljuwschap Zuid-Holland in de 14de en 15de eeuw’, De Nederlandsche Leeuw 2001, kol. 571. 47 C. Hoek, ‘De leenkamers van de heren van Wassenaar’, Ons Voorgeslacht 1978, p. 58. 48 C. Sigmond, ‘De geslachten Van Slingeland(t) in Dordrecht en het baljuwschap Zuid-Holland in de 14de en 15de eeuw’, De Nederlandsche Leeuw 2001, kol. 571. 49 Mathijs Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 88, 923. IV. AREND CORNELISZ. VAN DER MIJLE (Arnout), geb. Dordrecht ca. 1501, overl. Dordrecht voor 31-7-1580.50 Schildknaap, heer van der Mijle, Dubbeldam, en 22 juni 1564 van St. Anthonispolder (na de dood van zijn vrouw),51 herhaaldelijk burgemeester van Dordrecht tussen 1541 en 1572, vader van Klooster Mariënborn in 1550, hinderde de beeldenstorm in 1566. Bracht in 1570 tien anabaptisten op de brandstapel. Geadeld bij adelsbrief van Philips II, 15 december 157052; de brief verleent adeldom en het recht de naam en het wapen Van der Myle te voeren aan Arent en "zijn kinderen ende naecomelingen, mans ende vrouwen persoonen gebooren ende die gheboren sullen worden in wettelicke huwelicke." Beleend met land te Mijnsherenland, met de helft van de ambachtsheerlijkheid van Kijfhoek, met het recht van visserij en vogelarij in het land van Pieter Dammasz. in het ambacht Oistbarendrecht, het schoutambacht Hodenpijl en drie percelen land aldaar. Arend huwde rond 1520 met Cornelia van Alblas (geb. ca. 1495, overl. Dordrecht 3 juni 1564),53 dochter van Jan en Maria Adriaensz. de Joede. Kinderen: 54 1. MARIA, volgt V. 2. CORNELIS, overl. 1605, baljuw van Strijen (1556). Hij huwde (1) Catharina Joachimsdr. Hoppers, en (2) Adriana Jacobusdr. van der Does. 1. ADRIAEN, geb. 1538, overl. 16 juli 1590.55 Hij huwde Magdalena van Egmond van Nijenburg, overl. 1593. 2. JOHAN, overl. Antwerpen 1609, huwde (1) Agatha van der Burg uit Zierikzee, en (2) Christina Huygensdr. van Blijenburg, overl 1601.56

V. MARIA VAN DER MIJLE, geb. ca. 1520, overl. voor 21 juni 1577; ambachtsvrouwe van Hodenpijl. Zij huwde met Albrecht van Loo (geb. ‘s Gravenhage 28 november 1519,57 overl. Brussel in maart 1573),58 zoon van Gerrit en Margiete van Beest van Heemskerk. Albrecht was eerst auditeur van de Rekenkamer in ’s Gravenhage, later ‘Commies van 's Konings finacien’ te Brussel, onder meer belast met het innen van de Tiende van Alva. Hij was beleend te Voorburg, Delft, Ruiven, Wateringen en ‘s Gravenhage. In Brussel woonde hij in het huis De Struys in de Gulden Straat, naast het huis De Keyser.59 Kinderen:60 1. AELBRECHT, overl. voor 24 juni 1621. 2. CATHARINA, Zie verder stamreeks Van den Eynde-Wennekes (bijlage 5) onder V. 9. CORNELIS, overl. na 1607, voor 1619.61 4. GERRIT, testeert 1581.

