<<

Schaap en scheper

Schaap en scheper

Frits Rosenbaum

Op de grote stille heide Aan het begin van de 20ste eeuw waren er dwaalt de herder eenzaam rond in nog meer dan 30.000 heide- wijl de witgewolde kudde schapen. trouw bewaakt wordt door de hond. Kudden waren er onder andere in Wester- bork, , , Noord- en Zuid Sleen, Een mooi lied, maar heide en herder zijn voor Zweeloo, Aalden, Meppen, Gees, Oos- Drenthe nagenoeg verleden tijd. terhesselen, Nieuwlande, , , Het Drentse heideschaap is haast overal verdwe- , , , , nen en met het schaap ook de scheper. , Havelte, Ruinen, Rolde, Ekehaar, Er zijn nog wel schaapskudden voor toeristen op Grolloo, Schoonloo, Diphoorn, Erm, heidevelden, maar de tijd dat bijna ieder Drents Vlieghuis, Pathuis, Noord- en Zuidbarge, dorp waar heide was, een kudde had, ligt ver Barger-Oosterveld, Witten, Borger, achter ons. Valthe, Odoorn en Exloo.1

Scheper Albert Mones (± 1925) bij de schaaps- kooi. (Gemeentearchief Borger-Odoorn)

12e jaargang - nummer 3 - september 2010 47 Veel dorpen, gehuchten of buurtschappen zat de herder ergens op een steen of bult Een mooie, met heide hadden hun schapen en hun te breien, zijn hond en zijn stok naast zich. oude afbeelding scheper. Er waren schepers die tot 2000 Het was vast een mooi gezicht als ’s avonds van de kudde van Wester- schapen ‘voor de stok’ hadden, zoals dat de kudden terugkwamen en de kooien bork. (Collectie heette. werden opgezocht. Getokkel van scha- B.J. Mensingh) Op dit moment is er in Drenthe nog een penbellen. Diepe, doffe tonen en hogere, aantal schaapskudden met herders, zoals in Dwingeloo, Balloo, Holtinge, Ruinen, , Hijken en Exloo. Veelal vor- men zij een toeristische attractie. In de vorige eeuw heeft de kunstmest, het aanmaken van cultuurgronden en bebos- sing het schaap overbodig gemaakt. Daar- door waren er in de jaren vijftig van de vorige eeuw niet meer dan zo’n vijf- à zes- honderd schapen overgebleven.

De scheper Het zal vroeger een mooi gezicht zijn ge- weest als de scheper, blazend op zijn ko- peren hoorn tegen tienen ’s morgens door het dorp trok om de schapenhouders te waarschuwen dat zij de hokken moesten openzetten. Van alle kanten kwamen de schapen. Ze liepen voor de herder en zijn Drentse herdershond uit langs de schapen- drift naar de heide. De hond zorgde ervoor dat afdwalende of Een Drentse treuzelende schapen weer bij de kudde herder. kwamen. (Collectie Op de heide verspreidde de kudde zich en B.J. Mensingh)

