Resolutions of the Council of Policy of Archives Repository,

Reference code: C. 68, pp. 51−66.

Dingsdagh den 5 October 1723, voormiddags.

Alle present.

Den schipper van 't aanweesent schip d' Margaretha, Jacob Oncruijt, op de gedane afvraginge van den Edelen Heer Gouverneur ter vergaderinge betuijgt hebbende hoe geduurende desselfs aanweesen alhier ten zijnen genoegen was voorsien geworden van deugdelijke ververssinge als moeskruijden, versch vleesch en brood, mitsgaders zoodanige andere benoodigtheeden als denselve ten behoeve van zijn onderhebbende bodem hadde gerequireert, door welk een en ander tot soo verre in staat van rijsvorderinge was gestelt, dat vermeijnde bij toelatinge van weer en wind op Maandag den 11en deeser in volle gereetheijd te zullen kunnen zijn de rheijse van hier naar Batavia met gerustheijd te ondernemen, weshalven dan beslooten is die kiel ten voorsz dage te doen monsteren en van hier te laten afgaan. [1]

− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −

Vervolgens wederom als nu getreeden zijnde tot deliberatie over den inhoude van 't requeste door de vier pagters der Caabse coele wijnen in voorige vergaderinge van den 28 September overgelevert, en in de resolutie onder dien datum in 't breede geinsereert; Zoo is vastgesteld en beslooten als nog ten meesten dienste en proffijte der E. Comp, te blijven persisteeren bij het raadsbesluijt op den 7en der voorleedene maand September ten dien subjecte reets genomen, en dierhalven nogmaals om de daarbij aangehaalde redenen d' voorm. pagters te ontseggen het stellen van bij tappers, als nadeelig zijnde aan 't intrest der E. Comp.

Daar naar stelde den Edelen Heer Gouverneur in Raade voor de dienstig en noodsakelijkheijd om 's Comps. hospitaal met geduurig vers water te voorsien, door een waterlijdinge die door 's Comps. thuijn buijten ongerief en met weijnige kosten door het leggen van eenige houten buijsen zoude kunnen werden gemaakt, daarnevens in consideratie gevende of dat dienstig werk niet behoorde bij der hand genomen en volvoert te werden; welken aangaande gedelibereert zijnde, goedgevonden en beslooten is dat de voorgestelde waterleijdinge, zoo tot gerief en commoditeijt der inpotenten als tot het reijn houden van 't hospitaal, zal werden opgemaakt zoo genoegsame houte pompen alhier ten dien eijnde in voorraad zijn.

Naar lectuure van de ingekomene missive van en burger crijgsraad aan en Drakensteijn, van den 2en deeser lopende maand, [2] is meede verstaan dat volgens het ordinaris gebruijk 's Comps. wege tot de aanstaande wapenschouwinge aan Stellenbosch, zullende zijn den 1en der toekomende maand November, zal werden verstrekt 300 lb. buscruijt en 600 ps. snaphaan steenen, dat insgelijx ten versoeke en vermits de hooge jaren en siekelijkheijd van Francois du Toit, denselven bij deesen zal werden ontslagen van den dienst als ritmeester der burger cavallerije aldaar, en in desselfs plaatse wederom tot ritmeester aangestelt den cornet dier comp., Theunis Bota, ende weeder tot cornet den landbouwer Jacob Coetser, [3] werdende wijders bij deesen ook geapprobeert de gedane aanstellinge van Paul Roux en Christiaan Gobregt [4] tot burger sergeanten in steede van den kranksinnige Claas Jansz. van Rensburg en met der woon van daar vertreckende Jan Coetsee, werdende laastelijk ook tot bij wooninge der voorm. wapenschouwinge uijt deesen Raad gecommitteerd d' E.Es. Kaje Jesse Slotsboo en Jan Aldersz.

