portret van de Nederlandse huisarts

Een speciale uitgave ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)

portret van de Nederlandse huisarts portret van de Nederlandse huisarts 2 inhoud

Huisarts, met hart en ziel

 3 Voorwoord

Artikelen 8 Wie is de Nederlandse huisarts? 26 Wat veranderde en wat hetzelfde bleef Rubrieken 50 Komt een kind bij de dokter Wat een vak! 4 22 36 46 60 68 Quote 6 20 34 44 56 70 De praktijk 7 21 35 45 57 71 Van buiten naar binnen 14 24 38 48 58 66 Drie generaties (twintigers) 16 Drie generaties (veertigers) 40 Drie generaties (zestigers) 62

72 Colofon LHV jubileumboek onderhuids voorwoord 3

Huisarts, met hart en ziel

Het vak van huisarts beoefen je met hart en ziel. Dat blijkt uit deze speciale publicatie ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de Landelijke Huisartsen Vereni- ging (lhv). “Al vanaf mijn eerste studiejaar wist ik dat ik voor het specialisme huisarts zou kiezen”, zegt Laurien van Drooge, 30 jaar oud en huisarts in opleiding. “De huisarts kijkt niet alleen naar de ziekte, maar ook naar de mens, zijn omge- ving en de wisselwerking daartussen.” Ze komt verderop in dit boekje uitgebreid aan het woord. “Ik wilde mensen helpen, en ik ben een generalist. Ik heb er geen seconde spijt van gehad”, zegt Paul Jonas, inmiddels 63 en ook nog steeds huisarts. Ook zijn verhaal is te lezen in deze jubileumuitgave. Er was in 2011 veel te doen rond de huisartsenzorg in Nederland. En terecht, want huisartsenzorg wordt nog altijd niet genoeg op waarde geschat, zoals oud-minister het in dit boekje uitdrukt. “Als de huisarts nog niet zou bestaan, moesten we hem uitvinden.” Het is interessant en beslist de moeite waard te lezen wat anderen er van vinden, toch geeft deze jubileumuitgave vooral een beeld van de wijze waarop de huisarts zelf aan- kijkt tegen zijn vak. Lees over de levenservaring in de spreekkamer, waarover huisartsen zelf vertellen, maar ook hoe verschillende gene- raties (twintigers, veertigers en zestigers) aankijken tegen het vak. En bekijk ook de resultaten van onze enquête onder vakgenoten. Daaruit blijkt dat huisartsen meer tijd zouden willen besteden aan directe patiëntenzorg, dat ze de bu- reaucratie vaak beu zijn en zich regelmatig ergeren aan het optreden van overheid en van verzekeraars. Maar uit de resultaten van het onderzoek blijkt ook dat de meeste huisartsen geen enkele spijt hebben van hun be- roepskeuze. Als ze opnieuw zouden moeten kiezen, zouden ze opnieuw huisarts worden. En dat blijft goed nieuws. Ik wens u veel plezier met deze jubileumuitgave.

Steven van Eijck Voorzitter Landelijke Huisartsen Vereniging (lhv) 4

Elizabeth Dijkema (1972) Huisarts in Midsland

et mooie aan mijn vak vind foto’s te maken. Daarnaast doen we ik het laagdrempelige contact regelmatig nacontroles voor de specia- ‘‘H met de patiënten. Op een listen. Een reis naar het ziekenhuis kost eiland als Terschelling ken je je patiën- een patiënt bijna een hele dag. Dus ten echt en kun je in de volle breedte het is prettig als dat gewoon hier kan zorg verlenen. Alleen verloskunde gebeuren. doen we sinds kort niet meer, omdat de veiligheid van moeder en kind niet Dit vereist wel de nodige aanpassingen gewaarborgd is door de afstand naar in de organisatie en aan de praktijk. het ziekenhuis, maar verder doen we We hebben daarvoor diverse extra veel zelf en vaak meer dan de meeste opleidingen gedaan en geïnvesteerd in huisartsen op het vasteland. Wij zijn apparatuur. Zelfs het gebouw moest apotheekhoudend, het is plezierig als worden aangepast omdat er geen lood patiënten gelijk de benodigde medica- in de muren zat. Voor de patiënten is tie mee kunnen nemen. het een goede verbetering en het maakt het werk voor de huisarts leuker. Het Wij proberen zoveel mogelijk zorg op enige waar we in dat proces tegenaan het eiland zelf te geven. Dat doen we lopen is de bureaucratie.” door onder andere echo’s en röntgen- LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 5

‘Op een eiland bied je zorg over de volle breedte’ quote

Doktoren gieten geneesmiddelen waar ze weinig van afweten, om ziekten te genezen waar ze nog minder van afweten, Voltaire, Frans ­schrijver, essayist en in mensen filosoof uit de 18e eeuw waar ze helemaal niets van afweten. 6 LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 7

Een moment

MARIETTE HAMAKER, van ontroering bijna 40 jaar huisarts, werkzaam in Amsterdam.

ls ik even de straat op ga gaan zitten aan de gracht in de zon. Nadat ik onze om mijn auto te verzetten, assistente gewaarschuwd heb om te vertellen waar zie ik voor het huis van een ik ben (dit hele tafereel speelt zich af in een straal onlangs overleden patiënt van tien meter van de praktijk) ga ik naast haar een busje staan. Ik vermoed zitten en ik zeg: ‘zwaar werk hè, het huis van je dat zijn kinderen bezig zijn ouders leeghalen’ het huis leeg te halen. Ik Ze schiet vol, en ze zegt: “ja, en mijn man is zo’n aarzel, ik heb net een kwartiertje speling voordat harde werker en hij heeft zo weinig tijd, en nu het spreekuur begint, zal ik even binnenlopen? had hij een dag vrij dus nu moet het allemaal in ZijnA laatste opname is verzorgd door onze huisarts een keer gebeuren. Hij is lief hoor, maar hij heeft in opleiding. Zij heeft de specialist aan de lijn ge- zo’n haast. Kijk eens wat ik mee genomen heb”. had, die belde toen hij was overleden, zij heeft de Ze doet haar tas open en daar zitten twee hemden dochter opgebeld om te condoleren en te vragen in. Eén van haar moeder, één van haar vader. Ze hoe het gegaan was. zijn zichtbaar vaak gewassen, een beetje vervilt. Maar ja, al was het een patiënt van mijn collega, In het hemd van haar vader zit een brandgaatje, ik heb ook wel behoefte om afscheid te nemen. Ik van zijn sigaret, juist dat gaatje maakte dat ze dit heb de man jaren gekend, ik was nauw betrokken hemd meeneemt. Zo typisch haar vader, die het bij de ziekte en het overlijden van zijn vrouw nu roken niet kon laten. “Daar kan ik tenminste zo ongeveer zeven jaar geleden. Hij had me indertijd nu en dan mijn neus instoppen en ze ruiken.” speciaal naar binnen genodigd om haar even te Ik knik alleen maar, herken het uit mijn eigen zien toen ze was opgebaard. geschiedenis. Dus ik spreek een man aan die met spullen heen Bij het afscheid nemen houden wel elkaar een 10 en weer loopt. Het blijkt de schoonzoon te zijn, tot 15 seconden vast, en dan gaat het leven weer en hij haalt zijn vrouw erbij. Die blij is me te verder… zien. Ze stelt voor dat we even op een bankje 8 LHV jubileumboek onderhuids onderzoek 9 Wie is de Nederlandse huisarts?

erst het goede nieuws: 4 van de 5 huisartsen hebben geen enkele spijt van hun beroepskeuze. Sterker nog: als ze opnieuw zouden moeten kiezen, dan zouden ze opnieuw huisarts worden. Dit blijkt uit een enquête onder 289 huisartsen, die de lhv ter gelegenheid van het jubileum begin september E2011 heeft laten houden. Van de ondervraagden verwacht driekwart huisarts te blijven tot zijn pensioen, dat ze ergens tussen hun 63ste en 64ste verjaardag hopen te bereiken. Is het huisartsenvak leuker en interessanter geworden de laatste tien, vijftien jaar? Daarover verschillen de meningen: 4 van de 10 huisartsen vinden van wel, 3 van niet en de rest weet het niet of vindt dat er niet veel is veranderd. Huisart- sen met een eigen praktijk en de oudere huisartsen (dat wil zeggen boven de 45 jaar) zijn het meest positief over de rich- ting waarin het vak zich ontwikkelt. Huisartsen zonder eigen praktijk en jongere huisartsen zijn iets minder enthousiast over de ontwikkelingen.

Meer taken Waar worden huisartsen in het algemeen blij van? Het vak wordt sowieso leuker naarmate je het langer doet en meer ervaring krijgt, zeggen veel vakgenoten. Je kent de patiënten en bent zekerder van je zaak. Bovendien hebben huisartsen in de loop der jaren meer taken gekregen die voorheen bij de tweede lijn lagen. De technische mogelijkheden zijn groter geworden en veel huisartsen hebben de ervaring dat ze bin- nen hun praktijk meer zaken kunnen delegeren. “Daardoor heeft het vak meer diepgang gekregen”, zeggen verschillende huisartsen. 10

Daar staat tegenover dat huisartsgeneeskunde volgens velen De groep huisartsen die in opdracht van de LHV is on- te sterk wordt gedomineerd door protocollen en dat de dervraagd, vormt een redelijke dwarsdoorsnede van alle controle van overheid en verzekeraars is doorgeslagen. “De huisartsen in Nederland: iets meer dan de helft is man en 70 bureaucratie en de idiote regels van verzekeraars nekken mij; procent heeft een eigen praktijk, solo of in samenwerking ze leveren heel veel negatieve energie op”, aldus een 56-jarige met anderen. De gemiddelde leeftijd van de ondervraagden vrouwelijke praktijkhouder. “Ik word ziek van alle admi- is bijna 48 jaar (de jongste is 26, de oudste 83 en reeds lang nistratieve rompslomp en overheidsbemoeienis”, zegt een gepensioneerd). collega. “De verantwoordelijkheden en de maatschappelijke Uit de antwoorden van de ondervraagde groep blijkt ook druk op de huisarts nemen toe, terwijl omstandigheden voor hoezeer het vak in beweging is: van de huisartsen ouder dan de huisarts nauwelijks veranderen; we hebben wel de lasten 45 jaar is tweederde man, van de huisartsen tot 45 jaar is van een ondernemer, maar niet de lusten.” tweederde vrouw. Ongeveer 4 van de 10 vrouwelijke (en dus in het algemeen jongere) huisartsen heeft een eigen praktijk, Bureaucratie bij de mannen is dan bijna 6 op de 10. Circa 90 procent is het eens met de stelling dat “een huisarts Vrouwen werken dus in het algemeen aanzienlijk vaker in tegenwoordig te veel tijd kwijt is met bureaucratische regels loondienst of als waarnemer. Bovendien werken ze korter en het afleggen van verantwoording”. Dat geldt voor alle dan hun mannelijke collega’s: 36 uur tegenover bijna 48 uur huisartsen: oud en jong, man en vrouw en voor praktijk- gemiddeld per week. Het verschil komt ook naar voren als houders in vrijwel dezelfde mate als voor huisartsen zonder we kijken naar het type huisarts: een praktijkhouder besteedt praktijk. gemiddeld bijna 46 uur aan zijn vak, een huisarts in loon- Bijna de helft van de huisartsen zou dan ook meer tijd wil- dienst of een waarnemer gemiddeld bijna 32 uur. len besteden aan directe patiëntenzorg. Wat dit betreft is er Hoeveel dagen per week werkt de gemiddelde huisarts? echter een groot verschil tussen de praktijkhouders en de Ongeveer een derde werkt vijf dagen per week of nog langer, huisartsen zonder eigen praktijk (loondienst/waarnemers). eveneens een derde werkt vier dagen en de rest werkt drie Van de eerste groep zegt 59 procent meer tijd aan patiënten- dagen per week of minder. De werkweek van een gemid- zorg te willen besteden, van de tweede groep is dat slechts delde Nederlandse huisarts komt daarmee op grond van dit 15 procent. Een uitkomst die overigens overeenkomt met de onderzoek op 4,0 dagen (vrouwen 3,6 dagen, mannen 4,4 feiten, want praktijkhouders besteden gemiddeld 72 procent dagen). van hun werktijd aan patiëntenzorg, terwijl dat voor artsen zonder praktijk méér is: 78 procent. Vrouwen Dat zal beslist niet zo blijven: het vak wordt steeds meer gedomineerd door vrouwen, die gemiddeld korter werken. Bovendien verschuiven de opvattingen. Nog maar 8 procent vindt dat huisartsen vijf dagen per week beschikbaar moeten zijn om hun vak goed te kunnen uitoefenen. Overigens ziet het er niet naar uit dat het huisartsenvak iets zal worden voor kleinere deeltijdbanen. Maar liefst 86 procent vindt dat ‘We hebben wel de lasten een huisarts toch wel minimaal drie dagen per week moet werken om het goed te kunnen doen. Mannen zijn wat dit van een ondernemer, betreft, zoals verwacht mocht worden op grond van hun eigen werkpatroon, iets minder coulant dan vrouwen. De maar niet de lusten’ stelling “een parttime huisarts kan zijn werk nooit zo goed doen als een fulltime huisarts” wordt door 48 procent van de mannen onderschreven en door slechts 13 procent van de vrouwen. LHV jubileumboek onderhuids onderzoek 11

toekomstinkomen Papierleeftijdwerk

werkuren 74%blijft huisarts 89%wordt te veel gehinderd tot het pensioen door bureaucratie

De gemiddelde huisarts werkt dagen 46% per wil meer tijd besteden 4 week aan patiëntenzorg en besteedt uur 42uur aan zijn vak

Hoeveel uur werkt u per week? 47,6 Op welke leeftijd verwacht u met pensioen te gaan?

36,0 Mannen 64,0 jaar Vrouwen 62,6 jaar Met praktijk 45,6 Jongeren 64,1 jaar Ouderen 62,9 jaar Zonder praktijk 31,8 Met praktijk 63,0 jaar Zonder praktijk 64,6 jaar 12

Wat stemt de huisarts?

