De Verandering Van Kleur in Het Oeuvre Van Abraham Bloemaert

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Verandering Van Kleur in Het Oeuvre Van Abraham Bloemaert De verandering van kleur in het oeuvre van Abraham Bloemaert Noëlle Schoonderwoerd Masterscriptie Kunstgeschiedenis Universiteit van Amsterdam Dr. E. Kolfin Contents Inleiding ........................................................................................................................................................ 2 1. De verandering van het kleurenpalet van de zestiende naar de zeventiende eeuw. ................................ 4 De dood van Niobe’s kinderen (1591) .................................................................................................... 5 Mercurius, Argos en Io (1592) ................................................................................................................. 6 Judith toont het hoofd van Holofernes aan het volk (1593) .................................................................. 6 Mozes slaat water uit de rots (1596) ......................................................................................................... 7 Jozef en zijn broers (1595-1600) ............................................................................................................... 8 De aanbidding van de herders (1612) ..................................................................................................... 9 Maria Magdalena (1619) ........................................................................................................................ 10 De Emmaüsgangers (1622) .................................................................................................................... 11 Theagenes ontvangt de erepalm van Chariclea (1626) .......................................................................... 12 Het godenmaal bij de bruiloft van Peleus en Thetis (1638) .................................................................. 13 2. Het leven van Abraham Bloemaert (1566-1651) ................................................................................... 15 Biografie ................................................................................................................................................. 15 Bloemaert als kunstenaar. ...................................................................................................................... 17 De kunstenaar en zijn clientèle .............................................................................................................. 19 De leermeester en zijn leerlingen ........................................................................................................... 22 3. Oorzaken van de verandering in het kleurgebruik. ............................................................................... 24 De opkomst van het maniërisme. .......................................................................................................... 24 Het caravaggisme, een nieuwe vorm van realisme. ................................................................................ 29 Het Classicisme en het Haagse Hof ....................................................................................................... 33 Kunsttheoretische lessen uit Karel van Manders Schilder-boeck (1604). ............................................. 43 Conclusie .................................................................................................................................................... 49 Aanbeveling voor vervolgverzoek ............................................................................................................... 51 Afbeeldingen ............................................................................................................................................... 52 Bibliografie .................................................................................................................................................. 73 Afbeeldingenlijst ......................................................................................................................................... 