EDVARD GRIEG (1843-1907) Ddd | Moderen Synger ‘A Mother Sings’

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

EDVARD GRIEG (1843-1907) Ddd | Moderen Synger ‘A Mother Sings’ 292038 EDVARD GRIEG (1843-1907) ddd | Moderen Synger ‘A Mother Sings’ HENDRICKJE VAN KERCKHOVE soprano NICOLAS CALLOT piano Phædra Classics Phædra MODEREN SYNGER | A MOTHER SINGS SONGS AND PIANO MUSIC BY EDVARD GRIEG (1843-1907) Hjertets Melodier, opus 5 (Andersen) 1 I. To brune Øjne 01:03 2 II. Du fatter ei Bølgernes evige Gang 01:36 3 III. Jeg elsker Dig! 01:15 4 IV. Min Tanke er et mægtigt Fjeld 01:02 2 3 5 Melankoli, opus 47 nr. 5 for piano solo 03:13 6 Vals, opus 38 nr. 7 for piano solo 00:54 7 Det første Møde, opus 21 nr. 1 Bjørnson 01:41 8 Modersorg, opus 15 nr. 4 (Richardt) 02:31 9 En Svane, opus 25 nr. 2 (Ibsen) 02:33 10 Langs ei A, opus 33 nr. 5 (Vinje) 01:49 11 Aften på Højfeldet, opus 68 nr. 4 for piano solo 02:43 12 Scherzo, opus 54 nr. 5 for piano solo 03:02 13 Hjemve, opus 57 nr. 6 for piano solo 04:13 14 Moderen synger, opus 60 nr. 2 (Krag) 02:11 15 Millom Rosor, opus 39 nr. 4 (Janson) 01:32 16 Lok, opus 61 nr. 3 (Bjørnson) 00:50 17 Prinsessen, EG133 (Bjørnson) 02:49 18 Trolltog, opus 54 nr. 3 for piano solo 03:19 19 Gjettergutt, opus 54 nr. 1 for piano solo 02:44 20 Margretes Vuggesang, opus 15 nr. 1 (Ibsen) 01:25 21 En Fuglevise, opus 25 nr. 6 (Ibsen) 02:24 22 Elegi, opus 47 nr. 7 for piano solo 03:21 23 Kveldssang for Blakken, opus 61 nr. 5 (Rolfsen) 02:33 TT: 52:01 HENDRICKJE VAN KERCKHOVE, soprano NICOLAS CALLOT, piano 2 3 Nicolas CALLOT & Hendrickje VAN KERCKHOVE Edvard GRIEG (1843–1907) Samen kregen ze één kind. Maar dit prille geluk was, helaas ook letterlijk, geen lang leven beschoren. In het leven van Edvard Grieg sloeg het noodlot zelfs meer dan eens toe. Want kort nadat Alexandra stierf, nauwelijks één jaar oud, kreeg zijn vrouw Nina Hagerup een miskraam. “It is hard to watch the hope of one’s life lowered into the earth, and it took time and quiet to recover from the pain”, zo schreef Grieg kort na de begrafenis. “But thank God, if one has something to live for one does not easily fall apart; and art surely has – more than many other things – this soothing power that allays all sorrow!” Zoals uit deze cd blijkt, vond de componist ook en vooral in het lied een manier om ingrijpende levensgebeurtenissen, voorspoed én verlies, een plaats te geven. Hoe zijn jullie bij Grieg uitgekomen – vanwaar precies de keuze voor hem? Nicolas: ik ben enkele jaren geleden met het idee komen aanzetten. Ik had op de radio enkele liederen van Grieg gehoord en dacht plots: dat is Hendrickje op het lijf geschreven. Muziek van zo’n lichtheid en helderheid die past gewoon perfect bij haar stem. Hendrickje: korte tijd daarna heeft Nicolas mij gevraagd of ik dat zag zitten en ik vond het een geweldig idee. We zijn dan in de liederen gaan grasduinen, omdat er toch wel een heel aantal geschreven zijn, en hebben lijstjes gemaakt van onze favorieten. Daaruit bleek dat het thema “moeder en kind” prominent in het liedoeuvre van Grieg aanwezig is. Zo zijn we uiteindelijk tot een programma gekomen. Had iemand van jullie al ervaring met Grieg? Hendrickje: ik heb de zesdelige liedcyclus van het opus 48 vroeger regelmatig uitgevoerd en samen met pianiste Inge Spinette ook opgenomen. Deze liederen zijn geschreven op Duitse teksten van onder andere Heine en Goethe, terwijl de liederen op deze cd grotendeels in het Noors zijn. Grieg werkte daarvoor samen met grote namen uit de literatuur, zoals Bjørnstjerne Bjørnson (1832–1910) en Henrik Ibsen (1828–1926). Vreemd genoeg worden de liederen in hun oorspronkelijke taal weinig uitgevoerd. En omdat een vertaling nooit helemaal aansluit bij de muziek, hebben ook de Duitse vertalingen nooit