PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Vooys. Jaargang 29 bron Vooys. Jaargang 29. Stichting Tijdschrift Vooys, Utrecht 2011 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_voo013201101_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 4 [Nummer 1-2] Redactioneel Wie luistert er als Arjan Peters juicht, als Elsbeth Etty mokt of als Joost Zwagerman lesgeeft aan de tafel van Matthijs van Nieuwkerk? Wetenschappers, intellectuelen, schrijvers en recensenten functioneren niet langer vanzelfsprekend als de smaakdeskundigen van onze cultuur. Literaire kwaliteit kan worden beschreven als een constructie, als een keurmerk dat door een selecte groep mensen wordt toegekend aan een werk: de canon is allesbehalve een statisch Pantheon, het is veel eerder een tijdgebonden product. Toch lijkt er zoiets te bestaan als een behoefte aan richtsnoeren. Op internet, op televisie, in kranten en tijdschriften treft men nog altijd naar voren geschoven of zelfverklaarde critici aan: fijnproevers die het uitgelezen product aanprijzen of naar de gootsteen verwijzen. Laten consumenten zich leiden door deze kenners, en zo niet, hoe bepalen ze hun keuze dan? Wat is dat onderscheid tussen hoge en lage cultuur en bovendien: hoe ontstaat het? De vraag naar kwaliteit is nog altijd relevant. Wie die vraag stelt stuit onder andere op filosofische, literatuurwetenschappelijke en sociologische vraagstukken. En op verhitte gemoederen. Kwaliteit toekennen of blootgesteld worden aan het kwaliteitsoordeel van anderen heeft namelijk alles te maken met status en erkenning, met kapitaal. Dit dubbelnummer van Vooys, het eerste van de negenentwintigste jaargang, stelt de bovengenoemde vragen. De begrippen hoge cultuur, lage cultuur en kwaliteit vormen de inzet van het spel; tijd om de kandidaten voor te stellen. Gaston Franssen is als eerste aan zet. Hij leest Boudewijn Büch over Mick Jagger en laat zien hoe er een verband te leggen is tussen Büchs relatie met zijn befaamde idool en de band van de schrijver met zijn publiek; zenuwen die zowel door literatuur als door de populaire cultuur lopen komen bloot te liggen. Erica van Boven en Mathijs Sanders analyseren het debat en de polemiek over hoge en lage cultuur tussen Menno ter Braak en P.H. Ritter junior. De auteurs voeren hierbij het concept middlebrow op om de toenmalige en huidige discussies binnen literatuurkritiek te ijken. László Sándor Chardonnens heeft vervolgens oog voor de beeldtaal van de ‘lage’ cultuur: hij bepleit het belang van de studie naar de representatie van de middeleeuwen in zijn favoriete erotische stripreeks. De bijdrage van Joost de Bloois, Jan Baetens, Anneleen Masschelein en Ginette Verstraete is een inleiding in het veld van de Culturele Studies. Deze discipline heeft de neus nooit opgehaald voor die zogenaamde lage cultuur en heeft - waar andere disciplines wellicht nog aan smetvrees lijden - oog voor de verstrengeling van economie, cultuur en politiek. De democratisering van de markt en hoe het literatuurbedrijf zich daartegenover moet verhouden is een kwestie met een geschiedenis: Vooys. Jaargang 29 5 Roeland Harms schrijft dan ook over populariseringsprocessen in de vroegmoderne tijd; een artikel over centsprenten en intermedialiteit. Jos Joosten kijkt op zijn beurt kritisch naar de opvattingen over hoge en lage cultuur van een hedendaagse auteur, te weten: Connie Palmen, die in 2009 haar dwarse boek Het Geluk van de Eenzaamheid op de markt bracht. Ook Liesbeth Eugelink schrijft over een verdediger van een hooggestemd cultuurideaal. Zij analyseert Rob Riemens opvattingen aangaande het belang van de humaniora voor de politiek. Met Michiel van Kempen steken we ten slotte de oceaan over, maar blijven