Caert Thresoor

Zeekaarten als historische bron

Jan Niermeyer en De Bosatlas

Het plan Van Niftrik van

Een andere visie op vroege Nederlandse

201736 - 4 Tijdschrift149 voor de Geschiedenis van de Kartografie36STE JAARGANG 2017 - 3 36STE JAARGANG - 2017 NUMMER 4 Inhoud Een uitgave van de Barent Langenes Stichting Redactie 151 Diederick Wildeman Gijs Boink, dr Kees van Grootheest, Ron Guleij, Capt. Hans Kok, Zeekaarten als historische bron dr Ferjan Ormeling, drs Ester Smit, drs Martijn Storms, Erik Walsmit Correctie Engelse teksten Francis Herbert (Londen)

159 Lowie Brink Internet www.caert-thresoor.nl (volledige jaargangen met een vertraging van drie Pieter Bos is dood, leve Jan Niermeyer! jaar; inhoud en samenvattingen vanaf 1982, aanwijzingen voor auteurs) ' Een nieuw kartografisch geluid bij uitgeverij Wolters Secretariaat G.G.J. Boink, p/a Nationaal Archief, Postbus 90520, 2509 LM Den Haag E-mail: [email protected] 168 Jeroen Lagerweij Barent Langenes Stichting Het plan Van Niftrik van Amsterdam: een negentiende- Secr.: Martijn Storms, Koerlingwei 10, 6843 XS Arnhem eeuwse kartografische curiositeit Abonnementen en administratie Abonnementen (alleen per hele jaargang van vier nummers) s 30,00 177 Sylvia Sumira België s 32,00; Europa (zonder België) s 38,00; buiten Europa s 42,00 Losse nummers s 8,00 Een andere visie op vroege Nederlandse globes Betaling EU-landen middels bankoverschrijving. Overige landen via Paypal Opgave van abonnementen, adres­wijzi­gingen en bestellingen van losse nummers aan: Administratie Caert-Thresoor, Mijerstraat 20, 183 Besprekingen 2613 XM Delft, [email protected] ABN AMRO, IBAN: NL19ABNA0408579447 186 Varia Cartographica ISSN 0167-4994 Copyright 190 Nieuwe literatuur en facsimile-uitgaven Het overnemen of vermenigvuldigen van artikelen is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Advertentietarieven Op aanvraag bij [email protected] De uitgave van dit nummer is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van de Stichting Historische Cartografie van de Nederlanden.

Afbeelding omslag: Detail van het Plan tot uitbreiding van Amsterdam door J.G. van Niftrik. Uitgegeven door J.C. Loman Jr. te Amsterdam en gelithografeerd door J. Smulders & Co, 1867.

36STE JAARGANG 2017 - 3 150 Nederland is al vele eeuwen sterk Diederick Wildeman afhankelijk van de zeevaart. Voor de veilige vaart worden sinds de zestiende eeuw zeekaarten gemaakt in ons land. Deze kaarten wijken Zeekaarten af van gewone topografische of geografische kaarten, doordat ze als historische bron elementen bevatten die op andere typen kaarten ontbreken. De be- langrijkste zijn de kompasrichting- en, de waterdiepten en de posities van boeien en vuurtorens en an- dere door mensen neergezette bakens voor zeevaarders; ook hoge gebouwen zoals kerktorens en natuurlijke elementen als heuvels en bergen langs de kust zijn duide- lijk aangegeven. Op het water wor- den veilige vaargeulen naar de haven aangegeven, maar ook ge- varen die onder water liggen zoals zandbanken, riffen en scheeps- wrakken. Op ankerplaatsen en daar waar dit voor de plaatsbepa- ling nuttig is, wordt vaak de grond- soort van de zeebodem aangege- ven. Elementen op het land die op zee geen betekenis hebben, zoals lage bebouwing, wegen, landbouw- gebieden en bossen, worden weg- 1. Isaac de Graaf. Handschriftkaart op perkament van de Indische Oceaan met de oostkust van Afrika, India gelaten. Op een zeekaart is het en een deel van de westkust van Australië, met verscheidene koerslijnen van schepen.1729. Collectie Het water vol tekens en symbolen, , Amsterdam, inventarisnummer: A.0145(127)4. 1 land is vooral leeg. de eeuw al manuscripten met dergelijke Het merendeel van de zeekaarten dat is informatie. Deze teksten – en vanaf de overgeleverd uit de periode voor 1800 zestiende eeuw de gedrukte versies – wa- zijn gedrukte kaarten die oorspronkelijk Een zeekaart is nooit alleen ren soms voorzien van tekeningen met in een werden gepubliceerd. Er zijn Een zeekaart is slechts zelden een zelf- aanzichten van de kust vanuit zee. Er zijn echter uitzonderingen waarbij kaarten standig document. In bijna alle gevallen enkele van deze vroege handschriften be- in handschrift werden uitgebracht. Dit hoort bij de kaart een zeemansgids van waard gebleven. De oudste Nederlandse geldt voor de vaart op Azië, waarbij ze hetzelfde vaarwater, waarin de veilige zeekaarten dateren pas uit de eerste helft tot de publicatie van de eerste gedrukte routes en koersen, informatie over de van de zestiende eeuw.2 De snelle opkomst zeeatlas van het gebied in 1753, als losse plaatselijke getijden en de gevaren voor van de zeevaart in ons land in de tweede manuscriptkaarten op perkament aan de navigatie worden beschreven. Voordat helft van die eeuw betekende dat het be- VOC-schepen werden meegegeven.4 er in Noordwest-Europa zeekaarten ver- lang ervan en daarmee de behoefte aan schenen, circuleerden in de late vijftien- betere hulpmiddelen opkwam. In 1584- De firma Van Keulen leverde in de acht- 1585 verscheen met de Spieghel der Zee- tiende eeuw ook handschriftkaarten op vaert van Lucas Jansz. Waghenaer een ge- papier van vaarwaters in het Atlantisch heel nieuw soort handboek op de markt: gebied.5 In de zeventiende- en achttiende de zeeatlas. Deze atlas bevat behalve 46 eeuw omvatten de Nederlandse zeeatlas- kaarten ook de tekst van een zeemans- sen kaarten en beschrijvingen van de G.J.D. Wildeman (1960) is ver- gids en een handleiding over de navigatie gehele wereld. Ze werden samengesteld bonden aan Het Scheepvaart- op zee. Deze combinatie samengebracht en gepubliceerd door de grote uitgevers- museum in Amsterdam als in een boekwerk van kaarten, zeemans- huizen uit die tijd. De meest omvattende conservator zeevaartkunde en gids en inleiding in de navigatiekunst Nederlandse zeeatlas was de achttiende- bibliotheekcollecties waaron- bleef in de zeventiende en achttiende eeuwse Grote Lichtende Zee-fakkel van der de kartografie. eeuw gebruikelijk.3 Van Keulen in Amsterdam.6

151 36STE JAARGANG 2017 - 3 2. Dienst der Hydrografie. Zeekaart (HD 85). Noordkust Java Westelijk Vaartwater naar Batavia en Tandjoeng Priok. 1913. Collectie Het Scheepvaartmuseum, Am- sterdam, inventarisnummer: 2012.0906.

3. Het opnemingsvaartuig Hr. Ms. '' ergens in voormalig Nederlands-Indië. ca. 1935 Collectie Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam, inven- tarisnummer: 1995.1434.

36STE JAARGANG 2017 - 3 152 Veel zeekaarten van vóór 1800 zijn nu als losse kaart overgeleverd, maar het is goed te beseffen dat ze oorspronkelijk tot een zeeatlas met een zeemansgids behoorden. Na de Franse tijd veranderde dit. Vanaf begin van negentiende eeuw tot heden worden zeekaarten als losse kaarten vervaardigd en worden de bij- behorende teksten apart uitgegeven. De zeemansgidsen, pilots in het Engels, zijn dan aparte boeken. De zeemansgidsen en kaarten blijven wel een functionele eenheid waarbij de tekst van de gids nog steeds een beschrijving geeft die aansluit bij de zeekaart. De zeemansgids wordt dan later nog aangevuld met een aparte lichtenlijst, betonningsstaat, dieptestaat, stroomatlas en getijtafels. Sinds 1922 wordt door de Nederlandse Hydrogra- fische Dienst een aparteAlgemeene 4. Nieuwskaart van de tocht naar Chatham, juni 1667 door Michiel Comans, uitgave Justus Danckerts, 1667 toelichting op samenstelling en gebruik Collectie Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam, inventarisnummer: A.2855(12). van de zeekaarten en publicaties uitge- bracht. Deze is later gedeeltelijk vervang- en door de zogenaamde Kaart 1 waarin de gebieden die niet door de Nederlandse In het begin van de twintigste eeuw wer- uitvoerig tekens, begrippen en afkorting- Dienst worden gedekt, vooral gebruik den de verschillen in vormgeving, symbool- en worden verklaard.7 Er is een goede gemaakt van Britse kaarten, meestal Ad- gebruik en vooral de gebruikte dieptema- en leesbare inleiding op de twintigste- miralty Charts genoemd. Tegenwoordig ten bij zeekaarten van verschillende naties eeuwse zeekaart van de hand van P. van is de Nederlandse Hydrografische Dienst een probleem dat steeds vaker aanleiding Leunen en J.E.W. Smith uit 1983.8 verantwoordelijk voor de zeekaarten gaf tot verwarring, en zelfs scheepsrampen van de Nederlandse kustwateren, de ge- veroorzaakte. Dankzij het werk van de in In de negentiende eeuw werd het ver- bieden rond de Nederlandse Antillen en 1922 opgerichte International Hydrogra- vaardigen van zeekaarten steeds meer als ook nog steeds voor de kustwateren van phic Organization (IHO) in Monaco is er een overheidstaak gezien. Het werd de . nu een vergaande internationale eenheid opdracht van de nationale marines om hydrografische opnames uit te voeren en zeekaarten samen te stellen. Ruim voor de oprichting van de Nederlandse Hydro- grafische Dienst in 1874 was het werk feitelijk al een marine-aangelegenheid geworden. Het terrein van deze dienst omvatte zowel de wateren rond Neder- land als die van toenmalige koloniën: Su- riname, Nederlandse Antillen en Neder- lands-Indië. Tot de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 lag de nadruk voor het hydrografisch werk van de Koninklijke Marine vooral op dit enorme eilandrijk. Het grootste deel van de Nederlandse zeekaarten en bijbehorende publicaties van vóór dit jaar heeft betrekking op Indonesië.9

Vanaf het begin van de negentiende eeuw worden in Nederland geen zeekaartseries van de gehele wereld meer gemaakt, zo- als bijvoorbeeld Van Keulen had gedaan. Hierin nam de Britse Hydrografische Dienst, opgericht in 1795, de leiding. Te- genwoordig vervaardigen de Britten nog steeds zeekaarten en de bijbehorende 5. De locatie van het vergaan van het schip Huis te Warmelo in de Finse Golf. Zeekaart van een deel van de publicaties van de gehele wereld. Op Ne- Oostzee, door Christoffel Middagten, uitgave Johannes Loots (1665-1726), Amsterdam, circa 1720. Collectie derlandse schepen wordt sindsdien voor Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam, inventarisnummer: S.0429(08).

153 36STE JAARGANG 2017 - 3 6. De namen Skagerrak en Kattegat zijn in Scandinavië uit het Nederlands overgenomen. Joannes van Keulen en Zoonen. Zeekaart van het Skagerrak, Kattegat en de Sont met een gedeelte van de kusten van Zweden en Denemarken. 1777. Het noorden is rechts. Collectie Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam, inventarisnummer: B.0032(109)1 [kaart 022].

in zeekaarten. Tussen nationale hydrogra- beurtenissen op zee en langs de kusten. banken, riffen en kliffen te beoordelen. fische diensten bestaan ook goede afspra- Bij het lezen van een verslag van een Ook de gebruikte geografische namen in ken over de uitwisseling van gegevens.10 zeereis, een zeegevecht of scheepsramp de geschreven bronnen zijn dan meteen maakt een eigentijdse zeekaart de situ- duidelijk. Voor gebeurtenissen van vóór Historische gebeurtenissen atie en omstandigheden veel duidelijker. 1800 is het zeker nuttig naar later, negen- Zeekaarten kunnen een belangrijk hulp- Het is dan mogelijk de ligging van de tiende- en twintigste-eeuws materiaal te middel zijn bij het onderzoek naar ge- landen en eilanden, vaargeulen en zand- kijken. De veel grotere nauwkeurigheid

36STE JAARGANG 2017 - 3 154 van het gebruik van de zeekaarten bij het onderzoek, maar ook van ongevallen en scheepsrampen als gevolg van verkeerd gebruik van de kaarten.11

Het potentieel voor historisch onderzoek van zeekaarten, inclusief de bijbehorende verslagen en scheepsjournalen wordt vaak niet of onvoldoende benut. In 1981 publiceerden C.J.W. van Waning en A. van der Moer een studie over het verloop van de Tocht naar Chatham tijdens de Tweede Engelse Oorlog in 1667 vanuit zeemans- perspectief.12 Nog geen drie jaar later werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan naar de vierdaagse zeeslag uit 1666 in dezelfde oorlog door H.A. van Foreest en R.E.J. Weber.13 Wat bij deze studies opvalt is dat de auteurs vaak marineofficieren zijn die door hun opleiding en praktijker- varing vertrouwd waren met het gebruik van zeekaarten. Deze auteurs zijn daar- mee navolgers van de eerste hoogleraar zeegeschiedenis en eveneens oud-marine- officier J.C.M. Warnsinck (1882-1943) die in de jaren dertig al een aantal gedegen reconstructies van zeventiende-eeuwse zeeslagen met een duidelijke zeemansblik publiceerde.14 Hun vertrouwdheid met de zee en met de maritieme bronnen heeft deze auteurs ongetwijfeld geholpen. 'Landrothistorici' zullen wellicht wat meer moeite moeten doen de zeekaart te interpreteren, en dat zou hen niet hoeven af te schrikken!

Maritieme archeologie De Nederlandse kustwateren zijn bezaaid met wrakken. Als een historisch scheeps- wrak wordt gelokaliseerd, kan een his- torische kaart meer duidelijkheid geven over de lokale omstandigheden en mee- helpen een verklaring voor de scheeps- ramp te geven. Door vanaf het moment van vergaan tot heden een reeks kaarten van hetzelfde gebied te bestuderen, kun- nen de veranderingen van de zeebodem meer inzicht geven in de ontwikkeling van de omgeving van het wrak. Oude en recente zeekaarten vormen een essenti- ële bron voor de maritiem archeoloog.15 6. De namen Skagerrak en Kattegat zijn in Scandinavië uit het Nederlands overgenomen. Joannes van Keulen en Zoonen. Zeekaart van het Skagerrak, Kattegat en de Sont met een gedeelte van de kusten van Zweden en Denemarken. 1777. Het noorden is rechts. Collectie Het Zeekaarten kunnen ook als een 'schat- Scheepvaartmuseum, Amsterdam, inventarisnummer: B.0032(109)1 [kaart 022]. kaart' naar een wrak leiden. Eind jaren zeventig wees de toenmalige hoogleraar historisch kartografie, Günter Schilder van de kaarten en de bijbehorende gege- Een recenter, en nog steeds voortgaand, op een kaart van de Zeeuwse wateren vens over de plaatselijke omstandigheden voorbeeld is het onderzoek van de Raad waarop voor de kust de positie van zijn waardevol om de oudere gegevens voor de Scheepvaart, sinds 2010 Tucht- twee wrakken stond aangegeven. Het te verifiëren. Uiteraard moet men latere college voor de Scheepvaart, bij scheeps- ging om de V.O.C.-schepen Het Vlie- kaarten met omzichtigheid interpreteren, rampen en -gevallen. Sinds 1910 worden gent Hert en Anna Catharina. Beide zeker in gebieden waar de vaargeulen en de uitspraken van deze Raad gepubliceerd schepen waren op 3 februari 1735 vlak zandbanken snel veranderen. en er zijn vele voorbeelden beschreven na vertrek vergaan. De Zeeuwse kaart-

155 36STE JAARGANG 2017 - 3 7. Detail van de Nieuwe Pascaart van Oostende tot den Hoek van Schouwen […] uitgegeven omstreeks 1774 bij en Zonen te Amsterdam. Op de kaart is aangegeven is de plaats van het vergaan van de VOC-schepen Vliegent Hart en Anna Catharina in 1735. Het Scheepvaartmuseum Amsterdam, inven- tarisnummer: B.0032(109))2 kaart 024. maker van de V.O.C., Abraham Anias, Geografische namen van Ferjan Ormeling in de uitgave van de tekende in hetzelfde jaar de positie van Nederlandse zeelieden hadden de ge- Atlas Isaak de Graaf / Atlas Amsterdam de schepen op een manuscriptkaart, woonte om buitenlandse geografische uit 2006 een goed hulpmiddel.20 die zich in de Universiteitsbibliotheek namen te vernederlandsen of een eigen van Leiden bevindt. De posities werden aparte aanduiding te geven. In de voor- Er is nog niet veel onderzoek gedaan naar later ook gepubliceerd op een zeekaart malige koloniën zijn door de Nederlan- het gebruik en de invloed van dergelijke van de monding van de Schelde door de ders veel geografische namen gegeven. toponiemen. Rob Rentenaar heeft een aan- firma Van Keulen.16 Deze kaart was het In Indonesië zijn deze namen van Neder- tal artikelen over de wateren in en rond belangrijkste hulpmiddel bij het vinden landse herkomst na de onafhankelijkheid Nederland geschreven, en ook over de van het Vliegent Hert in het begin van vervangen. Buiten de Nederlandse in- invloed van door Nederlandse zeelui ge- de jaren tachtig van de vorige eeuw (zie vloedssfeer is slechts een beperkt aantal bruikte namen in Scandinavië (zie afbeel- afbeelding 7). Het wrak is onderzocht en namen van Nederlandse oorsprong nog ding 6).21 Over de Nederlandse namen op er zijn vele objecten geborgen. Ook voor in gebruik. De meeste zijn vervangen zeekaarten in Amerika, Afrika en Azië ech- de identificatie van een wrak zijn kaarten door de officiële versies in de diverse ter, is nagenoeg niets geschreven. Alleen vaak onontbeerlijk. Dit gold voor de defi- landstalen. Dit maakt de identificatie van Ferjan Ormeling heeft aan de hand van de nitieve identificatie van het V.O.C.-schip de huidige locatie van plaatsnamen in toponiemen uit de in ca. 1705 voltooide Ravensteyn, vergaan in 1726, dat in Nederlandse historische bronnen vaak Atlas de Graaf van het V.O.C.-gebied een 1997 werd gevonden op de Malediven.17 lastig. Voor Europese wateren bestaat studie gemaakt van de gebruikte geografi- Een recent voorbeeld is de vondst van een goed overzicht van deze toponiemen sche namen.22 het oorlogsschip Huis te Warmelo. Het van B.C. Damsteegt uit 1942, waarvan verging in 1715 in de Finse Golf, werd in nog in 2001 een heruitgave verscheen.19 Ontwikkeling kustlijn en zeebodem 2006 gevonden en in 2015 kon het met Voor buiten-Europese toponiemen zijn de Bij de voorbeelden die hierboven zijn behulp van een zeekaart van de Oostzee drie apart gepubliceerde registers op de genoemd worden de zeekaarten vooral van Abraham Maas worden geïdentifi- honderd delen van de reeks Werken van als hulpmiddel bij historisch onderzoek ceerd (zie afbeelding 5).18 de Linschoten-Vereeniging nuttig. Voor gebruikt. Er is echter een onderzoek het V.O.C.-gebied is de uitgebreide gaande waarbij historische zeekaarten