1 Vervolgens is door den Edelen Heer Gouverneur voorgestelt dat terwijl d' equipagie goederen voor dit Gouvernement jegenwoordig in zoo groote quantiteijt werden uijtgesonden, dat deselve niet alleen in 't oude bouwvallige equipagie maguasijn niet kunnen werden geplaast, maar dat men ook selfs nauwlijx plaats genoeg kan uijtdenken omme deselve te bergen, en dat bovens dien de continueele occupatien in dit Gouvernement en bij mancquement van materialen, zoo van klippen, slaven als andersints, niet toegelaten is geworden voor als nog een begin te maken tot den opbouw van 't geprojecteerde nieuw equipagie maguasijn, of 't dierhalven tot eenig behulp en betere gelegentheijd niet van dienst zoude zijn dat de mastloos bij 't voorm. equipagie maguasijn staande, hoe eer hoe beeter wierde gerepareerd en behoorlijk onder het dak gebragt, het welk des te minder zoude komen te kosten om dat de hout werken, pannen en andere materialen daar toe gebruijkt werdende, bij den afbreuk van dien wederom zouden kunnen werden geemploijeert aan 't nieuwe equipagie maguasijn en ambagts quartier, en waar door boven dit een ruijme plaats tot berging van de equipagie goederen zoude uijtgewonnen werden, uijtwijsens het plan en begroting der materialen door den capt. Kaje Jesse Slotsboo daar van geformeert, bestaande in: 1 balck van 5 a 7 dm., 22 balcken van 5 a 6 dm. tot schaersteijle en hanebalke, 15 juffers tot gordinx en nocken, 6 ribbe van 3 a 4 dm. tot muurplaate, 90 vaderlandse sparre, 140 latte van 1 en 1/2 dm. Gevende Zijn Edele daarnevens meede in bedenkinge dat vermits 's Comps. trekbeesten door den dagelijxen arbeijd, zoo door aanhaling van brandhout als andersints, niet alleen merkelijk zijn vermindert, maar de resteerende ook zoodanig verswakt dat men ter nauwer nood den dagelijxen arbeijd daar meede kan laten rondstaan, veel minder dat deselve zoude kunnen werden gebruijkt tot den aanvoer der benoodigde klippen en andere materialen ter opbouwing van voorn. equipagie maguasijn gehoorende, en dat ook bovens dien de weijnige voorhande zijnde 's Comps. paarden niet genoegsaam kunnen aanvoeren de groote quantiteijt ballast die alhier dagelijx in de passeerende scheepen moet werden afgescheept, of het dierhalven dan ook niet billijk zoude zijn dat den ingeseten d' E. Comp. in deese verlegentheijd met haare wagens ter aanreijdinge van clippen wederom te hulp quamen; welken aangaande met aandagt gedelibereert zijnde, goedgevonden ende geresolveerd is dat de voorm. mastloos ten minste kosten doenlijk zal werden gerepareert en in staat gebragt, en dat vervolgens ingevolge het genomene raadsbesluijt van den 2en December 1721 de clippen muur en fondamenten van 't gewesene zoldaten kerkhof, als midden in deese plaatse staande, zullen werden afgebrooken, aangebragt ende gebruijkt tot het leggen der fondamenten van 't nieuwe te makene ambagts quartier, als wanneer in nadere overweeginge genomen zal werden hoedanig omtrent den aanvoer der meerder benodigde klippen en andere materialen, 't zij door den burger of andersints, zal dienen gehandelt te werden.

Op 't instantig versoek van den zoldaat, Isak Nieuwhout, [5] en ter consideratie van desselfs goed gedrag, is insgelijx verstaan denselven bij deesen uijt 's Comps. dienst te ontslaan en in vrijdom te stellen. [6]

− − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − − −

Laastelijk in overweeginge genomen weesende den inhoud der requesten door Dirk Coetsee en Jan Zacharias Bek in volgende termen overgegeven: [7]

Aan den Wel Edelen Gestr. Heere Maurits Pasques de Chavonnes − − − benevens den E. Agtb. Raad van Politie.

Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtb. Heeren,

Vertoonen met schuldige eerbied Uwe Wel Edele Gestr. en E. Agtb. zeer needrige dienaar en dienaresse, Dirk Coetsee en Sara van der Schulp, hoe derselver soon, Cornelis Coetsee [8] eenigen tijt herwaarts alle kinderlijke pligt vergeetende, zig tegens haar supplten. seer ongehoorsaam heeft komen te gedragen, en niettegenstaande alle aan hem gedane vermaaningen en moeijte om hem van desselfs ongebonden levens aart af te wenden, zulx veel eer tot een verhardinge als afkeeringe van dat buijten spoorig leven heeft verstrekt; dierhalven wenden de supplten. zig tot Uwel Edele Gestrenge en E. Agtb., met needrig versoek dat het derselver goede geliefte mag zijn gem. haar soon, Cornelis Coetsee, in dienst der E. Comp. aan te nemen, en

2 verders zoodanig met hem te handelen, 't zij met versending na India ofte andersints, zoo als Uwel Edele Gestrenge en E. Agtb. dat zullen gelieven goed te vinden.

(Onderstont) 't Welk doende &ra.

Aan den Wel Edele Gestr. Heere Maurits Pasques de Chavonnes − − − benevens den E. Agtb. Raad van Politie deeses Gouvernements.