soms pijnlijk dicht bij huis. Hij schrijft over canonvorming in de Surinaamse literatuur en de invloed daarop van onder andere nationaliseringsprocessen, culturele infrastructuur en het literatuurbedrijf van Nederland. Direct na de artikelen volgen in dit speciale nummer maar liefst vier interviews! In deze gesprekken komen verschillende visies op het thema aan bod; de belangen en kwesties rondom het begrip ‘kwaliteit’ spelen ook hier een cruciale rol. Thomas Vaessens hekelt in het eerste interview de pretentie van objectiviteit van diegenen die zich al dan niet wetenschappelijk met literatuur bezighouden. Na dit academische perspectief vergelijkt dichteres Ellen Deckwitz haar stiel met cricket en verklaart ze de oorlog aan de babyboomers in de literatuur. Jac. Toes, schrijver van literaire thrillers, wordt geïnterviewd over zijn rechtszaak tegen het Letterenfonds, waarin hij strijdt tegen ondoorzichtige kwaliteitscriteria. Striptekenaar Dick Matena, onder andere bekend van zijn stripversie van De Avonden, sluit de interviewreeks af, met zijn mening over onder meer de status van zijn genre en hoe strips zich verhouden tot graphic novels. In de vaste rubriek ‘In de kast’ is deze maal het woord aan dichteres, romanschrijfster en beeldend kunstenares Maria Barnas. Zij schrijft over een gebouw dat geen tweede maal kan worden bezocht, over een verhaal van Isaak Babel en die onvergetelijke slotzin. In ‘De Kop van Jut’ voelt Albert-Jan Swart Elsbeth Etty en Marita Mathijsen aan de tand: hoe staat het met hun visie op de verhoudingen tussen man en vrouw en op de gelijkgeslachtelijke liefde in het werk van Harry Mulisch? De column in dit nummer van Vooys is van de hand van de jonge schrijver Jeroen van Rooij. Hij is de eerste in een reeks van recentelijk gedebuteerde schrijvers over het fenomeen debuteren. Het uitleidend orgelspel is van de recensenten. Jeroen Dera beschouwt de nieuweling van Jaap Goedegebuure over Nederlandse schrijvers en religie, Laurens Ham bespreekt twee boeken over utopieën onder redactie van Mary Kemperink, en Lotte Jensen is enthousiast over Women's Writing from the Low Countries 1200- 1875. In dit dubbelnummer wordt het onderwerp hoge en lage cultuur op veel verschillende manieren aangesneden en telkens is daar die vraag wat kwaliteit is, hoe het tot stand komt en wie dat bepaalt. De spanning van discussies over hoge en lage cultuur wordt op deze wijze hopelijk invoelbaar gemaakt. Er begint iets te kriebelen, allergieën spelen op: de redactie hoopt dat dit debat onder uw huid zal kruipen. Vooys. Jaargang 29 8 Gaston Franssen De illusie van intimiteit. Het popidool als model voor het schrijverschap van Boudewijn Büch In de populaire cultuur is het geen onbekend verschijnsel: de obsessieve fan die een intieme band met zijn idool meent te hebben. Boudewijn Büch lijkt ook zo'n obsessieve fan: in Brieven aan Mick Jagger bekent hij idolaat te zijn van de zanger van The Stones. Maar wie denkt dat Büch in Brieven aan Mick Jagger zijn ziel blootgeeft komt bedrogen uit, zo toont Gaston Franssen, universitair docent Literatuur & Diversiteit. Franssen legt een verband tussen de paradoxale, intieme band van bewonderaar en idool en de intimiteit die Büch met zijn publiek schept door hen een schijnbaar autobiografisch verhaal te presenteren. Op deze manier openbaart hij de parallellen tussen literatuur en populaire cultuur. ‘Heroworship is altijd de sterke zijde van ons volk geweest’, constateerde Menno ter Braak in 1928, naar aanleiding van de toenmalige hype rondom de Hollandse filmactrices Lien Deyers en Truus van Aalten. Hij voegde daar gelijk fijntjes aan toe: ‘Nooit was er een groot man, of hij werd naar behooren opgezet, gebalsemd en geëxposeerd.’ (Ter Braak 1928: 9) De aartsindividualist Ter Braak, wars van elke vorm van groepsgedrag, wees daarmee op een paradox die eigen is aan de bewondering van idolen. We hebben wel behoefte aan idolen, maar tegelijkertijd houden we onze helden op een afstand: we fixeren ze en plaatsen ze - levenloos, gebalsemd - op een voetstuk, zodat ze altijd binnen én buiten handbereik zijn. Het object van verering mag blijkbaar nooit te beschikbaar zijn of al te menselijk worden, ook al wil elke fan zijn idool het liefste aanraken. De tegenstrijdige, afstandelijke intimiteit die eigen is aan idolatrie hangt nauw samen met een abstractere vorm van nabijheid. Elke fan herkent namelijk ook iets van zichzelf in het idool: het idool is vertrouwd omdat het iets vertegenwoordigt waar de bewonderaars zich mee willen vereenzelvigen. In zijn oratie Heiligen, Idolen, Iconen (1998) beargumenteert Willem Frijhoff dat elke populaire popzanger, voetbalheld, of filmster voor een bepaalde gemeenschap van bewonderaars altijd een nastrevenswaardig doel representeert: doorzettingsvermogen, daadkracht, rebellie, zelfstandigheid, verzet, et cetera. Ook ideologisch staat het idool zijn fans dus heel nabij. Maar hoezeer een fan zich ook wil identificeren met zijn object van bewondering, evengoed geldt dat het idool moet verschillen van zijn bewonderaars: idolatrie vooronderstelt immers dat het idool anders (beter, sterker, slimmer, mooier...) is dan anderen. De relatie tussen een bewonderaar en zijn idool, kortom, lijkt nu eens intiem, dan Vooys. Jaargang 29 9 weer afstandelijk te zijn. Deze paradox van de intieme afstand tussen fan en idool is het hoofdthema van Brieven aan Mick Jagger (1988), een roman van de dichter, schrijver, televisiepresentator en mythomaan Boudewijn Büch (1948-2002). Brieven aan Mick Jagger is een raadselachtig boek: ondanks dat het expliciet wordt gepresenteerd als ‘roman’, wordt de lezer voortdurend geprikkeld om het te lezen als een autobiografisch relaas. De ik-verteller, ‘Boudewijn’, is een bekende schrijver en televisiepresentator van middelbare leeftijd, die probeert te achterhalen waar zijn levenslange
Recommended publications
  • Annual Report 2014 Annual Report 2014
    Annual Report 2014 Annual Report 2014 EMANCIPATION of the PaPIAMENTU LANGUAGE Highlights of consolidated position ANG* 2014 2013 2012 2011 2010 Total Assets 6,665,539,000 6,180,250,000 6,043,585,000 5,806,865,000 5,983,557,000 Customers' Deposits 5,670,196,000 5,210,446,000 5,135,810,000 4,946,880,000 5,192,685,000 Loans and Advances 4,075,961,000 4,039,288,000 3,851,159,000 3,646,337,000 3,400,740,000 to customers Equity 716,516,000 670,912,000 650,633,000 588,449,000 535,283,000 Net result after tax 140,313,000 146,575,000 143,676,000 137,125,000 135,043,000 Staff 1,502 1,494 1,500 1,485 1,473 * Netherlands Antilles Guilders ANG 1.79 = US$ 1.00 Affiliated with The Bank of Nova Scotia Toronto, Canada [ 1 ] The environments and risks in which our Group operates continue to Management’s report evolve and are becoming more complex resulting in higher regulatory standards to which the Group should comply. At first sight, the year 2014 could be described The economic growth of Aruba and Sint initiating our “state of the art” Contact Center, island can hopefully trigger this confidence as a calm and uneventful year, but beneath the Maarten could not compensate for the developing the shared services concept, in Curaçao. Both in Curaçao as well as Sint surface there was much activity and changes in continued slow economic activities in Curaçao assisting with the planning and construction of Maarten, because of the lack in credit demand, our business surroundings as well as within the and Bonaire.
