<<

 

Welke Brusselse gebouwen verdienen onze aan- dacht vanwege hun technisch vernuft of hun ver- nieuwend materiaalgebruik? Hoe belangrijk is de ingenieur voor de bouwkunst van nu en wie waren

DOSSIER HET BOUWEN VAN DE KUNST Een publicatie van het DOSSIER zijn voorgangers? Hoofdstedelijk Gewest DE KUNST VAN HET BOUWEN

Wist u dat de gotische kathedralen en stadhuizen al met ijzer versterkt werden om de stabiliteit te N    verhogen? Dat de typische Brusselse woningen SEPTEMBER 2012 eeuwenlang zonder tussenkomst van een archi- tect werden gebouwd; dat België als jonge en mo- derne industriële natie een voorloper was in de glas- en ijzerarchitectuur van de 19de eeuw; dat er belangrijke constructiewerken nodig zijn voor de aanleg van een park?

Dit speciaal nummer van Erfgoed Brussel is gewijd aan het thema van de Open Monumentendagen. Verschillende artikels presenteren ‘de kunst van het bouwen’ vanuit diverse invalshoeken. ERFGOEDBRUSSEL

€ 20 SPECIAAL NUMMER OPEN MONUMENTENDAGEN

ISBN : 978-2-930457-83-3

-PB 003-NL-couv def.indd 1 12/08/12 16:54 -PB 003-NL-def.indd 56 12/08/12 23:25 DOSSIER DE KUNST VAN HET BOUWEN 57

Hydraulische bouwkunst BOUWEN AAN DE WATERKANT

PIET LOMBAERDE Dr. ingenieur-architect, Universiteit Antwerpen

Water geeft tot vandaag toe inspiratie voor hydraulicaleer en architecturale schep- nieuwe architectuur. Dit was zeker zo voor de pingsdrang komen erin samen. Dik - wijls leidt dit tot complexe systemen stad Brussel in haar rijke verleden. Technologie van watervoorziening, waarbij het niet en architectuurtypologie zijn de belangrijkste altijd gemakkelijk is om de verschil - lende onderdelen ervan afzonderlijk te kenmerken van deze specifieke bouwkunst. In analyseren. Om tot een overzichtelijke deze bijdrage overlopen we de veelheid aan beschrijving te komen van deze brede verwezenlijkingen op dit vlak in Brussel. waaier aan hydraulische architectuur kiezen we voor een typologische bena- dering. We starten met waterpu¯en, vi- varia en het gebruik van bescho¯en en sluizen om de watertoevoer te regelen. Daarna gaan we verder in op fonteinen en waterdistributienetwerken, die sterk op elkaar afgestemd zijn. Deze kennen een hoogtepunt in de waterbevoorra- ding van het paleis en de bijbehorende tuinen van de Coudenberg. Vervolgens russel dankt zijn ontstaan besteden we aandacht aan waterdistri- en zijn naam aan het water. 1 butie in de gebouwen, aan riolering en Langs de kronkelende loop de overwelving van de Zenne, aan de ka- van de Zenne ontstonden nalen en ten slo¯e aan de watertorens. Bmoerassige plaatsen met drogere ei - landjes in een vallei, waarop meer dan duizend jaar geleden de stad werd ge - WATERMOLENS, VIVARIA, BE- sticht. Haar naam gaat terug op het Kel- SCHOTTEN EN WATERPUTTEN tische bruoc, wat de benaming was voor de heide langs deze drassige gebieden.2 Water werd vanuit economisch oog - De aanwezigheid van water in Brus - punt op verschillende manieren benut. sel gaf aanleiding tot heel wat typische Waterlopen werden ofwel gebruikt om- constructies, elk met hun eigen functie. wille van hun bevaarbaarheid, die al dan De Lindekemalemolen, Sint- Bouwen in en naast water is van alle tij- niet met bescho¯en, dammen en even- Lambrechts-Woluwe, huidige den en creëert voortdurend nieuwe ar- tueel sluizen verbeterd kan worden, of- toestand (A. de Ville de Goyet, chitectuur. Techniek, materialenkennis, wel als drij¼racht voor watermolens. 2012 © MBHG).

-PB 003-NL-def.indd 5 12/08/12 23:25 58 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 2 Gotisch waterreservoir als onderdeel van het waterdistributienet van de Groote Pollepel, nu opgesteld in het Egmond-en-Hoornpark (foto auteur).

Afb. 1 Detail van de Molenbeek met visvijvers ter hoogte van Sint- Joost-ten-Node en , na 1550 (Jacob van Deventer, kaart van Brussel © KBR). Afb. 3 Fontein De Drie Maagden, opgesteld nabij de Sint- Niklaaskerk, oude prent (© SAB).

Het gebruik van bescho¯ en en stuwen bescho¯ en stroomde er in drogere pe- 16de eeuw). Ze werden opgetrokken zorgde voor de regulering van het wa- riodes voldoende water naar de water- langs de talrijke waterloopjes rond terdebiet. Uit een beschrijving van de molen van het pomphuis. Ook blijkt Brussel, zoals de Maalbeek, de Geleyts- Maalbeek, waarvan het water rond 1600 dat deze bescho¯ en werden aangewend beek, de Ukkelbeek, de Woluwe en de gebruikt werd om de nieuwe watermo- om het bevriezen van het water tegen Etterbeek, en natuurlijk ook de Zen- len van het pomphuis in Sint-Joost-ten- te gaan. Andere steden, zoals Gent, be- ne. Graanmolens waren nodig voor het Node aan te drijven, blijkt dat op regel- schikten over heel wat beschotten op brouwen van bier, wat een belangrijke matige afstanden op deze beek stuwen de Schelde en de Leie in de binnenstad. activiteit was in Brussel en zijn randge- werden geplaatst. Hoogstwaarschijn- Daar werden deze constructies aange- meenten. Vandaag bestaan er nog steeds lijk was dit een idee van ingenieur Ma- wend om de binnenwateren over gro- twee historische watermolens met rad: thieu Bollin, die door de aartshertogen tere lengten bevaarbaar te maken en te de Crokaertmolen of de Nieuwen Bouw- Albrecht en Isabella belast werd met gebruiken voor het laden en lossen van molen (Ukkel) en de Lindekemalemo- het verleggen van de loop van de Maal- goederen. len (Sint-Lambrechts-Woluwe).3 Het beek, zodat het hoger geplaatste pomp- Watermolens deden dienst als graan- volledige inwendige molenwerk van de huis kon functioneren. Dankzij de molens en als papiermolens (vanaf de Crokaertmolen is nog bewaard, alsook

-PB 003-NL-def.indd 58 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 59

DE WERKING VAN DE WATERMOLEN wordt gebracht. Molenstenen bestaan uit Er zijn drie verschillende soorten een koppel, waarvan de onderste de ligger (J) watermolens: de bovenslagmolen, de heet en niet beweegt. De bovenste steen is middenslagmolen en de onderslagmolen. de loper (G); die wordt mee bevestigd op de Deze indeling houdt rekening met het water laatste as, genaamd de steenspil (F). De rijn dat ofwel boven, in het midden of onder het is de verbinding tussen deze steenspil en de waterrad stroomt. Als er weinig verval is, zoals roterende molensteen. Aan de molensteen bij beken en kleine rivieren, gebruikt men de worden verschillende diameters gegeven, bovenslagmolen (bv. de molens van Crockaert uitgedrukt in palmen. Op de molensteen wordt een scherpsel aangebracht, zodat in Ukkel en de Lindekemalenmolen in Sint- E Lambrechts-Woluwe). de granen dankzij deze inkervingen geplet Wat de werking ervan betreft, bespreken worden. De steenspil steunt op een zware C we het voorbeeld van een graanmolen met en stevige balk (H), omdat deze het gewicht bovenslag. Om de kracht van het water van de loper mee moet torsen. De ligger steunt op een vloer, aangebracht boven G optimaal te benutten wordt de beek met een J het grote tandrad (D). Het graan wordt in F goot omgeleid, zodat het water met volle K DD kracht boven het rad stroomt. balen naar boven gehesen tot op de zolder I Het draaiende waterrad zorgt ervoor dat van het molenhuis. Dit gebeurt met touwen H B een horizontale as, die door de muur van of kettingen, die langs een katrol over een C A het molenhuis loopt, binnen het gebouw draaiend wiel lopen, dat ook door de hoofdas een verticaal op de as gemonteerd tandwiel (C) wordt aangedreven. Wanneer de molenaar (A) laat draaien. Dit kleinere tandwiel past het koren of het graan tot boven heeft laten in een horizontaal tandwiel (B), gemonteerd hijsen, kan hij het in een trechter laten lopen op een verticale hoofdas (C). Daarboven, op die aangesloten is op de molensteen. dezelfde as, wordt een groter tandrad (D) geplaatst, dat op zijn beurt de draaibeweging Het mechanisme van een watermolen overzet op een kleinere as (F), die ervoor (SINGER, C. et al., A History of Technology, zorgt dat de molensteen (G en J) in beweging Oxford, 1958, vol. 4, Ill.117).