78 1 Inleiding Abraham Bloemaert (1566-1651) was beroemd gedurende zijn leven en werd bejubeld na zijn dood, maar vanaf de negentiende eeuw was hij zo goed als vergeten. Een verschijnsel niet geheel onbekend in de kunstgeschiedenis, maar bij Abraham Bloemaert was dit zeer onterecht. De kunstenaar was namelijk in de zeventiende eeuw één van de belangrijkste leermeesters van Utrecht, vervaardigde verschillende topstukken die zelfs in het buitenland aftrek vonden. Vandaar dat er vanaf de twintigste eeuw, met name in de tweede helft, door kunsthistorici een herwaardering voor Bloemaert optreedt. Onderzoek naar Bloemaert stelt de kunstenaar in een nieuw daglicht, musea doen nieuwe aankopen en tentoonstellingen komen tot stand. Met de verschijning van de eerste volledige monografie over het leven en werk van Abraham Bloemaert en zijn zoons (in 1993 door Marcel Roethlischberger), lijkt de waardering weer hersteld. In 1997 publiceert de Duitser Gero Seeling zijn dissertatie Abraham Bloemaert 1566-1651. Studien zur Utrechter Malerei um 1620. Hierin deed hij onderzoek naar Bloemaerts stijl, opdrachtgevers en werkplaats rond 1620. In 2007 volgt een tweedelige uitgave van het jarenlange onderzoek van Jaap Bolten naar Bloemaert’s tekeningen. En in 2009 promoveerde Elizabeth Nogrady op Abraham Bloemaert (1566-1651), the Netherlandish Academy’ and artistic collaboration in seventeenth-century Utrecht. Zoals de titel luidt onderzocht zij de werkplaats van de kunstenaar en hoe deze in verband stond in de samenwerking met andere collega’s. In 2011 opent in het Centraal Museum te Utrecht de tentoonstelling ‘Het Bloemaert-effect: kleur en compositie in de Gouden Eeuw’. De tentoonstelling mag worden gezien als de kroon op het onderzoek en de herwaardering van Bloemaert. In de catalogus komt goed naar voren dat al deze publicaties laten zien hoeveel meer we over Abraham Bloemaert te weten zijn gekomen. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat er nog steeds veel onbekend is. Zo is er bijvoorbeeld nog nooit een grootschalig technisch onderzoek gedaan naar Bloemaerts schilderijen. Maar ook is er nog veel onbekend over de herkomst van vele werken. Het lijkt er dan ook op dat na de tentoonstelling ‘Het Bloemaert-effect’ de aandacht voor Bloemaert weer iets is afgenomen. Dit biedt mij de ruimte om in navolging van de recente publicaties en exposities een volgende stap te zetten in het onderzoek naar het oeuvre van de schilder. Het uitgangspunt van deze scriptie is de verandering van Bloemaerts kleurenpalet van de zestiende naar de zeventiende eeuw, welke startte met de catalogus van de Utrechtse tentoonstelling in 2011 ‘Het Bloemaert-effect: kleur en compositie in de Gouden Eeuw’. Bladerend door de catalogus vallen twee dingen op. Het eerste is dat Bloemaerts oeuvre zeer divers is met uitlopende thema’s en voorstellingen. Het tweede is het gebruik van kleur. Er lijkt een tweedeling te bestaan tussen de werken die hij voor 1600 heeft geschilderd en de werken na 1600. De werken van voor 1600 zijn vaak donker en hebben een overwegend bruin met grijs kleurenpalet. De werken na 1600 bevatten verschillende kleuren en 2 lijken veel lichter te zijn. Daarom wil ik in dit onderzoek kijken naar de verandering van kleurgebruik van Abraham Bloemaert. De vraag die deze scriptie beantwoordt is: Waarom veranderde Abraham Bloemaert zijn kleurgebruik van de zestiende naar de zeventiende eeuw? Om deze vraag te beantwoorden wordt eerst een visuele analyse gedaan van tien schilderijen van Bloemaert. Uit een selectie van vijf schilderijen geschilderd voor 1600 en vijf schilderijen na 1600 zal eerst de verandering nader beschreven worden. Helaas ontbreekt het in dit onderzoek aan een technisch onderzoek naar het werk van Bloemaert op het gebied van kleur. In mijn zoektocht naar deze gegevens kwam ik in de literatuur het verschijnsel al een aantal keer tegen. Maar toen ik contact opnam met de betreffende musea werd het probleem pas echt duidelijk. Er is nog nooit een grootschalig technisch onderzoek gedaan op het gebied van kleur naar Bloemaerts oeuvre. Het Centraal Museum in Utrecht was het enige museum dat een volledig technisch onderzoek naar kleur heeft gedaan van Bloemaerts werk. Maar met alleen die gegevens zag ik mijzelf teveel beperkt om deze gegevens als maatstaaf op al Bloemaerts werken toe te passen. Het onderzoek heeft zich daardoor beperkt tot mijn deskundige visuele analyses van de tien geselecteerde schilderijen. In hoofdstuk 2 wordt er gekeken naar het persoonlijke leven van de kunstenaar. Over Bloemaert wordt vaak geschreven dat hij autodidactisch was, maar wie was zijn leermeester? Hoe zag zijn leven eruit? Heeft hij gereisd? Wie waren zijn opdrachtgevers? Kortom, in dit hoofdstuk wordt de vraag beantwoord: Zijn er invloeden vanuit Bloemaerts