PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland bron Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland. A. Oosthoek, Utrecht 1915 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor12_01/colofon.php © 2013 dbnl i.s.m. V Voorwoord. Bij Koninklijk Besluit van 7 Juli 1903, No. 44, werd ingesteld eene Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en Kunst. De taak dezer Rijkscommissie is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die belang bezitten als uiting van kunst of om eene er aan verbonden historische herinnering. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis. Ten einde dit groote werk, dat vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken te kunnen ondernemen en tevens zoo spoedig mogelijk een overzicht te geven van al wat het behouden waard is, besloot de Rijkscommissie eene ‘Voorloopige Lijst’ der monumenten te bewerken, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld. Voor het thans verschijnend derde deel dezer lijst1), bevattende de monumenten der provincie Zuidholland, zijn de gegevens, met uitzondering van die betreffende de gemeenten Delft en 's-Gravenhage, door onderzoek ter plaatse van 1904 tot 1909 verzameld door Mr. Dr. J.C. OVERVOORDE. Ter contrôleering dezer gegevens zijn de meeste gemeenten in 1909 en 1910 opnieuw bezocht door den heer OVERVOORDE, afwisselend in gezelschap van de heeren JOS. CUYPERS en J.A. FREDERIKS. 1) Deel I en II, gewijd aan de provincies Utrecht en Drente, zijn verkrijgbaar bij den uitgever dezes. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland VI De gemeente Delft werd bewerkt door Prof. HENRI EVERS. De gemeente 's-Gravenhage is in 1912 en 1913 beschreven door den Secretaris, die gebruik kon maken van verschillende aanteekeningen van de heeren Jhr. Mr. VICTOR DE STUERS en C.H. PETERS, terwijl Prof. Dr. W. MARTIN de welwillendheid had de noodige opgaven te verstrekken betreffende de belangrijkste in deze gemeente voorkomende schilderijen, en ook enkele inlichtingen werden gegeven door den Directeur van het Koninklijk Huisarchief, Prof. Dr. F.L. KRäMER, en den Gemeente-archivaris, Dr. H.E. VAN GELDER. Uit de aldus verkregen aanteekeningen is de thans uitgegeven tekst bewerkt door den Secretaris der Commissie (blz. 1-236) en den Adjunct-secretaris (blz. 236-412). Daar er voor het grootste deel der provincie geruime tijd is verloopen tusschen het bezoek ter plaatse en den druk van den tekst, is het niet onmogelijk, dat eenige in dit boek nog vermelde gebouwen inmiddels zijn verdwenen, terwijl in sommige landelijke gemeenten ook eene vernummering der huizen heeft plaats gehad, waarmede in den tekst geen rekening meer kon worden gehouden. De afwijkingen van den bestaanden toestand, die hiervan het gevolg zijn, schenen niet van voldoende gewicht, om een nieuwe contrôle te wettigen, waardoor immers het verschijnen van dit boek belangrijk zou zijn vertraagd. De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst, naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling: a. Voorhistorische, Germaansche, Romeinsche en Frankische oudheden. b. Verdedigingswerken en militaire gebouwen. c. Wegen, bruggen, grenssteenen, schamppalen, kruisen, pompen, enz. d. Burgerlijke openbare gebouwen. e. Kerkelijke gebouwen. f. Gebouwen voor onderwijs en liefdadigheid. g. Particuliere gebouwen. h. Musea en Varia. Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, in den regel aangegeven door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c of d, om een der vierendeelen van die eeuw aan te wijzen. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland VII De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds als waren zij zuiver geörienteerd. De woorden ‘rechts’ en ‘links’ worden gebruikt in objectieven zin, als in de liturgie en de heraldiek. Wanneer Hervormde kerken oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit kenbaar gemaakt door de opgave van den beschermheilige, aan wien zij waren gewijd, of, indien deze niet bekend is, door de uitdrukking ‘thans Ned. Herv.’. Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, en een topographisch register besluiten het werk. Zooals de titel aanduidt, draagt dit boek een geheel voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt de Rijkscommissie zich daarom dringend aanbevolen. De Rijkscommissie voornoemd, De Voorzitter: Dr. P.J.H. CUYPERS. De Secretaris: Dr. JAN KALF. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland 1 Aarlanderveen. Aarlanderveen. e De NED. HERV. KERK (Joannes de Dooper), gesticht in de XV eeuw, in 1646 belangrijk verbouwd, is in 1905 afgebroken en door een nieuwe vervangen. Een aquarel der oude kerk hangt in het Raadhuis in de burgemeesterskamer. De kerk bezit: Steenen doopvont (XVB) als voet van den preekstoel. Eiken choorhek en preekstoel met doophek en banken (± 1675). Twee koperen lezenaars (XVII c). Orgel, Lodewijk XIV, in 1800 hier geplaatst. Verschillende zerken (XVII). In de consistoriekamer een houten roset (XV) van het vieringsgewelf der oude kerk en een eiken tafel (XVII). Op het kerkhof een geschonden priesterzerk (1521). Aan het huis Nr. 98, fragment van eenen gevel (XVII). In particulier bezit: steen met dorpswapen (1667). Lagezijde. Aan de boerderij BERENDRECHT (XVII), gevelsteen met alliantiewapens. In een huis bij de Gouwesluis, een gesneden deur, Lodewijk XVI (XVIII d). Abbenbroek. De NED. HERV. KERK (H. Egidius), waarin in 1483 een kapittel werd gesticht en die in 1491 tot collegiale kerk is verheven, is een baksteenbouw, bestaande uit een rechthoekig gesloten choor (XIV a), waarin romaansche kapiteelen, een driebeukig schip (XV d) en eenen westtoren (XVa, ingang in 1754 gewijzigd, van boven in 1875 gecement). Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland 2 Schip en choor zijn met houten tongewelven gedekt, in den toren is een kruisgewelf op ribben bewaard. De zijbeukwanden bestaan uit een rij geveltjes, waarvan die aan den zuidkant in 1747 door storm zijn verwoest. De kerk bezit: Eiken preekstoel (1613) met rijken koperen lezenaar (1709), fraai beslagen bijbel (XVIII a) en koperen doopbekkenhouder. Eiken choorhek (1625) met laat-gothische balusters. Gebeeldhouwde zerken van 1461, 1493, 1526 en ± 1640. Twee zilveren avondmaalbekers (1687) en schotels (1708 en 1778). Klok, gegoten door Cloterdiic en Butendiic in 1451, en een oud uurwerk. Alblasserdam. Alblasserdam. Gemetselde BOOGBRUG en SLUIS met twee WACHTERSHUISJES. Aan de landzijde versierde steen met opschrift betreffende den bouw der sluis in 1599, aan de rivierzijde drie steenen, herinnerende aan eene herstelling in 1780. Het POLDERHUIS van den Nederwaard heeft een gevelsteen met wapen (XVIII B). Van de oude PAROCHIEKERK staan alleen nog de baksteenen toren (XV d), met achtkante, in 1642 en onlangs vernieuwde spits, en de tegen den toren aansluitende deelen der zijbeuken. In den toren een klok, gegoten in 1659 te Amsterdam door F. Hemony, en een oud uurwerk. De moderne NED. HERV. KERK bezit: Eenvoudigen preekstoel (± 1850). Twee gesneden, houten psalmbordjes, Lodewijk XVI. Zerk van 1640. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III. De provincie Zuidholland 3 Twee zilveren avondmaalbekers met wapens, Lodewijk XVI, en twee schotels (1828). Eenvoudige gevel (midden XVII) aan het huis B 213. Kinderdijk. Het huis D 105, vroeger voorzien van het opschrift: ‘Het huis te Kinderdijk’, heeft een met snijwerk versierde middentravee (± 1700). Alfen. Een hier gevonden MUNT van Tiberius en twee SLINGERBALLEN van gebakken aarde worden bewaard in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden. De NED. HERV. KERK (H. Bonifacius), oorspronkelijk vermoedelijk XV, is, nadat de toren in 1580 was ingestort, in 1618, na een brand, herbouwd, met behoud van een deel der oude muren en van de zuilen. Driebeukige, baksteenen kruiskerk met 5/10 gesloten choor (later uitwendig rechthoekig ombouwd), met houten tongewelven gedekt. De noordelijke zijmuur is grootendeels gerestaureerd. Tegen den noordwand van het choor, een sacristie (XV) met kruisgewelf op ribben en oude slotplaat op de deur. Ten westen tegen het schip, een kapel met gestuct koepelgewelf (XVIII). In den westgevel een poortje (XVII c). De kerk bezit:
Recommended publications
  • Romeinen in Katwijk Knooppunt in Een Wereldrijk Parklaan Landschapsarchitecten B.V
    Romeinen in Katwijk Knooppunt in een wereldrijk Parklaan Landschapsarchitecten b.v. T: 073 - 614 01 91 weleer Vughterstraat 221 E: [email protected] erfgoedcommunicatie 5211 GD Den Bosch I: www.parklaan.nl Romeinen in Katwijk Knooppunt in een wereldrijk Een visie op de communicatie van de Romeinse Limes in de gemeente Katwijk voorblad; Katwijk en Brittenburg, van Goyen 1627 februari 2016 1. Aanleiding Verschillende rijks- en provinciale overheden werken op Om het streven naar draagvlak voor het Nederlandse plannen, waarbij elke gemeente een eigen accent of thema landelijk niveau samen om het Nederlandse deel van de deel van de Limes vorm te geven is in 2012 het landelijke kan hebben. Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk, op de UNES- ‘Uitvoeringsprogramma Publieksbereik Romeinse Limes’ CO-werelderfgoedlijst te krijgen. In januari 2014 heeft de opgesteld. De provincie Zuid-Holland heeft bovendien in De provincie Zuid-Holland heeft de erfgoedlijn Limes uitge- gemeente Katwijk daartoe de Intentieverklaring Werelderf- 2013 het Uitvoeringsprogramma Erfgoedlijnen (2013-2016) werkt in het document Romeinse Limes Zuid-Holland, visie goednominatie Romeinse Limes ondertekend1 . De prelude vastgesteld. Alle investeringen in erfgoed in deze periode 2020, meerjarenprogramma 2014-2016. Katwijk wordt in dit hiervan luidt: worden geconcentreerd op zeven erfgoedlijnen, met als beleidsstuk genoemd als te ontwikkelen recreatief-toeris- De Romeinse Limes, de noordgrens van het Romeinse uitgangspunt het streven naar beschermen, beleven en tisch Limesknooppunt. De Limes moet beleefbaar, bekend, Rijk, is de grootste lineaire archeologische structuur in benutten. Eén van die erfgoedlijnen is de Romeinse Limes. bereikbaar en benut worden. Naast de dynamische limes Europa. Een indrukwekkend restant van dit verleden is de Katwijk is daarbinnen door de provincie Zuid-Holland recent is de Oude Romeinse waterbaan belangrijk.
    [Show full text]
  • Depressed Eyes
    D E P R E S S E D E Y E S ‘ Allegory of Winter’ painted by Caesar van Everdingen, c a 1 6 5 0 Nelly Moerman Final paper for UvA Master’s module ‘Looking at Dutch Seventeenth - Century Paintings’ 2010 D EPRESSED EYES || Nelly Moerman - 2 CONTENTS page 1. Introduction 3 2. ‘Allegory o f Winter’ by Caesar van Everdingen, c. 1650 3 3. ‘Principael’ or copy 5 4. Caesar van Everdingen (1616/17 - 1678), his life and work 7 5. Allegorical representations of winter 10 6. What is the meaning of the painting? 11 7. ‘Covering’ in a psychological se nse 12 8. Look - alike of Lady Winter 12 9. Arguments for the grief and sorrow theory 14 10. The Venus and Adonis paintings 15 11. Chronological order 16 12. Conclusion 17 13. Summary 17 Appendix I Bibliography 18 Appendix II List of illustrations 20 A ppen dix III Illustrations 22 Note: With thanks to the photographic services of the Rijksmuseum in Amsterdam for supplying a digital reproduction. Professional translation assistance was given by Janey Tucker (Diesse, CH). ISBN/EAN: 978 - 90 - 805290 - 6 - 9 © Copyright N. Moerman 2010 Information: Nelly Moerman Doude van Troostwijkstraat 54 1391 ET Abcoude The Netherlands E - mail: [email protected] D EPRESSED EYES || Nelly Moerman - 3 1. Introduction When visiting the Rijksmuseum, it seems that all that tourists w ant to see is Rembrandt’s ‘ Night W atch ’. However, before arriving at the right spot, they pass a painting which makes nearly everybody stop and look. What attracts their attention is a beautiful but mysterious lady with her eyes cast down.