Wie was de beste minister van Volksgezondheid? (huisartsen geven een rapportcijfer)

% 27 16 12 12 10 9 3 1 1 7,0 5,6 5,1 4,7 4,4 4,2 SP P VV CDA VV D D 66 P vd A G roenLinks C hristen U nie artij voor de D ieren P 1. 2. 3. 4. 5. 6. Ab Klink Aart Jan de Geus (1994-2002) (2007-2010) (2002-2003) (2003-2007) (2010-heden) (2002)

Wat verdient een huisarts? Wat verdient de huisarts? Daar- 120.000 euro. Berekenen we op basis van per jaar), dan verdient een gemiddelde over is de laatste maanden van 2011 de verstrekte gegevens een gemiddeld Nederlandse huisarts 87.000 euro bruto veel te doen geweest. We vroegen bruto jaarloon, dan komen we op ruim (met praktijk: 95.000 euro, zonder prak- het de huisartsen zelf en relateerden 98.000 euro voor alle huisartsen gemid- tijk 82.000 euro). hun antwoorden daarna aan het aantal deld (111.000 euro voor huisartsen met Op de vraag wat ze van hun beloning uren dat ze werken. Vanwege de omvang een eigen praktijk en 63.000 euro voor vinden, antwoordt 15 procent deze “veel van de steekproef moet bij deze bere- huisartsen zonder eigen praktijk. te laag” te vinden en 40 procent vindt kening enige marge in acht genomen Hierbij hebben we niet in aanmerking deze “te laag”. Voor eveneens een kleine worden. genomen dat huisartsen sterk uiteenlo- 40 procent is de beloning “precies goed”. Uit hun eigen opgave blijkt dat ongeveer pende werktijden hebben: praktijkhou- Bij huisartsen zonder eigen praktijk lijkt een derde een bruto jaarinkomen heeft ders maken vaak aanzienlijk meer uren de onvrede iets groter dan bij de praktijk- van minder dan 80.000 euro, een derde dan artsen zonder praktijk. Als daarvoor houders. zit tussen 80.000 en 120.000 euro en wordt gecorrigeerd en we uitgaan van ongeveer een kwart ontvangt meer dan een werkweek van 40 uur (en 52 weken LHV jubileumboek onderhuids onderzoek 13

Moet de huisarts meer of minder taken krijgen vindt verzekeraars uit de tweede lijn? 94% te machtig is tegen verdere 79% marktwerking Weet2% niet voorziet einde 23% van solopraktijken Het is goed zo 69%

M4%inder wil meer elektronische 71% 59% gegevensuitwisseling Meer

Wat brengt de toekomst? e marktwerking is te ver met of zonder eigen praktijk, ze denken van de 10 huisartsen vinden dat preven- doorgeschoten, verzeke- er allemaal hetzelfde over. Maar liefst tie (het voorkomen van ziekten via het raars hebben te veel macht 94 procent vindt dat de machtspositie bevorderen van een gezonde leefstijl) gekregen. Dat baart huis- van verzekeraars te groot is geworden; “hoort bij de taken van de huisarts”. Dartsen anno 2011 grote zorgen. Voor tweederde noemt die macht zelfs “veel Sommige dingen zullen echter niet wat betreft de toekomst verwachten ze te groot”. veranderen: 9 van de 10 zeggen dat “de vooral meer samenwerking binnen de Wat niet wil zeggen dat huisartsen geen huisarts te allen tijde regisseur moet eerste lijn, meer verschuiving van de oog zouden hebben voor de financiële zijn van de zorg in de eerste lijn”. tweede lijn (ziekenhuis, specialist) naar problemen in de gezondheidszorg: 8 Hoe gaat de huisartsenpraktijk zich de eerste en vergroting van de huisart- van de 10 onderschrijven de stelling dat ontwikkelen? Tweederde verwacht dat senpraktijken. Dat zijn de belangrijkste de kosten van de zorg beperkt moeten huisartsen die puur solistisch werken conclusies als je huisartsen vraagt naar worden, maar eveneens 8 van de 10 zijn over tien jaar vrijwel niet meer zullen de ontwikkelingen die het huisartsen- tegen meer marktwerking. Driekwart voorkomen en ruim 70 procent voor- vak bepalen. vindt dat Nederlanders een groter deel ziet dat huisartsen dan veel meer zullen Sinds 2006 heeft Nederland een ba- van hun besteedbaar inkomen aan zorg samenwerken met andere disciplines sisverzekering en moeten verzekeraars moeten uitgeven “om de kwaliteit op in de eerste lijn. Een meerderheid zorg inkopen bij zorgverleners. Slechts peil te houden en de vergrijzing op te verwacht grotere praktijken, waarin 16 procent van de huisartsen vindt vangen”. meer ruimte bestaat voor delegatie en het terecht dat verzekeraars deze rol Kijkend naar het huisartsenvak, zien specialisatie. gekregen hebben, tweederde vindt het de ondervraagden enkele duidelijke De trend van substitutie (meer taken niet terecht. Wat dit betreft zijn er nau- ontwikkelingen. Zo gaat het niet alleen van de tweede naar de eerste lijn) moet welijks verschillen tussen categorieën om het genezen van patiënten, maar ook zeker worden voortgezet, vindt huisartsen. Oud, jong, man, vrouw, ook om het voorkomen van ziekten. 9 ruim 70 procent. Ab Klink

‘Huisarts houdt centrale rol in de zorg’

‘Ik zou zeggen: investeer in de huisarts’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 15

Ab Klink Oud-minister van Volksgezondheid e kunnen de huisartsenzorg niet genoeg op waarde schatten. De huisarts heeft een enor- me vertrouwensrol naar patiënten toe. Hij “Wbiedt zorg in de buurt en kent mensen redelijk integraal. Als de huisarts nog niet zou bestaan, moesten we hem uitvinden. De huisartsenzorg is naar mijn idee een nog onvoldoende benutte en ondergewaardeerde sector. Veel meer zorg die nu in de tweede lijn plaatsvindt, zou beter door de eerste lijn kunnen worden geleverd. Dat is belangrijk vanuit het oogpunt van kwaliteit – betere zorg en minder complicaties – en betaalbaarheid. ‘Huisarts Ik denk dan met name aan de zorg voor chronisch zieken, voor diabetespatiënten (hoewel daar al veel in gebeurt), voor mensen met copd of cardiovasculaire problemen. Huisartsen houdt zijn voor dit soort zorg vaak – met name bij minder gecom- pliceerde aandoeningen – beter toegerust dan de tweede lijn. Patiënten hebben niet incidenteel hulp nodig, maar hebben centrale behoefte aan permanente aandacht en begeleiding. Zo kun je therapie- en medicatietrouw bevorderen en dat heeft een enorme impact. In Duitsland bijvoorbeeld blijkt rol in de dat goede coaching na een hartinfarct tot een forse daling van het aantal complicaties leidt en de kans op een tweede infarct met tientallen procenten vermindert. De huisarts en zorg’ de verpleegkundige vormen het gouden tandem voor dit soort begeleiding. Ik vind dat daar nu nog te weinig structurele mogelijkheden Ondergewaardeerd en te weinig benut. voor worden geboden en het is mijn stellige overtuiging dat Dat is de mening van Ab Klink over de dit moet veranderen. Toen ik minister was, hebben we af- gesproken dat we meer aan ketenzorg en m&i’s – aparte ver- huis­artsenzorg. Klink is tegenwoordig richtingen die in het ziekenhuis gebeuren en door huisartsen hoogleraar Zorg, arbeidsmarkt en politieke worden overgenomen – zouden gaan doen. We hebben middelen gereserveerd om dat te stimuleren. Bij sturing aan de Vrije Universiteit in de beoordeling van de resultaten van deze inspanningen zou Amsterdam. Hij ziet een gouden toekomst ik vooral kijken naar wat het oplevert aan gezondheidswinst en kostenbesparing en niet zozeer naar wat het je kost om voor de huisarts, maar eerste en tweede het domein van de huisarts uit te breiden. Zolang dat laatste lijn moeten wel meer samenwerken. minder is dan de besparingen in de duurdere tweede lijn die het je oplevert, zou ik zeggen: investeer in die huisarts. Naar mijn idee zit daar nog veel ruimte in. Maar, dus wel op voorwaarde dat het tot besparingen in de tweede lijn leidt. Dat gebeurt op dit moment nog onvoldoende. Waarom? Omdat we dat pas recent als een belangrijk aandachtspunt hebben onderkend en omdat die beweging van verzekeraars, overheid en ziekenhuizen nogal wat vergt. Daar moeten we aan werken. Ook als de lhv honderd jaar bestaat, zal de huisarts naar mijn idee nog een centrale rol in de zorg spelen. Ik denk wel dat er een accentverschil zal zijn: eerste en tweede lijn zullen meer in één netwerk samenwerken. Daarvoor zal de schei- ding tussen die twee moeten verdwijnen en ook dat vergt een andere manier van financieren. Een lastig traject, maar het is wel een dankbare weg.” 16 generatie

Is de jongste generatie huisartsen uit hetzelfde hout gesneden als de ou­ dere generatie? Wat is er veranderd, waar gaat het met de dokter naar toe? Drie generaties over hun visie op het vak en hun persoonlijke drijfveren. De twintigers.

Marijke Olthof (1985) Huisarts in opleiding, tweedejaars, Groningen ‘Het vak moet ook nog leuk zijn als je 70 bent’ LHV jubileumboek onderhuids interview 17

et mooiste vak van vrees wel dat er steeds meer managementtaken bijkomen. de wereld? Of dokters daar ook goed in zijn, is maar de vraag.” H Laurien van Drooge > “De huisarts kijkt niet Muhammed > “Er komt steeds minder ruimte voor eenpit- alleen naar de ziekte, maar ook naar de mens, ters. Het aantal parttimers stijgt en bovendien willen jonge zijn omgeving en de wisselwerking daartussen. Al vanaf artsen graag samenwerken met collega’s. Het vak verandert mijn eerste studiejaar wist ik dat ik voor het specialisme ook inhoudelijk. De huisarts gaat steeds meer zorg verrich- huisarts zou kiezen. Je bent eigen baas, je bepaalt zelf hoe ten, gaat steeds dieper in op klachten en aandoeningen. Ik je je praktijk indeelt, je kiest je eigen aandachtsgebieden. Ik zie dat niet als een verslechtering. Ik denk dat de oudere heb voor de differentiatie psychotherapeutische gesprekken generaties artsen dezelfde keuzes zouden maken als wij, als gekozen. Het mooie is dat mensen met lichte psychologische zij de kans hadden gehad. Er zijn heel wat huisartsen die hun klachten al enorm geholpen kunnen zijn met een paar goede eigen kinderen nauwelijks hebben zien opgroeien.” gesprekken.” Marijke > “Het gaat zeker de kant op van de grote groeps- Marijke Olthof >“Je krijgt door de jaren heen een vertrou- praktijken, maar ik vrees wel eens dat dit ten koste gaat van wensband met patiënten, je weet hoe iemand in elkaar zit. de kwaliteit van de zorg. Het wordt allemaal anoniemer. Het Dat maakt het vak zo bijzonder. Ik zoek het niet zo in een wordt moeilijker om een vertrouwensband op te bouwen. specialisatie binnen het vak, ik vind het ook leuk om met Ik zou willen dat jonge artsen zich meer inzetten voor de beleid bezig te zijn, bijvoorbeeld in de landelijke vereniging.” kwaliteit en de toekomst van het vak, bijvoorbeeld binnen Muhammed Tokyay > “Als huisarts ben je er vanaf het begin het nhg of de lhv. Dat is in deze tijd heel hard nodig. We tot aan het einde van een behandeling, jij bent het vaste moeten ervoor vechten dat het vak ook nog leuk is als je 67 aanspreekpunt. Een huisarts heeft het complete beeld van of 70 bent.” een patiënt. Daarmee beteken je ook echt wat voor mensen. Dat maakt het voor mij het mooiste vak.” Toekomstdroom? Muhammed > “Mijn ideaal is om samen te werken met drie Een zwaar beroep? tot vier artsen en dan samen een pand te delen. Ik vind het Muhammed > “Ik vind het vak behoorlijk zwaar. Je ziet heerlijk om drie dagen in de praktijk te werken en daarnaast elke dag veertig, vijftig patiënten en iedereen verwacht een bestuurswerk te blijven doen. Dat is belangrijk voor het vak frisse, enthousiaste en betrokken huisarts. De een heeft een en ik leer er zelf ook veel van. Als parttimer ben ik niet min- verkoudheid, bij de ander lijkt het erop, maar is het toch der gecommitteerd aan het vak dan een huisarts van de oude een heel ander verhaal. Als je net begint als huisarts, is al- stempel. Onze generatie doet het gewoon anders.” les nieuw. Dat dwingt je om heel goed naar een patiënt te Laurien > “Over een half jaar ben ik klaar. Dan ga ik op zoek kijken. Het is fijn dat ik de praktijk samen met mijn partner naar een praktijk in Amsterdam. Er zijn hier veel huisartsen kan delen, hierdoor heb ik toch een dagje om weer tot van rond de zestig die er de komende jaren mee gaan stop- mezelf te komen.” pen. Ik wil eerst een tijdje als waarnemer werken. Voordat ik Laurien > “In het begin van mijn coschappen nam ik alle een praktijk overneem, wil ik eerst de patiënten en de buurt problemen mee naar huis. Naarmate ik langer in het vak zit, leren kennen om te zien of het klikt.” ga ik er steeds beter mee om, maar er zijn altijd dingen die je Marijke > “Mijn ideaal is om ergens in een Gronings dorp aangrijpen.” een praktijk over te nemen. Met hooguit een of twee col- Marijke > “De huisarts beoordeelt of en hoe iemand behan- lega’s. In een grotere praktijk zou ik de persoonlijke con- deld moet worden. Dat is een zware verantwoordelijkheid. tacten met patiënten missen, terwijl die het vak juist leuk Je moet de zieke mensen van de gezonde onderscheiden. maken. Naast mijn werk wil ik ook zeker bestuurlijke dingen Maar vaak hoef je mensen alleen maar gerust te stellen.” blijven doen. Daarnaast ga ik promoveren op de invloed van patiëntkenmerken op de zorgkosten en op de vraag of er een Het vak is erg veranderd. beter systeem van loon naar werken kan komen, zowel in Positief of negatief? de ziekenhuiszorg als de eerste lijn. Een eigen praktijk, een Laurien > “Vroeger was de huisarts 24/7 bereikbaar, dat hoeft promotieonderzoek, bestuurlijke activiteiten en daarnaast nu gelukkig niet meer. Het zou ook niet meer te doen zijn. een man en een kind die ook aandacht vragen, het zal qua De drempel om de dokter te bellen, is veel lager geworden. tijd lastig worden. Maar die promotie mag ook wel zes jaar De maatschappij verandert en het doktersvak dus ook. Ik duren in plaats van drie.” Muhammed Tokyay (1983) Huisarts, eerste jaar eigen praktijk (met partner) in Rotterdam ‘Als parttimer ben ik niet minder gecommitteerd’ in beeld

