PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47 bron Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47. Kemink & Zoon, Utrecht 1926 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bij005192601_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. V Verslag van het bestuur over het dienstjaar 1925. In de Octobervergadering van het jaar, waarover wij hieronder verslag over de werkzaamheden van het Bestuur van het Historisch Genootschap uitbrengen, deed de Onder-voorzitter, de heer De Savornin Lohman, mededeeling van zijn voornemen, met ingang van het jaar 1926 zijn plaats in ons midden te verlaten. Verrassen deed ons het bericht niet; reeds meermalen had in de laatste jaren de heer Lohman in dien geest met ons gesproken, doch steeds waren we er in geslaagd hem van gedachten te doen veranderen en we hadden de gelegenheid daarbij telkens gaarne aangegrepen, met hem van meening te verschillen over de door hem opgeworpen vraag, of hij, wiens veld van studie hem slechts zijdelings met de geschiedenis des vaderlands in aanraking bracht, wel terecht een plaats in het Bestuur diende in te nemen. Wij nemen de vrijheid dit verschil van meening ook thans nog te handhaven, maar meenden ons ditmaal bij het besluit van ons medebestuurslid te moeten neerleggen, daar hij bij dit zijn vroeger reeds naar voren gebracht motief om heen te gaan nu ook het nieuwe voegde, dat de tijd hem ging ontbreken om geregeld de vergaderingen van het Bestuur bij te wonen. Hoezeer dan ook met leedwezen, hebben wij thans zijn ontslag aanvaard. De heer Lohman is uit ons midden heengegaan na tien jaren het lidmaatschap van het Bestuur te hebben bekleed: tot het einde van 1921 heeft hij als opvolger van Dr. N.J. Singels op voortreffelijke wijze de penningen van het Genootschap beheerd, sedert het begin van 1922 vervulde hij het onder-voorzitterschap. Maar gedurende het geheele tijdperk van zijn lidmaatschap van het Bestuur heeft hij ook buiten zijn ambtelijke functies ons aan zich verplicht Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47 VI door herhaalde deskundige adviezen en niet het minst ook door zijn steeds opgewekt en geestig woord. Wij danken hem dan ook gaarne nog eens op deze plaats voor de vele en goede diensten, die hij aan het Genootschap heeft bewezen en voor de vriendschap, die wij van hem mochten ondervinden. De vervulling van de door zijn ontslagneming in het Bestuur opengekomen plaats heeft bij het uitbrengen van dit verslag nog geen punt van bespreking in onze vergaderingen uitgemaakt. Het Bestuur in pleno vergaderde in het verslagjaar wederom tweemaal: op den 2den Mei en den 31sten October. Over de toen gevoerde beraadslagingen en genomen besluiten zullen wij hieronder nog het een en ander mede te deelen hebben. Tot zoover over het Bestuur. Van de lijst der eereleden - zoo betitelen wij toch sinds de laatste wetsherziening hen, die wij vroeger honorairen plachten te noemen - moesten wij in 1925 drie namen afvoeren, doch in dit jaar overleed alleen de bekende Freiburger hoogleeraar Felix Rachfahl, die zijn hoofdwerk Wilhelm von Oranien und der Niederländische Aufstand onvoltooid achterlaat; reeds in 1924 was een andere verdienstelijke Duitsche kenner der geschiedenis van den aanvang van onzen opstand, Prof. Moritz Ritter te Bonn, uit het leven gescheiden en nog eerder de Belgische historicus-diplomaat E. baron de Borchgrave, wiens naam langer dan een halve eeuw op deze lijst had geprijkt. Het bericht van hen beider verscheiden had ons eerst in het verslagjaar bereikt. Dat het getal der eereleden, het vorige jaar 26, niet lager dan tot 25 daalde, vindt zijn oorzaak in de omstandigheid, dat wij in het afgeloopen jaar het eerelidmaatschap van het Genootschap hebben aangeboden aan den Erasmus-kenner Dr. S.P. Allen