MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs

Het I/O-gebouw van de Hogeschool van en Nijmegen

Colofon

Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Hoger beroepsonderwijs Datum: 7-7-2016 Status: Definitief Kenmerk: 2016/WW/157002 Locatie: Utrecht Contactpersoon: Wouter Wienk Ondersteunend adviesbureau: Arcadis Nederland BV

Inhoud

Samenvatting ...... 1

Inleiding ...... 4

Hoofdstuk 1. Overzicht ontwikkeling energieverbruik ...... 4

Hoofdstuk 2. Verklaring verandering energieverbruik ...... 5

Hoofdstuk 3. Spiegeling aan het MJP ...... 6

Hoofdstuk 4. Resultaten per pijler ...... 6

Hoofdstuk 5. Tabellen ...... 9

Databaseversie d.d.: 02-06-2016 16:24 Samenvatting

Kerngegevens

Sectorgegevens Hoger beroepsonderwijs Aantal MJA-deelnemers in 2015 31 Aantal beschouwde bedrijven voor 2015 in dit rapport 31 Aantal toetreders in 2015 0 Aantal uittreders in 2015 0 Werkelijk energieverbruik 2015 (TJ) 1.903

Effecten van maatregelen 2015 t.o.v. 2014 2015 t.o.v. 2005 Procesefficiencyverbetering 2,0% 13,5% Besparing in de keten [TJ] 15,8 33,5 Duurzame energie [TJ] -45,0 1.138

Resultaten

Energieverbruik

Het totale werkelijke energieverbruik van de sector bedroeg 1.903 TJ in 2015. Dit is ongeveer 0,6% hoger dan in 2014. Hieronder wordt ingegaan op het energieverbruik van 2015 in relatie tot dat van 2014. In 2015 is er voor 38,3 TJ aan besparende maatregelen uitgevoerd. Daarentegen ontstond er een toename van het energiegebruik door de toename van het BVO. Dit gaf een stijging van 113,9 TJ. Door weersomstandigheden steeg het energieverbruik met 60,6 TJ, terwijl door overige invloedsfactoren het energieverbruik daalde met 65,0 TJ. De restpost onverklaard gaf een besparing van 65,9 TJ te zien.

Uitvoering van het meerjarenplan van de sector

In het meerjarenplan (MJP) heeft de sector toegezegd maatregelen te treffen die in 2016 tot een jaarlijkse besparing van 470 TJ leiden. Na drie jaar bedraagt het jaarlijkse effect van maatregelen 335 TJ. Hiermee is 71% van de MJP-doelstelling gerealiseerd.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 1 van 11 Energiebesparing in het proces

Procesmaatregelen in 2015 hebben een besparing van 38,3 TJ opgeleverd. De belangrijkste (top 10) procesmaatregelen zijn (absolute besparing):

Energiebesparing Deelnemer Maatregel [TJ] Hogeschool Arnhem en Aantal m2 bvo per student van 4,9 naar 4,5 5,00 Nijmegen De Haagse Hogeschool Stroomoptimalisatie en spanningsverlaging Optivolt 4,40 Hoofdvestiging MP lb Optimalisatie lokalen, gangen en kantoren Hogeschool Rotterdam 3,91 verlichting TL5 ipv TLD Hogeschool Edith Stein / OCT Afstoten villa 2,27 MP lb vervangen aluminium kozijnen van dubbelglas Hogeschool Rotterdam 2,11 naar HR++ en therm onderbroken Saxion Hogeschool Enschede Gebouwbeheersysteem 2,03 Metioviva climate weersvoorspellende klimaat Hogeschool Zuyd 2,01 regeling 2015 Hogeschool Arnhem en Powermanagement PC's HAN Breed 1,78 Nijmegen Hogeschool Utrecht Power management op PC's 1,51 Hogeschool Utrecht P97.2015_03 Nader onderzoek LED verlichting luifel 1,25 Marnix Academie Utrecht Optimalisatie klimaatsysteem 2015 1,09

