Het Karmelietenklooster Van Aalst (Prov
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Relicta 8 (2011), 83-250 83 Het karmelietenklooster van Aalst (prov. Oost-Vl.) (1497-1797): het gebouwenbestand, de begravingen en het fysisch-antropologische onderzoek Koen De Groote1, Wouter De Maeyer2, Jan Moens3, Kim Quintelier4, Fanny Van Cleven5, Ina Vanden Berghe5 & Wilfried Vernaeve6 1 Algemene inleiding van Aalst. Een ploeg van vier archeologen en zeven technische Naar aanleiding van de geplande bouw van een ondergrondse medewerkers8 groeven de projectzone van ongeveer 3200 m² in- parkeergarage7, werd van 15 maart 2004 tot eind december 2005 tegraal op. Het VIOE had de wetenschappelijke verantwoorde- een deel van de Hopmarkt in Aalst archeologisch onderzocht lijkheid voor dit project, dat grotendeels gefinancierd werd door (fig. 1). Dit archeologisch project, het grootste ooit in de Aal- de stad Aalst. Naast de geplande acht grote opgravingsvakken sterse binnenstad, was een samenwerking tussen het Vlaams In- met een totale oppervlakte van ongeveer 3000 m² zijn in de zo- stituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) en het stadsbestuur nes van het wegdek rondom het plein ook zeven kleinere sleuven fig. 1 Situeringsplan van de Hopmarkt in Aalst. Location of the Hopmarkt in Aalst. 0 1km 1 VIOE, Wallestraat 167, 9700 Oudenaarde- fysisch-antropologisch onderzoek. (halftijds), Jan Moens, Manuel De Kock en Marc Ename, [email protected]: pro- 5 KIK, Jubelpark 1, 1000 Brussel, fanny.vancle- Saeys. Hubert Labay (spoelen zeefstalen) en Luc jectverantwoordelijke, rapportage archeologisch [email protected], [email protected]: Muylaert (beerputonderzoek) van het VIOE waren onderzoek, bouwgeschiedenis, synthese. analyse en rapportage textielresten. periodiek bij de opgravingen betrokken. Voor 2 Toenmalig projectarcheoloog Stad Aalst, 6 Historisch onderzoek, wilfried.vernaeve@ de technische en logistieke ondersteuning was [email protected]. pandora.be. de inzet van Hugo Van Cauter en Dirk Van Her- 3 VIOE, Wallestraat 167, 9700 Oudenaarde-Ena- 7 De Groote et al. 2005; De Groote et al. 2006. reweghe van de Stad Aalst onmisbaar, evenals de me, [email protected]: rapportage 8 Voor de stad Aalst: Wouter De Maeyer, Ann steun van Hilde De Brandt voor de ontsluiting en archeologisch onderzoek, grafcontexten, synthese. De Block (halftijds), Benjamin De Roo, Kevin de publiekswerking. Het opgravingsteam wenst 4 VIOE, Koning Albert II-laan 19 bus 5, 1210 Matthijs, Kenny Peeters, Steven Van den Bremt en tevens de vele studenten van de universiteiten van Brussel, [email protected]: Jasmine Verbeke, voor het VIOE Koen De Groote Gent, Brussel en Leuven te danken voor hun inzet. 84 K. De Groote, W. De Maeyer, J. Moens, K. Quintelier, F. Van Cleven, I. Vanden Berghe & W. Vernaeve onderzocht, in totaal ongeveer 200 m² (fig. 2)9. De archeologi- Veemarkt lag in de 14de eeuw een grote drinkpoel voor vee, die sche horizont had een gemiddelde dikte van twee meter. verschillende malen heruitgegraven en hersteld werd. Pas aan het begin van de 16de eeuw werd deze 'Veemarktplasch' gedempt. De Hopmarkt was oorspronkelijk een veel kleiner plein en heet- Aan de burgerlijke bewoning ten zuiden van de Veemarkt kwam te de Veemarkt. Het zuidelijke, opgegraven deel van de huidige eind 15de eeuw een einde door de inplanting van een klooster. In Hopmarkt was in de middeleeuwen bebouwd10. Centraal op de 1497 kregen de karmelieten van Liedekerke de toestemming om VIII VII V XIV XV VI IX-X IV II I III XI XII XIII 0 10m fig. 2 Algemeen opgravingsplan Aalst Hopmarkt 2004-2005. General excavation plan of Aalst Hopmarkt 2004-2005. 