36STE JAARGANG 2017 - 3 156 een meer prominente rol spelen. Als bron Slotwoord 3 Netten, Djoeke van. 2012. Een boek als carrière- zijn ze niet alleen bruikbaar als moment- Nederland heeft een rijke traditie op het vehikel: De zeemansgidsen van Blaeu. In: De opname uit het verleden, maar door de gebied van het maken van zeekaarten. Zeventiende eeuw. 27 no 1 (2012). 214-231. vergelijking van een reeks voorbeelden Dit biedt voor veel zeegebieden rond 4 Marre, Jan de. 1753. De Nieuwe Groote Lich- uit verschillende perioden van eenzelfde Nederland en zijn voormalige koloniën tende Zee-Fakkel. Het Sesde Deel, vertoonende stuk water is het mogelijk de ontwik- de mogelijkheid deze bronnen voor een de zee-kusten, eylanden en havens van Oost- keling van de diepte, de veranderingen periode van meer dan vier eeuwen te Indien. Amsterdam: J. van Keulen, met 60 kaar- van geulen en zandbanken en de kustlijn benutten. Ze zijn een goed hulpmiddel ten. Voor een overzicht van de losse kaarten te reconstrueren. De resultaten zijn van voor historisch onderzoek. Het feit dat op perkament zie: Schilder, Günter & Hans Kok. belang om beredeneerde voorspellingen elementen als waterdiepte, banken en 2010. Sailing for the East. History & catalogue of te doen over de toekomstige ontwikkelin- riffen gedurende deze lange periode zijn charts on vellum of the Dutch East gen, die vooral van belang is bij de lange- vastgelegd, maakt onderzoeken naar de India Company (VOC), 1602-1779. Houten: Hes & termijnplanning van de bescherming van geografie onder de waterspiegel mogelijk. De Graaf. de kust tegen de zee, maar ook bij de aan- Historische zeekaarten dienen daarmee 5 Vries, Dirk de (e.a.). 2005. The Van Keulen leg van havenwerken, dammen, dijken en niet alleen een onderzoek naar het verle- Amsterdam: 1680-1885. Alphen aan andere menselijke langs de zeekust. Rijks- den, maar helpen ook inzicht te verwer- den Rijn: Canaletto. waterstaat heeft met enige regelmaat ven voor de toekomst. 6 Voor een overzicht van de zeekaarten in deze dergelijke historische onderzoeken laten atlas van Van Keulen zie: Koeman, C. 1972. The uitvoeren. Een vroeg voorbeeld is een Noten Sea on Paper. The Story of the Van Keulens and onderzoek uit 1936 naar de historische 1 Dit artikel is een licht aangepaste en geactuali- their "Sea-torch" 1728. Amsterdam: Theatrum ontwikkeling van het Nauw van Calais en seerde versie van: Wildeman, Diederick. 2016. Orbis Terrarum. de invloed ervan op de Nederlandse kust Zeekaarten als historische bron. In: Marc Hame- 7 Algemeene toelichting op de samenstelling en van J. van Veen.23 leers (ed. e.a). 2016. Cartografie: visies op de het gebruik van de Nederlandsche zeekaarten, kaart 's-Gravenhage: Stichting Archiefpublicaties zeemansgidsen en verdere uitgaven der Afdee- In 1985 is in opdracht van Rijkswater- (Stichting Archiefpublicaties Jaarboek; 15). 208- ling Hydrografie (1922). Den Haag: Landsdruk- staat het project 'Kustgenese' gestart met 217. kerij. en latere edities; (2008) Internationale als doel het 'gedrag' van de Nederlandse 2 Sauer, Albrecht. 1996. Das Seebuch. Das Kaartserie kaart 1. Tekens, afkortingen, begrippen kust te onderzoeken.24 Dit project heeft älteste erhaltene Seehandbuch und die spätmit- voorkomend op zeekaarten = International Chart een aantal publicaties opgeleverd waar- telalterliche Navigation in Nordwesteuropa. Series Int 1. Symbols, abbreviations, terms used bij zeekaarten (en ook landkaarten) van Hamburg: Kabel. 152; Mörzer Bruyns, W.F.J. 1984. on charts. Den Haag: Chef der Hydrografie. de kustlijn een belangrijke bron waren. Leeskaarten en paskaarten uit de Nederlanden. 8 Leunen, P. van & J.E.W. Smith. 1983. Zeekaar- Wim Ligtendag behandelt het al eeuw- Een beknopt overzicht van de gedrukte naviga- ten. Culemborg: Educaboek-Stam Technische enlange, langzame opschuiven van de tiemiddelen uit de zestiende eeuw. In: E. Bos- Boeken. Nederlandse kust in oostelijke richting. Rietdijk (e.a). 1984. Lucas Jansz. Waghenaer 9 Een introductie op de geschiedenis van de Hij besteedt daarbij ook aandacht aan de van Enckhuysen. De maritieme cartografie in de Nederlandse Hydrografische Dienst. In: Met problemen rond de nauwkeurigheid van Nederlanden in de zestiende en het begin van lood en lijn. Maritiem Museum 'Prins Hendrik' ... de kaarten.25 Karel Leenders heeft over de zeventiende eeuw. : Zuiderzeemu- 18 juli - 30 september 1974. Rotterdam: Maritiem de kustontwikkeling van de Franse kust seum. 11-20. Museum 'Prins Hendrik', 1974. Voor het overzicht bij Cap Gris Nez tot Hoek van be- schreven.26 Uiteraard is er wel dergelijk onderzoek gedaan buiten Rijkswaterstaat. Een goed voorbeeld van onderzoek naar de ontwikkeling van de kust met behulp van Nederlandse zeekaarten is het werk van de Duitser A.W. Lang uit de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw, met name voor het aan Nederland grenzende Waddengebied.27 Ook de boeken en ar- tikelen van Henk Schoorl hebben over dit onderwerp een belangrijke bijdrage geleverd, met name zijn monumentale vierdelige werk De convexe kustboog uit 1999-2000 over de ontwikkeling van de Waddeneilanden.28 Meer recent is het proefschrift van Edwin Elias uit 2006 over de snelle ontwikkeling van de zand- banken voor het Marsdiep bij Texel.29 Zeekaarten kunnen niet alleen resultaten opleveren voor de ontwikkeling van de kustlijn, maar ook voor het duingebied zoals Frans Beekman laat zien in zijn stu- 8. Een vroeg voorbeeld van onderzoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse kust met behulp van his- die over de Kop van Schouwen.30 torische zeekaarten is J. van Veen Onderzoekingen in de Hoofden in verband met de gesteldheid der Ned- erlandsche kust ('s-Gravenhage 1936). 157 36STE JAARGANG 2017 - 3 van de zeekaarten, incl. die van Indonesië, zie: Leeuw. 19-20, 121. De identificatie was met 27 Voorbeelden zijn: Lang, Arend, W. 1958. Ge- (1936), Catalogus van Nederlandsche zeekaarten behulp van Nationaal Archief VELH 153. staltungswandel des Emsmündungstrichters. Un- en boekwerken uitgegeven door de Afdeeling 18 Maritiem Museum Rotterdam, WAE 908, tersuchungen zur Entwicklung der Emsmündung Hydrografie van het Ministerie van Defensie. 's- Abraham Maas Nieuwe gelijkgraadige paskaart von der Mitte des 16. bis zum Beginn des 20. Gravenhage: Gebr. Van Cleef. of andere ed. van van een gedeelte van de Oostzee Amsterdam, Jahrhunderts. Bremen: W Dorn ; Lang, Arend W. vóór 1950. Johannes Loots, 1716-1726. Het Scheepvaartmu- (1962) Kleine Kartengeschichte Frieslands zwi- 10 Monmonier, Mark ed. 2015. Cartography in seum bezit een vergelijkbare kaart met inventa- schen Ems und Jade.Norden: Soltau. the Twentieth Century: Part 1. Chicago: Chicago risnummer S.0429(08), maar dan met Christoffel 28 Schoorl, Henk. 1999-2000. De convexe kust- University Press. (The ; Middagten als samensteller. Zie over de iden- boog. Texel, Vlieland, Terschelling. Bijdragen tot Vol 6), 682-685. tificatie van het schip (2016) Yes we found your de kennis van het westelijk Waddengebied en de 11 Uitspraken van den Raad voor de Scheepvaart ship, Over de ontdekking en geschiedenis van eilanden Texel, Vlieland en Terschelling. Schoorl: en uitspraken in beroep van den voorzitter van een Medemblikker oorlogsship in Finse wateren. Pirola 1999-2000; 4 Vol. en Schoorl, Henk. 1990. dien raad (1910-2010). 's-Gravenhage: Lands- : z.n. (Archeologie in West Frieland ; 21). Kust en kaart. Artikelen over het kaartbeeld van drukkerij, Sinds 2011 Uitspraken Tuchtcollege 19 Damsteegt, B.C. 1942. Nieuwe spiegel der het Noordhollandse kustgebied. Schoorl: Pirola, voor de Scheepvaart, zie: www.tuchtcollege- zeevaart. Nederlandse namen op zeekaarten uit 1990. voordescheepvaart.nl. de 16e en 17e eeuw. Amsterdam: Noord-Holland- 29 Elias, Edwin. 2006. Morphodynamics of Texel 12 Waning, C.J.W. van & A. van der Moer. 1981. sche Uitgevers Maatschappij. De gedeeltelijk Inlet. Amsterdam: IOS Press. Dese aengenaeme tocht: Chatham 1667 herbezien heruitgave is: Damsteegt, B.C. 2001. Nieuwe 30 Beekman, Frans. 2007. De Kop van Schouwen door zeemansogen Zutphen: Walburg Pers. spiegel der zeevaart. beknopte historische atlas onder het zand. Duizend jaar duinvorming en duin- 13 Foreest, H.A. van & R.E.J. Weber. 1984. De van de Europese kusten met de oude Nederland- gebruik op een Zeeuws eiland. Utrecht: Matrijs. Vierdaagse Zeeslag 11 - 14 juni 1666 (Amsterdam se namen. Amsterdam Koninklijke Nederlandse Noord-Hollandse Uitgeversmaatschappij. (Wer- Akademie van Wetenschappen. Summary ken uitgeven door de commissie voor Zeege- 20 Sepp, D. (ed.). 1939. Tresoor der zee- en land- Nautical charts as historical sources / Diederick schiedenis; 16) reizen … deel I-XXV. 's-Gravenhage: Martinus Wildeman 14 Warnsinck, J.C.M. 1930. Admiraal de Ruyter: Nijhoff; Romburgh. C.G. van & C.E. Warnsinck- A is never published as a single doc- De zeeslag op Schooneveld, Juni 1673. 's-Gra- Delprat (ed.). 1957. Tresoor der zee- en landreizen ument but always produced jointly with information venhage: Martinus Nijhoff. deel XXVI-L. 's-Gravenhage: Martinus Nijhoff; in another form. From the late sixteenth century 15 Zie bijvoorbeeld 'bronnen van onderzoek' In: Peter de Bode, Pieter de (ed.). 2007. Tresoor der onwards, beginning with the first edition of Waghe- Handreiking buitendijks erfgoed (2014). Amers- zee- en landreizen … deel LI-C. Zutphen: Wal- naers Spieghel der zeevaerdt in 1584-1585, the pro- foort: RCE, 47-48; Manders, Martijn & Seger van burg Pers ; Schilder, Günter (e.a.). 2006. Atlas duction of Dutch charts has been accompanied by de Brenk, Menne Koshian. 2014. De gelaagde Isaak de Graaf / Atlas Amsterdam. Voorburg: texts describing the coastal features, the fairways geschiedenis van de Westelijke Waddenzee. . (Grote atlas van de Verenigde Oost- and navigational hazards. Since the nineteenth Historisch Geo-Morfologische Kaartenset van de Indische Compagnie, Vol 1), 398-420. century charts are published separately, with the Waddenzee. Amersfoort: RCE. 21 Rentenaar, Rob. 1988. Zeekaarten en plaats- accompanying text now being published in book 16 De handschriftkaart in: Universiteitsbiblio- namen. Hollandse kartografen en de toponymie form. Printed sailing directions are usually referred theek Leiden, manuscriptkaart op perkament, van de Skandinavische kustgebieden in de zes- to as 'pilots'. In the early nineteenth century the COLLBN 054-05-001, Abraham Anias (1735), tiende en zeventiende eeuw. In: Caert-Thresoor of the Dutch coast was assigned to the Droevige aanteijkening en afbeelding op deze 7 no. 4 (1988), 68-75. Zie verder de bibliografie Dutch Navy, even before the official establishment caart wegens het verongelukken van de twee van Rentenaar op http://duinenenmensen.nl/ of the Dutch Hydrographic Office (as part of the Oostindische Compagnies schepen 't-Vliegent wp-content/uploads/2015/03/Rob-Rentenaar- Navy) in 1874. Until the middle of the twentieth cen- Hart en d'Anna Catharina beyde van 't Vlak geze- Bibliografie-.pdf (geraadpleegd 25-6-2017). tury, the vast majority of the surveying work was ijlt den 3 februarij 1735. De gedrukte kaart is o.a. 22 Ormeling, Ferjan. 2006. Geografische namen not performed along the Dutch coast but in Indone- in Het Scheepvaartmuseum Amsterdam, inven- in de Atlas De Graaf / Atlas Amsterdam. In: Schil- sian waters. This came to an end when Indonesia tarisnummer: B.0032(109)1 [kaart 098], Joannes der, Günter (e.a.). 2006. Atlas Isaak de Graaf / At- became independent after World War II. van Keulen en Zoonen (1774) Nieuwe Paskaart las Amsterdam Voorburg 2006. Ook gepubliceerd Historical charts and pilot books help to understand van Oostende tot den Hoek van Schouwen … . als: Ormeling, Ferjan. 2007. Geografische namen historical events at sea. Sea battles, disasters and Amsterdam: Joannes van Keulen en Zoonen. Zie in de Atlas Isaak de Graaf. In: Caert-Thresoor 26, shipwrecks are now often only comprehensible if verder: Beekman, F. (e.a ed.). 2002. Werken met no 4 (2007), 101-108. the circumstances at sea and along the coast are Zeeuwse kaarten. Handleiding bij het gebruik van 23 Veen, J. van. 1936. Onderzoekingen in de Hoof- clear. Accounts of historical voyages are difficult oude topografische kaarten. Utrecht: Matrijs, den in verband met de gesteldheid der Neder- to follow without such information. They are a 114-116; Vries, Dirk de. 1996. Uit de kaartenwinkel landsche kust. 's-Gravenhage: Landsdrukkerij. great source to understand both the contemporary van de VOC. Catalogus van zeekaarten van de 24 Stive, M.J.F. (e.a.). 1987. Kustgenese: Groot- environment in which the situation unfolded, and Verenigde Oostindische Compagnie in de Col- schalige vorming en ontwikkeling van de Neder- insight into the information available. Unfortunately lectie Bodel Nijenhuis. Leiden: Universiteitsbi- landse kust. Vorming en toetsing van hypothesen. modern studies only rarely use these sources. bliotheek, 16-17 met afbeelding van de kaart uit 's-Gravenhage: Rijkswaterstaat. The Dutch named many locations around the 1735; Horst, A.J. van der. 1991. 'Met geen drooge 25 Ligtendag, W.A. 1990. Van IJzer tot Jade: Een world; these could be either local names adapted oogen om tesien'. De ondergang van het VOC- reconstructie van de zuidelijke Noordzeekust in de to the or new ones. Quite a number retourschip "'t Vliegend Hart" in 1735. Amsterdam jaren 1600 en 1750. 's-Gravenhage: Rijkswaterstaat. of them are no longer in use (especially in Indo- : De Bataafsche Leeuw. 27. 26 Leenders, K.A.H. 1986. 2000 Jaar kustontwik- nesia) but others have remained. The historical 17 Paesie, Ruud. 1999. Het VOC-retourschip keling van Cap Gris Nez tot Hoek van Holland: Een charts and pilot books are a prime source for these Ravesteyn: De laatste reis van een Zeeuwse bijdrage in het kader van het projekt Kustgenese. toponyms. Oostindievaarder. Amsterdam Bataafsche Rijswijk: Rijkswaterstaat.

36STE JAARGANG 2017 - 3 158 De zomer van het jaar 1902 leek Lowie Brink aanvankelijk weinig goeds in de zin te hebben voor de Nederlandse geografie en kartografie. Pieter Roelf Bos, de man achter De Grote Pieter Bos is dood, Bosatlas, de sterauteur van uitge- verij Wolters en "wiens naam met leve Jan Niermeyer! gouden letteren geboekt blijft in de annalen der aardrijkskundige Een nieuw kartografisch geluid wetenschap",1 werd op 22 juni op 55-jarige leeftijd "zoo plotseling bij uitgeverij Wolters door den dood aan zijn werkzaam leven ontrukt".2 Drie weken la- ter pakte die zomer toch minder slecht uit dan gedacht.

De op 12 juli 1902in Amsterdam geopen- de tentoonstelling van hulpmiddelen bij het aardrijkskundig onderwijs bleek name- lijk een groot succes. "Daar toch is dit jaar iets te zien, wat misschien nimmer weer te zien zal zijn."3 Geëxposeerd werd een groot aantal inzendingen van Nederlandse en buitenlandse uitgevers, overheidsdien- sten, het Schoolmuseum, het Aardrijkskun- dig Genootschap en particulieren. Bij de opening was "het heele aardrijkskundige Nederland tegenwoordig; nagenoeg alle leeraren die de geographie onderwijzen, alle kopstukken zoals den véélschrijven- den Dr. H. Blink, hooge oomes op onder- wijsgebied, schoolopzieners, inspecteurs en dergelijke."4 De tentoonstelling was ook een must voor de opvolger van Bos, Jan Frederik Niermeyer, die zich "verheug- de over zooveel belangstelling in aardrijks- kunde hier te lande" en er een uitgebreid 1. Portret van Jan Frederik Niermeyer, circa 1910, verslag over schreef.5 Uit dit kritische, Utrecht (afbeelding in: B. de Pater (1999), Een tempel der ideeënrijke en enthousiaste verslag blijkt kaarten, p. 34). zonneklaar dat Wolters in 1902 een waar- dige troonopvolger in het uitgevershuis had binnengehaald. Niermeyer niet helemaal verdwenen in Utrechtse hoogleraar in de fysische geo- de mist der geschiedenis. Het had echter grafie Jacoba Hol kreeg hij als antwoord: Spin in het web niet veel gescheeld. De sociograaf Willem "Beste Heslinga, je kunt je tijd beter beste- Dankzij De Grote Bosatlas – van 1923 Vermooten behandelde in zijn uitvoerige den dan je te verdiepen in iemand die tot 1967 getiteld Bos-Niermeyer school- proefschrift uit 1941 over De mens in de terecht vergeten is."8 Ernstiger voor ons atlas der geheele aarde – is de naam van geografie6 een groot aantal geografen, onderzoek is het feit dat in het bedrijfsar- maar wist niets meer over de Utrechtse chief van Wolters, thans Noordhoff Uit- hoogleraar Niermeyer te bedenken dan gevers, Niermeyer letterlijk verdwenen een paar overgeschreven zinnen uit een is, aangezien er geen snipper informatie necrologie van 1924.7 En de Amsterdamse over hem beschikbaar is. Hetzelfde geldt hoogleraar in de sociale geografie Marcus voor de hierna ter sprake komende kaart- Willem Heslinga kon zich niet herinneren auteurs van Wolters als Keiser, Bleeker dat er in zijn Utrechtse studietijd (1945- en Marwitz; alleen de correspondentie Dr. ir. L.E.S. Brink is eigenaar 1951) ooit over Niermeyer was gerept: "Ik van Bos is in een apart archief bewaard van antiquariaat De Wereld heb eerst enige jaren nadien beseft dat gebleven.9 Desondanks zullen we pro- aan de Wand, dat gespeciali- Van Vuuren, de opvolger van Niermeyer, beren aan te tonen dat Niermeyer vanaf seerd is in wandkaarten. een voorganger had." Bij navraag bij de 1902 circa twintig jaar lang niet alleen De

159 36STE JAARGANG 2017 - 3 Bosatlas heeft bewerkt, maar bij Wolters en als kind van zijn tijd is het niet verwon- De persoon Niermeyer is te omschrijven ook als een spin in het web heeft gefun- derlijk dat hij de landbeschrijving nog met de volgende woorden: belezen, con- geerd bij de uitgave van een scala aan als kern van de geografie beschouwde. tactvaardig, eenvoudig, helder, hulpvaar- leerboeken en innovatieve atlassen en Maar dan wel een landbeschrijving waar dig, idealistisch, (te) kritisch, praktisch, wandkaarten. Als eerste stap zullen we de "werken van den mensch een zorg- toegewijd, veelzijdig, vriendschappelijk. de schijnwerper op Niermeyer als per- vuldige en belangstellende behandeling" Zijn uitgesproken meningen en zeer kri- soon richten. ontvangen.12 In zijn Utrechtse jaren (vanaf tische recensies zouden hem echter veel 1908) keerde hij zich steeds meer tegen vijanden bezorgen. Twee passies, die hij "Aan den mensch een groote plaats het fysisch-determinisme van de Duitse beide deelde met Kan, springen bij Nier- verleend" school en richtte hij zich op de Franse meyer in het oog. De eerste is Neder- Jan Frederik Niermeyer (1866-1923) heeft géographie humaine van Paul Vidal de lands-Indië, waarover de meerderheid de eerste 22 jaren van zijn leven in Am- la Blache en zijn leerling Jean Brunhes. van zijn publicaties dan ook handelt. De sterdam doorgebracht (H.B.S., studie Hierbij stonden mens-natuurrelaties bin- tweede is kartografie, en daarvan getui- M.O.-akten aardrijkskunde (1886) en ge- nen regionale kaders centraal.13 De mens gen bijvoorbeeld diverse scherpzinnige schiedenis (1888) aan de Universiteit van grijpt in de werking van de natuur in, kaartrecensies en een reeds in 1893 ge- Amsterdam onder andere bij professor maar zonder algemene wetmatigheden en publiceerd overzicht van de geschiedenis Cornelius Kan). De twintig jaar daarna met ruimte voor creativiteit en toeval.14 van de kartografie van Nederland.16 Zijn was hij leraar aardrijkskunde en geschie- Het was Niermeyer die Vidal de la Blache, werkzaamheden bij uitgeverij Wolters denis aan het prestigieuze Erasmiaansch de geestelijk vader van de sociale geogra- hadden tot gevolg dat hij vanaf 1902 ook Gymnasium in Rotterdam. Zijn eerste fie,15 in Utrecht heeft geïntroduceerd. als kartograaf aan de slag kon. publicaties en zijn werkzaamheden (van- af 1887) als assistent van de tijdschrift- redactie van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) stammen al uit zijn Amsterdamse jaren. Niermeyer zou met grote regelmaat bij- dragen leveren aan het tijdschrift van het KNAG (lid van de redactiecommissie van 1897 tot 1906, voorzitter daarvan vanaf 1906 tot1914) en was "deel van de 'inner circle' van het KNAG".10 Zo was hij bijvoorbeeld in 1910 voorzitter van de commissie voor economische geografie en actief in commissies voor kartografie, fotografie en de bibliotheek.11 Strijdvaar- dig pleitte hij rond 1900 voor een univer- sitaire opleiding van aardrijkskundelera- ren en voor de verbetering van de positie van de geografische wetenschap aan de Nederlandse universiteiten.

