Het Romeinse Leger Het Gebied Onder Onbekend
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
deDEEL romeinen II in valkenburgII II.I het begin Dit deel van het boek gaat over de manier waarop verschillende Nederlandse archeologen in de loop van de 20ste eeuw langzaam maar zeker de Romeinse geschiedenis van Valkenburg ontrafel- den. Van Giffen ontdekte het castellum. Andere archeologen ontdekten de burgerlijke nederzetting, een grafveld, een haventje en een militaire weg.We zullen lezen over de eerste ontdekking van Romeinse resten, de eerste echte opgravingen in het dorpscentrum en de latere onderzoekingen buiten het dorp. Midden in het dorp, maar ook op de Woerd, het Marktveld en op Veldzicht werkten archeologen gestaag door aan de ont- hulling van het Romeinse verleden. In dit deel van het boek over Romeins Valkenburg gaan we ons verdiepen in de aard van die Romeinse resten.Welke vondsten deden de archeologen en welk verhaal vertellen die resten ons over de Romeinse tijd? We gaan dieper in op het Romeinse castellum van Valkenburg dat zo uitzonderlijk goed is onderzocht en gedocumenteerd.We proberen een verband te leggen tussen de bewoners van het militaire fort enerzijds en de mensen buiten het fort met al hun eigen activiteiten anderzijds. Kortom, dit deel gaat over die kleine, compacte gemeenschap van enkele honderden mensen - militairen, burgers, boeren en handelaren - die hier tweeduizend jaar geleden op een beperkt aantal vierkante kilometers samenleefden, -woonden en -werkten. Maar we beginnen met de tijd dat er nog helemaal geen Romeinen waren in Valkenburg - en het Valkenburgse landschap er nog vredig en ongestoord bij lag. het valkenburgse landschap inleiding Hun woonplaatsen lagen onder meer op de oeverwallen Valkenburg (Praetorium Agrippinae) is gelegen op de zui- van de Rijn, de duin- en strandwallengordel, de hoger delijke oever van de Oude Rijn. Ongeveer vier kilometer opgeslibde zeeklei-afzettingen en op een paar beter ont- verderop, bij het huidige Katwijk (Lugdunum), mondt waterde delen van het veenmoeras. De wegen over land deze rivier uit in de Noordzee. Het landschap rond volgden zoveel mogelijk de hoge delen, maar de talloze Valkenburg zag er in prehistorische en Romeinse tijden waterwegen waren voor transport minstens even heel anders uit dan nu. De rivier en de zee hadden een belangrijk. De aaneengesloten delen van het veenmoeras voortdurende invloed op deze omgeving en speelden een ten noorden van de Oude Rijn vormden een natuurlijke, belangrijke rol bij de vorming van het landschap en de veilige buffer tegen mogelijke dreigingen uit het noorden. manier waarop men in Valkenburg leefde en werkte. Door de opgravingen in Valkenburg op de Woerd, het Een paar opvallende elementen bepaalden de omgeving Marktveld en Veldzicht is veel bekend geworden over de van Valkenburg. Langs de kust lag een rij zandruggen rol van de Oude Rijn en de invloed van de rivier op zijn parallel achter elkaar, de zogenaamde strandwallen. Die omgeving. Het blijkt dat de Rijn, die toen nog niet door waren al rond 3000 voor Christus ontstaan. Op die strand- dijken in toom werd gehouden, voortdurend van invloed wallen lag het zwak golvende landschap van de oude was op het leven van de bewoners van de regio. Het was duinen. Onze (jonge) duinen, die veel hoger zijn dan de ook niet de rustige stroom zoals we die nu kennen. De oude duinen, dateren van latere tijd, namelijk uit de Oude Rijn was een echte rivier, van op sommige plaatsen Middeleeuwen. Achter de kust strekte zich een brede wel 200 meter breedte, die zich door de uitgestrekte strook van tientallen kilometers veen uit. En veel verder moerasgebieden een weg baande naar de Noordzee. De naar het oosten lagen de hoger gelegen, zogenaamde Oude Rijn stroomde in de prehistorie en de Romeinse tijd Pleistocene✪ zandgronden. niet door één bedding, maar bestond uit een ingewikkeld, Verschillende rivieren stroomden door dit landschap steeds van plaats veranderend stelsel van grote en kleine om uiteindelijk uit te monden in de Noordzee.Waar die geulen. rivieren in zee uitkwamen, bestonden grote gapingen in Van Woerden tot aan Leiden was de stroomgordel✪ de strandwallenkust. Dat was het geval bij de monding van de Rijn meestal vrij smal: zo’n 1 à 2 kilometer. Vanaf van de Schelde (ten noorden van Walcheren), de monding Leiden (Matilo) verbreedde het estuarium zich geleidelijk van de Maas en de Waal (ten zuiden van Den Haag) en tot maximaal 10 kilometer. De invloed van de zee was in ook bij de monding van de Oude Rijn. Al vanaf 2400 voor deze laatste zone overheersend. Het water was brak en Christus had de Oude Rijn een belangrijke afwaterings- de afzettingen rond het mondingsgebied bestonden functie. In de Romeinse tijd volgde de hoofdstroom van vooral uit zeeklei. In deze laatste 10 km doorbrak de Rijn de Rijn de bedding van de huidige Nederrijn, Kromme ook de zandige strandwallen- en duinzone, die de natuur- Rijn en Oude Rijn. lijke kustbescherming vormde. De