Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat. Nederland en het Wereldkampioenschap 1978 in Argentinië

Masterscriptie MA Geschiedenis van de Internationale Betrekkingen Begeleider: Dhr. dr. N.G. Pas Tweede lezer: Dhr. dr. R. van der Maar Student: Koen Snijders Studentnummer: 10264701 Datum: 16-06-2016

1

Inhoud Samenvatting ...... 4

Introductie ...... 6

Volksfeest van een junta ...... 9

Op- en afgang van het Peronisme ...... 9

Proceso de Reorganización Nacional ...... 10

Operatie Condor ...... 10

WK voetbal als politiek middel ...... 11

Junta en de pers ...... 14

Opkomst van mensenrechten op de politieke agenda ...... 15

Bloed aan de Paal! Maatschappelijk Protest tegen het WK ...... 18

Roep om aandacht ...... 18

Bram en Freek ...... 20

SKAN: bewustzijn kweken onder Nederlanders ...... 23

De vakbond spreekt zich uit ...... 24

Kein geloel, Fussball spielen: De KNVB reageert ...... 27

Sportief succes ...... 27

Stellingname ...... 28

Rond de tafel ...... 29

“Ik oefen daar mijn beroep uit” ...... 30

Sympathie, steun en kritiek: Den Haag en het WK 1978 ...... 34

Huiverig ...... 34

PvdA: interne strijd ...... 35

Buitenlandse steun ...... 37

Steun van de Radikalen ...... 39

Door en door fatsoenlijk ...... 40

Langs de zijlijn ...... 43

2

Geen steun van de regering ...... 46

Uit handen van een dictator ...... 48

Conclusie ...... 51

Bibliografie ...... 56

Secundaire literatuur ...... 56

Televisie ...... 57

Primaire bronnen ...... 57

Krantenartikelen ...... 60

Amigoe ...... 60

De Leeuwarder Courant ...... 60

De Telegraaf ...... 60

De Waarheid ...... 61

Het Vrije Volk ...... 61

NRC Handelsblad ...... 61

Nieuwsblad van het Noorden ...... 62

Trouw ...... 62

3

Samenvatting Deze masterscriptie richt zich op de maatschappelijke, sportieve en politieke discussie in Nederland rondom deelname aan het Wereldkampioenschap 1978 in Argentinië. Jorge Videla gebruikte de organisatie van het toernooi om zijn regime na de staatsgreep van 1976 van meer legitimiteit te voorzien en de verbondenheid van Argentinië te tonen. Daarnaast probeerde hij de opkomende kritiek met betrekking tot mensenrechtenschendingen naar de achtergrond te drijven. In Nederland ontstond aan de hand van Neerlands Hoop van Freek de Jonge en Bram Vermeulen en hun ‘Aktie Argentinië’ een breed sociaal protest dat zich richtte op een boycot van het WK door het Nederlandse team. Organisaties als Amnesty International en SKAN sloten zich aan bij de actie en vroegen de KNVB en de politiek op om een statement te maken en zich door middel van een boycot van het WK uit te spreken tegen de mensenrechtenschendingen in Argentinië. Ondanks het protest besloot de KNVB af te reizen naar Zuid-Amerika om deel te nemen aan het toernooi. Daarmee volgde de voetbalbond het beleid van de FIFA. Ook de Nederlandse regering was niet tegen deelname van het Nederlands elftal. Binnen veel Nederlandse politieke partijen was discussie over stellingname ten opzichte van de boycotactie. Zo sloot de PvdA zich na ingrijpen van de jongerenafdeling van de partij aan bij de actie, maar viel de steun in de praktijk tegen. De regering hield zich onder van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw zoveel mogelijk buiten de discussie. De KNVB vroeg de overheid om extra veiligheidspersoneel en een persvoorlichter vanuit het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar kreeg van de Minister nul op het rekest. Deelname was volledig de verantwoordelijkheid van de KNVB volgens de regering. Er werd, op verzoek van de voetbalbond, advies gegeven over de opstelling van de afvaardiging in Argentinië, maar continu werd benadrukt dat dit advies een geheel vrijblijvend karakter had. De regering zag uit angst voor de publieke reactie af van het sturen van een eigen afvaardiging. Binnen dit onderzoek is gebruik gemaakt van archieven van de Eerste en Tweede Kamer, het Kabinet minister-president, de KNVB, de PvdA, het ministerie van Buitenlandse Zaken en verscheidene kranten. De casus Argentinië biedt mogelijkheden om beter te kijken naar specifieke ontwikkelingen binnen de jaren ’70 als sociaal activisme en mensenrechten en kijkt tegelijkertijd naar de lastige relatie tussen sport en politiek in Nederland. Deze relatie is, afgaand op evenementen als de Olympische Spelen in Beijing en Sotsji en het mensenrechtendebat rond die toernooien, nog altijd zeer relevant.

4

5

Introductie Vanaf eind jaren ’60 kwamen in Zuid-Amerika vele militaire regimes aan de macht. Midden in de Koude Oorlog, met de angst voor communisme op het hoogtepunt, greep het leger in meerdere landen in om het communisme en socialisme in te dammen. In Argentinië kwam in 1976 Generaal Jorge Videla aan de macht na enkele jaren van onrust, waarin Isabel Peron het niet voor elkaar kreeg om de situatie van Argentinië op maatschappelijk en economisch gebied te stabiliseren. Gelijk na zijn aantreden begon Videla met een oorlog tegen ‘links terrorisme’: El Proceso. Onder deze ‘linkse terroristen’ vielen niet alleen overtuigde communisten, maar iedereen die enigszins socialistische denkbeelden had. Opeens moesten vakbondsleden, professoren en journalisten vrezen voor hun welzijn. Er werd door de junta geen middel geschuwd en mensenrechten werden volop geschonden. Arrestaties, ondervragingen, martelingen en verdwijningen waren aan de orde van de dag. In dit land was ook het Wereldkampioenschap voor 1978 gepland. En het zou uitgroeien tot een van de hoogste prioriteiten van het regime van Videla. Het was een uitgelezen kans om de legitimiteit van de junta en de verbondenheid van het Argentijnse volk te tonen. Daarnaast kon de aandacht afgeleid worden van de groeiende kritiek op de mensenrechtenschendingen in het land. In Nederland ontstond aan het begin van 1978 de matschappelijke ‘Aktie Argentinië’, bedacht door Freek de Jonge en Bram Vermeulen, die het niet konden verkroppen dat Nederland door deelname aan het WK onderdeel zou worden van de propaganda van het Videla-regime en af zou reizen naar een land waar de mensenrechten werden geschonden. Al snel raakten ook de KNVB en de politiek betrokken bij het debat en moesten zich uitspreken. De discussie in Nederland, die breed werd gevoerd, is het onderwerp van deze scriptie. De belangrijkste vraag die wordt behandeld is dan ook: Hoe zag de maatschappelijke, sportieve en politieke discussie in Nederland rondom deelname aan het Wereldkampioenschap voetbal 1978 in Argentinië er uit? In vier verschillende hoofdstukken zal een uitgebreide weergave van de discussie weergegeven worden die Nederland in de eerste helft van 1978 in zijn greep hield. Het eerste hoofdstuk staat in het teken van kadervorming. Op compacte wijze wordt een achtergrond geschetst van de gebeurtenissen in Argentinië in de jaren voor het WK. Het is belangrijk om te weten hoe de situatie in Argentinië, waar zoveel kritiek op ontstond, er uit zag en hoe die ontstaan was. Daarnaast wordt in het eerste hoofdstuk gekeken naar de opkomst van mensenrechten op de maatschappelijke en politieke agenda. Dankzij organisaties

6 als Amnesty International werden de mensenrechten in de jaren ’70 een belangrijk opkomend thema, maar hun plaats in de samenleving en politiek was vaak onduidelijk. In het tweede hoofdstuk wordt de opkomst van de maatschappelijke discussie beschreven. Neerlands Hoop zal een belangrijke plaats innemen, maar ook actiegroepen en andere betrokken organisaties worden behandeld. Zo was Amnesty International belangrijk, naast organisaties als het Solidariteitskomité Argentinië-Nederland (SKAN) en het CLAT. Juist de combinatie van de bekendheid van Neerlands Hoop en de inhoudelijke kennis van dergelijke organisaties maakten van de Aktie Argentinië de beweging die het was. Vervolgens zal gekeken worden naar de reactie van de KNVB op de discussie die losbarstte. De voetbalbond voelde de druk vanuit de maatschappij om zich uit te spreken en om actie te ondernemen. Maar kon van een voetbalbond verwacht worden dat zij zich met zulke politiek gevoelige zaken bezig moest houden? Daarnaast werd er druk gezet op de spelers van het Nederlands elftal om met een statement te komen, terwijl zij alleen hun sport wilde beoefenen. Het elftal werd bovendien geleid door bondscoach , die zijn eigen mening had en niet bang was deze te verkondigen. In het afsluitende hoofdstuk staat de Nederlandse politiek centraal. Niet alleen de regering raakte namelijk betrokken bij de discussie rond het WK, ook binnen partijen ontstond debat over het toernooi en de actie van Neerlands Hoop. De VVD kreeg te maken met Kamerleden die het niet eens waren met het partijstandpunt, terwijl de jongerenafdeling van de PvdA zich verzette tegen de stellingname van de partijtop. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de rol en positie van minister van Buitenlandse Zaken Chris van der Klaauw in het debat. Ook ontstond er discussie over de rol en uitspraken van de Nederlandse ambassadeur in , Donore van den Brandeler. Veel informatie die gebruikt wordt in deze scriptie komt uit verschillende archieven in Nederland. Voor informatie over maatschappelijke discussie is krantenonderzoek gedaan via de online database van de Koninklijke Bibliotheek, Delpher. Kamerhandelingen uit de Eerste en Tweede Kamer zijn bestudeerd om het Kamerdebat te bekijken. Het partijarchief van de PvdA bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) is bestudeerd om de interne strijd in die partij een plaats te kunnen geven. In Den Haag zijn bij het Nationaal Archief de archieven van de KNVB en Kabinet minister-president bestudeerd en bij het ministerie van Buitenlandse Zaken is het archief ingezien voor meer informatie over het regeringsstandpunt en informatie over ambassadeur Van den Brandeler. Dankzij deze uitgebreide selectie aan archiefmateriaal is het gelukt om een zeer duidelijke weergave te geven van de discussie die breed gevoerd werd in Nederland.

7

Dit onderzoek gaat specifiek dan wel over het Wereldkampioenschap van 1978, veel aspecten zijn tegenwoordig nog net zo relevant als destijds. Het geeft een inkijk in ontwikkelingen binnen de jaren ’70 als de opkomst van maatschappelijk activisme en de opkomst van mensenrechten op de maatschappelijke en politieke agenda. Ook tegenwoordig wordt sport gebruikt door landen om politieke doeleinden te bereiken, denk aan China en de Olympische Spelen in Beijing, Rusland en de Olympische Spelen in Sotsji. Daarnaast zullen wederom Rusland en Qatar de organisatie van het WK voetbal ongetwijfeld gebruiken om hun natie zo rooskleurig mogelijk weer te geven en de aandacht af te van andere aspecten. Critici zullen op hun beurt de grootse evenementen aangrijpen om extra aandacht op hun doel te vestigen. Net als Neerlands Hoop zullen zij de aandacht voor het toernooi gebruiken om een debat te laten ontstaan. Dit was in 1934 zo toen Italië in eigen land Wereldkampioen werd en Mussolini zijn volk verenigde en twee jaar later toen Hitler de Spelen in Berlijn gebruikte voor politieke doeleinden. Het was zeker het geval toen het Wereldkampioenschap in 1978 plaats vond in een Argentinië dat wel wat goede PR kon gebruiken.