    [Show full text]
  • Analecta Praehistorica Leidensia and Single Volumes Can Be Ordered At
    ANALECTA Thijs van Kolfschoten, Wil Roebroeks, Dimitri De Loecker, Michael H. Field, Pál Sümegi, Kay C.J. Beets, Simon R. Troelstra, Alexander Verpoorte, Bleda S. Düring, Eva Visser, Sophie Tews, Sofia Taipale, Corijanne Slappendel, Esther Rogmans, Andrea Raat, Olivier Nieuwen- huyse, Anna Meens, Lennart Kruijer, Harmen Huigens, Neeke Hammers, Merel Brüning, Peter M.M.G. Akkermans, Pieter van de Velde, Hans van der Plicht, Annelou van Gijn, Miranda de Kreek, Eric Dullaart, Joanne Mol, Hans Kamermans, Walter Laan, Milco Wansleeben, Alexander Verpoorte, Ilona Bausch, Diederik J.W. Meijer, Luc Amkreutz, Bertil van Os, Liesbeth Theunissen, David R. Fontijn, Patrick Valentijn, Richard Jansen, Simone A.M. Lemmers, David R. Fontijn, Sasja A. van der Vaart, Harry Fokkens, Corrie Bakels, L. Bouke van der Meer, Clasina J.G. van Doorn, Reinder Neef, Federica Fantone, René T.J. Cappers, Jasper de Bruin, Eric M. Moormann, Paul G.P. PRAEHISTORICA Meyboom, Lisa C. Götz, Léon J. Coret, Natascha Sojc, Stijn van As, Richard Jansen, Maarten E.R.G.N. Jansen, Menno L.P. Hoogland, Corinne L. Hofman, Alexander Geurds, Laura N.K. van Broekhoven, Arie Boomert, John Bintliff, Sjoerd van der Linde, Monique van den Dries, Willem J.H. Willems, Thijs van Kolfschoten, Wil Roebroeks, Dimitri De Loecker, Michael H. Field, Pál Sümegi, Kay C.J. Beets, Simon R. Troelstra, Alexander Verpoorte, Bleda S. Düring, Eva Visser, Sophie Tews, Sofia Taipale, Corijanne Slappendel, Esther Rogmans, Andrea Raat, Olivier Nieuwenhuyse, Anna Meens, Lennart Kruijer, Harmen Huigens, Neeke Hammers, Merel Brüning, Peter M.M.G. Akkermans, Pieter van de Velde, Hans van der Plicht, Annelou van Gijn, Miranda de Kreek, Eric Dullaart, Joanne Mol, Hans Kamermans, Walter Laan, Milco Wansleeben, Alexander Verpoorte, Ilona Bausch, Diederik J.W.
    [Show full text]
  • Jaarboekje 1933
    JAARBOEKJE JAARBOEKJE VOOR GESCHIEDENIS EN OUDHEIDKUNDE VAN LEIDEN EN RIJNLAND TEVENS ORGAAN VAN DE VEREENIGING ,,OUD-LEIDEN” 1932-1933 (VIJF-EN-TWINTIGSTE DEEL) LEIDEN - P. J. MULDER & ZOON EEN WOORD VOORAF Tot onze blijdschap kunnen wij het jaarboekje weder wat vroeger doen verschijnen en hopen zeer, dat het de belangstelling in en de kennis van onze stad en haar vroegere schoonheid zal vermeerderen. Daarom ook meenden wij goed te doen voortaan eene lijst te geven van nieuw verschenen werken over de stad en hare omgeving. Ons rest alleen nog zoowel aan onze medewerkers als aan onzen uitgever onzen welgemeenden dank te betuigen. M AART 1933. DE REDACTIE. VEREENIGING ,,OUD-LEIDEN” Verslag over het jaar 1932 De Voorzitter Prof. Mr. D. van Blom heeft gemeend wegens zeer vermeerderde werkzaamheden zijne functie te moeten neerleggen en werd opgevolgd door Prof. Dr. L. Knappert. In plaats van den heer Aug. L. Reimeringer, die de gemeente metterwoon heeft verlaten, is door het College van Burgemeester en Wethouders als lid van het Bestuur aangewezen de Burgemeester, Mr. A. van de Sande Bakhuyzen, die zich deze benoeming heeft laten welgevallen. Evenzoo is Mr. J. J. van der Lip door het Collegium van het Leidsch Studentencorps vervangen door den heer E. Pelinck. Door Dr. M. D. Ozinga werd een lezing gehouden over ,,Leidsche Kerken”, door Mr. J. W. Verburgt over ,,Het leven van Jan Pietersz. Dou als burger, landmeter, wijnroeier en notaris van Leiden 1573- 1635” en door Mevrouw M. L. H. Eerdbeek-Claasen over ,Rijnsburg, dorp en abdij”; de beide eerste lezingen hadden plaats in Februari en Maart, de laatste in December.
