Feiten of framing? Een vergelijkende berichtanalyse naar de manier waarop (conflict)frames binnen berichtgeving over de Koerdische Kwestie aanwezig zijn

Megan S. van den Ende (5636078) Bacheloreindwerkstuk Nederlandse Taal en Cultuur NE3VD11017 Afdeling: Taalbeheersing Begeleider: Dhr. Dr. W. M. Mak Tweede beoordelaar: Dhr. Dr. I. O. de Vries Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht blok 4 19 juli 2018 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Samenvatting

De manier waarop een gebeurtenis of situatie in het nieuws wordt gepresenteerd door middel van framing kan een grote invloed hebben op de manier waarop de lezer tegen de besproken situatie aankijkt. De specifieke framing van een gebeurtenis binnen een nieuwsbericht heeft hiermee invloed op de publieke opinie. De Koerdische kwestie is een ingewikkelde conflictkwestie die al jaren speelt en waarin verschillende sociale actoren actief zijn, waarvan de Turkse en Koerdische partij de belangrijkste zijn. Van dit conflict is goed voor te stellen dat er geframed wordt binnen berichtgeving over gebeurtenissen die onderdeel zijn van deze kwestie.

Dimitrova en Strömbäck (2005) kwamen tot de conclusie dat er een tekort is aan onderzoek dat vergelijkt hoe media van verschillende landen een oorlog bespreken. Dit onderzoek heeft daarom als doel te analyseren op welke manier er sprake is van framing binnen berichtgeving omtrent een conflict. Dit wordt gedaan aan de hand van een casus, namelijk berichtgeving over de Koerdische kwestie in de volgende nieuwsbronnen: het Nederlandse de Volkskrant, het Koerdische Rudaw en het Turkse Hürriyet. Om het onderzoek verder af te bakenen is ervoor gekozen berichtgeving omtrent Operatie Olijftak, de situatie in Noord-Syrië, nader te bestuderen. Deze tijdsperiode loopt van januari tot en met mei 2018. Allereerst is de definitie van framing, discourse en sociale actoren besproken (Entman, 1993; Fairclough, 2003). Vervolgens werd eerder (conflict)framingonderzoek uiteengezet en een inventarisatie van (conflict)frames opgesteld waarbij gekeken werd of er sprake was van overlappende frames en of de inventarisatie compleet was. Tot slot is de geschiedenis van de Koerdische kwestie vanuit twee perspectieven beschreven, namelijk de Turkse en Koerdische.

Het literatuuronderzoek leidde uiteindelijk tot de volgende hoofdvraag: ‘‘Op welke manier is er in de berichtgeving over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie sprake van framing?” Hierop aanvullend zijn de volgende deelvragen opgesteld: ‘Welke vormen van framing bestaan binnen de literatuur?’, ‘Welke frames worden binnen het corpus gebruikt?’ en ‘Wat zijn de verschillen in de berichtgeving tussen de partijen als het gaat om framing?’ Om een antwoord te kunnen formuleren op de hoofdvraag is ten eerste een inventarisatie van frames opgesteld die aan de hand van de casus, de situatie in Noord-Syrië, is getest. Het corpus bestond uit negentien artikelen afkomstig uit de Volkskrant, dertig artikelen van Rudaw en dertig artikelen gepubliceerd door Hürriyet. Vervolgens is aan de hand van zeven relevant geachte frames onderzocht op welke manier deze aanwezig waren binnen de teksten en hoe de uiting hiervan per nieuwsbron verschilde.

Uit de resultaten bleek dat zes van de zeven frames duidelijk aanwezig waren binnen het corpus, maar dat de invulling van het frame per nieuwsbron niet altijd met elkaar overeenkwam. Dit leidde tot de conclusie dat framing in berichtgeving over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie per nieuwsbron een zekere mate van verschil toonde. Dit komt overeen met eerder onderzoek naar framing binnen berichtgeving over een conflictsituatie. Opvallend is dat Rudaw en de Volkskrant veel overeenkomsten met elkaar vertoonden en Hürriyet hier bijna lijnrecht tegenover stond. De zes duidelijk aanwezige frames waren het conflict

1 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

frame, het human interest frame, het consequences frame, het responsibility frame, het strategic victimization frame en het we, they and ‘the other’ frame. Het zevende frame, genaamd het undefined peace frame, kwam enkel in Hürriyet duidelijk voor. Wanneer het anti-war protest frame ook tot het undefined peace frame gerekend wordt kan gesteld worden dat alle zeven frames binnen de berichtgeving aanwezig zijn. Ook bleek tijdens de analyse dat er geen gemis van frames was. Er was geen stuk binnen het corpus waarvan gedacht werd dat er van framing sprake was maar dat er geen frame was waaraan dit te koppelen was. De inventarisatie van frames was dus compleet. Daarnaast werd er een verband gevonden tussen het responsibility frame, het strategic victimization frame, het human interest frame en het we, they and ‘the other’ frame. Uit dit verband werd duidelijk dat de partij die zichzelf als ‘wij’ en slachtoffer van het conflict neerzet de ander als ‘zij’ en verantwoordelijke portretteert. Hierbij wordt de humanitaire en emotionele nadruk gelegd op de beschrijving van de eigen partij en niet op de andere betrokken sociale actor. Wanneer men weet vanuit welk perspectief de tekst geschreven is kan deze aan de hand van dit gevonden verband de invulling van de andere frames binnen de tekst voorspellen. Dit verband wordt bijvoorbeeld op de volgende manier geuit binnen het Koerdische Rudaw: binnen deze nieuwsbron wordt de Turkse partij als verantwoordelijke van de situatie neergezet en de Koerdische partij als slachtoffer. Dit betreft de uiting van het responsibility frame en strategic victimization frame binnen het verband. Daarnaast wordt in dit voorbeeld de Koerdische partij als ‘wij’ geportretteerd en de Turkse partij als ‘zij.’ Het human interest frame wordt hierbij gebruikt om het ‘wij’ en daarmee dus de slachtofferpartij te beschrijven.

Ondanks het feit dat uitspraken over het beoogde doel van het toepassen van specifieke frames binnen berichtgeving – over een conflict – met een zekere mate van voorzichtigheid gedaan dienen te worden is hier wel een poging tot gedaan. Door feiten aan de hand van framing aan de lezer voor te leggen is het mogelijk de publieke opinie te beïnvloeden, wat waarschijnlijk ook het doel is van de framing binnen het corpus. Het Turkse Hürriyet beschrijft als slachtoffers van het conflict bijvoorbeeld enkel Turkse mensen wat de indruk kan wekken dat enkel Turken de dupe zijn van de situatie in Noord-Syrië. Wanneer Hürriyet een gebalanceerder beeld zou schetsen, waarin niet enkel Turken maar ook mensen van andere etniciteiten slachtoffer zijn van het conflict, zouden de lezers een ander beeld van de situatie creëren dan bij het stuk met de eenzijdige informatie. Dit geldt misschien nog wel meer voor de neutrale lezer van de Volkskrant, een nieuwsbron van een land dat niet direct betrokken is in het conflict en waarvan gedacht zou kunnen worden dat het daarom juist objectieve(re) berichten publiceert. Uit dit onderzoek blijkt dat de Volkskrant een positie binnen het conflict inneemt die meer strookt met het Koerdische perspectief dan het Turkse daar de manier van framegebruik van de Volkskrant en Rudaw voor een groot deel overeenkomt. Het framegebruik van Hürriyet wijkt hier juist zeer vanaf.

2 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Inhoudsopgave

Samenvatting...... 1

1. Inleiding...... 4 1.1 Wetenschappelijke relevantie...... 5

2. Theoretisch kader...... 5 2.1 Framing...... 5 2.2 Verschillende (conflict) frames...... 6 2.3 Geschiedenis Koerdische kwestie vanuit twee perspectieven...... 12

3. Methode...... 14 3.1 Onderzoeksmateriaal...... 14 3.2 Onderzoeksmethode...... 15

4. Resultaten...... 19 4.1 Resultaten de Volkskrant...... 19 4.2 Resultaten Rudaw...... 22 4.3 Resultaten Hürriyet...... 24 4.4 Aanwezige frames binnen berichtgeving...... 26 4.5 Samenhangende frames...... 29

5. Conclusie/discussie...... 31 5.1 Conclusie resultaten analyse...... 31 5.2 Verworven inzicht in (conflict)framing...... 34 5.2 Het beoogde effect van framing...... 35

Literatuurlijst...... 38

Bijlagen...... 40 Bijlage 1: Corpus...... 40 Bijlage 1.1 de Volkskrant...... 40 Bijlage 1.2 Rudaw...... 66 Bijlage 1.3 Hürriyet...... 96

3 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

1. Inleiding

In het hedendaagse Nederlandse nieuws wordt steeds vaker aandacht besteed aan het zogenaamde fake news en de, al dan niet duidelijk merkbare, standpunten die specifieke media innemen in hun berichtgeving. Het framen van bepaalde gebeurtenissen binnen nieuwsberichtgeving kan een grote invloed hebben op de manier waarop de lezer tegen de besproken situatie aankijkt. Neem bijvoorbeeld een klein akkefietje in een dorp waarbij een man een vrouw slaat op de parkeerplaats van de lokale supermarkt. De regionale krant vertelt het verhaal met de nadruk op het zinloze geweld van de man en de slachtofferpositie van de vrouw, terwijl de regionale televisiezender ook benoemt dat de vrouw de eerste was die tot geweld over ging en zo de slachtofferrol bij de man plaatst. Framing kan echter ook betrekking hebben op gebeurtenissen die een veel groter bereik hebben, zoals een conflict of oorlog tussen twee landen. Deze landen omvatten alleen veel meer betrokkenen dan het conflict bij de supermarkt. Naast elk betrokken land heb je hier namelijk ook te maken met bondgenoten van deze betrokken landen. In dit geval kan een krant uit land x de gebeurtenis zo framen dat het niet veel voorstelt en dat men er niet te veel van moet denken. Een krant uit land y kan in zijn berichtgeving dezelfde gebeurtenis echter op een compleet andere manier framen, bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op het militaire ingrijpen binnen de gebeurtenis. Publiek dat krant y leest kan hierdoor overtuigd raken van het idee dat er een groot conflict gaande is, terwijl publiek van krant x niet veel achter de gebeurtenis ziet en het wegwuift. Het feit is dat er verschillende manieren zijn om naar één en dezelfde kwestie of gebeurtenis te kijken en dat het framen van een gebeurtenis veel invloed kan hebben op de publieke opinie over die gebeurtenis en de context waarin deze zich begeeft.

Een situatie ofwel conflict waarvan het goed voor te stellen is dat er in berichtgeving hierover geframed wordt is de Koerdische kwestie. Alleen al over het bestaan van deze kwestie en of het überhaupt de Koerdische kwestie genoemd mag worden bestaat al jaren veel discussie. Laat staan de gebeurtenissen die als onderdeel van deze kwestie gezien kunnen worden. Er zou gesteld kunnen worden dat de Koerdische kwestie al sinds 1923, de oprichting van de Turkse republiek, actief is. De exacte grenzen van Koerdistan zijn niet duidelijk, maar het bestaat ongeveer uit het zuiden van Turkije, het noorden van Irak, noordwestelijk Iran, het noordoosten van Syrië en een klein deel van Armenië. Dit betekent dat er veel sociale actoren – in dit geval de landen waarover het Koerdische volk verspreid is – binnen dit ene conflict aanwezig zijn, inclusief bondgenoten van deze actoren. Recentelijk zijn de spanningen in de regio Afrin in Noord-Syrië zo ver opgelopen tussen het Turkse leger en de Koerdische PKK en YPG – respectievelijk de Koerdische Arbeiderspartij en Koerdische militie Volksbeschermingseenheden – dat dit zich uitte in een militair offensief. 20 januari 2018 startte het Turkse leger een militaire operatie genaamd Operatie Olijftak met een luchtaanval met drie F-16’s. De grote reikwijdte en actualiteit van de Koerdische kwestie maakt het een interessante casus voor onderzoek naar framing binnen berichtgeving over een conflictsituatie. Dit onderzoek tracht een antwoord te kunnen formuleren op de volgende onderzoeksvraag: ‘Op welke manier is er in de berichtgeving over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie sprake van framing?’

4 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zal een inventarisatie van bestaande (conflict)frames binnen nieuwsberichten opgesteld worden en onderzocht worden of deze compleet was en er sprake was van overlap van frames. Hierop volgend wordt een vergelijkende berichtanalyse naar de aanwezigheid van frames binnen berichtgeving over een gebeurtenis binnen de Koerdische kwestie opgezet. Er zal een antwoord gezocht worden op de deelvragen ‘Welke vormen van framing bestaan binnen de literatuur?’, ‘Welke frames worden binnen het corpus gebruikt?’ en ‘Wat zijn de verschillen in de berichtgeving tussen de partijen als het gaat om framing?’ De scriptie zal als volgt opgebouwd zijn. Ten eerste zal in het theoretisch kader een framework van relevante literatuur uiteen worden gezet waarin het begrip framing verder toegelicht zal worden. Ook wordt hierin de inventarisatie van verschillende (conflict)frames uiteengezet en een korte geschiedenis over de Koerdische kwestie geschetst. Vervolgens zal in de methode uiteen worden gezet welke analyse uitgevoerd zal worden om een antwoord op de hoofd- en deelvragen te kunnen formuleren. Volgend op de methode zullen de resultaten van de analyse besproken worden, waarna een conclusie op de onderzoeksvraag getrokken zal worden.

1.1 Wetenschappelijke relevantie Deze scriptie onderzoekt de aanwezigheid van frames binnen de berichtgeving over de conflictsituatie in Noord-Syrië, onderdeel van de Koerdische kwestie. Al in 2005 stelden Dimitrova en Strömbäck dat er een merkbaar tekort is aan onderzoek dat vergelijkt hoe media van verschillende landen een oorlog bespreken. Helaas is onderzoek naar framing binnen berichtgeving over conflictsituaties zowel in het Engels als het Nederlands nog altijd zeer summier. De uitkomsten van dit onderzoek geven inzicht in de aanwezigheid van framing in berichtgeving over een conflictsituatie, specifiek het militaire offensief in Noord-Syrië dat onderdeel is van de Koerdische kwestie.

2. Theoretisch kader

2.1 Framing De definitie van framing die in dit onderzoek gebruikt zal worden is afkomstig uit Entman (1993). Framen wordt hier gezien als het organiseren van stukjes realiteit op een manier waarop we de wereld beter kunnen begrijpen. Doordat mediaframes relevante stukjes informatie of nieuws verschaffen helpt het individuen om persoonlijke frames te creëren. Het maakt het de lezer makkelijker te beslissen welke gebeurtenissen opvallend zijn en welke niet, en welke wel of niet onthouden worden. Framen is in feite het selecteren van bepaalde aspecten van een waargenomen realiteit en deze saillanter maken binnen de communicerende tekst. Een frame heeft vier functies. De eerste functie is het definiëren van problemen, hierbij wordt gedetermineerd wat een causale actor doet en welke kosten en baten dit met zich meedraagt. De tweede functie betreft het diagnosticeren van oorzaken, waarbij de factoren die het probleem veroorzaken geïdentificeerd worden. De derde functie is het maken van morele oordelen, hierbij worden de causale actoren en de gevolgen van hun daden geëvalueerd. De vierde en daarmee laatste functie van framing is het aandragen van oplossingen en het voorspellen van de eventuele gevolgen hiervan. Een zin kan meerdere

5 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

framingfuncties bevatten, maar het kan ook zo zijn dat meerdere zinnen binnen een tekst geen van de functies uitvoeren. Binnen politieke communicatie heeft framing belangrijke implicaties, daar het de aandacht naar bepaalde aspecten van de realiteit trekt en andere elementen overschaduwt. Kort gezegd refereert framing aan de manier waarop massamedia problemen en gebeurtenissen organiseren en presenteren. Waar een individueel frame je helpt een publiekelijke gebeurtenis waar te nemen, te interpreteren en erover te discussiëren, bestaan mediaframes in journalistieke stukken verspreid over verschillende media (Entman, 2004). De manier om bepaalde aspecten van de wereld te representeren wordt door Fairclough (2003) ook wel een discourse genoemd. Verschillende discoursen zijn verschillende perspectieven op de wereld en worden geassocieerd met de verschillende relaties die men ten opzichte van de wereld heeft. Deze relaties bepalen daarbij de positie die men in de wereld inneemt, zijn sociale en persoonlijke identiteit en de sociale relaties waarin zij zich ten opzichte van anderen bevindt. Discoursen verschillen in de mate waarin zij herhaald worden, als alledaags gezien worden, stabiel zijn over een bepaalde tijd en in ‘schaal’, oftewel hoeveel zij van de wereld beschrijven. Verschillende teksten over hetzelfde onderwerp, die daarmee voor het overgrote deel dezelfde aspecten van de wereld representeren, kunnen op deze manier verschillen in de discoursen die zij in hun verhaal schetsen. Het verschil in discoursen zit dus in de manier waarop zij de wereld structureren. Discoursen verschillen in de manier waarop sociale gebeurtenissen gerepresenteerd worden, welke informatie wel en niet inbegrepen wordt, hoe abstract of concreet gebeurtenissen gerepresenteerd worden en de mate van specificiteit waarin processen, relaties, sociale actoren, tijd en de plek van de gebeurtenissen gepresenteerd worden. Sociale actoren zijn de deelnemers ofwel personen binnen de zin, echter zijn niet alle deelnemers binnen de zin ook altijd sociale actoren van de beschreven situatie. Een deelnemer binnen de zin kan bijvoorbeeld ook een fysiek object zijn: “De auto raakte Jan” versus “De auto raakte een paaltje.” In dit voorbeeld zijn zowel Jan als het paaltje het object van het werkwoord, maar is alleen Jan een sociale actor. Er zijn keuzes in hoe sociale actoren worden gerepresenteerd, bijvoorbeeld in krantenartikelen (Fairclough, 2003).

2.2 Verschillende (conflict) frames Framing is de manier waarop massamedia gebeurtenissen organiseren en presenteren, bijvoorbeeld bij een conflictgebeurtenis zoals een aanslag of een instabiele (politieke) staat van een land. Clausen (2003) vond dat verschillende journalisten, elk schrijvend voor een nieuwsmedium uit een ander land, verschillende elementen van een gebeurtenis in hun berichten rapporteerden om zo aan te kunnen sluiten bij het lokale culturele framework. Het nieuwsbericht wordt zo gelokaliseerd doordat de journalisten zich op één specifiek nationaal publiek richten. Yang (2003) kwam tot de conclusie dat de Verenigde Staten en China de luchtaanvallen van de NATO in voormalig Joegoslavië elk op een andere manier frameden. De Amerikaanse media framede deze gebeurtenis als zijnde een humanitaire actie voor de Albaniërs in Kosovo, terwijl de Chinese media deze gebeurtenis als een interventie tegen de soevereiniteit van Joegoslavië framede. Taal geeft media de mogelijkheid om (onbewust) de culturele verwachtingen van de dominante groepen van de bevolking, betreffende de invulling van specifieke conflict gerelateerde termen zoals ‘vrede’, ‘slachtoffer’, ‘vijand’ en ‘terrorist’, in te vullen en op het lezende publiek te projecteren (Ryan, 2004). Wanneer tijdens verschillende fasen van een conflict de identiteit van één van de groepen boven dat van

6 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

een ander gesteld wordt kan dit schadelijke consequenties hebben voor de oplossingsgerichte onderhandelingen. Strategische rapportage van conflictgebeurtenissen leidt hiermee tot de handhaving van ongelijkheid in relaties en een verergering van conflictsituaties (Ryan, 2004).

Ryan (2004) heeft artikelen over de Amerikaanse war against terrorism in de tien grootste kranten van de Verenigde Staten vergeleken en geanalyseerd naar welke positie zij innemen ten opzichte van de (terroristische) aanslagen in New York, Pennsylvania en Washington. De geanalyseerde artikelen werden ingedeeld volgens de volgende criteria: 1) het artikel noemt de mogelijke militaire strikes in de oorlog en 2) het artikel duidt op steun voor, verzet tegen of neutraliteit ten opzichte van militair ingrijpen. Het analysemateriaal werd binnen de tijdperiode van 12 september 2001 tot 8 oktober 2001 gepubliceerd. De eerste datum betreft de dag na de, volgens Ryan terroristische, aanslagen in New York City, Pennsylvania en Washington en de tweede datum is de dag waarop de bombardementen in Afghanistan begonnen. Uit deze analyse bleek dat de Amerikaanse editorials enkel een narratief presenteerden dat militaire interventie steunde en daarvan positieve gevolgen voorzag. Ook resulteerde hieruit dat media- representatiestrategieën ten tijde van conflict het gebruik van conflict-gerelateerde onderwerpen en termen bevatten om discursief een positief zelfbeeld te creëren en de ‘andere’ identiteiten negatief neer te zetten. In dit geval creëerde de Verenigde Staten een positief zelfbeeld en een negatief beeld van de andere identiteit, Afghanistan.

Semetko en Valkenburg (2000) hebben onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van enkele meest voorkomende frames binnen nieuwsberichtgeving omtrent het samenkomen van de European heads of state in 1997. Het eerste frame betreft het conflict frame dat de nadruk legt op een conflict tussen individuen, groepen of instituties waarmee ze de aandacht van het publiek proberen te trekken. Een voorbeeld hiervan is een nieuwsbericht over een presidentiële verkiezingscampagne dat voornamelijk in termen van conflict geframed wordt. Voorbeeld 1 toont een stuk uit het corpus waarin het conflict frame aanwezig is.

(1) “The Turkish military captured five more villages controlled by the People’s Protection Units (YPG) on Feb. 9 as part of “” being carried out with the Free Syrian (FSA) after resumed air strikes following a six-day break.” (Hürriyet, p102)

Het tweede frame, het human interest frame, geeft een gebeurtenis, issue of probleem een menselijk gezicht of emotionele invalshoek. Deze komt net als het conflict frame vaak voor in berichtgeving. Hierbij wordt het nieuws gepersonaliseerd, gedramatiseerd en geëmotioneerd om de interesse van het publiek te pakken en vast te houden. In voorbeeld 2 is te zien hoe het human interest frame in een bericht uit het corpus aanwezig is.

(2) “Turks offensief in noorden van Syrië maakt Koerden in Nederland ongerust Sinds Turkije op 20 januari de aanval heeft geopend op de Syrische provincie Afrin, doen de Koerden in Nederland uit die regio geen oog meer dicht. Met smartphones zitten ze voor de televisie te wachten op elke snipper nieuws.” (De Volkskrant, p40)

7 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Het volgende frame draagt de naam economic consequences frame en brengt het nieuws over een gebeurtenis, issue of probleem in termen van de consequenties die het economisch gezien op een individu, groep, institutie, regio of land zal hebben. Het vierde frame is het morality frame, dit frame zet een gebeurtenis, issue of probleem in de context van religieuze grondbeginselen of morele prescripties. Wanneer journalisten hier gebruik van maken doen zij dat vaak indiréct omdat ze natuurlijk wel professioneel en objectief dienen te zijn. Op deze manier kunnen ze wel gebruik maken van het morality frame maar valt dit voor de lezer niet op en lijkt het alsof er feiten besproken worden. Het laatste frame betreft het responsibility frame dat een probleem op zo’n manier presenteert dat de verantwoordelijkheid voor de oorzaak of oplossing bij de overheid of de individu/groep ligt. Een voorbeeld hiervan, uit het corpus, betreft voorbeeld 3. Hierin wordt vermeld dat beide partijen, de Koerdische YPG en de Turken, elkaar als verantwoordelijk voor de situatie achten.

(3) “Turkije viel Afrin 20 januari binnen en krijgt daarbij hulp van Syrische rebellen. De Turken proberen in Afrin de Syrisch-Koerdische militie YPG te verdrijven. De militie krijgt steun van de Amerikanen in de strijd tegen Islamitische Staat. De YPG is volgens de Turken een deel van de PKK, die op de internationale lijst van terroristische groepen staat.” (De Volkskrant, p45)

Uit het onderzoek bleek dat het grootste verschil in berichtgeving het verschil tussen sensationele en serieuze typen kranten was. Dit zijn op zich al grote frames die Semetko en Valkenburg aan de kranten toeschrijven. Sobere en serieuze kranten maken vaker gebruik van het responsibility en conflict frame, terwijl sensationele kranten vaker het human interest frame gebruiken.

Naast al bestaande frames worden ook vaak nieuwe frames gecreëerd om een artikel te kunnen categoriseren, daar het niet binnen de bestaande frames te plaatsen is. Het doel van Roy (2012) was om een theoretisch framework te creëren voor de connectie tussen mediarepresentatie van conflicten en invloed op interculturele communicatie enerzijds en relaties tussen verschillende culturele groeperingen anderzijds. Roy bespreekt in haar artikel de kloof in literatuur door een critical discourse analyse uit te voeren van editorials, op-eds en brieven naar de editor van The New York Times, in de context van het Israël-Palestina conflict en hoe dit gerepresenteerd werd in de krant. Het onderzoeksmateriaal resulteerde in drie discursieve strands die de ideologische grenzen waarin de teksten opereren demonstreren, namelijk strategic victimization, undefined peace en we, they and the ‘other’. Strategic victimization is een frame dat een strategisch gebruik suggereert van het idee om identiteiten te claimen die aansluiten bij Israëls need for pathos van de internationale gemeenschap en Israëls need to blame Palestine voor het tekort aan voortgang in het oplossen van het conflict. Dit frame legt de nadruk op één of meerdere partijen die als slachtoffer van de gebeurtenis geframed worden. In voorbeeld 4 is te zien hoe de Koerdische partij als slachtoffer van de situatie in Noord-Syrië gezien wordt.

(4) “A US withdrawal would likely, as Graham suggested, leave the victims to more powerful adversaries such as the Turkish or Syrian .

8 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

"The Kurds need an external backer to protect them from external attack," Aaron Stein, a Senior Resident Fellow at the Atlantic Council think-tank, told Rudaw English.” (Rudaw, p68)

Het tweede frame is undefined peace en betreft de manier waarop de betrokken partijen over vrede spreken. Alle stakeholders van het conflict – de Amerikanen, de Israëliërs, de Palestijnen en enkele Arabische nationalen – zien en suggereren vrede als een stap vooruit in het oplossen van het conflict. Deze vrede wordt echter nooit echt concreet gemaakt. Het laatste frame betreft we, they and the ‘other’ waarin identiteiten onderverdeeld worden. Elk van deze identiteiten hebben hun politieke en culturele redenen, doelen en ideologische overeenkomsten. De drie groepen waarin de identiteiten onderverdeeld kunnen worden zijn zij die zich als ‘wij’ identificeren, zij die onderdeel zijn van ‘zij’ en zij naar wie gerefereerd wordt als ‘de ander’ door alle partijen. Het we, they and ‘the other’ frame wordt in voorbeeld 5 geïllustreerd. In dit voorbeeld zijn de Afrin-Koerden en zij die kritiek hebben op Erdoğan of sympathie tonen voor YPG ‘wij’ en de pro-AKP-Turken ‘zij’. De positie van ‘de ander’ wordt hier niet expliciet genoemd maar wordt gezien de invulling van de andere twee posities bekleed door zij die zich met geen van beide partijen bemoeien en zich afzijdig houden van het conflict.

(5) “De Afrin-Koerden wilden toen, net als nu, om veiligheidsredenen alleen met hun voornaam in de krant. In Nederland worden ze, als ze zich negatief uiten over de Turkse president Erdogan, bedreigd door ‘pro-AKP-Turken’. Familieleden in Afrin lopen ook risico’s als hun achternamen bekend worden. Peshmerge: ‘Er circuleren zwarte lijsten in Afrin. Wie kritiek heeft op Erdogan, of blijk geeft van een heel klein beetje sympathie voor de YPG, staat te boek als terrorist.’” (De Volkskrant, p64)

Wanneer de opinie over een bepaald onderwerp of gebeurtenis verdeeld is, zowel binnen als tussen landen, geeft dit de media ook moeilijkheden in het bepalen tot op welke hoogte ze over bepaalde onderwerpen in de publieke opinie zouden moeten rapporteren. Vergelijkend onderzoek kan veel inzicht geven in de manier van rapporteren en de visie die een land op een gebeurtenis heeft. Dimitrova en Strömbäck (2005) vonden dat vergelijkend onderzoek als een soort tegengif voor naïef universalisme kan dienen. Dit soort onderzoek kan uitgevoerd worden door het begrip van het eigen land te vergroten door de bekende karakteristieken van het eigen land tegenover dat van andere systemen of landen te plaatsen. Daarbij laat het ook zien op welke manier berichtgeving beïnvloed wordt door de posities van politieke elites van specifieke landen, een belangrijk punt waar meer aandacht aan besteed zou moeten worden. Daarom hebben Dimitrova en Strömbäck in hun studie de framing van de Irakoorlog in 2003 door Zweedse en Amerikaanse elitekranten vergeleken. Analysemateriaal werd tussen 20 maart 2003 en 1 mei 2003 gepubliceerd, de officiële oorlogsperiode. De krantenberichten werden online verworven door op de trefwoorden ‘Iraq’ en ‘war’ te zoeken. Editorials en opiniestukken werden hier niet in meegenomen. De artikelen werden bij acht oorlog specifieke frames gecodeerd op aanwezig of afwezig. Het eerste frame betreft het military conflict frame waarbij de nadruk op het militaire conflict of militaire actie ligt en gefocust is op onder andere troepen en benodigdheden. Voorbeeld 6 bespreekt de wapens die de Turken van de YPG in beslag genomen hebben.

9 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

(6) “The seized a large number of weapons, ammunition and an SA-18 air defense missile belonging to YPGmilitants in Afrin. According to a statement from the Turkish military, weapons and ammunition belonging to the YPG and ISIL were seized on Jan. 30-31 in Afrin. In total, one SA-18 air defense missile, four Kalashnikovs, two machine guns, two RPG-7 rocket launchers, four missile launchers, a sniper rifle, three guns, one anti-tank mine, two hand grenades, three binoculars, two hand-held radios and a large amount of light weapon ammunition were seized.” (Hürriyet, p98)

Het human interest frame legt de nadruk op de menselijke deelnemers in de gebeurtenis en heeft daarmee een meer ‘soft news’ focus op de toestand van de betrokken partijen, zoals in voorbeeld 2 te zien is. Het responsibility frame is het derde frame en legt de nadruk op de partij of persoon die verantwoordelijk is voor de gebeurtenis. Voorbeeld 3 schetst een uiting van het responsibility frame. Waar het diagnostic frame het conflict beschrijft vanuit een bredere discussie van wat de oorzaak van de gebeurtenis zou kunnen zijn, bespreekt het prognostic frame het conflict vanuit een bredere discussie over de mogelijke consequenties van de gebeurtenis. Het violence of war frame heeft een focus op de schade en destructie die de oorlog veroorzaakt heeft en omvat ook statements over onder andere de nasleep van bombardementen en de totale aantallen van gewonden en doden, zoals in voorbeeld 7.

(7) “Three Turkish soldiers were killed and five soldiers were wounded in Afrin on Feb. 10, an initial military statement said. A follow-up statement released on the same day said two more Turkish soldiers were killed and four were wounded in the military operations. Another statement said four soldiers were killed and two more were wounded. The soldiers were killed in clashes with People’s Protection Units (YPG) militants around a hill near Afrin.” (Hürriyet, p103)

Het zevende frame draagt de naam anti-war protest en legt de nadruk op de bestaande oppositie tegen de oorlog afkomstig uit beide landen waarvan krantenartikelen geanalyseerd worden. Het laatste frame betreft het media self-referential frame waarbij de nadruk op de media zelf – de journalisten – en hun betrokkenheid bij de oorlog ligt. In berichtgeving van de Verenigde Staten waren voornamelijk militaire conflictproblemen, scorebordontwikkelingen en oorlogsstrategieën die de overwinning moesten bewaken het onderwerp van de tekst. De Zweedse berichtgeving was meer gericht op anti-oorlog en de verantwoordelijkheid omtrent de problemen van en door de oorlog.

Van de in totaal zestien frames binnen de literatuur komen enkele in grote mate met elkaar overeen, wat na het samennemen van enkele frames uiteindelijk leidt tot tien frames. Een overzicht van deze tien frames is in tabel 1 verwerkt. De eerste frames die samen één frame zullen vormen zijn het conflict frame en het military conflict frame. Beide frames leggen de nadruk op het conflict en militaire actie. Het nieuwe frame zal het conflict frame heten. Het tweede samengevoegde frame zal de naam human interest frame dragen en

10 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

een combinatie zijn van de twee human interest frames en een deel van het violence of war frame. De human interest frames betreffen beiden een emotionele invalshoek op de gebeurtenis en legt de nadruk op de menselijke deelnemers en de toestand waarin zij verkeren. Van het violence of war frame zal de focus op de totalen van gewonden en doden onderdeel zijn van het nieuwe frame. Het derde nieuwe frame zal het consequences frame genoemd worden en een samenvoeging zijn van het economic consequences frame dat de nadruk legt op de economische gevolgen voor de betrokken personen en gebieden, het prognostic frame dat een brede discussie over de mogelijke consequenties omvat en het deel van het violence of war frame dat de schade en destructie die de oorloog veroorzaakt benadrukt. Het laatste frame, dat een combinatie is van drie frames, zal de naam responsibiity frame dragen. Beide responsibility frames die hier onderdeel van zijn leggen de nadruk op de verantwoordelijkheid van de partij die de gebeurtenis veroorzaakt heeft. Het diagnostic frame hoort ook bij deze samenvoeging en betreft een bredere discussie over de oorzaak van de gebeurtenis. Naast deze vier nieuwe frames zullen de volgende zes frames op zichzelf staan: het morality frame, het undefined peace frame, het strategic victimization frame, het we, they and the ‘other’ frame, het anti-war protest frame en het media self-referential frame. De inventarisatie van de tien frames en bijbehorende herkenningspunten binnen de tekst zijn in tabel 1 verwerkt.

Tabel 1: tien frames afkomstig uit de literatuur Soort frame Herkenningspunten binnen de tekst Conflict frame Noemen van het conflict; noemen van militaire aangelegenheden, acties, objecten, (conflict frame + voertuigen; spreken in termen van winnen of verliezen bijvoorbeeld het military conflict) ‘neutraliseren’ van de andere partij of het verlies van gesneuvelden van de eigen partij. Human interest Noemen van de toestand van de betrokken mensen vanuit een frame emotioneel/humanitair oogpunt; noemen van gevluchte, gewonde en dode (human interest + betrokkenen om te benadrukken hoe erg de situatie is. human interest + violence of war) Consequences frame Noemen van economische en politieke gevolgen; noemen van mogelijke gevolgen; (economic noemen (statistische) destructieve gevolgen. consequences + prognostic) Responsibility frame Er wordt een partij als verantwoordelijk voor de oorzaak/het gevolg van het (responsibility + conflict benoemd; partij x benoemt partij y als verantwoordelijke van het conflict responsibility + en vice versa. diagnostic) Morality frame Noemen van religieuze grondbeginselen of morele voorschriften. Strategic Partij x of y wordt enkel of voornamelijk als slachtoffer van de situatie genoemd; victimization frame partij x benoemd zichzelf als slachtoffer en vice versa. Undefined peace Partijen noemen vrede als oplossing voor het conflict maar concretiseren dit niet. frame

11 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

We, they and the Partijen worden als ‘wij, ‘zij’ en ‘hen/de ander’ benoemd, vanuit enerzijds partij x ‘other’ frame en anderzijds partij y. Anti-war protest Noemen van de bestaande oppositie ten opzichte van het conflict. frame Media self-referential Noemen van de journalisten zelf en hun betrokkenheid bij het conflict. frame

Om deze frames toe te passen in de analyse van artikelen over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie en deze artikelen juist te kunnen plaatsen is het van belang eerst iets te vertellen over de geschiedenis van dit specifieke conflict. In het volgende stuk worden de perspectieven van de Turken en de Koerden naast elkaar gezet en besproken.

2.3 Geschiedenis Koerdische kwestie vanuit twee perspectieven In de ogen van de Turken wordt de Koerdische minderheid gezien als een bedreiging van de nationale eenheid van Turkije. Dit begint al bij de oprichting van de Turkse republiek in oktober 1923 (Lapidus, 2002). Vanuit de Kemalistische staatsideologie wordt het bestaan van minderheden officieel ontkent, omdat dit in strijd is met het idee dat de natie een gecentraliseerde en onverdeelbare staat zou moeten zijn. Op 24 juli van hetzelfde jaar tekende Atatürk het Verdrag van Lausanne wat de grenzen van de Turkse republiek bepaalde. In dit verdrag was geen woord over de Koerdische gemeenschap te vinden. Daarbij sprak artikel 39 over minderhedenbescherming enkel over religieuze minderheden, geen etnische minderheden zoals de Koerden (Yildiz, 2005). Ten tijde van deze Kemalistische periode (1921-1950) was Turkije een dictatuur waarin culturele modernisering en economische ontwikkeling centraal stond (Lapidus, 2002). Dit was een manier om een Turkse natie te vormen, namelijk door het op te tillen tot het niveau van de eigentijdse beschaving van het Westen. Anderzijds werd er bij het volk een bewustzijn gecreëerd dat ze Turk waren met een eigen natiegevoel (Rochtus, 2011). Terwijl ze afstand deden van alle irredentistische1 of revisionistische2 politieke projecten, hield het Kemalistische nationalisme zich bezig met het proces van homogenisering wat betreft de indeling van de bevolking na de goedkeuring van het Verdrag van Lausanne (Ülker, 2003). Dit turkificeringsprogramma kan gezien worden als een onderdrukking van elke vorm van niet-Turkse culturele uitingen en wordt door onder andere de Koerden gezien als gericht op de desintegratie van de Koerdische gemeenschap (Yildiz, 2005). Enerzijds werd de Koerdische gemeenschap geheel ontkend, anderzijds bleef deze minderheid wel gezien worden als een bedreiging voor de Turkse natie. In de jaren twintig werden daarom honderdduizenden Koerden gedwongen zich elders in Turkije opnieuw te vestigen, waarmee Atatürk hoopte dat een assimilatieproces in gang gezet werd: “Displacement was seen as a means to destroy Kurdish identity and mitigate the perceived threat of national disunity and separatism” (Yildiz, 2005, 76). Dit turkificeringsproces wordt zowel door de Turken als de Koerden zo

1 Irredentisme: het streven naar hereniging van die delen van een volksgemeenschap die door de historische ontwik- keling van het stamland gescheiden zijn, met dit land (oorspronkelijk in Italië, later als algemene politieke term) (Van Dale Online) 2 Revisionisme: richting in het marxistisch communisme die op herziening, verbetering van de wetten aanstuurt, niet op revolutie en ernaar streeft het bereikbare op legale manier te verkrijgen desnoods met (tijdelijke) prijsgeving van de eigen idealen en programma-eisen (Van Dale Online)

12 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

genoemd, echter is de invulling van het begrip bij beide groeperingen anders. Vanuit het perspectief van de Koerden wordt het turkificeringsproces als onderdrukking ervaren. De homogenisering (ofwel turkificering) van de bevolking kan volgens Ülker (2003) echter ook gezien worden als een gebruikelijk proces binnen de formatie van natiestaten. Deze laatste definitie van turkificering strookt meer met het Turkse perspectief op het proces. Vanuit dit opzicht zijn migratie en het instellen van een vestigingsbeleid prominente instrumenten om de turkificering van de bevolking te bewerkstelligen (Ülker, 2003). Vanaf 1950 veranderde dit echter onder het bewind van president Ismet Inönü door de oprichting van een parlementair systeem (Lapidus, 2002). Deze ontwikkeling gaf ruimte voor een meer pluralistisch politiek klimaat en stimuleerde daarmee de opkomst van (radicaal) Islamitische bewegingen en Koerdisch nationalisme. In tegenstelling tot de verwachting dat de positie van minderheden zou verbeteren, verslechterde deze zelfs door het aannemen van nieuwe wetten die de culturele vrijheid en identiteit van Koerden en andere minderheden nog verder beperkten. Er werden regionale kostscholen opgezet waar Koerdische kinderen een volledig turkificeringsproces konden doorlopen, Koerdische plaatsnamen werden veranderd in Turkse plaatsnamen en geschiedenisboeken werden zo herschreven dat het bestaan van ‘Koerdistan’ als onafhankelijke natie geen historische basis meer had (McDowall, 2004).

Op politiek vlak stelde Atatürk een kiesdrempel van tien procent voor toetreding tot het parlement in, wat volgens Yildiz een relatief hoge drempel is die voor een minderheidsgroep als de Koerden onmogelijk te behalen was (2005). Daarbij was er ook de wet op partijvorming (1983) die het bestaan van politieke partijen verbood die zich profileerden als minderheidspartij of een niet-Turkse taal of cultuur uitdroegen (Turkse wet, sectie 81). Ook verbood het Turkse wetboek propagandavormen en organisaties die het doel hadden het Turkse nationalisme te verzwakken of vernietigen. Onder andere de Armeense genocide en de Koerdische kwestie waren verboden onderwerpen voor publicatie (Turkish Anti-Terror Law act no. 3713).

Uiteindelijk leidden de door de Koerden gevoelde officiële ontkenning, beperkte democratische vrijheden en onderdrukking tot twee gebeurtenissen die als zorgwekkend voor de Turken gezien kunnen worden. Enerzijds kan dit als opstand gezien worden, wat meer strookt met het Turkse perspectief, en anderzijds kan het ook gezien worden als een gebeurtenis waarin men hun recht komt halen, wat weer beter past bij het Koerdische perspectief. In 1925 bezette Sjeik Said met brede steun van de lokale bevolking kleine delen van de Koerdische provincie. Nog datzelfde jaar werd daar op harde wijze een einde aan gemaakt door het Turkse leger. Toen lokale leiders van de provincie Dersim in 1937 in opstand dreigden te komen voelde het Turkse leger zich nogmaals gedwongen in te grijpen. Omdat Dersim al van oudsher een hoge mate van autonomie kende was het een provincie waar de Turkse regering weinig grip op kon krijgen en die door de regering als grote dreiging gezien werd. Vanaf 1937 werd de bevolking van Dersim voor een groot deel gedwongen te migreren (Zürcher, 2004).

In de jaren zeventig veranderde het politieke klimaat door de stap van een autoritair leiderschap naar een meerpartijenstelsel. In de tweede helft van de jaren zeventig leidde dit tot oprichting van puur Koerdische bewegingen. Dit kwam voort uit ontevredenheid over de prioriteit die binnen linkse organisaties aan de socialistische revolutie werd gegeven. Een van deze organisaties is de marxistisch-leninistische Partiya

13 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Karkari Kurdistan (PKK). De militaire coup maakte in september 1980 een einde aan het geradicaliseerde politieke klimaat in Turkije. Enkele kernleden van de PKK wisten over de grens met Syrië te vluchten, waardoor de PKK de coup overleefde. In augustus 1984 startte de PKK met een serie aanvallen op basissen van het Turkse leger in de Koerdische regio, wat het begin inluidde van een guerrillastrijd die tot ver in de jaren negentig zou voortduren. Als reactie op de verrassende aanvallen begon het Turkse leger in 1985 grootschalige tegenaanvallen uit te voeren op de Koerdische regio waarbij marteling, executies en vernietiging van Koerdische dorpen veel voorkwamen (Yildiz, 2005). De PKK kreeg niet alleen internationale steun van buurlanden Irak, Iran en Syrië, maar - vooral na Hoesseins gifgasaanvallen op de Koerdische stad Halabja in 1988 - ook vanuit Europa.

