Ontdek Prentkunstenaar, Schilder, Tekenaar Nicolaes Berchem
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
6727 3 afbeeldingen Nicolaes Berchem man / Noord-Nederlands schilder, tekenaar, etser, decoratieschilder (van interieurs), prentkunstenaar, prentenverzamelaar, schilderijenverzamelaar Naamvarianten In dit veld worden niet-voorkeursnamen zoals die in bronnen zijn aangetroffen, vastgelegd en toegankelijk gemaakt. Dit zijn bijvoorbeeld andere schrijfwijzen, bijnamen of namen van getrouwde vrouwen met of juist zonder de achternaam van een echtgenoot. Berchem, Nicolaes Pietersz. Berchem, Claes Pietersz. Berchom, Cornelis van Berghen, Nicolaes Berghem, Niclas Berighem, Claes Berrighem, Nicolaes Haarlem, Claasz. van Pietersen, Claes known signatures: CBerghem, CBerighem, CBerrighem and NBerchem (Stechow 1965); also CJ Berchem (c. 1640) and Berchem (final decade) were used, depending when the piece was painted (M. de Kinkelder); the name Berchem is deduced from his father's place of birth (Van Thiel-Stroman 1999, p. 242, note 1 and p. 243, note 36); registered as Claes Pietersen with the Haarlem guild in 1642 (Van Thiel-Stroman, p. 236); Cornelis de Bie called him Cornelis van Berchom (Van Thiel-Stroman 2006, p. 242-243, note 38) Kwalificaties schilder, tekenaar, etser, decoratieschilder (van interieurs), prentkunstenaar, prentenverzamelaar, schilderijenverzamelaar Houbraken mentions he owned a precious copy of the print after Raphael's Massacre of the Innocents with the pine tree (Houbraken 1719, p. 112). His collection of paintings was auctioned on May 4, 1683 in the house of his widow and his collection of drawings and prints was auctioned on December 7, 1683 (Kramm; Van Thiel-Stroman 2006, p. 104) Nationaliteit/school Noord-Nederlands Geboren Haarlem 1621/1622 ccording to Houbraken, his funeral announcement said that he died in 1683, when he was fully 60 years old, which would make 1624 [sic] his year of birth (Houbraken 1719). Van Thiel-Stroman states that Berchem was born in 1621 or 1622, since his age was mentioned in a document of June 9, 1661 as 39 (Van Thiel-Stroman 1999, pp. 236, 242, note 2; Van Thiel-Stroman 2006, p. 124-125, note 3). In the wedding registry of 1646 Haarlem is mentioned as his place of birth (Van Thiel-Stroman 1999, p. 242, note 2); also see RKDimages 109135: portrait of Berchem with the inscription '[...] 1650./ Æ: 27'; if this is correct than Berchem was born in 1622 or 1623; earlier it was assumed that he was baptised on October 1, 1620 (Van der Willigen 1870), but this concerns a different person. Overleden Amsterdam 1683-02-18 He died on February 18, 1683 in his house on the Lauriersgracht and was buried on February 23, 1683 in the Westerkerk (Houbraken 1719). Familierelaties in dit veld wordt een familierelatie met één of meer andere kunstenaars vermeld. Son of the still life painter Pieter Claesz. (1597/98-1660/61) and father of Nicolaes Berchem the Younger (1649-1672). Son-in-law of Jan Wils (c. 1600-1666) (Houbraken 1719), actually stepson, since Wils was the stepfather of Berchem's wife. Uncle of Govert and Pieter van der Leeuw. Cousin of Jan Baptist Weenix (1621-1659) (Houbraken 1719). Zie ook in dit veld vindt u verwijzingen naar een groepsnaam of naar de kunstenaars die deel uitma(a)k(t)en van de groep. Ook kunt u verwijzingen naar andere kunstenaars aantreffen als het gaat om samenwerking zonder dat er sprake is van een groep(snaam). Dit