Geschiedschrijving Als Opdracht

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Geschiedschrijving Als Opdracht Geschiedschrijving als opdracht Abel Herzberg, Jacques Presser en Loe de Jong over de jodenvervolging Conny Kristel bron Conny Kristel, Geschiedschrijving als opdracht. Abel Herzberg, Jacques Presser en Loe de Jong over de jodenvervolging. Meulenhoff, Amsterdam 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kris004gesc01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / Conny Kristel 7 Woord vooraf Wie een boek schrijft over de jodenvervolging heeft veel uit te leggen. Wanneer ik de afgelopen jaren vertelde waar ik mee bezig was, vroeg menigeen verbaasd en nieuwsgierig hoe ik tot dit onderwerp gekomen was. Vervolgens voelden mensen die de oorlog min of meer bewust hebben meegemaakt zich vrijwel altijd geroepen mij deelgenoot te maken van hun herinneringen aan de oorlogsjaren. Leeftijdgenoten - ik werd geboren in 1955 - reageerden opvallend vaak ongeduldig of zelfs geprikkeld. Sommigen van hen legden me uit dat ook niet-joden geleden hebben onder de oorlog. Anderen meenden dat er inmiddels wel genoeg over het lot van de joden was geschreven. Nu krijgt elke contemporain historicus te maken met uitgesproken meningen en opvattingen van tijdgenoten. Maar het lijkt me duidelijk dat het onderwerp van dit boek uitzonderlijke reacties teweegbrengt. Wat Bram de Swaan in 1965 opmerkte over de respons op Pressers Ondergang, geldt kennelijk nog steeds en ook voor mijn boek: de mensen zitten er erg mee. Dit verklaart misschien dat mij behalve naar mijn motivatie verder nauwelijks iets werd gevraagd. Mijn belangstelling voor de nasleep van de jodenvervolging dateert uit mijn studietijd. In 1987 schreef ik een doctoraalscriptie over de repatriëring van Nederlandse overlevenden uit de Duitse concentratiekampen. Nadien ben ik me blijven verdiepen in de gevolgen van de perfect georganiseerde massamoord, vooral op het leven en denken van de overlevenden. De vraag die mij bezighield was hoe zij - en niet alleen zij - zich ooit nog thuis konden voelen in een wereld, waarin bijna zes miljoen joden werden vermoord omdat de nationaal-socialisten die wereld niet langer met hen wilden delen. Gecombineerd met mijn interesse voor historiografie leidde dit uiteindelijk tot de vraagstelling voor dit boek. Mede dankzij de hulp van tal van personen en instellingen is het er ook werkelijk gekomen. Wijlen Jaap le Poole stond met zijn niet-aflatende betrokkenheid en behulpzaamheid aan de wieg van het project. Dankzij zijn bemiddeling kon ik bij de Stichting Fonds Familie Van Conny Kristel, Geschiedschrijving als opdracht 8 Beek een beurs aanvragen. Deze was in feite een startsubsidie, die mij in staat stelde het project van de grond te krijgen. Andere financiële ondersteuning ontving ik van de Stichting Februari 1941 en de Stichting voor Historische Wetenschappen. In een later stadium stelde het RIOD mij een kamer ter beschikking. Hiervoor ben ik het instituut - in de persoon van de toenmalige directeur C.M. Schulten - vanzelfsprekend zeer dankbaar. Gezien de nauwe verwevenheid van het onderwerp van dit boek met het RIOD hecht ik eraan te verklaren dat ik inzage heb gekregen in alle stukken die ik wilde zien, en dat de tekst in volkomen vrijheid tot stand is gekomen. Tevens ben ik dank verschuldigd aan mijn promotor J.C.H. Blom, die in de eindfase bovendien directeur van het RIOD werd. Hij was van meet af aan enthousiast en inhoudelijk stimulerend, en heeft zich bovendien zeer ingespannen om de subsidie te verwerven die mij in de gelegenheid stelde dit boek te schrijven. Teleurstellingen op dat gebied leken hem alleen maar vastberadener te maken. Dat hij ondanks zijn drukke werkzaamheden het altijd klaarspeelde door mij ingeleverde hoofdstukken binnen enkele dagen van commentaar te voorzien heb ik zeer gewaardeerd. Daarnaast was