Bartholomeus Van Der Helst (Circa 1613-1670): Een Studie Naar Zijn Leven En Zijn Werk
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bartholomeus van der Helst (circa 1613-1670): een studie naar zijn leven en zijn werk Bartholomeus van der Helst (c. 1613-1670): a Study of his Life and his Work (with a summary in English) Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. J.C. Stoof, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 11 februari 2011 des middags te 2.30 uur door Judith Frans Joseph Maria van Gent geboren op 1 december 1960 te Zevenaar Promotor: Prof.dr. R.E.O. Ekkart Promotor: Prof.dr. V. Manuth Dit proefschrift is (mede) mogelijk gemaakt dankzij financiële steun van NWO en het Amsterdam Museum Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 7 Waardering in de zeventiende en achttiende eeuw 7 Waardering in de negentiende eeuw 11 Waardering in de twintigste eeuw 16 Onderzoeksgeschiedenis 19 Het leven van Bartholomeus van der Helst 27 Voorouders 27 Jeugd en opleiding 31 Huwelijk en familieleven 34 Collegiale contacten 39 Financiële positie 42 Laatste jaren en nalatenschap 43 De opdrachtgevers van Bartholomeus van der Helst 47 1637-1642 47 Debuut: opdrachten uit de Waalse gemeenschap 48 Doorbraak: opdrachten van de familie Bicker 49 1642/43-1650 51 Portretten van Zuid-Nederlanders 53 Intermezzo: Rotterdamse opdrachtgevers 54 Op weg naar het hoogtepunt: Cornelis Jansz. Witsen 56 1650-1660 60 Regentenstukken 61 Opdrachten van rijke middenstanders 64 Opdrachten van de families Trip en De Geer 66 Opdrachten van niet-Amsterdammers 68 1660-1670 70 Opdrachten van de families Huydecoper en Hinlopen 71 Lodewijk de Bas en de familie De Marez 73 Opdrachten van zeeofficieren 74 De laatste opdrachten 76 Productie, concurrentie en opdrachtgevers: getallen 77 Het werk van Bartholomeus van der Helst 81 Vroegste werken, 1637-1641 81 De compagnie van Roelof Bicker, 1640-1643 83 Enkelfigurige portretten, 1641-1647 86 De Schuttersmaaltijd, 1648 91 Enkelfigurige portretten, 1648-1655 95 Regentenstukken, 1650-1657 99 Familiegroepen, 1652-1669 104 Dubbelportretten, 1654-1666 109 Enkelfigurige portretten, 1656-1670 111 Andere voorstellingen: portret of geen portret? 118 Enkele opmerkingen over de werkwijze van Van der Helst 126 Navolging van het werk van Bartholomeus van der Helst 139 Navolgers in Amsterdam 139 Navolgers buiten Amsterdam 143 Lodewijk van der Helst (1642-na 1683) 144 Besluit 149 Geschreven en gedrukte vermeldingen tot circa 1730 153 Oeuvrecatalogus 201 Toelichting op de catalogus 201 I. Schilderijen door Bartholomeus van der Helst in chronologische volgorde van vervaardiging 203 II. Schilderijen die ten onrechte aan Bartholomeus van der Helst worden toegeschreven 441 III. Schilderijen die alleen uit schriftelijke bronnen bekend zijn 467 IV. Toegeschreven tekeningen 499 V. Prenten en tekeningen naar onbekend werk 501 VI. Werken door Lodewijk van der Helst 503 Summary 521 Bijlagen 529 Bijlage I. Handtekeningen Bartholomeus en Lodewijk van der Helst 529 Bijlage II. Parenteel families Van der Helst en Du Pire 531 Bijlage III. Concordantie De Gelder – Van Gent 539 Literatuurlijst 541 Afkortingen 576 Curriculum vitae 577 2 Voorwoord De eerste plannen om iets met Bartholomeus van der Helst te doen, ontstonden in 1987 aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, toen ik de werkgroep ‘Schutters in Holland’ volgde onder begeleiding van Christian Tümpel. Ik had toen net mijn kandidaatsscriptie over een zestiende-eeuwse Amsterdamse portretschilder afgerond. Een studie naar één kunstenaar, waarbij verschillende facetten van het kunsthistorisch onderzoek aan de orde komen, was mij goed bevallen. Bij het voorbereiden van een referaat over de Schuttersmaaltijd, bleek dat sinds de laatste monografie over Van der Helst door Jan Jacob de Gelder uit 1921, maar weinig onderzoek naar de schilder was gedaan. Ik besloot Van der Helst als onderwerp van mijn doctoraalscriptie te kiezen en voerde in dat kader een eerste verkenning uit, waarbij ik tevens een begin maakte met een aanvulling op De Gelders oeuvrecatalogus. De onderzoekspraktijk én het onderwerp stonden me beide aan. In 1994 kon ik dankzij NWO-subsidie verder met het échte werk en ging ik als parttime onderzoekster bij de Katholieke Universiteit Nijmegen aan de slag. Vele deeltijdjaren onderzoek én een digitale revolutie later, is dit het resultaat. Helaas kan mijn eerste promotor Christian Tümpel de afronding niet meemaken. Hij overleed in september 2009. Rudi Ekkart heeft mij vanaf het eerste begin, aanvankelijk als co-promotor en later als promotor, bijgestaan en geënthousiasmeerd, mij altijd aangemoedigd door te gaan en zonder hem was dit proefschrift er dan ook niet geweest. Volker Manuth was bereid in een later stadium als tweede promotor op te treden, waarvoor ik óók