is bijvoorbeeld het geval bij kunstenaars die gedeelten in werken van een andere kunstenaar voor hun rekening hebben genomen (zoals bij P.P. Rubens en J. Brueghel I). Hobbema, Meindert Schellinks, Willem Hackaert, Jan Dou, Gerard Weenix, Jan Baptist Moucheron, Frederik de Kimler Wils, Jan Ruisdael, Jacob van Berchem painted the staffage in landscapes by Jacob van Ruisdael, Meindert Hobbema, Willem Schellinks, Jan Hackaert and others. He also painted together with Gerard Dou, Jan Wils and Jan Baptist Weenix (Sutton/Blankert 1987, p. 262) Deze persoon/entiteit in andere databases 577 treffers in RKDimages als kunstenaar 19 treffers in RKDlibrary als onderwerp 1 treffer in RKDlibrary als illustrator 6478 treffers in RKDexcerpts als kunstenaar 14 treffers in RKDtechnical als onderzochte kunstenaar Verder zoeken in RKDartists& Geboren 1621 Sterfplaats Amsterdam Plaats van werkzaamheid Haarlem Plaats van werkzaamheid Amsterdam Plaats van werkzaamheid Bad Bentheim Plaats van werkzaamheid Italië Kwalificaties schilder Kwalificaties tekenaar Kwalificaties etser Kwalificaties decoratieschilder (van interieurs) Kwalificaties prentkunstenaar Kwalificaties prentenverzamelaar Kwalificaties schilderijenverzamelaar Materiaal/techniek olieverf Onderwerpen diervoorstelling (genre) Onderwerpen genrevoorstelling Onderwerpen havengezicht Onderwerpen italianiserend Onderwerpen jachtvoorstelling Onderwerpen mythologie Onderwerpen christelijk religieuze voorstelling Onderwerpen allegorie Onderwerpen rivierlandschap Onderwerpen landschap (als genre) Onderwerpen winterlandschap Onderwerpen portret Onderwerpen architectuur (genre) Onderwerpen stilleven Lid van vereniging Sint-Lucasgilde (Haarlem) Standplaats archief archief Le Roy Biografische gegevens Werkzaam in Hier wordt vermeld waar de kunstenaar (langere tijd) heeft gewerkt en in welke periode. Ook relevante studiereizen worden hier vermeld. Haarlem 1634 probably a pupil of his father Pieter Claesz. Amsterdam 1639 - 1641 until c. 1640 a student of Claes Moeyaert in Amsterdam Haarlem 1642 - 1649 registered at the guild in 1642 as Claes Pietersen; became a member of the reformed church on January 13, 1645; married Catrijne Claesdr. de Groot on October 2, 1646 (prenuptial agreement on September 30, 1646), which whom he made up a testament on March 22, 1649. She was the stepdaughter of the landscape painter Jan Wils; their first son called Nicolaes was born in 1647, but he probably died shortly after because on April 13, 1649 a second son named Nicolaes was baptised (Van Thiel-Stroman 1999 and 2006). According to Noack 1927, he was in Rome c. 1648. It is unclear if he really made an Italian journey at all. Hoogewerff 1931 and 1950 stated that Berchem was in Rome from 1642 to 1645/6, together with Jan Baptist Weenix. Bad Bentheim 1650 a drawing of the castle of Bentheim in chalk dated 1650 is known (RKD images 208842), possibly in the company of Jacob Isaacsz. van Ruisdael Italië 1651 - 1655 See Blankert 1978 for a thorough argumentation regarding a possible stay in Italy between 1651 and 1655 (Blankert 1978 p. 147-149, note 12; also Jansen 1985, Van Thiel-Stroman 1999, p. 242, 243, note 21, 24 and 25). Biesboer 2006, p. 21-23: argues that is not likely that Berchem traveled to Italy in this period, since no documentation supports this hypothesis. His opinion is shared by Jansen 2007 and Blankert 2013. Haarlem 1656 - 1658 on March 19, 1656 he bought a garden