Zijn wensen kwamen deels in vervulling door de aanstellingen van vier hooglera- ren in 'physische' en 'politische' (sociale) aardrijkskunde in Amsterdam (1907) en in Utrecht (1908). Niermeyer was een van hen en kreeg de taak de 'statistisch- politische, economische en algemeene aardrijkskunde' in Utrecht te doceren.

Zijn denkbeelden over geografiebeoefe- ning waren in zijn Rotterdamse jaren al uitgekristalliseerd. Als leerling van Kan

2. Schoolatlaskaart Balkan-Schiereiland in de Atlas voor de volksschool (schaal 1:6.000.000); links: zestiende druk door P.R. Bos (ca. 1897), rechts: 24ste druk bewerkt door J.F. Niermeyer (1911). Een sterk verbeterde reliëfweergave is verkregen door vervanging van schrapjes door schaduwering.

36STE JAARGANG 2017 - 3 160 De Grote en De Kleine Bosatlas las voor de volksschool (hier aangeduid smaak van de meeste aardrijkskundelera- Naast de atlassen en wandkaarten heeft als De Kleine Bosatlas). De Utrechtse ren. Niermeyer ook de aardrijkskundige leer- hoogleraar kartografie Cornelis Koeman boeken van Bos bewerkt. Later had hij bij was niet te spreken over de bewerking Van een behoudende aanpak was echter Wolters ook zijn eigen leerboek ontwik- van De Grote Bosatlas door Niermeyer: in geval van de in de schaduw van zijn keld, De oost en de west (1909), en was "In comparison to P.R. Bos his construc- grote broer staande De Kleine Bosatlas hij behulpzaam bij andere uitgaven van tive ideas on atlas-cartography were geen sprake. Vooral de reliëfweergave Wolters, zoals een inleiding bij Bezemers slight."18 Zijn opvolger in Utrecht, Ferjan werd in deze atlas radicaal veranderd. Door Nederlandsch Oost-Indië uit 1906 Ormeling jr., nuanceert dit beeld echter Niermeyer was een groot liefhebber van en een handleiding uit 1904 bij de wand- in zijn Biografie van de Bosatlas. Dank- een relatieve hoogtevoorstelling door mid- platen van Bos. Zijn "sterke morele ver- zij Niermeyer ging de atlas tot het esta- del van schaduwschrapjes of schaduwe- bondenheid" met deze uitgever blijkt ook blishment horen, werd er actueler infor- ring met schuine belichting. Een type- uit zijn streven om een atlas van Neder- matie gebruikt (van ontdekkingsreizigers rende uitspraak van hem is bijvoorbeeld: lands-Indië van het KNAG door Wolters en uit de boeken- en kaartenverzameling "Welk een prachtig, zonnig, schitterend te laten uitgeven.17 Niermeyer heeft vier van het Geografisch Instituut) en kwam reliëf! De tegenstanders der 'Schiefe atlassen van Bos geredigeerd, maar de er dus een wetenschappelijker benade- Beleuchtung' kunnen hier bekeerd wor- meeste tijd ging zitten in de bewerking ring.19 Een minder constructieve, behou- den."20 In de meer wetenschappelijke van de bekende Schoolatlas der geheele dende aanpak was misschien ook beter, Grote Bosatlas heeft hij alleen voorzich- aarde (hier aangeduid als De Grote Bos- gezien de bewezen formule van De Grote tig aan de reliëfweergave kunnen sleute- atlas) en de eveneens veel gebruikte At- Bosatlas in 1902 en de conservatieve len, zoals schrapjes wat meer accentue- ren en het aanbrengen van een paar slag- schaduwen tegen de bergketens, maar in de voor het lager onderwijs bedoelde Kleine Bosatlas kon hij zich uitleven. De vervanging van hellingschrapjes door schaduwering met schuine belichting in de tweeëntwintigste druk (1907) le- vert daar een fraaie, duidelijke en plasti- sche reliëfweergave op.

Als deze schaduwering in de dertigste druk (1922) weer vervangen wordt, merkt Koeman dan ook teleurgesteld op: "The representation of relief is inferior to pre- ceding editions."21 En ook de geograaf en kartograaf J. Schokkenkamp, leerling van Schuiling en Niermeyer en "lang het kartografisch geweten van Nederland",22 heeft vragen: "Waarom is men daarvan la- ter weer afgestapt? Wie heeft deze reliëf- tekening vervaardigd? Welke pionier be- heerste deze kunst? Kan de firma Wolters daarbij misschien de helpende hand bie- den?"23 Dat laatste gaat door het verdwe- nen bedrijfsarchief niet lukken, maar het is goed denkbaar dat de nieuwe kaarten op steen werden gebracht aan de hand van door Niermeyer geselecteerde Duitse kaarten. Elders vermoedde Niermeyer ook een dergelijke werkwijze: "De litho- graaf werkt klaarblijkelijk naar de beste Duitsche voorbeelden; waar zou hij beter terecht kunnen?"24

Vernieuwing van een klassieke wandkaart Van de zeven schoolwandkaarten van Bos zouden er twee de status van klassieker bereiken: de Wandkaart van Ned. Oost- Indië (1881) en de wandkaart van Java (1890). De eerste zou negen edities be- leven en de tweede acht drukken, wat

161 36STE JAARGANG 2017 - 3 3. Schoolwandkaart Java (schaal 1:500.000, 4 bladen, 65 x 220 cm); boven: derde druk door P.R. Bos, R.R. Rijkens en W. van Gelder ([1901], collectie Bodel Nij- enhuis, Universiteitsbibliotheek Leiden), onder: vierde druk door P.R. Bos, R.R. Rijkens, W. van Gelder en J.F. Niermeyer (1909). De indeling is veranderd van geologisch-natuurkundig naar staatkundig.

voor schoolwandkaarten uitzonderlijk dig (met hoogtezones); een groene kleur tijd nog niet rijp voor een natuurkundige veel is. De onafhankelijkheid van de Ne- geeft alluviale en kwartaire gronden indeling, aangezien hij in een voorbericht derlandse koloniën in de Oost heeft het hoogstens 120 M. boven zee aan, een van De Grote Bosatlas uit 1906 vermeld- uitbrengen van nieuwe drukken van deze groene kleur met een H daarin geeft de: "Tot vervanging van het blad Java kon twee wandkaarten een halt toegeroepen. hoogvlakten aan en een bruine kleur nog niet besloten worden, het materiaal In 1909 waren weer nieuwe, vierde druk- geeft vulkanische en tertiaire gronden voor een goede orografische kaart van ken voor beide kaarten nodig, en het is aan. De indeling van de vierde druk is dat eiland is nog altijd niet volledig." Blijft niet verwonderlijk dat Niermeyer als ex- daarentegen een toonbeeld van eenvoud; over een staatkundige indeling met, zoals pert op het gebied van Nederlands-Indië staatkundig met fraaie kleuren voor de gezegd, een smaakvol kleurgebruik. Nier- daarvoor werd gevraagd. Hij deed dat in residenties. Het was wellicht Niermeyer meyer leek wat dat laatste betreft trouw samenwerking met W. van Gelder, oud-in- die af wilde van de onduidelijke geolo- aan zijn eigen eerder geuite aanmaning- specteur van het 'inlandsch onderwijs' en gisch-natuurkundige indeling. In een en: "Hier zijn we bij een punt aangeland, auteur van de bekende Schoolatlas van kaartenset van Java in De Grote Bosatlas waarover niet genoeg gemopperd kan Nederlandsch Oost-Indië, die in 1901 zijn de drie gebruikelijke indelingen worden: dat de vervaardigers van school- samen met Bos en R.R. Rijkens de derde (geologisch, natuurkundig, staatkundig) kaarten zoo weinig doen voor het schoon- drukken had herzien. De vierde druk van verwerkt in drie boven elkaar geplaatste heidsgevoel."26 "Misschien zou het wat Java werd geheel opnieuw getekend door kaarten, en daarmee vergeleken kan de helpen als zij in 't vervolg eens de smaak Van Gelder en vertoont diverse aanpas- indeling van de derde druk van de wand- van een artiest te hulp riepen voor de singen (zoals een nieuwe reliëfschaduw- kaart alleen maar verwarring stichten. keus der tinten."27 ering), maar het meest opvallend is de Een zuiver geologische indeling had Nier- nieuwe indeling en het bijbehorende meyers goedkeuring ook niet kunnen "Dr. Niermeyer aus Rotterdam" kleurgebruik. wegdragen, aangezien hij "tegen de over- De Duitse geografendagen waren elke schatting van de geologische grondslagen twee jaar tijdens de Pfingstwoche weer De ongebruikelijke indeling van de derde van de aardrijkskundige wetenschap" een gebeurtenis van belang die ook in druk is zowel geologisch als natuurkun- was.25 En misschien vond Niermeyer de Nederland zijn sporen naliet. Zo kreeg

36STE JAARGANG 2017 - 3 162 uitgeverij Wolters een uitnodiging deel te waar thematische schoolwandkaarten matisering.31 De accurate informatie over nemen aan de tentoonstelling van geogra- nog vrijwel onbekend waren. Zijn keuze de stoomvaartlijnen was ongetwijfeld fische leermiddelen tijdens de geografen- viel daarbij op de de Wandkarte des afkomstig van A. Voogd, redacteur van dagen in Bremen (1895), en werd Nier- Weltverkehrs (eerste druk 1903, tweede het Rotterdamse blad Scheepvaart, die meyer door het KNAG afgevaardigd om druk 1904, vijfde druk 1919) van dr. G. ook jarenlang de stille kracht was achter verslag te doen van de geografendagen in Leipoldt, leraar aan het Königliche Gym- de kaart Koloniën en wereldverkeer in Keulen (1903). Door de industriële revo- nasium in Dresden-Neustadt. Deze kaart De Grote Bosatlas. Geheel voor Niermey- lutie en de opkomst van nieuwe verkeers- was volgens uitgever Müller-Fröbelhaus ers rekening is de nieuwe inzet Neder- middelen was de verkeersgeografie tot een in Dresden in 1903 een verkoopsucces: landsch-Indië. Belangrijkste passagiers- belangrijke tak van de geografie uitge- "Die I. Auflage von 500 Exemplaren war en goederendiensten naar, van en tus- groeid, die dan ook in Keulen een hot in 4 Monaten vergriffen."30 In 1905 zou schen Nederlandsch-Indische havens. topic was. Het zal Niermeyer hebben ver- Niermeyer van deze wandkaart een Ne- sterkt in zijn opvatting dat bij "eener com- derlandse bewerking laten verschijnen, De wandkaart Het wereldverkeer was plete landbeschrijving ook de mensch in waarbij zoveel werd aangepast dat de ver- zeker vernieuwend. "Deze wandkaart zijne werken behoort (zoals nederzetting- melding van zijn naam als tweede auteur voorziet in een lang en ernstig gevoelde en, bodemgebruik en verkeerswegen)."28 terecht was. Veel bleef hetzelfde zoals de behoefte voor vele onderwijsinrichtin- Hij nam in Keulen actief deel aan de titel (na vertaling: Het wereldverkeer. De gen", luidde het in een recensie.32 Maar discussies over Verkehrsgeographie zo- staten en koloniën met de voornaam- de afstandswerking was helaas slecht en als in een verslag in het Geographische ste stoomboot- en spoorlijnen, karavaan- nog typisch negentiende-eeuws.33 De Zeitschrift te lezen valt: "Dr. Niermeyer wegen, telegraaflijnen en -kabels), de Duitse kartograaf Hermann Haack merkte aus Rotterdam führte aus, als Rotterda- schaal (1:20.000.000), de Mercatorpro- al de erdrückende Überfülle van Leipoldts mer hat er mit Interesse (et cetera)."29 Hij jectie en de legenda. Maar veel is ook wandkaart op,34 en het is maar goed dat stond ook open voor nieuwe denkbeel- veranderd zoals meer stoomvaartlijnen Haack Niermeyers meer uitgebreide ver- den. Het is zeer goed mogelijk dat Nier- en telegraafkabels, maar ook de lijnkleur sie niet gezien heeft. De genoemde Bos- meyer in Keulen op het idee kwam om van een stoomvaartlijn in de kleur van atlaskaart Koloniën en wereldverkeer is een van de Verkehrs-Schulwandkarten de koloniale mogendheid en de minder duidelijker doordat veel minder stoom- – die in het Duitse onderwijs al gebruikt gegeneraliseerde kustlijnen, want Nier- vaartlijnen zijn aangegeven en bovendien werden – in Nederland te introduceren, meyer was fel tegen een te sterke sche- alle buitenlandse lijnen dezelfde kleur

4. Schoolwandkaart Het wereldverkeer van G.A. [moet zijn G.] Leipoldt en J.F. Niermeyer ([1905], schaal [1:20.000.000], 4 bladen, 147 x 217 cm, collectie Konink- lijke Bibliotheek, Den Haag). In het Duitse origineel ontbreekt de inzet Nederlandsch-Indië.

163 36STE JAARGANG 2017 - 3 5. Schoolwandkaart Nederland van U.D. Keiser ([1904], schaal 1:175.000, 6 bladen, 177 x 149 cm). Met kleuren worden op deze wandkaart maar liefst 17 bodemge- bruiksymbolen onderscheiden en geen grondsoorten. Een kritische en deskundige bespreking geeft A.A. Beekman in T.A.G. XXII (1905), deel 1, p. 381-383.

hebben. Het grote formaat van de school- hierboven al genoemde Schokkenkamp, ing, heden in ons land nagenoeg uitslui- wandkaart had Niermeyer blijkbaar ten "decennia lang een der weinige Neder- tend het werk van de mens, maar geen onrechte het idee gegeven dat hij veel landse geografen die op kartografisch zeeklei, geen beekbezinking of veen (zo- meer gegevens kon opnemen dan op de terrein tot oordelen bevoegd was."35 Hij als op de grondsoortenkaarten). […] Men schoolatlaskaart. is niet te spreken over het beeld van Ne- moet tot de conclusie komen, dat er iets derland in schoolatlassen en op school- mis is met de kaarten van ons land. […] "Er is iets mis met de kaarten van wandkaarten: "Sedert een 80 jaar of lang- Het is wel merkwaardig dat van sociaal- ons land" er beheerst de geologie of beheersen de geografische kant, welke de mens in de In 1965 verscheen in het Geografisch Tijd- grondsoorten de provinciekaarten. […] aardrijkskunde centraal stelt, nog nooit, schrift een opmerkelijk artikel van de Wat we (in Nederland) zien is de begroei- tenminste buiten mijn weten, pogingen

36STE JAARGANG 2017 - 3 164 zijn ondernomen een geheel ander type stuk werk, en het landschap komt door hoff uit 1899 – zonder hoogtekleuren kaarten te scheppen."36 Uit de rest van dit de zeer eenvoudige schrapjes niet tot le- maar met een sterke reliëfschaduwe- steekhoudende artikel blijkt dat Schok- ven. Tot zover is er niet veel nieuws on- ring – prees hij de hemel in.44 En ook de kenkamp de grondsoortenkaarten wil der de zon. Echter, hun Nieuwe school- daarmee verwante, in Duitsland vanaf vervangen door meer naturnahe bodem- kaart van Palestina (Wolters, 1904) is de jaren negentig furore makende Kuh- gebruikkaarten, maar dan heeft hij toch een indrukwekkende wandkaart met een nertschen Schulwandkarten ontgingen over het hoofd gezien dat er op het ge- springlevend, plastisch vormgegeven hem niet: "Bij vele bezoekers wekten de bied van schoolwandkaarten al diverse landschap. En dit zou van dezelfde Blee- kaarten van Kuhnert bewondering om inspanningen in die richting waren on- ker en Marwitz zijn? Ja, zo staat het op de reliëfachtige bergteekening."45 Als we dernomen.37 de kaart, maar het ligt toch wat ingewik- nu constateren dat een van de wandkaar- kelder. ten van Kuhnert, Palästina bis zur Zeit Een van de eerste toepassingen van een Christi, als twee druppels water lijkt op "nieuw systeem, het verlaten van den Zoals we bij De Kleine Bosatlas hebben de Nieuwe schoolkaart van Palestina, geologischen grondslag voor het gebruik gezien, hechtte Niermeyer veel belang dat Kuhnerts uitgever Müller-Fröbelhaus van den bodem"38 betreft de Kaart van aan een sprekende reliëfweergave: "Zoo in Dresden gevestigd was (de uitgever Drente van Jan Jacob Westenbrink, een schematisch mogelijk? Neen, een kaart van de hierboven besproken Wandkarte onderwijzer in Ruinen, en Hendrik Blink. moet zoo plastisch mogelijk zijn."43 Ex- des Weltverkehrs) en dat Kuhnert zijn Deze in 1901 bij boekhandel C. Pet in perimenten op dit gebied volgde hij dan wandkaarten in Verbindung mit G. Lei- Hoogeveen verschenen wandkaart (schaal ook op de voet. De nieuwe methode van poldt maakte, dan valt er van alles op zijn 1:50.000) kreeg lovende recensies, maar bergteekening in de wandkaartenserie plaats. Niermeyer was enthousiast over de meest enthousiaste reactie was van De landen van Europa van Roelf Noord- de wandkaarten van Leipoldt en Kuh- Niermeyer, die het als de beste provincie- wandkaart bestempelde: "Dit is een aller- belangrijkste kaart, gekleurd niet naar de grondsoorten, als de meeste, maar naar de begroeiing."39 Zijn enthousiasme ligt voor de hand. "The land-use approa- ches the problem from the human view", volgens de Amerikaanse kartograaf Erwin Raisz,40 en dat zal Niermeyer hebben aangesproken. Zijn belangstelling voor bodemgebruik blijkt ook uit een verslag van hem van een landbouwtentoonstel- ling: "De totale ommekeer van de toe- stand [van heide, zandstuivingen en duinen naar bos, bouwland en grasland] is een gebeurtenis van de grootste be- teekenis."41 En wanneer er in 1904 als eerste opvolger van Westenbrinks kaart bij Wolters een wandkaart van Nederland verschijnt met als "nieuw denkbeeld het gebruik van de bodemoppervlakte"42, dan zal daar wellicht Niermeyer achter gezeten hebben. De correspondentie tus- sen Wolters, Niermeyer en de auteur van deze wandkaart, U.D. Keiser, een leraar aardrijkskunde en geschiedenis aan de Rijkskweekschool in Groningen, had uit- sluitsel gegeven, maar is, zoals gezegd, verdwenen.

"Plastik ist Trumpf!" Er zijn van die kaarten die opeens zo sterk afwijken van hun voorgangers, dat ze uit het niets lijken te zijn gekomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de Nieuwe schoolkaart van Palestina. De twee auteurs waren ds. G.H. Bleeker, een 'predikant te Wels- rijp en Bajum', en H. Marwitz, een 'hoofd der school te Tjamsweer'. Hun bij Wolters verschenen Schoolkaart van Palestina 6. Schoolkaart van Palestina van G.H. Bleeker en H. Marwitz ([1890], schaal 1:247.000, 6 bladen, 148 x 114 cm, uit 1890 is een degelijk maar wat saai collectie Koninklijke Bibliotheek, Den Haag). De eenvoudige schrapjes geven een pover beeld van het reliëf.

165 36STE JAARGANG 2017 - 3 alsnog de aandacht geven waar hij recht op heeft. Dat maakt meteen duidelijk wat Niermeyer in de kaarten van Kuhnert aantrok.

De noodzaak van aanschouwelijkheid bij het aardrijkskunde-onderwijs werd in de tweede helft van de negentiende eeuw steeds meer erkend. In dezelfde periode maakte ook de lithografie de opkomst van de reliëfschaduwering mogelijk, en dat zou het einde inluiden van de min- der aanschouwelijke schrapjesmethode: "Die Tage der Schraffen sind gezählt."46 Er is vooral in Duitsland nog veel gesteg- geld of daarbij loodrechte belichting of schuine belichting moest worden ge- bruikt, maar in de twintigste eeuw zou Schräglichtschummerung als overwin- naar uit de bus komen. Twee pioniers in het aardrijkskunde-onderwijs van de schaduwering met schuine lichtinval waren vanaf de jaren negentig H. Harms – van wie het motto 'Plastik ist Trumpf' [troef] afkomstig is – en een Realschul- oberlehrer in Chemnitz, M. Kuhnert: "die geschworenen Feinden der Schraffen, an deren Spitze Kuhnert und Harms mar- schieren."47

Speelden gekleurde hoogtezones bij Harms nog een grote rol, bij Kuhnert was de reliëfwerking vooral gebaseerd op licht- en schaduwtinten van één grijs- bruine kleur. En daarbij gold; hoe hoger, hoe lichter bij belichte bergzijden en bij vlakten, en hoe donkerder bij onbelichte bergzijden. Alleen voor het reliëfarme laagland werden de traditionele groene en gele hoogtezones gebruikt. De school- wandkaarten en schoolhandkaarten van 7. Nieuwe schoolkaart van Palestina van G.H. Bleeker en H. Marwitz ([1904], schaal 1:150.000, 4 bladen, Kuhnert hadden in Duitsland veel suc- 189 x 124 cm). Het reliëf wordt zeer plastisch weergegeven door schaduwering. ces, en er is eindeloos over geredetwist. De rode draad in de kritiek was meestal dat 'Anschaulichkeit' ongekend maar nert, en mocht van Müller-Fröbelhaus van Duitse origineel, waarvan zich een exem- 'Richtigkeit' onvoldoende was. Kuhnert twee daarvan Nederlandse bewerkingen plaar in de Deutsche Nationalbibliothek maken. Hij bewerkte zelf Het wereldver- in Leipzig bevindt, niets veranderd. Maar keer en heeft Bleeker en Marwitz bereid als kleine experts op het gebied van Pa- gevonden de bewerking van de Palesti- lestina sleutelden zij aan de kaartinhoud, nakaart uit te voeren. De Nieuwe school- zoals bijvoorbeeld bij het aangeven van kaart van Palestina leek uit het niets te de namen van de twaalf stammen met Ro- komen maar kwam dus op initiatief van meinse cijfers, het weglaten van de dikke Niermeyer gewoon uit Dresden. rode grenzen van Judea, Samaria, Galilea en Perea, het toevoegen van dunne rode Vreemd is het, en niet zo netjes, dat op lijnen voor de 'staatkundige grenzen ten de Nieuwe schoolkaart van Palestina de tijde van Christus' en het weglaten van naam van Kuhnert niet vermeld wordt. kleinere plaatsen. Door dergelijke aanpas- Niermeyer heeft de naam van Leipoldt singen zullen de auteurs de kaart als een 8. Fragment van de Nieuwe schoolkaart van Pa- op Het wereldverkeer toch ook niet ver- eigen product zijn gaan beschouwen, en lestina van G.H. Bleeker en H. Marwitz. Heuvels geten? Bleeker en Marwitz hebben aan kon de naam van Kuhnert worden weg- en bergen worden weergegeven door licht- en de reliëfweergave en het uiterlijk van het gemoffeld. Daarom zullen we hem nu schaduwtinten van één grijs-bruine kleur.

