Proefschrift
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Nederland onder Franse invloed : cultuurtransfer en staatsvorming in de napoleontische tijd, 1799-1813 van der Burg, M.J. Publication date 2007 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): van der Burg, M. J. (2007). Nederland onder Franse invloed : cultuurtransfer en staatsvorming in de napoleontische tijd, 1799-1813. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:10 Oct 2021 NEDERLAND ONDER FRANSE INVLOED Cultuurtransfer en staatsvorming in de napoleontische tijd, 1799-1813 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op donderdag 11 oktober 2007, te 12:00 uur door Martijn Jacob van der Burg geboren te Heerenveen Promotiecommissie Promotor: prof. dr. J.Th. Leerssen Co-promotor: dr. A.R.M. Jourdan Overige Leden: dr. mr. P.A.J. van den Berg prof. dr. W.Th.M. Frijhoff prof. dr. J.M.F. Fritschy prof. dr. F. Grijzenhout prof. dr. N.C.F. van Sas prof. dr. M.J. Wintle Faculteit der Geesteswetenschappen © 2007 Martijn van der Burg INHOUDSOPGAVE Inleiding De kikkers en de koning 5 Probleemstelling 6 Cultuurtransfer: een begripsbepaling 7 Problemen met de historische vergelijking 8 Kanttekeningen bij de cultuurtransferbenadering 10 Aanpak 12 Historiografische schets van de Bataafs-Franse tijd 15 Bronnen 20 Vier dimensies van staatsvorming 21 Deel I STAATSVORM Hoofdstuk 1 De ene en ondeelbare Republiek 23 Vormgeving van de eenheidsstaat De politieke crisis van de jaren 1780 24 De vluchtige constitutionele monarchie 26 Bataafse ijver, 1795-1798 31 Generaal Bonaparte aan de macht 38 Conclusie 42 Hoofdstuk 2 Tussen Republiek en Koninkrijk 45 De moeizame constructie van de constitutionele monarchie Herwaardering van de monarchie 46 Problemen met het koningschap 49 Constructie van het Koninkrijk Holland 55 De ‘Constitutie voor het Koningrijk Holland’ 59 Op de moeilijkste troon van Europa 63 Het ideaal van de gematigde constitutionele monarchie 65 Lodewijk Napoleon als bonapartist? 69 Conclusie 72 Deel II BURGERLIJK RECHT Hoofdstuk 3 Uniformering van het recht 75 Codificaties onder de Revoluties en de Bonapartes Opkomst van de codificatiegedachte 77 Cambacérès en de codificatie van het Franse recht 81 Eenheid of verscheidenheid? 82 De Code civil des Français 85 Codificatie onder Lodewijk Napoleon 88 Het ‘Wetboek Napoléon ingerigt voor het Koningrijk Holland’ 92 Het Wetboek Napoleon en de Franse inlijving 94 Conclusie 94 Hoofdstuk 4 Code civil versus Wetboek Napoleon 97 Het burgerlijk leven van de wieg tot het graf Ouders en kinderen 98 Volwassenen en minderjarigen 103 De huwelijkse staat 106 Burgerschap 114 De Burgerlijke Stand 118 Woonplaats en afwezigheid 119 Conclusie 121 Deel III ONDERWIJS Hoofdstuk 5 Opgevoed voor het vaderland 125 Nationale opvoeding en openbaar onderwijs Verlichte onderwijsidealen 126 Revolutionair onderwijs in Frankrijk 129 Genese van het Bataafse schoolwezen 135 Problemen met de schoolwet onder Lodewijk Napoleon 139 De schoolwet van 1806 door Franse ogen 143 Conclusie 147 Hoofdstuk 6 Naar nieuw hoger onderwijs 151 Koninklijke en Keizerlijke Universiteit Totstandkoming van het universitaire monopolie 152 De Bataafse Universiteit 156 De eerste hervormingsideeën onder Lodewijk Napoleon 158 Het ‘Vertoog over de Universiteiten’ 162 Invoering van de Keizerlijke Universiteit in Nederland 167 Verscherping van het monopolie 169 Conclusie 176 Deel IV CULTUREEL LEVEN Hoofdstuk 7 Wetenschap als staatszorg 179 Wording van het Koninklijk Instituut Overheid en wetenschap in de achttiende eeuw 180 De monarchie en de Nederlandse wetenschap 185 Een Koninklijk Instituut voor Lodewijk Napoleon 187 Een recalcitrant Instituut 194 Het instituut in de periferie van het keizerrijk 195 Conclusie 197 Hoofdstuk 8 Nationale kunst in een internationaal kader 201 Het cultuurpolitieke beleid van Lodewijk Napoleon De nationalisering van de kunsten 202 Het cultuurbeleid van Napoleon Bonaparte 206 Lodewijk Napoleons cultuurpolitieke ambities 209 De Academie van Schone Kunsten 213 Aanmoediging van jonge kunstenaars 216 De exposities van levende meesters 219 Koninklijke opdrachten 221 Conclusie 227 Conclusies Nederland, Frankrijk en Europa 231 De Bataafse Republiek 232 Het Koninkrijk Holland 233 