Antwoorden op vragen van de klankbordgroep Waterproof over de waterstaatkundige aspecten van de wateroverlast in en om Kockengen in de periode van 28 juli-1 augustus 2014

Documentnummer: DM862913 Versiedatum: 26 september 2014, 19.00u Status: concept (95% gereed)

Definitieve lijst van vragen d.d. 8 september 2014

De klankbordgroep Kockengen Waterproof vraagt het hoogheemraadschap (vragen 1-21 en vraag 27), de gemeente (vragen 22-27) en de veiligheidsregio (vraag 27) om een schriftelijke beantwoording van de gestelde vragen.

Onderstaand de antwoorden op de vragen voor het hoogheemraadschap volgens de inzichten op dit moment (26-9).

Vragen aan hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR): 1. Hoeveel neerslag is er op maandag 28 juli 2014 in Kockengen en de polders Portengen en Kortrijk gevallen? (Volgens de metingen van het KNMI bedroeg de neerslagsom van 27 juli 08.00 – 29 juli 08.00 (48 uur) 62 mm; volgens het Water Informatie Systeem van HDSR bedroeg de neerslagsom op 28 juli 75-125 mm)

Definitieve neerslaggegevens zijn door KNMI gevalideerd en door HDSR ontvangen op 9 september. Uit die gegevens blijkt dat boven bemalingsgebied de Tol 138 mm is gevallen in 48 uur.

2. Is een oorzaak voor de omvang van de wateroverlast in Kockengen en de polders Portengen en Kortrijk dat er behalve de regenval direct op dit gebied bij deze extreme neerslag ook gebiedsvreemd water hier naar toe is toegestroomd uit andere gebieden?

Ja, er is gebiedsvreemd water toegestroomd vanuit het zuiden. De hoeveelheid is vooralsnog onbekend (dit moet nog nader gereconstrueerd en berekend worden). Naar verhouding heeft de toestroom vooral bijgedragen aan het hoge water in Kortrijk en in geringe mate in Portengen en Kockengen. Via nadere berekening/computermodellering gaan we proberen de hoeveelheden zo goed mogelijk te kwantificeren. Als we gaan modelleren moet daarvoor een compleet nieuw model worden gebouwd. Definitieve resultaten komen dan pas over lange tijd (mogelijk najaar 2015).

Het volledig open staan van stuw Ouwenaar gedurende vijf uur heeft in absolute zin op basis van de huidige inzichten niet veel bijgedragen aan de extra toestroom naar het noorden (nog niet bekend welk deel het was van de totale toestroom). Het peil in de watergang Haarrijn is hierdoor 5-10 cm extra gestegen. Hierdoor is extra water vanuit polder Haarrijn in het maalgebied van De Tol gestroomd, via watergang de Haarrijn, onder de A2 door en daarna richting het noorden de polders in.

1

Het gaat na ruwe berekening om 20.000 tot 40.000 m3 water die niet is vastgehouden in de Haarrijnse Plas. De schattingen lopen uiteen, omdat het water boven de peilschalen stond en er dus geen metingen konden worden verricht. Stel dat 30.000 m3 extra in het gebied van De Tol is gestroomd, en het water zich gelijk verdeeld over het maalgebied, dan heeft dit geleid tot een extra peilstijging van circa 3 mm.

Uit veldwaarnemingen van verschillende bewoners en medewerkers van het waterschap op verschillende locaties blijkt dat veel meer water maalpand De Tol is ingestroomd dan de extra lozing t.g.v. het falen van de stuw. Vooral via polder Kortrijk blijkt uit waarnemingen van bewoners. De storing aan de stuw heeft op 28 juli van 20.00 uur tot 01.00 uur 29 juli plaatsgevonden. In combinatie met een storing aan één van de tijdelijke gemalen bij nieuwbouw Haarrijn heeft dit een extra waterstroom naar polder Kortrijk veroorzaakt. Dit water is uitsluitend over het bouwterrein gestroomd en niet over de rest van de kade (veldwaarnemimg van Hans Oostveen). Nadat de stuw weer was opgetrokken stroomde er bij de Ouwenaar geen water meer naar de Haarrijn (waarneming Jan Verkerk, die de stuw heeft opgetrokken).