36STE JAARGANG 2017 - 3 166 gebruikte als model een schuin belicht (1866-1923). In: T.A.G. XLI, 57-66. ten vanaf 1840. In: Geo-Info 8 no. 7/8, 24-30. gipsreliëf van het te tekenen gebied.48 8 Pater, B. de. 1999. Een tempel der kaarten. 34 Haack, H. 1910. Die Fortschritte der Karten- Mogelijk heeft hij ook foto's van belichte Utrecht: Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen, 35. projektionslehre, Kartenzeichnung und -Verviel- gipsreliëfs gebruikt (fotografische scha- 9 Ormeling sr., F.J. 1977. Honderd jaar Bosatlas. fältigung, sowie der Kartenmessung für 1906-08. duwering). Het is onbekend hoe de gips- In: Kartografisch Tijdschrift III no. 4, 18. In: Geographisches Jahrbuch XXXIII, 188-189. reliëfs zijn vervaardigd, wellicht met een 10 De Pater 1999, 12. 35 Ormeling 1970, 83. speciaal daarvoor bestemde reliëffrees- 11 Brink, P. van den. 2010. Dienstbare Kaarten. 36 Schokkenkamp, J. 1965. Nederland op de machine?49 In ieder geval had de naam Houten, Hes & De Graaf, 109-110; Schrader, R. kaarten van onze schoolatlassen en op de school- van Kuhnert, een pionier van licht- en 1974. Honderd jaar Koninklijk Nederlands Aard- wandkaarten. In: Geografisch Tijdschrift 18, 137-139. schaduweffecten in de kartografie, op de rijkskundig Genootschap 1873-1973. In: K.N.A.G. 37 Brink, L.E.S. &n L.M.A. Holl. 2010. De wereld Nieuwe schoolkaart van Palestina echt Geografisch Tijdschrift VIII no. 4, 33. aan de wand: De geschiedenis van de Nederland- niet mogen ontbreken. Hier had Niermey- 12 Niermeyer, J.F. 1907. Penck over de taak der se schoolwandkaarten. Zwolle: Waanders, 46-49. er moeten ingrijpen. geografie. In: T.A.G. XXIV, deel 2, 1067. 38 S[chuiling], R. 1902. Kaart van Drente. In: 13 Pater, B. de. 1994. Strijd tussen Amsterdamse Tijdschrift voor Geschiedenis, Land- en Volken- Een jeugdig enthousiasme en Utrechtse geografen. In: Geografie 3 no. 6, 38. kunde 17, 240. Niermeyer gebruikte in zijn geschriften 14 Pater, B. de & H. van der Wusten. 1996. Het 39 Niermeyer 1902, 866. vaak termen als 'jeugdige moed' en 'jeug- geografische huis: De opbouw van een weten- 40 Raisz, E. 1946. Landform, landscape, land-use, dige energie'. Het moest wel iets zijn dat schap. Bussum: Dick Coutinho, 113. and land-type . In: The Journal of Geo- hij in zichzelf herkende. Postuum werd 15 Buursink, J. 1998. Nederland in geografische graphy XLV, 89. het ook opgemerkt: "Hij had een benij- handen: Honderd jaar regionale geografie van 41 Niermeyer, J.F. 1907. Herschepping van den denswaardig temperament, dat hem jong Nederland. [Utrecht], K.N.A.G., 1. Nederlandschen bodem. In: T.A.G. XXIV, deel 2, en frisch hield."50 Met 'jeugdige voortva- 16 Niermeyer, J.F. 1974. Zur Geschichte der 1078. rendheid' is hij ook in 1902 bij Wolters Kartographie Hollands in den drei vorigen Jah- 42 Beekman, A.A. 1905. Nederland [van] U.D. als opvolger van Pieter Bos gestart met rhunderten. In: Acta Cartographica 18, 226-255 Keiser. In: T.A.G. XXII, deel 1, 381. zijn werkzaamheden aan leerboeken, (herdruk van artikel uit 1893). 43 Niermeyer 1902, 865-866. schoolatlassen en schoolwandkaarten. 17 Brink, P. van den. 2007. De voorgeschiedenis 44 Brink, L.E.S. 2007. Reliëf op schoolwandkaar- Hij moet daar op geografisch en karto- van de Atlas van Tropisch Nederland 1905-1938. ten rond 1900: De diepe kloof tussen pedagoog grafisch gebied een spilfunctie hebben In: Gestel-van het Schip, P. van, et al. (ed.), In: en cartograaf. In: Geografie 16 no. 9, 30-33. verkregen. De Atlas voor de volksschool Mappae Antiquae: Liber amicorum Günter Schil- 45 Niermeyer 1902, 862. en de wandkaarten uit het eerste decen- der. 't Goy-Houten, Hes & De Graaf, 535. 46 Trunk, H. 1902. Die Anschaulichkeit des geo- nium dragen duidelijk het stempel van 18 Koeman, C. en H.J.A. Homan. 1985. Atlantes graphischen Unterrichtes. Wien [etc.]: Graeser Niermeyer en waren grensverleggend: Neerlandici: Volume VI. Alphen aan den Rijn: [etc.], vierde druk, 78. aandacht voor economische aspecten Canaletto, 109. 47 Haack, H. 1900. H. Harms' Schulwandkarte von (verkeer, bodemgebruik), een plastische 19 Ormeling, F.J. & R.J.F.M. van der Vaart. 2005. Deutschland. In: Geographischer Anzeiger 1, 19. reliëfweergave en een esthetisch kleur- Biografie van de Bosatlas (1877-heden). Groningen: 48 Kuhnert, M. 1907/1908. Über den Wert des gebruik. Na de dood van Pieter Bos werd Wolters-Noordhoff, 36. Reliefs und der reliefartig gezeichneten Karten. gewaarschuwd: "Waarlijk, een zware taak 20 Niermeyer 1902, 868. In: Neue Bahnen Leipzig 19 no. 5, 230. staat hem te wachten, die geroepen zal 21 Koeman 1985, 121. 49 Imhof, E. 1965. Kartographische Geländedar- worden de plaats van Bos als leeraar in te 22 Ormeling, F.J. 1970. In memoriam Jacob stellung. Berlin: Walter de Gruyter, 230. nemen, in zijn voetsporen het aardrijks- Schokkenkamp. In: K.N.A.G. Geografisch Tijd- 50 N.N., J.F. Niermeyer †. In: De Telegraaf 3-12- kundige onderwijs verder te leiden."51 schrift IV no. 1, 83. 1923, avondblad, tweede blad, 5. Dankzij 'een jeugdig enthousiasme' heeft 23 Schokkenkamp, J. 1964. De 50ste Bos-Van 51 Zondervan 1902, 855. Niermeyer deze taak vol verve volbracht. Balen. In: Geografisch Tijdschrift 17, 73. 24 Niermeyer 1902, 863. Summary Noten 25 Braak, K., Professor J.F. Niermeyer †. 1923. Pieter Bos is dead, long live Jan Niermeyer! A 1 Zondervan, H. 1902. Pieter Roelof Bos †. In: In: Tijdschrift voor het Onderwijs in de Aardrijks- new cartographic note was struck at the Wolters T.A.G. XIX, deel 2, 855. T.A.G.: Tijdschrift van kunde 1, 83. publishing firm / Lowie Brink het (Koninklijk) Nederlandsch Aardrijkskundig 26 Niermeyer 1902, 863. In 1902 the widely renowned author of geo- Genootschap (Tweede serie). 27 Niermeyer, J.F. 1899. Schoolkaart van Insu- graphic text-books, school and school 2 H. Blink. 1902. Een herinnering aan P.R. Bos als linde. In: T.A.G. XVI, 363-364. wall maps, Pieter Roelf Bos, died unexpectedly. geograaf. In: Vragen van den Dag XVII, 482. 28 Niermeyer, J.F. 1907. De aardrijkskunde buiten- His publisher, market leader Wolters, quickly 3 Prakken, B.P. 1902/1903. De internationale ten- gesloten. In: T.A.G. XXIV, deel 1, 70. appointed Jan Frederik Niermeyer, a teacher of toonstelling van aardrijkskundige leermiddelen 29 Thorbecke, F. 1903. Der XIV. deutsche Geograp- geography with a passion for cartography, as te Amsterdam. In: De Vacature 18 no. 6, 1. hentag in Köln. In: Geographische Zeitschrift 9, 407. his successor. Niermeyer set off energetically 4 Amsterdamsche brieven. In: De Sumatra Post, 30 Wauer, A. 1905. Soziale Erdkunde: IV Europa. and soon achieved at Wolters a pivotal role with 13-8-1902, 1. Leipzig [etc.]: Müller-Fröbelhaus, advertentie- regard to the geographical and cartographical 5 Niermeyer, J.F. 1902. De tentoonstellingen in bijlage. publications. Several of these innovative publi- Antwerpen en in Amsterdam. In: T.A.G. XIX, deel 2, 31 Niermeyer 1902, 865. cations are discussed to show the distinct mark 856-869. 32 J.B.R. 1906. Het wereldverkeer. In: T.A.G. Niermeyer left upon them: attention to economic 6 Vermooten, W.H. 1941. De mens in de geografie. XXIII, deel 1, 349. features (like traffic and land-use), a plastic re- Assen: Van Gorcum & Comp., 191. 33 Brink, L.E.S. 2011. Van kaart aan de wand naar presentation of the relief (particularly by oblique 7 Sebus, J.H. 1924. Herinnering aan J.F. Niermeyer wandkaart: Generalisering van schoolwandkaar- hill shading) and an aesthetic use of colours.

167 36STE JAARGANG 2017 - 3 Het fraaie Plan tot uitbreiding van Jeroen Lagerweij Amsterdam uit 1866 van Jacobus Gerardus van Niftrik (1833-1910) fascineert velen en was aanlei- ding tot een nader onderzoek. Het plan Van Niftrik van Hierbij ging de aandacht uit naar de aanleiding van dit ontwerp, de Amsterdam een negentiende- stedenbouwkundige principes die hierin werden toegepast en de uiteindelijke verwerping van het eeuwse kartografische curiositeit plan. Het plan is op sommige pun- ten ook nu nog actueel. Discussies omtrent de uitbreiding van de stad, de infrastructuur naar Amsterdam- Noord en het economisch belang van Zuid zijn nu nog steeds onder- werpen die met enige regelmaat opduiken in het publieke debat. Het afbeelden van de plattegrond op de stofomslag van Marc Hame- leers Kaarten van Amsterdam 1866-2000 illustreert dat het plan een nieuwe fase in de Amsterdam- se stedenbouwkundige geschiede- nis markeert. Men stelt in de inlei- ding dat de hoge kosten wat betreft onteigeningsprocedures, het ver- leggen van gemeentegrenzen en het te lage aantal woningen per oppervlakte het plan de das om hebben gedaan.1 Toch was het naar mijn idee interessant en zin- nig om nog eens goed te analyse- ren hoe indertijd de gemeenteraad na advies van een commissie tot deze beslissing kwam. Wellicht is zodoende enig eerherstel op zijn plaats. 1. Jacobus Gerhardus van Niftrik (1833-1910). Collectie Stadsarchief Amsterdam foto-afdrukken: inv. nr. 10003.

Jacobus Gerardus van Niftrik werd op 26 nieur. Een door hem geambieerde positie juni 1833 in Nijmegen geboren als oudste als aspirant-ingenieur in Nederlands-Indië zoon van dijkschout Christiaan van Niftrik gaat echter aan zijn neus voorbij. Op aan- (1808–1860). Van Niftrik lijkt in eerste beveling van ingenieur F.W. Conrad krijgt instantie de voetsporen van zijn vader te Van Niftrik in januari 1864 de mogelijk- volgen wanneer hij gedurende zijn vroege heid om de functie van stadsingenieur loopbaan een aantal posities in de Neder- van Amsterdam te vervullen. Hij bleef dit J.A. Lagerweij MA. is verkoper landse waterhuishouding vervulde. Hij tot aan zijn pensionering in 1901.3 grafiek en kartografie bij begon als assistent-dijkschout van zijn Antiquariaat Kok (Amsterdam). vader in de polder Circul van de Ooij. De opdracht aan J.G. van Niftrik Jeroen Lagerweij studeerde Later vervulde hij soortgelijke posities in De jaren zestig van de negentiende eeuw kunstgeschiedenis aan Univer- Den Bosch, Ellewoutsdijk, Werkendam en waren een kantelpunt in de geschiedenis siteit van Amsterdam waarin hij Nieuwendiep.2 Daarnaast volgde Van Nif- van de Amsterdamse stadsontwikkeling. zich specialiseerde in moderne trik in de avonduren een civieltechnische De industriële revolutie was ook in Neder- architectuur en stedenbouw. opleiding om zo op te klimmen tot inge- land op gang gekomen waardoor er steeds

36STE JAARGANG 2017 - 3 168 2. Aanwijzende de verspreiding der Cholera en het aantal Sterfgevallen aan deze Ziekte in elke der 50 Buurten van Amsterdam. Lithografie door Amand te Am- sterdam, 1866.

meer fabrieken, sporen en havens nodig waren. De stad was overbevolkt en zat opgesloten in de, uit de zeventiende eeuw daterende, vierde uitleg. De leefomstan- digheden waren volgens Van Niftrik on- menselijk. Men leefde in bedompte kelders en benauwde kamervertrekken. De stank was ondragelijk en tijdens één van zijn werkbezoeken viel Van Niftrik flauw, waar- door "men mij in reiner lucht moest bui- ten dragen".4 Van Niftriks beklag over deze toestanden was niet ongegrond. Nog geen jaar later had de stad te kampen met de zoveelste uitbraak van cholera (zie afbeelding 2).

Er moest dus een sprong worden gemaakt over de Singelgracht, de huidige Nassau- kade, Stadhouderskade en Mauritskade. Er waren echter velen die deze sprong al gemaakt hadden. Vooral aan de west- en zuidzijde van de stad was er inmiddels relatief veel bebouwing te vinden. Langs de Overtoomsche Vaart waren in de ne- gentiende eeuw al veel panden neergezet. 3. Onder andere Heineken's Stoom Bierbrouwerij had zich net buiten de singelgracht (Stadhouderskade) Veel bedrijven en fabrieken hadden hun gevestigd. Anonieme fotograaf. Ca. 1870. Collectie Stadsarchief Amsterdam foto-afdrukken: inv. nr. 10003.

169 36STE JAARGANG 2017 - 3  4. Plan tot uitbreiding van Amsterdam door J.G. van Niftrik. Uitgegeven door J.C. Loman Jr. te Amsterdam en gelithografeerd door J. Smulders & Co, 1867.

panden opgetrokken langs de vele paden die naar de stad toe leidden. De grote brouwerij van Heineken is een voorbeeld van deze 'ongecontroleerde wildgroei' buiten de Singelgracht. Grond werd goed- koop door de gemeente uitgegeven en dit was een doorn in het oog van zowel scheidend burgemeester Jan Messchert van Vollenhoven als Van Niftrik, omdat dit speculatiebouw en gebrekkige woning- bouw in de hand zou werken.5 Het gemeentebestuur zag in dat er iets moest gebeuren. Burgemeester Van Vol- lenhoven riep op 20 maart 1866 bij een van zijn laatste toespraken als burgemees- ter van Amsterdam de gemeenteraad op om tot actie over te gaan:

"In de omstandigheden echter, waarin Amsterdam thans verkeerd bij de zich van vele zijden openbarende behoeften en zucht tot aanbouw, bij de grootsche ont- werpen tot verbinding van spoorwegen en van anderen aard, die in behandeling zijn, acht ik het meer dan tijd, dat van- wege het bestuur der gemeente teekenen van leven worden gegeven. De tijd van lij- delijk toezien heeft een einde genomen, en terwijl aan de eene zijde de vrijheid van handelen voor den individu niet moet worden belemmerd, moet het gemeente bestuur aan de andere zijde zorgen, dat die handelingen ondergeschikt blijven aan de voorwaarde die den burgemees- ters en wethouders nodig achten voor het algemeen belang."6

Messchert van Vollenhoven wordt diezelf- de maand nog opgevolgd door de liberale burgemeester Cornelis Fock.

Op 29 maart 1866 ging Van Niftrik aan de slag met als opdracht: "Een plan te doen ontwerpen, waardoor zal zijn bepaald, wel- ke rigting bij elke volgende bouwing of verbouwing moet gegeven worden, zoowel wing van woningen. Het ging hierbij om centraal station. Ook moest hij rekening wat de thans daartoe beschikbaar te stel- gronden binnen de Singelgracht, zoals de houden met het reeds aangelegde Rij- en len terreinen binnen de Singelgrachten, als grond die vrij zou komen bij de geplande Wandelpark, het latere Vondelpark, de wat de zoodanige betreft die bij eventuele demping van de Prinsengracht. Tenslotte Oosterbegraafplaats en de kerk De Liefde uitbreiding buiten die grachten verkregen werd hem gevraagd te onderzoeken waar en daarbij behorende begraafplaats. Van kunnen worden, en bij de laatste het oog de nieuwe houthavens moesten komen.8 Niftrik begon zijn uitbreidingsplan voor te vestigen op eene mogelijke verlegging Er waren bij een sprong over de Singel- Amsterdam in deelplannen uit te werken. en overgraving der Singelgrachten."7 grachten een aantal aandachtspunten In deze periode werden bouwaanvragen Ook moest hij advies uitbrengen omtrent van belang, zoals de positionering van al aan de hand van dit plan beoordeeld en de gronden die openbaar ter verkoop het museum Willem I, het latere Rijksmu- zodoende vaak afgehouden. konden worden aangeboden ter bebou- seum en de positionering van een nieuw

36STE JAARGANG 2017 - 3 170 verbetering van de verkeersstromen; - Een verdeling van het plan in vijf vak- ken vanwege de verschillende polder- hoogtes waarop gebouwd moest wor- den, verbonden door een ceintuurbaan.

Van Niftrik tekende zijn plannen uit op twee plattegronden: een grote plattegrond met schaal 1:1.250 en een van 1:10.000. De kleine plattegrond werd uiteindelijk gedrukt in een oplage van tweehonderd exemplaren, die niet voor de handel wa- ren bestemd maar aan de gemeenteraad kon worden voorgelegd. Wethouder van Publieke Werken H.J. van Lennep vroeg een aantal uitgevers om een offerte voor het drukken van tweehonderd exempla- ren. De firma Loman kwam op 16 januari 1867 als goedkoopste uit de bus. De steen zou echter in bezit van de gemeente blij- ven; zo kon de wethouder bepalen wie een exemplaar zou krijgen.9 Het resultaat was een groot-formaat lithografie (onge- veer 55 x 65 centimeter), waarbij alleen de nieuw aan te leggen werken waren in- gekleurd met waterverf. Het feit dat deze oplage in opdracht van de wethouder werd gedrukt, laat zien dat er binnen de afdeling publieke werken alles op alles werd gezet om de gemeenteraad te over- tuigen met dit plan akkoord te gaan. De begeleidende memorie van toelichting en de plattegronden zullen niet later dan medio februari gedistribueerd zijn onder leden van de gemeenteraad, het college van burgemeester en Wethouders en andere direct betrokkenen.

Bespreking in de gemeenteraad Op 17 april 1867 werd het plan in de ge- meenteraad besproken. Men kwam ech- ter niet tot een overeenstemming en besloot de zogenaamde: Commissie Ter Voorbereiding Stads Publieke Werken het plan te laten beoordelen. Deze com- missie zou de Raad van een advies moe- ten voorzien. Gedurende acht zittingen, gehouden tus- sen 8 juni 1867 en 5 februari 1868, tracht- te deze commissie een oordeel te vellen over het plan. De notulen van deze ver- Kenmerken van het plan - Een opdeling in buurten met verschil- gaderingen maken duidelijk waarom het Op 26 oktober 1866 waren al deze deel- lende functies en bevolkingsgroepen, plan uiteindelijk niet werd geaccepteerd. plannen samengesmolten in een Algemeen zoals recreatie en fabrieksterreinen en Tot op heden lijken vrijwel alle historici Uitbreidingsplan voor Amsterdam buiten scheiding in wonen voor de verschil- mee te gaan in de conclusie van het uit- de Singelgracht. De belangrijkste kenmer- lende klassen; eindelijke rapport, waarin wordt gesteld ken van dit plan waren: - Een station aan de zuidzijde van de stad dat de onteigeningsprocedures van de - Een concentrische uitbreiding aan de gepositioneerd in de huidige Pijp; bestaand bebouwing zowel financieel als zuidzijde van de stad, met twee kleine - Verbreding van straten naar de Dam wettelijk onmogelijk ten uitvoer konden aangeplempte eilanden in het IJ, maar vanuit de Plantagebuurt door de Dam- worden gebracht. zonder uitbreiding van Amsterdam- straat; Maar was dit toentertijd wel de reden Noord; - Het dempen van enkele grachten ter waardoor het plan geen doorgang vond?