persoonlijke leven die voor een verandering in kleurgebruik hebben gezorgd? Tenslotte wordt er in hoofdstuk 3 gekeken naar mogelijke oorzaken van de verandering in Bloemaerts kleurenpalet buiten zijn eigen leven. Bloemaerts lange actieve carrière maakte hem getuige van en partij in drie belangrijke kunststromingen; het Hollands maniërisme, het Utrechtse caravaggisme en het classicisme. Vanuit deze stromingen wordt gekeken hoe Bloemaert ermee in contact kwam; bijvoorbeeld door zijn leerlingen of opdrachtgevers. Maar ook wordt er onderzocht of en hoe Bloemaerts kleurgebruik wordt beïnvloed. Afsluitend wordt in hoofdstuk 3 gekeken naar het Schilder-boeck (1604) geschreven door Karel van Mander (1548-1606). Van Mander was als schilder en schrijver de eerste die een biografie
Recommended publications
  • Sztuki Piękne)
    Sebastian Borowicz Rozdział VII W stronę realizmu – wiek XVII (sztuki piękne) „Nikt bardziej nie upodabnia się do szaleńca niż pijany”1079. „Mistrzami malarstwa są ci, którzy najbardziej zbliżają się do życia”1080. Wizualna sekcja starości Wiek XVII to czas rozkwitu nowej, realistycznej sztuki, opartej już nie tyle na perspektywie albertiańskiej, ile kepleriańskiej1081; to również okres malarskiej „sekcji” starości. Nigdy wcześniej i nigdy później w historii europejskiego malarstwa, wyobrażenia starych kobiet nie były tak liczne i tak różnicowane: od portretu realistycznego1082 1079 „NIL. SIMILIVS. INSANO. QVAM. EBRIVS” – inskrypcja umieszczona na kartuszu, w górnej części obrazu Jacoba Jordaensa Król pije, Kunsthistorisches Museum, Wiedeń. 1080 Gerbrand Bredero (1585–1618), poeta niderlandzki. Cyt. za: W. Łysiak, Malarstwo białego człowieka, t. 4, Warszawa 2010, s. 353 (tłum. nieco zmienione). 1081 S. Alpers, The Art of Describing – Dutch Art in the Seventeenth Century, Chicago 1993; J. Friday, Photography and the Representation of Vision, „The Journal of Aesthetics and Art Criticism” 59:4 (2001), s. 351–362. 1082 Np. barokowy portret trumienny. Zob. także: Rembrandt, Modląca się staruszka lub Matka malarza (1630), Residenzgalerie, Salzburg; Abraham Bloemaert, Głowa starej kobiety (1632), kolekcja prywatna; Michiel Sweerts, Głowa starej kobiety (1654), J. Paul Getty Museum, Los Angeles; Monogramista IS, Stara kobieta (1651), Kunsthistorisches Museum, Wiedeń. 314 Sebastian Borowicz po wyobrażenia alegoryczne1083, postacie biblijne1084, mitologiczne1085 czy sceny rodzajowe1086; od obrazów o charakterze historyczno­dokumentacyjnym po wyobrażenia należące do sfery historii idei1087, wpisujące się zarówno w pozy­ tywne1088, jak i negatywne klisze kulturowe; począwszy od Prorokini Anny Rembrandta, przez portrety ubogich staruszek1089, nobliwe portrety zamoż­ nych, starych kobiet1090, obrazy kobiet zanurzonych w lekturze filozoficznej1091 1083 Bernardo Strozzi, Stara kobieta przed lustrem lub Stara zalotnica (1615), Музей изобразительных искусств им.
    [Show full text]
  • Depressed Eyes
    D E P R E S S E D E Y E S ‘ Allegory of Winter’ painted by Caesar van Everdingen, c a 1 6 5 0 Nelly Moerman Final paper for UvA Master’s module ‘Looking at Dutch Seventeenth - Century Paintings’ 2010 D EPRESSED EYES || Nelly Moerman - 2 CONTENTS page 1. Introduction 3 2. ‘Allegory o f Winter’ by Caesar van Everdingen, c. 1650 3 3. ‘Principael’ or copy 5 4. Caesar van Everdingen (1616/17 - 1678), his life and work 7 5. Allegorical representations of winter 10 6. What is the meaning of the painting? 11 7. ‘Covering’ in a psychological se nse 12 8. Look - alike of Lady Winter 12 9. Arguments for the grief and sorrow theory 14 10. The Venus and Adonis paintings 15 11. Chronological order 16 12. Conclusion 17 13. Summary 17 Appendix I Bibliography 18 Appendix II List of illustrations 20 A ppen dix III Illustrations 22 Note: With thanks to the photographic services of the Rijksmuseum in Amsterdam for supplying a digital reproduction. Professional translation assistance was given by Janey Tucker (Diesse, CH). ISBN/EAN: 978 - 90 - 805290 - 6 - 9 © Copyright N. Moerman 2010 Information: Nelly Moerman Doude van Troostwijkstraat 54 1391 ET Abcoude The Netherlands E - mail: [email protected] D EPRESSED EYES || Nelly Moerman - 3 1. Introduction When visiting the Rijksmuseum, it seems that all that tourists w ant to see is Rembrandt’s ‘ Night W atch ’. However, before arriving at the right spot, they pass a painting which makes nearly everybody stop and look. What attracts their attention is a beautiful but mysterious lady with her eyes cast down.