    [Show full text]
  • PDF Hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
    PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/26472 Please be advised that this information was generated on 2021-09-29 and may be subject to change. J. E. Bogners, The Netherlands SOME NOTES IN CONNECTION WITH THE DUTCH SECTION OF THE LIMES OF GERMANIA INFERIOR (GERMANIA SECUNDA) l At the Third International Congress of Roman Frontier Studies at Rheinfelden -Basel, held in 1957, H. von Petrikovits read a paper entitled “Der niedergermanische Limes” , and presented a map showing the military settlements along the line of this part of the frontier.1 It is now possible to present a supplementary map, whose principal aim is to give a more detailed picture of its Dutch section (Fig. 44). The lower German fronticr-system consisted of a chain of fortresses and forts dating any-. where from the reign of Tiberius down to c. A.D. 260 or ,270,2 and lying along the eastern and northern boundaries of the military district that became the province of Germania Inferior' in the reign of Domitian.3 From the southern boundary on the Vinxtbach they extended along the Rhine and further west - on the north side of the west part of the “Insula Batavorum” 4 - they are found along the Kromme Rijn (from Wijk bij Duurstede to Utrecht) and the Oude Rijn (from Utrecht to Katwijk). With the exception of the legionary fortress at Nijmegen (Batavodorum/Noviomagus),5 south of the Rhine arm known as the Waal, the map shows no military sites in the hinterland.
    [Show full text]
  • Bronsgeest 2021 Toelichting
    Bronsgeest 2021 Bestemmingsplan Toelichting procedure datum Voorontwerp 07 januari 2021 ontwerp vastgesteld onherroepelijk opdrachtgever gemeente Noordwijk opdrachtnemer Van Riezen & Partners status Voorontwerp projectnummer plan-idn NL.IMRO.0575.BPBronsgeest2021-VO01 documentdatum 07 januari 2021 : Inhoud 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Ligging en beschrijving plangebied 4 1.3 Plangrenzen 6 1.4 Vigerende bestemmingsplannen 6 1.5 Leeswijzer 10 2. Beschrijving plangebied 11 2.1 Ontstaansgeschiedenis 11 2.2 Ruimtelijke structuur 13 2.3 Nieuwe ontwikkeling 17 3. Beleidskader 19 3.1 Inleiding 19 3.2 Ruimtelijk beleid 19 3.3 Sectoraal beleid 33 4. Onderzoek 48 4.1 Milieueffectrapportage (m.e.r.) 48 4.2 Verkeer en parkeren 49 4.3 Geluidhinder (Wet geluidhinder) 51 4.4 Bedrijvigheid 51 4.5 Luchtkwaliteit 52 4.6 Bodemkwaliteit 53 4.7 Externe veiligheid 54 4.8 Natuur en ecologie 54 4.9 Archeologie en cultuurhistorie 56 4.10 Water 59 4.11 Kabels, leidingen en andere beperkingen 60 5. Juridische planbeschrijving 61 5.1 Algemeen 61 5.2 Planvorm 61 5.3 Opbouw regels 62 6. Economische uitvoerbaarheid 70 7. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 71 7.1 Voorontwerpfase 71 7.3 Ontwerpfase 71 7.4 Vaststellingsfase 72 7.5 Handhaving 72 Bijlagen: 1 Verkeersonderzoek 2 Onderzoek wegverkeerslawaai 3 Onderzoek agrarische bedrijvigheid (P.M.) 4 Verkennend bodemonderzoek (P.M.) 5 Onderzoek externe veiligheid (P.M.) 6 Quick scan ecologie 7 Actualisatie archeologisch onderzoek Bestemmingsplan Bronsgeest 2021 - Toelichting 3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Ten oosten van de woonkern Noordwijk-Binnen ligt een agrarische gebied dat ook wel bekend is als de locatie ‘Bronsgeest’.
