De Geologie Van Het Kustprofiel Tussen Noordwijk Aan Zee En Ijmuiden En Een Geofysische Verkenning Aan De Duinvoet
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De geologie van het kustprofiel tussen Noordwijk aan Zee en IJmuiden en een geofysische verkenning aan de duinvoet 'Vlak bij de barrezee liggen vaak demooiste duinvalleitjes. Degrond iser wat lager,haast Samenvatting altijd vochtig. Ja, waar de waterleidingen hun Dit artikel is een vervolg op twee eerdere onderzoeken, waarbij de geologie van verderfelijk werk nog met hebben verricht de kust tussen Wassenaar en Noordwijk aan Zee en tussen Wijk aan Zee en de blinken er helderemeertjes, omzoomd met Hondsbosse Zeewering werd beschreven en formatiegrenzen met behulp van boschjes van duindoorns en berken. ' meting van het geleidingsvermogen werden bepaald. Gac. P. Thijsse, 1911) Bij het geofysische onderzoek was gebleken dat het mogelijk was de ondiepe afzettingen te karakteriseren op grond van het gemeten geleidingsvermogen (mits Inleiding de meetlijn zich boven de normale hoogwaterlijn bevond). Ook bij dit onderzoek Dit artikel sluit aan op twee eerdere bleek het mogelijk de diverse afzettingen te karakteriseren aan de hand van het artikelen die het kustprofiel tussen gemeten geleidingsvermogen. Oude geulen bleken aan de duinvoet een hoog Wassenaar en Noordwijk respectievelijk geleidingsvermogen te hebben, terwijl de formaties landinwaarts niet meer brak Wijk aan Zee en de Hondsbosse Zeewering zijn. behandelen [Biewinga etal, 1990, 1991]. De metingen werden uitgevoerd met medewerking van de Universiteit van Amsterdam en de Technische Universiteit Delft. D. T. BIEWINGA te smelten en begon de zeespiegel te gevormd op de pleistocene afzettingen. AGG Adviesbureau voor stijgen. Aan het begin van het Holoceen Dit veen wordt Basisveen genoemd, Geofysica en Geologie lag de zee op circa 45 meter beneden Voorschoten omdat het aan de basis van de holocene NAP. De zee bereikte West-Nederland sedimenten voorkomt. Naarmate de rond 8.000 BP en drong de dalen van het zeespiegel steeg, kroop deze drassige zone flauw golvende laatglaciale landschap met veenvorming steeds verder naar het A. P. PRUISSERS binnen. Met het stijgen van de zeespiegel oosten over de pleistocene afzettingen. In Op persoonlijke titel kwam in de kustzone het grondwater de Noordzee ligt halverwege tussen omhoog en ontstond er een moerassige Nederland en Kngeland een groep lang zone direct voor de zich landinwaarts gerekte banken, die op de kaarten verplaatsende kustlijn. In deze drassige vermeld staat als Bruine Bank. Deze naam omgeving werd het afgestorven planten- is te danken aan het voorkomen van A. C. SEIJMONSBERGEN materiaal niet of onvolledig afgebroken kleine veendeeltjes in het zand, dat Fysische Geografie &Bodem (oxydatie), waardoor moerasveen werd eertijds deel uitmaakte van een uitgestrekt kunde, Universiteit van Amsterdam Het geofysisch veldwerk werd verricht door staf en studenten van de Universiteit van Amsterdam, afd. Fysische Geografie en van de Technische Universiteit Delft, de faculteiten Civiele Techniek en Mijn bouwkunde en Petroleumwinning. Het verloop van het schijnbare geleidings vermogen werd gemeten aan de voet van de duinen, met een dieptebereik van minimaal 15 meter onder maaiveld. Het traject liep van strandpaal 78 bij Noordwijk tot strandpaal 57 bij IJmuiden (zie afb. 1). Ook op dit traject bleek het mogelijk de ondiepe afzettingen te karakteriseren