Aelbert Jansz 7An Der Schoo
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Aelbert Jansz 7an der Schoo Een Utrechts schilder en zijn werk P. van den Brink In 1995 ontvingen M.J. Bok en P. van den Brink de Oud-Utrechtprijs voor hun gezamenlijke publicatie over de Utrechtse schilder Aelbert van der Schoor. Hun artikel was gepubliceerd in het tijdschrift Oud Holland. Een bijgewerkte versie van het aandeel van Van den Brink van _ . , „ . , , ,, . , , , ... dit prijswinnende artikel geeft de Peter van den Brink (1956) studeerde kunstgeschiede- r ' b nis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na Cum Laude actuele stand van zaken weer rond te zijn afgestudeerd was hij onder meer werkzaam in r. , .... .. , „ . , ,. _ lr. ,.. , het onderzoek naar het oeuvre van Stedelijk Museum Het Prinsenhor m Delft. Zijn proef schrift, getiteld Ondertekening en andere technische jg weinig bekende 17de eeuwse aspecten van de Antwerpse maniëristen 1505-1525, schilder Aelbert van der Schoor, komt volgend jaar uit. Hij heeft regelmatig gepubli werkzaam in Utrecht. Veel van zijn ceerd over de Zuid- en Noordnederlandse schilder kunst van de zestiende eeuw, maar vooral over werken hebben onder andere schil Hollandse zeventiende-eeuwse schilderkunst. Sinds 1 ders te boek gestaan, zoals Abraham januari 1997 is hij werkzaam in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, vanaf 1 januari Bloemaert, Theodoor Rombouts en 1999 als hoofdconservator Oude Kunst. Dirck van Baburen. Op grond van uitgebreid onderzoek naar scholing en werkwijze kunnen ruim dertig schilderijen aan Van der Schoor worden toegeschreven. Zij volgen in een aparte oeuvre-catalogus, die als een bijlage aan het artikel is toege voegd. PETER VAS DES BRISK AFI.BERT JANSZ VAN DER SCHOOR, EEN UTRECHTS SCHILDER EN ZIJN WERK Inleiding In 1975 werd in Neurenberg een schilderij geveild, voorstellend een herder en een her- derin met twee schapen. Het werk werd in de veilingcatalogus toegeschreven aan Abraham Bloemaert. Hoewel Bloemaert meermalen dergelijke pastorale voorstellingen Afb. ;. Aelbert van der Schoor, Pastorale scène. Duitsland, Particuliere collectie (cat. nr. 25). heeft geschilderd (afb. 2) ', is dit werk zeker niet van zijn hand. Het draagt echter wel een Utrechts karakter en naar mijn mening moet het worden toegeschreven aan Aelbert Jansz van der Schoor. De toeschrijving aan Van der Schoor is gebaseerd op een vergelijking met een aantal gesigneerde schilderijen van zijn hand, waaronder een doek, voorstellend De Emmaüsgangers (afb. 3), dat in 1987 in Londen werd geveild, en dat zich nu in het Musée Municipal te Saint Amand-les-Eaux bevindt. Hoewel er zeer weinig tot niets bekend is over zijn jeugd en opleiding, werd Van der Schoor zonder twijfel in Utrecht tot schilder gevormd, mogelijk onder de hoede van Abraham Bloemaert. Zijn vroegste schilderijen dateren uit het begin van de jaren veer tig van de zeventiende eeuw. Dit waren hoofdzakelijk portretten, maar tevens enkele interieurstukken. Als genre- en historieschilder lijkt Van der Schoor vooral te zijn beïn vloed door Jan van Bijlert, en in mindere mate door Gerard van Honthorst en Bloemaert. Dergelijke schilderijen, vooral musicerende groepen maar ook af en toe een rF.TFR VAN Dr.N BRINK AELBERT JANSZ VAN DER SCHOOR. EEN UTRECHTS SCHILDER FN 7IJN WERK IILA Oud-Utrecht tliilisliïM*! .