    [Show full text]
  • Überlegungen Zur Brittenburg
    Tünde Kaszab-Olschewski und Gerald Volker Grimm Überlegungen zur Brittenburg An der Nordseeküste, im Bereich des Rhein-Maas-Delta wurde im Zuge der römischen Okku- pation ein Flussarm, und zwar der Oude Rijn, zum nassen Limes, zur »Ripa«1.Erexistierte als Element der Grenzsicherung der Provinz Germania inferior und wohl auch der jüngeren Ger- mania secunda. Bei der Mündung des Oude Rijn und am Endpunkt eines entlang des Limes führenden Landweges – einer Via militaris2 – sowie einer Binnenlandstrecke befand sich hier nach Aussage der Tabula Peutingeriana der Ort Lugdunum. Dieser wird in der Regel mit einem Militärkastell gleichgesetzt, mit der sogenannten Brittenburg bei Katwijk3.Die Festung fungierte als ein Teil der aus Wachtürmen, Kleinkastellen, Auxiliar- und Legionslagern beste- henden Fortifikationskette. In der Nähe von Katwijk lagen größere zivile und militärische Siedlungen wie Praetorium Agrippinae (Valkenburg) und Forum Hadriani (Voorburg). Un- weit erstreckte sich ferner die Fossa Corbulonis, ein durch das römische Militär angelegter Kanal, der den Rhein (Oude Rijn) und die Maas verband4. Bei der Ortswahl für das Kastell Brittenburg wirkten neben seiner Lage nahe der Küste auch die genannten Straßenverbindungen sowie die Nähe zu Britannien als positive Raumordnungs- faktoren mit. Die militärische Bedeutung dieser Stelle selbst wird unter anderem durch die dort geborgenen gestempelten Ziegel unterstrichen5,denn neben Baukeramik der niedergerma- nischen Armee mit Inschrift »EX GER INF« stammt etwa ein Fünftel des Fundmaterials von der in Germanischen Provinzen stationierten Classis Germanica. Die bis in die sechziger Jahre des vergangenen Jahrhunderts bekannt gewordenen Daten aus der Historiographie der Brittenburg fassen Hendrik Dijkstra und Frederick C. J. Ketelaar wie folgt zusammen6: (.) Im ersten bis dritten Jahrhundert bestand dort eine Festung, die wahrscheinlich als Flot- ten- oder Auxiliarlager diente; deren Funktion während des vierten Jahrhunderts ist unklar.
    [Show full text]
  • De Woonplaats Van De Faam : Grondslagen Van De Stadsbeschrijving in De Zeventiende-Eeuwse Republiek Verbaan, E
    De woonplaats van de faam : grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-eeuwse republiek Verbaan, E. Citation Verbaan, E. (2011, December 15). De woonplaats van de faam : grondslagen van de stadsbeschrijving in de zeventiende-eeuwse republiek. Uitgeverij Verloren, Hilversum. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/18256 Version: Not Applicable (or Unknown) Licence agreement concerning inclusion of License: doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/18256 Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable). VERBAAN In het zeventiende-eeuwse Nederland verschijnen opmerkelijk veel stadsbe- schrijvingen: omvangrijke boeken waar- in één enkele stad tot in detail voor het voetlicht wordt gebracht. Niet alleen vertellen ze het verhaal van de lotgeval- len van de stad, maar ze besteden ook faam de van woonplaats De De woonplaats ruim aandacht aan de opvallende ge- bouwen, de instellingen en de manier waarop de stad wordt bestuurd. De eer- ste voorbeelden gaan over de Hollandse van de faam kopstukken Amsterdam en Leiden en zijn uitgegeven tijdens het Twaalfjarig Grondslagen van de stadsbeschrijving Bestand (1609-1621). Ze vormen het be- in de zeventiende-eeuwse Republiek gin van een eeuwenlange traditie die doorloopt tot de stadsgeschiedenissen van nu. Dit is de eerste diepgaande studie naar dit verschijnsel in al zijn rijkdom. Aan bod komen de stadsbeschrijvingen zelf en ook de chorografi e, stedenlof, reisliteratuur en geschiedwetenschap, die dienden als grondslagen van het genre. Vanuit die interdisciplinaire in- valshoek geeft De woonplaats van de faam een verhelderend beeld van de manier waarop steden in onze Gouden Eeuw moesten worden beschreven.
    [Show full text]
  • Unarmed Cananefates?
