<<

Jaarverslag 2019 Stichting Openbaar Basisonderwijs

‘Zin in school’

Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Bestuursnummer 41579

TOELICHTING COLLEGE VAN BESTUUR

Dit is het jaarverslag 2019 van Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden (hierna te noemen STWT). Met het jaarverslag leggen wij verantwoording af over het gevoerde beleid, de behaalde resultaten en vanzelfsprekend ook de financiële gang van zaken.

Het jaar 2019 was een bewogen jaar. In het voorjaar van 2019 ontvingen wij het rapport van het bestuurlijk inspectiebezoek; voor de kwaliteit van ons onderwijs kregen wij een ‘goed’. De energie van ons nieuwe Strategisch Beleidsplan was voelbaar; de schoolteams hebben de stem aan de leerkracht verder uitgewerkt in de schoolplannen. Maar door het steeds nijpender wordende lerarentekort kwam het onderwijs op onze scholen gaande 2019 onder druk te staan. Het zijn immers de leerkrachten, daarbij ondersteund door bijvoorbeeld onderwijsassistenten en intern begeleiders, die de kwaliteit van het onderwijs bepalen. Door het lerarentekort kwam die kwaliteit steeds meer onder druk te staan.

De noodzaak om anders te kijken naar de organisatie van het onderwijs werd groter en groter. Tegelijkertijd groeide de werkdruk alsmaar verder. Steeds meer medewerkers waren vooral aan het overleven en konden geen denkruimte meer vrij maken om terug te keren naar de bedoeling van het onderwijs en van daaruit bekijken hoe dat onderwijs eventueel anders ingericht kan worden; hoe personeel anders ingezet kan worden, hoe andersoortig personeel ingezet kan worden, hoe het onderwijs gestut kan worden.

We moesten ‘islands of sanity’1 inrichten en dat hebben we gedaan. In december hebben we gedurende een week al onze scholen gesloten; de zogenaamde WOK-week: de Week van de Onderwijskwaliteit. Al onze zestien scholen trokken zich terug op een ‘island of sanity’ en stapten – onder begeleiding van deskundige procesbegeleiders – in een denkproces om gezamenlijk oplossingen te bedenken voor het hoog houden van onze onderwijskwaliteit in tijden van crisis. Met deze week hebben we ook een statement kunnen maken naar de maatschappij; wij geven onderwijs, wij geven les; maar als er niets gebeurt, worden we steeds meer kinderopvang. De volgende generatie, de kinderen van nu, onze leerlingen, zullen de prijs hiervan betalen met een lager opleidingsniveau. Dit statement is aangekomen, de ‘WOK-week’ kreeg veel aandacht in de pers, gesprekken met de politiek volgden, de maatschappij werd geïnformeerd. We kregen ontzettend veel steun van het overgrote deel van de ouders en van organisaties en individuen die zich aanmeldden om hun steun (in werk) aan te bieden. In 2020 werken we deze contacten verder uit en gaan we de verschillende denkrichtingen die de zestien scholen zijn ingeslagen, concreet uitwerken.

We sloten het jaar 2019 af met een positief resultaat van € 793.001,00 terwijl we een tekort van € 1.516.098 hadden begroot. Het verschil wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door extra inkomsten als gevolg van afspraken in de cao po 2019 – 2020. Deze inkomsten hebben we in het najaar 2019 ontvangen en worden in februari 2020 uitgekeerd in de salarissen van onze medewerkers. Het positieve resultaat wordt tevens veroorzaakt door meevallende huisvestingskosten; de bijdragen die we voor onze nieuwbouwscholen (prudent) hadden begroot, bleken volledig te passen in de gemeentelijke vergoeding.

Amsterdam, 20 mei 2020, Joke Middelbeek, bestuurder

1 Margareth Weatley – Who do we choose to be – 2017 ; islands of sanity; ruimte en rust creëren om denkprocessen op gang te brengen.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 2 TOELICHTING RAAD VAN TOEZICHT

De Raad van Toezicht (hierna te noemen RvT) van STWT kiest voor een brede taakopvatting. Dat uit zich in een proactieve werkwijze met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs binnen onze stichting.

De RvT vergaderde in 2019 acht keer. Onze reguliere vergaderingen hebben wij thematisch ingericht. Zo hebben wij uitvoerig stilgestaan bij onder meer de lerende organisatie, kwaliteitsbeleid, maatwerk in het onderwijs en de evaluatie van ons eigen functioneren. Het bestuurlijk inspectierapport (met het oordeel ‘goed’ voor de onderwijskwaliteit) is besproken alsmede onze rol als toezichthouder als het gaat over de kwaliteit van het onderwijs in de lerende organisatie. Tijdens een ‘vrije’ vergadering in oktober hebben we gesproken over de kwaliteit van ons onderwijs in relatie tot het lerarentekort, de strategie van het bestuur hierin en over het besturingsmodel.

Vanzelfsprekend hebben ook het jaarverslag (2018), de begroting (2020) en het Strategisch Beleidsplan (2019 – 2023) een belangrijke plek in onze vergaderingen gehad. De accountant die wij hebben aangewezen, heeft aan ons verslag uitgebracht over de jaarverslag. Wij hebben goedkeuring gegeven aan de bestuurder om de bovenstaande documenten vast te stellen. Op basis van het jaarverslag, de begroting en de financiële rapportages hebben we geconcludeerd dat de onderwijsmiddelen rechtmatig zijn verworven en doelmatig en rechtmatig zijn bestemd en aangewend. Maar vanzelfsprekend ging dit jaar onze meeste aandacht uit naar het lerarentekort. In het najaar hebben we een extra vergadering ingelast over het voornemen om de scholen één week te sluiten (de ‘WOK-week’; Week van de Onderwijskwaliteit). We hebben unaniem het besluit van de bestuurder ondersteund.

De RvT spreekt regelmatig met betrokkenen binnen de stichting. Dit om ‘feeling’ te houden met de organisatie. Zo hebben toezichthouders in 2019 een goed deel van de scholen bezocht. Een vertegenwoordiging van de RvT woonde dit jaar eenmaal een vergadering van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) bij. Daarnaast hebben we in 2019 als voltallige RvT gesproken met de voltallige GMR. We spraken over de rol van de GMR en RvT in een lerende organisatie, over het lerarentekort en de noodzaak tot het anders organiseren en inrichten van het onderwijs. Ook organiseerden we een bijeenkomst met externe stakeholders van de stichting, zoals het voortgezet onderwijs, de kinderopvang, huiswerkorganisaties, cultuur- en welzijnsorganisaties en andere buurtorganisaties. We bespraken de mogelijkheden tot samenwerking. Ook informeel spreken de voorzitter en de leden waar mogelijk met medewerkers van de stichting, bijvoorbeeld bij recepties, presentaties en openingen. Hiermee wordt benadrukt dat de RvT, hoewel formeel toezichthoudend, ook onderdeel is van de ‘lerende’ gemeenschap.

Daarnaast besteden wij continu aandacht aan deskundigheidsbevordering van de afzonderlijke leden en van de RvT in haar geheel. De leden zijn lid van de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen) en de Raad hanteert de code Goed bestuur van de PO Raad. Sinds oktober 2019 hebben we een tijdelijke trainee toezichthouder toegevoegd aan onze RvT; om van en met elkaar te leren. Vanuit de RvT is een remuneratiecommissie ingericht die het functioneren van de bestuurder evalueert en beoordeelt. Hiervoor spreekt de commissie met diverse gremia binnen de stichting.

Tot slot, omdat een goede communicatie belangrijk is om goed en proactief toezicht te kunnen houden, overleggen de voorzitter van de RvT en de bestuurder regelmatig met elkaar.

Hans Nooren, Voorzitter Raad van Toezicht

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 3 Inhoud

TOELICHTING COLLEGE VAN BESTUUR ...... 2 TOELICHTING RAAD VAN TOEZICHT ...... 3 1. INLEIDING ...... 5 2 VERSLAG VAN ONZE ACTIVITEITEN IN 2019 ...... 6 2.1 LERARENTEKORT; BRON VAN VERNIEUWING ...... 7 2.2 ZIN IN SCHOOL; WAT HEBBEN LEERLINGEN NODIG ...... 9 2.3 WAT VRAAGT DAT VAN ONS ONDERWIJS ...... 9 2.4 WAT HEBBEN LEERKRACHTEN NODIG? ...... 12 2.5 SAMENWERKING MET OUDERS & ANDERE STAKEHOLDERS ...... 16 2.6 ORGANISATIE EN LEIDERSCHAP ...... 18 2.7 OPTIMALISERING BEDRIJFSPROCESSEN/ONS HUIS OP ORDE ...... 20 3. ORGANISATIE ...... 29 4. HET JAAR 2019 – VERSLAG VAN ONZE FINANCIEN ...... 32 4.1 HET RESULTAAT 2019 ...... 32 4.2 DE CONTINUÏTEITSPARAGRAAF ...... 35 4.3 RISICOMANAGEMENT ...... 40 4.4 TREASURY-VERSLAG ...... 43 4.5 KENGETALLEN ...... 43 JAARREKENING 2019 ...... 44 KENGETALLEN ...... 45 Grondslagen en waarderingen ...... 46 BALANS NA RESULTAATBESTEMMING ...... 53 STAAT VAN BATEN EN LASTEN ...... 54 RESULTAATVERDELING ...... 55 KASSTROOMOVERZICHT ...... 56 TOELICHTING OP DE BALANS ...... 57 Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa...... 63 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN ...... 65 WNT: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector...... 70 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM ...... 72 TEKENPAGINA ...... 73 CONTROLEVERKLARING ...... 74 BIJLAGEN ...... 78

BIJLAGE 1. OVERZICHT VAN FUNCTIES, NEVENFUNCTIES EN ROOSTER VAN AFTREDEN RAAD VAN TOEZICHT ...... 78 BIJLAGE 2. OVERZICHT AFKORTINGEN ...... 81 BIJLAGE 3. BESTEDING WERKDRUKMIDDELEN 2019 ...... 82 BIJLAGE 4. VERANTWOORDING MIDDELEN PASSEND ONDERWIJS ...... 83 BIJLAGE 5; VERANTWOORDING INZET MIDDELEN PRESTATIEBOX ...... 84

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 4 1. INLEIDING

Inleiding; de vijf disciplines van de lerende organisatie STWT ontwikkelt zich als een lerende gemeenschap. Dat betekent dat we werken in de geest van Peter Senge2 en volgens de vijf disciplines van de lerende organisatie. De verankering van deze disciplines en daarmee de lerende organisatie in onze stichting behoren tot de prioriteiten van ons bestuur. We noemen de vijf disciplines hieronder en lichten met voorbeelden toe hoe we die in onze stichting hebben uitgewerkt:

Gemeenschappelijke visie: een lerende organisatie heeft een sterke gemeenschappelijke visie. De visie schetst een toekomst waarin de medewerkers zich herkennen en stimuleert de medewerkers om hier gezamenlijk invulling aan te geven. Medewerkers handelen dan vanuit een sterke intrinsieke motivatie in plaats vanuit volgzaamheid.

Ons nieuwe Strategisch Beleidsplan (2019 – 2022) is opgesteld door een team van leerkrachten en intern begeleiders (onze ‘toekomstbouwers’) waarbij input van alle scholen is opgehaald en verwerkt. De strategische ambities zijn vervolgens – in samenspraak met onder meer directies, bestuur en Raad van Toezicht – verwerkt in een videoscribe genaamd ‘zin in school’. In 2019 hebben vervolgens alle scholen hun schoolplan gemaakt, waarin zij hebben opgenomen hoe de ambities uit ‘zin in school’ inhoud krijgen op de scholen, in de klassen, bij de leerlingen. De financiële vertaling daarvan is opgenomen in de schoolbegrotingen. In de stichtingsbegroting worden de ambities die op bestuursniveau of door de scholen gezamenlijk (bovenschools) worden uitgevoerd beleidsmatig en financieel opgenomen.

Persoonlijke meesterschap; hierbij doelt Senge op de zelfkritische en zelf reflecterende medewerker. Een medewerker die zich bewust is van zijn incompetentie en onwetendheid. En zich er juist daarom altijd van bewust is dat hij/zij zichzelf verder moet ontwikkelen. Persoonlijk meesterschap staat aan de basis van de lerende organisatie. Immers de grenzen van de lerende organisatie worden bepaald door het leervermogen van de individuele medewerkers.

Teamleren; om als organisatie te leren is het noodzakelijk dat het leren niet alleen in individueel verband maar ook in teamverband plaatsvindt. Alleen door met elkaar in dialoog te gaan over de vaak verborgen basisveronderstellingen (van elkaar en die van de organisatie) is het mogelijk om vooroordelen te herkennen en los te laten. En zal de organisatie echt gaan leren.

STWT ontwikkelt zich – steeds meer – als lerende gemeenschap; we zetten sterk in op persoonlijk meesterschap en teamleren. Dit doen we onder meer in onze STWT-Academie (met workshops, netwerkbijeenkomsten en opleidingen voor – en op onderdelen gegeven door – onze eigen medewerkers) en door initiatieven van medewerkers binnen het project Waaghalzen (zie pag 13) een kans tot ontwikkeling te geven. Ons STWT-Web (intranet) maakt deze verbinding ook digitaal mogelijk.

Mentale modellen: organisaties en medewerkers moeten zich ervan bewust zijn dat zij met een gekleurde bril naar ‘de werkelijkheid’ kijken. In een lerende organisatie wordt continu onderzoek gedaan naar de verborgen basisveronderstellingen (denkbeelden) die aan het handelen van de medewerker en de organisatie ten grondslag liggen. Om vervolgens deze te bediscussiëren en indien nodig bij te stellen.

Systeemdenken: de vijfde voorwaarde voor een lerende organisatie is het denken in systemen. Medewerkers moeten beseffen dat een organisatie en haar omgeving een complex geheel is van factoren die elkaar beïnvloeden en van elkaar afhankelijk zijn. En dat daarmee de organisatie continu in beweging is. De essentie

2 Peter Senge; Amerikaanse wetenschapper op het gebied van organisatiekunde

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 5 van leren systeemdenken is het ontdekken van onderlinge relaties tussen deze factoren om vervolgens van dit inzicht gebruikt te maken en het systeem te beïnvloeden.

De vijfde discipline verbindt de eerste vier disciplines. Senge geeft daarmee aan dat de eerste vier disciplines in samenhang ontwikkeld moeten worden. Systeemdenken staat aan de basis van elke vorm van ontwikkelen en veranderen. Datzelfde principe geldt ook voor organisaties. Een organisatie is één systeem en moet als dusdanig ook als één geheel en dus in samenhang aangestuurd worden.

Het werken vanuit mentale modellen en in systemen betekent voor ons dat we werken aan een professionele cultuur waarin we steeds beter leren in te zoomen op een probleem en vervolgens weer uit te zoomen om het grotere geheel te zien. Vanuit dat groter geheel kun je beter tot een oplossing komen. We kijken met een open vizier, zijn nieuwsgierig naar de ander, willen niet zozeer overtuigen, maar waarderen de toegevoegde waarde van een andere mening. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld in werken vanuit samenhang; met ouders, met partners in de wijk en in netwerken, maar ook in het organiseren van feedback in het kader van ons kwaliteitsbeleid en het streven naar en waarderen van diversiteit.

Vanaf het schooljaar 2018 - 2019 verzorgt de bestuurder tweemaal per jaar workshops over de disciplines van de lerende organisatie. De workshops zijn bedoeld voor nieuwe directeuren en staf- en GMR-leden en voor geïnteresseerden.

Visie, kernwaarden en ambities We hebben onze gezamenlijke visie, kernwaarden en ambities geformuleerd in een videoscribe/Strategisch Beleidsplan 2019 – 2023. Dit Strategisch Beleidsplan is in 2019 vastgesteld door het College van Bestuur (hierna te noemen CvB) met goedkeuring van de RvT en een positief advies van de GMR en is de leidraad voor ons handelen.

Onze ambities zijn onderverdeeld in vijf deelgebieden: 1. Wat hebben leerlingen nodig? 2. Wat vraagt dat van ons onderwijs? 3. Wat hebben leerkrachten nodig? 4. Samenwerking met ouders & andere stakeholders 5. Organisatie en leiderschap

Deze ambities gelden voor alle scholen en het bestuurskantoor.

2 VERSLAG VAN ONZE ACTIVITEITEN IN 2019 Met dit jaarverslag leggen we verantwoording af over onze activiteiten in 2019 en over de besteding van onze middelen, inclusief de begrote investeringen/onttrekkingen aan de reserves.

Voor het jaar 2019 was een tekort € 1.516.098 begroot, gericht op investeringen in duurzame huisvesting, maatregelen om het lerarentekort op te vangen en investeringen in onderwijskwaliteit. Het tekort wordt gefinancierd door dit ten laste van de reserves te brengen. De door een doelmatig financieel beleid ontstane reserves worden zo naar beneden bijgesteld en ingezet ten behoeve van het onderwijs. Het jaar 2019 sloten we uiteindelijk af met een positief resultaat van € 793.001. Zoals al in het voorwoord vermeld heeft dit te maken met meevallende huisvestingslasten en extra inkomsten vanwege het cao-akkoord in het najaar van 2019. In dit hoofdstuk geven we aan wat de uitgaven zijn geweest per beleidsvoornemen uit de begroting voor 2019. In hoofdstuk 4 lichten we onder meer toe op welke onderdelen is over- of onderschreden ten opzichte van de begroting. In de jaarrekening zelf (pag. 41) zijn de kosten verspreid over de diverse rubrieken (zoals kosten externe inhuur, materiële kosten, kosten vervanging personeel, kosten nascholing, etc.). We spreken bij de diverse onderdelen van dit jaarverslag over stafpersoneel en bovenschools personeel. Stafpersoneel is personeel dat belast is met schoolbestuurlijke- en werkgeverstaken, zoals de

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 6 personeelsadministratie, financiële administratie, aanstellingen, klachtenprocedures, verzuimbegeleiding. Bovenschools personeel is belast met taken die in principe door de scholen zelf moeten worden uitgevoerd maar efficiënter in gezamenlijkheid kunnen worden uitgevoerd. Denk daarbij aan gezamenlijk opleiden in de school, ondersteuning bij subsidieaanvragen en -verantwoording, ondersteuning bij communicatie met ouders.

2.1 Lerarentekort; bron van vernieuwing We hebben in 2019 meerdere maatregelen genomen om het lerarentekort op te vangen en tegen te gaan.

Extra inzet op zij-instroomtrajecten Voor 2019 hadden we ons voorgenomen om het aantal zij-instroomtrajecten uit te breiden van zeven (augustus 2018) naar zestien. De personele lasten van zij-instromers3 worden door de scholen zelf gedragen binnen de schoolformatie. De kosten voor onder meer begeleiding (door ons bovenschools opleidingsteam), opleiding, studieverlof en assessment worden bovenschools gedragen. (Zie ook verder op pag. 7, opleidingsteam.) De zij-instromers krijgen één dag studieverlof, deze dag wordt bovenschools bekostigd. Hiervoor hadden we in 2019 een bedrag van € 200.000 bestemd. Dit bedrag is niet volledig besteed in 2019, omdat een goed deel van de uitbreiding pas gerealiseerd kon worden bij de start van het nieuwe schooljaar (augustus). Uiteindelijk waren er in 2019 totaal dertien zij-instromers bij ons aangesteld (een deel daarvan zat al in een zij-instroomtraject en een deel is in 2019 begonnen aan het 1e jaar). De realisatie van de bovenschoolse kosten voor 0.2 fte studieverlof per zij-instromer is € 118.520. De kosten voor begeleiding zijn onderdeel van het bovenschools opleidingsteam, voor de kosten voor opleiding en assessment ontvangen we subsidie.

Extra inzet op opleiden leerkrachten Ons bovenschools opleidingsteam is verantwoordelijk voor de begeleiding van stagiaires van de Pabo, zij- instromers en startende leerkrachten. Vanwege de focus op het opleiden van leerkrachten zijn er meer stagiaires en meer zij-instromers op onze scholen aangesteld en hebben we voor ons opleidingsteam een uitbreiding begroot van 2,45 fte in 2018 naar 3,0 fte in 2019; de personele lasten van dit OPLIS team worden bovenschools gedragen. De gerealiseerde werkzaamheden en kosten van ons opleidingsteam staan beschreven op pag. 14.

In 2019 waren er veertien zij-instromers werkzaam op verschillende scholen binnen STWT. Naast het begeleiden van de zij-instromers coacht ons opleidingsteam ook de praktijkbegeleiders op de scholen om de dagelijkse begeleiding in de groep bij te sturen en te optimaliseren. In dat kader hebben we aan het begin van dit schooljaar ook twee informatiebijeenkomsten voor de praktijkbegeleiders en de betreffende directeuren georganiseerd.

Daarnaast is ons opleidingsteam ook steeds meer aangehaakt bij het begeleiden van aankomende zij-instromers in het voortraject. Deels wordt dit door de gemeente (het Schoolbureau) verzorgd, maar het afgelopen jaar zijn ook via andere routes zij-instromers binnengekomen. Het is hierbij belangrijk om een inschatting te maken van de slagingskans van een mogelijk zij-instroomtraject. Dit alles is en blijft maatwerk en een goede afstemming met de scholen en begeleidende leerkrachten is hierbij essentieel.

Extra inzet op instroom: statushouders in het onderwijs In 2019 zijn we met een nieuw initiatief begonnen om statushouders met een onderwijsachtergrond op te tot onderwijspersoneel binnen onze scholen. Het afgelopen jaar zijn na een selectieprocedure tien kandidaten van start gegaan. Deze kandidaten hebben we een traject aangeboden dat bestond uit een combinatie van training in het Nederlands onderwijs, taaltraining en een stageplek in de klas. Van de tien kandidaten is er één begonnen als onderwijsassistent op één van onze scholen en één is uitgestroomd naar een plek in het voortgezet onderwijs. De

3 Een zij-instromer is iemand die beschikt over een getuigschrift hbo of wo en niet de reguliere lerarenopleiding heeft afgerond, maar een apart zij-instroomtraject volgt. Zij-instromers worden onderworpen aan een geschiktheidsonderzoek, waarna zij bij een positieve uitslag direct voor de klas mogen staan. De zij-instromer dient vervolgens binnen twee jaar een bekwaamheidsonderzoek met goed gevolg af te sluiten om een lesbevoegdheid te behalen.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 7 acht overgebleven kandidaten hebben de wens en de potentie om leraar de worden in het basisonderwijs. In 2020 hervatten we de opleiding van deze deelnemers. De gemeente Amsterdam is een financiële partner in het traject. Totale kosten van het traject bedroegen in 2019 € 110.593. Hiervan neemt de gemeente de helft voor haar rekening. De andere helft € 55.296 bekostigen onze scholen gezamenlijk (bovenschools). Deze kosten waren niet begroot.

Extra inzet op instroom: ambtenaren voor het Onderwijs In het kader van het lerarentekort heeft de gemeente Amsterdam een pilot in het leven geroepen: “Ambtenaren voor het Onderwijs”. De gemeente stelt kosteloos voor één dag per week voor een periode van vier tot zes maanden haar ambtenaren beschikbaar voor het onderwijs. De achtergrond van deze ambtenaren is verschillend. Sommige ambtenaren hebben een onderwijsbevoegdheid en overwegen een carrièreswitch te maken naar het onderwijs. We hebben 32 ambtenaren toegewezen gekregen, het overgrote deel hiervan is geplaatst op onze scholen.

Extra inzet om huidige medewerkers aan ons te binden Een belangrijk speerpunt is om onze leerkrachten een carrièreperspectief te bieden dat beter bij deze tijd past: flexibel en meer maatwerk. In dit kader zijn we in het schooljaar 2018 – 2019 begonnen met een pilot genaamd ‘een stapje harder’. Deze pilot is bedoeld voor alle leerkrachten die zich sneller willen ontwikkelen in hun bekwaamheid en daardoor (indien nog mogelijk) extra stappen zetten binnen de huidige functieschaal. In het jaar 2019 hebben vijf deelnemers het traject ‘een stapje harder’ met succes doorlopen. De kosten hiervoor worden op schoolniveau gedragen. Dit heeft tot gevolg dat er € 22.500 extra personele lasten zijn gerealiseerd.

Huisvesting leerkrachten Door de betrokkenheid van de gemeente Amsterdam is het sinds 2018 mogelijk voor leerkrachten om in voorkomende gevallen voorrang te krijgen voor passende (betaalbare) huisvesting. Dit geldt voor zowel nieuw aan te stellen leerkrachten als reeds aangestelde leerkrachten. In 2019 zijn 100 jongerenwoningen en 30 middeldure huurwoningen met voorrang beschikbaar gesteld voor Amsterdamse leraren. Ook nu neemt de gemeente verschillende initiatieven om woningen met voorrang beschikbaar te stellen voor Amsterdamse leraren. Vanaf 2020 is een nieuwe voorrangsregeling – ook voor het middensegment – opgesteld.

Reiskostenregeling Onze reiskostenregeling hebben wij vanaf het schooljaar 2017 – 2018 – voorlopig met financiële ondersteuning van de gemeente Amsterdam – verhoogd. De bruto kosten hiervoor (€ 335.117 op jaarbasis) zijn in de personele lasten op schoolniveau opgenomen. Van de gemeente Amsterdam ontvangen we jaarlijks € 55.400 aan subsidie voor de regeling. Momenteel is het nog geen vaste subsidieregeling van de gemeente en dus wordt jaarlijks beoordeeld of de subsidieregeling kan worden verlengd. Voor het schooljaar 2019 – 2020 is dit het geval.

