Verzameld Werk. Deel 1

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Verzameld Werk. Deel 1 Verzameld werk. Deel 1 August Vermeylen onder redactie van Herman Teirlinck en anderen bron August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 (red. Herman Teirlinck en anderen). Uitgeversmaatschappij A. Manteau, Brussel 1952 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/verm036verz01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / erven August Vermeylen t.o. 2 Foto Cami Stone Aug. Vermeylen in 1936. August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 5 Beknopte levensschets van Aug. Vermeylen door Prof. Dr F. de Backer en Prof. Dr P. de Smaele August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 7 August Vermeylen werd geboren te Brussel op 12 Mei 1872 als de benjamin van zes kinderen, waaronder twee uit het eerste huwelijk van zijn vader, die naderhand hertrouwde met de zuster van zijn overleden echtgenote. Hij zag het levenslicht in de in het hartje van de stad gelegen volksbuurt O.L.V. ter Sneeuw; hij was twee jaar oud toen deze gesloopt werd en het gezin verhuisde naar de Orsendaalstraat, om weldra een nieuw opgericht huis te betrekken in de thans verdwenen Pachécostraat, tussen de Kruidtuinlaan en de Sinter Goedelekerk. Zijn ouders waren beiden van Vlaamse afkomst en behoorden tot de kleine burgerij. Door zijn ondernemingsgeest en zijn ijver had vader Vermeylen zich van smid opgewerkt tot aannemer en geleidelijk een zekeren materiëlen welstand verworven. Hoewel praktizerend katholiek, was hij, op politiek gebied, aanhanger van een gematigd liberalisme. Maar met gedachtenstromingen liet de geheel in zijn vak opgaande man zich weinig in en - in overeenstemming met de meest soliede tradities van den burgerstand in België - wijdde hij meer zorg aan de samenstelling van zijn wijnkelder dan aan zijn boekenkast. Moeder Vermeylen was een eenvoudige en zeer godvruchtige vrouw; haar geestelijk August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 8 voedsel vond ze vooral in haar kerkboek en enkel gedurende de lange winteravonden verdiepte ze zich in den ‘Almanak van Snoeck’ of in de verhalen van Conscience. In dat Vlaams gezin was de omgangstaal het sappige Brussels dialect, maar ... 's Zondags converseerde de vader met zijn kinderen in het Frans! Vermeylen's eerste school was de kindertuin van de ‘Soeurs de Notre-Dame’ in den Cantersteen. Op elfjarigen leeftijd werd de knaap naar de Middelbare School in de Impasse du Parc gestuurd. Daar deed hij zijn Eerste Communie, maar reeds vanaf omstreeks zijn vijftiende levensjaar - terwijl zijn vrome moeder nog in den waan verkeerde dat hij zich nauwgezet van zijn godsdienstplichten kweet - maakte hij zich geleidelijk los van het Christelijk dogma, overigens zonder enige gewetenscrisis, zoals hij later zelf zou getuigen. Intussen was hij in 1885 leerling geworden aan het Brussels Athenaeum, dat hij afliep tot in 1890. Te Brussel speelde in die jaren heel het geestelijke en artistieke leven zich af in het Frans en Frans was de voertaal in het onderwijs van laag tot hoog. De vraag rijst dan ook hoe de jonge Vermeylen, die bij zijn aankomst op het Athenaeum niet eens beschaafd Nederlands kende en al vroeg een geestdriftig bewonderaar werd van de Franse letterkunde, terwijl het bestaan van iets als een Nederlandse literatuur hem volkomen vreemd was, reeds als schoolknaap in het Vlaamsgezinde kamp terecht kwam - getuige daarvan zijn lidmaatschap van den Vlaamsen leerlingenkring ‘Help u zelf’. Deze voor hem beslissende oriëntering vindt haar verklaring allereerst in den diepgaanden - zij August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 *1 Groepfoto van de kinderen Vermeylen, ter gelegenheid van de zilveren bruiloft van hun ouders (1 September 1881). Zittend van links naar rechts: Martine, August, Thérèse (halfzuster). Staand van links naar rechts: Jean, François (halfbroer), Jozef. August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 *2 foto genomen te Gent, 1881 foto E. Guerinck, Brussel, 1875 foto L. Devolder, Brussel, 1895 foto