8

Volksfeest van een junta Het Wereldkampioenschap voetbal vond plaats in een onrustig Argentinië. De politieke situatie in Argentinië, waar in 1976 Isabel Perón werd afgezet en een militair rechts regime aan de macht kwam, was niet nieuw voor het land. Argentinië bevond zich al decennialang in politieke onrust. Vanaf juni 1943 tot juni 1966, een maand voordat het WK aan Argentinië werd toegewezen, vonden maar liefst zes coups plaats en wisselden socialistische en autoritaire regeringen elkaar in rap tempo af.

Op- en afgang van het Peronisme In die ruim twee decennia waren er twee sterke politiek krachten in Argentinië: het leger en het Peronisme. Het Peronisme, door grondlegger Juan Domingo Perón zelf omschreven als een derde weg naast communisme en kapitalisme, stond bekend om zijn antiamerikanisme en anti-Britse sentiment en ging uit van een sterk nationale economie en nationaal gevoel.1 Juan Perón was in 1943 al betrokken geweest bij de machtsgreep van , maar pas in 1946 kwam hij zelf via indirecte verkiezingen aan de macht als president. Na herverkiezing in 1952 werd hij in 1955 uiteindelijk zelf ook door een staatsgreep afgezet.2 In de volgende tien jaar werd het Peronisme vaak als verboden aangemerkt en namen in Argentinië de verschillen tussen het liberalisme en het socialisme sterk toe. Verschillende socialistische presidenten kwamen aan de macht, die vervolgens werden afgezet door militaire coups. De vele machtswisselingen zorgden voor een instabiele economie in het land en stijgende terreur tussen de verschillende partijen. In juni 1966 kwam tijdens de revolución Generaal Juan Carlos Onganía aan de macht. De machtsgreep zou een periode inluiden waarin de verschillen tussen links en rechts verder groeiden. Na een onrustige periode werd Alejandro Lanusse in 1971 als president aangesteld om het land een meer democratische koers te laten varen. In 1973 later werden de eerste vrije verkiezingen gehouden in Argentinië sinds 1960. Deze werden gewonnen door Hector Cámpora, die dienst deed als stroman van oud-president Perón. Later dat jaar keerde Perón uiteindelijk terug als president van Argentinië. Zijn doel als president werd om de kloof tussen links en rechts in het land te dichten.3 Hij zou hier niet in slagen, omdat hij ruim een jaar na zijn aantreden op 1 juli 1974 stierf. Onder de leiding van zijn

1 Cavendish, Richard, ‘Juan Peron overthrown. September 19th, 1955, History Today 55 (2005) afl. 9, p. 53. 2 Idem. 3 Lewis, Paul H., Guerillas and Generals. The “” in Argentina (Westport 2002) p. 97. 9 opvolgster en weduwe Isabel Perón ging het snel bergafwaarts in Argentinië, waar de inflatie met tientallen procenten per jaar toenam. Links en rechts kwamen nog meer tegenover elkaar te staan en de terreur in het land nam explosief toe. Vele linkse groeperingen wilde het machtsvacuüm gebruiken om met grof geweld de macht in Argentinië te grijpen. Vele aanslagen en bombardementen van volgden om dit te verwezenlijken, maar uiteindelijk greep het leger hardhandig in.

Proceso de Reorganización Nacional Op 24 maart werd Isabel Perón door middel van een militaire staatsgreep afgezet door een junta, gevormd door de leiding van het leger, de luchtmacht en de marine. Als president werd Generaal Jorge Videla naar voren geschoven. werd in 1925 geboren in Mercedes, een kleine plaats iets ten oosten van Buenos Aires.4 Hij groeide op in een familie met een rijk verleden binnen het leger en de politiek. Zelf werkte hij zich in rap tempo op binnen het leger, studeerde aan de militaire universiteit in Argentinië en werd hoofd van de militaire opleiding. Vanaf 1970 tot de coup werkte hij zich van brigadegeneraal op tot leider van het Argentijnse leger. In 1975 benoemde Isabel Perón hem onder zware druk van de militaire top tot legerleider van Argentinië. Binnen het leger ontstond het plan om de macht in het verdeelde Argentinië over te nemen, de incapabele Perón te stoppen en de rust op zowel politiek als economisch gebied terug te laten keren. Vooral de politieke situatie en de acties van linkse terroristen waren de junta een doorn in het oog. De junta begon gelijk na zijn aantreden het proceso de reorganización nacional. Een felle strijd tegen wat Videla 'links terrorisme’ noemde brandde los. Wat Videla en zijn medestanders als terrorisme omschreven was een breed begrip. In de praktijk kwam het erop neer dat vrijwel iedereen die zich verbonden tot socialistisch gedachtegoed gevaar liep. Dit waren dus niet alleen mensen die aangesloten waren bij een communistische partij, maar ook arbeiders die bij een vakbond aangesloten waren of studenten en professoren van de vele universiteiten.

Operatie Condor De oorlog tegen links terrorisme voerde Videla niet alleen. Samen met vele andere Zuid- Amerikaanse rechtse militaire regimes werd aan het eind van 1975 Operatie Condor in het

4 Arcenaux, C.L., ‘Institutional Design, Military Rule, and Regime Transition in Argentina (1976-1983). An Extension of the Remmer Thesis’, Bulletin of Latin American Research 16 (1997) afl. 3, p. 329-30. 10 leven geroepen. Het Condorsysteem was een samenwerking van rechtse autoritaire regimes die in Zuid-Amerika, voornamelijk in de jaren ’70, aan de macht waren gekomen. Condor richtte zich op de opsporing van links terroristen door heel Zuid-Amerika en het verkrijgen van informatie. In de praktijk kwam Operatie Condor neer op een zeer intensieve samenwerking van de verschillende inlichtingendiensten. Operatie Condor werd bedacht door de Chileense president Augusto Pinochet en Manuel Contreras, de leider van de Chileense geheime dienst DINA.5 In november 1975 kwamen afgevaardigden van de inlichtingendiensten DINA (Chili), SIDE (Argentinië), La Téchnica (Paraguay) en SNI (Brazilië) in Santiago, Chili, bij elkaar om de opzet van de Condor te bespreken.6 De situatie in Argentinië was een van de directe aanleidingen om Condor op te zetten. De Movimento de Izquierda Revolucionario (MIR), de Chileense communistische partij, was na de staatsgreep van Augusto Pinochet in 1973 vrijwel geheel verdreven uit Chili. Zij waren, net als vergelijkbare organisaties uit Paraguay en Brazilië, uitgeweken naar Buenos Aires. Tezamen riepen deze organisaties de Junta Coordinador Revolucionario (JCR) in het leven, die de strijd aan moest gaan met de militaire regimes in Zuid-Amerika.7 Manuel Contreras vond met Condor de manier om deze groeperingen ook buiten de Chileens grenzen te bestrijden. De heftigheid waarmee de strijd tegen links terrorisme gelijk na de staatsgreep losbarstte in Argentinië is met deze ontwikkelingen in het achterhoofd niet verwonderlijk. Videla kon gelijk na zijn aantreden gebruik maken van een opsporingsdienst die als een huist stond. In Argentinië verdwenen in de jaren ’70 ruim 30.000 mensen. Vele tienduizenden meer werden opgepakt, ondervraagd en vaak gemarteld. De beginperiode van het Videla-regime staat bekend als de meest heftige periode in El Proceso. Juist de kracht waarmee het regime van start ging zorgde voor fel, wereldwijd, protest tegen de junta. Om de protesten te weerleggen had Videla iets nodig om het Argentijnse volk te verenigen en tegelijkertijd zijn regering van legitimiteit te voorzien.

WK voetbal als politiek middel Vlak na het begin van El Proceso nam de junta ook de organisatie van het Wereldkampioenschap voetbal van 1978 over. Het toernooi zou al snel uitgroeien tot een van

5 Dinges, John, The Condor Years. How Pinochet and His Allies Brought Terrorism to Three Countries (New York 2004) p. 10. 6 Dinges, The Condor Years, p. 10. 7 Ibidem, p. 89. 11 de hoogste prioriteiten van Videla. Oorspronkelijk lag de organisatie van het toernooi in handen van Generaal Omar Actis, voorzitter van het organisatiecomité EAM’78 (Ente Auquártico Mundial 1978). Actis werd in augustus 1976 geliquideerd, naar verluid omdat hij het oneens was met de manier waarop zijn vicepresident en onderdeel van de junta, Generaal Carlos Lacoste, het toernooi vorm wilde geven.8 De opvolger van Actis, Luis Merlo, was niet in staat om de organisatie goed te leiden, waardoor Lacoste zelf aan de leiding kwam te staan van de organisatie. Onder Lacoste ontwikkelde het WK zich al snel tot een eerste deadline van het Videla-regime. Het WK was de optimale manier om de hele wereld te laten zien hoe goed Argentijnen het onder de supervisie van Videla hadden. Een nieuwe wet zorgde ervoor dat het toernooi een nationaal belang werd waardoor vrijwel grenzeloze investeringen mogelijk werden en import voor het toernooi niet belast werden.9 Het WK voetbal was voor de junta bij uitstek geschikt om het Argentijnse volk te verenigen onder de nieuwe regering. De sport was voor vele Argentijnen een belangrijk onderdeel van hun nationale identiteit en iets wat hen onderling bond. Eduardo Archetti, een Argentijns historicus, heeft veel geschreven over de morele ambivalentie die te herkennen was bij veel Argentijnen ten opzichte van het WK. Hoe men ook over de junta dacht, voor veel mensen waren het toernooi en de goede prestaties van het Argentijnse team toch reden voor oprechte vreugde.10 Juist die ambivalentie en de kracht van voetbal in het Argentijnse nationale gevoel was voor Videla de reden om het toernooi te gebruiken om de eensgezindheid van zijn volk aan de wereld te tonen. Het bijzondere van sport is dat het, in tegenstelling tot de meeste andere aspecten van culturen, te meten valt. Alle deelnemende partijen zijn gebonden aan dezelfde regels. Dit zorgt ervoor dat er daadwerkelijk iemand als winnaar eindigt. Natuurlijk benadert iedere deelnemer een toernooi op zijn eigen manier, maar er is een duidelijk kader waarbinnen landen beoordeeld worden.11 Juist die nationale prestige maakt sport zo aantrekkelijk voor overheden om te gebruiken. Dat dit een behoorlijk prijskaartje had in het geval van Argentinië nam Videla op de koop toe. In totaal investeerde de Argentijnse overheid ruim 650 miljoen gulden in de organisatie van het toernooi. Het overgrote merendeel van dit geld werd gebruikt om