„«fr m 2. Abraham Bloemaert, Pastorale scène (1627). Hannover, Niedersächsisches Landesmuseum. Foto Niedersächsisches Landesmuseum, Landesgalerie Hannover. historiestuk, zoals twee voorstellingen van De Emmaüsgangers (afb. 3 en 26), zijn her kenbaar aan hun bonte en levendige coloriet, maartevens aan de steeds weer opnieuw terugkerende figuurtypen. Daarentegen doen Van der Schoors portretten sober, zelfs ouderwets aan. Ook hier werd hij door beter bekende stadgenoten, zoals Van Bijlert en vooral Hendrick Bloe maert beïnvloed. Er is nauwelijks sprake van enige ontwikkeling in zijn portretschilder kunst, maar de tijdspanne waarin hij actief was als 'conterfeiter' was dan ook kort. Na 1651 heeft hij, voor zover bekend, geen portretten meer geschilderd. In de tweede helft van zijn carrière schilderde hij naast figuurstukken uitsluitend vis- en vanitasstillevens. Ook als schilder van visstillevens zocht hij zijn inspiratie bij Utrechtse kunstenaars, vooral Jan de Bont en Willem Ormea lijken voor hem van belang te zijn geweest. Zijn vanitasvoorstellingen zijn daarentegen opvallend oorspronkelijk. Een belangrijk hoog tepunt is de Vanitas in het Rijksmuseum (afb. 6), waarop een schedel vanuit zes ver schillende invalshoeken is geschilderd. Ruim dertig schilderijen worden in de catalogus aan Aelbert van der Schoortoegeschre- ven, maar zijn produktie zal zonder twijfel omvangrijker zijn geweest. Het feit dat een aantal schilderijen voorheen op naam van schilders als Theodoor Rombouts, Dirck van Baburen, Abraham Bloemaert of Jan Gerritsz van Bronchorst stond, doet vermoeden dat in de toekomst nog meer schilderijen van hem onder een andere naam zullen PETER VAN DE,\! BRINK AELBERT JANSZ VAN DER SCHOOR. EEN UTRECHTS SCHILDER EN ZI|N WERK A/fa. 3. Aelbert van der Schoor, De Emmaüsgangers. Saint Amand-les-Eaux, Musée Municipal Foto Cooper ionden (cat. nr. 20). opduiken. Ditzelfde geldt in nog sterkere mate voor zijn tekeningen. Tot nu toe werd slechts één tekening aan hem toegeschreven, een blad met verschillende voorbereiden de studies, bedoeld voor de reeds vermelde Pastorale. Dit studieblad toont aan dat bij de totstandkoming van dit zeer vroege werk, Van der Schoor gebruik maakte van een methode die vooral bekend is van de Nestor van de Utrechtse schilderkunst, Abraham Bloemaert. Ook om die reden zou het niet verbazen indien zou blijken dat Van der Schoor juist van hem zijn opleiding kreeg. De schilder Over Aelbert Jansz van der Schoor, een tot op heden vrijwel onbekende schilder, is elders in dit jaarboek een biografie opgenomen van de hand van Marten Jan Bok. Het aantal vroegere publikaties over Van der Schoor is uiterst gering. In 1973 wijdde Rudi Ek- kart een kort artikel aan een Enkhuizer portret van zijn hand •'. Hij maakte duidelijk dat de schilder niet, zoals tot dan toe in de literatuur was aangenomen ', Abraham heette, maar Aelbert en dat hij niet in Amsterdam maar in Utrecht werkzaam was '. Ekkart baseerde zich hierbij op archief-aantekeningen van Abraham Bredius, welke op het RKD worden bewaard. De enige andere publikatie over Van der Schoor dateert van ig28'. De kwaliteit van zijn werk rechtvaardigt echter hernieuwde aandacht. PETER VAN DEN BR/.