A. Louvois, Brussel, ter gelegenheid van de eerste communie van Vermeylen, 1883 Vier jeugdportretten. August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 *3 foto F. Albert, Brussel, 1907 einde van de oorlog 1918 foto Alban, rond de jaren dertig foto genomen na 1940 Latere portretten August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 *4 Vermeylen met zoon en dochter, 31 Juli 1921 Vermeylen met zijn vrouw, zoon en schoondochter, De Panne, 19 April 1927 Vermeylen in de duinen, De Panne, 12 April 1931. Vermeylen in zijn familiekring August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 9 het onbewusten - invloed van zijn Fransonkundige moeder.* Daarbij kwam het voorbeeld van een twee jaar ouderen makker, den toekomstigen economist Lodewijk de Raet, die al vroeg zijn bewondering had weten te wekken voor de frisse minnepoëzie van Pol de Mont. En eindelijk was daar de aanmoediging van een van zijn leraren, den Vlaamsvoelenden Jan Kleyntjens, die in 1889 enkele van Vermeylen's Nederlandse school-opstellen naar Em. Hiel's weekblad Flandria stuurde, waarin ze, tot grote verbazing van hun jeugdigen auteur, opgenomen werden onder de rubriek ‘Onze jonge Vlaamse Schrijvers’. Hoe reeds in 1887 de jonge Vermeylen opging in de Vlaamse letteren en kultuur blijkt uit een weinig bekend - en onder de pen van een vijftienjarigen school-knaap van verrassende vroegrijpheid getuigend - schrijven aan de Raet. Het zeer gebrekkige Nederlands waarin het gesteld is doet niets af van de documentaire * Later heeft Vermeylen den klemtoon gelegd op de grote affectieve waarde van de moedertaal: ‘Waarom schrijven wij Vlaams, wij die toch allen een oppervlakkig artikel even gemakkelijk in 't Frans zouden opstellen. Omdat wij onze taal als een innerlijke noodzakelijkheid van onze kunst voelen. Men zou ons dus evengoed kunnen vragen: Waarom schrijft gij? De Vlaamse taal, o 't is zo banaal: wij hebben ze gesproken in vadershuis, met de moeder die ons opgekweekt heeft, door die taal heeft zij ons gegeven wat zij geven kon. Die taal is met onze gedachten zelf geboren en dat is uit ons wezen niet meer te wissen. Onze Taal voor den Senaat en voor Buysse. in: Verzamelde Opstellen I, 21922, blz. 137. August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 10 waarde van het stuk, integendeel; we laten het hier dan ook in zijn oorspronkelijken vorm volgen: Beste Vriend, Ik hoor niets meer van de letterkundige gezelschap waarvan wij over twee maanden gesproken hebben. Vandaag kom ik er mede terug. Het zou te wenschen zijn dat wij, onder ons, eenen groep zouden vormen, die zich zou daarop toeleggen, eene echte oorspronkelijke vlaamsche letterkunde voort te brengen. Ziehier hoe ik het verstaan: Heden gaat de vlaamsche dichtkunst eenen tijd van omwenteling door. Wat zal uit die omwenteling spruiten? Ik geloof dat het eene gansch nationale letterkunde zal zijn. De dichters van 1830-50 hebben de vlaamsche Kunst uit haren slaap opgewekt. Hunne opvolgers hebben haar van het dwaalspoor gered waar zij verloren geraakte. Conscience voor de proza, de gezusters Loveling, Pol de Mont met zijne ‘Idyllen’, en bovenal Jan Van Beers voor de poëzie, hebben de gronden dier echte vlaamsche letterkunde gelegd. De jongeren hebben haar eenen prachtigen en ruimen weg opengebaand. Maar het zijn maar de voorgangers van eene groote beweging. Nu is onze tijd daar, nu is het aan ons te werken. Fransche schrijvers hebben het begrepen. Eekhoud met zijne ‘Kermesses’, Verhaeren, van de ‘Jeune Belgique’ met ‘Les Flamandes’. Maar Eekhoud ziet te ruw, en Verhaeren te vet. Wij zouden er misschien beter in gelukken. Trachten wij dus eene letterkunde te scheppen, die uit het vlaamsche volk zelf zou spruiten. Trachten wij de August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 11 vlaamsche kleur, het vlaamsche beeld weer te vinden. In één woord, er blijft nog te doen, voor de vlaamsche letterkunde, wat de oude meesters voor de vlaamsche schilderkunst gedaan hebben.