te Oxford en aan Dr. O. Braunsberger te Exaeten, den biograaf van den voor kort gecanoniseerden Nederlander Petrus Canisius. Gelukkig daarentegen vertoont de lijst der gewone leden een verblijdenden groei. Wel zal men op de nieuwe ledenlijst, Bijlage A hierachter, tengevolge van overlijden, bedanken en helaas! ook van schrapping, 31 namen niet weer aantreffen, die op de vorige nog voorkwamen, maar Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47 VII door bijzondere omstandigheden in den loop van het jaar en verder bij de gewone jaarlijksche benoeming van nieuwe leden in de maand December aanvaardden een zoo groot getal belangstellenden het hun aangeboden lidmaatschap, dat op 1 Januari 1926 de lijst der gewone leden 629 namen telde, ruim 20 meer dan een jaar tevoren. In verband met wat wij hierna nog over den staat der geldmiddelen van het Genootschap te zeggen zullen hebben, spreken wij de hoop uit, dat de ook weer dit jaar vastgestelde aanwas van het ledental zal blijven aanhouden; achteruitgang zou voor het Genootschap, dat in hoofdzaak bestaan moet van de jaarlijksche bijdragen der leden, noodlottig kunnen worden. Van het ruilverkeer met binnen- en buitenlandsche genootschappen, archieven, redactiën enz. valt ditmaal heel weinig te vertellen. De lijst, die van het ruilverkeer van het Genootschap een beeld geeft (Bijlage B bij dit verslag), wijst zelfs een geringe vermindering hiervan aan, daar wij de redactie van een nog jeugdig Weensch tijdschrift, de Historische Blätter, dat den strijd tegen de ongunst der tijdsomstandigheden reeds spoedig had moeten opgeven, van die lijst moesten afvoeren; met de uitgevers van Nordelbingen, Beiträge zur Heimatforschung in Schleswig-Holstein, Hamburg und Lübeck staan wij op het oogenblik nog over ruilverkeer in onderhandeling. De correspondentie met onze ruilgenootschappen bleef ook binnen uiterst beperkte grenzen en bepaalde zich tot wat aanvragen over en weer om aanvulling van beiderzijdsche uitgaven. Der Directie van de Stadt- und Universitäts-Bibliothek te Keulen, die zich ter verwerving van de uitgaven van het Genootschap voor het lidmaatschap hiervan had aangemeld, moesten wij, als steeds vroeger in dergelijke gevallen, berichten, dat wij geen bibliotheken als lid kunnen aanvaarden. Daar het ons evenwel billijk scheen aan deze instelling tegemoet te komen, die bovendien niet op de lijst dier Duitsche Universiteitsbibliotheken voorkwam, aan wie wij reeds overeenkomstig een besluit van een paar jaren geleden voor een beperkten tijd onze uitgaven om niet plegen toe te zenden, boden wij het lidmaatschap den Bibliothecaris Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47 VIII aan, die dan tegen de door hem betaalde contributie de onder zijn beheer staande boekerij in het bezit dier publicaties kan stellen. Denzelfden maatregel pasten wij eenigen tijd later toe ten aanzien van den Directeur van de Universiteits-bibliotheek te Bonn, die tot nu toe de aan ons eerelid Prof. Ritter toekomende exemplaren der genootschappelijke publicaties van dezen voor zijn boekerij had ontvangen en nu na diens overlijden vroeg, op welke wijze deze voor de toekomst hare serieën daarvan volledig kon houden. Een briefwisseling van overeenkomstigen aard voerden wij in het verslagjaar met de Directie van de National-Bibliothek in Weenen, die tot nu toe de ruilexemplaren van de bovengenoemde Historische Blätter had ontvangen en, na het opheffen dier periodiek, voorstelde, dat het Genootschap zou voortgaan met het toezenden zijner uitgaven, waartegenover de National-Bibliothek aanbood, dat het Genootschap een keuze zou mogen doen uit de in het bezit dier instelling zijnde doubletten. Veel van onze gading scheen er niet onder die dubbelen te schuilen, doch wij deden een voorstel, zonder