50 J.C. Kort, ‘Repertorium op de lenen van de hofstede Noordeloos 1453-1666’, Ons Voorgeslacht 1980, p. 264. 51 J.C. Kort, ‘Repertorium op de lenen van de hofstede Strijen, 1290-1650’, Ons Voorgeslacht 1979, p. 47. 52 Anon., ‘Koning Philips veredelt Arend Corneliszoon van der Myle en zijne nakomelingen’, Algemeen Nederlandsch Familieblad 1883 nr. 60 p. 2-3; J. Belonje, ‘Het ambacht van de Mijle met zijn leenkamer’, Hollandse Studiën 3, 1972, p. 167-9. 53 Haar overlijdensdatum wordt soms foutief als 3 juli gegeven, maar haar weduwnaar neemt haar land in Alblas na haar dood over, al op 2 juli 1564; vgl. J.C. Kort, ‘Repertorium op de lenen van de hofstede Noordeloos 1453- 1666’, Ons Voorgeslacht 1980, p. 264. 54 Zij had volgens Mathijs Balen 15 kinderen, waarvan de meesten jonggestorven zijn; vgl. M. Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 920. 55 Doodsbericht in M. Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 287-8. 56 M. Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht, Dordrecht 1677, p. 924. 57 Volgens egodocument Gerrit van Loo, overgenomen in M.O., ‘Cranenbroeck’, Navorscher 1890 p. 123; en in F. Bontekoe en J.C. Kutsch Lojenga, ‘De Van Loo’s in de omgeving van Rembrandt’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1981, p. 158-60. Voor het voorgeslacht van Albrecht van Loo zie ook: H.P. Fölting, ‘De Landsadvocaten en Raadpensionarissen der Staten van Hollend en West-Friesland I’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1973, p. 312 ff. 58 F. Bontekoe en J.C. Kutsch Lojenga, ‘De Van Loo’s in de omgeving van Rembrandt’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1981, p. 165. 59 Rechterlijk Archief Hof van Holland inv. nr. 336:310, fol.91v-92, idem 347, fol. 151v-154v 60 Lijst van kinderen ontleend aan de genealogie Van der Mijle in S. Van Leeuwen, Batavia Illustrata, ’s Gravenhage 1685, p. 1015. 61 C. Hoek, ‘Repertorium op de lenen van de hofstad te Hontshol’, Ons Voorgeslacht 1972, p. 215. 5. WILLEM, testeert 1575. 6. MARIA, overl. na 1632, huwde Johan van den Eynde, zoon van Jacob en Isabeau van Nieuwland. 10. ARENT, overl. na 1641, voor 1643 (testeert 1642), huwde Leiden 158462 Hester van Aylva, dochter van Jan (Tyaert) en Arents tante Hester van Loo.63 In 1584 onder voogdij van zijn zwagers Jacob van den Eynden en Dirck van Leeuwen van Leyden.64 8. HILLEGONDA, overl. voor 1596, huwde Dirck Adriaensz. (van Leyden) van Leeuwen (geb. ca. 1549, overl. 20 april 1596), zoon van haar oom Adriaen. 11. MARGARETHA, overl juli 1599, huwde voor 1585 met Johan Ruysch, heer van Pijlsweert (overl. 1595).65 10. CORNELIA, overl. 16 september 1607, huwde Woerden 1589 met Willem Bardesius (geb. 1563, overl. 8 mei 1619), heer van Warmenhuizen, burgemeester van Amsterdam. 12. DAMAS, minderjarig in 1584; onder voogdij van zijn zwagers Jacob van den Eynden en Dirck van Leeuwen van Leyden. 66 13. ANNA CORNELIA, vermeld in 1575.67 14. JACOB, geboren voor 1550, overleden 1619/20, waarschijnlijk een bastaard. Deurwaarder te Harlingen in 1586.68 Hij huwde met (1) Rijkje Jans van Borrendamme (geb. ca. 1553, overl. ca. 1592); met (2) rond 1593 Maayke Eilertsdochter (geb. ca. 1571, overl. ca. 1598); en (3) in 1603 met Jantien van Boelema (overl. ca. 1642), weduwe van eerst Mr. Menno Broersma en later Mr. Hero Joachimi.

62 Volgens M. Thierry de Bye Dólleman en C.C. van Valkenburg, ‘Twee oude Haarlemse geslachten, Van Loo en Loo’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1979, p. 116, moet dit zijn: Haarlem 28 januari 1597. 63 Anon., ‘Geslacht van Loo’, Navorscher 1865, p. 216. 64 M. Thierry de Bye Dólleman en C.C. van Valkenburg, ‘Twee oude Haarlemse geslachten, Van Loo en Loo’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1979, p. 116. 65 J. Belonje, ‘Een bastaard Van Arkel?’, De Nederlandsche Leeuw 1972, kol. 154; L.H.J.M. van Asch van Wijck, ‘Geslacht Ruysch’, Navorscher 1880, p. 621; E.B.F.F. Wittert van Hoogland, ‘Bijdrage tot de geschiedenis der Uttechtse Ridderhofsteden en Heerlijkheden, X: Pijlsweert’, Genealogische en Heraldische Bladeren 1913, p. 167. 66 M. Thierry de Bye Dólleman en C.C. van Valkenburg, ‘Twee oude Haarlemse geslachten, Van Loo en Loo’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1979, p. 116. 67 F. Bontekoe en J.C. Kutsch Lojenga, ‘De Van Loo’s in de omgeving van Rembrandt’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1981, p. 166. 68 F. Bontekoe en J.C. Kutsch Lojenga, ‘De Van Loo’s in de omgeving van Rembrandt’, Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie 1981, p. 149-57.