* Ten andere, de vlaamsche dramatische dichtkunst bestaat nog niet. Had ik niet gelijk te schrijven dat wij eene prachtige en ruime baan voor ons hebben? Waarom zouden wij ons niet vereenigen, en ons toeleggen op de studie der algemeene letterkunde, met inzicht op de vlaamsche kunst? Wij zouden kunnen aan Thelen en De Veen schrijven: zij beloven zeer goede dichters te worden, volgens von Ziegesar. Haller zou ook met ons werken. Dus zouden wij gevijven zijn om te beginnen. Ziehier hoe ik die gezelschap verstaan: om aangenomen te worden, zou men moeten een goed dichtstuk voortbrengen. Een- of tweemaal per maand zouden wij eene zitting houden, om onze gedichten te lezen, en ernstig het karakter, het kenmerk der volksletterkunden te studeeren (niet alleen de jongere letterkunde). Wij zouden ook de groote vlaamsche schilders doorgronden, om te trachten hen in de dichtkunst naar te gaan. Het werk dat we willen doen zal zeker te zwaar wegen voor onze schouders. Maar wij zijn jong, en wanneer men het hart vol hoop heeft, dan kan men door vele moeilijkheden. En gelukken wij niet, dan zullen wij ten minste een vruchtbaar zaad verspreid hebben, en onze opvolgers zullen wel gelukken. Wij zullen toch altijd * In Vermeylen's handschrift was deze, hier cursief gedrukte, zin dubbel onderstreept. August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 1 12 de eer hebben, iets grootsch te ondernemen. En nu, vriend, voor ‘Eigen Kunst’ gestreden! A. Vermeylen Ik wacht eene antwoord. Op het Athenaeum werd Vermeylen de boezemvriend van den Franstaligen Jacques Dwelshauvers, waardoor hij toegang kreeg tot een kring van hogeren socialen en intellectuelen standing dan de zijne (vader Dwelshauvers was secretaris van de stad Brussel.) Deze vriendschap en het contact met de Frans georiënteerde Brusselse intelligenzia hebben op den eenvoudigen volksjongen een diepgaanden en heilzamen invloed uitgeoefend. Zijn Vlaams gericht ideaal had er niet onder te lijden: op zeventienjarigen leeftijd stichtte hij, samen met zijn klassekameraden Huibert Langerock en Lodewijk de Raet het tijdschriftje Jong Vlaanderen , dat om de twee weken zou verschijnen. Uiterlijk was het een onooglijk, op groezelig krantenpapier gedrukt studentenblaadje. Maar op de titelpagina prijkten de leuzen: ‘Een trachten naar het Schone’ en ‘Jonc ende stout’ en het eerste nummer, gedateerd 29 September 1889, zette in met een vurige programma-verklaring van Vermeylen - Onze Ballade.
Recommended publications
  • Verzameld Werk. Deel 2
    Verzameld werk. Deel 2 August Vermeylen onder redactie van Herman Teirlinck en anderen bron August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 (red. Herman Teirlinck en anderen). Uitgeversmaatschappij A. Manteau, Brussel 1951 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/verm036verz02_01/colofon.htm © 2007 dbnl / erven August Vermeylen 5 Verzamelde opstellen Eerste bundel August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 7 AAN PROSPER VAN LANGENDONCK EN ALFRED HEGENSCHEIDT August Vermeylen, Verzameld werk. Deel 2 9 Voorrede Toen in 1904 de eerste uitgave van deze ‘Verzamelde Opstellen’ verscheen, werden zij door de volgende woorden ingeleid: ‘Deze stukken blijven hier naar tijdsorde geschikt, want ze zijn het beeld van een jeugd in gestadige wording. Ook heb ik geen enkel idee gewijzigd, al spreekt het vanzelf, dat menige opvatting van negen of tien jaar geleden met mijn tegenwoordige zienswijze niet meer strookt. Maar de vroegere opstellen leren later geschrijf beter begrijpen, en dan - ik hecht meer aan den toon, dan aan de onfeilbaarheid der gedachte. Als men voor 't eerst in 't werkdadige leven treedt, heeft men veel vragen uit te vechten met zich zelf en met de mensen: het is dan zo natuurlijk, dat men de absolute leuzen, waar men gaarne zijn eigen zedelijk leven op grondvesten zou, en die daar volkomen op haar plaats zijn, ook tegenover de pas-ontdekte maatschappelijke wereld gaat stellen. En 't was even schoon, sommige woorden toen te spreken, als het me gepast zou voorkomen, ze thans te laten rusten: Cosi n' andammo infino alla lumiera, Parlando cose che il tacere è bello, Si com'era il parlar colà dov'era.’ August Vermeylen, Verzameld werk.