mijn goede vriend en collega Peter Romijn, die de totstandkoming van het boek van nabij en op de voet heeft gevolgd, al die jaren uitzonderlijk belangstellend en ondersteunend. Zijn commentaar op eerdere versies van hoofdstukken was steeds waardevol. Hij was niet de enige collega die het schrijven tot een periode maakte waaraan ik goede herinneringen bewaar. De eerste versie werd geschreven in de dependance van het RIOD op de Herengracht 346. De bewoners van de tweede verdieping vormden samen een bijzondere gemeenschap. Behalve Peter Romijn waren Mireille Berman en Geraldien von Frijtag Drabbe Künzel collega's met wie ik mij gelukkig prees. Geraldien heeft niet alleen het hele manuscript van nuttig commentaar voorzien, maar ook onmisbare morele steun verleend. Begin 1997 betrok ik in de nieuwe behuizing van het RIOD met Julika Vermolen een kamer. Daar heeft Julika mijn preoccupatie met bewonderenswaardige gelijkmoedigheid en collegialiteit verdragen. Bovendien had ik het voorrecht in Meulenhoff een betrokken uitgever te vinden. Ik vond iedereen met wie ik daar in de loop der tijd te maken kreeg, erg aardig en efficiënt. Maarten Asscher stimuleerde het project vrijwel vanaf het begin en voorzag het manuscript van commentaar. De samenwerking met Tilly Hermans heb ik niet in de laatste plaats door haar enthousiasme en geduld als zeer plezierig ervaren. Ook San- Conny Kristel, Geschiedschrijving als opdracht 9 dra Heerma van Voss ben ik dankbaar voor haar inzet. De dienstverlening van F.J. Hoogewoud van Bibliotheca Rosenthaliana en van de medewerkers van het Centraal Archievendepot van het Ministerie van Defensie was buitengewoon. Vrijwel alle collega's van het RIOD boden mij op enig moment in de afgelopen jaren de helpende hand. René Kok hielp bij de selectie van de foto's en het speuren naar bepaalde archiefstukken, René Kruis bij het samenstellen van de bronnen- en literatuurlijst, Johannes Houwink ten Cate liet mij profiteren van zijn kennis van zaken op het gebied van de Joodse Raad en Dick van Galen Last las een eerdere versie in haar geheel. Ook Herman Cohen, Evelien Gans en Frank van Vree waren op verschillende manieren behulpzaam. Voor publicatie heb ik het manuscript besproken met L. de Jong, die enkele kritische kanttekeningen plaatste, en M.C. Brands, die de biografische schets van Presser van commentaar voorzag. Ik dank hen beiden. In de laatste fase las Ido de Haan het gehele manuscript; voor zijn grondige aanpak en opbouwende kritiek ben ik hem dankbaar. Ten slotte waren Salomons betrokkenheid-op-afstand en onverwoestbaar vertrouwen in de onderneming onmisbaar. Amsterdam, januari 1998 Conny Kristel, Geschiedschrijving als opdracht 11 1. Inleiding Het startschot voor het verzamelen van documentatie over het nationaal-socialisme viel in 1933. In hetzelfde jaar waarin Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam werd in Amsterdam het Jewish Central Information Office opgericht. Initiatiefnemer was de Duitse arabist Alfred Wiener (1885-1964), die voordat hij uitweek naar Nederland secretaris-generaal was van de Zentralverein deutscher Staatsbürger jüdischen Glaubens. Hij benaderde David Cohen (1882-1967), hoogleraar oude geschiedenis en voorzitter van het Comité voor Joodse Vluchtelingen, met het voorstel een informatiebureau in het leven te roepen. Wiener werd de directeur en Cohen voorzitter van deze organisatie. Op 1 februari 1934 begon het kantoor formeel zijn werkzaamheden in de Sarphatistraat, waar de medewerkers hun intrek namen in een hotelkamer. Hiermee was Amsterdam de geboorteplaats van het eerste instituut in Europa dat zich ten doel stelde documentatie te verzamelen over de vervolging van de joden in Wieners vaderland om gedocumenteerd tegen het fascisme te kunnen waarschuwen. De werkzaamheden werden gefinancierd door het Comité voor Joodse Vluchtelingen.1 In verband met de toenemende