9 De resterende, niet opgegraven zones onder het centrale deel van de drenkpoel ten noorden van nog meer dan 100 skeletten aangetroffen, waarvan het wegdek die bedreigd zijn door de concrete het klooster (tussen de werkputten VII en VIII uit de grootste hoeveelheid zich in de oostelijke pand- bouwplannen, zijn pas heel recent, van april tot 2005), de zuidoostelijke hoek van de pandhof en de gang bevond (De Maeyer et al. 2011). juni 2011, archeologisch onderzocht door Solva in oostelijke en zuidelijke pandgangen. In deze drie 10 De Groote 2010, 259-260. opdracht van de Stad Aalst. Dit onderzoek omvatte laatste zones binnen het klooster werden in totaal Het karmelietenklooster van Aalst (1497-1797): het gebouwenbestand, de begravingen en het fysisch-antropologische onderzoek 85 hun klooster te verplaatsen naar de binnenstad van Aalst. Na de waard wordt in de Bibliotheek voor Godgeleerdheid van de Franse Revolutie werd het in 1797 opgeheven en werden de ge- K.U.Leuven. Dit archief is door het Aartsbisdom Mechelen aan bouwen verkocht. De kloosterkerk kreeg uiteindelijk een nieuwe deze bibliotheek overgemaakt in permanente bruikleen. In to- bestemming, onder andere als schouwburg, een functie die ze taal betreft het negen codexen, waarbij vooral codex 153 − Dia- behield tot de afbraak in 1936. Het kloosterpand werd opgedeeld rium Carmeli Alostani (1643-1796) − informatie over de bouwge- in een tiental woonhuizen, die pas na de Tweede Wereldoorlog schiedenis verschaft. Het Aalsterse stadsarchief bezit het groot verdwenen. Een deel van de westelijk gelegen gronden, waar zich register van het karmelietenklooster uit 1718. Daarnaast hebben de kloostertuinen en de boomgaard bevonden, werd in 1808 om- vooral de Wettelijke Passeringen en de Aalsterse Schepenboeken gevormd tot een plein: de Botermarkt. In 1872 besliste het stads- en stadsrekeningen bruikbare informatie opgeleverd. bestuur om op deze plaats een overdekte markt te plaatsen, die in 1953 opnieuw afgebroken werd. De Hopmarkt heeft dus pas na 2.2 Beknopte geschiedenis van de geschoeide de Tweede Wereldoorlog zijn huidige vorm en uitzicht gekregen. karmelieten Naast enkele prehistorische sporen en resten leverde het archeo- 2.2.1 Het ontstaan in het Oosten logisch onderzoek een zeer grote hoeveelheid gegevens op voor de verschillende middeleeuwse en postmiddeleeuwse occupa- De karmelietenorde kent geen echte stichter. Ze is ontstaan tiefasen, daterend van de 12de tot de eerste helft van de 20ste op de berg Karmel in Palestina, die sinds mensenheugenis eeuw. Door de omvangrijkheid van de opgravingsgegevens is het verbonden is met de profeet Elia. Deze Elia wekte in de loop onmogelijk de volledige studie en publicatie ervan in één keer uit der tijden de geestdrift op van talrijke kluizenaars, die in zijn te voeren. De resultaten van het onderzoek zullen verschijnen in navolging op of rond de Karmel een aan God toegewijd leven verschillende deelstudies, waarvan dit artikel het eerste is. Deze gingen leiden13. In de 11de en de 12de eeuw beleefde het klui- bijdrage bestudeert enerzijds alle gegevens over de bouwgeschie- zenaarsleven, dat