8 Duke, Vic en Liz Crolley, Football, Nationality and State (Londen 2014) p. 112. 9 SKAN, Argentinië Bulletin no. 2 (1977), Kabinet Minister President, Nationaal Archief, Den Haag, 2.03.01, 10698. 10 Archetti, Eduardo P., ´Argentina 1978. Military Nationalism, Football Essentialism, and Moral Ambivalence’, p. 133-147, in Tomlinson, Alan en Christopher Young ed., National Identity and Global Sports Events. Culture, Politics, and Spectacle in the Olympics and the Football World Cup (New York 2006) p. 140/1. 11 Keys, Barbara J., Globalizing Sport. National Rivalry and international Community in the 1930s (Cambridge 2013) p. 37. 12 buitenlandse bedrijven in te huren. Zo werd 20 miljoen gulden uitgetrokken om het Amerikaanse reclamebureau Burson-Marsteller in te huren dat belast werd met de taak de communicatiestrategie in aanloop naar het toernooi te bepalen. Er werden speciale informatiepakketten samengesteld voor buitenlandse journalisten met positieve informatie over Argentinië en de organisatie van het toernooi.12 Ook enkele Duitse bedrijven profiteerden van de financiële injectie van de junta. Zo werd onder andere Siemens benaderd om ervoor te zorgen dat het WK van 1978 het eerste in de geschiedenis zou worden dat overal op de wereld in kleur te volgen zou zijn.13 Hermann Neuberger, voorzitter van de Duitse voetbalbond (DFB) en het organisatiecomité van de FIFA, was dan ook zeer tevreden met de voortgang van de organisatie: “Hoe men ook de politiek bekijkt, voor ons hebben zij grote voordelen gebracht… Wij hebben daardoor in ieder geval een partner met doorzettingsvermogen gekregen die ook over de zo nodige financiële middelen beschikken.”14 Lacoste was op zijn beurt zeer tevreden met de Duitse hulp: “Wij krijgen van ginds iedere gewenste hulp. De Duitsers zijn hier geweest en wij hebben in Duitsland gekeken.” Critici lieten niet na te melden dat het zogenaamde doorzettingsvermogen van de organisatie niet alleen te zien was aan de voorbereidingen op het WK, maar ook aan de tienduizenden vermissingen in het land.15 Naar aanleiding van de band tussen de Duitse regering, voetbalbond en het Argentinië heeft altijd het idee bestaan dat de DFB actief achter de acties van de junta heeft gestaan en Videla hierbij gesteund heeft. Nils Havemann, politicoloog en historicus gericht op sportgeschiedenis, probeerde deze mythe in een artikel uit 2014 te ontkrachten. Door de nauwe banden tussen de Duitse regering en de Argentijnse junta was het voor de DFB onmogelijk om zich kritisch op te stellen. Dit zou de bond op kritiek vanuit de regering komen te staan. Neuberger verklaarde dit als volgt: “In this discussion, the German Football Association stressed the global necessity to fight for the observation of human rights. But it asked them to consider that it would be an excessive demand for a sports organisation to be expected to exert an influence on political governments with the appearance and performance of the national team. With regard to the friendly attitude of the German government towards Argentina, it explained that sports cannot do the work of politicians and solve problems which

12 SKAN, Argentinië Bulletin no. 2 (1977), Kabinet Minister President, Nationaal Archief, Den Haag, 2.03.01, 10698. 13 Idem. 14 Idem. 15 Idem. 13 remain unsolved on the diplomatic field.”16 Of Havemann slaagt in het ontkrachten van de mythe is de vraag. Het lijkt er inderdaad op dat de economische belangen voor de Duitse overheid zwaarder wogen dan de schendingen van de mensenrechten en dat kritiek van de DFB op deze kwestie slecht zou vallen. Hermann Neuberger zal als voorzitter van het organisatiecomité van het WK echter niet geprotesteerd hebben tegen de enorme kapitale injecties in de organisatie van het toernooi en zal zich als voorzitter van de DFB niet snel negatief tegenover de junta uitgelaten hebben die het toernooi organiseerde.

Junta en de pers Ook de relatie tussen de pers en de junta in Argentinië werd in de aanloop van het toernooi van groot belang. Jerry Knudson betoogde dat een kritische pers in Argentinië zoals die onder Perón aan het begin van de jaren ’70 wel aanwezig was onder Videla ontbrak. Dit kwam door de politieke druk van Videla en de angstcultuur die na de staatsgreep de norm werd. Het ontbreken van zware kritiek had ook een economische inslag. Kranten in Argentinië waren uiteindelijk bedrijven die bovenal winst wilden maken. Een te kritische houding zou betekenen dat de overheid niet meer zou investeren in het bedrijf door middel van advertenties en subsidies. Dit betekende dat het bedrijf achter de krant op termijn failliet zou gaan.17 Deze relatie tussen regime en pers maakte van die laatste een belangrijk instrument voor de junta. De weergave in de media van het WK was voor de junta een middel om de aandacht van een kapotte economie en mensenrechtenschendingen af te wenden.18 De pers had een specifieke rol in aanloop naar het Wereldkampioenschap. Door verschillende maatregelen creëerde de regering van Argentinië een situatie waarin de pers werd gebruikt om een positief beeld over de junta te schetsen en tegenstanders van het regime aan te vallen. Het werd de media al in april verboden om te schrijven over verdwijningen en stergevallen. Overtredingen werden streng aangepakt, wat zorgde voor de ontvoeringen van 21 journalisten. Daarnaast werd het verboden om negatief over het Argentijnse team te schrijven of over de voorbereidingen op het toernooi. Ook werd de pers gebruikt om tegenslagen in de voorbereiding af te schuiven op linkse terroristen. Zo werden bouwongelukken neergezet als aanslagen van communisten om politieke tegenstanders

16 Havemann, Nils, ‘The Federal Republic of Germany and the 1978 Football World Cup in Argentina. Genesis and Deconstruction of a Propagandistic Myth’, The International Journal of the History of Sport 31 (2014) afl. 12, p. 1509-1518, p. 1512. 17 Knudson, Jerry W., ‘Veil of Silence. The Argentine Press and the Dirty War, 1976-1983’, Latin American Perspectives 24 (1997) afl. 6, p. 93-112, p. 101. 18 Ibidem, p. 103. 14 negatief te belichten.19 Buitenlandse pers werd gewaarschuwd om zich niet in te laten met subversieve groepen. Een Franse journalist die dit wel deed werd vijf uur vastgehouden door de junta.20 De junta wilde dat sportjournalisten zich alleen met sport bezig hielden en niet met het gebied dat zich tussen sport en politiek bevond. Aan maatschappijkritische sportjournalistiek zoals wij die in Europa gewend zijn had Videla geen behoefte. Door een angstcultuur te creëren hoopte hij journalisten uit zowel Argentinië als deelnemende landen binnen een door hem gevormd kader te laten bewegen waarin alleen over de pracht van het voetbal geschreven zou worden. Later in dit onderzoek zal blijken dat journalisten als Frits Barend en Henk van Dorp wel degelijk bang waren voor de situatie in Argentinië tijdens het WK en het feit dat zij wellicht geen kritische journalistiek konden bedrijven zoals zij gewend waren zonder in gevaar te komen.

Opkomst van mensenrechten op de politieke agenda De jaren ’70 staan bekend als het decennium waarin mensenrechten op de politieke agenda kwamen. Door verschillende ontwikkelingen binnen media en technologie werd het mogelijk om dicht bij ontwikkelingen te staan die aan de andere kant van de wereld gebeurden. De opkomst van nieuwe organisaties als Amnesty International aan het eind van de jaren ’60 zorgde ervoor dat de druk op overheden toenam om in te grijpen en de mensenrechten als thema serieus te nemen. Organisaties als Amnesty zorgden er onder andere voor dat de maatschappij zelf actief bijdroeg en kritisch werd op de regering als deze daarin achter bleef.21 De eerste Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken die de mensenrechten prominent op de politieke agenda zette was (KVP). Na het aftreden van zijn voorganger (KVP) werd in 1971 voor het eerst expliciet gesproken over mensenrechten binnen het Nederlandse Buitenlandse beleid.22 Dit kwam door de opkomst van maatschappelijke organisaties als Amnesty International, maar ook door de opkomende

19 Smith, B. L., ‘The Argentian Junta and the Press in the Run-Up to the 1978 World Cup’, Soccer & Society 3 (2002) afl. 1, p. 69-78, p. 71. 20 Ibidem, p. 75. 21 Amnesty International, ‘Geschiedenis van Amnesty International’, www.amnesty.nl, laatst geraadpleegd op 30-3-2016. 22 Kuitenbrouwer, Maarten, ‘Nederland en Mensenrechten, 1795-1995’, p. 188. in Kuitenbrouwer, Maarten en Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering (Hilversum 1996). 15 interesse voor het onderwerp in landen als de Verenigde Staten.23 Onder Schmelzer werden mensenrechten een “integraal” onderdeel van het buitenlands beleid. Onder (PVDA), zijn opvolger vanaf halverwege 1973, bleef het een “wezenlijk” onderdeel van het beleid. In de praktijk bleken de mensenrechten lastig te plaatsen in het beleid. Hierdoor werden economische en politieke belangen in de praktijk vaak boven mensenrechten verkozen, zoals dit ook in Duitsland het geval leek te zijn. Mensenrechten bleken vooral een prioriteit te zijn als het niet conflicteerde met andere belangen Nederland had niet de positie en macht om op eigen initiatief in te grijpen tegen landen waar de mensenrechten werden geschonden, dus deed dit liever in samenwerking met andere landen of in navolging van een groot land wat tot sancties overging. Op sportgebied was de boycot van Zuid-Afrika het bekendst. Deze boycot was echter na dringend advies van de Verenigde Naties tot stand gekomen en er bestond een brede internationale concensus over. Overheden en sportbonden namen de het advies tot een boycot vervolgens over.24 Peter Malcontent omschrijft het Nederlands beleid op het gebied van mensenrechten als “selectief verontwaardigd”. Nederland kon niet overal ter wereld aanwezig zijn en actief proberen te situatie te veranderen. Daarom werkte de regeringen in de jaren ’70 met een “effectiviteitsprincipe”. Uit de grote lijst van landen waar mensenrechten geschonden werden focuste Nederland zich in zijn acties tegen gebieden waar de situatie ook daadwerkelijk veranderd kon worden. Het had geen zin om alleen maar aan te wijzen waar mensenrechten geschonden werden.25 Zo wordt vaak de vraag gesteld waarom Nederland tegen Chili een zeer harde lijn aanhield met vele sancties, terwijl tegen Argentinië amper werd ingegrepen. Er was toch eenzelfde situatie in beide landen? Het kabinet-Den Uyl, met zijn socialistische inslag, had een zeer goede band met de partij van Salvador Allende, die in 1973 door Pinochet werd afgezet. Allende had in zijn jaren als leider van de socialistische partij nauwe banden met de PvdA opgebouwd en was zelf enkele malen in Nederland op bezoek geweest. Door de samenwerking tussen de Allende-regering stelde de Nederlandse regering zich direct negatief op tegenover het Chileense regime door middel van economische sancties en politieke druk. De contacten in Chili maakten het mogelijk om op eigen initiatief actie te ondernemen en aan