oorlogsdreiging werd het kantoor, dat inmiddels zeventien medewerkers telde, in 1939 overgebracht naar Londen. Het werd officieel heropend op 1 september 1939, de dag van de Duitse inval in Polen die het begin van de Tweede Wereldoorlog inluidde. De afdeling die zich ging bezighouden met nationaal-socialisme en fascisme werd genoemd naar de eerste directeur en medeoprichter: de Wiener Library. Dankzij contacten met Amerikaanse joodse organisaties wist Wiener zich ook in de oorlogsjaren te verzekeren van een constante toevloed van materiaal, en voorzag hij de Engelse regering van waardevolle informatie over de activiteiten van de nazi's. Het initiatief van Wiener was een voorbode van de doorbraak van de contemporaine geschiedbeoefening als volwaardig genre, die na de Tweede Wereldoorlog zijn beslag zou krijgen.2 Politiek en moreel engagement zou daarin naast wetenschappelijke analyse een belangrijke, zij het niet onomstreden, rol blijven spelen. Conny Kristel, Geschiedschrijving als opdracht 12 Alfred Wiener met vrienden en collega's van de Wiener Library. Van links naar rechts: Susanne en Werner Rosenstock, Ilse Wolff, Alfred Wiener, Eva en Hans Reichmann. Na de oorlog breidde de bibliotheek haar werkterrein uit tot de gehele hedendaagse geschiedenis, met een accent op zaken als totalitaire bewegingen, racisme en vluchtelingen. De Wiener Library groeide uit tot de grootste verzameling ter wereld van boeken, tijdschriften, kranten en documenten over het nationaal-socialisme en het fascisme. De historicus Walter Laqueur volgde Wiener in 1964 op als directeur van wat nog steeds een particuliere bibliotheek was. In 1974 kwam een overeenkomst tot stand met de Universiteit van Tel Aviv, die de bibliotheek voorlopig uit de rode cijfers hield. Toen in 1980 nog geen geldschieter was gevonden, verhuisde een belangrijk deel van de collectie naar Tel Aviv.3 In Londen bleef een substantieel gedeelte achter als onderdeel van het Institute of Contemporary
Recommended publications
  • QNF V5 Proef 4.1 2
    no. 5 spring 2001 QUALITY NON-FICTION FROM HOLLAND FOUNDATION FOR THE PRODUCTION Special Issue: AND TRANSLATION OF DUTCH th LITERATURE 20 Century Classics Singel 464 nl6-61017 aw2Amsterdam contained brief biographical sketches of more than 150 tel+631 206620662661 fifteenth and sixteenth-century Dutch and Flemish painters. Three quarters of a century later there fol- fax 6 6 6 6 + 31 20 620 71 79 lowed a most original book by Rembrandt’s pupil [email protected] Samuel van Hoogstraeten, the Inleyding tot de Hooge website www.nlpvf.nl Schoole der Schilderkonst (Introduction to the High School of Painting; 1678). Arnold Houbraken’s De groote schouwburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen (The Great Theatre of Dutch Painters; 1718- 1721) was a sequel to Mander’s book, as entertaining as Which tradition can be said to lie at the root of the it was informative. With his account of nearly a thou- books we have been presenting as the best Netherlands sand Dutch painters of both sexes he set the tone for non-fiction over the past four years? Everyone knows generations of art collectors. A modern classic in the the historian Johan Huizinga who achieved world history of Dutch art, finally, is Bob Haak’s Hollandse renown with his The Waning of the Middle Ages (1919), schilders in de Gouden Eeuw (Dutch Painters in the but even Huizinga had important predecessors. Golden Age; 1984), a lavishly illustrated book by a lead- From the end of the sixteenth century, Dutchmen could ing connoisseur. be found crossing the oceans. Their travel books con- Erasmus and Spinoza, the most important philosophers veyed a vivid picture of the life of seafarers, but above the Netherlands has produced, admittedly wrote in all they had a lasting influence on the European view of Latin, but left an indelible impression on Dutch litera- the outside world.