dat op het oogenblik nog een overeenkomst is tot stand gekomen. De hoop, die wij in ons vorige jaarverslag uitspraken, dat wij nu iets naders zouden te berichten hebben over ons voornemen, om aan de Openbare Boekerij en Leeszaal te Willemstad op Curaçao, behalve een aanvulling der serie van de reeds in haar bezit zijnde Bijdragen en Mededeelingen, een keuze uit de Werken aan te bieden, is inderdaad verwezenlijkt. De door het overlijden van een vroegeren correspondent afgebroken briefwisseling werd door diens opvolger weer opgevat. Men deed te Willemstad een keuze uit de lijst der Werken en thans is de Gouvernements-boekerij aldaar reeds in het bezit van het gewenschte. Hoewel wij gaarne, zonder onze eigen belangen te schaden, aan de uitgaven van het Genootschap een zoo groot mogelijke verspreiding plegen te verzekeren, konden wij toch geen aanleiding vinden, om in te gaan op het voorstel van de Vereeniging Nederland in den Vreemde, om die uitgaven zonder meer ten geschenke aan te bieden aan de kortelings geopende Universiteit te Jerusalem. Bijdragen en Mededeelingen van het Historisch Genootschap. Deel 47 IX Ook ten aanzien van den staat der boekerij en der handschriften hebben wij ditmaal niet veel mede te deelen. Van de aanwinsten aan gedrukten geeft Bijlage E hierachter het gebruikelijk overzicht; met het oog echter op de gewenschte bezuiniging op de drukkosten geven wij die lijst, voorzoover zij geschonken werken betreft, in zoo beknopt mogelijken vorm, terwijl de opsomming der door ruiling verkregen deelen voortaan slechts ééns in de drie jaren zal gepubliceerd worden, dus voor het eerst wêer in het jaar 1928. De verzameling handschriften werd wederom eenige malen door het lid van het Genootschap, den heer F. Vogels te 's-Gravenhage, met afschriften van archivalia, betrekking hebbende op de verrassing van Loevestein door Herman de Ruyter, verrijkt. Het bindwerk aan de reeds in het bezit van het Genootschap zijnde boekwerken voor rekening van de Universiteitsbibliotheek,
Recommended publications
  • Programa De Doctorado En Arquitectura
    Programa de Doctorado en Arquitectura LA ARQUITECTURA DE LAS CONSTRUCCIONES MILITARES HISTÓRICAS DE SANTIAGO DE CUBA: RECUPERACIÓN, RESTAURACIÓN Y GESTIÓN PATRIMONIAL Tesis Doctoral presentada por ELSY YAMINA ZALDÍVAR MORALES Directora: DRA. PILAR CHÍAS NAVARRO Alcalá de Henares, Diciembre de 2015 AGRADECIMIENTOS AGRADECIMIENTOS Conocer cómo proteger el patrimonio ha sido uno de los anhelos de mi vida profesional, cada día de investigación ha sido un reto y una meta, pero alcanzarla no sería posible sin la ayuda de las instituciones y amigos que día a día me han impulsado a seguir en el camino. A la Universidad de Alcalá representada por sus profesores de Restauración y Rehabilitación del patrimonio, por haberme abierto el camino de la investigación histórica para la restauración. A la Dra. Pilar Chías Navarro, mi Directora de tesis, por su guía acertada y por incentivarme a continuar cada día con el trabajo patrimonial. A mi familia y a Rebeca, sin cuyo apoyo desde Cuba esta obra sería solo un intento y a Carlos, cuya perseverancia ha hecho de ésta, también su obra. A mis amigos todos, por estar. Muchas Gracias I RESUMEN RESUMEN La irrupción del imperio español en América a finales del siglo XV, propició el inicio de un proceso de expansión que trajo consigo el desarrollo de un vasto sistema defensivo en los nuevos territorios. La ubicación geográfica y estratégica de Cuba en el Caribe, le otorgó el privilegio de ser uno de los centros comerciales de la región a partir del XVI, generando la concentración de un fuerte dispositivo militar, que cesó en el siglo XIX cuando con la guerra Hispano-Cubano-Americana se cerró el capítulo del imperio español en América.