3. Methode

3.1 Onderzoeksmateriaal In dit onderzoek zullen nieuwsberichten uit Turkse, Koerdische en Nederlandse nieuwsbronnen geanalyseerd worden. De Koerdische nieuwsbron betreft Rudaw, wat de grootste Koerdische nieuwsbron is die in het Engels publiceert. Hürriyet is de Turkse te analyseren nieuwsbron, ook deze is de grootste en meest bekende van de bijbehorende bevolkingsgroep. Tot slot zullen ook nieuwsberichten van het Nederlandse de Volkskrant geanalyseerd worden. Deze is zeer groot in Nederland en levert meer politieke en wetenschappelijke discussies dan andere Nederlandse kranten. Juist deze nieuwsbronnen, het Turkse Hürriyet en het Koerdische Rudaw, zijn voor dit onderzoek gekozen omdat zij de meest relevante sociale actororen binnen het conflict zijn. De Volkskrant is hieraan toegevoegd om een extra perspectief op de situatie te geven, Nederland is immers geen deelnemer aan het conflict in Noord-Syrië zoals de Turken en Koerden dat wel zijn. De nader te analyseren nieuwsberichten van Rudaw, Hürriyet en de Volkskrant bespreken allen de situatie in de regio Afrin in Noord-Syrië waar sprake is van een militair offensief tussen het Turkse leger en de Koerdische PKK en YPG. In dit onderzoek zullen enkel nieuwsberichten geanalyseerd worden, geen opiniestukken. Dit onderwerp zal geanalyseerd worden daar deze recentelijk veel in het wereldlijke nieuws besproken zijn en als typerend voor de Koerdische kwestie genoemd kan worden. De nieuwsberichten zijn allemaal binnen de tijdsperiode van februari 2018 tot en met mei 2018 gepubliceerd. Om tot deze data te komen is gebruik gemaakt van de zoekmachines op de websites van de nieuwsbronnen. Deze websites zijn http://www.rudaw.net/english voor het Koerdische Rudaw, http://www.hurriyetdailynews.com/ voor het Turks Hürriyet en https://www.volkskrant.nl/ voor het Nederlandse de Volkskrant. De gebruikte zoektermen zijn ‘Afrin’, ‘Syrië/’, ‘Koerden/Kurds’, ‘Koerdistan/Kurdistan’ en ‘Operatie Olijftak/Operation Olivebranch.’ Alle gevonden berichten die ook daadwerkelijk over de situatie in Afrin in Noord-Syrië gaan zijn verzameld. Tijdens de selectie van de nieuwsberichten bleek dat de nieuwsbronnen zeer verschilden in het aantal gepubliceerde berichten met Afrin als onderwerp van de tekst. De krant met de minste publicaties was de Volkskrant met negentien stukken. Hierop volgde Rudaw met tweeëndertig gepubliceerde nieuwsberichten over de situatie in Noord- Syrië. De nieuwsbron die overduidelijk de meeste artikelen over de situatie gepubliceerd had was Hürriyet

14 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

met vierenvijftig publicaties. Daarbij had Hürriyet weliswaar meer teksten, maar waren deze wel een stuk korter dan de teksten van Rudaw en de Volkskrant. Om het aantal artikelen per nieuwsbron gelijk te houden zijn van Rudaw en Hürriyet enkel de artikelen gekozen die op of rond dezelfde datum als de artikelen van de Volkskrant gepubliceerd zijn. Uiteindelijk leverde dit een corpus op van negentien artikelen afkomstig uit de Volkskrant, dertig uit Rudaw en dertig uit Hürriyet. Hierbij moet opgemerkt worden dat het verschil in aantal woorden door het gelijktrekken van het aantal artikelen wel enigszins vergroot is. De artikelen van de Volkskrant omhelzen namelijk 14.144 woorden, Rudaw was hier ongeveer gelijk aan met 14.625 woorden en Hürriyet week hier het meest vanaf met maar 9.590 woorden.

3.2 Onderzoeksmethode Om een antwoord te kunnen formuleren op de hoofdvraag zullen de verzamelde data geanalyseerd worden op aanwezigheid van de volgende geïnventariseerde frames: conflict frame, human interest frame, consequences frame, responsibility frame, strategic victimization frame, undefined peace frame en we, they and ‘the other’ frame. Deze frames zijn geselecteerd voor de analyse binnen de nieuwsberichten daar deze frames als meest relevant werden geacht binnen de data en worden in tabel 2 kort toegelicht. Van deze zeven gekozen frames werd verwacht dat deze aanwezig zouden zijn binnen de artikelen over het conflict. Elk frame bevat enkele kenmerken waaraan het te herkennen is binnen de tekst. Wanneer er sprake is van het conflict frame zal een conflict of militaire aangelegenheden, acties, objecten of voertuigen genoemd worden. Ook wordt er in termen van ‘winnen’ of ‘verliezen’ gesproken, bijvoorbeeld het neutraliseren van de andere partij als winst en het sneuvelen van mannen van de eigen partij als verlies. Omdat de berichten over een militair conflict gaan werd verwacht dat dit frame met zekerheid binnen het corpus aanwezig zou zijn. Het human interest frame is te herkennen aan de emotionele invalshoek in het noemen van de toestand van mensen binnen de gebeurtenis, zoals vluchtende mensen, gewonden en doden. De emotionele invalshoek is een perspectief dat bij elk conflict minstens enkele keren geportretteerd wordt, waardoor gekozen is dit frame als relevant voor dit onderzoek te achten. Het consequences frame betreft alle (mogelijk) gevolgen binnen de gebeurtenis, zowel economisch en politiek als destructief. Een bericht over een conflict gaat bijna altijd over de gevolgen van dit conflict, waarom besloten is dat het consequences frame relevant is binnen de analyse. Wanneer het responsibility frame aanwezig is wordt er gesproken over partijen die verantwoordelijk (zouden) zijn voor de betreffende gebeurtenis. Dit kan vanuit meerdere partijen gezien en beschreven worden. Een conflict omhelst meerdere betrokken partijen waardoor het te verwachten is dat een bepaalde bron een conflict vanuit het standpunt van een specifieke partij zal schrijven. Het perspectief van waaruit geschreven wordt laat ook zien welke partij het als verantwoordelijke ziet en welke partij als slachtoffer neergezet wordt. Daarom worden zowel het responsibility frame en strategic victimization frame als relevant voor dit onderzoek geacht. Het strategic victimization frame is te herkennen aan de bespreking van een groepering of individu als slachtoffer van de gebeurtenis. Ook dit kan vanuit meerdere partijen gezien en beschreven worden. Het undefined peace frame is aanwezig wanneer er over niet geconcretiseerde vrede gesproken wordt. Dit frame wordt als relevant geacht omdat het te verwachten is dat er minstens enkele keren over een stap in de richting van vrede gesproken wordt. Het laatst frame dat in de analyse gebruikt wordt is het we, they and ‘the other’ frame. Dit frame toont aan dat er verschillende betrokken partijen zijn binnen een situatie of conflict en dat deze

15 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

partijen zichzelf en elkaar op een bepaalde manier in de media portretteren. Van dit frame werd verwacht dat het niet vaak voor zou komen in de artikelen, maar omdat het binnen iedere oorlogssituatie wel een erg interessant en vooral relevant frame is wordt het wel meegenomen in de analyse.

De frames die niet voor analyse geselecteerd zijn, zijn het morality frame, anti-war protest frame en media self-referential frame. Het morality frame zal niet op aanwezigheid geanalyseerd worden daar de geschiedenis van de Koerdische kwestie aantoont dat deze situatie niet om religieuze of ideologische grondbeginselen of morele voorschriften gaat. Van dit frame werd daarom niet verwacht dat het in de data aanwezig zou zijn. Vanuit de beschrijving van de historie van het conflict, beschreven vanuit de verschillende perspectieven van het conflict, blijkt niet dat dit conflict een religieuze oorsprong heeft. Daarom is ervoor gekozen het morality frame buiten beschouwing te laten. Het anti-war protest frame is een te breed frame dat enkel de aan- of afwezigheid van een duidelijke anti-oorlog groep binnen een tekst weergeeft. Daar er verwacht werd dat dit wel voor zou kunnen komen in de tekst, maar niet de overhand zou nemen is dit frame op zichzelf niet meegenomen in de analyse. Er werd dus niet expliciet naar aanwezigheid van dit frame gezocht, maar het zal wel besproken worden bij het undefined peace frame. Het media self-referential frame bevat een blik op de journalisten zelf en hun betrokkenheid in de situatie. Dit is voor dit onderzoek niet relevant genoeg daar het geen inzicht geeft op de hoofdactoren van de situatie, de betrokken partijen. Dit frame is daarom niet meegenomen in de analyse.

Tabel 2 geeft een overzicht van de frames en op welke manier deze daadwerkelijk in de verschillende kranten voorkomen. In het volgende hoofdstuk zal eerst per krant besproken worden of en hoe deze frames daarin voorkomen. Vervolgens wordt er per frame vergeleken hoe dit in de verschillende kranten voorkomt.

Tabel 2: frames gebruikt bij de corpusanalyse Frameherkenningspunten binnen de nieuwsberichten/criteria of het frame aanwezig is Gebruikte De Volkskrant Rudaw Hürriyet frames Conflict frame Noemen van de woorden: Overname van de controle Er wordt gesproken in offensief, aanval, in een gebied, gevecht, termen van winnen of terroristen, strijd, offensief, dreigingen, verliezen bijvoorbeeld het gifgasaanval, plunderingen, aanvallen, ‘neutraliseren’ van de bombardementen, oorlog, doden, martelen, andere partij of het verlies luchtaanvallen, verkrachten, poging tot van gesneuvelden van de bombarderen en demografische eigen partij. Gebruiken van dreigingen. veranderingen, chemische de woorden: luchtaanvallen, aanval, bombardementen, operatie, terroristen, raket luchtaanvallen worden afgevuurd, wapens, munitie, genoemd. (gewapende) terroristische

16 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

organisatie, soldaten, targets en gevangennemen. Benoemen van het ‘clearen’ van gebieden en dorpen. Human Spreken over gewonde en Gevluchte, gewonde en Burgers van een partij zijn interest frame gedode burgerslachtoffers gedode burgers worden dood of gewond door een van Afrin en plaatselijke genoemd. Gevluchte militaire actie van de andere bewoners die hun van mensen kunnen niet partij. Partij x beschuldigt woonplaats moesten terugkeren naar hun partij y ervan burgers als vluchten door het conflict. thuisdorp. Noemen van menselijk schild te hebben Noemen van angst voor het conflicten in het verleden gebruikt. Goede zorg voor conflict en Erdoğan waarbij dezelfde de burgers wordt genoemd. (Turkije). Uitspraken van bevolkingsgroep gedood Uitspraken van het Syrisch het Syrisch Observatorium werd (genocide). Schrijven Observatorium voor de voor de Mensenrechten. met beladen woorden zoals Mensenrechten. ‘massacre.’ De erbarmelijke omstandigheden waarin de vluchtelingen zich bevinden worden genoemd. Uitspraken van het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Consequences Verwoesting van Dreigementen om een Noemen van destructieve frame (grens)dorpen en gebied/partij aan te vallen. gevolgen voor gebouwen en standbeelden. Het noemen Voorspellingen over de gebieden. Dreigementen van van (militaire) acties die voortgang van het conflict militair offensief als uitgevoerd gaan worden. en waarin het zal resulteren tegenaanval. Het Dreigingen van Erdoğan de (genocide). Invloed van het bestempelen als vijand hele grens te ‘reinigen’ van conflict op andere militaire wanneer je aansluit bij Koerdische milities. Het operaties. Mogelijke solidaire terroristische statistisch noemen van gevolgen voor het gebied groepen die tegen Turkije gewonden en doden. (wie ‘krijgt’ het na de zijn. Erdoğans dreiging van strijd?). Politieke gevolgen, politieke gevolgen voor bijvoorbeeld in taalbeleid of Macrons ‘bemoeienis’ voor andere partijen op (politieke gevolgen). afstand van het conflict. Destructieve gevolgen. Economische gevolgen omtrent de invloed van het conflict op de markt en handel.

17 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Responsibility Noemen van de start en Noemen van de start en Partij beroept zich op frame aanstichter van het conflict. aanstichter van het conflict. zelfverdediging, ‘counter- Bij benoemen van een Bij benoemen van een terrorism.’ De start en (militaire) actie wordt ook (militaire) actie wordt ook aanstichter van het conflict benoemd wie deze benoemd wie deze worden genoemd. Bij uitgevoerd heeft. Partijen uitgevoerd heeft. Partijen benoemen van een benoemen elkaar als benoemen elkaar als (militaire) actie wordt ook verantwoordelijk voor de verantwoordelijk voor de benoemd wie deze situatie. situatie. uitgevoerd heeft. Partijen benoemen elkaar als verantwoordelijk voor de situatie. Strategic Betrokkenen profileren Een partij moet beschermd Er wordt geschreven dat victimization zichzelf als slachtoffer worden voor een aanval van ‘onze’ burgers hun leven frame wanneer zij een opmerking de andere partij, zij zijn in hebben verloren en dat over de situatie maken. groot gevaar. Een partij ‘onze’ burgers gewond zijn. Partijen worden neergezet wordt slachtoffer genoemd. “Zij zijn terroristen dus wij als slachtoffer door hun zijn het slachtoffer van hen dood door de ander te dus zetten wij een omschrijven met woorden tegenaanval in.” als ‘verslonden door beesten’ en de Koerdische geschiedenis vanuit de slachtofferrol te beschrijven. Undefined Er wordt benoemd dat Noemen dat er een Syrische peace frame partijen in gesprek moeten wapenstilstand vredesonderhandelingen (+ anti-war gaan en er bemiddeld kan geïmplementeerd moet zou nieuw leven in geblazen protest frame) worden. worden. moeten worden. Het voorstellen van mediatie tussen Turkije en de groep vertegenwoordigers van de Syrian Democratic Forces. We, they and Het ‘wij’ wordt bekleed Het ‘wij’ wordt bekleed door Turkije/Erdoğan zetten ‘the other’ door de Koerdische partij en de Koerdische partij en het zichzelf als ‘wij’ neer en de frame het ‘zij’ door het Turkse ‘zij’ door het Turkse leger. Koerdische partij als ‘zij.’ leger. Erdoğan spreekt over de Koerdische milities als ‘zij’ en zichzelf als ‘wij.’

18 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

4. Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken die de analyse van de nieuwsberichten heeft voortgebracht. Binnen de analyse werd onderzocht welke van de volgende frames in Afrin-gerelateerde berichten van de Volkskrant, Rudaw en Hürriyet aanwezig waren: het conflict frame, human interest frame, consequences frame, responsibility frame, strategic victimization frame, undefined peace frame en het we, they and ‘the other’ frame.

Het eerste resultaat van dit onderzoek betreft de inventarisatie van voor analyse bruikbare (conflict)frames. Binnen de literatuur zijn zestien frames gevonden die aanwezig (kunnen) zijn binnen nieuwsartikelen over een (conflict)situatie. Enkele frames waren uniek van elkaar, maar eerdere frames kwamen qua inhoud overeen en zijn daarom samengevoegd. Deze nieuwe, samengevoegde, frames hebben een nieuwe naam gekregen. Een overzicht van de tien frames die de samenvoeging opgeleverd heeft is terug te vinden in tabel 1. Van zeven van de tien frames werd verwacht dat zij relevant zouden zijn voor de berichtanalyse van dit onderzoek en dat zij aanwezig zouden zijn in het corpus. Deze zeven frames zijn het conflict frame, human interest frame, consequences frame, responsibility frame, strategic victimization frame, undefined peace frame en we, they and ‘the other’ frame. Een overzicht van deze frames en hoe deze in het corpus voorkomen is verwerkt in tabel 2. Tijdens het uitvoeren van de analyses is er geen sprake geweest van het gemis van frames. De zeven frames ondervingen alle berichtgeving waardoor het niet nodig was een extra frame te creëren.

4.1 Resultaten de Volkskrant De Volkskrant bespreekt het militaire offensief in Afrin binnen elk nieuwsbericht in termen van militair conflict, waarmee het conflict frame aanwezig is. De nieuwsberichten van de Volkskrant worden veelal vanuit het human interest frame geschreven, waarbij de nadruk ligt op de toestand van gevluchte oorspronkelijke bewoners van Afrin. In het voorbeeld 8 komen het conflict frame, human interest frame, responsibility frame en consequences frame voor:

(8) “Turkse strijdkrachten hebben vrijdagavond opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op de door de YPG gecontroleerde Syrische stad Afrin. Volgens de Syrisch-Koerdisch milities is het enige grote ziekenhuis gebombardeerd. In 24 uur steeg het dodental tot 27. Het Turkse leger heeft de stad omsingeld, er vielen al honderden doden. Maar het Westen zwijgt, uit angst voor een botsing met Erdogan.” (p54)

Het conflict frame is te herkennen aan het noemen van de Turkse strijdkrachten die luchtaanvallen hebben uitgevoerd. Ook wordt vermeld dat een ziekenhuis gebombardeerd is. Het human interest frame is aanwezig door de nadruk op het ziekenhuis dat gebombardeerd is, er wordt immers niet verteld welke schade dit bombardement nog meer aangericht heeft. Daarbij wordt het dodental genoemd en dat er ‘al honderden’ doden gevallen zijn. Door te vermelden dat de Turkse strijdkrachten ‘opnieuw luchtaanvallen hebben uitgevoerd’ wordt de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenis bij het Turkse leger gelegd (responsibility

19 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

frame). De benoeming van het aantal doden behoort ook tot het consequences frame, evenals het feit dat het Westen zwijgt uit angst voor een botsing met Erdoğan, een politiek gevolg van het conflict.

Ook het strategic victimization frame is binnen de Volkskrant zeker aanwezig, namelijk in de vorm van de oorspronkelijke bewoners (Koerden) als slachtoffer van de gebeurtenis. Er zou gesteld kunnen worden dat de Turken een enkele keer als slachtoffer geportretteerd worden, maar dat is enkel omdat het Turkse perspectief genoemd wordt waarmee zij Operatie Olijftak een legitieme onderneming argumenteren. Er wordt dan vermeld dat Turkije de strijd opende omdat het zich moest verdedigen tegen de YPG, wat volgens hen een tak van de terroristische PKK is. De nadruk binnen de meeste teksten ligt op het feit dat de gevluchte mensen in slechte toestanden verkeren en zij na de overname door Turkije ook niet terug mogen keren naar hun thuisstad. De verantwoordelijkheid van het conflict wordt bij de Turken gelegd die ervoor gekozen hebben om op 20 januari 2018 de Operatie Olijftak te starten. Deze visie wordt door de tekst zelf niet ondersteund, daar het enkel vermeld wordt door uiteen te zetten wat Turkije’s redenering was om in geweld over te gaan. Het responsibility frame is dus duidelijk aanwezig en legt de verantwoordelijkheid voor de situatie in Noord-Syrië bij Turkije. De vraag hierbij is echter of de Volkskrant dit frame van de Turken overneemt of dat het enkel het frame van de Turken benoemd. In voorbeeld 9 worden de oorspronkelijke bewoners van het gebied, de Koerden, als slachtoffer van de situatie geportretteerd en de Turken als verantwoordelijk voor de situatie.

(9) “Turkije verdreef eerder deze maand Koerdische strijders uit de Syrisch-Koerdische stad Afrin, hoofdstad van de gelijknamelige noordwestelijke regio. De gevechten brachten een uittocht van burgers op gang. Meer dan 200 duizend mensen verlieten hun huizen en verblijven in de omgeving van de stad in de open lucht, veelal zonder directe toegang tot voedsel en water. De meeste inwoners van het gebied zijn Koerden. De vluchtelingen kunnen geen kant op: ten noorden ligt Turkije, ten oosten ligt een gebied dat wordt gecontroleerd door het Turkse leger. In het zuiden ligt de gewelddadige provincie .” (p60)

In dit voorbeeld is naast de slachtofferpositie van de Koerdische partij ook de verantwoordelijke positie van de Turkse partij aanwezig, en daarmee dus het responsibility frame. De uittocht van de burgers en de staat waarin zij nu verkeren – geen dak boven het hoofd, geen directe toegang tot voedsel en water, klem tussen twee om verscheidene redenen niet toegankelijke gebieden – is hierbij kenmerkend voor het human interest frame.

De Volkskrant noemt niet heel veel (mogelijke) gevolgen maar wel genoeg om te kunnen stellen dat het consequences frame aanwezig is. De nadruk ligt hierbij op de destructieve gevolgen van het conflict. Ook worden twee keer politieke gevolgen genoemd, namelijk de verandering van de Koerdische naam Avrin van het Afrinse ziekenhuis naar het Turkse Afrin hastanesi (‘ziekenhuis van Afrin’ in het Turks) en Erdoğans dreiging aan Macrons adres om zich niet met de situatie te bemoeien. De voorbeelden 10, 11, en 12 illustreren respectievelijk een mogelijk gevolg, een destructief gevolg en een politiek gevolg binnen de artikelen van de Volkskrant:

20 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

(10) “Vooralsnog speelt de oorlog zich af in Afrin, een Koerdische enclave in het westen van Syrië. Maar de Turkse president Erdogan dreigt de hele grens te 'reinigen' van Koerdische milities.” (p48)

(11) “Op foto's en video's is te zien dat Turkse vlaggen wapperen in de straten van Afrin, enkele tientallen kilometers ten zuiden van de Turkse grens. Andere beelden tonen de vernieling van een standbeeld van een Koerdische verzetsheld door een bulldozer.” (p56)

(12) “In niet mis te verstane bewoordingen heeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zijn Franse collega Emmanuel Macron vrijdag gewaarschuwd zich niet te bemoeien met de toestand in het noorden van Syrië, waar het Turkse leger tegenover Koerdische milities staat.” (p61)

Binnen het corpus van de Volkskrant is geen sprake van het undefined peace frame. Het door Macron aanhalen van een wapenstilstand komt hier het dichtst bij in de buurt. De oppositie van het conflict is in dit fragment wel duidelijk merkbaar (anti-war protest frame). Het gebaar van Macron en Erdogans reactie hierop is in de voorbeelden 13en 14 terug te zien:

(13) “De Franse president Emmanuel Macron heeft een ontmoeting gehad met de Syrisch- Koerdische partij PYD en haar militaire afdeling, de YPG. Macron hoopt dat de milities en Turkije met elkaar in gesprek zullen gaan.” (p60)

(14) “Macron bood aan te bemiddelen tussen Turkije en de SDF, een suggestie die een dag later op sarcastische wijze van tafel werd geveegd door Erdogan, die zijn collega aanraadde zich niet in andermans zaken te mengen. ‘Wie bent u dat u denkt te kunnen bemiddelen tussen Turkije en een terroristische organisatie?’” (p61)

Het we, they and ‘the other’ frame is aanwezig binnen de artikelen van de Volkskrant. Meerdere keren worden uitspraken van een Koerd in Nederland beschreven waarin zij hun angst voor de Nederlandse Erdoğan-Turken uiten. Deze angst voor de Turken wordt ook door de Koerden in het conflictgebied geuit in voorbeeld 15. De Koerden bekleden hier het ‘wij’ en de Turken het ‘zij’ binnen het frame.

(15) 'We zijn bang,' zegt haar broer Massoud. 'De Turken schieten op ons omdat wij Koerden zijn. Ze willen ons hier weg hebben.' (p48)

Daarnaast wordt ook Erdoğans uitspraak genoemd waarin hij iedereen die zich ook maar iets van affiniteit tonen met de Koerdische milities als zijnde terroristisch en daarmee vijand is van Turkije. Dit doet hij bijvoorbeeld aan het adres van Macron, wanneer deze zich als mediator voorstelt. In voorbeeld 16 is Turkije het ‘wij’, de terroristische organisatie het ‘zij’ en Macron ‘de ander.’ Ook meldt de Volkskrant dat iedereen die kritiek heeft op Erdoğan in Afrin als terrorist op een zwarte lijst terecht zou komen. Volgens Erdoğan moet men dus kiezen tussen Turkije en de volgens hem terroristische Koerdische milities.

21 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

(16) “Macron bood aan te bemiddelen tussen Turkije en de SDF, een suggestie die een dag later op sarcastische wijze van tafel werd geveegd door Erdogan, die zijn collega aanraadde zich niet in andermans zaken te mengen. ‘Wie bent u dat u denkt te kunnen bemiddelen tussen Turkije en een terroristische organisatie?’” (p61)

4.2 Resultaten Rudaw Binnen alle nieuwsberichten van Rudaw is het conflict frame aanwezig. In elk stuk wordt gerefereerd aan de militaire situatie en in een overgroot deel van de data worden specifieke militaire acties genoemd zoals luchtaanvallen en het gevangen nemen, martelen en doden van de ene partij door de andere partij. Opvallend was dat de berichten veel spraken over de toestand waarin de oorspronkelijke bewoners van Afrin verkeerden, dus vanuit het human interest frame. Voornamelijk het feit dat zij gedwongen werden huis en haard te verlaten en nu onder slechte omstandigheden in landelijke gebieden moeten verblijven waar geen optie is ergens anders naartoe te gaan. Zelfs na overname door de Turken wordt toegang tot hun thuisdorp niet verleend. De voorbeelden 17 en 18 tonen respectievelijk het conflict frame en human interest frame:

(17) “Looting, killing, use of torture, and efforts towards demographic change continue in Afrin almost one month after the Kurdish canton was seized by Turkish forces and their allied Syrian militias, according to a conflict monitor.” (p74)

(18) “An estimated 137,000 civilians are still displaced from Afrin, most living in the Tal Rifaat area where conditions are difficult. Many families are sleeping in the open, restricted from entering regime-held territory in and unable to return to their homes.” (p73)

Er wordt niets gezegd over de status van bijvoorbeeld gewonde of gesneuvelde Turkse militairen. Wel wordt veel gesproken over de dreiging van de Turkse president Erdoğan om ook de omliggende steden van Afrin en omgeving aan te vallen, onder andere . Ook het consequences frame is hier dus sterk aanwezig. Daarbij wordt vaak genoemd dat Erdoğan stelt het gebied aan de oorspronkelijke bewoners terug te willen geven (voorbeeld 19), maar dat hij hier waarschijnlijk niet de Koerden mee bedoeld. Rudaw ziet Erdoğans acties als het doorzetten van een demografische verandering van het gebied wat uiteindelijk tot een genocide van het Koerdische volk zal leiden.

(19) “At the onset of the operation, Turkish President Recep Tayyip Erdogan hinted at major demographic change when he talked about returning Afrin to what he called “its rightful owners.” The comment rang alarm bells at the time. Throughout its history, Afrin – an isolated and landlocked enclave of Syrian Kurdistan (Rojava) – has had a long-established Kurdish-majority population.” (p85)

22 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Een politiek gevolg van het conflict dat nu al zichtbaar is, is de verandering van de Koerdische naam van het ziekenhuis van Afrin naar de Turkse en Arabische vertaling. Eenmaal wordt een economisch gevolg genoemd, in voorbeeld 20, namelijk de gespannen situatie in Manbij en de invloed die het conflict heeft op de vrije beweging van de handel. Handelaars benadrukken hoe moeilijk het is om goederen en grondstoffen te importeren. Ook heeft de situatie van de landbouw volgens hen invloed op de markt.

(20) “External threats from the Syrian regime and armed opposition groups have taken their toll on the free movement of trade. Traders describe the difficulty of importing goods and commodities. “Movement in the market is acceptable. It is not solely the political conditions that affect movement in the market. The situation of the agriculture has also affected the market. This year the situation was like this. We hope it will improve so that the market improves,” one trader told Rudaw.” (p85)

Binnen Rudaw is het responsibility frame ook zeker aanwezig en wordt de verantwoordelijkheid voor de situatie en consequenties hiervan voornamelijk bij het Turkse leger en Erdoğan gelegd. Wanneer de verantwoordelijkheid bij de Koerdische partijen gelegd wordt is dat wanneer er over het standpunt van Turkije gesproken wordt. Turkije’s aanleiding om Operatie Olijftak te starten is immers dat zij YPG als een onderdeel van de PKK zien, dat zelfs door de EU als een terroristische beweging gezien wordt. YPG ontkent deze claim echter en verantwoord zijn daden als tegenaanval op Turkije’s aanvallen. De partijen leggen de verantwoordelijkheid voor het conflict in het voorbeeld 21 bij elkaar:

(21) “Turkey considers the ruling Rojava party, the PYD, and the armed YPG/YPJ to be branches of the PKK, a named terror group. framed its military operation in Afrin as counter-terrorism. The Kurdish groups deny the charge and have accused Turkey of trying to change the demography of Afrin.” (p74)

Hierop aansluitend worden enkel de oorspronkelijke bewoners van Afrin (Syriërs en Koerden) gezien als slachtoffer van het conflict wat aantoont dat het strategic victimization frame ook aanwezig is binnen de teksten van Rudaw. Dit is terug te zien in voorbeeld 22.

(22) “Kurds in the Middle East are in "grave danger" and in the midst of genocide like the Anfal that culminated 30 years ago, according to an international watchdog. (...) The Research Professor in Genocide Studies and Prevention sees Kurds on the brink of "extermination" in the Middle East. "We believe that is the next stage about to happen... It's already happened in small massacres — not small of course by the people who are affected — but massacres of several thousands of people" he said. Split between Turkey, Iraq, Syria, and Iran, Stanton sees "very, very strong signs of the genocide beginning," pointing to Afrin and Cizre. "It wasn't just forced displacement because it included mass killing.”

23 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

“Genocide is about power” Stanton says, “what you have are three ancient empires that are continuing to exist and try to re-assert their control ... the ... the Persian Empire ... and the Arab Empire. All of them consider the Kurds a dangerous threat to their full control. Imperialism always causes genocide".” (p75)

Er kan niet gesteld worden dat het undefined peace frame aanwezig is, daar er geen enkele keer over vrede gesproken wordt. Wel wordt aangehaald dat Macron de partijen graag samen rond de tafel ziet komen om een wapenstilstand aan te stellen, wat het anti-war protest frame aantoont. Hier stelt Erdoğan weer een mogelijk politiek gevolg aan, namelijk dat hij Frankrijk ook als vijand zal gaan zien wanneer Macron zich nog langer met de situatie zal bemoeien. Het voorstel tot wapenstilstand wordt in voorbeeld 23 besproken:

(23) “French President Emmanuel Macron told his Turkish counterpart Recep Tayyip Erdogan that the truce must be implemented without delay.” (p66)

Het laatste frame dat aanwezig is, is het we, they and ‘the other’ frame. Een Arabische inwoner van Manbij zet in zijn uitspraak (voorbeeld 24) de Koerden, Arabieren, Circassiërs, Christenen en Armeniërs als ‘wij’ tegenover de Turkse invasie van Erdoğan als ‘zij.’ Ook spreekt YPG als ‘wij’ over alle elementen in het Afrinse kanton die in contact of coöperatie met de Turkse invasiestaat zijn als ‘zij.’ In deze uitspraak dreigen zij dat ze al deze elementen als doelwit zullen beschouwen. Hierbij wordt Macron als ‘de ander’ geprofileerd door Erdoğan, zoals in voorbeeld 23.

(24) “Abu Wahed, an Arab citizen of Manbij, told Rudaw that all people of northern Syria are united against the Turkish threats. "There is no difference between Kurds, Arabs, , Christians, or Armenians. They are all saying no to Erdogan and no to a Turkish invasion."” (p67)

4.3 Resultaten Hürriyet Elk artikel gepubliceerd door Hürriyet bevat een sterk conflict frame. In de artikelen wordt over (lucht)aanvallen en gesneuvelde Turkse soldaten gesproken. De artikelen met statistische informatie over de exacte aantallen gedode militanten van de oppositie komen het meest voor binnen de data. Voorbeeld 25 illustreert deze manier van informeren.

(25) “Since the beginning of the operation, the Turkish Armed Forces and Free Syrian Army have managed to capture 48 different strategic areas from militants including a town center, 31 villages, three rural areas and 13 hills. Moreover, at least 1,266 People’s Protection Units (YPG) militants have been “neutralized” since the beginning of “Operation Olive Branch” in Syria’s , the Turkish General Staff said on Feb. 11. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question were either surrendered or were killed or captured.” (p103)

24 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Het consequences frame is ook in dit voorbeeld (25) terug te zien, namelijk de statistische gegevens van het aantal geneutraliseerden en het veroveren van specifieke gebieden. De dreiging van de Turkse premier gericht aan YPG is een mogelijk gevolg binnen het conflict. Ook dreigt vicepremier Bozdağ dat zij die samenwerken met en solidariteit tonen aan terroristische groeperingen tegen Turkije, door Turkije gezien zullen worden als terroristen en daarmee het doelwit van Turkije. Hiernaast worden ook destructieve gevolgen beschreven, zoals de vernietiging van gebouwen en moskeeën in voorbeeld 26.

(26) “Due to these rockets, five of our citizens have lost their lives and 100 of our citizens were injured. This does not include the demolished buildings and mosques,” he said. “We destroyed their [YPG] tunnels and positions in the operation,” Yıldırım added. “We will destroy them all,” he vowed.” (p98)

Binnen bovenstaand voorbeeld is ook het human interest frame aanwezig door de nadruk op de vijf Turkse burgers die van hun leven beroofd zijn en dat honderd van ‘onze burgers’ gewond zijn geraakt. Er wordt echter enkel vanuit dit frame geschreven wanneer het over de Turkse burgers gaat, niet over de (toestand) van de oorspronkelijk burgers van Afrin, waar het conflict plaatsvindt. Hürriyet spreekt ook over de beschuldiging van Turkije dat YPG christelijke jongeren als menselijk schild gebruikt.

Turkije beroept zich op zelfverdediging wanneer het een reden geeft voor het starten van Operatie Olijftak. Alle militaire acties die zij uitvoeren zijn als tegenaanval– ‘counter-terrorism’ – beargumenteerd. Hiermee wordt de verantwoordelijkheid voor het conflict bij de Koerdische partij gelegd, wat maakt dat het responsibility frame ook aanwezig is binnen de artikelen. Het strategic victimization frame kan hieraan gekoppeld worden, daar de Turkse partij als slachtoffer wordt neergezet. Binnen de artikelen worden voornamelijk Turkse gesneuvelde soldaten en gewonde en dode Turkse burgers genoemd en geen gewonde, gevluchte of gedode mensen van de andere partij. Opvallend is dat Hürriyet, in tegenstelling tot Rudaw en de Volkskrant, heel veel artikelen heeft dat het aantal geneutraliseerden van de oppositie bespreekt. Ook wordt er veel aandacht besteed aan gesneuvelden van het Turkse leger, wat binnen Rudaw over YPG niet gedaan wordt en ook de Volkskrant bespreekt dit niet. Veel artikelen bevatten gelijksoortige berichtgeving als voorbeeld 27.

(27) “Eight Turkish soldiers were killed on Feb. 3 during “Operation Olive Branch,” according to a Turkish General Staff statement that marked the deadliest day yet for the Turkish Army since the operation into Syria’s Afrin district began on Jan. 20.” (p100)

Het undefined peace frame kan als aanwezig gerekend worden binnen de artikelen van Hürriyet. In voorbeeld 28 zei de Turkse minister van Buitenlandse Zaken namelijk dat de vredesonderhandelingen in Geneve gereactiveerd zouden moeten worden.

25 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

(28) “Çavuşoğlu also said Syrian peace talks in should be revived, adding that the Syrian government needed to start negotiating for this to happen. His comments came after a Russian- sponsored conference on reaching peace in Syria was held this week in the Black Sea resort town of Sochi.” (p97)

Een andere gebeurtenis die enigszins richting het undefined peace frame neigt is het aanbieden van mediatie door Macron. Het anti-war protest frame kan hiermee ook als aanwezig gesteld worden, waarbij Macron als anti-oorlog oppositie gezien wordt.

Het we, they and ‘the other’ frame is het laatste frame dat aanwezig is binnen artikelen van Hürriyet. Elke keer wanneer dit frame aanwezig is wordt het ‘wij’ door de Turkse partij bekleed. Het ‘zij’ is altijd YPG of zij die YPG hebben bijgestaan. Dit ‘zij’ wordt door Erdoğan als terroristische groepering gezien. Dit wordt in voorbeeld 29 besproken. Hierin is terug te zien dat de groep mensen die Erdoğan eerst als ‘de ander’ beschouwt volgens hem tot het ‘zij’ benoemd wordt wanneer zij ook maar iets met de Koerdische milities hebben.

(29) ““Those who host at the highest level the members of a terrorist organization, which has been freely carrying out its activities in their countries, should be aware that this is nothing but an expression of hostility against Turkey,” Erdoğan said on March 30, condemning French President Emmanuel Macron’s reception of members of Syrian Kurdish groups at the Elysée Palace. France no longer has the right to complain about the actions of any terror organization on its soil after meeting with the representatives of the PYD and its armed wing, the People Protection Units (YPG), Erdoğan added.” (p111)

4.4 Aanwezige frames binnen berichtgeving Uit de analyse bleek dat de volgende frames aanwezig waren binnen artikelen van de Volkskrant, Rudaw en Hürriyet: conflict frame, human interest frame, consequences frame, responsibility frame, strategic victimization frame en we, they and ‘the other’ frame. Het undefined peace frame kwam enkel voor in een artikel van het Turkse Hürriyet. Wanneer het anti-war protest frame hier echter ook toe gerekend wordt kan gesteld worden dat het frame binnen alle kranten voorkwam. De zes frames die in alle drie de nieuwsbronnen voorkomen verschillen in de mate waarin zij hierin voorkomen. Het conflict frame was in elke nieuwsbron aanwezig, maar stond binnen Hürriyet echt op de voorgrond terwijl het binnen de Volkskrant en Rudaw meer op de achtergrond bestond. Deze bronnen noemen het conflict en conflict gerelateerde entiteiten wel, maar leggen meer de nadruk op het humanitaire aspect ervan. Hürriyet spreekt geregeld over het aantal geneutraliseerde soldaten van de tegenpartij, gesneuvelde Turkse soldaten en ingenomen dorpen en gebieden. De Turkse nieuwsbron legt hiermee duidelijk de nadruk op het conflict, terwijl de Nederlandse en Koerdische nieuwsbronnen dit wel benoemen maar het niet zo uitgebreid behandelen als Hürriyet.

26 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Het human interest frame was voornamelijk binnen de Volkskrant en Rudaw aanwezig, waarbij de nadruk op de toestand van de oorspronkelijke bewoners van het gebied ligt. Beide bronnen bespreken geregeld hoeveel inwoners van het gebied op de vlucht geslagen zijn of gedood zijn. Hier wordt soms gesteld dat dit Koerden zijn, maar het overgrote deel van de teksten bespreekt het als de oorspronkelijke burgers. Deze brede definiëring van ‘oorspronkelijke burgers’ is door de lezer vrij in te vullen, waardoor het zowel Turkse, Koerdische als Syrische burgers kunnen zijn. Deze bespreking van vluchtelingen, gewonden en doden is beter bij het human interest frame te plaatsen omdat het de nadruk legt op de (slechte) toestand van de mensen. Het is meer dan een statistisch gegeven en vanuit een emotioneel perspectief geschreven, zoals in voorbeeld 30.

(30) “Amina's familie is deze week gevlucht naar de stad Afrin, in de hoop dat ze daar veiliger zijn. Amina: 'IJdele hoop. Woensdag werden ze ook daar bestookt met raketten. Twaalf stuks. Er vielen 13 gewonden. Een jongetje van 9 werd gedood. Allemaal burgerslachtoffers.'” (De Volkskrant, p41)

“An elderly Kurdish woman has died in Afrin after she was prevented by Syrian rebels from returning to her village which she had to leave in March during the war between Turkish troops, Arab rebels and the Kurdish YPG. Zenab Jaafar Kozo died shortly after members of the Free Syrian Army (FSA) denied her entry into her town, a source in Afrin, told Rudaw.” (Rudaw, p92)

De Volkskrant bespreekt bijvoorbeeld meerdere keren de angst die het Westen en de (Koerdische) oorspronkelijke bewoners van Afrin voor (een mogelijke botsing met) Erdoğan. Het Koerdische Rudaw benoemt in verschillende artikelen de angst voor een komende genocide van het Koerdische volk en stelt dat Turkije bezig is een demografische verandering door te zetten. Waar Rudaw en de Volkskrant hun humanitaire blik op de bewoners van het conflictgebied richten, heeft Turkije enkel oog voor hun ‘eigen’ burgers. Wanneer zij een gewonden- of dodental vanuit het human interest frame beschrijven gebeurt dit enkel over Turkse burgers en niet over de mensen die het gebied moeten ontvluchten. Het enige moment waarop Hürriyet wel een andere bevolkingsgroep dan de Turken binnen het human interest frame beschrijft is wanneer zij, zoals te zien in voorbeeld 31, stellen dat het Koerdische YPG Christelijke jongeren als menselijk schild tegen het Turkse leger en diens bondgenoten zou gebruiken.

(31) “The minister also cited a statement from the Chairman of World Assyrian Congress, accusing the YPG of using Christian youngsters as human shields against the Turkish army and Free Syrian Army (FSA) and seizing their properties.” (Hürriyet, p99)

Binnen alle drie de nieuwsbronnen wordt ook het consequences frame als aanwezig gemarkeerd. Een mogelijk gevolg dat in alle kranten meerdere keren aangehaald wordt is Erdoğans dreiging aan het adres van Macron (naar aanleiding van diens pogingen een gesprek tussen de partijen op touw te zetten) en het Koerdische YPG en mensen die zich eventueel daarbij aan willen sluiten. Deze bedreigingen houden allen in

27 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

dat Turkije deze partijen als doelwit en vijand van Turkije zal zien wanneer zij zich tegen Turkije keren of, zoals Macron, zich met de situatie ‘bemoeien’. Daarbij dreigt Turkije ook nog meer stappen te ondernemen om de strijd te winnen en zeggen zij: “Of course, all of this will happen. We are at war.” (p101) Het consequences frame bevat naast mogelijke gevolgen ook destructieve, economische en politieke gevolgen. Het mogelijke gevolg voor Macron kan hiermee zowel als een mogelijk gevolg en als een politiek gevolg gezien worden. Destructieve gevolgen van het conflict worden door alle nieuwsbronnen genoemd. De Volkskrant en Rudaw bespreken beide de vernieling van het standbeeld van een Koerdisch mythisch figuur door het Turkse leger. Hürriyet bespreekt daarentegen de vernieling van gebouwen en moskeeën die een aanval van YPG veroorzaakt heeft. Een politiek gevolg dat zowel door Rudaw als de Volkskrant aangekaart wordt is de naamsverandering van het ziekenhuis van Afrin. Dit stond eerst in het Koerdisch op de gevel maar is na overname van het gebied veranderd in de Turkse en Arabische vertaling. Ook een economisch gevolg werd genoemd, maar enkel door Rudaw. Rudaw benoemt namelijk dat het conflict een grote invloed heeft op de lokale economie, daar het de vrije handel en het importeren van goederen en diensten bemoeilijkt.