    Unarmed Cananefates? Roman military equipment and horse gear from non military context in the civitas Cananefatium. Julius van Roemburg Front cover illustration: bronze umbo from Rotterdam (Photo Boor: Rotterdam). Unarmed Cananefates? Roman military equipment and horse gear from non military context in the civitas Cananefatium. MA-Thesis University of Leiden, Faculty of Archaeology Master Programme: Archaeology of North-western Europe Supervisors: Drs. J. de Bruin/Dr. S. Heeren Julius van Roemburg Student number: 0233285 Leidschendam, 15 December 2011 - Unarmed Cananefates? - Contents Preface 5 1. Introduction 7 1.1 Research background 7 1.1.1 Armed Batavians 9 1.1.2 Unarmed Cananefates? 10 1.2 Research objectives and questions 11 1.3 Research methods: overview 12 1.4 Research area 13 1.5 Thesis structure 14 2. The civitas Cananefatium: an overview of the research area and the 15 involvement of Cananefates with the Roman army. 2.1 The Cananefates 15 2.2 Tribal areas and civitates in the Netherlands 16 2.3 Geology and landscape 17 2.4 Settlement pattern and civilian sites 19 2.5 Chronological development and size of population 22 2.6 Military installations and military occupation in the civitas Cananefatium 24 2.7 Recruitment and the Cananefatian auxilia units 27 3. Roman military equipment 37 3.1 The typology of Nicolay 37 3.2. Critique on the typology of Nicolay and recent developments in the field 45 of Roman military equipment studies 4. Roman military equipment from the civitas Cananefatium 49 4.1 Survey method and completeness 49 4.2 Archaeological collection methods of the finds 51 4.3 Data overview: find contexts 52 4.4 Chronological and spatial patterns 57 4.4.1 Chronological patterns of military equipment: weaponry 58 4.4.2 Chronological patterns of military equipment: suspension 60 4.4.3 Chronological patterns of horse gear 63 3 - Unarmed Cananefates? - 4.5.
    [Show full text]
  • Lesbrief 1: Wat Is De Limes?
    Lesbrief Lesmateriaal introductieles 1 Onderwerp: Wat is de Limes? Lesmateriaal introductieles 1 Onderwerp: Wat is de Limes? Wat is de Limes? De limes is de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze grens is ongeveer 7000 kilometer lang. De Limes had verschillende gedaanten: in Engeland was het een muur (de Muur van Hadrianus), en ook tussen de Rijn bij Bonn in Duitsland en de Donau in Rusland, liep de grens over het land heen. Maar op het Nederlands grondgebied viel de Limes samen met de Rijn. De loop van die Romeinse Rijn is tegenwoordig nog bijna hetzelfde, alleen heet de rivier nu stroomafwaarts Rijn, Nederrijn, Kromme Rijn, Leidsche Rijn en Oude Rijn. De Rijn verdeelde Nederland eigenlijk in twee stukken: de beschaafde Romeinse kant in het zuiden en de ‘barbaarse’ kant in het noorden. De Rijn is bijna vier eeuwen lang, van 19 voor Christus tot 450 na Christus) grensrivier geweest. Geschiedenis van de Limes Rond 50 voor Christus versloeg Julius Caesar de Keltische volkeren in het huidige Engeland. Vol trots vertelde hij dat het hele gebied tot aan de Rijn door zijn troepen was veroverd. Dit was niet helemaal waar: ze ver is hij helemaal niet gekomen. Augustus, zijn neef en opvolger, legde vervolgens in 19 voor Christus een legerkamp aan dat hij Noviomagus noemde, het huidige Nijmegen. Het jaar 19 voor christus is daarmee het officiële begin van de Romeinse tijd in Nederland. Augustus wilde graag bereiken wat Caesar niet was gelukt: heel Germania veroveren. In 9 na Christus, maakte een lokale opstand een einde aan die ambitie. Keizer Caligula (37-41 na Christus) en keizer Claudius (41-54 na Christus) besloten dan ook niet veel later dat de Rijn eigenlijk wel een goede grens was en dat ook maar moest blijven.