    [Show full text]
  • The Socio-Cultural Impact of Maritime Piracy and Illicit Smuggling in San Francisco De Campeche 1630 - 1705
    BearWorks MSU Graduate Theses Summer 2019 Fear and Trepidation: The Socio-Cultural Impact of Maritime Piracy and Illicit Smuggling in San Francisco De Campeche 1630 - 1705 Victor Alfonso Medina Lugo Missouri State University, [email protected] As with any intellectual project, the content and views expressed in this thesis may be considered objectionable by some readers. However, this student-scholar’s work has been judged to have academic value by the student’s thesis committee members trained in the discipline. The content and views expressed in this thesis are those of the student-scholar and are not endorsed by Missouri State University, its Graduate College, or its employees. Follow this and additional works at: https://bearworks.missouristate.edu/theses Part of the Latin American History Commons Recommended Citation Medina Lugo, Victor Alfonso, "Fear and Trepidation: The Socio-Cultural Impact of Maritime Piracy and Illicit Smuggling in San Francisco De Campeche 1630 - 1705" (2019). MSU Graduate Theses. 3431. https://bearworks.missouristate.edu/theses/3431 This article or document was made available through BearWorks, the institutional repository of Missouri State University. The work contained in it may be protected by copyright and require permission of the copyright holder for reuse or redistribution. For more information, please contact [email protected]. FEAR AND TREPIDATION: THE SOCIO-CULTURAL IMPACT OF MARITIME PIRACY AND ILLICIT SMUGGLING IN SAN FRANCISCO DE CAMPECHE 1630 - 1705 A Master’s
    [Show full text]
  • The Dutch Atlantic and American Life: Beginnings of America in Colonial New Netherland
    City University of New York (CUNY) CUNY Academic Works Theses Lehman College 2021 The Dutch Atlantic and American Life: Beginnings of America in Colonial New Netherland Roy J. Geraci Lehman College City University of New York, [email protected] How does access to this work benefit ou?y Let us know! More information about this work at: https://academicworks.cuny.edu/le_etds/12 Discover additional works at: https://academicworks.cuny.edu This work is made publicly available by the City University of New York (CUNY). Contact: [email protected] THE DUTCH ATLANTIC AND AMERICAN LIFE: BEGINNINGS OF AMERICA IN COLONIAL NEW NETHERLAND by ROY J. GERACI A master’s thesis submitteD to the GraDuate Faculty in history in partial fulfillment of the requirements for the Degree of Master of Arts, The City University of New York at Lehman College 2021 ©2021 ROY J. GERACI All Rights ReserveD 2 CUNY Lehman College The Dutch Atlantic and American Life: Beginnings of America in Colonial New Netherland by Roy J. Geraci Abstract Advisor: AnDrew Robertson SeconD ReaDer: Robert Valentine The Dutch colony of New NetherlanD was one of the earliest attempts at a non- inDigenous life on the east coast of North America. That colony, along with the United Provinces of the NetherlanDs anD Dutch Atlantic as a whole, playeD crucial roles in the Development of what woulD become the UniteD States. This thesis project examines the significance New NetherlanD helD in American history as well as explores topics which allow for new anD inclusive narratives of that history to reach further exploration.
    [Show full text]
  • Het Leven En De Daden Van Nederlands Meest Beroemde Zeehelden En Vlootvoogden, Eenvoudig En Naauw , Keurig Verhaald
    v - - vº-, 127 - - /32 HET LEVEN EN DE DADEN f V A N - - t NEDERLANDS MEEST BEROEMDE zEE HELDEN EN v Loot voo G DEN. e U IT GE GE V EN DO OR DE M A A T S C H A P P IJ : TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN. ººk A e gr T n3-- ſ ei *: Te A MST ER DAM, bij - # # ge DE ERVEN HENDRIK VAN MUNSTER EN zoon ººr EN - JOHANNES VAN DER HEY EN ZOON. 18 41, V 0 0 R B ER I G T. Het leven en de daden van Nederlands beroemde Zeehelden, die met zoo veel regt dien naam ver wierven, vullen zonder twijfel de ſchoonſte bladzij den in onze Vaderlandſche Geſchiedenis. De her innering daarvan ſtaat niet alleen met de liefde voor het Vaderland in naauwe betrekking, maar is tevens, welligt meer dan eenig ander middel, ge ſchikt, om het hart tot dien edelen naijver te ont vonken, welke de navolging van het gegeven voorbeeld uitlokt. Met deze overtuiging ſchreef de Maatſchappij reeds in het Jaar 1833, en daarna bij herhaling, de Prijsvraag uit, waarvan eindelijk het onderha vige Werkje het bekroonde Antwoord werd. Na meer dan ééne mislukte poging, mogt het in 1839 aan den Heer GERRIT RINSE vooRMEULEN vAN BOEKEREN, een jongeling nog, te beurt vallen, * 2 zich, PV - ameman zich, door de vereischte meerderheid der Beoor deelaars, den Gouden Eereprijs te zien toewijzen. Hebben eerbied en erkentelijkheid voor de roemvolle verrigtingen der groote Voorvaderen des Schrijvers pen beſtuurd, toen hij naar den uitgeloofden Eer palm dong, de Maatſchappij vleit zich, dat het aan zijnen arbeid gelukken zal, eene gelijke ge waarwording, inzonderheid bij zijne jeugdige land genooten, op te wekken, en duurzaam levendig te houden.