171 36STE JAARGANG 2017 - 3 5. Staats-spoorwegen Centraal Personen en Goederen Station te Amsterdam. Uitgegeven te Amsterdam bij Loman & Verster. Lithografie door J. Smulders & oC , c. 1869.

Er is namelijk iets merkwaardigs te vinden Drie jaar eerder had Thorbecke in zijn of hem het gerucht bekend was dat de in de notulen en het conceptrapport van hoedanigheid als minister van Binnen- dan in functie zijnde minister van binnen- de commissie, waaruit zou kunnen blijken landse Zaken – hij was ook premier – een landse zaken, Jan Heemskerk Azn., zijn dat een persoonlijke interventie van bur- bezoek gebracht aan het in zijn ogen toe- zinnen had gezet op de vestiging van een gemeester Fock de belangrijkste reden is komstige terrein: "voor het geheele water centraal station in het open havenfront. geweest waarom dit plan niet ten uitvoer of IJ-front van Amsterdam".11 Een van de De voorzitter ontkende hiervan op de is gebracht. Ook is het moge-lijk dat achter commissieleden vroeg aan de voorzitter hoogte te zijn, maar verwachtte wel dat, de schermen vanuit liberale kringen in Den Haag pressie is uitgeoefend op hun partijgenoot in Amsterdam, maar hiervoor zijn alleen indirecte bewijzen te vinden.

De plaats van het Centraal Station als complicatie Gedurende de eerste vergadering van de commissie kwam vooral de vraag naar voren op basis van welke criteria men het plan moest beoordelen. In de tweede ver- gadering besloot men om het plan voor te leggen aan andere belanghebbende par- tijen, namelijk de gezondheidscommissie, de waterschappen, het Ministerie van Oorlog, de Kamer van Koophandel en Fabrieken en het Ministerie van Binnen- landse Zaken.10 Het is niet verrassend dat men dit deed, want met deze laatste par- tij speelde op de achtergrond nog een an- dere belangrijke onopgeloste kwestie; het 'centraal personen station'. Dit was met name een heet hangijzer omdat al deze partijen niet op één lijn stonden omtrent 6. P. Oosterhuis. Stoomheistellingen voor de bouw van het Centraal Station. 31 Augustus 1881. Collectie Stad- de beoogde locatie van dit gebouw. sarchief Amsterdam foto-afdrukken: inv. nr. 10003.

36STE JAARGANG 2017 - 3 172 den hebben. Burgemeester Messchert van eenige lijnen vaststellen. De commissie Vollenhoven leek zich hierin te kunnen trekke bijv: lijnen op de kaart, verklare vinden en gaf de voorkeur aan een tracé die lijnen voor hoofdweg en stelle voor om de zuidzijde van de stad. De onderhan- dat die het allereerst gemaakt te worden. delingen tussen de stad Amsterdam en het Ieder jaar worde dan zekere som aan den Rijk kwamen daarmee in een impasse die aanleg van die wegen besteed, er zal dan nog jaren zou voortduren. De discussie om- vanzelf langs die wegen gebouwd wor- trent het plan Van Niftrik leek een obstakel den en men zal geleidelijk tot eene regel- te worden binnen de discussie omtrent matige uitbreiding geraken."14 het nieuw te plaatsen Centraal station. De De commissie kwam tegemoet aan de commissie besloot om de gemeenteraad visie van de burgemeester maar sommige in te lichten over de vooruitgang van de leden waren teleurgesteld. Een van deze commissievergaderingen: de raad zou nog leden verzuchtte: even op het advies moeten wachten. "Spreker is voorts nog niet geheel met het beginsel van den burgemeester verzoend In het commissieverslag van de daarop- maar aangezien het bovenal practisch is volgende zitting van 18 november 1867 is om zoveel mogelijk met de gestelde mag- een opvallende opmerking te vinden: "De ten samen te werken zal hij zich er bij notulen der vorige vergadering worden neerleggen, het evenwel betreurende dat gelezen. Over de juistheid der daarin op- er thans geen plan meer is."15 Een ander genomen conclusies van het rapport over lid leek juist op de hand van de burge- de uitbreiding der stad ontstaat eenige meester te zijn. Hij had immers al een woordenwisseling naar aanleiding van kaart met getekende hoofdlijnen naar eene opmerking der voorzitters dat de deze vergadering meegenomen. Alle pro- commissie in hare uitspraak over het plan passages verdwenen uit het conceptrap- veel verder is gegaan dan uit de notulen port. Zo vindt men in dit rapport door- zouden blijken. Die meening wordt ook gestreept de passage: "Wij kunnen ons 5. Staats-spoorwegen Centraal Personen en Goederen Station te Amsterdam. Uitgegeven te Amsterdam bij Loman & Verster. Lithografie door J. Smulders & oC , c. 1869. door de overige leden beaamd en daarbij daarom niet genoeg kanten tegen de mee- herinnerd dat besloten is tot de goedkeu- ning van sommigen, die zeggen dat dit ring van het plan en gros. In verband daar- plan eene dwaasheid is, omdat het nooit voor zover hij de minister kende, dit zou mede wordt de secretaris uitgenoodigd zal worden uitgevoerd. Het plan zal wel worden doorgedrukt. hiervan alsnog in de notulen te doen uitgevoerd worden, wanneer men slechts De spoorwegen waren voor de liberalen blijken."13 niet met koortsachtige gejaagdheid ver- een belangrijk speerpunt. In 1860 was de langt dat binnen een zeker aantal jaren Spoorwegwet aangenomen en deze moest Alles is politiek een groot gedeelte daarvan verwezenlijkt de achterstallige ontwikkeling van het Men was het dus eens over de hoofdlijnen zijn." 16 De diverse doorhalingen in het Nederlandse spoorwegennet een impuls van het plan, maar besloot toch de wet- conceptrapport bewijzen dat men in eer- geven. Nederland had immers nog maar houder van Publieke Werken tijdens de achthonderd kilometer spoorweg, de volgende vergadering uit te nodigen. Men helft van hetgeen in België was aangelegd. zou het voorlopige rapport bespreken, Tegelijkertijd was ook de Amsterdamse zodat de commissie er zeker van zou zijn haven van groot economisch belang; het dat het dagelijks bestuur het advies kreeg kabinet Thorbecke-II had eerder al beslo- waarom het had gevraagd. Op 9 decem- ten tot het graven van het Noordzeeka- ber 1867 vond deze vergadering plaats. naal. Een station, dat zowel de lijnen aan Behalve Wethouder H.J. van Lennep voeg- de oostzijde als van de westzijde van de de burgemeester Fock zich onaangekon- stad kon verbinden en tevens dienst kon digd bij de vergadering. De reden voor doen als overslagstation, zou in de ogen zijn deelname was om enige opmerkingen van deze bestuurders een belangrijke mo- te delen voor het rapport wordt vastge- tor kunnen worden van de economische steld en aan de gemeenteraad zou worden ontwikkeling van Amsterdam.12 gepresenteerd.

Al in 1864 stelde het ministerie de stad De burgemeester was van mening dat het Amsterdam verschillende plannen voor, plan eigenlijk geen plan van burgemees- waarbij de regering zelf de voorkeur leek ter en wethouders is maar "eene phanta- te geven aan een plan voor een station in sie van een ambtenaar", de conclusie van het open havenfront. De stad, daarbij ge- het rapport keurde hij af. "Goedkeuring steund door de Kamer van Koophandel, en gros" zo stelde hij, "beteekent niets an- stribbelde echter tegen. Een station in ders en kan niet anders beteekenen dan het IJ zou volgens Van Niftrik de scheep- het geven van een blijk van sympathie 7. Portret Cornelis Fock (1828-1910). Fotograaf vaart juist belemmeren en bovendien zou aan den ontwerper, maar men moet verder onbekend, za. 1880. Collectie Stadsarchief Amster- het station weinig uitbreidingsmogelijkhe- gaan, en iets bepaalds doen, met name dam foto-afdrukken: inv. nr. 10003.

173 36STE JAARGANG 2017 - 3 ste instantie zich positief over het plan becke naar Den Haag werd gehaald als tiende-eeuws Nederlands stedenbouw- had willen uitspreken, maar dat men hier nieuwe minister van Binnenlandse Zaken kundig plan. De vergelijking met plannen op het laatste moment van af had gezien. en hij dus mede naamgever is van het van Baron Hausmann voor Parijs uit 1853 Op 8 april 1868 werd het advies in de ge- Kabinet Bosse-Fock. Van Niftrik werkte en de Weense Ringstrasse uit 1857 ligt meenteraad besproken. Men was tegen in de jaren daarop aan verschillende deel- voor de hand.17 Beide plannen werden in het plan en voor de opdracht aan com- plannen die onder leiding van directeur de periode voorafgaand ontworpen als het missie van burgemeester en wethouders Publieke Werken Jan Kalff werden ge- ontwerp van Van Niftrik en tonen gelijke- om een nieuw plan te ontwerpen. maakt, maar bleef zich heftig verzetten nissen met het plan. In het Parijse ontwerp tegen het station in het IJ. zien we voornamelijk de radiale assen en Was Van Niftriks verzet tegen een station brede boulevards terugkomen die uitmon- in het IJ tegen het zere been van burge- Stedenbouwkundige aspecten den in sterrenpleinen. Het concentrisch meester Fock? Of waren de belangen voor Ondanks het feit dat het plan Van Niftrik uitbreidingsprincipe en de prominente het rijk zo ontzettend groot dat een inter- nooit ten uitvoer is gebracht, wordt het situering van publieke gebouwen zien we ventie noodzakelijk was? Opmerkelijk is in de literatuur wel vaak aangehaald als terugkomen in het Weense plan. dat nog geen jaar later Fock door Thor- een belangrijk voorbeeld van een negen- Ook dichter bij huis zijn er uitbreidings-

8. Plan voor de uitbreiding van Amsterdam opgemaakt in 1875 door Jan Kalff. Uitgegeven te Amsterdam bij J.C. Loman Jr., 1875-1876.

36STE JAARGANG 2017 - 3 174 plannen die mogelijkerwijs als voorbeeld voor Van Niftriks plan hebben gediend. Men ziet bijvoorbeeld elementen van het plan terugkomen in het werk van zijn Rotterdamse collega Willem Nicolaas Rose en (tuin)architect Jan David Zocher.

Planologie of stedenbouw als vakgebied was in de negentiende eeuw nog niet erg ontwikkeld. Gezaghebbende vaklitera- tuur waarin men de vraag stelde hoe een stad zich moest uitbreiden en aan welke voorwaarden een ontwerp moest voldoen, bestond immers nog niet en kwam pas voor in het laatste kwart van deze eeuw. Vóór die tijd lag de nadruk op militair- technische uitbreidingen zoals bijvoor- beeld vestingwerken.18 Een van de vroeg- ste Nederlandse op zichzelf staande publicaties verschijnt pas in 1880 van H.W. Nachenius' Bijdrage tot de kennis van den stedenbouw eene populaire stu- die (1880). Hierin komen diverse aspec- ten van het ontwerpen van de moderne 9 The Transformation of Paris under Haussmann. Plan Showing the Portion Executed from 1854 to 1889. in: stad aan de orde. De invloed van Rose en Plan of Chicago (Chicago: The Commercial Club, 1909), pl. XVII. Van Niftrik is duidelijk terug te vinden in dit boekje. Architecten en ingenieurs zoals Rose en Van Niftrik hadden immers van het plan lijkt het gevolg te zijn van en de situering van een nieuw station in al in verenigingsverband en in vaktechni- de persoonlijke inmenging van de bur- conflict met elkaar waren en in die jaren sche bladen uitvoerig over dit onderwerp gemeester. Focks felle verzet leek te zijn tegelijkertijd hun climax bereikten. Feit geschreven, omdat men zich er steeds gevoed door belangen die verder gingen blijft dat de opeenvolgende liberale kabi- meer van bewust werd dat ook aan een dan de stadsgrenzen. Het is frappant dat netten in Den Haag het station in het open stedelijke uitbreiding eisen moesten wor- de discussie over het uitbreidingsplan havenfront er per se door wilden drukken. den gesteld. Een van die artikelen uit Bouwkundige Bijdragen uit 1862 begint dan ook met: "Verschillende steden in ons vaderland breiden zich uit; ten einde die uitbreiding regelmatig te doen ge- schieden, worden plannen ontworpen. Welke zijn de voorwaarden waaraan die ontwerpen moeten voldoen?".19 Ook van Niftrik schreef in 1878 in zijn hoedanig- heid als voorzitter van de Maatschappij ter Bevordering van Bouwkunst een ar- tikel over dit onderwerp. Hij kwam met vrij specifieke eisen voor een goede, maar vooral sociale uitbreiding van een stad. Regelmaat moest worden gecreëerd, on- dersteund door vier facetten in het plan: verkeer, gezondheid, grondexploitatie en schoonheid in bebouwing.20 Het cal- vinistische recht-toe-recht-aan-ontwerp van Jan Kalff staat in schril contrast bij het utopisch en op de beaux-arts geïnspi- reerde plan van Van Niftrik.

Te mooi om uit te voeren Naar mijn mening was indertijd de direc- te aanleiding tot de afkeuring van het plan 10. Uebersichtsplan des preisgekrönten Concurs-Projects zu der von Seiner k.k. apostolischen Majestät van Van Niftrik niet haar onuitvoerbaar- Franz Joseph I allerhöchst beschlossenen Stadterweiterung der k.k. Residenz- und Reichs-Hauptstadt Wien heid voor wat betreft onteigening van verfasst unter dem Motto: 'Der gerade Weg ist der beste'". Staalgravure. C. Höckner. Wenen, Allgemeine reeds bebouwde gronden. De afkeuring Bauzeitung, 1859.

175 36STE JAARGANG 2017 - 3 Opmerkelijk is dat de basisprincipes van Niftrik, J.G. van. 1878. Verschillende steden in Summary het plan Van Niftrik nu nog steeds twee ons vaderland breiden zich uit; ten einde die The Van Niftrik plan of Amsterdam: a nine- belangrijke stedenbouwkundige items zijn, uitbreiding regelmatig te doen geschieden, teenth-century cartographic curiosity / Jeroen waarbij de "phantasie van de ambtenaar" worden plannen ontworpen. Welke zijn de Lagerweij is uitgekomen. Met de komst van de noord- voorwaarden waaraan die ontwerpen moeten This article discusses an expansion plan for zuidlijn lijkt de focus op personenvervoer voldoen? In: Bouwkundige Bijdragen Vol. 24. the city of Amsterdam designed J.G. van Niftrik nu naar het zuidelijkste stations van Am- Niftrik, J.G. van. c. 1910. Mijne levensgeschiede- (1833-1901) in 1866. The literature agrees that sterdam Zuid-WTC te verschuiven en het nis, typoscript, s.a., s.l., Stadsarchief Amster- the reason for not executing his plan was due belang van dit station zal naar verwach- dam (SAA), bibliotheek, § 160, 69 en bijlage, to the high costs of expropriation. While this ting in de komende jaren toenemen. 231- 240. may have been true, the commission that was Daarnaast is de discussie over een brug N.n. Website AT5 (2017, 16 juni). Schultz: 'Fiet- appointed to advise the city council was initially over het IJ weer opgelaaid. Het belang- sers hebben motortje nodig voor brug over willing to give it a positive recommendation. The rijkste argument van de tegenstanders het IJ' website: http://www.at5.nl/artike- positioning of a newly-built Central Station, and laat zich makkelijk raden: een brug be- len/170162/schultz-fietsers-hebben-motortje- a consequent conflict of interest between the lemmert de cruisevaart en daarmee een nodig-voor-brug-over-ij. city engineer (and therefor the municipality) and belangrijke economische pijler van de Oxenaar, A. (1989) Centraal Station. Het paleis liberal politicians (amongst them Amsterdam stad. Vanwege de korte overspanning voor de reiziger. 's-Gravenhage: SDU uitgeve- mayor Fock and the minister of internal affairs zal men deze brug stijl en hoog moeten rij. pp. 9-15 Thorbecke), might have been the real reason bouwen, omdat de scheepvaart er geen Rossem, V. van. 2002. Kaarten Lezen. In: Hame- for the plan being rejected. The mayor person- hinder van mag ondervinden. Volgens de- leers, M. 2000. Kaarten van Amsterdam 1866- ally interfered at the very last moment in the missionair minister Schultz is de nu door 2000. Bussum: Thoth. commission's discussion and advice. The plan de gemeenteraad geplande brug vanwege Valk, A. van der. 1989. Amsterdam in Aanleg. was dismissed by the city council due to this de door het ministerie vereiste hoogte Planvorming en dagelijks handelen 1850-1900. intervention. enkel een zege voor liefhebbers van de Amsterdam: Planologisch en Demografisch Mont Ventoux.21 Het plan Van Niftrik is Instituut van de Universiteit van Amsterdam. weliswaar niet gerealiseerd, maar echoot Verslag van het verhandelde op de achtste zodoende nog steeds na door de stad. algemeene bijeenkomst der leden van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bronnen gehouden op Woensdag den 3den Julij 1861. Stadsarchief, Amsterdam (SAA). Archief Stads- In: Bouwkundige Bijdragen Vol. 12 (1862), ingenieur. Inv.nr. 5214.1. 350-354. Stadsarchief, Amsterdam (SAA) Commissie Voorbereiding Stads Publieke Werken. Inv. Noten nr. 5087.1. 1 Rossem,V. van. 2000, 7-8. Stadsarchief, Amsterdam. (SAA) Conceptrap- 2 Hoek Ostende, J.H. 1968, 148-163. port Commissie Voorbereiding Stads Publieke 3 Jager, I. 2002, 289 Werken. Inv.nr. 5322-4. 4 Niftrik, J.G. van. c. 1910, 126 (noot 1). 5 Jager, I. 2002. 372-274. [&] Valk, A. van der. Literatuur 1989, 138 en 225. Cammen, H. van der. en L.A. de Klerk 1993. Ruim- 6 Stadsarchief, Amsterdam (SAA). Archief Stad- telijke Ordening. Utrecht: Het Spectrum. singenieur. Inv.nr. 5214.1 Hameleers, M. 1992. De Atlas van Amsterdam, 7 Ibidem. uitgegeven door J.C. Loman jr. in 1876, in: 8 Valk, A. van der. 1989, 227. Jaarboek Amstelodamum, 107-130. 9 Hameleers, M. 1992. De Atlas van Amsterdam, Hoek Ostende, J.H. van den. 1968. De jeugdjaren uitgegeven door J.C. Loman jr. in 1876, in: Jaar- van stadsingenieur J.G. van Niftrik. In: Jaar- boek Amstelodamum (1992), 117-118. boek van het genootschap Amstelodamum vol. 10 SAA. Commissie Voorbereiding Stads Pu- 60 (1968). blieke Werken. Inv.nr. 5087.1 Hooykaas, .J. (ed.). 2002. De briefwisseling van 11 Hooykaas, G.J. (ed.). 2002, 95. J.R. Thorbecke. Deel VII: 1862-1872. Den Haag: 12 Oxenaar, A. 1989, 9-15 Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. 13 SAA. Commissie Voorbereiding Stads Pu- Jager, I. 2002. Hoofdstad in gebreke. Manoeuvre- blieke Werken. Inv.nr. 5087.1 ren met publieke werken in Amsterdam 1851- 14 Ibidem. 1901. Rotterdam: uitgeverij 010. 15 Ibidem. Lintsen, H. 1980. Ingenieurs in Nederland in de 16 SAA Conceptrapport Commissie Voorberei- Negentiende eeuw. Een streven naar Erken- ding Stads Publieke Werken. Inv.nr. 5322-4. ning en Macht. 's-Gravenhage: Martinus 17 Cammen, H. van der. & L.A. de Klerk. 1993, 32. Nijhoff. 18 Lintsen, H. 1980, 31. Nachenius, H.W. 1880. Bijdrage tot de kennis van 19 Verslag van het verhandelde op de achtste al- den stedenbouw eene populaire studie. Haar- gemeene bijeenkomst der leden (1862), 350-354. lem: de Graaff. 20 Niftrik, J.G. van. 1878. 21 N.n. Website AT5 (2017, 16 juni).

36STE JAARGANG 2017 - 3 176 In de loop van de tijd zijn het ge- Sylvia Sumira bruik en de functie van globeparen nogal aan verandering onderhevig geweest; het gebruik was veel complexer dan we tegenwoordig Een andere visie op meestal aannemen. In de zestiende eeuw, toen gedrukte globes voor vroege Nederlandse globes het eerst vervaardigd en gebruikt werden, waren ze duidelijk gericht op kennisvermeerdering. Natuurlijk verschaften ze een actuele weer- gave van de bekende wereld en sterrenhemel, maar eenmaal inge- bed in hun meridiaanringen, hori- zonringen en standaard werden het ook middelen om geografische problemen op te lossen en analoge rekenmachines om de schijnbare bewegingen van de zon en de ster- ren binnen het heelal te bepalen. De drie globes, die hier beschreven worden zijn respectievelijk door Van Langren, Hondius en Blaeu vervaardigd en ze maken deel uit van de collectie van het Scheep- vaartmuseum in Amsterdam. 1. Aardglobe van Van Langren voor de behandeling. 2. Aardglobe van Van Langren na de behandeling..

