Is Éénoog Koning

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Is Éénoog Koning Is éénoog koning Willem Oltmans bron Willem Oltmans, Is éénoog koning. Papieren Tijger, Breda 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003isee01_01/colofon.php © 2014 dbnl / Willem Oltmans Stichting 2 voor Wim Kok Willem Oltmans, Is éénoog koning 7 37 Full Circle Met de dag dat ik mijn werk als journalist bij het Algemeen Handelsblad aan de Nieuwezijdse Voorburgwal in Amsterdam begon, 10 augustus 1953, opende ik In het land der blinden. Henk Hofland, mijn kamergenoot op Nijenrode, had me naar de redactie buitenland onder leiding van dr. Anton Constandse gehaald. Mijn salaris was 180 gulden in de maand. Ik ben een jaar gebleven. Hofland zit er nog. Is éénoog koning beëindig ik in juli 2003 full circle, na een halve eeuw journalist te zijn geweest. De staat heeft mijn gehele professionele leven kosten noch moeite gespaard, om te voorkomen dat ik mijn mond open zou doen. In mijn dagboek heb ik echter alles wat verboden was en niet publiekelijk mocht worden gezegd of geschreven nauwkeurig opgetekend. dertien delen Memoires met uitgewerkte dagboeknotities zijn verschenen. Nog vijftig staan gereed om ter perse te gaan. Twintig moeten nog worden samengesteld. Het enerveert me of ik op tijd mijn dagboektaak zal hebben volbracht. Op 10 juni 2003 werd ik 78 jaar. Niet te laat om een website te openen: www.willemoltmans.com Met Constandse ben ik tot zijn dood bevriend gebleven. Op 30 januari 1985 schreef hij me een brief met de volgende opdracht: ‘Alleen jij kunt aantonen dat Luns een leugenaar is.’ Ik heb hier tot 2000 over gedaan. Toen moest Buitenlandse Zaken eindelijk toegeven dat men sinds 1956 te kwader trouw, in strijd met mijn rechten als burger en journalist had gehandeld. Niet lang na het echec van de heren op de ‘apenrots’, zoals dit ministerie ook wel wordt genoemd, zou Luns zelf overlijden in zijn flat aan de Avenue Roosevelt in Brussel. In het vaderland werd nauwelijks aandacht aan Luns' heengaan besteed. Eens was hij populairder dan prins Bernhard. Hij had meer eretekens verzameld dan ZHK. Eigenlijk zouden ze die moeten hebben inleveren na wat ze her en der hebben uitgevreten. Maar Nederland is altijd blind geweest voor de ware Luns, zoals men blind is voor de ware Bernhard, de mijnheer die Juliana een leven lang terroriseerde. Er is veel geschreven en gespeculeerd over hoe het ooit mogelijk was dat een ontwikkeld en wereldwijs Duits kiezerspubliek een man als Adolf Hitler langs democratische weg in de Rijkskanselarij bracht. In de VS zien we de ene na de andere boef door zogenaamd vrije verkiezingen in het Witte Huis terechtkomen. En hier is het nog erger. Nederlanders zijn met de Oranjes getrouwd. Hier worden de staatshoofden al meer dan 400 jaar niet meer op democratische wijze gekozen. Men is sinds 1584 met de Oranjes erfelijk belast. Geschikt of ongeschikt speelt geen rol. Iedereen weet dat de kroonprins het buskruit niet heeft uitgevonden, maar hij zal bij leven en welzijn Beatrix opvolgen. De totem blijft, ook al gaat het om intellectuele, biologische en politieke inteelt van de eerste orde. Willem Oltmans, Is éénoog koning 8 De koningshuisafwijking loopt parallel aan geloven in God. We worden er sinds de wieg mee opgezadeld. Een overgrote meerderheid van burgers schijnt niet in