De top-10-lijst van hogescholen maar nu op basis van relatieve besparing ten opzichte van het energieverbruik:

Relatieve besparing in % tov Energiegebruik Energiebesparing Deelnemer 2014 [TJ] Hogeschool Edith Stein / OCT 62,2% 2,3 Marnix academie Utrecht 13,1% 1,1 Hogeschool Van Hall Larenstein 7,8% 0,8 (locatie Velp) Rotterdam 7,7% 1,1 Hogeschool Zeeland 7,5% 1,5 HAN 6,0% 7,3 De Haagse Hogeschool 4,7% 4,4 Hogeschool Rotterdam 4,6% 7,1 Saxion Deventer 3,6% 1,1 Saxion Enschede 3,6% 2,0

Energiebesparing in de keten

Ketenmaatregelen hebben in 2015 een totale besparing van 33,5 TJ opgeleverd. De belangrijkste ketenmaatregelen zijn:

 Optimaliseren woon- werk en zakelijk vervoer personeel;  Papierbesparing door digitalisering;  Warmte afnemen uit een WKK.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 2 van 11 Inzet duurzame energie

De totale inzet van duurzame energie in de sector bedraagt 1.138 TJ in 2015. De belangrijkste duurzame-energiemaatregelen zijn:  Inkoop groene stroom;  Daarnaast worden de inzet van biomassa, omgevingswarmte, zonnestroom en zonnewarmte genoemd.

Terug- en vooruitblik

 Voor de jaarlijks door Studenten voor Morgen uit te reiken Sustainabul, hebben in 2015 acht hogescholen zich in de strijd geworpen. De Hogeschool Utrecht is na de Universiteit van Wageningen op de tweede plaats geëindigd. Ook in 2016 hebben de hogescholen zich weer ingeschreven.

 De hogescholen zijn druk bezig met het opstellen van hun Energie Efficiëntie Plannen (EEP’s) voor de komende periode 2017-2020. Om hier invulling aan te geven worden de instellingen ondersteund door de RVO.nl. Zo is o.a. een goed bezochte ‘startdag’ georganiseerd en een tiental themabijeenkomsten begeleid waarbij is ingegaan op de praktische uitvoering van diverse maatregelen. Hierop aansluitend de vraag; wat te doen na 2020?. Wat worden de internationale, nationale, regionale en hbo ambities voor 2050? In 2016-2017 zal de discussie hierover worden gestart.

 De instroom in de hbo-bachelor en ad-opleidingen is in het studiejaar 2015-2016 met 8,6% gedaald. Vermoedens bestaan over de oorzaak, namelijk het effect van de eerder opgetreden boeggolf na de aankondiging van het nieuwe studievoorschot, de daadwerkelijke invoering van het studievoorschot en de strengere toelatingseisen bij de pabo-opleidingen. De onzekerheid in de ontwikkeling van de studentenaantallen kunnen ertoe leiden dat hogescholen voorzichtig zijn met investeringen, waaronder investeringen op het gebied van duurzaamheid.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 3 van 11 Inleiding

Dit rapport bevat de resultaten van uw sector in het kader van het MJA3-convenant. De grafieken in hoofdstuk 2 tot en met 5 geven u overzichten van:

 De ontwikkeling van het energieverbruik van uw sector vanaf 2009.  De verklaring van de verandering in energieverbruik ten opzichte van vorig jaar.  De spiegeling ten opzichte van het meerjarenplan (MJP) 2013-2016 van uw sector.  De ontwikkeling van het effect van de PE-, KE- en DE-maatregelen vanaf 2009, waarbij alle relevante gegevens vanaf 2005 zijn meegenomen.

Hoofdstuk 6 geeft de achterliggende informatie weer in tabellen.

Dit sectorrapport is opgesteld op basis van de door bedrijven aangeleverde gegevens in het kader van de jaarlijkse MJA-monitoring. De berekeningen in dit rapport zijn gebaseerd op de methodiek energie-efficiency zoals die is afgesproken in het MJA3-convenant. Details over de methodiek kunt u vinden in de Handreiking Monitoring op de website van RVO.nl.