WOK-week: Week van de Onderwijskwaliteit Van 9 december tot en met 13 december 2019 hebben alle scholen van STWT deelgenomen aan de Week van Onderwijskwaliteit (WOK). Deze week hebben we in het leven geroepen uit noodzaak; als gevolg van het nijpende lerarentekort konden we de kwaliteit van het onderwijs niet meer waarborgen. Het oordeel ‘goed’ dat we van de inspectie van het onderwijs hebben gekregen, willen we handhaven. Leerkrachten ervoeren hun werkdruk als onaanvaardbaar hoog, waardoor zij op de scholen geen ruimte meer konden creëren om na te denken over ‘out of the box-oplossingen’. Tijdens de WOK-week zijn de scholen een week lang de uitdaging aangegaan om denkrichtingen te ontwikkelen voor de problemen die ze ondervinden in het onderwijs. Elke school heeft individueel dit proces doorlopen met begeleiding van externe procesbegeleiders omdat we ‘uniciteit vieren’ en onze zestien scholen verschillen in problemen die ze tegenkomen en dus verschillende oplossingen zochten. Voorafgaand de WOK-week is een bovenschools crisisteam gevormd. Dit team bestond uit medewerkers van het stafbureau, een crisiscommunicatiemanager (extern) en een projectmanager (extern). In de voorbereiding is een MeeDenkDiner voor ouders georganiseerd en hebben lokale maatschappelijke organisaties steun betuigd door kinderactiviteiten te organiseren. Al met al heeft de week geresulteerd in meer dan 60 media-uitingen, honderden steunbetuigingen, gesprekken met de minister van Onderwijs en de

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 8 onderwijswoordvoerders in de Tweede Kamer, nieuwe samenwerkingsvormen, nieuwe collega’s en desalniettemin zestien unieke denkrichtingen. De kosten voor de WOK-week bedroegen € 116.623. Deze kosten waren niet begroot en worden ten laste gebracht van onze innovatiereserve.

De overschrijding van € 116.623,- wordt ten laste gebracht van de innovatiereserve.

2.2 zin in school; wat hebben leerlingen nodig De uitwerking van ‘wat leerlingen nodig hebben’ vindt bij uitstek plaats in de schoolplannen. De resultaten worden ook op schoolniveau verantwoord in de schoolgidsen. In deze paragraaf geven wij daarom alleen de gerealiseerde inzet van staf-/bovenschools personeel weer.

Ondersteuning op onderwijskundig beleid In 2019 heeft onze bovenschoolse adviseur voor onderwijsbeleid de scholen ondersteund bij het aanvragen van onderwijssubsidies, bij de ontwikkeling van innovatief onderwijsbeleid en bij de ontwikkeling van passend onderwijs. Deze inzet van de adviseur onderwijsbeleid wordt voor een deel ‘bovenschools’ bekostigd (door de scholen gezamenlijk) en voor een deel bestuurlijk (STAF) vanwege de bestuurlijke verantwoordelijkheid om kwaliteitsbeleid op te stellen en te monitoren. Deze inzet wordt vanuit de staf bekostigd. Daarnaast hebben scholen ook financiële ondersteuning gekregen bij de verantwoording van de onderwijssubsidies (0,2 fte). De inzet was hetzelfde als in 2018.

2.3 Wat vraagt dat van ons onderwijs Als duidelijk is wat leerlingen nodig hebben, kunnen scholen inhoud geven aan hun onderwijs. Waarbij de volgende vijf onderwerpen als basis dienen:

- pedagogisch klimaat – pedagogiek voor didactiek, - relatie, autonomie en competentie, - individuele groei in eigen tempo, - brede ontwikkeling, dagelijkse aandacht voor muziek, cultuur, natuur en bewegen, - ICT inzet tbv onderwijs.

Ook de uitwerking hiervan vindt bij uitstek plaats in de schoolplannen. In deze paragraaf geven wij daarom alleen de realisatie van bovenschools beleid weer en de inzet van staf-/bovenschools personeel/middelen.

Pedagogisch klimaat – pedagogiek voor didactiek In onze STWT academie hebben we leergangen en workshops opgenomen over pedagogisch tact en leiderschap (zie pag. 13).

Individuele groei in eigen tempo; SPRING HIGH In 2016 hebben wij samen met Esprit Scholen Spring High opgericht, een school die onderwijs aanbiedt in een doorgaande leerlijn van PO naar VO. Er staat een vast team leerkrachten (STWT) en docenten (Esprit Scholen) dat verantwoordelijk is voor het onderwijsaanbod en gezamenlijk werkt aan de doorgaande leerlijnen. De school is in 2017 begonnen met leerlingen van 10 tot 16 jaar (groep 7 – klas 4). Per schooljaar 2019 – 2020 is de school uitgebreid met de groepen 1 t/m 6. De ontwikkeling van het aantal basisschoolleerlingen op Spring High valt tegen. Eind 2018 gaven wij aan te sturen op de werving van nieuwe basisschoolleeftijd leerlingen. Eind 2019 kunnen wij vaststellen dat de instroom aandacht blijft vragen.

Overzicht aantal basisschoolleerlingen op Spring High: Schooljaar Aanvang Eindstand 2017 / 2018 33 33 2018 / 2019 32 34

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 9 2019 / 2020 38 Lopend

Leerlingen in de basisschoolleeftijd zijn (tot ze formeel ‘overstappen naar het VO-deel) leerlingen van STWT, leerlingen in de middelbare schoolleeftijd tellen mee als leerlingen van de Esprit Scholengroep. Om de ontwikkeling van deze nieuwe vorm van onderwijssamenwerking, de inrichting van de school en de voorfinanciering van de groei in leerlingenaantal mogelijk te maken, hadden we in de begroting van 2017 bepaald dat de school gedurende drie jaar haar begroting mag overschrijden. Voor 2019 was dat een bedrag van € 265.000,- De realisatie over het boekjaar 2019 is € 181.654,-

Deze overschrijding wordt bovenschools gedragen en ten laste gebracht van de innovatiereserve. Vanzelfsprekend monitoren we het leerlingenaantal in relatie tot de kosten voor 2020 en in 2020 maken we afspraken met Esprit Scholengroep over een financieel zelfstandige leerlijn.

De overschrijding van € 181.654 wordt ten laste gebracht van de innovatiereserve.

Individuele groei in eigen tempo zichtbaar gemaakt Spring High heeft – om de individuele groei in eigen tempo inzichtelijk te maken – een volgsysteem voor gepersonaliseerd leren ontwikkeld. Dit curriculum volgsysteem (Maius) is een systeem waarin alle onderwijsdomeinen vertaald zijn naar concrete leerdoelen. Deze worden verdeeld in blokken. Kinderen tonen op verschillende manieren aan of een doel behaald is. Dit bewijs kan verschillende vormen hebben: een werkstuk, een foto van een uitgewerkte rekensom, een gesprek met de leerkracht. Daarmee houden zowel de leerkrachten als leerlingen zelf zicht op de voortgang van de leerlijn. Het systeem groeit mee met Spring High en zal uiteindelijk de gehele doorgaande leerlijnen van 4 tot 18 gaan beslaan. Rond hun 14e of 15e jaar kunnen kinderen, mede op basis van Maius, een vervolgroute kiezen. Het Maius volgsysteem kan als voorbeeld dienen voor de andere scholen binnen onze stichting.

Brede ontwikkeling; dagelijkse aandacht voor muziek, cultuur, natuur en bewegen: Innovatie en implementatie Wetenschap en Techniek (W&T) In 2017 – 2018 hebben we een begin gemaakt met het aanbieden van een ‘leerlijn voor W&T’ binnen de STWT Academie. Voor 2019 hadden we € 20.000 bestemd voor continuering van dit aanbod en voor de versterking van het netwerk van scholen/leerkrachten dat handen en voeten geeft aan W&T in de scholen. Dit budget is niet besteed. Scholen geven op eigen wijze vorm aan Wetenschap en Techniek, veelal ingebed in de methoden voor wereldoriëntatie. Daarnaast maken scholen gebruik van externe aanbieders van ‘techniek-workshops' zoals bijvoorbeeld die van de Maakplaats 021.

Verwijzing naar Voortgezet Onderwijs De basisschool formuleert het VO-advies voor haar leerling in februari op basis van de ontwikkeling van de leerling. Onze scholen hebben extra aandacht voor een goed geformuleerd en onderbouwd advies, dat naar de gehele ontwikkeling van een leerling kijkt en niet alleen naar de cognitieve- en basisvaardigheden. Scholen zijn alert op de mogelijkheid van onbewuste ‘onderadvisering’ en gebruiken de aanbevelingen uit het onderzoek van het Kennisplatform Integratie & Samenleving (mei 2019) om ‘onderadvisering’ te voorkomen. Jaarlijks doen alle leerlingen in Nederland een eindtoets. Mocht het advies naar aanleiding van de eindtoets hoger zijn dan het schooladvies, dan volgt een heroverweging van het schooladvies.

Onze scholen maken gebruik van verschillende eindtoetsen. Vier scholen gebruiken de IEP-toets, één school gebruikt de Route 8, één school de AMN-toets, één school de DIA en de negen andere de centrale CITO eindtoets. Alle gebruikte eindtoetsen zijn gecertificeerd en toegestaan door het ministerie van OCW.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 10 Figuur 1. Verwijzing van STWT-leerlingen uit groep 8 naar het voortgezet onderwijs

Individuele groei in eigen tempo; Passend Onderwijs Passend Onderwijs betekent voor scholen en leraren dat ze zoveel mogelijk binnen de school of dichtbij de school ondersteuning bieden aan leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte. STWT neemt deel aan het samenwerkingsverband Passend Onderwijs van schoolbesturen voor Primair Onderwijs in Amsterdam/Diemen. In dit samenwerkingsverband kiezen we ervoor om zoveel mogelijk binnen de scholen optimale kansen voor kinderen te realiseren. Dat betekent dat de middelen van het Ministerie van OCW voor Passend Onderwijs zoveel mogelijk naar de scholen gaan. Daarnaast hebben wij in Amsterdam West samen met collega schoolbestuur Openbaar Basisonderwijs Amsterdam West Binnen de Ring (AWBR) onze krachten en expertise rond specifieke onderwijsbehoeften gebundeld in het Steunpunt Passend Onderwijs West (SPO West). Scholen van STWT en AWBR kunnen bij SPO West begeleiding in de basisondersteuning inkopen (we noemen dit de arrangementen 1 t/m 4). SPO West kent extra ondersteuning (arrangementen 5 t/m 8) toe aan de scholen. Het doel van de begeleiding is dat zoveel mogelijk leerlingen passend onderwijs krijgen op de reguliere basisscholen. Collega-stichting El Amien maakt voor haar scholen ook gebruik van de expertise en begeleiding van SPO West. Arrangement 9 wordt uitgevoerd door een speciale leraar in een speciale school. Dit arrangement houdt de verwijzing naar een school voor speciaal (basis-) onderwijs in en wordt bekostigd vanuit het samenwerkingsverband voor Passend Onderwijs Amsterdam/Diemen. Alle scholen hebben een schoolondersteuningsprofiel waarin staat op welke manier de school vormgeeft aan de basisondersteuning en welke specifieke expertise de school in huis heeft.

In 2019 hebben we – net als in voorgaande jaren – de middelen voor de basisondersteuning aan de scholen toegekend. Hiervan is 5% voor bovenschoolse coördinatie. De middelen voor de extra ondersteuning hebben we in 2019 verdeeld tussen SPO West en andere bovenschoolse bestemmingen. SPO West organiseert daarvan de individuele arrangementen (arrangementen 5 t/m 8) en de coördinatie daarvan.

De bovenschoolse middelen voor extra ondersteuning gebruikten we onder andere voor de volgende bestuursbrede projecten: - Begeleiders Passend Onderwijs, werkzaam voor SPO-West - Ondersteuning aan nieuwkomers en vluchtelingen; - Groepsarrangementen voor onder meer hoogbegaafde leerlingen; - Professionalisering internbegeleiders, onder meer op het gebied van dyscalculie.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 11

In bijlage 4 is een overzicht van de besteding van de bestuurlijke middelen voor passend onderwijs opgenomen.

In 2019 heeft het SWV subsidie aangevraagd (en ontvangen) voor de uitvoering van een stadsbreed actieplan hoogbegaafdheid. De looptijd van het actieplan is vier jaar.

Onderwijsachterstanden Vanaf schooljaar 2019 – 2020 verdeeelt het Rijk de middelen voor onderwijsachterstanden van basisscholen op een andere manier. Via de zogenoemde CBS-indicator heeft het Rijk beter in beeld op welke basisscholen de achterstandenproblematiek het grootste is. Met extra middelen kunnen bijvoorbeeld door gerichte verkleining van een klas, inzet van extra onderwijsassistenten, opleidingen voor leerkrachten de achterstanden van kinderen als gevolg van ongunstige omgevingskenmerken worden voorkomen of verkleind.

STWT ontvangt middelen voor onderwijsachterstanden. Omdat het effect van de nieuwe verdeling grote verschillen tussen scholen tot gevolg had, hebben bestuur en directies gezamenlijk besloten de verdeling te nivelleren; scholen die met de nieuwe regeling meer vergoeding ontvangen, dragen een deel daarvan af om de scholen die juist minder ontvangen te compenseren.

ICT inzet voor organisatie en voor onderwijs Voor 2019 was € 25.000 bovenschools bestemd om scholen te ondersteunen in de integratie van ICT in het onderwijsaanbod en voor de doorontwikkeling van ons STWT-web (intranet). Deze middelen kwamen bovenop de reguliere structurele middelen die we inzetten voor ICT (op school- en bestuursniveau). Het STWT-web bleek echter onvoldoende toegankelijk voor al onze scholen. We hebben daarom in 2019 een bursar4 ingehuurd om de doorontwikkeling van het STWT-web en de bovenschoolse ICT aan te sturen en uit te voeren (inclusief de maatregelen die nodig zijn vanwege nieuwe wetgeving voor de beveiliging van (digitale) gegevens). Daarnaast hebben we externe expertise moeten inhuren om onderzoek te doen naar de IT- infrastructuur van het STWT-web. De kosten hiervoor bedroegen € 85.700, waarmee we het begrote bedrag met € 60.700 hebben overschreden.

2.4 Wat hebben leerkrachten nodig? Als duidelijk is wat leerlingen nodig hebben en wat dat betekent voor het onderwijs wordt duidelijk wat leerkrachten daarvoor nodig hebben. De volgende drie onderwerpen dienen daarbij als basis:

- maatwerkaanbod gebaseerd op verschillen in ontwikkelbehoeften, - ontwikkeling pedagogiek, didactiek en ICT, - personeelsbeleid.

Maatwerkaanbod, met aandacht voor pedagogiek, didactiek en ICT In onze stichting hebben we veel aandacht voor ontwikkelen en opleiden. Hieronder worden de STWT Academie, de Waaghalzen en het bovenschools opleidingsteam nader toegelicht.

STWT Academie De STWT Academie is een ontmoetingsplaats binnen de stichting waar met en van elkaar geleerd wordt. Er zijn binnen de leernetwerken ontmoetingen met inhoudelijke thema’s en er is plaats voor netwerken, trainingen en workshops, het bovenschools opleidingsteam, innovatie en het uitvoeren van onderzoek. De STWT Academie is in eerste instantie van onze medewerkers en wordt door onze medewerkers georganiseerd. Daar waar nodig maken we gebruik van externe partners. In 2019 hebben we het accent gelegd op een krachtige ontwikkeling van netwerken, het verbreden van pedagogische tact en leiderschap in alle lagen van de organisatie. De kosten voor trainingen en leergangen zijn betaald vanuit het schoolbudget.

4 Een hoogopgeleide jonge ‘high potential’

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 12 Realisatie netwerken In het afgelopen jaar hebben de netwerken die samenkomen vanuit een gezamenlijk vakgebied zich krachtig ontwikkeld. Het lerende karakter wordt bepaald door heldere bedoelingen, een vaste structuur, ritme, ontmoetingen op de scholen en werkwijzen waarin men met en van elkaar leert. Dit geldt voor intern begeleiders, vakdocenten bewegingsonderwijs, conciërges, administratief medewerkers en Waaghalzen. Het succes wordt medebepaald doordat deze netwerken geleid worden door gedreven en ambitieuze leiders die gefaciliteerd worden (een deel bovenschools, een deel vanuit de normjaartaak). Netwerken die gevormd worden op basis van een thema (bijvoorbeeld hoogbegaafdheid, taalonderwijs, ICT) zijn minder van de grond gekomen. In 2020 bekijken we wat deze netwerken nodig hebben. De netwerkbijeenkomsten zijn in de plaats gekomen van de voormalige academiemiddagen.

Realisatie verbreding pedagogische tact en leiderschap Vanuit de visie dat pedagogisch handelen de basis vormt van onze benadering van kinderen hebben acht beginnende schoolleiders, adjuncten en teamleiders deelgenomen aan het traject ‘pedagogisch leiderschap’. Zij verdiepten zich in hun pedagogisch kompas, het benutten van het volledige potentieel van hun team en het handelen vanuit verantwoordelijkheid en moed. Daarnaast zijn in 2019 drie scholen (Vlaamse Reus, de Punt en de Burgemeester De Vlugtschool) begonnen aan een schooltraject dat in 2020 wordt voortgezet. Binnen deze scholen vormt een deelteam het leiderschap in dit traject. Met hen worden aparte bijeenkomsten georganiseerd om het pedagogische leiderschap te ontwikkelen. Er sloten twaalf deelnemers van verschillende scholen aan bij het open traject. Voor het eerst werden vijf conciërges geschoold in hun pedagogische relatie met kinderen. De trajecten worden begeleid door docenten van het NIVOZ en betaald vanuit het schoolbudget.

Pedagogische tact scholen De Horizon 2016 Huizinga 2017 Einstein 2017 2018 OMS 2018 De Punt 2019 Vlaamse Reus 2019 De Vlugt 2019 Open traject pedagogische tact 10 deelnemers 2017 – 2018 12 deelnemers 2018 – 2019

STWT-opleidingen, trainingen en leergangen Wij zien onze medewerkers als ‘leiders of meesters’ van hun eigen ontwikkeling. Daarom is de vraag vanuit medewerkers (voor hun eigen professionalisering) de basis voor het pakket aan opleidingen, trainingen en leergangen dat wij aanbieden. Door deze opleidingen binnen de STWT Academie te organiseren, dagen we hen niet alleen uit tot verdere professionalisering, maar versterkt ook het contact tussen medewerkers van onze scholen. Bij alle opleidingen vragen we hoe de medewerkers het geleerde verankeren binnen hun eigen klas/school.

Voor 2019 zijn de volgende opleidingen en leergangen gerealiseerd:

Opleiding/leergang Aantal deelnemers Pedagogisch Leiderschap 8 deelnemers Pedagogische tact 12 deelnemers Pedagogische tact conciërges 5 deelnemers

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 13 Pedagogische tact gymdocenten 16 deelnemers Lerende organisatie 6 deelnemers Leidende Leraar 18 deelnemers Mindfulness training 14 deelnemers Mindfulness opl. 3e fase 15 deelnemers Ontspannen voor de klas 8 deelnemers Bewegend rekenen 30 deelnemers Rekenen moet je doen 22 deelnemers Nederlandse Taal 2 peuters en kleuters 20 deelnemers Hoogbegaafdheid 6 deelnemers Mentorentraining OPLIS 13 deelnemers

De leergangen, trainingen en opleidingen worden in principe betaald vanuit het schoolbudget. Vanuit bovenschoolse middelen bestemden we € 15.000 voor het faciliteren van eigen medewerkers die een leergang ontwikkelen en uitvoeren en voor de leergang mindful onderwijs. De realisatie hiervan is € 8.120. De totale kosten voor de STWT Academie (inclusief coördinatie, en faciliteiten) bedroegen in 2019 € 46.912. Dat is een overschrijding van € 6.912 ten opzichte van de begroting.

STWT Waaghalzen Waaghalzen zijn leerkrachten met een creatief idee die een stap extra willen zetten. Deze Waaghalzen komen als leernetwerk vijf keer per jaar samen tijdens expeditie-sessies. Ze krijgen een budget, een aantal coachuren en tijd in de normjaartaak. Hiermee kunnen zij hun idee onderzoeken en is er ruimte om te experimenteren. In 2019 werden zes medewerkers Waaghals. Drie ambitieuze STWT-medewerkers zijn verantwoordelijk voor de algehele leiding van dit leernetwerk. Vanaf 2019 functioneren zij zelfstandig, zonder externe begeleiding. Ook medewerkers van het ABC (Amsterdamse schoolbegeleidingsdienst) kunnen aan het Waaghalzenproject deelnemen. Zij betalen daarvoor een vastgesteld tarief. Uitgewerkte innovaties worden op de scholen uitgeprobeerd en binnen de STWT Academie aangeboden. Om leren en innoveren mogelijk te maken, hadden we voor 2019 € 20.000 bestemd. De realisatie is € 36.000, omdat per abuis de kosten voor de leiding te laag waren begroot.

STWT-opleidingsteam (OPLIS) Per 1 augustus 2019 liepen in totaal 72 reguliere studenten stage op onze scholen (LIO-ers5 niet meegeteld). Dat zijn 44 studenten van de HvA/UPvA, 24 van de iPabo en vier van andere Pabo’s (Inholland, DigiPabo). Afgelopen jaar hebben we ingezet op het binnenhalen van meer LIO-studenten en dat is gelukt. In totaal zijn er twaalf LIO- studenten (het schooljaar daarvoor waren het er tien).

Vanwege het nijpende tekort aan leerkrachten is juist het opleiden van meer stagiaires en het begeleiden van nieuwe leerkrachten steeds noodzakelijker geworden. Zoals al benoemd in paragraaf 2.1 (maatregelen lerarentekort, pag. 7) hebben wij hiervoor ons opleidingsteam in 2019 uitgebreid. Er was voor 3.0 fte aan bezetting begroot en de realisatie was 3.3 fte. Dit komt mede doordat we een opleidingsplek gecreëerd hebben, gericht op bewegingsonderwijs. Hiervoor is 0.2 fte ingezet. De totale formatiekosten voor het opleidingsteam bedroegen in 2019 € 228.000.

Startende leerkrachten Vorig jaar zijn in totaal zeventien startende leerkrachten op eigen verzoek begeleid. Hieronder vielen ook de LIO- studenten die meer dan de benodigde stagedagen voor de klas stonden. Bij de meerderheid betrof het een beeldcoachtraject. Indien nodig en in het kader van maatwerk zijn sommige trajecten langer (tot twee á drie extra bezoeken + gesprekken) doorgelopen.

PABO-Studenten

5 LIO: Leraar In Opleiding

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 14 Voor het opleiden in school ontvangen we van de Pabo’s een bijdrage. We hadden in 2019 was dit een bedrag van € 43.631. Pilot iPabo Samen Opleiden (reguliere 4-jarige pabo) In het project Samen Opleiden onderzoeken we op welke manier we een nieuwe voltijdspabo kunnen creëren. Hiervoor hebben besturen in Noord-Holland (SPS2) een convenant getekend. STWT is één van de zeven schoolbesturen die samen met de iPabo in de pilot Samen Opleiden is gestapt. STWT doet mee met twee scholen (De Horizon en de 7e Montessorischool). Er worden zes pilot-studenten begeleid (voltijd 1ste jaarsstudenten). Eén schoolopleider vormt samen met een instituutsopleider van de iPabo de programmaleiding van Samen Opleiden. Dit wordt voor een deel bekostigd uit de toegekende subsidie voor aspirant opleidingsscholen. De rest financieren we met eigen middelen. De kosten hiervoor waren niet begroot en bedroegen in 2019 een bedrag van € 13.429 voor de inzet van een schoolopleider/instituutsopleider, een deel daarvan (€ 7.300) kan worden gefactureerd aan de andere schoolbesturen. Dit wordt in 2020 verrekend. De cofinanciering bedraagt € 26.600 per schooljaar en wordt in 2020 in rekening gebracht.

Zij-instromers6 – leraren van buiten het onderwijs Naast onze reguliere zij-instromers zetten we samen met de iPabo en de Hogeschool Leiden een nieuwe zij- instroom opleiding op waarmee we de opleiding en begeleiding van zij-instromers willen verbeteren. De kosten hiervoor zijn niet begroot en bedroegen in 2019 € 6.390 (voor de inzet van een IB-er en een opleider in de school, elk voor een halve dag per week).

In 2019 heeft het opleidingsteam heeft een onderzoeksvraag uitgezet naar de begeleidingsbehoefte van zij- instromers. Een vierdejaars UPvA-student (Universitaire Pabo van Amsterdam) heeft dit onderzoek gedaan en hieruit is onder meer duidelijk geworden dat – naast de begeleiding van de zij-instromer zelf – de begeleiding en training van de mentor (begeleidende leerkracht) ook essentieel zijn.

Training mentoren Afgelopen jaar heeft het opleidingsteam voor de eerste keer workshops op maat aangeboden voor mentoren. Deze workshops zijn ontwikkeld door leden van het opleidingsteam. De workshops worden tweemaal per schooljaar aangeboden (zie ook bij STWT Academie).