Aard- en hemelglobes waren even belang- elkaar concurrerende globemakers hadden ode van 35 jaar maar vertoonden geheel rijk. De in begin zeventiende eeuw in de een verbazingwekkende productie van verschillende uitdagingen en problemen. Nederlanden vervaardigde globes hadden diverse edities in deze periode. Het valt Wanneer je een verzameling globes bij een bijzondere symbolische invloed door- vooral op dat in de eerste zes jaar na 1597 elkaar ziet, lijken ze erg op elkaar. Bij dat ze de nieuwe ontdekkingen, zowel maar liefst zeventien verschillende - nader inzien vertellen ze verschillende van land als van sterren, weergaven zoals edities op de markt kwamen. Deze moei- maar interessante verhalen. die door Nederlandse ontdekkingsreizi- lijk ontwarbare productie is beschreven gers waren gedaan. Bovendien viel hun door Peter van der Krogt.1 In 1586 kwam er een nieuw globepaar productie samen met het algemene op- op de markt in Amsterdam. Ze hadden timisme waarvan de oprichting van de De belangrijkste concurrenten waren de een doorsnee van 32,5 centimeter en Verenigde Oost-Indische Compagnie in familiebedrijven Van Langren (1525-1610), waren vervaardigd door Jacob Floris van 1602 getuigt. Hondius (1563-1612) en Blaeu (1571-1638). Langren, in navolging van de globes van Jacob Floris van Langren was de eerste Gerard Mercator. Slechts één hemelglobe De vervaardiging van globes begon in de die in Amsterdam in 1586 met de globe- van dit globepaar is behouden gebleven, Nederlanden tot bloei te komen vanaf het vervaardiging begon, in het Museo Astronomico e Copernicano jaar 1590 en de eerste twintig jaar van de verhuisde in 1593 van Londen naar Am- te Rome. Waarom deze globes vervaar- zeventiende eeuw. De verschillende met sterdam en Willem Jansz. kwam in 1598 digd werden is niet helemaal duidelijk, naar Amsterdam. Andere namen die, maar het moet te maken hebben gehad soms samen met de hierboven genoemde met het feit dat de handel overzee in de Sylvia Sumira is een zelfstan- families, genoemd worden, zijn die van provincies Holland en Zeeland toentertijd dige conservator die zich spe- Petrus Plancius, en belangrijker was geworden. cialiseert in globes en geac- Adriaen Veen. Het zijn deze namen die de crediteerd is bij het Institute Nederlandse globeproductie aan het eind En paar jaar later, in 1589, werd een twee- of Conservation. Zij werkte een van de zestiende en begin van de zeven- de editie van deze globes uitgebracht, aantal jaren voor het National tiende eeuw domineerden. evenals een groter globepaar met een Maritime Museum in Green- Als globeconservator heb ik het voor- doorsnee van 53,5 centimeter. Weer was wich. Het recht gehad om een aantal van de door de grotere aardglobe op Mercators werk publiceerde in 2014 haar boek hen vervaardigde globes te mogen res- gebaseerd, namelijk op diens grote wand- The Art and History of Globes. taureren. Zij zijn vervaardigd in een peri- kaart van de wereld van 1569, verder op

177 36STE JAARGANG 2017 - 3 Waghenaers Spieghel der Zeevaert en op Spaanse en Portugese kaarten. Van Lang- ren tekende ook loxodromen in op zijn globe. Van de grotere aardglobes zijn nog veertien exemplaren behouden, van de hemelglobes vier. De aardglobes verschil- len allemaal iets van elkaar en zijn van 1589 tot 1645 gedateerd. Na Jacob van Langrens dood in 1610 namen zijn zoons Arnold en Hendrick de zaken over.

Een aantal jaren geleden heb ik een ex- emplaar van de aardglobe van 1589 uit de collectie van het Scheepvaartmuseum in Amsterdam (inventarisnummer A.1140) gerestaureerd. Hij verkeerde in goede conditie, maar was nogal vuil en had een bruin verkleurde vernislaag. Mijn werk bestond uit het schoonmaken van de globe, het verwijderen van het vernis en het opnieuw vernissen (zie af- beelding 1 en 2). Op het zuidelijk halfrond was er een beschadigde plek die in het verleden al een keer was hersteld. Het verwijderen van die oude reparatie gaf mij de gelegenheid om te bekijken hoe de globeschil was opgebouwd. Onder een dunne laag gips zat de binnenste schil, vervaardigd van dik bruin papier. De schil was ingedeukt, en om de deuk eruit te kunnen trekken heb ik, in overleg met het Scheepvaartmuseum, een gat in de schil gemaakt. Voor het eerst sedert de vervaar- diging was het nu mogelijk om binnen in de globe te kijken (zie afbeelding 3).

De globe was aan de binnenkant beplakt met vellen papier, sommige bedrukt, andere in manuscript. Hij had een enkele bewerkte houten as ter ondersteuning en de twee halfronden bleken langs een meridiaan aan elkaar vastgenaaid met dun touw. Ik heb het binnenste van de globe gefotografeerd om dit te docu- menteren. Sedertdien heeft Jos Biemans 3. Binnenkant van de Van Langrenglobe. van de Universiteit van Amsterdam deze foto's bekeken en kunnen vaststellen dat op de vellen papier drie verschillende en kartograaf. Hij was in 1583 van Vlaan- beschouwd kunnen worden als de eer- teksten staan. Een is een commentaar op deren naar Londen gevlucht vanwege zijn ste globes van Hondius.2 Ze werden in het Bijbelboek Psalmen, een tweede een godsdienstige overtuiging. In Londen twee formaten vervaardigd. Er zijn geen beschrijving van steden en dorpen; de speelde hij een voorname rol in het ont- exemplaren behouden van het kleinere derde is nog niet geïdentificeerd. staan van een Engelse globe-industrie, formaat, dus we kennen de doorsnee aangezien hij de globesegmenten graveer- daarvan niet en er zijn een handvol be- Vóór Van Langren was er al sprake van de voor de eerste Engelse gedrukte globes, houden van het grotere formaat, met een kartografische activiteit in Holland, meer vervaardigd door Emery Molyneux en diameter van 61 centimeter. Er bestaat bestemd voor lokale dan voor een inter- gefinancierd door William Sanderson. S nog slechts één exemplaar van de aard- nationale afzet. Maar dat zou spoedig Deze kwamen rond 1592-1593 op de markt globe van 1592, en wel in het Petworth veranderen, en de globes van Van Lang- en worden beschouwd als de eerste En- House in Sussex. Een aantal jaren geleden ren waren een voorbode van een enorme gelse globes. De aardglobe benadrukt de heb ik die globe gerestaureerd, en dus toename van de globe- en kaartproductie ontdekkingen van de Engelse avonturiers kan ik claimen dat ik een van de eerste in de Nederlanden. en hun pogingen om kolonies te stichten. door Hondius Senior vervaardigde globes Jodocus Hondius de Oudere was graveur Peter van der Krogt suggereerde dat ze onder handen heb gehad.

36STE JAARGANG 2017 - 3 178 vervaardigd, rond 1670, door Hondius' grootste concurrent , de zoon van , die toen de koperpla- ten in handen had gekregen.

De Amsterdamse globeproductie werd voortgezet met de uitgave door Willem Blaeu van een globepaar met een door- snede van 34 centimeter rond 1599. Dat moet voor Hondius een aanleiding zijn geweest om snel, in 1601, een kleiner globepaar op de markt te brengen met een diameter van 21 centimeter. Ook in de eerste jaren van de zeventiende eeuw ging Blaeu voort met de productie van globes in verschillende formaten. Waar Van Langren aanvankelijk Hondius' groot- ste concurrent was, nam Blaeu die rol over.

Tegen 1610 was het snelle tempo van de globeproductie iets afgenomen, maar in 1611 waagde Hondius zich aan een nieuw globeproject. Hij had namelijk besloten om een nieuw globepaar te vervaardi- gen, groter dan wat tot nu toe door Van Langren en Blaeu was geproduceerd. We weten dat kleinere globes tot de scheeps- uitrusting behoorden,4 maar met een doorsnede van 53,5 centimeter zouden deze nieuwe globes niet langer praktisch zijn om op zee te gebruiken. Hun produc- tie betekende een wijziging in de afzet- markt voor globes. Ze waren nu bestemd voor een groeiende klasse van rijke koop- lieden en burgers en werden verkocht als bijzonder fraaie status- en prestigeob- jecten naast hun functie als geografische en astronomische instrumenten. Helaas stierf Hondius plotseling in 1612, maar het globepaar werd in 1613 voltooid door zijn zoon Jodocus Hondius junior, moge- lijk met hulp van Adriaen Veen.

4. Binnenkant van de Hondiusglobe. Het Scheepvaartmuseum heeft twee exemplaren van de grote aardglobe en één exemplaar van de grote hemelglobe. In 1593 verhuisde hij naar Amsterdam, productie waren genomen),3 was het pas Hoewel het papieren oppervlak van de waar hij een globe- en kaartproductiebe- vanaf die datum dat zijn globeproductie- hemelglobe in goede toestand is geble- drijf opzette. In 1597 verwierf hij een pri- activiteiten daadwerkelijk begonnen. In ven, is hij niet ontsnapt aan schade aan vilege van de Staten-Generaal om globes 1597 publiceerde Hondius namelijk een de schil (zie afbeelding 4). Er was een uit te geven, hetgeen kwaad bloed zette aardglobe met een doorsnee van 35,5 spleet in de schil ontstaan, die van de bij zijn concurrenten de Van Langrens, en centimeter, kort daarop gevolgd door een Noordpool via de Grote Beer liep naar daarmee begon de periode van de globe- hemelglobe voor de stand van het jaar het sterrenbeeld Kreeft net ten zuiden oorlog in Amsterdam, nog versterkt door 1600. Zoals Hondius zelf op de globes van de evenaar. Het werd mijn taak deze de komst van Blaeu in vermeldde, toonden beide globes nieuwe barst te repareren. Omdat men vreesde 1598. ontdekkingen en waren ze beter dan enig dat de interne structuur van de globe andere globe die op dat moment verkrijg- ook was aangetast, besloot men dat het Hoewel Hondius al vóór 1597 een klein baar was. In de volgende jaren werden ze verstandig zou zijn om die te onderzoe- globepaar had vervaardigd met een door- herhaaldelijk opnieuw uitgebracht. Het ken. Dat was geen eenvoudige taak. Eerst snede van 7,5 centimeter (het is niet dui- is zelfs zo dat de laatste versie van het moest het papier langs de spleet voor- delijk of ze in Londen of Amsterdam in globepaar zo'n zeventig jaar later werd zichtig worden verwijderd en vervolgens

179 36STE JAARGANG 2017 - 3 werd een smal kijkgaatje met een door- snee van twee centimeter gemaakt op het breedste punt van de spleet. Met een dun staaflampje was het voor het eerst mo- gelijk de globe van binnen te bekijken., Het was fascinerend om te ervaren hoe de globe was opgebouwd (zie afbeelding. 6). Gelukkig bleek de interne structuur van de globe in goede conditie.

De binnenste schil werd gevormd door twee halfronden vervaardigd van ge- laagde bladen ruw bruin papier langs een meridiaan aan elkaar te verbinden, zoda- nig dat de verbinding van pool naar pool liep, zoals ook bij de Van Langren globe. De spleet was bij deze verbinding ont- staan, logisch omdat dat nu eenmaal het zwakste gedeelte was. Hierbij kwam een interessant verschil tussen de Engelse en de Nederlandse globes naar voren: in de loop van mijn werk heb ik een aantal beschadigde globes kunnen bekijken en het lijkt erop dat de halfronden van Nederlandse globes gewoonlijk langs een meridiaan aan elkaar verbonden waren, terwijl de halfronden van Engelse globes bij de evenaar aan elkaar waren gezet. De binnenste laag van de schil werd gevormd door 24 halve globesegmenten van bruin papier waaroverheen een cir- kelvormig kapje was bevestigd, dat het punt bedekte waar de globesegmenten bijeen zouden komen.

De hoofdas van het interne steunmecha- nisme die van pool tot pool liep had vier zijtakken die zich uitstrekten vanuit het middelpunt en loodrecht op elkaar en op de middenas stonden. Ze waren allemaal keurig gedraaid en hadden aan het eind een grotere doorsnee dan in het centrum. Bij de noord- en zuidpool had de houten as ringen van ijzerdraad rond het uiteinde, die vast waren gezet in een inkeping in 5. Barst in de hemelglobe van Hondius. het hout. Waarschijnlijk waren ze aange- bracht om het hout te versterken en te voorkomen dat het zou splijten. Uit van stand en lag waar aan de buitenkant het Het gips werd toen weer opnieuw aange- tevoren genomen röntgenbeelden wisten sterrenbeeld Slangendrager (Serpentarius) bracht en de papieren globesegmenten we dat er zes spijkers waren gebruikt om voorkomt, en waar het gips een zwakke terug geplakt op de bol. Tenslotte werd de noord- en zuidpool van de schil aan plek had en de schil was beschadigd. de globe opnieuw gevernist (zie afbeel- het hout vast te maken en dat de zijtak- Nadat was vastgesteld dat de interne ding 5). ken ook waren bevestigd met spijkers. structuur niet gerepareerd hoefde te De positie van de zijtakken, die allen op worden, kon de schil worden hersteld. Op het ogenblik heerst de opvatting dat de equator eindigen, kon feitelijk worden De spleet in de schil werd samengetrok- Hondius mogelijk werd overschaduwd vastgesteld aan de hand van de overeenko- ken met een soort verband dat ik geleide- door zijn concurrent Willem Blaeu. In mende deuken in de schil en scheuren in lijk steeds vaster aan kon trekken, totdat feite gebruikte Blaeu de naam 'Blaeu' het papier. Een linnen zakje, waarschijnlijk de twee kanten van de spleet helemaal pas vanaf 1621.5 Zijn bedrijf kende een gevuld met loden hagelkorrels, was bin- tegen elkaar aan zaten. De zijkanten zeer grote globeproductie; naast talrijke nenin de globe gelijmd, bedoeld als een werden vervolgens vastgelijmd en intern boeken, kaarten en atlassen zijn er zes gewicht om de globe in evenwicht te hou- versterkt met stroken dik zuurvrij papier globeparen van zijn hand bekend. Zoals den. Het zakje verkeerde nog in goede toe- die over de spleet werden gelijmd. Hondius een globepaar had vervaardigd

36STE JAARGANG 2017 - 3 180 Ansere), Microscoop (Microscopium), Luchtballon (Globus Aerostaticus), Tele- scoop (Telescopium), Hagedis (Lacerta) en Frederiks Eer (Honores Frederici) op de globe. Een aantal van die sterrenbeel- den zijn in het Duits geannoteerd (zie afbeelding 8). De achtergrond van de sterrenbeelden, waarvoor gewoonlijk wit papier werd gebruikt, is nu overge- schilderd en komt nogal grijs over. Op dezelfde manier is de Melkweg met een blauwe tint ingekleurd. Of de toevoe- gingen in inkt op hetzelfde moment zijn aangebracht als deze inkleuring blijft een raadsel. Waarschijnlijk was de toegevoeg- de kleur op het moment dat deze werd aangebracht helderder en de grijze tint is waarschijnlijk door een pigmentverande- ring ontstaan.

Er werd besloten om dit nader te onder- zoeken. Er werden kleine monsters van de verflagen genomen en onderzocht onder een microscoop met gepolariseerd licht.6 De grijze verf kon geïdentificeerd worden als loodwitpigment en de blauwe verflaag werd geïdentificeerd als loodwit gemengd met indigo. Loodwit of loodcar- bonaat kan onder de juiste omstandighe- den veranderen in loodsulfiet, hetgeen er grijszwart uitziet. Mogelijk is de grijze tint het gevolg van een verandering van de bovenlaag van het pigment in loodsulfiet. Het bleek moeilijker om de inkt te identi- ficeren, maar zijn kleur en uiterlijk sugge- reerden dat het om galnoteninkt gaat. Mijn werk bestond uit het schoonmaken van de globe en het verwijderen van de verkleurde vernis alvorens er weer een nieuwe beschermende vernislaag op aan te brengen. De toegevoegde annotaties in kleur en inkt bleven daarbij behouden.

De hier beschreven globes waren alle 6. Hondius' globe na de behandeling. zo'n vierhonderd jaar oud. Het is op zichzelf al bijzonder dat ze bewaard zijn gebleven. En juist vanwege hun ouder- dat grotere afmetingen had dan die van 13,5 centimeter, die voor het eerst werd dom is het belangrijk dat we er goed voor Van Langren, zo produceerde Blaeu in uitgebracht in 1606 (zie afbeelding 7). zorgen en dat ze in een stabiele conditie 1602 een nieuw globepaar met een door- voor de toekomst worden behouden. De snede van 23 centimeter met verbeterde Het exemplaar van deze globe, dat ik toegepaste conserverende behandelingen informatie, met inbegrip van de route gerestaureerd heb, dateert van na 1621, van de hier beschreven globes werden van Olivier van Noort op de aardglobe, omdat de naam Blaeu in het cartouche in elk stadium besproken met de curato- de eerste Nederlander die rond de wereld staat. Vele jaren nadat het was vervaar- ren van het Scheepvaartmuseum. Onze was gevaren en in 1601 in Amsterdam digd werd het met de hand geactuali- samenwerking was daarmee een school- terugkwam. seerd, aangezien sterrenbeelden onder- voorbeeld van geslaagde samenwerking scheiden door Johannes Hevelius, Nicolas tussen curator en conservator. Ik heb een aantal globes van Willem de Lacaille, Johann Elert Bode en Jerome Blaeu gerestaureerd, maar de meest inte- Lalande met inkt waren toegevoegd. Dit artikel is gebaseerd op een hoofdstuk ressante daarvan is een exemplaar van de Daardoor prijken nu ook de constellaties in Koersvast: Vijf eeuwen navigatie op kleine hemelglobe van Blaeu (inventaris- Kleine Leeuw (Leo Minor), Jachthonden zee.7 Het werd uit het Engels vertaald nummer A.0233) met een doorsnede van (Canes Venatici), Vosje (Vulpecula cum door Ferjan Ormeling.

181 36STE JAARGANG 2017 - 3 Noten 1 Krogt, Peter C.J. van der. 1993. Globi Neerlan- dici: the production of globes in the Low Coun- tries. Utrecht: Hes & De Graaf Publishers BV, 125-168. 2 Idem. 460. 3 Idem. 463. 4 Davids, C.A. 1987. The Use of Globes on Ships of the Dutch East-India Company. In: Der Globus- freund, 35-37 en 69-80. 5 Krogt, P.C.J. van der. 1984. Old globes in the Netherlands. Utrecht: Hes & De Graaf Publishers BV, 55. 6 De analyse van de verf is uitgevoerd door Dr. Nicholas Eastaugh. 7 Aprilis: Zaltbommel 2005

Summary Early Dutch Globes – Another View / Sylvia Sumira Globe making in the Netherlands started to flourish in the late sixteenth and early seven- teenth centuries when the family firms of Jacob Floris van Langren, Jodocus Hondius and Willem Jansz. Blaeu, dominated. This article looks at three globes in the collection of the Scheepvaart Museum, Amsterdam, made by them. Conservation work revealed new informa- tion about the construction of two of the globes, and interesting later additions on the other. In 7. Hemelglobe van Blaeu. the case of the van Langren globe, it was dis- covered that the interior was lined with printed and manuscript texts. The Hondius globe had a wooden inner support with branches, and also a weight to improve its balance. The Blaeu celes- tial globe had manuscript additions showing later .