het houten scheprad. Deze molen, een gretig gebruik van. Het vivarium van de terug te vinden in paleizen en kloosters. van de talrijke die vanaf de middeleeu- Coudenberg bestond uit vijf visvijvers, In de tuinen van het hertogelijk kasteel wen in Ukkel aanwezig waren, werd in waarin afzonderlijk krabben, schild- op de Coudenberg wordt hun aantal op 1476 in opdracht van de hertogen van padden, karpers en andere vissen wer- vij ig geschat. Het water uit deze pu¯ en Brabant gebouwd. Hij werd tot in 1963 den gekweekt.4 De Maalbeek en de Zen- in de stad diende niet enkel als drank of afwisselend als graanmolen en als ne waren het rijkst aan visvijvers. Hun om maaltijden te bereiden, maar voor- papiermolen gebruikt. Van de Lindeke- aantal bereikte een hoogtepunt rond al ook als blusmiddel bij branden. Daar- malemolen bestaat nog enkel de buiten- het midden van de 15de eeuw. Daarna om ook werden er door het bestuur wijk- constructie met gerestaureerd water- zouden ze sterk in getal afnemen om na pu¯ en geïnstalleerd. Vanwege het gevaar rad. Deze graanmolen werkte al in 1129 de 18de eeuw bijna geheel uit het Brus- voor verontreiniging werden de mees- en was eigendom van de abdij van Park. selse landschap te verdwijnen. Daar- te waterpu¯ en afgedekt en bediend met Hij lag stroomafwaarts aan de samen- naast hadden deze visvijvers – er kwa- handpompen. Grondwater kon ook ver- vloeiing van de Struykbeek en de Wolu- men er soms drie tot vier naast elkaar zameld worden in grote waterbekkens of we. Tijdens de 19de eeuw werd hij aan- voor – dikwijls een regulerend eff ect op reservoirs. Zo bestonden er al in de mid- gewend voor de productie van papier. het waterdebiet, zodat ze in het geval deleeuwen netwerken van bronnen en Merkwaardig is nog het bijbehorende van de Zenne het aantal overstromin- waterreservoirs die met elkaar verbon- molenhuis, opgetrokken in kalkzand- gen in de binnenstad verminderden.5 den waren. Een van deze gotische reser- steen. Waterpu¯ en waren lange tijd de belang- voirs is Den Grote Pollepel, een waterput Een bijzonder maar zeer oud (sinds rijkste watervoorzieningen in de stad. uit de 15de eeuw. Oorspronkelijk stond de Romeinen) gebruik van water is dat Ze maakten ofwel gebruik van regen- hij op de plek waarboven zich nu de koe- van vivaria of kweekvijvers voor vis- water ofwel van een ondergrondse wa- pel van de Ravensteingalerij bevindt. sen. Langs beken zoals de Maalbeek, de terbron. Doorgaans kwamen ze voor Vanaf 1954 werd deze galerij aangelegd Geleytsbeek en de Woluwe lagen visvij- op kruispunten van straten of op plei- en werd de waterput steen voor steen ge- vers (afb. 1). Er werden karpers, snoe- nen, maar ook in de woning, bijvoor- demonteerd. Vier jaar later werd hij door ken en schaaldieren in gekweekt. Zowel beeld op de binnenkoer, in de kelder of architect Jean Rombaux in het Egmont- particulieren als abdijen maakten er in de tuin.6 Bijzondere voorbeelden zijn park opnieuw opgetrokken (a° . 2).

-PB 003-NL-def.indd 5 12/08/12 23:25 60 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 7 Openbare fontein aan de Domus Isabellae in de Isabellastraat, tekening, 17de eeuw, Anonyme, La rue Isabelle et ses abords, lavis, 18e siècle (© MVB).

Afb. 4 Manneken Pis, kopie naar het oorspronkelijke beeld uit 1619 van Hiëronymus Duquesnoy de Oude, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

Afb. 5 Muurfontein Den Spauwer, ontworpen door Claude Fisco in 1786, Brussel (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

Afb. 6 De fontein van Karel V aan de Hallepoort (prent van A. Heins, 1883, naar een tekening van P. Vitzthumb, 1826).

-PB 003-NL-def.indd 60 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 61

Afb. 8 Pierre-Denis Plumier, fontein van De Schelde, stadhuis van Brussel (A. de Ville de Goyet © MBHG).

Afb. 9 De grote vijver met fontein in het Koninklijk park, Brussel, eind 18de eeuw (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

FONTEINEN monumentale middeleeuwse fontei- nen was die van de Drie Maagden in de In de typologie van het watergebruik nabijheid van de Sint-Niklaaskerk (a°. in de stad wordt naar het einde van 3). Daar spoot water uit de borsten van de middeleeuwen toe steeds meer ge - drie sierlijke vrouwen, opgesteld in nis- bruikgemaakt van fonteinen. Water, dat sen. Jammer genoeg verdween deze fon- dankzij waterbronnen of eventueel arti- tein na 1776. Vandaag staat in het muse- ficieel aangelegde waterdistributienet- um van de stad Brussel een aanverwante ten uit de grond of uit een muur opbor- beeldengroep opgesteld, die uit 1545 da- relt of spuit, wordt in toenemende mate teert. Naar het einde van de middeleeu- als een decoratief element beschouwd wen toe werd ook een eerste fontein in in de openbare ruimte. Vanaf de 15de en de stad versierd met een beeldje van een 16de eeuw worden fonteinen overdadig jong kind. Deze fontein droeg de naam versierd en worden ze echte attractie- Juliaantje. Het was een in steen gebeeld- punten in het stedelijke landschap. houwd knaapje, dat al in 1452 op de Vooral op de oostelijke helling van hoek van de Stoofstraat en de Eikstraat de Zennevallei werd water opgevan - werd opgesteld en dienstdeed als open- gen en in buizen geleid tot aan water - baar fonteintje. Het nu bekende beeldje pu¯en of fonteinen. Een van de meest van Manneken Pis is een kopie die min

-PB 003-NL-def.indd 61 12/08/12 23:25 62 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 10 Jacques Bergé, fontein met Minerva, eind 18de eeuw (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

Afb. 11 Charles August Frainkin, standbeelden met fontein van Egmont en Hoorne, Kleine Zavel, Brussel (Chr. Bastin & J. Evrard © MBHG).