    [Show full text]
  • Constraints on Structual Borrowing in a Multilingual Contact Situation
    University of Pennsylvania ScholarlyCommons IRCS Technical Reports Series Institute for Research in Cognitive Science 5-1-2005 Constraints on Structual Borrowing in a Multilingual Contact Situation Tara S. Sanchez University of Pennsylvania, [email protected] Follow this and additional works at: https://repository.upenn.edu/ircs_reports Part of the Linguistics Commons Sanchez, Tara S., "Constraints on Structual Borrowing in a Multilingual Contact Situation" (2005). IRCS Technical Reports Series. 4. https://repository.upenn.edu/ircs_reports/4 University of Pennsylvania Institute for Research in Cognitive Science Technical Report No. IRCS-05-01 This paper is posted at ScholarlyCommons. https://repository.upenn.edu/ircs_reports/4 For more information, please contact [email protected]. Constraints on Structual Borrowing in a Multilingual Contact Situation Abstract Many principles of structural borrowing have been proposed, all under qualitative theories. Some argue that linguistic conditions must be met for borrowing to occur (‘universals’); others argue that aspects of the socio-demographic situation are more relevant than linguistic considerations (e.g. Thomason and Kaufman 1988). This dissertation evaluates the roles of both linguistic and social factors in structural borrowing from a quantitative, variationist perspective via a diachronic and ethnographic examination of the language contact situation on Aruba, Bonaire, and Curaçao, where the berian creole, Papiamentu, is in contact with Spanish, Dutch, and English. Data are fro m texts (n=171) and sociolinguistic interviews (n=129). The progressive, the passive construction, and focus fronting are examined. In addition, variationist methods were applied in a novel way to the system of verbal morphology. The degree to which borrowed morphemes are integrated into Papiamentu was noted at several samplings over a 100-year time span.
    [Show full text]
  • Narrative Structure and Characters in the Nanzi Stories of Curacao: a Discourse Analysis
    Louisiana State University LSU Digital Commons LSU Historical Dissertations and Theses Graduate School 2000 Narrative Structure and Characters in the Nanzi Stories of Curacao: a Discourse Analysis. Joke Maaten Mondada Louisiana State University and Agricultural & Mechanical College Follow this and additional works at: https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_disstheses Recommended Citation Mondada, Joke Maaten, "Narrative Structure and Characters in the Nanzi Stories of Curacao: a Discourse Analysis." (2000). LSU Historical Dissertations and Theses. 7214. https://digitalcommons.lsu.edu/gradschool_disstheses/7214 This Dissertation is brought to you for free and open access by the Graduate School at LSU Digital Commons. It has been accepted for inclusion in LSU Historical Dissertations and Theses by an authorized administrator of LSU Digital Commons. For more information, please contact [email protected]. INFORMATION TO USERS This manuscript has been reproduced from the microfilm master. UMI films the text directly from the original or copy submitted. Thus, some thesis and dissertation copies are in typewriter face, while others may be from any type of computer printer. The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. Broken or indistinct print, colored or poor quality illustrations and photographs, print bleedthrough, substandard margins, and improper alignment can adversely affect reproduction. In the unlikely event that the author did not send UMI a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if unauthorized copyright material had to be removed, a note will indicate the deletion. Oversize materials (e.g., maps, drawings, charts) are reproduced by sectioning the original, beginning at the upper left-hand comer and continuing from left to right in equal sections with small overlaps.
    [Show full text]
  • Inventaris Van Het Boy Ecury En Familie
    Inventaris van het Boy Ecury en Familie Ecury Archief (1922-2011) Daniella Britt Fundacion Amigonan di Archivo Archivo Nacional Aruba 2018 Inventaris Boy Ecury & Familie Ecury Archief (1922-2011) Inventaris Boy Ecury & Familie Ecury Archief (1922-2011) Inventaris van het Boy Ecury en Familie Ecury Archief (1922-2011) Inventaris Boy Ecury & Familie Ecury Archief (1922-2011) Inventaris Boy Ecury & Familie Ecury Archief (1922-2011) Inhoudsopgave Voorwoord........................................................................................................................................3 Inleiding............................................................................................................................................4 Het Boy Ecury en familie Ecury archief 1. Boy op Aruba................................................................................................................................8 2. Boy in Nederland..........................................................................................................................8 3. Het Overlijden van S.J.A. “Boy” Ecury.....................................................................................12 4. Herdenking Boy Ecury...............................................................................................................19 5. Aanverwanten Boy Ecury...........................................................................................................29 6. Overige stukken..........................................................................................................................32
    [Show full text]
  • Bon Dia! Met Wie Schrijf Ik?