48 Historische Vereniging Carspel Oderen Schaap en scheper

Roelf blijft trouw aan vak en schapen Scheper Roelf is net terug van een begrafenis, als we in zijn huisje aan de Hoofdstraat 55 te Exloo binnenvallen. Hij ontdoet zich net van zijn zondagse broek om zich weer in zijn dagelijkse plunje te hijsen. Die zit hem toch maar het lekkerst. Even later schuifelt hij als een onrustige jongen van 77 jaar op zijn stoel heen en weer, want het liefst zou hij er maar weer met zijn schaapjes op uittrekken. Al 38 jaar dwaalt de herder Roelf Steenbergen eenzaam rond op de grote stille Drentse heide, wijl zijn witgewolde kudde, trouw bewaakt wordt door de hond (Herta). Dat witgewolde is niet helemaal waar, want er loopt een zwarte ram tussen de eerder grijze dan witte dierenmassa. Die heeft scheper Roelf geruild met een collega uit Elp, “en ik ben er een tientje beter op geworden,” voegt hij er guitig knipogend aan toe. Hij is in het vak gekomen, toen zijn vader - na zijn tachtigste levensjaar - de winterse kou moeilijk meer kon trotseren. ’s Zomers trok ‘de ouwe heer’ er nog wel op uit, maar ’s winters nam Roelf het klusje over. Scheper Steenbergen senior had toen nog een goede 200 dieren lopen. Nu heeft zijn zoon er nog 60, die trouw elke middag door hun baas worden ‘uitgelaten’ in de omgeving. De rest van de dag worden ze in een hok opgesloten. Vroeger zijn er rooskleuriger tijden geweest. Toen had vader Steenbergen nog een 3000 schaapkes ‘voor de stok’ lopen, zoals dat in het vakjargon heet. Maar nu raakt het ambacht van scheper hoe langer hoe meer uit de tijd. Maar scheper Roelf loopt nog dapper achter zijn schaapkes aan. Gelukkig helpt zijn zoon - die bij hem inwoont - hem bij het scheren van de dieren, anders werd het werk beslist te zwaar voor de overigens krasse oude baas. Scheper Roelf heeft in al die jaren dat hij er met de kudde op uittrekt wel wat beleefd. Zo was hij eens met zijn vader de schaapjes aan het weiden, toen er een donderbui losbarstte. De bliksem sloeg in te midden van de kudde. Eén van de dieren liet bij die gelegenheid het leven en 21 andere stierven de verstikkingsdood. Volgens de verteller in de zwaveldamp…. Vroeger breiden de herders veel, zo- als dat nog wel blijkt uit een populair liedje van de radio, maar daar is de oude baas mee opgehou- den, want hij kreeg er de kou van te pakken. Hoe het ook allemaal zij, scheper Roelf heeft een oud en mooi beroep, dat hij met het meest denk- bare plezier uitoefent. (Uit: Provinciale Drentsche en Asser Courant, 31 augustus 1958)

heldere klanken klonken door de stille stra- ben. Zijn broek was meestal van manches- ten. Telkens scheidden kleine groepjes ter en zijn schoeisel bestond uit klomp- schapen zich af om hun eigen nachtver- laarzen (stiefelklompen). blijf binnen te gaan.

De kleding Zijn uitrusting Zomers droeg de scheper een pet en ’s De onmisbare schepersstok was voor de winters een muts. Over zijn ouwe jas, herder een teken van zijn waardigheid. droeg hij in de winter soms een afge- Deze stok was ongeveer 180 centimeter dankte overjas van de dominee of de no- lang en had aan het ene einde een gebo- taris. Op zijn rug had hij een tas met zijn gen haak. Aan het andere eind zat een klein ‘brukkien’, een boterham, zijn drinken en hol schopje. De haak diende om de scha- zijn breiwerk. Op de terugweg werd er pen mee te vangen, die jeukverschijnselen soms een gestroopte haas of patrijs in ver- vertoonden of in een veenput of waterkuil voerd. waren terecht gekomen. De haak werd Om zijn middel droeg hij een leren riem dan om de hals van het schaap geslagen waaraan een busje schapensmeer of of om het achterbeen. ruudzalf hing om altijd een geneesmiddel Soms ook wel als ze dik in de wol zaten, tegen de rude (schurft) bij de hand te heb- in de vacht gezet.

12e jaargang - nummer 3 - september 2010 49 Met het schopje werd een kluit aarde ge- Schepers van uiteenlopend slag Willem Eding in worpen naar afdwalende schapen. De De scheper van een grote kudde moest 1928 met zijn schapen op het hond kwam dan in actie om te kijken waar lichamelijk behoorlijk ontwikkeld zijn en stoppelland. het kluitje neerkwam door er dan onmid- kennis van zaken hebben. In dit geval van (Gemeente- dellijk blaffend achteraan te rennen om schapen. Hij had een behoorlijke dagtaak. archief Borger- met een omtrekkende beweging de uit- ’s Morgens ging hij langs de hokken om Odoorn) breker of afdwaler terug te drijven. Liep te kijken of er ook schapen ingesmeerd het schaap niet vlug genoeg dan beet hij moesten worden tegen galligheid, een ze in de achterpoten om het tot spoed aan leverbotziekte, een ziekte die naar Harm te zetten. Tiesing vermeldt, meer dan eens drie- Achter de kiezen had de herder gewoon- kwart van de schaapskudde velde en werd lijk een dikke tabakspruim. Zag hij een toegeschreven aan een te natte bodem en schaap dat jeukerig was, doordat het zich veel regen in het najaar.2 met een achterpoot krabde of naar de jeu- In het veld moesten de plaatsen waar de kende plek beet, dan werd het schaap ‘ge- dieren gevaar liepen gallig te worden, haakt’ en de plek opgezocht door de wol omzeild worden. De scheper moest daar- wat uit elkaar te doen tot de huid zichtbaar om de lage moerassige plekken waar slak- was. Was de aandoening onschuldig dan ken huisden mijden. deed de herder er geen ruudzalf op, maar De larven van de leverbot die galligheid spuugde hij er een behoorlijke hoeveel- veroorzaakten waren parasieten van de heid tabakssap op en wreef dat dan flink uit. slakken.