Afb. 12 Fontein ter ere van Jules Anspach, nu opgesteld aan het Koopliedendok, 1897 (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

-PB 003-NL-def.indd 62 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 63

Afb. 13 Panoramisch zicht op het kasteel en de tuinen van de Coudenberg, 1652. Gravure van Lukas Vorsterman le jeune, Palatium Bruxellense of meer overeenstemt met een bron - restaureerde deze fontein in 1786 en Ducis Brabantiae, 1659 zen beeldje uit 1619, door Hiëronymus de leeuwenkop werd vervangen door de (© Österreichische Nationalbibliothek, Wenen). Duquesnoy de Oude gemaakt in op - buste van een triton.8 In de eerste hel dracht van het Brusselse stadsbestuur van de 16de eeuw werd in de omgeving (a°. 4).7 Mogelijk was het de bedoeling van de Hallepoort een muurfontein om het oude Juliaantje door dit meer aangebracht, met waterbekken en ver- elegante knaapje te vervangen. Een sierd met twee muurplaten in zacht re- tweede bekend beeldje dat als fontein liëf gebeeldhouwd, met de wapens van dienstdoet, is Den Spauwer of waterspu- Karel V en zijn wapenspreuk Plus Oultre wer (hoek Steenstraat en Kolenmarkt) (a°. 6). Daaruit spoten twee waterstra- (afb. 5). Reeds in de 14de eeuw wordt len. Jammer genoeg verdween deze fon- het vermeld als Blauwe Fontijn. Het was tein in 1826 met de aanleg van de gro- opgesteld tegen de gevel van het huis te ringboulevards. (De reliëfs van deze de Boterpot, dat bij de beschieting fontein worden vandaag bewaard in de van Brussel in 1695 vernield werd. In Hallepoort.) 1704 werd er een nieuwe fontein ge - Het water van deze fonteinen werd niet plaatst, met een leeuwenkop waaruit enkel als drinkwater of voor het berei- water spoot. Ingenieur Claude Fisco den van maaltijden gebruikt, maar ook

-PB 003-NL-def.indd 63 12/08/12 23:25 64 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

voor de schoonmaak van huizen, stra- stadhuis van Brussel opgericht. Deze mooiste fonteinen is die van Egmont ten, marktkramen,… Ook dieren kon- uitbreidings- en verfraaiingswerken en Hoorne, in 1864 ontworpen door den er hun dorst lessen. Het water werd kwamen tot stand naar aanleiding van Charles August Frainkin en in 1876 op in kruiken, emmers of bakken opgevan- de herbouw na het bombardement van een prachtige wijze geïntegreerd in het gen en met paard en kar vervoerd. Op de de stad in 1695. De fonteinen bestaan park van de Kleine Zavel, ontworpen Grote Markt stond ook een fontein vlak uit twee mythologische figuren die door architect Hendrik Beyaert (afb. bij het Broodhuis. De huurprijs voor een de Schelde en de Maas verpersoonlij - 11). Naar aanleiding van het overwelven staanplaats verhoogde in functie van de ken, in 1714 gebeeldhouwd door Pierre- van de Zenne en de grote werken die nabijheid tot deze fontein. Ook werd het Denis Plumier en Jean De Kinder (a°. daarmee gepaard gingen, werd in 1897 ambacht van de waterdragers in het le- 8). Ook in de 18de eeuw werden fontei- op het Brouckèreplein de Anspach- ven geroepen, zodat water tegen beta- nen, dikwijls samen met vijvers, aan - fontein opgericht (afb. 12). 12 Ze heeft ling over grote afstanden kon vervoerd gelegd in parken of tuinen. Een mooi de vorm van een obelisk, opgericht ter worden. Daarnaast stonden ook fon - voorbeeld daarvan zijn de fonteinen ere van Jules Anspach, de ‘vader van teinmeesters en fonteinfitters in voor in het park van Brussel.10 Aanvankelijk de grote lanen’. Bovenaan zegeviert de de goede werking en het onderhoud van was het de bedoeling van de Parijse ar- aartsengel Michaël in verguld brons. In deze stadsfonteinen. chitect Guimard om er een standbeeld 1973 werd de fontein vanwege de metro- of obelisk te plaatsen. Het beeld kwam werken naar het Koopliedendok ver - Brussel bezat ook fonteinen met bijzon- er echter niet, maar wel een groen plant- plaatst. der helder water, dat voortkwam uit na- soen. Pas in 1855, naar aanleiding van tuurlijke bronnen. Een van de belang- de verwezenlijking van het nieuwe wa- rijkste was de Broebelaer, een waterbron terdistributienet in Brussel, werd er een WATERBEVOORRADING EN gelegen in Etterbeek, in het huidige fontein geïnstalleerd (a°. 9). Een twee- HET UNIEKE VOORBEELD Happark. Dankzij het ingenieuze water- de vijver in het park hee de vorm van VAN DE COUDENBERG een achthoekig water- bekken. Hij bevindt zich Brussel had een van de meest innova- Brussel bezat ook fonteinen met bijzonder eveneens op de centrale tieve waterdistributiesystemen van alle helder water, dat voortkwam uit natuurlijke aslijn van het park. Hij steden in Europa. bronnen. Een van de belangrijkste was werd in 1780 aangelegd Tijdens de middeleeuwen zorgden drie en is de oudste vijver ondergrondse distributienetten voor de Broebelaer, een waterbron gelegen in van het park. Vanaf zijn het nodige water in putten, pompen Etterbeek, in het huidige Happark. ontstaan was hij voor - en fonteinen in de stad. Het net van de zien van een fontein, Grote Pollepel bevoorraadde de fontei- die aansloot op het wa - nen De SaŠren, deze op de Grote Markt bevoorradingssysteem van de Couden- terverdelingsnet van het paleis van de en aan het stadhuis, alsook de Spauwer berg (zie verder) werden drie publieke Coudenberg (zie verder).11 Op de Gro- en de fontein op de Vismarkt. Ter hoog- fonteinen in de wijk van de Coudenberg te Zavel staat een monumentale fon - te van de latere jezuïetenkerk vertrok- van dit zuivere bronwater voorzien: een tein met een zi¯ende Minerva, gebeeld- ken leidingen naar de fonteinen aan de fontein aan het Balieplein, een twee - houwd door Jacques Bergé in opdracht Sint-Gorikskerk en het Sint-Jansplein. de net buiten de Leuvensepoort en een van Lord Thomas Bruce, een Engelse In de Sint-Joristuin werden bronnen ge- derde aan de Isabellastraat. Deze laatste graaf in ballingschap in Brussel (afb. boord die water leverden voor het Juli- bevond zich vlak bij de Domus Isabellae, 10). Langs twee zijden werd op de sok- aantje (Manneken Pis), de Leeuwen, de een statig gebouw dat in 1625 was op - kel een leeuwenkop aangebracht, waar- Drie Maagden en de twee fonteinen op getrokken door aartshertogin Isabella uit water naar de waterbekkens stroomt. het binnenhof van het stadhuis. Vanaf voor de Handboogschu¯ers, grenzend Een bijzondere fontein is deze op het de 14de eeuw breidden de activiteiten aan het park van de Coudenberg (a°. 7). Sint-Goriksplein. Deze obeliskfontein van de stad zich uit naar het meer hoger Het was een sierlijke muurfontein, ge- in de vorm van een piramide en in Lo- gelegen gebied tussen de Zenne en de heel in barokstijl met schelpmotieven, dewijk XV-stijl dateert van 1767. Ze werd Maalbeek. De waterbevoorrading was hermen en festoenen. Het water vloeide opgericht op het voorplein van de abdij er gebrekkig (gezien het ontbreken van uit de muil van een leeuwenkop in een van , maar werd er in 1802 waterbronnen door de hoge ligging van waterbekken, omsloten met een ijzeren weggehaald en verplaatst naar het Sint- het terrein) en het zou duren tot de re- hekken. Goriksplein. gering van de aartshertogen Albrecht en Men schat het aantal fonteinen en In de 19de eeuw werden nog meer mo- Isabella alvorens dit probleem grondig pompen in Brussel in de 17de eeuw numentale fonteinen opgericht in werd aangepakt. Aan het begin van de op een tachtigtal.9 Aan het begin van Brussel en zijn randgemeenten. Ze wa- 17de eeuw werd een uniek systeem van de 18de eeuw werden door hofarchi - ren in de eerste plaats bedoeld om het waterbevoorrading uitgewerkt door een tect Jean-Andrée Anneessens (1687- openbare domein te verfraaien, en ze schare van ingenieurs en ambachtslie- 1754) twee monumentale fonteinen herdenken een belangrijke gebeurtenis den uit Frankrijk, Italië en de Zuidelij- voor de binnenplaats van het vergrote of een beroemd personage. Een van de ke Nederlanden. Er werd een pomphuis

-PB 003-NL-def.indd 64 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 65

Afb. 14 Georg Müller (?), detailtekening van waterrad met drie cilinderpompen bestemd voor de ‘hydraulische machine’ in Sint-Joost-ten- Node, ca. 1602 (© ARA Brussel).

