De Adoptie Van Wijken
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De adoptie van wijken Een evaluatie van ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’ Godfried Engbersen Erik Snel Jan de Boom De adoptie van wijken Een evaluatie van ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’ G. Engbersen, E. Snel, J. de Boom Rotterdam: Erasmus Universiteit/ RISBO Contractresearch BV mei 2007 © Copyright RISBO Contractresearch BV. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van het Instituut. Inhoudsopgave Inhoudsopgave .................................................................................i Voorwoord ...............................................................................iii Hoofdstuk 1 Nieuwe Coalities voor de Wijk..................................1 1.1 De wijk in! ...................................................................................1 1.2 Nederland verandert .....................................................................1 1.3 Licht ontvlambare wijken? .............................................................3 1.4 Nieuwe Coalities voor de Wijk ........................................................4 1.5 Vraagstelling en opzet van de studie ...............................................8 Hoofdstuk 2 Het grotestedenbeleid............................................11 2.1 Inleiding.................................................................................... 11 2.2 Kleine geschiedenis van het Nederlandse grotestedenbeleid............. 11 2.3 Kenmerken van het grotestedenbeleid........................................... 13 2.4 Effecten van het grotestedenbeleid ............................................... 17 2.5 Over de noodzaak van Nieuwe Coalities voor de Wijk ...................... 22 Hoofdstuk 3 De dertien adoptiewijken in beeld..........................25 3.1 Inleiding.................................................................................... 25 3.2 Demografie................................................................................ 27 3.3 Onderwijs en arbeid.................................................................... 29 3.4 Inkomen en uitkeringen .............................................................. 32 3.5 Wonen ...................................................................................... 34 3.6 Leefsituatie en Veiligheid ............................................................. 35 3.7 Samenvatting............................................................................. 38 Hoofdstuk 4 De betekenis van lokale kennis ..............................41 4.1 Inleiding.................................................................................... 41 4.2 Lokale onmacht.......................................................................... 42 4.3 Lokaal kennispotentieel ............................................................... 45 4.4 Conclusie................................................................................... 47 i Inhoudsopgave Hoofdstuk 5 Implementatie .......................................................49 5.1 Inleiding.................................................................................... 49 5.2 Institutionele belemmeringen bij de landelijke overheid................... 51 5.3 Institutionele belemmeringen op lokaal niveau ............................... 54 5.4 Conclusie................................................................................... 57 Hoofdstuk 6 Bewonersparticipatie .............................................59 6.1 Inleiding.................................................................................... 59 6.2 Afwezige bewoners ..................................................................... 62 6.3 Conclusie................................................................................... 65 Hoofdstuk 7 Grenzen aan de gebiedsgebonden aanpak .............67 7.1 Inleiding.................................................................................... 67 7.2 Schakelen tussen schaalniveaus ................................................... 70 7.3 Conclusie................................................................................... 74 Hoofdstuk 8 De toekomst van het grotestedenbeleid.................75 8.1 Inleiding.................................................................................... 75 8.2 De noodzaak van een breed sociaal beleidsoffensief: wonen, werken, weten en veiligheid..................................................................... 75 8.3 Positieve functies en onbedoelde effecten van het adoptiebeleid ....... 79 8.4 De complexiteit van het grotestedenbeleid..................................... 81 8.5 Lessen voor het grotestedenbeleid en de 40 wijken aanpak ............. 