    Bon dia! Met wie schrijf ik? Wim Rutgers bron Wim Rutgers, Bon dia! Met wie schrijf ik? Charuba, Oranjestad 1988 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rutg014bond01_01/colofon.htm © 2007 dbnl / Wim Rutgers II ‘Misschien zullen de kinderen van dit volk eens hun hoofden buigen over de legendes van hun stam...’ (Frank Martinus Arion: Stemmen uit Afrika) Wim Rutgers, Bon dia! Met wie schrijf ik? 4 Ter introductie ‘.... u weet niets van mij, niets, alstublieft, luistert u naar mijn geschiedenis, die ik ga vertellen ....’ Alioum Fantouré: Tussen de keerkringen ‘Zeg, moet je horen ....!’ Iemand vertelt zijn belevenissen aan een al of niet geïnteresseerde luisteraar, die op het verhaal misschien ongelovig reageert - waarop het verhaal nog wat spannender wordt gemaakt; of enthousiast - waarop de verteller zijn geschiedenis nog een beetje aandikt. Maar er wordt geluisterd. En dat merkt de verteller direct aan de reacties. Zo gemakkelijk heeft een schrijver het niet. Die zit eenzaam aan een bureau op een pen te kauwen of naar de schrijfmachine te staren. De auteur weet helemaal niet hoe de eventuele lezer op het verhaal zal reageren. Enthousiast? Zal het verhaal begrepen worden? Een auteur kan ook niets meer corrigeren; zoals hij zijn geschiedenis eenmaal geschreven heeft, zo blijft het er staan. Ook voor lezers die in andere landen en culturen leven of in andere tijden als het verhaal een ‘blijvertje’ is. Een Caraïbische auteur heeft het nog moeilijker, want die schrijft vaak niet alleen voor lezers in eigen tijd en land, maar ook nog voor lezers die ver daarbuiten wonen - in Nederland bijvoorbeeld - en in een andere taal dan die thuis geleerd is.
    [Show full text]
  • Aruba, Bonaire Y Curazao)
    Alisios salitrosos: ideología y escritura en papiamento desde la Emancipación en los años 1860 (Aruba, Bonaire y Curazao) Salty Tradewinds: Ideology and Writing in Papiamentu since Emancipation in the 1860´s (Aruba, Bonaire & Curaçao) Alísios salitreiros: ideologia e escrita em Papiamento desde a Emancipação em 1860 (Aruba, Bonaire e Curaçao) Aart G. Broek REAl INstItUto HolANDÉs DE EstUDIos DEl SUDEstE AsIÁtIco Y El CARIbE, LEYDEN Aart G. Broek, PhD, (Países Bajos, 1954), se especializó en Estudios de la comunicación, Sociología y más recientemente en Criminología. Entre sus publicaciones sobre el Caribe se encuentran: Het zilt van de passaten; Essay over Caribische letteren en ideologie [Alisios salitrosos. Ensayos sobre escritura e ideología caribeñas] (2000), De kleur van mijn eiland; ideologie en schrijven in Papiamentu [El color de mi isla: ideología y escritura en papiamento] (2006) en De terreur van schaamte; Brandstof voor agressie [El terror de la vergüenza: petróleo para la agresión] (2007). Trabaja en el Real Instituto Holandés de Estudios del Sudeste Asiático y el Caribe [Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde] en Leyden. Página web: www.carilexis.nl. Correo electrónico: agbroek@ planet.nl Versión en español de Alejandra Castellanos, Profesional en estudios literarios de la Pontificia Universidad Javeriana. Es editora de El Debate (www.eldebate.com.co) y tiene el proyecto virtual sobre Pedro Lemebel www.poderdeplumamaricola.com. Correo electrónico: [email protected] SICI: 0122-8102(201112)15:30<59:ASIEPE>2.0.TX;2-H 59 CUADERNOS DE LITERATURA Nº30 • JULIO-DICIEMBRE 2011 ISSN 0122-8102 • PÁGS. 59-86 59 Resumen Abstract Resumo En las Antillas holandesas –en In the Dutch Caribbean –on the Nas Antilhas Holandesas –nas las islas de Aruba, Bonaire y islands of Aruba, Bonaire and ilhas de Aruba, Bonaire e Curazao– se habla un criollo Curaçao– an authentic Creole Curaçcao– fala-se um crioulo auténtico: el papiamento.