Afb. 15 De ‘hydraulische toren’ aan de Leuvensepoort. Gravure naar een schilderij van François Haseleer, 1843.

-PB 003-NL-def.indd 65 12/08/12 23:25 66 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 16 Waterreservoir aan de Verlaatstraat, Elsene (A. de Ville de Goyet, 2012 © MBHG).

Afb. 17 Reconstructie van het door water aangedreven orgel dat opgesteld stond in een grot in Den Hoogen Hof, Coudenberg (foto auteur).

– genaamd de ‘hydraulische machine’ – enkel bestemd voor het hertogelijk pa- terugslagkleppen over een hoogte van gebouwd, waardoor drinkbaar water af- leis, het klooster van de Coudenberg en ca. 45 m en over een afstand van 640 m komstig van de bron de Broebelaer kon de verblijven van een aantal hovelin - opgepompt tot in een waterreservoir, opgepompt worden tot op de Couden- gen (a°. 13). Het unieke aan dit water- gemonteerd op een toren van de tweede berg. De Broebelaer lag in E¯erbeek en bevoorradingssysteem, theoretisch uit- stadsomwalling, vlak bij de Leuvense- het drinkwater werd door buizen in ge- gedacht door de Italiaanse ingenieur poort (a°.15). Van daaruit verspreidde bakken aarde in een afzonderlijke on- Pietro Sardi, is het gescheiden houden het water zich over de hellingen van de dergrondse leiding aangevoerd tot in van het drinkwater en het water als aan- Warande naar het hertogelijk paleis via het pomphuis. Dit lag vlak bij de vij - drij¼racht voor drie (later vier) cilin- een netwerk van ondergrondse buizen ver van Sint-Joost-ten-Node aan de voet derpompen (afb.14). Het was de Duit- in gebakken aarde. Ook zouden er nog van de Coudenberg. Als drij¼racht ge- se ertsgieter Georg Müller die in 1603 pompen, die op hetzelfde netwerk wa- bruikte men het water van de Maalbeek, de drie cilinders met zuigers, de drijf- ren aangesloten, geïnstalleerd worden dat een groot waterrad in beweging zet- stangen en tandwielen vervaardigde. in het zogenaamde labyrint van Den te en voor de nodige druk in de pom - Vanaf de hydraulische machine werd Hoogen Hof, vlak bij het hertogelijk pa- pen zorgde. Aanvankelijk was dit water het water langs metalen buizen met leis en in de stallingen van het hof. 13

-PB 003-NL-def.indd 66 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 67

Afb. 18 Sanitaircatalogus van de firma Morrisson & Co (in: VAN CRAENENBROECK, W., Historiek van de watervoorziening in België).

Merkwaardig is de verfijnde toepas - van de Franse Revolutie, al 180 par - waren de meeste inwoners van Brussel sing van dit waterbevloeiingssysteem ticulieren op dit waternet waren aan- voor hun drinkwater nog steeds aan- in het park, namelijk voor waterpartij- gesloten. Het waterdebiet was echter gewezen op de 29 fonteinen, 76 open- en met bedriegertjes, automaten en een te klein om tijdens de steeds weerke- bare pu¯en, 91 pu¯en in gemeentelij- waterorgel (a°.17). De Franse ingenieur rende periodes van droogte voldoen- ke eigendommen en 8027 privépu¯en. Salomon de Caus was de uitvinder van de water te kunnen leveren. Wel was Ingenieur Théodore Teichmann was tal van deze spielereien.14 ondertussen al een tweede waternet de eerste die voorstelde om stoom- Deze bijzondere technische realisa- geopend. In 1661 werd door het stads- machines te installeren, om zo het de- tie zou tot in de 19de eeuw functione- bestuur beslist om bronwater uit Sint- biet van de zuigpompen in Sint-Joost- ren en steeds meer uitgebreid worden, Gillis in buizen te verdelen over bijko- ten-Node te kunnen opvoeren. Deze zodat grote delen van de hoger gele - mende delen van de stad tot aan een onderneming liep echter met een sis- gen stad en zelfs van de nieuw aange- fontein op de Grote Zavel, alsook over ser af. Vanaf 1844 tot 1851 werden de legde Koninklijke wijk ermee van wa- de fontein Heilige Drievuldigheid en eerste voorstellen voor een nieuw wa- ter voorzien werden. Uit een telling deze aan de Steenpoort.15 terverdelingsnet voor de stad Brus - blijkt dat in 1788, aan de vooravond Maar bij het begin van de 19de eeuw sel op papier gezet. 16 Verschillende

-PB 003-NL-def.indd 6 12/08/12 23:25 68 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 19 projecten zagen het licht, zoals dat Mathieu Vliegen, catalogus van van geoloog Le Hardy de Beaulieu, sanitaire toestellen, Brussel, 1906: voorbeeld van toilet ingenieur Delaveleye en conducteur met spoelbak in faience (in: Théodore Delsaux. Er werden verge- BILLEN, C., DECROLY, J.-M., lijkende studies gemaakt met Parijs De kleinste kamertjes in de en Londen. Ook werd nagegaan of een grootstad. Openbaar sanitair in continue waterverdeling te verkie- Brussel van de Middeleeuwen zen viel of dat het drinkwater slechts tot vandaag © MVB). enkele uren per dag beschikbaar kon gesteld worden. Op 11 december 1852 werd uiteindelijk gekozen voor het project van ingenieur Maximilien Carez. Vanaf 1853 werd dit plan voor een meer uitgebreide waterwinning voor Brussel gerealiseerd. Er werd nog een beroep gedaan op de bronnen van de Broebelaer, door op meer dan 100 m diepte nieuwe watervoorraden aan te spreken. Maar ook werd er water van de Hene in Eigenbrakel bij het nieuwe waterbevoorradingssysteem betrok- ken. Daarbij werd gebruikgemaakt van een aquaduct die door Mont- Saint-Pont loopt. Het water vervolg- de zijn route rond de vijvers van Sint- Genesius-Rode, liep verder door naar Vleurgat, waar het door twee moer- buizen van elk 60 cm breedte in Else- ne uitmondde. Twee grote reservoirs vingen er het water op, waaronder het reservoir aan de Verlaatstraat (a° . 16). Van daaruit verspreidde het water zich verder over de stad. In 1855 was het project voltooid.17 Nog in 1872 werd in het Zoniënwoud een draineergalerij gebouwd, maar deze bleek onvoldoen- de. Vanaf 1891 werd de Brusselse Inter- communale Watermaatschappij - BIWM) opgericht, die een nieuw en uitgebreid netwerk van waterleidingen realiseer- de.18 In 1895 werd een watergalerij ge- bouwd om het water van de bronnen van de Bocq nabij Spontin naar Brus- sel te laten lopen. In 1899 konden ook de gemeenten Elsene, Sint-Gillis, Sint- Joost en Schaarbeek van water voor- zien worden. Het water van de BIWM bediende in 1902 al meer dan 24 ge- meenten in Brussel en Wallonië. Van- af 1922 werd het water gewonnen in de Hoyoux nabij het kasteel van Modave en in een buis van wel 100 km lang, die uitmondde in twee galerijen van samen 5 km lang, tot in Sint-Genesius- Rode geleid. Daar werd het water in een groot reservoir verzameld.