Het responsibility frame is binnen alle nieuwsbronnen aanwezig, de invulling van de verantwoordelijke partij is echter wel verschillend per nieuwsbron. In de Volkskrant ligt de nadruk op het Turkse leger als verantwoordelijk voor de situatie in Afrin. Het perspectief van de Turken op de verantwoordelijke partij, namelijk de Koerden, wordt ook genoemd. Dit is echter enkel wanneer er over het perspectief van Turkije gesproken wordt. Wanneer de tekst de situatie bespreekt wordt Turkije als verantwoordelijke geschetst, wat overeenkomt met het perspectief van de Koerden dat ook in de tekst naar voren komt. Het Koerdische Rudaw toont ook beide perspectieven, zoals in voorbeeld 32, namelijk dat de Koerden vinden dat de Turken verantwoordelijk zijn voor de situatie en vice versa. De nadruk ligt op het Koerdische perspectief, wat ook in de lopende tekst ondersteund wordt. Het Turkse Hürriyet komt niet overeen met de Volkskrant en Rudaw daar deze de nadruk legt op de Koerden als verantwoordelijke partij voor de situatie (voorbeeld 33). Dit komt voort uit de tekst zelf, maar ook uit het Turkse perspectief dat geschetst wordt. Ook het Koerdische perspectief wordt enkele keren beschreven.

(32) “Afrin is the western-most canton of the self-autonomous Northern Syrian Federation, known as Rojava. Turkey considers the ruling Rojava party, the PYD, and the armed YPG/YPJ to be branches of the PKK, a named terror group. Ankara framed its military operation in Afrin as counter-terrorism. The Kurdish groups deny the charge and have accused Turkey of trying to change the demography of Afrin.” (Rudaw, p74)

(33) “Erdoğan refuted claims that civilians were killed during “Operation Olive Branch.” The Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) - the militant group Turkey has been fighting in Syria- has been using civilians as human shields, he said, noting that four people have been killed and more than 90 injured in Turkey from rockets fired from the YPG enclave.” (Hürriyet, p101)

28 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Strategic victimization, het als slachtoffer van de situatie portretteren van een bepaalde sociale actor, is binnen de artikelen van alle drie de nieuwsbronnen aanwezig. De Volkskrant zet niet overduidelijk één partij als slachtoffer neer. De Koerden en burgers van het conflictgebied worden echter wel het meest als slachtoffer beschreven, maar het is een stuk minder overheersend dan in Rudaw en Hürriyet. Rudaw zet de Koerden en (daarmee) de oorspronkelijke bewoners van het gebied als slachtoffer van het conflict neer van aanvallen van het Turkse leger. Hürriyet daarentegen portretteert de Turken als slachtoffer van de situatie, daar zij zich moeten verdedigen tegen de volgens hen terroristische aanval van YPG.

Het undefined peace frame is, wanneer het anti-war protest frame hiertoe gerekend wordt, is in elke krant aanwezig. Het meest duidelijk is dit in Hürriyet, omdat het undefined peace frame hier sowieso aanwezig is. Binnen Hürriyet wordt immers gesproken over vredesonderhandelingen. Wanneer het mediatie-voorstel van Macron ook meegenomen wordt, door middel van het anti-war protest frame, kan gesteld worden dat ook de Volkskrant en Rudaw het undefined peace frame op enige manier in hun artikelen aanwezig hebben.

Het punt waarop de drie nieuwsbronnen een duidelijke positie binnen de situatie innemen is doormiddel van het we, they and ‘the other’ frame. Binnen de Volkskrant wordt voornamelijk het ‘wij’ van de Koerdische partij uitgelicht, evenals binnen artikelen van Rudaw. Hürriyet daarentegen spreekt vanuit het ‘wij’ als Turkse partij. Het Turkse ‘wij’ wordt door de Volkskrant en Rudaw wel een enkele keer besproken wanneer het over Erdoğans dreiging gaat. Hierin stelt hij dat iedereen (‘de ander’) die ook maar een beetje affiniteit toont met de Koerdische milities (‘zij’) aan hen gelijkgesteld wordt en door Turkije als vijand beschouwd zal worden.

4.5 Samenhangende frames Uit het onderzoek is gebleken dat er een samenhang bestaat tussen de volgende frames: human interest frame, responsibility frame, strategic victimization frame en we, they and ‘the other’ frame. Deze samenhang is in tabel 3 weergegeven en houdt in dat wanneer partij x volgens het responsibility frame als verantwoordelijk wordt gehouden, partij y volgens het strategic victimization frame als slachtoffer wordt gezien. Het human interest frame beschrijft daarbij (bijna) alleen de slachtofferpartij. Wanneer de Turkse partij binnen een nieuwsbron als verantwoordelijke beschreven wordt, wordt de Koerdische partij vanuit het human interest frame als slachtoffer beschreven. Hier kan zelfs nog bij gesteld worden dat het ‘wij’ in de artikelen van de nieuwsbron als slachtoffer beschreven wordt en het ‘zij’ als de verantwoordelijke voor de situatie. Ook het we, they and ‘the other’ frame hangt dus samen met de andere frames. In tabel 3 is uiteengezet hoe deze samenhang er per nieuwsbron uitziet. Opvallend is dat de manier waarop de Volkskrant uiting geeft aan deze frames voor een zeer groot deel overeenkomt met dat van Rudaw.

29 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Tabel 3: samenhangend verband frames Uiting per frame Nieuws- Responsibility frame Strategic Human interest We, they and bronnen victimization frame ‘the other’ frame frame De Stelt de Turkse partij als Stelt de Legt de emotionele Beschrijft de Volkskrant verantwoordelijk voor het Koerdische partij nadruk bij en perspectieven conflict en de bijbehorende als slachtoffer van beschrijft de van beide gevolgen. het conflict. toestand van de, partijen maar oorspronkelijke noemt de inwoners van het Koerdische gebied Afrin. Wat vaker, zowel de etnische door uitspraken identiteit van deze van mensen als groep is wordt niet in lopende tekst. heel duidelijk ‘Wij’ = benoemd, echter Koerdische wel enkele keren de partij. Koerden. ‘Zij’ = Turkse partij. ‘De ander’ = Macron, zij die zich volgens Erdoğan niet met het conflict (zouden moeten) bemoeien. Rudaw Stelt de Turkse partij als Stelt de Legt de emotionele Beschrijft verantwoordelijke voor het Koerdische partij nadruk bij en voornamelijk het conflict. als slachtoffer van beschrijft de perspectief van het conflict. toestand van de, de Koerdische voornamelijk partij. Koerdische, ‘Wij’ = oorspronkelijke Koerdische inwoners van het partij. gebied Afrin. ‘Zij’ = Turkse partij. ‘De ander’ = Macron, zij die zich volgens Erdoğan niet met het conflict (moeten) bemoeien. Hürriyet Stelt de Koerdische Partij Stelt de Turkse Legt de emotionele Beschrijft als verantwoordelijke voor partij als nadruk bij en voornamelijk het het conflict. slachtoffer van het beschrijft de perspectief van conflict. toestand van de de Turkse partij. Turkse burgers. Het ‘Wij’ = Turkse is onduidelijk wat partij. ‘de Turkse burger’ ‘Zij’ = Koerdische precies inhoudt. partij. Erdoğan benoemt ‘De ander’ = het als ‘onze Macron, zij die burgers.’ zich volgens Erdoğan niet met het conflict (zouden moeten) bemoeien.

30 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

5. Conclusie/discussie

Deze scriptie heeft door middel van een vergelijkende berichtanalyse getracht een antwoord te vinden op de volgende onderzoeksvragen:

‘Op welke manier is er in de berichtgeving over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie sprake van framing?’ ‘Welke vormen van framing bestaan binnen de literatuur?’ ‘Welke frames worden binnen het corpus gebruikt?’ ‘Wat zijn de verschillen in de berichtgeving tussen de partijen als het gaat om framing?’

Uit de resultaten bleek dat binnen ieder bericht van zowel de Volkskrant, Rudaw als Hürriyet veel verschillende soorten frames voorkomen. Van de zestien verschillende, uit literatuur afkomstige, frames is een selectie gemaakt op relevantie voor dit onderzoek. Dit leverde een inventarisatie van tien conflictframes op die aanwezig kunnen zijn in nieuwsberichtgeving. Uit deze inventarisatie werden zeven frames als relevant voor het onderwerp van de artikelen, de situatie in Noord-Syrië onderdeel van de Koerdische kwestie, geacht. Tijdens het uitvoeren van de analyse is er geen gebrek aan frame gevonden, de inhoud van het corpus was binnen de zeven geselecteerde frames te plaatsen. De zeven op aanwezigheid binnen het corpus te analyseren frames waren het conflict frame, het human interest frame, het consequences frame, het responsibility frame, het strategic victimization frame, het undefined peace frame en het we, they and ‘the other’ frame. Elk van deze frames komt binnen de berichtgeving van de drie nieuwsbronnen voor, echter niet allen op eenzelfde manier.

5.1 Conclusie resultaten analyse Het conflict frame is bij alle artikelen van alle drie de nieuwsbronnen aanwezig. Het algemene effect van het conflict frame is de nadruk op oorlog en geweld. Dit is terug te zien in het herhaaldelijk bespreken van militaire acties en gesneuvelde en geneutraliseerde soldaten. Opvallend is dat deze overduidelijk het meest aanwezig is binnen het Turkse Hürriyet dat de nadruk legt op de aantallen gesneuvelde Turkse soldaten en ‘geneutraliseerde’ Koerdische militie. Het Nederlandse de Volkskrant en het Koerdische Rudaw noemen ook veel conflict gerelateerde acties en gevolgen, maar leggen hierbij de nadruk op het humanitaire aspect van de situatie. In deze berichtgeving is het human interest frame daarmee sterker aanwezig dan het conflict frame. Het human interest frame wordt gebruikt in bespreking van de gebeurtenissen waar op andere momenten het conflict frame aanwezig is. Het verschil is echter dat het human interest frame de nadruk op de humanitaire en emotionele toestand van de betrokkenen legt. De twee nieuwsbronnen bespreken voornamelijk de, erbarmelijke, toestand van de oorspronkelijke (Koerdische) bewoners van Noord-Syrië. Binnen Hürriyet wordt in vergelijking met de Volkskrant en Rudaw niet veel vanuit het human interest frame gesproken. Wanneer het frame echter wel aanwezig is, wordt juist de slechte toestand van ‘hun’ Turkse burgers binnen het gebied besproken. Of de door de Volkskrant en Rudaw genoemde oorspronkelijke bewoners dezelfde mensen zijn als de door Hürriyet genoemde Turkse bewoners is niet

31 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

duidelijk. Het laat daarentegen wel een verschil in belang van de nieuwsbronnen zien, daar zij deze bewoners of als Koerdisch of als Turks beschrijven.

Van het consequences frame worden binnen alle nieuwsbronnen de destructieve gevolgen van het conflict meerdere keren genoemd. Dit frame komt tot uiting door gevolgen van het conflict te beschrijven en hier de nadruk op te leggen binnen het nieuwsbericht, bijvoorbeeld op de destructieve, economische en/of politieke gevolgen. Deze destructieve gevolgen omvatten onder andere de vernietiging van gebouwen en standbeelden en de hoeveelheid gewonden en doden, zoals in voorbeeld 34. Ook wordt binnen alle nieuwskranten de dreiging van Erdoğan besproken, een politiek gevolg van het conflict. Hierin waarschuwt hij zowel Macron, die mediatie voorstelde, als alle andere partijen die affiniteit tonen met de Koerdische milities dat wanneer zij dit zouden doen zij voor hem en voor Turkije als terrorist en vijand gezien zullen worden. Opvallend hiervan is dat deze dreiging binnen Hürriyet voornamelijk als een volgende stap in het gevecht tegen de terroristen geframed wordt terwijl de Volkskrant en Rudaw dit beschrijven als een gewelddadige dreiging om gebieden en diens burgers te overheersen. Door de Koerdische partij en zij die hiermee affiniteit vertonen als terrorist af te schilderen creëert Erdoğan in feite een geldige reden om eventueel tot offensief over te gaan. De Volkskrant doet juist het omgekeerde en beschrijft Erdoğans uitspraken zo dat zijn offensief door de lezers van het stuk als inhumaan gezien zullen worden. Een economisch gevolg wordt enkel door Rudaw genoemd en betreft de invloed die het conflict op de handel en markt in de omliggende gebieden en steden.

(34) “Turkish jets have returned to Afrin skies, bombing locations in the north of the canton as Kurdish forces reported they have killed 15 Olive Branch forces in the past two weeks. “Violent clashes took place” between Turkish forces with their Syrian militia allies and the Kurdish YPG about six kilometres northeast of Afrin city, the Syrian Observatory for Human Rights reported on Friday. The clashes began at midnight and continued through to dawn and included Turkish artillery shelling and airstrikes. The Observatory said its sources lost contact with the group of Kurdish fighters that were under bombardment.” (Rudaw, p90)

Het overgrote deel van het corpus toont aanwezigheid van het responsibility frame dat tot uiting komt door bepaalde betrokken partijen zo neer te zetten dat de lezer de indruk krijgt dat deze partij verantwoordelijk is voor hetgeen in het nieuwsbericht besproken wordt, bijvoorbeeld het bombarderen van een dorp. Dit komt voornamelijk voor wanneer een gevolg of beargumentering van een militaire actie besproken wordt. Afhankelijk van de nieuwsbron wordt ofwel de Turkse ofwel de Koerdische partij als zijnde verantwoordelijk voor de situatie geacht. De Volkskrant en Rudaw stellen de Turkse partij verantwoordelijk voor het conflict en de gevolgen hiervan, terwijl Hürriyet zoals in voorbeeld 35 de verantwoording bij de Koerdische partij legt. In dit voorbeeld worden de 800 geneutraliseerden van de tegenpartij eerst militanten genoemd, een neutrale term. In de volgende zin worden zij echter als 800 terroristen genoemd, waarmee de tegenpartij op een erg negatieve manier wordt neergezet, er zou immers gezegd kunnen worden dat iedereen tegen terroristen is en er op deze manier gepoogd wordt een afkeer tegen deze partij (YPG) te creëren. Hier legt Hürriyet de verantwoordelijkheid voor het conflict bij de 800 terroristen/YPG-

32 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

leden en positioneert het de Turkse partij als slachtoffer van de aanvallen van deze terroristen. Dit strategic victimization frame kan als tegenpool van het responsibility frame gezien worden daar deze precies de tegengestelde resultaten opleverde. Wanneer het responsibility frame de Turkse partij als verantwoordelijk acht binnen de Volkskrant en Rudaw wordt de Koerdische partij als slachtoffer geportretteerd. Binnen Hürriyet wordt de Turkse partij echter als slachtoffer van de situatie neergezet.

(35) “The Turkish Armed Forces and the Free Syrian Army (FSA) have extended their operation against the People’s Protection Units (YPG) in Syria’s Afrin district, with President Recep Tayyip Erdoğan saying that some 800 militants have so far been killed. “Some 800 terrorists have been killed in Afrin [so far since the start of the operation]. Hopefully, this number will increase until the evening,” Erdoğan said on Feb. 1 at the Beştepe Culture and Congress Center in the Presidential Complex in Ankara. Turkish forces and the FSA cleared one more village of the YPG on Feb. 1 during their operation in Afrin, state-run Anadolu Agency has reported.” (Hürriyet, p96)

In tegenstelling tot de andere zes frames komt het undefined peace frame niet in alle nieuwsbronnen voor. Echter wanneer het anti-war protest frame ook tot het undefined peace frame gerekend wordt komt dit frame wel in alle nieuwsbronnen voor. Van dit frame, undefined peace, wordt gebruik gemaakt door in het nieuwsbericht over vrede als oplossing voor het conflict te spreken maar hierbij niet duidelijk te benoemen hoe dit tot uiting zou moeten komen. Het anti-war protest frame is aanwezig wanneer er in een nieuwsbericht ook maar iets gesteld wordt waaruit blijkt dat de nieuwsbron of een betrokkene binnen het conflict tegen het conflict is. Een voorbeeld waarin het undefined peace frame aanwezig is, is wanneer er gesproken wordt over de door Macron voorgestelde mediatie tussen de betrokken (Turkse en Koerdische) partijen. Wanneer het anti-war protest frame niet tot het undefined peace frame gerekend wordt kan van de Volkskrant en Rudaw niet gezegd worden dat dit frame binnen diens berichtgeving aanwezig is. Van Hürriyet kan dan nog wel gesteld worden dat het frame aanwezig is, daar vredesonderhandelingen hierin expliciet benoemd worden door de Turkse minister van Buitenlandse Zaken (voorbeeld 28).

Het laatste frame, het we, they and ‘the other’ frame is binnen alle artikelen van de nieuwsbronnen aanwezig. Dit frame is aanwezig wanneer een partij of nieuwsbron een betrokken partij zo beschrijft dat deze binnen de positie van het ‘wij’, ‘zij’, of ‘de ander’ geplaatst kan worden. Binnen het Turkse Hürriyet wordt de Turkse partij als ‘wij’ neergezet en de Koerdische partij als ‘zij.’ ‘De ander’ wordt hier bekleed door Macron die zich volgens Erdoğan niet met de situatie moet bemoeien en door eenieder die kritiek heeft op Erdoğan of affiniteit vertoont met de Koerdische milities. Het Nederlandse de Volkskrant toont grote overeenkomsten met de invulling aan het we, they and ‘the other’ frame als Rudaw, maar is net iets minder aanwezig. Rudaw stelt de Koerdische partij als ‘wij’ en zet hier de Turkse partij als ‘zij’ tegenover. Binnen zowel de Volkskrant als Rudaw wordt geen ‘de ander’ besproken, enkel wanneer het Turkse perspectief uitgelegd wordt. In voorbeeld 35 uit Hürriyet wordt de Turkse partij (Turkse leger en FSA) als ‘wij’ geportretteerd en de Koerdische partij (YPG) ofwel de terroristen als ‘zij’ geportretteerd.

33 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Tot slot toont de analyse een verband tussen het responsibility frame, het strategic victimization frame, het human interest frame en het we, they and ‘the other’ frame. Wanneer een nieuwsbron de ene partij (Turks of Koerdisch) als verantwoordelijk acht, portretteert het de andere partij als slachtoffer. De partij die als slachtoffer van het conflict wordt neergezet wordt voornamelijk vanuit het human interest frame besproken en valt onder het ‘wij’ van de betreffende bron. Tabel 3 toont de precieze invulling van dit opmerkelijke verband. Dit verband laat zien dat wanneer men weet vanuit welk perspectief de tekst geschreven is, hij de manier waarop aan de andere frames invulling is gegeven kan voorspellen. Opvallend is dat de Volkskrant en Rudaw qua invulling van de frames zeer overeenkomen. Dit zou kunnen stellen dat de Volkskrant het ‘eens’ is met Rudaw en partij trekt voor de Koerdische YPG.

5.2 Verworven inzicht in (conflict)framing Binnen de berichtgeving over de situatie in Afrin, onderdeel van de Koerdische kwestie, wordt veel gebruik gemaakt van framing door de Volkskrant, Rudaw en Hürriyet. Het blijkt dat elke nieuwsbron van alle zeven frames gebruikt maakt, maar elk verschilt in de mate waarin zij deze gebruiken. Er zijn dus bepaalde aspecten waar je alert op dient te zijn wanneer je een nieuwbericht uit een bepaalde bron leest. Wanneer je weet welke frames een bepaalde bron voornamelijk gebruikt in zijn berichtgeving kun je deze beter en sneller herkennen. De lezer weet welke aspecten binnen de tekst naar een bepaald frame wijzen en kan bij herkenning daarvan afstand nemen van de tekst. Je wordt je bewust van het feit dat het nieuws op zo’n manier weergegeven kan worden dat het je richting een bepaalde interpretatie van de tekst duwt, ook al worden er zeker wel feiten genoemd. Het is daarom goed je als lezer bewust te zijn van mogelijke framing in berichtgeving van het nieuws. Framing heeft als doel de lezer (onbewust) een bepaalde versie van het nieuws/conflict op te leggen. Vooral in conflictsituaties is dit van groot belang, daar steun van een grote partij (bijvoorbeeld de Verenigde Staten), voor in dit geval ofwel de Koerdische ofwel de Turkse partij, veel invloed heeft op het verloop van het conflict, hoe snel dit opgelost zal worden en natuurlijk hoe groot het aantal destructieve gevolgen is (vernielde dorpen, gewonden, doden, vluchtelingen, et cetera).

Het is ook van belang kennis te hebben van de bron waarvan het nieuws afkomstig is gezien de invulling van de term ‘burgers’, ‘gewonden’ en ‘doden.’ Wanneer in het Turkse Hürriyet bijvoorbeeld gesproken wordt over gewonden en doden bedoelen zij hiermee Turkse doden. De omgekomen burgers in Afrin zijn ‘onze’ burgers, oftewel Turkse burgers. Wanneer het Koerdische Rudaw echter over gewonde, gevluchte en omgekomen burgers spreekt bedoelen zij de ‘oorspronkelijke’ burgers. Een enkele keer benoemen zij dat deze Koerdisch zijn, maar in vergelijking met Hürriyet zijn de burgers hier burgers die uit het gebied Afrin komen en een variatie aan afkomst kunnen hebben. Wanneer Hürriyet gelezen wordt is deze invulling aan de term ‘burger’ niet mogelijk, daar deze hier expliciet Turks genoemd wordt. Deze conclusie moet echter wel voorzichtig uitgesproken worden daar er in dit onderzoek maar op één specifiek conflict binnen de Koerdische kwestie ingezoomd is, namelijk Operatie Olijftak. Er zijn enkel nieuwsberichten geanalyseerd die binnen de tijdsperiode van Operatie Olijftak gepubliceerd zijn. Om een (meer) generaliserende uitspraak te kunnen doen over framing binnen berichtgeving over de Koerdische kwestie – ook al is dit niet het primaire doel van dit onderzoek – zou eenzelfde onderzoek als deze uitgevoerd kunnen worden waarin een andere gebeurtenis van de Koerdische kwestie centraal staat. Wanneer deze onderzoeken

34 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

gecombineerd worden zal dat tot uiting komen in een diachroon onderzoek naar framing binnen berichtgeving over de Koerdische kwestie.

5.3 Het beoogde effect van framing Zoals eerder al genoemd kan framing een grote invloed hebben op de manier waarop de lezer tegen de besproken situatie aankijkt. De specifieke framing van een gebeurtenis binnen een nieuwsbericht, zoals Operatie Olijftak dat onderdeel is van de Koerdische Kwestie, heeft hiermee invloed op de publieke opinie. Ondanks het feit dat uitspraken over het doel ofwel beoogde effect van de toepassing van framing met een zekere mate van voorzichtigheid uitgesproken moeten worden, is het zeer interessant hier verder op in te gaan. “Waarom maakt juist deze nieuwsbron voornamelijk gebruik van frame x en y?” en “Welke invloed heeft dit op de lezer van deze specifieke nieuwsbron?” zijn vragen die veel interesse opwekken en waarop wetenschappers die de interpretatieve benadering hanteren het antwoord trachten te vinden. Het Turkse Hürriyet beschrijft bijvoorbeeld enkel het aantal Turkse doden en gewonden en niet de gesneuvelden die van een andere afkomst dan het Turks zijn. Deze manier van het presenteren van informatie over het conflict door de Turkse krant kan tot een andere attitude leiden bij het Turkse publiek dan wanneer zij een meer gebalanceerd beeld van de situatie te lezen zouden krijgen. Dit zou in een vervolgonderzoek getoetst kunnen worden. Deze eenzijdige informatie, er wordt immers enkel over de Turkse burgers als slachtoffer van de situatie besproken terwijl dat logischerwijs niet kan gezien de verschillende betrokkenen binnen het conflict, kan als doel hebben het Turkse publiek ervan te overtuigen dat de andere partij de boosdoener is binnen de situatie. Het beoogde effect van deze specifieke framing betreft dan het negatief positioneren van de oppositie en het creëren van een nationalistisch gevoel onder de Turken. Een meer gebalanceerd beeld, waarbij doden en gewonden van zowel de Turken en Koerden genoemd zouden worden, zou de Turkse lezer in de richting van een veel objectievere positie ten opzichte van de situatie sturen. Binnen het Koerdische Rudaw wordt er een beeld geschetst van de situatie dat in vergelijking met Hürriyet een stuk alomvattender en objectiever is. Hoewel ook in deze nieuwsbron een nadruk ligt op de gewonden en doden van de Koerdische partij, wordt hier ook benoemd dat de oorspronkelijke bewoners van het gebied (zowel wel als niet genoemd of deze wel of niet Koerdisch zijn) getroffen zijn door het conflict.

Hiernaast is het interessant te bedenken wat het doel is van framing in de nieuwsberichten gepubliceerd door de Volkskrant, daar deze Nederlandse krant geen direct betrokken speler is binnen het conflict waarover de nieuwsuitingen gaan. Juist omdat de Volkskrant niet direct betrokken is zou gedacht kunnen worden dat deze een stuk objectievere berichten over de situatie in Noord-Syrië naar buiten zou brengen, het tegendeel is echter waar. Ook de Volkskrant maakt in zijn berichtgeving duidelijk gebruik van framing. Opvallend is dat deze framing meer vanuit het standpunt van het Koerdische Rudaw geschreven is dan vanuit het Turkse Hürriyet. In feite kan hiermee gesteld worden dat de Volkskrant een positie inneemt en daarmee meer partij kiest voor de Koerden dan de Turken en daarmee de Turken als verantwoordelijk voor de situatie acht. Dit doen zij bijvoorbeeld door meerdere keren het standpunt van de Koerdische Nederlander te beschrijven en hen aan het woord te laten zoals in voorbeeld 36.

35 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

(36) “Hani, een Afrin-Koerd die twintig jaar in Nederland woont, heeft de Volkskrant uitgenodigd voor een Koerdisch ontbijt in zijn Brabantse woning. Aan tafel schuiven dezelfde Afrin-vluchtelingen aan die zich begin februari in de krant uitspraken, toen het Turkse offensief tegen de Afrin-Koerden net bezig was. Het gezelschap is neerslachtig: de hele enclave is onder de voet gelopen, hun familie zit in de problemen. Ruim twee maanden geleden leefde nog de hoop dat de internationale gemeenschap de Koerden, die in een coalitie met het Westen tegen IS hebben gestreden, zouden bijstaan. Die hoop is verdampt. Peshmerge, sinds 2012 in Nederland: ‘Omdat Turkije lid is van de Navo en de Europese Unie een vluchtelingendeal met Erdogan heeft gesloten, kijkt iedereen de andere kant op. Geen enkel westers land heeft de Turkse actie veroordeeld. Ik ben bang dat gruweldaden, straffeloosheid en onverschilligheid over Afrin-slachtoffers het nieuwe normaal worden.’” (De Volkskrant, p63)

Het duidelijk innemen van een bepaalde positie binnen het conflict door de Volkskrant heeft natuurlijk een grote invloed op de Nederlandse burger, maar wat is precies de invloed hiervan op de attitude van de neutrale Nederlandse lezer van de Volkskrant? Met neutrale lezer wordt de lezer bedoeld die, afgezien van de informatie die hij via de Volkskrant tot zich krijgt, verder weinig tot niets van het specifieke conflict af weet. Hij gaat bijvoorbeeld ook niet zelf op zoek naar informatie of nieuws via andere kanalen zoals andere kranten, sociale media of websites op het internet. Wanneer deze neutrale lezer stukken van de Volkskrant leest zal hij meer in de richting van het Koerdische perspectief gestuurd worden dan in die van het Turkse perspectief, daar de Volkskrant meer Koerdische georiënteerd is. Het kan zijn dat dit ook werkelijk het doel is van de Volkskrant en dat zij op deze manier een grotere steun voor de Koerdische partij proberen te creëren. Het is echter de vraag of een krant van een partij die niet direct betrokken is bij het conflict deze zo vanuit één standpunt zou moeten schrijven. Er zou gezegd kunnen worden dat juist deze kranten een zo objectief mogelijk beeld van de situatie dienen te schetsen zodat hun lezers hier zelf een opinie over kunnen vormen en eventueel zelf op zoek kunnen gaan naar meer informatie, zoals Turkse en Koerdische bronnen, die hun opinie ondersteunen.

Een mogelijke toevoeging aan dit onderzoek is een onderzoek naar de publieke opinie betreffende de Koerdische kwestie en diens afzonderlijke gebeurtenissen, ieder in de betrokken landen. Dit zou uitgevoerd kunnen worden door opiniestukken en (social) media-uitingen over gebeurtenissen binnen de Koerdische kwestie te analyseren. Deze berichtgeving binnen de tijdsperiode waarin de Koerdische kwestie actief is, oktober 1923, zou dan binnen een diachroon onderzoek geanalyseerd worden. Door dit onderzoek te combineren met het eerder voorgestelde diachrone framingonderzoek kan onderzocht worden of de publieke opinie omtrent de Koerdische kwestie gedurende de jaren veranderd is en of framing binnen berichtgeving hierover hier wel of geen invloed op heeft gehad.

Een tweede beperking van dit onderzoek is dat enkel Nederlands- en Engelstalige berichtgeving aan onderzoek onderworpen is. Het gebruik van het Engels laat zien dat de Turkse en Koerdische nieuwsbronnen een internationale blik hebben en het voor de rest van de wereld mogelijk willen maken hun nieuws te kunnen lezen. Het is echter zeer interessant te onderzoeken of hetgeen zij in het Engels naar

36 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

buiten brengen overeenkomt met wat zij in de berichtgeving in de moedertaal, respectievelijk Turks en Koerdisch, publiceren. Dit zou in vervolgonderzoek bestudeerd kunnen worden.

Een ander voorstel tot uitbreiding van dit onderzoek betreft het uitbreiden van de nieuwsbronnen van de sociale actoren binnen de Koerdische kwestie, daar deze veel invloed kunnen hebben op het verloop van het conflict. Zoals uit het corpus bleek heeft Macrons uitspraak en Erdoğans reactie hierop een degelijke indruk gemaakt bij zowel de Volkskrant, Rudaw als Hürriyet. Het is daarom erg interessant ook een Franse nieuwsbron aan het onderzoek toe te voegen. Waar mogelijk kunnen ook nieuwsbronnen van andere sociale actoren binnen de Kwestie bijvoorbeeld Syrië, de Verenigde Staten en Iran.

37 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Literatuurlijst

Aydınlı, E. (2002). Between security and liberization: Decoding Turkey’s Struggle with the PKK, Security Dialogue 33 (2): 209-255.

Clausen, L. (2003). Global News Communication Strategies – 9.11.2002 around the World. Nordicom Review, 24 (2): 105–16. d ’Haenens, L. & De Lange, M. (2001). Framing of asylum seekers in Dutch regional newspapers. Media, Culture & Society, 23, 847-860.

Dimitrova, D. en Strömbäck, J. (2005). MISSION ACCOMPLISHED? Framing of the Iraq War in the Elite Newspapers in Sweden and the United States, GAZETTE: THE INTERNATIONAL JOURNAL FOR COMMUNICATION STUDIES 67 (5): 399-417.

Entman, R. Projections of Power. (Chicago, IL: University of Chicago Press, 2003). (https://archive.org/details/projectionsofpow00entm_0)

Entman, R. (1993). Framing: Toward Clarification of a Fractured Paradigm, Journal of Communication 43(4): 51–8.

Fairclough, N. (2003). Analysing Discourse, Textual Analysis for Social Research. London and New York: Routlegde Taylor & Francis Group.

Irredentisme. (z.d.). In Van Dale Online. Geraadpleegd op 24 mei 2018, via http://uu.vandale.nl.proxy.library.uu.nl/zoeken/zoeken.do

Kaliber, A. en Tocci, N. (2010). Civil Society and the Transformation of Turkey’s Kurdish Question, security Dialogue 41 (2): 191-215.

Lapidus, Ira M., A history of Islamic societies. Tweede editie (Cambridge, 2002).

McDowall, David, A modern history of the Kurds. Derde herziende editie (2004).

Revisionisme. (z.d.) In Van Dale Online. Geraadpleegd op 24 mei 2018, via http://uu.vandale.nl.proxy.library.uu.nl/zoeken/zoeken.do

Rochtus, D. Turbulent Turkije: Europese of Aziatische tijger? (Kalmthout, 2011).

Roy, S. (2012). Culturally unconscious: Intercultural implications of The New York Times

38 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

representation of the Israel–Palestine conflict in 2009 and 2011, The International Communication Gazette 74 (6):556-570.

Ryan, M. (2004). ‘FRAMING THE WAR AGAINST TERRORISM, US Newspaper Editorials and Military Action in Afghanistan’, GAZETTE: THE INTERNATIONAL JOURNAL FOR COMMUNICATION STUDIES 66 (5): 363- 382.

Semetko, H. en Valkenburg, M. (2000). Framing European Politics: Analysis of Press and Television News, International Communication Association (spring 2000): 93-109.

Turkish Anti-Terror Law Act No. 3713: Law to fight terrorism April 1991. http://www.icj.org/IMG/Turkey1991law.pdf

Turkse wet, sectie 81, law no. 2820.

Ülker, E. HOMOGENIZING A NATION: TURKISH NATIONAL IDENTITY AND MIGRATION-SETTLEMENT POLICIES OF THE TURKISH REPUBLIC (1923 – 1939). (BOĞAZİÇİ UNIVERSITY, 2003).

Yang, J. (2003). Framing the NATO Air Strikes on Kosovo across Countries: Comparison of Chinese and US Newspaper Coverage. Gazette 65: 231–49.

Yildiz, K. The Kurds in Turkey: EU accession and human rights (Londen, 2005). https://ebookcentral.proquest.com/lib/uunl/reader.action?docID=3386246&query=

Zürcher, E. J., Turkey: A modern history (Londen en New York, 2004).

39 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Bijlagen

Bijlage 1: Corpus

Bijlage 1.1 De Volkskrant

Turks offensief in noorden van Syrië maakt Koerden in Nederland ongerust

Sinds Turkije op 20 januari de aanval heeft geopend op de Syrische provincie Afrin, doen de Koerden in Nederland uit die regio geen oog meer dicht. Met smartphones zitten ze voor de televisie te wachten op elke snipper nieuws.

Janny Groen 4 februari 2018, 2:00 Nederlandse 'Afrin-Koerden' volgen gespannen de ontwikkelingen in hun geboorteregio. Foto John van Hamond Amina laat een filmpje zien op haar smartphone. Ze heeft het toegestuurd gekregen van haar familie in het dorpje Mirkan in de Syrisch-Koerdische regio Afrin, aan de zuidgrens met Turkije. Een paar gezinnen zitten met schreeuwende kinderen samengepropt in een donkere schuilkelder. Amina's nichtje vertelt dat in de buurt bommen vallen. Later wordt vanachter een raam ingezoomd op donkere rookwolken. 'Raketten', zegt Amina.

Ze is een van de acht 'Afrin-Koerden' die donderdag in een Brabantse huiskamer bijeenkomen om 'live', via hun smartphones, verslag te doen van de gebeurtenissen in hun regio. De Turkse regering is er twee weken geleden een offensief begonnen met als argument strijd te voeren tegen terroristen. Amina en haar vrienden willen aantonen dat er vooral burgerslachtoffers vallen.

In een Brabantse woonkamer volgen 'Afrin-Koerden' de gebeurtenissen in Syrië via televisie en telefoon. Van familie krijgen ze continue berichten door van wat zich daar afspeelt. Foto John van Hamond Doodsbedreigingen Wat zij vertellen, kan de Volkskrant zelf niet verifiëren, maar komt in grote lijnen overeen met een reportage van Robert Fisk in de regio, eerder deze week in The Guardian. Een meerderheid van de Tweede Kamer bekritiseerde minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra deze week, omdat hij het Turkse offensief nog altijd niet heeft veroordeeld.

De acht willen alleen met hun voornaam in de krant. Ze vrezen de agressie van Nederlandse 'Erdogan- Turken'. Die verstoorden de laatste week twee demonstraties van Koerden in Nederland. Dat zal ongetwijfeld weer gebeuren bij de demonstratie vandaag in Rotterdam, voorspellen ze. Peshmerge, een van de acht, krijgt ook doodsbedreigingen op Facebook, laat hij zien. 'Vieze vuile kankerterrorist, oprotten uit Nederland.'

40 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Amina's familie is deze week gevlucht naar de stad Afrin, in de hoop dat ze daar veiliger zijn. Amina: 'IJdele hoop. Woensdag werden ze ook daar bestookt met raketten. Twaalf stuks. Er vielen 13 gewonden. Een jongetje van 9 werd gedood. Allemaal burgerslachtoffers.'

Vanuit de Turkse provincie Hatay wordt het Syrische Afrin onder vuur genomen. Foto Hollandse Hoogte / Anadolu Agency Slecht slapen Vier jaar geleden vluchtte Amina vanuit de regio naar Nederland. Ze moet deze week examen doen voor het onderdeel Nederlands spreekvaardigheid voor de inburgeringscursus. Ze ziet ertegen op, is slecht voorbereid. Sinds de Turken op 20 januari Afrin begonnen te bombarderen, slaapt ze slecht. 'Misschien drie uur per nacht', zegt ze. Dag en nacht zit ze aan haar smartphone gekleefd.

In Afrin zijn leden van de Syrisch-Koerdische militie YPG actief. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan ziet hen als verlengstuk van de Koerdische PKK-beweging, die hij als terroristen beschouwt. Met Operatie Olijftak, zoals het offensief wordt genoemd, moet de YPG met wortel en tak worden uitgeroeid. Hani: 'De eerste doden van Olijftak waren geen Koerden, waren geen strijders, maar waren Arabische vluchtelingen uit Idlib.'

Hani vertelt dat nogal wat Arabische Syriërs op de vlucht voor IS en Assad in Afrin zijn opgevangen. Tot voor kort was het in de regio tamelijk rustig. Zolang hij in Nederland woont, heeft hij zich nooit zorgen hoeven maken over zijn familie. Nu is hij lamgeslagen. Hij kan zich maar moeilijk concentreren op zijn werk.

De acht Áfrin-Koerden' willen alleen met hun voornaam in de krant. Ze vrezen de agressie van Nederlandse 'Erdogan-Turken'. Die verstoorden de laatste week twee demonstraties van Koerden in Nederland. Foto John van Hamond Levensgrote televisie Het middelpunt in de woonkamer is een levensgrote televisie, afgestemd op de lokale Koerdische zender Ronahi die live uitzendt. In beeld komt Niyazi, 'de Gordon van Afrin', die zingt achter een reeks met kleurrijke vlaggen bedekte doodskisten. In een van die kisten ligt het lichaam van Niyazi's 17-jarige zoon. Een grote menigte zingt Koerdische strijdliederen. Betogers zwaaien met olijftakken en maken het V-teken.

Op Peshmerges telefoon verschijnt een digitale kaart met blauw gekleurde dorpen aan de grens met Turkije. De kaart is door de Koerden samengesteld op basis van Turkse, YPG- en VSL-bronnen. Blauw wil zeggen dat ze in handen zijn van de Turken, legt hij uit. Die grensdorpen zijn volgens hem het heftigst gebombardeerd door het Turkse leger. Daar hebben de inwoners het meest te verduren. Volledig verwoest Er heeft zich een soort kat-en-muis-spel afgespeeld, zegt hij. De strategie van YPG is Turkse militairen, die met Operatie Olijftak optrekken met het Vrije Syrische Leger (VSL), de dorpen binnen te lokken. De YPG- strijders houden zich schuil in de bergen. Van daaruit kunnen ze aanvallen of sluipschutters inzetten. De Turken trekken zich terug, om de dorpen vervolgens stevig te bombarderen. Vijftien grensdorpen zijn volledig verwoest. Die informatie hebben ze van Fahim, een kennis die werkt voor de lokale overheid. Elke dag wordt hij gebeld voor een update.

'Allahu Akbar' (Allah is de grootste), klinkt het uit Peshmerges smartphone. Hij toont een filmpje van VSL- strijders die met kalasjnikovs in de lucht schieten. Ze kondigen hun komst aan naar Afrin. 'We gaan de

41 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

varkens, de ongelovigen, we gaan jullie allemaal afmaken', schreeuwen ze. Dat duidt er volgens Peshmerge niet op dat ze alleen uit zijn op terroristen.

Foto de Volkskrant Voortdurende schoten Gebeld wordt naar het lokale Avrin-ziekenhuis. Chirurg Taymour krijgen ze niet aan de lijn. Hij is te druk met het amputeren van armen en benen. Uiteindelijk lukt het regeringsfunctionaris Fahim te pakken te krijgen. De verbinding is instabiel. Het lijkt alsof er voortdurend wordt geschoten. Volgens Fahim zijn er (tot donderdagmiddag) ruim honderd burgers, onder wie 20 kinderen en 50 YPG-strijders gedood. Er zijn meer dan 300 gewonden. Voedsel is nog in voldoende mate aanwezig. Maar er is, zegt Fahim, grote behoefte aan medische hulpmiddelen.

Met de komst van steeds meer vluchtelingen uit de dorpen, begint de stad Afrin uit haar voegen te barsten. De stad telt zo'n normaal rond de 200 duizend inwoners. Fahim: 'Nu zo'n 800 duizend, schat ik.'

Fatima, de zus van Hani, zet borden met druiven en kersen op tafel. Die blijven grotendeels onaangeroerd. Alle hoofden zijn gebogen over de smartphones. De een na de ander laat foto's zien. Van intimiderende Arabische teksten op een muur. Van eenzame betogers met spandoeken die hopen de aandacht van het Westen te trekken. Van een verminkt meisje. Van een dode baby, waar de hersenen gedeeltelijk uit zijn hoofd puilen. Op tv verschijnt het gezicht van de jonge Koerdische Avista Gabour, 'een heldin' die zichzelf heeft opgeblazen bij een Turkse tank.

'Allahu Akbar' (Allah is de grootste), klinkt het uit Peshmerges smartphone. Hij toont een filmpje van VSL-strijders die met kalasjnikovs in de lucht schieten. Ze kondigen hun komst aan naar Afrin. Foto John van Hamond Niet eerlijk Als de 80-jarige moeder van Amina het leven schetst in haar schuilkelder en opmerkt dat YPG-strijders ook 'onze kinderen' zijn, komt het gesprek op de veronderstelde Syrische banden met Turkse 'PKK-terroristen'. Natuurlijk, ze hebben sympathie voor Koerdische strijders in Turkije en in Noord-Irak. Ze voelen zich met hen verbonden. Maar deze oorlog is niet eerlijk, zeggen ze. Als de Turken een probleem hebben met de PKK, moeten ze het in eigen land uitvechten. Hani: 'En als ze het willen uitvechten met de YPG, laten ze er dan een grondoorlog van maken. Onze militairen zijn niet bang, laat ze maar komen. Maar stop met de bombardementen. Blijf weg van de burgers.'

Donderdagavond stuurt Peshmerge een tweet naar de Volkskrant die is verspreid onder correspondenten in het Midden-Oosten, onder anderen door de Nederlandse journalist Harald Doornbos. Horrorvideo Op een 'horrorvideo' is te zien hoe pro-Turkse Syrische rebellen bij Afrin een Koerdische strijdster doden, haar uitkleden, haar borsten afsnijden, op haar lichaam gaan staan en ondertussen onderling bediscussiëren of ze nu mooi is of niet.

Peshmerge heeft de video bekeken, hij is er ziek van. 'Kan je nagaan, zelfs Daesh heeft dat niet gedaan. IS heeft geen enkele Koerdische strijdster op deze manier gedood en verminkt.' DAM Volgens de Afrin-Koerden zijn de Turken erop uit de Meydanki-dam bij de stad Afrin te vernielen. Als die dam breekt, lopen zo'n 25 dorpen en een deel van de stad onder water. De dam wordt niet rechtstreeks gebombardeerd, vermoeden ze, zodat Ankara kan zeggen dat die 'zelf is bezweken'.