    [Show full text]
  • De Geologie Van Het Kustprofiel Tussen Noordwijk Aan Zee En Ijmuiden En Een Geofysische Verkenning Aan De Duinvoet
    De geologie van het kustprofiel tussen Noordwijk aan Zee en IJmuiden en een geofysische verkenning aan de duinvoet 'Vlak bij de barrezee liggen vaak demooiste duinvalleitjes. Degrond iser wat lager,haast Samenvatting altijd vochtig. Ja, waar de waterleidingen hun Dit artikel is een vervolg op twee eerdere onderzoeken, waarbij de geologie van verderfelijk werk nog met hebben verricht de kust tussen Wassenaar en Noordwijk aan Zee en tussen Wijk aan Zee en de blinken er helderemeertjes, omzoomd met Hondsbosse Zeewering werd beschreven en formatiegrenzen met behulp van boschjes van duindoorns en berken. ' meting van het geleidingsvermogen werden bepaald. Gac. P. Thijsse, 1911) Bij het geofysische onderzoek was gebleken dat het mogelijk was de ondiepe afzettingen te karakteriseren op grond van het gemeten geleidingsvermogen (mits Inleiding de meetlijn zich boven de normale hoogwaterlijn bevond). Ook bij dit onderzoek Dit artikel sluit aan op twee eerdere bleek het mogelijk de diverse afzettingen te karakteriseren aan de hand van het artikelen die het kustprofiel tussen gemeten geleidingsvermogen. Oude geulen bleken aan de duinvoet een hoog Wassenaar en Noordwijk respectievelijk geleidingsvermogen te hebben, terwijl de formaties landinwaarts niet meer brak Wijk aan Zee en de Hondsbosse Zeewering zijn. behandelen [Biewinga etal, 1990, 1991]. De metingen werden uitgevoerd met medewerking van de Universiteit van Amsterdam en de Technische Universiteit Delft. D. T. BIEWINGA te smelten en begon de zeespiegel te gevormd op de pleistocene afzettingen. AGG Adviesbureau voor stijgen. Aan het begin van het Holoceen Dit veen wordt Basisveen genoemd, Geofysica en Geologie lag de zee op circa 45 meter beneden Voorschoten omdat het aan de basis van de holocene NAP.
    [Show full text]
  • Encyklopédia Kresťanského Umenia
    Marie Žúborová - Němcová: Encyklopédia kresťanského umenia Hapi - 1.jeden zo štyroch synov egyptského boha Hóra, ochranca kanop, prevteľujúci sa do posvätného zvieraťa - býka; Hapi bol aj služobníkom a pozemským vtelením boha Ptaha; neskoršie spájaný aj s kultom Usíreva (pozri Osirapis); zobrazovaný ako býk so slnečným kotúčom medzi rohami, s orlími krídlami na šiji a plášťom cez chrbát (pozri monštrá); symbol plodnosti; tiež boh severu a boh vetra severného; pozri bohovia plodnosti; egyptskí bohovia 2.v gréčtine Apis 3.meno pre egypt. boha Nílu; pozri Hopej 4.v stredoveku častý heraldický motív (hlava) http://cs.wikipedia.org/wiki/Hapi_(syn_Hora) http://cs.wikipedia.org/wiki/Hapi_(b%C5%AFh_z%C3%A1plav) happening - angl. – „udalosť, náhodná príhoda“; jedna z foriem akčného umenia po 2.svetovej vojne, zdôrazňujúca samotný tvorivý proces, založený na kolektívnosti a improvizácii s cieľom vtiahnuť diváka do deja a šokovať ho absurditou (tým sa líši napr. od performance, ktorá má formu divadelného predstavenia bez tvorivej účasti diváka); medzná forma tvorby, ktorá nesmeruje ku klasickému typu trvácneho výtvarného diela, ale má povahu akcie (umelé vytváranie udalostí, logicky nespojených a situovaných do životnej reality (akcia síce pripravená, ale nevyskúšaná, realizovaná laikmi); termín prvý raz použitý A.Kaprowom koncom 50.rokov v New Yorku pri akcii nazvanej 16 happeningov v šiestich dieloch, ktorá bola považovaná za predobraz zásad ďalších akcií; v 60.rokoch rozvinutý v USA a západnej Európe; napriek tomu happening nie je celkom novým prvkom tvorby, poznal ho aj stredovek; v happeningu možné nájsť prvky futurizmu, dadaizmu, surrealizmu, pop-artu (pozri Archizoom Associanti), inšpiráciu divadlom, hudbou, literatúrou, tancom; čiastočne sociálne a politicky kritický, ale aj s rysmi nihilizmu, anarchizmu a antiumenia; pozri procedurálne umenie, gestická maľba, event art, multimediálne umenie, Burning Man schéma: abstraktný expresionizmus (po 2.sv.vojne): akčné umenie/performance akčná maľba/action paiting dripping dip paiting happening tachizmus a art informel J.
    [Show full text]