    [Show full text]
  • Bulle Atoll Research Bul3;Etin
    BULLE ATOLL RESEARCH BUL3;ETIN No. 87 Three Caribbean atolls: kneffe Islands, Lighthouse Reef, and Glover's Reef, British iionduras by D. R. Stoddart Issued by THE PACIFIC SCBATE BOARD National Academy of Sciences--National Research Council Washington, D.C . June 30, 1362 Preliminary Results of Field-work carried out during TIB Cf@BRICGE EXPEDITION TO BRITISH HONDURAS 1959-60 December 1959 to July 1960 and THE BRITISH HOPTDURAS CORAL REEFS Aim ISLANDS EXPEDITION 1961 bay 1961 to ~uly1961 (Sponsored by Coastal Studies Institute, Louisiana State University, and Office of Naval Reseasch, Washington) It is a pleasure to commend the far-si&ted policy of the Office of Naval Research, with its emphasis on basic research, as a result of r,rllich a (paat has made possible the continuation of the Coral A-Loll Program of the Pacific Science Board. It is of interes",~ note, historically, tha.t much of the funda- mental information on atolls of the Pacific rias gathered by the U. S. Navy's South Pacific krploring Expedition, over one hundred years ago, under the command of Captain Charles Willres. The continuing nature of such scientific interest by the Navy is sho~rnby the support for the Pacific Science B~ard'sresea.rch program during tl1e past fourteen years. The preparation and issuance of the Atoll Research Bulleti~lis assisted by fun& from Contract N70nr-2300(12). me sole responsibility for all statements made by authors of papers in the Atoll Research Bulletin rests vith them, and they do not necessarily represent the views of the Pacific Science hard or of the editors of the Bulle-tin.
    [Show full text]
  • ›Im Anfang War Das Fort‹ Europäische Fortifizierungspolitik in Guinea Und Westindien 1415 – 1815 Expansion – Fortifikation – Kolonisation
    D I S S E R T A T I O N Titel der Dissertation ›Im Anfang war das Fort‹ Europäische Fortifizierungspolitik in Guinea und Westindien 1415 – 1815 Expansion – Fortifikation – Kolonisation Verfasser Mag. Christoph Rella angestrebter akademischer Grad Doktor der Philosophie (Dr. phil.) Wien, im März 2008 Studienkennzahl lt. Studienblatt: A092/312 Studienrichtung lt. Studienblatt: Geschichte Betreuer: Univ.-Prof. Dr. Alfred Kohler 2 Für Katrin 3 Inhalt Vorwort ……………………………………………………………………………………………........ 6 I. Einleitung …………………………………………………………………………………………........ 9 II. Der Atlantik und die vorkolumbianische Epoche …………………………………….…..…… 22 1. ›Im Westen ist alles ergiebiger‹: Antike Vorläufer maritimer Stützpunktpolitik …………………………………………………………… 22 2. Anmerkungen zur atlantisch-europäischen Rezeptionsgeschichte: Die maritime Westexpansion bis 1291 …………………………………………………………………... 36 3. Die europäische Atlantikexpansion bis 1415: Erste fortifizierte Stützpunkte und die ›indische Perspektive‹ …………………………………………… 52 III. ›Usque ad indios‹ – Bis nach Indien! …………………………………………………..………… 71 1. ›El Mina del Ouro‹ und Portugiesisch-Guinea ……………………………………………………...… 71 1.1 Der Seeweg nach Indien: Die Suche beginnt in Afrika ……………………………………………… 71 1.2 Von Ceuta nach Elmina: Die Guineaküste wird portugiesisch ……………………………………… 81 1.3 ›Flag follows Fort follows Trade‹: Portugiesische Afrikapolitik revisited ………………………..… 94 1.4 ›Auf der Suche nach Christen und Spezereien‹: Die Portugiesen in Asien ………………...……….. 101 2. ›La Navidad‹ und die Spanische Karibik ……………………………………………………….……..