\K AELBERT JANSZ VAN DER SCHOOR. EEN UTRECHTS SCHILDER EN ZIJN WERK UjU Oud-Utrecht Afb. 4. Aelbert van der Schoor, Vanitasstilleven (1662). Huidige verblijfplaats onbekend (cat. nr. 33J. Aelbert van der Schoor heeft vermoedelijk het grootste deel van zijn leven in Utrecht gewoond en geschilderd; in ieder geval komt hij daar vanaf 1648 regelmatig in archiefstukken voor. Hij is vermoedelijk in of voor 1603 geboren, aangezien hij in 1621 mondig wordt genoemd, zoals blijkt uit het archiefonderzoek van Marten Jan Bok. Over zijn jonge jaren en zijn opleiding tot kunstschilder is helaas niets bekend. Hij wordt pas in 1641 opnieuw in Utrecht ver meld, zodat het heel goed mogelijk is, dat hij tussen 1621 en 1641 elders heeft gewerkt''. Wellicht is hij in die periode in Italië geweest, waar in die tijd wel een Alberto Fiamingho wordt vermeld, maar het is geenszins zeker, dat hiermee onze Aelbert van der Schoor wordt bedoeld. Ook is het mogelijk, dat hij in de tussenliggende tijd elders in Noord-Nederland heeft gewerkt, misschien in Amsterdam '. Zijn vroegst bekende werk, een vrouwenportret, draagt behalve een signatuur de datum 1642 (cat. nr. 1). Een Vanitasstilleven (afb. 4) stamt uit 1662 en is zijn laatst gedateerde schilderij. Veel langer zal zijn carrière vermoedelijk niet hebben geduurd8. Stillevens Van der Schoor schilderde portretten, historiestukken en genretaferelen, vooral musi cerende gezelschappen, en vis- en vanitasstillevens. Het is opvallend dat juist in Utrecht, dat niet aan open water ligt, het visstilleven in de zeventiende eeuw een inten sief beoefend genre was. Het merendeel van de schilders van visstil levens in de noorde lijke Nederlanden, onder wie de belangrijk ste specialisten, was of werkzaam in Utrecht óf in Den Haag. Opvallend is daar bij, dat ook in Utrecht - zeker aanvankelijk - overwegend zeevis werd geschilderd. Ook Aelbert van der Schoor schilderde enkele visstillevens, waarvan er drie uitsluitend uit oude vermeldingen bekend zijn (cat. nrs. 30, 32 en 35); een stuk met vissen en vogels (cat. nr. 37) is al sinds 1770 spoor- Afb. 5. Aelbert van der Schoor, Visstilleven met jongen (1657). Huidige verblijfplaats onbekend (cat. nr. 2g). E PETER VAN DEN BRINK AELBERT JAN S 2 VAN DER SCHOOR, F. EN UTRECHTS SCHILDER E N ZIJN WERK Afb. 8. Aelbert van der Schoor, Stilleven met vissen en schelpen (1658). Amsterdam, particuliere collectie (cat. nr. 31). loos. Nog onlangs werd ten onrechte een zesde visstuk op naam van Van der Schoor gesteld '. De twee schilderijen met vissen die we nu kennen, dateren beide uit de tweede helft van de jaren 1650. Ze passen goed in de Utrechtse traditie en ook onze schilder kiest zeevissen als onderwerp. Het eerste, een Visstilleven met jongen (afb. 5) herinnert enigszins aan dergelijk werk van Jan de Bont '". Dat het nadrukkelijk gebarende en ietwat spottend glimlachende knaapje geheel zonder bijbedoelingen bij deze vissen is geplaatst, lijkt slecht denkbaar. Zijn boodschap is aan de huidige beschouwer echter niet duidelijk ". Het tweede visstil leven, een fragment van een grotere compositie (afb. 8), lijkt vooral te zijn geïnspireerd