Laurien van Drooge, (1981) Huisarts in opleiding, derdejaars, Amsterdam ‘Het is maar de vraag of dokters goede managers zijn’ quote

Een goede huisarts is een zegen voor het gezin. In Utopia zullen de consultatiebureaus, met de in wachtkamers publiek gemaakte individuele zorgen, ontbreken, maar de huisarts die de intimiteit van het gezin W. de Haan eerbiedigt, in De Gids, 1952 zal er in ere zijn. LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 21

86 en nog niet klaar

WOUTER VAN KEMPEN is als huisarts verbonden aan Gezond- heidscentrum Schalkwijk in Haarlem.

eel hoogbejaarde mensen zitten Ik denk nu bijvoorbeeld aan een dame van 86 als het ware hun tijd uit. Vooral jaar. Zo’n 25 jaar geleden bekende zij mij dat haar in bejaardenverzorgingshuizen man haar geestelijk en lichamelijk altijd had mis- krijg ik vaak de indruk dat het handeld. Vanwege hun dochter wilde zij indertijd voor veel mensen wel genoeg niet scheiden, maar geleden heeft zij wel. Zij ver- geweest is. De hoge leeftijd telde dat zij een heel fijne jeugd had gehad en dat geeft zoveel beperkingen op zij het onzalige idee had wel iets van haar geluk te lichamelijk gebied dat velen nauwelijks nog van kunnen schenken aan de behoeftige man die later hun kamer komen. haar echtgenoot werd. Ik herinner me nog haar Ik wordV er vaak een beetje treurig van als ik weer gevoel van opluchting toen deze ‘bruut’ stierf. een bezoek heb gebracht aan één van die kamer- In die periode leerde zij een man kennen die bewoners. De gang ruikt steeds meer naar pies en buitengewoon lief voor haar was. Zij belandde waar zeil op de vloer ligt, voel je de schoenen vaak van de hel in de hemel. Helaas stierf deze man kleven. Je hoort overal de televisie, die meestal al na twee jaar. Groot was haar verdriet, maar hij keihard staat. De meeste klachten hangen samen liet haar een belangrijke erfenis na: het geloof in met de ouderdom en hebben doorgaans geen haar eigen kracht! Zij ging weer viool spelen en therapeutische consequenties. orgel spelen. Onlangs mocht ik getuige zijn van Toch vind ik het contact met veel van mijn hoog- een klein concert dat zij gaf op het grote Müller Wouter van Kempen bejaarde patiënten wel leuk. Sommigen ken ik al orgel van de Bavokerk in Haarlem. ­publiceerde zijn ervaringen heel erg lang, soms bijna 30 jaar. Toen ik als jong Ik was gewoon een beetje trots op deze dappere als huisarts eerder in de bundel ‘Vreemde Vogels, broekie met de praktijk begon, waren die mensen dame! Erg gezond is zij helaas niet meer, haar verhalen uit een kleurrijke net zo oud als ik nu zelf ben. Met velen heb ik in lichaam gaat steeds meer protesteren, maar zij huisartsenpraktijk’, die jaren van alles meegemaakt en dat geeft toch heeft het gevoel ‘nog niet klaar’ te zijn, er zijn (ISBN 90 6611 200 X) een band. tenslotte veel kostbare jaren verloren gegaan! 22 ‘In een achterstandswijk worden problemen aan de volgende generatie doorgegeven’ LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 23 ‘In een achterstandswijk worden problemen aan de volgende generatie doorgegeven’

Hans Harmsen (1949) Huisarts in Rotterdam

k ben huisarts geworden omdat het idee me aantrok dat je mensen ‘‘ I in de volle breedte en langdurig kunt volgen. Ook het feit dat de huisarts in mijn jeugd een belangrijke figuur was, heeft bijgedragen aan mijn studiekeuze. Dat is gebleven. Ik vind het prachtig om vanuit mijn werk kinderen te zien opgroeien en zelf ook weer kinderen te zien krijgen. Je ziet in 30 jaar praktijk heel wat voorbijkomen aan familieleven en ontwikkeling. Dat heb ik als heel betekenisvol ervaren.

Ik werk in Rotterdam Charlois, een Vogelaarwijk, maar vreemd genoeg geen achterstandswijk volgens de lhv-normen. Dat betekent: werken met een diverse populatie. De helft van de praktijk heeft een andere ­etniciteit dan de Nederlandse en die populatie wisselt ook nog sterk. Werken met mensen uit verschillende culturen stelt hoge eisen aan de communicatie. Elke groep heeft zijn eigen opvattingen over ziekte en gezondheid en stelt andere vragen. Daar moet je als dokter rekening mee houden. Het belangrijkste is dat je elkaar begrijpt. Onderling begrip verbetert de kwaliteit van de zorg enorm.

Wat ik zorgelijk vind is dat de problemen doorgegeven worden aan de volgende gene- ratie. Uit cijfers blijkt dat mensen in achter- standswijken ongezonder leven, minder lang leven, en een slechtere kwaliteit van leven ervaren. Daar moeten we als beroepsgroep een signaal over afgeven richting de politiek. Het is een complex probleem waar je als huisarts alleen geen oplossing voor hebt.” ‘We leven in Nederland helaas op gestold wantrouwen’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 25

Henk Bilo at ik goed vind, is dat huisartsen in Neder- Internist en nefroloog land zich in zorggroepen aan het organiseren zijn. Wat je van die ontwikkeling ook vindt, “Wze betekent in ieder geval dat huisartsen per regio met één stem kunnen spreken. Dat maakt ze tot een sterke partij in discussies met bijvoorbeeld ziekenhuizen. Wat ik heel goed vind, is dat de huisartsenzorg – waar mogelijk – wordt gedreven door evidence based medicine. In de geneeskunde is veel onzeker. Door vast te leggen waar je ‘Huisarts op basis van bewijzen wél zeker van bent, bied je mensen de beste zorg. Juist de eerste lijn heeft daarin een enorme sprong voorwaarts gemaakt. Nederlandse huisartsen zijn voorlopers wordt op dat gebied. Wat minder tevreden – maar de positieve punten wegen voor mij veel zwaarder – ben ik erover dat discussies in het beslist zorgveld vaak gaan over de vraag: wat levert het op en wat raak ik ermee kwijt? Dat is normaal menselijk gedrag, maar de discussies over geld kunnen de gesprekken over kwaliteit meer een beheersen, en dat vind ik jammer. We leven in Nederland op gestold wantrouwen: het is er altijd en af en toe wordt het weer vloeibaar. Partijen staan manager’ soms met irrealistische eisen tegenover elkaar. Het ministerie van vws, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Inspectie voor de Gezondheidszorg; ze overvragen artsen. Die reageren daar boos op, wat tot nog irreëlere eisen leidt. Waarop het Of hij wil of niet, de huisarts van de zorgveld, huisartsen minder dan specialisten, op een gegeven toekomst wordt meer een manager dan moment zegt: ‘Wij doen niks meer totdat jullie eruit zijn.’ Men gaat de gesprekken in met een verdedigende houding. nu, zegt Henk Bilo. Hij is internist aan de En niet met de intentie om, door wat geven en nemen, tot Isala Klinieken in Zwolle en hoogleraar een resultaat te komen waar alle partijen iets aan hebben. Die haast fundamentalistische strijd is aan het veranderen. inwendige geneeskunde in Groningen. Partijen kijken met meer realisme naar elkaar en daar ben ik “Zorg delegeren stelt je in staat de zorg te blij om. De huisarts van de toekomst zie ik als een combinatie van verbeteren, want je kunt niet alles zelf.” iemand die zijn patiënten kent en bij hen betrokken is en tegelijkertijd de manager is van de mensen om hem heen die de zorg voor een groot deel uitvoeren. Aan de praktijkon- dersteuner kun je al zien dat de verandering in zijn rol tot gevolg heeft dat de huisarts meer afstand van de dagelijkse praktijk neemt. Het wordt de uitdaging om daar een goede balans in te vinden. Essentieel daarin is de huisartsenopleiding. Nu nog worden wij als artsen getraind in de één-op-één situatie: iemand zit tegenover ons met een probleem. Dat vinden we prettig. Om die reden, dat generalistische aspect, kiezen we vaak ook voor dit vak. In de opleiding zal er meer rekening mee gehouden moeten worden dat wij straks ten dele ‘overzichtshouder’ worden, dat wij zorg zullen moeten managen. Hoe vrese- lijk dat woord voor de gemiddelde dokter ook klinkt, zorg delegeren stelt je in staat de zorg te verbeteren, want je kunt niet alles zelf.” 26 Wat veranderde en wat hetzelfde bleef tad P hoto tad s Spaarne LHV jubileumboek onderhuids historisch 27

1818 1825 1830 1835 1840

1818 De eerste gezondheidswet is een feit. Provinciale com- missies en lokale commissies bestaande uit medici moeten toezicht gaan houden op het doen en laten van de geneeskundigen, heelkundigen en verloskundigen.

De gevolgen tad P hoto tad Thorbecke van de cholera Toen in 1832 Leiden voor s Spaarne beschermt de ‘arts’ het eerst werd getroffen

door een onbekende en P hoto tad Het was de liberale voorman faculteiten en alleen artsen mochten dodelijke ziekte, deden ­Thorbecke zelf die er in 1865 voor de zes stadsdokters met de geneeskunde beoefenen. Nieuw s Spaarne zorgde dat ‘arts’ een beschermde was verder dat studenten tijdens hun heel veel inzet precies de titel werd, die alleen gevoerd studie ervaring aan het ziekbed moes- verkeerde dingen, ont­ mocht worden door mensen die het ten opdoen, waarna ze een staatsexa- dekte de Leidse huisarts ­staatsexamen hadden afgelegd. men moesten doen. Har Meijer tijdens zijn Nieuw was ook dat de staat toezicht promotieonderzoek naar Wie nu precies dokter was en wat ging houden op de beoefenaars van de cholera in Leiden. zijn competenties waren was hal- de geneeskunde. Overigens mochten verwege de negentiende eeuw vaak alle professionals die op dat moment Een cholerapatiënt heeft volstrekt onduidelijk. In principe werkzaam waren als geneeskundige extreem veel last van braken Volgens medisch historicus was er een strikte scheiding tussen hun praktijk blijven uitoefenen. Daar- en diarree en sterft door Eddy Houwaart versterkte inwendige geneeskunde, heelkunde en door duurde het nog tot 1915 totdat de uitdroging. Maar door het dit de angst onder de verloskunde en binnen ieder specia- laatste medicinae doctores er de brui aderlaten van de artsen, burgerij voor de armen en lisme was er weer verschil tussen de aan gaven. werd er nog meer vocht aan hun leefwijze, waardoor een academisch ­gevormde professionals de patiënt onttrokken. Ook preventie- en bestrijdings- – de medicinae doctores – en andere het insmeren van de buik campagne in gang werd beroepsbeoefenaren, zoals stads- en met mosterdpap, waardoor gezet zoals niet eerder in plattelandsdoktoren, vroedmeesters en de darmen nog meer wer- Nederland was vertoond. vroedvrouwen met minder bevoegd- P hoto tad den aangezet tot ontledigen, Men ontdekte dat cholera heden. verergerden de uitdroging. geen besmettelijke ziekte Provinciale en lokale commissies – sa- s Spaarne Toch zorgde de cholera wel was, maar een ziekte die de mengesteld uit geneeskundigen – wer- voor een omslag in het den- kop opsteekt als de bodem den geacht toezicht te houden op het ken over ‘volksziekten’. en het oppervlaktewater doen en laten van de geneeskundigen. Ziekten als pokken en sterk verontreinigd zijn. Maar dit toezicht schoot zwaar tekort tyfus werden aan het begin Daarmee werd ‘volksge- en veel geneeskundigen traden buiten van de negentiende eeuw zondheid’ een issue. En de hun bevoegdheden. Ook kwakzalvers gezien als problemen van armenzorg moest beter. kregen alle ruimte. de armen. Mensen kregen Jonge artsen – de hygië- Pas in 1865 kwam er meer ordening in deze ziekten als gevolg nisten – oefenden druk de organisatie van de gezondheidszorg van hun onzedelijke en uit om de geneeskunde en met de vier wetten op de geneeskunde onhygiënische levenswijze, de medische opleidingen van Thorbecke. De wetten voorza- oordeelde men. Maar van te hervormen, iets wat gen onder meer in de invoering en de onbekende ziekte cholera uiteindelijk resulteerde in de bescherming van de titel ‘arts’. Die vreesde men dat deze vanuit oprichting van de Neder- titel mocht vanaf toen alleen gevoerd de armenwijken ook de landsche Maatschappij tot worden door mensen die waren gegoede stand zou kunnen bevordering der Genees- afgestudeerd aan één van de medische gaan bedreigen. kunst in 1849. 28

1845 1850 1855 1860 1865

1847 Onvrede over de organisatie van de volksgezondheidszorg leidt uiteindelijk tot de oprichting van de (later Koninklijke) Nederlandsche Maatschappij tot be- vordering der Geneeskunst. De KNMG behartigt tegenwoordig de belangen van meer dan 53.000 artsen en studenten geneeskunde. Dit doet de maatschappij in nauwe samenhang met de zeven federatiepartners, waaronder de lhv.