staat te zijn om van de in de jeugdjaren gecodeerde irrationele nonsens af te komen. Alleen het feit dat Sinterklaas nep is mag onthuld worden, ook al tooit die zich in kledij die herinnerd aan het Vaticaan. Wetenschappelijk onderzoek lijkt altijd over het coderen van neuronen - als informatie verwerkers - te gaan. Zelden spreekt men van het decoderen van brains. Men schijnt ook niet te weten hoe dat zou moeten. Met logica en intelligentie alleen redden we het niet. Hersenspoelen van kinderbreinen met overtolligheden uit andere eeuwen heeft het onontkoombare bijeffect, dat een overgrote meerderheid als ‘ziende blinden’ door het leven gaat. Dit geldt zowel voor Oranjeklanten, als voor Joodse, Christelijke, Islamitische of andere aanhangers van sektarische geloofssystemen. De universele drang zich aan een totem op te hangen schijnt onverwoestbaar. Al in een vroeg stadium realiseerde ik mij dat het geheugen de meest essentiële functie van de bovenkamer was. Ik merkte dat eenvoudige gebeurtenissen door mijn omgeving dikwijls anders werden weergegeven, dan ze door mij waren geregistreerd. Er was maar een manier om vervalsing tegen te gaan, en om zekerheid te hebben en dat was domweg opschrijven wat er gebeurde. Mijn dagboek begon rond mijn tiende jaar. De dagboeken uit de periode 1935-1994 bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Tot dusver bestaat mijn verslag uit 77 meter klappers vol handgeschreven notities. Wanneer we ons niets zouden kunnen herinneren zouden we geen IK kennen. Een Ego is zonder die wonderlijke machinerie in ons hoofd onbestaanbaar. Zonder de mogelijkheid ervaringen op te bergen en later weer te voorschijn te toveren, zouden we onze levensgeschiedenis niet kennen. Onze denkwereld bestaat bij de gratie van het geheugen. Tezelfdertijd is juist dit orgaan van het centrale zenuwstelsel berucht vanwege zijn spreekwoordelijke onbetrouwbaarheid. Mijn geheugen heeft van 1935 tot 2003 een parallel lopend naslagwerk gekregen, opdat de betrouwbaarheid van mijn herinneringen werden gemaximaliseerd. Pas in 1982 - toen ik al 57 jaar was - nam ik voor het eerst kennis van een grafiek, die de modus operandi van het geheugen weergaf. Morton Hunt publiceerde deze in The Universe Within1, een boek dat verplicht zou moeten zijn voor iedere middelbare scholier waar ook ter wereld. 1 Morton Hunt, The Universe Within, Mac Millan, New York. Willem Oltmans, Is éénoog koning 9 Fig. 21. Flow chart of the human memory system Vanaf het ontwaken van ons denken zijn we in discussie met ons Zelf. Het levenscahier verhaalt deze ik-conversatie met deze eerste en meest intieme gesprekspartner. Het publiceren van een zo waar mogelijk dagboek of zo waar mogelijke dagboeknotities heeft een aantal doelstellingen. Napoleon noemde geschiedenis eens: fabeltjes, die men van te voren was overeengekomen. Bij een aantal ontwikkelingen in onze buitenlandse politiek, Indonesië, Suriname en Zuid-Afrika, heb ik dagboeknotities gemaakt, die nergens anders zijn te vinden. Elke generatie wetenschappelijke onderzoekers baseert zijn reconstructies van de vaderlandse geschiedenis voornamelijk op de, beruchte, Haagse dossiers, die maar al te dikwijls worden geschoond om mislukkingen en blunders voor het nageslacht te verdoezelen. Geen wonder dat Napoleon gelijk had! Mijn ooggetuige-reportages zullen mogelijke hiaten