50 Historische Vereniging Carspel Oderen Schaap en scheper

De kudde van Exloo met Geert Steenbergen door de Zuiderhoofd- de boerschap toebehoorde. straat. Rechts het toenmalige pand van schoenhandel Schutrups en het De kost kreeg de scheper van de boeren, pand van supermarkt Grootjans. De supermarkt is inmiddels maar het aantal etensdagen bij de scha- afgebroken en daar treft u nu het vergrote pand van Schutrups Schoenen Exloo. (Collectie B.J. Mensingh) penhouders hing af van het aantal scha- pen dat deze hield. Daarom werden de De scheper zocht echter niet de oorzaak schapen op gezette tijden geteld. in de slakken, maar in bepaalde planten die op de lage plaatsen groeiden. Al zat hij Schapen tellen feitelijk naast de oorzaak van galligheid, Op de vraag van een inspecteur van de in de praktijk had hij resultaat. veeartsenijkundige dienst aan een scheper De scheper kende ieder schaap, aan de hoeveel schapen een zekere boer in zijn grootte, de kop, de kleur en de gedragin- hok had, zei de herder: “Acht dage.” De gen. De schepers van de grote kudden inspecteur begreep er niets van. “Acht hadden een knechtje. een leerlingherder dage?” De herder vond het kennelijk te die meiher (meeheer) werd genoemd, veel moeite de schapen precies te tellen. medeherder. Het bleef bij de vreemde schatting. Ook De kleinere kudden werden gehoed door toen ze bij een volgende boer kwamen die kinderen of door herders die geestelijk of schapen in het hok had, omdat het daar lichamelijk of door een combinatie van ook ‘niet pluis’ was, antwoordde de her- deze onvolkomenheden niet geschikt wa- der op de vraag hoe groot de kudde van ren voor het boerenwerk. deze boer was: “Zes dage.” De scheper Was de scheper ongetrouwd, dan bracht had kennelijk ook geen zin deze schapen hij de nacht door bij familie of kennissen nauwkeurig te tellen. Toen ging de inspec- of als hij die niet had, bij een vaste boer. teur zelf tellen. De getrouwde scheper bewoonde de Echter in de loop van het gesprek bleek scheperij, een huisje met wat land dat aan de inspecteur al gauw dat de scheper niet

12e jaargang - nummer 3 - september 2010 51 verder kon tellen dan tien. van de scheper. De kudde van De boeren telden hun schapen altijd zelf. De scheper kreeg voor zijn werk een Donderen, e Voor iedere tien schapen kreeg de scheper kleine geldelijke beloning afhankelijk van begin 20 eeuw. (Collectie bij de boer een dag de kost. De eerste boer de grootte van de kudde en de afstand tot B.J. Mensingh) van ‘acht dage’ had dus 80 schapen en de het veld. Verder verdiende hij wat met tweede van ‘zes dage’ had 60 schapen. breien en stropen. Menig konijntje werd Omdat voor de scheper het aantal etens- meegebracht aan het einde van de dag. dagen belangrijk was, telde hij de schapen Ook patrijzen werden gevangen in strik- met dagen. ken van paardenhaar. Als de jachtop- ziener of de politie al te dicht bij kwam en Inkomen en bijverdiensten van de de rugzak geen veilige bergplaats meer scheper was, werd het wild onder de buik van een De scheper mocht zelf ook schapen hou- schaap gebonden. Liep dat schaap midden den, die dan bij de boeren werden gestald in de kudde en daar zorgde scheper wel in evenredige verhouding tot hun eigen voor, was ontdekking vrijwel uitgesloten. schapen. Als de schapen niet naar het veld Op veel plaatsen verdiende de scheper konden bij slecht weer of korte dagen, ook nog een stuiver bij met de verkoop kregen de schapen van de scheper wat van overtollige schapen. Bij het schaap- rogge en hooi van de boer. De getrouwde scheren had hij de leiding en zorgde dat scheper die in de scheperij woonde en de drankfles rondging. daar ook schapen hield, kreeg voor die De scheper had, behalve de schapen te schapen jaarlijks een bepaalde hoeveel- hoeden, ook de plicht de schapen schoon heid rogge. De boeren moesten het land te houden, dat wil zeggen vrij van schurft dat bij de scheperij hoorde, bemesten en en ongemak. De smeerseltjes hiervoor bewerken. moest hij zelf betalen. Hij gebruikte onder Als de gewassen van het land waren werd andere creoline, vaak onverdund. In sche- de kudde een paar nachten achter elkaar perstaal werd het ‘karoline’ genoemd. onder toezicht van de scheper op het land Dat de scheper de kudden moest schoon- gedreven tussen de zogenaamde schapen- houden en de kosten daarvoor zelf moest hekken en door hun aanwezigheid bemest- dragen, was een heel wijze bepaling. Als ten ze op een natuurlijke wijze de akker hij de allereerste verschijnselen van schurft