Van bewoners uit Kortrijk is vernomen dat op dinsdag het peil niet wilde zakken, ondanks de inzet van 3 extra noodpompen (daardoor totaal 210 m3/min bij De Tol en vanaf dinsdag 30m3/min extra bij Portengense brug). De regen was toen al lang gestopt maar het peil zakte niet, volgens sommigen steeg het zelfs (zie hiervoor ook vraag 21). Ook is waargenomen dat water via Laag Nieuwkoop en Schenkeldijk richting Kockengen is gestroomd. Om deze stroom in te dammen is tijdelijk de duiker onder het spoor bij Laag Nieuwkoop dicht gezet. Op korte termijn is niet te bepalen hoeveel dit is geweest. Wellicht is met een 3D model (maaiveldhoogten) bij benadering hierover een uitspraak te doen.

3. Zijn de verstedelijking van Leidsche Rijn, Vleuten en en de waterhuishoudkundige gevolgen daarvan mede oorzaak van de toestroom van gebiedsvreemd water in de overlastperiode? Waar lozen Leidsche Rijn, Vleuten en Maarssenbroek bij extreme neerslag het overtollige water?

Nee, het stedelijk gebied is niet de oorzaak van het toestromen van water. Dit gebied kent zelfs zo veel berging dat het voldoet aan afvoernormen voor landelijk gebied (meestal is dat minder in stedelijk gebied). Het water uit deze gebieden wordt nu geloosd via de tijdelijke bemaling Haarrijn (opgesteld bij gemaal Maarssenbroek) en gemaal Maarssenbroek, en straks via het nieuwe gemaal Haarrijn.

4. Ooggetuigen hebben op maandag 28 juli een golf van 300 mm hoogte over een lengte van minimaal 30 meter in de polder van Laag Nieuwkoop (ten noorden van polder Portengen) en een golf van 300 mm over een lengte van minimaal 100 meter bij de Haarrijn tussen de A2 en het spoor tussen en (ten noorden van Zwanenkamp, Maarssenbroek) waargenomen. Waar kwamen deze grote hoeveelheden water vandaan?

2

Uit de vraag is niet goed af te leiden waar de golf is waargenomen en hoe laat. Er vanuit gaande dat dit bij daglicht is waargenomen, is het fenomeen niet toe te schrijven aan het falen van de stuw Ouwenaar. Deze storing heeft plaatsgevonden in de avond. Uit neerslaggegevens blijkt dat er op 28 juli tussen 9 uur en 12 uur zeer veel water is gevallen. Neerslagintensiteit tot 7,5 mm/5min. Het water is toen waarschijnlijk over het maaiveld gaan stromen. Vanuit de hoger gelegen polder Haarrijn is het water maalpand De Tol ingestroomd. Het water stroomt via lagere delen af naar het laagste punt en zo kunnen er “watergolven” zijn waargenomen. Het water dat bij Laag-Nieuwkoop is waargenomen kunnen we op basis van deze beschrijving niet plaatsen in relatie tot ‘ten noorden van polder Portengen’.

5. Is er water vanuit Maarssenbroek naar de polders Kortrijk en Portengen gestroomd omdat het oude gemaal Haarrijn buiten gebruik is gesteld, het nieuwe nog niet in gebruik is en de noodpomp vanwege geluidsoverlast slechts op halve kracht mag draaien?

Nee, om die reden is geen water toegestroomd, want de capaciteit van de tijdelijke bemaling is gelijk aan de capaciteit van de 2 gemalen aan de Thematerkade, die buiten gebruik zijn gesteld (90m3/min)

6. Waarom is het oude gemaal Haarrijn al buiten gebruik, als het nieuwe nog niet werkzaam is? Waarom heeft de tijdelijke bemaling niet voldoende capaciteit?

