Schrijvers, Uitgevers En Hun Collaboratie. Deel 3A De Kleine Collaboratie

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Schrijvers, Uitgevers En Hun Collaboratie. Deel 3A De Kleine Collaboratie Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3A De kleine collaboratie Adriaan Venema bron Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3A De kleine collaboratie. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam 1990 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/vene001schr03_01/colofon.htm © 2008 dbnl / erven Adriaan Venema 7 Voorwoord In het eerste deel van Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie troffen we een duidelijk omlijnde situatie aan: het systeem van autoriteiten en autoriteitjes die elkaar bevochten, de ambtenaren die de Nieuwe Orde aanhingen en vanuit hun nieuwe scheppingen, het DVK, de Kultuurkamer, de Kultuurraad, aan hun culturele ideeën gestalte probeerden te geven. En daarnaast het ‘systeem’ van de geschiedverdraaiing, dat heel wel aantoonbaar is omdat de geschreven bronnen uit de tijd vóór en tijdens de Tweede Wereldoorlog niet zelden op gespannen voet staan met de herinneringen van de betrokkenen later, waarbij ik nu in het midden laat of die verdraaiing bewust of onbewust gebeurde. In deel II behandelde ik de zogenaamde ‘harde kern’ van de nationaal-socialisten: schrijvers die zich in hun handelen en in hun (literaire) werk rabiate aanhangers van de Nieuwe Orde betoonden, waarbij ook steeds sprake bleek te zijn van een fel antisemitisme. Fout is fout, daarover is geen discussie mogelijk en ook ten aanzien van dit deel lagen de kaarten duidelijk op tafel. In deel III van deze studie, waarvan het onderhavige boek de eerste band vormt-de tweede band (deel III b) zal in zijn geheel zijn gewijd aan Simon Vestdijk-, komen we in de grijstonen terecht. Nog steeds is de collaboratie het onderwerp, maar we zullen merken dat zij in allerlei gradaties naar voren trad. Veelal is die collaboratie niet of niet ondubbelzinnig terug te vinden in het werk, waardoor het voor latere lezers niet meer te herkennen is als het werk van een collaborerend auteur. De beweegredenen voor deze collaboratie verschilden sterk. Het kan geldzucht zijn geweest, maar ook pure angst. Of onverschilligheid voor wat er gebeurde. Opportunisme was een motief. Overigens zijn die beweegredenen heel vaak niet meer te achterhalen. Nemen we als voorbeeld De Groene Amsterdammer, een blad met in de jaren dertig een duidelijke antifascistische traditie. Op 11 mei 1940, een dag na de Duitse inval, verscheen het met een emotioneel hoofdartikel dat opriep tot weerbaarheid. Ook maakte het gewag van de principiële uitgangspunten van de strijd: ‘Ons bezielen gevoelens van verbondenheid met de geallieerden, wier hulp in aantocht is. Het democratisch ideaal waarvoor zij in September den handschoen hebben opgenomen, is het ideaal van het Nederlandsche Volk. Het is vier-en-zestig jaren lang het ideaal geweest van dit blad. Wij zullen het getrouw blijven tot den laatsten ademtocht.’ Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3A De kleine collaboratie 8 Dat laatste was heel duidelijk en volkomen in de lijn der verwachtingen, ge zien het verleden van het blad. Een nummer later echter, de capitulatie was inmiddels een feit, was het blad radicaal omgeslagen: ‘De uiterste consequentie van wat bij talloos velen in den lande leefde, is getrokken en manmoedig aanvaard in een strijd met de wapenen. Nu deze eervol en terecht is gestaakt, past het ons geheele volk slechts het voorbeeld, dat ons is gegeven door hen, die hun leven veil hadden, te volgen in een volmaakt loyale aanvaarding van de thans geschapen nieuwe verhoudingen. Met den realiteitszin, die door de eeuwen heen een van de grootste Nederlandsche krachten was, zullen wij in moeten zien, dat iedere voortzetting, direct of indirect, van politieken strijd onder de gegeven omstandigheden slechts redeloos en voor ons volk schadelijk kan zijn. Ook deze strijd dient loyaal te worden opgegeven, zooals de militaire strijd is opgegeven.’ Wat kunnen we anders concluderen dan dat een verbijsterende salto mortale had plaatsgevonden? Was het angst voor de broodwinning of angst dat het blad onder de nieuwe machthebbers zou worden verboden? Gissingen slechts. En dat is precies het probleem waarmee we in dit deel vrij vaak zullen worden geconfronteerd. Motieven zijn niet meer te achterhalen. Eens te meer is het dringend noodzakelijk dat we ons richten op de overgeleverde bronnen, of die geschreven zijn, gepubliceerd wellicht, of ons zijn overgebracht door mondelinge getuigenis. Steeds opnieuw werd ik bij het onderwerp schrijvers en hun collaboratie geconfronteerd met de macht van het eenmaal ingenomen standpunt, het eenmaal geschapen beeld waarvan geen verandering wordt geduld. Men wil nu eenmaal graag horen wat al zo vertrouwd is en wenst daar ook, of het nu waarheid is of leugen, geen afstand van te doen. Het doet denken aan een gebeurtenis die in 1831 in Rouen plaatsvond. Daar werd het toneelstuk Antony van Alexandre Dumas opgevoerd. Het is het verhaal van een verboden liefde. Als de echtgenoot van de vrouw in de kamer wil komen waar de twee gelieven zich bevinden, smeekt de vrouw haar minnaar haar te doden. Hij doet dat, uit liefde voor haar. Om de eer van de vrouw te redden zegt hij als de man binnenkomt: ‘Ja, zij is dood. Zij weerde me af. Ik heb haar vermoord!’ De slotwoorden werden een legende. Wat gebeurde er die avond? Het doek viel nadat de vrouw was gedood. De acteur die de beroemde woorden moest uitspreken, rende woedend het toneel af en was niet tot terugkeer te bewegen. Het doek werd weer gehesen en de beroemde actrice Marie Dorval stond uit de dood op, liep tot vooraan het toneel en sprak: ‘Ik weerde hem af. Hij heeft mij vermoord.’ Het publiek was gelukkig. Gelukkig is het publiek ook met het beeld dat in de naoorlogse jaren werd geschapen van de Nederlandse schrijvers die zich massaal van de bezetter af- Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3A De kleine collaboratie 9 wendden en bleken te behoren tot de beroepsgroep die zich vooral bezighield met illegale en clandestiene publikaties. Dat laatste is niet geheel onwaar. Het aantal illegale en clandestiene publikaties in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog is inderdaad ongekend. Maar er mogen vraagtekens worden gezet bij de werkelijke motieven van veel van deze clandestiene auteurs. De ‘dubbele pannebakkers’, zoals Erwich en Gabriël Smit, waar ik in deel I op wees, waren talrijk. Met de nederlaag in het nabije verschiet wilden velen zich op de valreep nog een onkreukbaar verleden-het liefst een verzetsverleden-aanmeten. Schrijvers willen koste wat het kost publiceren. Jean Guéhonne schreef in 1940: ‘De “soort” letterkundigen is niet een van de vooraanstaandste menselijke soorten. Hij is niet niet capabel om lang in het duister te blijven leven; hij zou zijn ziel nog aan de duivel verkopen als zijn naam maar in druk verschijnt.’ Dat Guéhonne het hier over Franse auteurs heeft, maakt geen verschil. Ook het in 1988 verschenen La vie quotidienne des écrivains et des artisles sous l'occupation van Gilles en Jean-Robert Ragache toont aan dat de Franse schrijvers zich ten tijde van de Tweede Wereldoorlog niet wezenlijk anders hebben gedragen dan hun Nederlandse vakbroeders, hoe verschillend de omstandigheden verder ook waren (Frankrijk kende bijvoorbeeld niet de instelling van de Kultuurkamer, het instituut dat zo duidelijk toonde hoe de kaarten waren geschud). Dat moge een troost zijn: de mens, dus ook de auteur heeft zich elders even miserabel gedragen als hier. Voor Nederland én voor Frankrijk gold, wat zo duidelijk wordt samengevat in de regels van Marquis d'Argenson in diens Pétain et le Pétinisme, essai de psychologie (door professor Geyl in 1953 in een recensie over deze studie in Vrij Nederland tot ons gebracht): ‘De bevrijding van het Franse grondgebied ging gepaard met verrassende onthullingen. Van overal zag men dubbel klandestiene verzetslieden opduiken: de leiders van de ondergrondse hadden van hun bestaan zomin iets geweten als de Duitsers. Men vernam tevens dat een menigte van personen bij de regering van Vichy om baantjes had gevraagd, ja gebedeld hadden met geen andere bedoeling dan om de vijand beter te misleiden en zijn nederlaag voor te bereiden. Zelfs de agenten van het commissariaat voor Joodse zaken waren enkel in dienst gegaan om de arme vervolgde Israëlieten te helpen. Kortom, vier jaar lang had er een algemene vergissing geheerst omtrent wie werkelijk het personeel van het Verzet hadden gevormd.’ Deze verschijnselen traden in de eerste twee delen van deze studie al navrant aan het licht. In dit derde deel zal het niet anders zijn. Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel 3A De kleine collaboratie 11 1 Het volksche boek ‘De scheppende verbeelding van het volksche levensgevoel.’1 Deze kenschets van Jan van der Made in Groot Nederland is wellicht de meest treffende die de nationaal-socialistische kunstkritiek zelf voor de literatuur van de Nieuwe Orde heeft: kunnen bedenken. Het begrip ‘volksch’ is nauw met het Nederlandse nationaal-socialisme verbonden. ‘Volksch’ moet dan vertaald worden als ‘eigen aan het volk’, maar omdat het volk daar zelf niet over kon beslissen (democratie was uit den boze, gehoorzaamheid aan de Leider ging voor alles) moeten we constateren dat het een eufemisme was voor ‘nationaal-socialistisch’, en als zodanig heel geschikt om de aarzelaars binnen het kamp te trekken. Het begrip kan daarnaast ook gekoppeld worden aan ‘bloed en bodem’ en daarmee komen we al dicht bij de door nationaal-socialisten verheerlijkte ‘boerenromans’. Deze ‘bloed en bodem’-gedachte werd met veel ijver opgelegd door Goebbels' propagandaministerie. In 1938 bijvoorbeeld financierde Goebbels het Spiel von Job dem Deutschen, een toneelspel van Kurt Eggers dat in tientallen Duitse steden werd opgevoerd en waarin de hoofdpersoon ondermeer declameert: ‘Deutscher, Dein Land soll die Quelle der Welt sein.’ ‘Land’ heeft hier ontegenzeglijk een dubbele betekenis. Duitsland, de natie dus, maar óók de Duitse bodem zouden uiteindelijk de hele wereld tot inspiratiebron moeten zijn. In Nederland echter ontstond een eigen versie daarop: het land was wel inspiratiebron, maar dan niet het Duitse land, doch de eigen bodem.