    [Show full text]
  • Light and Sight in Ter Brugghen's Man Writing by Candlelight
    Volume 9, Issue 1 (Winter 2017) Light and Sight in ter Brugghen’s Man Writing by Candlelight Susan Donahue Kuretsky [email protected] Recommended Citation: Susan Donahue Kuretsky, “Light and Sight in ter Brugghen’s Man Writing by Candlelight,” JHNA 9:1 (Winter 2017) DOI: 10.5092/jhna.2017.9.1.4 Available at https://jhna.org/articles/light-sight-ter-brugghens-man-writing-by-candlelight/ Published by Historians of Netherlandish Art: https://hnanews.org/ Republication Guidelines: https://jhna.org/republication-guidelines/ Notes: This PDF is provided for reference purposes only and may not contain all the functionality or features of the original, online publication. This PDF provides paragraph numbers as well as page numbers for citation purposes. ISSN: 1949-9833 JHNA 7:2 (Summer 2015) 1 LIGHT AND SIGHT IN TER BRUGGHEN’S MAN WRITING BY CANDLELIGHT Susan Donahue Kuretsky Ter Brugghen’s Man Writing by Candlelight is commonly seen as a vanitas tronie of an old man with a flickering candle. Reconsideration of the figure’s age and activity raises another possibility, for the image’s pointed connection between light and sight and the fact that the figure has just signed the artist’s signature and is now completing the date suggests that ter Brugghen—like others who elevated the role of the artist in his period—was more interested in conveying the enduring aliveness of the artistic process and its outcome than in reminding the viewer about the transience of life. DOI:10.5092/jhna.2017.9.1.4 Fig. 1 Hendrick ter Brugghen, Man Writing by Candlelight, ca.
    [Show full text]
  • Leiden Gallery Site
    How To Cite Ilona van Tuinen, "Lot and His Daughters", (AB-100), in The Leiden Collection Catalogue, Arthur K. Wheelock Jr., Ed., New York, 2017 http://www.theleidencollection.com/archive/ This page is available on the site's Archive. PDF of every version of this page is available on the Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. Archival copies will never be deleted. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. The prospect of human extinction can drive people to desperate measures. The morally charged story of Lot and his daughters, recounted in Genesis 19, demonstrates just how far people will go to ensure the continuance of their lineage. The old, righteous Lot, one of Abraham’s nephews, lived in the doomed city of Sodom among its immoral citizenry. As a reward for his virtue, God spared Lot, along with his wife and two daughters, from Sodom’s destruction. During their flight, however, Lot’s wife defied God’s Fig 1. Lucas van Leyden,Lot and His Daughters, 1530, command and looked back. As punishment, she was turned into a pillar of engraving, 18.9 x 24.6 cm, Rijksprentenkabinet, salt. Lot eventually settled inside a cave with his daughters. The elder Rijksmuseum, Amsterdam, inv. RP-P-OB-1587 © 2017 Leiden Gallery Lot and His Daughters Page 2 of 10 sister, convinced that there was “no man left on the earth” (Gen. 19:31), devised a scheme to intoxicate Lot, enabling the two women to sleep with the old man on consecutive nights in order to “preserve the seed of their father” (Gen.