and country house close to the Kleine Houtpoort (Van Thiel-Stroman, p. 242); he lived in the Koningstraat in 1656; at the Oude Gracht in 1670, in 1656-1657 he was finder and in 1657-1658 dean of the guild. Amsterdam 1661 - 1670 a notarial deed from June 9, 1661 mentions him as a resident of Amsterdam (Van Thiel-Stroman, p. 242), he returned to Haarlem in the spring of 1670 (Van Thiel-Stroman, p. 242) Haarlem 1670 - 1674 on July 11, 1670 Berchem and his wife were registered as members of the church; on September 16, 1670 he became finder of the guild again, in 1672 and 1674 he was nominated but not chosen (Van Thiel-Stroman, p. 242) Amsterdam 1677 - 1683 he moved to Amsterdam in 1677, where he lived on the Lauriergracht; he died there on February 18, 1683 (Thieme/Becker 1909). Relaties met andere kunstenaars Leerling van In dit veld worden namen van leraren of leermeesters vermeld. Het gaat hier om die leermeesters die een relevante rol hebben gespeeld in de vorming van de leerling, dus niet om alle academieleraren die iemand heeft gehad. Zie ook het veld 'Opleiding'. Claesz., Pieter Goyen, Jan van Grebber, Pieter de Moeyaert, Claes Wils, Jan according to Houbraken (1719), Jan Baptist Weenix was the teacher of Nicolaes Berchem. This seems unlikely, as both were of similar age and both were pupils of Nicolaes Moeyaert probably at the same time. Leraar van in dit veld worden namen van leerlingen vermeld. Het gaat hier om die leerlingen waarbij de leraar een relevante rol heeft gespeeld in diens vorming, dus niet om alle academieleerlingen die iemand heeft gehad. Zie ook het veld 'Opleiding'. Bent, Johannes van der Berchem, Nicolaes (II) Carrée, Michiel Croonenbergh, Isaack Dubois, Simon Glauber, Johannes Hooch, Pieter de Huchtenburg, Jacob van Huysum, Justus van (I) Jardin, Karel du Le Fèbre, G. Maas, Dirk Mommers, Hendrick Ochtervelt, Jacob Romeyn, Willem Vinne, Laurens Vincentsz. van der Visscher, Dirk he was also the teacher of Guillaem le Febre and Claes Symonsz. Schout Nagevolgd door in dit veld worden de navolgers van de kunstenaar vermeld. Hoewel leerlingen natuurlijk ook navolgers kunnen zijn, worden die hier niet opnieuw vermeld. Met navolgers worden kunstenaars bedoeld die het werk van een voorganger in diens geest voortzetten. Dit kan soms zelfs een eeuw later zijn; er is hiervoor geen tijdslimiet. Het gaat hier wel om iemand van wie het hele werk grotendeels in de trant is van de nagevolgde kunstenaar. Baeck, Elias Baumans, Silvester Bent, Johannes van der Bidauld, Joseph Blinkvliet, M. Bondt, Daniël de Bruyn, J. de Carrée, Michiel Dorre Wiltschut, Huig van Duplessis, Michel Griffier, Jan (I) Haas, Wynand de Hoendermans, G. Kobell, Wilhelm von Manskirch, Bernard Gottfried Meer, Jan van der (II) Remmers, Abraham Beïnvloed door In tegenstelling tot ‘navolger van’ spreken we van ‘beïnvloed door’ als de kunstenaar werd beïnvloed zonder dat er sprake was van een lessituatie of van slaafse navolging. Een kunstenaar kan door meer kunstenaars tegelijk of na elkaar beïnvloed zijn en vaak is er ook sprake van een vertaalslag naar de eigen stijl, die een ontwikkeling kan vertonen. Asselijn, Jan Both, Jan Laer, Pieter van Pijnacker, Adam in some works from around 1658 the influence of Jan Both is clearly visible Invloed op In dit veld worden de kunstenaars vermeld op wie de beschreven kunstenaar invloed heeft gehad zonder dat er sprake was van een onderwijssituatie of van slaafse navolging.