-PB 003-NL-def.indd 68 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 69

WATERDISTRIBUTIE IN DE HUIZEN

De watervoorziening in het interieur van huizen, kloosters en openbare ge- bouwen bestond al uitzonderlijk vroeg in het paleis van de Coudenberg, in de aristocratische hoven en in de abdijen errond. Dit was de toestand aan het be- gin van de 17de eeuw. Gaandeweg zou- den de particuliere aansluitingen op dit distributienet toenemen, tot het mid- den van de 19de eeuw. Toen werden zelfs 560 concessiehouders opgetekend, on- der wie alle bewoners en gebruikers van de nieuw aangelegde Koninklijke wijk.19 Een echte doorbraak kwam er pas rond 1850, toen de overheid inzag dat er zo- wel een waterbevoorradingsnet als een rioleringssysteem op alle huizen moest kunnen aangesloten worden. De hygië- ne in steden als Brussel ging er sterk op achteruit, mede door de enorme bevol- kingsgroei als gevolg van de industriële revolutie, die leidde tot een ware conges- tie van de binnenstad. De kwaliteit van het putwater verslechterde ook sterk. Lopend water in de interieurs was be- doeld voor lavabo’s, baden, toiletten, keukens,… Niet iedereen kon op dit distributienet aansluiten. Velen be - schikten enkel over een waterput op de binnenkoer, en een badkamer was totaal uitgesloten. Daarom had de stad overwogen om in de armste wijken, zo- als de Marollen, openbare badhuizen te laten bouwen, die ook konden ge - bruikt worden als openbare wasplaat- sen.20 De aansluitingen op drinkbaar water waren toen erg duur en werden onder de vorm van abonnementen ge- regeld. Aanvankelijk was dit water en- kel bestemd voor huizen van gegoede burgers, zodat ook de handelaars hier- op inspeelden en prachtige catalogi Afb. 20 lanceerden met allerhande sanitair in Foto van de Zenne in de gepaste decoratieve stijlen, zoals Lode- binnenstad (A. de Ville de wijk XV, Empire en later ook art nou - Goyet © MBHG). veau (a‘. 18). Watervoorziening in de huizen was ook zeer nu”ig, zelfs nood- zakelijk, om de persoonlijke hygiëne in de woningen te garanderen. In heel wat huizen ontbraken zelfs ‘gemakshuis- jes’ (kamertjes, meestal achter op de koer geplaatst, waarin een houten plank met ronde opening boven een beerput dienstdeed als toilet) en nog uit een rapport van de Raad voor Volkshygiëne

-PB 003-NL-def.indd 6 14/08/12 15:04 70 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 21 Het kanaal naar Willebroek ter hoogte van de Oeverpoort, gravure (in: Description de la Ville de Bruxelles, enrichie du plan de la ville et de perspectives, à Bruxelles chez J.L. Boubers, 1782).

blijkt dat in 1838 de meeste woningen met versiering van de spoelbak in fai- probleem: ofwel de waterloop toch als niet beschikten over ‘pompen, latri - ence en de wc-pot (a°. 19). Boven de de- recipiënt van afval behouden en hem nes, riolen, tenzij gemeenschappelijk’.21 coratieve wc-rol kwam voor de burgerij overwelven, ofwel een gescheiden rio- Er kwam zelfs een geval voor waarbij zelfs een kaars voor, met luciferdoosje. leringssysteem uitwerken. Ook kun - zeventig gezinnen aangesloten wa - In het Autriquehuis werd door architect nen rioleringssystemen gelijktijdig met ren op één latrine. Na 1860 konden de Victor Horta al in 1883 op de eerste ver- waterdistributiesystemen gerealiseerd huizen echter aansluiten op het nieu- dieping van de nieuwe woning een bad- worden om op die manier woonwijken we waterdistributienet en op een rio - kamer met bad en toilet voorzien. Dit en straten van het moderne comfort te leringssysteem (zie verder). Daardoor was toen uitzonderlijk. voorzien. waren de voorwaarden aanwezig om Het probleem van de overwelving van privétoile¯en in de huizen aan te bren- de Zenne kadert in deze bredere pro - gen. Dit was eerder theorie, omdat de RIOLERING EN OVERWELVING blematiek van steden en hun open wa- meeste woningen nog ontworpen wer- VAN DE ZENNE terlopen, die enerzijds steeds meer ver- den zonder hygiënisch verantwoorde vuilden en anderzijds meer en meer ruimtes met lopend water, verluchting Elke grootstad die langs een rivier of de oorzaak waren van overstroming in en een doeltreffende afvoer. In hoge - stroom ontstaan is, hee vroeg of laat de binnenstad. Brussel kende dit pro- re kringen maakte men nog steeds ge- problemen met de hygiëne van deze bleem al van in de 16de eeuw met de bruik van kamerpotten, die door het waterloop. Al te gemakkelijk werd in de Zenne (afb. 20). Twee oplossingen bo- huispersoneel geledigd moesten wor- loop van de eeuwen afval gestort of afge- den zich toen aan: de wispelturige loop den. Tegen het einde van de 19de eeuw voerd naar de verschillende kanaaltjes, van de Zenne rech¯rekken en delen van verschenen de eerste volwaardige toi- zijrivieren, grachten en beken, die uit- haar loop overdekken. De eerste pogin- letten. We vinden ze terug in catalogi, eindelijk in deze hoofdader uitmond- gen om de Zenne recht te trekken date- waar ze mooi geïllustreerd voorkomen, den. Er zijn twee oplossingen voor dit ren van de 16de eeuw, zij het partieel.

-PB 003-NL-def.indd 0 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 71

In 1571 werd een meander van de Zenne ter hoogte van het Augustijnenkloos- ter gevuld en werd de Zenne er ook ge- deeltelijk rechtgetrokken. In het begin van de 17de eeuw werd ter hoogte van de Papenvest de Zenne overwelfd en als een overdekte riool aangelegd. Maar in 1644 maakte ingenieur-architect Pierre Merckx een ontwerp om de Zenne over haar volledige lengte in de binnenstad recht te trekken. Toen al dacht men er- aan om een nieuw kanaal, de Fossa Leo- poldina, door Brussel te graven, dat het kanaal van Willebroek met de Zen - ne richting Halle zou verbinden.22 Het project werd echter na de eerste steen- legging afgeblazen. Van een volledige overwelving was toen geen sprake om- dat men de Zenne in de binnenstad nog als een economische ader beschouwde. Langs de rivier kwamen talrijke bedrijf- jes voor, zoals leerlooierijen, brouwe- rijen, papier- en graanmolens, die het Zennewater nodig hadden. Het was een complexe verdeling van activiteiten, die Afb. 22 geregeld werden over de verschillen - Het Grote Spui, begin 19de de uren van de dag. De vollers mochten eeuw (A. de Ville de Goyet, het water gebruiken van ’s morgens tot 2011 © MBHG). ’s middags; van dan af mochten de brou- wers hun werkzaamheden aanva¯en.23 Nog in 1772 werd een nieuw stuk van de Zenne overwelfd, ter hoogte van de Vis- verkoperskaai. Maar de vervuiling van de Zenne nam vanaf het einde van de 18de eeuw sterk toe. Vanaf het midden van de 19de eeuw werd de toestand dra- Nicolas-Bernard de Hucher, directeur werd als belangrijkste verspreider van matisch: het water was volledig vervuild van de Brusselse academie voor mili - deze ziekte beschouwd. Er werd beslist met kadavers van dieren, geheel bezoe- taire ingenieurs, werd als eerste belast om een afzonderlijke riool door Brus- deld en slijmerig. In droogteperiodes met de prospectie van de ondergrond.25 sel aan te leggen. Ingenieur Adolphe Le was de geur er ondraaglijk en het slib Zijn werk werd voortgezet door ingeni- Hardy de Beaulieu maakte een eerste ri- stapelde zich op. De Zenne werd een eur Claude Fisco. Hij deed systematisch oleringsplan. In 1861 werd een provin- open riool. Bij overstroming braken er onderzoek naar de hoogtelijnen en ni- ciale commissie in het leven geroepen epidemieën uit, die in de dichtbebouw- veauverschillen, dat de aanleg van een om de sanering van de Zenne op te los- de en verpauperde wijken van de bin- goed werkende riolering zou mogelijk sen. Het besluit was duidelijk: de Zen- nenstad soms cholera veroorzaakten. maken. De nieuwe wijk rond het Marte- ne moest overwelfd worden. Het plan larenplein werd mee in deze studie be- maakte deel uit van het grote plan van Het allereerste initiatief om in Brus - trokken.26 Maar vanaf het midden van wegeninspecteur Victor Besme (1834- sel systematisch riolen aan te leggen de 19de eeuw zou de aanleg van een rio- 1904) om een verkeersring rond Brus- dateert van de 18de eeuw, naar aanlei- leringsnet plots vaste vorm aannemen, sel aan te leggen, samen met een brede ding van de aanleg van de Koninklijke dankzij het project om de Zenne in de boulevard door de binnenstad. 27 Tus- wijk. Men maakte toen gebruik van de binnenstad te overwelven. sen 1863 en 1865 werden niet minder hydraulische machine in Sint-Joost-ten- De directe aanleiding was een zwaar dan veertig projecten bij burgemees - Node om water in alle nieuw gebouwde onweer in 1850, waardoor de hele bene- ter Anspach ingediend. Op 28 oktober paleizen en woningen van deze wijk te denstad onder water stond. Bovendien 1865 keurde de Brusselse gemeenteraad brengen, maar terzelfder tijd werd ook werd de stad regelmatig getroffen door het groots opgeva¯e plan van Léon Suys gedacht aan het plaatsen van een rio - cholera-epidemieën, die tussen 1832 en goed. Dat bestond erin de Zenne in de leringsnet om al het gebruikte water te 1870 duizenden slachtoffers eisten. Nog binnenstad over een lengte van 2 km kunnen afvoeren.24 Luitenant-kolonel in 1866 vielen er 3465 doden. De Zenne te overwelven en er terzelfdertijd een