42 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Gevaarlijk eindspel rond Syrië: kleinste misstap kan leiden tot bredere oorlog - die echt niemand wil

Wirwar van botsende, kruisende en overlappende belangen Het schrikbeeld van een bredere oorlog in het Midden-Oosten doemt op nu het eindspel rond de burgeroorlog in Syrië wordt gespeeld.

Rob Vreeken 12 februari 2018, 20:24De neveneffecten van het eindspel rondom Syrië Foto afp Twee jachttoestellen en een helikopter werden afgelopen week uit de lucht geschoten boven Syrisch grondgebied. Israël, Turkije en Rusland waren de benadeelde partijen. Zien we hier het begin van een aanzwellende luchtoorlog, nu de strijd op de grond steeds meer beperkt is tot de laatste bolwerken van de rebellen en van Islamitische Staat? Nee. Maar betekenisvol zijn de incidenten wel. Het zijn de haast onvermijdelijke neveneffecten van het eindspel rond Syrië, de wedloop om invloedssferen en strategische posities, dat wordt gespeeld door externe partijen wier fysieke connectie met Syrië deels via de lucht bestaat.

Vijf zijn het er. Israël, dat probeert zijn grenzen te vrijwaren van het Iraanse gevaar. Turkije, dat zijn Koerdische vijanden aan gene zijde van zijn zuidgrens bestookt. Rusland en de Verenigde Staten, die met inzet van hun luchtmacht hun bondgenoten ter plekke bijstaan. En dan is er nog Iran, dat met man en macht het regime-Assad overeind houdt en daarmee zichzelf verzekert van een 'sjiitische halvemaan' die reikt tot aan de Middellandse Zee.

Het is een wirwar van botsende, kruisende en overlappende belangen waarin elke schermutseling, iedere vergissing, kan leiden tot een onbedoelde escalatie. 'Een bredere oorlog kan één misrekening verwijderd zijn', schreef de International Crisis Group donderdag. En dat net nu 'enkele van de zwaarste gevechten uit de hele burgeroorlog' worden geleverd, volgens een noodkreet maandag van VN-hulpcoördinator Ali al-Za'tari. Hij repte van honderden doden en gewonden, grote aantallen ontheemden en de vernietiging van civiele infrastructuur, waaronder ziekenhuizen. Dat speelt zich nota bene af in de 'deëscalatiezones' Idlib (noordwesten) en Oost-Ghouta (bij ).

Het schrikbeeld van een bredere oorlog doemde dit weekeinde ook op rond de grens tussen Israël en Syrië, nadat een Israëlische F-16 door een Syrische raket was neergehaald. Het was de eerste keer sinds 1982 dat een Israëlisch toestel werd neergeschoten door de Syrisch luchtafweer. Israël reageerde met ongekend zware strafbeschietingen. Opmerkelijk was de directe betrokkenheid van Iran, dat ter plekke gewoonlijk via Hezbollah opereert. Een Iraanse drone was het Israëlische luchtruim binnengedrongen, waarna de Israëlische luchtmacht de Iraanse lanceerinstallatie bij in Syrië vernietigde. Op de terugweg werd de Israëlische F-16 neergehaald.

Was dat iets noordelijker gebeurd, boven Syrië, dan waren de piloten mogelijk gevangengenomen, met alle gevolgen van dien. Israël staat pal voor zijn militairen. Dat zou zo'n misrekening zijn geweest die kan leiden tot een door geen van de partijen gewenste escalatie. 'Rusland, Israël, Iran, de VS: niemand wil een nieuwe oorlog', zegt Fabrice Balanche van Stanford University in Washington.

Rusland en Iran brengen de gestage versterking van de positie van Assad liever niet in gevaar, de VS zijn al blij wanneer ze zonder al te veel schade uit het wespennest komen. De Israëli's zijn erg bang dat Iran militaire bases en raketfabrieken in hun directe omgeving vestigt, maar voor hen is het genoeg als de oorlog in Syrië nog jaren doorgaat. Dan blijven zij in de luwte. Bovendien hebben Israël, de VS en Rusland deze zomer een akkoord gesloten over een bufferzone van 40 kilometer rond de Golanhoogte. De Russen zorgen ervoor dat Iran en Hezbollah daar weg blijven. Tot nu toe wordt de afspraak nageleefd, volgens Balanche.

Ook de twee andere toestellen werden deze week neergeschoten op plekken waar escalatie gaande is: een Russisch gevechtsvliegtuig bij Idlib en een Turkse helikopter in Afrin. Deze Koerdische enclave is een voorbeeld bij uitstek van de wirwar van belangen in deze fase van het eindspel. Turkije is vastbesloten de Koerdische militie YPG te verjagen uit het 'terreurnest' aan zijn zuidgrens en heeft daarvoor waarschijnlijk het groene licht gekregen van Moskou, omdat de Koerden met de VS blijven

43 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

samenwerken tegen Islamitische Staat. Tegelijk echter lijken de Koerden stilzwijgende steun te krijgen van de Syrische regering (bondgenoot van Moskou), die niets moet hebben van een Turkse invasie.

Persbureau Reuters meldde maandag dat het regime YPG-strijders uit andere delen van de Koerdische regio toestaat over Syrisch grondgebied naar Afrin te trekken om hun broeders en zusters bij te staan. 'Het regime doet een oogje toe', zei een YPG-commandant tegen Reuters. Het verhaal werd van Syrische kant bevestigd. In het oosten van Syrië echter raken de Koerden en het Syrische leger nog geregeld slaags om de controle over de provincie Deir al-Zor. Zo verwarrend kan het zijn.

Als de Amerikanen het al snappen, dan hebben ze daar niet zo veel aan, want hun positie in het eindspel is uitermate zwak. Hun vroegere oorlogsdoel - regime change - is al lang van tafel. Assad blijft en Moskou heeft het diplomatiek initiatief aan zich getrokken. Het huidige oorlogsdoel van de VS - het IS-kalifaat vernietigen - is bijna voltooid. Veel kaarten om uit te spelen hebben ze daarna niet over.

Voorstel Turkije aan VS om samen te patrouilleren bij het Syrische Manbij, Koerden moeten zich terugtrekken

President Erdogan heeft de VS voorgesteld om Turkse en Amerikaanse militairen gezamenlijk te laten patrouilleren in het gebied rond de Syrische stad Manbij. Ook moeten strijders van de Syrisch-Koerdische YPG, die door Ankara wordt beschouwd als een terreurgroep, het grensgebied met Turkije verlaten en zich terugtrekken ten oosten van de rivier de Eufraat.

Redactie 16 februari 2018, 11:53Amerikaanse eenheden bij Manbij in Syrië. Foto AFP Dit voorstel, aldus een Turkse regeringsfunctionaris, is voorgelegd aan de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Tillerson die twee dagen op bezoek is in Turkije.

Op deze manier zou volgens Ankara een militaire confrontatie in de komende weken tussen het Turkse leger en de Koerdische strijders kunnen worden voorkomen. Ook moet het voorstel ervoor zorgen dat de betrekkingen tussen Turkije en de VS, twee belangrijke Navo-bondgenoten, niet nog verder verslechteren.

Erdogan gaf het Turkse leger afgelopen maand opdracht een offensief te beginnen tegen YPG-strijders vlak bij de Turkse grens. Met behulp van tanks en gevechtsvliegtuigen werd in het noordwesten van Syrië, in de regio-Afrin, geprobeerd de Koerdische rebellen te verdrijven. Turkije ziet de YPG, die militair wordt gesteund door bondgenoot Amerika, als een verlengstuk van de Turks-Koerdische PKK-beweging. De regering-Erdogan wil al lange tijd dat de YPG zich terugtrekt ten oosten van de Eufraat. Ook dreigde Ankara dat het zou oprukken naar Manbij, dat zo'n honderd kilometer ten oosten van Afrin ligt.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Tillerson had donderdag een gesprek met de Turkse president Erdogan om de spanningen tussen beide bondgenoten te verminderen. Foto EPA Groeiende macht YPG De VS besloten vorig jaar een kleine groep Amerikaanse soldaten bij Manbij te stationeren om een Turks- Koerdische confrontatie te voorkomen. De stad werd in 2016 door onder anderen de Koerden veroverd op IS. De YPG is al jaren een belangrijke bondgenoot van de VS in de strijd tegen Islamitische Staat in Noord- Syrië.

Mede dankzij de strijdgroep kon, samen met gematigde soennitische rebellen, vorig jaar IS-hoofdstad worden veroverd. De coalitie waarin de YPG samenwerkt met pro-westerse soennitische strijders, het

44 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

SDF, is volgens Washington de meest effectieve strijdgroep tegen de jihadisten van IS.

De groeiende macht van de YPG zo dicht bij de grens met Turkije, is echter een doorn in het oog van Erdogan. Ankara is boos dat de VS de militaire hulp aan het door de Koerden gedomineerde SDF fors willen vergroten. De groep zou het grootste deel van de 550 miljoen dollar krijgen die de regering-Trump in de begroting voor dit jaar heeft gereserveerd voor de Syrische oppositie.

Volgens de Turkse functionaris bestuderen de VS het voorstel van Ankara. Amerikaanse regeringsfunctionarissen hebben zich nog niet uitgelaten over het plan. Tillerson en Erdogan hebben volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken wel een 'open en productief' gesprek gehad. Tillersons collega Cavusoglu benadrukte, na een gesprek met de Amerikaanse bewindsman, dat beide landen gezamenlijk kunnen optreden in het Syrische conflict zodra de YPG Manbij heeft verlaten.

Als Washington instemt met de stationering van Turkse militairen bij Manbij, kan dat tot een belangrijke doorbraak leiden in de pogingen de spanningen in het grensgebied te verminderen. Wel moet de regering- Trump dan nog wel de YPG overhalen om mee te werken aan het Turkse plan.

Een Turks militair konvooi donderdag op een weg bij het Syrische Idlib. Ankara wil de groeiende militaire en politieke macht van de Koerdische YPG aanpakken. Foto AFP

Turkije ontkent beschuldigingen van gifgasaanval op Syrische dorp Aranda

Turkije zegt nooit chemische wapens te hebben gebruikt in Syrië. De ontkenning volgt op beschuldigingen van Syrisch-Koerdische troepen dat het land een gifgasaanval heeft uitgevoerd in de regio Afrin. 'Dit zijn ongegronde beschuldigingen. Turkije heeft nooit chemische wapens gebruikt. We passen tot het uiterste op de burgers tijdens operatie Olijftak', zei een diplomaat.

Rob Vreeken 17 februari 2018, 16:04Een man wordt gehandeld voor ademhalingproblemen in een ziekenhuis in Afrin. Volgens de Koerdische YPG-militie zou dat komen door een gifgasaanval door Turkije.Foto afp Door de gifgasaanval zouden vrijdag zes mensen verstikkingsverschijnselen hebben opgelopen. Volgens een woordvoerder van de Koerdische YPG-militie in Afrin troffen de Turkse bombardementen het dorp Aranda, vlakbij de Turkse grens. Daarbij kregen zes mensen ademhalingsproblemen en andere symptomen die wijzen op het gebruik van gifgas. Het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten bevestigde het verhaal. De in Groot-Brittannië gevestigde organisatie baseert zich op lokale medische bronnen, die patiënten hadden behandeld met ademhalingsproblemen en vergrote pupillen. Het Syrische persbureau SANA citeerde artsen van het ziekenhuis in de regionale hoofdstad Afrin die ook melding maakten van overgeven en huiduitslag. Op filmbeelden uit het ziekenhuis was alleen te zien dat patiënten zuurstofmaskers droegen.

Turkije viel Afrin 20 januari binnen en krijgt daarbij hulp van Syrische rebellen. De Turken proberen in Afrin de Syrisch-Koerdische militie YPG te verdrijven. De militie krijgt steun van de Amerikanen in de strijd tegen Islamitische Staat. De YPG is volgens de Turken een deel van de PKK, die op de internationale lijst van terroristische groepen staat.

De Amerikaanse regering noemt het 'hoogst onwaarschijnlijk' dat Turkije chemische wapens heeft ingezet, zo meldt persbureau AP. Een medewerker van het Witte Huis zegt dat de Amerikanen op de hoogte zijn van de berichten maar dat ze die niet kunnen bevestigen.

45 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Turkse aanval verenigt Syrische Koerden en regering in Afrin

De Syrische Koerden en de Syrische regering hebben overeenstemming bereikt over samenwerking in de noordwestelijke enclave Afrin. Het Syrische leger zal binnen twee dagen eenheden naar Afrin sturen om de Koerdische militie YPG te helpen een offensief van het Turkse leger af te slaan. Een woordvoerder van het Koerdische bestuur in Afrin heeft dat zondag meegedeeld.

Rob Vreeken 18 februari 2018, 20:41Koerdische vrouwen rouwen om militairen die omkwamen bij de Turkse aanval op de stad Afrin in het noorden van Syrië. Foto afp Syrische eenheden zullen posities innemen langs de grens met Turkije. Het besluit tot samenwerking kan het Syrische leger in directe confrontatie brengen met de Turkse strijdkrachten en met hen samenwerkende Syrische rebellen.

Turkije begon vorige maand operatie Olijftak in een poging de YPG uit de enclave te verjagen. Het Turkse leger trok Afrin binnen en voert luchtaanvallen uit. De regering in Damascus beschouwt dit als een schending van de territoriale integriteit van het land. Complex Het regime en de Syrische Koerden, die ruim een kwart van het land in handen hebben, hebben een complexe verstandhouding. De twee partijen hebben elkaar in de burgeroorlog grotendeels met rust gelaten, maar in het oosten raken ze sinds een half jaar af en toe slaags om de controle over de provincie Deir al-Zor.

Ook heeft president Bashar al-Assad gezegd dat de Koerdische controle over het noorden van het land voor hem onaanvaardbaar is. De relatie tussen het regime en de Koerden zal voor een belangrijk deel bepalen hoe de politieke toekomst van het land eruit komt te zien. De Koerden zijn voorstander van een confederale structuur, met een ruime mate van autonomie voor de regio's en plaatselijke besturen. Bondgenoot De Syrische Koerden worden gesteund door de Verenigde Staten, die hen beschouwen als de meest betrouwbare en effectieve bondgenoot ter plekke in de strijd tegen Islamitische Staat. Amerikaanse troepen bevinden zich in de noordoostelijke Koerdische enclaves. In Afrin zitten ze niet.

Zwaarste bombardement op Damascus sinds jaren kost aan 130 personen het leven

Het Syrische leger zet bij de herovering van het laatste opstandige gebied in Damascus zware middelen in. President Assad lijkt niet terug te deinzen voor een herhaling van het humanitaire drama in Aleppo.

Rob Vreeken 20 februari 2018, 19:29Hulpverleners van Syrian Civil Defence in Damascus. Foto afp Een door rebellen gecontroleerde buitenwijk van de Syrische hoofdstad Damascus is ten prooi gevallen aan de zwaarste beschietingen sinds jaren. Bombardementen vanuit de lucht op Oost-Ghouta en aanvallen met artillerie door de Syrische strijdkrachten hebben de afgelopen dagen aan ongeveer 130 personen het leven gekost.

Tot de slachtoffers behoren ongeveer twintig kinderen, volgens het in Londen gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Unicef gaf dinsdag een uit tien lege regels bestaande verklaring uit. 'We hebben geen woorden meer om het lijden van de kinderen en onze woede te beschrijven', stelt de VN- organisatie in een voetnoot bij het blanco persbericht. Gewonden onder puin

46 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Op videobeelden uit het gebied is te zien hoe hulpverleners gewonden vanonder het puin vandaan trekken. Anderen zoeken in het donker wanhopig naar overlevenden. Volgens het Observatorium waren het de dodelijkste dagen in het gebied sinds 2015. In Oost-Ghouta, eigenlijk een verzameling wijken en dorpen, wonen zo'n 400 duizend mensen.

De escalerende strijd kan een herhaling worden van het humanitaire drama dat zich in 2016 afspeelde in de noordelijke stad Aleppo. Staffan de Mistura, de VN-gezant voor Syrië, heeft daar dinsdag voor gewaarschuwd. Terwijl Oost-Aleppo in puin werd geschoten, was de burgerbevolking maandenlang verstoken van primaire levensbehoeften. De verovering van Oost-Aleppo was de grootste overwinning van het regime van president Bashar al-Assad sinds het begin van de burgeroorlog in 2011.

Oost-Ghouta wordt al wekenlang door het regime bestookt. Volgens oppositiebronnen heeft het leger de afgelopen dagen versterkingen aangevoerd. Dat, tezamen met het opvoeren van de bombardementen, wekt de indruk dat een grootschalige poging van het regime aanstaande is om het sinds 2013 belegerde gebied in handen te krijgen.

De bombardementen op Damascus. Foto afp Gecontroleerd door opstandelingen Het is het laatste deel van de metropool Damascus dat nog wordt gecontroleerd door opstandelingen, enkele duizenden in totaal. De meesten behoren tot ultraconservatieve groepen als het Leger van de Islam en het Legioen van al-Rahman. Ook zijn aan Al Qaida gelieerde strijders actief.

De opstandelingen voerden dinsdag uit vergelding beschietingen met mortiergranaten uit op Damascus. Daarbij kwamen volgens het staatspersbureau minstens acht mensen om het leven. In sommige delen van de hoofdstad brak paniek uit. 'Granaten vallen als regendruppels', zei een inwoonster van Damascus telefonisch tegen persbureau AP.

Intussen kwam het in het noordwesten van Syrië dinsdag tot een eerste confrontatie tussen het Turkse leger en regeringsgezinde troepen die eerder op de dag de regio Afrin waren binnengetrokken. Volgens het Turkse staatspersbureau Anadolu trokken de Syrische eenheden zich terug na te zijn beschoten met artillerie, voornamelijk ter waarschuwing. Milities Waarschijnlijk ging het niet om Syrische regeringstroepen, maar om milities die samenwerken met het regime. Zij bewogen zich in een konvooi van ongeveer tien voertuigen. Zij waren naar Afrin gekomen om de Syrische Koerden te helpen de Turkse invasie te pareren.

'Dat dossier is voor het moment gesloten', zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan dinsdag. Hij suggereerde dat de pro-Syrische milities op eigen houtje opereerden. Een directe confrontatie tussen de legers van beide landen zou een ernstige escalatie van de oorlog betekenen.

Het Turkse leger, gesteund door Syrische rebellen, begon vorige maand een offensief om de Syrisch- Koerdische YPG-militie te verjagen uit het gebied. De Syrische regering beschouwt operatie Olijftak als een schending van de territoriale integriteit van het land.

Een verwoest gebouw. Foto afp Een woordvoerder van de YPG deelde zondag mee dat het bestuur van de Koerdische enclave een akkoord had gesloten met de Syrische regering over samenwerking tegen het Turkse leger. Later werd dat enigszins afgezwakt, maar de Koerden blijven benadrukken dat zij de komst van Syrische eenheden van harte

47 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

verwelkomen.

De Syrische staatstelevisie toonde dinsdag beelden van Syrische strijders die een Koerdische controlepost passeerden. Sommige regeringsgezinde militieleden scandeerden 'één Syrië, één Syrië'. Een YPG- woordvoerder zei dat de Syrische regering zijn plicht doet door manschappen te sturen. 'Die worden ingezet aan de grens en gaan deelnemen aan het verdedigen van de eenheid van het Syrische grondgebied.'

Wie grijpt de macht in Noord-Syrië, nu zeven jaar burgeroorlog de grensstreek uit elkaar heeft gereten?

Bloedbroeders vechten een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden In het Syrisch-Turks grensgebied vechten bloedbroeders een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden. In dat chaotische strijdtoneel trekt correspondent Ana van Es rond.

Ana van Es 23 februari 2018, 2:00Leden van de Militaire Raad van Manbij overleggen met elkaar. Zij worden gesteund door speciale eenheden van het Amerikaanse leger. Foto Mauricio Lima/The New York Times De akker van de oude Osman ligt achter de school, in de schaduw van Turkije. De schaduw komt van de muur die Turkije bouwde langs de grens, metershoog, van grijs beton. Sinds de muur hier staat zijn de akkers rondom het dorp niet meer veilig.

Azedin Osman, 65 jaar, vader van zeven kinderen, is alweer de derde die hier is doodgeschoten, op zondag 24 december 2017. Zijn dochter Mezgien stond voor de klas in de school die uitkijkt over de akker van haar vader. Twee schoten vanaf de grens en daar lag hij, dood tussen de uien. 'De kinderen zagen vanuit de klas mijn vader sterven.' Sluipgang In Sawsak, een dorp met 46 families langs een onverharde weg, weten ze dat elk moment opnieuw een slachtoffer kan vallen. Meerdere keren per week, als de avond valt, worden de leemkleurige huizen onder vuur genomen vanaf de Turkse legerpost aan de overkant van de grensmuur.

Niemand waagt zich nog op de akkers in de schaduw van Turkije. De bewoners verplaatsen zich in sluipgang over hun modderige erven. Ze parkeren de auto aan de zuidkant van hun huis, buiten het zicht van Turkije. Uit angst voor Turkse kogels krijgen de kinderen in Sawsak geen onderwijs meer. Na de dood van haar vader sloot Mezgien de school, om veiligheidsredenen.

'We zijn bang,' zegt haar broer Massoud. 'De Turken schieten op ons omdat wij Koerden zijn. Ze willen ons hier weg hebben.' Turki en Osman Wie grijpt de macht in Noord-Syrië, nu zeven jaar burgeroorlog de grensstreek uit elkaar heeft gereten? Tot ver in de 21ste eeuw was het eenvoudig: door het kale akkerland loopt een spoorlijn, die van Berlijn naar Bagdad, in de Eerste Wereldoorlog aangelegd door Europese mogendheden. De rails, zo bepaalden Europese diplomaten na de val van het Ottomaanse Rijk, vormt hier over honderden kilometers de grens.

Boven het spoor is Turkije. Aan de overkant ligt Syrië. Maar wat betekent deze landsgrens in de mist van zeven jaar Syrische burgeroorlog? De regio waar 'Turki' een Koerdische voornaam is en 'Osman' een gangbare achternaam, waar sommige Arabieren vloeiend Turks spreken omdat hun familie nu eens boven, dan weer onder het spoor woonde en elk Syrisch café Turks Efes- bier schenkt, is nu een internationaal kruitvat.

Sinds januari valt Turkije de grensstreek aan. Vooralsnog speelt de oorlog zich af in Afrin, een Koerdische enclave in het westen van Syrië. Maar de Turkse president Erdogan dreigt de hele grens te 'reinigen' van Koerdische milities. De Koerden splitsten zich vier jaar geleden af van de rest van Syrië, met hun niet- erkende staatje Rojava, ook wel aangeduid als 'ons democratische experiment'. Erdogan, die aanslagen vreest, spreekt over een 'kudde moordenaars'.

48 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Foto de Volkskrant Het grootste twistpunt is Manbij, een Arabische stad onder Koerdisch bewind. Erdogan wil Manbij 'teruggeven aan de rechtmatige eigenaren'. Wie hij bedoelt, is onduidelijk. Dit staat vast: als over Manbij geen akkoord wordt bereikt, dreigt een oorlog tussen Navo-bondgenoten. De stad is namelijk niet alleen het strijdtoneel van de drie bloedbroeders die elkaar hier van oudsher bevechten: Turken, Arabieren en Koerden. In een van de vele onbegrijpelijke wendingen van de Syrische burgeroorlog, patrouilleren in Manbij ook Amerikaanse militairen langs de Turkse frontlijn.

De tijd dat Erdogan in de Syrische hoofdstad Damascus een voor deze grensstreek cruciaal handelsakkoord sloot - 2004 - lijkt lang geleden. Zelfs de smokkel in rode Gauloises, die onder IS altijd stand heeft gehouden, loopt gevaar. De separatistische Koerden en de Syrische regering in Damascus hebben elkaar inmiddels gevonden op Whatsapp, maar zal dat een escalatie voorkomen? Graftombe van Suleiman Shah Vlak buiten Manbij, aan de oevers van de rivier de Eufraat, bevindt zich een monument dat de huidige Turkse opstelling in perspectief plaatst: de voormalige graftombe van Suleiman Shah, grootvader van Osman I, stichter van het Ottomaanse Rijk. Bij de toegangsweg naar de tombe verzamelen zich op een maandagmorgen in februari deelnemers aan een protestmars tegen de Turkse invasie in Afrin.

'Hier hebben we de Turken verjaagd,' wijst een jonge Koerdische vrouw. 'We zullen ze nu uit heel Syrië verjagen.' Wat wil het geval? Om de laatste rustplaats te bewaken van de Ottomaanse patriarch, had Turkije hier tot begin 2015 een heuse legerbasis met tientallen soldaten. Een aanval op de tombe, zei Erdogan indertijd, is een aanval 'op een Navo-lidstaat'. Toen IS oprukte, stuurde de Turkse president in het holst van de nacht een team special forces naar Syrië. Alles voor het redden van een 13de eeuws skelet.

Op het leeggehaalde graf prijken geschilderde doodshoofden: pas op voor mijnen.

Als een stad een posttraumatisch stressyndroom kan hebben, dan lijdt Manbij eraan. Bijna anderhalf jaar na het vertrek van IS, bedekken vrouwen nog steeds hun gezicht met zwarte niqaabs. Mannen laten salafistenbaardjes groeien. 'We zijn bang voor een nieuwe oorlog', zegt Adnan (27), een vluchteling uit Aleppo die een winkel bestiert in keukenspullen. 'We hebben nu al zeven jaar oorlog gehad en zijn heel moe.'

De Amerikaanse Lt. Gen. Paul E. Funk (links) nabij Manbij in het noorden van Syrië Foto ap Spanningen Welke groepen hier de afgelopen zeven jaar geweest zijn? In de oude souk ratelt een smid af: het Vrije Syrische Leger, Jabhat al Nusra, IS, en nu dus de SDF oftewel Syrian Democratic Forces, het Koerdische militieleger dat gesteund wordt door de Amerikanen. Hij hoort het zichzelf zeggen, slaat zijn hand voor zijn mond: 'Onder de SDF hebben we het heel goed hoor.'

Maar in Manbij zijn de spanningen tussen de Arabische bevolking en hun Koerdische bevrijders voelbaar. Het gaat al mis bij de begroeting, in Syrië hoeksteen van elk gesprek. 'Marhaba' ('hallo'), zeggen Koerden, waarop de Arabieren ineenkrimpen. Zij hechten aan het traditionelere 'salaam aleikum' ('vrede zij met u'). Zouden de Turken, die Koerden verachten, maar samenwerken met Arabische strijders van het Vrije Syrische Leger, hier misschien juist welkom zijn?

49 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Als antwoord loopt chirurg Ali Wali naar een balkon van zijn ziekenhuis en wijst naar beneden, naar de parkeerplaats, waar de littekens van Manbij zich tonen. Die kuil, nu half dichtgegooid: vrouw gestenigd. Boom met afgebroken takken: mensen opgehangen. Een hoog gebouw: mensen naar beneden gegooid. 'Veel IS-strijders zijn naar Turkije gevlucht. We zijn bang dat met de Turken de jihadisten terugkomen, en wraak nemen.'

Tekst gaat verder onder de afbeelding. Koerdische controlepost Bij het laatste Koerdische checkpoint ten noorden van Manbij versterken SDF-strijders, getraind door de Verenigde Staten, de stelling met zandzakken. Zo bizar kan een Syrische frontlijn zijn: de huurlingenlegers van twee Navo-bondgenoten staan hier tegenover elkaar. Je kijkt hier recht in de eerste Turkse post, bemand door het Vrije Syrische Leger. Ze bewaken de weg naar , een Syrische stad in Turkse handen sinds de zomer van 2016.

In Rojava, een niet-bestaand land zonder officiële grensovergangen, is smokkel verworden tot levenskunst. Neem de Turkcell-simkaarten waarmee de halve bevolking belt, omdat de Turken goede dekking bieden en het goedkoop bellen is met familie in Turkije. De simkaarten komen Rojava binnen via Jarabulus. 'Simkaarten zijn klein, dat doen de eigenaren van telefoonwinkels zelf', zegt Turki Mahmoud Malla. Hij weet ook eigenlijk niet waarom hij zo heet. 'Een Arabische oom van me heet ook Turki.' Turki doet in sigaretten uit Irak. In Jarabulus splitst de markt zich. Hayat Tahrir al Sham, het Syrische Al Qaida-filiaal, verkiest het lokale merk Akhtamar. 'Rode Gauloises gaan naar Turkije.' Hij maakt zich zorgen: onder IS was de handel beter.

Wat hebben de Turken achter dit checkpoint te bieden? Hoe is het leven in Jarabulus, waar Turkse vlaggen en afbeeldingen van Erdogan hangen?

Daar komt Mohammed, handelaar in cola uit Jarabulus. Hij vertelt wat iedereen hier zegt: in Jarabulus is het nu beter dan toen IS daar nog zat. Maar bij elk checkpoint van het Vrije Syrische Leger moet je flink betalen. Anders word je ontvoerd. 'Vroeger wilde het Vrije Syrische Leger nog revolutie maken. Nu hebben ze geen werk meer, behalve iedereen afpersen.'

Amerikaanse troepen kijken richting de Turkse grens in het noorden van Syrië, nabij Manbij Foto ap Ter bevestiging maken sommige chauffeurs een geldgebaar met hun vingers 'Het Vrije Syrische Leger, dat zijn huurlingen,' zegt een arts uit Jarabulus, Omar Mohammed Ibnahsin. Hij spreekt vloeiend Turks. Tot de Tweede Wereldoorlog woonde zijn familie boven het spoor, daarna verhuisden ze naar Syrië. Ter geruststelling: 'Het zijn Arabieren hoor, geen Turken.'

Ten zuiden van Manbij, bij het gehucht Abu Kef, staat een lange file. Het is de vredesmars tegen de Turkse invasie in Afrin. De Koerdische optocht staat al uren stil voor het eerste checkpoint van de Syrische regering. Zal het regime van de Syrische president Bashar al Assad de slagboom opendoen voor de Koerden?

Op het eerste gezicht lijkt het een krankzinnige onderneming. De optocht zit vol activisten die gezocht worden door een van de gevreesde geheime diensten in Damascus. Om nog maar te zwijgen over Koerdische jongemannen die hun dienstplicht in het Syrische leger ontduiken. Onder normale omstandigheden zouden deze jongelui bij het eerste regime-checkpoint voor jaren naar de kazerne worden gestuurd. Maar nu Noord-Syrië uit elkaar dreigt te vallen, lijkt het regime van Bashar al Assad ineens een betrouwbare partner van de Koerden. 'Nul problemen', lacht een Koerdische ambtenaar met een mysterieuze functie. Vanuit zijn auto met geblindeerde ramen stuurt hij sms'jes en vooral Whatsapp-berichten naar zijn collega's van het Assad-regime. Zijn overtuiging: het komt allemaal goed.

Na een uur of vier geschiedt het wonder: de eerste auto's passeren het checkpoint. Koerdische vlaggen, posters van gesneuvelde vrouwelijke strijders en olijftakken - de Turkse operatie in Afrin heet 'Olijftak' - moeten van de wagens. Verder krijgen de inzittenden vrije passage.

50 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Leunend op de motorkap wachten drie hoge Koerdische bestuurders hun beurt af met een kopje thee. Als dit terroristen zijn, zoals Turkije stelt, dan zien ze eruit als huisvaders uit de jaren vijftig: wollen spencers, te ruime kostuums, een vriendelijke lach die slechte tanden ontbloot. Over terrorisme gesproken: kunnen ze de lezers in Nederland misschien even uitleggen hoe het zit met de PKK, de SDF en de YPG? PKK, SDF en YPG De PKK is volgens Turkije én de Europese Unie een Koerdische terreurbeweging die actief is in Turkije. De SDF zijn de strijdkrachten die in Noord-Syrië IS hebben weggevaagd. Belangrijkste bestanddeel van de SDF is de Koerdische militie YPG. De YPG is de Syrische PKK, stelt Turkije.

Nou? 'De gedachte is één, maar ze zijn niet dezelfde organisatie', zegt Ahmed Fhikya, lokale voorzitter van Tevdem, een koepelorganisatie van Koerdische politieke partijen. 'Het is zoals de christenen in Frankrijk en de christenen in Duitsland.'

De militaire commandant van Manbij, Abu Adel, heeft in zijn kantoor een groot portret hangen van PKK- leider Abdullah Öcalan. 'Als jullie een probleem met de PKK hebben, moeten jullie dat oplossen met de PKK, want die zitten in een ander land, in Turkije.' Als de oorlog nog langer duurt, wil zijn vrouw van hem scheiden. 'Echt waar.' Verder is hij in zijn nopjes: de Amerikaanse troepen hebben laten weten dat ze Manbij zullen verdedigen bij een Turkse aanval. Drie humvees met de stars and stripes doken zelfs op bij de familie Osman in Sawsak. De Amerikanen maakten foto's van de bebloede papieren in de portemonnee van Azedin Osman. En van de munitie waarmee de oude boer op zijn akker is doodgeschoten - 7.62 millimeter volmantelkogels, zoals Navo-legers die overal ter wereld afvuren.

Achter een leemkleurig huis bidt een oude man zoals iedereen in het dorp dat doet: buiten het zicht van de grensmuur. Hij noemt zijn naam, zegt dan: schrijf die niet op. Hij heeft alles gezien en zijn conclusies getrokken. 'De Amerikanen zijn bang voor de Turken. Dan ben ik het ook.' VS en bondgenoten willen wapenstilstand in Syrië, om einde te maken aan 'slachting' in Oost-Ghouta Een door de Verenigde Naties bewerkstelligd bestand kan de bevolking van Oost-Ghouta korte tijd verlichting brengen, maar dat zal de geur van dood en vernietiging niet wegblazen. Het regime van president Bashar al-Assad lijkt vastbesloten de rebellenenclave nabij de hoofdstad Damascus weer in handen te krijgen, vroeger of later, linksom of rechtsom.

Niemand trekt zich wat van het staakt-het-vuren in Syrië aan: bombardementen in Oost- Ghouta 'zoals elke dag'

Voor het eerst sinds 2016 stemde de VN-veiligheidsraad dit weekeinde in met een staakt-het-vuren in Syrië. Maar de vechtende partijen - van milities in Oost-Ghouta tot Navo-lidstaat Turkije - trekken zich er vooralsnog niets van aan.

Ana van Es 25 februari 2018, 6:08 Rook stijgt op uit Oost-Ghouta na een luchtaanval door het Syrische regime op de late vrijdagavond. Foto afp Het leek een eensgezind en zelfs hoopvol besluit: zaterdagavond stemde de VN-veiligheidsraad unaniem in met een staakt-het-vuren in Syrië. Rusland, bondgenoot van de Syrische regering en bevoegd tot een veto, gaf uiteindelijk de cruciale ja-stem voor een wapenstilstand van 30 dagen in geheel Syrië. Het is voor het eerst sinds december 2016 dat het Kremlin zich hiertoe liet overtuigen.

VN-resolutie 2401 lijkt glashelder: in Syrië mag voorlopig niet gevochten worden, behalve tegen een handvol erkende terreurgroepen: Islamitische Staat (IS), Al Qaeda en haar lokale afsplitsingen. Maar de inkt was nog niet droog of alles liep fout. Want de praktijk voelt vrijwel geen enkele strijdende partij zich gebonden aan het bestand.

51 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Foto afp 'Hel op aarde' Directe aanleiding voor het staakt-het-vuren waren luchtaanvallen afgelopen week door het Syrische en Russische leger op Oost-Ghouta, een rebellenenclave ten oosten van de Syrische hoofdstad Damascus. Het gebied is sinds 2012 in handen van gewapende milities die gekant zijn tegen de Syrische president Bashar al Assad. Antonio Guterres, secretaris-generaal van de VN, omschreef Oost-Ghouta als 'de hel op aarde'.

Volgens Artsen zonder Grenzen zijn bij bombardementen op Oost-Ghouta afgelopen week 520 mensen omgekomen en 2.500 personen gewond geraakt. De VN gaat ervan uit dat er nog steeds 400duizend burgers wonen, die aan alles tekort hebben: van voedsel tot medicijnen. Het staakt-het-vuren is onder meer bedoeld om hulptransporten mogelijk te maken.

Foto reuters 'Bombardementen zoals elke dag' Maar het VN-bestand ten spijt, in Oost-Ghouta gaat de oorlog vooralsnog gewoon zijn gang. 'Het zijn bombardementen zoals elke dag', stelde een medewerker van hulporganisatie Save the Children zondag.

Door alle kampen in Oost-Ghouta wordt het staakt-het-vuren genegeerd. Het Syrische leger acht zich gelegitimeerd om terug te slaan zodra de rebellen 'één granaat' gooien. Daarvan was zonder meer sprake, want de rebellen openden zondag een tegenoffensief als reactie op aanvallen van Assad. Een belangrijke militie in Oost-Ghouta, het 'Leger van de Islam', stelt zondag op twitter zondag 70 'monsters' van Assad te hebben gedood - Syrische soldaten - met gruwelijke foto's en al.

Foto epa Ook Rusland en Iran gaan door Ook Rusland en Iran - bondgenoten van de Syrische president Assad - laten weten dat er geen reden is om het offensief in Oost-Ghouta te staken. De VN-resolutie laat namelijk ruimte voor het aanvallen van terroristen. Een van de kleinere milities in Oost-Ghouta is gelieerd aan Al Qaeda in Syrië.

Elders in Syrië blijkt het staakt-het-vuren eveneens een dode letter. Het gaat vooral om de enclave Afrin in het Noord-Westen van Syrië. Turkije voert hier sinds januari een offensief tegen de 'terroristen' van de Koerdische militie YPG. Daarbij zijn volgens het Britse onderzoeksbureau Airwars minstens 74 burgers gestorven.

Aanvankelijk meldde Turkije akkoord te zullen gaan met het door de VN opgelegde staakt-het-vuren. Maar

52 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

bij nader inzien vecht Turkije in Afrin gewoon verder, meldde plaatsvervangend premier Bekir Bozdag.

De Koerdische YPG roept op om de VN-resolutie te respecteren en hulpgoederen door te laten, maar lijkt de wapens ook niet neer te leggen.

Foto epa HET CHAOTISCHE STRIJDTONEEL DAT SYRIË HEET In het Syrisch-Turks grensgebied vechten bloedbroeders een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden. In dat chaotische strijdtoneel trekt correspondent Ana van Es rond. Wie grijpt de macht in Noord-Syrië?

In de vroegere IS-hoofdstad Raqqa keert met het eerste internetcafé het gewone leven terug. Maar hoe breekbaar de toestand in het oosten van Syrië nog is, blijkt verderop langs de Eufraat.

Wie strijdt nu precies tegen wie in Syrië? Het is eigenlijk heel simpel, maar...

The Big Picture Rob Vreeken en Arie Elshout becommentariëren beurtelings het buitenlandse nieuws. Deze week: de chaos in Syrië.

Rob Vreeken 2 maart 2018, 21:17Strijders van het door Turkije gesteunde Vrije Syrische Leger in Afrin. Foto reuters De situatie in Syrië lijkt met de week ingewikkelder te worden. Kun je nu eens helder uitleggen wat er aan de hand is? Ja, dat wil ik graag doen. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Het regime van Assad vecht tegen rebellen die hem weg willen hebben. Heel veel meer valt er niet over te zeggen. Maar de rebellen vechten toch ook met elkaar? Klopt. Vooral gematigde rebellen tegen extremisten. De extremisten vechten ook onderling. Maar IS vecht toch ook met de rebellen? Klopt, IS is tegen iedereen. Maar Assad vecht toch ook tegen IS? Klopt. Aanvankelijk liet het regime van Assad IS zijn gang gaan, maar dat is over. Maar ook de VS vechten toch tegen IS? Klopt. Het bestrijden van IS is sinds drie jaar hun belangrijkste doelstelling in Syrië. Maar de Amerikanen zijn ook tegen Assad? Terwijl ze allebei tegen IS vechten? Klopt. En tegen Al Nusra.

Lees verder onder het schema.

Maar ook de Koerden bestrijden IS toch?

53 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Klopt. Dat het kalifaat bijna verleden tijd is, is grotendeels aan de Koerden te danken. Daarom worden ze gesteund door de Amerikanen. Met de Russen staan ze trouwens ook op goede voet. Maar de Amerikanen wedijveren toch vooral met de Russen om invloed in Syrië? Klopt. De Amerikanen en de Russen moeten hun best doen niet rechtstreeks met elkaar in gevecht te raken. Laatst kwamen Russische huurlingen om bij een Amerikaans bombardement. Maar de Amerikanen zijn er toch vooral op uit de invloed van Iran in Syrië tegen te gaan? Klopt. Iran wil een 'as van verzet' creëren die tot de Middellandse Zee loopt. De VS moeten daar niets van hebben. Maar het is toch vooral Israël dat daar bang voor is? Klopt. Daarom voorzien sommigen een grote oorlog in Syrië tussen Israël en Iran. Onlangs vernietigde Israël een Iraanse lanceerinstallatie voor drones en schoot het Syrische leger een Israëlische F-16 uit de lucht. Maar wat we in Syrië zien - sji'ieten tegen soennieten - wordt toch vooral gevoed door de rivaliteit tussen Iran en Saoedi-Arabië? Klopt. Saoedi-Arabië is een belangrijke speler in de oorlog. De Saoedi's hebben altijd het radicale deel van de Syrische oppositie bewapend. Zoals nu ook in Oost-Ghouta. Maar Turkije speelt toch ook een grote rol? Klopt. Turkije ziet de Koerden als grootste gevaar. In Afrin vecht het Turkse leger tegen de Koerdische YPG. Het regime van Assad heeft milities gestuurd om de Koerden te helpen tegen de Turken. Maar Assad moet toch niets hebben van Koerdische autonomie? Klopt. Hij heeft de Koerden gewaarschuwd dat hij ze net als IS in de pan zal hakken als ze hun gebied niet opgeven. Maar Assad is dus én tegen de Koerden én voor de Koerden? Klopt. Net zo goed als de Koerden én tegen Assad zijn en met hem willen samenwerken. Zo zijn de Turken tegen Assad, terwijl ze in de diplomatie optrekken met Rusland en Iran, Assads bondgenoten. In de provincie Idlib werkt Turkije samen met het Syrische leger. Maar daar is toch allemaal geen touw aan vast te knopen? Klopt. Hoe staat Syrië er nu voor? Wie grijpt de macht in Noord-Syrië, nu zeven jaar burgeroorlog de grensstreek uit elkaar heeft gereten? (+) In het Syrisch-Turks grensgebied vechten bloedbroeders een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden. In dat chaotische strijdtoneel trekt correspondent Ana van Es rond.

Gevaarlijk eindspel rond Syrië: kleinste misstap kan leiden tot bredere oorlog - die echt niemand wil Het schrikbeeld van een bredere oorlog in het Midden-Oosten doemt op nu het eindspel rond de burgeroorlog in Syrië wordt gespeeld.

Het vrije Raqqa krabbelt overeind - zelfs het internetcafé is weer open (+) In de vroegere IS-hoofdstad Raqqa keert met het eerste internetcafé het gewone leven terug. Maar hoe breekbaar de toestand in het oosten van Syrië nog is, blijkt verderop langs de Eufraat.