Wel Edele Gestrenge Heer en E. Agtb. Heeren,

Vertoont met schuldige eerbied Uwe Wel Edele Gestrenge en E. Agtb. seer nedrige dienaar, Johannes Zachari[a]s Bek, hoe hij supplt. bij de laaste verpagtinge aanneemer zijnde gebleeven der Caabse coele mitsgars. brandewijnen aan 't Ronde Bosje, als nog geen wooning ter dier plaatse heeft kunnen verkrijgen, en tot voortsettinge zijner neeringe seer inclineert om een huijsje onder dit buijten district te adstrueeren, waar toe den supplt. seer gelegen zoude komen seeker stukje land, geleegen omtrent de burger coorn water molen, streckende aan het land van den burger Cornelis Brits, [9] 't welke voor outs al eens zoude uijt gegeven zijn aan eenen Claas Vegtman, en door desselfs wed aan de ouders van den heemraad van Stellenbosch, Pieter van der Bijl, vercogt, zonder dat daarvan egter eenig bewijs, 't zij van erf brief of transporten, en gevolgelijk geen waren eijgendom van dien kan aanthoonen, gelijk meede den supplt. zig ter secretarije deeses Gouvernements g'inquireert hebbende of de uijtgift van gedagte land daar mogte bekent staan, 't selve aldaar insgelijx niet te vinden is; dierhalven neemt hij de vrijheijd Uwe Wel Edele Gestr. en E. Agtb. op 't needrigst te versoeken dat hem gemt. stukje land in eijgendom gelieven te vergunnen.

(Onderstont) 't Welk doende &ra.

Soo is goedgevonden en verstaan die beijde gedane versoeken om goede redenen van de hand te wijsen.

Aldus geresolveerd ende gearresteerd in 't Casteel de Goede Hoop, ten dage en jaare voorsz. [10] M. DE CHAVONNES. C. V. BEAUMONT. K. J. SLOTSBOO. JAN DE LA FONTAINE. A. V. KERVEL. JN. ALDERSZ.

Notes:

[1] 'n Gedeelte waarin 'n aantal bemanningslede op die skip Margaretha bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.18: Resolutiën, 1723−1724, pp. 402−403; C.230: Requesten, 1723, p. 467.

[2] Sien C.439: Inkomende Brieven, 1722−1724, pp. 703−704.

[3] Jacob Coetser het in 1709 as soldaat na die Kaap gekom. Hy het in 1714 'n vryburger geword. In 1717 is hy getroud met Cornelia Helms, die weduwee van Johannes van den Bosch en Arij van Wijk. Na haar dood in 1722, het hy hertrou met Susanna Snijman, die dogter van Christoffel Snijman en Margaretha de Savoije. Hy is in 1742 oorlede. (Sien M.O.O.C. 7/2: Testamenten, 1712−1720, no. 123; M.O.O.C. 7/6: Testamenten, 1738−1745, no. 91.)

[4] Christiaan Gobregt is in 1686 in Maagdenburg gebore. Hy was vanaf 1710 tot 1714 'n soldaat aan die Kaap. Hy was getroud met Sara Gous, die dogter van Andre Gous en Jeanne le Clair. Na haar dood in 1723, is hy weer getroud met Elisabeth Prevot, die weduwee van Philip du Preez. Hy is in 1731 oorlede. (Sien M.O.O.C. 8/4: Inventarissen, 1720−1727, no. 39; M.O.O.C.8/5:

3 Inventarissen, 1727−1737, no. 49; M.O.O.C. 13/2: Boedel Reekeningen, 1723−1737, no. 67; Stellenbosch 18/5: Testamenten, 1720−1726,

[5] Isak Nieuwhout was afkomstig van en het in 1716 as soldaat na die Kaap gekom. Hy is aan die Kaap getroud met Anna van Wijk. (Sien M.O.O.C. 8/5: Inventarissen, 1727−1737, no. 81; C.230: Requesten, 1723, pp. 471−472.)

[6] 'n Gedeelte waarin 'n aantal bemanningslede op die skip Goudriaan bevorder is, is hier weggelaat. Sien C.18: Resolutiën, 1723−1724, pp. 411−412; C.230: Requesten, 1723, pp. 451−452, 455−456, 459−460 en 463−464.

[7] Sien C.230: Requesten, 1723, pp. 479−480 en 475−476.

[8] Hy is in 1692 aan die Kaap gebore. In 1740 is hy getroud met Geertruij Gerrits, die dogter van Casper Gerrits en Elsje Pijl (Speldenbergh), en in 1750 het hy hertrou met Aletta Lubbe, die dogter van Hendrik Lubbe en Catharina van Wijk.

[9] Cornelis Brits was die seun van Hans Jacob Brits en Dina Olivier, en is in 1724 getroud met Maria Magdalena de Peronne, die weduwee van Jacob Mostert. (Sien M.O.O.C.8/14: Inventarissen, 1771−1773, no. 29: M.O.O.C.13/8: Boedel Reekeningen., 1772−1774, no. 10.) no 28.)

[10] Die kladnotule van hierdie resolusie kan gevind word in C.113: Klad Notulen, 1721−1725, pp. 196−197.

Publication is only permitted if the name of the repository and the reference number are mentioned.

4