23 Hellema, Duco, Nederland in de Wereld. De buitenlandse Politiek van Nederland (Houten 2010) p. 324. 24 De Heer, Wim, ‘Een Sportboycot is meestal Zinloos’, Trouw (16-08-2013) via www.trouw.nl, laatst geraadpleegd op 30-03-2016. 25 Malcontent, P., ‘Nederland en de mensenrechten in de Derde Wereld, 1973-1981’, p. 297/8. In Kuitenbrouwer, Maarten en Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering (Hilversum 1996). 16 te sluiten bij andere landen die Chili sancties oplegden.26 Een dergelijke band was er niet met Argentinië. Ook was er in Argentinië niet een omslag waar te nemen waar een periode van relatieve rust werd opgevolgd door een periode van zware agressie, zoals in Chili na het afzetten van Allende wel het geval was. In Argentinië was al decennialang veel terreur, die in de periode voor de staatsgreep van Videla, onder Juan en Isabel Perón, alleen maar verder was toegenomen. Hierdoor was de beeldvorming van de binnenlandse ontwikkelingen anders.27 De Nederlandse politiek zelf onderging in de periode rond het WK veranderingen. Eind 1977 eindigde het kabinet-den Uyl onder leiding van PvdA-leider Joop den Uyl en werd CDA-voorman verkozen tot minister-president. Van Agt was in de vorige regering Minister van Justitie geweest. Op gebied van buitenlandse beleid veranderde er door de kabinetsverandering ook het een en ander. Max van der Stoel werd opgevolgd door Chris van der Klaauw (VVD). Waar Max van der Stoel de mensenrechten hoog op zijn lijst van prioriteiten had staan, was dit bij Van der Klaauw veel minder het geval.28 Economische belangen kregen vaak voorrang in het kabinet-Van Agt I. Begin 1978, slechts twee maanden na de installatie van de nieuwe regering, barstte in Nederland een brede golf van protest los over de mensenrechtenschendingen in Argentinië. Specifiek richtte de kritiek, die kwam van maatschappelijke actiegroepen en organisaties, zich op de deelname van het Nederlands elftal aan het WK 1978. De maatschappelijke onrust kwam uit vele hoeken, maar kwam pas echt los na een initiatief van twee geëngageerde cabaretiers. Het debat dwong zowel de KNVB als de regering om stelling te nemen en zich uit te spreken over het WK en de relatie tussen sport en politiek.

26 Baehr, P. R., Monique C. Castermans-Holleman en Fred Grunfeld, ‘Human Rights in the Foreign Policy of the ’, Human Rights Quarterly 24 (2002), afl. 4, p. 1004. 27 Idem. 28 Hellema, Nederland in de Wereld, p. 324/5. 17

Bloed aan de Paal! Maatschappelijk Protest tegen het WK Voordat we de discussie binnen de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) en het politiek debat in de Eerste en Tweede Kamer in Nederland kunnen behandelen is het van belang om te kijken naar de maatschappelijke onvrede rond het Wereldkampioenschap die zich vanaf het begin van 1978 ontwikkelde in Nederland. Enkele grote organisaties als de FNV en Amnesty International spraken zich uit over de gebeurtenissen in Argentinië in relatie tot het voetbalfestijn wat daar gepland stond. Daarnaast was het Soldariteitskomité Argentinië Nederland zeer actief. Het bekendste voorbeeld van maatschappelijk protest is waarschijnlijk ‘Neerlands Hoop in Bange Dagen’, waarin het cabaret duo Freek de Jonge en Bram Vermeulen opriepen tot een boycot van het WK. Dankzij Bram en Freek barstte de discussie in Nederland begin 1978 echt los, maar zij waren niet de eerste die publiekelijk en politiek vragen stelde over deelname aan het WK.

Roep om aandacht Amnesty International hoorde bij de eerste organisaties die probeerden de schendingen van mensenrechten in Argentinië onder de aandacht te brengen. De organisatie, die in 1961 als een campagne van een jaar werd gestart door de Engelse advocaat Peter Benenson, was uitgegroeid tot een wereldwijde organisatie waarbinnen duizenden mensen probeerden aandacht te vragen voor de situatie van politieke gevangenen wereldwijd. Binnen enkele jaren waren er landenkantoren ontwikkeld die aandacht vroegen voor het werk van Amnesty.29 In 1969 ontstond de Nederlandse tak van Amnesty International. De situatie in Argentinië was wereldwijd een belangrijk thema, maar al snel werden er ook specifiek acties ontwikkeld en publicatie uitgegeven in Nederland. In het jaarrapport van de jaren 1975/1976 werd de zorgelijke situatie in Argentinië al benoemd door de organisatie. Bijzonder is dat het merendeel van dit verslag nog ging over de erbarmelijke staat van de mensenrechten onder Isabel Peron. De situatie na de staatsgreep was nog onduidelijk, al werd wel gewezen op aanwijzingen dat de junta op grote schaal mensenrechten schond en werd de situatie van Chileense vluchtelingen in Buenos Aires uitgelicht.30

29 Buchanan, Tom, ‘Amnesty International in Crisis 1966-67’, Twentieth Century British History 15 (2004) afl. 3, p. 267-289, p. 268-9. 30 Amnesty International, The Amnesty International Report 1975/1976 (1976) p. 87. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/0001/1976/en/, laatst bestudeerd op: 19-04-2016. 18

Dat de situatie in Argentinië verergerd was sinds de militaire coup bleek in 1977. De nadruk van het jaarrapport van 1977 lag op het rapport wat Amnesty International in maart 1977 uitbracht naar aanleiding van informatie die vergaard was tijdens onderzoek en een tiendaags bezoek aan Argentinië van 6 tot 15 november 1976. De conclusie van dit rapport was dat het Argentijnse volk tijdens de staat van beleg die nog steeds gold werd beroofd van alle grondrechten. Ontvoeringen waren aan de orde van de dag en marteling was meer regel dan uitzondering. Het aantal verdwijningen werd op dat moment geschat op tussen de twee- en tienduizend mensen.31 Het rapport “Argentinië: verslag van een missie van Amnesty International van 6-15 november naar Argentinië” werd ook in het Nederlands vertaald en uitgegeven. In Nederland werd het verspreid onder de leden van Amnesty International en aangeboden aan politici en andere beleidsmakers. Op deze manier probeerde Amnesty het Nederlandse publiek te activeren om ook haar stem te laten horen en zich uit te spreken tegen de schendingen van mensenrechten in Argentinië.32 In het jaar van de ‘Mundial’ richtte Amnesty International zich specifiek op dit toernooi om opnieuw aandacht te vragen voor de vele gevangenen in Argentinië en de vele verdwijningen die nog voorkwamen. Het aantal verdwijningen werd in 1978 geschat op ruim vijftienduizend sinds de aanstelling van de junta twee jaar eerder.33 Op verschillende manieren vroeg Amnesty aandacht voor het doel. Een belangrijke actie was het voorbereiden van rapporten door verschillende landenkantoren waarmee journalisten uit de land werden ingelicht over de situatie in Argentinië. Op deze manier waren journalisten voorbereid op wat zij tegen zouden komen als zij naar het Latijns Amerikaanse land afreisden voor de Wereldbeker. Amnesty International hoopte dat journalisten verder zouden gaan dan hun normale weergave van een dergelijk toernooi, de ogen niet zouden sluiten voor de politieke misstanden in het land en juist zouden bijdragen aan de dialoog. In Nederland kregen journalisten het rapport “Argentinië 1978: verdwijningen, martelingen, politieke moorden.”34 Amnesty stond aan de wieg van het maatschappelijk protest in Nederland tegen de verdwijningen en martelingen in Argentinië. Het Wereldkampioenschap was voor de organisatie een belangrijke gebeurtenis om opnieuw aandacht te vragen voor de positie van

31 Amnesty International, The Amnesty International Report 1977 (1977) p. 119. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/006/1977/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016. 32 Amnesty International, Argentinië: verslag van een missie van Amnesty International van 6-15 november naar Argentinië (maart 1977), Archief Amnesty International Nederland, IISG, Plaatsingsnummer: 129/48. 33 Amnesty International, The Amnesty International Report 1978 (1978) p. 99. Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/001/1978/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016. 34 Amnesty International, Argentinië 1978: verdwijningen, martelingen, politieke moorden (1978) Archief Amnesty International Nederland, IISG, Plaatsingsnummer: Bro 531/6. 19 mensenrechten in het land, maar was niet het hoofddoel. Een duo dat zich wel specifiek op het voetbaltoernooi richtte slaagde er begin 1978 in om een actueel onderwerp te maken van de mensenrechtenschendingen in Argentinië en een onderwerp waar de KNVB en de politiek niet meer omheen konden.

Bram en Freek Freek de Jonge had Bram Vermeulen op een dag opgebeld. Hij, Freek, had gegeten met iemand van Amnesty International en had gehoord over de situatie in Argentinië. Na een korte ontmoeting in café Schiller waren de twee het erover eens: dit konden ze niet zomaar voorbij laten gaan. Dit was de kans voor het geëngageerde duo om de situatie in Argentinië en relatie tussen sport en politiek eens goed aan de kaak te stellen.35 Op 25 januari 1978 was een advertentie te zien in meerdere landelijke kranten. De kop luidde: ‘Van Hanegem óók niet naar Argentinië?’ Met de oproep om diezelfde avond om 22:35 op Nederland 2 in te schakelen.36 Het betrof het begin van de “Aktie Argentinië” van geëngageerd cabaret-duo Neerlands Hoop. Zij riepen op tot een boycot van het Wereldkampioenschap voetbal in Argentinië om een statement te maken tegen de schendingen van mensenrechten in dat land door het Videla-regime. “Oranje kan iets bereiken in Argentinië door niet te gaan”, luidde het motto. Het duo was ervan overtuigd dat Videla de toernooi voor politieke doeleinden zou gebruiken op eenzelfde wijze als Hitler deed met de Olympische Spelen van 1936.37 Neerlands Hoop verwees naar de rapporten van Amnesty International waarin geschreven stond dat Argentinië de meeste politieke gevangenen ter wereld had en grove schendingen van de mensenrechten beging. Freek en Bram zagen geen verschil in de situaties in Argentinië en Chili en waren dan ook verbaasd over het aanzienlijke verschil in aanpak van de Nederlandse regering tegenover de twee landen. Zij besloten met hun actie hun nek uit te steken en de discussie in Nederland op gang te brengen.38 Al snel na het begin van de actie sloten andere organisaties zich aan bij de actie van Neerlands Hoop. Een bijzonder voorbeeld hiervan was de Stichting Sociale Marketing uit Middelburg. Deze landelijke werkgroep van maatschappijkritische reclamemakers sprak zich in het bijzonder uit tegen de activiteiten van het Amerikaanse reclamebureau Burson- Marsteller, het reclamebureau dat door de junta was ingehuurd om het imago van de junta en