Professionalisering opleidingsteam In 2019 hebben drie schoolopleiders een tweedaagse scholing ‘krachtgericht coachen’ gevolgd. Daarnaast bezoeken alle schoolopleiders, in het kader van de professionalisering, de opleidersmiddagen van twee hogescholen (vier maal per jaar).

Personeelsbeleid In ons personeelsbeleid richten we ons op ‘wat leerkrachten nodig hebben’ om goed onderwijs te kunnen geven. Dat doen we vanuit onze visie op de lerende organisatie. Persoonlijk meesterschap (eigenaarschap laag in de organisatie, zelfregulering, autonomie van- en stem aan de medewerkers) en teamleren (samen ontwikkelen en opleiden) zijn vanzelfsprekend belangrijke onderdelen hierbij. En dat doen we niet alleen voor leerkrachten.

In 2019 hebben we ons – naast het van en met elkaar leren in de STWT Academie en met ons bovenschools opleidingsteam en de waaghalzen – gericht op de volgende onderdelen van ons personeelsbeleid:

Binden & boeien van medewerkers en secundaire arbeidsvoorwaarden Met het traject ‘een stapje harder’ creëren we meer carrièreperspectief voor leerkrachten die een stapje extra willen zetten (zie pag. 7 bij maatregelen lerarentekort). Op deze manier binden we medewerkers aan onze stichting. Ook werken we momenteel aan het creëren van generieke functies met verschillende rollen,

6 zij-instroomtrajecten waarin hbo- of universitair geschoolde mensen van buiten het onderwijs in twee jaar worden omgeschoold tot leraar primair onderwijs.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 15 carrièreperspectieven en ontwikkelmogelijkheden, zodat we meer recht doen aan de inzet en beloning van de diverse functiegroepen binnen onze stichting. De inrichting van dit nieuwe functiebouwwerk doen wij in samenwerking met andere schoolbesturen in de Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam. De kosten dragen we gezamenlijk vanuit de jaarlijkse contributie. Het begrote bedrag van € 10.000 is daarom niet uitgeput. Tevens hebben we een collectief fitness abonnement afgesloten waardoor onze medewerkers met korting kunnen sporten op sportlocaties in heel Nederland. Verder hebben we in 2019 een bijeenkomst georganiseerd voor senior medewerkers. Hiermee hebben we een dialoog in gang gezet om de wensen voor secundaire arbeidsvoorwaarden van deze waardevolle krachten binnen onze scholen te peilen. Samen met drie afgevaardigden uit deze groep senioren hebben we een focusgroep samengesteld om een aantal van deze voorwaarden uit te werken in 2020.

Opleiding directeuren Goede directeuren die zich met hart en ziel willen inzetten voor de kinderen in dit deel van de stad, zijn een belangrijke voorwaarde voor goed onderwijs. Talentvolle en ambitieuze medewerkers leiden we daarom op tot gekwalificeerde schoolleiders. In de afgelopen jaren hebben we samen met de andere schoolbesturen binnen de Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs een opleidingstraject ingekocht. In 2019 neemt één medewerker deel aan deze federatieve kweekvijver. Daarnaast volgen vier medewerkers een individueel opleidingstraject tot schoolleider. We hadden voor 2019 een bedrag van € 30.000 begroot. De federatieve kweekvijver wordt echter vanuit de federatiebegroting bekostigd en de individuele opleidingstrajecten worden merendeels door de scholen zelf bekostigd. De realisatie van de bovenschoolse kosten is daarom uiteindelijk € 10.000 in plaats van het begrote bedrag van € 30.000.

Opleiding Intern begeleider Op federatief niveau is besloten om gezamenlijk een tweejarige IB-opleiding aan te bieden om zodoende meer loopbaanperspectief te bieden aan leerkrachten en om in te spelen op een voorzien tekort aan intern begeleiders. Vanuit STWT hebben vijf kandidaten zich voor deze opleiding aangemeld. De kosten hiervan worden door hun school gedragen.

Coach startende directeuren Vanaf het schooljaar 2019 - 2020 zijn maar liefst zes nieuwe directeuren en drie adjunct-directeuren/teamleiders aangesteld. Vier directeuren staan aan het begin van hun loopbaan als schoolleider. Daarom hebben wij de inzet van een bovenschoolse coach voor beginnende directeuren uitgebreid. Dit is een ervaren directeur die hiervoor voor 0,6 fte beschikbaar is. Deze kosten worden bovenschools gedragen. De realisatie is € 27.500. Deze kosten waren voor 2019 niet begroot. Voor 2020 hebben we deze kosten wel in de begroting opgenomen.

Andere belangrijke resultaten van ons personeelsbeleid zijn te vinden bij paragraaf 2.7 ‘huis op orde’, pag. 20.

2.5 samenwerking met ouders & andere stakeholders Goed onderwijs geven doen we in samenwerking met de ouders van onze leerlingen en met andere stakeholders. In onze videoscribe (Strategisch Beleidsplan 2019 – 2023) worden de volgende belangrijke partners genoemd:

- ouders, - voorschool en voortgezet onderwijs, - de wijkorganisaties.

Betrokkenheid tussen ouders, thuis en school De samenwerking met ouders vindt bij uitstek plaats in de school. Daar wordt onder meer gewerkt aan educatief partnerschap door bijvoorbeeld ouderportals, effectieve (interne en externe) communicatie en ouderbijeenkomsten over diverse thema’s. Als gevolg van het lerarentekort bieden steeds meer ouders hun hulp en expertise aan om het onderwijs te stutten. En scholen maken daar ook steeds meer gebruik van. Zo zijn er ouders die workshops geven over ICT en communicatie of bijvoorbeeld geschiedenis. Daarnaast bekostigen de scholen gezamenlijk de inzet van externe gespreksleiding bij incidenten. Hiervoor was voor 2019 een bedrag van € 10.000 begroot. De realisatie bedraagt € 7.500.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 16

Samenwerking school, voorschool en voortgezet onderwijs Ook de samenwerking met voorschool en voortgezet onderwijs vindt bij uitstek plaats op school. Daar worden verbindingen gelegd, visies gedeeld en doorgaande leerlijnen opgesteld. Gezamenlijk bekostigen de scholen vanuit de bovenschoolse begroting een aantal zaken, zoals:

Sterk in Nieuw-West Samen met andere schoolbesturen voor basis- en voortgezet onderwijs in Nieuw-West werken we aan een betere aansluiting tussen PO en VO in ons deel van de stad. De deelnemende besturen delen met elkaar de kosten hiervan. STWT bekostigt dit bovenschools. In 2019 waren twee bijeenkomsten gepland waarin de ontmoeting van besturen, staf, leerkrachten en docenten centraal stond. Eén bijeenkomst is verplaatst naar het voorjaar van 2020.

Uitwisseling docenten VO en leerkrachten PO In het schooljaar 2017 – 2018 vond een pilot plaats tussen vier van onze scholen (Globe, Goeman Borgesius, Slotermeerschool en de Horizon) en het Hervormd Lyceum West, in de vorm van een uitwisseling van rekenspecialisten (van PO naar VO) en docenten Engels (van VO naar PO). Voor 2019 hadden we ons voorgenomen om een aantal bijeenkomsten te organiseren om kennis uit te wisselen op het gebied van gedifferentieerd en zelfstandig werken. Vanwege het nijpende lerarentekort en de daarmee samenhangende werkdruk komt dit soort bijeenkomsten steeds meer onder druk te staan. Er is in 2019 geen uitwisseling geweest. Wel doen de groepen voor hoogbegaafdheidonderwijs van de Horizon, samen met de onderbouw leerlingen van het Technasium van het Caland Lyceum, een gezamenlijk project over duurzame schoolgebouwen.

Doorlopende Montessori-leerlijn PO-VO Samen met een bestuur voor voortgezet onderwijs (Montessorischolen Amsterdam – MSA) en een schoolbestuur voor basisonderwijs (STAIJ) werken we samen om voor zes montessori-basisscholen en twee middelbare montessorischolen een Amsterdamse doorgaande montessorileerlijn op te zetten. Hiervoor hebben we een subsidie bij het Ministerie van OCW aangevraagd en ontvangen. In 2019 heeft de samenwerking tussen het Montessori Lyceum Amsterdam en met name de 7e Montessorischool verder vorm gekregen. De groep kinderen die de overstap naar het MLA heeft gemaakt, is intensief gevolgd door middel van interviews met hen en hun ouders. Wat nemen zij mee vanuit de basisschool aan vaardigheden en wat hebben zij juist gemist? Vier keer hebben leerkrachten en docenten met elkaar overlegd over de onderwijsinhoud en de wederzijdse verwachtingen. De subsidie is inmiddels beëindigd. Voor 2020 wordt naar nieuwe subsidie gezocht om het project te continueren.

Samenwerking in de wijk met relevante stakeholders De school heeft haar omgeving nodig, moet haar partners in de wijk kennen en bij voorkeur samen op basis van een gedeelde visie werken aan ‘zin in school’. De wijze waarop scholen hier inhoud en vorm aan geven, verschilt per school en per wijk. De scholen dragen hiervoor zelf de kosten, maar worden op onderdelen door de gemeente financieel gefaciliteerd. Bovenschools hadden we hiervoor € 10.000 begroot voor de uitwerking van deze ambitie. De WOK-week in december heeft de noodzaak van deze ambitie nog eens verder benadrukt: we hebben onze partners nodig om ons onderwijs te stutten en onze partners zijn vaak meer dan bereid om dit samen met ons op te pakken. De uitwerking van de plannen uit de WOK-week vindt plaats in 2020. De realisatie van deze ambitie heeft bij uitstek plaatsgevonden in de WOK-week. Zo hebben diverse partners in de wijk een belangrijke bijdrage geleverd aan de activiteiten voor leerlingen in de WOK-week en hebben we een activiteitenwebsite ingericht waarop leerlingen konden worden aangemeld voor de diverse activiteiten van onze partners. De realisatie bedraagt € 11.300. Deze kosten zijn opgenomen bij de WOK-kosten (zie pag. 8 WOK).

Betrokkenheid bij de omgeving van STWT De scholen van StWT zijn gevestigd in Amsterdam Nieuw-West (in de voormalige stadsdelen , Slotervaart, , Slotermeer en ). In ons stadsdeel wonen relatief veel gezinnen en het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd groeit7. De sociaaleconomische positie van de bewoners van het stadsdeel is in

7 https://www.ois.amsterdam.nl/visualisatie/dashboard_kerncijfers.html

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 17 vergelijking met het Amsterdamse gemiddelde zwakker. Ook het percentage vroegtijdige schooluitval en het relatieve verzuim (spijbelen) liggen hoger dan het landelijke en stedelijke gemiddelde8.

Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam STWT is lid van ‘De Federatie’. Deze Federatie is sinds medio 2007 het samenwerkingsverband van Amsterdamse stichtingen voor openbaar primair onderwijs. In 2016 hebben de schoolbesturen hun samenwerking geformaliseerd in de vereniging ‘De Federatie’. Op diverse gebieden zoals huisvesting, personeel en opleidingen werken de medewerkers van de aangesloten bestuurskantoren samen. Hiervoor dragen we jaarlijks contributie af. In 2019 bedroeg de contributie € 25.850.

Vereniging het ‘Breed Bestuurlijk Overleg’ STWT is ook aangesloten bij het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam, kortweg BBO. In het BBO zijn alle (openbaar en bijzonder onderwijs) schoolbesturen voor primair- en speciaal onderwijs in Amsterdam verenigd. In 2019 bedroeg de contributie € 23.234.

Betrokkenheid omgeving/Imago van onze scholen Vanaf 2016 werken we nadrukkelijk aan communicatie om het imago van de scholen beter naar buiten te brengen en ze daarmee beter in de wijk te positioneren. In 2019 hebben we deze aanpak gecontinueerd door de aanstelling van een tijdelijke bovenschoolse communicatiemedewerker. Hier hadden we een bedrag van € 30.000 voor begroot. De realisatie is € 21.147. Intussen is besloten de communicatiemedewerker structureel toe te voegen aan het stafpersoneel om scholen te ondersteunen bij de (continue) verbetering van hun imago, ons intranet (STWT - web) te beheren en de communicatie over bijvoorbeeld de STWT Academie en de Waaghalzen te verzorgen.

Arbeidsmarktcommunicatie en werkgeversidentiteit We willen ons profileren als een aantrekkelijke werkgever. Onze identiteit willen we beter over het voetlicht brengen in onze interne en externe communicatie. Hierbij ligt de focus met name op externe communicatie met het doel om meer (nieuwe) werknemers aan te trekken. Per oktober 2019 hebben we een communicatiemedewerker aangesteld (20 uur per week) die in samenwerking met afdeling personeelszaken werkt aan de verbetering van onze arbeidsmarktcommunicatie. Zo is er een website (omdathetbijjoupast.nl) gemaakt en zijn standaardprofielen ontwikkeld voor vacatures. Voor het bepalen van de werkgeversidentiteit alsmede de branding hebben we gebruik gemaakt van een extern marketingcommunicatiebureau. Hiervoor hadden we in 2019 geen kosten begroot. De realisatie is € 28.583.

2.6 organisatie en leiderschap Leerlingen bieden wat ze nodig hebben, het onderwijs daarop inrichten, leerkrachten bieden wat zij vervolgens nodig hebben hiervoor en samenwerken met onze omgeving, dat vraagt wat van onze organisatie en van het leiderschap in onze organisatie. Het gaat hierbij om de onderwerpen:

- de lerende organisatie, - leiderschap in de organisatie in iedere functie, met lef en liefde, … waarbij in alles de aspecten relatie, autonomie en competentie terug te vinden zijn. Immers óók volwassenen (net zoals kinderen) hebben deze basiswaarden nodig.

Lerende organisatie en leiderschap met lef en liefde STWT ontwikkelt zich als lerende gemeenschap. Vanuit de visie dat we ‘leren voor het leven’ stimuleren we medewerkers om hun kennis, kunde en ervaringen met elkaar te delen en hun deskundigheid te vergroten. We laten ons leiden door de principes van de lerende organisatie (zie ook paragraaf 1, pag. 5). Dit doen we op structurele basis waardoor het werken vanuit deze visie steeds meer verankerd wordt in onze organisatie. Zo

8 Gebiedsanalyse Amsterdam Nieuw-West, 2016

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 18 komen persoonlijk meesterschap en teamleren onder meer samen in de STWT Academie, de netwerken en de Waaghalzen en besteden we ruim aandacht aan het werken vanuit een gedeelde visie (videoscribe/Strategisch Beleidsplan 2019 – 2023).

De samenwerking tussen directies en het bestuurskantoor hebben we in 2019 verder verdiept door onder meer actief bij de directies feedback over het functioneren van het bestuurskantoor op te halen. De uitkomsten van deze gesprekken worden in 2020 verder besproken en uitgewerkt. Het werken volgens Agile is in 2019 onder druk komen te staan door de combinatie van lerarentekort, werkdruk en de komst van relatief veel nieuwe directeuren. De focus is in het najaar verlegd naar de crisis vanwege het lerarentekort, de stakingen en de WOK-week. De middelen die we voor de versterking van de samenwerking hadden begroot (€ 20.000), zijn ingezet voor nascholing op het gebied van Agile werken, communicatiestijlen en voor workshops over Theory U9, waardoor medewerkers handvatten krijgen om veranderingen door te voeren. De realisatie is € 8.300, waarbij moet worden opgemerkt dat de kosten voor de workshops over Theory U zijn opgenomen bij de STWT Academie.

Anders organiseren vraagt leiderschap met lef! Anders organiseren begint bij ander leiderschap. We hebben heidagen met de directeuren georganiseerd om in dit proces van elkaar te leren. Loslaten van wat was gaat bij de ene school zichtbaar anders dan bij de andere. Meerdere scholen van onze stichting ontwikkelen en innoveren hun onderwijs al op een manier waarbij de traditionele werkwijze is losgelaten. Een aantal scholen verkent bijvoorbeeld het werken op leerpleinen of in units met inzet van onderwijsassistenten. Het lerarentekort legt op alle scholen de nodige druk om na te denken over andere manieren van onderwijs organiseren en inrichten. Dit vraagt tijd en de heidagen leveren een goede bijdrage om elkaar te helpen de noodzakelijke stappen te zetten en vooral los te raken van controle. Onderwijskwaliteit heeft ruimte nodig. Om deze dynamiek en ontwikkeling te faciliteren hadden we in de begroting voor 2019 bovenschools € 60.000 bestemd.

Hiervan hebben we een conferentie met Margaret Wheatley10 georganiseerd waarin zij de masterclass ‘warriors for the human spirit/creating islands of sanity: restoring leadership as a noble profession’ verzorgde. Drie medewerkers van elke STWT-school konden deelnemen, alsmede (een vertegenwoordiging van) het bestuur, het bestuurskantoor en de Raad van Toezicht. De kosten voor de heidagen en de conferentie bedroegen € 20.566.

Innovatie oprichting nieuwe scholen In 2017 hebben de gezamenlijke schoolbesturen in Amsterdam voor het eerst de zogenaamde gebiedssessies georganiseerd waarin zij samen met de gemeente Amsterdam bespreken welke nieuwe schoollocaties in de toekomst in Amsterdam nodig zijn en aan welk schoolbestuur de nieuwe locatie wordt toebedeeld. Op deze manier kan de verdeling van de nieuwbouwlocaties transparant en in overleg plaatsvinden. Voor de nieuwe locaties zijn geen BRIN-nummers beschikbaar, dus het gaat om de oprichting van dépendances van bestaande scholen. Vanuit die gebiedssessies hebben wij twee nieuwe locaties toebedeeld gekregen:

Gebied Sloterdijk: Hier richten we dépendance Het Meesterwerk in voor de Slotermeerschool. De locatie betreft de eerste twee etages vanaf de begane grond van hoogbouw. Het gegeven dat de schoollocatie deel uitmaakt van een groot bouwproject is een van de redenen dat STWT het ‘bouwheerschap’ aan de gemeente overlaat. In 2019 werkten alle betrokken partijen intensief samen, wat uiteindelijk leidde tot vaststelling van een definitief ontwerp voor de nieuwe school waarin onderwijs en kinderopvang integraal met elkaar zijn verbonden. In 2020 gaat het vergunningstraject van start, waarna de planfase opnieuw ingaat en het definitieve ontwerp zal worden herijkt. De oplevering van het casco voor de school staat gepland in april 2023.

9 Theory U van Otto Scharmer; inzicht in veranderingsprocessen. De U symboliseert het proces waarbij het nodig is om de diepte in te gaan om te komen tot daadwerkelijke verandering. 10 Margaret Wheatley; Amerikaanse schrijver en managementconsultant die gedrag van organisaties bestudeert. Haar aanpak omvat systeemdenken, leiderschap en de lerende organisatie: met name het vermogen om zichzelf te organiseren.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 19 Gebied Tennispark/ Sloterplas: Hier richten we een dépendance in van de 7e Montessorischool. Voor deze nieuwbouwlocatie wordt STWT wel bouwheer. De voorbereidingen voor de nieuwbouw en de concrete invulling van het onderwijsinhoudelijke plan waren gepland voor 2019. Hiervoor is overleg gevoerd en onderzoek gedaan om de nieuw te realiseren voorzieningen (basisschool en woningen) samen met de bestaande partijen (tennisvereniging) op de beschikbare kavel in te passen. De uitwerking van het eerste schetsontwerp waar alle toekomstige gebruikers mee in kunnen stemmen, is in 2019 niet afgerond en zal in 2020 plaatsvinden.

2.7 Optimalisering bedrijfsprocessen/ons huis op orde In deze paragraaf gaan we in op ons kwaliteitsbeleid, personeelsbeleid, financiële administratie en sturing, huisvesting en bestuurszaken.

Kwaliteitsbeleid Vanuit onze visie op de lerende organisatie werken wij met een eigen kwaliteitsaudit op basis van een gedeelde visie op kwaliteit. Deze visie is in werksessies met leerkrachten, intern begeleiders en directeuren ontstaan. Op basis van deze visie monitoren de scholen elkaars kwaliteit. Het ene jaar door een bezoek aan de school (kwaliteitsaudit), het andere jaar door het delen en bespreken van de uitkomsten van een zelfevaluatie. Zo wordt de kwaliteit van het onderwijs van ons allemaal; niet alleen van de directeur voor zijn of haar school en niet alleen van de bestuurder als het gaat om alle scholen. Kwaliteit wordt binnen onze stichting steeds breder gedragen. Het schooljaar 2017 – 2018 was het pilotjaar dat medio van 2018 is geëvalueerd. Hieruit bleek dat het huidige beleid nog een doorontwikkeling nodig heeft. Voor deze doorontwikkeling bestemmen we voor 2019 een bedrag € 10.000 vanuit onze bovenschoolse middelen voor onder meer de inhuur van expertise en het opleiden van auditors. In 2019 hebben wij verschillende partijen benaderd voor een audit training. We zijn echter niet tot overeenstemming gekomen. Dit beleidsvoornemen is doorgeschoven naar 2020.

In januari 2019 heeft, vanuit het vernieuwde toezichtkader, de Onderwijsinspectie de bestuurlijke beoordeling uitgevoerd. De gehele stichting is onderzocht en beoordeeld op de kwaliteitsgebieden: kwaliteitszorg & ambitie en financieel beheer. Vier van onze scholen zijn daarnaast als verificatiescholen onderzocht op de kwaliteitsgebieden onderwijsproces, schoolklimaat en onderwijsresultaten. Samengevat beoordeelt de Inspectie STWT met een voldoende tot goed. Met name op het onderdeel kwaliteitscultuur ‘scoort’ STWT goed. Ook is het bestuurlijk beleid duidelijk zichtbaar in de scholen. Twee scholen hebben wij voorgedragen voor het predicaat ‘goed’; de 7e Montessorischool en OBS De Kans. De Inspectie beoordeelde beide scholen ook met een ‘goed’.

Personeelsbeleid Op 31 december 2019 waren bij onze stichting 599 mensen in dienst, onderverdeeld in 499 vrouwen en 100 mannen. Duidelijk is dat ons personeelsbestand conform de landelijke trend voor de ruime meerderheid uit vrouwen bestaat. In lijn met het bestuursformatiebeleid zien we dat de verjonging van ons personeelsbestand zich in 2019 verder heeft doorgezet met een verdere toename van het aantal medewerkers in de leeftijdsgroep 25 tot 44-jarigen tegenover een afname van de groep 55 tot 65-jarigen. De groep 35 tot 45-jarigen heeft de groep 55 tot 65-jarigen in 2019 ingehaald als tweede leeftijdsgroep in aantal medewerkers. Dit wijst erop dat we de uitstroom van gepensioneerden hebben weten op te vangen met jongere medewerkers. Desalniettemin hebben we nog steeds een aanzienlijk grote groep oudere ervaren mensen. We houden er rekening mee dat de uitstroom van de groep 55 tot 65-jarigen aankomende jaren verder zal doorzetten.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 20

Figuur 2. Personeelsbestand man/vrouw (aantallen per leeftijd)

Ons personeelsbestand bestaat voor het grootste deel uit onderwijzend personeel; we hebben momenteel 404 leerkrachten. Zij worden bijgestaan door 172 ‘onderwijsondersteunende’ medewerkers (onderwijsassistenten, administratieve krachten, conciërges, enzovoorts) en 24 (adjunct-) directeuren. Een overzicht van aantallen medewerkers staat hieronder. Die aantallen komen – vanwege parttime aanstellingen – niet overeen met het aantal fte’s (476 fte’s in 2019). In vergelijking met 2018 is een afname te zien van 434 leerkrachten naar 404 leerkrachten in 2019. Daartegenover is het aantal personeelsleden in het segment ‘onderwijsondersteunend personeel’ is gegroeid van 138 medewerker in 2018 naar 172 medewerkers in 2019. Dit ligt in lijn met een ontwikkeling binnen de scholen waar bepaalde werkzaamheden die voorheen door leerkrachten werden uitgevoerd, nu zijn belegd bij ondersteunend personeel.

Medewerkers Aantal Onderwijzend Personeel 404 (OP) Onderwijsondersteunend 172 Personeel (OOP) Directies 24

Totaal 599

Figuur 3. Verdeling OP, OOP en directies (peildatum 31-12-2019)

Mobiliteitsbeleid Vanuit onze visie op de lerende organisatie en vanuit goed werkgeverschap bieden wij medewerkers de mogelijkheid de regie te nemen over de eigen loopbaan. Doordat scholen en medewerkers steeds meer verbonden raken met elkaar (door bijvoorbeeld de STWT Academie, de netwerken, het STWT-web) vergroten we ook de mobiliteit van ons personeel. Uitwisseling van personeel tussen scholen gebeurt steeds meer. Medewerkers die niet (meer) voldoende kunnen functioneren, begeleiden wij naar een andere werkplek. Hiervoor hebben wij bovenschools een financiële voorziening ingericht (voorziening personeel), waarvoor we jaarlijks € 120.000 bestemmen. Dit is het gemiddelde bedrag dat we in de afgelopen jaren nodig hebben om uitstroom zo zorgvuldig mogelijk te realiseren. Het ene jaar geven we wat minder uit, het andere jaar wat meer. In 2019 is de realisatie is € 156.090.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 21 Met medewerkers die aangeven onze stichting te willen verlaten wordt een exitgesprek gevoerd. Het merendeel van de medewerkers die uit dienst gaan, geeft aan dat zij een baan dichter bij huis zoeken. Ook zijn er leerkrachten als ZZP’er gaan werken of in dienst getreden bij een detacheringsbureau.