    [Show full text]
  • Aelbert Jansz 7An Der Schoo
    Aelbert Jansz 7an der Schoo Een Utrechts schilder en zijn werk P. van den Brink In 1995 ontvingen M.J. Bok en P. van den Brink de Oud-Utrechtprijs voor hun gezamenlijke publicatie over de Utrechtse schilder Aelbert van der Schoor. Hun artikel was gepubliceerd in het tijdschrift Oud Holland. Een bijgewerkte versie van het aandeel van Van den Brink van _ . , „ . , , ,, . , , , ... dit prijswinnende artikel geeft de Peter van den Brink (1956) studeerde kunstgeschiede- r ' b nis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na Cum Laude actuele stand van zaken weer rond te zijn afgestudeerd was hij onder meer werkzaam in r. , .... .. , „ . , ,. _ lr. ,.. , het onderzoek naar het oeuvre van Stedelijk Museum Het Prinsenhor m Delft. Zijn proef­ schrift, getiteld Ondertekening en andere technische jg weinig bekende 17de eeuwse aspecten van de Antwerpse maniëristen 1505-1525, schilder Aelbert van der Schoor, komt volgend jaar uit. Hij heeft regelmatig gepubli­ werkzaam in Utrecht. Veel van zijn ceerd over de Zuid- en Noordnederlandse schilder­ kunst van de zestiende eeuw, maar vooral over werken hebben onder andere schil­ Hollandse zeventiende-eeuwse schilderkunst. Sinds 1 ders te boek gestaan, zoals Abraham januari 1997 is hij werkzaam in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, vanaf 1 januari Bloemaert, Theodoor Rombouts en 1999 als hoofdconservator Oude Kunst. Dirck van Baburen. Op grond van uitgebreid onderzoek naar scholing en werkwijze kunnen ruim dertig schilderijen aan Van der Schoor worden toegeschreven. Zij volgen in een aparte oeuvre-catalogus, die als een bijlage aan het artikel is toege­ voegd. PETER VAS DES BRISK AFI.BERT JANSZ VAN DER SCHOOR, EEN UTRECHTS SCHILDER EN ZIJN WERK Inleiding In 1975 werd in Neurenberg een schilderij geveild, voorstellend een herder en een her- derin met twee schapen.
    [Show full text]
  • Uva-DARE (Digital Academic Repository)
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) ‘Proeft de kost en kauwtse met uw’ oogen’. Beeldtraditie, betekenis en functie van het Noord-Nederlandse keukentafereel (ca. 1590-1650) Kwak, Z.Sz.M. Publication date 2014 Link to publication Citation for published version (APA): Kwak, Z. S. M. (2014). ‘Proeft de kost en kauwtse met uw’ oogen’. Beeldtraditie, betekenis en functie van het Noord-Nederlandse keukentafereel (ca. 1590-1650). General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 425 EINDNOTEN 1 Daarnaast worden Noord-Nederlandse keukenstukken uit de 17de eeuw summier besproken in ondermeer: Martin 1935-1936, dl. I, pp. 282-287; Bol 1969, pp. 3-12 (Martin en Bol hebben een louter stilistische, esthetische benadering); Gent 1986-87, i.h.b.
    [Show full text]
  • 2020 Archived Version
    Lot and His Daughters 1624 oil on canvas Abraham Bloemaert 167 x 232.4 cm (Gorinchem 1566 – 1651 Utrecht) signed and dated in dark paint, lower right corner: “A. Bloemaert fe. 1624” AB-100 © 2020 The Leiden Collection Lot and His Daughters Page 2 of 11 How to cite Van Tuinen, Ilona. “Lot and His Daughters” (2017). In The Leiden Collection Catalogue, 2nd ed. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. New York, 2017–20. https://theleidencollection.com/artwork/lot-and-his-daughters/ (archived May 2020). A PDF of every version of this entry is available in this Online Catalogue's Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. The prospect of human extinction can drive people to desperate measures. Comparative Figures The morally charged story of Lot and his daughters, recounted in Genesis 19, demonstrates just how far people will go to ensure the continuance of their lineage. The old, righteous Lot, one of Abraham’s nephews, lived in the doomed city of Sodom among its immoral citizenry. As a reward for his virtue, God spared Lot, along with his wife and two daughters, from Sodom’s destruction. During their flight, however, Lot’s wife defied God’s command and looked back. As punishment, she was turned into a pillar of salt. Lot Fig 1. Lucas van Leyden, Lot and His Daughters, 1530, engraving, eventually settled inside a cave with his daughters. The elder sister, 18.9 x 24.6 cm, convinced that there was “no man left on the earth” (Gen.