Commandant bij het Syrische militieleger SDF: 'Europa, berecht je eigen IS-strijders' Europa maakt Noord-Syrië tot een dumpplaats van zijn jihadstrijders. Met die felle kritiek komt Redur Khalil, een hoge commandant van het door de VS gesteunde Syrische militieleger SDF. 'Ook Nederland doet niks.

Uit angst voor Erdogan zwijgt het Westen over de honderden doden in het Syrische Afrin

Turkse strijdkrachten hebben vrijdagavond opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op de door de YPG gecontroleerde Syrische stad Afrin. Volgens de Syrisch-Koerdisch milities is het enige grote ziekenhuis gebombardeerd. Negen mensen zijn daardoor om het leven gekomen. Het Syrisch Observatorium voor Mensenrechten bevestigde het bericht en zei dat het dodental in de laatste 24 uur is gestegen tot 27, onder wie zeven kinderen. Net als Oost-Ghouta kan de Syrische stad Afrin elk moment vallen.

Het Turkse leger heeft de stad omsingeld, er vielen al honderden doden. Maar het Westen zwijgt, uit angst voor een botsing met Erdogan. Lees hier de analyse terug van onze correspondent.

54 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Ana van Es 15 maart 2018, 23:23Inwoners ontvluchten Afrin met hun bezittingen op een truck. Het dodental in de stad ligt inmiddels rond de 230. Foto reuters Dit verhaal gaat over een belegerde stad in Syrië. In de stad zijn dagelijks luchtaanvallen. De stad is omsingeld door een groot en professioneel leger, met steun van plaatselijke milities. Honderden mensen kwamen de afgelopen weken om het leven. Duizenden willen vluchten, maar kunnen nauwelijks weg. Voor hun leven wordt gevreesd. Nee, dit gaat niet over Oost-Ghouta, waar donderdag duizenden inwoners vluchtten terwijl het leger van de Syrische president Assad de genadeslag levert aan extremistische rebellen. Dit gaat over die andere, vergeten oorlog in Syrië: Afrin, de stad in het noorden waar Turkije de Koerdische militie YPG aanvalt. Ook Afrin staat op het punt te vallen, mogelijk binnen enkele dagen.

Deze week is Afrin geheel omsingeld. Donderdag deed het Europees Parlement tevergeefs een smeekbede aan de Turkse president Recep Erdogan om de opmars te staken. 'Heb geen hoop', zei Erdogan. 'We gaan hier niet weg tot het werk gedaan is. Het Europees Parlement heeft niets te zeggen tegen Turkije en alles hierover gaat het ene oor in, het andere uit.' De oorlog in Afrin en die in Oost-Ghouta lijken op elkaar. Op sociale media circuleren foto's van burgerslachtoffers die zo uit Oost-Ghouta zouden kunnen komen: gedode kinderen, een kleuter in een ziekenhuisgang die zijn moeder moet missen, rijen gewonden, zwarte rook boven verwoeste huizen. Onlangs stemde de VN-Veiligheidsraad unaniem in met het staakt-het-vuren dat onverkort van toepassing was op beide gebieden. Even onverkort wordt deze wapenstilstand door alle partijen genegeerd.

Maar Afrin krijgt internationaal minder aandacht dan de oorlog in Oost-Ghouta. Dat heeft een eenvoudige reden: deze oorlog is minder dodelijk. Afrin en Oost-Ghouta hebben bijna evenveel inwoners, maar het dodenaantal ligt in Afrin ruim vijf keer lager: rond de 230 volgens de Koerdische autoriteiten, tegen meer dan duizend in Oost-Ghouta. De stilte komt echter vooral doordat veel westerse landen geen openlijke confrontatie willen met Turkije. Op Assad is het gemakkelijk kritiek hebben: in het Westen geldt hij als paria. Erdogan daarentegen is van een ander kaliber: een Navo-bondgenoot en partner in een voor Europa cruciale vluchtelingendeal. Een discussie over een paar honderd Syrische doden voelt dan al gauw ongemakkelijk.

'Uit gevoerde gesprekken blijkt dat er onder de leden van zowel de EU als de Navo geen draagvlak is om Turkije gezamenlijk aan te spreken op de onderbouwing van het beroep op zelfverdediging', schrijven ministers Sigrid Kaag en de pasbenoemde Stef Blok woensdag in een opmerkelijke brief aan de Tweede Kamer. Nederland maakt zich zorgen, want het Turkse offensief 'bemoeilijkt' de strijd tegen IS. De Koerdische strijders die eerder IS bevochten bij Deir al-Zor zitten nu namelijk in Afrin.

Lees verder onder de graphic.

Foto de Volkskrant De YPG Turkije vecht in Afrin tegen de YPG, een machtige Koerdische militie. 'Terroristen', stelde een Turkse minister donderdag. De YPG is ideologisch verwant aan de Turkse PKK, die internationaal inderdaad staat aangemerkt als terreurorganisatie. Maar de YPG zelf geldt in Europa niet als terreurorganisatie. Sterker: dit is juist de belangrijkste bondgenoot van het Westen in de strijd tegen IS, gesteund door de VS.

De vraag is dus: waarom valt Turkije Afrin aan? Na een verzoek vanuit de VN-Veiligheidsraad - onder meer gesteund door Nederland - om te onderbouwen waarom deze oorlog nodig is, overlegde Erdogan Turkse nieuwsberichten waarin staat dat niet hij, maar de YPG als eerste aanviel. 'Gebrekkige informatie', aldus Kaag en Blok.

55 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Na de val van Afrin lijkt het onwaarschijnlijk dat het Turkse leger uit Syrië vertrekt. Turkse ministers refereren aan een geheimzinnige deal voor een Turks-Amerikaanse 'veilige zone' in de stad Manbij, eerder door de Koerden heroverd op IS. De Koerdische strijders moeten daarbij vertrekken. De Amerikanen, die vorige maand in Manbij nog openlijk met de Koerden op patrouille gingen, reageren inmiddels zoals in deze oorlog gebruikelijk lijkt: door te zwijgen.

Afrin gevallen - Turkse tanks rijden door Koerdische stad

Het Turkse leger en Syrische rebellen hebben zondag de Syrische stad Afrin goeddeels in handen gekregen na een langdurig offensief tegen Koerdische strijders. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zei dat het stadscentrum 'volledig onder controle' staat van de overwinnaars.

Redactie 18 maart 2018, 14:13Een Turkse tank rijdt de Koerdische stad Afrin binnen. Foto afp Op foto's en video's is te zien dat Turkse vlaggen wapperen in de straten van Afrin, enkele tientallen kilometers ten zuiden van de Turkse grens. Andere beelden tonen de vernieling van een standbeeld van een Koerdische verzetsheld door een bulldozer.

Volgens Erdogan zijn 'de meeste terroristen met de staart tussen de benen gevlucht'. Hij doelde op strijders van Koerdische militie YPG die in de noordelijke Syrische stad aan de macht waren. Turkije beschouwt de YPG als een verlengstuk van de verboden partij PKK. Volgens Erdogan rest nu nog het verwijderen van mijnen en het verjagen van de laatste groepjes strijders. Guerilla-oorlog Anders dan de president beweert, zou de YPG nog felle weerstand bieden. Dat meldde zondag het Observatorium voor de Mensenrechten, een in Londen gevestigde organisatie die zich baseert op bronnen in het gebied. Ook de rebellen zelf zeiden van geen opgeven te willen weten. 'Onze strijd is een nieuwe fase ingegaan', aldus de YPG, die een guerilla-oorlog in Afrin aankondigde. Volgens een woordvoerder heeft president Erdogan te vroeg gejuicht. 'Hij strooit zand in de ogen van het Turkse publiek en de wereld.'

Volgens het Observatorium zijn de afgelopen dagen meer dan 150 duizend inwoners op de vlucht geslagen. Circa 300 burgers zouden in de strijd zijn gedood. De regering in Ankara ontkent dat. Ook spreekt Turkije tegen dat het eerder dit weekeinde een ziekenhuis in Afrin bombardeerde. Het Wereldvoedselprogramma, een VN-organisatie, heeft buiten de stad enkele opvangcentra ingericht voor vluchtelingen. Mogelijke confrontatie met Amerikanen Volgens de Turkse regering zijn meer dan 3.500 'terroristen' om het leven gekomen sinds het offensief, 'Operatie Olijftak' genoemd, twee maanden geleden werd ingezet. Ankara wil tot elke prijs voorkomen dat aan de Turks-Syrische grens een 'Koerdische zone' ontstaat, die een inspiratiebron kan vormen voor Koerden in Turkije die al decennia naar een eigen staat streven.

Politieke en militaire analisten houden er rekening mee dat Turkije nu zal oprukken naar een ander Koerdisch bolwerk in Syrië, het oostelijker gelegen Manbij. Het zou tot een rechtstreekse confrontatie kunnen leiden tussen Turkse troepen en Amerikaanse militairen die in Manbij YPG-strijders terzijde staan. Washington ziet hen als belangrijke bondgenoten in de strijd tegen de terreurgroep Islamitische Staat (IS). De verhoudingen tussen de Navo-bondgenoten Turkije en de VS zijn ernstig verstoord sinds Turkse troepen Syrië binnenvielen. Op hun beurt zijn de Turken ontstemd over de samenwerking van de Amerikanen met YPG-milities. Syrisch/Russisch offensief De strijd om Afrin valt samen met een hevig Syrisch/Russisch offensief tegen rebellen in Oost-Ghouta, een voorstad van de hoofdstad Damascus. Ook daar zijn de afgelopen dagen burgers in groten getale het strijdtoneel ontvlucht. Humanitaire hulp bereikte hen slechts mondjesmaat. Het Syrische leger zou inmiddels zo'n 80 procent van het gebied in handen hebben. Dit weekeinde verschenen in Syrische media beelden van president Assad, sprekend met inwoners van het heroverde gedeelte van Oost-Ghouta.

56 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Inwoners van Afrin rennen voor hun leven, weg van de explosies in de stad. Foto afp Sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog in 2011 zijn meer dan een half miljoen mensen, veelal burgers, om het leven gekomen. Uit angst voor Erdogan zwijgt het Westen over de honderden doden in het Syrische Afrin Turkse strijdkrachten hebben vrijdagavond opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op de door de YPG gecontroleerde Syrische stad Afrin. Volgens de Syrisch-Koerdisch milities is het enige grote ziekenhuis gebombardeerd. In 24 uur steeg het dodental tot 27. Het Turkse leger heeft de stad omsingeld, er vielen al honderden doden. Maar het Westen zwijgt, uit angst voor een botsing met Erdogan. Lees hier de analyse terug van onze correspondent.

Wie strijdt nu precies tegen wie in Syrië? Het is eigenlijk heel simpel, maar... Rob Vreeken legt het uit in deze aflevering van The Big Picture.

In het Syrisch-Turks grensgebied vechten bloedbroeders een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden. In dat chaotische strijdtoneel trekt correspondent Ana van Es rond.

Turkije blijft strijden tegen Koerden en breidt offensief uit naar oosten van Afrin

Turkije zal de militaire operaties tegen de Koerdische milities in het noorden van Syrië voortzetten en uitbreiden tot gebieden op honderden kilometers ten oosten van Afrin, waar het Turkse leger op dit ogenblik een offensief uitvoert. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft dat maandag gezegd.

Rob Vreeken 19 maart 2018, 18:40Zondag hesen Turkse militairen de Turkse vlag in het centrum van Afrin, hoofdstad van de gelijknamige regio. Foto afp Eerder al had Erdogan aangekondigd de 'terroristen' van de militie YPG te willen verdrijven uit Manbij, een stad ten westen van de Eufraat. Maandag noemde hij als toekomstige doelwitten van de operatie ook de steden Kobani, Ras al-Ayn en Kamishli. 'We gaan door tot de hele corridor is opgeruimd', zei Erdogan. Een Turkse aanval op Kamishli zou betekenen dat Turkije de militaire operatie tegen de Koerdische milities uitbreidt tot de gehele Koerdische regio in het noorden van Syrië. Kamishli ligt op 60 kilometer van de Iraakse grens.

Turkije zegt al jaren niet te kunnen leven met de aanwezigheid van Koerdische 'terreurnesten' aan zijn zuidgrens. De Turken beschouwen de Syrisch-Koerdische partij PYD en haar militie YPG als mantelorganisaties van de Turks-Koerdische organisatie PKK, die ook in Europa en de VS op de terreurlijsten staat. Erdogan sloot zelfs niet uit ook te zullen optreden tegen Koerdische strijders in Noord- Irak, rond de stad Sinjar. Volgens Turkije is dat een bolwerk geworden van met de PKK samenwerkende Koerden. Als de regering van de Iraaks-Koerdische regio niet tegen hen optreedt, zei hij, zal Turkije dat zelf moeten doen. Symbolische betekenis Kobani heeft voor de Koerden grote symbolische betekenis. In september 2014 slaagde Islamitische Staat er bijna in de stad op de Koerden te veroveren. In een voor de Koerden heroïsch tegenoffensief, met steun van Koerden uit Turkije en Irak alsook van de Amerikaanse luchtmacht, werd de aanval van IS afgeslagen. Het was het begin van het einde van IS in het noorden van het land.

Uitbreiding van Operatie Olijftak tot Kobani en andere steden in Noord-Syrië zou het Turkse leger in confrontatie kunnen brengen met de Verenigde Staten, die speciale militaire eenheden in de Koerdische

57 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

regio hebben gelegerd. De Amerikanen zien de Koerdische milities als hun meest betrouwbare en effectieve bondgenoot in de strijd tegen IS in Syrië. Guerilla Amerikaanse bescherming van de Koerden tegen een Turks offensief is echter minder zeker geworden, nu Washington niets heeft gedaan om te voorkomen dat de Turkse strijdkrachten samen met rebellen van het Vrije Syrische Leger (FSA) de noordwestelijke enclave Afrin innamen. Zondag hesen Turkse militairen de Turkse vlag in het centrum van Afrin, de hoofdstad van de gelijknamige regio.

President Erdogan liet weten dat 'de meeste terroristen met de staart tussen de benen waren gevlucht'. De YPG stelde dat de strijd 'een nieuwe fase is ingegaan'. Het verzet tegen de Turkse troepenmacht zou als guerrilla worden voortgezet.

De gevechten in Afrin hebben een grote uittocht van burgers op gang gebracht. Meer dan 200 duizend mensen hebben huis en haard verlaten en verblijven in de directe omgeving in de open lucht, zonder voedsel en water, volgens een woordvoerder van het Koerdisch bestuur in Afrin. 'De mensen slapen in hun auto's, anderen slapen onder de bomen met hun kinderen', zei Hevi Mustafa telefonisch tegen persbureau Reuters. In de hele enclave wonen naar schatting 400 duizend mensen, de meesten van hen Koerden. De ontheemden kunnen vrijwel geen kant op. Ten noorden van Afrin ligt Turkije. Gaan ze naar het oosten, dan komen ze in gebied dat wordt gecontroleerd door het Turkse leger en met de Turken samenwerkende rebellen. Naar het zuiden ligt Idlib, een gewelddadige provincie waar extremistische opstandelingen dominant zijn.

Het Internationale Rode Kruis (ICRC) heeft maandag toegang geëist tot Afrin. Volgens de organisatie kan de hulpverlening niet worden overgelaten aan de Turkse tak van de Rode Kruis-familie. 'De geloofwaardigheid van het Turkse Rode Kruis onder de Koerdische bevolking is vrijwel nul', zei ICRC-voorzitter Peter Maurer in Genève na terugkeer van een reis van twee weken naar Syrië, Irak en Iran.

Volgens het in Londen gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten wordt in de stad Afrin geplunderd door leden van met de Turken samenwerkende Syrische rebellengroepen. Winkels, woningen en auto's zijn het doelwit van de plunderaars.

Koerdische strijders die IS uit Europa hielden, dreigen nu slechts wisselgeld te worden in Manbij

De Koerden vochten om IS uit Europa te houden. Maar waar is Europa nu ze zelf onder vuur liggen?

Beri Shalmashi 21 maart 2018, 2:00Door Turkije gesteunde strijders bij een Koerdisch standbeeld, voordat het wordt neergehaald. Foto AP De afgelopen jaren stonden de Koerden in Syrië en Irak op de grootste bühne van de wereld als de belangrijkste boots on the ground in de strijd tegen IS. Zelfs de modebladen stonden vol van Koerdische meisjes die in de lokale legerkledij het front bestormden alsof het een catwalk was. Het was de ultieme kans om te laten zien hoe onoverwinnelijk de Koerden zijn. Tot we weer werden verraden. De oorlog tegen IS was net begonnen, ik zat in de auto met een goede vriend, misschien een half uur van het front vandaan. Hij was peshmerga en tijdens zijn verlof keerde hij terug naar de stad om geld te verdienen als taxichauffeur. Die rit zou hij mij naar het vliegveld brengen in Erbil, in Noord-Irak, dat inmiddels is gesloten als antwoord van de autoriteiten in Bagdad op de Koerdische behoefte aan onafhankelijkheid.

Normaal duurt de rit naar het vliegveld niet zo lang, maar deze keer kroop de auto over het asfalt. Alsof mijn vriend ons afscheid wilde rekken. Hoe zeg je 'tot ziens' tegen iemand als jij terug mag naar Europa en hij terug naar het front om namens het hele Westen IS te bevechten? Ik vertelde hem dat iedereen in Nederland trots op hem was, dat de overheid helmen ging sturen en misschien zelfs F-16's om vanuit de lucht te helpen met de strijd op de grond. Hij vertelde mij dat, elke keer als hij naar het front vertrok, zijn dochtertje zich met haar armen om zijn been aan hem vastklampte. En elke keer was het misschien voor het laatst.

58 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Beri Shalmashi is scenarist, regisseur en publicist. Hij was een held, maar wel een met een houdbaarheidsdatum. Die zou verlopen zodra het onkruid dat zichzelf IS noemt, zo goed als helemaal uitgeroeid zou zijn. Want dan, zo leert de geschiedenis ons, kunnen Koerden altijd weer de pot op met hun eigen wensen.

Zondag werd het Syrisch-Koerdische Afrin ingenomen door Turkse troepen. De wereld, die voor ons klapte, onze strijders zachtjes op de schouders tapte, kijkt van een veilige afstand toe hoe de Turken en de pro- Turkse islamistische milities de Koerden verslinden, als zijn ze beesten. Ze storten zich op karkassen, dansen op de stapels botten, de restanten van een naïeve, doch terechte droom om simpelweg te mogen bestaan.

Afrin was ingedeeld bij de Russen, die over het gebied moesten waken, en Rusland gaf het weg aan Turkije, door zich twee maanden geleden terug te trekken en Erdogan vrij spel te geven bij het verpletteren van de Koerden. President Poetin gooide Afrin in de koude armen van een dictator die liever met IS samenwerkt tegen de Koerden, dan met de Koerden tegen IS. Naar schatting sloegen zo'n 150 duizend burgers op de vlucht uit Afrin sinds de stad en omliggende dorpen werden aangevallen. En daar houdt het voorlopig niet op.

Want terwijl de coalitie tegen IS met inmiddels een stijve nek de andere kant opkijkt, heeft Turkije - dat land waarmee de Europese Unie een kostbare vluchtelingendeal sloot - de ogen op Manbij gericht. Daar wonen Koerden en Arabieren in relatieve vrede en veiligheid, dankzij de lokaal opgezette Manbij Military Council onder toezicht van de Amerikanen.

Een doorn in het oog van Erdogan, die na Operatie Olijftak onder het mom van 'terrorismebestrijding' alweer broedt op zijn volgende moordlustige uitstapje. Als de Amerikanen zo fout en zo achteloos zijn om Manbij aan Erdogan en zijn horde over te dragen, zullen de andere aasgieren in Syrië, waaronder Iran, ook meteen neerstrijken om de botten af te kluiven en de grond te herverdelen over de hoofden van de burgers die niks meer te zeggen hebben over hun eigen land. Het was al niet je van het in Syrië en Irak, maar de Koerden waren er ondanks IS en aanverwante zaken aardig op weg naar stabiliteit na een geschiedenis van verraad - soms van zichzelf als effect van verdeel-en- heerspolitiek, en altijd weer door anderen.

Het Verdrag van Lausanne (1923), de genocide in Dersim (1937-38), het einde van de Republiek Mahabad (1946), Saddam Husseins Anfal-campagne (1986-89), Saddams gifgasaanval op Sardasht (1987), de verwoesting van de oude binnenstad van Diyarbakir (2015), de daden van de ayatollahs (vanaf 1979), de verkrachtingen door IS (vanaf 2014), de quarantaine na het onafhankelijkheidsreferendum vorig jaar in Erbil, de roof van Afrin. Al die pijn staat met lange nagels op de ziel van elke Koerd gekrast. We zijn al honderd jaar het wisselgeld bij internationale zaken. Onze pijn, immer alleen onze pijn. Onze strijders, de wegwerphelden. Onze doden, ons land, ons verdriet, blijkbaar irrelevant. We hielden IS uit Europa om er zelf door te worden verslonden. Uit angst voor Erdogan zwijgt het Westen over de honderden doden in het Syrische Afrin Turkse strijdkrachten hebben vrijdagavond opnieuw luchtaanvallen uitgevoerd op de door de YPG gecontroleerde Syrische stad Afrin. Volgens de Syrisch-Koerdisch milities is het enige grote ziekenhuis gebombardeerd. In 24 uur steeg het dodental tot 27. Het Turkse leger heeft de stad omsingeld, er vielen al honderden doden. Maar het Westen zwijgt, uit angst voor een botsing met Erdogan. Lees hier de analyse terug van onze correspondent.

Wie strijdt nu precies tegen wie in Syrië? Het is eigenlijk heel simpel, maar... Rob Vreeken legt het uit in deze aflevering van The Big Picture.

In het Syrisch-Turks grensgebied vechten bloedbroeders een verbeten burgeroorlog uit: Turken, Arabieren en Koerden. In dat chaotische strijdtoneel trekt correspondent Ana van Es rond.

59 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Macron bemoeit zich met conflict tussen Turkije en Koerdische strijders

Frankrijk wil bemiddelen in het conflict tussen Turkije en Koerdische strijders dat zich momenteel afspeelt in het noorden van Syrië. Turkije probeert sinds januari met een militair offensief de Koerdische milities uit het gebied te verdrijven.

Redactie 30 maart 2018, 7:00 Syriërs vluchten uit Afrin. Foto AFP De Franse president Emmanuel Macron heeft een ontmoeting gehad met de Syrisch-Koerdische partij PYD en haar militaire afdeling, de YPG. Macron hoopt dat de milities en Turkije met elkaar in gesprek zullen gaan. Hij heeft tijdens de ontmoeting onder meer zijn dank uitgesproken voor de rol die PYD, een bondgenoot van de VS, heeft gespeeld in de strijd tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS). Zowel Frankrijk en de VS hebben de milities van wapens voorzien tijdens die strijd. Koerdische officials zeiden na de ontmoeting dat Macron heeft toegezegd meer troepen naar het gebied te sturen, maar de Franse regering wilde hier niet op reageren. De Turkse minister-president Recep Tayyip Erdogan lijkt vooralsnog niet geïnteresseerd in een gesprek met de milities. De Turkse regering beschouwt zowel de Syrisch-Koerdische partij PYD haar militie YPG als mantelorganisaties van de Turks-Koerdische PKK. Deze groepering staat ook in Europa en de VS op terreurlijsten. Afrin Turkije verdreef eerder deze maand Koerdische strijders uit de Syrisch-Koerdische stad Afrin, hoofdstad van de gelijknamelige noordwestelijke regio. De gevechten brachten een uittocht van burgers op gang. Meer dan 200 duizend mensen verlieten hun huizen en verblijven in de omgeving van de stad in de open lucht, veelal zonder directe toegang tot voedsel en water. De meeste inwoners van het gebied zijn Koerden. De vluchtelingen kunnen geen kant op: ten noorden ligt Turkije, ten oosten ligt een gebied datd wordt gecontroleerd door het Turkse leger. In het zuiden ligt de gewelddadige provincie Idlib.

De Franse president Emmanuel Macron. Foto REUTERS

Erdogan waarschuwt Macron: bemoei je niet met Noord-Syrië

Frankrijk wil bemiddelen tussen Koerden en Turkije

Rob Vreeken 30 maart 2018, 20:41FILE PHOTO: Turkish President Tayyip Erdogan addresses members of parliament from his ruling AK Party (AKP) during a meeting at the Turkish parliament in Ankara, Turkey, March 6, 2018. REUTERS/Umit Bektas/File Photo Foto Reuters

60 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

In niet mis te verstane bewoordingen heeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zijn Franse collega Emmanuel Macron vrijdag gewaarschuwd zich niet te bemoeien met de toestand in het noorden van Syrië, waar het Turkse leger tegenover Koerdische milities staat. Om te beginnen had Macron al de ergernis van de Turkse regering gewekt met een ontmoeting donderdag in Parijs met een delegatie van de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), die worden gedomineerd door de Koerdische militie YPG. Ook christelijke en Arabische SDF-leden namen aan het gesprek deel. Macron bood aan te bemiddelen tussen Turkije en de SDF, een suggestie die een dag later op sarcastische wijze van tafel werd geveegd door Erdogan, die zijn collega aanraadde zich niet in andermans zaken te mengen. ‘Wie bent u dat u denkt te kunnen bemiddelen tussen Turkije en een terroristische organisatie?’ Bondgenoot Turkije beschouwt de YPG, en indirect ook de SDF, als het Syrische filiaal van de Turks-Koerdische beweging PKK, die in de VS en de Europese Unie op de terrorismelijsten staat. De westerse landen echter zien de SDF als hun belangrijkste bondgenoot in Syrië in de strijd tegen Islamitische Staat. De afgelopen weken heeft het Turkse leger de SDF verjaagd uit de enclave Afrin in het noordwesten van Syrië. Vrijdag maakte Erdogan bekend dat Turkije voorbereidingen treft om de Koerdische milities te verjagen uit de regio’s Kobane, Ras al-Ain en Tel Abyad. Eerder al was een operatie aangekondigd in Manbij, de meest westelijk gelegen stad in handen van de Koerden. Macron beloofde de SDF-delegatie donderdag zijn steun bij het ‘stabiliseren van Noord-Syrië’. Een SDF- woordvoerder zei na afloop dat Frankrijk had toegezegd meer troepen naar het gebied te sturen. Frankrijk biedt de SDF al luchtsteun in de gevechten tegen IS en heeft ook speciale troepen ingezet. Doelwit Van Turkse zijde leidde dit vrijdag tot een furieuze reactie. Het sturen van meer troepen zal de Fransen rechtstreeks in botsing brengen met Turkije, waarschuwde vicepremier Bekir Bozdag. ‘Degenen die solidair zijn en gaan samenwerken met terroristen zullen een doelwit worden van Turkije’, zei Bozdag. ‘We hopen dat Frankrijk niet zo’n irrationele stap zet.’ Een woordvoerder van het Élysée zei dat Frankrijk geen militaire operaties in Noord-Syrië op het oog heeft, buiten dat wat al in coalitieverband (dus tegen IS) gebeurt. Het sturen van extra troepen werd ontkend noch bevestigd.

Hulporganisaties: 'Tussen 50 en 150 burgerdoden bij gifgasaanval in Syrië'

Tussen vijftig en honderdvijftig Syrische burgers zouden zaterdag om het leven zijn gekomen bij een aanval met giftige chemicaliën in Douma. Dat melden althans twee medische hulporganisaties. De aanval zou het werk zijn van het regeringsleger van de Syrische president Bashar al-Assad.

Redactie 8 april 2018, 13:22Moeders en kinderen wachten op evacuatie. Foto ANP De hulporganisaties De Witte Helmen en de Syrian American Medical Society deelden foto’s van vermeende slachtoffers op sociale media. Ze zouden bij de gifgasaanval in schuilkelders zijn gestikt. Douma is de laatste stad in de regio Oost-Ghouta die nog in handen is van de rebellengroep Jaish al-Islam. In een video op sociale media zijn de levenloze lichamen te zien van twaalf mannen, vrouwen en kinderen, sommigen met schuim om de mond. ‘De stad Douma, 7 april… het ruikt hier sterk’, zegt een stem. Volgens De Witte Helmen, gelieerd aan de Syrische Burgerdefensie, benamen de dampen reddingswerkers de adem en verhinderden hen verder te zoeken naar overlevenden. De Syrische autoriteiten wijzen de beschuldigingen over een gifgasaanval van de hand. Zij beschuldigen de met de oppositie verbonden hulporganisaties en de Syrische rebellen van het verspreiden van nepnieuws. Officiële bronnen hebben de aanval en het aantal slachtoffers nog niet kunnen bevestigen. Dit geldt ook voor het gezaghebbende Syrische Observatorium voor de Mensenrechten. Volgens het Observatorium kwamen zaterdag in Douma zeker tachtig mensen om. Veertig van hen zouden zijn gestikt. Maar dat zou zijn gebeurd doordat ze bedolven raakten onder instortende gebouwen. De Amerikaanse president Donald Trump heeft zondag niettemin fel uitgehaald naar de Syrische president Assad. ‘Beest Assad gaat een hoge prijs voor deze dodelijke aanval met chemische wapens betalen.’ Volgens Amerikaanse media doelt Trump op een vergeldingsactie. Trump houdt Rusland en Iran medeverantwoordelijk omdat zij het regime van Assad steunen. Rusland, een bondgenoot van president Assad, wijst de beschuldigingen van de hand als ‘flauwekul’. Volgens het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken proberen de VS het offensief van het Syrische regeringsleger en een mogelijk vertrek van de rebellen uit Douma te ondermijnen. Er zou een akkoord zijn om de rebellen zondag een vrije aftocht uit de belegerde enclave te geven.

61 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

De regeringstroepen van Assad hebben sinds februari met Russische luchtsteun het grootste deel van Oost- Ghouta, niet ver van de hoofdstad Damascus, heroverd op de rebellen. Alleen Douma houdt nog stand. Het offensief in Oost-Ghouta is volgens het Syrische Observatorium met circa 1600 burgerdoden een van de bloedigste episodes in de al zeven jaar durende oorlog in Syrië. Elders in Syrië zouden Syrische regeringstroepen burgers tegenhouden die willen vluchten uit de regio Afrin. Dat meldde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zondag. De regio is grotendeels in handen van het Turkse leger en van Syrische rebellen die door Turkije worden gesteund.

?? Syrische staatsmedia melden raketaanval op luchtmachtbasis bij , VS ontkennen betrokkenheid

Een militair vliegveld in de buurt van de Syrische stad Homs is maandagochtend volgens de Syrische staatstelevisie onder vuur genomen met raketten. Daarbij zouden zeker veertien doden zijn gevallen. Volgens de staatstelevisie zit Amerika achter de aanval. Het Pentagon stelt in een reactie geen aanvallen te hebben uitgevoerd.

Redactie 9 april 2018, 10:56Luchtfoto van de Syrische vliegbasis Shayrat nabij Homs. Een jaar geleden werd dit vliegveld onder vuur genomen met Amerikaanse raketten. Het is onduidelijk of dit vliegveld maandag opnieuw is bestookt met raketten. Amerika ontkent betrokkenheid bij de aanval. Foto Photo news De Amerikaanse president Donald Trump had een dag eerder nog met 'een hoge prijs' gedreigd als zou blijken dat de Syrische regering chemische wapens heeft gebruikt. Een jaar geleden voerde Amerika een raketaanval uit op de luchtmachtbasis van Shayrat, gelegen op dertig kilometer ten zuidoosten van Homs. Die aanval was toen een directe reactie op de gifgasaanval in het dorp Khan Shaikohoun, waarbij tientallen burgers om het leven kwamen. Het is onduidelijk of maandag opnieuw het vliegveld van Shayrat onder vuur is genomen. Rusland - bondgenoot van de Syrische president Assad - beschuldigde Israël ervan de aanval te hebben uitgevoerd. Volgens de Russen zouden twee Israëlische oorlogsvliegtuigen in totaal acht raketten hebben afgevoerd vanuit Libanees luchtruim. Het Syrische luchtafweergeschut zou vijf raketten hebben neergehaald. Israël, dat geregeld aanvallen uitvoert op Syrische legerdoelen, wilde tegenover persbureau Reuters niet reageren op de raketaanvallen van maandagochtend. Vermoedelijke gifgasaanval De nieuwe vermoedelijke gifgasaanval van zaterdag heeft de spanning in de internationale gemeenschap rond het conflict in Syrië doen oplopen. Volgens hulporganisaties zijn tussen de vijftig en honderdvijftig Syrische burgers gedood door giftige chemicaliën in de stad Douma. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties bespreekt de kwestie mogelijk maandag. De Syrische regering ontkende chemische wapens te hebben gebruikt. De Amerikaanse president Trump veroordeelde zondag via Twitter de aanval en houdt Rusland en Iran medeverantwoordelijk omdat zij het regime van 'het beest Assad' steunen. Rusland wees de beschuldigingen van de hand als 'flauwekul'. Volgens het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken proberen de Verenigde Staten het offensief van het Syrische regeringsleger en een mogelijk vertrek van de rebellen uit Douma te ondermijnen. Offensief Douma De regeringstroepen van Assad hebben sinds februari met Russische luchtsteun het grootste deel van Oost- Ghouta, niet ver van de hoofdstad Damascus, heroverd op de rebellen. Alleen Douma houdt nog stand. Het offensief in Oost-Ghouta is volgens het Syrische Observatorium met circa 1600 burgerdoden een van de bloedigste episodes in de al zeven jaar durende oorlog in Syrië. Elders in Syrië zouden Syrische regeringstroepen burgers tegenhouden die willen vluchten uit de regio Afrin. Dit meldde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch zondag. De regio is grotendeels in handen van het Turkse leger en van Syrische rebellen die door Turkije worden gesteund.

62 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Het Syrische leger verzamelt in het oosten van Douma Foto AFP

Terwijl het Westen zwijgt wordt in Afrin met veel geweld 'alles wat Koerdisch is weggepoetst'

Wie kritiek heeft op Erdogan in Afrin zou als terrorist op een zwarte lijst terecht komen Sinds de Turken in samenwerking met het Vrije Syrische Leger begin dit jaar de Syrisch-Koerdische enclave Afrin onder de voet liepen, ontvluchtten naar schatting 180 tot 200 duizend Koerden de regio. Zij, maar ook de thuisblijvers, leven in nu in erbarmelijke omstandigheden. Wie gaat hen helpen? Janny Groen 24 april 2018, 22:32

Turkse soldaten in Afrin. Foto AFP Hani wist niet wat hij zag, toen hij de foto onder ogen kreeg van zijn Koerdische vriend in het Syrische Afrin. Stond hij daar nou echt naast twee geblinddoekte jonge strijders van de Koerdische militie YPG? Hielp hij de bezetters, Turkije en de strijders van het Vrije Syrische Leger (FSA), hen te arresteren? Later in een WhatsApp-gesprek vertelt de vriend hem dat hij echt niet anders kon. De FSA-strijders waren gewapend. Iedere burger in Afrin die niet meewerkt, wordt al snel beschuldigd van terrorisme en een kopje kleiner gemaakt. De bewuste foto is door de Turken verspreid als ‘bewijs’ dat burgers in de Noord-Syrische regio Afrin hun ‘bevrijders’ graag helpen bij ‘het opruimen van terroristische restanten’. Familie in problemen Hani, een Afrin-Koerd die twintig jaar in Nederland woont, heeft de Volkskrant uitgenodigd voor een Koerdisch ontbijt in zijn Brabantse woning. Aan tafel schuiven dezelfde Afrin-vluchtelingen aan die zich begin februari in de krant uitspraken, toen het Turkse offensief tegen de Afrin-Koerden net bezig was. Het gezelschap is neerslachtig: de hele enclave is onder de voet gelopen, hun familie zit in de problemen. Ruim twee maanden geleden leefde nog de hoop dat de internationale gemeenschap de Koerden, die in een coalitie met het Westen tegen IS hebben gestreden, zouden bijstaan. Die hoop is verdampt. Peshmerge, sinds 2012 in Nederland: ‘Omdat Turkije lid is van de Navo en de Europese Unie een vluchtelingendeal met Erdogan heeft gesloten, kijkt iedereen de andere kant op. Geen enkel westers land heeft de Turkse actie veroordeeld. Ik ben bang dat gruweldaden, straffeloosheid en onverschilligheid over Afrin-slachtoffers het nieuwe normaal worden.’

Foto's van geplunderde huizen van Afrin-Koerden, zoals die de familie in Nederland bereiken. Foto RV Duimen Peshmerge was onlangs met een kleine ‘Afrin-delegatie’ op bezoek in de Tweede Kamer bij de Vaste commissie voor Buitenlandse Zaken. Drie punten kaartte de delegatie aan: Nederland moet de Turkse actie veroordelen, zich sterk maken voor humanitaire hulp aan de regio en voor de veilige terugkeer van

63 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

vluchtelingen naar Afrin. Een veroordeling van de Turkse actie is uitgesloten, dat heeft minister Blok van Buitenlandse Zaken al laten weten. Nu maar duimen dat er vandaag op de grote Syrië-top in Brussel vandaag aandacht zal zijn voor het vergeten lot van de Afrin-Koerden en niet alleen voor de vermeende gifgasaanval van president Assad van Syrië op Douma. ‘We krijgen alleen maar vervelend nieuws’, zegt Hani. ‘Van iedereen, van Koerdische politici, van de lokale arts, van vrienden via sociale media, van familie.’ Amina, vier jaar in Nederland, zucht diep. ‘Mijn tante is vanochtend overleden’, zegt ze . ‘Ze had suikerziekte. Er is in Afrin een groot tekort aan medicijnen. Eerder al zijn haar tenen geamputeerd. Nu is ze dood.’ Afrin-stress De ontbijtgasten hebben de afgelopen weken allemaal een of meer familieleden verloren. Op de bank ligt Fatima, Hani’s zus. Ze is van de ‘Afrin-stress’ met haar auto tegen een muur gereden. Ze heeft een ruggenwervel gebroken. De Afrin-Koerden zaten begin februari aan de televisie gekluisterd. De Turkse militaire Operatie Olijftak was twee weken aan de gang en ze volgden live het nieuws van de lokale Koerdische zender Ronahi. Ze vertelden over hun families, die gevlucht waren uit dorpen naar de grote stad. Af en toe was er verbinding met Afrin en werd er live verslag gedaan vanuit schuilkelders. Op hun smartphones lieten ze filmpjes zien van ingeslagen bommen in de buurt van woningen van hun families.

Foto's van geplunderde huizen van Afrin-Koerden, zoals die de familie in Nederland bereiken. Foto RV Ook bedreiging in Nederland De Afrin-Koerden wilden toen, net als nu, om veiligheidsredenen alleen met hun voornaam in de krant. In Nederland worden ze, als ze zich negatief uiten over de Turkse president Erdogan, bedreigd door ‘pro-AKP- Turken’. Familieleden in Afrin lopen ook risico’s als hun achternamen bekend worden. Peshmerge: ‘Er circuleren zwarte lijsten in Afrin. Wie kritiek heeft op Erdogan, of blijk geeft van een heel klein beetje sympathie voor de YPG, staat te boek als terrorist.’ De televisie staat nu uit. Ronahi kan niet live meer uitzenden. Informatie krijgen ze hoofdzakelijk via WhatsApp. Westerse journalisten worden in de regio niet toegelaten. Het beeld dat de Nederlandse Afrin-Koerden schetsen van hun regio is inktzwart. Op 18 maart hebben de Turken, met steun van Syrisch-Arabische FSA-strijders, Afrin in handen gekregen. Daar heerst nu, zeggen ze, ‘een brute anarchie’. De Turken hebben het lokale bestuur (nog) niet overgenomen en laten FSA-strijders hun gang gaan. Woningen van burgers worden leeggeplunderd of overgenomen. Dat is hun families ook overkomen. Achterblijvers worden gedwongen hun Koerdische identiteit te verdoezelen. Wie dat niet doet, loopt gevaar. Wangedrag In een reportage zaterdag in het Belgische blad Knack beschrijft journalist Pieter Stockmans aan de Turks- Griekse grensrivier Evros dat de exodus uit Afrin naar Europa begint door te sijpelen. De verhalen over het wangedrag van islamitische milities in de Noord-Syrische regio kan de Volkskrant niet zelf verifiëren. Wel zijn foto’s getoond en ook Stockmans tekent aan de Evros dergelijke verhalen op. In Amina’s dorp Mirkan is de ‘dorpsgek die zich altijd traditioneel Koerdisch kleedt’ doodgeschoten. ‘Hij had vier kogels in zijn rug.’ Hani: ‘Vrije Koerdische meiden worden gedwongen zich in lange zwarte gewaden te hullen, anders worden ze aangerand. Alles wat Koerdisch is wordt weggepoetst.’ Ze tonen foto’s van het lokale ziekenhuis, dat sinds een maand is gesloten. Voor Operatie Olijftak had het ziekenhuis de Koerdische naam Avrin. Nu staat er Afrin Hastanesi (ziekenhuis in het Turks). Volgens schattingen van lokale Koerdische leiders zijn tussen de 180 en 200 duizend Afrin-Koerden de regio ontvlucht. De omstandigheden in vluchtelingenkampen elders in Koerdisch gebied zijn beroerd. Peshmerge laat foto’s zien van schurftige kinderen in een kamp bij die Leishmaniasis hebben, een door zandvliegen veroorzaakte infectieziekte. Er zijn er ook gevlucht, onder wie familieleden van Peshmerge en Amina, naar Nubul, een sji’ietische enclave tussen Afrin en Aleppo in. Ze vertoeven daar in schooltjes, tenten, in schapenstallen. Of, als ze het kunnen betalen, in dure huurkamertjes. Amina krijgt zondagmiddag een telefoontje van haar ouders die hun vluchtkamertje in Nubul moeten verlaten. ‘Ze moeten nu in een tentje slapen. Ik heb mijn moeder nog maar niet verteld dat haar zus is overleden.’