-PB 003-NL-def.indd 1 12/08/12 23:25 72 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

Afb. 23 Ontwerp van Michel-Florent van Langren voor een ringkanaal rond Brussel en een nieuw kanaal Brussel- Vilvoorde met sas (in: Invention et proposition que Michel Florencio van Langren, cosmographe & mathematicien de Sa Majesté a faict à Messieurs les Magistrats & Superintendent du canal de ceste royale ville de Bruxelles pour empescher & prevenir les dommages & interests dont la basse ville est annuellement fatiguée, par le debordement de la riviere de Senne. Censurée par quelques fameux ingenieurs de Sa Majesté, Brussel, 1644).

-PB 003-NL-def.indd 2 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 73

monumentale noord-zuidboulevard van de Borinage en die van Charleroi diende dan als ringdijk, de Niwen [Nieu- van 30 m breedte op aan te leggen. Het gunstig verbonden worden met Brussel wen] dijck. Dit nieuwe kanaal ten westen rioolwater werd in twee daarnaast lig- en verder ook met de Rupel en de Schel- van de stad zou het water van Ander - gende moerriolen (hoofdriolen) opge- de. Opnieuw zou de haven verlegd wor- lecht en Molenbeek kunnen opvangen vangen. den, nu naar de kaaien langs de verbin- en zo de Zenne ontlasten. Ook werkte ding tussen de kanalen van Willebroek Van Langren een plan uit om een nieuw en Charleroi. kanaal rechtstreeks tussen Brussel en KANALEN EN DOKKEN Reeds in de tweede helft van de 17de Vilvoorde te graven, dat het water van eeuw besteedde de geograaf en astro - de Zenne zou opvangen en waardoor Waterlopen betekenen voor steden een noom Michael Florenz van Langren bovendien de weilanden van Vilvoor- economische kracht. Ze vormen vaak aandacht aan het dubbele probleem de onder water zouden kunnen gezet belangrijke handelsroutes en verbin- van de Zenne: haar bevaarbaarheid en worden. Zo zou het water van de Zenne den steden met havens of havensteden. de problemen met de stadshygiëne die gescheiden worden van de Vaart naar De natuurlijke lopen dienen soms ver- ze veroorzaakte. Deze geleerde werkte Willebroek. Aan de Lakense poort voor- breed en uitgediept te worden, of recht- vanaf 1643 mogelijke oplossingen uit zag Van Langren ook de constructie van getrokken. Soms dienen nieuwe ka - om de Zenne voortaan niet meer als een Scho§brugge. Dat was een verhoogde nalen of ringvaarten rond de stad te de belangrijke economische ader te ge- brug met drie gaten waarin schotbalken worden aangelegd om de bevaarbaar- bruiken – ook omdat haar debiet zeer konden opgetrokken of neergelaten heid te garanderen. Op de plek waar onregelmatig was – en om deze rivier worden, zodat het water van de Zenne deze kanalen de stad bereiken, ontstaan zelfs te ontlasten van overtollig water, kon afgevoerd worden naar het nieu - havens. Het voorbeeld van Brussel en omdat ze regelmatig aanleiding gaf tot we voorziene kanaal naar Vilvoorde en de Zenne past volledig in deze ontwik- overstromingen in de binnenstad, met daardoor de boten die langs de Vaart keling. alle mogelijke materiële schade en ziek- vanuit Antwerpen toekwamen niet hin- Vanaf het ontstaan van de stad vervul- ten als cholera en pest tot gevolg. 31 De derde. Bovendien voorzag hij de bouw de de Zenne een primaire rol in het Zenne, komend van Halle, vloeide de van twee saskommen, zodat de boten handelssysteem van de stad. Een vlot- stad op twee plaatsen binnen: aan het op het niveau van het water in de wal - te verbinding met een stroom als de Groot Spui in de omgeving van de Ros- gracht konden gebracht worden en zo Schelde bleek algauw essentieel, maar bempt, en de Kleine Zenne (een zijtak verder konden varen naar de haven van werd onvoldoende gegarandeerd door van de Zenne) aan het Klein Spui ter Brussel. Het probleem was immers dat de Zenne. Reeds in 1550 werd mede op hoogte van het klooster van de Kartui- het waterniveau van de vaart en dat van initiatief van Jan van Locquenghien, zers (a°. 22). Dan liepen beide takken de Zenne niet altijd met elkaar over - burgemeester van Brussel, gestart met verder door de stad en vloeiden ze sa- eenstemden, wat de scheepvaart sterk het graven van een kanaal tussen Brus- men aan de Spiegelbrug ter hoogte van bemoeilijkte. Deze voorstellen werden sel en Willebroek, zodat vanaf 1561 een de Spiegelmolen. De Zenne liep onder echter door de ingenieurs van de over- rechtstreekse toegang tot de Rupel en veertien stenen bruggen in de stad en heid, onder wie Jacques Francart, hof- verder de Schelde werd mogelijk ge - er stonden zeven molens op haar par- architect en -ingenieur, afgevoerd. maakt.28 Vanuit Brussel was de toegang cours. De vernauwingen aan de water- tot het kanaal verzekerd langs de Oever- molens en bruggen zorgden ervoor dat poort (afb. 21). Op de weidegronden het water in de stad werd opgehouden, WATERTORENS van het begijnhof werd in 1560 het Sint- wat de oorzaak was van verschillende Catharinadok aangelegd. Daar zouden overstromingen. Aan de Lakensepoort Watertorens zijn misschien wel de in de jaren 1639-1650 de zogenaamde verliet de Zenne de stad. Ze liep er on- meest opvallende bouwsels die duiden Mestback (een aanlegplaats voor sche- der drie bogen, die samen 16 voet breed op de aanwezigheid van water in de stad pen geladen met afval en modder) en waren, zodat het watervolume door of in het landschap. Het zijn technische een handelsdok worden gegraven. In een smallere bedding moest lopen. Ter hulpmiddelen die een bescheiden scha- 1589 werd er door de Italiaanse inge - hoogte van de beemden in de gemeen- kel vormen in het productie- en distri- nieur G. Rinaldi nog een sifon aange - ten Molenbeek en kwam er butieproces van zuiver water. Ze zijn ei- bracht, genaamd de Drie Gaten.29 Door in de wintermaanden heel wat water genlijk niet meer dan een vergaarbak deze aanleg was de commerciële haven- samen, waardoor ook het waterpeil of reservoir, maar ze kunnen ook aan- activiteit in Brussel definitief verscho- van de Zenne steeg. Daarom greep Van gewend worden als regulerend orgaan ven van het ‘Groot eiland’ op de Zenne Langren terug naar een oudere kaart, in het watervoorzieningsnet. De voor- naar de westelijke stadsrand. Wel ont- waar al werd voorgesteld om rondom beelden in Brussel, al dan niet nog be- brak er nog een gunstige verbinding de stad een gedeeltelijke ringvaart aan staand, bieden mooie illustraties van de met het zuiden van de stad. Daartoe te leggen. Dit plan inspireerde hem om evolutie van zuivere vergaarbak tot een werd pas in het begin van de 19de eeuw de Leijbeeck of Leybeke voor te stellen: vernuige hydraulische architectuur. overgegaan, met het graven van een deze ringbeek zou vanaf het Grote Spui Een torentje in de buurt van de Leu - nieuw kanaal tot in Charleroi.30 Zo kon- rond de stad tot aan de Lakense poort vensepoort kan beschouwd worden den voortaan de belangrijke mijnstreek lopen (afb. 23).32 De uitgegraven aarde als de oudste watertoren van Brussel. 33