veel succes gehad. De eigenheid van het Noors 4 5 maakt het onmogelijk om ze in een andere taal dezelfde waarde en kracht te geven. Pas als je in het Noors zingt, voel je wat het echt moet zijn. Nicolas: tekst en muziek hangen inderdaad heel nauw samen. Zo beklemtoont Grieg bepaalde woorden. Maar als je de taal verandert, verander je vrijwel altijd ook heel de agogiek van de muziek. Bovendien schrijft Grieg hoofdzakelijk vanuit het idee van de volksmuziek en zijn eigen levenservaring, die nauw met de Scandinavische cultuur verbonden is. Maak je daar een Duitse vertaling van, krijg je een heel ander soort expressie. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat zijn liederen buiten Scandinavië nooit echt bekend zijn geworden. Bovendien was het Duitse lied met Schubert, Schumann en Strauss in deze periode zo dominant en hoog aangeschreven, dat Grieg naar het achterplan werd gedreven. Toch heeft Grieg een 180-tal liederen nagelaten. Hoe hebben jullie de selectie aangepakt? Hendrickje: eerst selecteer je natuurlijk op de schoonheid van de liederen en bekijk je wat er bij je tessituur past. Daarna ga je dieper graven en zoek je uit waar de teksten precies over gaan, hetgeen in dit geval uiteraard een grotere uitdaging was. Hoe meer we daarmee bezig waren, hoe meer liederen we terugvonden die over de relatie moeder-kind handelen. We hebben allebei zelf kinderen en hebben dus ook echt voeling met deze liederen. Die betrokkenheid maakt dat we ook een heel persoonlijk verhaal kunnen vertellen. Vandaar dat dit ons een bijna- evidente keuze leek. Nicolas: sommige liederen zijn aan de hand van bepaalde gebeurtenissen in zijn leven geschreven. Zo verloor Grieg zijn dochtertje toen ze één jaar oud was. Dat was natuurlijk heel tragisch voor hem en hij heeft verschillende liederen gecomponeerd die rechtstreeks met deze gebeurtenis verbonden zijn, waaronder Modersorg, Millom Rosor en Moderen Synger. Maar ook het huwelijk met Nina Hagerup (1845–1935), zijn nicht en zelf een uitstekende zangeres, inspireerde Grieg tot het schrijven van liederen. Hjertets Melodier (Melodieën van het hart, opus 5) was eigenlijk zijn huwelijksgeschenk aan haar. Alles wat dus met zijn huwelijk verband 4 5 hield, heeft ons tot deze cyclus geïnspireerd. In onze zoektocht om al deze elementen te combineren, waren naast het thema ook de dramatiek en de toonaarden belangrijk. Daarom hebben we ervoor gekozen om de stukken voor piano solo erin te brengen. Zo creëren we een spanningsboog die naast samenhang ook afwisseling brengt. Het is artistiek gezien ook gewoon nodig om af en toe een breekpunt te hebben. Anders zou onze cyclus te zwaar op de hand zijn. Even vergelijken met het Italiaans en het Duits: liggen Scandinavische talen als het Deens en het Noors goed in de mond? Hoe heeft u zich dit idioom eigengemaakt? Hendrickje: het zijn zeker geen simpele talen om in te zingen. Het is echt niet evident als je de taal niet machtig bent, ook al had ik er wel meteen voeling mee. Ik ben op zoek gegaan naar iemand die mij bij de projectie en expressie kon coachen. Zo ben ik bij Martje Vande Ginste terechtgekomen. Ik leerde haar aan het conservatorium in Antwerpen kennen. Zij heeft zich nadien aan het Orpheus Instituut in Scandinavische liederen gespecialiseerd en heeft mij geholpen door de teksten door te spreken en woord voor woord te vertalen. We hebben alles ook samen opgenomen, zodat ik de uitspraak regelmatig kon oefenen. Hoe meer ik ermee bezig was, hoe meer ik door de taal gepakt werd. De teksten zijn heel echt en direct, zonder veel franje, iets wat ik als een sterkte beschouw. Het realisme dat daaruit spreekt, maakt het ook moeilijk om afstand van de muziek te nemen. Net doordat het heel duidelijk is wat er speelt, word ik er diep