Leendert Van Driel Rangen Bij De Marine
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een leven in dienst van de Marine 1896-1927 Leendert Dingenis van Driel (Kolijnsplaat 27-10-1882 * Middelburg 12-11-1954) Colofon 1e Oplage: 100 stuks 2e Oplage januari 2017 Copyright © 2016 - Familie van Driel Info: [email protected] Vormgeving en fotoredactie: Gerard de Fouw, Colijnsplaat Tekst correctie: Tiny en Frans Dieleman, Goes, Carla en Ad de Jong, Ulft, Marian de Fouw-Wisse, Colijnsplaat Druk en bindwerk: Pro-book.nl, Zwolle Verkoop via: www.pro-book.nl/boekwinkel/boekwinkel Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 2 Inhoud VOORWOORD ................................................................................................................... 5 INLEIDING ......................................................................................................................... 6 Hoofdstuk 1 Herinnering aan mijn jeugd op Kolijnsplaat, 1882-1896 ................. 7 Hoofdstuk 2 Een nieuw leven, de opleiding bij de Marine, 1896-1898 ............. 31 Hoofdstuk 3 Van lichtmatroos tot matroos, 1898 – 1903 ................................. 53 Hoofdstuk 4 Een gedeeltelijke revolutionaire periode, 1903 -1911 .................. 83 Hoofdstuk 5 Het midden van de mast, onderofficier, 1911 -1918 .................. 107 ..Einde van een militaire carrière, 1918-1928 ......................... 128 Hoofdstuk 6 Het leven aan de wal, 1928-1954 ............................................. 137 Oudejaarsavond Overpeinzingen door Leendert D. van Driel ................................ 146 ‘In de herfst des levens bij het einde van een jaar’ Laatste brief van Leendert van Driel 10 en 11 november 1954 .............................. 150 Bijlagen: *Genealogie Leendert van Driel (18 16-1856) ............................. 154 *Conduite-boekje van Leendert D. van Driel ............................... 159 *Zakboekje van Leendert D. van Driel ........................................... 171 Verantwoording: illustratie ................................................................................... 184 3 Stratenplan dorp Colijnsplaat 1927. Inzet het geboortehuis Leendert D. van Driel (situatie 2016) Het huisadres was en is: C45 (1913/1914) – A174 (1914-1952) – Irenestraat 42 (anno 2016). 4 Voorwoord Mijn Vader was een rasechte Zeeuw en zeer op zijn vrijheid gesteld. Recht door zee, integer, hoofd van zijn gezin en liefdevol. Maar regels waren regels, zonder veel woorden, maar alles was ook bespreekbaar. Samen met mijn moeder, zus en twee broers, vormden we een goed, degelijk gezin, zonder godsdienst, wel met een gezonde kijk op het leven. Mijn Vaders motto was: “Doe wel en zie niet om”. Zijn liefhebberij was zijn planten- en beestenboel thuis, lezen, sport, gezin, religies bestuderen en voor mijn moeder zorgen. Haar bekken was door zware bevallingen zeer beschadigd, zodat ze veel hulp nodig had. De tweede wereldoorlog veranderde ons hele leven. Mijn Vader had grote zorgen, waar hij veel moeite mee had. Toch hield hij zijn hoofd boven water en bleef vertrouwen hebben, hoe moeilijk dat ook was "Luctor et Emergo”. Wat zou hij trots geweest zijn, als hij geweten had, dat zijn levensverhaal ooit gedrukt zou worden. Zjn dochter Mien (W.L.M) Vinck-van Driel. Breda, 5 december 2010. 5 Inleiding Dit boek gaat over een zoon van een beurtschipper Van Driel, geboren in 1882 in het Zeeuwse dorp Kolijnsplaat waar in 1882 zo’n 1900 inwoners woonden. Ter vergelijking, nu (2016) is het dorp tweemaal zo groot en wonen er maar ca 1600 inwoners. De schrijfwijze van het dorp werd in de loop van de eeuw geschreven als; Kolijnsplaat of Colijnsplaat. Ik heb in het verhaal consequent gekozen voor de schrijfwijze Kolijnsplaat. De hoofdpersoon Leendert D. van Driel was als hij niet naar school moest of andere karweitjes deed, te vinden aan de Oosterschelde. Na zijn schooltijd heeft hij gewerkt bij een boer en als koeienwachter. Dit beviel hem niet, hij wou naar zee. Toen hij 13 ½ jaar was tekende hij bij de Marine voor 14 jaar. In zijn dagboek, dat hij achteraf geschreven heeft, beschrijft hij waar hij is geboren, hoe de bevolking van Colijnsplaat leefde en dacht volgens hem. Hij beschreef ook zijn opleiding als jongen bij de Marine en het verdere verloop van zijn carrière, de verandering bij de Marine van zeilschip naar modernere schepen, deelname aan expeditie Atjeh oorlog en de verandering waarbij het draadloos seinen op de schepen zijn intrede deed. Leendert van Driel was hier vanaf het begin bij betrokken en het nieuwe vak seiner ging hij beoefenen binnen de Marine. Hij sloot in 1927 zijn carrière af in de rang van Majoor seiner. Het laatste hoofdstuk van zijn leven heeft hij niet meer kunnen opschrijven, omdat hij op 12 november 1954 plotseling overleed nadat hij de avond daarvoor hoofdstuk 5 had afgerond. Zijn dochter Mien heeft het verhaal verteld over het laatste deel van zijn leven, opgetekend door haar dochter Carla en haar schoonzoon Ad de Jong. Als dorpsdocumentalist en geboren ‘Cesplètenaar’ (Colijnsplaat), geïnteresseerd in het dorp Colijnsplaat, had ik tot 1996 nooit van de heer Van Driel gehoord. In 1996 kreeg ik een tip over het dagboek van Leendert van Driel van het schoolhoofd van de Openbare School in Colijnsplaat, de heer L. (Leen) Goulooze. De heer Goulooze had tijdens een onderwijsvergadering een gesprek gehad met de heer F. (Frans) Dieleman, toen conrector van het Goese Lyceum. Zijn vrouw Tiny Dieleman bleek een kleindochter te zijn van Leendert D. van Driel. Gerard de Fouw. Omdat ik het werk aan dit dagboek in mijn vrije tijd moest doen, is dit in de loop der jaren wat op de achtergrond geraakt. Omdat een tweede kleindochter bij mijn werkgever kwam informeren naar haar opa Van Driel, ik werk voor de gemeente Noord-Beveland bij de afdeling historie, kreeg ik het dagboek weer in zicht. Deze tweede kleindochter was Carla gehuwd met Ad de Jong. Nu, 2016, ben ik blij voor de familie dat het levensverhaal van Leendert D. van Driel verschenen is in een boek. Dank aan de kleindochters en echtgenoten, Tiny en Frans Dieleman te Goes en Carla en Ad de Jong te Ulft voor de fijne samenwerking, het vertrouwen en het geduld dat men in de loop van de jaren in mij heeft gesteld. Verder dank aan alle mensen, die op wat voor wijze dan ook mee hebben gewerkt aan de totstandkoming van het boek. Colijnsplaat, 2016. Gerard de Fouw, dorpsdocumentalist Colijnsplaat. 6 1 | Herinneringen aan mijn jeugd op Kolijnsplaat, 1882-1896 De 27ste oktober 1882 werd ik in de bedstede van een woning te Kolijnsplaat geboren. In mijn kinderjaren zag Kolijnsplaat, “Cesplète” noemden ze die plaats, er als volgt uit. Een brede hoofdstraat beplant met twee rijen zware lindebomen, in het midden een brede rijweg en terzijde van de bomen een rij huizen of winkels. Het was de straat die bewoond werd door de notabelen of gezeten neringdoenden. Het noordeinde van die straat kwam uit op de havendijk, waar het gemeentehuis, tevens postkantoor, een paar huizen en een café gebouwd waren. Aan het zuideinde een klein pleintje, openbare school, hervormde kerk en domineeshuis oftewel pastorie. Aan de pastorie was een flinke tuin verbonden. Achter de kerk bevond zich een oude, buiten gebruik gestelde, begraafplaats. Rond die begraafplaats een brede gracht, het geheel noemden ze een kerkgraf. Het was een vuile gracht en vooral in de zomer stegen er alle mogelijke en onmogelijke geurtjes uit op. Gelukkig is die gracht nu al jaren gedempt. Langs die gracht twee rijen kastanjebomen en dan woonhuizen, meest werkmanshuisjes met tuintjes er achter. Nog enige straten met diverse arbeiderswoningen, twee derde met een tuintje en schuurtje. Het dorp was in 't vierkant gebouwd en heel praktisch aangelegd. Er was ook nog een gereformeerde kerk. Twee kerken en een openbare school was het dorp rijk maar ook zes café 's, een droeg de weidse naam van "Hotel de Patrijs". Een paar winkels hadden ook nog vergunning tot de verkoop van sterke dranken. Geestelijk voedsel, zowel voor de ziel als voor het lichaam dus in voldoende mate aanwezig, vooral voor 't lichaam. Er was ook nog een lokaal waar Zondagschool in werd gehouden. Haven Colijnsplaat ca 1900. (coll. Gerard de Fouw Colijnsplaat) De haven bood plaats aan een tiental tjalken, of andere vaartuigen. In de suikerbietentijd kon het aan die haven bijzonder druk zijn. Het dorp was gelegen in een grote polder waar nog een kleiner dorp in gelegen was, Kats genaamd. De polder werd beschermd door zware zeedijken en was omringd door flinke binnendijken. Die zware zeedijken waren noodzakelijk, daar het bij storm op de Oosterschelde danig kon spoken. 7 Alles was vlak land, door flinke rechte grintwegen doorsneden, en een twintig flinke boerderijen waren in de polder gevestigd. De grond was zware kleigrond en bebouwd met granen, vlas, bieten enz. Fruitteelt weinig, evenals tuinbouw, alleen wat voor eigen gebruik. Weiland ook weinig. De meeste boerderijen hadden een tiental melkkoeien en wat jong hoornvee. Van 1 april tot in 't najaar graasden die koeien langs de dijken en werden bewaakt door een jongen, koeie(n)wachter genoemd. Het liedje van de Koeie(n)wachters ging als volgt: 1e party: Koeiewachtertje op en de top wanneer komt toch je zonnetje op 2e party: Tussen zeven en achte wil geen koeien meer wachten 1e party: Dan laat ik m'n koeien in 't koren gaan dan komt er een boer en die wil me slaan 2e party: Dan roep ik éje éje au auwe en a lie en à lauw Sintemaarten kwagauw. Info: Volgens mevrouw Toos (A.T. ) de Pree, amateur historica (geb. 09-02-1902 te Colijnsplaat, overl. 10-08-1998 te Colijnsplaat) werd dit liedje vele eeuwen door koeienwachters op Noord-Beveland gezongen. Vele jongeren moesten toen, voor "den brode" koeien langs de onverharde wegen en op dijken laten grazen. Door de stilte in de polder was het liedje kilometers ver te horen. Uit "in het koren" blijkt dat er eind oktober begin november nog winterkoren op het land stond. Voorgezongen door haar aan Gerard G. de Fouw, Colijnsplaat, Oktober 1994. Het bij de hofstede behorende land lag meestal rond, of direct bij de hoeve.