84 Literatuur ..............................................................................91 Bijlage 1 ..............................................................................97 Bijlage 2 ............................................................................101 Bijlage 3: Definities ........................................................................107 ii Voorwoord Voor u ligt een wetenschappelijke analyse van het project ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’. In 2006 togen dertien ‘adoptieteams’ bestaande uit een wethouder, een hoge ambtenaar (DG) van de landelijke overheid en een onafhankelijke deskundige de wijk in om te pogen bij te dragen aan het oplossen van vaak brandende problemen in deze stadswijken. De adoptieteams werden daarbij ondersteund door een lid van het kabinet, een ‘adoptieminister’. Onze analyse is geen wetenschappelijke evaluatie van dit project in de strikte zin van het woord, in de zin dat de effecten van het project worden gemeten en vergeleken met de gang van zaken in vergelijkbare wijken waar geen adoptieteams aanwezig waren. Wel beogen we met onze rapportage de ervaringen van de adoptieteams in kaart te brengen en te beschrijven. Bovendien was ons gevraagd om de ervaringen van het project ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’ in verband te brengen met de nationale en internationale literatuur over stedelijk beleid. Vandaar dat ons verhaal niet beperkt blijft tot de dertien adoptiewijken, maar soms ook gaat over het Nederlandse grotestedenbeleid en vergelijkbaar stedelijk beleid buiten onze landsgrenzen (met name in de Verenigde Staten). Wij willen de volgende personen bedanken voor hun medewerking aan ons onderzoek: mw. Annet Bertram (directeur-generaal Wonen van het ministerie van VROM en onze directe opdrachtgever) en de leden van het projectbureau ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’: mw. Quirine Diesbergen, mw. Paulien van der Hoeven en dhr. Ton van Gestel. Wij danken hen voor alle informatie die ze ons hebben gegeven en voor hun bereidheid om met ons van gedachten te wisselen over het project. Tevens bedanken wij Harry Jansen, Arjen Verweij, Han Kleefstra (allen werkzaam bij VROM) en Pépin Cabo (BZK) voor het beschikbaar stellen van statistische gegevens, waarmee wij in hoofdstuk 3 van onze studie een cijfermatig beeld konden schetsen van de dertien adoptiewijken. Rotterdam, 3 mei 2007 Godfried Engbersen Erik Snel Jan de Boom iii Hoofdstuk 1 Nieuwe Coalities voor de Wijk 1.1 De wijk in! In de voorbije jaren zijn politici en bestuurders met grote regelmaat aangemoedigd om ‘de wijk’ in te gaan. De idee was dat politici en bestuurders de alledaagse problemen in arme, vaak multiculturele wijken te lang hadden genegeerd, met grote politieke gevolgen voor het lokale en nationale politieke landschap in Nederland. Toch is die ‘wijkgedachte’ geen recent gegeven. Al meer dan vijftig jaar kent Nederland een sterke fascinatie voor de wijk als aangrijpingspunt voor integratiebeleid (vgl. Burgers, 1976; Duyvendak, 2006). Dat gold meer dan vijftig jaar geleden toen deskundigen discussieerden over de moderne stadswijk als integratiekader en dat geldt vandaag de dag wanneer politici en bestuurders hun zorgen uiten over slechte situatie in een groot aantal stadswijken. Het project ‘Nieuwe Coalities voor de Wijk’ past in deze Nederlandse traditie van aandacht voor de wijk. Toch is de situatie afwijkend van de jaren veertig en vijftig. Toen ging het vooral over de belofte van de toekomst, nu staat vooral de hardnekkigheid van diverse sociale problemen centraal. Deels gaat het om klassieke vraagstukken van onderwijsachterstand, werkloosheid en een slechte woningvoorraad, deels om nieuwe vraagstukken van integratie. Het relatief homogene, industriële Nederland van de jaren vijftig is een heterogene, postindustriële samenleving geworden. De overzichtelijke samenleving van de jaren vijftig is verdwenen en dat heeft grote gevolgen gehad voor de sociale structuur en sociale problemen van wijken. 1.2 Nederland verandert In de afgelopen decennia zijn de internationale migratiebewegingen naar Nederland van karakter veranderd. Na de Tweede Wereldoorlog was aanvankelijk sprake van een relatief overzichtelijke migratie richting Nederland. Eerst was er de komst van migranten uit het voormalig Nederlands-Indië (en de Molukse eilanden). Later kwam de 1 Hoofdstuk 1 gastarbeidersmigratie op gang (vooral vanuit Turkije en Marokko), gevolgd door de (post)koloniale migratie vanuit Suriname en de Nederlandse Antillen. Deze arbeidsmigratie en postkoloniale migratie entameerden vervolgens een omvangrijke familiemigratie (gezinshereniging en gezinsvorming). Dit patroon van migratiebewegingen wordt vanaf het einde van de jaren tachtig doorbroken door een groeiende stroom van asielzoekers.