in de geheugens van anderen aanvullen om het gehalte aan fabeltjes in de historie te helpen terug draaien. Een ander, niet minder belangrijk, aspect van, misschien straks 100 meter, dagboeknotities is dat er een nauwkeurige studie zou zijn te maken van wat er aan input en output, in en uit een mensenhoofd gaat, om degene te worden, die je van 10 tot 90 bent. Willem Oltmans, Is éénoog koning 10 38 Think Tanks (2) De National Academy of Sciences is de grootste en meest prestigieuze think tank in Amerika; met haar president dr. Philip Handler raakte ik sinds ons eerste gesprek in 1970 bevriend. Maar ook zijn tegenspeler de president van de Academy of Sciences van de USSR, Anatoly Alexandrov leerde ik in de loop der tijd uitstekend kennen. Dit bracht me op de gedachte een Apollo-Soyoez boek samen te stellen met gesprekken met deze voorzitters van de twee belangrijkste denkfabrieken in de wereld. Voorzitter Aurelio Peccei van de Club van Rome steunde mijn plan en introduceerde mij bij de Britse uitgever Robert Maxwell. Ook hij zette zich in voor dit project. Het zou er echter nooit van komen, omdat periodieke oplevingen van de Koude Oorlog - zoals het westerse tumult over de verbanning van Andrei Sacharov - iedere keer mijn plannen en afspraken tot verder uitstel dwongen. Uiteindelijk legde dr. Handler in 1981, aan het einde van een ambtsperiode van twaalf jaar, zijn functie neer. Hij trok zich terug in zijn buitenhuis in Woodshole bij Cape Cod. Daar zou ik tijdens de zomer van 1981 zijn herinneringen opschrijven. Op 20 juli 1981 zouden we deze gesprekken beginnen. Hij nam me echter eerst mee naar het terras met uitzicht op zee en vertelde dat lymfekanker was ontdekt. Men was onzeker hoe lang hij nog zou leven. Pas op dat moment realiseerde ik mij dat hij inderdaad broodmager was geworden. De medicijnen die hij nam hadden hem bovendien diabetes bezorgd. Hij was in behandeling in Boston. Het begon te regenen. We installeerden ons voor het eerste interview in de lounge van het grote, door oude bomen, omringde huis. Hij overhandigde me 35 getypte pagina's, getiteld A twelve year diary note. Hij had deze tekst gedicteerd op de dag dat hij afscheid nam, op 21 juni 1981, als president van de National Academy of Sciences. Hij observeerde hierin bijvoorbeeld: ‘Of all that happened these last twelve years, probably most important was my stubborn determination that the trauma and divisiveness of the Vietnam War - which inserted itself so powerfully into the life of the Academy - was not to be permitted to injure, much less destroy the Academy. There were bad days when it felt as if nothing but my own physical body was serving as glue to hold the institution together. There were members who were willing to sacrifice the Academy for the cause, which they held dear. There were those, who filibustered on our business meetings, threatened to resign and so forth. However right they might have been with respect to their cause, I simply would not allow them to use the Academy as their means of protest, not allow them to fragment the Academy as their issue was fragmenting the country. In the end, that course proved correct. Wounds have healed and most have forgotten them.’ Willem Oltmans, Is éénoog koning 11 Ik vroeg hem wat hij, na de Academie twaalf jaar te hebben geleid, als zijn voornaamste zorg beschouwde.