    [Show full text]
  • Download Scans
    MR W. J. VAN BALEN NEDERLAND S VOORHOEDE NEDERLANDS VOORHOEDE m ■ lilt inky! itiliii,111( WAR,\*-k, It \IOribe\•41.741111- -;'7, //, Nederland begint to varen. MR. W. J. VAN BALEN NEDERLANDS VOORHOEDE TWEEDE DRUK AMSTERDAM MCMXLVI N.V. AMSTERDAMSCHE BOEK- EN COURANTMAATSCHAPPIJ Op verzoek van den uitgever in de nieuwe spelling. VOORWOORD De kranige verrichtingen onzer voorouders, die tijdens de strijd om hun bestaansvrijheid ook nog de energie vonden om met hun kleine en wankele brokje vaderland als uitgangspunt een overzees wereldrijk op te bouwen — die grootse daden zijn waarlijk reeds zeer dikwijls, en dan gewoonlijk door, de besten onzer pennen be- schreven. Waarom nu nog eens datzelfde onderwerp behandelen? Deze vraag heeft schrijver dezes zich gesteld toen de uitgever hem kwam zeggen, over dit gegeven gaarne een boek van zijn hand aan een uitgebreid publiek te willen voorzetten. Na enig nadenken kon het antwoord als volgt luiden: omdat die stof zo onuitputtelijk is, en zich vatbaar toont om onder zovele gezichtshoeken te worden be- keken, dat het stellig geen kwaad kan indien of en toe verschillende schrijvers van uiteenlopende scholing en visie elk op eigen manier hun talenten eens beproeven op het ontwerpen van een schets ten behoeve hunner eigen tijdgenoten. Vooral in de tegenwoordige tijden, nu de saamhorigheid van een yolk in al zijn onderdelen een geestelijk goed van onschatbare waarde blijkt te zijn, kan een samenvattend ctoch niet te wijdlopig overzicht van al de inspanning die voor het verkrijgen van ons nati- onale bezit nodig is geweest, aan menigen lezer wellicht tot voor- lichting en morele steun zijn.
    [Show full text]
  • Download File
    Creating an Orderly Society: The Regulation of Marriage and Sex in the Dutch Atlantic World, 1621-1674 Deborah Hamer Submitted in partial fulfillment of the Requirements for the degree of Doctor of Philosophy in the Graduate School of Arts and Sciences COLUMBIA UNIVERSITY 2014 © 2014 Deborah Hamer All rights reserved ABSTRACT Creating an Orderly Society: The Regulation of Marriage and Sex in the Dutch Atlantic World, 1621-1674 Deborah Hamer Historians have long connected the emergence of the early modern state with increased efforts to discipline populations. Allying with religious authorities to monitor private lives, states sought to limit sexual activity to marriage and to support patriarchal authority in order to create orderly societies and obedient subjects. Governments legitimated their increased intrusions into people’s lives by arguing that it was their responsibility to bring about moral reformation in their subjects, but their new interest was also rooted in achieving more direct control over individuals for the purposes of preventing crime and disorder, rationalizing tax collection, eliminating legal pluralities, and inculcating military discipline. This dissertation argues that the same motives that informed the policies of emerging states in this period lay at the heart of the Dutch West India Company’s marriage regulation during its brief existence from 1621 to 1674. Company representatives sought to institute and enforce strict marriage discipline upon their colonists, soldiers, sailors, conquered subjects, and indigenous allies in order to transform them into proper subjects and to extend Company governance over vast, new territories. Like the centralizing states of the early modern period that justified their increased power by arguing that they were reforming their subjects, the West India Company responded to potential critics of their state-like power and their sovereign authority with the same rationale.