52 Historische Vereniging Carspel Oderen Schaap en scheper

Een schepers- familie uit Exloo; Op deze foto uit 1928 staan v.l.n.r.: Warmold Warringa, Roelof Eding, Gesina Eding-Sanders, Greetje Hidding, Tinie Eding, Coba Jager, Jans Eding en Willem Eding (18-jarige schaapherder) (Gemeentearchief Borger-Odoorn)

verwaarloosde en niets deed, breidde de ten in de boomgaard of weide worden ziekte zich uit en werden meer schapen het gelaten. slachtoffer, zodat het hem veel smeer en Ophokken betekende hooi en gras voeren moeite kostte om de schapen weer schoon en in de boomgaard en weide vraten de te krijgen. En elke scheper met een beetje schapen gras dat bestemd was voor de eergevoel, wilde zijn kudde schoon heb- kalveren en het melkvee. En dat stond veel ben. boeren niet aan. Bovendien kon de veeartsenijkundige De scheper werd daarom goed achter de dienst op ongezette tijden komen om de broek gezeten en boeren hielpen hem met kudde op schurft te inspecteren. Als er dan de behandeling van de schurftige beesten. schurft werd gevonden, werd zo’n kudde Schurftige schapen kostten geld. besmet verklaard en werden er door de Vooral als er een schapenmarkt aanstaan- burgemeester maatregelen genomen om de was moest er handelend worden opge- verspreiding van de ziekte te voorkomen. treden, want dan kwamen kooplieden de Een maatregel was dat een besmette kudde schapen opkopen. langs de kortste weg van de hokken naar Waren de kudden besmet, dan mocht er de heide moest trekken. Ook mochten de niet verkocht worden. Als dat wel stiekem schapen van de kudde niet worden ver- gebeurde was de prijs voor het schaap kocht. natuurlijk aanzienlijk lager. Deze maatregelen werden verscherpt als bij heronderzoek bleek dat de scheper Getuigschrift zich niet inspande om de schurft de baas Behalve de wettelijke maatregelen die de te worden. Dan moesten de aangetaste die- burgemeester moest toepassen op advies ren van de anderen worden gescheiden en van de veeartsenijkundige dienst, bestond mochten niet mee het veld in. Ze moesten er ook nog een andere heel doeltreffend worden opgehokt in de boerderij of moes- middel om de scheper aan te zetten tot het

12e jaargang - nummer 3 - september 2010 53 De schaaps- kudde gaat op weg. Een ansichtkaart van de kudde, op vermoedelijk de Zuider- hoofdstraat, rond 1925. (Gemeente- archief Borger- Odoorn)