    [Show full text]
  • Dutch Caribbean Women's Literary Thought: Activism Through
    SEVEN DUTCH CARIBBEAN WOMEN’S LITERARY THOUGHT: ACTIVISM THROUGH LINGUISTIC AND COSMOPOLITAN MULTIPLICITY Florencia V. Cornet University of South Carolina, Columbia Correspondence: Florencia V. Cornet, University of South Carolina, Columbia [email protected] To cite this article: [Florencia V. Cornet. “Dutch Caribbean Women’s Literary Thought: Activism through Linguistic and Cosmopolitan Multiplicity.” Wagadu: A Journal of Transnational Women’s and Gender Studies, Winter 2017, vol. 18, pp. 175-202] Abstract: In a select group of works by late 20th and early 21st century Curaçaoan women novelists and poets such as Nydia Ecury (1926- 2012), Diana Lebacs (b.1947), Myra Römer (b.1946), Aliefka Bijlsma (b.1971), and Mishenu Osepa-Cicilia (b.1978), we see through what is often an autobiographical subjectivity, a “transnational collective plurality and difference” that describes the empowering physical and psychological possibilities that come with cross-national travel, immigration, cosmopolitanism, and linguistic multiplicity. This paper will present the politics of Curaçaoan-Dutch Caribbean women’s cosmopolitanism and linguistic multiplicity as transformative tools for personal and collective agency and activism for autonomy. Introduction There is a cultural and identity politics that underline the literary narrative in the Curaçaoan Dutch Caribbean diaspora. The colonial © Wagadu 2017 ISSN: 1545-6196 176 Wagadu Volume 18 Winter 2017 history coupled with linguistic, social, political, and economic developments on the island certainly speak to the body of literature produced by Curaçaoan Dutch Caribbean novelists and poets. This region in the Caribbean has continued to produce literary works often times invisible to Euro-Dutch, non-Dutch, and non- Papiamentu/o speakers. There is fortunately a steady growing interest in Curaçaoan Dutch Caribbean literature with the understanding that these works may speak to the cultural core of the island.
    [Show full text]
  • A Karibi Holland Szigetek Költészete1
    Pallai Károly Sándor A karibi holland szigetek költészete1 Földrajzi-demográfiai áttekintés A Holland Antillák megnevezés a Holland Királyság egykori karib-tengeri területeit jelöli (Caribisch Nederland), mely 1954-től, Curaçao és a hozzá tartozó területek2 átnevezésé- től 2010-ig viselte ezt a nevet. A két szigetcsoportot a Venezuela partjainál fekvő Aruba, Curaçao és Bonaire, valamint a Kis-Antillák részét képező Saba, Sint Eustatius és Sint Maarten alkotják. Utóbbiak az SSS-szigetek, melyek vulkanikus eredetűek, kiemelkedések- kel szabdaltak, így a mezőgazdasági lehetőségek korlátozottak3. Az ABC-szigetek (Aruba, Bonaire, Curaçao) földrajza szintén változatos. Aruba lapos, tengerszint feletti magassága csekély, főleg fehér homokos tengerpartjairól ismert. Bonaire vulkanikus eredetű, korall- gyűrű szegélyezi, mely világszerte kedvelt úti céllá teszi a búvárkodás szerelmesei számára. Curaçao északkeleti része sziklás és állandó hullámverés ostromolja, délnyugati része azon- ban szélvédett, főként itt találhatóak a városok, a kedvelt tengerpartok és a korallzátonyok többsége. A szigeteket Szél felőli (Bovenwindse Eilanden) és Szélcsendes (Benedenwindse Eilanden) csoportokra is oszthatjuk. A Holland Antillák területe mintegy 1000 km2-t jelen- tett, 2010-es felbomlásakor az itt élők száma kevéssel meghaladta a 300.000-et. Történelmi háttér A szigetek története igen változatos. A későbbi Holland Antillák területe a XVII. század- ban került holland fennhatóság alá és a Holland Királyság területét képezte a következő 1 A szerző kutatásait és műfordítói munkáját a Nemzeti Tehetség Program egyedi fejlesztést biztosító ösztöndíja (NTP-EFÖ-P-15-0180) támogatásával végzi. A közölt versek a tanulmány szerzőjének for- dításai (papiamento nyelvről). 2 Hollandul Kolonie Curaçao en onderhorigheden, papiamento nyelven Colonia di Kòrsou i las dependenshas, mely 1815-től, az Egyesült Holland Királyság létrejöttétől képezte a királyság területét 1828-ig, majd 1845-től 1936-ig.