Recommended publications
  • Sicco Mansholt [1908—1995], Duurzaam-Gemeenzaam SICCO ANSHOLT
    fax. ?W • :•, '•'••• ^5 *4 ffr," Pi Sicco Mansholt [1908—1995], Duurzaam-Gemeenzaam SICCO ANSHOLT, [1908—1995] Duurzaam-Gemeenzaam o Met dank aan Wim Kok, Jozias van Aartsen, Franz Fischler, Louise Fresco, Frans Vera, Riek van der Ploeg, Aart de Zeeuw, Piet Hein Donner, Paul Kalma, Herman Verbeek, Marianne Blom, Cees Van Roessel, Hein Linker, Jan Wiersema, Corrie Vogelaar, Joop de Koeijer, Wim Postema, Jerrie de Hoogh, Gerard Doornbos en Wim Meijer. Redactie Dick de Zeeuw, Jeroen van Dalen en Patrick de Graaf Schilderij omslag Sam Drukker Ontwerp Studio Bau Winkel (Martijn van Overbruggen) Druk Ando bv, 's-Gravenhage Uitgave Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Directie Voorlichting Bezuidenhoutseweg 73 postbus 20401 2500 EK 's-Gravenhage Fotoverantwoording Foto schilderij omslag, Sylvia Carrilho; Jozias van Aartsen, Directie Voorlichting, LNV; Riek van der Ploeg, Bert Verhoeff; Piet Hein Donner, Hendrikse/Valke; Paul Kalma, Hans van den Boogaard; Herman Verbeek, Voorlichtingsdienst Europees Parlement; Marianne Blom, AXI Press; Gerard Doornbos, Fotobureau Thuring B.V.; Wim Meijer, Sjaak Ramakers s(O o <D o CD i 6 ra ro 3 3 Q CT O O) T 00 o o Inhoud 1 o Herdenken is Vooruitzien u 55 Voorwoord 9 Korte schets van het leven van Sicco Mansholt 13 De visie van Sicco Mansholt Wetenschappelijk inzicht en politieke onmacht 19 Minder is moeilijk in de Europese landbouw 26 Minder blijft moeilijk in de Europese landbouw 54 Een illusie armer, een ervaring rijker 75 Toespraken ter gelegenheid van de Mansholt herdenking Sicco Mansholt,
    [Show full text]
  • Kopstukken Van De Nsb
    KOPSTUKKEN VAN DE NSB Marcel Bergen & Irma Clement Marcel Bergen & Irma Clement KOPSTUKKEN VAN DE NSB UITGEVERIJ MOKUMBOOKS Inhoud Inleiding 4 Nationaalsocialisme en fascisme in Nederland 6 De NSB 11 Anton Mussert 15 Kees van Geelkerken 64 Meinoud Rost van Tonningen 98 Henk Feldmeijer 116 Max Blokzijl 132 Robert van Genechten 155 Johan Carp 175 Arie Zondervan 184 Tobie Goedewaagen 198 Henk Woudenberg 210 Evert Roskam 222 Noten 234 Literatuur 236 Colofon 238 dwang te overtuigen van de Groot-Germaanse gedachte. Het gevolg is dat Mussert zich met enkele getrouwen terug- trekt op het hoofdkwartier aan de Maliebaan in Utrecht en de toenemende druk probeert te pareren met notities, toespraken en concessies. Naarmate de bezetting voortduurt nemen de concessies die Mussert aan de Duitse bezetter doet toe. Inleiding De Nationaal Socialistische Beweging (NSB) speelt tijdens Het Rijkscommissariaat de Tweede Wereldoorlog een opmerkelijke rol. Op 14 mei 1940 aanvaardt Arthur Seyss-Inquart in de De NSB, die op 14 december 1931 in Utrecht is opgericht in Ridderzaal de functie van Rijkscommissaris voor de een zaaltje van de Christelijke Jongenmannen Vereeniging, bezette Nederlandse gebieden. Het Rijkscommissariaat vecht tijdens haar bestaan een richtingenstrijd uit. Een strijd is een civiel bestuursorgaan en bestaat verder uit: die gaat tussen de Groot-Nederlandse gedachte, die streeft – Friederich Wimmer (commissaris-generaal voor be- naar een onafhankelijk Groot Nederland binnen een Duits stuur en justitie en plaatsvervanger van Seyss-Inquart). Rijk en de Groot-Germaanse gedachte,waarin Nederland – Hans Fischböck (generaal-commissaris voor Financiën volledig opgaat in een Groot-Germaans Rijk. Niet alleen de en Economische Zaken). richtingenstrijd maakt de NSB politiek vleugellam.