Meer technologie, meer specialisatie

Naarmate er meer nieuwe techno­ logie en meer nieuwe instrumenten beschikbaar kwamen, groeide ook P hoto tad het aantal specialismen. s Spaarne Aan het begin waren het nog alge- mene artsen die elektro-medische en laboratoriuminstrumenten aanschaften, zoals bloedrukmeters, röntgenappa- raten en de electrocardiografen. Maar naarmate deze apparaten ingewik- kelder werden, vergde het benutten daarvan meer specialistische kennis. De nieuwe apparaten stonden ook steeds vaker in ziekenhuizen, die ook steeds vaker artsen aan zich verbonden, zoals chirurgen, neurologen, internis- ten, maag-darmartsen, radiologen en tuberculose-artsen. Het aantal specialisten nam ook fors toe. Van de ruim 2.200 artsen die in In de naoorlogse 1900 stonden geregistreerd noemden jaren was er veel zich slechts 130 ‘specialist’. In 1950 was schaarste en wa- het aantal geregistreerde artsen toege- ren veel producten nomen tot iets meer dan 9.000, van maar beperkt wie 1.659 als specialist. verkrijgbaar. In Daarmee werd de huisarts meer en 1947 lukte het meer een arts die geen specialist was, het hoofdbestuur terwijl hem door het ontstaan van van de lhv bij het nieuwe specialismen steeds meer taken Centraal Distribu- werden ontnomen. Een huisarts had tiekantoor 400 geen eigen vakgebied en daarmee was toerbinnenbanden hij verworden van een centrale figuur en 300 toerbui- in de gezondheidszorg tot iemand die tenbanden te onderaan de geneeskundige hiërarchie regelen om die te stond. verdelen onder de Patiënt krijgt hartslagonderzoek bij de dokter, waarbij met een grote toetervormige huisartsen. luidspreker het geluid ervan wordt versterkt LHV jubileumboek onderhuids historisch 29

1870 1880 1890 1900 1910

1872 1907 In 1867 wordt Nederland getroffen door een omvangrijke Oprichting van de Nederlandse Vereniging voor Tropische cholera-epidemie. Dat is de aanleiding tot de Wet tot voor- Geneeskunde en Internationale Gezondheidszorg, met als mis- ziening tegen besmettelijke ziekten, waarbij het rijk de regie sie: “Het actief bijdragen aan de verbetering van de gezondheid neemt bij het verbeteren van de openbare gezondheid. en gezondheidszorg in lage- en midden- inkomenslanden, door middel van onderwijs, onderzoek en pleitbezorging.” Ook talrijke huisartsen zijn sindsdien in de tropen actief geweest.

De eerste erkende Vrouwelijke huisartsen huisarts rukken op Aletta Jacobs, één van de iconen van 40 en 50 procent. Van de vrouwelijke de vrouwenbeweging, was in 1879 de huisartsen werkt overigens 86 procent eerste vrouw die zich als arts vestigde in deeltijd. in Amsterdam. Acht jaar daarvoor was Ook de manier van werken is sterk er nog speciale toestemming nodig veranderd. Vroeger was de huisarts geweest van de liberale voorman Thor- een man die 24 uur per dag beschik- becke zelf om haar als vrouw toe te baar was en alles zelf deed terwijl zijn laten tot de medische faculteit. Jacobs vrouw de telefoon aannam. Tegen- verdiende de kost met een praktijk woordig is 54 procent van alle huisart- voor beter gesitueerden vrouwen en sen werkzaam op een groepspraktijk kinderen, maar daarnaast hield ze een met drie of meer huisartsen en de gratis sociaal-medisch spreekuur voor hulp van assistenten en praktijkon- behoeftige vrouwen. dersteuners. Niet zelden werken zij J.A.A. Bouwman was in 1975 de eerste die als huisarts werd geregistreerd De laatste decennia is het vak van samen met andere hulpverleners uit huisarts aan het vervrouwelijken. In de eerste lijn zoals fysiotherapeuten, Lange tijd was een huisarts nog een 1996 was 21 procent van alle huisart- wijkverpleegsters en psychologen. algemeen practicus, een arts die zich sen vrouw, inmiddels ligt dat al tussen niet had gespecialiseerd. In 1930 was er al een register ingevoerd voor specialisten waar viel na te gaan wie De echte dokter welke titel mocht voeren. Ook de P hoto tad heeft een Glad- wetenschap hield zich vooral bezig stone bag, een met specialismen. Eind jaren zestig s Spaarne langwerpige leren stelden alle medische faculteiten tas met platte hoogleraren huisartsgeneeskunde bodem, afgeronde aan en kreeg de discussie over wat kanten en een een huisarts nu precies is en moet metalen beugel- kunnen een stevige impuls. sluiting. Deze In 1973 veranderde ook de opleiding werd rond 1850 en leidde een studie medicijnen op ontwikkeld door tot basisarts, waarna specialisatie de Londense leder- moest volgen. Om te bepalen waar- warenhandelaar uit de specialisatie ‘huisarts’ moest J.G. Beard. Omdat bestaan werd het College Huisarts- Beard een bewon- geneeskunde ingesteld. deraar was van de In datzelfde jaar ging ook het huis- reislustige prime artsenregister van start. j.a.a. Bouw- minister Glad- man uit het Gelderse Loenen, was stone, vernoemde in 1975 de eerste huisarts de eerste Aletta Jacobs (1854-1929) arts en feministe, zit in het midden van een groep hij zijn nieuwe tas die als zodanig werd geregistreerd. ­vrouwen op het congres van de Wereldbond. Stockholm, Zweden 1911 naar hem. 30

1920 1925 1930 1935 1940

1924 1930 Oprichting van de oudste voorloper van de Vereniging van Artsen Invoering van een specialistenregis- Automobilisten, vvaa. Artsen zijn in deze tijd de eerste met een ter. Dit register wordt snel belangrijk auto, omdat zij zo snel bij een spoedgeval kunnen zijn. Maar omdat als ziektekostenverzekeringen ertoe bestaande verzekeringsmaatschappijen artsen extra premie laten overgaan alleen geregistreerde betalen, besluit de beroepsgroep zelf een autoverzekering in het ­specialisten te vergoeden. leven te roepen. De vvaa is de uitgever van het blad Arts en Auto. Spreekkamer wordt gemeengoed

Een ‘huisarts’ was in de negentiende eeuw hetzelfde als een lijfarts; een en vrienden, kritisch beoordeeld zag. geneeskundige die door een rijke familie aan huis werd ontboden en daar – Het werken in de spreekkamer ging meestal op basis van gelijkwaardigheid – gezondheidsadviezen gaf. Artsen wel ten koste van de aandacht voor de gingen sowieso altijd op bezoek bij de zieken. huiselijke en werkomstandigheden en beperkten zich meer tot de sympto- Pas rond 1900 raakte de spreekka- de deskundige arts en de leek-patiënt. men en objectieve kenmerken van de mer in zwang. Volgens de medisch De arts kon in zijn eigen omgeving ziekte. Beter gesitueerden bleven er historicus Eddy Houwaart heeft dat er een grotere autoriteit ten toon sprei- echter tot ver in de vorige eeuw op aan bijgedragen dat er een duidelijke den dan toen hij zich in het huis van staan dat de arts bij hen thuis kwam. autoriteitsverhouding ontstond tussen de patiënt, omringd door familieleden s e hoogte ho ll and

In 1964 ging een grootscheepse anti-rookcampagne van start op lagere scholen. Uit onder- zoek bleek dat van de scholieren uit de derde, vierde en vijfde klas de helft al eens had gerookt;­ 20 procent rookte af en toe, 13 pro- cent regelmatig en 2 procent zeer regelmatig.

Rond 1900 was het nog steeds gebruikelijk dat een arts bij de patiënt op bezoek ging LHV jubileumboek onderhuids historisch 31

1945 1950 1960 1970 1975

1946 1951 1964 1973 Oprichting van de Huisarts dr S. Sturkop, de eerste Oprichting van het De studie medicijnen leidt vanaf nu op Landelijke Huis- – vrijgestelde – voorzitter van de Nederlandse Huisart- tot basisarts. Het denken over een welke artsen Vereniging lhv, stapt op, naar eigen zeggen om seninstituut. De latere eisen er gesteld kunnen worden aan een (lhv). ruimte te maken voor jonge artsen. hoogleraar Jan van Es huisarts komt in een stroomversnelling. wordt directeur.

Duitse bezetter introduceert ziekenfondsen In 1941 was het de Duitse bezetter gevolgen voor het werk van de van de eigen huisarts. Daarmee werd die met het Ziekenfondsbesluit een huisartsen. Zo kon ineens zo’n 70 de functie van huisarts ook vastgelegd. einde maakte aan het bestaan van de procent van de bevolking gratis naar Ook kon hij sindsdien rekenen op een talloze ziektebussen, doktersbussen, de huisarts, waardoor het aantal pati- vast basisinkomen. artsenfondsen, maatschappijfond­ ënten fors toenam. De huisarts werd Het ziekenfonds verdween pas met sen en andere ziektekostenverzeke­ daarvoor betaald via een abonnement- de komst van de verplichte basis­ ringen. starief. Daarnaast kreeg de huisarts verzekering in 2006. ook een poortwachters- Iedereen in loondienst onder een be- functie omdat zieken- paald salarisniveau kon zich aansluiten fondspatiënten alleen bij een ziekenfonds om zo verzekerd naar de specialist konden P hoto tad te zijn voor ziektekosten en recht te met een verwijsbriefje

hebben op geneeskundige zorg en s Spaarne behandeling. Aansluiten bij het zie- Veel artsen maakten on- kenfonds was niet verplicht maar wel derscheid in de dienst­ aantrekkelijk, al was het maar omdat verlening aan ziekenfonds­ In de jaren patiënten die waren vijftig ontstond de werkgever de helft van de premie verzekerd via een abonne- betaalde. Ook gezinsleden waren mentstarief en parti­culier er grote behoefte verzekerd. verzekerden die per aan inhoudelijke Het Ziekenfondsbesluit had grote consult­ betaalden ontwikkeling van het huisartsenvak, naast de pure be- langenbehartiging. In 1956 besloten 200 huisartsen tot oprichting van Woudschoten-conferentie maakt het Nederlands Huisartsen Genoot- rol huisarts helder schap (nhg) met In 1959 organiseerde het drie jaar daarvoor opgerichte formuleerd “Het aanvaarden van de verantwoordelijkheid als doelstelling ‘het Nederlandse Huisartsen Genootschap een conferentie voor een continue, integrale en persoonlijke zorg voor de bevorderen van de in het centrum Woudschoten in Zeist waar na een lange gezondheid van de zich aan hem toevertrouwde individuele wetenschappelijke voorbereiding uitgebreid werd gediscussieerd over het mensen en gezinnen.” Daarmee verschoof het accent in uitoefening van nieuwe beroepsprofiel van de huisarts. de aandacht van de huisarts van ziekte naar gezondheid. de geneeskunde Die verschuiving sloot naadloos aan op de toenemende door huisartsen’. Door het ontstaan van steeds weer nieuwe specialismen was aandacht voor ‘leefproblemen’ die er in de dokterspraktijk Het voorlopig de rol van de huisarts immers steeds diffuser geworden. De al viel waar te nemen. Ook de term geneeskunde is hier reglement was van beroepsgroep was hard op zoek naar een eigen taak binnen vervangen door de bredere term ‘zorg’. de hand van de bij de algemene geneeskunde. ‘Woudschoten’ geldt nog steeds als belangrijke referentie als de lhv werkzame Tijdens de conferentie werd als kerntaak van de huisarts ge- het gaat om de invulling van de rol van de huisarts. jurist Veenstra. 32

1975 1980 1985 1990 1995

1976 1981 2001 De nos start met het programma De televisieserie ‘Zeg ’ns Aaa’ gaat Op 3, 4 en 5 mei is er een staking van huisartsen, een unicum in Neder- ‘Artsenij’, waarin televisiedokter van start. De serie over de huisartsen land, aldus De Telegraaf. Al bijna een jaar is er een conflict tussen de Aart Gisolf allerlei medische Lydie van der Ploeg en Hans Lansberg lhv, minister Borst van Volksgezondheid en Zorgverzekeraars Nederland. onderwerpen behandelt voor het en natuurlijk Mien Dobbelsteen is een Het conflict spitst zich toe op de vergoeding van de gestegen praktijk- grote publiek. De uitzendingen groot succes. In totaal worden er 212 kosten. Uiteindelijk worden deze met 35.000 gulden per normpraktijk trekken ruim 1,2 miljoen kijkers. afleveringen gemaakt. verhoogd.