-PB 003-NL-def.indd 3 12/08/12 23:25 74 ERFGOED BRUSSEL N°003 – 004 SEPT. 2012

NOTEN 13. LOMBAERDE, P., ‘Pietro 1. VANHAMME, M., Les Ori- Sardi, Georg Müller, Salomon gines de Bruxelles, Office de de Caus und die Wasserkünste Publicité, Brussel, 1944. des Coudenberg-Gartens in Brüssel’, Die Gartenkunst, 3, 2. Over het woord ‘broek’, zie: 1991, 2, pp. 159-173. Gysseling, M., Toponymisch woordenboek van België, 14. WEINAND, Y., ‘Die Nederland, Luxemburg, Noord- Maschinen des Salomon de Frankrijk en West-Duitsland Caus – Dokumentation der (vóór 1226), s.l., 1960, p. 190. Planung und Realisierung einer Konstruktion’, in: SCHMUHL, 3. CROKAERT, H., ‘Les Moulins B., OMONSKY, U. (red.), d’’, Le folklore Brabançon, Maschinen und Mechanismen 1962, nr. 155, pp. 289-329, in het in der Musik, Wissener-Verlag, bijzonder pp. 316-319. Zie ook Augsburg, 2006, pp. 257-305. ARA, KPIH, nr. 881. Op deze kaart uit de 18de eeuw zien we 15. BRUNELLO, P., ‘Résumé duidelijk de ligging van deze d’une histoire de la distribution molen ter hoogte van Casse- d’eau à Bruxelles’, Technologia voet (Ukkel). Bruxellensis, 2, 3-4, 1979, pp. 3-10. 4. ARA, KPIH, nr. 1380. 16. VIRÉ, L., La distribution 5. DELIGNE, C., Bruxelles et sa publique d’eau à Bruxelles rivière. Genèse d’un territoire 1830-1870, Gemeentekrediet e e urbain (12 -18 siècle), Brepols, van België, Brussel, 1973, in Turnhout, 2003 (Urban Afb. 24 het bijzonder pp. 41-52 (Pro History, 1). Civitate, Collection Histoire, Watertoren in het 6. VAN CRAENENBROECK, série in-8°, nr. 33). Ter Kamerenbos, 1879-1880 W., ‘Historiek van de water- (A. de Ville de Goyet, 2012 17. DE ROOSE, F., op. cit., voorziening in België’, in: © MBHG). 2003, pp. 16-17. VAN CRAENENBROECK, W. (red.), Eenheid in verscheiden- 18. HAESAERTS, J., ‘Drink- heid. Watertorens in België, watervoorziening in ons land’, Gemeentekrediet van België, Technisch Wetenschappelijk Brussel, 1991, pp. 17-39. Tijdschrift, 11, 1942, 4, pp. 109-116. 7. COUVREUR, M., DEKNOP, A., SYMONS, T., Manneken-Pis 19. VAN NIMMEN, M., ‘De Boven in deze ronde toren werd een wa- in alle staten, Musea van de la Cour à la ville. Les eaux terreservoir geplaatst, waarin het op - stad Brussel, Brussel, 2005 de la machine hydraulique gepompte water uit de Maalbeek werd (Historia Bruxellae, 9). de Bruxelles (1601-1858), in: DAELEMANS, F., VANRIE, vergaard. 8. GALAND, M., ‘L’ingénieur- A. (red.), Bruxelles et la vie Een van de oudste nog bestaande water- architecte Fisco, contrôleur urbaine. Archives-art-histoire, torens in België bevindt zich in het Ter des Travaux de la Ville de Brussel, 2001, 2 dln., dl. 1, pp. Kamerenbos aan de Belle Alliancestraat Bruxelles’, in: D’HAINAUT- 305-339, meer bepaald pp. 314- ZVENY, B. (red.), La Place (a°. 24). Deze bakstenen toren met twee 315 (Archives et Bibliothèques des Martyrs, CFC-Éditions, de Belgique, nr. 64). bouwlagen en een ijzeren kuip werd in Brussel, 1994, pp. 133-155, in het 1879-1880 gebouwd. Hij hee een vlak- bijzonder p. 143. 20. LOMBAERDE, P., ‘Het ke kuipbodem en een watercapaciteit casino, het thermengebouw 9. DE ROOSE, F., Het verhaal en het openbare zwembad: van 600 m3.34 Zijn voetstuk bestaat uit van Brussel en zijn fonteinen, evolutie en invloed op de breuksteen, daarop komt een polygo- Brussel, 2003, p. 13. stedelijke ontwikkeling’, in: nale verdieping voor, met daarboven 10. DUQUENNE, X., Le Parc Het openbaar initiatief van de een tentdak. Deze 15 m hoge constructie de Bruxelles, Brussel, 1993, pp. gemeenten in België 1795-1940, werd door architect Louis De Beauvoir 89-93; De Roose, F., op. cit., Gemeentekrediet van België, verbouwd tot een kantoor. Een twee - 2003, pp. 66-67. Brussel, 1986, pp. 145-171, in het bijzonder pp. 153-160 (Pro de watertoren bevindt zich eveneens 11. DUQUENNE, X., op. cit., 1993, p. 93. Civitate, Historische uitgaven, in het Ter Kamerenbos. Deze werd tien Reeks in-8°, 71); BOQUET, F., 12. FINCOEUR, M., SIL- jaar later opgetrokken in baksteen en in HOUSSIAU, J., SYMONS, T., VESTRE, M., WANSON, I., 1908 verhoogd. Hij hee een capaciteit Baden in Brussel. Van een bad Brussel en de overwelving van 800 m3. Voorts zijn er nog de water- nemen naar zwemmen als ont- van de Zenne, Koninklijke spanning, Musea van de stad torens aan de Werkhuizenkaai (afgebro- Bibliotheek van België, Brussel, Brussel, Brussel, 2005 (Historia ken), aan de Romeinse steenweg bij de 2000, p. 97. Bruxellae, 6). Heizel (afgebroken), aan Thurn & Taxis in Laken, aan brouwerij Leopold in de Leopoldwijk,…