op grond van het gemeten schijnbare gelei dingsvermogen (zie afb. 2). De geologische opbouw en ontstaans geschiedenis van de kustvlakte Tijdens de laatste Ijstijd - het W'eichselien - drongen landijsmassa's vanuit Scandinavië zo ver naar het zuiden door dat een Afb. 1- Overzichts gedeelte van Denemarken en Noord- kaartje van hetkust Duitsland ermee bedekt was. Aan het gebied tussen Noordwijk aanZee en IJmuiden, met einde van het Pleistoceen, 10.000 HP delokatie van de strand- Jonge Duin- en (BP = before Present = vóór 1950), lag de palenen de gebruikte Strandzanden boringen. Ookis de kust van de Noordzee ongeveer ter Oude Duin- en begrenzingvan het hoogte van de Doggersbank (zie afb. 3). Strandzanden Oude Duinlandschap en Door verbetering van het klimaat begon hetJonge Duinlandschap het ijs uit de laatste Ijstijd geleidelijk aan aangegeven. 11,0 (28) 1995, nr. 5 143 Langevelder- Zandvoort Bloemendaal Umuiden slag aan Zee 2 5A 24H 103 24T 2A" 24F 188 55 42 D | Jonge Duin- en Strandzanden b\\^ Afzettingen van Duinkerke 0 • !• 9rof ,ot zeer • matig fijn/grof I*• ' J grof zand *J0Azand , grindrijk ~| Oude Duin- en Strandzanden f'-::--! Afzettingen van Calais matig fijn lot \S\o\ matig fijn/grof • • uiterst grof matig grof zand Ioi oI zand. kleng 1**1 zand, fijn grind zeer n l^J Hollandvee n Yf/A Laa9 van Ve I se n zeer fijn zand pTïo ''J zand, [°9°l kle ii g 4/S. 2- Het verloop van hetschijnbare elektrischegeleidingsvermogen van deondergrond tussen Noordzvijk aanZee en IJmmden. snelheid ruim 1mete r per eeuw en tussen 5000 en300 0 BP. Voor 5000 BP bewoog 7.000 en5.00 0 BP nog 0,5 meter per de kustlijn van West-Nederland doord e eeuw. Na 5.000 BP tot heden vertraagde holocene zeespiegelrijzing min of meer de opmars van deze e tot circa 15 cmpe r continu oostwaarts. Ondanks de voort eeuw [Jelgersma, 1985]. Gebleken is gaande stijging van dezeespiege l werdhe t echter dat ind e20 e eeuw de versnelling opdringen van deze e tussen 5000e n in dezeespiegelrijzin g met circa 5c mi s 2000 BP tijdelijk onderbroken door een toegenomen. Debelangrijkst e processen periode met sterke uitbouw van dekus ti n V \ ••! Doggersbank A ft( in de Noordzee zijn golfwerking en getijde westwaartse richting. Deze uitbreiding Engeland }:^^~^r.—.* ~ï- ~7*° werking; opd eHollands e kust ise r naast vond plaats door vorming van eenbred e langstransport een belangrijk dwarstrans- gordel van strandwallen en-vlakten .N a port van zand. Kustvormen van voor de vorming van deze strandwallenme t 6.000 BP zijn niet bewaard gebleven, maar daarop door opwaaiing gevormde lage werden door deoprukkend e zee steeds Oude Duinen werd na 5000 BP bewoning weer verspoeld. De ontstaansgeschiedenis op dehoge r gelegen, droge landschaps van deondergron d hangt nauw samen delen mogelijk. Tussen deze strandwallen met dedoorgaand e stijging vand e bevonden zich smalle langgerekte depres zeespiegel waardoor deze e vanaf circa sies: met veen opgevulde strandvlakten, Huidige kustlijn 0 m - NAP 7.000 BP totvoorbi j Amsterdam de kust- die inhe t algemeen niet bewoonbaar Kustlijn 8300 C 14j r BP 30 m - NAP vlakte binnendrong en mariene sedimenten waren. Na200 0 BP kreeg de eroderende Kustlijn 8700 C 14j r BP 36 m -NA P deponeerde. Dekus t was in feite open en werking van deze e weer deoverhan d en • Kustlijn 10300 C 14j r BP 50 m - NAP bestond uitzandig e platen gescheiden werd dekus t binnenwaarts verplaatst. Afb. 3- Kustlijnenverloop in de Noordzee bijde