Het water werd in de oude situatie geloosd via de plek waar nu het nieuwe gemaal wordt gebouwd. Daarom konden tijdens de bouw van het nieuwe gemaal de oude gemalen niet in bedrijf blijven en is een alternatieve waterafvoer gemaakt via gemaal Maarssenbroek. De tijdelijke bemaling heeft de capaciteit van de oude gemalen, dus voldoende. Een van de twee pompen van de tijdelijke bemaling is gedurende in totaal circa 8 uur uitgevallen door oververhitting. Daardoor is 24.000 m3 niet naar het Amsterdam- Rijnkanaal afgevoerd. Dit water is niet in bemalingsgebied de Tol beland, want dan zou het naar het hoger gelegen niveau van de watergang Haarrijn moeten zijn gestroomd.

7. Hoe kan het dat Kockengen en de polders Portengen en Kortrijk in extreme mate kampten met wateroverlast, terwijl de polders ten westen en noorden van Kockengen droog bleven? Zijn de polders Portengen en Kortrijk als overloopgebied gebruikt?

De gevallen neerslag was erg lokaal en heeft met name Maarssenbroek en maalgebied De Tol getroffen. De polders ten westen en noorden van Kockengen hebben (veel) minder directe neerslag ontvangen. Deze polders hebben ook geen last gehad van instroom van gebiedsvreemd water. Overigens heeft gemaal Kockengen (polders ten westen van Kockengen) tijdelijk minder kunnen lozen doordat extra noodpompen bij De Tol werden geplaatst. Dit was een voorwaarde van AGV voor plaatsen van de extra noodpompen.

3

8. Hoeveel water is er extra toegestroomd als gevolg van een foutieve instelling van de automatisch bediende stuw Ouwenaar? En wat is de exacte tijdsduur dat deze stuw open heeft gestaan? Kunt u de registratiegegevens hiervan uit het automatische besturingssysteem overleggen?

Zie vraag 2.

9. Was daadwerkelijk sprake van technisch falen van de automatisch bediende stuw bij Ouwenaar, of was het programma voor de aansturing zodanig dat stedelijk gebied werd ontzien? En vereist het openen van deze stuw bij een handmatige handeling, of was er een automatische instelling voor openen bij deze hoge waterstand?

De instelling is niet dat stedelijk water wordt ontzien. De stuw reageerde in eerste instantie volgens de programmering. Bij een poging om de stuw nog hoger te zetten om nog meer water vast te houden in Leidsche Rijn heeft de stuw verkeerd gereageerd en is volledig open gegaan. Toen dit na vijf uur werd opgemerkt om 01.00u ’s nachts is de stuw handmatig op een zo hoog mogelijke stand gezet.

10. Aan deze zijde van de Haarrijn is een aantal inlaten geplaatst tijdens de reconstructie van de Haarrijn. Deze zijn echter alleen handmatig te bedienen (zijn om water in de polder Kortrijk te verversen en bij droogte water in te laten). Zijn deze handbediende stuwen te Haarrijn bewust open gezet of te laag ingesteld? En waarom zijn deze nieuwe stuwen niet geautomatiseerd?

Het is absoluut niet de bedoeling dat overtollig water onder welke omstandigheid dan ook uit het gebied Haarrijn naar de bemalingsgebied De Tol wordt afgevoerd. De inlaten zijn daar gemaakt om bij watertekort in Polder Kortrijk de juiste peilen te kunnen handhaven. Automatiseren is kostbaar en is onder normale omstandigheden niet nodig. De inlaten ten oosten van de A2 stonden in ieder geval dicht. De overige (paar) inlaten konden niet meer tijdig handmatig worden gesloten omdat ze niet bereikbaar waren door de hoge waterstanden. Er is vanwege kosten destijds besloten deze niet te automatiseren.

11. Was het niveau van de Haarrijnse Plas voorafgaand aan de regenval op 28 juli te hoog ten behoeve van de recreatieve functie, zodat het daardoor te hoog was om nog ten behoeve van de wateropvang van Vleuten dienst te kunnen doen?

Het waterpeil wordt nooit omhoog gezet ten behoeve van een recreatieve functie. De plas heeft, net als ieder ander gebied, een peil zoals vastgelegd in het peilbesluit. Een plas, en deze dus ook, heeft bergend vermogen. Voor een bui zoals eind juli gevallen is, is dat echter zwaar onvoldoende.