    [Show full text]
  • Otives and Impediments in Describing War Memories: the Tragedy of the Jews
    171 HENRY SCHOGT, UNIVERSITY OF TORONTO M;otives and impediments in describing war memories: the tragedy of the Jews / . Although the number of Dutch people killed discrimination, persecution, deportation and in the Second World War is less than a third extermination - but therefore dangerous, of the number of people who died in the city because it tends to simplify and devalue and to of Leningrad alone, where the official death invite making unjustified comparisons. So toll of the blockade surpasses 600,000, the when I use the term, it only refers to the scars that the war left are equally deep in both uniquely gruesome tragedy of the Jews in the places, and in both places there is constant Second World War. preoccupation with the war years. But there the resemblance ends. Whereas Leningrad was It is not easy to classify the extensive literature never .occupied ... by the Germans, the that deals with the fate of the Dutch Jews (or Netherlands went through five years of Jewish Dutchmen), nor can one always German rule. During those years there were separate literary and non-literary works. many deeds of aggression and injustice Moreover, there are a great number of novels perpetrated by the occupying forces, but one about the war years in which the persecution stood out above all others in its of the Jews and the onderduik (hiding) are incomprehensible cruelty and brutality: the mentioned but are not the major theme, such extermination of the Jews. Of the 200,000 as Simon Vestdijk's Pastorale 19431• It would Dutch·war victims, halfwere Jews.
    [Show full text]
  • This Cannot Happen Here Studies of the Niod Institute for War, Holocaust and Genocide Studies
    This Cannot Happen Here studies of the niod institute for war, holocaust and genocide studies This niod series covers peer reviewed studies on war, holocaust and genocide in twentieth century societies, covering a broad range of historical approaches including social, economic, political, diplomatic, intellectual and cultural, and focusing on war, mass violence, anti- Semitism, fascism, colonialism, racism, transitional regimes and the legacy and memory of war and crises. board of editors: Madelon de Keizer Conny Kristel Peter Romijn i Ralf Futselaar — Lard, Lice and Longevity. The standard of living in occupied Denmark and the Netherlands 1940-1945 isbn 978 90 5260 253 0 2 Martijn Eickhoff (translated by Peter Mason) — In the Name of Science? P.J.W. Debye and his career in Nazi Germany isbn 978 90 5260 327 8 3 Johan den Hertog & Samuël Kruizinga (eds.) — Caught in the Middle. Neutrals, neutrality, and the First World War isbn 978 90 5260 370 4 4 Jolande Withuis, Annet Mooij (eds.) — The Politics of War Trauma. The aftermath of World War ii in eleven European countries isbn 978 90 5260 371 1 5 Peter Romijn, Giles Scott-Smith, Joes Segal (eds.) — Divided Dreamworlds? The Cultural Cold War in East and West isbn 978 90 8964 436 7 6 Ben Braber — This Cannot Happen Here. Integration and Jewish Resistance in the Netherlands, 1940-1945 isbn 978 90 8964 483 8 This Cannot Happen Here Integration and Jewish Resistance in the Netherlands, 1940-1945 Ben Braber Amsterdam University Press 2013 This book is published in print and online through the online oapen library (www.oapen.org) oapen (Open Access Publishing in European Networks) is a collaborative initiative to develop and implement a sustainable Open Access publication model for academic books in the Humanities and Social Sciences.