door geraakt. Hoe sterk zijn tekst en muziek in Griegs liederen op elkaar betrokken? Kunnen jullie daar een voorbeeld van geven? Hendrickje: voor mij is die betrokkenheid het sterkst in Moderen Synger (Lied van de moeder, opus 60 nr. 2), het lied – een lamentatie eigenlijk – dat ook de titel van onze cd geworden is. Ik vind dit ook gewoon het mooiste stuk uit de hele selectie, maar tegelijk ook emotioneel het zwaarste. Met de piano erbij krijgt dit lied iets bijzonder dramatisch. Helemaal anders van karakter, maar zeker niet minder prachtig, is Jeg Elsker Dig! (Ik bemin jou!, opus 5 nr. 3). Het is een ongeloofijk vrijgevig lied, waar zeer sterk de jonge en hoopvolle natuur van Grieg uit spreekt. Vaak is het bij hem zo dat hoe simpeler en bescheidener de muziek klinkt, hoe meer 6 7 efect die heeft. De meest eenvoudige dingen zijn daarbij vaak het moeilijkst, omdat je het risico loopt om té veel te willen doen. Nicolas: dat tekst en muziek nauw met elkaar verweven zijn, is bijna een evidentie. Eigenlijk is er een constante wisselwerking tussen wat gezongen wordt en hoe Grieg de noten op papier heeft gezet. De verbondenheid met de natuur is bijvoorbeeld zeer prominent aanwezig. Eender welk gevoel – weemoed, vreugde, verlangen – wordt op een romantische manier in de harmonisaties verklankt. Maar tegelijk getuigt de compositietechniek ook van een opvallende eenvoud. Grieg was een meesterlijk improvisator en al zijn muziek heeft een soort natuurlijke evidentie. De stem staat daarbij steeds ten dienste van het muzikale, en nooit andersom. Het is de spontaneïteit van Griegs muziek die haar voor de uitvoerders zo uitdagend maakt. Je moet je deze muziek echt volledig toe-eigenen om ze overtuigend te kunnen brengen. Voor Grieg was zijn vrouw Nina Hagerup de ideale vertolkster van zijn liederen, mede door de kleine variaties in ritme en gemoed die zij aan de strofes toekende. Zijn die variaties iets waar u ook naar hebt gestreefd? Hendrickje: uiteraard beschik je altijd over een mate van interpretatieve vrijheid.
Recommended publications
  • Lodewijk Mortelmans De Kinderen Der
    Lodewijk Mortelmans De Kinderen der Zee 97 Excerpts from the Opera The Children of the Sea Arias and Orchestral Songs by Lodewijk Mortelmans, Peter Aerts, August de Boeck LIESBETH DEVOS soprano · PETER GIJSBERTSEN tenor WERNER VAN MECHELEN bass–baritone WÜRTTEMBERGISCHE PHILHARMONIE REUTLINGEN In Flanders’ Fields In Flanders’ DIRK VERMEULEN conductor LODEWIJK MORTELMANS 2 LODEWIJK MORTELMANS (1868–1952) Excerpts from the opera De Kinderen der Zee / Te Children of the Sea 46:03 1 Finale Act 3 (Orchestra) 05:36 2 Ivo’s Liefdelied / Ivo’s Love Song (Act 1) 03:48 3 Liefdesduet / Love Duet Ivo & Stella (Act 2) 11:54 4 Ballade van de Zee / Ballad of the Sea (Act 2) (Petrus) 05:23 5 Afscheidsduet / Farewell Duet Stella & Ivo (Act 3) 19:20 6 ELLEN, een Lied van de Smart / ELLEN, a Song of Sorrow (Tenor) 11:04 7 Als de Ziele luistert / When the Soul Listens Lied / Song (Soprano) 03:29 PETER AERTS (1912–1996) 8 In Flanders’ Fields Lied / Song (Tenor) 02:41 AUGUST DE BOECK (1865–1937) 13:58 9 C’est en toi, bien aimé / It is in You, Dearly Beloved Lied / Song (Soprano) 03:03 10 Cantilene van Francesca / Francesca’s Cantilena (Soprano) 04:06 (from the opera La route d’Emeraude / Te Emerald Road 11 Recitatief & Aria van Prinses Zonnestraal /Princess Sun Beam’s Recitative & Aria 06:48 (from the opera Winternachtsdroom / Winter Night’s Dream) (Soprano) TT 77:17 Liesbeth Devos, Soprano (Stella) Peter Gijsbertsen, Tenor (Ivo) Werner van Mechelen, Bass-Baritone (Petrus) Württembergische Philharmonie Reutlingen Dirk Vermeulen, conductor 3 Lodewijk Mortelmans (Antwerpen, 1868-1952) Lodewijk Mortelmans studeerde aan de Vlaamse Muziekschool van Antwerpen.