35 IKON 36 ‘Diversen’, NRC Handelsblad, 25-01-1978, p. 18. 37 Rözer, Marcel en Iwan van Duren, Voetbal in een vuile Oorlog. WK Argentinië 1978 ( 2008) p. 65/6. 38 ‘Freek en Bram: Oranje NIET naar het WK’, Het Vrije Volk, 27-01-1978, p. 1. 20 de organisatie van het Wereldkampioenschap te verbeteren. De stichting was tegen deze constructie: “Op basis van een budget van 50 miljoen gulden is dit reclamebureau al enige tijd bezig met de Argentijnse dictatuur “met een menselijk sausje” te overgieten. Het is niets anders dan een reclamecampagne voor een dictator.”39 Ze riepen de Nederlandse bevolking op om zich financieel aan te sluiten bij een protest-advertentiecampagne die in de Amerikaanse pers gestart was. Een van de eerste concrete acties van Neerlands Hoop was het schrijven van een brief aan de KNVB met negen vragen over het Wereldkampioenschap. Sommige vragen gingen over het formuleren van een standpunt en het meten van de welwillendheid van de sportbond ten aanzien van acties rondom het WK. Eén vraag is wat directer geformuleerd: “Realiseert de KNVB zich voldoende, dat een met bloed van het Argentijnse volk besmeurde Wereldcup geen pronkstuk zal zijn in de KNVB-prijzenkast en daar vier jaar lang als onomwonden bewijs van lafheid zal staan?”40 Dat niet iedereen zich klakkeloos aansloot bij de actie van Bram en Freek blijkt uit lezersinzendingen in De Telegraaf enkele dagen na de start van de boycotactie. Een lezer schreef: “De plannen van Neerlands Hoop zijn primair irreëel en secundair het toppunt van stupiditeit. Als het aan hen ligt gaan we binnenkort alleen nog maar naar sportactiviteiten in Oost-Europese landen.”41 In het Nieuwsblad van het Noorden werd hen verweten dat zij tegen alles zijn wat rechts was. “Ze mogen blij zijn, dat het niet allemaal ‘links’ is wat de klok slaat.”42 Het duo werd neergezet als communistisch en hypocriet. De ‘Aktie Argentinië’ maakte wel de discussie los die Vermeulen en De Jonge voor ogen hadden. Eind januari en begin februari werden de mannen uitgenodigd in Den Haag om met delegaties uit de Eerste en Tweede Kamer te praten over de actie.43 Zij spraken onder meer met de PVDA en de VVD over waarom zij vonden dat juist het WK een geschikte aangelegenheid was voor Nederland om zich uit te spreken tegen de junta. Begin maart vond zelfs een gesprek plaats tussen de regering, een afvaardiging van de KNVB en Bram en Freek. Daarnaast zat het met de selectie van het Nederlands Elftal om de tafel om de actie toe te lichten.44 Ook werden er verschillende bijeenkomsten en rally’s georganiseerd waar werd geprobeerd om het Nederlandse volk in te laten zien hoe serieus de situatie was. Daarnaast

39 ‘Reclamemakers tegen reclame rond het WK Argentinië’, De Waarheid, 28-01-1978, p. 3. 40 Idem. 41 Slik, C. A. van de(r), ‘Mensenrechten 2’, De Telegraaf, 31-01-1978, p. 5. 42 Deuling, Johan, ‘Voetballen in Argentinië’, Nieuwsblad van het Noorden, 03-02-1978, p. 15. 43 ‘Neerlands Hoop bij kamerfracties voor hun actie’, Leeuwarder Courant, 03-02-1978, p. 9. 44 ‘Spelers zien ‘praatpaal’ niet zitten’, Het Vrije Volk, 07-02-1978, p. 15. 21 trokken Bram en Freek vanaf februari de theaters in met hun voorstelling ‘Bloed aan de Paal’, waarin de boycot centraal stond. Tien theaters door het hele land werden aangedaan met de act.45 Voor zover de boodschap van het duo tijdens de voorstelling onduidelijk bleef, was daar het slotlied ‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’: “We gaan naar Argentinië, waar dagelijks wordt gemoord. Maar daar is nu eventjes geen tijd voor zojuist heeft Rep gescoord. Zonder Cruijff in de finale, wie had dat verwacht. En op de eretribune zitten Wiegel en Van Agt.”46 28 april, toen het doel nog niet bereikt was en het er steeds meer op begon te lijken dat een boycot niet plaats zou vinden, werd uitgeroepen tot ‘internationale dag van de boycot’. Tienduizend handtekeningen werden aangeboden aan de KNVB en er werd plechtig beloofd dat de actie door zou gaan. Het aantal handtekeningen tegen deelname aan het WK zou uiteindelijk uitkomen op ruim zestigduizend, meer dan ergens anders.47 Over het verloop van de actie waren Bram en Freek tevreden. De discussie over sport en politiek werd breeduit gevoerd en de KNVB en de regering werden gedwongen om een standpunt in te nemen en na te denken over de problematiek. De publieke opinie was daarentegen nog niet genoeg beïnvloed. Dit lieten ook de cijfers zien, slechts 29% van de Nederlandse bevolking was halverwege maart van mening dat het Nederlands Elftal niet af moest reizen naar Zuid- Amerika.48 Ook de internationale samenwerking tussen actiecomités en de internationale discussie die hier uit voortvloeide stemde Vermeulen en De Jonge tevreden. De verschillende acties werden zoveel mogelijk op Europees niveau gecoördineerd. In deelnemende landen West- Duitsland, Spanje en Italië probeerden actiegroepen ook een nationale discussie op gang te brengen. Ook in landen die zich niet plaatsten voor het toernooi, Denemarken, België en Zwitserland, werd gepleit voor een boycot van het toernooi. Zo werd ‘Bloed aan de Paal’ ook in België op TV uitgezonden.49 Een belangrijke organisatie was het COBA, het Franse actiecomité tegen het organisatiecomité van het Wereldkampioenschap. De voorzitter van COBA vond dat voetbalfederaties en regeringen tot een boycot over moesten gaan. Van spelers, in de praktijk werknemers, kon niet verwacht worden dat zij tegen hun werkgevers in zouden gaan. De actiegroepen uit verschillende landen kwamen verschillende keren bijeen, de

45 ‘Bram en Freek brengen ‘Bloed aan de Paal’’, Het Vrije Volk, 14-02-1978, p. 1. 46 Vermeulen, Bram en Freek de Jonge, ‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’, van het album Bloed aan de Paal (1978). 47 ‘Boycotactie gaat door’, Nieuwsblad van het Noorden, 08-05-1978, p. 14. 48 ‘Bram en Freek maken 28 april tot Internationale Boycotdag’, Leeuwarder Courant, 17-03-1978, p. 13. 49 ‘Neerlands Hoop op Vlaamse TV’, Het Vrije Volk, 29-04-1978, p. 9. 22 eerste keer in Parijs. Begin mei kwamen de comités in Amsterdam bij elkaar. Dat het lastig was om de discussie echt aan te zwengelen in landen waarvan de nationale ploeg zich niet geplaatst had voor het toernooi bleek uit het ontbreken van enige discussie in landen als Engeland, waar de discussie slechts mondjesmaat aanwezig was. In Israël, waar een grote Argentijnse minderheid woonde, was in eerste instantie ook maatschappelijk protest en vraag om een boycot. Nadat duidelijk werd dat de Israëlische ploeg zich niet wist te plaatsen voor de eindronde bleek het moeilijk om de discussie rondom het WK actueel te houden en verdween deze dan ook.50 De ‘Aktie Argentinië’ kreeg zijn uiteindelijke doel, een boycot van de Nederlandse voetbalbond en de Nederlandse regering, niet voor elkaar. Dat betekende niet dat Bram en Freek stopten met hun acties. Onder de titel ‘Voetbal gaat door, de actie ook!’ organiseerden zij nog verschillende bijeenkomsten door het hele land. Een samenkomst was in de Jaap Eden Hal in Amsterdam waar een non-stop programma van zes uur plaatsvond. Bekend is ook het ‘uitzwijgen’ van de Nederlandse ploeg op Schiphol, waarbij actievoerders demonstratief op de vloer van Schiphol zaten in plaats van het gebruikelijke uitzwaaien van de equipe. De Nederlandse ploeg merkte hier weinig van, die was via een zijdeur naar het vliegtuig geleid.51

SKAN: bewustzijn kweken onder Nederlanders De maatschappelijke discussie werd verder onder de aandacht gebracht door verschillende maatschappelijke organisaties. Een van de belangrijkste was het Solidariteitskomité Argentinië-Nederland (SKAN). De organisatie werkte intensief samen met zowel Neerlands Hoop als Amnesty International in aanloop naar het WK. De samenwerking met Neerlands Hoop bleek van essentieel belang voor het SKAN. Al vanaf halverwege 1977 was het comité bezig om de aandacht van de KNVB en de regering te krijgen, maar zonder enig succes. Vermeulen en De Jonge zorgde voor de publiciteit die de organisatie nodig had. Het geld dat door Bram en Freek verdiend werd met hun theatertour werd in overleg met het SKAN, CADHU (de Argentijnse commissie voor de rechten van de mens) en Amnesty verdeeld onder organisaties die zich met Argentinië bezig hielden. Alleen de ‘Bloed aan de Paal’ tour van Neerlands Hoop leverde na aftrek van onkosten al ruim 75.000 gulden

50 Rein, Raanan en Efraim Davidi, ‘Sport, Politics and Exile. Protests in Israel during the World Cup (Argentina, 1978)’, The International History of Sport 26 (2009) afl. 5, p. 673-692, p. 677. 51 ‘Oranje in Argentinië’, Nieuwsblad van het Noorden, 27-05-1978, p. 1. 23 op.52 Dit werd onder andere geïnvesteerd in verdere acties van het SKAN en uitgaves van de organisatie. Het SKAN sloot zich niet alleen aan bij initiatieven als Neerlands Hoop, maar organiseerde zelf ook vele bijeenkomsten en protesten. Vooral jongeren konden zich identificeren met de doelen van het SKAN en kwamen massaal af op acties. Op 23 maart werd een protestdemonstratie georganiseerd in Amsterdam. De dag erna kwamen ruim 200 jongeren bijeen bij de Argentijnse ambassade in Den Haag om te protesteren tegen de junta van Videla. De meeste leuzen die werden geschreeuwd hadden te maken met Nederlandse deelname aan het WK.53 Inhoudelijk was het SKAN ook van groot belang. Veel van de informatie waar Bram en Freek zich op baseerden kwam direct van het comité. Zo verweten ze Joop den Uyl na zijn aanwezigheid in Hamburg bij de Internationale Sociale dat hij in de val van het Videla-regime was gelopen na zijn onderhoud met Simon Lazara van de Eenheidspartij, een socialistische partij uit Argentinië. Lazara had Den Uyl verzocht om niet over te gaan tot een boycot van het WK. Volgens het SKAN was na het natrekken van zijn antecedenten gebleken dat Lazara niet meer dan een verlengstuk van de junta was, die zijn bestaansrecht dankte aan het feit dat hij geen kritische lijn tegenover de junta aanhield.54 Het SKAN stelde elke paar maanden een Argentinië Bulletin op dat het verspreidde over zijn leden en aanhangers. Daarnaast probeerde de organisatie het bulletin bij politici en andere beleidsmakers te krijgen. Zo is in het Archief Kabinet Minister-President een kopie van het Argentinië Bulletin No. 2 (maart 1978) te vinden. De uitgave richt zich vrijwel geheel op de manier waarop Argentinië de organisatie van het toernooi heeft aangepakt en wat de politieke doelen van de junta zijn. Daarnaast wijdde het aandacht aan de groeiende economische band tussen Argentinië en Nederland.55

De vakbond spreekt zich uit Die economische relatie tussen Nederland en Argentinië is ook waar de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV) zich op richtte in zijn kritiek. Vaak werkte het samen met CLAT-Nederland, een overkoepelende vakbondsorganisatie die zich richtte op het ondersteunen van vakbonden, arbeiders en boeren in de hele regio Latijns Amerika. Deze