bewoningsmogelijkheden in dit lage, natte kustgebied De exacte loop van de Oude Rijn in de Romeinse periode waren beperkt. Alleen op de relatief hogere delen in het is niet zo eenvoudig vast te stellen. De Rijnoever lag in de land konden mensen wonen. De inheemse stam die dit Romeinse tijd zo’n 200 tot 600 meter meer naar het zuid- gebied bewoonde, was de stam van de Cananefaten. westen ten opzichte van de huidige oever. Daaruit kan worden afgelezen dat in de loop van de tijd, de bedding van de Rijn dus in noordoostelijke richting is opgeschoven. De situatie bij Valkenburg was als volgt. Langs de oevers van de Oude Rijn bij Valkenburg lagen oeverafzettingen die iets hoger lagen ten opzichte van het omringende land en daarom geschikt waren voor bewoning en bewerken van de grond. Die oeverafzettingen ontstonden doordat de rivier regelmatig overstroomde, buiten zijn oevers trad en een laagje sediment afzette. Deze stroken land langs de rivier waren óók weer doorsneden door smalle stroompjes, zijarmen die het achterliggende veen- en kleigebied ontwaterden. De oeverwal op de zuidoever van de Rijn werd op meerdere plekken onderbroken doordat geulen vanuit de hoofdstroom de oeverwal door- sneden. In plaats van één langgerekt oeverwal parallel aan de rivier, ontstonden er dus hooggelegen eilandjes omgeven door water. In de Romeinse tijd waren die eilandjes geheel in gebruik voor menselijke activiteiten. Het castellumterrein en Veldzicht (hemelsbreed op 250 meter van elkaar verwijderd) lagen op hetzelfde eilandje, Marktveld en de Woerd lagen op andere, vergelijkbare eilandjes. Verschillende rivierarmen, restgeulen en getijdegeulen zijn bekend uit het gebied rond Valkenburg. Een belangrijke zijarm was die tussen Veldzicht en het Marktveld - die was namelijk 25 meter breed. Deze brede geul aan de noordzijde van het Marktveld werd in de Romeinse tijd beschoeid met essehouten palen. Aan de noordzijde van het opgravings-terrein op De Woerd is eveneens een zijtak van de Rijn ontdekt. De geulen op het Marktveld en de Woerd zijn tijdens de opgravingen in de jaren tachtig van de vorige eeuw heel intensief onderzocht. Hieruit De huidige Oude Rijn bij Valkenburg. valkenburg vóór de komst van de romeinen bleek dat de rivier in bepaalde opzichten duidelijke voor- Toen er nog geen Romein te bekennen was in Valkenburg, IJzertijd, moet echter behoorlijk lastig en riskant zijn delen bood voor de omwonenden. Bij deze grote zijgeul leefden hier al wel mensen. Het waren boeren die aan de geweest. Dit toont een dikke, uitgestrekte kleilaag aan zouden de Romeinen later een haventje aanleggen en zou- Oude Rijn woonden en op de hogere oevers langs de die tijdens de opgravingen op het Valkenburgse Markt- den vissers hun werk uitoefenen. Maar in andere gevallen rivier hun huizen bouwden en hun akkers aanlegden. veld gevonden is, net onder de Romeinse grondlaag. De bezorgde de rivier de bewoners veel overlast, zoals bij De periode van vóór de Romeinen noemen archeologen klei is daar afgezet tijdens een overstroming vanuit zee, grote overstromingen in het tweede decennium van de de IJzertijd – die naam hangt samen met het feit dat die ergens tussen 400 en 200 voor Christus het hele 2de eeuw na Christus. De Romeinse weg zou toen voor mensen uit die tijd (van ongeveer 800 voor Christus tot gebied onder water heeft gezet. een deel worden weggespoeld en moest opnieuw worden net voor het begin van onze jaartelling) in staat waren In een nog eerdere periode tussen 800 en 500 voor aangelegd. ijzer te smelten en het te gebruiken als materiaal voor Christus, hebben er ook mensen op het Marktveld in hun gereedschap en hun wapens. In de periode daarvoor, Valkenburg gewoond. Uit de bedding van de grote geul invloed van de zee de Bronstijd, beheerste men die techniek nog niet. Door die op de opgraving op het Marktveld is onderzocht, kwam De zee had een zeer bepalende invloed op de binnenlan- het gehele Zuid-Hollandse kustgebied waren de hoger een grote hoeveelheid vondstmateriaal uit die periode den. De vloedstromen stuwden het rivierwater en het gelegen plaatsen, dus de strandwallen en de oude duinen, tevoorschijn. Het IJzertijdaardewerk dat hier gevonden water in de zijarmen van de rivier regelmatig op. Het hele de geëigende plekken waar mensen in de pre-Romeinse is, vormt het eerste, echte bewijs dat er bewoning was in rivierlandschap kon tijdens hoogwater in korte tijd totaal tijd woonden. Achter die strandwallen en oude duinen Valkenburg in deze vroege periode. Verder weten we van van uiterlijk veranderen. Het zeewater drong dan op een lag een uitgestrekt klei- en veengebied. Ongetwijfeld de IJzertijdbewoners in Valkenburg welk vlees ze aten, aantal plaatsen diep in het achterland door via de talloze woonden ook daar wel mensen, maar daarover is weinig omdat er botten zijn gevonden uit die periode: vooral geulen. Er ontstond een wirwar van zich vertakkende kre- bekend. De huizen waar men in woonde waren zonder van runderen en varkens maar ook van edelhert.