    [Show full text]
  • Georg Friedrich Händel (1685-1759)
    Georg Friedrich Händel (1685-1759) Sämtliche Werke / Complete works in MP3-Format Details Georg Friedrich Händel (George Frederic Handel) (1685-1759) - Complete works / Sämtliche Werke - Total time / Gesamtspielzeit 249:50:54 ( 10 d 10 h ) Titel/Title Zeit/Time 1. Opera HWV 1 - 45, A11, A13, A14 116:30:55 HWV 01 Almira 3:44:50 1994: Fiori musicali - Andrew Lawrence-King, Organ/Harpsichord/Harp - Beate Röllecke Ann Monoyios (Soprano) - Almira, Patricia Rozario (Soprano) - Edilia, Linda Gerrard (Soprano) - Bellante, David Thomas (Bass) - Consalvo, Jamie MacDougall (Tenor) - Fernando, Olaf Haye (Bass) - Raymondo, Christian Elsner (Tenor) - Tabarco HWV 06 Agrippina 3:24:33 2010: Akademie f. Alte Musik Berlin - René Jacobs Alexandrina Pendatchanska (Soprano) - Agrippina, Jennifer Rivera (Mezzo-Soprano) - Nerone, Sunhae Im (Soprano) - Poppea, Bejun Mehta (Counter-Tenor) - Ottone, Marcos Fink (Bass-Bariton) - Claudio, Neal Davis (Bass-Bariton) - Pallante, Dominique Visse (Counter-Tenor) - Narciso, Daniel Schmutzhard (Bass) - Lesbo HWV 07 Rinaldo 2:54:46 1999: The Academy of Ancient Music - Christopher Hogwood Bernarda Fink (Mezzo-Sopran) - Goffredo, Cecilia Bartoli (Mezzo-Sopran) - Almirena, David Daniels (Counter-Tenor) - Rinaldo, Daniel Taylor (Counter-Tenor) - Eustazio, Gerald Finley (Bariton) - Argante, Luba Orgonasova (Soprano) - Armida, Bejun Mehta (Counter-Tenor) - Mago cristiano, Ana-Maria Rincón (Soprano) - Donna, Sirena II, Catherine Bott (Soprano) - Sirena I, Mark Padmore (Tenor) - Un Araldo HWV 08c Il Pastor fido 2:27:42 1994: Capella
    [Show full text]
  • Marco Polo – the Label of Discovery
    Marco Polo – The Label of Discovery Doubt was expressed by his contemporaries as to the truth of Marco Polo’s account of his years at the court of the Mongol Emperor of China. For some he was known as a man of a million lies, and one recent scholar has plausibly suggested that the account of his travels was a fiction inspired by a family dispute. There is, though, no doubt about the musical treasures daily uncovered by the Marco Polo record label. To paraphrase Marco Polo himself: All people who wish to know the varied music of men and the peculiarities of the various regions of the world, buy these recordings and listen with open ears. The original concept of the Marco Polo label was to bring to listeners unknown compositions by well-known composers. There was, at the same time, an ambition to bring the East to the West. Since then there have been many changes in public taste and in the availability of recorded music. Composers once little known are now easily available in recordings. Marco Polo, in consequence, has set out on further adventures of discovery and exploration. One early field of exploration lay in the work of later Romantic composers, whose turn has now come again. In addition to pioneering recordings of the operas of Franz Schreker, Der ferne Klang (The Distant Sound), Die Gezeichneten (The Marked Ones) and Die Flammen (The Flames), were three operas by Wagner’s son, Siegfried. Der Bärenhäuter (The Man in the Bear’s Skin), Banadietrich and Schwarzschwanenreich (The Kingdom of the Black Swan) explore a mysterious medieval world of German legend in a musical language more akin to that of his teacher Humperdinck than to that of his father.