Reden Aantal Accepteren andere functie 13 Einde contract 3 Einde stage 8 Einde vervanging 5 Gepensioneerd 10 Initiatief werkgever 4 Keuzepensioen 3 Op eigen verzoek 77 Overleden 2 Wederzijds goedvinden 7 Eindtotaal 132

Figuur 4. Overzicht uitstroom medewerkers in 2019

Federatieve invalpool – De Brede Selectie Samen met onze collega-stichtingen van de Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam hebben we in 2015 een gezamenlijke invalpool, genaamd ‘De Brede Selectie’ (DBS), ingericht om zowel langdurige als kortdurende vervangingen te organiseren. Sinds 2017 kost het DBS – vanwege het lerarentekort – steeds meer moeite om te voorzien in de aanvragen voor vervangingen. In 2019 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Op dit moment vinden organisatorische aanpassingen van DBS plaats zodat er enerzijds meer capaciteit komt voor werving en anderzijds dit platform voor medewerkers administratief eenvoudiger werkt en het voor directeuren makkelijker wordt om vervanging in te plannen. Dit wordt in gezamenlijkheid met álle Amsterdamse schoolbesturen uitgewerkt.

Werving en selectie In 2019 zijn bovenschools negen wervingstrajecten uitgevoerd: zes directiefuncties op de scholen en drie medewerkers voor het bestuurskantoor. De opbrengst van wervingsprocedures voor de directiefuncties is de aanstelling van een nieuwe directeur op de Globe, een nieuwe directeur op de Punt, twee nieuwe directeuren op de Burgemeester de Vlugtschool, een nieuwe directeur op de Osdorpse Montessorischool en een nieuwe directeur op de Vlaamse Reus. De directeur op de Vlaamse Reus begint 1 maart 2020. Verder zijn er voor het bestuurskantoor vacatures uitgezet voor de functies van beleidsadviseur financiën, managementassistente en een communicatieadviseur. De wervingstrajecten voor het bestuurskantoor hebben in elk van de drie de gevallen geresulteerd in het aantrekken een nieuwe medewerker. In het najaar van 2019 is de wervingsprocedure voor twee nieuwe RvT-leden voorbereid.

Doelgroepenbeleid We streven naar een evenwichtige leeftijdsopbouw van het personeelsbestand en we willen dat het personeelsbestand een afspiegeling is van de leerlingenpopulatie. Daarom hebben we in 2019 verder gewerkt aan leeftijdsbewust personeelsbeleid. We hebben dit jaar de focus gelegd op de oudere personeelsleden door hun behoeften te inventariseren en gericht aan secundaire arbeidsvoorwaarden te werken. Oudere personeelsleden kunnen al gebruik maken van BAPO en de uren voor duurzame inzetbaarheid. Met een aantal directeuren bekijken we doorlopend of deze uren ook anders ingezet kunnen worden, bijvoorbeeld door een (oudere) ervaren leerkracht als coach voor een startende leerkracht in te zetten. In 2019 is een aantal voorbeelden te noemen waarin een dergelijke inzet als coach succesvol tot stand gekomen is. Naast de oudere generatie werknemers

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 22 hebben we ook stappen gezet om de jonge en ambitieuze werknemers van STWT te bedienen. Zo is er een collectief fitness abonnement afgesloten, worden er mogelijkheden geboden om sneller de salaristreden te doorlopen. (zie ook pag. 8) Ook biedt STWT een uitgebreid aanbod aan training en opleiding via onze Academie.

Verminderen werkdruk Vanaf het schooljaar 2018 – 2019 heeft het ministerie van OCW per leerling € 155,55 beschikbaar gesteld om de werkdruk in het onderwijs aan te pakken. Voor het schooljaar 2019 – 2020 hebben we deze middelen opgehoogd naar € 220,08 per leerling. Deze middelen zijn volledig aan de scholen toegekend. Elke school heeft – dat gebeurt door de teams in afstemming met de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad – plannen gemaakt en uitgevoerd om de werkdruk te verminderen. De stem is hierbij nadrukkelijk aan de medewerkers van de school. Elke school heeft hierbij gekeken naar de eigen unieke situatie. Zo is bijvoorbeeld ingezet op extra ondersteuning in de groep (onderwijsondersteunend personeel in de klas), op extra ondersteuning voor de administratie of op het anders inrichten van het onderwijs. De verantwoording van deze middelen is opgenomen in bijlage 3.

Gesprekkencyclus We stimuleren en faciliteren een lerende houding en lerend gedrag van medewerkers. Dit vraagt om een passende mindset bij leidinggevenden. Zo zullen de gesprekken tussen directies en hun medewerkers ook veranderen. Van een meer traditionele gesprekkencyclus met functionerings- en beoordelingsgesprekken naar gesprekken waarbij medewerkers steeds meer zelf de verantwoordelijk nemen voor hun eigen ontwikkeling en directies meer de ondersteunende rol nemen (én sturend daar waar nodig). In 2019 heeft een ontwikkelteam, bestaande uit een aantal directeuren en stafmedewerkers, deze verandering uitgewerkt. Er is een digitale gesprekkencyclus ingekocht die hierop aangepast wordt. De kosten voor deze digitale gesprekkentool bedragen jaarlijks € 10.000 en zijn (vanaf 2020) opgenomen in de bovenschoolse begroting. Voor 2019 was dit bedrag nog niet begroot.

Beleid t.a.v. beheersing uitgaven inzake uitkeringen na ontslag Ons beleid is erop gericht om ontslagprocedures zoveel mogelijk te voorkomen door intensief met medewerkers in gesprek te blijven en te investeren in de ontwikkeling van de medewerkers. In geval van ontslag volgen wij de eisen van het Participatiefonds (PF). Het PF toetst dit ontslag op grond van de zogenaamde ‘Instroomtoets’. Indien uit deze toets blijkt dat de werkgever zich voldoende heeft ingespannen en dat het ontslag onvermijdbaar was, dan worden de uitkeringskosten voortvloeiende uit het ontslag ten laste van het PF gebracht. In 2019 hebben wij tien instroomtoetsen bij het PF ingediend, deze zijn allemaal gehonoreerd. Dat betekent dat de wettelijke voorschriften zijn gevolgd en er geen (financiële) consequenties voor ons als werkgever uit voortgekomen zijn.

Ook bij het voorkomen van kosten als gevolg van wachtgeld (werkloosheidsuitkering) voeren wij een actief beleid. Medewerkers met een tijdelijke aanstelling worden bemiddeld naar vacatures binnen de organisatie en zo nodig buiten de organisatie. Wanneer medewerkers een vaste aanstelling hebben, dan wordt voor ontslag altijd eerst een herplaatsingsonderzoek ingesteld. Wanneer dat geen optie blijkt te zijn, wordt met de medewerker in kwestie ontheffing overeengekomen voor herplaatsing.

ERD-voorziening De kosten voor vervanging bij verzuim (door ziekte, zwangerschap, en bijvoorbeeld ouderschapsverlof) zijn voor onze eigen rekening. Binnen STWT hebben wij hiervoor de ERD-voorziening ingericht. Scholen dragen hiervoor jaarlijks een deel van hun personele lumpsum af en kunnen vervolgens de loonkosten voor vervanging ‘declareren’ en vergoed krijgen vanuit deze voorziening. Voor 2019 was de totale bijdrage van de scholen € 1,5 miljoen. Uiteindelijk hebben zij daarvan € 1.370.603 gebruikt. Het positieve resultaat van € 129.397 is ontstaan door hogere inkomsten van het UWV voor ziektewet en zwangerschapsverloven.

Arbo en Verzuim We voeren een actief en effectief beleid om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Dit doen wij in ‘eigen beheer’, met een eigen adviseur Arbo en Verzuim, in samenwerking met een bedrijfsarts. Voor onze medewerkers hebben wij – ook in 2019 – een gezondheidsprogramma uitgevoerd dat onder meer bestaat uit het aanbieden van de griepprik en uit preventieve gezondheids- en welzijnsprogramma’s zoals gehoorzorg voor vakdocenten Lichamelijke Oefening, trainingen ‘ontspannen voor de klas’ en ‘versterken veiligheid in relatie met ouders’. Deze

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 23 trainingen worden in de STWT Academie aangeboden. Ook hebben we trainingen voor de schoolcontactpersonen11 en de preventiemedewerkers12 verzorgd. Deze trainingen richten zich vooral op preventie in het kader van veiligheid binnen de scholen en het algemeen welbevinden, wat een gunstig effect heeft op de werkdruk(beleving).

In verband met wetswijzigingen hebben wij ons beleid t.a.v. Agressie, Geweld, Discriminatie en Seksuele Intimidatie (AGS&SI) herschreven en na instemming van de GMR vastgesteld. Dit beleid geldt voor alle medewerkers. Daarnaast zijn in het najaar van 2019 de voorbereidingen getroffen voor het uitvoeren van de vierjaarlijkse wettelijk verplichte Risico-Inventarisaties en Evaluaties (RI&E) en medewerkers tevredenheidsonderzoek op alle scholen. De eindresultaten hiervan zullen in 2020 met een bijbehorend plan van aanpak opgeleverd worden.

De totale kosten voor de uitvoering van Arbo en Verzuimbeleid behelzen onder meer de inhuur van de bedrijfsarts, licenties voor het onlineprogramma voor verzuimbeheer en kosten voor begeleiding en trainingen. In totaal is hiervoor € 66.500 begroot. Afdeling Arbo & Verzuim is met € 58.439 ruim binnen de begroting gebleven. Deze kosten vallen grotendeels onder de stafkosten. Het verzorgen van trainingen voor schoolcontactpersonen en preventiemedewerkers bekostigen de scholen gezamenlijk.

Het ziekteverzuim hebben wij – ondanks de hoge werkdruk wegens het tekort aan personeel – onverminderd laag kunnen houden. Het ziekteverzuimpercentage in 2019 bedroeg 4.1%.

Jaar Percentage 2006 9,00%

2007 5,10% Percentage

10,00% 2008 5,40% 8,00% 2009 4,70% 2010 5,40% 6,00% 2011 5,20% 4,00% 2012 4,37% 2013 4,48% 2,00% 2014 4,33% 0,00% 2015 4,30% 2016 4,60% 2017 4,86% 2018 4,74% 2019 4,10%

Optimalisatie van administratieve processen – personeelsbeheer In 2019 hebben we onze werkstromen en administratieve processen verder geprofessionaliseerd. We willen dat onze systemen dienstbaar zijn aan de medewerkers en de organisatie. Dit hebben we enerzijds gedaan door het indiensttredingsproces te automatiseren, anderzijds middels een aantal bijeenkomsten waarmee we op specifieke thema’s informatie hebben gegeven over software en regelgeving. Ter ondersteuning is ook gewerkt aan begrijpelijke documentatie waarmee complexe informatie toegankelijk en leesbaar is geworden voor o.a. directieleden en administratieve krachten. Er was € 7.500 begroot voor ICT-toepassingen. Dit bedrag hebben we besteed aan de kosten voor de doorontwikkeling van ons STWT-web.

11 Medewerkers die begeleiding bieden bij klachten 12 Medewerkers die in dit kader van veiligheidsbeleid werken aan preventieve maatregelen op de scholen

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 24

Financiële administratie en financiële sturing In 2018 zijn afspraken gemaakt over de financiële sturing van scholen en andere onderdelen van de stichting (zoals SPO West en STWT Academie). In periodieke management- en begrotingsgesprekken monitoren we het resultaat van de bedrijfsvoering en zo nodig maken we afspraken over bijsturing. Deze werkwijze en sturing zijn noodzakelijk om scholen het benodigde inzicht in de cijfers te geven en voor de afdeling financiën om bij te kunnen sturen waar nodig.

In de afgelopen jaren hebben we veel gebruik moeten maken van externe inhuur voor de afdeling financiën. Daarom hebben we voor 2019 een uitbreiding van de bezetting begroot met 0,5 fte. Daarbij is onze ervaring dat vanwege directiewisselingen, verhuizingen of andere zaken die een extra druk geven op de uitvoering van de (financiële-) administratie op schoolniveau, ondersteuning op dat vlak meer regel dan uitzondering is. Daarom hadden wij in 2019 een bovenschools bedrag van € 30.000 bestemd voor deze incidentele ondersteuning op schoolniveau. In 2019 hebben we de bezetting van de afdeling financiën uiteindelijk tijdelijk met 0.5 fte uitgebreid.

Ook in 2019 hebben we voor diverse scholen incidentele ondersteuning op het gebied van financiën/bedrijfsvoering geregeld. De kosten hiervan bedroegen € 24.192,77 (er was € 30.000 begroot).

Verdeling van de middelen Binnen STWT zijn afspraken over de verdeling van de inkomsten over de scholen en het bestuurskantoor. De begroting 2019 bevat voor boekjaar 2019 € 40.848.344 miljoen (100%) aan totale baten.

De verdeling van de middelen was als volgt begroot:

De realisatie is als volgt

Groei van scholen Scholen die groeien in leerlingenaantal krijgen het jaar daarna een hogere bekostiging van het Rijk. Dit is de zogenoemde T1-bekostiging. Als een school krimpt, heeft de school nog een jaar de tijd om personeel te herplaatsen, maar bij groei moet de school (tot een bepaalde drempel) het eerste jaar voorfinancieren. Deze voorfinanciering hebben wij bovenschools geregeld (in de Regeling Groeifinanciering). Om de groei van deze scholen mogelijk te maken bestemden we bovenschools € 200.000 incidentele groeimiddelen. Uiteindelijk hebben we in 2019 van het Rijk € 143.262 aan incidentele groeimiddelen ontvangen. Deze middelen zijn verdeeld over de scholen die gegroeid zijn.

Huisvesting De kosten voor het (meerjaren-)onderhoud, nieuwbouw, uitbreiding en verduurzaming worden bovenschools gedragen. Op een aantal onderdelen van deze kosten krijgen wij subsidie van de gemeente of het Rijk.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 25

Externe inhuur Vanwege uitval op de afdeling huisvesting hebben we gebruik gemaakt van externe inhuur. De kosten hiervan bedroegen € 132.417 en waren niet begroot.

Dagelijks onderhoud Voor de uitvoering van het dagelijks onderhoud hebben we een contract met een extern bedrijf afgesloten. Dit bedrijf is het eerste aanspreekpunt voor de scholen wanneer er bijvoorbeeld een lekkage is. Met een digitale portal kunnen de scholen hun klachten melden en contact leggen met bijvoorbeeld een installateur of monteur. De kosten voor inhuur van dit bedrijf bedroeg in 2019 € 123.000 (er was € 120.000 voor begroot). Dit bedrag wordt bovenschools (door de scholen gezamenlijk) bekostigd. De kosten voor het onderhoud bekostigen de scholen zelf.

Taalschool De Vlugtschool In juli 2019 eindigde (van rechtswege) het medegebruik voor de vier nieuwkomersgroepen van de Burg. De Vlugtschool bij Koninklijke Visio (Slotermeerlaan). Er werd een nieuwe locatie gevonden in het voormalig schoolgebouw van de Immanuel, Jan de Louterstraat 90. Vier lokalen waren bestemd voor nieuwkomers, de andere vier lokalen zouden worden getransformeerd tot zgn. ‘lerarenwoningen’. Gezien de zeer slechte staat van het gebouw werden in de zomervakantie eerst alle werkzaamheden inzake veiligheid uitgevoerd. De overige noodzakelijke werkzaamheden begonnen in het najaar en lopen door in 2020. De plannen voor de lerarenwoningen zullen in 2020 verder vorm krijgen.

Spring High In Het Meervoud ging dit jaar de onderbouwafdeling van Spring High van start. Voorlopig biedt deze locatie voldoende groeimogelijkheden voor de groepen 1 t/m 6, maar uiteindelijk zal permanente huisvesting op één locatie voor alle jaarlagen niet alleen meer wenselijk maar ook noodzakelijk worden. In 2020 zal samen met Esprit een begin gemaakt worden om de visie op toekomstbestendige huisvesting voor Spring High verder vorm te geven.

Duurzaamheidsmaatregelen en energiebesparing In de zomer werd vanuit het project Zon op scholen Nieuw West begonnen met het plaatsen van zonnepanelen op de Huizingaschool, Goeman Borgesiusschool, Burg. De Vlugtschool, P.J. Troelstraschool, Slotermeerschool, Louis Bouwmeesterschool en De Horizon. Aan het eind van het jaar waren zes projecten gereed en opgeleverd, De Horizon volgt begin 2020.

Voor de zonnepanelen hadden we een eenmalige investering van € 710.616,00 begroot. Deze investering bestrijkt een aantal jaren. In 2018 hebben we een klein deel geïnvesteerd, namelijk € 25.616. Het overgrote deel (€ 685.000) hadden we doorgeschoven naar 2019. De realisatie voor 2019 is € 691.280.

Op drie STWT-scholen hebben we in 2018 een pilot uitgevoerd om door middel van relatief kleine aanpassingen energie te besparen. De resultaten van deze maatregelen werden een jaar lang gemonitord. Twee van deze drie pilots bleken zeer succesvol (waterzijdig inregelen CV en isoleren appendages) en werden in 2019 toegepast op alle andere scholen (waarvan STWT juridisch eigenaar is).

Voor 2019 zijn de volgende activiteiten en projecten uitgevoerd: School Overige activiteiten in 2019

Huizingaschool Naast project Zon op scholen Nieuw West geen bijzonderheden.

P.J. Troelstraschool Naast project Zon op scholen Nieuw West geen bijzonderheden.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 26 De gerenoveerde Louis Bouwmeesterschool werd voorgedragen voor de Geurt Brinkgreve Bokaal, een belangrijke Amsterdamse erfgoed- Louis Bouwmeesterschool architectuurprijs. De school eindigde bij de laatste acht geselecteerde

projecten en werd opgenomen in het in het projectenboek ‘Gebouwd in Amsterdam’. Het schoolplein dat Van der Tol eind 2019 opleverde, voldeed op veel punten niet aan de verwachtingen, veiligheidseisen en Burg. De Vlugtschool subsidievoorwaarden. Ondanks meerdere gesprekken met de aannemer, werd uiteindelijk besloten de samenwerking begin 2020 te beëindigen en zelf de benodigde maatregelen te treffen (voor rekening aannemer).

De nieuwbouw werd in februari opgeleverd en na de voorjaarsvakantie in gebruik genomen. Na de herfstvakantie werd opdracht verleend Goeman Borgesiusschool voor de aanleg van het schoolplein (AIS), dat in het voorjaar van 2020 zal worden opgeleverd.

Het schoolplein dat Van der Tol na de zomervakantie opleverde, voldeed op veel punten niet aan de verwachtingen, veiligheidseisen en subsidievoorwaarden. Ondanks meerdere gesprekken met de Slotermeerschool aannemer, is uiteindelijk besloten de samenwerking begin 2020 te beëindigen en zelf de benodigde maatregelen te treffen (voor rekening aannemer).

Na de splitsing van het gebouw en juridische overdracht van het schooldeel is voor De Punt een plan opgesteld om het gebouw te De Punt verduurzamen en de exploitatiekosten te reduceren. In 2019 is

begonnen met de uitvoering en werd o.a. de traditionele verlichting te vervangen door LED.

Na goedkeuring van het ontwerp voor het nieuwe, groene schoolplein (AIS) werd in de zomer opdracht verstrekt voor de uitvoering. Eind van Osdorpse Montessorischool het jaar werd het plein in gebruik genomen, de officiële opening vindt plaats in 2020.

In 2019 ontvingen De Globe en de Johannes (gehuisvest in De Kikker) gezamenlijk een subsidie vanuit Amsterdamse Impuls Schoolpleinen De Globe (AIS). Het stadsdeel is de formele opdrachtgever, maar de scholen leveren de input om te komen tot een integraal ontwerp. Naar verwachting begint de aanleg van het plein in de zomer van 2020.

De Horizon hoofdlocatie Naast project Zon op scholen Nieuw West geen bijzonderheden.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 27 Het project om de dépendance van De Horizon te transformeren tot volwaardig schoolgebouw begon in mei. Als gevolg van diverse De Horizon dependance knelpunten stagneerde het project in november 2019. In overleg met de gemeente zal het project in 2020 worden voortgezet.

Na goedkeuring van het ontwerp voor het nieuwe, groene schoolplein (AIS) werd in de zomer opdracht verstrekt voor de uitvoering. Eind van De Toekomst/Ontplooiing het jaar werd het plein in gebruik genomen, de officiële opening vindt plaats in 2020.

De Vlaamse Reus Geen bijzonderheden

7e Montessorischool Geen bijzonderheden

In het voorjaar werd opdracht verstrekt voor de bouwkundige aanpassingen, welke gefaseerd uitgevoerd zouden worden. Eind van Einsteinschool het jaar werd de buurtontmoetingsruimte opgeleverd. Naar verwachting is het project in de zomervakantie 2021 gereed.

SBO De Kans Geen bijzonderheden

Nieuwbouw Voor de realisatie van toekomstbestendige schoolgebouwen hebben wij een aantal jaar geleden voor onze zes (ver)nieuwbouwprojecten een deel van onze reserves bestemd. Hiermee konden meer duurzame keuzes worden gemaakt die tot structurele verlaging van de exploitatielasten zouden leiden.

Aan het begin van 2019 bedroeg het saldo van deze reserve € 1.365.000. Dat was bestemd voor de laatste vier nieuwbouwprojecten: Burgemeester De Vlugtschool, Louis Bouwmeesterschool, Slotermeerschool en Goeman Borgesiusschool. Al deze projecten waren in 2019 gereed, zodoende zou bij de financiële afwikkeling de volledige bestemmingsreserve worden besteed. Uiteindelijk heeft in 2019 alleen financiële afwikkeling plaatsgevonden van de Burgemeester De Vlugtschool en de Louis Bouwmeesterschool. De totale kosten van beide projecten pasten volledig binnen het door de gemeente toegekende budget. De begrote bestemmingsreserve voor deze twee scholen samen bedroeg € 699.000 en is hierdoor vrijgevallen aan de algemene reserves van STWT. De financiële afwikkeling van de nieuwbouw Slotermeerschool en Goeman Borgesiusschool vindt in 2020 plaats.

Team Huisvesting Team Huisvesting is de samenwerkingsvorm binnen de Federatie voor Openbaar Primair Onderwijs Amsterdam, waarbij alle huisvestingsadviseurs de krachten bundelen, kennis uitwisselen en gezamenlijk optrekken. Dit team werkt één ochtend per week op één locatie gezamenlijk aan huisvestingszaken.

Verhuur en medegebruik De organisatie van verhuur en medegebruik van de schoolgebouwen wordt bovenschools uitgevoerd. Hiervoor is in 2019 0,2 fte voor administratie ingezet. Dit is conform begroting. De inkomsten van de verhuur en het medegebruik van de schoolgebouwen worden beschikbaar gesteld aan de scholen.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 28 Bestuurszaken

Klachtbehandeling STWT heeft een klachtenregeling. Ons uitgangspunt is dat elke klacht feedback is op ons handelen en dus serieus wordt behandeld. Elke school heeft een contactpersoon voor ouders, leerlingen en personeel. Deze schoolcontactpersoon luistert en geeft informatie over mogelijke vervolgstappen.

Klachten kunnen ook bij het bestuur worden ingediend en in het uiterste geval kan iemand met een klacht zich richten tot de Landelijke Klachtencommissie. Daarnaast heeft STWT een contract met een externe vertrouwenspersoon. De inzet van de externe vertrouwenspersoon behelsde in 2019 in totaal 12,25 uur voor zeven meldingen (ten opzichte van 20,75 uur voor tien meldingen in 2018). De consultaties hadden betrekking op onder meer communicatie/bejegening, omgangsvormen en pesten. Bij het bestuur zijn dertien klachten ingediend (ten opzichte van twaalf vorig jaar). Een aantal van deze klachten zijn ingediend door ouders gezamenlijk. Het ging dan over het lerarentekort, de personele wisselingen en de gevolgen hiervan voor eventuele leerachterstanden. Andere klachten gingen over communicatie, strafmaatregelen, onderwijstijd (naar huis sturen van groepen) en passend onderwijs. Tien klachten zijn intern opgelost. Bij drie klachten is dat niet voldoende gelukt en hebben ouders de stap naar de Landelijke Klachtencommissie gezet. Het ging om klachten over het eindadvies, overplaatsing naar een andere groep en de aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal basisonderwijs. De Landelijke Klachtencommissie heeft twee klachten ongegrond verklaard, de derde klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard. Het betrof de begeleiding van een leerling in het kader van Passend Onderwijs. Mede naar aanleiding van die klacht zijn op de betreffende school aanpassingen in de interne begeleiding doorgevoerd. Gezien het aantal klachten maken we gebruik van extra personeel. Ook de gang naar de Landelijke Klachtencommissie kost veel tijd en juridische ondersteuning. We hebben in 2019 hiervoor extra externe deskundigheid moeten inhuren (circa € 5.000) en juridische kosten gemaakt (€ 19.445 ten opzichte van € 16.798,00 in 2018).