Recommended publications
  • Desi Bouterse Van Autoritair-Populistisch Leider Naar Charismatisch-Populistisch Leider
    Desi Bouterse Van autoritair-populistisch leider naar charismatisch-populistisch leider Reineke Maschhaupt Scriptie Master History of European Expansion and Globalisation Begeleider: Peter Meel Inhoudsopgave Inleiding 1 Charisma en populisme in het Caribisch gebied 2 Hoofdstuk 1 Charisma Wat is charisma? 4 Puur en routinised charisma 5 Charisma en religiositeit 6 Hoofdstuk 2 Populisme 7 Zes sleutelthema’s Hoofdstuk 3 Charisma en populisme 9 Hoofdstuk 4 Context Suriname Voedingsbodem Economische verstoring 10 De economische ontwikkelingen tot 1980 11 Emigratie 12 Het politieke systeem 12 De etnische politieke uitdaging 13 Surinaams leger 15 Politieke spanningen 15 Spanningen lopen op tot hoogtepunt 16 Voedingsbodem 17 Hoofdstuk 5 1980 - 1987 Militair regime Jeugd Bouterse 19 Ontevreden militairen 19 ‘Stelletje padvinders’ 20 Tegen wil en dank in aan de macht gekomen 21 Drie coup-plannen 21 Opgewonden sfeer 22 ´Onze jongens´ 22 Supreme caudillo 23 Maatregelen tegen de oude rotten 23 Crisis? 24 Vernieuwing? 24 Te volgen ideologie 24 Kameleon 25 China a Sen president van de burgerregering 26 De ruziemakers grijpen hun kans 27 Bouterse ontpopt zich als leider 27 Toch revolutie 28 Andere spelregels 28 Militaire dictatuur 29 Heartland 30 Achterdocht 31 Groeiende oppositie 32 Onder invloed van Maurice Bishop 32 De nacht van 7 op 8 december 33 Nieuwe orde = Nieuwe elite? 34 Geen weg terug 34 Lijfsbehoud of revolutie? 35 Bouterse krabbelt terug 35 Terug naar democratie? 36 Charisma ? 36 Hoofdstuk 6 1987 - 2000 Van militair naar democraat Imagoschade
    [Show full text]
  • De Liberale Opmars
    ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach­ terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde­ ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt.
    [Show full text]
  • Bezinning Op Het Buitenland
    Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) Bezinning op het buitenland Het Nederlands buitenlands beleid Zijn de traditionele ijkpunten van het naoorlogse Nederlandse buitenlandse beleid in een onzekere wereld nog up to date? In hoeverre kan het bestaande buitenlandse beleid van Nederland nog gebaseerd worden op de traditionele consensus rond de drie beginselen van (1) trans-Atlantisch veiligheidsbeleid, (2) Europese economische integratie volgens de communautaire methode, en (3) ijveren voor versterking van de internationale (rechts)orde en haar multilaterale instellingen? Is er sprake van een teloorgang van die consensus en verwarring over de nieuwe werkelijkheid? Recente internationale ontwikkelingen op veiligheidspolitiek, economisch, financieel, monetair en institutioneel terrein, als mede op het gebied van mensenrechten en Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) ontwikkelingssamenwerking, dagen uit tot een herbezinning op de kernwaarden en uitgangspunten van het Nederlandse buitenlandse beleid. Het lijkt daarbij urgent een dergelijke herbezinning nu eens niet louter ‘van buiten naar binnen’, maar ook andersom vorm te geven. Het gaat derhalve niet alleen om de vraag wat de veranderingen in de wereld voor gevolgen (moeten) hebben voor het Nederlandse buitenlands beleid. Ook dient nagegaan te worden in hoeverre de Nederlandse perceptie van de eigen rol in de internationale politiek (nog) adequaat is. In verlengde hiervan zijn meer historische vragen te stellen. In hoeverre is daadwerkelijk sprake van constanten in het
    [Show full text]
  • Het Hof Van Brussel of Hoe Europa Nederland Overneemt
    Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt Arendo Joustra bron Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt. Ooievaar, Amsterdam 2000 (2de druk) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/jous008hofv01_01/colofon.php © 2016 dbnl / Arendo Joustra 5 Voor mijn vader Sj. Joustra (1921-1996) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 6 ‘Het hele recht, het hele idee van een eenwordend Europa, wordt gedragen door een leger mensen dat op zoek is naar een volgende bestemming, die het blijkbaar niet in zichzelf heeft kunnen vinden, of in de liefde. Het leger offert zich moedwillig op aan dit traagkruipende monster zonder zich af te vragen waar het vandaan komt, en nog wezenlijker, of het wel bestaat.’ Oscar van den Boogaard, Fremdkörper (1991) Arendo Joustra, Het hof van Brussel of hoe Europa Nederland overneemt 9 Inleiding - Aan het hof van Brussel Het verhaal over de Europese Unie begint in Brussel. Want de hoofdstad van België is tevens de zetel van de voornaamste Europese instellingen. Feitelijk is Brussel de ongekroonde hoofdstad van de Europese superstaat. Hier komt de wetgeving vandaan waaraan in de vijftien lidstaten van de Europese Unie niets meer kan worden veranderd. Dat is wennen voor de nationale hoofdsteden en regeringscentra als het Binnenhof in Den Haag. Het spel om de macht speelt zich immers niet langer uitsluitend af in de vertrouwde omgeving van de Ridderzaal. Het is verschoven naar Brussel. Vrijwel ongemerkt hebben diplomaten en Europese functionarissen de macht op het Binnenhof veroverd en besturen zij in alle stilte, ongezien en ongecontroleerd, vanuit Brussel de ‘deelstaat’ Nederland.