    [Show full text]
  • Prints, and Paintings, Ed
    Lot and His Daughters 1624 oil on canvas Abraham Bloemaert 167 x 232.4 cm (Gorinchem 1566 – 1651 Utrecht) signed and dated in dark paint, lower right corner: “A. Bloemaert fe. 1624” AB-100 © 2021 The Leiden Collection Lot and His Daughters Page 2 of 13 How to cite Van Tuinen, Ilona. “Lot and His Daughters” (2017). In The Leiden Collection Catalogue, 3rd ed. Edited by Arthur K. Wheelock Jr. and Lara Yeager-Crasselt. New York, 2020–. https://theleidencollection.com/artwork/lot- and-his-daughters/ (accessed September 26, 2021). A PDF of every version of this entry is available in this Online Catalogue's Archive, and the Archive is managed by a permanent URL. New versions are added only when a substantive change to the narrative occurs. © 2021 The Leiden Collection Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Lot and His Daughters Page 3 of 13 The prospect of human extinction can drive people to desperate measures. Comparative Figures The morally charged story of Lot and his daughters, recounted in Genesis 19, demonstrates just how far people will go to ensure the continuance of their lineage. The old, righteous Lot, one of Abraham’s nephews, lived in the doomed city of Sodom among its immoral citizenry. As a reward for his virtue, God spared Lot, along with his wife and two daughters, from Sodom’s destruction. During their flight, however, Lot’s wife defied God’s command and looked back. As punishment, she was turned into a pillar of salt. Lot Fig 1. Lucas van Leyden, Lot and His Daughters, 1530, engraving, eventually settled inside a cave with his daughters.
    [Show full text]
  • Provenance with Charles Brunner
    THOS. AGNEW & SONS LTD. 6 ST. JAMES’S PLACE, LONDON, SW1A 1NP Tel: +44 (0)20 7491 9219. www.agnewsgallery.com Hendrick Bloemaert (1602 – 1672) Democritus Oil on canvas 37.6 x 29.1 inches (95.5 x 73.9 cm) Provenance With Charles Brunner, Paris, by 1919 (as by Hendrick Ter Brugghen) Private collection, United Kingdom Anonymous sale, London, Sotheby's, 6 December 1989, lot 241 (as by Jan van Bijlert), for £38,000 to Corsini With Pietro Corsini inc., New York, 1990 With Galleria Caretto, Turin, 2006; acquired by a private collector Anon. sale, Sotheby's London: December 3, 2008, lot 27 Exhibition London, Robilant and Voena, French, Dutch and Flemish Caravaggesque Paintings from the Koelliker Collection, 2007, no. 4. Literature B. Nicolson, Hendrick Terbrugghen, London 1958, p. 46, under nos. A3 and A4 (as Anonymous) G.J. Hoogewerff, "Jan van Bijlert, schilder van Utrecht", in Oud Holland, vol. 80, no. 1, 1965, p. 27, no. 44 (as Jan van Bijlert) A. Blankert, "Heraclitus en Democritus in het bizjonder in de Nederlandse kunst van de 17de Thos Agnew & Sons Ltd, registered in England No 00267436 at 21 Bunhill Row, London EC1Y 8LP VAT Registration No 911 4479 34 THOS. AGNEW & SONS LTD. 6 ST. JAMES’S PLACE, LONDON, SW1A 1NP Tel: +44 (0)20 7491 9219. www.agnewsgallery.com eeuw" in Nederlands Kunsthistorisch Jaarboek, vol. 18, 1967, p. 97, no. 30, reproduced p.62, fig. 18 B. Nicolson (rev. L. Vertova), Caravaggism in Europe, vol. I, Turin 1989, p. 156, reproduced vol. III, plate 1355 (as Petrus Portengen) C, Wright in French, Dutch and Flemish Caravaggesque Paintings from the Koelliker Collection, London 2007, pp.
    [Show full text]
  • ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS and THE
    ABSTRACT Title of Document: AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 Virginia C. Treanor, Doctor of Philosophy, 2012 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr. Department of Art History and Archaeology This dissertation examines the role of Amalia van Solms (1602-1675), wife of Frederik Hendrik, Prince of Orange and Stadhouder of the United Provinces of the Netherlands (1584-1647), in the formation of the couple’s art collection. Amalia and Frederik Hendrik’s collection of fine and decorative arts was modeled after foreign, royal courts and they cultivated it to rival those of other great European treasure houses. While some scholars have recognized isolated instances of Amalia’s involvement with artistic projects at the Stadhouder’s court, this dissertation presents a more comprehensive account of these activities by highlighing specific examples of Amalia’s patronage and collecting practices. Through an examination of gifts of art, portraits of Amalia and her porcelain collection, this study considers the ways in which Amalia contributed to the formation of the Stadhouder’s art collection. This dissertation seeks to provide a greater knowledge not only of Amalia’s activities as a patron and collector, but also a more throrough understanding of the genesis and function of the collection as a whole, which reflected the power and glory of the House of Orange during the Dutch Golden Age. AMALIA VAN SOLMS AND THE FORMATION OF THE STADHOUDER’S ART COLLECTION, 1625-1675 By Virginia Clare Treanor Dissertation submitted to the Faculty of the Graduate School of the University of Maryland, College Park, in partial fulfillment of the requirements for the degree of Doctor of Philosophy 2012 Advisory Committee: Professor Arthur K.