zijn eerste hoogtepunt kende in de 4de-7de denis van het klooster en anderzijds de begravingen die er plaats- eeuw, een ware revival in de christelijke wereld. Aanleiding gevonden hebben, waarbij zowel de studie van de graven en de hiervoor was de ontevredenheid over het te ingewikkelde en grafvondsten als de resultaten van het fysisch-antropologische te omvangrijke kloosterleven zoals het in het Westen beleefd onderzoek uitgebreid aan bod komen. De archeologische resul- werd14. Als gevolg hiervan sloten in het midden van de 12de taten worden zoveel mogelijk geconfronteerd met de geschreven eeuw, na de tweede kruistocht, heel wat westerse immigran- bronnen, met de bedoeling een zo coherent mogelijk beeld te ge- ten zich aan bij de heremieten die de uitgehakte grotten in de ven van de geschiedenis van het klooster en van de begravingen wand van de berg Karmel al bevolkten. Aanvankelijk kwamen die er plaatsvonden. deze heremieten nog uit kloosters, maar met de tijd gingen ook meer en meer leken zich vestigen als kluizenaar. Dit laat- ste werd ook bevorderd door de vele pelgrimstochten naar het 2 De karmelieten van Aalst Heilig Land. Heel wat bedevaarders besloten om er na hun aankomst te blijven15. 2.1 Inleiding De orde van de geschoeide karmelieten ontstond begin 13de De Broeders van Onze-Lieve-Vrouw van de berg Karmel ver- eeuw en verspreidde zich in de loop van die eeuw over Vlaan- kregen rond 1206-1214 een korte leefregel van Albertus van deren. In dit hoofdstuk zal eerst een algemeen overzicht van het Avogadro, de patriarch van Jeruzalem16. Bijzonder hierin is de ontstaan en de evolutie van de orde geschetst worden, vooraleer plaats die gegeven wordt aan het in stilte uitgevoerde gebed: ingezoomd wordt op de geschiedenis van de aanwezigheid van "Ieder moet alleen in zijn cel verblijven, er dag en nacht de wet deze Onze-Lieve-Vrouwe-Broeders te Aalst. van de Heer overwegen en waken in gebed". Ze mochten el- kaar enkel ontmoeten bij een dagelijkse gemeenschappelijke De historische informatie over de Aalsterse karmelieten komt mis en voor een wekelijks kapittel op zondag. Ze moesten ook zowel uit gepubliceerde als uit ongepubliceerde bronnen. De Aal- handenarbeid verrichten17. Deze regel zorgt ervoor dat naast sterse historicus Petrus Van Nuffel schreef begin vorige eeuw een het convent op de berg Karmel er ook andere religieuze centra boekje met de beknopte geschiedenis van het karmelietenkloos- kunnen ontstaan18. ter, dat steunt op allerhande geschreven bronnen, die soms inte- graal weergegeven worden11. Een en ander had hij echter over- Een ander document dat getuigt van hun aanwezigheid dateert genomen uit de Geschiedenis van Aalst door Frans de Potter en ook uit het begin van de 13de eeuw en is geschreven door Jacob Jan Broeckaert uit 187512. Een nog ouder werk is de Historia sacra van Vitry, bisschop van Akko van 1216 tot 1228. Deze schreef et profana archiepiscopatus Mechliniensis van Cornelius Van Ge- in 1221 in zijn Historia orientalis: "Anderen, naar het voorbeeld stel uit 1725, dat in de twee voorgaande publicaties regelmatig van de heilige en eenzame man, de profeet Elia, leven op de hel- geciteerd wordt en waaruit heel wat historische teksten overge- ling van de berg Karmel. Ze wonen in grotten en kleine cellen nomen zijn. en zoals de bijen van de Heer, vergaren ze een honing van een geestelijke zoetheid.".