nakomen van zijn plicht. In een met een puntig mes gemaakte ope- Hij die de kudde vrij wist te houden van ning bij het oor of aan de onderhals werd schurft kreeg een getuigschrift. Dat was een stukje wrangwortel onder de huid een hele eer voor de herder en van grote gebracht. Hierdoor ontstond er een gro- waarde bij het ‘solliciteren’ naar een an- tere zwelling en de kwade sappen door de dere kudde. wrangwortel aangetrokken, liepen er uit. Op zo’n getuigschrift was de herder zui- Ook liet men de zaak wel aan zichzelf over. nig en het werd zorgvuldig bewaard, al Dan zweerde de wrangwortel eruit. konden de meeste herders niet lezen. Sommige schepers konden ook ‘bezetten’ waardoor zij kreupelheid en ziekten tracht- Wat schepers allemaal konden ten te genezen. Was het bijgeloof of zat er Schepers waren in het bezit van recepten wel degelijk wat in deze vorm van magne- tegen allerhande kwalen, die bij schapen tisme? konden voorkomen. Ze deden daar zeer Er waren soms wel positieve resultaten. geheimzinnig mee. In de herfst naaiden de schepers bij de Schepers schroomden ook niet om jonge schapen die ze niet gedekt wilden hebben rammen te castreren, zetten gebroken een lapje voor de geslachtsdelen om de poten en deden zelfs hersenoperaties bij paring te beletten. schapen, die leden aan draaiziekte. Ze In de lange winteravonden waren sche- verwijderden operatief de blaasworm die pers ware knutselaars. Ze maakten bijen- deze ziekte veroorzaakte. korven, smeerpotjes voor ruudzalf van Tegen ontstekingen gebruikten ze een een koehoorn, maar ook allerlei huishou- smeersel waarin een adder was verwerkt. delijke voorwerpen zoals haver- en aard- Om het smeersel te bereiden moest een appelbakjes. adder levend worden gevangen en in een fles gewerkt die volgegoten werd met olie ‘Ik mag het neet zeggen’ en dan gekurkt. Het beest stikte, de fles Ergens in de provincie was er onder de werd op een zonnig plekje gezet en het schapen slimmerude (kopschurft) uitge- smeersel was klaar als de adder geheel was broken. Rude, gewone schurft, wol- vergaan. schurft, kreeg een scheper gemakkelijk Een ander middel was het steken van een onder controle, maar slimmerude was veel wrangwortel, de wortelstok van een moeilijker te genezen. Slimmerude zit in Helleboris. de behaarde, onbewolde huid van kop en

54 Historische Vereniging Carspel Oderen Schaap en scheper

poten, maar ook aan bek, oren en ogen vroeg de scheper hoe hij dat had klaarge- kwam ze voor. speeld. De slimmerude bij de kudde van de sche- “Dat mag ik neet zeggen,” was het ant- per was gekomen door de aankoop van woord, want het is een middel van de oude schapen uit een naburig dorp met een scheper, en die hef mij zegd dat ik het neet kleine kudde. Door de kleine kudde kon- vertellen mag.” den ze daar geen goede scheper betalen. Dat vond de inspecteur heel jammer, want Na een week of zes kwam het bericht van als hij het middel kende, kon hij andere de eigenaren van de kudde dat naar de schepers van kudden die met slimmerude mening van de scheper de slimmerude te maken hadden ook helpen. ”Jao me- over was. Opmerkelijk, omdat kopschurft neer, dat is zo, maor ik mag het neet zeg- soms wel een maand of drie kan duren. gen.” Bij het volgende hok was er ook een In gezelschap van de scheper ging de gunstig resultaat. Scheper Jan veeartsenijkundige dienst inspecteren. De inspecteur vond het reuze knap werk Eding (1978) Geen korstje, geen puistje werd er meer van de nog jonge scheper. “’t Is toch jam- voor de schaapskooi. gevonden en alle koppen en poten waren mer dat je het niet mag zeggen,” zei de in- (Gemeentearchief volkomen glad. specteur toen ze het derde hok waar ook Borger-Odoorn) De inspecteur vond dat knap werk en alles ‘ontsmet’(hersteld) was, verlieten. De scheper zei niets. Opeens maakte hij de knopen van zijn blauwe buis los, haalde een oud zakboekje met gekrulde hoeken te voorschijn, opende het en ging toen voor de inspecteur staan en zei: “Meneer mag het wel lezen.” Hij had als echte Drent zijn woord gehou- den en was de inspecteur toch ter wille. Wat het middel was? Een smeersel van spekvet, spiekolie (oleum spica venta) en bloem van zwavel. Volgens de inspecteur een goed middel, mits het met zorg wordt toegepast.3

Literatuur K.v.d. Kley, Het Drentse volkskarakter, blz.46 e.v. Henk Vonk, Drenthe in Grootvaderstijd, Schaapherder. W. ten Hoopen, De Drentse scheper.

Noten 1 De lijst is niet volledig. (redactie) 2 Drents Woordenboek, Hadderingh, blz. 95 3 Vrij weergegeven naar W. ten Hoopen

12e jaargang - nummer 3 - september 2010 55