    [Show full text]
  • Dutch and Flemish Art at the Utah Museum of Fine Arts A
    DUTCH AND FLEMISH ART AT THE UTAH MUSEUM OF FINE ARTS A Guide to the Collection by Ursula M. Brinkmann Pimentel Copyright © Ursula Marie Brinkmann Pimentel 1993 All Rights Reserved Published by the Utah Museum of Fine Arts, University of Utah, Salt Lake City, UT 84112. This publication is made possible, in part, by a grant from the Salt Lake County Commission. Accredited by the CONTENTS Page Acknowledgments…………………………………………………………………………………………………..……...7 History of the Utah Museum of Fine Arts and its Dutch and Flemish Collection…………………………….…..……….8 Art of the Netherlands: Visual Images as Cultural Reflections…………………………………………………….....…17 Catalogue……………………………………………………………………………………………………………….…31 Explanation of Cataloguing Practices………………………………………………………………………………….…32 1 Unknown Artist (Flemish?), Bust Portrait of a Bearded Man…………………………………………………..34 2 Ambrosius Benson, Elegant Couples Dancing in a Landscape…………………………………………………38 3 Unknown Artist (Dutch?), Visiones Apocalypticae……………………………………………………………...42 4 Pieter Bruegel the Elder, Charity (Charitas) (1559), after a drawing; Plate no. 3 of The Seven Virtues, published by Hieronymous Cock……………………………………………………………45 5 Jan (or Johan) Wierix, Pieter Coecke van Aelst holding a Palette and Brushes, no. 16 from the Cock-Lampsonius Set, first edition (1572)…………………………………………………..…48 6 Jan (or Johan) Wierix, Jan van Amstel (Jan de Hollander), no. 11 from the Cock-Lampsonius Set, first edition (1572)………………………………………………………….……….51 7 Jan van der Straet, called Stradanus, Title Page from Equile. Ioannis Austriaci
    [Show full text]
  • Michael Sweerts (1618-1664) and the Academic Tradition
    ABSTRACT Title of Document: MICHAEL SWEERTS (1618-1664) AND THE ACADEMIC TRADITION Lara Rebecca Yeager-Crasselt, Doctor of Philosophy, 2013 Directed By: Professor Arthur K. Wheelock, Jr., Department of Art History and Archaeology This dissertation examines the career of Flemish artist Michael Sweerts (1618-1664) in Brussels and Rome, and his place in the development of an academic tradition in the Netherlands in the seventeenth century. Sweerts demonstrated a deep interest in artistic practice, theory and pedagogy over the course of his career, which found remarkable expression in a number of paintings that represent artists learning and practicing their profession. In studios and local neighborhoods, Sweerts depicts artists drawing or painting after antique sculpture and live models, reflecting the coalescence of Northern and Southern attitudes towards the education of artists and the function and meaning of the early modern academy. By shifting the emphasis on Sweerts away from the Bamboccianti – the contemporary group of Dutch and Flemish genre painters who depicted Rome’s everyday subject matter – to a different set of artistic traditions, this dissertation is able to approach the artist from new contextual and theoretical perspectives. It firmly situates Sweerts within the artistic and intellectual contexts of his native Brussels, examining the classicistic traditions and tapestry industry that he encountered as a young, aspiring artist. It positions him and his work in relation to the Italian academic culture he experienced in Rome, as well as investigating his engagement with the work of the Flemish sculptor François Duquesnoy (1597-1643) and the French painter Nicholas Poussin (1594-1665). The breadth of Sweerts’ artistic and academic pursuits ultimately provide significant insight into the ways in which the Netherlandish artistic traditions of naturalism and working from life coalesced with the theoretical and practical aims of the academy.
    [Show full text]