    [Show full text]
  • Ers'oonlijkheden
    ers'oonlijkheden Doeko Bosscher Abel Ja ob Herzberg >- In aeze aflevering van Persoonlijkheden verklaart Doeko Bosscher zijn bewondering voor het werk van de Joodse schrijver Abel Herzberg en diens wil om de mens in al r- zijn facetten te begrijpen. Voor wie koestert een mens fascinatie? In mijn geval voor iemand die ogen opent en tot denken aanzet; tot het heroverwegen van standpunten. Omdat hij een origineel denker was, in alles wat hij schreef goed voor een paar nieuwe gezichtspunten, koester ik hoge achting voor Abel J. Herzberg. Mijn respect geldt voor hem als auteur (toneel, poëzie en proza) en als rolmodel voor iedereen die, op zoek naar de kern van het begrip humani­ teit, in waarheid wll proberen te leven. Dergelijke lieden zijn dun gezaaid. Hun bijzondere talent, hun genie, blijkt mee tal pas in omstandigheden die hen dwingen het beste naar boven te laten komen. Herzberg zou zelf de eerste zijn, zoals hierna wel blijkt, om het belang van omstandigheden voor de ontdekking van zijn eigen gaven te erkennen. Hij was een typische structuralist, die mens en context uit elkaar hield. De mens is niet; hij wordt gemaakt. Herzberg was naast een heleboel andere dingen ook zionist, een woord dat bij mij (kind van de jaren zestig) altijd negatieve associaties wekte vanwege de vernedering van de Palestijnen, die met de nederzettingenpolitiek op de Westbank gepaard ging. Zionisme, dat was dan wel oorspronkelijk een reactie op allerlei kwalijke vormen van discriminatie en vervolging en was als zodanig goed te begrijpen, maar stelde het in de latere praktijk niet het ene onrecht voor het andere kwaad in de plaats? Ik vond (en vind) het bestaansrecht van Israël binnen veilige grenzen even vanzelfsprekend als de aanspraak van de Palestijnen op erkenning van hun rechten.
    [Show full text]
  • Anne Frank, the Young Diarist from Amsterdam, May Be
    “Poor devils” of the Camps Dutch Jews in Theresienstadt, 1943–19451 Anna Hájková nne Frank, the young diarist from Amsterdam, may be the best-known victim of the Holocaust.2 Her diary breaks off with the capture of the Jews hiding at 263 Prinsengracht Street, and, with the termination of the diary, Anne Frank Ais as good as dead. Anne’s incarceration in Auschwitz-Birkenau and later in Bergen-Belsen, where she died seven months after her arrest, are often presented as a footnote to her story.3 This treatment of Anne Frank’s last seven months is symptomatic of the story of the Dutch Jews once they were deported outside of the Netherlands; this topic has been widely neglected in large parts of the historiography of the Holocaust of Dutch Jewry.4 Many scholars of the 1 This article was a long time in the making, and I am extremely grateful to many colleagues and friends for their help, advice, support, and reading and commenting along the way. Among others, I’d like to thank Guido Abuys, Merav Amir, Doris Bergen, Hubert Berkhout, Hartmut Kaelble, the late René Kruis, Anna Manchin, Jaroslava Milotová, Ted Muller, the late Miloš Pojar, Corinna Unger, and Lynne Viola; and the many people who in 2001 were so helpful and generous talking with me about their Terezín experience. 2 On Anne Frank as the point of departure for an important new history of the Ho- locaust in the Netherlands, see Katja Happe, “Die Geschichte der Judenverfolgung in den Niederlanden: Schwerpunktsetzungen innerhalb eines neuen Projekts” in Krijn Thijs und Rüdiger Haude, eds., Grenzfälle: Transfer und Konflikt zwischen Deutschland, Belgien und den Niederlanden im 20.