64 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Erdogan heeft de islamitische wet nog niet ingevoerd en vermoedelijk gaat hij dat ook nooit doen

Rob Vreeken en Arie Elshout becommentariëren beurtelings het buitenlandse nieuws. Rob Vreeken 11 mei 2018, 20:48

De Turkse president Recep Tayyip Erdogan, midden, met rechts zijn vrouw Emine Erdogan en links de president van Zuid-Korea, Moon Jae-in, en diens vrouw, Kim Jung-sook tijdens een officiële ontvangst in het presidentieel paleis in Seoul. Foto AFP Heerlijke krant. President Tayyip Recep Erdogan is in Seoul, vergezeld van een grote delegatie zakenlieden, en dus wordt er paginabreed geopend met de mededeling dat de reis de handelsrelaties tussen Turkije en Zuid-Korea aansnoert. Daaronder een foto van de Turkse president op de markt in Bukhara, een historische stad in Oezbekistan, die Erdogan aandeed op weg naar Seoul. Ook hier stonden de economische betrekkingen centraal, blijkt uit een verslag op pagina 4, met opnieuw een foto van de president, de hand schuddend van zijn Oezbeekse ambtgenoot Morzijojev. Op de belendende pagina wordt dieper ingegaan op het bezoek aan Zuid-Korea, dat ‘hoop biedt op sterkere economische banden’. Op pagina 9 meer over de presidentiële bezichtiging van het oude centrum van Bukhara, uiteraard met een foto van de president, die we op pagina 13 de erewacht zien afnemen in Tasjkent. Verder gaan maar liefst drie columnisten in op Erdogans bezoek aan Oezbekistan, volgens een van hen ‘het begin van een nieuw tijdperk’. Ach, soms droom ik dat de Volkskrant premier Mark Rutte dezelfde respectvolle behandeling geeft, de man verdient het. Maar nee, bij ons gelden andere mores en de krant die ik hier, op een zonnig terras in , in handen heb is de Daily Sabah, his master’s voice van Erdogans AK-partij. Het is lang niet de eerste keer dat Erdogan een buitenlandse tournee onderneemt ter wille van commerciële belangen. Zijn grote doel is van Turkije een machtige, welvarende natie te maken. In het eerste decennium van zijn regeerperiode deed hij dat door de binnenlandse dynamiek ruim baan te geven, de laatste jaren beseft hij dat Turkije sterker moet worden verankerd in de wereldmarkt. Dus is dat waarmee de nieuwe sultan zijn dagen vult, in zijn duizend kamers tellend Wit Paleis in Ankara? Deels. Hij is ook bezig met oorlog voeren in buurland Syrië. Het Turkse leger heeft daar de Koerdische strijders verdreven uit de enclave Afrin en dreigt door te stoten in oostelijke richting, op Koerdenjacht. Onder toeziend oog van Moskou spreekt Turkije een woordje mee in het geopolitieke spel rond Syrië. Verder heeft Erdogan het dezer dagen druk met verkiezingen. Op 24 juni kiezen de Turken een parlement en een president. Wie dat wordt, is nog volstrekt onduidelijk, al staat al wel vast dat hij Tayyip Recep van zijn voornaam heet. Eén ding ontbreekt in het rijtje activiteiten: invoering van de islamitische wet. Erdogan is vaak een wolf in schaapskleren genoemd, die de democratische jongen uithing om te zijner tijd van Turkije een islamitische staat te maken. Dat van die wolf blijkt onderhand wel te kloppen, maar dan een wolf die uit is op groeicijfers en investeringen, militaire macht en internationaal aanzien. Is de maskerade nog altijd aan de gang en komt die sharia pas aan de orde als Erdogans presidentiële alleenheerschappij eenmaal stevig gevestigd is? Dat is wat Soner Cagaptay onlangs schreef in The Washington Post. Ik hoop en vermoed dat hij ongelijk heeft. In de kernregio van de islam is het islamistisch project op zijn retour. In Egypte geven de Moslimbroeders geen kik meer sinds generaal Al-Sisi hoofdcipier is en de Egyptenaren lijken het allang best te vinden. In Tunesië worden de laatste kruimels islam uit het wetboek geveegd, zonder dat ook maar één boze salafist de straat op gaat. In Saoedi-Arabië zetelt een jonge kroonprins die een ‘terugkeer naar de gematigde islam’ heeft afgekondigd, overigens met het oog op hetzelfde rijtje: investeringen, militaire macht en internationaal aanzien. En ondertussen worden in de Syrische woestijn de restanten opgeruimd van de beweging die de jihad meer dan wat ook in een kwade reuk heeft gezet. Sharia? Erdogan zou wel gek zijn.

65 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Bijlage 1.2 Rudaw

Turkey takes full control of Afrin borders: monitor

By Rudaw 26/2/2018

A Turkish-backed Syrian fighter holds a picture of YPG fighter in al-Bayyah village, northeast Afrin, on February 21. Photo: Nazeer al-Khatib/AFP ERBIL, Kurdistan Region – Turkish forces and their Syrian proxies have taken control of Afrin’s borders, cutting the Kurdish canton off from Turkey.

Turkish forces managed a “strategic advancement” on Monday, taking the last of the Afrin-Turkey border area, according to the Syrian Observatory for Human Rights.

Turkish forces are now in control of about 250 kilometres of the border, running from the Jarablus area on the western bank of the Euphrates River to the Atmah area in Idlib, the UK-based conflict monitor detailed.

Turkey’s state-run media confirmed the advancement, saying that the Kurdish forces have been cut off from Turkey’s borders.

With this advancement, forces of Turkey’s Operation Olive Branch now control some 22 percent of , according to Observatory figures.

They are now fighting to take control of the towns of Jandaris in southwest Afrin and Rajo in the northwest.

Turkey is bringing in special forces as they move to a new stage, focusing on the populated centres.

“The entrance of the special forces is in preparation for the new battle that is approaching,” Deputy Prime Minister Bekir Bozdag told Turkey’s NTV on Monday.

Gendarmerie and police special forces will take part in urban fighting, Dogan news reported.

To date Turkey has taken control of one town, Bulbul. The rest are still under YPG control.

Five civilians were killed by Turkish airstrikes on Jandaris on Monday, according to the PYD, the ruling Kurdish party in Rojava, northern Syria. The country’s state-run media confirmed the deaths.

The YPG-led SDF reported clashes that went on for hours in villages near Jandaris. The Kurdish forces have also carried out counter-attacks against the Turkish army and their Syrian allies.

The intense battles come as global powers are telling Ankara that the UN Security Council’s 30-day ceasefire applies in Afrin.

French President Emmanuel Macron told his Turkish counterpart Recep Tayyip Erdogan that the truce must be implemented without delay.

The EU’s foreign policy chief Federica Mogherini called on all players to ensure de-escalation takes place on all fronts in Syria, including Afrin.

Turkey welcomed the Security Council’s ceasefire, but said it would not apply to its Afrin offensive, which Ankara has framed as a counter-terror operation.

The YPG have stated they will abide by the ceasefire, but reserve the right to act in self-defence.

66 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Hundreds of civilian deaths in rebel-held Eastern Ghouta was one of the main factors compelling world powers to agree on the 30-day ceasefire that will allow for the delivery of humanitarian aid and medical evacuations.

Russia’s President Vladimir Putin announced that a daily humanitarian pause in the enclave will begin on Tuesday.

“On the instructions of the Russian president, with the goal of avoiding civilian casualties in Eastern Ghouta, from February 27 – tomorrow – from 9:00 to 14:00 there will be a humanitarian pause,” Russia’s Defense Minister Sergei Shoigu stated, according to Russian media.

Hundreds in Manbij protest against Turkish threats to attack their city

By Rudaw 7/4/2018 --- MANBIJ, Northern Syrian Federation — A number of people from other parts of the Syrian Kurdistan joined Manbij people earlier this week to protest against the Turkish incursion into Afrin and Turkish President Recep Tayyip Erdogan's threats to attack Manbij if the Kurdish-led fighters continue to control the city.

Abu Wahed, an Arab citizen of Manbij, told Rudaw that all people of northern Syria are united against the Turkish threats.

"There is no difference between Kurds, Arabs, Circassians, Christians, or Armenians. They are all saying no to Erdogan and no to a Turkish invasion."

President Erdogan has frequently threatened to attack Manbij, following the Turkish military takeover of the northwestern canton of Afrin on March 18.

People were holding Arabic and Kurdish posters.

"Long live Syria: free, united and democratic," read a poster.

"This was an organized rally attended by all parts of northern Syria to reject the tyrant Erdogan's actions and threats," Salma Saadun, another protester said.

Manbij is located in northeast Aleppo, northern Syria. It is mostly populated by Arabs and considered a strategic place in Syria.

US troops are stationed in the city, a part of the International Coalition against ISIS.

The Kurdish-led Syrian Democratic Forces (SDF), backed by the US-led International Coalition, liberated Manbij from ISIS in August 2016.

What would happen if Trump pulls US forces out of Syria?

By Paul Iddon 7/4/2018

A US soldier sits in an armoured vehicle in Manbij, on a road leading to the frontline with Turkish-backed militias this week. Photo: Hussein Malla/AP If the United States withdraws its troops from Syria in the near future, which President Trump says is his aim, then the Syrian Kurds that Washington has worked with against ISIS may find themselves in an extremely precarious situation.

67 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

As he froze $200 million in reconstruction funds for Syria, demanding more information on what exactly that money will be spent on, Trump voiced his intention for an imminent withdrawal of US forces from the country.

"It is time," he said in the White House on April 3. "We were very successful against ISIS. We'll be successful against anybody militarily, but sometimes it is time to come back home. And we're thinking about that very seriously."

Brett McGurk, the State Department's special envoy to the US-led anti-ISIS coalition, subsequently stressed that the US is in Syria to "fight ISIS." A mission, he added, that "isn't over. And we're going to complete that mission."

A senior administration official, cited by Reuters on April 4, said that Trump has agreed to retain the US presence for now to ensure ISIS' complete defeat.

"We're not going to immediately withdraw, but neither is the president willing to back a long-term commitment," the official explained.

Either way, the ramifications of a US withdrawal from Syria is an important factor to consider, especially for the Kurds.

Republican Senator Lindsey Graham lambasted Trump's decision, equating it to the previous US withdrawal from Iraq in December 2011. "It'd be the single worst decision the president could make," Graham told Fox News.

"If we withdrew our troops anytime soon, ISIS would come back, the war between Turkey and the Kurds would get out of hand, and you'd be giving Damascus to the Iranians without an American presence, and Russia and Iran would dominate Syria," he went on to predict.

Washington has approximately 2,000 troops in Syria operating an assortment of bases and equipment. These forces worked with the Kurdish-led Syrian Democratic Forces (SDF), helping them capture ISIS' main stronghold Raqqa and large swathes of Syria's Deir ez-Zor province from ISIS. Around 400 US Marines, who provided fire support for the SDF's Raqqa offensive with artillery guns, were withdrawn from Syria in late 2017 upon completing their mission.

There are still ISIS remnants in eastern Syria which could potentially, under the right circumstances, make a resurgence. That stark possibility was, at least partially, demonstrated when anti-ISIS operations were temporarily halted by the SDF relocating manpower and resources to resist the Turkish invasion ofAfrin.

A US withdrawal would likely, as Graham suggested, leave the Kurds victims to more powerful adversaries such as the Turkish or Syrian armies.

"The Kurds need an external backer to protect them from external attack," Aaron Stein, a Senior Resident Fellow at the Atlantic Council think-tank, told Rudaw English.

"A US withdrawal, absent a negotiated settlement with the regime, will expose them to this attack, either from the Syrian Arab Army, or from Turkey," he elaborated. "Ankara, despite the rhetoric, doesn't want an abrupt US withdrawal. Instead, they are looking to break the US partnership with SDF and create a mechanism to break the SDF's political control over certain cities and replace key officials with members of the Turkish-backed opposition."

The US deployed troops to the SDF-controlled city of Manbij in March 2017 to prevent clashes breaking out between the SDF and Turkish forces there. At present it is reportedly building bases in the city. As Thomas Gibbons-Neff noted in The New York Times, such "structures look much like the fighting positions once seen in Iraq and Afghanistan, which projected a clear message: 'We're here for a while.'"

Turkish President Recep Tayyip Erdogan has reiterated his threats to attack Manbij in recent weeks, especially after defeating the Syrian Kurdish People's Protection Units (YPG) in their northwestern Afrin Canton. Damascus and Tehran have also voiced their opposition to the SDF/YPG presence in Raqqa and Deir ez-Zor and have hinted that they might move in and forcibly recapture those territories.

Erdogan says his aim is to essentially conquer all of Syrian Kurdistan (Rojava). He frequently speaks about

68 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

extending his campaign against the YPG from Afrineastward into Manbij and then through the Kurdish cities of Kobane and all the way to the Syrian border with Iraq. Ankara also threatened to attack the Kurdistan Workers' Party (PKK) in the Shingal region recently, prompting that group to make an agreement with Baghdad to facilitate their withdrawal.

Asked if another Turkish attack on the Syrian Kurds following a US withdrawal could affect the Kurdistan Region, Stein noted that: "Chaos affects everyone. The Kurdistan Regional Government (KRG) has its own issues, but the tensions from any fighting in Rojava boomerangs back into the KRG, even if the leaders of the movements don't get along."

Professor Joshua Landis, a Syria expert from the University of Oklahoma, also predicts that a major power vacuum will result from a US withdrawal from Syria in the foreseeable future that would have with profoundly negative results for the Kurds.

"Ankara and Damascus would race to capture the territory that US troops and the US air force withdraw from," Landis told Rudaw English. "But just because special forces may not be located in Syria that does not mean the US air force would not assist the SDF."

"It is not at all clear to me that the US would abandon the SDF entirely," he concluded.

Afrin operation ‘corrected flawed US policy’ in Syria: Turkish FM

By Rudaw 7/4/2018

US Soldiers stand at attention during a visit of a US delegation to the YPG-held northern Syrian city of Manbij, where the US has a military presence, March 22, 2018. Photo: Delil Souleiman / AFP ERBIL, Kurdistan Region – Turkish Foreign Minister Mevlut Cavusoglu has defended Operation Olive Branch and attacked US support for Kurdish forces in northern Syria in an essay for Foreign Policy magazine.

In the article, published on April 5 in the influential US journal, Cavusoglu questioned America’s “legally and morally questionable policy” of arming and supporting the Kurdish-led People’s Protection Units (YPG) in the fight against ISIS, claiming the policy undermines the values of NATO, of which Turkey is a member.

“Turkey’s intervention in Syria is correcting for America’s flaws and laying the groundwork for a sustainable peace,” Cavusoglu said.

“A point of discord with the United States is its policy of arming the PKK [Kurdistan Workers’ Party] and YPG to act as foot soldiers, even as they have a history of terrorism.

“This is a legally and morally questionable policy that was prepared by the Obama administration in its waning days and somehow crept into the Trump administration,” he added.

“I have been pleased to see many NATO allies distance themselves from this US policy, which flies in the face of our alliance’s values. It also runs against our common interests in the region and beyond.”

The Turkish foreign minister said he hopes the incoming US Secretary of State Mike Pompeo and National Security Advisor John Bolton will change the current policy.

The US maintains a troop presence in Manbij, northern Syria, where they are supporting anti-ISIS operations with the Syrian Democratic Forces (SDF), itself a coalition of Arab and Kurdish fighters, which includes the YPG. Turkey claims the YPG is linked to the PKK – a named terrorist organization in Turkey, the EU and the US. The groups deny the link.

69 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

In a sign of shifting policy, US President Donald Trump has frozen $200 million in reconstruction funds for Syria, demanding more information on what exactly that money will be spent on. He has also voiced his intention for an imminent withdrawal of US forces from the country.

“It is time. We were very successful against ISIS. We’ll be successful against anybody militarily, but sometimes it is time to come back home. And we’re thinking about that very seriously,” Trump told reporters at the White House on April 3.

However, Brett McGurk, the State Department’s special envoy to the US-led anti-ISIS coalition, subsequently stressed that the US is in Syria to “fight ISIS” – a mission, he said, that “isn’t over.”

A senior administration official, cited by Reuters on April 4, said Trump has agreed to retain the US presence for now to ensure ISIS’ complete defeat.

‘Self-defense’

In his essay for Foreign Policy magazine, Cavusoglu went on to defend the Turkish government’s incursion into Afrin, a Kurdish enclave in northwestern Syria, which began on January 20. Turkish forces and their Syrian proxies seized Afrin city on March 18. Conflict monitors say Olive Branch forces have been looting the houses and businesses of Afrin residents, and are refusing to allow refugees to return to their homes. Critics say Ankara is carrying out a deliberate policy of demographic change.

However, the Turkish foreign minister has framed the operation as an act of “self-defense” in the face of a terrorist threat along Turkey’s southern border.

“Turkey’s Operation Olive Branch, which has involved a military incursion into Syria, is above all an act of self-defense against a build-up of terrorists who have already proved aggressive against our population centers,” said Cavusoglu.

He said “the massive PKK and YPG terrorist encampments” along the border from Syria to Iraq serve a dual purpose: one to supplement PKK activities and to form a “continuous terrorist belt,” the second to form “territorial beach-heads” for their own Kurdish statelet “upon the carcasses of Syria and Iraq on the areas vacated by Daesh [ISIS].”

Cavusoglu insists Olive Branch has prevented a broader war and will keep Europe and the US safe from terrorism. He also rejects the claim that the incursion has undermined anti-ISIS operations as Kurdish fighters suspend counter-terrorism missions to resist Turkish forces.

“It has been alleged that our operation impedes the fight against Daesh because the YPG terrorists are now focused on resisting the Turkish military’s advances. I think that this choice by the YPG demonstrates the folly of any strategy that involved relying on the group in the first place,” he said.

The spokesman for the US-led coalition, Colonel Ryan Dillon, has recently said anti-ISIS operations have been disrupted by Turkey’s actions, risking the possibility of ISIS regrouping and returning.

Dillon told Rudaw that military leaders have noticed a fall in the number of airstrikes against ISIS targets – not because the terrorist group has been eliminated, but because a stall in SDF ground operations caused by the Afrinoffensive allowed ISIS fighters the time and space to regroup and dig in.

ENKS urges int'l protection for Afrin, condemning PYD policy

By Rudaw 9/4/2018

Men with guns patrol the streets in Afrin wearing armbands that say police on April 3, 2018. Photo: Nazeer al-Khatib | AFP

70 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

ERBIL, Kurdistan Region — The ENKS called for expulsion of Turkish army and its Syrian proxies in Afrin with the provision of “security and safety through international protection.” It also condemned the arrest of their members and supporters by the PYD.

“The [] stressed the need to exert all efforts by the concerned countries, the , friends and the Kurdish forces to help put an end to these acts and stop them and work on the withdrawal of all Turkish forces and factions cooperating with them from the region of Afrin, and to disarm them and the militants, handing over the region and its administration to its people and helping them to manage their affairs and provide services so that life can pass normally and security and safety is provided through international protection, ” read the statement published after the council meeting on Sunday.

ENKS has been accused of working with Turkey. It has offices in Qamishli and the Kurdistan Region’s capital city of Erbil. ENKS agreed to join the Syrian National Coalition, a Syrian-regime opposition umbrella group supported by Turkey. During the Afrin operation, ENKS temporarily suspended its membership in the Syrian National Council during the Afrin operation, but rejoined citing the need for Kurdish education in Afrin. ENKS previously faced criticism for expressing support for the Turkish offensive.

Turkey and its Syrian proxies took control of Afrin city on March 18 after a nearly three-month assault that killed at least 300 civilians. The Free Syrian Army militants were soon accused of executions, looting, and the destruction of Kurdish houses and the relocation of mostly Arab people from and Eastern Ghouta into Afrin.

‘Intimidation against its members’

There are two main Kurdish political entities in Rojava, ENKS and TEV-DEM. The former is predominantly controlled by Kurdistan Democratic Party - Syria (PDKS) while the latter is controlled by PYD, the political wing of People’s Protection Units (YPG) which rules in northern parts of Syria, or Rojava.

Asayesh (Kurdish security unit) has arrested members of ENKS and their high-ranking officials numerous times. Most recently Faysal Yusuf, a member of ENKS, was arrested by the Asayesh on April 2 and has not been released.

A court in Rojava issued warrants on Friday for former leader of ENKS, Ibrahim Biro and the group’s representative to the Syrian National Coalition, Fuad Eliko.

“The Turkish state did not solely use weapons, it also it tried to mislead the people of Afrin through its use of media to legitimize its occupation. At the same time, it showed a number of Kurdish mercenaries altering the truth,” reads a statement by the People’s Court of Northern Syria published by ANF news.

The ENKS statement also condemned the PYD for “targeting the Kurdish National Council by using inflammatory speech against it and the language of intimidation against its members,” naming Faysal Yusuf among the arrestees. It added that the arrest of Yusuf has “created a general discount among Kurdish people.”

Russia: Return Afrin to the control of the Syrian government

By Rudaw 10/4/2018

Russian Foreign Minister Sergei Lavrov speaks with his Tajik counterpart during their meeting in Moscow on April 9, 2018. Photo: Yuri Kadobnov | AFP MOSCOW, Russia — The Russian Minister for Foreign Affairs Sergei Lavrov expressed that Moscow believes Afrin should be returned to the control of the Syrian government.

“We always operate on the premise that the simplest way to normalize the situation in Afrin, now that the Turkish representatives say that the main goals they set for themselves there have been achieved, is to

71 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

return the territory under control of the Syrian government. We have never had another position,” Lavrov said in response to a question by a Rudaw correspondent in Moscow.

Russia, Iran, and Turkey held high-level meetings in Ankara last week.

“The issue of Afrin was actually discussed in light of the position that President Erdogan has repeatedly stated, in particular, as part of the position when the US began to ‘flirt’ with the Kurdish units to use them as a security blanket on the border with Iraq,” said Lavrov on Tuesday.

Days prior to the invasion of Afrin by Turkey, it was announced that the US would train, equip and arm a 30,000 border security force to protect the Syrian border mainly with Iraq.

Turkey’s two-month assault on Afrin killed at least 300 civilians. The subsequent bussing of mostly Arabs from elsewhere in Syria into Afrin has upset Kurds in the canton, fearing Arabization. Turkey claimed the operation was to provide border security against the People’s Protection Units (YPG), deemed by Ankara to be the Syrian offshoot of the Kurdistan Workers’ Party (PKK).

“President Erdogan saw such plans as a threat to the security interests of his country. He never said that Turkey wanted to occupy Afrin,” said Lavrov.

Iranian President Hassan Rouhani called for Turkey to hand over the Kurdish city of Afrin over to the Syrian Government in the Ankara talks.

The Turkish presidential spokesperson Ibrahim Kalin then responded that the Turkish government won't hand over the city to the Syrian government.

Afrin city's Kurdish population has been displaced and is stuck between the Turkish and Syrian regime forces. Tal Rifaat, a town in the northern Aleppo countryside with a population of around 25,000, has been overwhelmed by an influx of people displaced from Afrin. An estimated 130,000 IDPs are in Tal Rifaat, Nubul, and Zahra, according to ICRC - Syria.

Erdogan: Afrin is up to us, not to Mr. Lavrov

By Rudaw 10/4/2018

Recep Tayyip Erdogan, the and chairman of the AKP, speaks to party members in parliament in Ankara on April 10, 2018. Photo: AA ERBIL, Kurdistan Region — Turkish President Recep Tayyip Erdogan told Russia to keep out of Turkish affairs in Afrin and vowed a "heavy price" for those behind the deaths in Douma.

"This is a wrong approach. We know very well to whom we will return Afrin," Erdogan told said in parliament on Tuesday, according to the state-run Anadolu Agency.

He responded to remarks by Russian Foreign Minister Sergei Lavrov that Afrinshould be returned to the control of the Syrian government.

"We will determine the time. That is up to us, not to Mr. Lavrov," Erdogan added, explaining Afrin would be handed over to its residents.

Russia, Iran, and Turkey held high-level meetings in Ankara last week with the focus on Syria.

“We always operate on the premise that the simplest way to normalize the situation in Afrin, now that the Turkish representatives say that the main goals they set for themselves there have been achieved, is to

72 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

return the territory under control of the Syrian government. We have never had another position,” Lavrov said in response to a question by a Rudaw correspondent in Moscow on Monday.

Iranian President Hassan Rouhani also called for Turkey to hand over the Kurdish city of Afrin over to the Syrian government in the Ankara talks.

As the world waits to see if Russia will again veto an expected UN Security Council resolution aimed at holding those responsible for chemical weapons attacks in Syria, Erdogan weighed in promising those responsible will pay a "heavy price."

"I curse those who carried out this massacre. Whoever has done this, the perpetrators will be brought to account and certainly pay a heavy price," Erdogan said.

The Turkish president promised to speak directly with Russian President Vladimir Putin on Tuesday.

"I spoke with Putin yesterday (Monday), talks will continue today and tomorrow," he said.

Erdogan did not lay blame on Syrian President Bashar al-Assad or his primary backers, Russia and Iran.

At least 48 people were killed in an alleged chlorine gas attack on Saturday in Douma, the last rebel-held neighborhood of Eastern Ghouta.

UN-backed and Russia, Iran, and Turkey backed ceasefires have both failed to hold in the nearly eight-year civil war.

Turkish-backed interim council elected in Afrin: state media

By Rudaw 12/4/2018

A Turkish-backed Syrian fighter tears down a picture of Abdullah Ocalan north of Afrin during military operations in March. Photo: Nazeer al-Khatib/AFP ERBIL, Kurdistan Region – An interim local council has been elected in Afrin, consisting of 20 “elders from the city” – 11 Kurds, eight Arabs, and one Turkmen, Turkish state media reported.

The council is headed by a Kurd named Zuhair Haider who, in an interview with Anadolu Agency, expressed his gratitude to Turkey and vowed to “serve” the local citizens.

“We thank Turkey for making this happen. We will serve Afrin people. The Olive Branch region will be a model as Euphrates Shield was,” said Haider.

Turkey and allied Syrian militias took control of the Kurdish canton of Afrin last March after a two-month military campaign named Operation Olive Branch. The cross-border offensive followed Turkey’s 2016 Euphrates Shield operation on areas west of the Euphrates and north of Aleppo.

An estimated 137,000 civilians are still displaced from Afrin, most living in the Tal Rifaat area where conditions are difficult. Many families are sleeping in the open, restricted from entering regime-held territory in Aleppo and unable to return to their homes.

An estimated 50,000 to 70,000 people have remained in Afrin city.

Haider called on people to return to their homes. “If all Afrin people return, we could hold a more democratic election,” he said.

Members of the Turkish-backed council must be from Afrin and live in the canton.

73 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

“We will govern ourselves, not those who come from Qandil or elsewhere,” Haider added, referring to the Kurdistan Region headquarters of the PKK.

Afrin is the western-most canton of the self-autonomous Northern Syrian Federation, known as Rojava. Turkey considers the ruling Rojava party, the PYD, and the armed YPG/YPJ to be branches of the PKK, a named terror group. Ankara framed its military operation in Afrin as counter-terrorism.

The Kurdish groups deny the charge and have accused Turkey of trying to change the demography of Afrin.

Russian Foreign Minister Sergei Lavrov has urged Turkey to hand Afrin over to Damascus – a move Ankara has flatly rejected.

“We will give Afrin back to its inhabitants when the time comes, but we will determine the time, not Mr. Lavrov,” said Turkish President Recep Tayyip Erdogan.

The newly-elected head of the council explained that the body was formed under the umbrella of the opposition Syrian National Coalition (SNC) and is affiliated with Aleppo’s local council.

Abdulrahman Mustafa, deputy head of SNC, vowed to restore basic services to the canton.

“Turkey is trying to prevent the division of Syria. We have same priorities as Turkey,” he said, adding, “The interim council will soon resume health and education services.”

Eight people were also elected as members of an executive board.

The Kurdish forces have vowed to continue to fight Turkey in Afrin, carrying out guerilla-style attacks on Turkish troops and Syrian militias.

Syrian militias arrest, kill Kurds accused of YPG ties inAfrin: monitor

By Rudaw 13/4/2018

YPG fighters in the outskirts of the Kurdish canton of Afrin. Photo: YPG media/File ERBIL, Kurdistan Region – Looting, killing, use of torture, and efforts towards demographic change continue in Afrin almost one month after the Kurdish canton was seized by Turkish forces and their allied Syrian militias, according to a conflict monitor.

Some eighty people have been arrested in Afrin since March 18, when the city fell to Turkey, reported the Syrian Observatory for Human Rights on Friday, adding that “the fate of dozens of them remain unknown.”

International agencies estimate that 50,000 to 70,000 people remained in Afrin.

The UK-based Observatory described the reported arrests as a “trade” business for the Syrian militias. Civilians and members of the Kurdish armed forces YPG are arrested and then demanded to pay for their release.

The Observatory reported that some civilians have been killed, stating that the latest victim was “a young man who… was suffering from mental disorders.” He was arrested on the pretext of having links to the PKK.

The monitor published photos showing the man had been severely beaten.

Media with ties to the Kurdish groups in Rojava reported that the man had been tortured by Syrian militias after he voiced objections to their actions in Afrin.

74 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

ANF identified the victim as Fereh El Din Mihemed Osman from the Jandaris region of southwestern Afrin. His home had reportedly been looted and he was tortured and killed when he asked for the return of his property.

Turkey has repeatedly denied it targets civilians throughout its military campaign and has vowed to punish those who have looted Kurdish homes and businesses.

Turkish leaders have also denied Kurdish claims that they want to bring demographic change to the Kurdish-majority canton.

Kurds, however, have complained about the Turkish flag and images of Turkish President Recep Tayyip Erdogan that have appeared in canton. A photo recently shared on social media appears to show Kurdish signage at Afrin’s main hospital has been removed and replaced with Turkish alongside Arabic.

Turkey considers the YPG and the ruling political party, PYD, in Rojava as branches of the PKK, a named terror organization. Ankara characterized its military operation in Afrin as a counter-terror one. The YPG and PYD groups deny the terror charge and insist they are distinct from the PKK.

More than 137,000 civilians from Afrin are currently displaced, most living in the Tal Rifaat area where conditions are difficult. Many families are sleeping in the open, restricted from entering regime-held territory in Aleppo and unable to return to their homes.

Genocide Watch: Kurds on brink of ‘extermination’ 30 years after Anfal

By ROJ ELI ZALLA 14/4/2018 Stanton, the chairman of Genocide Watch, sits down with Rudaw in April 2018 to discuss a warning issued by the Washington, D.C.-based organization regarding Kurds in all four parts. WASHINGTON, D.C. — Kurds in the Middle East are in "grave danger" and in the midst of genocide like the Anfal that culminated 30 years ago, according to an international watchdog.

"Remembering and commemorating these past genocides is very important to understand the warning signs and to look out for the genocides that are coming. And that is exactly what is coming right now," Gregory Stanton, the founding chairman of the US-based Genocide Watch, said in an interview.

April 14 marks the Anfal memorial day in the Kurdistan Region, when people remember 182,000 Kurds who were systematically rounded up and driven to southern Iraq and executed by Saddam Hussein's Baath regime.

"In the Anfal, there was the chemical attack on Halabja. Well guess what happened just last week? A huge chemical attack in Syria. As they say in French, 'The more things change, the more things stay the same.' It looks like nobody has learned," said Stanton.

The Research Professor in Genocide Studies and Prevention sees Kurds on the brink of "extermination" in the Middle East.

"We believe that is the next stage about to happen... It's already happened in small massacres — not small of course by the people who are affected — but massacres of several thousands of people" he said.

Split between Turkey, Iraq, Syria, and Iran, Stanton sees "very, very strong signs of the genocide beginning," pointing to Afrin and Cizre. "It wasn't just forced displacement because it included mass killing.”

“Genocide is about power” Stanton says, “what you have are three ancient empires that are continuing to exist and try to re-assert their control ... the Ottoman Empire ... the Persian Empire ... and the Arab Empire. All of them consider the Kurds a dangerous threat to their full control. Imperialism always causes genocide"

He expresses particular concern with Turkish President Recep Tayyip Erdogan's emboldened rhetoric and forecasting of where he will go next, stating “We think the biggest dangers are coming from Turkey… we believe that the aim of the Turkish regime is to push all the way across into northern Iraq and to basically takeover all of those areas where Kurds control the territory," he said.

The genocide expert began working on the Cambodian Genocide Project at Yale in 1981.

75 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

"The Turks are very much afraid of these people," he said, referring to Kurdish forces in control of Syria’s northern enclave and Peshmerga in the Kurdistan Region "Because they realize they are such good fighters and they will defend their territory..." he added.

However, Stanton considers confederalism, as a better alternative to independence because it is less likely to be viewed as an existential threat.

"The best thing right now for people in [Iraqi] Kurdistan and Rojava and other areas is not to declare independence. Instead say, 'We just want to control our own government, we want to control our own affairs.' In other words, autonomy should be the proper objective so you don't directly threaten these empires," he said.

Still Western powers can play a role in assisting Kurdish bids for greater autonomy, according to Stanton.

"A good example what happens if you do have a power like the United States willing to defend the autonomy of Kurdish people, Kurdistan, I believe, became one of the model areas of the whole Middle East with American protection. I believe we need to do the same thing right now with Rojava, with northern Iraq, in order to tell the Turks we aren't going to put up with this anymore. And we basically have to tell the Russians the same thing," argued Stanton.

Genocide Watch issued a warning for Kurds being "at risk for a large-scale genocide" at the hands of Iran, Iraq, Turkey, and Syria earlier this month.

"Currently the largest threat comes from Turkey," the reported summarized.

Directors and advisors of the Washington-based organization include Elisa von Joeden-Forgey, a Holocaust and Genocide Studies Program director at Stockton University; Adama Dieng, a special advisor to the UN Secretary-General on the Prevention of Genocide; and Samantha Power, a former US Ambassador to the United Nations.

Kurds pursue diplomatic avenues to end ‘occupation’ ofAfrin

By Rudaw 16/4/2018

Kurds living in call for international intervention in Afrin during a protest in front of EU offices in Athens last week. Photo: Louisa Gouliamaki/AFP ERBIL, Kurdistan Region – Kurds in Rojava are pursuing diplomatic channels to end “violations” in Afrin as reports of looting, demographic change, and abuse of the local population continue to come out of the canton under control of Turkish forces and their Syrian allies.

“Of course, one of our main fears are the incidents – in addition to the violations in Afrin – is the demographic change in Afrin, therefore we keep meeting representatives of the international community, the representative of the UN, and the Security Council,” Hawas Agid, a member of the Kurdish National Council (ENKS), told Rudaw from Istanbul.

ENKS, an opposition group in Rojava, is a member of the Syrian National Coalition, an opposition umbrella group supported by Turkey.

Agid said that they “hand over” information on anything new that occurs in the region, including reports that Syrian militias have entered people’s homes inAfrin and are preventing families from returning to their villages. He also said that fighters have raped women.

“This is something which is far from socially moral,” he said, adding that they have informed Turkey about such reports.

76 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The ruling coalition in Rojava, TEV-DEM, is also engaged in diplomatic efforts for Afrin. Co-leader Aldar Khalil said that they have increased their diplomatic efforts in an interview with ANF media.

Related: ENKS urges int'l protection for Afrin, condemning PYD policy

"[Turkish President] Erdogan faces tough times. For example, Afrin's invasion won't be as he wants. In the short-term, he can occupy Afrin, but in the long-term, there are difficult days ahead. His actions will have grave consequences,” Khalil said.

Turkey considers the main Kurdish groups in Rojava, the armed YPG/YPJ and the political party PYD, to be branches of the PKK, a named terror organization. Turkish forces, backing Syrian militias, launched a military campaign againstAfrin canton on January 20, framing it as a counter-terror operation.

Turkey declared they had control of the canton two months later. The YPG announced it would continue to fight the Turkish forces and Syrian militias, launching a guerrilla-style campaign.

More than 137,000 civilians remain displaced from Afrin and another 50,000 to 70,000 are estimated to have remained in Afrin city, according to UN figures.

Nearly a month after military operations finished, Khalil said that three quarters of the population are displaced from their homes. “This proves that there is oppression,” he said, vowing that they will continue resistance operations at home and abroad.

Related: Turkish-backed interim council elected in Afrin: state media

On the ground in northern Syria, the Kurdish forces are allied with the US-led coalition in the war against ISIS. Kurdish leaders have also met with European officials, including French President Emmanuel Macron.

Turkey’s President Recep Tayyip Erdogan has denied they seek to “occupy”Afrin, saying the plan is to hand the region over to its “real owners.”

Evacuated Syrian rebels relocated to Afrin

By Rudaw 20/4/2018

Turkish-backed Syrian rebel police and special forces in Azaz direct buses carrying evacuees from Dumayr. Most of the convoy of 31 buses then headed to Afrin. Photo: Sameer al-Doumy/AFP ERBIL, Kurdistan Region – Fighters and their families evacuated from a rebel-held town northeast of Damascus under an agreement with the regime are reportedly being transferred to Afrin while civilians displaced from the Kurdish canton have come under fire.

Rebels in Dumayr, northeast of Damascus, began pulling out on Thursday after reaching a deal with Damascus. Syria’s state-run media reported that regime forces entered the town on Thursday and fighters from Jaish al-Islam along with their families were being transported by bus to Jarabulus, which is under control of Turkish-backed rebels.

About 1,500 fighters and 3,500 family members were being evacuated after turning over their heavy weapons, according to SANA.

AFP photographed 31 buses carrying some 1,600 evacuees from Dumayr arriving in Azaz, north of Aleppo on Friday. Most of the buses then continued on to Afrin.

77 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The Syrian Observatory for Human Rights reported that the evacuees had "chosen Afrin as their destination."

Turkish-backed Syrian rebel police and special forces in Azaz direct buses carrying evacuees from Dumayr. Most of the convoy of 31 buses then headed to Afrin. Photo: Sameer al-Doumy/AFP

This is not the first group of rebel evacuees to be transported to Afrin. The Observatory has documented Turkish efforts to resettle rebel commanders and more than 150 families from Eastern Ghouta. They were being housed in homes left empty by civilians who fled Turkey’s military operation against the Kurdish YPG/YPJ.

The UK-based conflict monitor said earlier this week that the move was opposed by both displaced civilians from Afrin and the rebel groups being brought in.

Rebels from Eastern Ghouta resented being relocated to Afrin, saying the decision was “imposed by the Turkish authorities on the displaced people of Ghouta, through carrying out an organized demographic change,” according to the Observatory.

Afrin civilians are angry that they are being prevented from returning home.

Kurdish leaders from Rojava, the self-autonomous region of northern Syria that includes Afrin, have accused Turkey of wanting to carry out demographic change in Afrin by forcing the Kurdish population out.

Ankara has denied the charge and has framed its operation as counter-terrorism, taking the position that the Kurdish forces and political leaders in Rojava are branches of the PKK, a named terror organization.

An estimated 137,070 people are still displaced from Afrin a month after Turkey and allied Syrian militias took control of the Kurdish canton, ending its two-month military campaign.

Most are sheltering in the Tal Rifaat area, but are not safe. The area was shelled on Friday, the Observatory reported.

Explosions were heard in the area that is controlled by the YPG. There was no immediate information of casualties.

In addition to the insecurity, the families are facing increased health risks.

“Acute diarrhea, upper respiratory infections, and lice are the most reported communicable diseases among IDPs from Afrin,” the World Health Organisation (WHO) reported this week.

People displaced from Afrin sort through donated clothing in Tal Rifaat. File photo: George Ourfalian/AFP

Many of the displaced (IDPs) are sleeping in the open because of a lack of shelter in the hard-to-reach and already disadvantaged area. Conditions are poor and reports on social media indicate diseases are spreading.

In Afrin canton, the UN estimates that 50,000 civilians remain in the city and another 100,000 are in rural areas. Relief and medical agencies, however, do not have regular access to the canton.

Roads have been closed to traffic, preventing people from returning home or from accessing safety and services in Aleppo, the UN’s humanitarian office reported this week.

Some people were stuck in areas with limited food and water for up to nine days with no protection from the elements. “Unconfirmed reports were received that at least two IDPs died and that a woman gave birth without any access to medical assistance,” the UN stated.

Inside Afrin, the UN is working to ensure aid agencies can set up operations, but still does not have direct regular access.

78 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The continued lack of internet and phone services throughout much of Afrin is further complicating matters, making it difficult for humanitarians to assess the situation in the canton.

Singer hopes to raise humanitarian aid for Afrin in new song

By Rudaw 23/4/2018 The 'I am Afrin' video clip performed by Kurdish singer Hewler. Kurdish singer Hewler has performed a new song for Afrin, entitled ‘I am Afrin.’

“I am Afrin, I am sweet and I am the injured bride of Kurds … I cry loud because of the oppression committed to us,” she sings.

Afrin, a Kurdish canton in northwestern Syria, underwent a two-month assault and then siege by the Turkish military and proxy fighters.

“We want our voices to be heard by all people,” she told Rudaw from Germany on Sunday.

More than 300 civilians were killed, according to a conflict monitor, and hundreds of thousands have been displaced — trapped between pro-Assad forces and pro-Turkish forces.

Hewler said that humanitarian aid for Afrin comes before artistic support, adding that she will visit Kurdistan Region to prepare a “very nice” project.

Humanitarians have complained of a lack of access to displaced people ofAfrin, who mostly live in camps in the northern Aleppo countryside.

Hewler’s song calls Afrin a “sweet” but “injured” city.

Some Kurdish singers have contributed to Afrin through their songs, including the iconic singer Sivan Perwer who dubbed Afrin “paradise” in a release a few days after Turkey and its Syrian proxies launched an offensive on Afrin in January 20.

‘I am Afrin’ was first aired on Rudaw TV.

SDF return to Deir ez-Zor front with ISIS: coalition

By Rudaw 24/4/2018

SDF near Shadadi, south of Hasaka in Deir ez-Zor province last summer. File photo: AFP ERBIL, Kurdistan Region – Operations against ISIS in Syria’s Deir ez-Zor province have resumed with a 100 percent uptick in the number of airstrikes over the past week and the return of SDF fighters to the battle field, ending a pause in operations against the extremist group, according to the coalition spokesperson.

“We are encouraged by the return of some Syrian Democratic Forces partners to the Middle Euphrates River Valley,” coalition spokesperson Col. Ryan Dillon told reporters on Tuesday, saying it was a return of combat power to the area where the coalition and their Kurdish-led SDF partners are combatting ISIS in its last strongholds east of the Euphrates River.

The SDF moved hundreds of its fighters from the frontlines against ISIS in the east across the country to Afrin in March to help defend the Kurdish canton from a Turkish military operation, leading to an “operational pause” in Deir ez-Zor.

Turkey announced it had taken full control of Afrin in late March, after two months of clashes with the

79 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Kurdish armed force the YPG, who make up the backbone of the SDF.

Dillon declined to confirm that the SDF returning to Deir ez-Zor were coming from Afrin, but said the coalition continues to “understand their predicament.”

ISIS still holds two pockets of territory in areas controlled by the SDF in eastern Deir ez-Zor province, east of the river – town north of al-Boukamal and al-Dashisha along the border with Iraq, Dillon detailed.

There are also militants hiding out in ones or twos in remote areas, but “These two areas is what they’ve got and that’s really it,” he said.

In these two areas, militants are attempting to reconsolidate and build car bombs.

West of the river, ISIS has reportedly had a resurgence in areas controlled by the Syrian regime with its allied militias and Russian backing.

Dillon was adamant that a similar strengthening of the extremists has not occurred on the opposite bank: “There has been absolutely zero land that has been reclaimed by ISIS on east side of Euphrates River.”

The coalition and SDF continue to constrain and strike ISIS in these areas. With the return of the SDF and using intelligence gathered during the operational pause in February, the coalition is now increasing pressure on the ISIS on the ground and has doubled their airstrikes.

In Afrin, ‘demographic change is being carried out’: monitor

By Rudaw 25/4/2018

Turkish-backed militiamen patrol a street in Afrin. Photo: Nazeer al-Khatib/AFP ERBIL, Kurdistan Region – A UK-based conflict monitor has documented evidence of demographic change in the Kurdish canton of Afrin, northwestern Syria carried out by forces of Turkey’s Operation Olive Branch.

A “demographic change is being carried out led by military powers that claimed the protection of the Syrians,” the Syrian Observatory for Human Rights stated on Wednesday.

An Observatory team reached the conclusion after traveling through western areas of Afrin and observing the situation there. Afrin fell to Turkish forces and their allied Syrian militias in late March after a two- month conflict.

Turkey considers the Syrian Kurdish party PYD and armed forces YPG/YPG as branches of the PKK and framed its offensive as a counter-terror operation.

The Kurdish groups deny the charge and accuse Turkey of making a land grab.

In Jandaris, southwestern Afrin, the Observatory witnessed widespread destruction. Many homes that were still standing had been painted with declarations that they were now property of Syrian factions of the Olive Branch forces.