    [Show full text]
  • Literature of the Low Countries
    Literature of the Low Countries A Short History of Dutch Literature in the Netherlands and Belgium Reinder P. Meijer bron Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries. A short history of Dutch literature in the Netherlands and Belgium. Martinus Nijhoff, The Hague / Boston 1978 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/meij019lite01_01/colofon.htm © 2006 dbnl / erven Reinder P. Meijer ii For Edith Reinder P. Meijer, Literature of the Low Countries vii Preface In any definition of terms, Dutch literature must be taken to mean all literature written in Dutch, thus excluding literature in Frisian, even though Friesland is part of the Kingdom of the Netherlands, in the same way as literature in Welsh would be excluded from a history of English literature. Similarly, literature in Afrikaans (South African Dutch) falls outside the scope of this book, as Afrikaans from the moment of its birth out of seventeenth-century Dutch grew up independently and must be regarded as a language in its own right. Dutch literature, then, is the literature written in Dutch as spoken in the Kingdom of the Netherlands and the so-called Flemish part of the Kingdom of Belgium, that is the area north of the linguistic frontier which runs east-west through Belgium passing slightly south of Brussels. For the modern period this definition is clear anough, but for former times it needs some explanation. What do we mean, for example, when we use the term ‘Dutch’ for the medieval period? In the Middle Ages there was no standard Dutch language, and when the term ‘Dutch’ is used in a medieval context it is a kind of collective word indicating a number of different but closely related Frankish dialects.
    [Show full text]
  • August Vermeylenkring
    De August Vermeylenkring Roel De Groof De August Vermeylenkring Politiek-culturele actie van progressieve en socialistische intellectuelen in Brussel (1954-2004) Uitgegeven met de steun van: het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Cultuur de Vlaamse gemeenschapscommissie de minister-president van de Vlaamse regering Erecomité August Vermeylenkring 50 ! Vic Anciaux • Frank Beke • Ingrid Bens • Jos Bertrand • Rik Boel • Annie Bonnijns • Philippe Bossaert • Henk Brat • Wilfried Decrock • Eric De Loof • Lisette Denberg • Simone Deridder • Pieter Frantzen • Robert Geerts • Karel Hagenaar • Dirk Leonard • Silvain Loccufier • Madeline Lutjeharms • Camiel Maerivoet • Daniela Martin • Frans Ramael • Frans Schellens • Hugo Schurmans • Pascal Smet • Dany Van Brempt • Frank Vandenbroucke • Anne-Marie Vandergeeten • Anne Van Lancker • Louis Vermoote • Joz Wyninckx Omslagontwerp: Danni Elskens Boekverzorging: Boudewijn Bardyn Druk: Schaubroeck, Nazareth © 2004 vubpress Waversesteenweg , Brussel Fax: ++ [email protected] www.vubpress.be D / / / Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoud Inleiding 9 Hoofdstuk 1 –De culturele legitimatie van de 19 Vlaamse beweging na 1945 1. Het odium van de culturele collaboratie 19 2. De oprichting van cultuurhistoriografische en 21 literaire ‘monumenten’ 3. Literaire groei, modernisering en experimentalisme: 23 naar een cultuur van het Vrije Woord 4. De oprichting van het August Vermeylenfonds 25 Hoofdstuk 11 –De August Vermeylenkring Brussel: 29 doel, bestuur en netwerk 1. Doel en oprichting van de August Vermeylenkring 29 2. Hendrik Fayat: ‘flamingant, want socialist’ 31 3. Lydia De Pauw-Deveen: vier generaties vrijzinnig 37 flamingantisme en Rode Leeuwin 4. Besturen in vriendschap en met de kracht van een overtuiging 39 5.