    [Show full text]
  • De BVD Op Een Bascule Het Openbaarheidsdebat Omtrent De BVD 1950-1990
    De BVD op een bascule Het openbaarheidsdebat omtrent de BVD 1950-1990 Tom Augustin S4126742 Geschiedenis Masterscriptie Politiek en Parlement Radboud Universiteit te Nijmegen Begeleider: Wim de Jong Inhoudsopgave Inleiding 3 Een start in rustig vaarwater 12 Is de Commissie voor de Binnenlandse Veiligheidsdiensten het antwoord? 13 BVD blijft veelal onder de radar 16 Conclusie 18 De storm zet aan: omsingelt door critici 20 Wie luistert mee? 21 Reden van afwijzing onbekend: het antecedentenonderzoek 24 Conclusie 29 Een nieuwe taak voor de BVD: terroristische rukt op 31 Ruis op de lijn tussen BVD en CRI 32 Rudie van Meurs niet beeld 37 Conclusie 39 Openbaringsdebat breek werkelijk los 41 Het vuurt laait op rondom de vredesbeweging 41 Op dezelfde voet verder na nieuwe wetgeving 47 Conclusie hoofdstuk 4 51 Conclusie 52 Bibliografie 56 Primaire bronnen 56 Secundaire bronnen 59 2 Inleiding “Ik ben in de meest duistere krochten van de overheid geweest, en voor licht zijn ze het bangst.”1 Edward Snowden stelt middels dit citaat dat een overheid niet volledig transparant is en dat overheden dit ook niet willen. Volgens Snowden zal dit wel het geval moeten zijn omdat controle uitoefenen op diezelfde overheid anders niet mogelijk is. Ook vanuit academische kant zijn geluiden als deze te horen. Politicoloog Ian Shapiro beschrijft in zijn boek The moral foundations of politics dat transparantie nodig is voor een democratie, omdat het ervoor zorgt dat politici goed werk verrichten. Voornamelijk omdat politici dan beter in de gaten worden gehouden.2 Democratie en transparantie worden aan elkaar gekoppeld alsof het een niet zonder het ander kan.
    [Show full text]
  • Een Glorieuze 'Nieuwe Tijd' of Een 'Eindtijd in Gloria'
    Een glorieuze 'nieuwe tijd' of een 'eindtijd in gloria' De spagaat tussen een katholieke identiteit en een nationaalsocialistische overtuiging bij M.V.E.H.J.M. graaf de Marchant et d' Ansembourg (1894-1975) 7 I Masterscriptie Researcbmaster Religious Symbols and Traditions Peter Broekema S1136437 Begeleiders: Prof. Dr. Y.B. Kuiper en Mw. Dr. M.P.A. de Baar ) · .. // ~~/~;'!tii;;,~:r.®ltmh Afbeelding: Beeldnummer: 28700 Collectie: Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) Bijschrift: Het bezoek van den Secretaris-Generaal van het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten, Dr. T. Goedenwaagen aan Limburg. Tijdens het bezoek aan Maastricht. In de kelder van de St. Servaaskerk voor de graftombe waarin zich het gebeente bevindt van de Heilige Sint Servaas. In het midden Dr. T. Goedewaagen en rechts naast hem de Commissaris in de provincie Limburg, Graaf M. Marchant d'Ansembourg (verder nog De Ranitz en J.G.J. Goverts). Beeld Datum: 28-05-1941 (Opname) ''1 • 1 2 Voorwoord Graag wil ik van de gelegenheid gehruik maken om nog een kort dankwoord te richten aan diegenen die het ontstaan en met name het afronden van deze scriptie mogelijk hehhen gemaakt. In de eerste plaats gaat mijn dank voomamelijk uit naar mijn mentor Prof. Dr. A.L. Molendijk, die mij gedurende de jaren van de Researchmaster heeft hegeleid en wiens student-assistent ik met veel plezier enige jaren hen geweest. Hij heeft mij geleerd vooral vooruit te kijken, plezier te hebhen en houden in de wetenschap en mij door moeilijke tijden geloodst. Daarnaast waren voor het schrijven van deze masterscriptie mijn hegeleiders Prof. Dr. Y.B.