Jandaris saw heavy clashes during the conflict, including airstrikes.

The village of , north of Jandaris city, is now a closed off military zone, housing Syrian militias and a Turkish military headquarters, the Observatory stated.

A “spray can is enough to turn a building, a farm or even a whole village into property of a military faction,” the monitor stated.

80 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

At checkpoints, Kurdish citizens are singled out for insults, youth alleged to be affiliated with the YPG/YPJ are detained and tortured, and looting of property is ongoing, it added.

In addition to the military factions, evacuees from former rebel-held areas of Eastern Ghouta and Qalamoun have arrived in Afrin while those who were displaced from the canton have been prevented from returning home.

Turkey, however, blames the PYD and YPG for pushing people out of their homes.

“Displaced under the pressure of PYD/YPG, the people of Afrin are now returning back to their homes,” Deputy Prime Minister Recep Akdag said on Wednesday, state-run Anadolu Agency reported.

Turkish humanitarian agencies have delivered aid to Afrin and this week the Turkish military opened an emergency hospital in Jandaris, Anadolu reported. The hospital can treat 400 patients daily.

An estimated 50,000 civilians are believed to have remained in Afrin city and 100,000 in rural areas, according to UN figures. Some 137,000 people are still displaced and largely sheltering in the countryside north of Aleppo where conditions are poor and resources are limited.

The United Nations on Tuesday announced it was allocating $16.3 million for projects to help people displaced from Eastern Ghouta and Afrin – focusing on basic services like food, water, shelter, and health care.

Of this amount, 49 percent will be for the Afrin response and 51 percent for Eastern Ghouta.

“With this reserve allocation, the UN and partners are able to scale up the response to the crises in East Ghouta and Afrin. However, the Syrian Humanitarian Fund has depleted all of its resources,” said Ali al- Za’tari, the UN’s humanitarian coordinator in Syria. “We continue to appeal for funding to allow the humanitarian community to respond to those in need.”

International donors meeting in Brussels on Wednesday pledged $4.4 billion in aid for Syrian civilians – less than half the $9 billion the UN was seeking for its humanitarian efforts this year.

A group of nine aid organizations working in Syria said it was not enough.

"This conference did not go nearly far enough to provide adequate support to the millions of Syrians in need of assistance and who are left facing an uncertain future," read a joint statement issued by the group that includes Oxfam and the Norwegian Refugee Council.

Rojava’s revolution is ‘for the whole of nations’: YPG volunteer

By Rudaw 26/4/2018 Watch: Video report by Vivian Fatah The Rojava revolution has inspired people from around the world, attracting volunteers to join Kurdish ranks in the war against ISIS in northern Syria and build a new society in the self-autonomous region.

A volunteer with the Kurdish YPG from Chicago, going by his nom de guerre Arkesh Chamchali, said he was drawn to the women’s revolution and the idea of a system of governance based on direct democracy.

“This revolution is not only for the nation of Rojava, but for the whole of nations,” he said.

Chamchali fought against Turkish forces and allied Syrian militias in Afrin.

“What I saw there was mainly the same people we were fighting against in Raqqa… a number of different Islamist and fundamentalist groups and how they were blatantly supported by the Turkish state,” he said.

Turkey launched its Operation Olive Branch against Afrin on January 20, taking full control of the canton two months later.

Ankara considers the YPG and the ruling political party in Rojava, the PYD, branches of the PKK. Turkey framed its military offensive as a counter-terror operation.

The Kurdish groups deny the terror charge – as do their US allies.

81 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

“We don’t want to be allied with any terrorist organization, nor do we think that we are,” US Ambassador to NATO Kay Bailey Hutchinson said on Thursday in answer to a question from Rudaw’s Znar Shino.

The US is allied with the YPG under the umbrella of the SDF in the war against ISIS in northern Syria, despite the repeated objections from fellow NATO member Turkey.

In the final days of the Afrin operation, Turkish leaders threatened to take the fight with the YPG across Rojava, beginning with Manbij where the US military has an outpost.

Tensions appear to have eased, however.

Hutchinson said they have had “many talks with our allies in Turkey. We have no interest in changing the borders of Syria in any way that would affect Turkey.”

She explained that the US focus is on the war with ISIS, commending their Kurdish allies in that fight and said Turkey could also “be helpful in that regard if they will also assure that we’re fighting ISIS and they’re not impeding that fight in any way.”

Hutchinson is in Brussels to attend a NATO ministerial meeting on Friday.

French special forces boosting ISIS fight in Syria: Mattis

By Rudaw 26/4/2018

French soldiers pictured north of Mosul in July 2017. Photo: Fadel Senna/AFP ERBIL, Kurdistan Region – A fresh deployment of French special forces has bolstered the fight against ISIS in northern Syria as the coalition resumes operations after a pause.

"You'll see a reenergized effort,” US Defense Secretary James Mattis said on Thursday, addressing the Senate Armed Services Committee, AFP reported.

“You'll see increased operations on the Iraqi side of the border and the French just reinforced us in Syria with special forces here in the last two weeks. This is an ongoing fight right now," he said, adding that the US is “not withdrawing.”

France is a member of the international anti-ISIS coalition and has had forces on the ground in northern Syria.

In a meeting last month with a Kurdish delegation from Rojava, French President Emmanuel Macron reportedly said he was ready to send forces to Manbij to reinforce the American post in the city and block any possible Turkish offensive.

Turkey said that such a move would be an “invasion.”

Coalition operations against ISIS in Deir ez-Zor province have resumed with the return of Kurdish forces to the battlefield after a deployment to Afrin to help defend the canton from Turkey’s Olive Branch offensive.

Inside the ghost town of Shiye in Afrin

By Rudaw 29/4/2018

82 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Shiye is a sub-district in Afrin district, Syria. Photo: Rudaw AFRIN, Syria — Outlying areas in Afrin district are largely deserted and partially destroyed with few signs of life, as humanitarians say those displaced are "not permitted" to move, and Kurdish leaders claim a demographic change.

Video from inside the town of Shiye shows some buildings destroyed, shops with black 'Xs' spray-painted and desolate streets.

Afrin includes seven sub-districts: Bulbul, Jandaris, Rajo, Shara, Shiye, Mabata and Afrin city center.

The Turkish military and its Free Syrian Army proxy fighters ended a two-month assault on the Kurdish canton last month.

As the assault unfolded, people from outlying towns and villages fled to Afrincity. As the proxy fighters, supported by Turkish air cover, entered the city, hundreds of thousands of people fled into the countryside north of Aleppo city.

The operation began on January 20 and ended on March 18.

The UN's humanitarian agency (OCHA) released a report on Thursday, estimating that 137 people from Afrin district have been displaced since January 20. More than 90,000 are in the Tel Rifaat area, 30,000 in Nabul and Zahra, and 15,000 in and .

"IDPs are still not permitted to move to Aleppo city or to return to Afrin district, despite earlier indications from the authorities that IDPs with property or family ties might be able to move towards the city," reported OCHA.

The French Press Agency (AFP) released photos earlier this week of some markets reopening in the city and children playing near heaps of rubble.

Salih Muslim, the co-leader of the ruling Kurdish Democratic Union Party (PYD) in Syrian Kurdistan (Rojava), has said the Turkish government is currently implementing a demographic change in Afrin.

“That is a very dangerous policy,” Muslim said in a recent interview with Germany's Deutsche Welle outlet. “This must come to an end. Turkey has to withdraw. Otherwise, this will become a new problem.”

His comments echo a warning by a conflict monitor.

The PYD is the political wing of the mostly-Kurdish People's Protection Units (YPG). Turkey conflates the YPG with the Kurdistan Workers' Party (PKK), claiming its the Syrian extension of the Turkish party. The Kurdish parties deny the allegations.

Afrin is the westernmost of Kurdish three cantons that comprise the self-autonomous Northern Syrian Federation.

Pro-Turkish forces abduct Kurdish journalist in Afrin

By Rudaw 2/5/2018

83 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

A Facebook portfolio photo of Ahmed Shafi Bilal uploaded on March 4, 2018, shows him in Afrin, Syria. Photo: Bilal FB ERBIL, Kurdistan Region — Turkish backed Syrian opposition groups have kidnapped a Kurdish journalist in Afrin, according to a local source.

Ahmed Shafi Bilal has been missing for two weeks, a local source told Rudaw on Tuesday, and no one has knowledge of his whereabouts.

Bilal managed to post a video of himself on Facebook, which the source says showed he was abducted by Turkey’s Syrian proxy fighters of the Mashaal Tamo Regiment, a part of the Free Syrian Army (FSA). The video is no longer on his Facebook page.

The source, who requested anonymity, said Bilal had been forced to record the Facebook live video according on orders from the group’s leader, Abu Mariam al-Haskawi.

The group did not reveal any information on the Afrin native’s location, and FSA media has made no mention of Bilal’s capture.

His last Facebook post was on March 27. It read: “violation, violation, violation” with a sad face emoji above two trees separated by a broken heart emoji.

"Do you hear me?" one woman who volunteered for the Sryian Arab Red Crescent posted on his Facebook on April 23. Bilal had also volunteered at the organization, according to his Facebook bio.

Bilal had covered the battle in Afrin for the AFP and Russia’s Ruptly.

Bilal faced imprisonment at the hands of the Syrian government and the People’s Protection Units (YPG) in Rojava, according to the source.

The city of Afrin fell to the Turkish army and its proxies on March 18, after 58 days of extensive fighting. More than 300 civilians were killed, according to the Syrian Observatory for Human Rights.

Iraq and Syria were the deadliest places for journalists last, with at least eight and seven killed in each country, respectively, according to a year-end report by the Committee to Protect Journalists (CPJ).

Life goes on in Manbij in spite of semi-siege conditions, Turkish threats

By Rudaw 2/5/2018

Manbij is controlled by the US-backed Syrian Democratic Forces (SDF). Photo: Rudaw

84 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

ERBIL, Kurdistan Region – Syria’s seven-year civil war and Turkey’s incursion into Afrin has the town of Manbij on high alert. But despite constant threats and siege-like conditions, residents say life must continue as normal.

“Thanks to Allah the circumstances are good,” one resident told Rudaw. “There is movement amongst the people. We spend our days in cafeterias smoking hookah. The bazaar is very busy. The situation is very good.”

External threats from the Syrian regime and armed opposition groups have taken their toll on the free movement of trade. Traders describe the difficulty of importing goods and commodities.

“Movement in the market is acceptable. It is not solely the political conditions that affect movement in the market. The situation of the agriculture has also affected the market. This year the situation was like this. We hope it will improve so that the market improves,” one trader told Rudaw.

Alongside the inhabitants of the city there are thousands of refugees from southern and central Syria. These refugees are threatened with displacement yet again.

“The rich lead good lives. The poor and the impoverished are suffering. Thanks to Allah work is good, but the conditions of the refugees are very bad. In the market the condition of refugees are very bad, but thanks to Allah there is movement in the market,” a laborer told Rudaw.

Following the Turkish Army’s occupation of Afrin earlier this year, the Turkish government said its next target is Manbij. Turkish President Recep Tayyip Erdogan said his government is prepared to conduct an operation to drive out the Kurdish-led Syrian Democratic Forces (SDF) which control the area.

Operation Olive Branch began on January 20 when Turkish forces launched a military incursion into the Kurdish enclave of Afrin in northwest Syria. Turkey believes the ruling Kurdish groups in Rojava are “terrorists,” a charge the groups deny.

The US has roughly 2,000 troops stationed in Manbij supporting its SDF allies, where it runs special operations against ISIS. Turkey has demanded its NATO ally withdraw its forces and stop arming and supporting the SDF.

Talks between America, France, Russia, and Turkey over the fate of the Rojava town are ongoing.

Turkey slowly implementing demographic change in Afrin

By Paul Iddon 3/5/2018

Ankara-backed forces destroyed the statue of Kawa the Blacksmith, a central figure in a Kurdish legend, after they captured the northern Syrian enclave of Afrin. Photo: Sameer Al-Doumy / AFP There are already signs in Afrin that Turkey is upending the long-established Kurdish demographics of the region by resettling displaced Syrians from across the country in place of Kurds uprooted by Operation Olive Branch.

At the onset of the operation, Turkish President Recep Tayyip Erdogan hinted at major demographic change when he talked about returning Afrin to what he called “its rightful owners.”

The comment rang alarm bells at the time. Throughout its history, Afrin – an isolated and landlocked enclave of Syrian Kurdistan (Rojava) – has had a long-established Kurdish-majority population.

85 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Afrin city fell to Turkey and its Free Syrian Army (FSA) proxy militiamen on March 18 after the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) decided not to engage in a campaign of urban warfare they would have ultimately lost and which would have reduced Afrin’s urban center to heaps of rubble like so many other Syrian cities before it.

Now, less than two months later, Erdogan is making his plans for Afrin a reality.

Displaced Syrians from the Qalamoun region along the Lebanese border and East Ghouta, where the most ferocious regime offensive since East Aleppo in December 2016 displaced over 130,000 people, are being resettled in Afrin by Turkish-FSA forces. The Turkish prime ministry’s Disaster and Emergency Management Authority (AFAD) has already established an enormous tent city for the former in Mahmoudiya, which is protected by the Turkish military according to Hurriyet news.

The presence of desperate and displaced Syrians in Afrin is nothing new. Bordering the provinces of Aleppo and Idlib, the Afrin enclave under Kurdish control stood out for its relative stability as a safe haven where Syrians from all backgrounds were offered shelter. Ankara’s incursion into Afrin has destabilized it for the first time and displaced thousands.

Turkish-led forces are handing out vacant houses, abandoned by fleeing Kurds, to displaced Syrian Arabs from East Ghouta. According to a report in Syria Direct, these houses are being provided for free to the incoming displaced persons. With no hope of returning and rebuilding their old lives in East Ghouta for at least a few years, these displaced Syrians are likely being used as pawns by Ankara and the FSA to create new demographic realities on the ground – since many are unlikely to willingly give up free houses only to return to a dangerous and destitute existence.

Nevertheless, not all of those displaced people offered houses are willing to accept them.

“We are displaced from our homes, and are coming as guests to this region,” Khalid al-Hassan, a 29-year- old displaced Arab from East Ghouta, recently told Syria Direct. “We are not accepting these houses for free without the permission of their owners.”

“[A] demographic change is being carried out led by military powers that claimed the protection of the Syrians,” the Syrian Observatory for Human Rights stated in late April, referring to the Turkish-FSA forces.

The Observatory also reported that FSA forces have used spray paint to declare which properties are now theirs. In today’s Afrin a “spray can is enough to turn a building, a farm or even a whole village into [the] private property of a military faction.”

The urgency with which Turkey is apparently trying to transform Afrin into a safe haven for thousands of displaced Syrians is also indicative of a desire to fundamentally alter the region’s demographics.

Since early 2017, after successfully capturing it from Islamic State (ISIS), Turkey has controlled the much larger 60-mile wide Jarablus/Al-Rai/Al-Bab triangle, situated east of Afrin, which they have long promoted as a safe zone for displaced Syrians.

As recently as late March, Ankara announced it had trained another 200 Syrian policemen to help bolster security in the region. Turkish contractors have also been assigned to rebuild large parts of the area since the end of hostilities there over a year ago. In Al-Bab, Turkey has even sponsored the creation of an industrial city, called First Industrial City, which aims to employ thousands of young Syrians in manufacturing jobs.

It would appear this region – with much greater stability, security and a far more homogeneous population than Afrin at the present time – would constitute a more suitable place to resettle displaced Syrians, especially for the long-term or even permanently.

It is yet to be seen whether these current Turkish/FSA efforts will lead to a more direct form of ethnic cleansing, whereby Kurdish civilians still in Afrin are forcibly transferred to other parts of Syria and blocked from returning. Such expulsions would prove difficult for Turkey to plausibly deny when not carried out under the fog of war, as was the case during its battle with the YPG.

If Ankara does ultimately push ahead with such a policy then its prior goal of ensuring no major YPG force

86 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

had a presence west of the Euphrates will have transformed into a policy of removing Kurds in general from that side of the river.

YPG claims killed Turkish ally was relocating rebels toAfrin

By Rudaw 4/5/2018

Turkish-backed forces seen coordinating the relocation of rebels and their families from Eastern Ghouta to Afrin in April. Photo: AFP ERBIL, Kurdistan Region – The YPG announced they have killed a man in Afrinwho was working with Turkish forces to settle Syrians from elsewhere in the country in homes abandoned by the local Kurdish population.

According to the YPG, the Kurdish armed force in Rojava, Jamal al-Zakhlool “was forcing Afrin residents to flee their homes and was placing [Free Syrian Army] terrorists and their families in the abandoned homes.”

The YPG said that Zakhlool was coordinating with Turkish intelligence (MIT) officials and was responsible for “establishing internal security forces, civilian administration and courts in occupied Afrin.”

They allege he had been enforcing Sharia law in the canton.

According to Hediye Yusuf, a founding member of the self-declared Democratic Federal System of Northern Syria (Rojava), Zakhlool was formerly a police chief in Eastern Ghouta and his wife was killed alongside him on Thursday.

Publishing graphic photos on Friday of a deceased man they said was Zakhlool, the YPG said their forces killed him and three others in an operation on Thursday.

“Our forces will target all the elements in the Afrin Canton that are in contact or cooperation with the Turkish invasion state,” the YPG threatened.

Turkey considers the YPG and the ruling political party PYD terrorist organizations and branches of the PKK. Turkish forces, working with Syrian militias of the FSA, launched a military campaign against Afrin on January 20 with the stated aim of pushing the Kurdish groups back from the Syria-Turkey border.

Turkey declared it was in full control of the canton two months later. The YPG announced they would continue the fight, launching a guerrilla-style war.

At least 137,000 civilians remain displaced and unable to return to their homes. Hundreds of rebels and their families evacuated from the Eastern Ghouta area have been resettled in Afrin.

Turkey has been accused of demographic change.

Turkey, however, has blamed the YPG and PYD for forcing the people out of their homes and has claimed that Afrin civilians are now returning home.

On Friday, Turkish President Recep Tayyip Erdogan said that 4,379 “terrorists” had been “neutralized” in Afrin. Turkey uses the term “neutralized” to refer to those killed, wounded, or otherwise removed from the battle field.

Erdogan says will stay in Afrin until it’s secure

87 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

By Rudaw 4/5/2018

Children rollerblade on a war-damaged street in Afrin in April. Photo: Sameer al-Doumy ERBIL, Kurdistan Region – Turkey’s president has said his country will stay in the Syrian Kurdish canton of Afrin until it is secure.

“We will remain in Afrin and we will be there until we assure its security,” he said in a televised speech at Istanbul Youth Festival, state-run Anadolu Agency reported.

At least 137,000 civilians from Afrin remain displaced from their homes after Turkey’s Operation Olive Branch against the Kurdish canton, more than a month after military maneuvers finished.

Kurds have accused Turkey of making a land grab and the settlement of rebel fighters from Eastern Ghouta in Afrin have stoked fears of forced demographic change.

The United States is watching the situation closely. State Department spokesperson Heather Nauert confirmed that those displaced from Afrin are “not being allowed back into their homes and communities.”

“We have expressed grave concern about the humanitarian situation in Afrinover recent weeks and months. That remains a concern of ours today,” she told reporters on Thursday.

The UN’s humanitarian office classifies Afrin as a hard-to-reach area.

Most of Afrin’s displaced are sheltering in the countryside north of Aleppo, around the Tal Rifaat area.

Erdogan on Friday reiterated his threat to expand military operations into that area: “Idlib, Tal Rifaat and Manbij will be next,” he said.

UN confirms civilians displaced from Afrin are prevented from going home

By Majeed Gly 5/5/2018 - UNITED NATIONS, New York – The United Nations has confirmed reports that civilians displaced from Afrin during Turkey’s military operation against the Kurdish canton have been prevented from returning home.

“As a result of hostilities and military operations in Syria’s Afrin… some 126,000 men, women and children remain displaced,” UN Deputy Spokesperson Farhan Haq said this week. “In addition, an estimated 150,000 people remain in AfrinDistrict, where access to people in need continues to be extremely limited.”

“Several parties to the conflict continue to hinder displaced people’s movement, preventing them from seeking safety in their areas of choice or from returning to their areas of origin,” he added.

He said the UN calls on all parties to the Syrian conflict to ensure freedom of movement for civilians and access to humanitarian aid.

Kurds have accused Turkey of instituting demographic change in Afrin – relocating rebel forces and their families from Eastern Ghouta to Afrin while denying the native Kurdish population the right to return home.

International players in Syria are not pushing Turkey on the issue. Countries like Russia and the US are waiting to see how major Middle Eastern events will play out, like Iraq’s elections and Donald Trump’s decision on the Iran nuclear deal – factors that may impact the stability in Syria specifically and the region generally.

88 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Rojava parties urge Kurdish unity in face of threats

By Rudaw 8/5/2018

Kurdish parties are worried about being caught between the competition of bigger forces. Photo: Rudaw TV ERBIL, Kurdistan Region – Parties in Rojava have called for unity as the Kurdish self-autonomous region of northern Syria faces threats to its existence.

"Kurdish unity is a necessity at this stage. We can all come to an agreement together. We have to be the decision-makers in the Kurdistan region of Syria and for us to protect our people," Ridhwan Seydo, a member of ENKS's legal committee, told Rudaw.

ENKS (Kurdistan National Council) is the rival of the ruling PYD (Democratic Union Party) in Rojava and it has had good ties with Turkey.

A member of another party in Rojava, Peshvaro, has advocated strengthening ties with Damascus.

"It is better if we protect ourselves and not fall into competition between the great powers. We should try as much as possible to reach an agreement with the regime. Events of the year, like in Iraqi Kurdistan, have shown us that we need to reach an agreement with the regime," said Hassan Jango, senior member of Peshvaro, told Rudaw.

The regime of Bashar al-Assad has consolidated its gains across Syria with Russian and Iranian backing and is eyeing victory in the more than seven-year long bloody civil war.

The ruling PYD says it will target those who want to impose themselves onAfrin. The Kurdish enclave fell to Turkish forces in March.

Turkey’s president has vowed to move eastward towards other Kurdish-administered areas, even across the border into the Iraq and the Kurdistan Region.

Kurds have accused Turkey of making a land grab and institution geographic change with the relocation of Syrian rebels and their families from other areas of the country and putting them in Kurdish homes in Afrin.

"Through a plot, they have been brought from Ghouta to Afrin. They want to impose their interests and legitimize their presence in Afrin. They will be targeted by our forces and they will be our diplomatic, social, and political targets. We will never accept this. They have come through a plot, organized by Iran, Turkey, and Russia," Shiekhmous Ahmed, a senior PYD member, told Rudaw.

The fate of Rojava is unclear as Damascus strengthens and global powers weigh their options and influence in the Middle East. Many consider the US, an ally of the Kurdish forces in the war against ISIS, as the only defense against any Turkish aggression against Rojava. What the US will do, however, in not clear – US President Donald Trump says he wants to leave Syria, but Defense Secretary James Mattis says they will stay.

Deadly clashes, airstrikes in Afrin

By Rudaw 11/5/2018

89 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

A Syrian youth carries a child along a destroyed street in Afrin on May 5. Photo: Nazeera al-Khatib/AFP ERBIL, Kurdistan Region – Turkish jets have returned to Afrin skies, bombing locations in the north of the canton as Kurdish forces reported they have killed 15 Olive Branch forces in the past two weeks.

“Violent clashes took place” between Turkish forces with their Syrian militia allies and the Kurdish YPG about six kilometres northeast of Afrin city, the Syrian Observatory for Human Rights reported on Friday.

The clashes began at midnight and continued through to dawn and included Turkish artillery shelling and airstrikes.

The Observatory said its sources lost contact with the group of Kurdish fighters that were under bombardment.

It reported casualties among the Turkish ranks and their Syrian allies.

Turkey took control of Afrin canton in late March in its Operation Olive Branch aimed at pushing back the Kurdish groups from the borders. Ankara considers the armed Kurdish YPG and the political party PYD branches of the PKK, a named terror organization. The Kurdish groups deny the charge.

The YPG has vowed that they will continue to combat Turkish forces, launching a guerilla-style campaign in Afrin.

The Kurdish force announced on Friday that they had killed 15 “Turkish soldiers and terrorists” between April 29 and May 8 in Afrin and injured another at least five in an ongoing operation they have named the Resistance of the Age.

The YPG claimed to have killed 2,439 Turkish soldiers and Syrian militiamen since the start of the conflict in Afrin on January 20.

The Turkish army, on Friday, claimed it had “neutralized 4,448 terrorists,” inAfrin, according to Anadolu Agency. The army uses the term “neutralized” to refer to those killed, injured, or otherwise removed from the battlefield.

Kurds claim that Turkey is making a land grab in Afrin and settling rebels and their families from elsewhere in Syria in Afrin in order to bring about demographic change. Multiple reports have confirmed rebels from Eastern Ghouta have been brought into Afrin.

In a special investigation, Rudaw has documented Arab families settled in four of 15 towns and villages in the Mabata area of central Afrin.

Some of the original residents have returned to most of these towns, but none of them have seen all their families come back. In most cases, between 60 and 80 percent of the residents have returned and in two villages, no families have been allowed entry.

The UN has expressed concern about restriction of movement for the population.

Turkey has trained 620 Syrian police to take over policing Afrin – they assumed their duties on Thursday, according to Anadolu Agency.

They received one month of training by the Turkish Police Academy in general policing and discipline as well as operational activities such as defusing explosives.

An estimated 137,070 people are still displaced from Afrin while 150,000 have remained in the canton, according to the most recent figures from the UN’s humanitarian office.

90 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The Syrian Red Crescent said it is delivering aid to some 40,000 families from the canton. Turkish aid agencies have also delivered humanitarian items to the canton.

Afrin: A landscape of unprecedented Arabization

By 14/5/2018

Civilians fleeing the city of Afrin in northern Syria walk at the mountainous road of al-Ahlam while heading towards the check point in az-Ziyarah, in the government-controlled part of the northern Aleppo province, on March 16, 2018. Photo: AFP/George Ourfalian. By Hussein Omar

AFRIN, Rojava-Syria -- A wave of Arabization started in the Kurdish city of Afrinin northwest Syria soon after its takeover by Arab rebel groups and Turkish forces, a process that continues to this day, according to evidence on the ground and statements from international organizations, including the United Nations.

Kurds made up 95 percent of Afrin’s population before operation Olive Branch was launched by Turkish troops against the Kurdish Peoples Protection Units (YPG). Arab families from other parts of Syria have been since pouring into the city and replacing many Kurds who fled during the clashes.

Families from the province of Idlib were the first to turn up and settle in the surrounding villages. Idlib is under the control of extreme groups like the Tahrir al-Sham, which adopted its new name from the former al-Nusra Front to escape the UN terror list.

Before long people from Azaz, al-Bab and Jarablus came and settled in villages around and Rajo. Most have resettled in the Yezidi villages of Qastal Jindo and Baflon.

This Arab resettlement campaign in Afrin gained momentum after many families from East Ghouta were transported according to an agreement between the Syrian regime and the opposition under Russian auspices.

During the Turkish military operation with its Arab allies many Afrin residents fled to nearby regime- controlled towns for safety and vacating the city in the process. Their places were soon filled with opposition fighters and their families. The arrivals became a daily routine.

A source inside Afrin who did not want to be named told Rudaw that Arabs now make up at least 60 percent of the 200,000 people living in Afrin city.

Among the new residents are many Arab families who had sought shelter inAfrin in previous years and who stayed on during the Turkish invasion of the city.

In Mubata and three surrounding villages alone 231 Arab families have settled. Since the turn of events only 1,000 Kurds have been able to return to their homes and farms, facing the same number of newly-settled Arabs.

The Arabization process is more intense in the town of Bilbil due to its proximity to Turkey and strategic location. A source in Bilbil told Rudaw on condition of anonymity for safety reasons that 350 Arab families have settled there and only 10 Kurdish families have remained in the town.

Many Kurds who tried to return claim they were threatened by armed groups and forced to leave. Rashid Mohammed, a pharmacy worker, told Rudaw that he went to check on his home in Bilbil on May 8, but an armed group had kicked him out. Assad Qasim, an engineer, was also told to leave soon after he returned to his village of Qurna.

91 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Rudaw has learned that 12 Kurdish villages near Bilbil have become no-go zones for their former Kurdish inhabitants due to a heavy military presence.

1,725 Arabs are reported to have settled in the following seven villages: Sharran, Kharaba Shara, Sinka, Matina, Qitma, Maydanke, Kafrjana. 172 families have also settled in rather distant villages from the town.

The town of Rajo is one place where the 700 original families outnumber new Arab settlers by two to one.

Video footage circulating on the Internet recently shows a Free Syrian Army (FSA) fighter calling on his friends, relatives and people of Qabun east of the capital Damascus to come to the villages near Afrin and turn the place “into a new Qabun”.

There have long been some Arab families living in the area, particularly in , since agricultural reforms in the 1960s. They used to make up 15 percent of the local population.

Elderly Afrin woman dies after being prevented from returning home by Syrian rebels

By Rudaw 23/5/2018 at 11:31

Zenab Jaafar Kozo died shortly after member of the Free Syrian Army (FSA) denied her entry into her village. Photo supplied to Rudaw ERBIL, Kurdistan Region - An elderly Kurdish woman has died in Afrin after she was prevented by Syrian rebels from returning to her village which she had to leave in March during the war between Turkish troops, Arab rebels and the Kurdish YPG.

Zenab Jaafar Kozo died shortly after members of the Free Syrian Army (FSA) denied her entry into her town, a source in Afrin, told Rudaw.

Kozo had lived in this house and worked as a housekeeper her life in the town of Shiye in Afrin. When Afrin fell, along with thousands of others, she was displaced from home. She went to the city of Shahbaye.

“Zenab and some members of her family had trekked [from Shiye] to the Mount Kurmenc,” a relative told Rudaw.

The Kurdish province of Afrin fell to Turkey and its Syrian proxies in mid-March, after intense fighting with the Kurdish YPG and SDF forces.

Thousands of Kurds were displaced from their homes and haven't been able to return since.

The following text is from an earlier Rudaw report on the situation in Afrin and its surrounding countryside:

The waves of Arabization started in the Kurdish city soon after its takeover by Arab rebel groups and Turkish forces, a process that continues to this day, according to evidence on the ground and statements from international organizations, including the United Nations.

Kurds made up 95 percent of Afrin’s population before operation Olive Branch was launched by Turkish troops against the Kurdish Peoples Protection Units (YPG). Arab families from other parts of Syria have been since pouring into the city and replacing many Kurds who fled during the clashes.

92 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Families from the province of Idlib were the first to turn up and settle in the surrounding villages. Idlib is under the control of extreme groups like the Tahrir al-Sham, which adopted its new name from the former al-Nusra Front to escape the UN terror list.

Before long people from Azaz, al-Bab and Jarablus came and settled in villages around Sharran and Rajo. Most have resettled in the Yezidi villages of Qastal Jindo and Baflon.

This Arab resettlement campaign in Afrin gained momentum after many families from East Ghouta were transported according to an agreement between the Syrian regime and the opposition under Russian auspices.

During the Turkish military operation with its Arab allies many Afrin residents fled to nearby regime- controlled towns for safety and vacating the city in the process. Their places were soon filled with opposition fighters and their families. The arrivals became a daily routine.

A source inside Afrin who did not want to be named told Rudaw that Arabs now make up at least 60 percent of the 200,000 people living in Afrin city.

Among the new residents are many Arab families who had sought shelter inAfrin in previous years and who stayed on during the Turkish invasion of the city.

In Mubata and three surrounding villages alone 231 Arab families have settled. Since the turn of events only 1,000 Kurds have been able to return to their homes and farms, facing the same number of newly-settled Arabs.

The Arabization process is more intense in the town of Bilbil due to its proximity to Turkey and strategic location. A source in Bilbil told Rudaw on condition of anonymity for safety reasons that 350 Arab families have settled there and only 10 Kurdish families have remained in the town.

Many Kurds who tried to return claim they were threatened by armed groups and forced to leave. Rashid Mohammed, a pharmacy worker, told Rudaw that he went to check on his home in Bilbil on May 8, but an armed group had kicked him out. Assad Qasim, an engineer, was also told to leave soon after he returned to his village of Qurna.

Rudaw has learned that 12 Kurdish villages near Bilbil have become no-go zones for their former Kurdish inhabitants due to a heavy military presence.

1,725 Arabs are reported to have settled in the following seven villages: Sharran, Kharaba Shara, Sinka, Matina, Qitma, Maydanke, Kafrjana. 172 families have also settled in rather distant villages from the town.

The town of Rajo is one place where the 700 original families outnumber new Arab settlers by two to one.

Video footage circulating on the Internet recently shows a Free Syrian Army (FSA) fighter calling on his friends, relatives and people of Qabun east of the capital Damascus to come to the villages near Afrin and turn the place “into a new Qabun”.

There have long been some Arab families living in the area, particularly in Jindires, since agricultural reforms in the 1960s. They used to make up 15 percent of the local population.

UN raises concerns over Syria’s new property law in Afrin, elsewhere

By Rudaw 30/5/2018 at 09:24

93 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Rudaw speaks with Swedish Ambassador Olof Skoog at UN Headquarters in New York about Syria’s new humanitarian law on May 30, 2018. Photo: Rudaw UNITED NATIONS, New York — UN Security Council members met on Tuesday to discuss the situation in Syria with particular attention paid to Syria’s Law No. 10, which allows the regime to seize property and displace residents.

The law, which went into effect, last month, allows “redevelopment zones” to be designated by decree.

“If their property does not appear on the list, people who own property in the zone are to be notified and have 30 days to provide proof of ownership. If they fail to do so, they will not be compensated, and ownership reverts to the province, town, or city where the property is located,” Human Rights Watch summarized the law on Tuesday.

Forced displacement has been a concern from the Syrian capital to other places in Syria. It was highlighted when Turkey’s Operation Olive Branch left hundreds of thousands of people displaced in the Kurdish canton of Afrin. Many people displaced from Afrin have reported their inability to return.

“Well we want more stability across the board in Afrin…” the UK Ambassador to the UN Karen Pierce told Rudaw’s Majeed Gly on Tuesday.

Kurds have complained that Arabs were bussed into Afrin after their expulsion.

“We all know that Afrin represents a potentially difficult problem and we need to talk to the UN and others about how best to manage that problem and get more stability in the region,” Pierce added.

At least half of Syria’s population has been displaced at one time or another since the conflict began in 2011. More than 5 million Syrians have fled the country. Neighboring countries like Turkey, Jordan, Lebanon and the Kurdistan Region of Iraq have been most affected by the migrations; although, the flight has also reached Europe.

Even if people are rightful owners of land in Syria, many lock the proper identification documents to make land claims. Only half of Syrian property was registered with the government before the war, according to HRW.

“I think we are struggling broadly about what the Security Council is doing on the entire humanitarian situation and that includes Afrin,” Sweden’s UN Ambassador Olof Skoog told Rudaw. “So we'll be throwing around some ideas today about how we can improve the implementation of the humanitarian law in Syria.”

According to HRW, Law No. 10 is unlawful.

“The law does affect property rights without due process or compensation, amounting to forced eviction and property seizure for owners whose property rights are not recognized,” wrote the rights organization.

Syrian rebels kidnap Kurdish physician in Afrin

By Rudaw 30/5/2018 at 01:12

Dr. Lazgin Ahmed Sali was detained on May 29, 2018 by Aharar al-Shariye. Photo: FB ERBIL, Kurdistan Region - A Kurdish physician who refused to flee Afrin after the incursion by Turkish forces and their Syrian proxies earlier this year has reportedly been captured by rebels.

94 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Dr. Lazgin Ahmed Sali, a heart expert, was arrested on Tuesday by the Ahrar al-Sharqiye, a brigade operating under the command of the Free Syrian Army, in the town of Jandaris in Afrin, according to a source who preferred to be named only as the father of Renas.

According to the source, Sali was arrested while working at his clinic.

Sali's family was evicted and their properties confiscated, the source added. According to information obtained by Rudaw, Sali is among the few Kurds who stayed in his home as Operation Olive Branch forces advanced.

The Kurdish city of Afrin fell to Syrian rebels backed by Turkey in March after weeks of intense fighting.

The area has since witnessed acts of looting, Arabization, and many of its original inhabitants prevented from returning home, according to the Syrian Observatory for Human Rights.

Video footage obtained by Rudaw shows a group of armed men detaining and torturing two residents of Afrin in a public space.

Kurds made up 95 percent of Afrin's population before Operation Olive Branch was launched against the Kurdish People's Protection Units (YPG). The Turkish military supported the FSA proxy figthers in the two- month campaign. Arab families from other parts of Syria have since been pouring into the city and replacing many Kurds who fled during the clashes.

According to local sources, Arabs now make up at least 60 percent of the 200,000-strong population living in Afrin city.

95 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Bijlage 1.3 Hürriyet

• February 01 2018 11:33:33 Two Turkish airstrikes hit Northern Iraq, ‘neutralize’ 49 PKK militants

ANKARA

A total of 49 militants from the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK) were “neutralized” in two air raids on Jan. 29 in northern Iraq, the Turkish military said on Feb. 1. According to a statement by the Turkish General Staff, two air operations were conducted against the PKK in northern Iraq’s Qandil, Zap, Avasin-Basyan and Hakurk regions. Airstrikes on PKK targets in northern Iraq, where the PKK has its main base in the Mt. Qandil region, near the Iranian border, have been carried out regularly since July 2015. The airstrikes took place amid the Turkish-led “Operation Olive Branch” in the Afrin district of northwestern Syria, an operation that targets the U.S.-backed People’s Protection Units (YPG), which Ankara considers a terrorist group for its links to the PKK.

• February 01 2018 11:36:00 Turkish army, FSA extend Afrin operation, 800 militants killed so far AZAZ – Anadolu Agency

The Turkish Armed Forces and the Free Syrian Army (FSA) have extended their operation against the People’s Protection Units (YPG) in Syria’s Afrin district, with President Recep Tayyip Erdoğan saying that some 800 militants have so far been killed. “Some 800 terrorists have been killed in Afrin [so far since the start of the operation]. Hopefully, this number will increase until the evening,” Erdoğan said on Feb. 1 at the Beştepe Culture and Congress Center in the Presidential Complex in Ankara. Turkish forces and the FSA cleared one more village of the YPG on Feb. 1 during their operation in Afrin, state-run Anadolu Agency has reported. Clearing the village of Ali Kar, located in the northern Bulbul district, led to full control of a large zone in Afrin’s north, together with the previously cleared village of Shenkal and the Zahran region. On day 13 of “Operation Olive Branch,” 20 villages and 27 zones, including seven strategic mountains and hills, were cleared of the YPG, the agency said. A day before, on the 12th day of the operation, the Turkish Armed Forces and the FSA cleared YPG militants from Mount Ain al-Batman in the northeast of Afrin in northern Syria on Jan. 31. The mountain marks the 27th key location cleared of militants since the start of the operation. Turkish security sources in the region told Anadolu Agency that the operation to clear the mountain had been launched in the afternoon. Earlier in the day, the village of Bak Ubasi and Mount Kurni in the Bulbul area, north of Afrin, were also brought under control by Turkish soldiers and FSA fighters. Turkey launched “Operation Olive Branch” against the YPG in Afrin on Jan. 20. A total of 790 militants have been “neutralized” since the start of Turkey’s “Operation Olive Branch” in Syria, the General Staff stated early on Feb. 1, before Erdoğan updated the number to 800.

96 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Turkish authorities often use the word “neutralized” in statements to imply that the militants in question have either surrendered or were killed or captured. In the last 24 hours of the ongoing operation “78 PKK [outlawed Kurdistan Workers’ Party], KCK [Kurdistan Communities Union], PYD/YPG [Syrian Kurdish Democratic Union Party/People’s Protection Units], and ISIL [Islamic State of Iraq and the Levant] terrorists were neutralized,” the army said in its statement. The statement added that the Turkish Armed Forces destroyed 18 more “terrorist targets” in overnight airstrikes. Rockets fired by YPG from Syria Meanwhile, a rocket fired by the People’s Protection Units (YPG) from Syria hit Turkey’s border province of Kilis on Feb. 1. The rocket, which landed on the city center, hit the outer wall of a building in the Ekrem Çetin neighborhood, according to a state-run Anadolu Agency correspondent on the ground. Mehmet Baloğlu, the owner of the house, said he sensed the rocket strike while he was sleeping, but he didn’t know it hit his house. Later, another rocket struck an office in the Barış neighborhood of Kilis. No casualties were reported in the attacks.Separately, a rocket was disposed under enhanced security measures in the southern border province of Hatay. It was among three rockets fired by the YPG that landed on a yard in the Reyhanlı district, but did not explode.

• February 01 2018 15:25:45 Turkey dismisses French remarks on Syria campaign as ‘insults,’ calls Europeans ‘two-faced’

ANKARA

Turkey has dismissed France’s cautionary remarks about its military operation in Syria’s northern district of Afrin as “insults.” “We consider remarks about an operation we are carrying out in accordance with international law to be insults, especially coming from a country such as France,” Foreign Minister Mevlüt Çavuşoğlu told reporters on Feb. 1. “Unfortunately, these Europeans are two-faced, I say this generally, when they talk to our face, they say, ‘you are right, your right to self-defense, your security is important.’ Then they say something else behind your back,” Çavuşoğlu stated. “We are using our right to self-defense, in line with the U.N. Security Council decisions. This is not an invasion. They shouldn’t be two-faced,” he said. French President Emmanuel Macron had warned Turkey on Jan. 31 that the operation in the northern Afrin district should not become an excuse to “invade” Syria and that he wanted Ankara to coordinate its actions with its allies. Çavuşoğlu also said Syrian peace talks in Geneva should be revived, adding that the Syrian government needed to start negotiating for this to happen. His comments came after a Russian-sponsored conference on reaching peace in Syria was held this week in the Black Sea resort town of Sochi. Turkey, Iran and Russia each submitted three lists of 50 names for the constitutional committee, which will begin its work in Geneva, he said. The talks, which Russia has called the Syrian Congress on National Dialogue, ended on Jan. 31 with a statement that called for democratic elections but ignored key opposition demands, after a day marred by squabbles and heckling of the Russian foreign minister. Turkey launched the air and ground offensive, dubbed “Operation Olive Branch,” nearly two weeks ago to target the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) in Afrin. But the incursion has put pressure on relations with the West, particularly the U.S., which backs the Kurdish fighters and has its own troops on the ground supporting them in other parts of Syria. France, like the U.S., has extended arms and training to a YPG-led militia in the fight against the Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL) in Syria. This has infuriated Turkey, which considers the YPG terrorists and the Syrian extension of the outlawed Kurdistan Workers Party (PKK).

97 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

• February 02 2018 15:04:00 Five Turkish citizens killed by 82 cross-border rocket attacks in 12 days: Turkish PM

ANKARA – Anadolu Agency

The People’s Protection Units (YPG) has killed five Turkish civilians in 82 cross-border rocket attacks since the beginning of “Operation Olive Branch” in northwestern Syria, Turkish Prime Minister Binali Yıldırım said on Feb. 2. Over 12 days, 82 rockets have been fired into the Turkish border provinces of Reyhanlı, Hatay, and Kilis, Yıldırım said at a ground-breaking ceremony in the capital Ankara. “Due to these rockets, five of our citizens have lost their lives and 100 of our citizens were injured. This does not include the demolished buildings and mosques,” he said. “We destroyed their [YPG] tunnels and positions in the operation,” Yıldırım added. “We will destroy them all,” he vowed. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear YPG militants from Afrin in northwestern Syria.