1946: lhv opgericht Het artsenverzet Na de Tweede Wereldoorlog besloot de nieuwe Nederlandse regering het Medisch Contact Ziekenfondsbesluit van de bezetter voorlopig te handhaven. Dit werd Tijdens de Tweede Wereldoorlog de top van de illegale organisatie stond door de huisartsen tandenknarsend verzetten artsen zich tegen gelijk­ het bestuur (het Centrum) met daaron- geaccepteerd, omdat de tarieven erg schakeling van hun organisaties der een uitgebreid netwerk van districts- laag waren terwijl twee derde van de door de Duitsers. en groepsvertrouwensmannen. patiënten wel onder het zieken- Het netwerk werd aangeduid met de fondsregime viel. In het tweede jaar van de bezetting – in naam ‘Medisch Contact’. De groei van het aantal specia- 1941 – stelden de Duitsers een Duitse Om te ontkomen aan de verplichting om lismen en specialisten nam na de commissaris aan als adviserend lid van lid te worden van de Artsenkamer deden De medici verwijderden de oorlog spectaculair toe. Begin 1946 het hoofdbestuur van de Nederlandsche huisartsen na een oproep van Medisch aanduiding “arts” verenigden de specialisten binnen Maatschappij tot bevordering der Ge- Contact massaal afstand van hun dokter- van hun gevels. de Nederlandsche Maatschappij tot neeskunst in een poging meer grip te stitel. Het woordje ‘arts’ werd dan van het Hun beroeps- bevordering der Geneeskunst (nmg) krijgen op de Nederlandse medici. Al snel bord aan de voordeur afgehaald terwijl de werkzaamheden bleven zij nor- zich in de Landelijke Specialisten circuleerden er oproepen om het lidmaat- arts zijn praktijk wel gewoon voortzette. maal uitoefenen. Vereniging. Dat was voor de huis- schap van de nmg op te geven, waaraan En aantal huisartsen nam deel aan het Uit wraak om het artsen aanleiding om zich ook te massaal gehoor werd gegeven. De bezet- actieve verzet. Vaak als boodschapper niet toetreden tot organiseren. ter stelde vervolgens – naar Duits model ­omdat artsen ook na spertijd nog op de “Artsenkamer” Op 4 augustus 1946 werd daarom – een Artsenkamer in. In 1943 werd lid- straat konden. werden de huizen der Haarlemsche besloten een organisatie op te rich- maatschap hiervan verplicht gesteld. Na de bezetting leefde Medisch Contact doctoren ten die een paar maanden later de De Nederlandse artsen hadden zich in- voort als naam van een van de belang­ ’s nachts door Landelijke Huisartsen Vereniging middels echter goed georganiseerd. Aan rijkste tijdschriften voor medici. n.s.b. volgeklad zou gaan heten. Dr. S. Sturkop, die al decennia actief was in de belangenbehartiging van huisart- sen, werd de eerste voorzitter. Het eerst besluit van de lhv was te gaan

onderhandelen over de tarieven. B ee l dbank W O 2 - NIOD Volgens het bestuur waren “reële eischen” een verhoging van het abonnementstarief voor huisartsen in een stad met een specialistencen- trum tot 6 gulden per jaar en een verhoging van het tarief voor artsen op het platteland tot 6,50 gulden. Om tactische redenen werd er naar buiten toe een hogere eis neergelegd. LHV jubileumboek onderhuids historisch 33

2000 2005 2010 2015 2020

2006 2009 2011 Introductie van het nieuwe Ketenzorg voor diabetes, cardio vasculair risico­ Vijfduizend huisartsen, twee- zorgstelsel. Het ziekenfonds management en de integrale bekostiging daarvan duizend doktersassistenten en maakt plaats voor de basisverze- krijgen vaste vorm. Met de oprichting van de duizend praktijkondersteuners kering en de huisartsen moeten Adviesgroep Ketenzorg bieden de lhv, het nhg en komen in de Amsterdamse rai overeenkomsten gaan sluiten met vhn de huisartsen in de zorggroepen praktische bijeen als reactie op bezuinigin- de zorgverzekeraars. ondersteuning. gen op de huisartsenzorg.

Huisartsen op de vuist tad P hoto tad Na de Tweede Wereldoorlog was Sommige huisartsen konden zich ech- er regelmatig onenigheid over de ter niet vinden in deze starre opstel- vergoedingen die huisartsen kregen ling en waren bereid het tegenvoorstel s Spaarne voor ziekenfondsverzekerden. van de ziekenfondsen te accepteren. Tijdens eens verhitte actiebijeenkomst In 1966 ontstond een groot conflict van de lhv in Utrecht bleek een van tussen de ziekenfondsen en huisartsen de opposanten een bandrecorder te over de tarieven. Het levenspeil van hebben meegenomen. Toen hij deze alle Nederlanders was sinds eind jaren niet wilde afstaan, ontstond er een vijftig enorm gestegen. De salarissen handgemeen waarbij de dissident stegen jaarlijks met nu ongekende door acht collega’s buiten de zaal werd percentages en luxe goederen als gezet. Het lukte hen echter niet hem ­televisies en auto’s kwamen binnen de bandrecorder te ontfutselen. het bereik van steeds meer mensen. Na een lange conflictperiode werden De inkomens van de huisartsenho- de artsen en ziekenfonds na ingrijpen noraria bleven echter sterk achter en van de toenmalige minister Veld- dat bracht de lhv ertoe om bij de kamp het uiteindelijk eens over een ziekenfondsen de eis neer te leggen verhoging van het honorarium met 51 het honorarium met 100 procent te procent en werden de acties afgewend. verhogen. De ziekenfondsen wilden niet zo ver gaan, waarop de huisartsen Tweede Kamer-overleg tussen minister- dreigden de patiënten contant te laten president Prof. Dr. J. Zijlstra en minister betalen. Die moesten dan later maar Dr. G. M. J. Veldkamp van sociale zaken zien hoe ze het geld weer terugkregen en volksgezondheid tijdens het debat van hun ziekenfonds. over het zogenaamde ziekenfondstientje

Eerste hoogleraar huisartsgeneeskunde Jan van Es was in 1966 de eerste hoogleraar huisartsgenees­ de verschillende disciplines in de eerste lijn. Intussen raakte hij kunde in Nederland. Van Es stond ook aan de basis van het ook steeds meer overtuigd van het nut van een ondersteunen- huidige nivel en de specialistische beroepsopleiding voor de organisatie voor huisartsen die naast hun praktijk ook trai- huisartsen. ning en onderzoek wilden doen. Bovendien ontwikkelde Jan van Es een plan voor een Nederlands instituut voor onderzoek Een visionaire en gedreven huisarts die het verschil maakt. van de gezondheidszorg, huidige nivel. Als directeur van dit Een pionier van de academische huisartsgeneeskunde en een instituut begon Van Es met het maken van een plan voor een uitermate veelzijdige en wijze collega. Zo wordt Jan van Es huisartsopleiding aan de Universiteit Utrecht. In 1966 werd omschreven, de man die aan de wieg stond van de huisartsen- hij aan diezelfde universiteit benoemd tot hoogleraar huisarts- opleiding en die later de eerste hoogleraar huisartsengenees- geneeskunde, de eerste in Nederland en de tweede ter wereld. kunde werd van Nederland. Begin jaren zeventig was Van Es de grondlegger van de specia- Van Es was overtuigd van het belang van samenwerking tussen listische beroepsopleiding voor huisartsen. quote By far the most frequently used drug in general practice is the doctor

Michael Balint, Londens psychiater, in The doctor, his Patient himself and the Illness, 1957 LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 35

Geloof in zorg

AART VAN WOLFSWINKEL is huisarts in Hellevoetsluis.

et is een rustig moment Mijn geloof draag ik mee, ook de spreekkamer aan het eind van de dag. in. Daarin ben ik uiteraard niet bijzonder. Elke We zitten rond het bed. dokter heeft zo zijn eigen opvattingen. Hij is nog niet zo oud, Een goede relatie tussen huisarts en patiënt is een heeft kanker en is net medicijn op zich. Verschil van levensbeschouwing thuis uit het ziekenhuis. kan echter een complicerende factor zijn voor het De verwachtingen zijn contact. Daarom moet er naast de aandacht voor somber. We spreken over de mogelijkheden en de de levensbeschouwing van de patiënt ook oog onmogelijkheden qua zorg de komende tijd. Wat zijn voor de opvatting van de dokter. In situa- His nodig om het naderend levenseinde zo dragelijk ties waarbij visies – over bijvoorbeeld leefstijl en mogelijk te maken? En: kan hij op me rekenen als levensbegin/einde – uiteenlopen, is het zaak open hij euthanasie wil? Een prangende vraag. en eerlijk het gesprek aan te gaan. Zelfonthulling, als dienst aan de patiënt! Terecht is er de laatste jaren meer aandacht voor Aan het bed van deze man kan ik daar niet om- de culturele en levensbeschouwelijke achtergrond heen. Als dokter en als christen kan ik euthanasie van de patiënt. Die van de dokter lijkt minder niet over mijn hart krijgen. We praten over zijn relevant, gezien de vermeende neutraliteit van hulpvraag, over de randvoorwaarden voor eutha- de arts. Daarbij wil ik echter een kanttekening nasie, over mijn eigen standpunt. Ik geef er woor- maken. Wel degelijk kleurt mijn christelijke den aan: “Ik geloof in God die mijn leven leidt levensvisie mijn inbreng in de spreekkamer. Vaak en onze tijden in Zijn hand heeft. Natuurlijk, impliciet, soms meer expliciet. Als het zo uitkomt, we hoeven de dood niet voor de voeten te lopen. vertel ik jongeren dat wachten met seks tot het En… als dokter merk ik dat goede palliatieve zorg huwelijk loont en dat je niet gelukkig wordt van veelal toereikend is.” wisselende seksuele partners. Bij een dreigende We praten er over door. Volgende week komen we relatiebreuk streef ik naar een gesprek met beide erop terug. Mijn standpunt lijkt geen obstakel in partners. Wie weet, is er voldoende fundament het contact. Maar wat als hij blijft bij zijn verzoek om een doorstart te maken. Twee voorbeelden van om euthanasie? Verwijs ik dan? Nu eerst verder. een praktische uitwerking van de Tien Gebo- Ora et labora – bid en werk. Hopen dat het niet den die centraal staan in het christelijk geloof. zover komt. 36 LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 37

‘Het mooie van dit vak? Je leert mensen echt kennen’

Ilona Kleijn (1977) Huisarts in Almere

k heb bewust gekozen voor me energie en maakt het werk kleur- een dienstverband bij gezond- rijker. Wat me in de gewone praktijk ‘‘ I heidscentrum Perspectief van bezighoudt, zijn vooral de patiënten Zorggroep Almere, vanwege de afwisse- met veel problemen of mensen die ling. Behalve als huisarts in de praktijk, terminaal zijn. Dat neem ik soms mee werk ik ook als coördinator/manager naar huis. van de huisartsenzorg in het asielzoe- kerscentrum (azc). Die combinatie Het werk in het azc is heel anders. spreekt mij aan. Ik heb bij de Zorg- Daar is veel minder continuïteit en groep alle kans om mezelf te ontwik- bestaat het werk vooral uit het regelen kelen en uit te vinden wat ik leuk vind. van dingen. Je hebt te maken met Management, een bestuursfunctie? Ik mensen in moeilijke, vaak uitzichtloze weet nog niet welke kant ik op wil. situaties. Dan is het de uitdaging om ondanks de soms lastige communicatie Het mooie van het huisartsenvak vind toch een zo goed en laagdrempelig ik de continuïteit. Je leert mensen mogelijke zorg te bieden. Het werken echt kennen en je kunt in de volle met verschillende culturen past bij mij. breedte bezig zijn. Ik werk nog niet Ik vind het mooi om over de culturele zo lang, maar merk nu al dat ik een barrières heen contact met iemand te band opbouw met patiënten. Dat geeft leggen. Dat geeft een extra dimensie.” ‘Huisarts moet schaalvergroting­ snel oppakken’­­

‘Nederland heeft een ongelofelijk goede, effectieve huisartsenzorg’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 39

Bart Combée Consumentenbond

‘Huisarts moet schaalvergroting­ snel oppakken’­­

Huisartsen zijn nog te veel één- en een webcam chronisch zieken controleren. Dat ontlast de patiënt, maar ook de huisarts. tweemanspraktijken, zegt Bart Combée. Aan de andere kant zie ik een ontwikkeling bij de huisart- Hij is sinds 2009 directeur van de senzorg. Die eerste lijn is hartstikke goed, dus daar wil je op voortbouwen. Het is logisch de huisartsenpraktijk uit te Consumentenbond en was daarvoor breiden met andere disciplines zoals een nurse practitioner, directeur van een zorginstelling. “De trend fysiotherapeut, diëtist en misschien wat poliklinische zorg. Er een soort ‘anderhalfde lijn’ van maken. van schaalvergroting gaat te langzaam.” Huisartsenpraktijken zijn nu nog veelal één- of tweemans- praktijken. Maar als je bredere zorg wilt bieden en dat met ict wilt ondersteunen, dan móét je grotere eerstelijnscentra creëren. Geen miniziekenhuisjes, maar grotere multifunc- tionele praktijken. Je kunt als eenpitter niet én de telefoon opnemen én op internet zitten én tegelijkertijd spreekuur aat ik beginnen met een veer uit te delen. Neder- houden. Er is bovendien een maatschappelijke vraag naar land heeft een ongelofelijk goede, effectieve huis- ruimere openingstijden en ook dat is met een grotere prak- artsenzorg, die de vergelijking met bijna alle lan- tijk eenvoudiger te organiseren. “Lden ter wereld glansrijk kan doorstaan. Huisartsen kennen Die trend van schaalvergroting is zich aan het voltrekken, hun patiënten goed, ze zijn uitstekend bereikbaar, zorgen maar gaat naar mijn mening te langzaam. Wat je ziet is dat ervoor dat mensen voldoende selectief worden doorverwezen zorgverzekeraars in het gat springen, door zelf eerstelijnscen- naar de tweede lijn – wat een aantoonbare kostenbesparing tra op te richten. Maar ik heb liever dat huisartsen dat doen. tot gevolg heeft. Bovendien voorkomen ze dat mensen te Het gevaar is anders dat je lokale en regionale concentraties snel en te gemakkelijk aan de pillen gaan. Dat is een enorme van aanbod krijgt en van verticale integratie (verzekeraars die verworvenheid van de huidige Nederlandse huisartsenzorg. eigenaar zijn van een zorgaanbieder, red.). Daar staan wij als Voor de toekomst zie ik twee fundamentele ontwikkelingen. Consumentenbond van nature wantrouwig tegenover, want Aan de ene kant bij de patiënt. Die wordt steeds mondiger, dat beperkt de concurrentie en daarmee de keuzevrijheid zelfstandiger en beter geïnformeerd dankzij de ontwik- voor de consument. De huisartsen zouden het zich niet moe- keling van internet en de social media. Hij kan daardoor ten laten gebeuren dat de verzekeraars ze inhalen. Ze moeten steeds meer zélf. Nu al biedt internet mogelijkheden om die schaalvergroting zelf vormgeven. En snel, heel snel. Op dat te ondersteunen. Je kunt checklists op internet zetten, welke termijn? Nou, volgende week woensdag, dacht ik zo. herhaalrecepten via de mail afhandelen of met behulp van Donderdag mag ook.” 40 generatie

Is de jongste generatie huisartsen uit hetzelfde hout gesneden als de ou­ dere generatie? Wat is er veranderd, waar gaat het met de dokter naartoe? Drie generaties over hun visie op het vak en hun persoonlijke drijfveren. De veertigers.