    [Show full text]
  • University of Kwazulu-Natal - Durban
    UNIVERSITY OF KWAZULU-NATAL - DURBAN. REPRESENTASIES VAN NEDERLANDSE KONTAKTE MET KUSBEWONERS VAN AFRIKA, 1475 - 1652. NICO CARL LAMPRECHT. i REPRESENTASIES VAN NEDERLANDSE KONTAKTE MET KUSBEWONERS VAN AFRIKA, 1475- 1652. deur NICO CARL LAMPRECHT Voorgelê ter vervulling van die vereistes vir die graad Philosophiae Doctor in die Departement Afrikaans en Nederlands Universiteit van KwaZulu-Natal, Durban. Desember 2009 Studieleier: Prof. S. P. Olivier ii Abstract: Representations of Dutch contacts with coastal inhabitants of Africa, 1475-1652 Prior to 1996, South African Dutch studies had largely been determined by traditional rigid historical and geographic boundaries set in 1933. The framework exclusively focused on the period after the arrival of Van Riebeeck in 1652 to 1925 (when Afrikaans replaced Dutch as an official language) and on topics regarded as typically South African. Siegfried Huigen in De Weg naar Monomotapa (1996) not only questioned these limitations but introduced a revised time frame including the period “about 1596 to 1652”. The revised framework has provided an opportunity to study texts prior to 1652 including both the earliest recorded Dutch contacts with the coastal inhabitants of Africa as well as the significant 1595 record of the initial Dutch cross-cultural encounters on the coast of Southern Africa. Where the role of the Dutch East India Company after 1602 had previously been considered foremost, the maritime forces of the Dutch States General and independent Dutch traders before 1602 and the activities of the Dutch West Indies Company after 1621 on the entire African coast had attracted little attention. Contact between the Dutch and coastal inhabitants of Africa and the textual representations of such contacts had contributed to a more extensive Dutch frame of reference than had previously been presumed.
    [Show full text]
  • Gerrit Zier Blok
    18 Aug 2021 Pagina 1 1. Gerrit Zier Blok , geboren 19 september 1907 te Scheveningen ('s-Gravenhage), overleden 26 april 2003 te Scheveningen ('s-Gravenhage), begraven 1 mei 2003 te 's-Gravenhage, op de Algemene Begraafplaats Kerkhoflaan. Hij trouwde Dieuwertje Harteveld , burgerlijk huwelijk 23 december 1931 te 's-Gravenhage, kerkelijk huwelijk 23 december 1931 te Scheveningen ('s-Gravenhage), geboren 16 januari 1910 te Scheveningen ('s-Gravenhage) (dochter van Simon Harteveld [1880 - 1965] en Jannetje van den Berg [1880 - 1962]), overleden 1 februari 2004 te Scheveningen ('s-Gravenhage), begraven 5 februari 2004 te 's-Gravenhage, op de Algemene Begraafplaats Kerkhoflaan, aantal kinderen in dit gezin : vijf. Ouders 2. Arie Blok , geboren 11 september 1877 te Scheveningen ('s-Gravenhage), beroep visventer, zeevisser, overleden 19 augustus 1938 te Scheveningen ('s-Gravenhage). Hij trouwde Geertruida de Zwart , getrouwd 30 december 1903 te 's-Gravenhage. Kinderen uit dit huwelijk: i Hesje Blok , geboren 16 oktober 1904 te 's-Gravenhage, overleden 8 februari 1996 te 's-Gravenhage. Zij trouwde Jacobus Wilhelmus van den Oever , getrouwd 20 juni 1928 te 's-Gravenhage, geboren 27 december 1904 te 's-Gravenhage (zoon van Rein van den Oever [1865 - 1954] en Huibertje van der Toorn [1861 - 1961]), beroep matroos ter koopvaardij, overleden 12 oktober 1998 te 's-Gravenhage. ii Nn Blok , geboren 20 november 1905, overleden 20 november 1905 te 's-Gravenhage. Levenloos aangegeven dochter. iii Philippus Blok , geboren 29 september 1906 te 's-Gravenhage, overleden 19 november 1987 te Scheveningen ('s-Gravenhage). Hij trouwde Pieternella Dijkhuizen , getrouwd 28 januari 1931 te Scheveningen ('s-Gravenhage), geboren 6 december 1908 te Scheveningen ('s-Gravenhage) (dochter van Albertus Dijkhuizen [1883 - 1972] en Catharina Adriana Pronk [1883 - 1960]), overleden 27 januari 1981 te Scheveningen ('s-Gravenhage).