• February 02 2018 15:09:52 823 militants ‘neutralized’ in Turkey’s Afrin operation

ANKARA – Anadolu Agency

At least 823 People’s Protection Units (YPG) and Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL) militants have been “neutralized” since the beginning of “Operation Olive Branch” in Syria’s Afrin district, the Turkish General Staff said Feb. 2. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. In a statement, the military added that the Turkish Armed Forces had destroyed six targets and neutralized 12 militants in overnight airstrikes on Feb. 1. “Operation Olive Branch” is “continuing successfully as planned,” the statement added. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear YPG militants from Afrin in northwestern Syria. Air defense missile seized in Afrin The Turkish Armed Forces seized a large number of weapons, ammunition and an SA-18 air defense missile belonging to YPGmilitants in Afrin. According to a statement from the Turkish military, weapons and ammunition belonging to the YPG and ISIL were seized on Jan. 30-31 in Afrin. In total, one SA-18 air defense missile, four Kalashnikovs, two machine guns, two RPG-7 rocket launchers, four missile launchers, a sniper rifle, three guns, one anti-tank mine, two hand grenades, three binoculars, two hand-held radios and a large amount of light weapon ammunition were seized

• February 02 2018 17:06:22

98 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Turkey blasts West for ‘remaining silent’ on YPG attacks on civilians, says YPG uses ‘human shields’

ANTALYA - ANKARA

Turkish Foreign Minister Mevlüt Çavuşoğlu has criticized the West for not highlighting the civilian casualties in Turkeystemming from attacks by the U.S.-backed Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG). Recalling a 17-year-old teenager killed in the southern Reyhanlı district of Hatay after rockets were fired across the border, and another attack on Feb. 2, the minister said: “Why don’t you defend the rights of civilians killed here? Does she need to be a terrorist to defend her rights?” Turkey’s “Operation Olive Branch” not only aims to destroy an existential threat to Turkey, but also “protect the country’s territorial integrity, and bring stability and peace to Syria,” the minister told reporters in the southern province of . The minister also cited a statement from the Chairman of World Assyrian Congress, accusing the YPG of using Christian youngsters as human shields against the Turkish army and Free Syrian Army (FSA) and seizing their properties. “When Turkey talks about this situation, it falls on deaf ears,” he said. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear the YPG militants from the Afrin district in northwestern Syria. Meanwhile, the Foreign Ministry warned against “dark propaganda” made by the YPG over claims that the Turkish army was “killing civilians” in the operation. “The terrorist organization strives to present the terrorists neutralized during the operation as innocent civilians,” Ministry spokesperson Hami Aksoy said in a written statement on Feb. 2. Contrary to allegations, the Turkish Armed Forces is not using ammunition prohibited by international law and treaties, said the spokesperson. In addition, religious and cultural structures, historical monuments and archaeological remains and facilities operating in the public interest have not been targeted since the operation began, said Aksoy.

• February 03 2018 03:00:00 AKP steps up bid to get support for Afrin operation in parliament

Nuray BABACAN - ANKARA

The ruling Justice and Development Party (AKP) has stepped up public diplomacy efforts to gather support for Turkey’s ongoing military operation into the Syrian district of Afrin, where it is fighting against the People’s Protection Units (YPG), after feeling the need to provide reasons for its “Operation Olive Branch” to the international community as well as its own public. The AKP headquarters said they have begun working to fight against negative propaganda and to continue soliciting international support for the operation.

The AKP’s foreign affairs chair, Mehdi Eker, on Feb. 1 met with the chairmen of all international commissions in parliament.

They reportedly discussed that there was a need to tell the world that “Operation Olive Branch” was being

99 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

carried out within the scope of counterterrorism and in accordance with the U.N. charter in the face of the outlawed Kurdistan Workers’ Party’s (PKK) plans to present a negative perception about the operation, particularly to European countries. They also plan to stress that the PKK is spreading propaganda by using fake pictures of civilians being killed while Turkey is actually preventing civilian casualties. They have said they will share photographs, documents and information to back their arguments. Among their plans, the AKP also aims to inform them about Turkey’s battles against the PKK and the Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL) and provide information about their national security activities with files prepared by the military and the Foreign Ministry. The AKP lawmakers are also set to take their campaign to international meetings.

• February 03 2018 16:37:00 Eight Turkish soldiers killed in Afrin operation in one day

HATAY/ HAKKARİ

Eight Turkish soldiers were killed on Feb. 3 during “Operation Olive Branch,” according to a Turkish General Staff statement that marked the deadliest day yet for the Turkish Army since the operation into Syria’s Afrin district began on Jan. 20. The statement said one soldier was killed in clashes with the Kurdish People’s Protection Units (YPG) and the other in Turkey’s southern province of Kilis in an attack perpetrated by the YPG. Later on Feb. 3, the Turkish General Staff said five more soldiers had been killed in Sheikh Haruz, northeast of Afrin, when the militants targeted a Turkish army tank. Turkish Prime Minister Binali Yıldırım expressed his condolences in a statement on Twitter. “They will pay for this twice as much. We instantly gave the necessary response, and we continue to do so,” Yıldırım said. Immediately after the attack at Sheikh Haruz, an air operation targeting shelters, hideouts and weapon emplacements in the area was launched at 5.52 p.m. local time. Another soldier, who was wounded in a missile attack on Feb. 1, succumbed to his wounds at a hospital in southeastern Hakkari province on Feb. 3, according to a security source, who asked not to be named due to restrictions on speaking to the media. On Feb. 1, one Turkish soldier was killed and five others injured in a missile attack by YPG terrorists which was launched from northern Iraq toward a military base in Hakkari’s border district of Çukurca. A wide-scale operation has been launched in the region to find the perpetrators, the agency reported. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 along with the Free Syrian Army (FSA) to clear YPG and ISIL militants from Afrin in northwestern Syria.

• February 04 2018 17:52:00 Turkey has no aim to invade Syria during Afrin operation: Erdoğan

ANKARA

Turkey has no aim to invade Syria during its ongoing “Operation Olive Branch” in the northwestern Afrin district of Syria, President Recep Tayyip Erdoğan has said. “We don’t have our eye on anybody’s land,” he said, speaking to Italian daily La Stampa before his visit to Vatican, Italy on Feb. 4. The Turkish army has launched a military operation in Afrin “not to fight armed Kurds or because Turkey has a problem with Kurds,” he also said.

100 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The journalist had asked whether the military objective of “Operation Olive Branch” was “to fight against armed Kurdish groups,” but Erdoğan objected to the reporter’s question. “We have no problem with Syrian Kurds and never will have. Turkey’s struggle is not with Kurds, but with armed terror organizations,” he said, stressing the legal basis for “Operation Olive Branch” as part of Turkey’s right to self-defense enshrined in international law. He recalled that some groups based in Afrin had fired more than 700 rockets and mortars into Turkish territory. Erdoğan refuted claims that civilians were killed during “Operation Olive Branch.” The Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) - the militant group Turkey has been fighting in Syria- has been using civilians as human shields, he said, noting that four people have been killed and more than 90 injured in Turkey from rockets fired from the YPG enclave. Erdoğan and his French counterpart Emmanuel Macron discussed on Feb. 3 Turkey’s ongoing “Operation Olive Branch” over the phone, state-run Anadolu Agency quoted a Turkish presidential source as saying. Sharing information about the military operation, Erdoğan told Macron that the operation aims to clear the outlawed Kurdistan Workers Party (PKK), the Syrian Kurdish Democratic Union Party (PYD), its armed wing the YPG, and the Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL) from Afrin, according to the source. Erdoğan also said Turkey does not have any designs on the country’s territory. In addition, the Turkish President spoke to his French counterpart about cross-border rocket attacks perpetrated by the YPG on Turkey’s bordering Hatay and Kilis provinces. Macron had infuriated Ankara last week when he said the operation in Afrin should not become an excuse to “invade” Syriaand that he wanted Ankara to coordinate its actions with its allies. Eight Turkish soldiers were killed on Feb. 3 during “Operation Olive Branch,” according to a Turkish General Staff statement that marked the deadliest day yet for the Turkish Army since the operation in Syria’s Afrin district began on Jan. 20. The statement said one soldier was killed in clashes with the YPG and the other in Turkey’s southern province of Kilis in an attack perpetrated by the YPG. Later on Feb. 3, the Turkish General Staff said five more soldiers had been killed in Sheikh Haruz, northeast of Afrin, when the militants targeted a Turkish army tank. Turkish Prime Minister Binali Yıldırım expressed his condolences in a statement on Twitter. “They will pay for this twice as much. We instantly gave the necessary response, and we continue to do so,” Yıldırım said. Immediately after the attack at Sheikh Haruz, an air operation targeting shelters, hideouts and weapon emplacements in the area was launched at 5.52 p.m. local time. Another soldier, who was wounded in a missile attack on Feb. 1, succumbed to his wounds at a hospital in southeastern Hakkari province on Feb. 3, according to a security source, who asked not to be named due to restrictions on speaking to the media. On Feb. 1, one Turkish soldier was killed and five others injured in a missile attack by YPG terrorists which was launched from northern Iraq toward a military base in Hakkari’s border district of Çukurca. A wide-scale operation has been launched in the region to find the perpetrators, the agency reported. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 along with the Free Syrian Army (FSA) “to clear YPG and ISIL militants” from Afrin in northwestern Syria. Ankara has deemed the YPG a terror group for its links to the outlawed PKK. The military on Feb. 4 said 932 YPG members were killed in total since the beginning of the operation. Turkish troops and the FSA on Sunday liberated Haj Bilal village from the YPG as part of “Operation Olive Branch,” Turkish security forces told state-run Anadolu Agency. The village is near the town of Shaykh al- Hadid in the western Afrin district in northern Syria. The liberated village marks the 32nd location that has been taken from the YPG since Operation Olive Branch began 16 days ago. Earlier on Sunday, Turkish forces and FSA fighters took control of the Haruz hill in northern Afrin, the agency reported.

• February 05 2018 09:37:28 Two Turkish soldiers killed in Afrin operation

ANKARA

101 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Two Turkish soldiers were killed and five were wounded on Feb. 4 during “Operation Olive Branch” in Syria’s Afrin, the military said in a statement. The Turkish General Staff said the casualties occurred during clashes with the People’s Protection Units (YPG). Eight Turkish soldiers were killed on Feb. 3 during “OperationOlive Branch,” according to a Turkish General Staff statement, marking the deadliest day yet for the Turkish army since the operation into the northwestern Syrian district began on Jan. 20. Turkey on Jan. 20 launched a massive military operation against the YPG in Afrin and vowed that it will expand it to the Manbij area of Syria where YPG troops are located along with U.S. forces.

• February 05 2018 10:45:00 Nearly 950 militants ‘neutralized’ in Turkey’s Afrin operation

ANKARA – Anadolu Agency

A total of 947 People’s Protection Units (YPG) and Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL) militants have been “neutralized” since the launch of “Operation Olive Branch” in Syria’s Afrin district, the military said on Feb. 5. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. In a statement, the Turkish General Staff said 12 militants had been “neutralized” in overnight airstrikes on Feb. 4. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear YPG militants from Afrin in northwestern Syria. Another hill in Afrin captured Turkish soldiers and Free Syrian Army (FSA) fighters took control of another strategic hill in northwestern Syria on Feb. 4, as Turkey’s ongoing operation in Afrin entered its 16th day. Located in the southern Raju town in western Afrin, Hill 1027 was captured, according to a security source, who asked not to be named due to restrictions on talking to the media. So far, 33 areas, among them 21 villages, settlements and 10 strategic mountains and hills located around Afrin, have been freed from the group.

• February 09 2018 10:08:00 Turkish forces capture five more villages in Afrin

ANKARA / IDLIB

The Turkish military captured five more villages controlled by the People’s Protection Units (YPG) on Feb. 9 as part of “Operation Olive Branch” being carried out with the Free Syrian Army (FSA) after Turkey resumed air strikes following a six-day break. The villages of Nesriyya, Dukkan, Iskan and Juqali Fawqani in the Jandaris region as well as the Orta Cakalli village in the town of Shaykh al-Hadid, western Afrin, were captured from the YPG, state-run Anadolu Agency reported. Anadolu Agency said F-16 jets resumed their aerial bombing campaign late Feb. 8, striking the northwestern enclave’s Mount Bafilun, the villages of Sheik Huruz and Kefer Jenne and the regions of Sheran, Jinderes and Raju, among other targets.

102 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Ankara had halted air strikes as Russia worked on its air defense system after one of its warplanes were shot down by Syrian rebels in Idlib province on Feb. 3. In a statement the military said the Turkish Armed Forces had destroyed 19 targets and “neutralized” 34 more YPG militants in overnight airstrikes on Feb. 9. At least 1,026 YPG militants have been “neutralized” since the beginning of “Operation Olive Branch,” the military announced in a separate statement on Feb. 9. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. Since the operation began, Turkish forces and the FSA have captured a total of 46 zones, including 29 villages and 13 strategic mountains and hills from the YPG. Turkish Chief of General Staff Gen. and other top commanders inspected the ongoing “Operation Olive Branch” from an airborne warning and control plane, the Turkish General Staff said in a statement on Feb. 9. The military said one soldier was killed in “Operation Olive Branch” on Feb. 9. Separately, one soldier was killed in a rocket attack by the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK) in the Çukurca district in the southeastern province of Hakkari on Feb. 9, media reports said. Turkey on Jan. 20 launched “Operation Olive Branch” into Afrinto remove the YPG, which Ankara considers a terrorist group for its links to the PKK.

• February 11 2018 17:31:38 Top general at border as Afrin op intensifies

The military operation into Afrin against People’s Protection Units (YPG) militants intensified on Feb. 11, one day after the deadliest attack since “Operation Olive Branch” began, as the Turkish Chief of General Staff paid a visit to the southern province of Hatay to inspect troops taking part in the operation. According to a statement by the Turkish General Staff, Hulusi Akar was accompanied by Commander of the Gen. Yaşar Güler and Turkish Air Forces Commander Gen. Hasan Küçükakyüz. They met the troops and were briefed regarding the ongoing operation. Meanwhile, Turkish Army and Free Syrian Army forces cleared another village from YPG militants in northwestern Syria, near the Turkish border. In the region, the armies launched a joint operation in the village of Haji İskender in the west of Jinderes, western Afrin. Since the beginning of the operation, the Turkish Armed Forces and Free Syrian Army have managed to capture 48 different strategic areas from militants including a town center, 31 villages, three rural areas and 13 hills. Moreover, at least 1,266 People’s Protection Units (YPG) militants have been “neutralized” since the beginning of “Operation Olive Branch” in Syria’s Afrin district, the Turkish General Staff said on Feb. 11. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question were either surrendered or were killed or captured. In a statement, the military said the Turkish Armed Forces had destroyed 19 YPG targets and “neutralized” 86 more militants during operations since Feb. 10. Turkish jets on Feb. 11 destroyed targets in northwestern Syria within the range of the southern Turkish border district of Hatay. Turkish artillery units hit YPG forces in rural western Afrin within range and sight of Hatay’s Reyhanlı, Hassa and Kırıkhan districts. As Turkish Armed Forces continued to deploy military vehicles at the border close to the operation area, smoke was seen rising from various fields in Syria. Meanwhile, a total of 12 Turkish soldiers were killed and 11 others were wounded in “Operation Olive Branch” carried out by the Turkish army in Syria’s Afrin district on Feb. 10 and Feb. 11, the Turkish Armed Forces announced in separate statements. Three Turkish soldiers were killed and five soldiers were wounded in Afrin on Feb. 10, an initial military statement said. A follow-up statement released on the same day said two more Turkish soldiers were killed and four were wounded in the military operations.

103 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Another statement said four soldiers were killed and two more were wounded. The soldiers were killed in clashes with People’s Protection Units (YPG) militants around a hill near Afrin. Two Turkish Armed Forces personnel were killed when an attack helicopter crashed in Afrin during the ongoing operation on Feb. 10, Prime Minister Binali Yıldırım said. One chopper belonging to the Turkish Armed Forces was “shot down” during Turkey’s “Operation Olive Branch,” Erdoğan said on Feb. 10, speaking in Istanbul. “[The perpetrators] will pay a heavy price [for downing the Turkish helicopter],” Erdoğan said, speaking at a provincial meeting for the ruling Justice and Development Party (AKP). “Of course, all of this will happen. We are at war,” Erdoğan added. On Feb. 11, one Turkish soldier was also killed in a clash with YPG militants. Funeral ceremonies were held for 12 killed soldiers in their hometowns as numbers of Turkish figures from the political and business community expressed their condolences. The Turkish General Staff on Feb. 10 also said at least 1,141 YPG militants have been “neutralized” since the beginning of “Operation Olive Branch” in Afrin. In a statement, the military said the Turkish Armed Forces had “destroyed” 36 YPG targets and “neutralized” 79 YPG militants in airstrikes that were carried out overnight on Feb. 10. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear YPG militants from Afrin in northwestern Syria.

• February 13 2018 11:15:00 Turkish military, Free Syrian Army take another village in Afrin

ANKARA – Anadolu Agency

The Turkish military and Free Syrian Army (FSA) forces took another northwestern Syrian village from People’s Protection Units (YPG) militants on Feb. 13, state-run Anadolu Agency has reported. “Operation Olive Branch” cleared YPG militants from the village of Omar Simo in Afrin, Syria. With the taking of Omar Simo, to date Turkish forces and the FSA have taken control of 52 zones so far in the operation in Afrin, including 34 villages and 14 strategic mountains or hills. Meanwhile, the Turkish military said on Feb. 13 that a total of 1,439 YPG militants have been “neutralized” since the launch of the operation in Syria’s northwestern Afrin district. The Turkish authorities often use the word “neutralized” to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. In a statement, the Turkish General Staff said the Turkish Armed Forces’ overnight airstrikes “neutralized” 70 militants on Feb. 12. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” with the FSA to clear YPG militants from Afrin in northwestern Syria. Ankara deems the YPG a terror group for its links to the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK).

• February 15 2018 10:20:00 Over 1,500 militants ‘neutralized’ so far in Afrin operation: Turkish military

ANKARA – Anadolu Agency

At least 1,551 People’s Protection Units (YPG) militants have been “neutralized” since the beginning of Turkey’s “Operation Olive Branch” in Syria’s northwestern district of Afrin, the Turkish General Staff said on Feb. 16.

104 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear YPG militants from Afrin. Ankara sees the YPG as a terror organization for its links to the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK).

• February 18 2018 12:50:00 Turkey never used chemical weapons in Syria: Diplomatic sources

ANKARA/ WASHINGTON

Turkey has never used chemical weapons in its operations in Syria, a Turkish diplomatic source told Reuters on Feb. 17, after the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) and a monitoring group accused it of carrying out a gas attack in the Afrin district. “These are baseless accusations. Turkey has never used chemicalweapons. We are taking utmost care of civilians in Operation Olive Branch,” the source reportedly said. The source described the accusations of wounding six civilians through a suspected gas attack as “black propaganda.” The U.S. has also said it is “extremely unlikely” that Turkey used chemical weapons in Afrin, state-run Anadolu Agency reported on Feb. 18, citing a White House official. “We are aware of the reports but we cannot confirm them,” said the White House official, who wished to remain anonymous, referring to recent claims of the use of chemical weapons by the Turkish military. “We continue to call for restraint and the protection of civilians in Afrin,” the official added. The claims came after Syria’s state-run news agency SANA and some other outlets quoted YPG militants on the ground in Afrinand the Syrian Observatory for Human Rights (SOHR).

• February 20 2018 12:07:00 Turkey will soon besiege Afrin as new phase of Operation Olive Branch begins: Erdoğan

ANKARA

The Turkish military will soon lay siege to the city of Afrin in northern Syria as a new phase of “Operation Olive Branch” begins, President Recep Tayyip Erdoğan has stated, amid speculation that pro-Syrian regime forces would take over the city from the People’s Protection Units (YPG) following a reported agreement between the two groups. “Preparations in the field take some time. In the coming days we will lay siege to Afrin city. It’s very important that everywhere we go remains secure,” Erdoğan told his lawmakers at parliament on Feb. 20. His statement came on the 32nd day of the operation aiming to clear YPG militants from the region. He said the operation is “advancing slowly because of the army’s sensitivity about avoiding civilian casualties.” “Thanks to the siege, the YPG will have no room to bargain with the Syrian regime,” Erdoğan said, referring to news reports that the YPG would leave Afrin for the east of the Euphrates as the Syrian army took the control of the city. “One should not forget the reality that we are not there to lay waste to the area but to turn it into a livable and secure place for hundreds of thousands of local people,” he added. ‘Dirty and secret negotiations’

105 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Although local Syrian media suggested that a deal between the YPG and the Syrian regime had been reached over Afrin, senior Turkish officials said there were no evidence on the field to confirm such an agreement. Presidential Spokesperson İbrahim Kalın claimed on Feb. 20 that reports about a deal between the Syrian regime and the YPG are “propaganda.” “It is clear that the reports about a deal between the regime and the PYD/YPG have the purpose of propaganda. But that does not mean there has not been a set of dirty and secret negotiations. ‘Operation Olive Branch’ will continue with determination and will achieve its aim, no matter what they do,” Kalın said in a tweet via his official Twitter account. On Feb. 19, state-run Syrian Arab News Agency (SANA) reported that pro-regime “Popular Forces” would enter Afrin in northwestern Syria “within hours.” The YPG was reported to have held talks with Damascus after more than 70 different strategic areas were captured as a result of “Operation Olive Branch.” FM: No troops enter Afrin region Meanwhile, Turkish Foreign Minister Mevlüt Çavuşoğlu said in an interview with private broadcaster Kanal 24 on Feb. 20 that Syrian regime forces have yet to enter Afrin and it is still unclear whether they would. Turkish Deputy Prime Minister Bekir Bozdağ on Feb. 19 had called the reports by SANA “unrealistic,” adding that officials have not confirmed pro-regime forces would enter Afrin. “Although the official Syrian news agency SANA has reported that some forces linked to the Syrian regime will enter Afrin, this news has not been confirmed by official authorities. It is unrealistic and unrelated to fact,” he told reporters following a cabinet meeting in Ankara.

• March 04 2018 11:11:51 More than 2,600 YPG militants ‘neutralized’ in Afrin op in Syria’s north: Military

ANKARA

Some 2,612 militants of the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) militants have been “neutralized” in Turkey’s ongoing cross-border operation into the northern Syrian district of Afrin, the Turkish military stated on March 4. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 along with elements of the Free Syrian Army (FSA) to remove YPG militants from Afrin. Turkey considers the YPG as a terror network due to its ties to the Kurdistan Workers’ Party (PKK), which is listed as a terror organization by Turkey, the U.S., and the European Union. According to the Turkish General Staff, the operation inside Syriaaims to establish security and stability along Turkey’s borders and the region as well as “protect Syrians from terrorist cruelty and oppression.” Defense Minister Nurettin Canikli stated on March 2 that 41 Turkish soldiers and 116 Free Syrian Army (FSA) militants have been killed since the start of “Operation Olive Branch.” Another 119 have been wounded, state-run Anadolu Agency reported on March 3.

• March 10 2018 10:07:00 3,213 militants 'neutralized' in Afrin op: Erdoğan

ANKARA

A total of 3,213 militants have been "neutralized" since the start of Operation Olive Branch in Syria's northwestern Afrin region, Turkish President Recep Tayyip Erdoğan said on March 10.

106 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The Turkish General Staff had put the figure as 3,195 earlier on the same day.

Turkish authorities often use the word "neutralized" in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. Meanwhile, the Turkish military and Free Syrian Army (FSA) on March 10 took seven more villages in Afrin from Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) militants, state-run Anadolu Agency has reported. The villages of Babak Ushagi, Qorta, and Qasha in Bulbul were cleared of YPG.

Later on on March 10, four more villages -- the villages of Kafr Rum and Qurt Qulaq in the northeastern Sharan district, Zellaka in the southwestern Jinderes district, and Kfar Zeit in Afrin’s city center -- were seized by the Turkish military and FSA forces. Since the beginning of the Afrin operation, the Turkish military and Free Syrian Army have seized 171 locations, including five town centers, 135 villages, 31 strategic areas, and one YPG base. On March 9, Erdoğan said that Turkish-backed troops had surrounded the Afrin city center and were ready to enter at any moment. On Jan. 20, the Turkish military, alongside elements of the Free Syrian Army, launched “Operation Olive Branch” to clear YPGmilitants from Afrin.

The Turkish General Staff said the operation aims to establish security and stability along Turkey’s borders and in the region.

• March 13 2018 09:55:00 Turkish military and FSA ‘encircle’ Syria’s Afrin

ANKARA

The Turkish military and members of the Free Syrian Army (FSA) have encircled the northwestern Syrian town of Afrin, the Turkish Armed Forces stated on March 13, marking a substantial advance in the campaign against the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) militants across the border. “As of March 12 the center of Arfin has been surrounded and areas of critical importance for further operations have been captured,” the military said in a statement on March 13. A total of 3,393 militants have been “neutralized” in Afrin since the start of “Operation Olive Branch,” the military said. The Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply the militants in question either surrendered or were killed or captured. After securing the captured areas, Turkey is firstly helping locals return home and the Turkish Red Crescent and the Prime Ministry Disaster and Emergency Management Authority (AFAD) are conducting aid activities simultaneously, the statement said. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 to clear Afrin of the YPG, which Ankara regards as an offshoot of the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK) and a terrorist group. On March 12, Deputy Prime Minister Bekir Bozdağ said the armed forces had gained control of more than half of the operation area in the Afrin region. The Turkish military and the FSA have so far seized a total of 1,102 square kilometers from the YPG, Bozdağ said on March 12 following a cabinet meeting in Ankara, adding that the overall area of the operation covered 1,920 square kilometers. “Currently, more than half of the area is under our control. The infrastructure and superstructure of every region cleared of terrorists is brought under control, and will be made operational quickly. Every kind of security risk will be eliminated in the region; and the region will be made habitable,” he said. “All the critical places in the immediate vicinity of Afrin have been brought under our control. Hopefully Afrin’s center will soon be cleared of terrorists and the local community will be saved from the cruelty and oppression of the terrorists,” he added. Bozdağ also said talks between Ankara and Baghdad were “positive” regarding the holding of a joint operation against the PKK in Iraq. 42 soldiers killed so far

107 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

A total of 42 soldiers have been killed and 202 have been injured since the start of “Operation Olive Branch,” he also said. Shortly after Bozdağ announced this figure, the Turkish General Staff said one more soldier had been killed while another had been injured. In a separate incident, one Turkish soldier was killed during clashes with militants of the otlawed PKK in the eastern Turkish province of Ağrı. The army said three PKK militants were “neutralized” in the clash. Two children were also reportedly injured in an attack when an improvised roadside explosive went off, the Ağrı Governor’s Office said in a written statement. “As a result of rockets fired by terrorists from the Afrin region into Turkey and attacks undertaken, seven of our civilians have been martyred and 125 of our citizens have been injured [since the start of the operation],” Bozdağ stated.

• March 15 2018 16:01:00 Turkey won’t leave Afrin until the job is done: Erdoğan to European Parliament

ANKARA

President Recep Tayyip Erdoğan has slammed the European Parliament’s motion calling on Turkey to withdraw from Syria’s Afrin district, vowing that Turkish troops will continue the operation until the mission is completed. “Don’t get your hopes up. We will only leave Afrin once our work is done,” Erdoğan said in a speech in Ankara on March 15. “Hey, European Parliament, what are you doing? You should be honest … There is nothing the European Parliament can tell us on this. Your statement will go in one ear and out the other. What burden have you shared with us in hosting 3.5 million Syrians so that you can tell us this?” he added. Turkey launched “Operation Olive Branch” into Afrin on Jan. 20 in order to clear the Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) from the area. Foreign Minister Mevlüt Çavuşoğlu recently signaled that the operation could be wrapped up “in May” after the enclave is fully secured “for the return of local Syrians.” The European Parliament approved the motion on March 15. The motion stated that the parliament is “seriously worried about the escalating situation in Afrin.” The motion urged Turkey about civilian casualties, stating that many civilians have been killed during the operation and arguing that the operation would hamper efforts to find a political settlement to the war in Syria. The resolution - which came ahead of a key Turkey-EU Summit in the Bulgarian city of Varna on March 26 - also described the YPG as “Kurdish forces,” while the Turkish government calls them “terrorists.” ‘Non-visionary and ignorant resolution’ Turkey’s EU Minister Ömer Çelik also criticized the European Parliament’s resolution, describing it as “non- visionary” and “ignorant.” “This resolution shows how far away the European Parliament is from seeing the developments in the field and from assessing what’s going on in Syria,” Çelik told reporters. “This resolution is a call on a NATO country and a candidate country to the EU to not fight against terrorism, even though it is under terrorist attack,” he said. Slamming the resolution’s reference to civilian casualties, Çelik cited the fact that Turkey has been hosting 3.5 million Syrians on its soil as an evidence of its utmost protection of civilian life. “This argument of the European Parliament is unacceptable … Whatever moniker it puts on, the YPG is a terror organization and it is equal to the [Kurdistan Workers’ Party] PKK. Therefore, Turkey’s fight is in accordance with international law,” Çelik said. “The resolution also cites ‘Kurdish forces,’ which is simply using the language of terrorists. We condemn this expression of the European Parliament,” he added. “In our eyes, calling on Turkey to pull back its troops means open support for terrorism. It means simply abandoning Turkey’s security concerns,” Çelik said.

108 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

• March 16 2018 16:39:00 Civilians used as ‘human shields’ by YPG in Afrin, says UN

GENEVA

The United Nations said March 16 there were “alarming reports” that Kurdish militants are blocking civilians from leaving the Syrian enclave of Afrin faced with a looming siege, and could be using them as “human shields.” The U.N. rights office said it had been receiving “deeply alarming reports from Afrin in northwestern Syria about civilian deaths and injuries due to airstrikes and ground-based strikes.” Spokeswoman Ravina Shamdasani in particular decried “reports that civilians are being prevented from leaving Afrin city by Kurdish forces ... [and] are being held to be used as human shields.” Turkish-led forces launched an air and ground operation on Jan. 20 to clear the Afrin region in northern Syria of Syrian Kurdish People’s Protection Units (YPG) militants. Syrian Observatory for Human Rights said March 15 more than 30,000 people had fled the city in 24 hours, with civilians still trying to slip out on Friday before Turkish-led forces cut the last exit road. “Hundreds of thousands of civilians are at risk including those recently displaced from other areas captured by Turkish-led forces,” Shamdasani said. She said her office had been informed that “only those civilianswho have contacts within the Kurdish authority or the Kurdish armed forces have been able to leave.” But she stressed that “even they have to make a treacherous path through, risking shelling and explosive hazards only to reach checkpoints manned by government-backed armed groups where they may only be permitted to cross after paying money.” Shamdasani said civilians on the ground were expressing fear over their safety, due among other things to militants placing rocket launchers in residential areas. “We are deeply concerned about the high risk of civilians, who are effectively trapped, being killed, injured, besieged, used as human shields or displaced as a result of the fighting,” she said. “We remind all parties to the conflict that they must permit civilians wishing to leave combat areas to do so in safety, and to ensure the protection of those who remain,” she added.

• March 21 2018 17:57:08 Turkey will not stop in Syria until terror threat ends: Erdoğan

ANKARA

Turkey’s military operations in neighboring Syria will not stop until the terrorism threat ends, Turkish President Recep Tayyip Erdoğan has said, while criticizing the U.S. administration over recent remarks it made about Turkey. “Turkey will not stop in Syria until the terror threat is eliminated; Manbij being the first place,” Erdoğan said on March 21 at an event in Ankara. Erdoğan once again criticized the U.S. administration over a spokesperson’s remarks on Turkey’s “Operation Olive Branch” in Syria’s northwestern district of Afrin. Stating that Turkey undertook the operation to secure its borders from threats coming from the Syrian Kurdish Democratic Union Party (PYD) and its armed wing, the People’s Protection Units (YPG), which Ankara regards as an extension of the outlawed Kurdistan Worker’s Party (PKK), Erdoğan stressed that Turkish forces “will continue to move” its operations in Syria. “I have always said that we are determined in this. If there are some people who have the courage, we dare [them to oppose us],” he added.

109 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

His comments came after U.S. State Department spokesperson Heather Nauert said the U.S. was concerned about the situation in Afrin. Erdoğan called on U.S. President Donald Trump to “eliminate confusions in U.S. policies,” over Turkey. “We expect Mr. Trump to take a stance to prevent such statements that have reached an extent that can be considered as crossing the line. Those speaking on behalf of Mr. Trump do not know what they are saying,” he said. Erdoğan once again urged the U.S. to stop its support to the YPG through the Syrian Democratic Forces (SDF). “They say they will not withdraw from Manbij. You [U.S.] have no right to be present there, let alone withdrawing from that place,” he said. “They have come from 12,000 kilometers away. Is this territory yours to come in the first place? They came and brought the YPG along with them,” he said. “We want a fair administration. We are approaching the issue with a fair understanding. We haven’t gone anywhere to occupy, we have gone to build stability, to remove the terrorists there,” he said.

• March 24 2018 15:17:00 Turkish army says it has ‘complete control’ over Syria’s Afrin

ANKARA - Anadolu Agency

The Turkish military on March 24 said it had gained “complete control” over Syria’s northwestern Afrin region as part of its “Operation Olive Branch.” In a statement, the Turkish General Staff said efforts are in progress to help civilians return home in a secure way. Turkish troops have also been continuing efforts to search and destroy hand-made explosives and mines planted by People’s Protection Units (YPG) militants across the region. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 to clear YPG militants from Afrin. On March 18, the Turkish armed forces and the Free Syrian Army (FSA) declared full control over the city. Turkey considers the YPG to be the Syrian extension of the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK). Four Turkish soldiers were killed on March 22 in eastern Turkeyand Afrin in two separate attacks carried out by the YPG and the PKK, officials have said.

• March 29 2018 10:44:00 Six soldiers wounded in PKK attack in southeast Turkey

ANKARA

Six Turkish soldiers were injured on March 29 when the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK) militants attacked a military vehicle in southeastern Turkey, security sources told state-run Anadolu Agency. In the Diyarbakır province, PKK militants targeted a military vehicle near the village of Koçbaba, Hazro with long-barreled weapons and rocket launchers, said the sources, who asked not to be named due to restrictions on talking to the media.

110 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The injured, including one in critical condition, were taken to nearby hospitals in the district and province, the source said, adding that a security operation in the area is underway. A soldier succumbed to wounds sustained during Turkey’s ongoing cross-border military operation in the northwestern Syrian district of Afrin, the Turkish General Staff said on March 29. Deputy Prime Minister Bekir Bozdağ said on March 26 that a total of 3,755 People’s Protection Units (YPG) militants have been “neutralized” since the start of the military operation. Turkish authorities often use the word “neutralized” in their statements to imply that the militants in question either surrendered or were killed or captured. Some 49 soldiers were killed and 228 were wounded during the Afrin operation, Bozdağ also said. Turkey launched “Operation Olive Branch” on Jan. 20 to remove YPG militants from Afrin. On March 18, the Turkish Armed Forces and the Free Syrian Army (FSA) declared full control over the district. They are now carrying out operations to clear mines, IEDs and hideouts in the area.

• March 30 2018 09:40:00 Turkey lashes out at France over support for YPG in Syria

ANKARA

Turkey has slammed its NATO ally France for voicing support to the Syrian Kurdish groups and offering to mediate between the Turkish government and the Democratic Union Party (PYD), with President Recep Tayyip Erdoğan describing Paris’ move as a “show of hostility against Turkey.” “Those who host at the highest level the members of a terrorist organization, which has been freely carrying out its activities in their countries, should be aware that this is nothing but an expression of hostility against Turkey,” Erdoğan said on March 30, condemning French President Emmanuel Macron’s reception of members of Syrian Kurdish groups at the Elysée Palace. France no longer has the right to complain about the actions of any terror organization on its soil after meeting with the representatives of the PYD and its armed wing, the People Protection Units (YPG), Erdoğan added. “Those who have been abetting terrorists and who have been hosting them in their palaces will sooner or later see the mistake they have made. They may face the problems that we ourselves have been experiencing at any time. We hope they will not dare to seek our help when France is filled with terrorists fleeing from Syria and Iraq after being encouraged by French policies,” he said. France says it is not planning unilateral Syria operation

French President Macron, who has repeatedly voiced criticism of Ankara’s military operation into the northern Syrian district of Afrin, met a group of representatives of the Syrian Democratic Forces (SDF) in Paris on March 29. A statement issued by his office underlined France’s support to the SDF while offering “mediation” between Turkey and the group. Turkey regards the SDF as simply a differently named version of the YPG, which has partnered with the United States in the fight against the Islamic State of Iraq and the Levant (ISIL). Erdoğan stated that Turkey “will not be fooled” by suggestions that the SDF is a separate entity from the YPG. “Turkey needs no mediator … You can come together with terror organizations around the same table but Turkey deals with terror organizations just like it did in Afrin,” he stressed. Citing his most recent phone conversation with Macron last week, Erdoğan said he had to raise his voice because the French president was speaking “strangely” about Turkey’s operations in Syria. Çavuşoğlu speaks with French FM

111 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

The Turkish government also voiced its disturbance with Macron’s support to the SDF through a phone call by Foreign Minister Mevlüt Çavuşoğlu to his counterpart Jean Yves Le Drian early on March 30. “The reception of a terror organization at the highest level is an indication of the double-standards of France on the fight against terrorism,” Çavuşoğlu said, adding that the YPG and the PKK are the “same entities” and are “responsible for killing nearly 40,000 people in Turkey.” “The French proposal for mediation between us and terrorists is unacceptable. France has a tradition of trying to adopt a role for itself and seeking mediation on all issues. From where you find this right to offer mediation? Who are you to be a mediator? A country that wants to be a mediator needs at least to be honest, credible and impartial. It’s not possible to argue that a country that hosts the YPG at the Elysée Palace is an impartial one. You are siding with terrorists,” he said. ‘Irrational step’ Deputy Prime Minister and government spokesman Bekir Bozdağ said Macron’s move had set Paris on a collision course with Ankara. “Those who enter into cooperation and solidarity with terror groups against Turkey ... will, like the terrorists, become a target of Turkey. We hope France does not take such an irrational step,” Bozdağ tweeted. Likewise, presidential spokesperson İbrahim Kalın also rejected Macron’s offer to mediate between the Turkish government and the SDF. “Turkey’s position on the PKK/PYD/YPG, which seeks to legitimize itself as the SDF, is perfectly clear. We reject any efforts to promote ‘dialogue,’ ‘contact’ or ‘mediation’ between Turkey and those terrorist organizations,” Kalın said through his Twitter account early on March 30.

• April 02 2018 10:00:18 Turkish civilian worker killed, three soldiers wounded in Syria’s Afrin

ANKARA – Anadolu Agency

One Turkish civilian worker was killed and three soldiers were injured when a military vehicle drove over a mine in Afrin in northwestern Syria, the Turkish military said on April 1. The vehicle was on its way to Afrin’s Kestele Hidirya neighborhood, according to a General Staff statement. Since Afrin’s town center was captured by the Turkish army on March 18, mines planted by People’s Protection Units (YPG) militants have claimed several lives, including civilians, according to Turkish authorities. The Turkish military has been doing security sweeps for mines, improvised explosive devices and hideouts. Turkey on Jan. 20 launched “Operation Olive Branch” to remove YPG militants from Afrin. On March 18, the Turkish army and Free Syrian Army (FSA) fighters declared full control over the district.

• April 07 2018 12:27:59 3,991 militants 'neutralized' in Turkey's Afrin op

ANKARA – Anadolu Agency

A total of 3,991 militants have been "neutralized" since the start of Operation Olive Branch in Syria's northwestern Afrin region, the Turkish General Staff said in a statement on April 7. Turkish authorities often use the word "neutralized" in their statements to imply that the militants in question either surrendered or were killed or captured. On Jan. 20, Turkey launched Operation Olive Branch to clear YPG militants from Afrin, northwestern Syria.

112 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

A total of 108 PKK militants were "neutralized" in Turkey's southeastern and eastern provinces of , , Diyarbakır, Şırnak and northern Iraq between March 31 and April 6, the Turkish military said on April 7.

• April 12 2018 17:05:00 Interim local council established in Syria’s Afrin

AFRIN – Anadolu Agency

Kurdish, Arab, and Turkmen civilian representatives established an interim local council in Syria’s Afrin on April 12 to provide local services. The city’s elders voted and formed a temporary local council in the center of Afrin, according to state-run Anadolu Agency reporters on the ground. Eleven of the 20-member council were elected by Kurds, eight by Arabs and one by Turkmens. Zuheyr Haydar, a Kurdish representative, was elected president of the council. The seats of the executive board go to Zakarya Mohammad, al-Sifari, Ahmet Haj Hasan, Abdurrahman Najjar, Horu Osman and Muhammad Sheikh Rashit. To become a member of the council it is a requirement to be a citizen of Afrin. Speaking to the agency, Haydar thanked Turkey for its support. “We thank Turkey for giving us this opportunity. We will serve the people of Afrin. Like the Euphrates Shield [region], the ‘Olive Branch’ region will be an example,” he said. Haydar called on all people of Afrin to return to their homes. “We can make a more democratic election if all people of Afrin come back. We will manage ourselves, not others from Qandil or other places,” he said. Haydar said the local council was founded under the supervision of the Syrian Coalition of Revolutionary and Opposition Forces (SMDK), stating that it would be connected to the local council of Aleppo. He said the local council was in favor of the territorial integrity of the country. “The local council will begin its services in health and education in a short time. We will endeavor to bring those who fled from terrorists back to Afrin,” said Abdulrahman Mustafa, deputy head of the coalition, who was in Afrin during the elections. On Jan. 20, Turkey launched “Operation Olive Branch” to clear Kurdish People’s Protection Units (YPG) militants from Afrin in northwestern Syria. On March 18, the Turkish armed forces and the Free Syrian Army (FSA) declared full control over the city.

• April 21 2018 13:36:00 4,254 militants 'neutralized' in Afrin operation: Turkish military

ANKARA – Anadolu Agency

The number of "neutralized" militants in Turkey's operation in northwestern Afrin, Syria has risen to 4,254, while 37 militants were also neutralized in operations over the past week in northern Iraq and eastern Turkey, the Turkish army said on April 21. In a written statement, the Turkish General Staff announced the latest number of "neutralized" militants since the Jan. 20 start of Operation Olive Branch. Turkish authorities often use the word "neutralized" in their statements to imply that the militants in question either surrendered or were killed or captured.

113 Bacheloreindwerkstuk – Megan S. van den Ende (2018)

Turkey launched Operation Olive Branch on Jan. 20 to clear the People's Protection Units (YPG) from Afrin in northwestern Syria. In the same statement, the General Staff also said air operations had been conducted against the outlawed Kurdistan Workers’ Party (PKK) between April 14 and 20 in Turkey's eastern provinces of Tunceli, Diyarbakır and Şırnak, as well as northern Iraq. Thirty-tree PKK targets, including shelters and hideouts, were destroyed during the airstrikes, the statement said. Airstrikes on PKK targets in northern Iraq, where the group has its main base in the Mt. Qandil region, near the Iranian border, have been carried out regularly since July 2015, when the PKKresumed its armed campaign.

114