De NHTV te Breda is officieel in 2015 uitgetreden, maar heeft geen cijfers meer aangeleverd over het jaar 2014. Alle cijfers over 2014 zijn dus zonder de cijfers van de NHTV.

Hoofdstuk 1. Overzicht ontwikkeling energieverbruik

Grafiek 1 laat het jaarlijkse energieverbruik van de deelnemende hogescholen vanaf 2009 zien.

Jaarlijks primaire-energieverbruik

Elektriciteitsverbruik Aardgasverbruik Verbruik overige brandstoffen Warmteverbruik

2.500

2.000

1.500

1.000 Energieverbruik Energieverbruik [TJprimair]

500

0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Grafiek 1: Verloop van het jaarlijks primaire energiegebruik van de deelnemende hogescholen

De sprong tussen 2010 en 2011 komt door de wijziging van het aantal deelnemers. Vanaf 2011-2013 doen er 32 instellingen mee, vanaf 2014 doen er 31 instellingen mee.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 4 van 11

Hoofdstuk 2. Verklaring verandering energieverbruik

Grafiek 2 geeft aan in welke mate verschillende factoren de verandering in het energieverbruik tussen het verslagjaar en het jaar daarvóór verklaren.

Verklaring verandering energieverbruik 2015 t.o.v. 2014

2.500

2.000

4

9

9

,

,

,

3

4

,

65

-

4

0

,

,

38

113 -

1.500 -

903

898

.

.

1

1

effect -

Energie Energie [TJprimair] 1.000

maatregelen

-

Energieverbruik 2015

2014 Energieverbruik

Overige invloedsfactoren (besparend)

Onverklaard (besparend)

Volume (verhogend)

PE (besparend) 500

0

Grafiek 1. Verklaring verandering energiegebruik 2014 - 2015.

In tabel 5 op pagina 11 staat de bijdrage van iedere deelnemer aan het sectorresultaat beschreven.

Toelichting: PE-maatregelen: Proces efficiency maatregelen hebben een besparend effect tot doel (het relatieve energieverbruik wordt minder). Het zijn maatregelen aan gebouwen of aan installaties. Volume-effect: Het volume effect geeft het energiegebruik weer dat door verandering van het bruto vloer oppervlak (BVO), de prestatiemaat, wordt veroorzaakt. Het volume effect is verhogend als het BVO toeneemt en besparend als het BVO afneemt tov voorgaande jaar. Overige invloedsfactoren: Overige invloedsfactoren bestaat uit de weersinvloed en de optelsom van alle andere invloedsfactoren die in de sector zijn gerapporteerd, zoals kapotte installaties, lagere/kortere bedrijfstijden, etc. ten opzichte van vorig jaar. Deze optelsom kan uiteindelijk besparend of ontsparend zijn. In 2015 was de gerapporteerde weersinvloed 60,64 TJ ontsparend, overige invloeden waren juist 65,05 TJ besparend. Onverklaard: Onverklaard is de restpost. Deze restpost is besparend wanneer het berekende energieverbruik in het monitoringjaar hoger is dan het werkelijke energieverbruik. De restpost is ontsparend wanneer het berekende energieverbruik lager is dan het werkelijke energieverbruik. Hoe kleiner de restpost, des te beter het werkelijke energieverbruik in de sector is verklaard. In 2015 is de post onverklaard besparend, d.w.z. dat er meer energiebesparende maatregelen of effecten zijn geweest dan er gerapporteerd zijn.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 5 van 11 Hoofdstuk 3. Spiegeling aan het MJP

Grafiek 3 geeft de jaarlijkse ontwikkeling aan van het effect van de getroffen EEP-maatregelen binnen de sector ten opzichte van 2012, het jaar voorafgaand aan de beschouwde EEP- periode. De horizontale lijn is de MJP-doelstelling (23,4%) voor 2016 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.