    [Show full text]
  • 2O18-2O19 Annual Report
    2018-2019 Annual Report contents welcome 2 WELCOME 3 A YEAR BY THE NUMBERS 4 JAZZ IMMERSION PROGRAMS 7 JAZZ IMMERSION PROGRAM FACULTY 8 MENTOR FELLOWSHIP PROGRAM 9 STANFORD JAZZ FESTIVAL 17 SJW 50/50 VISION 18 YEAR-ROUND PROGRAMS 19 FREE EVENTS 20 PEOPLE AND FINANCES 21 DONORS 22 PARTNERS Stanford Jazz Workshop is neither legally nor financially affiliated with Stanford University. This report summarizes activity from September 1, 2018 through August 31, 2019. On behalf of the Board of Directors of Stanford Jazz Workshop, I am PHOTO CREDITS: TERESA TAM: HTTP://WWW.TERESATAMSTUDIO.COM/ privileged to present this look back JEFFREY DEAN: HTTP://JADIENT.COM/ ANNUAL REPORT DESIGN: SAM MIRANDA at our 2018-19 season. Through facts, stories, and images you will explore what we accomplished for jazz perfor- mance and education. It was the work of many hands: students and families, teachers and performers, staff and volunteers, audiences of all kinds — and the donors whose generosity STANFORD JAZZ WORKSHOP IS NEITHER LEGALLY NOR made everything possible. FINANCIALLY AFFILIATED WITH STANFORD UNIVERSITY. THIS REPORT SUMMARIZES ACTIVITY FROM SEPTEMBER 1, 2018 THROUGH AUGUST 31, 2019. PHOTO CREDITS: TERESA TAM: HTTP://WWW.TERESATAMSTUDIO.COM/ JEFFREY DEAN: HTTP://JADIENT.COM/ ANNUAL REPORT DESIGN: SAM MIRANDA Jim Nadel FOUNDER & ARTISTIC DIRECTOR STANFORDJAZZ.ORG | 2018-2019 ANNUAL REPORT 2 PERFORMANCES by the numbers 11,057 2,156 68 12 29 TOTAL CONCERT ATTENDANCE FREE TICKETS FOR STUDENTS FREE EVENTS STUDENT TICKETED SHOWCASES PERFORMANCES EDUCATION PEOPLE 646 4 200 30 8 $108,236 9 47 123 59 56 462 14 SUMMER WEEKS OF E.P.A.