Till Gerling (1968) Afgestudeerd anesthesioloog, geswitcht naar huisartsgeneeskunde; sinds 2010 waarnemer in Workum ‘Ik voel me nog wel een huisarts van de oude stempel’ LHV jubileumboek onderhuids interview 41

et mooiste vak van de wereld? Till Gerling > “Ik heb er bewust voor gekozen H om plattelandsdokter te worden. Het is minder druk dan in een grote stad, ik word er zelf ook rustiger van. Voordat ik huisarts werd, werkte ik 6,5 jaar bij Eurotransplant in Leiden. Maar ik wou toch liever met iedere keer mee, maar langzamerhand raakt de rek er toch mensen werken. Het mooie is dat er geen dag gelijk is. Altijd een beetje uit.” weer prachtige mensen, ontroerende momenten. Dit wil ik Gerling > “De klassieke huisarts was een solist. Onze hoed nog wel 25 jaar doen!” bestaat uit drie huisartsen en acht medewerkers. Dat is toch Anita Berger > “Het leuke is dat je hele gezinnen en soms anders dan vroeger. Maar ik voel me nog wel een huisarts ook hele families leert kennen. Daardoor kun je ziekte- van de oude stempel: ik werk vier dagen per week en doe beelden eerder herkennen. Ik vind het vak leuker worden die vijfde dag vaak andere dingen voor mijn werk. Ik woon naarmate je mensen beter kent.” gewoon in Workum en rijd ook wel eens sociale visites. Dat Roger Buijs > “Eigenlijk vond ik het nog leuker om militair zal iemand die in deeltijd werkt, minder snel doen. Maar ik arts te zijn, maar toen we kinderen kregen, heb ik bewust wil een goede relatie met patiënten opbouwen.” de keuze gemaakt om huisarts te worden. Een goede tweede Berger > “Vroeger was de man huisarts en leefde het hele keus. Je volgt het levenstraject van mensen. Ik herken me in gezin mee. Nu heeft een dokter een partner met een eigen wat Anita zegt: het is boeiend om ziektebeelden in families te baan. Voor mij is het destijds een bewuste keuze geweest herkennen.” om niet zelf een praktijk te beginnen, want ik had een jong gezin en een partner met een eigen bedrijf. Ik werk drie Een zwaar beroep? dagen per week in de praktijk en doe daarnaast diensten in Gerling > “Je moet soms knopen doorhakken, maar vaak een hospice. Voor terminale patiënten zijn mijn collega en ik doe je dat toch samen met de patiënt. Ons vak beweegt zich altijd bereikbaar. Op deze manier zijn werk en gezin goed te letterlijk tussen leven en dood. Dat is zwaar; daar moet je je combineren.” weg in vinden. En het is ontzettend belangrijk om daar met collega’s over te kunnen praten.” Hoe gaat het verder met het vak? Buijs > “Als je onder de zwaarte van dit beroep gebukt gaat, Berger > “Huisartsenpraktijken vestigen zich steeds meer on- ben je er niet geschikt voor. Je moet heel empathisch zijn, der één dak. Ze krijgen ook meer praktijkondersteuners. Die maar niet in die emoties blijven hangen. Dus op tijd afscha- kant gaat het met onze praktijk ook op. Als solist zit je op kelen. Als tegenwicht gebruik ik mijn vrije tijd heel bewust een eiland, in een hoed kun je met anderen overleggen. Ik om leuke dingen te doen en verkoop ik mijn weekenddien- denk dat het vak daardoor leuker wordt. Ook omdat je meer sten regelmatig aan waarnemers, zodat ik in het weekend bij kans krijgt om je te specialiseren. Ik ben erg geïnteresseerd mijn gezin kan zijn.” in palliatieve zorg. Het is belangrijk dat iemand zijn leven op Berger > “De betrokkenheid bij mensen is juist ook een ver- een goede manier kan afronden. Als dokter kun je daaraan rijking van het vak. Doordat ik in mijn praktijkgebied woon, een kleine bijdrage leveren.” kom ik patiënten ook wel eens op andere plaatsen tegen. Gerling > “Onze praktijk blijft er toch een van de oude Maar voor de kinderen houd ik werk en privé het liefst stempel. Zo zitten wij als huisartsen in elkaar en zulke col- zoveel mogelijk gescheiden.” lega’s zoeken we ook. We draaien samen met de collega’s in de omgeving onze eigen bereikbaarheidsdiensten, zodat Er is veel veranderd: patiënten als ze in het weekend of ’s nachts bellen een grote positief of negatief? kans hebben om een bekende arts te treffen. Ik hoop ook een Buijs > “Het wordt steeds drukker. Er is veel zorg van de specialisatie op te bouwen. Ik ga de kaderopleiding pallia- tweede lijn naar de eerste lijn teruggekomen. Mijn voor- tieve zorg volgen en wellicht kan ik daarmee ook voor andere ganger heeft in de dertig jaar van zijn praktijk vrijwel praktijken in de omgeving wat betekenen.” niets hoeven te veranderen, maar de laatste jaren is er veel Buijs > “Over vijf jaar zit mijn praktijk waarschijnlijk in een veranderd. Ik heb meer personeel, moet meer investeren in groter pand, met een huisarts in loondienst en een derde ruimte, de administratie vraagt veel meer aandacht en het doktersassistent. Samengaan met collega-huisartsen in de wordt nog steeds drukker. Ik werk fulltime; twaalf uur per buurt? Nee, dat zie ik niet gebeuren. Die grote praktijken dag. Ik heb de praktijkaccreditatie dit jaar moeten uitstellen, met zoveel collega’s en al dat overleg, dat is niets voor mij. Ik want ik weet niet waar ik de tijd vandaan moet halen. Je rekt ben graag eigen baas.” Anita Berger (1964) Sinds 19 jaar huisarts in dienst van een huisarts, de laatste 15 jaar in Oud-Beijerland ‘Het was een bewuste keus niet zelf een praktijk te beginnen’ in beeld

Roger Buijs (1965) Solistisch huisarts in Gronsveld, sinds 2003; daarvoor acht jaar militair arts ‘Je moet empathisch zijn, maar niet in emoties blijven hangen’ quote

e huisarts levert integrale medische zorg over lange tijd aan personen en hun gezinnen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd, rekening houdend met de betekenis van leefomgeving voor gezondheid en ziekte, afgestemd

Woudschoten- op de conferentie, 1959 levensfasen waarin zij zich bevinden. LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 45

De trouwe waakhond

HANS VAN DEN BOSCH uit Zaltbommel was 34 jaar huisarts. Kort geleden ging hij met pensioen. evrouw De Vries was Omdat het vrijwel zeker een aanval van astma dik in de tachtig. Ruim cardiale als gevolg van hartfalen was, heb ik gepro- 25 jaar geleden was ze beerd om een diureticum te spuiten, maar ook dat een patiënte bij wie ik was absoluut niet mogelijk. regelmatig kwam. Dat Hulp inroepen via haar telefoon kon dus ook ging nooit zomaar. Als niet – en mobiele telefoontjes moesten toen nog ik ongevraagd langs worden uitgevonden. ging, dan liet ik de assistente van tevoren bellen Ook mevrouw De Vries kon niets beginnen met en bij een visiteaanvraag wist ze het al: de hond het steeds woester wordende beest. Mmoest in het schuurtje. Zo zag ik haar steeds benauwder worden en Mevrouw De Vries woonde zelfstandig, maar niet met grote, uitpuilende, hulpvragende ogen is ze alleen. Ze had dus een hond. Denk niet meteen gestikt. aan een mooie jachthond of aan een grote harige Zelfs toen ze was overleden bleef de cerberus wa- rashond: het betrof een klein naar teckeltje, zo’n ken over zijn bazin, ervan overtuigd dat hij haar doorgezakte worst op pootjes. Een teckeltje dat goed had geholpen. Ik ben weggegaan om hulp te continu blafte en naar alles beet wat in zijn buurt halen. Toen ik buiten stond realiseerde ik me dat kwam. mijn dokterstas nog binnen was, maar durfde die Twee keer was het haar kennelijk niet gelukt voor geen goud te gaan halen. om het monster in de schuur op te sluiten en Ik heb thuis de politie gebeld en de situatie uit- dat heeft me twee broeken gekost. Die werden gelegd. Die kende het beest; het stond op de lijst overigens zonder morren door het baasje vergoed; van notoir onhandelbare honden. Twee agenten in we konden het prima met elkaar vinden. Ik kwam beschermende kleding zijn naar binnen gegaan en altijd achterom, zij woonde beneden en het bed hebben de hond met een groot vangnet gevangen. stond in de kamer. Ik heb het overlijden van mevrouw De Vries een Op een ochtend vroeg werd ik gebeld en ik natuurlijke doodsoorzaak genoemd, haar zoon hoorde het meteen aan haar stem: het ging niet gebeld en het trieste nieuws meegedeeld. goed met mevrouw De Vries en ik beloofde dat ik meteen kwam. Bij aankomst lag zij op bed, telefoon op de dekens en wie zat ook op dat bed? Het bruine monster. Zij was ernstig benauwd en kon eigenlijk niets zeggen. Omdat het beest overal naar hapte en beet kon ik haar niet onderzoeken. Wat ik ook probeerde met stethoscoop of tensiemeter: ik kon niets doen. 46

‘In een dorp lever je zorg van de wieg tot het graf’ LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 47

Willem Koch (1977) Huisarts in Achterveld

et leuke van huisarts zijn, vind ik vooral de mix tussen medisch- ‘‘H technisch ernstige en simpele dingen. De instant-bevrediging wanneer je iemand met een kuurtje van een klacht kunt verlossen, vind ik soms echt prettig.

Het bijzondere van een dorpspraktijk is dat je echt zorg levert van de wieg tot het graf en dat je inzicht hebt in de familiestruc- tuur. Je weet als je bij opa in het bejaarden- huis komt, dat zijn kleindochter net beval- len is van een doodgeboren kindje, en dat hij een kistje heeft moeten timmeren, dus dat zijn hartkloppingen daarvan komen. Het is mooi als je dat vanuit betrokkenheid kunt begeleiden. Wat ik lastig vind, is dat je soms ziet dat ouders die zelf niet goed zijn opgevoed, hun problemen doorgeven aan de kinderen. Als familiearts zou je moeten kunnen hel- pen om dergelijke patronen te doorbreken, maar je rol is helaas beperkt.

Als plattelandspraktijk probeer je een zo breed mogelijke zorg te bieden. Daarom zijn we apotheekhoudend. Tot voor kort deden we ook bevallingen. We hadden er echter te weinig om de ervaring op peil te houden, terwijl we wel nascholing moesten volgen en bereikbaar moesten zijn. Dat woog er niet meer tegenop, en daarom zijn we met verloskunde gestopt, maar dat vind ik wel jammer. De meeste mensen komen met klachten en pijn, en dan is een ­zwangere vrouw een welkome afwisseling.” ‘Ik vind het een ergernis dat je alleen overdag een afspraak kunt krijgen’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 49

Marjolein Verstappen Achmea

‘Huisarts moet nog meer poortwachter worden’

De huisarts moet nog meer de poortwachter van de De functie van de Nederlandse huisarts is tamelijk uniek in zorg worden, zegt Marjolein Verstappen, directeur de wereld. Die poortwachtersfunctie, een groot goed naar mijn idee, moet de komende jaren nog veel intensiever Zorginkoop en vice-voorzitter divisie Zorg & worden. Ik zie de huisarts als de spil van de organisatie van Gezondheid Achmea. Maar de spoedeisende hulp alle zorg dichtbij huis. Een huisarts die veel meer online zal doen, maar die jou wél bij naam en toenaam kent. moet beter, evenals de service buiten ‘kantooruren’. We leven langer en lijden aan meer kwalen zonder dat we er dood aan gaan. Zorg aan huis en zorg vlakbij huis worden dus belangrijker. De huisarts is de generalist die overzicht heeft en die – bij voorkeur in groepspraktijken – nauw samenwerkt met allerlei andere disciplines. Er zal een soort ‘anderhalfde’ lijn ontstaan met de huisarts r is de laatste jaren veel gedaan aan professionali- als coördinator. Daarin is alles samengebracht dat niet per sering van het huisartsenvak: de opleidingen se in een ziekenhuis hoeft, dus ook specialisten kunnen daar zijn bijvoorbeeld langer geworden en er wordt zitting hebben. Er is wel eens geopperd om de huisarts een “Esteeds meer gewerkt met standaarden. Dat vind ik zeer rol te geven bij de indicatiestelling voor de Awbz en ook dat te waarderen. vind ik een interessante gedachte. Wij leveren als verzekeraars onze bijdrage aan die professio- Een belangrijk aspect dat zal moeten veranderen om die nalisering en kwaliteitsverbetering. Niet alleen van het vak poortwachtersfunctie nóg meer inhoud te geven, is de zelf, maar ook van de samenhang tussen de eerstelijnsvoor- spoedeisende hulp. Nu merk je, zeker in de grote steden, zieningen en die tussen de eerste en tweede lijn. Dat doen dat mensen de huisarts bij spoedgevallen vaak overslaan en we onder meer met spiegelinformatie. We gebruiken onze rechtstreeks naar de spoedeisende hulp van ziekenhuizen declaratiegegevens om huisartsen een spiegel voor te houden: gaan. Het ligt zeker niet alleen aan huisartsen dat dit ge- hoeveel patiënten verwijs jij, hoeveel medicijnen schrijf jij beurt, maar ik denk dat de huisarts in deze situaties een veel voor in vergelijking met je collega’s en hoe ligt dat in verhou- belangrijkere rol kan en moet hebben. ding tot de wijk? Dat doen we niet om een waarschuwend En de service is een punt van verbetering. Ik vind het echt vingertje op te steken, maar omdat we weten hoeveel ambitie een ergernis dat je de huisarts alleen tussen acht en negen en betrokkenheid er onder huisartsen leeft bij hun eigen kunt bellen en alleen overdag een afspraak kunt krijgen. Ter- functioneren. Want wanneer doe je het eigenlijk goed? Als wijl heel veel mensen werken en die werkenden zullen straks je patiënt tevreden de spreekkamer verlaat? Daar helpt dit nog meer niet-werkenden moeten onderhouden. Dat is toch meetinstrument bij. niet meer van deze tijd?” Komt een kind bij de dokter Er is vaak een prik en soms doet het een beetje pijn. Maar de dokter is er altijd om je beter te maken. Hoe zien kinderen de huisarts? Kinderen van groep 4 van openbare basisschool De Kern in Ede zeggen dat met hun tekeningen. Plus twee ervaringen van huisartsen met kinderen op het spreekuur. kinderogen 51