Daarnaast hebben meerdere scholen in 2019 te maken gehad met grensoverschrijdend gedrag van ouders. Daarbij heeft het bestuur in drie gevallen een waarschuwing opgelegd en in twee gevallen een schoolverbod. In alle gevallen konden – na gesprekken – ouders en school de nare ervaring achter zich laten en samen verder gaan. In één geval heeft het bestuur na een langdurig school- en contactverbod een leerling verwijderd vanwege het gedrag van ouders.

Stedelijk Toelatingsbeleid Sinds een aantal jaar werken Amsterdamse schoolbesturen met een stadsbreed toelatingsbeleid voor het basisonderwijs. Het begrip ‘buurt’ staat in het toelatingsbeleid centraal. Alle ouders krijgen in hun directe woonomgeving voorrang op een gelijk aantal scholen. Zowel aanmelding als plaatsing van kinderen op basisscholen gebeurt volgens de regels van het toelatingsbeleid en met behulp van een web-based programma. Schooldirecteuren kunnen met de data uit dit programma zien hoeveel leerlingen aangemeld staan en of er sprake is van ‘over-aanmelding’ of juist te weinig aanmeldingen. Met ondersteuning van het bestuurskantoor wordt – indien gewenst – actie ondernomen. Bijvoorbeeld door uitbreiding van de school met een extra kleutergroep als er (langdurig) meer aanmeldingen zijn dan plaatsen beschikbaar of juist door te onderzoeken waarom er weinig aanmeldingen zijn. Het toelatingsbeleid is gericht op kinderen die in groep 1 op een basisschool beginnen. Voor kinderen die op latere leeftijd een (andere) basisschool in Amsterdam zoeken (omdat ze bijvoorbeeld verhuizen) gelden aparte regels. Binnen alle regels voor toelating is de zorgplicht voor passend onderwijs als wettelijke basis opgenomen.

3. ORGANISATIE Kernactiviteiten en doelstelling van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden De doelstelling van STWT is het verzorgen van kwalitatief goed openbaar basisonderwijs. Onze stichting bestaat uit vijftien openbare scholen voor primair onderwijs in het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West. Veertien scholen verzorgen regulier basisonderwijs en één school speciaal basisonderwijs. Dertien scholen hadden in 2019 een

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 29 voldoende beoordeling van de inspectie van onderwijs, twee scholen te weten de 7e montessorischool en SBO De Kans hadden een ‘goed’. Spring High was in 2019 nog niet (formeel) beoordeeld door de onderwijsinspectie.

School Brinnummer School Brinnummer Slotermeerschool 18WD De Horizon 25KC Burgemeester de Vlugtschool 18WK De Globe 21AG Einsteinschool 19CD De Punt 20ZZ Goeman Borgesiusschool 19ZG SBO De Kans 20XC Huizingaschool 20SE De Toekomst/Dep. Ontplooiing 20SL(01) Louis Bouwmeesterschool 20SK SPRING HIGH (met Esprit)13 - 7e Montessorischool 20UP De Vlaamse Reus 24BM Osdorpse Montessorischool 21AD P.J. Troelstraschool 20VN Tabelnummer 7: overzicht scholen STWT

Juridische structuur Het bestuur van de stichting is het bevoegd gezag van de vijftien scholen. STWT is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Amsterdam (Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Amsterdam) onder dossiernummer 34237721. De rechtspersoonlijkheid is een stichting. De stichting kende in 2019 het volgende organogram:

Figuur 8. Organogram STWT 2019

13 SPRING HIGH is een samenwerking tussen onze stichting en de stichting Esprit Scholen (voortgezet onderwijs) voor leerlingen uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Deze doorgaande leerlijn is een samenwerkingsverband en heeft daarom geen apart BRIN-nummer.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 30 Governance De Wet ‘Goed Onderwijs – Goed Bestuur’ beschrijft de manier waarop goed bestuur van een onderwijsorganisatie tot stand komt. Het is belangrijk dat verantwoordelijkheid en toezicht gescheiden zijn. Bij STWT hebben we gekozen voor het ‘Raad van Toezicht’-model waarin de schoolbestuurlijke bevoegdheden bij het College van Bestuur liggen en een Raad van Toezicht (intern) toezicht houdt op de handelswijze van het bestuur. De gemeente vervult de externe toezichtfunctie. Wij hanteren de (in 2017 aangepaste) Code Goed Bestuur in het primair onderwijs van de PO-Raad als leidraad.

College van Bestuur Het College van Bestuur (CvB) bestaat uit één bestuurder. Deze functie wordt sinds 1 januari 2013 vervuld door mevrouw J. Middelbeek. Het bestuurskantoor ondersteunt de bestuurder hierbij.

Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van STWT bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. Op 31 december 2019 telde de RvT de volgende leden: • de heer drs. J.A.M.C. Nooren, voorzitter; • de heer dr. H.B. Jonkman, RvT-lid, vicevoorzitter; • de heer drs. E. J. Th. van den Berg MBA, RvT-lid; • mevrouw M.F. Brewster, RvT-lid; • mevrouw G. Mohebbi, RvT-lid. • De heer F.J.M. Stouten, RvT-lid

Er is een profiel met competenties die vertegenwoordigd moeten zijn in de RvT. Er is ook een rooster van aftreden opgesteld. Bij een vacature zoeken we een kandidaat met de vereiste competenties. Een overzicht van de functies, nevenfuncties en het rooster van aftreden van de leden van de RvT staat in bijlage 1.

Vooruitlopend op het gelijktijdig aftreden van zowel de voorzitter (Nooren) als twee leden (Jonkman en Brewster) per juli 2020 heeft de RvT besloten ter vervanging van een RvT lid – van wie de benoemingstermijn per 1-1-2018 afliep – twee nieuwe leden in plaats van één nieuw lid te werven. Hiermee kan de RvT haar continuïteit beter waarborgen. De twee nieuwe leden zijn mevrouw G. Mohebbi en de heer F.J.M. Stouten. Zij zijn per 1-1-2018 benoemd. Tot juli 2020 bestaat de RvT tijdelijk uit zes in plaats van vijf leden. Bij het aftreden van de drie bovengenoemde leden worden twee nieuwe leden geworven, waardoor de RvT per juli 2020 weer uit vijf leden bestaat.

Externe toezichthouder De gemeente Amsterdam is extern toezichthouder voor het openbaar onderwijs. In 2019 hebben de bestuurder en een vertegenwoordiging van de RvT twee keer overlegd met de gemeente Amsterdam; één keer over de begroting 2019 en één keer over het jaarverslag 2018.

Het managementteam Het managementteam bestaat uit de schooldirecties van de vijftien scholen en van Spring High.

Het bestuurskantoor Het bestuurskantoor ondersteunt de scholen, de bestuurder en de RvT en bestaat uit een managementassistent, bestuursadviseur en specialisten op het gebied van Personeel & Organisatie, Onderwijsbeleid, Communicatie, Arbo & Verzuim, ICT, Financiën en Huisvesting.

Medezeggenschap Onze stichting heeft, conform de Wet Medezeggenschap op Scholen, een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad die zich richt op het beleid van de stichting. Op elke school is een medezeggenschapsraad actief die zich richt op het schoolbeleid. In de (G)MR zijn ouders en personeelsleden vertegenwoordigd.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 31 Belangrijke gespreksonderwerpen van de GMR in 2019 waren: • het jaarverslag 2018 en de begroting voor 2020; • het bestuursformatieplan voor 2020 – 2021; • werkdruk en lerarentekort; • risicoscan en financieel risicoprofiel; • herziening medezeggenschapsstatuut en reglement GMR; • anders organiseren en anders opleiden.

Daarnaast heeft de GMR scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor zichzelf en voor alle medezeggenschapsraden van de STWT-scholen.

Leerlingen 1 oktober 2019 telde onze stichting 5.228 leerlingen.

4. HET JAAR 2019 – VERSLAG VAN ONZE FINANCIEN

Goed financieel beleid berust op twee pijlers, die van continuïteit en risicomanagement. Onder continuïteit wordt verstaan dat de organisatie aan haar kortdurende en langdurende verplichtingen kan blijven voldoen. Niet alleen in financieel opzicht, maar ook in het kader van de door haar vastgestelde strategische doelen. De organisatie moet dus organisatorisch en financieel de kerndoelen waarvoor zij in het leven is geroepen, kunnen borgen. Deze pijler wordt in paragraaf 3.1 en 3.2 besproken. Onder risicomanagement wordt verstaan dat de organisatie inzage heeft in de mogelijke risico’s die op haar weg komen, dat deze risico’s ten opzichte van het eigen vermogen worden gekwantificeerd en dat de organisatie aangeeft hoe zij zich voorbereidt op de mogelijke risico’s. Deze pijler wordt in paragraaf 3.3 besproken. Paragraaf 3.4. heeft als onderwerp Treasury-beleid en paragraaf 3.5 presenteert de kengetallen van de organisatie.

4.1 Het resultaat 2019 Het resultaat voor het boekjaar 2019 is € 793.001 positief. Ten opzichte van de in de financiële administratie opgenomen begroting van - € 1.516.098 is dit € 2.309.099 positiever dan begroot. Dit resultaat dient gecorrigeerd te worden met de extra middelen die door het Ministerie OCW zijn toegekend als gevolg van de afspraken in de cao po 2019 – 2020. Het gaat om een bedrag van € 1.387.266. Dit bedrag is in 2019 als inkomsten binnengekomen (als baten via het resultaat gegaan, conform RJ 660) en moet dus ook in 2019 verantwoord worden, maar zal pas in 2020 uitgegeven worden (als extra lasten worden opgenomen). Om het bedrag zichtbaar te houden is ervoor gekozen om dit als bestemmingsreserve te presenteren in het eigen vermogen. Als we ons resultaat van 2019 corrigeren met dit bedrag, dan is het resultaat - € 594.225. Dat is € 921.873 hoger dan begroot.

Hieronder een verkorte uiteenzetting van de mutatie op de baten en lasten van 2019, waarbij we de begrote bedragen afzetten tegen de gerealiseerde bedragen conform de richtlijnen. Het betreft een uiteenzetting op hoofdlijnen waarbij de voornaamste posten / posten van belang worden benoemd.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 32 Toelichting Baten

Mutatie Baten Bedrag 1. Rijksvergoeding Lumpsum Personeel, PAMB en MI € 62.219 2. Rijksvergoeding Zorg (via SWV) € 63.400 3. Rijksvergoeding overige (geoormerkt, niet geoormerkt) € 366.705 4. Rijksvergoeding Prestatiebox € 17.730 5. Rijksvergoeding OAB € 1.537.773 6. Overige gemeentelijke vergoedingen € 435.810 7. Opbrengst detacheringen € (112.594) 8. Overige opbrengsten € 578.885 9. Rente opbrengsten € 679

Totaal mutatie baten € 2.950.605 Tabel 9: mutatie baten begroting versus realisatie 2019

1. Rijksvergoeding Lumpsum Personeel, PAMB en MI: - Totaal komt het bedrag nagenoeg overeen met de begroting. Er hebben echter twee grote aanpassingen plaatsgevonden die hieronder worden weergegeven. - De Rijksvergoeding Personeel valt hoger uit door de extra middelen cao po 2019 –2020. Deze extra baten van € 1.400.000 zijn conform de RJ 660 in 2019 in het resultaat verantwoord. De middelen zijn als bestemmingsreserve opgenomen onder het eigen vermogen. - Door de nieuwe financieringssystematiek van de onderwijsachterstandsmiddelen (OAB) is er een verschuiving geweest van Lumpsum naar rijksvergoeding OAB. Dit is een bedrag van ruim € 1.200.000.

2. Rijksvergoeding Zorg (via SWV Amsterdam): De rijksvergoeding Zorg is conform de begroting.

3. Rijksvergoeding overige (geoormerkt en niet geoormerkt): De extra bekostiging voor asielzoekers is € 300.000 hoger dan begroot.

4. Rijksvergoeding Prestatiebox: Deze Rijksvergoeding is conform de begroting.

5. Rijksvergoeding OAB: Dit is zoals onder punt 1 reeds is aangegeven een verschuiving van de middelen onderwijsachterstands-middelen door de nieuwe financieringssystematiek per 1 augustus 2019.

6. Overige gemeentelijke vergoedingen: Er is voor een aantal scholen extra subsidie bij de gemeente Amsterdam aangevraagd. De subsidie Kansenaanpak en VVE-coördinatie viel hoger uit dan begroot en een aantal scholen hebben subsidie verkregen voor asielzoekers en nieuwkomers.

7. Opbrengst Detacheringen: De lagere opbrengst komt mede door personeelsleden die de organisatie hebben verlaten gedurende het jaar.

8. Overige opbrengsten: - Huur en medegebruik zijn€ 60.000 hoger dan begroot.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 33 - Inkomsten ouderbijdrage, schoolreis en overblijfgelden zijn € 360.000 hoger de begroot. Tegenover deze hogere inkomsten staan hogere uitgaven. - Overige opbrengsten zijn € 160.000 hoger dan begroot en zijn diverse posten.

9. Renteopbrengsten: Mede door de lage kapitaalmarktrente wordt er niet op begroot.

Toelichting Lasten

Mutatie Lasten Bedrag 10. Loon € (549.031) 11. Loongerelateerd € 1.488.970 12. Huisvesting € (770.624) 13. Afschrijvingen € 27.309 14. Beheer € 113.626 15. Onderwijs en onderwijsgerelateerd € 102.394 16. Overig € 228.862

Totaal mutatie lasten € 641.506 Tabel 10: mutatie lasten begroting versus realisatie 2019

10. Loonkosten: De lagere loonkosten worden voornamelijk veroorzaakt door het niet kunnen invullen van de formatieplaatsen. Er is € 549.000 minder uitgegeven dan begroot. De vacatures zijn ingevuld door inhuur van uitzendkrachten. Deze kosten zijn opgenomen onder loongerelateerd (zie hieronder).

11. Loongerelateerd: Er is totaal ruim € 1.488.000 meer uitgeven dan begroot. Waarvan: - Nascholing: er is € 65.000 meer uitgegeven dan begroot. - Dotatie voorzieningen personeel: € 170.000 meer kosten door de herberekening van voorzieningen. - Inhuur derden formatie: € 546.000 meer aan kosten. Dit komt grotendeels door het invullen van formatie met externen (niet in loondienst) en € 88.000 t.b.v. de WOK-week - Inhuur derden overige: € 440.00 meer uitgaven aan diverse projecten. - Inhuur derden ERD: er is ruim € 205.000 meer uitgegeven dan begroot, om eenzelfde reden als bij de inhuur derden ten behoeve van de formatie

12. Huisvesting: In de begroting 2019 is € 1.365.000 opgenomen als schoolbestuurlijke bijdrage aan de kosten van de nieuwbouw schoolgebouwen (vier scholen). De Burgemeester De Vlugtschool en de Louis Bouwmeesterschool zijn echter uiteindelijk opgeleverd zonder eigen bijdrage. De kosten die wij deze eigen bijdrage hadden begroot, konden alsnog gedeclareerd worden bij de gemeente Amsterdam. Het betrof een bedrag van € 699.000. De resterende twee scholen (begroot € 666.000 maximaal) zijn doorgeschoven naar boekjaar 2020.

13. Afschrijvingen: De afschrijvingen zijn licht hoger dan begroot door extra investeringen in ICT en zonnepanelen.

14. Beheer : - Kosten administratiekantoor: bedrag is € 98.000 hoger dan begroot. De extra inzet is niet opgenomen in de begroting. Dit betreft de extra inzet van personeel van het administratiekantoor voor ondersteuning van onze afdeling financiën.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 34 - Huur stafbureau: is te hoog opgenomen in de begroting. Het betreft hier € 25.000 minder aan kosten.

15. Onderwijs en onderwijs gerelateerd: - Kantoor- en kopieerkosten: ruim € 60.000 meer kosten dan begroot. Het zijn met name eenmalige kosten. - Culturele vorming: er is € 40.000 meer aan kosten gemaakt dan begroot.

16. Overig: De kosten die gerelateerd worden aan de ouderbijdrage, schoolreisjes en TSO vallen € 294.000 hoger uit dan begroot. Deze kosten worden gedekt door de inkomsten van ouderbijdrage, schoolreisjes en TSO.

Als men bovenstaande mutatie op de baten (realisatie versus begroting 2018) verdisconteert met de mutatie op de lasten (realisatie versus begroting) dan komt men op een bedrag van € 2.309.099. Dit is het verschil tussen realisatie 2019 en begroting 2019.

4.2 De Continuïteitsparagraaf

Inleiding In deze paragraaf kijken wij naar de continuïteit van de organisatie. Met de cijfermatige exercitie van de jaarrekening 2019 als basis wordt gekeken naar het meerjarenperspectief van het aantal leerlingen/personele bezetting. Zo maken wij de toekomstige ontwikkelingen en de wijze waarop wij met ons risicoprofiel omgaan ten opzichte van het Eigen Vermogen inzichtelijk.

De meerjarenbegroting 2020 – 2024 is weergegeven zoals die is vastgesteld. De jaarcijfers 2019 zijn o.b.v. de werkelijke baten en lasten weergegeven. In dit jaar is het extra bedrag van het Ministerie van OCW verwerkt van € 1,4 miljoen conform de richtlijnen. Dit bedrag is niet verwerkt in de meerjarenbegrotingen. De extra baten worden in de bestemmingsreserve per 31-12-2019 weergegeven onder het Eigen Vermogen van de stichting. Aangezien er voor de meerjarenbalans en meerjaren liquiditeitsprognose wordt gewerkt vanuit de werkelijke eindstand per 31-12-2019, zal er een afwijking zijn tussen de begroting 2020 zoals die is vastgesteld en de meerjaren-berekening van het vermogen en liquiditeit. Het verschil is het bedrag van € 1,4 mln. dat in de begroting niet is opgenomen aangezien het ten laste van de bestemmingsreserve komt. Wanneer wij de meerjarenbalans en liquiditeitsbegroting niet in 2020 corrigeren met het hiervoor genoemde bedrag, dan zullen wij een hogere vermogen en liquiditeit laten zien dan overeenkomstig de werkelijkheid. Voor het Eigen Vermogen en liquiditeit zal het worden weergegeven met het begrote resultaat – € 839.464 en de € 1,4 miljoen extra lasten in 2020.

In 2019 heeft de Controlgroep opnieuw een risicoanalyse uitgevoerd. Dat heeft een laag risicoprofiel opgeleverd. Op de totstandkoming van het risicoprofiel, de berekening van het daarvoor vereiste Eigen Vermogen en het verloop ervan in het kader van de meerjarenbegroting, wordt ingegaan in paragraaf 3.3 (Risicomanagement). Hieronder worden de onderdelen van de continuïteitsparagraaf uitgewerkt.

Algemeen Valide prognosecijfers voor de komende jaren zijn moeilijk te geven. De prognoses van de scholen, opgesteld door onze schooldirecteuren, laten een overwegend stabiel tot licht stijgend leerlingenaantal zien. Ook autonome ontwikkelingen, zoals de komst van nieuwkomers, de sloop en nieuwbouw in bepaalde delen van ons stadsdeel, en de timing van deze verschillende activiteiten, beïnvloeden de verwachtingen. Door de sloop en nieuwbouw in ons toeleveringsgebied verwachten we dat op schoolniveau de leerlingenpopulatie zal fluctueren.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 35 Kengetal 2019 2020 2021 2022 2023 2024 (stand 31/12) Personele bezetting in fte 472 478 484 485 485 485 Management/ Directie 23 22 22 22 22 22 Onderwijzend Personeel 323 330 336 337 337 337 Overige medewerkers 126 126 126 126 126 126 leerling aantallen 1-10 5.228 5.237 5.399 5.417 5.417 5.417

Tabel 13: personele bezetting en leerling prognoses 2019-2024

Bovenstaande tabel geeft twee belangrijke elementen weer. Een geprognosticeerde groei van het aantal leerlingen in 2020 en 2021 en stabilisatie in 2022, 2023 en 2024. De gemiddelde groepsgrootte van 25 wordt niet gehaald, maar dit komt omdat wij veel gemeentelijke subsidies ontvangen die worden gebruikt om de bemensing in de groepen te verstevigen. Daarnaast is het opvallend dat het totaal aantal fte’s stijgt terwijl in de hierna nog te bespreken overzichten gestuurd wordt op het temperen van de kosten in de boekjaren 2020 – 2023. Dat betekent dat dit temperen van kosten vooralsnog niet gezocht wordt in een afname van de werkgelegenheid, maar in andere kostenrubrieken, zoals inhuur derden en mogelijk in de materiële kosten. In navolgende tabellen en overzichten zal hier verder op in worden gegaan.

De meerjarenbegroting 2020 - 2024 Hieronder een verkorte meerjarenbegroting op basis van de begroting 2020. BATEN 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Rijksbijdrage € 37.919.209 € 37.023.649 € 37.139.565 € 37.250.973 € 37.431.619 € 37.431.619 Overige overheidsbijdragen en subsidies € 4.039.605 € 4.186.525 € 4.171.525 € 4.161.525 € 4.161.525 € 4.161.525 Overige baten € 1.839.456 € 1.257.666 € 1.205.392 € 1.205.482 € 1.206.982 € 1.206.982 Totaal Baten € 43.798.270 € 42.467.840 € 42.516.482 € 42.617.980 € 42.800.126 € 42.800.126

LASTEN Personeelslasten € 35.758.253 € 35.915.048 € 35.634.886 € 35.726.411 € 35.907.990 € 35.907.990 Afschijvingen € 990.222 € 1.037.569 € 1.133.600 € 1.148.481 € 1.101.898 € 1.101.898 Huisvestingslasten € 2.834.808 € 3.375.326 € 2.727.386 € 2.723.796 € 2.723.806 € 2.723.806 Overige Lasten € 3.412.964 € 2.979.361 € 2.970.772 € 2.964.829 € 2.962.826 € 2.962.826 Totaal lasten € 42.996.247 € 43.307.304 € 42.466.644 € 42.563.517 € 42.696.520 € 42.696.520

Saldo Baten en Lasten € 802.023 € -839.464 € 49.838 € 54.463 € 103.606 € 103.606 Saldo financiële bedrijfsvoering € - € - € - € - € - € - Saldo buitengewone baten en lasten € -9.022 € - € - € - € - € -

TOTAAL RESULTAAT € 793.001 € -839.464 € 49.838 € 54.463 € 103.606 € 103.606 Tabel 14: meerjarenbegroting 2020-2024, op basis van de begroting 2020 (+ historische cijfers 2018 en 9-maands rapportage 2019)

Toelichting op de meerjarenbegroting 2020-2024 Met de realisatie van 2018 en de negenmaands rapportage van 2019 als historische vergelijkende cijfers is voor 2020 tot en met 2024 een meerjarenbegroting opgesteld. In dit meerjarenperspectief is conform de planning- en controlcyclus vastgesteld welke personele en materiële verplichtingen er zijn voor de komende vijf boekjaren en hoe gestuurd wordt op de inkomsten en uitgaven. De meest opvallende elementen komen hieronder per boekjaar aan bod:

2020 - Een begroot negatief resultaat van - € 839.464.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 36 - De extra loonkosten n.a.v. de nieuwe cao po van € 1,4 miljoen zijn niet opgenomen in de vastgestelde begroting. Deze baten zijn in 2019 verantwoord in het resultaat en als bestemmingsreserve opgenomen onder het Eigen Vermogen. Vervolgens zal het in 2020 vrijvallen ter dekking van de extra loonkosten. Om aansluiting te krijgen met de vastgestelde (meerjaren)begroting wordt hieronder de correctie weergegeven zoals deze is verwerkt in 2019 en 2020 conform de richtlijnen.

- Voor 2020 zijn onder de huisvestingslasten de bijdragen van het schoolbestuur in de nieuwbouw van een tweetal scholen opgenomen voor in totaal € 666.000 (inclusief schoolpleinen). Dit bedrag wordt bij realisatie via het resultaat 2020 ten laste van de bestemmingsreserve onderhoud gebracht. Het is zaak dat deze projecten in 2020 worden afgerond. Zonder deze kosten zou het tekort van STWT voor 2019 neerkomen op € 173.464.

- De investeringsbegroting is geactualiseerd en in de meerjarenbegroting geborgd. Een aandachtspunt is dat de stichting de inkoopbehoefte meer gaat aanbesteden. Als onafhankelijke entiteit of in federatief verband met andere openbare schoolbesturen binnen Amsterdam.

- De verdere ontwikkeling van de loonkosten en de relatie met de schaarste op de arbeidsmarkt heeft de aandacht. In de meerjarenbegroting wordt ervan uitgegaan dat een verhoging in de lonen volledig worden gedekt door de bekostiging.

- Er zijn – op stichtingsniveau – geen negatieve effecten ontstaan door de nieuwe berekeningsmethode van de onderwijsachterstandsmiddelen. TOTAAL RESULTAAT conform vastgestelde begoting € 793.001 € -839.464 € 49.838 € 54.463 € 103.606 € 103.606

Correctie n.a.v. CAO PO 2019-2020 tlv bestemmingsreserve € -1.387.266 € 1.387.266 € - € - € - € - TOTAAL RESULTAAT NA CORRECTIE CAO PO 2019-2020 € -594.265 € -2.226.730 € 49.838 € 54.463 € 103.606 € 103.606

2021 t/m 2024 - Voor de boekjaren 2021 tot en met 2024 is geen sprake meer van een negatief resultaat. Het totaal van de begrote resultaten is ruim € 311.000 positief.