    [Show full text]
  • Appendix I: Interdoc Conferences
    Appendix I: Interdoc Conferences 250 Appendix II: Interdoc Publications 253 Appendix III: Interdoc Contacts in Eastern Europe 261 Notes Introduction: The Communist Challenge 1. Rolf Geyer, ‘Conclusions’, in Communist Reassessment of Capitalism, Its Resultant Strategy and the Western Response (The Hague: Interdoc, 1968), p. 68. 2. George F. Kennan, Memoirs 1925–1950 (Boston: Bantam, 1969), p. 588; Reagan’s 8 March 1983 speech to the National Association of Evangelicals in Orlando, Florida, is his first recorded use of the phrase ‘evil empire’. 3. Melvyn P. Leffler, For the Soul of Mankind: The United States, the Soviet Union, and the Cold War (New York: Hill & Wang, 2007), p. 8. 4. Odd Arne Westad, The Global Cold War (Cambridge: Cambridge University Press, 2007), p. 4. 5. Vladislav M. Zubok, A Failed Empire: The Soviet Union in the Cold War from Stalin to Gorbachev (Chapel Hill, NC: University of North Carolina Press, 2007), p. 6. 6. Philip Taylor, Munitions of the Mind: A History of Propaganda from the Ancient World to the Present Day (Manchester: Manchester University Press, 2003), p. 250. 7. Nigel Gould-Davis, ‘The Logic of Soviet Cultural Diplomacy’, Diplomatic History, 27 (April 2003), p. 195. 8. Wyn Rees and Richard J. Aldrich, ‘European and US Approaches to Counterterrorism: Two Contrasting Cultures?’ in Ronald Tiersky and Erik Jones (eds), Europe Today: A Twenty-First Century Introduction (Lanham, MA: Rowman & Littlefield, 2007) pp. 441–442. 9. See Hugh Wilford, The Mighty Wurlitzer: How the CIA Played America (Cambridge, MA: Harvard University Press, 2008). 10. Richard J. Aldrich, The Hidden Hand: Britain, America and Cold War Secret Intelli- gence (London: John Murray, 2001), p.
    [Show full text]
  • Personalization of Political Newspaper Coverage: a Longitudinal Study in the Dutch Context Since 1950
    Personalization of political newspaper coverage: a longitudinal study in the Dutch context since 1950 Ellis Aizenberg, Wouter van Atteveldt, Chantal van Son, Franz-Xaver Geiger VU University, Amsterdam This study analyses whether personalization in Dutch political newspaper coverage has increased since 1950. In spite of the assumption that personalization increased over time in The Netherlands, earlier studies on this phenomenon in the Dutch context led to a scattered image. Through automatic and manual content analyses and regression analyses this study shows that personalization did increase in The Netherlands during the last century, the changes toward that increase however, occurred earlier on than expected at first. This study also shows that the focus of reporting on politics is increasingly put on the politician as an individual, the coverage in which these politicians are mentioned however became more substantive and politically relevant. Keywords: Personalization, content analysis, political news coverage, individualization, privatization Introduction When personalization occurs a focus is put on politicians and party leaders as individuals. The context of the news coverage in which they are mentioned becomes more private as their love lives, upbringing, hobbies and characteristics of personal nature seem increasingly thoroughly discussed. An article published in 1984 in the Dutch newspaper De Telegraaf forms a good example here, where a horse race betting event, which is attended by several ministers accompanied by their wives and girlfriends is carefully discussed1. Nowadays personalization is a much-discussed phenomenon in the field of political communication. It can simply be seen as: ‘a process in which the political weight of the individual actor in the political process increases 1 Ererondje (17 juli 1984).
    [Show full text]
  • Roger Janssen
    ROGER JANSSEN In search of a path In search ROGER JANSSEN ROGER JANSSEN 1975 to 1991 policy of Suriname from An analysis of the foreign In search of a path An analysis of the foreign policy of Suriname from 1975 to 1991 In search The foreign policy of small states is an often neglected topic, which is particularly the case when it comes to Suriname. How did the young Republic deal with its dependency on the Netherlands for development aid after 1975? Was Paramaribo following a certain foreign policy strategy of a path or did it merely react towards internal and external events? What were the decision making processes in defi ning the foreign policy course and who was involved in these processes? And why was a proposal An analysis of the foreign policy discussed to hand back the right of an independent foreign and defence policy to a Dutch Commonwealth government in the early 1990s? of Suriname from 1975 to 1991 These questions are examined here in depth, in the fi rst comprehensive analysis wof Suriname’s foreign policy from 1975 to 1991. The book provides readers interested in Caribbean and Latin American affairs with a detailed account of Suriname’s external relations. Moreover, the young Republic may stand as a case study, as it confronted the diffi culties and challenges that small developing states often face. Roger Janssen (1967), born in the Dutch-German border region of Cleve, migrated to Australia in 1989. He received his education as a historian at the University of Western Australia where he obtained a Ph.D.