    [Show full text]
  • LBW: Public-2
    Chav compositor composicao Ano Detalhes duração Intérpretes ? Cembalo nach A. Vivaldi * Abel, Carl Fried Sonate für Viola da Gamb 1723-1 5'10 Veronika Hampe - Gambe Abel, K.F. Sonate für Viola da Gamb 1723-1 Abel, K.F. Sonate K 176 für Gitarren 1723-1 Moderato; 6'50 D.E. Lovell - Synth. Cantabile; Vivace Abel, K.F. Sonate K 176 für Gitarren 1723-1 Moderato; 6'50 D.E. Lovell - Synth. Cantabile; Vivace Adson, J. Aria für Flöte und BC 2'00 (P) 1969 Discos beverly LTDA conjunto musikantiga de são paulo Adson, J. Courtly masquino ayres 3 1590-1 5'06 (P) 1968 rozenblit conjunto musikantiga de são paulo Alain, Jehan 2 Stücke für Orgel 1911-1 Marie-Claire Alain Albéniz, I. Danzas españolas Op.37 1860-1 2-Tango; 2' Nr. ?? Tango 3-Malagueña Nr. 2: Pepe und Celin Romero - Gitarre Nr. 3: Pepe und Celin Romero - Gitarre Albéniz, I. Estudio sem luz 1860-1 3' Albéniz, I. Suite Española Op. 47 1860-1 Für Orchester 37'16 5. Asturias gesetzt von Rafael Frühbeck de Burgos 1. Granada (Serenata); 2. Cataluna (Curranda); 3. Sevilla; 4. Cádiz (Saeta); 5. Astúrias (arr. A. Segovia) (Leyenda); 6.Aragon (Fantasia); 7.Castilla (Sequidillas); 8. Cuba (Nocturno) Chav compositor composicao Ano Detalhes duração Intérpretes Orchesterzusatz: 8. Cordoba Nr. 1 Granada: Pepe und Celin Romero - Gitarre Nr. 1 Granada (5'20) : Julien Bream - Gitarre (P) 1968 DECCA Reihenfolge: 7, 5, 6, 4, 3, 1, 2, 8 New Philharmonia Rafael Frühbeck de Burgos Albicastro, H. Concerto Op. 7 Nr. 6 F-Du 1659-1 9'20 Süsdwestdeutsches Kammerorchester Pforzheim Leitung: Paul Angerer Albinoni, T.
    [Show full text]
  • Arthur Meulemans (Aarschot, 19 Mai 1884 – Etterbeek, 29 Juni 1966)
    Arthur Meulemans (Aarschot, 19 Mai 1884 – Etterbeek, 29 Juni 1966) Konzert für Klavier und Orchester Nr. 1 (1941) Allegro Andante poco con moto Allegro con brio Jahrzehntelang spielte Arthur Meulemans im flämischen Musikleben eine entscheidende Rolle als Komponist, Dirigent und Pädagoge. Unmittelbar nach seinem Studium bei Edgar Tinel am Lemmensinstitut Mecheln bekam er dort eine Anstellung als Dozent für Harmonielehre. Von 1916 bis 1930 war er Direktor der Orgel- und Gesangsschule in der Provinz Limburg. Anschließend verzog er nach Brüssel, wo er Chef des Rund-funkorchesters wurde. In dieser Position dirigierte er zahlreiche neue belgische und internationale Werke. Unter dem Einfluss der täglichen Arbeit mit dem Orchester schrieb er eine eindrucksvolle Anzahl symphonischer Kompositionen. Meulemans hinterließ ein sehr umfangreiches Gesamtwerk von über hundert Orchesterwerken (darunter fünfzehn Symphonien und mehr als vierzig Konzertstücke), drei Opern (Adriaan Brouwer, Vikings und Egmont, die alle an der Königlichen flämischen Oper Antwerpen aufgeführt wurden), elf Messen, drei Tedeums, Oratorien, Kantaten, geistlicher und weltlicher Chormusik, Orchester- und Klavierliedern, Kammermusik, ferner Kompositionen für Klavier, Orgel und Glockenspiel. Einen besonderen Platz nehmen seine Freiluftspiele ein. Das bekannteste davon ist Sanguis Christi, eine eindrucksvolle Partitur, die für das Spiel vom Heiligen Blut in Brügge geschrieben wurde. Meulemans dirigierte dieses Werk mit großem Erfolg über fünfzig Mal. In diesem riesenhaften Gesamtwerk ist die überraschend große Anzahl Konzerte besonders augenfällig, womit er ungefähr jedes der gängigen Orchesterinstrumente bedachte. Seine Tätigkeit als Leiter des Rundfunkorchesters regte das Schreiben von konzertanten Werken an, nicht zuletzt da verschiedene Orchestermitglieder ihn um ein Konzert baten. Außerdem schuf Meulemans noch ein Orgelkonzert, zwei Klavierkonzerte und eines für zwei Klaviere.