Komt een kind bij de dokter 52 LHV jubileumboek onderhuids kinderogen 53

Dokter maakt De dokter je beter aait aan Het was zo’n heel drukke dag, mis- schien wel maandagochtend. Het spreekuur loopt niet vlot en de wachtkamer zit overvol. Er komt een mijn hoofd. moeder met een 3-jarige binnen. Het valt me niet op, maar misschien kijkt Eray (7) het kind wel verwachtingsvol, terwijl de moeder het verhaal doet: verkou- den, snot, oorpijn en nu ook nog wat koorts. Misschien heeft de moeder wel gezegd dat ze naar de dokter gaan en die maakt je beter. Ik kijk in het oor en zie een gewone oorontsteking. Ik bespreek met moeder wat er gedaan moet worden en richt me waarschijnlijk te weinig tot het kind. Vervolgens lopen moeder en kind de spreekkamer uit, de volle wachtkamer weer in en misschien om mij te straffen voor mijn weinig invoelende houding zegt het kind verongelijkt: “Ja, maar ik ben nog helemaal niet beter”.

Kees de Vries Huisarts in Wilnis

Mijn voet doet zeer. Ik ga naar de dokter, hij kijkt naar mijn voet. Hij doet er wat op. Beyza (7) 54

Onze dokter Loïs ging naar de Met mijn praktijk ben ik verhuisd van een (gedateerd) woonpand/praktijk dokter, want Loïs had naar een schitterend nieuw gezond- heidscentrum. Uiteraard leverde dat de eerste maanden dagelijks vele reacties pijn aan haar oor. Loïs op (in positieve zin) van mijn bezoe- kers. Speciaal in gedachten blijft mijn herinnering aan Joep van 4 jaar die moest ook een prik, met zijn moeder kwam. Zij had hem kennelijk tevoren duidelijk ingepraat in de trant van “de dokter zit in een dat is niet leuk. Loïs ander gebouw” en “zijn kamer is heel anders” enzovoorts. In ieder geval was zijn eerste reactie toen hij mij zag: was bang voor de prik. “Hé mam, dat is onze zelfde dokter!”. Loïs (7)

Tim van Vleuten Peter Aalstein Huisarts in Capelle aan den IJssel

Ik kots heel vaak, maar de dokter houdt de kots op. Het is gelukkig nog maar een klein beetje kots. Toen gaf de dokter een prik en was de kots voorbij. Rick (7) LHV jubileumboek onderhuids kinderogen 55

Ik was bij de dokter. Ik moest vijf prikjes en het deed niet pijn. Ik kreeg een kleurplaat en een reep. Jasmijn (7)

Ik krijg een prik en er komt bloed. Toch doet het niet zeer. Boris (7) quote de individueel uitgeoefende praktijk van de huisarts is een der laatste zichtbare elementen in de huidige gezondheidszorg en de maatschappelijke hulpverlening,

die herinnert

J. Winkler Prins, ­socioloog, aan het in Huisarts en patiënt, 1966 veel algemener karakter ervan in de vorige eeuw. 56 LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 57

Voortleven LIESBETH KOOIMAN is waarnemend huisarts in ’s Gravenpolder.

e zit altijd in haar bruine leren We varen de terminale fase in als het experimen- stoel als ik kom. Wekelijks loop tele middel wordt gestaakt, bij gebrek aan respons ik via de openstaande keuken- van de tumor, die groeit gestaag door. Of een se- deur het halfvrijstaande huis cond opinion zin heeft, en een ander anti-tumor- binnen. Zes weken nadat ik haar middel, zoals een vriendin kreeg. Ik leg uit dat dit naar het ziekenhuis heb gestuurd voor borstkanker is en dat de tumor zo groot is in verband met afvallen en een dat we nu alleen nog kunnen zorgen dat de tijd vergrote lever, volgt het gesprek met de onco- die rest, zo goed mogelijk wordt. Buiten spreek ik loog. Een experimenteel middel, dat mogelijk de haar echtgenoot, vraag hoe het met hem gaat. kankerZ zou remmen, wordt haar voorgeschreven. Zo gaat een zomer voorbij, regenachtig en bij Ze krijgt er een map bij waarin ze mag schrijven vlagen zonnig. Op een dag staat er een bed in hoe ze zich voelt. de kamer. De patiënte zit er naast, in haar stoel. “Wil je koffie?” is de eerste vraag die ze stelt, Moeheid neemt een grotere plaats in, visite komt terwijl ik mijn tas neerzet en jas uitdoe. nog geregeld langs. We bespreken hoe om te gaan Vervolgens pakt ze haar lijstje met vragen, in de met energiereserves, ‘s middags rusten bijvoor- loop van de week verzameld. beeld. Ze ziet het niet zitten visite weg te sturen. Puntsgewijs werken we die door. Haar echtgenoot Ze valt af en ontwikkelt een doorzitplek, die we Liesbeth Kooiman heeft twee bundels zit er bij, een kleindochter kruipt blij over de dankzij de thuiszorg goed kunnen behandelen. op haar naam vloer. Op een avond ontvang ik een bericht. Ze is plots staan. In ‘Meer dan Pijn ontstaat na een paar weken. Met paracetamol overleden. Enkele uren nadat de nachtzorg is duizend dagen’ en een lage dosering morfine komt en blijft die ingeschakeld, is ze ingeslapen. (ISBN: 978 90 313 53101) schrijft onder controle. In het begin verwachten we de De bruine leren stoel is leeg. De deur staat open, ze over haar erva- dood vroeg, we bespreken veel. Na weken in een met het haakje, het kralengordijn ritselt zoals ge- ringen als huisarts stabiel vaarwater is de storm rond de diagnose woonlijk. Als ik binnenstap, zie ik een verdrietige in opleiding, in gaan liggen en kom ik wat minder vaak. Ze gaat echtgenoot aan tafel zitten, naast een jonge vrouw. ‘Esperanza’ over uit eten met haar hobbygenoten, geniet van Zij heeft de oogopslag van de overleden vrouw. haar ervaringen als HIV-arts in Mozam- uitstapjes in de buurt. De bloembakken worden De baby stapt inmiddels rond in een loopstoel, bique (ISBN: 978 weer gevuld, en ik stoot bijna mijn hoofd aan de schatert. 90 3138 674 1). opgehangen geraniums als ik weer eens langskom. ‘De dokter moet de tijd nemen om uit te vinden wat de patiënt weet en waaraan hij de voorkeur geeft’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 59

Glyn Elwyn Onderzoeker Cardiff University

‘Huisarts moet patiënt laten meebeslissen’

Gedeelde besluitvorming tussen huisarts mogelijke behandelingen op internet alvorens naar de huis- arts te gaan. Als de dokter niet de tijd neemt om uit te vin- en patiënt zal steeds belangrijker den wát zijn patiënt weet en waaraan hij de voorkeur geeft, worden, zegt Glyn Elwyn. Hij is huisarts dan heeft hij een probleem. Gedeelde besluitvorming is naar mijn idee het broodnodige antwoord van (huis)artsen op de in Engeland en onderzoeker aan de emancipatie en toenemende mondigheid van patiënten. universiteit van Cardiff. Meestal kiest de Als je de moeite neemt om de diverse behandelmogelijkhe- den voor hen te definiëren, de voor- en nadelen helder te be- patiënt zelf de beste en minst risicovolle noemen en ze te vergelijken, dan kiezen de meeste patiënten behandeling. de behandeling die het beste bij hen past, zo blijkt. Daardoor zijn ze gemotiveerd om aan de behandeling mee te werken; therapie- en medicijntrouw zijn groter. Dat leidt tot betere behandelresultaten. anuit mijn onderzoekservaring zie ik dat Ne- Ander voordeel – en dat zou je misschien niet verwachten –, derlandse huisartsen veel nadruk leggen op pro- is dat als je een patiënt goede uitleg geeft over de behandel- tocollering. Ze hebben goeie protocollen, gaan mogelijkheden, hij kiest voor de behandeling die het minst “Ver systematisch mee om en er heerst een sterke cultuur van risicovol is. In menige trial merken we dat patiënten, als ze evidence based werken. Dat vind ik bewonderenswaardig. de keuze voorgelegd krijgen, liever wachten met een operatie De poortwachtersrol, de aandacht van de huisarts voor de of onderzoek. Dat leidt tot twee dingen: grotere patiëntvei- naaste omgeving van de patiënt, de hoge standaard van ligheid en lagere kosten. Patiënten en artsen blijken het vaak onderzoek en de internationale publicaties over een brede eens te zijn over de beste optie, maar in sommige gevallen is range van aspecten van de huisartsenzorg, beschouw ik als de arts tot meer risico’s bereid dan de patiënt. drie andere positieve punten. Deze nieuwe manier van besluitvorming is voor huisartsen, Voor de komende twintig, dertig jaar voorzie ik dat gedeelde en andere artsen, best een uitdaging. Het vergt een veran- besluitvorming, van patiënt en arts, uitermate belangrijk dering van je attitude en filosofie. Het betekent ook dat je zal worden. Nederland is één van de eerste Europese landen evidence based informatie moet vergaren en dat je goede waar dit concept een voet aan de grond krijgt. Ik werk er in tools moet ontwikkelen om de dokter en de patiënt in dit mijn eigen praktijk mee en merk dat mensen het hogelijk proces te helpen. Eigenlijk is het gek dat je in het dagelijks waarderen. leven voortdurend moet kiezen tussen de ene of de andere Nu al zoeken patiënten informatie over hun klachten en de optie en dat dit in de zorg nauwelijks lijkt te bestaan.” 60 LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 61

Theo Franck (1955) Huisarts in Dokkum

at me destijds aantrok in het huis- artsenvak was de veelzijdigheid, ‘‘W de vrijheid om je te verdiepen in wat je interesseert. Het leveren van zorg buiten het ziekenhuis, dichtbij huis vind ik mooi. Onze praktijk is verbonden aan het ziekenhuis. Daardoor zijn de lijnen kort en kunnen we heel efficiënt werken.

Eén van de grote uitdagingen in dit werk is het vinden van een goede balans tussen werk en privé. Daarnaast vraagt ook het anticiperen op de veranderingen in de zorg veel tijd. Neem de vergrijzing. Wij hebben vrij veel geïnvesteerd in goede ouderenzorg. Zo werken we met een aantal huisartsen en andere zorgverleners samen in het verzor- gingstehuis en is er een goed opgetuigde groep met praktijkverpleegkundigen in het project ‘kwetsbare ouderen’. Daarbij heb- ben we bewust gekozen voor een multi- ‘Samenwerken met disciplinaire aanpak. We besteden veel uit. Daardoor kunnen wij als huisartsen ons vooral richten op de complexe problema- andere zorgverleners tiek, en minder op de dagelijkse dingen.

is heel inspirerend’ Die samenwerking ervaar ik als heel inspirerend. Alle zorgverleners hebben vanuit hun deskundigheid een eigen kijk op dingen, wat de kwaliteit van de zorg ver- hoogt. Terwijl wij als medici vooral bezig zijn met ‘cure’, zitten praktijkverpleegkun- digen meer aan de ‘care’ kant. Dat is een andere manier van benaderen die kwaliteit toevoegt aan het leven en waardoor mensen langer thuis kunnen blijven wonen.” 62 generatie

Is de jongste generatie huis­ artsen uit hetzelfde hout ge­ sneden als de oudere gene­ ratie? Wat is er veranderd, waar gaat het met de dokter naar toe? Drie generaties over hun visie op het vak en hun persoonlijke drijfveren. De zestigers.