- In deze boekjaren hebben de scholen gekeken naar het totaal van de inkomsten en uitgaven en hebben zij deze in balans gebracht. Dit is gedaan binnen de begrotingsmodule Cogix, waar gebruik wordt gemaakt van een meerjarenperspectief. Binnen deze module wordt rekening gehouden met het verloop van het aantal leerlingen en de daaraan gekoppelde begroting, de investeringen/ afschrijvingen en het verloop van de formatie.

Het verloop van de realisatie 2019 en de begrotingen 2020 tot en met 2024 geven geen aanleiding financieel in te grijpen. Het eigen vermogen is conform de opgestelde risicoscan uit 2019 van voldoende niveau voor de continuïteit van de organisatie. De risicoscan die in 2019 is opgesteld, geeft een verbeterd beeld van de risico’s t.o.v. de eerdere in 2017 opgestelde scan. Er zal wel moeten worden gekeken naar de berekening van het weerstandsvermogen conform het Ministerie van OC&W. Dit kan worden gekoppeld aan de behoefte van de stichting om een buffer aan te houden van minimaal € 2.500.000 (zie ook paragraaf 3.3: risicomanagement).

De meerjarige balanspositie 2019 - 2024 Hieronder een verkorte uiteenzetting van de meerjarige balanspositie 2019 – 2024. De balans per 31-12-2019 is conform de goedgekeurde jaarrekening. De balans over het jaar 2020 zal afwijken van het de eerder goedgekeurde en vastgestelde meerjarenbegroting. Dit om het effect zoals hiervoor is beschreven te blijven volgen. De afwijking zal alleen plaatsvinden in het jaar 2020 in de posten Eigen Vermogen en liquide middelen.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 37 Balans 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Activa Vaste Activa Materiele vaste activa € 5.815.516 € 5.670.367 € 5.532.267 € 4.924.086 € 4.212.688 € 4.147.470 Financiële vaste activa € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900 € 30.900 Totaal vaste activa € 5.846.416 € 5.701.267 € 5.563.167 € 4.954.986 € 4.243.588 € 4.178.370

Vorderingen € 2.852.483 € 2.186.483 € 2.186.483 € 2.186.483 € 2.186.483 € 2.186.483 Liquide middelen € 7.516.256 € 7.919.891 € 8.157.187 € 8.819.213 € 9.876.290 € 9.961.385 Vlottende activa € 10.368.739 € 10.106.374 € 10.343.670 € 11.005.696 € 12.062.773 € 12.147.868

Totaal activa € 16.215.155 € 15.807.641 € 15.906.837 € 15.960.682 € 16.306.361 € 16.326.238

Passiva Eigen vermogen Algemene Reserve € 2.651.904 € 1.812.440 € 1.862.278 € 1.916.741 € 2.020.347 € 2.123.953 Innovatiereserve € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 Bestemmingsreserve huisvesting € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 Bestemmingsreserve SPO West € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 Bestemmingsreserve Kwaliteit/Onderwijsinhoud € 1.387.266 € 1.387.266 € 1.387.266 € 1.387.266 € 1.387.266 € 1.387.266 Bestemmingsreserve ERD € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 Bestemmingsreserve Privaat € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 Totaal eigen vermogen € 7.571.693 € 6.732.229 € 6.782.067 € 6.836.530 € 6.940.136 € 7.043.742

Voorzieningen € 3.062.391 € 3.494.341 € 3.543.699 € 3.543.081 € 3.785.154 € 3.701.425

Kortlopende schulden € 5.581.071 € 5.581.071 € 5.581.071 € 5.581.071 € 5.581.071 € 5.581.071

Totaal passiva € 16.215.155 € 15.807.641 € 15.906.837 € 15.960.682 € 16.306.361 € 16.326.238 Tabel 15: meerjarige balanspositie 2019-2024, op basis van de realisatie 2018, de begroting 2019 en extrapolatie van cijfers in de schulden en vorderingen. Toelichting op de meerjarige balanspositie 2019 - 2024 De meest belangrijke elementen van het verloop van de balanspositie worden hieronder benoemd.

Activa - Vaste Activa: zijn toegenomen door de investeringen in zonnepanelen, onderwijsleerpakket, ICT en meubilair. Scholen maken integrale keuzes op basis van de draagkracht binnen de exploitatie. Er zal per boekjaar een actualisatie worden gemaakt van mogelijk nog niet opgenomen investeringen die toch in de investeringsbegroting moeten worden opgenomen voor bestendig en hedendaags onderwijs. Uiteraard wordt daarbij naar de liquiditeit van de stichting gekeken en worden de afschrijvingen in relatie gebracht met de draagkracht van de exploitatie van de scholen. - Vorderingen zijn ceteris paribus gehouden. - Het verloop van de liquide middelen is op basis van het verloop van de meerjarenbegroting (zie continuïteitsparagraaf) en de investeringsbegroting van 31 december 2018 (op basis van inbreng in begroting 2019, exclusief dotaties voorzieningen, inclusief onttrekkingen uit de voorzieningen conform de laatst bekende gegevens).

Passiva - Eigen Vermogen. Het verloop van het Eigen Vermogen is niet conform de meerjarenbegroting 2019 – 2024 (zoals in de continuïteitsparagraaf opgenomen). Zie paragraaf 3.3 risicomanagement voor verloop Eigen Vermogen. - Verloop van de voorzieningen is op basis jaarrekening 2019 en de verdere afloop in volgende boekjaren en de voorziening onderhoud is op basis van het actuele onderhoudsplan. In 2020 zal verder worden gekeken naar dit onderhoudsplan aangezien een aantal schoolgebouwen nog niet is opgenomen. - Kortlopende schulden zijn ceteris paribus gehouden.

De liquiditeitsbegroting 2019 – 2024 Hieronder een verkorte liquiditeitsbegroting. Deze liquiditeitsbegroting is opgesteld op basis van de meerjarenbegroting 2020 - 2024, de investeringsbegroting zoals opgenomen in het document begroting 2018, de

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 38 onttrekkingen aan de voorzieningen en extra investeringen in zonnepanelen in 2019. Hierop zijn de extra inkomsten vanuit het Ministerie van € 1,4 mln. gecorrigeerd die in 2019 ontvangen zijn en die in 2020 worden uitgegeven.

Liquiditeitsbegroting 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Banksaldo begin € 6.778.523 € 7.516.256 € 6.532.625 € 6.769.921 € 7.431.947 € 8.489.024 Ontvangsten Inkomsten € 43.798.270 € 42.467.840 € 42.516.482 € 42.617.980 € 42.800.126 € 42.800.126 Overige ontvangsten (rente) + vorderingen (nihilwaardering tov schulden) € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal ontvangsten € 43.798.270 € 42.467.840 € 42.516.482 € 42.617.980 € 42.800.126 € 42.800.126 Betalingen Inkopen + loonkosten (excl. de voorzieningen) € 40.525.112 € 42.243.165 € 40.585.208 € 40.667.200 € 40.846.786 € 40.846.786 Investeringen € 1.471.118 € 892.420 € 995.500 € 540.300 € 390.500 € 1.036.680 Voorzieningen (onttrekkingen) € 702.151 € 315.886 € 698.478 € 748.454 € 505.763 € 831.565 Af: Totaal betalingen € 42.698.381 € 43.451.471 € 42.279.186 € 41.955.954 € 41.743.049 € 42.715.031 Banksaldo einde periode = beginsaldo + ontvangsten - betalingen € 7.516.256 € 6.532.625 € 6.769.921 € 7.431.947 € 8.489.024 € 8.574.119 Tabel 16: liquiditeitsbegroting 2019 - 2024

De liquiditeitsbegroting laat een verloop van de liquiditeit zien van € 7.516.256 in 2019 naar € 8.574.119 in 2024. In deze liquiditeitsbegroting zijn de inventarisatie en actualisatie van de noodzakelijke en wenselijke investeringen in activa opgenomen. In de boekjaren t/m 2021 is de liquiditeit laag en zal deze goed gevolgd worden moeten worden. Gezien het verloop van de liquiditeit is er in deze periode geen ruimte voor extra investeringen.

Om aansluiting te krijgen tussen de extra middelen cao-po van € 1,4 miljoen in 2019 en extra loonkosten van hetzelfde bedrag in 2020 is er een aangepaste liquiditeitsbegroting opgemaakt. Deze aangepaste liquiditeitsbegroting sluit aan op de vastgestelde meerjarenbegroting 2020-2024 en de verschuiving van de niet begrote inkomsten en uitgaven van € 1,4 miljoen in de jaren 2019 en 2020.

De planning- en controlcyclus Borgen van continuïteit speelt op korte en lange termijn. Daar waar de lange termijn vooral gaat om de stip op de horizon (Strategisch Beleidsplan, financieel beleidsplan en meerjarenperspectief), spreekt men bij de korte termijn vaak over de mate waarin de stichting via de planning- en control cyclus kan sturen op het bedrijfsmatige proces. Bij de stichting bestaat de planning- en control cyclus op hoofdlijnen uit de volgende onderdelen, in chronologische volgorde van een kalenderjaar:

- Opstellen en vaststellen jaarverslag vorig boekjaar. Dit betreft een bestuursverslag en de jaarrekening. Dit verslag is een verantwoordingsdocument over het gevoerde beleid (van jaardoelen naar strategisch beleid) en de cijfermatige positie van de stichting. Geplande oplevering: februari tot en met mei van een kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van het bestuursformatieplan voor het volgende schooljaar (beleidsmatige en formatief financiële planning). Formele vaststelling vindt plaats tegelijk met de begroting en de meerjarenbegroting van een kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van de drie-maandsrapportage van een kalenderjaar. Deze bestaat uitsluitend uit een financiële rapportage van de staat van baten en lasten, een aantal analyses van projecten en de onderhoudsvoorziening, een forecast van de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar en het verloop van de vermogenspositie van de stichting. Deze rapportage is voor directies digitaal beschikbaar en wordt besproken met het bestuur. Waar nodig worden gesprekken met scholen gevoerd. Oplevering: mei van elk kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van de zes-maandsrapportage van een kalenderjaar. Deze bestaat uit een financiële rapportage van de staat van baten en lasten, een aantal analyses van projecten en de onderhoudsvoorziening, een forecast van de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar en het verloop van de vermogenspositie van de stichting. Daarnaast bestaat deze uit een inhoudelijke rapportage van de jaardoelen van het Strategisch

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 39 Beleidsplan. Deze rapportage is voor directies digitaal beschikbaar en wordt besproken met het bestuur. Oplevering: augustus of september van elk kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van de negen-maandsrapportage van een kalenderjaar. Deze bestaat uitsluitend uit een financiële rapportage van de staat van baten en lasten, een aantal analyses van projecten en de onderhoudsvoorziening, een forecast van de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar en het verloop van de vermogenspositie van de stichting. Deze rapportage is voor directies digitaal beschikbaar en wordt besproken met het bestuur. Oplevering: oktober van elk kalenderjaar.

- Opstellen en vaststellen van de twaalf-maandsrapportage van een kalenderjaar. Deze bestaat uitsluitend uit een financiële rapportage op schoolniveau, aangezien een uitgebreide rapportage plaatsvindt in het jaarverslag, zowel inhoudelijk als financieel. De afzonderlijke financiële rapportages zijn digitaal beschikbaar voor de scholen.

- Opstellen van de begroting met meerjarenbegroting (vier boekjaren). Het geheel wordt vastgesteld door het College van Bestuur en voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht. Planning: najaar van elk kalenderjaar.

- De Raad van Toezicht ontvangt minimaal twee keer per jaar (mei/juni en september/oktober) een financiële rapportage.

Disclaimer Bij het opstellen van de continuïteit paragraaf is ingegaan op de toekomstige situatie van Stichting Westelijke Tuinsteden. Uiteraard laat de toekomst zich niet voorspellen en is de kans zeer groot dat bovenstaande cijfers in werkelijkheid afwijken. Immers, het onderwijs is onderhevig aan politieke besluitvorming en demografische ontwikkelingen. Binnen onze Planning en Control cyclus is opgenomen dat we minimaal jaarlijks nagaan of onze uitgangspunten passend blijven en of het scenario dat ten grondslag ligt aan bovenstaande cijfers, nog geldt. Er kan daarom geen harde garantie worden afgegeven over de toekomstige realisatie van bovenstaand scenario.

4.3 Risicomanagement Deze paragraaf gaat over ons financieel risicomanagement, de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de bufferliquiditeit (als onderdeel van het financieel risicomanagement) en de benoeming van de risico’s en de mitigerende maatregelen.

Financieel risicomanagement en het vermogensbeheer Voor het vaststellen van het risicoprofiel van de organisatie hebben we in 2019 een uitgebreide risicoanalyse laten uitvoeren door een objectief deskundig bureau (de Controlgroep) op basis van de volgende zeven onderwerpen:

1. Fluctuatie in leerlingaantallen 2. Financiële gevolgen van arbeidsconflicten 3. Instabiliteit in de bekostiging 4. Onvolledige indexatie van de bekostiging 5. Arbeidsmarkt-schaarste 6. Wegvallen van gemeentelijke baten 7. Hoger dan begrote exploitatielasten ziektevervanging 8. Restrisico’s 9. Uitvoeringsrisico’s in de bedrijfsvoering (vaste voet).

De risicoanalyse is uitgevoerd door de Controlgroep. Met behulp van een hiervoor ontwikkeld rekenmodel heeft dit bureau een financieel risicoprofiel voor ons opgesteld. Daarbij is een minimaal aan te houden bedrag berekend dat wij als buffer van het Eigen Vermogen moeten aanhouden. De berekening is gemaakt op basis van scores op de onderwerpen die hierboven zijn benoemd. De onderstreepte onderwerpen hebben een gemiddeld tot hoog risico en komen op deelonderwerpen terug bij de mitigerende maatregelen. Het bedrag dat is gekoppeld aan de

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 40 scores, is een minimaal aan te houden Eigen Vermogen ter hoogte van € 1.383.000. Wij houden ten aanzien van het eigen vermogen een ruimere buffer aan dan benoemd in het rapport, namelijk een bedrag van € 2.500.000. Dit doen wij om goed voorbereid te zijn op eventuele tegenvallers en/of ontwikkelingen. In onderstaande tabel is het verloop van het Eigen Vermogen ten opzichte van dit minimaal aan te houden bedrag opgesteld, zodat de financieel te benutten ruimte kan worden berekend.

Boekjaar 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Resultaat € 793.001 € (2.226.730) € 49.838 € 54.463 € 103.606 € 103.606

Verloop Eigen Vermogen 31-12-2019 31-12-2020 31-12-2021 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2024 Algemene Reserve € 2.651.904 € 1.812.440 € 1.862.278 € 1.916.741 € 2.020.347 € 2.123.953 Innovatiereserve € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 € 247.366 Bestemmingsreserve onderhoud € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 € 1.724.837 Bestemmingsreserve SPO West € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 € 398.359 Bestemmingsreserve Kwaliteit/Onderwijsinhoud € 1.387.266 € - € - € - € - € - Bestemmingsreserve ERD € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 € 906.901 Private reserve (ouderbijdrag, overblijf, schoolreis) € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 € 255.060 Totaal Eigen Vermogen (excl. voorzieningen) € 7.571.693 € 5.344.963 € 5.394.801 € 5.449.264 € 5.552.870 € 5.656.476

Minimaal benodigde reserve conform financieel risicoprofiel 2019 € 2.500.000 € 2.500.000 € 2.500.000 € 2.500.000 € 2.500.000 € 2.500.000 Financiële ruimte ten opzichte van de Algemene Reserve + Innovatiereserve + ERD € 1.306.171 € 466.707 € 516.545 € 571.008 € 674.614 € 778.220 Totaal Algemene Reserve, Innovatiereserve en ERD € 3.806.171 € 2.966.707 € 3.016.545 € 3.071.008 € 3.174.614 € 3.278.220 Tabel 10a: verloop Eigen Vermogen op basis meerjarenbegroting 2019 - 2024 met correctie extra baten in 2019 voor uitvoer afspraken in cao po 2019-2020

Het Eigen Vermogen is gestegen in plaats van gedaald zoals wij begroot hadden. Van € 6.778.692 per 31-12-2018 naar € 7.571.693 per 31-12-2019. Dit komt door de extra inkomsten vanuit het Ministerie ter dekking voor de extra salariskosten in 2020 conform de nieuwe cao. Deze inkomsten worden in 2020 uitgegeven, waardoor het Eigen Vermogen ook weer daalt in 2020 naar € 5.344.963. Het verloop van dit overzicht is, in tegenstelling tot de vastgestelde en goedgekeurde meerjarenbalans in 2019 en 2020, afwijkend door de hiervoor opgegeven reden.

Uit het verloop van het Eigen Vermogen kan tevens worden afgelezen dat door het tijdig handelen in de toekomstige begrotingen pas na 2024 sprake is van voldoende vrij Eigen Vermogen (te weten de niet bestemde reserves zijnde: Algemene Reserve en de Innovatiereserve) om aan de minimale vereiste van het lage risicoprofiel te voldoen. Daar is een bedrag van minimaal € 1.383.000 aan gekoppeld. Er is aan het einde van elk boekjaar voldoende vrij Eigen Vermogen om de risico’s binnen het profiel het hoofd te bieden. Als we de Algemene Reserve en de Innovatiereserve bij elkaar optellen, komen we tot een vrij Eigen Vermogen van ruim € 3.000.000. We streven naar een vrij Eigen Vermogen van € 3.500.000 om daarmee aan de – door het ministerie van OCW gehanteerde – signaleringswaarde van het weerstandsvermogen te voldoen. Hieronder meer daarover.

Er is vooralsnog voldoende vrij Eigen Vermogen om aan de mogelijke risico’s te kunnen voldoen zoals beschreven in de risicoanalyse. We werken in de komende boekjaren echter wel naar een hoger Eigen Vermogen om zo te kunnen voldoen aan toekomstige investeringen en financieel in staat te blijven om eventuele extra kosten ten gevolge van het lerarentekort en de arbeidsmarktkrapte te kunnen dragen. Ook werken we dan toe naar een Eigen Vermogen dat voldoet aan de berekening van het weerstandsvermogen die door het Ministerie van OCW wordt gehanteerd, te weten (EV-Materiële vaste activa)/Rijksbijdragen OCW. Als men deze berekening toepast op de cijfermatige exercitie van paragraaf 4.3 De Continuïteit dan ziet men onderstaande kengetallen ontstaan:

Weerstandsvermogen 2019 2020 2021 2022 2023 2024 1 Signaal PO <5% - 20%> ( Eigen Vermogen) 5% -1% 0% 1% 4% 4% 2 Signaal PO <5% - 20%> (AR + Innovatiereserve) -8% -10% -9% -7% -5% -5%

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 41 Tabel 11: weerstandsvermogen OC&W: berekening 1 (formele berekening OC&W). Berekening 2: berekening exclusief bestemmingsreserves = alleen algemene reserve + innovatiereserve)

De signaleringsgrens is onder de norm van 5% (voor een laag risicoprofiel). Vanaf 2023 kunnen we spreken van een weerstandsvermogen van 4%. In 2019 wordt een weerstandsvermogen van 5% weergegeven dat in 2020 wordt gecorrigeerd door de eerder opgegeven reden (€ 1.4 miljoen kosten in 2020 terwijl de baten in het resultaat van 2019 zijn opgenomen – cao po).

De mitigerende maatregelen Hieronder volgt een geactualiseerde uiteenzetting van de risico’s (op basis van de laatste risicoanalyse door de Controlgroep) met daarachter de te nemen/genomen maatregelen en of opmerkingen van belang. Onderwerpen met een laag vastgesteld risicoprofiel zijn niet meegenomen in onderstaande tabel.

Risicoprofiel Gevolg actie voor Onderwerp vanuit Actie (voor 2020) risico risicoanalyse

Onvolledige indexatie van bekostiging: Bekostiging groeit niet of onvoldoende mee Voor dit type lasten wordt door StWT jaarlijks een opslag op de Gemiddeld Gemiddeld met ontwikkeling van werkgeverskosten en loonkosten in de begroting opgenomen CAO-afspraken

Financiële gevolgen van beëindiging arbeidsrelatie ter voorkoming van een ge-schil Hoog De lasten worden jaarlijks geevalueerd en opgenomen in de begroting Laag/Gemiddeld of om een bestaand geschil op te lossen (o.a. arbeidsconflicten)

Arbeidsmarktschaarste – hoger dan begrote De uitgezette acties (reiskostenvergoeding, huisvesting medewerkers lasten door het niet kunnen vervullen Hoog binnen de stad) die deels zijn ingezet worden in de komende jaar Laag vacatureruimte verder doorgepakt

Tabel 12: relevante risico’s (gemiddeld en hoog) uit de risicoanalyse van de Controlgroep 2019.

Bovenstaande drie risico’s uit de risicoanalyse van de Controlgroep hebben een gemiddeld tot hoog risico met een hoge kans en impact. Andere risico’s zijn ook benoemd, maar hebben een lage kans en/of impact en zijn daarom niet benoemd. Verder is het zaak de lijst met mitigerende maatregelen te bezien met als start het boekjaar 2020 voor wat betreft het uitzetten van acties. T.o.v. de in de 2017 uitgevoerde risicoanalyse door Controlgroep zijn het aantal risico’s en de gevolgen daarvan gedaald. Hiermee is het aan te houden Eigen Vermogen met € 230.000 gedaald van € 1.613.000 naar € 1.383.000.

Impactanalyse Coronacrisis De overheid heeft op 15 maart 2020 besloten, in de strijd tegen het coronavirus, om alle scholen te sluiten per 16 maart 2020. Deze maatregel is geldig tot en met 28 april 2020. Het is op dit moment niet in te schatten wat de nieuwe maatregelen na 28 april zullen zijn en wat het effect van deze maatregelen zullen zijn op onze stichting. Door deze overheidsmaatregel zijn scholen overgegaan naar onderwijs op afstand. Dit heeft veel van de scholen gevraagd. Door de flexibiliteit en vindingrijkheid van de medewerkers van onze scholen hebben we snel kunnen schakelen. Om het onderwijs op afstand mogelijk te maken zijn er extra investeringen gevraagd. Wij zijn er samen met de gemeente Amsterdam in korte tijd goed in geslaagd om het voor elkaar te krijgen dat leerlingen vanuit huis onderwijs kunnen blijven volgen. We hebben daarvoor € 50.000 aan extra investeringen moeten doen voor de inrichting van het onderwijs op afstand. Uiteraard hebben wij ook gebruik gemaakt van de diverse digitale toepassingen die tijdens deze crisis direct ingezet konden worden.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 42 De vaste verplichtingen die wij hebben voor dit schooljaar en volgend schooljaar zullen gedekt worden door de beschikte middelen vanuit het Ministerie van OC&W. Daarnaast blijven de inkomsten vanuit de gemeente Amsterdam ongewijzigd t.o.v. voorgaande jaren. De inkomsten vanuit de gemeente worden ingezet en verantwoord conform de voorwaarden (budgetneutraal) die ook voorgaande jaren golden. Deze twee inkomstenbronnen vormen samen ruim 95% van de totale baten. Dit is voldoende om de verplichtingen aan loonkosten en overige vaste lasten te dekken. De inkomsten uit medegebruik nemen voor een deel af. De schatting voor dit kalenderjaar komt uit op ongeveer € 80.000 minder inkomsten. Verder zullen de scholen binnen de stichting geen ouderbijdrage ontvangen. Daar tegenover zullen er geen uitgaven zijn die t.l.v. de ouderbijdrage kunnen komen. De reeds ontvangen gelden voor ouderbijdrage zullen terugbetaald of gereserveerd worden voor de periode dat de scholen weer open zijn. De overheidsmaatregelen hebben ook geleid tot lastenverlichting. Schoonmaak- en energiekosten zullen dalen en een deel van inhuur derden wordt opgeschort De besparingen schatten wij in op ruim € 100.000. Samengevat kunnen we op dit moment concluderen dat de stichting geen problemen voorziet in de liquiditeit. De extra lasten zijn niet van materieel belang dat de continuïteit van de stichting in gevaar kan brengen.

4.4 Treasury-verslag STWT beschikt over een treasury-statuut waarin de volgende punten zijn beschreven: - uitgangspunten en doelstellingen, - organisatie van de treasury-functie, - administratieve organisatie, - informatievoorziening.

Wij hebben in 2019, net als in voorgaande jaren, een terughoudend treasury-beleid gevoerd. Onze liquide middelen zijn ondergebracht bij ING en ABN-AMRO. In 2019 zouden wij de ING-bankrekeningen gaan opheffen, maar dit is gezien de capaciteit op de afdeling financiën slechts deels gelukt. In 2020 wordt bekeken of het noodzakelijks is om de bankrekeningen op te heffen.

4.5 Kengetallen Naast de in de jaarrekening genoemde kengetallen voor het boekjaar 2019 hieronder een korte uiteenzetting van een drietal kengetallen voor de periode 2019 - 2024 (inclusief norm).