    [Show full text]
  • Romantic Choral Music from Flanders
    Romantic Choral Music from Flanders Compiled on the authority of Studiecentrum voor Vlaamse Muziek (SVM) and the Flemish Choral Organisation Koor&Stem by Vic Nees & Michaël Scheck Final editing: Erik Demarbaix, Vic Nees, Liesbeth Segers Music engraving: Dirk Goedseels Afzonderlijke uitgaven van de werken uit deze bundel zijn te verkrijgen bij Musikproduktion Höflich, Munchen [email protected] en Koor&Stem, Antwerpen, [email protected] Separate publications of the works in this anthology can be obtained from Musikproduktion Höflich, München [email protected] and Koor&Stem, Antwerpen, [email protected] Einzelausgaben der in diesem Band enthaltenen Werke sind erhältlich bei Musikproduktion Höflich, München, [email protected] und Koor&Stem, Antwerpen, [email protected] Les oeuvres de ce recueil sont également disponibles en édition séparée chez Musikproduktion Höflich, Munchen [email protected] et chez Koor&Stem, Anvers, [email protected] Although great care has been taken to trace all the sources, it is possible that some have been overlooked. Should this be the case, we apologise to any concerned author or publisher. The required supplements will be respected in future editions. TABLE OF CONTENTS Voorwoord 3 Preface 5 Vorwort 7 Préface 9 François-Auguste Gevaert (1828-1908) Adoro Te 11 Peter Benoit (1834-1901) Ave Maria 14 Jan Blockx (1851-1912) Ave Verum 20 Edgar Tinel (1854-1912) Hoe eenzaam is’t – Wie einsam ist ‘s 22 Emile Wambach (1854-1924) Salve Regina 33 August De Boeck (1865-1937) Ave Maria. Annuntiatio 36 Paul Gilson
    [Show full text]
  • Arthur MEULEMANS (Aarschot, 19. Mai 1884 – Etterbeek, 29. Juni 1966), Plinius' Fontein (Brunnen Des Plinius) (1913) Während
    Arthur MEULEMANS (Aarschot, 19. Mai 1884 – Etterbeek, 29. Juni 1966), Plinius’ Fontein (Brunnen des Plinius) (1913) Während Jahrzenten hat Arthur Meulemans als Komponist, Dirigent und Pädagoge eine bedeutende Rolle im flämischen Musikleben gespielt. Bald nach seinem Studium bei Edgard Tinel am Lemmensinsitut in Mecheln wurde er an jenem Institut Lehrer für Harmonie. Von 1916 bis 1930 war er Direktor der Limburger Orgel- und Sangschule, bis dass er nach Brüssel umzog, wo er Dirigent des Rundfunkorchesters wurde. So dirigierte er viele neue belgische und internationale Musik. Inspiriert dutch den täglichen Umgang mit dem Orchester komponierte er eine beeindruckende Reihe symphonischer Werke. Meulemans hinterließ übrigens ein umfangreiches Oeuvre : über 100 Orchesterwerke (u.a. 15 Symphonien und über 40 konzertante Werke), drei Opern (Adriaan Brouwer, Vikings und Egmont, alle an der Königlichen Flämischen Oper zu Antwerpen aufgeführt), elf Messen, drei Te Deums, Oratorien, Kantaten, religiöse und profane Chorwerke, Orchester- und Klavierlieder,Kammermusik und Klavier-, Orgel- und Glockenspiele. Einen besonderen Wert haben seine Freilichtspiele. Das bekannteste ist Sanguis Christi, eine beeindruckende Partitur geschrieben für die Evokation der Heiligen Blutprozession in Brügge. Meulemans dirigierte das Stück über 50 Mal, jedesmal mit großem Erfolg. Eines von Meulemans bekanntesten Orchesterwerke ist die dreiteilige symphonische Dichtung Plinius’ fontein [Der Brunnen des Plinius] von 1913, übrigens zwei Jahre vor Ottorino Respighis Fontane di Roma komponiert. Meulemans benannte dieses Stück nach einem Brunnen, der sich in Tongeren (in der belgischen Provinz Limburg) befindet und nach dem römischen Wissenschaftler Plinius dem Älteren (23 bis 79) benannt worden war. In seiner Historia Naturalis schrieb Plinius dem Brunnen heilsame Kräfte zu. Meulemans fügte dem Werk eine kurze Erklärung hinzu, welche eher stimmungsvoll als programmatisch ist: 1.