52 ‘Bram en Freek maken 28 april tot Internationale Boycotdag’, Leeuwarder Courant, 17-03-1978, p. 13. 53 ‘Voetbal niet in Argentinië’, Het Vrije Volk, 25-03-1978, p. 9. 54 ‘Freek de Jonge: Den Uyl vloog in Junta-truc’, Het Vrije Volk, 11-02-1978, p. 5. 55 SKAN, ‘Argentinië Bulletin No. 2’, maart/april 1978, Archief Kabinet Minister-President, 10698. 24 organisatie had vele contacten in Zuid-Amerika en kon informatie over de situatie in Argentinië inwinnen. Een thema waar beide organisaties zich ernstig zorgen over maakten was de groeiende economische relatie tussen Nederland en Argentinië sinds de junta van Jorge Videla de macht in Buenos Aires had gegrepen. In plaats van de economische banden verbreken of in ieder geval verkleinen met een dergelijk regime namen de economische contacten tussen Nederland en Argentinië vanaf 1976 toe. De bilaterale handel nam vanaf 1976 tot 1978 toe van 350 miljoen gulden tot ruim 1 miljard.56 Op 10 november 1977, twee maanden voor het begin van de ‘Aktie Argentinië’ stuurde het CLAT een brief naar de KNVB, gericht aan bondsvoorzitter W.A.G.M. Meuleman, waarin het de nationale bond waarschuwde om niet als propagandamiddel van de junta gebruikt te worden tijdens de aanwezigheid in Argentinië. Het vroeg de KNVB om zich uit te spreken tegen het verdwijnen van de democratie in Argentinië en het verbod op vakbonden en andere rechten voor arbeiders en boeren. Een democratischer Argentinië zou de veiligheid van de Nederlandse spelers beter kunnen garanderen dan een politiemacht of veiligheidsmaatregelen van het Argentijnse leger.57 De brief werd positief ontvangen door Dhr. Meuleman, die zeker het argument van de veiligheid van de Nederlandse spelers belangrijk achtte. Of de bond zich uit zou spreken tegen de Argentijnse regering zou besproken moeten worden binnen de bondsvergadering. Een reactie op de brief werd op korte termijn beloofd.58 Deze reactie bleef echter uit. Toen de discussie naar aanleiding van de actie van Neerlands Hoop losbarstte, besloot het CLAT een tweede brief aan de KNVB te schrijven. Op hetzelfde moment werd ook een brief aan de fracties uit de Tweede Kamer gericht om hen op te roepen hun verantwoordelijkheid te nemen. De tweede brief aan de KNVB bevatte zes punten die het CLAT graag van de KNVB zag: 1. De Nederlandse delegatie doet niet mee aan de openingsceremonie; 2. Om misbruik van de junta te voorkomen ontwijkt de Nederlandse delegatie elke vorm van contact met de Argentijnse regering; 3. De KNVB dringt bij de Argentijnse regering aan op het belang van persvrijheid; 4. De KNVB neemt contact op met andere sportbonden om deze punten over te brengen;

56 CLAT, ‘Brief aan Tweede Kamer’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I. 57 ‘CLAT-Nederland: WK-voetbal niet gebruiken als propaganda voor diktatoriale regiem’, Amigoe, 10-11-1977, p. 7. 58 Idem. 25

5. De KNVB geeft een financiële bijdrage aan organisaties die de situatie in Argentinië willen verbeteren; 6. De KNVB maakt haar beleid (punten 1 en 2) duidelijk aan de Argentijnse regering en spreekt zich uit tegen de schendingen van mensenrechten.59 Wat uit deze punten bleek en op meerdere momenten door het CLAT en de FNV werd uitgesproken was dat de beide organisaties niet uit waren op een boycot van het WK zoals Neerlands Hoop en het SKAN. Na overleg met Argentijnse vakbondsleiders kwamen de organisaties tot het besluit dat het toernooi en contact met Argentinië niet gemeden moest worden. De liefde van het Argentijnse volk speelde hierin volgens het CLAT een grote rol.60 Het zou in niemands voordeel werken om de Argentijnen dit toernooi af te pakken. In plaats van een boycot moest het toernooi volgens de FNV, waar ook de trainersvakbond (VVON) en de spelersvakbond (VVCS) bij aangesloten waren, door de voetbalbond, de regering en de journalistiek aangegrepen worden om de dialoog met Argentinië aan te gaan en zich uit te spreken tegen de schendingen van mensenrechten in het land.61 De druk op de KNVB kwam niet van slechts één kant. Organisaties als Amnesty International, actiegroepen als SKAN en CLAT, de FNV en initiatieven als Neerlands Hoop deden de druk op de KNVB enorm toenemen. Niet iedereen wilde dat de KNVB het toernooi zou boycotten, maar iedereen verwachtte wel dat de voetbalbond stelling zou nemen, zich uit zou spreken tegen de junta en, mochten ze afreizen naar Argentinië, actie ondernam om de situatie in het land onder de aandacht te brengen. Hoe ging de sportbond, met bestuursleden die verstand hadden van voetbal, niet van politiek en mensenrechten, om met deze druk?

59 CLAT, ‘Brief aan KNVB’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I. 60 ‘CLAT-Nederland: WK-voetbal niet gebruiken als propaganda voor diktatoriale regiem’, Amigoe, 10-11-1977, p. 7. 61 ‘FNV richt zich tot KNVB: ‘Voorkom gebruik van Propaganda’’, Het Vrije Volk, 21-02-1978, p. 5. 26

Kein geloel, Fussball spielen: De KNVB reageert Na het losbarsten van de maatschappelijke discussie in Nederland moest de KNVB zich aan het begin van 1978 uitspreken. Het Nederlands elftal, dat de verloren finale van het toernooi in en tegen het West-Duitsland van Gerd Müller vier jaar eerder nog verre van vergeten was, voelde de druk vanuit de samenleving om niet naar Argentinië af te reizen om zich te revancheren voor dit verlies. In 1976 had de KNVB besloten dat het ondanks de staatsgreep van Videla af zou reizen naar Argentinië, maar dit was voor de felle kritiek die vanaf 1978 losbarstte. Dit hoofdstuk zal dieper ingaan op de reactie van de voetbalbond op het maatschappelijk debat rond deelname aan het WK. Er zal gekeken worden naar het bestuur van de KNVB, maar ook naar spelers van het Nederlands elftal en de excentrieke bondscoach Ernst Happel.

Sportief succes Na de uitschakeling op het EK 1976 in Joegoslavië door Tsjecho-Slowakije (de uiteindelijke winnaar) kon ‘Oranje’ zich richten op plaatsing voor het WK 1978. Hiervoor moest het in een kwalificatiepoule af zien te rekenen met Noord-Ierland, IJsland en buurland België. In Reykjavik werd een nipte overwinning uit het vuur gesleept, maar in de Kuip kwam Nederland in de tweede wedstrijd niet verder dan een 2-2 gelijkspel tegen het Noord-Ierland van een opgeleefde . De twijfel over het afnemende Nederlandse voetbal en de opkomst van het Belgische voetbal zorgden voor een gespannen situatie. Het Belgische Club Brugge behaalde zeer goede resultaten in Europa onder leiding van Ernst Happel. Happel werd mede hierdoor in mei 1977 aangesteld als bondscoach, waardoor interim-bondscoach een stap terug deed en als assistent dienst deed. Happel, een Oostenrijker die met ADO, en Club Brugge grote successen behaalde als coach, stond bekend als een eigenzinnige trainer met een eigen mening. Onder leiding van Happel, die wegens belangenverstrengeling ontbrak in Amsterdam door het meespelen van verschillende Club Brugge-spelers, werd op 26 oktober 1977 na een reeks overwinningen kwalificatie veilig gesteld door het Nederlands voetbalelftal na een 1-0 zege op de ‘Rode Duivels’. Nederland kon zich gaan richten op het behalen van die zo begeerde wereldtitel. Binnen de KNVB bestond blijdschap over de plaatsing en werd het vizier nu gericht op het creëren van de beste

27 omstandigheden om in Argentinië te presteren.62 Slechts twee weken na de plaatsing voor het toernooi kreeg de KNVB de brief toegestuurd van het CLAT over het politieke doel van het WK voor de junta.

Stellingname In het vorige hoofdstuk bleek dat de KNVB de eerste brief van het CLAT niet beantwoordde, zoals het wel beloofd had in een reactie van Dhr. Meuleman. De veiligheid van de Nederlandse spelers vond de sportbond wel belangrijk, maar de maatschappelijke druk op de sportbond was nog niet genoeg om zich in die periode bezig te houden met de vragen van het CLAT. Brieven van organisaties als het CLAT, Amnesty International-rapporten en andere pogingen van professionele organisaties hadden niet tot gevolg dat de KNVB stelling nam. Het vuurwerk van de ‘Aktie Argentinië’ van Neerlands Hoop deed dit wel. De grote bekendheid van Freek en Bram en de publieke manier waarop zij hun actie voerden leidde direct tot grote druk op de KNVB. Een tv-uitzending was nou eenmaal wat moeilijker te negeren dan een brief. Een eerste publieke reactie vanuit de KNVB kwam van bestuurslid Ton Zwikstra op de dag na de eerste tv-uitzending van Neerlands Hoop. Hij meldde dat de voetbalbond de actie die dag nog zou behandelen in de bestuursvergadering. De bond had natuurlijk veel aandacht voor de actie en het doel daarvan. Zwikstra zelf zou er bij het bestuur op aandringen om op korte termijn met een communiqué te komen.63 Uit notulen van de bestuursvergadering van die 27 januari blijkt dat er binnen de KNVB op dat moment nog geen duidelijke strategie was ontwikkeld. Uit de opmerking dat er helaas al commentaar was gegeven op de actie voordat de voorzitter van het WK-bestuur, Dhr. Jacques Hogewoning, een reactie had kunnen geven blijkt dat Zwikstra voor zijn beurt had gesproken. Gelijk werd duidelijk gemaakt dat Dhr. Hogewoning in het geval van het WK de eerste spreker zou zijn.64 Op 30 januari sprak de KNVB zich als organisatie voor het eerst publiekelijk uit over de boycot. Het wees de acties van Neerlands Hoop en andere WK-acties van de hand. In een reactie liet de bond weten dat de principiële vraag volgens hen was of er deelgenomen kan worden aan voetbalwedstrijden in landen waar een totalitair regime aan de macht was. Als het

62 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 29 oktober 1977’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 103. 63 ‘WK-voetbal zit PVDA niet lekker’, De Telegraaf, 28-01-2978, p. 3. 64 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 27 januari 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104. 28

Nederlands elftal niet deel zou nemen aan het Wereldkampioenschap in Argentinië, zou het ook nooit meer een wedstrijd kunnen spelen in andere totalitaire landen. Zelfs niet in Europa. Dit was geen haalbaar toekomstperspectief en een selectieve opstelling richting Argentinië alleen wees de bond principieel af.65 Lidmaatschap van de FIFA en deelname aan toernooien die georganiseerd werden door de FIFA waren niet afhankelijk van de politieke stelsels in een dergelijk land. De bond meende zich niet in politiek te mengen en nam simpelweg deel aan evenementen die door de overkoepelende FIFA waren georganiseerd.