Kengetallen 2019 2020 2021 2022 2023 2024 Solvabiliteit1, norm: 10% - 45% 46,70% 37,07% 37,16% 37,39% 37,22% 37,86% Current Ratio (liquiditeit), norm: > 1 1,86 1,81 1,85 1,97 2,16 2,18 Rentabiliteit,. Norm: -3% - +3% 1,81% -1,98% 0,12% 0,13% 0,24% 0,24% Weerstandsvermogen, norm: < 5% -20% (totaal EV) 5% -1% 0% 1% 4% 4% Weerstandsvermogen, norm: < 5% -20% (AR + INNO + ERD ) -5% -7% -7% -5% -3% -2% Tabel 17: kengetallen op basis van meerjarenbegroting en meerjarige balanspositie 2019 - 2024

De berekende kengetallen blijven, voor de periode 2019 – 2024 , niet alle binnen de gestelde normen. Met name het weerstandsvermogen blijft achter. Er zal derhalve ook moeten worden bezien of het Eigen Vermogen in toekomstige meerjarenbegrotingen niet verder aangevuld dient te worden. Ons weerstandsvermogen blijft wel binnen de grens zoals die is geadviseerd door de Controlgroep.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 43 Jaarrekening 2019

Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden te Amsterdam

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 44 Kengetallen

2019 2018 Liquiditeit (Vlottende activa/kortlopende schulden) 1,86 1,78 De liquiditeit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op korte termijn aan zijn verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de stand per 31 december van een jaar weer; er is dus sprake van een momentopname.

Solvabiliteit 1 (eigen vermogen (excl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%) 46,70 42,79 De solvabiliteit geeft de mate aan waarin het bestuur in staat is op langere termijn aan zijn verplichtingen (rente en aflossing) te voldoen. De solvabiliteitspositie geeft de stand per 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname.

Solvabiliteit 2 (eigen vermogen (incl. voorzieningen) / totaal passiva * 100%) 65,58 61,62

Rentabiliteit (netto resultaat / totale baten * 100% 1,81 -1,59 De rentabiliteit geeft aan hoe effectief met de opbrengsten wordt omgegaan. Bij dit kengetal wordt gekeken naar de verhouding tussen het netto resultaat en de totale opbrengsten.

Weerstandsvermogen (eigen vermogen – materiële vaste activa) / Rijksbijdragen * 100% 4,63 5,05 Het weerstandsvermogen geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Naarmate de reserves groter zijn zal het weerstandsvermogen groter zijn.

Kapitalisatiefactor (totaal vermogen – gebouwen en terreinen) / totale baten * 100% 36,31 37,81 De kapitalisatiefactor wordt gehanteerd om te signaleren of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut.

Huisvestingsratio (huistingslasten + afschrijving gebouw en terreinen) / totale instellingslasten 6,65 5,53 De huisvestingsratio geeft aan in welke mate er sprake is van te hoge huisvestingslasten in relatie tot de totale instellingslasten.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 45 Grondslagen en waarderingen

1 Algemene toelichting

Het bestuur van de stichting is het bevoegd gezag van de vijftien scholen en statutair gevestigd te Amsterdam. STWT is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam (Stichting Openbaar basisonderwijs Westelijke Tuinsteden Amsterdam) onder dossiernummer 34237721.

1.1 Activiteiten

De activiteiten van de instelling bestaan voornamelijk uit dienstverlening op het gebied van onderwijs.

2 Grondslagen voor waardering van activa en passiva

2.1 Algemeen

De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs.

Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn in hele euro's.

2.2 Vergelijkende cijfers

Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar.

2.3 Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings-of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van grond- en hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Er wordt een activeringsgrens gehanteerd van € 2.500. Investeringen onder de € 2.500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 46 Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten.

2.4 Vorderingen

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarden geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordelingen van de vorderingen.

2.5 Liquide middelen

Liquide middelen bestaan uit kas-, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

2.6 Eigen vermogen

Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen.

Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten die ontstaan uit het verschil tussen de baten en lasten. Deze reserve dient ter dekking van eventuele toekomstige exploitatietekorten. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 47 Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden gevormd met als doel deze in de toekomst aan te wenden voor een specifiek doel. Bestemmingsreserves zijn gevormd op basis van een besluit van het bevoegd gezag. Aan de bestemmingsreserves ligt een plan ten grondslag waarin is opgenomen welke uitgaven ten laste van de reserve komen.

A) De bestemmingsreserve huisvesting De bestemmingsreserve huisvesting is met name gevormd voor de uitgaven voor nieuwbouw aan- en in het gebouw en uitgaven voor terreinaanpassingen waar onvoldoende bekostiging tegenover staat. Hiermee willen wij ook bereiken dat de gebouwen meer exploitatieneutraal zijn.

B) De bestemmingsreserve innovatie De bestemmingsreserve innovatie is gevormd om innovatie te kunnen stimuleren op het gebied van onderwijs.

C) Bestemmingsreserve Egalisatiefonds voor vervangingskosten (EFV); voormalig ERD De bestemmingsreserve ERD is gevormd om het risico van toekomstige hoge kosten voor ziektevervanging op te vangen, als gevolg van het eigen risicodragerschap.

D) Bestemmingsreserve SPO West Deze bestemmingsreserve is via een foutenherstel per 01-01-2017 gevormd. De bestemmingsreserve is het vermogen dat is gevormd door de exploitatie van het Steunpunt Passend Onderwijs West. Het vermogen behoort de partners van het steunpunt toe en is alleen inzetbaar via akkoord van de stuurgroep SPO West.

E) Bestemmingsreserve CAO Deze bestemmingsreserve is gevormd door de extra baten welke in augustus t/m december 2019 ontvangen zijn van OCW ten behoeve van de cao onderhandelingen. De bedragen die uit deze cao onderhandelingen voortkomen worden in februari 2020 uitbetaald.

Private reserves De inkomsten van de private reserves worden gevormd uit gelden van ouders. De private middelen worden volledig opgenomen in de financiële administratie van Stichting Openbaar Onderwijs Westelijke Tuinsteden. Om deze apart zichtbaar te kunnen houden worden private reserves geregistreerd per BRIN-nummer. Elk jaar wordt het saldo van inkomsten toegevoegd of onttrokken aan deze private reserve. Stichting Westelijke Tuinsteden kent drie Private reserves:

A) De Private reserve Ouderbijdrage

B) De Private reserve Overblijf

C) De Private reserve Schoolreis

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 48 Resultaatbestemming De bestemming van het resultaat aan de algemene reserve dan wel de bestemmingsreserve vindt plaats op basis van een besluit van het College van Bestuur. Het resultaat wordt in principe toegevoegd of onttrokken aan de publieke reserve, tenzij aan de middelen een private herkomst ten grondslag ligt.

2.7 Voorzieningen

Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.

Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de CAO dienen te worden betaald. Voor de voorziening jubilea staat een vast bedrag per FTE van € 1.070,75.

Voorziening personeel De voorziening personeel is gevormd ter dekking van de kosten van vertrekkend personeel, welke voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst.

Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld is gevormd ter dekking van de kosten van wachtgelduitkeringen, welke niet door het Participatiefonds worden voldaan. In 2019 is de planningshorizon van wachtgeldrisico van 4 naar 10 jaar aangepast. Het effect van deze wijziging is circa. 57 duizend euro.

Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud is gevormd om de lasten van het groot onderhoud gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. STWT maakt gebruik van de overgangsregeling zoals gesteld in de richtlijnen van de jaarverslaggeving 2017 (212.805) Voor wat betreft de volledigheid van de onderhoudsvoorziening kan worden gesteld dat er per ultimo 31 december 2018 vier panden gereed zijn en twee nog in aanbouw/afrondende fase van aanbouw, welke nog niet meegenomen zijn in de onderhoudsplanning.

Voorziening leerling gewicht De voorziening leerlingen gewicht is gevormd middels een schatting die Stichting Westelijke Tuinsteden heeft gemaakt op basis van de leerlingen controles op de gewichten. Het betreft een correctie op de bekostiging van leerlingen die voor het schooljaar 2015-2016 gelden. De voorziening is komen te vervallen per 31 december 2018, omdat het dossier dat betrekking heeft op deze voorziening is gesloten. DUO heeft inmiddels afgerekend met STWT, na bezwaar en beroep bij de bestuursrechter.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 49

Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de verplichte loondoorbetaling gedurende de periode van ziekte of arbeidsongeschiktheid van betreffende medewerkers.

2.8 Kortlopende schulden

De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.

3 Grondslagen voor bepaling van het resultaat

3.1 Algemeen

De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.

3.2 Opbrengstverantwoording

Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.

3.3 Rijksbijdragen

De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekening clausule) waar geen bestedingsplan aan ten grondslag ligt, worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Niet-geoormerkte subsidies waaraan een specifiek bestedingsdoel is gekoppeld, worden op basis van een bestedingsplan toegerekend aan de periode waar ze betrekking op hebben.

Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening clausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva.

Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekening clausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet-bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet-bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 50

3.4 Overige overheidsbijdragen en -subsidies

Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen.

Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten.

3.5 Overige baten

Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. De ouderbijdrage, overblijf en schoolreis worden verantwoord volgens het kasstelsel betalingen en ontvangsten.

3.6 Personeelslasten

Onder de personele lasten zijn opgenomen de lonen en salarissen van het personeel in dienst van het bevoegd gezag verminderd met ontvangen uitkeringen van het Vervangingsfonds en uitkeringsinstanties. Tevens zijn onder deze noemer opgenomen de overige personele lasten.

3.7 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa

De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de aanschafwaarde van de desbetreffende materiële vaste activa. In het jaar van investeren wordt naar tijdsevenredigheid afgeschreven. De activeringsgrens ligt op € 2.500. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

De gehanteerde categorieën materiële vaste activa en de bijbehorende gebruiksduur zijn: Actief Aantal jaren gebruiksduur Gebouwen/schoolplein 15 jaar Meubilair 20 jaar Inventaris en apparatuur 5 jaar Installaties 10 jaar Leermethoden 8 jaar Hardware en randapparatuur 4 jaar

De afschrijving kan nooit over een langere periode plaatsvinden dan de technische levensduur.

3.8 Huisvestingslasten

Onder de huisvestingslasten worden de kosten van huisvesting opgenomen. De lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 51

3.9 Overige lasten

De overige lasten hebben betrekking op kosten die voortvloeien uit de aangegane afspraken dan wel noodzakelijk zijn voor het geven van onderwijs.

3.10 Rentebaten en rentelasten

De rentebaten en -lasten betreffen de op de verslagperiode betrekking hebbende renteopbrengsten en -kosten en kosten van ontvangen leningen

3.11 Resultaat

Onder resultaat wordt verstaan het resultaat van het bevoegd gezag inclusief de financiële baten en lasten. Het resultaat is in de balans verwerkt conform de in de jaarrekening opgenomen resultaatbestemming.

4 Grondslagen voor het kasstroomoverzicht

De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt – waaronder financiële leasing – worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 52 Balans na resultaatbestemming

31-12-2019 31-12-2018 EUR EUR 1 Activa

1.2 Materiële vaste activa 5.815.516 4.970.824 1.3 Financiële vaste activa 30.900 24.000 Totaal vaste activa 5.846.416 4.994.824

Vlottende activa 1.5 Vorderingen 2.852.483 4.068.935 1.7 Liquide middelen 7.516.256 6.778.523

Totaal vlottende activa 10.368.739 10.847.458

Totaal activa 16.215.155 15.842.282

2 Passiva

2.1 Eigen vermogen 7.571.693 6.778.692 2.2 Voorzieningen 3.062.391 2.982.629 2.4 Kortlopende schulden 5.581.071 6.080.961

Totaal passiva 16.215.155 15.842.282

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 53 Staat van Baten en Lasten

2019 Begroot 2019 2018 EUR EUR EUR Baten

3.1 Rijksbijdragen 37.919.209 35.871.383 35.817.222 3.2 Overige overheidsbijdragen en – 4.039.605 3.603.795 3.643.902 subsidies 3.5 Overige baten 1.839.456 1.373.166 1.886.236

Totaal Baten 43.798.270 40.848.344 41.347.360

Lasten

4.1 Personeelslasten 35.884.411 34.944.472 35.590.291 4.2 Afschrijvingen 990.222 962.914 858.606 4.3 Huisvestingslasten 2.834.808 3.686.949 2.308.217 4.4 Overige lasten 3.286.806 2.766.000 3.241.205

Totaal Lasten 42.996.247 42.360.335 41.998.319

Saldo Baten en Lasten 802.023 -1.511.991 -650.959

5 Financiële baten en lasten -9.022 4.107 -6.771

Totaal resultaat 793.001 -1.516.098 -657.730

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 54 Resultaatverdeling

Het positieve resultaat ad € 793.001 zal als volgt worden bestemd:

Algemene reserve

Algemene reserve scholen 170.151 Algemene bestuur reserve -432.412 Totaal Algemene reserve -262.261

Bestemmingsreserves

Huisvesting -149.192 Innovatie -298.277 SPOW 37.960 ERD 116.971 Algemene cao 1.387.266 Totaal Bestemmingsreserves 1.094.728

Private reserves

Ouderbijdrage 10.980 Overblijf -2.507 Schoolreis -47.939 Totaal Private reserves -39.466 Resultaat 2019 793.001

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 55 Kasstroomoverzicht

2019 2018 EUR EUR

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo Baten en Lasten 802.023 -650.959

Aanpassing voor: Afschrijvingen 990.222 858.606 Afschrijvingen desinvesteringen Mutaties voorzieningen 79.762 -442.642

Verandering in vlottende middelen: Vorderingen 1.214.471 -1.784.591 Schulden -499.890 -1.066.046 Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties 2.586.588 -3.085.632

Ontvangen interest 2.660 5.548 Betaalde bankkosten -9.701 -9.224

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 2.579.547 -3.089.308

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

Investeringen in materiële vaste activa (-/-) 1.834.914 1.821.997 Desinvesteringen in materiële vaste activa 0 0 Investering in deelneming (-/-) 6.900 1.200

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -1.841.814 -1.823.197

Mutatie liquide middelen 737.733 -4.912.505

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 56 Toelichting op de Balans

Vaste activa

Aanschaf Afschrijving Boek- Investering Boek- Af- Aanschaf Afschrijving Boek- prijs cumulatief waarde waarde schrijving prijs cumulatief waarde desinv. 1-1-2019 1-1-2019 1-1-2019 31-12- 31-12-2019 31-12- 2019 2019 EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR 1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen/terrein 225.400 18.242 207.158 129.881 0 23.094 355.281 41.336 313.945 1.2.2 Inventaris en 7.610.512 2.846.846 4.763.666 1.585.049 -28.372 967.128 9.167.189 3.785.602 5.381.587 apparatuur 1.2.3 Activa in 0 0 0 119.984 0 0 119.984 0 119.984 Ontwikkeling Materiële vaste activa 7.835.912 2.865.088 4.970.824 1.834.914 -28.372 990.222 9.642.454 3.826.938 5.815.516

1.3 Financiële vaste activa

1.3 Borg ICT 24.000 0 24.000 12.000 5.100 0 30.900 0 30.900

Financiële vaste 24.000 0 24.000 12.000 5.100 0 30.900 0 30.900 activa

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 57 Vorderingen 31-12-2019 31-12-2018 EUR EUR 1.5 Vorderingen

1.5.1 Debiteuren 232.711 331.571 1.5.2 OCW/EZ 1.940.173 1.775.721 1.5.3 Gemeente 423.904 1.757.350 1.5.5 Coop. L.vh.L. 85.184 73.760 1.5.6 Overige overheden 106.362 12.824 1.5.7 Overige vorderingen 71.358 124.056 1.5.8 Overlopende activa 0 0 1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid -7.209 -6.347 Vorderingen 2.852.483 4.068.935

Uitsplitsing

1.5.7.1 Personeel 36.236 26.932 1.5.7.2 Rente 0 1.981 1.5.7.3 Overig 35.122 95.143 Overige vorderingen 71.358 124.056

1.5.8.1 Vooruitbetaalde kosten 0 0 1.5.8.3 Overige overlopende activa 0 0 Overlopende activa 0 0

1.5.9.1 Stand per 1-1 -6.347 -7.479 1.5.9.2 Onttrekking 2.800 1.132 1.5.9.3 Dotatie -3.662 0 Stand per 31-12 -7.209 -6.347

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 58

Liquide middelen 31-12-2019 31-12-2018 EUR EUR 1.7 Liquide middelen

1.7.1 Kasmiddelen 5.705 5.431 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 5.810.551 5.073.092 1.7.3 Deposito’s 1.700.000 1.700.000 Liquide middelen 7.516.256 6.778.523

Toelichting 1.5.3: vordering gemeente. De gepresenteerde vordering op de gemeente behelst voornamelijk een aantal huisprojecten die in 2018 niet zijn afgerekend. Deze zullen in 2019 worden afgerekend. Na afrekening is dan ook duidelijk in welke mate er sprake is van een nog te verwachte bijdrage vanuit het bestuur.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 59 Eigen vermogen

Stand Resultaat Overige Stand 1-1-2019 mutaties 31-12-2019 EUR EUR EUR EUR 2.1 Eigen vermogen

2.1.1 Algemene reserve 2.914.165 -262.261 0 2.651.904 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek) 3.570.001 1.094.728 0 4.664.729 2.1.3 Private reserve 294.526 -39.466 0 255.060 Eigen vermogen 6.778.692 793.001 0 7.571.693

Uitsplitsing 2.1.2.1 Huisvesting 1.874.029 -149.192 0 1.724.837 2.1.2.2 Innovatiereserve 545.643 -298.277 0 247.366 2.1.2.3 ERD 789.930 116.971 0 906.901 2.1.2.4 SPOW 360.399 37.960 0 398.359 2.1.2.5 Algemeen i.v.m. cao 0 1.387.266 0 1.387.266 Bestemmingsreserve (publiek) 3.570.001 1.094.728 0 4.664.729

Uitsplitsing 2.1.3.1 Ouderbijdrage 363.052 10.980 0 374.032 2.1.3.2 Overblijf 92.356 -2.507 0 89.849 2.1.3.3 Schoolreis -160.882 -47.939 0 -208.821 Private reserves 294.526 -39.466 0 255.060

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 60 Voorzieningen

Stand per Dotaties Onttrekkingen Vrijval Rente Stand per Kortlopend Langlopend 1-1-2019 mutatie - 31-12-2019 deel <1 jaar deel >1 jaar contant 2.2 Voorzieningen

2.2.1 Voorziening Jubilea 509.766 36.617 34.578 0 0 511.805 33.650 478.155 2.2.1 Voorziening Personeel 83.167 88.524 156.091 0 0 15.600 15.600 0 2.2.1 Voorziening Wachtgeld 201.124 84.595 68.359 0 0 217.360 50.336 167.024 2.2.3 Voorziening Groot Onderhoud 2.110.969 527.409 443.123 0 0 2.195.255 484.283 1.710.972 2.2.4 Voorziening Leerlingen 0 0 0 0 0 0 gewicht 2.2.5 Voorziening Langdurige 77.603 44.768 0 0 0 122.371 122.371 0 Zieken Voorzieningen 2.982.629 781.913 702.151 0 0 3.062.391 706.240 2.356.151

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 61 Kortlopende schulden 31-12-2019 31-12-2018 EUR EUR 2.4 Kortlopende schulden

2.4.3 Crediteuren 1.862.114 1.985.286 2.4.4 OCW/EZ 60.127 60.127 60.127 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.306.254 1.284.381 1.196.995 2.4.8 Schulden inzake van pensioenen 385.065 339.836 342.056 2.4.9 Overige kortlopende schulden 281.669 998.180 2.243.990 2.4.10 Overlopende passiva 1.685.842 1.413.151 1.177.559

Kortlopende schulden 5.581.071 6.080.961 7.147.007

Uitsplitsing 2.4.7.1 Loonheffing 1.271.387 1.284.381 2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen 34.867 0 Belastingen en premies 1.306.254 1.284.381 sociale verzekeringen

Uitsplitsing 2.4.10.2 Vooruit ontvangen subsidies OCW/EZ 57.727 70.443 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 967.969 963.537 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 14.429 11.240 2.4.10.8 Overige overlopende passiva 645.717 367.931 2.4.10.9 Rekening-courant SPOW 0 0 Overlopende passiva 1.685.842 1.413.151

Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa

Contracten Hieronder een uiteenzetting van de contractuele verplichtingen. (Inclusief BTW.) Contractuele verplichtingen Bedrag (per Naam Omschrijving jaar) Contract tot 1 jaar Visio Huurvergoeding lokalen (zes lokalen) € 27.000 OOG Continuering contract 2019 € 245.000 Topicus ParnasSys (leerling volgsysteem) € 47.000 Empirion Verzuimexpert € 5.000 Incentivo Medical Bedrijfsarts (bijdrage op basis van het aantal uren) € 45.000 Consultancy Neksus Inzet ICT professional € 55.000 ProActive Factuurverwerking (staffel op basis van 7501 – 15.000 facturen € 5.500 ProActive Kasboek en bankimport (staffel op basis van 51 – 100 boeken) € 5.500 SuccesSpiegel Kwaliteitssysteem Scholen met Succes (€ 2,50 per leerling per jaar) € 21.000 Start 01-09-2018

Contract 1 tot 5 jaar Canon Contracten opgeteld per school (raming, start in juni 2017) € 45.000 Huur Einsteinschool, materiële instandhouding (jaarlijks wisselend Gemeente Amsterdam bedrag) € 55.000 Huur De Globe , materiële instandhouding (jaarlijks wisselend Gemeente Amsterdam bedrag) € 105.000 Huur gebouw De Horizon, materiële Instandhouding (jaarlijks Gemeente Amsterdam wisselend bedrag) € 45.000 Huur gebouw De Toekomst, materiële Instandhouding (jaarlijks Gemeente Amsterdam wisselend bedrag) € 90.000 Flynth Accountantsdienst (jaarrekening ) € 15.000 BOA Internetaansluiting scholen en stafbureau € 100.000 Federatie Openbaar Onderwijs Amsterdam. Contributie op basis van FOOA het aantal leerlingen € 27.000 PO-Raad Bijdrage op basis van leerlingen € 20.000 TOTAAL € 958.000

Tabel 18: Contractuele verplichtingen

De dekkingsgraad per 31-12-2019 van het pensioenfonds ABP is 97,8%

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 63

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 64 Toelichting op de Staat van Baten en Lasten

Baten

Overheidsbijdragen

2019 2018 EUR EUR 3.1 Rijksbijdragen

3.1.1 Rijksbijdragen 30.721.357 30.522.268 OCW/EZ 3.1.2 Overige subsidies 5.511.412 3.609.798 OCW/EZ 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV 1.686.440 1.685.156

Rijksbijdragen 37.919.209 35.817.222

Overige overheidsbijdragen en –subsidies

3.2 Overige overheidsbijdragen en –subsidies

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en – subsidies 4.039.605 3.643.902

Overige baten 4.039.605 3.643.902

146.460

Andere baten

3.5 Overige baten

3.5.1 Verhuur 360.960 294.023 3.5.2 Detachering 380.546 432.602 3.5.5 Ouderbijdragen 395.293 440.468 3.5.6 Overige 702.657 719.143

Overige baten 1.839.456 1.886.236

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 65

Lasten 2019 2018 EUR EUR 4.1 Personeelslasten

4.1.1 Lonen en salarissen 30.710.356 30.663.190 4.1.2 Overige personele lasten 5.508.694 5.217.963 4.1.3 Af: uitkeringen (-/-) 334.639 290.862

Personeelslasten 35.884.411 35.590.291

Personeel per functiegroep peildatum 31-12-2019 (in fte) 31-12-2019 31-12-2018 Directie 23,24 23,84 Onderwijzend Personeel 322,19 349,18 Onderwijs Ondersteunend Personeel 132,56 103,06 Totaal 477,99 476,08

Gemiddeld aantal FTE in 2019 bedraagt 477,75 t.o.v. 479,70 in 2018.

2019 2018 Uitsplitsing EUR EUR 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 22.966.944 23.302.412* Premie PF 855.280 1.003.437 Premie VF 44.314 39.141 4.1.1.2 Sociale lasten 3.312.906 3.318.850 4.1.1.3 Pensioenpremies 3.530.912 2.999.350 Lonen en salarissen 30.710.356 30.663.190 *bruto lonen van 2018 zijn aangepast i.v.m. uitsplitsing premie PF en VF.

4.1.2.1 Dot. personele voorzieningen 254.503 -202.738 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.112.861 4.218.249 4.1.2.3 Overig 1.141.330 1.202.452 Overige personele lasten 5.508.694 5.217.963

Uitsplitsing 4.1.2.1 Dot. voorziening Personeel 88.524 -48.750 Dot. voorziening Wachtgeld 84.594 0 Dot. voorziening l.l. gewicht 0 -119.557 Dot. voorziening langdurig zieken 44.768 -40.758 Dotatie voorziening jubilea 36.617 6.327 254.503 -202.738

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 66 4.2 Afschrijvingen

4.2.2.3 Inventaris en apparatuur 990.222 858.606

Afschrijvingen 990.222 858.606

4.3 Huisvestingslasten

4.3.1 Huur 157.997 169.741 4.3.3 Onderhoud 684.639 316.638 4.3.4 Energie en water 413.995 319.968 4.3.5 Schoonmaakkosten 761.939 717.172 4.3.6 Heffingen 106.573 66.860

4.3.7 Overige 182.256 213.488 4.3.8 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen 527.409 504.350

Huisvestingslasten 2.834.808 2.308.217

2019 2018 EUR EUR 4.4 Overige lasten

4.4.1 Administratie en beheerslasten 852.550 756.847 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 1.499.323 1.531.915 4.4.4 Overige lasten 934.933 952.443

Overige lasten 3.286.806 3.241.205

Specificatie honorarium 4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 23.124 18.949 4.4.1.2 Subsidieafrekeningen 14.839 15.031 Accountantslasten 37.963 33.980

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 67 Financieel en buitengewoon

2019 2018 EUR EUR 5 Financiële baten en lasten

5.1 Rentebaten 679 2.453 5.5 Bankkosten -9.701 -9.224

Financiële baten en lasten -9.022 -6.771

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 68 Model E – Verbonden partijen

Naam Juridische Statutaire Code Eigen Resultaa Art 2:403 Deelname Consolidatie vorm 2017 zetel activiteiten vermogen t jaar BW 31-12- 2019 2019 EUR EUR Ja/Nee % Ja/Nee

SWV passend onderwijs Amsterdam/Diemen verlegd boekjaar geen cijfers beschikbaar.