12. Is achteraf bezien het in 2012 na samenspraak met de bevolking genomen peilbesluit voor de polder Portengen, waarbij het polderpeil werd verhoogd om de houten paalkoppen van een aantal huizen aan de Kerkweg te beschermen, naar nu blijkt onverstandig geweest, omdat daarmee bergingscapaciteit verloren ging?

4

Het is een afweging geweest om het peil iets te verhogen vanwege de kwetsbare en voor verdroging gevoelige houten paalkoppen / fundering. Dit had ook anders opgelost kunnen worden, bijvoorbeeld door de fundering te vervangen. De kosten hiervoor zijn echter naar verhouding erg hoog. Daarom is gekozen voor peilaanpassing. Gevolgen voor waterbergend vermogen zijn, zeker bij de gevallen bui, erg klein (300 m3).

13. Waarom zijn de polders Portengen en Kortrijk niet voorgemalen? En waarom na de wateroverlast in augustus twee keer wel?

In genoemde polders hebben we in juli niet voorgemalen om verschillende redenen: - De voorspellingen waren geen reden tot nemen van maatregelen. De voorspelling was dat lokaal flinke buien konden vallen (30 tot 40 mm). Daarbij weet je echter nooit waar ze vallen en hoeveel het precies wordt. - De periode voorafgaand aan de bui was erg droog. Het grondwater stond dus erg laag, en verlagen van het peil tot onder het reguliere peil leidt in dat geval tot mogelijk schade aan kwetsbare houten funderingen. Dat is in dit gebied zeer ongewenst.

Stel dat wel een etmaal lang was voorgemalen, dan had dit slechts in geringe mate bijgedragen aan de vermindering van de wateroverlast (14 mm/dag op 138 mm). Vooral ’s zomers heb je veel korter van te voren zekerheid over een echt zware bui. Dus in de praktijk zou je b.v. zes uur kunnen voormalen, dat dan circa 4 mm had gescheeld op de 138 mm.

Voormalen kent in het algemeen diverse nadelen (die overigens bij te verwachten wateroverlast/schade gewoon geaccepteerd moeten worden): - Het is niet goed voor houten fundering die nog net onder water staat. Kans wordt groter dat deze tijdelijk boven water komt, wat op termijn tot verzwakking kan leiden (door rotting). - Het is niet goed voor de stabiliteit van oevers om vaak het peil te veranderen. - Als de zware regen niet valt kost het drie keer zo veel tijd om het peil weer op voldoende hoogte te krijgen dan de tijd die het kostte om het weg te malen (voor zover nog nodig nadat neerslag is gevallen). - Het in te laten water heeft een andere samenstelling en kan nadelig zijn voor de waterkwaliteit in het poldersysteem. Het is hoe dan ook slechter dan regenwater. Het gebiedsvreemd water kan stoffen bevatten die leiden tot ongewilde verandering van de waterkwaliteit en versnelde afbraak van veen (voor dit laatste: te veel sulfaat en chloride). - Vaak voormalen leidt tot een structureel wat lagere waterstand, wat extra bodemdaling zal veroorzaken.

In augustus was sprake van een heel natte periode. Het grondwater in de percelen stond toen heel hoog. Voormalen leverde toen veel minder risico op en lag - mede daarom – meer voor de hand.

5

14. Waarom stonden de boezems Bijleveld, Heicop en Groote Heicop deze keer voorafgaand aan de extreme regenval vol, terwijl dat bij de wateroverlast in oktober 2013 niet het geval was? Hadden andere polders in beheer bij het waterschap Amstel, Gooi en Vecht al eerder op de Groote Heicop geloosd, waardoor er geen ruimte meer was voor de polders Portengen en Kortrijk?

De veronderstelling dat de boezem van AGV al vol stond voordat het ging regenen is niet juist. Uit onze registratie is er geen enkel verschil met oktober 2013. Er is ook niet voorgemalen door AGV. Het peil van de boezem is ook altijd een heel eind onder de kritische grens gebleven van NAP-0,00m (stop op lozingen).