    [Show full text]
  • MEMOIRES 1986-A Willem Oltmans
    MEM41revisie_MEM 06-09-16 08:12 Pagina 1 MEMOIRES 1986-A Willem Oltmans MEM41revisie_MEM 06-09-16 08:12 Pagina 2 Produced on demand by Scan Laser bv, Zaandam ISBN 978 90 6728 323 6 NUR 686 © Tekst: Willem Oltmans Stichting © 2016 Stichting Uitgeverij Papieren Tijger Verspreiding voor België: Uitgeverij EPO, Berchem Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. MEM41revisie_MEM 06-09-16 08:12 Pagina 3 Memoires 1986-A Willem Oltmans PAPIEREN TIJGER MEM41revisie_MEM 06-09-16 08:12 Pagina 4 Eerder verschenen bij Uitgeverij In den Toren, Baarn: 1 Memoires 1925 - 1953 4 Memoires 1959 - 1961 2 Memoires 1953 - 1957 5 Memoires 1961 3 Memoires 1957 - 1959 Verschenen bij Uitgeverij Papieren Tijger, Breda: 6 Memoires 1961 - 1963 Nog te verschijnen: 7 Memoires 1963 - 1964 42 Memoires 1986-B 8 Memoires 1964 - 1966 43 Memoires 1987-A 9 Memoires 1966 - 1967 44 Memoires 1987-B 10 Memoires 1967 - 1968 45 Memoires 1988-A 11 Memoires 1968 - 1970 46 Memoires 1988-B 12 Memoires 1970 - 1971 47 Memoires 1989-A 13 Memoires 1971 - 1972 48 Memoires 1989-B 14 Memoires 1972 - 1973 49 Memoires 1989-C 15 Memoires 1973 50 Memoires 1990-A 16 Memoires 1973 - 1974 51 Memoires 1990-B 17 Memoires 1974 52 Memoires 1990-C 18 Memoires 1974 - 1975 53 Memoires 1991-A 19 Memoires
    [Show full text]
  • An Interview With
    An Interview with RONALD W. BRANIFF OH 449 Conducted by Jeffrey R. Yost on 5 April 2012 Computer Services Project San Francisco, California Charles Babbage Institute Center for the History of Information Technology University of Minnesota, Minneapolis Copyright, Charles Babbage Institute Ronald W. Braniff Interview 5 April 2012 Oral History 449 Abstract Ron Braniff joined Tymshare near the start as a salesman and went on to be a sales manager and held executive roles with the firm. He discusses sales organization, changing customer base, TYMNET, competitors, acquisitions, and other aspects of Tymshare’s technology and management. 2 Yost: My name is Jeffrey Yost, from the Charles Babbage Institute at the University of Minnesota, and I’m here in San Francisco today on April 5th, 2012, with Ron Braniff, doing an oral history on the history of Tymshare. Ron, can you begin by just giving me a little background; where you were born, where you grew up? Braniff: Sure. I was born and raised in Oregon. I spent the first few years of my life in a small town east of Portland, called Hood River. And then during the Second World War, lived in Vancouver, Washington, where my parents worked in a shipyard. Then we moved after the war to the southern part of the state; and from there, I went back to the middle part of the state to go to college. Went to engineering school at Oregon State University; and then three years in the Air Force in the aerospace world; then four years with IBM and met Tom O’Rourke.