    [Show full text]
  • 'Maar Wat Een Wespennest!' Het Rectoraat Van August
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Ghent University Academic Bibliography ‘MAAR WAT EEN WESPENNEST!’ HET RECTORAAT VAN AUGUST VERMEYLEN EN DE VERNEDERLANDSING VAN DE GENTSE UNIVERSITEIT Ruben Mantels en Hans Vandevoorde Illustratie kaftomslag: De expressionistische kunstenaar Frits van den Berghe maakte voor het juninummer 1931 van Koekoek, de humoristische bijlage van het blad Vooruit, een karikatuur van rector August Vermeylen. De tekening sierde de cover van het populaire blad. De onstuimige jaren van de vernederlandsing van de Gentse universiteit hadden van zijn eerste rector een publieke figuur gemaakt, ‘karikatuurwaardig’. Kaftontwerp: Jan W. Hespeel en Randoald Sabbe (www.janenrandoald.be) © 2010 Ruben Mantels en Hans Vandevoorde ISBN 978 90 382 1654 6 U 1480 D/2010/4804/170 NUR 1 680 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Sint-Pietersnieuwstraat 35 Eekhout 2 9000 Gent 9000 Gent 09/331 02 78 09/233 80 88 [email protected] [email protected] Deze publicatie kwam tot stand in het kader van het Wetenschap- en Maatschappijproject “August Vermeylen (1872-1945) en zijn netwerken. Intellectuele sociabiliteit rond de Gentse universiteit tijdens het fin de siècle en interbellum”, promotor prof. dr. Gita Deneckere (UGent), copromotoren prof. dr. Christophe Verbruggen (UGent) en prof. dr. Hans Vandevoorde (UGent/VUB). Met dank aan de medewerkers van het AMSAB-Instituut voor Sociale Geschie- denis, Universiteitsarchief, de Universiteitsbibliotheek en AMVC-Letterenhuis.
    [Show full text]
  • Brussels, the Avant-Garde, and Internationalism
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Ghent University Academic Bibliography <new page>Chapter 15 Met opmaak ‘Streetscape of New Districts Permeated by the Fresh Scent of Cement’:. Brussels, the Avant-Garde, and Internationalism1 La Jeune Belgique (1881–97);, L’Art Moderne (1881–1914);, La Société Nouvelle (1884–97);, Van Nu en Straks (1893–94; 1896– 1901); L’Art Libre (1919–22);, Signaux (1921, early title of Le Disque Vert, 1922–54);, 7 Arts (1922–8);, and Variétés (1928– 30). Francis Mus and Hans Vandevoorde In 1871 Victor Hugo was forced to leave Brussels because he had supported the Communards who had fled there.2 This date could also be seen as symbolisiizing the 1 This chapter has been translated from the Dutch by d’onderkast vof. 2 Marc Quaghebeur, ‘Un pôle littéraire de référence internationale’, in Robert Hoozee (ed.), Bruxelles. Carrefour de cultures (Antwerp: Fonds Mercator, 2000), 95–108. For a brief 553 passing of the baton from the Romantic tradition to modernism, which slowly emerged in the 1870s and went on to reach two high points: Art Nouveau at the end of the nineteenth century and the so-called historical avant-garde movements shortly after World War I. The significance of Brussels as the capital of Art Nouveau is widely acknowledged.3 Its renown stems primarily from its architectural achievements and the exhibitions of the artist collective ‘Les XX’ (1884–93),4 which included James Ensor, Henry Van de Velde, Théo van Rysselberghe, George Minne, and Fernand Khnopff.