rijzende door een aantal west-oost verlopende Tijdens deMiddeleeuwe n werd een groot zeespiegel[Jelgersma, 1979]. geulen (zie afb. 4). Indi t open kust- deel van het Oude Duinlandschap in de landschap vormde hetOer-I J in die tijd kustzone bedekt met Jonge Duinen en veengebied. Deoudst e Holocene kust- een brede getijdegeul inee n wadden werd dekustlij n tot zijn huidige positie sedimenten ind e ondergrond tussen landschap, bij Zandvoort inze e uitmon teruggedrongen. Noordwijk aan Zee enIJmuide n zijn dend. Langs deze aanvoergeul ontstonden Hoewel ongetwijfeld ook voor de ontstaan tussen 8.000 tot7.00 0 BPe n de oudste zandruggen van het Oude 10e eeuw door toedoen van de mens liggen opee n diepte van 16 totcirc a 18m Duinlandschap, wat tot versmalling van veranderingen inhe t landschap en de -NAP. Deze periode werd gekenmerkt het Oer-IJ leidde. Het West-Nederlandse geologische processen zijn opgetreden, door een aanvankelijk snel stijgende kustwallencomplex tussen Monster en ging demen s vanaf dit tijdstip in steeds zeespiegel [Zagwijn etal, 1985]. Tot circa Camperduin vormt een 6to t 10 km brede grotere mate een stempel opd e land 7.000 BP bedroeg derelatiev e stijgings zone, die grotendeels ontstond tussen schappelijke ontwikkeling drukken. 144 zijn. Deze sedimenten vertonen veelal een goed ontwikkelde gelaagdheid, veroorzaakt door een afwisseling van silt en fijn zand. Afzettingen van Calais Aangezien de strandwalvorming vanaf het begin van het Subboreaal het gezicht van de Nederlandse kust bepaald heeft [Zagwijn, 1986] lijkt, gezien de opvulling in het Subboreaal, een Atlantische datering van het Oer-IJ het meest waarschijnlijk. Deze geul vormde een van de geulen van de 'ebtidal'-delta uit de periode van de open kust [Westerhoff & Cleveringa, 1990]. Het Oer-IJ mondde via het Zeegat van Haarlem bij Zandvoort in zee uit. De cheniers vormen de oudste zandlichamen van de toenmalige kustlijn (zie afb. 5) [Bennema & De Visser, 1952; Vlak & Van Someren, 1988]. Deze zandlichamen vertonen een ZW-NO richting, die een versmalling van het Oer-IJ tot gevolg had, waardoor deze een nieuwe uitweg bij Beverwijk naar zee kreeg. Tussen 5500 en 5200 BP ontstonden er vier reeksen van cheniers in de Vereenigde tfis tog o( ins Plelslocane ttoposJt: Binnenpolder en Inlaagpolder [Pruissers, ai«9 In wich tha Basal F 1989]. Ongeveer 5000 BP ontwikkelden zich bij Spaarnwoude de oudste, de meest Afb. 4 - Contourenkaart van debovenkant van hetPleistoceen in hetgebied van Haarlem, waarop ook de erosie oostelijke strandwallen, voor de westkust van hetHoloceen doorgeulvorming isaangegeven. Naar Pruissers enBlokzijl, in voorbereiding. van Nederland. Vervolgens waren circa 4800 BP de strandwallen van Haarlem Hieronder volgt een bespreking van de tijdens het Holoceen in het noordelijk deel gevormd, na 4500 BP werd het Zeegat diverse afzettingen die in dit gebied van de kustvlakte bij IJmuiden gevormd van Haarlem afgesloten (zie afb. 6). De voorkomen. werd. Deze laag werd aan het einde van opvulling van deze tot meer dan 30 meter het Boreaal en in het begin van het Vroeg- beneden maaiveld diepe geul, bestaat aan Basisveen Atlanticum afgezet in een lagunair milieu de basis uit zanden en kleien en naar Het Basisveen is de onderste lithostrati- onder brakke tot zoete omstandigheden. boven toe uit zand met schelpresten en grafische eenheid van de Westland De afzettingen bestaan uit matig zware tot kleiinschakelingen [Cleveringa, 1990].