Rond de tafel Maar hiermee was de kous nog niet af. Begin februari werd door acht Kamerleden van verschillende partijen een brief gestuurd aan de KNVB over de situatie in Argentinië met betrekking tot het WK. De bond werd gevraagd om na te denken over een boycot van het toernooi in Argentinië om de schendingen van mensenrechten onder de aandacht te brengen. De ondertekenaars van de brief waren: Relus ter Beek (PVDA), Hans de Boer (CDA), Laurens Jan Brinkhorst (D’66), Wim Keja (VVD, bekend als ‘de enige arbeider in de VVD’) Chel Mertens (D’66), Wim Meijer (PVDA), Joep Mommersteeg (CDA), Erica Verkerk- Terpstra (VVD).66 Binnen de bestuursvergadering werd fel gereageerd op het feit dat de brief op hetzelfde moment in de publiciteit kwam als dat hij de KNVB ter ogen kwam. Hierdoor werd de bond voor het blok gezet. Daarnaast was er volgens het bestuur sprake van eenzijdige en onzorgvuldige formulering van de brief.67 Besloten werd een reactie op de brief gelijktijdig naar de Tweede Kamerleden en het ANP te sturen om onjuiste publiciteit te voorkomen.68 De reactie van de KNVB werd in volledige vorm in het NRC Handelsblad van 20 februari gepubliceerd. Er werd nogmaals benadrukt dat de KNVB absoluut tegen totalitarisme was, maar dat een selectief besluit tegen Argentinië niet verstandig was. Er was in de afgelopen maanden al contact geweest met zowel minister Van der Stoel en minister Van der Klaauw waarbij een samenwerking met de ambassadeur in Argentinië was opgezet voor overleg. Bijzonder is de felle reactie aan het eind van de brief: “Wij willen U niet onthouden dat wij uit Uw brief een zekere vooringenomenheid ten aanzien van ons beleid hebben geproefd. Het is bovendien zo dat wij

65 ‘KNVB wijst WK-acties van de hand’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13. 66 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 18 februari 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104. 67 Idem. 68 Idem. 29 denken dat uw brief eerder een reactie is op recentelijk ontstane anti-Argentinië acties dan de bedoeling heeft een principiële discussie over de totale problematiek op gang te brengen. Hetgeen, naar onze mening, toch het geval moet zijn.”69 Toch sluit de KNVB af met een uitnodiging om de kwestie verder toe te lichten in een toekomstig gesprek om de goede wil van de organisatie te tonen.70 Dit gesprek vond op 14 maart. Naast de acht Kamerleden waren ook Freek de Jonge en Bram Vermeulen aanwezig. Als gevolg van dit gesprek beloofde de KNVB om zich te beperken en in te houden in Argentinië. De bond zou afgaan op de adviezen van de ambassadeur en een eventuele uitnodiging tot een privébijeenkomst met Videla afslaan.71 Een week eerder had de KNVB minister Van der Klaauw al gevraagd om extra veiligheidspersoneel. De Minister had aangegeven dat hij ervoor openstond om Argentinië toestemming te vragen voor de KNVB om eigen veiligheidspersoneel mee te nemen (Argentinië had tot een verbod op extern veiligheidspersoneel besloten), maar niet om dit personeel vanuit de overheid te leveren.72 De West-Duitse regering was van plan om 100 scherpschutters mee te sturen met de nationale ploeg om de veiligheid te garanderen.73 Uiteindelijk reisden er negen Duitse scherpschutters mee.74 De Franse regering besloot geen extra personeel mee te sturen.75 Dit en het feit dat afgevaardigden van de overheid niet in hetzelfde hotel mochten slapen als de afvaardiging van de KNVB op last van de Argentijnse organisatie staan centraal in de laatste bestuursvergadering van de KNVB op 20 mei.76 Alle aandacht had enige invloed gehad op de beslissingen van de KNVB en de voorbereidingen op het WK, maar van een boycot was geen enkele sprake. Afwijken van de beslissingen van andere sportbonden werd niet concreet gedaan. Kon van de spelers verwacht worden dat zij die stap wel durfden te nemen?

“Ik oefen daar mijn beroep uit” Toen de voetbalbond besloot om niet over te gaan tot een boycot van het toernooi wegens de schendingen van mensenrechten in dat land, was het nog altijd een optie dat de spelers uit

69 ‘KNVB antwoordt Kamerleden over Argentinië’, NRC Handelsblad, 20-02-1978, p. 10. 70 Idem. 71 ‘KNVB beperkt zich in Argentinië’, Het Vrije Volk, 15-03-1978, p. 5. 72 ‘Oranje zonder veiligheidsagenten’, NRC Handelsblad, 03-03-1978, p. 9. 73 ‘Bonn wil 100 scherpschutters meesturen naar Argentinië’, De Waarheid, 18-05-1978, p. 2. 74 ‘Westduitsers in onzichtbaar web’, NRC Handelsblad, 30-05-1978, p. 13. 75 ‘Geen speciale bescherming voor Franse WK-spelers’, Amigoe, 18-05-1978, p. 7. 76 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 20 mei 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104. 30 eigen beweging besluiten dat zij niet willen voetballen in een dergelijke situatie. Dit was ook waar Neerlands Hoop zich op gedeeltelijk op richtte. Na de bijeenkomst van verschillende actiecomités in Parijs, eind februari, werd besloten om spelers actief te benaderen om niet deel te nemen aan het toernooi..77 Andere organisaties besloten om niet van de spelers zelf te vragen om zich terug te trekken. Het Franse COBA eiste niet van spelers om niet af te reizen naar Argentinië. Het zou onverantwoord zijn om van werknemers, want dat waren spelers, te eisen dat zij tegen het beleid van hun eigen voetbalbond in zouden gaan. Daarnaast was ook de FNV, waar de vakbond van profvoetballers (VVCS) en die van trainers (VVON) onderdeel van waren, tegen een boycot. De FNV wilde deelname aan het toernooi juist gebruiken om de aandacht op de schendingen van de mensenrechten te leggen. De KNVB antwoordde de organisatie dat het zich afwachtend en passief op zou stellen om geen onderdeel van de propaganda van het regime te worden.78 Van de bondscoach van het Nederlands elftal, Ernst Happel, hoefde ook niet verwacht te worden dat hij de spelers zou adviseren om niet te gaan of zelf enige twijfel zou hebben om af te reizen naar Argentinië. De Oostenrijkse coach, bekend om zijn gewaagde uitspraken en uitgesproken karakter, reageerde op 30 januari in het Vrije Volk op de actie: “Voor mij is deze actie grote flauwekul! Dit is weer typisch Hollands. Natuurlijk sta ik er niet achter. Het interesseert me helemaal niet. Wat hebben wij nu met de rechten van de mens te maken? Wat heeft sport met politiek te doen? Sport is sport en politiek is politiek. Dat moet zo blijven.”79 Oftewel: “Kein Geloel, Fussball Spielen.”80 , die pas laat besloot niet naar Argentinië af te reizen omdat hij niet dacht een grote rol te kunnen spelen binnen het elftal, sprak zich voordat dit duidelijk werd uit in zijn column. In ‘Krompraat van Willem’ in de Telegraaf gaf hij aan ‘doodziek’ te worden van de kritiek van Freek en Bram en de manier waarop de spelers van Nederland werden neergezet als ‘landverraders die optreden in concentratiekampen.’81 Hij ging naar Argentinië om te voetballen en bereidde zich ook op die manier voor. gaf aan dat de KNVB had besloten in Argentinië te voetballen en dat hij zich achter die beslissing

77 ‘Opponenten WK bundelen krachten’, NRC Handelsblad, 27-02-1978, p. 9. 78 ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond, 23 maart, 1978’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104. 79 ‘In alle Ernst’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13. 80 Boks, Jasper, ‘Kein Geloel, Fussball Spielen’, Helden Online, 20-05-2014, via: http://heldenonline.nl/columns/jasper-boks/kein-geloel-fussball-spielen. 81 ‘Krompraat van Willem’, De Telegraaf, 11-03-1978, p. 37. 31 opstelde. Hij reisde af om zijn beroep uit te oefenen. Rijsbergen was zich bewust van de situatie in het land maar vond dat de informatie van Amnesty International niet in voldoende mate was aangekomen bij de spelers.82 Als een boycot plaats had moeten vinden had de FIFA die beslissing moeten nemen.83 Vlak voor vertrek probeerde Amnesty International nog een bijeenkomst te regelen tussen de organisatie en de spelers van het Nederlands elftal. Dit verzoek werd door de spelers afgewezen.84 Veel Nederlandse spelers kwamen uiteindelijk niet in actie in Argentinië. De bekendste was , volgens de verhalen omdat zijn vrouw Danny hem nooit vergeven had voor het ‘zwembadincident’ enkele jaren eerder of omdat hij de situatie in Argentinië niet vertrouwde. In 2008 verklaarde Cruyff dat hij en zijn gezin in Barcelona slachtoffer waren van een gewapende kidnap en dat dit de ware reden achter zijn ontbreken was.85 Ook Willem van Hanegem, , en Willy van der Kuylen sloegen om verschillende redenen een uitnodiging van Happel af. Niemand deed dit echter door de situatie in Argentinië, al beweren sommige historici van wel. Raanan Rein en Efraim Davidi zijn ervan overtuigd dat Cruyff en Van Hanegem door de politieke situatie niet afreisden. Zij schreven: “Despite the international campaign against the World Cup, none of the 15 foreign teams withdrew from the competition. Only two Dutch footballers, the team captain, Wim van Hanegem, and Johan Cruyff – both among the best players of that era – refused to participate in the World Cup on political grounds.”86 De enige speler waarvan bekend werd dat hij om politieke redenen niet afreisde naar Latijns Amerika was de West-Duitse Paul Breitner. De linksachter van Bayern München, teruggekeerd na een avontuur bij Real Madrid en bekend als ‘rode Paul’ door het meedragen van Mao’s rode boekje, weigerde te spelen in de dictatuur van Videla, al bestonden er daarvoor al spanningen tussen hem en de Duitse voetbalbond die hem deden twijfelen aan het voortzetten van zijn interlandcarrière.87

In een van de laatste pogingen om de KNVB op andere gedachten te brengen brachten Freek en Bram met enkele tientallen aanhangers met spandoeken op de ‘Internationale Boycotdag’, 28 april, ruim 44.000 handtekeningen naar het hoofdkantoor van de KNVB in Zeist om de

82 ‘Spelers hoorden niet genoeg over Argentinië’, Het Vrije Volk, 23-03-1978, p. 10. 83 ‘Naar Argentinië om te voetballen’, NRC Handelsblad, 23-03-1978, p. 17. 84 ‘Voetballers praten niet met Amnesty’, NRC Handelsblad, 09-05-1978, p.1. 85 ‘Kidnap weerhield Cruyff van WK 1978’, NRC Handelsblad, 16-04-2008, via: http://vorige.nrc.nl//sport/article1875187.ece/Kidnap_weerhield_Cruyff_van_WK_1978. 86 Rein, Raanan en Efraim Davidi, ‘Sport, Politics and Exile. Protests in Israel during the World Cup (Argentina, 1978)’, The International History of Sport 26 (2009) afl. 5, p. 673-692, p. 677. 87 Rözer, Marcel en Iwan van Duren, Voetbal in een vuile Oorlog. WK Argentinië 1978 (Rotterdam 2008) p. 55. 32 algemeen directeur van de bond, Dhr. E. J. van Eijck te vragen om zich te realiseren wat er in Argentinië aan gaande was. Van Eijck haalde de handtekeningen netjes buiten op en vertrekt na een kort gesprekje weer naar binnen.88 De KNVB realiseerde zich goed wat er aan de hand was in Argentinië, maar zag het niet als zijn taak om tot een boycot over te gaan. Als de FIFA en de Nederlandse regering niet aangaven dat afreizen naar Argentinië afgeraden werd, was er voor de KNVB geen reden om thuis te blijven. De situatie in Den Haag was echter minder eenduidig dan op het eerste gezicht lijkt.