Federatie Openbaar Onderwijs Amsterdam geen cijfers beschikbaar, zonder beslissende zeggenschap.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 69 WNT: Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector

Leidinggevende J. Middelbeek topfunctionarissen

Bedragen x € 1 2019 2018 Functiegegevens Bestuurder Bestuurder

Duur dienstverband 01-01 t/m 31-12 01-01 t/m 31-12 Omvang dienstverband (in fte) 1,00 1,00

Gewezen topfunctionaris? Nee Nee (fictieve) dienstbetrekking? Ja Ja

Bezoldiging € € Beloning € 123.934 € 122.657 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 19.954 € 18.215 Totaal bezoldiging € 143.888 € 140.872 Toepasselijk WNT-maximum € 152.000 € 146.000

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 70

Toezichthoudende topfunctionarissen JAMC Nooren EJTh van den Berg Bedragen x € 1 2019 2018 2019 2018 Functiegegevens Voorzitter Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 Beloning € 7.878 € 7.878 € 5.118 € 5.118 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 7.878 € 7.878 € 5.118 € 5.118 Toepasselijk WNT-maximum € 22.800 € 21.900 € 15.200 € 14.600

Toezichthoudende topfunctionarissen HB Jonkman MF Brewster Bedragen x € 1 2019 2018 2019 2018 Functiegegevens Lid Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 Beloning € 5.118 € 5.118 € 5.117 € 5.118 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 5.118 € 5.118 € 5.117 € 5.118 Toepasselijk WNT-maximum € 15.200 € 14.600 € 15.200 € 14.600

Toezichthoudende topfunctionarissen G. Mohebbi F. Stouten Bedragen x € 1 2019 2018 2019 2018 Functiegegevens Lid Lid Duur dienstverband 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 01-01 t/m 31-12 31-12 31-12 31-12 Beloning € 5.118 € 5.118 € 5.118 € 5.118 Belastbare onkostenvergoedingen € 0 € 0 € 0 € 0 Beloningen betaalbaar op termijn € 0 € 0 € 0 € 0 Totaal bezoldiging € 5.118 € 5.118 € 5.118 € 5.118 Toepasselijk WNT-maximum € 15.200 € 14.600 € 15.200 € 14.600

Tabel: Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen 2019 (N.B.: Maximale bedrag regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 14 november 2018, nr. FEZ/1418712, houdende wijziging van de regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren in verband met de invoering van de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT) Conform de regeling dienen topfunctionarissen te worden bezoldigd in een klasse op basis van het toekennen van complexiteitspunten. Op basis van het toekennen van de complexiteitspunten valt het bestuur onder de klasse D, met een maximum van € 152.000.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 71 Gebeurtenissen na balansdatum

Impactanalyse Coronacrisis

De gevolgen van de ontwikkelingen van het Coronavirus verschaffen geen feitelijke informatie over de balansdatum, maar wel over de omstandigheden die ontstaan zijn na 31 december 2019. Het bestuur van STWT is van mening dat er door het Coronavirus geen onzekerheid is over de toekomst van de stichting. De impact van het Coronavirus op de bedrijfsvoering voor STWT is vanwege het besluit van de Rijksoverheid en de richtlijnen van RIVM niet van zodanig materieel belang dat de continuïteit van de stichting in gevaar zou kunnen komen. De stichting verwacht tot en met juni 2021 geen liquiditeitsproblemen als gevolg van het coronavirus. De afhankelijkheid van leveranciers is minimaal. Er is daarom vooralsnog geen aanleiding om te veronderstellen dat het coronavirus in negatieve zin impact heeft op de verwachte leerlingaantallen en subsidieopbrengsten. Redelijkerwijs is de uitwerking van de exacte gevolgen naar aanleiding van het Coronavirus nog onbekend.

Jaarverslag 2019 - Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden - pag. 72

Tekenpagina Ondertekening Raad van Toezicht Datum: 20 mei 2020

De heer drs. J.A.M.C Nooren, voorzitter Was getekend

De heer dr. H.B. Jonkman, vicevoorzitter Was getekend

De heer drs. E. J. Th. Van den Berg MBA, RvT-lid Was getekend

Mevrouw M.F. Brewster, RvT-lid Was getekend

Mevrouw G. Mohebbi, RvT-lid Was getekend

De heer F.J.M. Stouten, RvT-lid Was getekend

Ondertekening College van Bestuur Datum: 20 mei 2020

Mevrouw J. Middelbeek – Rozenboom Was getekend

Controleverklaring

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT

Aan de raad van toezicht van Stichting Openbaar Basis Onderwijs Westelijke Tuinsteden A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 2019 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2019 van Stichting Openbaar Basis Onderwijs Westelijke Tuinsteden te Amsterdam gecontroleerd. Naar ons oordeel: & geeft de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Openbaar Basis Onderwijs Westelijke Tuinsteden op 31 december 2019 en van het resultaat over 2019 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs; & zijn de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2019 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand gekomen in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals opgenomen in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019. De jaarrekening bestaat uit: 1. de balans per 31 december 2019; 2. de staat van baten en lasten over 2019; en 3. de toelichting met een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

De basis voor ons oordeel Wij hebben onze controle uitgevoerd volgens het Nederlands recht, waaronder ook de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 vallen. Onze verantwoordelijkheden op grond hiervan zijn beschreven in de sectie ‘Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening’. Wij zijn onafhankelijk van Stichting Openbaar Basis Onderwijs Westelijke Tuinsteden, zoals vereist in de Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assuranceopdrachten (ViO) en andere voor de opdracht relevante onafhankelijkheidsregels in Nederland. Verder hebben wij voldaan aan de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA). Wij vinden dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.

Naleving anticumulatiebepaling WNT niet gecontroleerd

In overeenstemming met het Controleprotocol WNT 2019 hebben wij de anticumulatiebepaling, bedoeld artikel 1.6a WNT en artikel 5, lid 1 sub j Uitvoeringsregeling WNT, niet gecontroleerd. Dit betekent dat wij niet hebben gecontroleerd of er wel of niet sprake is van een normoverschrijding door een leidinggevende topfunctionaris vanwege eventuele dienstbetrekkingen als leidinggevende topfunctionaris bij andere WNT-plichtige instellingen alsmede of de in dit kader vereiste toelichting juist en volledig is.

Flynth Audit B.V. is lid van BKR International. Bankrekeningnummer IBAN NL67 RABO 0106 6642 20 - BIC: RABONL2U. Handelsregister 09063021. www.flynth.nl. Dienstverlening vindt plaats onder algemene voorwaarden, op aanvraag verkrijgbaar en gedeponeerd bij de KvK in Arnhem.

B. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen andere informatie Naast de jaarrekening en onze controleverklaring daarbij, omvat het jaarverslag andere informatie, die bestaat uit: & bestuursverslag. Op grond van onderstaande werkzaamheden zijn wij van mening dat de andere informatie: & met de jaarrekening verenigbaar is en geen materiële afwijkingen bevat; & alle informatie bevat die op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf q2.2.2. Bestuursverslagr van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 is vereist. Wij hebben de andere informatie gelezen en hebben op basis van onze kennis en ons begrip, verkregen vanuit de jaarrekeningcontrole of anderszins, overwogen of de andere informatie materiële afwijkingen bevat. Met onze werkzaamheden hebben wij voldaan aan de vereisten in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, paragraaf q2.2.2. Bestuursverslagr van het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019 en de Nederlandse Standaard 720. Deze werkzaamheden hebben niet dezelfde diepgang als onze controlewerkzaamheden bij de jaarrekening. Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van de andere informatie, waaronder het bestuursverslag en de overige gegevens in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de overige OCW wet- en regelgeving.

C. Beschrijving van verantwoordelijkheden met betrekking tot de jaarrekening Verantwoordelijkheden van het college van bestuur en de raad van toezicht voor de jaarrekening Het college van bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken en getrouw weergeven van de jaarrekening, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het college van bestuur is ook verantwoordelijk voor het rechtmatig tot stand komen van de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties, in overeenstemming met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. In dit kader is het college van bestuur tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing die het college van bestuur noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fouten of fraude. Bij het opmaken van de jaarrekening moet het college van bestuur afwegen of de onderwijsinstelling in staat is om haar activiteiten in continuïteit voort te zetten. Op grond van genoemde verslaggevingsstelsel moet het college van bestuur de jaarrekening opmaken op basis van de continuïteitsveronderstelling, tenzij het college van bestuur het voornemen heeft om de onderwijsinstelling te liquideren of de activiteiten te beëindigen of als beëindiging het enige realistische alternatief is. Het college van bestuur moet gebeurtenissen en omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten toelichten in de jaarrekening. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving van de onderwijsinstelling.

Onze verantwoordelijkheden voor de controle van de jaarrekening Onze verantwoordelijkheid is het zodanig plannen en uitvoeren van een controleopdracht, dat wij daarmee voldoende en geschikte controle-informatie verkrijgen voor het door ons af te geven oordeel.

Onze controle is uitgevoerd met een hoge mate maar geen absolute mate van zekerheid waardoor het mogelijk is dat wij tijdens onze controle niet alle materiële fouten en fraude ontdekken. Afwijkingen kunnen ontstaan als gevolg van fraude of fouten en zijn materieel indien redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze, afzonderlijk of gezamenlijk, van invloed kunnen zijn op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze jaarrekening nemen. De materialiteit beïnvloedt de aard, timing en omvang van onze controlewerkzaamheden en de evaluatie van het effect van onderkende afwijkingen op ons oordeel. Wij hebben deze accountantscontrole professioneel kritisch uitgevoerd en hebben waar relevant professionele oordeelsvorming toegepast in overeenstemming met de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijsaccountantsprotocol OCW 2019, ethische voorschriften en de onafhankelijkheidseisen. Onze controle bestond onder andere uit: & het identificeren en inschatten van de risico’s: o dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fouten of fraude; o van het niet rechtmatig tot stand komen van baten en lasten alsmede de balansmutaties, die van materieel belang zijn; het in reactie op deze risico’s bepalen en uitvoeren van controlewerkzaamheden en het verkrijgen van controle-informatie die voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Bij fraude is het risico dat een afwijking van materieel belang niet ontdekt wordt groter dan bij fouten. Bij fraude kan sprake zijn van samenspanning, valsheid in geschrifte, het opzettelijk nalaten transacties vast te leggen, het opzettelijk verkeerd voorstellen van zaken of het doorbreken van de interne beheersing; & het verkrijgen van inzicht in de interne beheersing die relevant is voor de controle met als doel controlewerkzaamheden te selecteren die passend zijn in de omstandigheden. Deze werkzaamheden hebben niet als doel om een oordeel uit te spreken over de effectiviteit van de interne beheersing van de onderwijsinstelling; & het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving, de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en het evalueren van de redelijkheid van schattingen door het college van bestuur en de toelichtingen die daarover in de jaarrekening staan; & het vaststellen dat de door het college van bestuur gehanteerde continuïteitsveronderstelling aanvaardbaar is. Tevens het op basis van de verkregen controle-informatie vaststellen of er gebeurtenissen en omstandigheden zijn waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan of de onderwijsinstelling haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Als wij concluderen dat er een onzekerheid van materieel belang bestaat, zijn wij verplicht om aandacht in onze controleverklaring te vestigen op de relevante gerelateerde toelichtingen in de jaarrekening. Als de toelichtingen inadequaat zijn, moeten wij onze verklaring aanpassen. Onze conclusies zijn gebaseerd op de controle-informatie die verkregen is tot de datum van onze controleverklaring. Toekomstige gebeurtenissen of omstandigheden kunnen er echter toe leiden dat een instelling haar continuïteit niet langer kan handhaven; & het evalueren van de presentatie, structuur en inhoud van de jaarrekening en de daarin opgenomen toelichtingen; en & het evalueren of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de onderliggende transacties en gebeurtenissen en of de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen.

Wij communiceren met de raad van toezicht onder andere over de geplande reikwijdte en timing van de controle en over de significante bevindingen die uit onze controle naar voren zijn gekomen, waaronder eventuele significante tekortkomingen in de interne beheersing.

Woerden, 28 mei 2020 Flynth Audit B.V.

Was getekend

S. van der Veer AA

Bijlagen

Bijlage 1. Overzicht van functies, nevenfuncties en rooster van aftreden Raad van Toezicht

Profiel voor de Raad van Toezicht STWT

De leden: • beschikken over een hbo- of academisch denk- en werkniveau; • hebben een brede, maatschappelijke betrokkenheid en onderschrijven de uitgangspunten en doelstellingen van het openbare onderwijs; • opereren op strategisch niveau; • hebben ervaring met besturen en/of het houden van toezicht in een complexe, professionele en maatschappelijke organisatie; • kunnen op hoofdlijnen processen analyseren en daarbinnen besluiten nemen; • kunnen bestuurstechnieken hanteren, zoals toepassen van communicatieve vaardigheden, hoofd- en bijzaken signaleren en delegeren; • zijn bereid actief en zichtbaar op te treden als ambassadeurs van het openbaar onderwijs in de wijk, stad, de regio en het land.

Belangrijke persoonlijke kwaliteiten zijn: • objectiviteit en onpartijdigheid; • reflectief vermogen; • relativeringsvermogen; • open, toegankelijke houding; • besluitvaardig; • uitdrukkingsvaardig.

Een collegiale opstelling is van belang voor een goede onderlinge samenwerking.

Daarnaast wordt van een lid van de Raad van Toezicht ook verwacht dat hij of zij: • in staat is de bestuurder te ondersteunen bij de uitoefening van zijn of haar functie; • het vermogen en de attitude heeft om inhoud te geven aan de klankbordfunctie met de bestuurder; • in staat is de dialoog met de bestuurder te voeren en daarbij ook zelf initiatieven te nemen; • op hoofdlijnen vertrouwd is met de ontwikkelingen in het onderwijs; • inzicht heeft in politieke en maatschappelijke verhoudingen; • open staat voor een dialoog met de achterban in het bijzonder met de ouders en de lokale gemeenschap; • affiniteit heeft met en inzicht in grootstedelijke problematiek, in het bijzonder van stadsdeel Nieuw-West; • rolvast handelt met respect voor de verantwoordelijkheden van anderen; • beschikt over een relevant netwerk in de regio dan wel binnen het onderwijs of de (lokale) politiek; • in staat is de leidende principes binnen de stichting te bewaken en de organisatie te bevragen op de realisatie daarvan; • inzicht heeft in, en kunnen denken en handelen vanuit een 'lerende organisatie'; • kan functioneren in teamverband; • voldoende beschikbaarheid en energie heeft om zich in te zetten voor een adequate invulling van de functie.

Bij de samenstelling van de Raad van Toezicht is aandacht voor de aanwezigheid van kennis en ervaring in het openbaar onderwijs en financiële-, juridische kennis en organisatorische kennis. Ook is er aandacht voor kennis van bedrijfsvoering, kennis van onderwijshuisvesting en kennis op het gebied van personele zaken. Bovendien is een evenwichtige verdeling van mannen en vrouwen en een afspiegeling van de lokale samenleving gewenst.

De voorzitter: Van de voorzitter van de Raad van Toezicht wordt daarnaast specifiek verwacht dat hij of zij: • over leidinggevende en bindende kwaliteiten beschikt; • in staat is de Raad van Toezicht zowel intern als extern te vertegenwoordigen; • over competenties beschikt om effectief een vergadering te leiden; • een inspirerende persoonlijkheid is, die mensen enthousiasmeert en in beweging krijgt;

• in staat is het functioneren van de bestuurder te beoordelen; • in staat is besluitvorming te bevorderen bij lastige en complexe zaken; • in staat is de onderscheidende rollen van de verschillende geledingen (in het bijzonder die van de Raad van Toezicht en de bestuurder) te bewaken; • verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het functioneren van de Raad van Toezicht.

Profiel Raad van Toezicht 2019 Nooren Brewster Jonkman Van den Berg Mohebbi Stouten Financiën X Juridische zaken X X Openbaar onderwijsbeleid X X X X X Organisatiekunde X X X X X Bedrijfsvoering X X X X Onderwijshuisvesting X X X X Personele zaken X X X X X

Rooster van aftreden Naam Aftreden bij 1e termijn Herbenoemen (2e en laatste termijn) Drs. J.A.M.C. Nooren 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 M.F. Brewster 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 Dr. H.B Jonkman 1 juli 2016 Herbenoemd tot 1 juli 2020 Drs. E.J.Th. van den Berg, MBA 1 januari 2018 Herbenoemd tot 1 januari 2022 G. Mohebbi 1 januari 2022 Mogelijk tot 1 januari 2026 F.J.M. Stouten 1 januari 2022 Mogelijk tot 1 januari 2026

Functies en nevenfuncties leden Raad van Toezicht 2019 Naam Hoofdfunctie Nevenfuncties Drs. J.A.M.C. Nooren • Co-owner Maatschap 2-Create, Amsterdam • Lid Raad van Toezicht Amstelveen College, Amstelveen Drs. E.J.Th. van den Directeur bedrijfsvoering • Lid Raad van Toezicht Kalisto (vacatiegeld) Berg, MBA Faculteit Rechten, Erasmus • Lid Raad van Toezicht Stichting De Korre (speciaal Universiteit onderwijs) Zeeland (vacatiegeld) • Lid Raad van Toezicht PVOW, Middelburg (samenwerkingsverband voortgezet onderwijs) M.F. Brewster Directeur-bestuurder Stichting • Lid Raad van Toezicht Volksbond Streetcornerwork Woonforte te Alphen aan den (vrijwilligersvergoeding) Rijn • Voorzitter Stichting Vrienden van het CBK Zuidoost (onbezoldigd) • Lid Raad van Commissarissen Stichting Opmaat (bezoldigd) Dr. H.B. Jonkman Senior onderzoeker Verwey- • Adviseur International Task Force of the Society of Jonker Instituut op het terrein Prevention Research van Jeugd, Onderwijs en Opvoeding G. Mohebbi Directeur Woonbond Kennis- • Lid Raad van Toezicht Stichting Openbaar en Adviescentrum Primair en Speciaal Onderwijs Leiden & Stichting OBSG Leiderdorp (bezoldigd) • Lid Strategische adviesraad Bestuurskunde/ Overheidsmanagement bij de Haagse Hogeschool (onbezoldigd) • Lid expertpanel Radio Funx (onbezoldigd) • Lid expertpanel en spreker de Nieuws BV (onbezoldigd) F.J.M. Stouten • Onderwijsadvies • Lid klachtenadviescommissie Inspectie van het Onderwijs • Lid bestuur Cosmicus (onbezoldigd)

Bijlage 2. Overzicht afkortingen

ERD-voorziening: Eigen Risico Dragerschap: een voorziening om de kosten voor ziektevervanging gezamenlijk te dragen. PAMB budget: Personeels- en ArbeidsMarkt Budget MI: Materiele Instandhouding GPL: Gemiddelde PersoneelsLast SWV SamenWerkingsVerband (voor passend onderwijs) FA: Financiële Administratie VLOA: Verordening Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam; in deze verordening is het merendeel van de gemeentelijke onderwijssubsidies opgenomen EV: Eigen Vermogen SPO West: Steunpunt Passend Onderwijs West LIO: Leraar in opleiding, mag (met begeleiding) zelfstandig voor de klas Day a Weekschool Bovenbestuurlijke voorziening voor hoogbegaafde leerlingen, waarbij deze leerlingen één dag per week in een aparte les een aangepast onderwijsprogramma volgen

Bijlage 3. Besteding werkdrukmiddelen 2019

werkdrukmiddelen

Datum : 1-1-2019 t/m 31-12-2019

Totaal: GB-rekening Werkelijke Werkelijke

3010-Salariskosten lumpsum 839.401,20 839.401,20 3150-Nascholing/cursussen 2.304,00 2.304,00 3198-Kantine kosten 3.353,54 3.353,54 3200-Personeel derden (inhuur tbv formatie) 122.499,63 122.499,63 4130-Afschrijvingen ICT 7.161,72 7.161,72 4550-Bestedingen ouderbijdragen 6.171,00 6.171,00 4551-Kosten Opvang TSO, TSO en NSA 54.510,00 54.510,00 - 8002-Rijksvergoeding PAMB 949.455,85 -949.455,85 85.945,24 85.945,24

Bijlage 4. Verantwoording middelen passend onderwijs

Bijlage 5; verantwoording inzet middelen prestatiebox

1. Taal en Rekenen We gaan uit van brede opbrengsten met betrekking tot kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Onze scholen verdiepen zich verder in het concept van ‘anders verantwoorden’. Diverse schoolteams hebben hier in 2018 een scholing voor gevolgd en zijn dit in 2019 verder gaan uitwerken. Het werken met individuele ontwikkelingsplannen of kind-werkdossiers (waarbij per leerling de doelen, de ontwikkelingen en beoogde opbrengsten in een breder kader worden vastgesteld) wordt daarmee steeds verder ingevoerd. Het belangrijkste gegeven is immers of een leerling voldoende gegroeid is op zijn of haar niveau. Dit vraagt van leerkrachten dat zij steeds meer methode-onafhankelijk kunnen werken en reken- en taaldoelen kunnen verweven in hun totale onderwijsaanbod. Om dit praktisch uitvoerbaar te maken worden maken leerkrachten steeds vaker gebruik van de ondersteuning van onderwijsassistenten of leerkrachtondersteuners.

2. Wetenschap en techniek Wetenschap en technologie (W&T) maken nieuwsgierig en stimuleren kinderen om creatief, kritisch en ondernemend te zijn, op onderzoek uit te gaan en oplossingen te bedenken. Het zijn die vaardigheden en attitude die kinderen nu en in de toekomst nodig hebben. Daarom hebben we in 2017-2018 een leerlijn W&T aangeboden in onze STWT Academie. In 2019 hebben de scholen vooral zelf – met hulp van externe partners – hun team voorbereid op de invoering van W&T onderwijs.

3. Talentontwikkeling Met plusgroepen of een gericht aanbod binnen de klas en een bovenbestuurlijk aanbod buiten de school (de Day A Weekschool) wordt expliciet ingespeeld op de onderwijsbehoeften van meer- en hoogbegaafde leerlingen. Leerlingen worden periodiek gescreend en er is een aanbod van verrijkend materiaal. Basisschool De Horizon biedt sinds augustus 2016 een gericht fulltime onderwijsprogramma aan voor hoogbegaafde leerlingen. Dit aanbod wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Naast aandacht voor de cognitieve talenten van kinderen, staat een brede talentontwikkeling voor alle kinderen centraal. Scholen bieden een breed programma op het gebied van bewegen en creatieve vorming. Muziek, dansen, drama, beeldende vorming maken deel uit de doorgaande leerlijnen. Zoveel mogelijk wordt gebruik gemaakt van vakdocenten en inspirerende voorbeelden uit de wijk.

4. Cultuureducatie in het onderwijs Scholen geven op uiteenlopende manieren inhoud aan het cultuuronderwijs. Zo vinden er museumbezoeken plaats, is er een lesaanbod van de muziekschool of het leerorkest. Amsterdam heeft als stad een breed cultureel aanbod. Toch komen veel kinderen uit Nieuw West daarmee van huis uit niet mee in aanraking. Juist ons onderwijs kan daarin het verschil maken. Daarom gaan scholen regelmatig op excursie in de eigen stad, bezoeken musea, zoals het Rijksmuseum of het Anne Frank huis. Ook de gedeelde geschiedenis heeft een belangrijke plaats. Veel scholen bezoeken bijvoorbeeld het verzetsmuseum. Omdat de culturele diversiteit op onze scholen groot is, wordt stilgestaan bij de culturele en religieuze achtergrond van onze leerlingen. Feesten uit verschillende culturen worden in de scholen gevierd. Ook ouders worden daarbij betrokken

5. Professionalisering van leerkrachten en schoolleiders Scholen faciliteren hun medewerkers om bij elkaar op (les-)bezoek te gaan en elkaar van feedback te voorzien. Diverse leerkrachten en directies hebben opleidingen gevolgd. Voorbeelden hiervan zijn: de leergangen pedagogisch tact (en leiderschap), wetenschap en Techniek, NT2, mindfulness kindertrainer, workshop lerende organisatie (gedeelde visie, persoonlijk meesterschap, teamleren, mentale modellen, systeemdenken) Alle startende leerkrachten en startende directeuren worden intensief begeleid door een (beeld-)coach. Periodiek worden ontwikkelgesprekken gevoerd en elke leerkracht wordt eens in de vier jaar beoordeeld.