    [Show full text]
  • The German Exile Literature and the Early Novels of Iris Mur- Doch
    University of Szeged Faculty of Arts Doctoral Dissertation The German Exile Literature and the Early Novels of Iris Mur- doch Dávid Sándor Szőke Supervisors: Dr. Zoltán Kelemen Dr. Anna Kérchy 2021 Acknowledgements I have a great number of people to thank for their support throughout this thesis, whether this support has been academic, financial, or spiritual. First of all, I would like to thank my supervisors, Dr Zoltán Kelemen and Dr Anna Kérchy for their unending help, encouragement and faith in me during my research. Their knowledge about the Holocaust, 20th century English woman writers and minorities has given exceptional depth to my understanding of Murdoch, Steiner, Canetti and Adler. The eye-opening essays and lectures by Dr Peter Weber about the Romanian painter and Holocaust survivor Arnold Daghani’s time in England provided a genesis for this thesis. Had it not for him, I would not have thought about putting Murdoch’s thinking in the context of Cen- tral European refugee literature and culture during and after the Second World War. This thesis owes much to the 2017 Holocaust Conference in Szeged (19 October) and the 2019 International Holocaust Conference in Halle (14-16 November). I would like to express my gratitude to the March of the Living Hungary, the Holocaust Memorial Centre Budapest, the Memory Point of Hódmezővásárhely, the synagogues of Szeged and Hódmezővásárhely, Professor Werner Nell (Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg), Professor Thomas Bremer (Martin-Luther-Universität Halle-Wittenberg), Professor Sue Vice (University of Shef- field), and Dr Zoltán Kelemen for making these events possible. During my PhD, as part of the Erasmus ++ programme I spent an entire year at Martin- Luther-Universität Halle-Wittenberg, where I made a great deal of research about the German coming to terms with the past.
    [Show full text]
  • Download Download
    http://www.ucalgary.ca/hic • ISSN 1492-7810 2012/13 • Vol. 10, No. 1 Translating David Koker’s Diary Holocaust Remembrance Day Conference Munk Centre for Global Affairs, University of Toronto 29 January 2012 Michiel Horn David Koker, At the Edge of the Abyss: A Concentration Camp Diary, 1943-1944, ed. Robert Jan van Pelt, trans. Michiel Horn and John Irons ((Evanston, IL: Northwestern University Press, 2012). Three years ago, when Robert Jan van Pelt, an architectural and Holocaust historian at the University of Waterloo, asked me whether I would translate the diary of David Koker, I had never heard of David or his diary, or so I told him. I subsequently found out that I was wrong. Both had come within my ken four decades earlier, but I had taken no notice. In the early 1970s I read the University of Amsterdam historian Jacob (Jacques) Presser’s two-volume work Ondergang (1965), the history of the persecution and destruction of the Jews of the Netherlands 2 History of Intellectual Culture, 2012/13 during the years of German occupation. (Presser’s work was translated into English by Arnold Pomerans and appeared in an abridged version as Ashes in the Wind in the United Kingdom in 1968, and as The Destruction of the Dutch Jews in the United States in 1969.) Presser, who in the late 1930s had taught David at the Vossiusgymnasium, an elite secondary school in Amsterdam, mentions his former pupil and the diary more than once. Later I must have come across David’s name in Louis de Jong’s multi-volume history of the Netherlands during the war (Het koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog, 1969ff.), which I began to read in 1971.