 8. De sterrenbeelden 'Luft ballon' en 'Mi- croscop', met inkt toegevoegd aan de Blaeuglobe.

36STE JAARGANG 2017 - 3 182 Inzendingen voor deze rubriek aan: Ron Guleij E-mail: [email protected] Besprekingen

Cartografie. Visie op de kaart / Marc gelegenheid gebruik maken om een grote omgegaan wordt dan in Nederland. Hameleers, Marc Carnier, Patricia Alkho- pluim op de hoed te steken van de talloze Het hoofdstuk met de meeste bijdragen ven & Rink Kruk (red.). – 's-Gravenhage: mensen die zich inspannen om kaartcol- gaat over het gebruik van oude kaarten in Stichting Archiefpublicaties, 2016. – 345 lecties te ontsluiten." Ontsluiting van het onderzoek. Interessant is het betoog van blz. – illustraties in kleur. – ISBN 978-90- kartografisch materiaal is onmisbaar voor Hans Renes over de ongelijke geografische 71251-41-2. - € 47,50. het gebruik van kaarten. In de hier en daar spreiding van beschikbaar kaartmateriaal, nogal technische bijdrage van Philippe voor de landsdekkende karteringen. Verder De Maeyer en Karen De Coene staat de worden in dit deel verschillende kaart- landsdekkende kartografie in België van- typen met sprekende voorbeelden behan- af de Ferrariskaart centraal. deld: proceskaarten, polderkaarten, stads- Charles Jeurgens gaat in op de waardering plattegronden, zeekaarten, commerciële van kaartmateriaal als onderdeel van selec- kaarten, toeristische kaarten en thema- tie en deselectie, dat in de archiefwereld tische kaarten. Voor de geïnteresseerde in gebonden is aan de archiefwet. Het re- de geschiedenis van de kartografie is dit ge- cente voorbeeld van de dreigende vernie- deelte waarschijnlijk het meest informatief. tiging van de kadastrale hulpkaarten had Ferjan Ormeling en Kristien Ooms geven hier niet misstaan. Marc Hameleers biedt een overzicht van de kartografische oplei- een handige uiteenzetting van handvatten dingen in respectievelijk Nederland en en aspecten waarbij rekening gehouden België. Zowel het kartografisch onderwijs moet worden bij deselectie, vaak een heet in het verleden als in het heden komt hangijzer in het kaartbeheer. daarbij aan de orde. Ormeling gaat daarbij In het hoofdstuk over analoog en digitaal in op de bagage die kaartbeheerders mi- kaartbeheer gaan Gijs Boink en Gabrielle nimaal in huis moeten hebben. Daarnaast Beentjes in op de digitalisering van papie- geven zij aan wat er mist op dit gebied. De ren kaarten. De paradox daarbij is dat deze trieste conclusie is dat er naast de interna- digitalisering vaak leidt tot een grotere tionale master van de Universiteit Twente bekendheid en daarmee een grotere vraag (ITC) geen volwaardige kartografische naar de originelen, terwijl digitalisering opleiding meer bestaat. Wel maakt het In 2016 gaf de Vlaamse-Nederlandse Stich- ook bedoeld is om dit gebruik van origi- kartografisch onderwijs hier en daar deel ting Archiefpublicaties haar vijftiende nelen juist te beperken. Marcel Ras behan- uit van een bredere geo-opleiding en zijn jaarboek uit. Deze editie was geheel ge- delt vervolgens de digitale duurzaamheid er enkele bijvakken in de kartografie. wijd aan de kartografie. Kaarten vormen met problemen als 'linkrot' en onleesbaar- Het boek sluit af met een aantal bijdragen dan ook een archiefbron die een eigen heid van verouderde bestandsvormen. over nieuwe digitale ontwikkelingen in het problematiek kent op het gebied van In het hoofdstuk over het toegankelijk ma- vakgebied. Willemijn Simon van Leeuwen archivering en ontsluiting. De bundel ken van kartografisch materiaal behan- en Erik Meerburg gaan in op 3D-toepassing- bestaat uit 25 bijdragen, onderverdeeld in delt Jan Smits de catalogiseerstandaarden en bij zowel moderne geodata als oude zeven hoofdstukken. In totaal hebben 28 en het toenemende belang van het opne- kaarten. Een Belgische bijdrage presen- auteurs meegeschreven aan deze publica- men van geografische coördinaten daar- teert de vectorisatie van de Kabinets-kaart tie. Niet alleen uit de archiefwereld, maar bij. De moderne gebruiker is niet zozeer van Ferraris (helaas alleen het Vlaamse ook vanuit andere kaartbeherende instel- geïnteresseerd in de collectie waarin een en Brabantse deel van de kaart) als goed lingen, zoals bibliotheken en musea, en kaart zich bevindt maar wil via een geo- voorbeeld van een tijdruimtelijke onder- uit de academische wereld. grafische ingang kunnen zoeken naar be- zoeksinfrastructuur. Dave Lovell behan- In zijn inleidende hoofdstuk 'Kaarten op schikbaar kaartmateriaal. Rink Kruk bouwt delt de veranderende technologie en de het kruispunt', gaat hoogleraar historische daar op voort met zijn uiteenzetting over alomtegenwoordigheid van geografische kartografie Bram Vannieuwenhuyze in wat hij omschrijft als 'voetafdrukken' van informatie in de moderne samenleving. De op de veelheid aan kartografische collec- kaarten: een visuele ontsluiting door mid- laatste, Engelstalige, bijdrage is een eerder ties in Nederland. Voor zijn opsomming del van bounding boxes of polygonen. gepubliceerd beleidsstuk van zestien na- maakte hij handig gebruik van de rubriek Thijs de Boer en Jan Hartmann geven hier- tionale karteringsinstanties en archieven 'Kaartencollecties in Nederland' in Caert- van een mooi voorbeeld: het Amsterdamse over het langetermijnbehoud van digitale Thresoor. Alleen al in de 25 tot dan toe bladwijzerproject. Marc Carnier stelt ver- geografische informatie; de grootste uitda- behandelde collecties, bevinden zich volgens het beleid rond beschikbaarstel- ging voor kaartbeheer in deze eeuw. opgeteld meer dan een miljoen kaarten. ling van originelen en openbaarheid aan Cartografie. Visie op de kaart is in de Ook geeft Vannieuwenhuyze een com- de orde, waarbij hij vaststelt dat met het eerste plaats geschreven voor beheerders pliment aan kartografen: "Ik wil van de beleid rond privacy in België voorzichtiger van kartografisch materiaal. Niet alle bij-

183 36STE JAARGANG 2017 - 3 dragen zullen daardoor even toegankelijk wetenschappelijke artikelen, die in de de-eeuwse karteerpraktijken om onnauw- zijn voor de gemiddelde geïnteresseerde vaktijdschriften Caert-Thresoor (2015), keurigheden op microvlak te verklaren. in oude kaarten. Voor de kaartbeheerder Imago Mundi (2016) en The Cartograp- Vooraan in het proefschrift staat de is dit echter een nuttig en zeer waardevol hic Journal (2017) zijn verschenen. Ten- spreuk van de Engelse voetbalclub Sun- overzicht van alle aspecten waarmee hij of einde herhalingen te vermijden werden derland A.F.C.: Consectatio Excellentiae zij beroepsmatig te maken heeft. De veel- de inleidingen van de artikels ingekort; de ('in pursuit of excellence'). Dat is een zijdigheid van het vakgebied doet tevens analyse zelf werd soms wel verder uitge- mooi en noodzakelijk uitgangspunt van realiseren dat de moderne kaartbeheerder diept en uitgebreid. Naast de artikels be- elke wetenschappelijke onderneming, al een schaap met vijf poten moet zijn. vat de dissertatie een algemene inleiding geeft Vervust in haar dankwoord nederig (hoofdstuk 1), een algemene discussie toe dat onderzoekers wellicht op de te- Martijn Storms van de onderzoeksvragen (hoofdstuk 5), kortkomingen van haar dissertatie zullen een conclusie (hoofdstuk 6), vier appen- wijzen, net zoals (kaart)historici overi- Deconstructing the Ferraris Maps dices en een Engels- en Nederlandstalige gens met de Carte de cabinet en Carte (1770-1778). A study of the map pro- samenvatting. Op 27 juni 2016 promo- marchande hebben gedaan. Haar liefde duction process and its implications veerde Soetkin Vervust aan de Universiteit voor de Ferrariskaarten is groter, getuige for geometric accuracy / Soetkin Ver- Gent na openbare verdediging van het daarvan de uitspraak op bladzijde 214: vust. - Gent: Faculty of Sciences - Depart- proefschrift. Ondergetekende was niet "the Carte de Cabinet's geometric ac- ment of Geography - Ghent University, aanwezig en heeft voor deze recensie curacy is therefore of a surprisingly high 2016. - 281 p., 4 appendices, ill. in kleur. geen gebruik gemaakt van de vragen, op- quality and should be praised rather than – Niet uitgegeven doctoraal proefschrift, merkingen of rapporten van de juryleden. criticized". Misschien is die lofbetuiging vrij toegankelijk op de website van de Hoofdbetrachting van het onderzoek was wel één van die 'tekortkomingen' van Gentse Universiteitsbibliotheek vanaf 28 om een beter inzicht te krijgen in de geo- het proefschrift. Om bij sportieve beeld- juni 2019 (http://hdl.handle.net/1854/ metrische accuratesse van de Ferraris- spraak te blijven: hoofdstuk 3 heeft bij- LU-8028408). kaarten en in de aspecten van het karteer- voorbeeld wel wat weg van een 'match' proces die daarbij bepalend waren. Om tussen 'team Cassini' (de Franse ingeni- dat doel te bereiken werden vijf onder- eurs) en 'team Ferraris' (de Oostenrijkse zoeksvragen gesteld: (1) Wat is de stand artilleristen). Ondanks een minder gun- van zaken met betrekking tot de geome- stige uitgangspositie (de 'gegevens van trische nauwkeurigheid van de Ferraris- inferieure kwaliteit') is Ferraris er toch kaarten? (2) Bestond er een geo-detisch in geslaagd op relatief beperkte tijd en puntennetwerk dat als basis voor de kar- ondanks de 'primitieve instrumenten' tering kon dienen? (3) Hoe nauwkeurig een origineel en kwaliteitsvol werk te is de Carte de Cabinet op lokaal vlak en laten maken. Uiteraard is een goed begrip wat leren de onnauwkeurigheden over het van de relatie tussen Ferraris' en Cassi- karteerproces? (4) Is de Carte de Cabinet ni's werk cruciaal om de nauwkeurigheid origineel werk? (5) Hoe passen de Fer- en originaliteit van de Ferrariskaarten te rariskaarten binnen de achttiende-eeuwse bepalen, maar het was ook interessant karteerpraktijk? De antwoorden op die geweest om na te gaan in welke mate vragen zitten verspreid over de diverse Ferraris eventueel door andere cartogra- hoofdstukken en worden in hoofdstuk fen, wetenschappers of bestuurders is 5 gebundeld en kort besproken. Vervust beïnvloed. In hoofdstuk 4 wordt overtui- slaagt erin nieuwe elementen aan te gend aangetoond dat Ferraris' artilleris- reiken omdat ze opteerde voor een multi- ten geen gebruik hebben gemaakt van disciplinaire aanpak, waarbij de interpre- bestaande kaarten – met uitzondering tatie van de kaarten werd gecombineerd van een handvol eigen kaarten –, maar met de lezing van tekstuele bronnen en dat betekent niet dat Ferraris de principes In 2016 schreef Soetkin Vervust een Eng- archiefonderzoek én waarbij de kaarten en organisatie van veldwerk en kartering elstalige dissertatie over de Ferrariskaar- met bestaande en innovatieve digitale zelf heeft bedacht. Zijn kaarten passen ten, de bekende 275-delige set topografi- analysemethoden werden ontleed (van- immers perfect in de achttiende-eeuwse sche kaarten van de Zuidelijke Nederlan- daar 'deconstruction' in de titel). Eén van Verlichtingskartografie, zoals Vervust te- den gemaakt onder leiding van graaf de de opmerkelijke resultaten is dat Ferraris recht besluit. Dat betekent dat hij op de Ferraris in de periode 1771-1777. Van de 'gegevens van inferieure kwaliteit' uit Cas- hoogte was van de karteerpraktijken grootschalige manuscriptkaart Carte de sini's Nouvelle Carte qui comprend les en -principes die toen gangbaar waren. Cabinet bestaan drie exemplaren, bewaard principaux triangles qui servent de fon- Waar de inspiratie en expertise van Fer- in het Nationaal Archief te Den Haag, de dement à la description géométrique raris én van zijn artilleristen vandaan Koninklijke Bibliotheek van België te de la France gebruikte, en dus niet be- kwam, wordt niet echt toegelicht. Brussel en het Österreichisches Staats- schikte over de originele data van Cassi- 'Tekortkomingen' zijn evengoed pistes archiv te Wenen. Ferraris liet tevens een ni's triangulatienetwerk uit 1746-1748. In voor verder onderzoek. Zo zouden de kleinschaligere kaart graveren, bestemd hoofdstuk 4 brengt Vervust de resultaten resultaten verder aangevuld kunnen wor- voor de handel en daarom meestal de van de digitale distortion analysis me- den met een cultuurhistorisch onderzoek Carte marchande genoemd. Het proef- thod prachtig in verband met de studie van de Ferrariskaarten. Welke visie op to- schrift bestaat uit een bundeling van drie van tekstuele bronnen en van de achttien- pografie, landschap, territoria en maat-

36STE JAARGANG 2017 - 3 184 schappij ligt erin vervat? En wie heeft die samen te stellen. De voormalige geschiede- dracht hiervan naar de Universiteitsbiblio- daarin gelegd: de Oostenrijkse bestuurders, nisdocent, hij onderwees ondermeer zes theek Leiden. In het woord vooraf wordt teamleider Ferraris of eerder de mannen jaar op Curaçao, promoveerde in 1981 op dat echter goedgemaakt. te velde, de artilleristen? Intrigerend is een proefschrift over het plantagebedrijf Het grootste deel van het lijvige boek wordt verder dat Ferraris op twee manieren op Curaçao in de negentiende eeuw. Ook in beslag genomen door de kartobiblio- wordt geprofileerd: enerzijds als militair, schreef hij al een boek over gouverneur grafie. Deze is onderverdeeld in zes onder- die niet bijster geïnteresseerd was in Raders van Curaçao. delen, één voor elk eiland van de Neder- geometrische accuratesse, anderzijds als In de uitgebreide inleiding gaat Renkema landse Antillen. Het kartobibliografische commerçant die zijn investering wou in op de staatkundige geschiedenis, de onderzoek is ruim afgebakend. Het begint terugverdienen door de kaart te commer- geografie en de gesproken talen op de met de formele bezetting door de West- cialiseren. Maar in welke mate 'matchen' eilanden, allemaal aspecten die hun weer- Indische Compagnie in de zeventiende beide profielen? En hoe beoordeelde het slag hebben op de kartografie van de Ne- eeuw en het eindpunt ligt per eiland bij de Oostenrijkse bestuur zijn ondernemin- derlandse Antillen. Strikt genomen bestaat eerste topografische kartering in het begin gen? Ten slotte ben ik er net als Vervust de naam 'Nederlandse Antillen' niet meer van de twintigste eeuw. Opvallend is dat van overtuigd dat een diepgaand onder- sinds de wijziging van de staatkundige er geen Spaanse of Portugese kaarten van zoek naar de topografische nauwkeurig- verhoudingen in 2010. Bij de geografische Curaçao bekend van vóór de Nederlandse heid van de Ferrariskaarten wenselijk is. kenschets zijn zes kaartjes van de eilanden inname. Verfrissend is het feit dat ook ma- De kaarten worden immers door vele opgenomen. Helaas hebben de kaartjes nuscriptkaarten opgenomen zijn. Onder landschapszorgen, archeologen, historici verschillende schalen, maar ontbreekt een de handgetekende kaarten zijn vaak docu- en kunstwetenschappers gebruikt, soms schaalstok, zodat een goede vergelijking menten die belangrijker zijn geweest voor op weinig doordachte wijze. Op de geo- op deze plaats niet goed mogelijk is. Hoe- de kartografische ontwikkeling dan de metrische accuratesse heeft Soetkin Ver- wel het Nederlands de officiële bestuurs- verschillende staten en varianten van de vust nu een nieuw licht geworpen, maar taal op de zes eilanden was, werd op de gedrukte output. Overzichtskaarten van de de kwaliteit van de topo-grafische kaart- Bovenwindse Eilanden (Sint Maarten, Sint zes eilanden samen (als onderdeel van het data moet nog verder onderzocht worden. Eustatius en Saba) vooral Engels gespro- Caribisch gebied) zijn niet opgenomen in ken, terwijl op de Benedenwindse Eilan- de kartobibliografie. Helaas geldt dat ook Bram Vannieuwenhuyze den (de ABC-eilan-den) het Papiaments de voor de spaarzame overzichtskaarten van voertaal was. Daarnaast was er de invloed de drie Benedenwindse Eilanden. Ook de Kaarten van de Nederlandse Antillen. van het Spaans en, in mindere mate, het kaarten van enkele andere eilanden die in Curaçao, Aruba, Bonaire, Saba, Sint Frans en Portugees. Dit voorkomen van de zeventiende eeuw korte tijd binnen de Eustatius en Sint Maarten tot 1900. / vele talen is goed te zien op de kaarten: invloedssfeer van de W.I.C. waren blijven Wim Renkema. – Leiden/Boston: Brill - regelmatig staan plaatsnamen in meerdere buiten beschouwing. Inzetkaarten van de Hes & De Graaf, 2016. – 664 blz. – ill. in talen aangeduid. Bovendien hebben veel eilanden op kaarten van (delen van) het kl. – ISBN 9789004301559. – €€ 165,-. plaatsen niet-Nederlandse namen die nog Caribisch gebied zijn wel opgenomen. Vaak dateren uit de tijd voordat de Nederlan- worden de eilanden op één blad afgebeeld, ders de eilanden in bezit namen. In een maar dan als zes afzonderlijke deelkaarten. tweede hoofdstuk volgt een uitgebreide Deze maken ook onderdeel uit van de kar- geschiedenis van de eilanden vanaf de tobibliografie, al lijken er een aantal te ont- compagniestijd tot de twintigste eeuw, ge- breken. Eveneens opgenomen zijn kaarten ïllustreerd met prachtige prenten en foto's. van delen van de eilanden: plattegronden In hoofdstuk 3, over de kartering van de van nederzettingen en fortificaties en kaar- eilanden, zijn een aantal van de vroegste ten van baaien en landerijen. Het verschil kaarten opgenomen waarop de Beneden- in belang tussen de eilanden wordt goed windse Eilanden met naam aangegeven duidelijk wanneer het aantal kaarten per ei- zijn en de oudste kaarten van Curaçao (en land naast elkaar wordt gezet: 199 kaarten dan met name plattegronden van Willem- van Curaçao, 56 kaarten van Sint Maarten, stad en Fort Amsterdam). In Caert-Thresoor 26 kaarten van Sint Eustatius, en slechts ne- ging Renkema recent overigens nog uitge- gentien kaarten van Aruba, dertien kaarten breider in op de oudste kaarten van Punda, van Bonaire en zeven kaarten van Saba. Er het oudste deel van Willemstad (vol. 35 zijn dus meer kaarten van Curaçao dan van (2016), nr. 2, blz. 48-56). Verder komen de vijf andere eilanden bij elkaar. onder andere bouwtekeningen, plantage- Wim Renkema heeft een prachtig over- kaarten en hydrografische kaarten aan de zicht van de kartering van de Nederlandse orde. Tot slot volgt de kartografische ge- Antillen samengesteld. Samen met de In mei 2016 verscheen Kaarten van de schiedenis van de overige eilanden. De Grote Atlas van de West-Indische Com- Nederlandse Antillen, als deel 15 van de toelichting op de afbakening van het on- pagnie (2011-2012) is dit de belangrijkste bekende Explokart-reeks. Van de tot nu toe derzoek is waarschijnlijk al in een vroege bronnenpublicatie voor de kartografie van verschenen delen in deze reeks is dit na fase geschreven, want waar de collecties de Nederlandse Antillen. Een waardevol Holland, Friesland, Zeeland, de Zuiderzee, van het KIT (Koninklijk Instituut voor de naslagwerk voor collectiebeheerders, on- Afrika en Japan de zevende regionale kar- Tropen) en het KITLV (Koninklijk Instituut derzoekers en verzamelaars. tobibliografie. Historicus Wim Renkema voor Taal-, Land- en Volkenkunde) genoemd was de aangewezen persoon om dit boek worden, wordt er niet gerept over de over- Martijn Storms

185 36STE JAARGANG 2017 - 3 Inzendingen voor deze rubriek aan: Ester Smit E-mail: Varia Cartographica [email protected]

Kaarten van Twente : symposium heemkundigen, geïnteresseerden in land- hofhorige erven digitaal schapsgeschiedenis en in historische karto- In 1770 en de ongeveer tien jaren erna grafie. Meer informatie volgt op de website. zijn in Overijssel de provinciale domeinen, erven en landerijen door beroepsland- Wanneer: donderdag 15 februari 2018 meters opgemeten. Zij hadden hiervoor Waar: Museum TwentseWelle, Het Rozen- bij resolutie van 7 april 1770 de volmacht daal 11, Enschedé, 053-2012099 gekregen van de gedeputeerden van Rid- Informatie: derschap en Steden. Verschillende land- www.nieuwsvandeoudheidkamer.nl/ meters brachten tot omstreeks 1780 een nieuws/symposium-hofhorige-erven- groot aantal erven en landerijen in kaart. digitaal-op-15-februari-2018/ In Twente ging het onder meer om hof- horige goederen. Bij de opheffing van de hofhorigheid in de eerste decennia van de negentiende eeuw verkocht de Rijksover- heid 400 Twentse hofhorige erven. De kaarten bevatten een schat aan informatie en zijn stuk voor stuk prachtig om te zien.

Het is nu mogelijk om de ligging, eigen- dom, veldnamen en andere historische gegevens over de Twentse hofhorige erven met digitale kaarten te bekijken. Door uw postcode of een boerderijnaam in te tik- ken krijgt u letterlijk zicht op uw woon- omgeving in het verleden.