15. Wat is het effect van het nieuwe gemaal op de Geerkade (datum ingebruikname april 2014) op de afvoercapaciteit van de Groote Heicop?

Gemaal Dooijersluis is in de plaats gekomen van een ander wat meer noordelijk gelegen gemaal met dezelfde capaciteit. Hier is alleen sprake van het verplaatsen van een lozingspunt op de boezem van AGV, wat geen invloed heeft op de bergingscapaciteit en afvoer van de Groote Heicop. De boezem van AGV loost, al naar gelang omstandigheden, in twee richtingen: Amsterdam-Rijnkanaal en Amstel. Gemaal Dooijersluis loost meestal/grotendeels richting de Amstel.

16. Wat zijn de gevolgen als de stuw naast de brug van de N401 dicht is voor het afvoeren van water uit het gemaal Koningsstraat / Voorstraat?

Als de hoogwaterstuw dicht gaat heeft de Bijleveld in principe nog enige capaciteit om lozing vanuit gemaal Koningsstraat te ontvangen. Die lozing kan plaatsvinden zolang het kritische peil in verband met de stabiliteit van de kering nog niet is bereikt. Deze sturing zal op een later tijdstip nog gekwantificeerd in beeld worden gebracht. De hoogwaterstuw is gesloten geweest van maandag middernacht tot dinsdag begin van de middag.

Het afvoeren van water uit het gemaal Koningsstraat / Voorstraat werd belemmerd door waterplanten die tegen het hek bij het gemaal waren opgehoopt. Toen deze planten werden verwijderd, was de wateroverlast in de hoge delen van Kockengen heel snel opgelost. Daaruit kunnen we concluderen dat dit geen relatie met de hoogwaterstuw had. Verder is het zo dat op het – vooral verharde – oppervlak van het oude dorp in korte tijd enorm veel neerslag is gevallen. Dat water verzamelt zich op straat (kan niet meer afgevoerd via het riool). De straten liggen daar ten opzichte van de huizen niet zo laag als in de nieuwe wijken en daardoor kan het eerder bij huizen naar binnen stromen.

17. Waarom is door het hoogheemraadschap na de wateroverlast van oktober 2013 niet een vaste noodpomp geplaatst? Is de reden daarvan dat het hoogheemraadschap dit te duur vond?

Er wordt aangenomen dat hiermee een ‘vaste noodpomp’ bij gemaal de Tol wordt bedoeld. Het belangrijkste argument om het gemaal De Tol niet standaard uit te breiden is de precedentwerking die daarmee optreedt: als het daar kan, kan het op andere plekken ook

6

en dan is het einde zoek. Het bestuur van HDSR wil dit niet. In Nederland gelden landelijke normen waaraan een watersysteem, onder normale omstandigheden, moet voldoen.

Na de wateroverlast van oktober 2014 heeft het waterschap de volgende werkwijze bedacht ter bestrijding van wateroverlast uitgaande van een worst case van 80mm neerslag in 24 uur: - Water kan vastgehouden worden met stuwen Portengen en Kortrijk. - Instroom van water uit de polder naar het dorp, is met eenvoudige voorzieningen tegen te gaan. - Stuw bij Kerkweg gaat automatisch omhoog zodra polderpeil stijgt tot waterpeil van het dorp. (-1,85m NAP). - Pomp op stuw Kerkweg met capaciteit van 5m3/min slaat aan en zorgt dat neerslag uit het dorp in de polder geloosd blijft worden. - Rayonmedewerker krijgt een signaal, zodat hij handmatig enkele overlaten, o.a. rond de woonkern, kan dichtzetten. - Indien dit niet voldoende blijkt wordt noodpomp bijgezet in de Zwanebloem.

In dat kader is de volgende maatregel in het veld getroffen: - Een tijdelijke pomp geplaatst bij de stuw aan het eind van de Kerkweg. Deze was op 28 juli nog niet aangesloten, maar wel op 30 juli toen hij pas zinvol kon worden ingezet (voorheen zou water om de stuw heen weer terug zijn gestroomd).