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • The Actuality of Critical Theory in the Netherlands, 1931-1994 By
    The Actuality of Critical Theory in the Netherlands, 1931-1994 by Nicolaas Peter Barr Clingan A dissertation submitted in partial satisfaction of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy in History in the Graduate Division of the University of California, Berkeley Committee in charge: Professor Martin E. Jay, Chair Professor John F. Connelly Professor Jeroen Dewulf Professor David W. Bates Spring 2012 Abstract The Actuality of Critical Theory in the Netherlands, 1931-1994 by Nicolaas Peter Barr Clingan Doctor of Philosophy in History University of California, Berkeley Professor Martin E. Jay, Chair This dissertation reconstructs the intellectual and political reception of Critical Theory, as first developed in Germany by the “Frankfurt School” at the Institute of Social Research and subsequently reformulated by Jürgen Habermas, in the Netherlands from the mid to late twentieth century. Although some studies have acknowledged the role played by Critical Theory in reshaping particular academic disciplines in the Netherlands, while others have mentioned the popularity of figures such as Herbert Marcuse during the upheavals of the 1960s, this study shows how Critical Theory was appropriated more widely to challenge the technocratic directions taken by the project of vernieuwing (renewal or modernization) after World War II. During the sweeping transformations of Dutch society in the postwar period, the demands for greater democratization—of the universities, of the political parties under the system of “pillarization,” and of
    [Show full text]
  • 'Een Democratische Formatie?'
    ‘Een democratische formatie?’ Onderzoek naar het debat over de spanning tussen openbaarheid en beslotenheid van kabinetsformaties tussen 1970 en 2012 Masterscriptie Lisa van Bussel Universiteit Leiden S1585355 14 juli 2016 prof. Dr. Henk te Velde en Elisabeth Dieterman aantal woorden: 31013 Inhoudsopgave Inleiding 2 Hoofdstuk 1 Arguing and Bargaining 10 Hoofdstuk 2 De besloten formatie 13 Hoofdstuk 3 De schriftelijke formatie 18 Hoofdstuk 4 De tegenstrijdige formatie 26 Hoofdstuk 5 De snelle formatie 35 Hoofdstuk 6 De functionele formatie 42 Hoofdstuk 7 De anti-paarse formatie 50 Hoofdstuk 8 De nieuwe formatie 59 Conclusie Een democratische formatie? 68 Epiloog 78 Literatuurlijst 82 2 Inleiding Openbaarheid zal door elke politicus onderstreept worden als kernbegrip binnen het politieke stelsel van Nederland. Openbaarheid is belangrijk als het gaat om informatievoorziening naar het parlement of de burger, maar heeft nog een andere functionele waarde. Wanneer besluitvorming openbaar plaatsvindt, kunnen buitenstaanders zich identificeren met het proces. In het geval bepaalde afwegingen achteraf toch slechte keuzes geweest blijken te zijn kan er terug gegrepen worden op het transparante proces waaraan iedereen op een bepaalde manier heeft kunnen deelnemen. Maar waarom gebeurt dit dan niet altijd? Als een transparant proces van totstandkoming van besluiten of akkoorden achteraf een hoop ellende wegneemt, waarom worden er dan ook regelmatig radiostiltes afgesproken? Openbaarheid van politieke processen is al lange tijd een thema in Nederland. Johan Rudolf Thorbecke, vormgever van de grondwetswijziging van 1848, had openbaarheid al hoog in het vaandel staan en omschreef het als: ‘Openbaarheid dat is; de groote algemene school van politieke opvoeding.’1 De grondwetswijziging van 1848 stond niet alleen in het teken van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid, maar ook van het creëren van openbaarheid.