    [Show full text]
  • Redalyc.Alisios Salitrosos: Ideología Y Escritura En Papiamento Desde La
    Cuadernos de Literatura ISSN: 0122-8102 [email protected] Pontificia Universidad Javeriana Colombia Broek, Aart G. Alisios salitrosos: ideología y escritura en papiamento desde la Emancipación en los años 1860 (Aruba, Bonaire y Curazao) Cuadernos de Literatura, núm. 30, julio-diciembre, 2011, pp. 59-86 Pontificia Universidad Javeriana Bogotá, Colombia Disponible en: http://www.redalyc.org/articulo.oa?id=439843076004 Cómo citar el artículo Número completo Sistema de Información Científica Más información del artículo Red de Revistas Científicas de América Latina, el Caribe, España y Portugal Página de la revista en redalyc.org Proyecto académico sin fines de lucro, desarrollado bajo la iniciativa de acceso abierto Alisios salitrosos: ideología y escritura en papiamento desde la Emancipación en los años 1860 (Aruba, Bonaire y Curazao) Salty Tradewinds: Ideology and Writing in Papiamentu since Emancipation in the 1860´s (Aruba, Bonaire & Curaçao) Alísios salitreiros: ideologia e escrita em Papiamento desde a Emancipação em 1860 (Aruba, Bonaire e Curaçao) Aart G. Broek REAl INstItUto HolANDÉs DE EstUDIos DEl SUDEstE AsIÁtIco Y El CARIbE, LEYDEN Aart G. Broek, PhD, (Países Bajos, 1954), se especializó en Estudios de la comunicación, Sociología y más recientemente en Criminología. Entre sus publicaciones sobre el Caribe se encuentran: Het zilt van de passaten; Essay over Caribische letteren en ideologie [Alisios salitrosos. Ensayos sobre escritura e ideología caribeñas] (2000), De kleur van mijn eiland; ideologie en schrijven in Papiamentu [El color de mi isla: ideología y escritura en papiamento] (2006) en De terreur van schaamte; Brandstof voor agressie [El terror de la vergüenza: petróleo para la agresión] (2007).
    [Show full text]
  • Inventaris Geluidsbanden Archief Radio Hoyer
    Inventaris Geluidsbanden Archief Radio Hoyer Tekst en compilatie © 2014 Tim de Wolf 2 INHOUD Inleiding 5 Nuttige informatie voor het gebruik van dit archief 6 Inventaris 12 Opnamen vervaardigd door (of in opdracht van) Horacio Hoyer / Radio Hoyer 13 Opnamen vervaardigd door Radio Nederland Wereldomroep omroep 195 Opnamen van ‘vreemde’ herkomst (derden) 222 Bijlage 1: Een beknopte geschiedenis van Radio Hoyer 242 1.1 De prelude, de uitgave van grammofoonplaten 242 1.2 De oprichting van Radio Hoyer 244 1.3 Radio Hoyer II, III en verdere plannen 246 1.4 Radio Hoyer na 1970 248 1.5 Horacio Hoyer, een gewaardeerd en gelauwerd man 248 Bijlage 2: Enige aspecten van geluidsregistratie bij Radio Hoyer 250 Bijlage 3: Aanvankelijke toestand en oorspronkelijke structuur van het archief, 254 de keus voor chronologische ordening 3.1 Aanvankelijke toestand van het archief 254 3.2 Oorspronkelijke structuur van het archief 254 3.3 Chronologische ordening 256 Bijlage 4 Enige achtergrondinformatie betreffende het Project conservering, 257 digitalisering en inventarisering bandenarchief Radio Hoyer 4.1 Fondsenwerving en voorbereiding 257 4.2 Algemene problemen bij transcriptie van geluidsbanden 257 4.3 Selectie 257 4.4 Transcriptie 259 4.5 Digitalisering 260 4.6 Ontsluiting, metadata, richtlijnen opslag en beheer originelen 261 4.7 Omvang digitale bestanden van het archief, speelduur, beeldbestanden en 263 indeling van de bestanden op de externe harddisk Bijlage 5: Een korte uitleg van de techniek der magnetische geluidsregistratie 265 3 Bijlage 6: Nadere technische aspecten van magnetische geluidsregistratie 268 6.1 Spoorsystemen 268 6.2 Bandsnelheid 271 6.3 Banddikte 272 6.4 Fouten in de positie van opname- en weergavekop 273 6.5 Extreem onjuiste stand van de opnamekop 274 6.6 Opnamekarakteristieken zoals toegepast bij geluidsband 276 Bijlage 7: Probleembanden 277 7.1 Samenstelling geluidsband 277 7.2 Probleembanden 278 1.