Er is vanuit gegaan ( en toegezegd) dat we met de genoemde werkwijze in de worst case het dorp binnen 24 uur weer op peil hebben. Op peil is overigens iets anders dan droog, want straten liggen te laag en afvoerkolken werken niet optimaal. Dit is de verantwoordelijkheid van de gemeente.

Verder heeft het waterschap een studie laten uitvoeren naar optimalisatiemaatregelen in de woonkern om bij wateroverlast het water nog wat sneller weg te kunnen werken. De voorkeursvariant is besproken met de gemeente. Er was nog geen besluit genomen over eventuele uitvoering.

18. Is het waar dat de pompcapaciteit van gemaal De Tol structureel ontoereikend is en dat dat al langer bij het hoogheemraadschap bekend was? En wat is precies de capaciteit van gemaal De Tol? De getallen die genoemd worden variëren van 12mm tot 15 mm (het laatste getal is genoemd in een recente nieuwsbrief van HDSR).

De ontwerpcapaciteit van het gemaal is 120 m3/min, oftewel 14 mm neerslag per etmaal in het bemalingsgebied. (120m3/min = 120 x 60 x24 = 172.800 m3/dag; het gebied is 1238 ha groot; het gemaal kan dus 172.800m3 : 12380.000m2 = 0,01396m overtollige neerslag/dag = 14 mm afvoeren) Het is een onderdeel van de onderhoudscyclus om de capaciteit van een gemaal op regelmatige basis te ijken. Het ijken van gemaal De Tol is eind 2013 uitgevoerd. Pompen blijken nog steeds (minimaal) de ontwerpcapaciteit te hebben, namelijk 50 en 75 m3/min.

7

19. Was er daadwerkelijk een uitslagbeperking naar het door RWS beheerde Amsterdam- Rijn Kanaal, waardoor in de eerste twee dagen van de wateroverlast niet op het maximale vermogen van de (nood)pompcapaciteit is bemalen? Of was er sprake van onjuiste en/of verouderde interpretaties van het hoogheemraadschap en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht van de mogelijkheden?

Nee, er was geen sprake van een door RWS opgelegde maalstop op het ARK en er was geen door AGV opgelegde maalstop op de Groote Heicop. Wel hebben AGV en HDSR steeds kritisch de optredende boezempeilen beoordeeld. Als gevolg daarvan heeft AGV op een bepaald moment gevraagd om een tijdje te wachten met het aanzetten van één van de noodpompen.

20. Is in de laaggelegen wijken van Kockengen sprake van achterstallig onderhoud van de waterlopen en een fout beheerregime, waardoor er teveel waterplanten in groeien die duikers en riooluitgangen verstoppen?

In principe is de toestand van het watersysteem in Kockengen op voldoende niveau (om normale hoeveelheden neerslag af te voeren). Het waterschap heeft sinds 2014 een aangepast maaibeheer (minder maaibeurten). Maar voor De Tol, als kwetsbaar systeem, is die aanpassing van het maaibeheer niet doorgevoerd. Vanwege ecologie en waterkwaliteit worden in de zomer watergangen nooit helemaal schoon gemaaid en als er in de zomer wordt gemaaid, treedt er ook weer snel groei op. Hierdoor zijn watergangen in de zomer nooit vrij van waterplanten en is er altijd risico op verstopping van duikers en roosters, zeker als het water opeens sterk gaat stromen en relatief veel plantaardig materiaal meevoert.

21. Hoe kan het dat het hoogheemraadschap op dinsdag 29 juli communiceerde dat het waterpeil in de polders Portengen en Kortrijk daalde, terwijl het in werkelijkheid bleef stijgen?

Op dinsdag was er zoveel water in de polder Kortrijk dat de stuw Kortrijk is verlaagd (te veel kans op – extra – schade in Kortrijk). Hierdoor stroomde er zoveel water richting het gemaal dat het water vanuit Kockengen als het ware werd teruggeduwd en er die dag geen peildaling rondom Kockengen optrad (zelfs enige stijging met circa 3 cm).

8