Grafiek 2. Resultaat versus MJP doelstelling.

In 2015 is het voortschrijdend resultaat gelijk gebleven op 75% van de MJP doelstelling.

De MJA3 kent drie pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Uitsplitsing van de resultaten naar de 3 verschillende pijlers levert onderstaande grafiek (grafiek 4) op. Ook hier worden de jaarlijkse cijfers gepresenteerd ten opzichte van 2012.

Voortschrijdend resultaat per pijler Procesefficiency Ketenefficiency Duurzame energie 16,0%

14,0%

12,0%

10,0%

8,0%

6,0%

4,0%

Aandeel Aandeel vanenergieverbruik 2,0%

0,0% 2013 2014 2015 2016

Grafiek 3. Resultaat per pijler.

Het stagneren van het resultaat wordt vooral veroorzaakt door het lagere percentage inkoop duurzame energie, zie ook grafiek 7, blz.8.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 6 van 11 Resultaten per pijler Het MJA3-convenant kent 3 pijlers: procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. De grafieken geven de jaarlijkse effecten per pijler vanaf 2009 weer, met de kanttekening dat alle relevante gegevens vanaf 2005 in berekeningen van de resultaten zijn verwerkt. Deze resultaten zijn aangegeven als percentage van het energieverbruik van de sector. De voortgang van de sector is de som van PE, KE en DE. In 2015 is de voortgang 75% t.o.v. 2005. Dit is voor het grootste gedeelte toe te schrijven aan de inkoop van “groene” energie (59,7%).

PE-maatregelen (cumulatief berekend vanaf 2006) 16,0% 14,0% 12,0% 10,0%

8,0%

besparing -

PE 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Grafiek 4. Cumulatief effect PE maatregelen 2005-2015, 13,5%

KE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) Productieketen Productketen 2,0% 1,8% 1,6% 1,4% 1,2%

1,0% besparing - 0,8%

KE 0,6% 0,4% 0,2% 0,0% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Grafiek 5. Jaarlijks effect ketenmaatregelen tov 2005, 2015 1,7% tov 2005.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 7 van 11 DE-maatregelen (jaarlijks effect ten opzichte van 2005) Inkoop Opwekking 70,0%

60,0%

50,0%

40,0%

30,0%

Aandeel Aandeel DE 20,0%

10,0%

0,0% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Grafiek 7: Jaarlijks effect duurzame energie maatregelen tov 2005, 2015 59,7% tov 2005.

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 8 van 11 Hoofdstuk 4. Tabellen

Tabel 1 hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf 2009. Tabel 2 geeft een overzicht van het effect van geplande en gerealiseerde maatregelen op jaarbasis ten opzichte van het verwacht eindresultaat uit het MJP. Beide tabellen zijn tov 2012. Er is daarbij niet gecorrigeerd voor gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld het productieniveau). Alle waarden in tabel 1 en 2 zijn in TJ primair per jaar. Tabel 3 geeft het verloop van het bruto vloeroppervlak weer. De NHTV is in 2014 uit het convenant getreden. Om het verloop van het vloeroppervlak te volgen is voor 2013 ook aangegeven wat het vloeroppervlak was zonder NHTV, slechts ter indicatie. Tabel 4 geeft een overzicht van alle bedrijven die vanaf 2005 hebben gerapporteerd. Van deze bedrijven zijn alle beschikbare cijfers vanaf 2005 tot en met 2015 in het sectorrapport verwerkt. In de derde kolom is per bedrijf aangegeven of de gegevens over 2015 in dit rapport zijn meegenomen. Tabel 5 geeft de individuele bijdrage aan van iedere deelnemer aan het sectorresultaat. Nieuw aan de tabel is de kolom PE besparing in % tov 2014.