Fryske Akademie, Stichting Kadastrale Atlas en Oudheidkamer Twente hebben de ver- koopinformatie digitaal gekoppeld aan de kadastrale gegevens van 1832 en 2017, aan oudere en jongere domaniale, topografi- sche en geologische kaarten, aan lucht- foto's en aan Google Streetview. Hiermee is een fascinerend beeld ontstaan van de erven en het omringende landschap door de eeuwen heen. Door de kaarten te vec- toriseren bleek dat de landmeters aan het einde van de achttiende eeuw heel nauw- keurig hebben gewerkt. Ter ere van de nieuwe website wordt een symposium georganiseerd. Dit evenement zal bestaan uit de presentatie van alle kaarten, lucht- foto's en Google Streetview op het kers- verse platform, daarna wordt een demon- stratie gegeven over het gebruik met voor- beelden van toepassingen in de praktijk. Door de digitale opeenstapeling van kaar- ten door de eeuwen heen krijgen we een goed beeld van het veranderende land- schap. Op het symposium gaat men ook in over de geschiedenis van de hofhorigheid in Twente. Kortom, een niet te missen dag voor iedere liefhebber, voor onderzoekers,

36STE JAARGANG 2017 - 3 186 www.oudheidkamertwente.nl www.nieuwsvandeoudheidkamer.nl/ Museum Volkenkunde toont oude www.twentsewelle.nl inschrijven/ kaarten van Azië Inschrijven: In Museum Volkenkunde is de komende Opmerkelijk bericht op Twitter tijd een tentoonstelling te zien van bijzon- Op 20 september verscheen er een op- dere historische kaarten. Kaarten zien merkelijk bericht op Twitter. De conser- er vaak wetenschappelijk en zakelijk uit, vator van het huis van het boek in Den maar de ene kaart is de andere niet. De Haag, Museum Meermanno schreef dat kaarten zijn niet neutraal: van veel oude er een brief is opgedoken van Joan Blaeu, kaarten is af te lezen hoe de machtsver- hoogstwaarschijnlijk gericht aan Christi- houdingen lagen. Europese kaarten van aan Huygens. De brief stamt uit 1662 en Azië van de afgelopen vierhonderd jaar is geschreven in de Franse taal. De brief bevatten tal van voorbeelden van koloni- ligt in de collecties van Museum Meer- ale machtsverhoudingen. De visie van de manno (1662, in 10B36). maker en die van de opdrachtgever zijn

Een van de vele domeinkaarten. De kavels van de erven lagen soms versnipperd. Hier afgebeeld het erf Nijhof, hofhorig onder het gericht Diepenheim. (Zwolle, Historisch Centrum Overijssel, toegang 0003.2, inventarisnummer 1273).

187 36STE JAARGANG 2017 - 3 op de bladen in beeld gebracht. Zij gaven Museum Volkenkunde (Steenstraat) en de verging tijdens een storm in de Indische weer hoe er over een bepaald gebied Universiteitsbibliotheek Leiden. Oceaan in 1503 en behoorde tot de vloot werd gedacht en of er wat te halen viel. van de ontdekkingsreiziger Vasco da De tentoonstelling toont in totaal zo'n Wanneer: tot en met 14 januari 2018 Gama. De opgraving van dit schip van dertig landkaarten en voorwerpen waar- Waar: Museum Volkenkunde, Steenstraat 1, de zeebodem werd uitgevoerd door het op Aziatische landen zijn afgebeeld. De Leiden bedrijf Blue Water Recovery, onder lei- geëxposeerde kaarten komen zowel uit Informatie en contact: ding van David Mearns. Hij legde aan de Europa als uit verschillende Aziatische lan- www.volkenkunde.nl en BBC uit, dat het hier gaat om een zeld- den, dat maakt de expositie zo bijzonder. [email protected] zame en unieke vondst. Het astrolabium Prijs: € 14,- Museumjaarkaart gratis werd samen met meer dan 3000 andere Het absolute topstuk van de tentoonstel- Bij het tonen van het toegangsbewijs van objecten naar boven gehaald in 2014. Op ling is de reconstructie van een reusach- het Japanmuseum Sieboldhuis ontvangt u het droge werd het ronde schijfje verder tige kaart van het Chinese keizerrijk. Aan € 1,50 korting. onderzocht. Het gaat om een bronzen het begin van de achttiende eeuw werkte plaat met een diameter van nog geen een team van kartografen samen aan het Astrolabium! Een unieke vondst achttien centimeter. Een onderzoek met grootste kartografische project ooit in Voor de kust van Oman hebben marien een laserscan bracht dunne, regelmatige China gerealiseerd. Die kaart is nu, voor archeologen een uniek navigatieobject lijnen aan het licht, waardoor met zeker- het eerst sinds de val van de Chinese uit de zee opgediept. Het gaat om een heid werd vastgesteld dat het hier om een Qing- of Mantsjoe dynastie in 1912, weer astrolabium, een instrument dat door stuk navigatiegereedschap gaat. te zien. De oorspronkelijke kaart bestaat zeevaarders tijdens hun zeereis gebruikt uit zo'n vijftig losse bladen en delen die werd om de hoogte van de zon boven Het gehele Engelstalige artikel is te lezen voor deze tentoonstelling digitaal aan de kim te kunnen berekenen. Dit astro- op: http://www.bbc.com/news/ elkaar zijn gezet. Het totaal meet maar larium, zo schatten de archeologen in, science-environment-41724022 liefst 280 bij 460 centimeter. is vervaardigd tussen 1495 en 1500. Het Voor het filmpje dient u FlashPlayer (gra- De expositie is een samenwerking tussen Portugese ontdekkingsschip 'Esmeralda' tis) te installeren.

De Beemster vlak na de drooglegging. Kaart vervaardigd door Pieter van der Keere in 1617. (Amsterdam, Rijksmuseum, RP-P-AO-7a)

36STE JAARGANG 2017 - 3 188 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: van landgoederen of wanneer men de Kartografie en de ICA-Commissie voor de Karakteristiek kavellandschap in kaart tuinen wil herstellen. Op www.zocher- Topografie organiseren samen met The Op 12 oktober 2017 lanceerde de Rijks- parken.nl wordt niet in eerste instantie Bodleian Libraries van de Universiteit van dienst voor het Cultureel Erfgoed de aandacht besteed aan tuinontwerpkaar- in September 2018 het alweer Agrarische landschappenkaart. Door de ten, maar ze vormen onbewust de basis zevende tweejaarlijkse symposium. Graag eeuwen heen hebben we ons landschap voor de website. De brochures over de nodigen de organisatoren iedereen uit ingepolderd, opgehoogd, afgegraven, on- nog bestaande parken die door een van voor het symposium met het thema: Map- der water gezet, drooggemaakt, bedijkt de heren Zocher werden aangelegd, zijn ping Empires – Colonial en verkaveld. De Agrarische landschap- voorzien van prachtig historisch kaartma- of Land and Sea. penkaart laat zien hoe we ons land op teriaal. Tevens is op Google Maps te zien Wanneer: van donderdag 13 september verschillende manieren voor agrarisch waar de landgoederen liggen. Leuk om te 2018 tot en met zaterdag 15 september gebruik in cultuur hebben gebracht. bekijken en om te downloaden. 2018 Deze kaart laat zich dan ook lezen als De tuinkaarten vindt u hier: Waar: The Bodleian Weston Library te een geschiedenisboek en biedt een schat www.zocherparken.nl/publicaties. Oxford aan informatie over zaken als bevolkings- CfP: inleveren voor 1 maart 2018, in het toename en -afname, veranderingen in Engels, met een korte biografie van maxi- grondbezit en waterhuishouding. Zo is maal honderd woorden, iedere auteur de zeventiende-eeuwse droogmakerij de mag één voorstel inleveren. Beemster al sinds 1999 werelderfgoed Meer informatie over CfP: vanwege de bijzondere schoonheid, ratio- www.mappingempires.icaci.org/call-for- nele opzet, rechte lijnen en openheid van papers/ het landschap. De Agrarische landschap- Voor algemene informatie kunt u terecht penkaart toont alle droogmakerijen in bij: www.mappingempires.icaci.org/ combinatie met de gemalen en molens maar ook in een komend nummer van waarmee de droogmaking tot stand is Caert-Thresoor zal er nog aandacht aan gekomen. Een ander oer-Hollands schouw- worden besteed. spel zijn de uitgestrekte, smalle kavels van middeleeuwse veenweide-ontginnin- Lezing en seminar in Cambridge gen. De kaart laat zien waar en in welke De Universiteit van Cambridge organi- vorm deze karakteristieke landschappen seert diverse seminars over historische nog zijn te vinden. Ook bundelt de kaart Van dezelfde website het ontwerp van de Keu- kartografie. Paul Laxton, voormalig onder- voor het eerst alle grootschalige landin- kenhof te Lisse van J.D. Zocher (1857) (te vinden zoeker aan de Universiteit van Liverpool, richtingsprojecten van de twintigste eeuw. op dezelfde website). zal een lezing geven over de geschiede- Deze landschapskaart biedt inspiratie nis van de kartografie van Liverpool. Het voor nieuwe inrichtingsplannen in gebie- onderwerp luidt: Michael Alexander den die continu veranderen door onder Jansoniuslezing: noteer vast in uw Gage and the mapping of Liverpool, meer schaalvergroting, energietransitie agenda 1828-1836. en ruimtelijke druk vanuit steden en In het begin van het jaar 2018 organiseert industriegebieden. Ook is het een weten- Bijzondere Collecties van de Universiteit Wanneer: dinsdag 27 februari 2018 schappelijke kennisbron voor historici, van Amsterdam zoals gewoonlijk weer Waar: Emmanuel College, St. Andrews St, archeologen, historisch geografen en ge- een Jansoniuslezing. Bij het verschijnen Cambridge ïnteresseerden in historische kartografie. van dit nummer waren onderwerp en het Toegang: vrij toegankelijk precieze tijdstip van aanvang nog niet Meer informatie en opgave bij Sarah Ben- De kaart is te vinden op: bekend. Het is wel zeker dat dhr. Ferjan dall: [email protected]. www.landschapinnederland.nl/agrarische- Ormeling een interessante lezing gaat landschappenkaart. Vergrendel deze kop- houden. Voor uw agenda: Na de lezing van Laxton vindt eveneens peling onder uw favorieten. in Cambridge een seminar plaats over Wanneer: vrijdag 26 januari 2018, te ver- geografische kartografische kennis in Op www.landschapinnl.nl publiceert de wachten om 14.00 uur de vroege twaalfde eeuw. Eric Wolever, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Waar: Bijzonder Collecties, Turfmarkt 129, werkzaam aan de Universiteit van York regelmatig thematische kaarten die laten Amsterdam zal een lezing houden getiteld The car- zien hoe het Nederlandse cultuurland- Informatie: www.bijzonderecollecties. dinal points ant the structure of geo- schap zich heeft gevormd. uva.nl/over-ons/over-ons.html graphical knoledge in the early twelfth Meer gegevens: Aanmeldingsformulier verschijnt te zijner century. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed tijd op deze website. Smallepad 5, Amersfoort (Wijzigingen voorbehouden) Wanneer: dinsdag 1 mei 2018 www.cultureelerfgoed.nl Waar: Emmanuel College, St. Andrews St, ICA – International Cartographic Cambridge Zocherparken en tuinontwerpkaarten Association Toegang: vrij toegankelijk Tuinkaarten krijgen sinds kort wat meer Twee commissies van de International Meer informatie en opgave bij Sarah Ben- aandacht in de (historische) kartografie Cartographic Association, nl. de ICA- dall: [email protected]. De Beemster vlak na de drooglegging. Kaart vervaardigd door Pieter van der Keere in 1617. (Amsterdam, Rijksmuseum, RP-P-AO-7a) en bij onderzoek naar de geschiedenis Commissie voor de Geschiedenis van de

189 36STE JAARGANG 2017 - 3 Samengesteld door Peter van der Krogt ([email protected]) Nieuwe literatuur en en Martijn Storms ([email protected])

Zie ook: http://www.explokart.eu/journals facsimile-uitgaven

Altic´, Mirela, Imre Josef Demhardt & Soetkin Vervust (ed.), Leiden University Press, 2017. – 336 blz. – ISBN 978-90-8728- Dissemination of cartographic knowledge. 6th International 274-5. - € 59,50. Symposium on the History of Cartography, 2018. Cham: Springer, - Martijn Storms, 'Confidential or commercial. The conflicting 2017.– 390 blz. – ISBN 978-3-319-61514-1. – € 259,-. interests within the Blaeu and Van Keulen mapmaker families.', - Ferjan Ormeling, 'Colonialism in the Bosatlas', blz. 235-255. blz. 78-89. - Peter Kang, 'The Dutch commemorative toponyms in the - Patrick Gouw & Martijn Storms, 'Maps in the crowd. seventeenth century East Asia, based on the cartographic Works Crowdsourcing old maps in the special collections.', blz. 158-163. left by the (VOC)', blz. 257-267. - Ivo Smits, 'Charting one's own world. Early modern Japanese - Martijn Storms, 'Leiden and the dissemination of Asian maps.', blz. 312-323. cartography', blz. 347-362. Schilder, Günter, 'De kartografische werkplaats van de VOC in - Philippe De Maeyer et al., 'User-created design of a Batavia'. Caert-Thresoor 36, 4 (2017): 83-91. collaborative, object oriented historical GI-platform', blz. 379- Schroor, Meindert, Historical atlas of Leeuwarden. Capital of 390. Friesland, European capital of culture 2018. Nijmegen: Vantilt, Berends, Gerrit, Van punt tot mijl. De vroegere voet-, roede- en 2017. – 80 blz. – ISBN 978-94-6004-350-5. – € 29,50. mijlmaten in Nederland. [Amersfoort]: Gerrit Berends, 2017. – Storms, Martijn, 'Maps in the crowd. Results of a map 200 blz. – ISBN 978-90-827474-0-9. – € 69,50 – te bestellen op georeferencing crowdsourcing pilot project', e-Perimetron 12 www.vanpunttotmijl.nl (2017), 3: 109-118. Bodenstein, Wulf, Kaarten van Afrika. Collecties van het KMMA. Storms, Martijn, 'Een woning met landerijen in Voorschoten. Tervuren: Koninklijk Museum voor Midden-Afrika & Philippe de Analyse van de enige kaart in het Thysiusarchief.', in: Wim Moerloose, 2017. – 296 blz. – ISBN 978-9-4922-4474-1. – € 19,50 van Anrooij & Paul Hoftijzer (red.), Vijftien strekkende meter. [Verscheen ook in het Engels en Frans]. Nieuwe onderzoeksmogelijkheden in het archief van de Boer, Adri den, 'Vijf jaar kaartenmaken in beeld.' Geo-Info 14 Bibliotheca Thysiana. Hilversum: Verloren, 2017, blz. 119-140. (2017), 5: 38-43 [over de Topografische Dienst tijdens de Tweede Voogd, Fanta, '350 jaar plannen voor de Afsluitdijk (1667-2017). Wereldoorlog]. Bijna een Waddenpolder', Geografie 26 (2017), 8: 28-30. Boink, Gijs, ''Onbeslist getouwtrek': de moeizame overdracht van Wagenaar, Lodewijk, 'Drie overzichtskaarten van Ceylon uit de de kaarten van het Ministerie van Koloniën'. Caert-Thresoor 36, jaren 1681-1683 nader bekeken'. Caert-Thresoor 36, 4 (2017): 4 (2017): 132-138. 93-101. Boothby, Nicola, & Martijn Storms, 'How I got into Watson, Ruth, 'Heart-shaped worlds: cordiform maps in the cartography. Interview with Martijn Storms, map curator at the context of early modern Europe'. The Globe 80 (2016): 1-12. Leiden University Library, the Netherlands', Maps in History 59 Westhoff, G.J., Heimwee-eilanden – Geelmuiden, Hasselt, (2017): 26-28. Hattem en IJsselmuiden in de Noord-Molukken. Genemuiden; Brink, Paul van den, 'Kartografische kapitaalvernietiging: Het de auteur, 2017. ISBN 978-90-826233-1-4. Prijs € 7,95. Encyclopaedische Bureau voor de Buitenbezittingen, 1909-1921'. Woerkom, P.Th.L.M. van (hoofdred.),, 175 jaar TU Delft. Caert-Thresoor 36, 4 (2017): 114-122. Erfgoed in 33 verhalen. Delft: Histechnica, 2017. - 200 blz. - ISBN Davies, John & Alexander J. Kent, The red atlas. How the 978-94-028-0652-6. – download: https://www.kivi.nl/uploads/ Soviet Union secretly mapped the world. Chicago: University of media/59b14eafc599b/Histechnica%20-%20175%20jaar%20 Chicago Press, 2017. – 272 blz. – ISBN 9780226389608. – $ 35,-. TU%20Delft%20Erfgoed%20in%2033%20verhalen%20R.pdf Guleij, Ron, 'De kartering van de Nederlandse Oost-Indische Archipel door de Dienst Hydrografie'.Caert-Thresoor 36, 4 Inhoud historisch-kartografische (2017): 123-131. King, Robert, 'Marco Polo's Java and Locach on Mercator's world tijdschriften maps of 1538 and 1569'. The Globe 81 (2017): 41-61. e-Perimetron 12,2 (2017) Kožica, Kazimierz, 'Different states of the sea chart of the On-line tijdschrift: http://www.e-perimetron.org Gulf of Riga by (1534-1606) from Cˇelkis, Thomas, & Valentina Karpova-ČCˇelkiene, 'Reading signs: his first sea atlas Spiegel der Zeevaert (1583/1585) in the manuscript cartography sources of the 16th-19th century from Niewodniczan´ski Collection Imago Poloniae at the Royal Castle the Vilnius University Library' (blz. 40-52). in Warsaw'. e-Perimetron 12, 2 (2017): 75-83. Mihalakopoulos, Georgios, 'Alexandros Massavetas's Going Back Leca, Radu, Japan in kaart = Mapping Japan. Leiden: Japan- to Constantinople-Istanbul: A City of Absences: Mapping the museum SieboldHuis, 2017. – 120 blz. – ISBN 978-90-827111-1-0. Past and the Present through Literature' (blz. 53-59). – € 15,- Thiry, Christopher J.J., 'GIS-based discovery interface to paper map Meganck, Tine Luk, Erudite eyes. Friendship, art and erudition sets' (blz. 60-74). in the network of (1527-1598). Leiden etc.: Kožica, Kazimierz, 'Different states of the sea chart of the Gulf Brill, 2017. – 324 blz. – ISBN 9789004341678. – € 65,- [Studies of Riga by Lucas Janszoon Waghenaer (1534-1606) from in Netherlandish Art and Cultural History 14]. his first sea atlasSpiegel der Zeevaert (1583/1585) in the Monmonier, Mark, Patents and cartographic inventions. New Niewodniczan´ski Collection Imago Poloniae at the Royal Castle perspectives for map history. Cham: Palgrave Macmillan, 2017. in Warsaw' (blz. 75-83). – 267 blz. – ISBN 978-3-319-51040-8. - € 96,29.- Piekielek, Nathan B., 'Best practices for georeferencing large scale Ormeling, Ferjan, 'De Topografische Dienst van Nederlands- historical fire insurance maps of the USA' (blz. 84-94). Indië, Batavia 1864-1950'. Caert-Thresoor 36, 4 (2017): 102-113. Reeuwijk, Alexander (ed.), Voyage of discovery. Exploring the e-Perimetron 12,3 (2017) collections of the Asian Library at Leiden University. Leiden: Cekula, Zane, 'Place names in the historic cadastral plan of

36STE JAARGANG 2017 - 3 190 Dinaburg County: localisation of place names in order to complete the place names database of Latvia' (blz. 95-101). Gatta, Giorgia, & Gabriele Bitelli, 'A historical GIS for the comparison of past and present views: Bologna, yesterday and today' (blz. 102-108). Storms, Martijn, 'Maps in the crowd: results of a map georeferencing crowdsourcing pilot project' (blz. 109-118). Yano, Keiji, et al., 'WebGIS-based application for comparing folding screens of Rakuchū rakugai-zu (Scenes in and around Kyoto) with maps' (blz. 119-131). Gede, Mátyás, 'Automatic reconstruction of old globes by photogrammetry and its accuracy' (blz. 132-141).

Maps in History (formerly BIMCC Newsletter) 59 (September 2017) Lyon, Rod, and Joseph Schiro, 'The discovery of the earliest known map of Monaco (c. 1589)' (blz. 15-18). Mille, Jacques, and Paul Fermon, 'A recently discovered portolan chart: Maybe one of the oldest extant? The Avignon chart' (blz. 19-25). Boothby, Nicola, 'How I Got Into Cartography: Interview with Martijn Storms, Map curator at the Leiden University Library, the Netherlands' (blz. 26-28).

The Portolan 99 (Fall 2017) Informatie: http://www.washmapsociety.org/The-Portolan-Journal. htm Papenfuse, Ed, 'Thomas Holdsworth Poppleton and the Surveyor's Map that Made Baltimore' (blz. 7-36). Mastran, Shelley, 'Early Roads and Settlements in Northern Virginia: A Cartographic Perspective' (blz. 37-48). Kupfer, Carl, and David Buisseret, 'Supersizing Lake Superior on the Jesuit map of ca. 1670' (blz. 49-60). Lockwood, Leigh, 'Did My GPS Wither My Brain?' (blz. 61).

BUBB KUYPER

VEILING BOEKEN met o.a. MANUSCRIPTEN Nederlandse en EN GRAFIEK buitenlandse kartografie, topografie en geschiedenis

29 Mei - 1 Juni 2018

Kijkdagen 24-27 Mei Kenaupark 30 2011 MT Haarlem Inbreng voor tel. 023 5323986 deze veiling fax 023 5323893 mogelijk op e-mail [email protected] maandag t/m catalogus online te raadplegen op vrijdag van www.bubbkuyper.com 9.00-17.00 uur

191 36STE JAARGANG 2017 - 3 Ook gevestigd te Amsterdam Singel 279 1012 WG Amsterdam Geopend: zaterdag 10.30 - 17.30 uur

Cartografisch Antiquariaat

Snelgroeiende collectie antieke landkaarten en topografische prenten 17 en 7 provinciën, stadsplattegronden, rivierkaarten, polderkaarten en wereldkaarten

www.antiekboerderijgraafland.nl

Graafland 71-A, 2964 BK Groot-Ammers Tel. : 0184 – 600926 / Mob. : 06-41245207 Email: [email protected] Twitter: @Antiekeprent Open op zaterdagen van 11.00 tot 17.00u (of op afspraak)