    [Show full text]
  • 6 Exploring Roots, Pursuing Mission 28 Each Other General Council 2012 General Council 2012
    courrier correo 2012 / 2 &3 www.mwc-cmm.org courier Conférence Mennonite Mondiale Mennonite World Conference Congreso Mundial Menonita Koinonia—the gift we hold 2 together The leadership 4 model of Jesus Four Commissions, 11 one heartbeat Service and mission 14 networks join hands Cradling Anabaptism in 16 Europe today People and 26 faces of MWC Praying for 6 Exploring roots, pursuing mission 28 each other General Council 2012 General Council 2012 Koinonia —the gift we hold together Thomas R. Yoder Neufeld Photo by Merle Good What does it mean for member churches of Rebecca Osiro of Kenya shares a chuckle with Linda Shelley of the United Mennonite World Conference to share an Anabaptist States at the May General Council sesssions in Switzerland. Shelley was identity? What is the value of Anabaptist “tradi- one of 30 volunteer and staff interpreters who made the sessions tion”—and what does that word mean in a global accessible in French, Spanish and Portuguese. context? What are our Anabaptist understandings of mission and fellowship? Three years ago, the newly appointed Faith and Life Commission was asked to produce three papers that could be used in helping MWC communities reflect on such questions. The papers were presented to the MWC General Council in May (see pages 6–12 for reports): “A Holistic Understanding of Fellowship, Worship, Service, and Witness from an Anabaptist Perspective” by Alfred Neufeld Friesen of Paraguay; “Revisiting Our Vision: The Anabaptist Vision,” by Hanspeter Jecker of Switzerland; and “Koinonia — The Gift We Hold Together” by Tom Yoder Neufeld of Canada. The papers are being edited into a final form as teaching resource.
    [Show full text]
  • The Holocaust, Israel and 'The Jew'
    NIOD STUDIES ON WAR, HOLOCAUST, AND GENOCIDE Ensel & Gans (eds) The Holocaust, Israel and ‘the Jew’ ‘the and Israel Holocaust, The Edited by Remco Ensel and Evelien Gans The Holocaust, Israel and ‘the Jew’ Histories of Antisemitism in Postwar Dutch Society The Holocaust, Israel and ‘the Jew’ NIOD Studies on War, Holocaust, and Genocide The series encompasses peer-reviewed scholarly work on the impact of war, the Holocaust, and genocide on twentieth-century societies, covering a broad range of historical approaches in a global context, and from diverse disciplinary perspectives. Series Editors Peter Keppy, Ingrid de Zwarte, Conny Kristel and Karel Berkhoff The Holocaust, Israel and ‘the Jew’ Histories of Antisemitism in Postwar Dutch Society Edited by Remco Ensel and Evelien Gans Amsterdam University Press Cover illustration: Graffiti on the poster of the musical ‘Yours, Anne’ in the Valkenburger- straat – incidentally the street which in the old Jewish Quarter of Amsterdam intersects the Anne Frank Straat (photo: Thomas Schlijper / Hollandse Hoogte, 2 January 2011) Cover design: Coördesign, Leiden Typesetting: Crius Group, Hulshout Amsterdam University Press English-language titles are distributed in the US and Canada by the University of Chicago Press. isbn 978 94 6298 608 4 e-isbn 978 90 4852 702 1 (pdf) doi 10.5117/9789462986084 nur 689 © Remco Ensel & Evelien Gans / Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2017 All rights reserved. Without limiting the rights under copyright reserved above, no part of this book may be reproduced, stored in or introduced into a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means (electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise) without the written permission of both the copyright owner and the author of the book.