    [Show full text]
  • Europa Als Oplossing
    HOOFDSTUK 1 1945-1957: Europa als oplossing Jan Willem Brouwer en Johan van Merriënboer 1.1. HET PROEFREFERENDUM VAN BOLSWARD EN DELFT Op woensdag 17 december 1952 organiseerde de Nederlandse Raad der Eu- ropese Beweging proefreferenda in Delft en Bolsward in het kader van ‘de internationale campagne voor een Europees politiek gezag’. De twee steden vormden een nauwkeurige politieke en religieuze afspiegeling van de Ne- derlandse bevolking en konden volgens de organisatoren als maatstaf gel- den voor het hele land. De stemming was vooral een publiciteitsstunt om de Nederlandse burger aan het denken te zetten over Europese integratie. De federalisten van de Europese Beweging hoopten op een massabeweging die meer vaart in het integratieproces zou brengen. Twee maanden daarvoor was een Assemblée ad hoc, een speciale commissie van het parlement van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS, zie 1.4) in Straats- burg, begonnen met het formuleren van een ontwerpgrondwet voor een verenigd Europa. In juli 1950 hadden de West-Duitse stadjes Breisach en Castrop-Rauxel al de primeur met een vergelijkbare Europa-Abstimmung. Bij een opkomst van respectievelijk 87,5% en 73% stemden 95,6% en 95,7% voor het opruimen van economische en politieke grenzen en voor ‘den Zusammenschluss aller europäischen Völker zu einem Europäischen Bundesstaat.’ Kort voor het re- ferendum kregen de kiezers in Delft en Bolsward de volgende vraagstelling thuisgestuurd: Meent u, dat de Europese volkeren bepaalde gemeenschappelijke belan- gen voortaan gezamenlijk dienen te behartigen, en wenst u daartoe: een verenigd europa onder een europese overheid en met een democratische vertegenwoordiging te omschrijven in een europese grondwet? 23 1 | 1945-1957: EUROPA ALS OPLOSSING ∆ Ja ∆ Neen In de weken voorafgaand aan het referendum hadden vooraanstaande po- litici campagne gevoerd voor een ‘ja’.
    [Show full text]
  • Eurvrwk.Chp:Corel VENTURA
    Het nieuwe Europa Hans Linthorst Homan, lid van de Hoge Autoriteit 1 (1962-1967) Robin de Bruin Johannes (Hans) Linthorst Homan, in 1903 te Assen geboren als telg van een noordelijk regentengeslacht, was als onderhandelaar namens Nederland in de jaren 1955-1957 betrokken bij de totstandkoming van de Europese Economische Gemeenschap (eeg). Na de oprichting van de eeg en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) in 1958 werd hij Permanent Vertegenwoordiger van Nederland bij deze Gemeenschappen te Brussel. In 1962 volgde zijn aanstelling als lid van de Hoge Autoriteit van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (egks), een ambt dat hij zou bekleden tot de executieven van de drie gemeenschappen in 1967 fuseerden. Homans denken was sterk beïnvloed door de crisis van de jaren dertig. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland propageerde de bezetter de totstandkomingvaneeneconomischeGroßraumin Europa.Homanmeende dat zo’n aaneensluiting op het Europese continent zou leiden tot de door hem noodzakelijk geachte algehele welvaartsvergroting. Deze vage Europese notie kreeg tussen 1942 en 1944 meer vorm en richting door zijn contact met de federalist Hendrik Brugmans. Onder diens invloed werd Homan voorstandervan een democratische,federaleEuropesestaat.Nadebevrijding ontpopte hij zich tot een hartstochtelijk propagandist van het Europese federalisme. Na de inwerkingtreding van de egks in 1952 leek de federale Europese staat binnen handbereik te zijn gekomen. De ministers van Buitenlandse Zaken van de zes egks-lidstaten verzochten de leden van het Parlement van deze gemeenschap om een ontwerpstatuut op te stellen voor een Europese Politieke Gemeenschap (epg), de kiem van een federale staat. In 1953 werd dit ontwerp van een ‘grondwet’ aan de ministers aangeboden.
    [Show full text]