-PB 003-NL-def.indd 4 12/08/12 23:25 DOSSIER HYDRAULISCHE BOUWKUNST 75

21. BILLEN, C., DECROLY, J.- 31. VAN LANGREN, M.-F., BIBLIOGRAFIE Hydraulic architecture. M., De kleinste kamertjes in de Invention et proposition que BRUNELLO P., ‘Résumé d’une grootstad. Openbaar sanitair in Michel Florencio Van Langren, histoire de la distribution Building along the waterside Brussel van de Middeleeuwen Cosmographe & Mathemati- d’eau à Bruxelles’, Technologia tot vandaag, Musea van de cien de sa Majesté a faict à Bruxellensis, jg. 2, nrs. 3-4, 1979, Thanks to its location in the geological stad Brussel, Brussel, 2003, p. Messieurs les Magistrats & pp. 3-10. 50 (Historia Bruxellae, 4). Superintendent du Canal de area of central , Brussels boasts DE ROOSE F., Het verhaal van 22. WAUTERS, A., ‘Michel- ceste Royalle Ville de Bruxel- a wide range of examples of water les : pour empescher & prevenir Brussel en zijn fonteinen, Lan- Florent Van Langren, cosmo- noo, Tielt, 2003. architecture. The terrain is one of rolling graphe et mathématicien du les dommages & interests dont roi d’Espagne’, Ciel et Terre, 12, la basse Ville est annuellement FINCOEUR M., SILVESTRE hills and countless natural springs. In 1892, pp. 297-304. fatiguée, par le debordement M., WANSON I., Brussel en de la Riviere de Senne, Brussel, de overwelving van de Zenne, and around the city, the River Zenne 23. FINCOEUR, M. et al., op. 1644. Koninklijke Bibliotheek van also contributes heavily to the hydraulic cit., p. 12. 32. De Leybeke is een oudere België, Brussel, 2000. landscape, branching into various 24. Over de aanleg van benaming voor een deel van de VAN CRAENENBROECK de Koninklijke wijk, zie Cleyne Sinne of kleine Zenne, (red.), Eenheid in verscheiden- directions and forming smaller tributaries vooral: D’HAINAUT-ZVENY die al in de middeleeuwen heid. Watertorens in België, and streams. The approach is typological, B., ‘L’édifi cation d’une allégorie voorkwam als een artifi ciële Gemeentekrediet van België, as dealing with water involves a myriad of politique néo-classique’, in: ontdubbeling van de walgracht Brussel, 1991. SMOLAR-MEYNART, A., ter versterking van de stad. Zie: architectural concepts and, occasionally, VANRIE, A. (red.), Le Quartier VIRÉ L., La distribution VANHAMME, M., op. cit., 1944, publique d’eau à Bruxelles heavily symbolic imagery. One noteworthy royal, CFC-Éditions, Brussel, p. 9 en BONENFANT, P., ‘Les 1998, pp. 155-187. 1830-1870, Gemeentekrediet, premiers rempart de Bruxel- Brussel, 1973 (Pro Civitate, process was a shift from uses that were 25. LEMOINE-ISABEAU, C., les, Annales de la Société Collection Histoire, série in-8°, purely economic in nature, such as water ‘La carte de Ferraris, les écoles d’Archéologie de Bruxelles, 40, nr. 33). militaires aux Pays-Bas et 1936, 18, p. 20. mills and wells, to those intended to l’École hydraulique à Bruxelles’, 33. Een mooie foto van deze beautify public spaces, as the fountains of Revue d’histoire militaire, 18, toren (fotograaf G. Montefi - the middle ages and, especially, the 16th 1969, 2, pp. 73-92. ori) is terug te vinden in: ASB 26. GALAND, M., l.c., 1994, (Archief van de Stad Brussel), and 17th centuries so nicely demonstrate. in het bijzonder pp. 143-145. FI, F 1326. The waterworks developed for the ducal 27. Over dit plan, zie: APERS, 34. VAN CRAENENBROECK, palace and gardens of Coudenberg were J., VANDENBREEDEN, W. (red.), op. cit., p. 77-78. J., VAN SANTVOORT, L., exceptionally original in their conception, ‘Chronologisch overzicht van employing a pumping installation in de belangrijkste stedebouw- kundige feiten in en rond Brus- combination with the thrust provided by a sel, 1780-1982’, in: Straten en water mill. From the 18th century on, water stenen: stadsgroei 1780-1980, Gemeentekrediet van België, was more and more an element associated Brussel, 1982, pp. 10-122, in het with problems and pollution in the urban bijzonder pp. 55. context, and waterways were often 28. WAUTERS, A., Documents concernant le canal de Bruxel- vaulted over or even fi lled in, especially les à Willebroek précédés in the 19th century. The vaulting over of d’une introduction contenant the Zenne meant the end of the river’s le résumé de l’histoire de ce canal, Ville de Bruxelles, Brus- palpable presence in the city centre. In sel, 1882. terms of sewers, the waterworks were also 29. DEMEY, T., op. cit., 1990, spectacular. Canals were another area of p. 123. 30. DEMEY, T., op. cit., 1990, attention, and as early as the beginning p. 126 e.v. of the 16th century, the city could boast an effi cient connection to the Schelde thanks to the Willebroek canal. This was extended to the economically important areas of Charleroi and Borinage at the beginning of the 19th century. At the same time, eff orts were made address water distribution in buildings and the use of water towers.

-PB 003-NL-def.indd 5 12/08/12 23:25 REDACTIECOMITÉ VORMGEVING FOTO OMSLAG Jean-Marc Basyn, Stéphane Demeter, supersimple.be Paleis 5, Brussels Expo Paula Dumont, Cecilia Paredes en Brigitte (Chr. Bastin & J. Evrard © MBHG) Vander Brugghen, met de medewerking van Anne-Sophie Walazyc voor het kabinet van de DRUK minister-president belast met Monumenten en Dereume Printing LIJST MET AFKORTINGEN Landschappen AAM – Archives d’Architecture Moderne VERANTWOORDELIJKE UITGEVER ARB – Académie royale de Belgique Philippe Piéreuse, Directie Monumenten en ASB – Archief van de Stad Brussel COÖRDINATIE PRODUCTIE KBR – Koninklijke Bibliotheek van België Koen de Visscher Landschappen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, CCN – Vooruitgangstraat 80, 1035 KIK– Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium Brussel KMGK – Koninklijke Musea voor Kunst REDACTIE De artikelen zijn gepubliceerd onder de verant- en Geschiedenis Dossier: Patrick Burniat, Bernard Espion, woordelijkheid van de auteurs. Alle rechten voor KMSKB – Koninklijke Musea voor Schone Odile De Bruyn, Rika Devos, Benoît Fondu, het reproduceren, vertalen of herwerken zijn Kunsten van België Pierre Halleux, Leen Lauriks, Géry Leloutre, voorbehouden. MBHG – Ministerie van het Brussels Hoofdste- Piet Lombaerde, Michel Provost, Véronique delijk Gewest – Documentatiecentrum van het Samuel-Gohin, Joris Snaet, Elisabeth Van Besien, Bestuur Ruimtelijke Ordening en Huisvesting Ine Wouters HERKOMST VAN DE FOTO’S MSB – Museum van de Stad Brussel De meeste iconografische documenten werden SPW – Service public de Wallonie Plus: David Attas, Paula Dumont, Michel Provost, ter beschikking gesteld door de auteurs en zijn ULB – Université libre de Bruxelles Brigitte Vander Brugghen afkomstig van verschillende verzamelingen (refe- rentie vermeld bij elke illustratie). ISSN VERTALING Mochten er ondanks onze inspanningen om 2034-578X Hilde Pauwels, Eric Tack, Gitracom alle reproductierechten te betalen toch nog gerechtigden zijn die niet gecontacteerd werden, dan worden zij verzocht zich kenbaar te maken bij WETTELIJK DEPOT NALEZING de Directie Monumenten en Landschappen van D/2012/6860/013 Mia Verstraete, Harry Lelièvre en de leden het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. van het redactiecomité Cette revue parait également en Français sous le titre Bruxelles Patrimoines.

-PB 003-NL-couv def.indd 2 12/08/12 16:54