    [Show full text]
  • Het Werk Van Prof. Dr A. Vermeylen
    Het werk van Prof. Dr A. Vermeylen Analytische bibliografie Rob. Roemans bron Rob. Roemans, Het werk van Prof. Dr A. Vermeylen. Analytische bibliografie. Wereldbibliotheek, Amsterdam / Antwerpen 1953 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/roem001werk01_01/colofon.htm © 2009 dbnl / erven Rob. Roemans t.o. 5 Rob. Roemans, Het werk van Prof. Dr A. Vermeylen 5 Voorwoord Weinige schrijvers hadden de veelzijdige bedrijvigheid en de verstrekkende betekenis van August Vermeylen. Zijn naam blijft gevestigd in onze literatuur, in de critische beoefening van onze letteren, in de geschiedenis van onze plastische kunsten, in de ontwikkeling van de Vlaamse Beweging, in het politieke leven van ons land. Zijn diepmenselijkheid, zijn weergaloze stijl, zijn wetenschappelijke vorming, zijn wijsgerige beschouwing, zijn persoonlijk standpunt, zijn fijnzinnige schoonheidsaanvoeling, zijn poëtische schoonheidsvertolking, zijn meesterlijke formuleerkracht staan op een hoogte die zelden bereikt werden in de lage landen. Van August Vermeylen mag in waarheid getuigd worden, dat elke bijdrage, hoe gering in omvang ook, een eigen waarde verworven heeft. Deze overweging alleen reeds rechtvaardigt de noodzakelijkheid van een volledige bibliografie. De verspreiding van August Vermeylen's opstellen over zó talrijke gelegenheidsuitgaven en tijdschriften, waaronder vele ééndagsvliegen, die men, op dit ogenblik, bijna niet meer bereiken kan, legt de toepassing op van de enige adekwate methode, de analytische. Dank zij de analytische methode zal de gebruiker van deze bibliografie zich een grondig inzicht verwerven in het oeuvre van August Vermeylen, daar er een uitvoerige ontleding van elke bijdrage in wordt gegeven. Ter staving van deze samenvatting worden vaak belangwekkende getuigenissen en eigen zienswijze van de auteur aangehaald: zó werden de strengste eisen van de wetenschappelijke accuratesse geëerbiedigd en de lezer een florilegium van August Vermeylen's meest persoonlijke inzichten aangeboden.
    [Show full text]
  • Zaalteksten En.Indd
    city and university since 1817 ENgallery texts downloadable from www.stamgent.be please drop me in the box as you leave city and since 1817 university October 9th 1817 saw the ceremonious opening of the university in Ghent. Since that day back in 1817 the university has become firmly embedded in the city and is now an unmissable part of the street­ scape. Students live here, hurry by bicycle from one building to another and also take advantage of the university city’s vibrant nightlife. Campuses are expanding and a fourth tower has appeared on the skyline, the Book Tower. The exhibition looks back at the inter­ action between city and university over the last 200 years. It also looks to the future. ‘City and University. Since 1817’ is a STAM exhibition about the university, the city and above all about their coexistence — yesterday, today and tomorrow. 2 1 ] a university The Belgian Revolution in August for ghent 1830 was the start of a chaotic period. Two of the four faculties In 1817 Ghent acquired were scrapped and Orangist Ghent a university. At the time Ghent feared for its university. The uncer­ — like the rest of what is tainty came to an end in Septem­ today Belgium — was part ber 1835: Ghent would retain of the United Kingdom its university, with four faculties. of the Netherlands. In 1815, at the beginning of 1.01 ] The early days the newly created United Kingdom of the university of the Netherlands, education in the south was in a sorry state, On November 3rd 1817 classes having been badly neglected.