Feike Oppewal (1949) Praktijkhouder in Nieuwe Pekela en huisarts-liaison bij de Proeftuin Farmacie Groningen ‘Het moeilijkste van het vak is het omgaan met onzekerheid’ LHV jubileumboek onderhuids interview 63

et mooiste vak van de wereld? Giny Zwanenburg > “Dokter zijn op het plat- H teland is iets bijzonders. Iedereen kent jou en jij kent ook bijna iedereen. Ik had praktijk aan huis en dat vond ik zalig. Ik zag de kinderen gewoon tus- sendoor. Als dokter ben je eigen baas. Je kunt er van maken wat je wilt. Ik ben ook opleider geweest. Dat heeft een extra dimensie in mijn leven gegeven: het heeft mij geleerd beter te communiceren en te reflecteren.” Feike Oppewal > “Mijn eerste keus was zeeman. Maar omdat ker geworden om met andere huisartsen samen te werken. ik een bril droeg, ging dat niet door. Huisartsgeneeskunde Vroeger zat de kennis over een patiënt vooral in je hoofd, nu was mijn tweede keus. Dat bestrijkt het brede palet van de zet je alle medische gegevens in de computer. Het mooie van geneeskunde: van geboorte tot dood. Dat is er zo mooi aan. de dokter vroeger was wel dat die ook veel wist van dingen En ook dat je omgaat met mensen van allerlei slag. Als huis- erom heen: bijzondere gebeurtenissen, sociale omgeving, arts kom je tot in de slaapkamer van mensen, zeker als je ook huiselijke omstandigheden. Dat had zeker meerwaarde.” bevallingen doet. Ik heb elk facet van het vak meegemaakt.” Jonas > “De ouderwetse huisarts kende de hele familie en Paul Jonas > “Ik heb eerst econometrie gestudeerd, maar ik alle achtergronden, de moderne deeltijdarts heeft meer ken- vond het toch leuker om met mensen te werken. Daarom nis van de maatschappij, staat met beide benen in de wereld. heb ik voor huisartsgeneeskunde gekozen. Heel banaal: ik Dat is positief. Positief is ook dat de lat hoger ligt: het vak wilde mensen helpen, en ik ben een generalist. Ik heb er is veel wetenschappelijker geworden. Maar een nadeel is de geen seconde spijt van gehad.” bureaucratie. Een praktijkhouder is 15 procent van zijn tijd kwijt aan administratieve rompslomp. We zijn met een tar- Een zwaar beroep? get- en bonusgeneeskunde opgezadeld. Eerst is het efficiënt, Oppewal > “Het moeilijkste van dit vak is het omgaan met maar uiteindelijk komt de integrale zorg erdoor in gevaar.” onzekerheid. Een patiënt heeft een klacht, maar het beeld Oppewal > “Ik heb het dertig jaar op mijn manier gedaan. kan ’s avonds heel anders zijn dan ‘s morgens. Soms besluit je Ik woon in het dorp waar ik werk, als het nodig is, ga ik ’s het aan te zien, soms stuur je iemand door naar de specialist, avonds en in het weekend nog eens naar een terminale pati- soms heb je het mis. Dan kunnen de consequenties ernstig ënt. Die continuïteit aan zorg kunnen parttimers vaak niet zijn. Iedere dokter heeft zijn eigen kerkhof, is een oud gezegde. bieden. Maar de nieuwe generatie moet het vooral op haar Hoe je daarmee omgaat, hangt ervan af hoe de patiënt zelf manier doen. Als we de patiënt maar serieus nemen in zijn of eventuele nabestaanden reageren. Het is enorm belangrijk klachten en beleving.” dat je een thuisfront hebt waarmee je het erover kunt heb- ben. En dan bedoel ik met name ook collega’s.” Hoe gaat het verder? Zwanenburg > “Als jonge arts vond ik het soms wel eenzaam. Zwanenburg > “Het is in deze tijd vrijwel onmogelijk om Ik moest bijvoorbeeld naar een groot ongeluk, maar kon zo nog fulltime dokter te zijn, want de partner van een huisarts weinig. Of ik moest over spekgladde wegen ’s nachts naar heeft ook een eigen baan. Het is de prijs voor de emancipatie een bevalling en bleef dan maar op de bank liggen wachten en die prijs is het ook waard.” tot het echt zover was. Dan dacht ik wel eens: waar ben ik Oppewal > “Het doktersvak wordt steeds meer een vak van mee bezig? Maar als het kind was geboren, wist ik meteen vrouwen, maar de meeste vrouwen willen geen tijd steken in weer zeker dat er geen leuker vak is dan huisarts.” management, de aansturing van personeel en de financiële Jonas > “Het is zwaar omdat je diep in de emotionele sfeer sores van een praktijk. Ik hoop niet dat het zo ver komt dat van mensen komt. Maar ik heb ook gezien hoe ongelooflijk zorgverzekeraars straks veel praktijken opkopen en huisartsen veerkrachtig mensen zijn. Dat heeft me nog optimistischer massaal in loondienst gaan. Het zou zorgelijk zijn als verze- gemaakt over de mens en diens mogelijkheden. Ik vond het keraars de touwtjes te veel in handen krijgen.” zwaarder om een paar jaar wethouder te zijn, wat ik ook heb Jonas > “Ik hoop dat er een eind komt aan de schaalvergro- gedaan. In de politiek worden de belangrijkste beslissingen ting. Die grote zorgcentra met huisartsen werken uiteindelijk bij hamerslag genomen en worden kleine dingen opgeblazen. niet. Huisartsen willen overzicht over hun patiënten en goe- Dat was niet mijn ding.” de collegiale relaties, geen zorgfabriek. Ik denk dat we terug moeten naar een systeem waarin huisartsen betaald worden Het vak is erg veranderd: positief of negatief? per patiënt; wellicht met een differentiatie voor moeilijker en Zwanenburg > “Een van de beste verbeteringen was de makkelijker praktijken. Maar we moeten ermee ophouden komst van de computer. Daardoor is het zoveel gemakkelij- elke handeling in rekening te brengen.” Giny Zwanenburg (1948) Waarnemer in verschillende praktijken in de omgeving van Deventer ‘Fulltime dokter zijn is nu vrijwel onmogelijk’ in beeld

Paul Jonas (1948) Huisarts in dienst van een huisarts en huisartsdocent in Leiden ‘Ik hoop dat er een eind komt aan de schaalvergroting’ Paul Schnabel

‘Ik ben geen voorstander van marktwerking in de huisartsenzorg’ LHV jubileumboek onderhuids VAN BUITEN NAAR BINNEN 67

eel patiënten zijn tegenwoordig even hoog of hoger opgeleid dan de arts. Gevolg is dat de communicatiekant van het vak, het empathisch “Vvermogen en de gespreksvaardigheden, steeds belangrijker zijn geworden. Dat zal alleen maar sterker worden. De Paul Schnabel huisarts wordt ook steeds meer van de second opinion. Zijn Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) first opinion heeft de patiënt zelf al gevormd; op basis van internet, kranten, televisie en ervaringen van zichzelf en zijn omgeving. Waar ik geen voorstander van ben, is marktwerking in de huisartsenzorg. Die is er formeel wel, maar feitelijk niet en dat is goed. Toen in mijn buurt een huisarts stopte, kreeg ik van zijn collega’s een brief dat zij geen nieuwe praktijk zouden tolereren. Dat soort kartelvorming mag officieel niet, maar ik vind zoiets wel logisch. De huisarts is een type func- ‘Huisarts tie dat vergelijkbaar is met de basisschool; die wil je gewoon in de buurt hebben. Huisartsenzorg moet je wijkgeoriënteerd organiseren, met wordt goede alternatieven om uit te kunnen kiezen. Met vrije vesti- ging is naar mijn idee niet zoveel gewonnen. Hoe de huisartsenzorg er over pakweg dertig jaar uitziet, is van de onvoorspelbaar. De bevolking veroudert en dat stelt eisen aan het huisartsenvak en aan de zorg in het algemeen. Ou- derenzorg is nu al een belangrijk deel van het huisartsenwerk second en dat zal alleen maar meer worden. Of de huisartsenopleiding al voldoende inspeelt op die ontwikkeling, kun je je afvragen. De hele geneeskundeop- opinion’ leiding is nog te veel gebaseerd op de orgaangeneeskunde voor volwassenen van tussen de 20 en ongeveer 65 jaar. Maar een groot deel van de patiëntenpopulatie bestaat straks uit mensen van boven de 70. Die hebben andere problemen: Huisartsenzorg is een instituut dat het meer chronische ziekten, meer multiple-problematiek, meer verdient om te blijven voortbestaan. Dat ‘kwetsbare-ouderenproblematiek’. Dat zal rond 2020 – als de babyboomgeneratie de 70 begint te passeren – sterker aan zegt Paul Schnabel, directeur van het de orde zijn en dat moet een aandachtspunt in de opleiding Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). zijn. Het aantal 65-plussers stijgt de komende dertig jaar van 2,5 miljoen naar meer dan 4 miljoen. Maar het zal wel wat anders gaan als De Nederlandse huisartsenzorg is een kunstmatige construc- patiënten hun mening al hebben gevormd tie. Ontstaan in de jaren vijftig als gevolg van de doelbewuste beslissing om er de poortwachter van de specialistische zorg via internet, kranten en televisie. van te maken. Was dat besluit destijds anders geweest, dan was de huisarts nu een marginale figuur, zoals in veel landen om ons heen. Het is interessant om te zien dat de eerstelijnsfunctie in internationale vergelijkingen bij bepaalde groepen patiënten juist heel slecht scoort. In kringen van ‘expats’ bijvoorbeeld is het een veelgehoorde klacht dat je hier niet zomaar naar een specialist kunt. Maar Nederland is een van de toplanden in de wereld op het gebied van huisartsgeneeskunde en ik denk dat het een instituut is dat het alleszins verdient om te blijven voortbestaan: minder onnodige zorg, minder zie- kenhuisopnames. De huisartsenzorg heeft zijn bestaansrecht meer dan bewezen.” 68

Paul Smits (1960) Huisarts in Zoetermeer

ijdens mijn studie geneeskunde dacht ik: als er iets leukers voorbij- ‘‘ T komt dan huisarts ga ik dat doen, maar dat was niet het geval. Dit vak is breed, biedt een hoge mate van autonomie en contact met de mensen. Je kunt zelf tot een hoog niveau behandelen. Dat vind ik interessanter dan gedetailleerde kennis van ingewikkelde ziektebeelden.

Het enige waar ik me zorgen over maak, is het financiële kader. We hebben net fors geïnvesteerd in de praktijk, en dan is het zorgelijk of dat wel betaalbaar blijft. Maar verder zie ik vooral een mooie toekomst voor ons weggelegd. Wij kunnen met beperkte middelen een groot deel van de medische problemen oplossen. Reden genoeg om in de eerste lijn te investeren.

Ik ben als arts ook verbonden aan de jus- titiële inrichting in Zoetermeer. Dat vind ‘Met beperkte ik een heerlijke aanvulling op mijn eigen praktijk. Het is een andere populatie met een geheel eigen problematiek: veel versla- middelen veel vingszorg en psychiatrische problemen. Dat los je niet allemaal even op. Maar je kunt medische wel kleine stukjes oplossen en mensen een beetje op weg helpen. We hadden hier ooit een Surinaamse bosneger die nog nooit een problemen dokter had gezien. Die ging na 1 jaar de ge- vangenis uit met een bril en een gebitspro- these, helemaal opgeknapt. Dan heb je toch oplossen’ een beetje invloed op iemands leven.” LHV jubileumboek onderhuids wat een vak! 69 quote

Oud-profvoet- baller Willem van Hanegem LHV jubileumboek onderhuids de praktijk 71

Wachten met sterven

MARIETTE HAMAKER, bijna 40 jaar huisarts, werkzaam in Amsterdam.

p een zondagmorgen dat zijn borst gedrukt om te zien of ik daarmee zijn ik dienst had, omstreeks hart op gang kon krijgen, maar toen dat niet lukte 1980, had ik een 78-jarige ben ik naast hem op de grond gaan zitten om te man aan de telefoon. Hij wachten tot het leven verder uit hem weggleed, had pijn op zijn borst, was een soort van verstilling die pas na enige tijd benauwd en misselijk en intrad. Ik meende er goed aan te doen zomaar in transpireerde. Zijn hele ver- zijn nabijheid te zijn, hem niet alleen te laten. haal leek duidelijk op een hartinfarct. Hij woonde Een poosje later, het zal een minuut of zeven niet ver weg, dus ik was er snel. Ik moest even geduurd hebben, kwam iemand het huis bin- Owachten voor er opengedaan werd, en zo voor die nen. Het bleek zijn schoonzuster te zijn, die hij deur vroeg ik me af of hij wel open kon doen. kennelijk ook gebeld had toen hij zich niet lekker Hij had zelf gebeld, mogelijk woonde hij alleen. voelde, en die een sleutel van zijn huis had. Ik heb Dat was ook zo, toen de deur eindelijk openging, haar mijn verhaal verteld, zij was teleurgesteld dat stond er een rijzige keurige heer voor me, die mijn ik niets had kunnen bereiken. Ik geloof dat ik heb jas aanpakte en op een haakje op de kapstok hing. gewacht tot er meer familieleden waren en toen Hij liet me voor gaan naar de woonkamer, bood ben ik weer verder gegaan met mijn dienst. me een stoel aan, wilde toen zelf gaan zitten, maar Ik heb het ervaren alsof de man gewacht had tot hij kwam half naast de stoel neer, zakte verder in er iemand bij hem was om te kunnen sterven. elkaar en was overleden. Ik kon nog net voorko- Hoe vreemd dat ook klinkt, zo is het op mij over men dat hij zich niet bezeerde aan een uitstekend gekomen. Mensen kunnen hun moment van kastje. sterven niet zelf bepalen, of toch wel? Er zijn Wat kon ik doen? Daar zat ik, bij een onbekend zoveel van deze verhalen te vertellen waarbij het mens, in mijn eentje. In die tijd was 78 jaar een de indruk maakt dat mensen zelf kiezen wanneer heel respectabele leeftijd, zo keek ik daar ook het leven voorbij mag zijn. tegen aan. Wat te doen? Ik heb een keer of tien op 72 colofon

‘Onderhuids’ is een eenmalige uitgave ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de Landelijke Huisartsen Vereniging (lhv). De lhv is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Deze uitgave geeft een beeld van het werk en de opvattingen van de Nederlandse huisarts.

Concept en realisatie Hoeksjan Redactie en Communicatie Amstelveen

Ontwerp en vormgeving Curve bno, mags and more Haarlem

Projectbegeleiding Marieke ten Dam Yvonne Kok

Teksten Peter Boorsma, Corien Lambregtse, Petra Pronk, Roel Smit, Els Wiegant

Beeld Chris Bonis - Rotterdam, Eline Hensen - Haarlem, Casper Rila - Rotterdam

Illustraties Art Associates - Amsterdam/Cristina Guitian

lhv Postbus 20056 3502 lb Utrecht t. (030) 282 3723

ISBN/EAN 978-90-818307-0-6

portret van de Nederlandse huisarts

Een speciale uitgave ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)