    [Show full text]
  • Fleet Banquet Th Good Points of Each Must Be | Medical, Lago Police, 10; and December 19 1949 Weighed Carefully Against Those of Executive, Five
    Ess NEWS Aruba 11, No. 21 PUBLISHED BY THE LAGO OIL & TRANSPORT CO. LTD. OCTOBER 13, 1950 ontest Over! 909 Entries és To Comp ete for 101 Prizes VA | The Cost Reduction E , Contest ended October 4, and judges are now reading the 909 entries sent in. As soon as their job is finished, Organization names of the 101 prizewinners - who will share in the Fls. 10,000 prize money - will be announced in the Aruba Esso News. Changes The Contest ran for one month, from the time y number 1 was received (from Herbert Daniel, Marine Office) until number 909 Kenneth Springer was promoted to arrived at the Esso News office (number 909, incidentally, came from the position of Proce Foreman in C. D. Sexton, Jr., of TSD). During the Light Oils Finishing Department that month, employees throughout effective October 1, replacing T. V. the refinery showed that they are | Leonard on the Watch for the Winners thinking - and putting into practice - | latter’s retire- aaa good ways to cut costs on their jobs, ment. ese Yo, the results of the Essay Con- On a departmental basis, the Mr. Springer Lake Tanker representatives and members of the Marine Shore Staff at test aren’t known now - nor will | largest number of essays came from Lago on joined they be tomorrow. But they will be the largest department: M&C. With the annual Committee banquet pose for their picture. October 1 1 announced as soon as the judges 3 entries, it had a strong lead Representantenan di Lake Tanker y miembronan di Marine Shore Staff na as an operator have read the 909 e and select- r the Process Department, which un banquete di Comité anual, ta propone pa nan portret.
    [Show full text]
  • Aruba Heritage Report Aruba’S Intangible Cultural Heritage, an Inventory
    1 The Aruba Heritage Report Aruba’s intangible cultural heritage, an inventory Luc Alofs November, 2003 / November, 2008 Picture: Ravi Alofs ‘The speed of social and economic change often goes counter to the rhythms of culture, which more often measures time in phases of experience, stages of life and even in generations, than in the nanoseconds of the digital networks.’ Koïchiro Matsuura, Director-General of UNESCO Preface to: ‘World Culture Report 2000: Cultural Diversity, Conflict and Pluralism’ Aruba National Commission 2 3 Introduction The aim of this project is to produce a report for the elaboration of a National Inventory of Intangible Heritage, including the most important cultural manifestations of present day Aruba. This inventory will serve as the basis for the further elaboration of an atlas of Central American Intangible Heritage by UNESCO. The degree to which it is possible to meet these objectives depends on the progress in the field of study of the intangible cultural heritage. This inventory is based on existing scientific literature and fieldwork by the author. Additional fieldwork to complement the available data cannot be part of the project and will have to be addressed in the future. In paragraph I.1, I will review and discuss several UNESCO-definitions of the concept of Intangible Cultural Heritage. Paragraph I.2 briefly sketches the history of the people and the culture of Aruba. In paragraph I.3, I describe the history of the study of Cultural Heritage on Aruba and the Netherlands Antilles as of the end of the nineteenth century. The second chapter consists of the actual inventory of Intangible Cultural Heritage on Aruba.
    [Show full text]