    [Show full text]
  • Radio 3 Listings for 9 – 15 May 2009 Page 1 of 19
    Radio 3 Listings for 9 – 15 May 2009 Page 1 of 19 SATURDAY 09 MAY 2009 Dessane, Antoine (1826-1873): Ouverture Festspiel Orchester Gottingen Orchestre Metropolitain Nicholas McGegan, conductor SAT 01:00 Through the Night (b00k4q23) Gilles Auger (conductor) CARUS 83.420 TR 26 Susan Sharpe 5.15am 0719 With Susan Sharpe. Debussy, Claude (1862-1918): Chansons de Bilitis Paula Hoffman (mezzo-soprano) BULL 1.00am Lars-David Nilsson (piano) Visit to a Summer Farm including The Herd Girl’s Sunday Berlioz, Hector (1803-1869): Overture (Le carnaval romain, Op Arve Tellefsen, violin 9) 5.25am Bergen Symphony Orchestra 1.10am Debussy, Claude (1862-1918), orch. Ravel, Maurice Karsten Andersen, conductor Mozart, Wolfgang Amadeus (1756-1791): Piano Concerto No (1875-1937): Tarantelle styrienne (Danse)Winnipeg Symphony NORWEGIAN CULTURAL COUNCIL NKFCD50008-2 TR 21 in C, K467 Orchestra 5 1.42am Kazuhiro Koizumi (conductor) Puccini, Giacomo (1858-1924): Capriccio sinfonico 0728 1.54am 5.31am Respighi, Ottorino (1879-1936): The Pines of Rome - Ravel, Maurice (1875-1937): La valse - choreographic poem PALESTRINA symphonic poem for orchestra Tu es Petrus Gianluca Cascioli (piano) Orchestre National de France Choir of King’s College Cambridge RTE National Symphony Orchestra Charles Dutoit (conductor) Stephen Cleobury, director Giancarlo Andretta (conductor) ARGO 4101492 T8 5.44am 2.15am Witte, George Hendrick (1843-1929): Three Waltzes for piano, 0732 Soriano, Francesco (1548/9-1621): Dixit dominus Op 7 Nos 3, 6, 9 BBC Singers Wyneke Jordans, Leo van Doeselaar
    [Show full text]
  • Guide to the Carillon Music Collection, 1926-2018, Bulk: 1926-1983
    Guide to the Carillon Music Collection, 1926-2018, Bulk: 1926-1983 Norwich University Archives Kreitzberg Library Norwich University 158 Harmon Drive Northfield, VT 05663 Phone: (802) 485-2947 Fax: (802) 485-2173 Email: [email protected] Summary Creator Philbrook, F. Randolf Title Carillon Music Collection Dates 1926-2018, Bulk: 1926-1983 Extent 3 Boxes (3 linear feet) About the Collection The collection primarily represents the carillon music library of the late Capt. F. Randolf Philbrook, M.D., M.P.H. It contains sheet music dating from the 1920s to the 1980s. There are some records in the collection that document the Charlotte Nichols Greene Memorial Carillon on the campus of Norwich University, including recital programs, correspondence, photographs as well as general information on the carillon as a musical instrument. A detailed content listing will be found below. Access Restrictions The collection is open. Preferred Citation Many items in the University Archives are one-of-a-kind resources that are not likely to be available anywhere but here. For this reason, forming citations for archival sources is a little different than for books and periodicals. If you need to cite anything from this collection, follow the format below: Identification of specific item; Date (if known); Carillon Music Collection, Box and/or Folder and/or Item Identification; Norwich University Archives, Kreitzberg Library, Northfield, VT. Here’s an example from the collection: Praeludium en Fuga (Johanna Bordewijk Roepman, 1950) in Carillon Music Collection, Norwich University Archives, Kreitzberg Library, Northfield, VT. Additional Information Extent: 3 Boxes (3 linear feet) Collection Location: B29.3 Language(s) of Material: English, French Repository: Norwich University Archives, Kreitzberg Library, 158 Harmon Dr., Northfield, VT 05663 USA, Phone: 802.485.2947, Fax: 802.485.2173, [email protected] Content Listing Sheet Music (Series 1) (Box 1) Ad Este Fideles (John Wade’s Carol Book) Adios Muchachos (J.