hem zeer dankbaar ben. De meeste schilderijen heb ik in musea in binnen- en buitenland onderzocht. Enkele portretten bevinden zich bij particulieren, soms nog bij de nakomelingen van de geportretteerde(n). Het was heel bijzonder om de schilderijen in hun huiselijke omgeving te mogen onderzoeken. Ik wil die eigenaren en alle museumcollega’s die mij zo hulpvaardig en enthousiast hebben ontvangen, hiervoor zeer bedanken. Een werkstuk van deze aard en omvang is alleen mogelijk door samenwerking met anderen. Marloes Huiskamp heeft meegelezen en geredigeerd, zodat hier nu een leesbaar verhaal ligt. Archiefvorser Ruud Koopman hielp mij met de ontcijfering van enkele notariële akten en voorzag mij van een paar nieuwe Van der Helst documenten. Met Margreet Wolters bestudeerde ik schilderijen met infraroodreflectografie. Daarnaast verliepen onze promotietrajecten verbazingwekkend synchroon, zodat we de vele ups en downs konden delen. Michiel Roscam Abbing en Robert Schillemans lazen het manuscript nauwgezet en voorzagen het van kritische kanttekeningen. Ik wil hen allen hiervoor hartelijk bedanken. 3 Gedurende de vele prettige en leerzame dagen die ik op het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag doorbracht, werd ik welwillend bijgestaan door de medewerkers waarvan ik met name Marijke de Kinkelder, Jan Kosten en Fred Meijer wil noemen. Ook mijn talrijke bezoeken aan het Stadsarchief Amsterdam en het Noord-Hollands Archief in Haarlem waren bijzonder plezierig en brachten steeds nieuwe inzichten. De afgelopen tien jaar werkte ik in het Amsterdams Historisch Museum. Mijn collega’s kennen mij daar niet zonder het werkwoord ‘vanderhelsten’. Mijn grootste dank gaat uit naar Gusta Reichwein die mij al die lange jaren de noodzakelijke ruimte en rust gaf om door te gaan. Pauline Kruseman, tot eind 2008 directeur, en haar opvolger Paul Spies, ben ik zeer erkentelijk voor het faciliteren van mijn onderzoekswerkzaamheden. Kees Zandvliet spoorde mij aan te denken over een presentatie rondom het vroege schuttersstuk, een project dat in oktober van dit jaar vorm zal krijgen. Van mijn andere collega’s noem ik vanwege hun inspirerende belangstelling Marianne Jonker, Nel Klaversma, Norbert Middelkoop en Bert Vreeken. Maar uiteraard ben ik ook mijn andere collega’s die mij altijd hebben gevolgd daarvoor zeer dankbaar! Veel dank ook aan de personen en instellingen, die mij in meer of mindere mate hebben geholpen en geadviseerd: Marina Aarts, Ann Adams, Jan Baptist Bedaux, Albert Blankert, Marten Jan Bok, Peter van den Brink, Christie’s, Peter van der Coelen, Herman Colenbrander, Bart Cornelis, Taco Dibbits, Eric Domela Nieuwenhuis, Bas Dudok van Heel, Bernd Ebert, Frick Art Reference Library New York, Erlend de Groot, Xenia Henny, Alexandra Hermesdorf, Paul Huys Janssen, Frederieke Jochems, Geert-Jan Koot, Gerbrand Korevaar, Saskia Kuus, Liselotte Leermakers, Walter Liedtke, Tom van der Molen, Andrea Müller-Schirmer, Otto Naumann, Gabriël Pastoor, Luuk Pijl, Peter van der Ploeg, Jean Pierre van Rijen, Michael Ripps, Pieter Roelofs, Jaco Rutgers, Gary Schwartz, Jan Six, Martje Smallegange, Sotheby’s, Gijs Stork, Jaap van der Veen, Jelka van der Velden, Marije Verduijn, Adriaan Waiboer, Willem van de Watering, Ulrike Wegener, Wieneke Weusten, Betsy Wieseman, David de Witt, Marieke de Winkel en de Witt Library Londen. Ten slotte een woord van dank aan mijn familie en vrienden, die mij de laatste jaren wat minder zagen. Zij bleven blijmoedig geïnteresseerd in mij en mijn vorderingen met ‘vriend Bart’. Mijn nichtje Judith Wijnands dank ik voor haar lieve ondersteuning in deze laatste drukke fase. 4 Mijn ouders hebben bij mij de belangstelling voor kunst gewekt en daardoor zeker bijgedragen aan mijn studiekeuze. Vlak voor mijn vaders overlijden in 1988, bezochten wij gedrieën de ‘Schutters in Holland’ tentoonstelling in Haarlem. Wat was hij trots dat zijn jongste dochter aan de catalogus had bijgedragen! Mijn moeder heeft mij steeds op de voet gevolgd en aangemoedigd om door te zetten. Heerlijk dat ze de voltooiing van het project meemaakt! Het zal niemand verbazen dat ik dit proefschrift aan Frank opdraag, die mij altijd geduldig en liefdevol heeft bijgestaan! Amsterdam, januari 2011 5 6 Inleiding Bartholomeus van der Helst is een van de belangrijkste Noord-Nederlandse portretschilders van de zeventiende eeuw. Toch kan een overzicht van het onderzoek naar zijn leven en werk snel worden gegeven. De eerste grote en laatste studie naar Van der Helst dateert van negentig jaar geleden.1 Sinds die tijd werd slechts een aantal deelstudies naar afzonderlijke schilderijen verricht. Zoals zal blijken hangt deze relatief bescheiden onderzoeksgeschiedenis samen met de mate van waardering voor zijn werk en met de ontwikkelingen binnen de kunstwetenschap. In deze Inleiding