    [Show full text]
  • August Vermeylen (1872-1945)
    AUGUST VERMEYLEN (1872-1945) 1923 August Vermeylen werd op 12 mei 1872 in het hartje van Brussel geboren als jongste van zes kinderen. Zijn ouders waren Vlamingen die tot de kleine burgerij behoorden. Vader Vermeylen had zich van smid tot aannemer opge­ werkt. Hij was een liberaliserend katholiek. Augusts vrome moeder heeft niet kunnen verhinderen dat haar zoon zich reeds op vijftienjarige leeftijd van het katholieke geloof ging afwenden. Dit gebeurde in de tijd dat hij leerling was aan het Brusselse Atheneum (1885- 1890). In 1888 verloor hij zijn vader. In datzelfde jaar ontwaakte bij hem het eerste Vlaams en Nederlands bewustzijn. Tot dan toe had hij niets vermoed van het bestaan van een Nederlandse letterkunde. Zijn kennis van het Nederlands was eerder ge­ brekkig bij zijn aankomst op het Atheneum. Immers, in het gezin werd Brussels dialect gesproken - uitgezonderd op zondag, wanneer vader Vermeylen zich met zijn kinde­ ren in het Frans onderhield. August genoot Franstalig onderwijs, zijn be­ wondering ging naar de Franse letter­ kunde en zijn eerste pennevruchten, die in het schoolkrantje van het Atheneum verschenen (1888), waren in het Frans gesteld. Maar naast de onbewuste invloed van zijn moeder, die geen Frans kende, was daar als stimulerende factor de omgang met de iets oudere medeleerling Loclewijk de Raet die hem de poëzie van Pol de Mont leerde bewonderen. Met De Raet en met Hubert Langerock stichtte Vermeylen in 1889 het tijdschriftje Jong Vlaanderen, dat met een revolutionaire geloofsbelijdenis opende - ongetwijfeld ingegeven door Van Deyssels optreden in De Nieuwe Gids en Max W allers actie in La Jeune Belgique- en zodoende Van Nu en Straks reeds van ver aankondigde.
    [Show full text]
  • Adult Education and Leisure in Flanders. INSTITUTION Ministry of Flemish Culture, Brussels (Belgium)
    DOCUMENT RESUME ED 036 773 AC 006 583 AUTHOR Rock, P., Ed.; Schevenhels, L., Ed. TITLE Adult Education and Leisure in Flanders. INSTITUTION Ministry of Flemish Culture, Brussels (Belgium). PUB DATE 68 NOTE 180p. EDRS PRICE EDRS Price MF-$0.75 HC-$9.10 DESCRIPTORS *Adult Education, Adult Educators, Athletics, Bibliographies, *Cultural Education, Ethnic Groups, Financial Support, Folk Schools, *Leisure Time, Mass Media, Physical Education, Surveys, University Extension, Youth IDENTIFIERS *Belgium ABSTRACT This volume on adult education surveys the present situation in the Flemish part of Belgium, reviews historical circumstances that have shaped Flemish adult education, and outlines some possible future developments. The Flemish Movement of the 1800's, university extension (from 1892), the social emancipation movements, Socialism, and endeavors by the public authorities since 1921, are stressed as historical factors. Several chapters deal with available leisure and its use (including mass media, sports, and educational pursuits) in different segments of the population; folk schoolse.residential adult education, and the work of voluntary associations aimed at special interest groups; characteristics and achievements of cultural centers and boards; the preparation of cultural workers; and inservice training for adult education. Consideration is also given to such aspects as neighborhood centers and community development; further education for out of sc,!ool youth; publications, surveys, documentation, educational events, and other services of public bodies; and the role of physical education and sports. A bibliography is included, followed by a list of organizations, institutes, and services.(1y) U.S. DEPARTMENT OF HEALTH, EDUCATION & WELFARE THIS DOCUMENT HAS BEEN REPRODUCEDOFFICE OF EDUCATION EXACTLY AS RECEIVED FROM THE 0POSITIONSTATEDPERSON DO OR OR NOT ORGANIZATION POLICY.