    [Show full text]
  • BENELUX and SWISS SYMPHONIES from the 19Th Century to the Present
    BENELUX AND SWISS SYMPHONIES From the 19th Century to the Present A Discography of CDs And LPs Prepared by Michael Herman JEAN ABSIL (1893-1974) BELGIUM Born in Bonsecours, Hainaut. After organ studies in his home town, he attended classes at the Royal Music Conservatory of Brussels where his orchestration and composition teacher was Paul Gilson. He also took some private lessons from Florent Schmitt. In addition to composing, he had a distinguished academic career with posts at the Royal Music Conservatory of Brussels and at the Queen Elisabeth Music Chapel and as the long-time director of the Music Academy in Etterbeek that was renamed to honor him. He composed an enormous amount of music that encompasses all genres. His orchestral output is centered on his 5 Symphonies, the unrecorded ones are as follows: No. 1 in D minor, Op. 1 (1920), No. 3, Op. 57 (1943), No. 4, Op. 142 (1969) and No. 5, Op. 148 (1970). Among his other numerous orchestral works are 3 Piano Concertos, 2 Violin Concertos, Viola Concerto. "La mort de Tintagiles" and 7 Rhapsodies. Symphony No. 2, Op. 25 (1936) René Defossez/Belgian National Orchestra ( + Piano Concerto No. 1, Andante and Serenade in 5 Movements) CYPRÈS (MUSIQUE EN WALLONIE) CYP 3602 (1996) (original LP release: DECCA 173.290) (1958) RAFFAELE D'ALESSANDRO (1911-1959) SWITZERLAND Born in St. Gallen. After some early musical training, he studied in Paris under the tutelage of Marcel Dupré (organ), Paul Roës (piano) and Nadia Boulanger (counterpoint). He eventually gave up composing in order to earn a living as an organist.
    [Show full text]
  • Interdisciplines Journal of History and Sociology
    InterDisciplines Journal of History and Sociology Volume 5 – Issue 1 Identities in Media and Music Case-studies from (Trans)national, Regional and Local Communities Editorial Board Alfons Bora (Bielefeld University) Jörg Bergmann (Bielefeld University) Thomas Welskopp (Bielefeld University) Peter Jelavich (Johns Hopkins University Baltimore) Kathleen Thelen (Massachusetts Institute of Technology) Volume 5 – Issue 1 Identities in Media and Music Case-studies from (Trans)national, Regional and Local Communities Guest editors Verena Molitor (Bielefeld) and Chiara Pierobon (Bielefeld) © 2014 by Bielefeld Graduate School in History and Sociology (BGHS) All rights reserved Managing editor: Sabine Schäfer (BGHS) Editorial assistant: Jenny Hahn (BGHS) Copy editor: Laura Radosh Layout: Anne C. Ware Cover picture by Chiara Pierobon (ZDES, Bielefeld University) Coverdesign: deteringdesign GmbH Bielefeld/Thomas Abel www.inter-disciplines.org www.uni-bielefeld.de/bghs ISSN 2191-6721 This publication was made possible by financial support from the German Research Foundation - Deutsche Forschungsgemeinschaft (DFG). This Special Issue was printed with support of the Center for German and European Studies (CGES/ZDES), sponsored by the German Academic Exchange Service (DAAD) by funds from the Federal Foreign Office. Contents Verena Molitor and Chiara Pierobon Introduction: »Identities in media and music. Case-studies from (trans)national, regional and local communities« .......................................... 1 Anna Wiehl The myth of European identity. Representation and construction of regional, national and European identities in German, French and international television news broadcasts ............................................... 13 Lieselotte Goessens This is the soundtrack of our identity: National mythscapes in music and the construction of collective identity through music in early Flemish radio (1929–1939) ............................................................... 51 Ulrike Thumberger Regional and national identity in Austrian dialectal pop songs.
    [Show full text]
  • Marco Polo – the Label of Discovery
    Marco Polo – The Label of Discovery Since its launch in 1982, the Marco Polo label has for twenty years sought to draw attention to unexplored repertoire. Its main goals have been to record the best music of unknown composers and the rarely heard works of well-known composers. At the same time it aspired, like Marco Polo himself, to bring something of the East to the West and of the West to the East. For many years Marco Polo was the only label dedicated to recording rare repertoire. Most of its releases were world première recordings of works by Romantic, Late Romantic and Early Twentieth Century composers, and of light classical music. One early field of exploration lay in the work of later Romantic composers, whose turn has now come again, particularly those whose careers were affected by political events and composers who refused to follow contemporary fashions. Of particular interest are the operas by Richard Wagner’s son Siegfried, who ran the Bayreuth Festival for so many years, yet wrote music more akin to that of his teacher Humperdinck. To Der Bärenhäuter (The Man in the Bear’s Skin), Banadietrich, and Schwarzschwanenreich (The Kingdom of the Black Swan), the new catalogue adds Bruder Lustig, which again explores the mysterious medieval world of German legend. Other German operas included in the catalogue are works by Franz Schreker and Hans Pfitzner. Earlier Romantic opera is represented by Weber’s Peter Schmoll, and by Silvana, the latter notable in that the heroine of the title remains dumb throughout most of the action.
    [Show full text]