    [Show full text]
  • La Relación Entre Las Crisis Economicas Y Las Guerras Tomo Vi
    130 SUSANA NOEMI TOMASI HISTORIA ECONÓMICA MUNDIAL LA RELACIÓN ENTRE LAS CRISIS ECONOMICAS Y LAS GUERRAS TOMO VI: CAPÍTULO II: EN LA EDAD MODERNA SEGUNDO CUARTO DEL SIGLO XVII 1 2 Editorial Magatem Ciudad Autónoma de Buenos Aires, Argentina Diciembre de 2020 Dibujo de tapa: en tinta china y plumín, acuarela y microfibras, sobre papel: denominado: “Buscando” realizado por Karina Valeria Woloj mail: [email protected] Editorial Magatem Acassuso 5808 (1440) Ciudad Autónoma de Buenos Aires Argentina TE: 011- 46822431 Mail: [email protected] 3 INTRODUCCIÓN Abordo el análisis de la Relación entre las Crisis Económicas y las Guerras, en este capítulo, el Segundo Cuarto del Siglo XVII. Como acontecimientos importantes en este segundo cuarto del siglo XVII y debido a los pésimos reinados existentes en Europa, a la intransigencia política, el exacerbación religiosa y otras causas, se produjeron constantes guerras, en distintos lugares del mundo, que demolieron el comercio, redujeron el número de barcos y devastaron la hacienda nacional, lo que llevó a la quiebra del Imperio español en 1627 (la quinta en 70 años). Al expulsar los reyes católicos a musulmanes y judíos de España, que eran los que impulsaban el comercio, teniendo una cultura empresarial sólida, acabaron con el impulso de la economía española y ésta colapso. Es que los judíos trasladaron sus riquezas y conocimientos a Holanda, creando el sistema bancario de los Países Bajos, sólido, que además se encontraba en guerra de separación, con España. A pesar de que España había saqueado las riquezas y el oro y la plata de las colonias de América, el oscurantismo, el machismo, y el manejo deficiente de la economía por parte de los reyes de turno, llevó a la inflación en el Imperio Español, acabaron con el default de la deuda y la imposibilidad de seguir financiando las innumerables guerras que llevaban a cabo en todo el mundo.
    [Show full text]
  • Sobre Las Olas De Un Mar Plateado
    SOBRE LAS OLAS DE UN MAR PLATEADO LA POLÍTICA DEFENSIVA ESPAÑOLA Y EL FINANCIAMIENTO MILITAR NOVOHISPANO EN LA REGIÓN DEL GRAN CARIBE, 1598-1700 CENTRO PENINSULAR EN HUMANIDADES Y CIENCIAS SOCIALES RAfAl Reichert Sobre lAs olAs de un mAr plAteAdo La política defensiva espAñola y el fnanciamiento militar novohispano en la región del GrAn CAribe, 1598-1700 UNIVERSIDAD NACIONAL AUTÓNOMA DE MÉXICO MéridA, 2013 Primera edición: 2013 Fecha de término de edición: 12 de septiembre de 2013 D. R. © 2013, Universidad nacional aUtónoma de méxico CiudAd UniversitAriA. Del. CoyoAcán, C. P. 04510, México, D. F. centro PeninsUlar en HUmanidades y ciencias sociales Ex SAnAtorio Rendón Peniche CAlle 43 s. n., col. IndustriAl MéridA, YucAtán. C. P. 97150 Tels. 01 (999) 9 22 84 46 al 48 FAx: ext. 109 http://www.cephcis.unAm.mx Prohibida la reproducción pArciAl o totAl por cuAlquier medio sin la autorización del titulAr de los derechos pAtrimoniAles ISBN 978-607-02-4756-9 Impreso y hecho en México / Printed in Mexico ÍNDICE introdUcción 7 1 el Gran caribe, la frontera imPerial de la nUeva esPaña dUrante el imPerio de los HabsbUrGo 19 1.1. El virreinAto novohispAno durAnte el tiempo de los AustriAs y “lAs llAves del Nuevo Mundo” . 19 1.2. Fortifcaciones, fotas, situados y presidios. La política defensivA espAñolA en lAs IndiAs durAnte los siglos xvi y xvii . 32 2 caracterización de los Presidios Grancaribeños y los Gastos Para sUs fortificaciones 47 2.1. FloridA . 49 2.1.1. SAn Agustín de FloridA . 50 2.1.2. SAn MArcos de ApAlAche y PensAcolA .
    [Show full text]