    [Show full text]
  • Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
    xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx~ X X X X X X X X X X X X JAARGANG X 1935 X X X X X X X X X X X X X X. X X X X X X X X JAARBERICHT A X X X X X X X X X X X X X X X X X 3'ASCISTISCKE EN X X X X X NATIONAAL-SOCIALISTISCHE X X X X ORGANIC. .TIES X X - X X X X X * X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X ti X x X X X X X X X X X GEHEIM X X X X X X X X X xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 1935 Hoofdstuk II'JHOTJD Bladz. A . Fascistische - en Prationaal Socia- listische Organisaties (Overzicht) l. B.l Nationaal Socialistische Beweging . (N.S.R.) ........................ 4. B.2 Nationaal Socia list is che Neder - landsche Arbeiders Partij (N.S.N.A,F,) C .... ICruyt ....... 14. B *3 Neder landseh Vo lksfasc i sme "Zw8r t Front" (Arnold Meyer) ........... 16. B .4 Nederlandsch Volksfascisme (N.V.F.) L. Felten ........................ 17 - B.5. Verbond van Dietsch Nationaal Soli- daristen (Verdinaso) .............. 10. €3.6 Nederïandsche Socialistische Partij (N.S .P.) .......................... 19 B .7 Nu$io~nal- Socialistische Neder- landsche Arbeiders Partij (N.S.N.A.F.) Dr. 3. Ridder van Rappard ......... 20. B.8 Verbond van Vrienden van Duitschland (V.V.D.) .......................... 20. -0-0-0-0-0-0-0-00 U -JAhRBER 1CIIT -A Februari --1935. FACC I STISCHE- en NAT I OXAAL-- - SOC IALISTIS CHE ORGANISATIES.
    [Show full text]
  • Het Hof Van Brussel of Hoe Europa Nederland Overneemt
    Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt Arendo Joustra bron Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt. Ooievaar, Amsterdam 2000 (2de druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/jous008hofv01_01/colofon.php © 2016 dbnl / Arendo Joustra 5 Voor mijn vader Sj. Joustra (1921-1996) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 6 ‘Het hele recht, het hele idee van een eenwordend Europa, wordt gedragen door een leger mensen dat op zoek is naar een volgende bestemming, die het blijkbaar niet in zichzelf heeft kunnen vinden, of in de liefde. Het leger offert zich moedwillig op aan dit traagkruipende monster zonder zich af te vragen waar het vandaan komt, en nog wezenlijker, of het wel bestaat.’ Oscar van den Boogaard, Fremdkörper (1991) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 9 Inleiding - Aan het hof van Brussel Het verhaal over de Europese Unie begint in Brussel. Want de hoofdstad van België is tevens de zetel van de voornaamste Europese instellingen. Feitelijk is Brussel de ongekroonde hoofdstad van de Europese superstaat. Hier komt de wetgeving vandaan waaraan in de vijftien lidstaten van de Europese Unie niets meer kan worden veranderd. Dat is wennen voor de nationale hoofdsteden en regeringscentra als het Binnenhof in Den Haag. Het spel om de macht speelt zich immers niet langer uitsluitend af in de vertrouwde omgeving van de Ridderzaal. Het is verschoven naar Brussel. Vrijwel ongemerkt hebben diplomaten en Europese functionarissen de macht op het Binnenhof veroverd en besturen zij in alle stilte, ongezien en ongecontroleerd, vanuit Brussel de ‘deelstaat’ Nederland.