    [Show full text]
  • A Jewish Intellectual Under the Radar
    A Jewish intellectual under the radar Hans Vandevoorde, Free University Brussels ‘I don’t want to return to the countries where barbarity is so innate.’ H. Handovsky (letter to A. Vermeylen, 21 September 1944)1 Abstract: It is commonly maintained that Belgium held less appeal for intellectuals in exile between the two wars than the Netherlands or France. This phenomenon has not been studied in Belgium extensively enough to fully verify or explain it. We do know, however, that a relatively smaller number of Jews were deported from Belgium during the occupation than from the Netherlands or France. Would it be fair to hypothesize, then, that Jewish intellectuals were safer there, or in any event had a better chance of surviving, than in neighbouring countries? Could more survival strategies be deployed in Belgium than elsewhere? My focus in this paper is on Hans Handovsky (1888-1959), a German chemist of Austrian Jewish origin, who emigrated to Ghent in 1934 and returned to Heidelberg in 1957. By examining his letters to the two Flemish writers August Vermeylen and Fernand Toussaint van Boelaere, we can shed light on how he managed to survive the German occupation. We show how the assistance of non-Jewish intellectuals could contribute to saving a Jewish intellectual. Keywords: Exile / verbanning – Jewish intellectuals / joodse intellectuelen – August Vermeylen – Hans Handovsky 1 All letters cited to August Vermeylen and Fernand Toussaint Van Boelaere are kept in the Antwerp Letterenhuis (Letterenhuis V4655 / B2 and T 394 / B2). Journal of Dutch Literature, 9.1 (2018), 97-111 Hans Vandevoorde 98 The myth of Belgium as a ‘host country’ for refugees has been suitably revised in recent times through the hard work of historians.2 In the nineteenth century the country’s hospitality was hampered on the political front by various diplomatic interests – including a concern about maintaining neutrality – and on the economic front by a fear of rising unemployment among its population.
    [Show full text]
  • 'Maar Wat Een Wespennest!' Het Rectoraat Van August
    ‘MAAR WAT EEN WESPENNEST!’ HET RECTORAAT VAN AUGUST VERMEYLEN EN DE VERNEDERLANDSING VAN DE GENTSE UNIVERSITEIT Ruben Mantels en Hans Vandevoorde Illustratie kaftomslag: De expressionistische kunstenaar Frits van den Berghe maakte voor het juninummer 1931 van Koekoek, de humoristische bijlage van het blad Vooruit, een karikatuur van rector August Vermeylen. De tekening sierde de cover van het populaire blad. De onstuimige jaren van de vernederlandsing van de Gentse universiteit hadden van zijn eerste rector een publieke figuur gemaakt, ‘karikatuurwaardig’. Kaftontwerp: Jan W. Hespeel en Randoald Sabbe (www.janenrandoald.be) © 2010 Ruben Mantels en Hans Vandevoorde ISBN 978 90 382 1654 6 U 1480 D/2010/4804/170 NUR 1 680 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Sint-Pietersnieuwstraat 35 Eekhout 2 9000 Gent 9000 Gent 09/331 02 78 09/233 80 88 [email protected] [email protected] Deze publicatie kwam tot stand in het kader van het Wetenschap- en Maatschappijproject “August Vermeylen (1872-1945) en zijn netwerken. Intellectuele sociabiliteit rond de Gentse universiteit tijdens het fin de siècle en interbellum”, promotor prof. dr. Gita Deneckere (UGent), copromotoren prof. dr. Christophe Verbruggen (UGent) en prof. dr. Hans Vandevoorde (UGent/VUB). Met
    [Show full text]
  • The Low Countries. Jaargang 1
    The Low Countries. Jaargang 1 bron The Low Countries. Jaargang 1. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem 1993-1994 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_low001199301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 9 Foreword ‘The triumph of culture is to overpower nationality’ Ralph Waldo Emerson With this new yearbook, The Low Countries, the editors and publisher aim to present to the English-speaking world the culture and society of the Dutch-speaking area which embraces both the Kingdom of the Netherlands and also Flanders, the northern part of the Kingdom of Belgium. The articles in this yearbook, by British and American, Dutch and Flemish contributors, survey the living, contemporary culture of the Low Countries as well as their cultural heritage. In its words and pictures The Low Countries provides information about literature and the arts, but also about broad social and historical developments in Flanders and the Netherlands. The culture of Flanders and the Netherlands is not an isolated phenomenon; its development over the centuries has been one of continuous interaction with the outside world. In consequence the yearbook also pays due attention to the centuries-old continuing cultural interplay between the Low Countries and the world beyond their borders. In a world which is growing ever smaller and becoming more and more interdependent, international, even supranational in character, we regard Ralph Waldo Emerson's statement as a call for independent cultures to look beyond their national frontiers. By drawing attention to the diversity, vitality and international dimension of the culture of Flanders and the Netherlands, The Low Countries hopes to contribute to a lively dialogue between differing cultures.
    [Show full text]