Tabel 1 Energie- en besparingscijfers. Resultaten per jaar [TJ] 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Werkelijk energieverbruik 974 1.401 1.945 2.007 2.094 1.893 1.903 Besparing door PE-maatregelen 9 24 61 24 58 56 38 KE-besparing in de productieketen 0 0 0 2 32 16 29 KE-besparing in de productketen 3 3 6 5 0 1 4 Inkoop van duurzame energie 357 604 795 962 1.111 1.168 1.118 Opwekking van duurzame energie 1 5 5 18 23 15 20

Tabel 2 Effecten van uitgevoerde maatregelen in 2015. Effect [TJ] ten opzichte van 2012 Categorie Subcategorie Verwacht eindresultaat Gerealiseerd jaarlijks in 2016 (MJP) effect t/m verslagjaar Procesmaatregelen 66,0 36,5 Installaties en gebouwen 73,2 70,5 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 31,5 38,0

Strategische projecten 12,2 6,5 Subtotaal procesefficiency 183,0 151,6 Maatregelen in de productieketen 26,4 27,2 Ketenefficiency Maatregelen in de productketen 29,1 -1,1 Subtotaal ketenefficiency 55,5 26,0 Inkoop van duurzame energie 214,2 211,8 Duurzame energie Opwekking van duurzame energie 17,3 1,5 Subtotaal duurzame energie 231,5 213,3 Totaal 470,0 335,2

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 9 van 11 Tabel 3 Verloop bruto vloeroppervlak

2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016

Bruto vloer oppervlak [m2] 1.075.800 1.442.114 2.064.714 2.066.772 2.155.818 2.132.943 2.248.382 2.114.877* * exclusief NHTV

Tabel 4 Deelnemende bedrijven binnen de sector inclusief (historische) uittreders. Status in Meegenomen Bedrijfsnaam Toelichting 2015 in 2015? ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Deelnemer Ja Avans Hogeschool Deelnemer Ja Christelijke Hogeschool Ede Deelnemer Ja Christelijke Hogeschool Windesheim Deelnemer Ja Codarts Hogeschool voor de Kunsten Deelnemer Ja De Haagse Hogeschool Hoofdvestiging Deelnemer Ja Driestar Educatief (locatie Gouda) Deelnemer Ja Fontys Hogescholen Deelnemer Ja Deelnemer Ja Hanzehogeschool Groningen Deelnemer Ja HAS hogeschool Deelnemer Ja Hogeschool Arnhem en Nijmegen Deelnemer Ja Hogeschool De Kempel Deelnemer Ja Hogeschool Edith Stein / Deelnemer Ja Onderdeel van Saxion OCT Hogeschool Inholland Deelnemer Ja Totaal 6 vestigingen Hogeschool Leiden (Leiden) Deelnemer Ja Excl. Pabo Thomas Moore Hogeschool Rotterdam Deelnemer Ja Hogeschool Utrecht Deelnemer Ja Hogeschool Van Hall-Larenstein (locatie Deelnemer Ja ) Hogeschool Van Hall-Larenstein (locatie Deelnemer Ja Velp) Hogeschool Zeeland Deelnemer Ja Hogeschool Zuyd Deelnemer Ja Deelnemer Ja Marnix Academie Utrecht Deelnemer Ja Saxion Hogeschool Deventer Deelnemer Ja Saxion Hogeschool Deelnemer Ja Enschede Stenden Hogeschool Deelnemer Ja Stenden Hogeschool Emmen Deelnemer Ja Stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Deelnemer Ja Stichting Deelnemer Ja VIAA Gereformeerde Hogeschool Deelnemer Ja

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 10 van 11 Tabel 5: Overzicht bijdrage individuele deelnemer aan sectorresultaat