    [Show full text]
  • Frits Bolkestein Is Een Leergierig Ventje Van Veertien Jaar En
    1 HET BEGIN: 1948-1963 rits Bolkestein is een leergierig ventje van veertien jaar en zit in de tweede klas van het prestigieuze Barlaeus Gymnasium Fin Amsterdam, Neelie Kroes speelt in Rotterdam op de kleu­ terschool, niet met poppen maar met houten vrachtautootjes, en ook Hans Wiegel vermaakt zich nog in de zandbak, terwijl Ed Nijpels nog geboren moet worden. Terwijl deze kinderen nog geen flauwe notie hebben van de roem die zij later in politiek en bestuur zullen vergaren, loopt de 21-jarige Schilleman Overwa­ ter het Amsterdamse Centraal Station uit. Het is zaterdag 24 ja­ nuari 1948. De snijdende en harde oostenwind maakt het met een paar graden boven nul onaangenaam koud. Gevoelstemperatuur min vijf, zouden we nu zeggen. De jongeman uit het Zuid-Hol- landse dorpje Strijen trekt zijn kraag hoog op, steekt zijn handen diep in zijn jaszakken en loopt naar de halte van lijn 1. De tram staat gelukkig al klaar en negen haltes verder stapt hij uit op het Leidseplein. Overwater heeft van tevoren goed geïnformeerd hoe hij bij Theater Bellevue moet komen; hij kent de hoofdstad niet. Het is gaan sneeuwen, grote, natte vlokken, en dat zal nog uren zo doorgaan. Gelukkig hoeft hij niet ver te lopen. Hij wandelt langs hotel-restaurant Americain, slaat rechts af de Leidselcade op en betreedt even later het zalencomplex waar ruim twaalf jaar eerder Max Euwe wereldkampioen schaken is geworden tegen de Rus Aljechin. 9 Een week daarvoor is O ver water voor het eerst van zijn leven in Amsterdam. Zijn Partij van de Vrijheid (PvdV) heeft er ver­ gaderd over samenwerking met het Comité-Oud.
    [Show full text]
  • Nieuw Europa Versus Nieuwe Orde De Tweespalt Tussen Mussert En Hitler Over Het Nieuwe Fascistische Europa
    Nieuw Europa versus Nieuwe Orde De tweespalt tussen Mussert en Hitler over het nieuwe fascistische Europa Masterscriptie Europese Studies Studiepad Geschiedenis van de Europese Eenheid Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Auteur: Ramses Andreas Oomen Studentnummer: 10088849 E-mail: [email protected] Begeleider: dr. M.J.M. Rensen Tweede lezer: dr. R.J. de Bruin Datum van voltooiing: 01-07-2015 2 Inhoudsopgave Inleiding…………………………………………………………………………………... 6 Hoofdstuk 1. Het fascisme als derde weg……………………………………………….. 12 Erfenissen uit het fin de siècle: Europa in crisis………………………………….. 12 Tussen het verouderde liberalisme en het opkomende marxisme………………... 14 ‘Het Germaansche zwaard en de Romeinsche dolk’……………………………... 16 De NSB en het nieuwe Europa………………………………………………….... 18 Mussolini en Hitler als ‘goede Europeanen’?.......................................................... 23 Hoofdstuk 2. De ordening van Europa………………………………………………….. 26 Tussen nationalisme en internationalisme: de zoektocht naar een statenbond…… 26 Ideevorming rondom de Germaanse statenbond…………………………………. 27 Germaanse statenbond tegenover Germaans rijk………………………………… 31 Groot-Nederland en het Dietse ideaal…………………………………………….. 33 Hitler en de ‘volksen’ tegen de Dietse staat……………………………………… 38 Hoofdstuk 3. Europese economische eenheid…………………………………………... 41 Het corporatisme als economische derde weg……………………………………. 41 ‘De deur in het Westen’…………………………………………………………... 44 Nazi-Duitsland en Europese economische samenwerking: discrepantie tussen theorie en praktijk...................................................................................................
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tulpen voor Wilhelmina. De geschiedenis van de Engelandvaarders Dessing, A.M.F. Publication date 2004 Link to publication Citation for published version (APA): Dessing, A. M. F. (2004). Tulpen voor Wilhelmina. De geschiedenis van de Engelandvaarders. Uitgeverij Bert Bakker. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:08 Oct 2021 3 3 Naarr Engeland Inleiding Inleiding Engelandvaarderss danken hun naam aan hun tocht naar Engeland. Een tochtt vol angstige, zenuwslopende, maar ook vrolijke momenten, een tochtt ook vol ontmoetingen met andere mensen die hulp boden dan wel tegenwerkten;; een tocht ten slotte, die - getuige de vele memoires - op vrijwell alle Engelandvaarders een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Datt laatste komt ongetwijfeld doordat de reis naar Engeland een hache- lijkee ondernemingg was.
    [Show full text]