De Franse Inlijving 235 De nalatenschap van de napoleontische tijd 237 Nederland binnen postnapoleontisch Europa 247 Slot 249 NOTEN 251 GERAADPLEEGDE BRONNEN 289 ILLUSTRATIEVERANTWOORDING 311 RESUME 313 DANKWOORD 319 INLEIDING De kikkers en de koning PARIJS – vrijdag 6 juni 1806. Ten paleize van de Franse keizer Napoleon Bonaparte heeft zich een select gezelschap verzameld. Het is de dag na een bijzondere gebeurtenis, namelijk Louis Bonapartes benoeming tot koning van het zopas gevormde Koninkrijk Holland. De Franse keizerin Joséphine houdt in de Tuilerieën een déjeuner voor enkele vrouwelijke intimi, onder wie haar dochter Hortense de Beauharnais die getrouwd is met Louis en als zodanig de nieuwe koningin van Holland. Tussen de gangen door komt de keizer binnenvallen met een van zijn neefjes aan de hand en richt zich tot de dames. ‘Mesdames voici un petit garçon qui vient nous réciter une fable de La Fontaine que je lui ai fait apprendre ce matin’, deelt Napoleon zijn gasten mee, ‘vous verrez comme il la dit bien’.1 De driejarige Napoléon- Charles, Louis Bonapartes oudste zoon, reciteert een fabel van Jean de la Fontaine getiteld Les Grenouilles qui demandent un roi oftewel ‘de kikkers die om een koning vragen’. Deze fabel draait om een groep kikkers die in een democratie leeft maar liever door een vorst zou worden geregeerd. Les grenouilles se lassant De l’état démocratique, Par leurs clameurs firent tant Que Jupin les soumit au pouvoir monarchique. Il leur tomba du ciel un roi tout pacifique. Om hun wens in vervulling te laten gaan, roepen ze de hulp in van de god Jupiter die hen een buitengewoon vredelievend staatshoofd stuurt, namelijk een blok hout. In eerste instantie zijn alle kikkers schichtig en vluchten weg ze, maar al gauw hebben ze genoeg van de oninteressante koning. ‘Geef ons’, zo eisen de kikkers, ‘een koning die beweegt!’ Donnez-nous, dit ce peuple, un roi qui se remue ! Le monarque des dieux leur envoie une grue, Qui les croque, qui les tue, Qui les gobe à son plaisir; Et grenouilles de se plaindre. Jupiter voldoet voor de tweede maal aan het verlangen van de kikkers. Hij stuurt hen een kraanvogel als vorst die de kikkers stuk voor stuk opeet. De moraal van deze fabel moge duidelijk zijn. Napoleon beschouwt zichzelf als de almachtige Jupiter die eigenhandig de ‘kikkers’ (de hardleerse Hollanders) meerdere malen van een nieuw bewind voorziet. De keizer is verrukt van de ironie in de fabel. Naar verluidt is hij in lachen uitgebarsten op het moment dat zijn neefje de fabel begon te reciteren, tot grote schaamte van zijn stiefdochter annex schoonzus Hortense… Probleemstelling Bovenstaande anekdote, of deze nu geheel op waarheid berust of niet, is een goed voorbeeld van de wijze waarop de relatie tussen Frankrijk en de Noordelijke Nederlanden vaak is gekenschetst. De metafoor van ‘De kikkers die om een koning vragen’, roept het beeld op van passieve Nederlanders en een krachtige Franse keizer. Lange tijd werd in de geschiedschrijving ervan uitgegaan dat de Nederlanders werden overvallen door de politieke troebelen op het snijvlak van de achttiende en de negentiende eeuw. Zij zouden lijdzaam hebben toegezien hoe Franse bestuurders in de Bataafs-Franse tijd (1795-1813) hun eigen instellingen, organisaties en wetten introduceerden ten koste van de ‘Hollandse’ manier van doen. Zoals uit het historiografisch overzicht zal blijken, is deze Franse invloed op Nederland in het verleden overdreven. De laatste twintig jaar heeft dit inzicht steeds meer terrein gewonnen. Vooral de napoleontische periode gold als een weinig interessant incident in de vaderlandse geschiedenis. Voor de ontwikkeling van de Nederlandse staat had zij echter grote gevolgen. De meest in het oog springende verandering tijdens de Bataafs-Franse tijd was de transformatie die de Nederlandse staat doormaakte. In 1795 ontstond uit de oude Zeven Provinciën de Bataafse Republiek, die in 1806 moest wijken voor een napoleontisch koninkrijk. Van 1810 tot 1813 waren de Noordelijke Nederlanden onderdeel van het Franse keizerrijk en daarna ontstond het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I. Ook deze studie wil het eenzijdige beeld van de vroeg negentiende-eeuwse betrekkingen tussen