PE Volume- Weers- Andere E 2014 PE Onverklaard Bespar Bedrijfsnaam effect invloed invloeden E 2015 [TJ] [TJ] [TJ] [TJ] ing % [TJ] [TJ] [TJ] tov E 2014 ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten 41,4 0,5 -0,2 1,645 -0,1 -0,2% 42,2 1,2% Avans Hogeschool 118,8 1,3 3 1,5 1,2% 124,6 0,0% Christelijke Hogeschool Ede 12,5 0,3 3,2 0,284 -1,9 -13,5% 13,8 2,4% Christelijke Hogeschool 79,5 0,2 -0,2 3,633 -8,2 -11,1% 74,5 0,3% Windesheim / Facilitair Bedrijf Codarts Hogeschool voor de 14,3 1,1 -1,9 0,426 1,19 1,2 8,2% 14,1 7,7% Kunsten De Haagse Hogeschool 94,6 4,4 0,0 3,115 2,56 0,2 0,2% 96,1 4,7% Driestar Educatief 7,6 0,1 0,0 0,234 0,25 0,2 1,8% 8,2 1,3% Fontys Hogescholen 182,4 0,1 41,2 5,827 -31,95 -10,9 -5,9% 186,5 0,1% Gerrit Rietveld Academie 13,9 0,2 0,0 0,692 0,44 -0,1 -0,4% 14,8 1,4% Hanzehogeschool Groningen 122,8 0,0 0,0 3,333 -3,5 -2,9% 122,6 0,0% HAS hogeschool 20,6 0,8 1,033 0,27 0,6 2,6% 23,4 0,0% Hogeschool Arnhem en Nijmegen 120,7 7,3 13,8 4,598 -7,8 -6,3% 124,1 6,0% Hogeschool De Kempel 4,5 0,0 0,26 0,54 0,1 1,5% 5,4 0,0% Hogeschool Edith Stein / OCT* 3,7 2,3 -3,7 0,082 4,85 -1,2 -84,9% 1,4 62,2% Hogeschool Inholland 115,9 0,1 12,6 3,598 -13,7 2,3 1,9% 120,6 0,1% Hogeschool Leiden 32,4 0,0 0,877 -0,2 -0,5% 33,1 0,0% Hogeschool Rotterdam 153,9 7,1 2,0 5,541 0,1 0,1% 154,4 4,6% Hogeschool Utrecht 144,3 4,7 -12,9 5,229 6,44 -3,5 -2,6% 134,8 3,3% Hogeschool Van Hall-Larenstein 22,9 0,0 -0,6 0,691 -3 -0,6 -3,2% 19,4 0,0% Hogeschool Van Hall-Larenstein 10,3 0,8 0,0 0,548 0,6 5,6% 10,7 7,8% (locatie Velp) Hogeschool Zeeland 20,0 1,5 0,0 1,083 -0,2 -1,0% 19,5 7,5% Hogeschool Zuyd 85,3 2,6 -1,6 4,268 2,7 3,1% 88,2 3,0% Hotelschool The Hague 44,7 0,0 1,308 -6,6 -16,6% 39,4 0,0% Marnix Academie Utrecht 8,4 1,1 0,0 0,234 1,0 11,5% 8,5 13,1% Saxion Hogeschool Deventer 30,7 1,1 0,0 1,352 1,9 5,7% 32,8 3,6% Saxion Hogeschool Enschede 56,2 2,0 7,4 2,622 -5,4 -9,2% 58,8 3,6% Stenden Hogeschool 34,1 2,2 -1,311 -0,5 -1,6% 34,4 0,0% Stenden Hogeschool Emmen 13,3 3,8 -0,632 0,45 -3,4 -25,5% 13,4 0,0% Stichting Amsterdamse 43,4 0,9 -0,5 1,184 0,8 1,7% 44,0 2,1% Hogeschool voor de Kunsten Stichting Hogeschool van 236,7 47,1 5,213 -33,39 -24,6 -10,6% 231,0 0,0% Amsterdam VIAA Gereformeerde Hogeschool 8,2 0,0 0,671 0,0 -0,5% 8,8 0,0% Totaal 1899,0 -38,6 113,9 60,64 -65,05 -65,9 1903,4 Een negatief getal is besparend *Edith Stein is afstoten van de oude villa. ***

| Definitief | MJA-Sectorrapport 2015 Hoger beroepsonderwijs | Pagina 11 van 11