    [Show full text]
  • Western Europe
    Western Europe Anglo-Jewry Since World War II GROWTH IN NATIONAL IMPORTANCE and a decline in number; a heightened self-consciousness and a loss of identity; a deepening of religious fervor and a fragmentation of religious institutions; a proliferation of educational facilities and a widespread indifference to things Jewish—all these paradoxes characterize the postwar evolution of British Jewry. The immediate postwar period set the scene for all later developments. Wartime evacuation and dispersal initiated a movement away from city centers to the suburbs and beyond. The struggle of the late 1940s to establish and support Israel, often in conflict with the Labour government's policy, foreshadowed the later much closer identification with Israel. The reduced hierarchical structure of postwar Britain, itself in part a product of wartime dislocation, facilitated the entry of Jews into new occupational and social spheres. The wider diffusion of wealth and enhanced living standards gave opportunity to Jewish entrepreneurs in building, entertainment, publishing, the consumer-oriented industries, and the professions. The educational expansion, initiated during the war, likewise created openings for the intellectual and academic on an unprecedented scale. The Anglo-Jewish community of the late 1970s is recognizably the heir to that of the late 1940s—but it is also recognizably different. Demographic Decline One outstanding feature is a demographic decline, though it is only since the 1960s, when the Board of Deputies established a statistical and demographic unit —itself a sympton of unease—that the measure of decline can be ascertained. Whereas members of the community occupy leading positions in many spheres of the arts, sciences, and politics, demographers forecast that, in the foreseeable future, the Jewish population may fall to 225,000, compared with the 410,000 currently estimated.
    [Show full text]
  • Central Europe
    Central Europe Federal Republic of Germany Domestic Affairs AN POLITICAL AND ECONOMIC terms, 1984 was relatively stable, al- though not without its share of troubling events. On the economic front, the gross national output rose by 2.6 percent, while the cost-of-living increase—2.4 percent —was the lowest since 1969. Unemployment, however, stood at 9 percent. The slight upward trend of the West German economy was slowed by lengthy strikes during the second quarter of the year. A scandal involving high government officials plagued the government of Chan- cellor Helmut Kohl throughout much of the year, producing considerable public unrest. Investigations by a parliamentary committee and the public prosecutor led to allegations of bribery, influence peddling, and tax evasion involving the huge Flick industrial concern and major political figures. West German economics minis- ter Otto Graf Lambsdorff resigned in June, just before being indicted for accepting bribes from Flick to arrange tax waivers. (He was succeeded by his Free Democratic party colleague Martin Bangemann.) Bundestag president Rainer Barzel resigned in October, in the wake of similar accusations. (Philipp Jenninger, also a Christian Democratic leader, was elected his successor in November.) Court proceedings were initiated against other leading personalities, in business as well as politics. In connection with public criticism of Flick's substantial political payoffs, spokes- men for Nazi victims and anti-Nazi groups recalled that the Flick concern had made large donations to the Nazi party and had refused to pay indemnity to World War II slave laborers. In May former mayor of West Berlin and Christian Democratic leader Richard von Weizsacker was chosen as the sixth president of the Federal Republic, succeed- ing Karl Carstens, who had been elected in 1979.
    [Show full text]
  • Representations of the Holocaust in Texas World
    REPRESENTATIONS OF THE HOLOCAUST IN TEXAS WORLD HISTORY TEXTBOOKS FROM 1947 TO 1980 by RYAN NOLAN ABT Presented to the Faculty of the Graduate School of The University of Texas at Arlington in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of MASTER OF ARTS IN HISTORY THE UNIVERSITY OF TEXAS AT ARLINGTON MAY 2015 Copyright © by Ryan Nolan Abt 2015 All Rights Reserved ii Acknowledgements I first thank my patient and encouraging wife, Maggie, who spurred me toward this accomplishment and without complaint accepted the difficulties to which seeking it led. She encourages me and I am the better man for having her. I thank my mother for her diligence in editing the entire work and for her positivity in doing so. To all my family I extend thanks for their support in this endeavor. From my very early time at the University of Texas at Arlington, Dr. Thomas Adam has been an encourager, a mentor, and a firm motivator. His work with me has made me who I am as a scholar and has taught me so very much in the way that I approach the discipline of history. I have found my time in his class and working through my thesis to be of the greatest value. I also appreciate the great time and effort of Dr. Andrew Milson and Dr. Steven Reinhardt. Without their work on my behalf, I would not have succeeded in accomplishing this goal. When I consider how much I have developed in the past few years, I cannot help but thank all those professors whose classes I attended while at UTA.
    [Show full text]