88 ‘KNVB-directeur krijgt 44.000 handtekeningen’, Leeuwarder Courant, 29-04-1978, p. 7. 33

Sympathie, steun en kritiek: Den Haag en het WK 1978 De Nederlandse politiek raakte al snel na het begin van de ‘Aktie Argentinië’ betrokken bij de discussie rondom een boycot van het WK. De partijen en de regering moesten voor zichzelf bepalen hoe zij over de kwestie dachten, terwijl de KNVB naar Den Haag keek voor advies. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden op welke manier Den Haag betrokken raakte bij de discussie. Dit gebeurde niet alleen via de regering, ook partijen als de PvdA, PPR, CDA en VVD moesten zich uitspreken. Er waren verschillen in de opvattingen van de verschillende partijen, maar ook binnen partijen bestond er onenigheid over het partijstandpunt.

Huiverig Voor aanvang van de ‘Aktie Argentinië’ was er, net als binnen de KNVB, in de Nederlandse politiek weinig aandacht voor het Wereldkampioenschap in Argentinië. Dat betekende niet dat er geen debat over de mensenrechtenschendingen was. Al vanaf de staatsgreep in 1976 werden er Kamervragen gesteld aan minister Van der Stoel. Deze hadden vooral betrekking op de situatie van Chileense socialisten die in Buenos Aires woonden en onder de nieuwe junta direct in gevaar waren. Op 27 april 1976 werd voor het eerst gesproken over de situatie van deze vluchtelingen als een bericht van de Socialistische Vrienden van Chili werd aangeboden aan de Tweede Kamer.89 De Chileense vluchtelingen in Argentinië kregen relatief veel aandacht in de Kamer. Dit kwam door de sterke band tussen de Nederlandse regering en de Chileense socialisten.90 Zowel in mei, juni als augustus werden aan minister Van der Stoel vragen gesteld over de veiligheid van Chileense vluchtelingen en de mogelijkheid om extra vluchtelingen op te vangen in Nederland.91 In alle gevallen was het antwoord van de minister van dezelfde strekking: de situatie was zeer zorgwekkend. De ambassadeur in Buenos Aires stond in direct contact met de Verenigde Naties en er zou ingegrepen worden als dit nodig wordt geacht. In alle drie deze gevallen werd uiteindelijk door Nederland asiel verleend aan (een deel van) de Chileense vluchtelingen.92 Net als binnen de KNVB werd het debat rond het WK pas echt actueel door de maatschappelijke druk naar aanleiding van de acties van het SKAN en Neerlands Hoop. De eerste reactie op de actie leek veelbelovend. In een uitzending van Brandpunt op 27 januari

89 Kamerstukken II, 1975/76, 73ste vergadering, p. 3944. 90 Baehr, P. R, ‘Human Rights in the Foreign Policy of the Netherlands’, p. 1004. 91 Kamerstukken I, 1975/76, 50, p. 103. Kamerstukken II, 1975/76, 1197, p. 2377. Kamerstukken II, 1975/76, 1554, p. 3087. 92 Idem. 34 liet premier Van Agt weten dat hij sympathiseerde met de mensen die van mening waren dat het Nederlands elftal niet naar Argentinië diende af te reizen.93 Dat dit niet het standpunt was van zijn partij, het CDA, bleek snel daarna. Een boycot werd niet gesteund door de partij, die het WK liever wilde gebruiken om het debat gaande te houden. Geen van de grootste partijen sprak zich uit voor de actie. Het CDA, de PvdA, D’66 en de VVD steunden allen de kritiek op de junta van Videla, maar geen van de fracties sloot zich politiek aan bij acties rondom het WK. D’66 was van mening dat de partij niet voor het Nederlandse volk hoefde te beslissen. Elk Kamerlid van de fractie kreeg wel de kans om zich persoonlijk aan te sluiten bij acties tegen het WK. Ook zou de partij zich ervoor inzetten om zowel voor als tijdens het WK voor te zorgen dat er maximale informatie over terreur en schendingen van mensenrechten in Argentinië gegeven zou worden.94 Meer partijen kozen voor een financiële bijdrage aan verschillende actiegroepen om het tegengeluid wel een podium te geven. De meeste fracties waren van mening dat een boycot niet de juiste manier was om druk op de Argentijnse regering te zetten. Daarnaast vonden op 29 maart 1978 de verkiezingen van de Provinciale Staten plaats. Anderhalve maand voor deze verkiezingen stelling nemen in een dergelijk delicate zaak zou vrijwel zeker in het nadeel uitpakken tijdens die verkiezingen. In de aanhang van alle partijen waren grote groepen mensen aanwezig die gewoon wilden dat Oranje deel zou nemen aan het toernooi. Geen enkele partij wilde het risico nemen om zo kort voor 29 maart stemmen op het spel te zetten.95 Binnen sommige partijen volgde meer discussie over het in te nemen standpunt. Zo lieten de jongeren binnen de PvdA zien dat hun invloed groter was dan de partijtop misschien dacht.

PvdA: interne strijd Binnen de PvdA ontstond in de periode na het starten van de ‘Aktie Argentinië’ discussie over de te varen koers. Fractieleider Joop den Uyl was in principe niet tegen de actie, maar hield behoorlijk wat slag om de arm. Hij wilde met zijn partij eerst goed overleg plegen over het standpunt van de partij als geheel.96 De fractie als geheel besloot dat de PvdA principiële bezwaren had tegen het WK en de situatie in Argentinië. De partij sprak zich tegen een boycot uit om praktische redenen, het was nu niet meer mogelijk om het Nederlands elftal niet af te laten reizen. Dat de komende verkiezingen van de provinciale staten meespeelden werd niet

93 ‘Van Agt eens met actie tegen WK voetballen’, De Telegraaf, 28-1-1978, p. 1. 94 ANP, ‘Terlouw: WK-affaire zaak van de KNVB’, ANP Persbericht, 13-02-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Buitenlandse Zaken, 815.1. 95 ‘Politieke partijen huiverig’, Het Vrije Volk, 1-2-1978, p. 5. 96 ‘Nederlands protest in Argentijnse bange dagen’, De Leeuwarder Courant, 31-01-1978, p. 4. 35 ontkend.97 Ook de PvdA was bang dat het wegnemen van het WK van het Nederlandse volk op deze gronden de partij juist stemmen zou kosten, in plaats van opleveren. Wel besloot Den Uyl om te kijken of er in West-Duitsland animo was voor een boycot of andere acties met betrekking tot het WK. Hij sprak over de kwestie met bondskanselier Helmut Schmidt tijdens een bijeenkomst voor de leiders van socialistische partijen in West- Europa.98 Na overleg bleek des te meer dat de partij een boycot niet zou steunen. Ook al werd er niet vergaderd over deelname aan het WK, de Spanjaarden kregen het voor elkaar dit onderwerp te schrappen van de agenda, Den Uyl en zijn collega’s spraken wel uitgebreid met Simon Lazara.99 Lazara was voorzitter van de Socialistische Eenheidspartij van Argentinië en als gast aanwezig bij het congres. Lazara was van mening dat een boycot van het toernooi niet de juiste gevolgen zou hebben. De angst bestond dat de junta de boycot van het voetbalfestijn zou afschuiven op de socialisten, waardoor hun positie alleen maar zou verslechteren. Landen konden deelname beter gebruiken om de situatie in Argentinië onder de aandacht te brengen en verbeteren.100 Dit was overigens dezelfde ontmoeting waarvan het SKAN en Neerlands Hoop claimden dat het niet meer was dan een truc van de junta waar Den Uyl in was getrapt. Lazara zou slechts een verlengstuk zijn van de regering en voor propagandadoeleinden gebruikt worden. Deze beweringen werden door de PvdA ontkend.101 Het werd snel duidelijk dat lang niet iedereen binnen de PvdA van mening was dat Nederland af moest reizen naar Argentinië. Tijdens het congres van de Partij van de Arbeid dat plaatsvond op 11 februari werd het standpunt van de partij door de Jonge Socialisten binnen de PvdA rigoureus omgegooid. De Jonge Socialisten waren verbaasd over het gebrek aan stellingname van de KNVB op het gebied van het WK en waren van mening dat het boycotten van het toernooi een impact zou hebben op de discussie rond de schendingen van mensenrechten in Argentinië. Zij eisten een boycot van het WK, “niet omdat wij voetbalhaters zijn, maar omdat voor ons solidariteit met het Argentijnse volk voorop staat.”102 De jongerenafdeling van de partij diende tijdens het congres een motie in. In deze motie vroeg het de gehele partij om “activiteiten te ondernemen die duidelijk maken dat de solidariteit met de strijd tegen de Argentijnse militaire dictatuur niet slechts wordt gedragen door de jongeren binnen de PvdA, maar door de gehele partij. Van die activiteiten maakt het steunen door de

97 ‘WK voetbal zit de PvdA niet lekker’, De Telegraaf, 28-01-1978, p. 3. 98 ‘Den Uyl zoekt steun in West-Duitsland voor actie Argentinië’, De Leeuwarder Courant, 2-2-1978, p. 9. 99 ‘Oranje mag van Den Uyl naar WK Argentinië’, Het Vrije Volk, 10-2-1978, p. 1. 100 Idem. 101 ‘Den Uyl vloog in junta-truc’, Het Vrije Volk, 11-2-1978, p. 5. 102 Jonge Socialisten, ‘Argentinië informatie’, mei 1978 (tweede druk), p. 30. 36

PvdA van de gestarte boycotactie deel uit.”103 De motie werd, tot irritatie van Den Uyl, aangenomen door het congres. Vanaf dat moment zou de PvdA zich als partij uitspreken voor een boycot van het WK en acties steunen die dit ten doel hadden. Een motie van het PvdA- bestuur die het regime van Videla verwierp, maar niet tot een boycot opriep, werd niet meer behandeld.104 De Jonge Socialisten hadden ervoor gezorgd dat de partij zijn standpunt had aangepast en zich aansloot bij de ‘Aktie Argentinië’.

Buitenlandse steun Na de omschakeling begon de PvdA met een internationaal rondje langs de velden om te kijken hoe socialistische partijen in andere Europese landen tegen het vraagstuk aankeken en of zij eventueel open stonden om een boycot te steunen. De taak werd aan de internationale secretaris van de partij, Wim Bogaard, gegeven. Op 3 maart verstuurde hij een brief waarin hij de gebeurtenissen op het congres uitlegde en het feit dat de partij een eventuele boycot van het WK zal steunen. Vervolgens vroeg hij de ontvangers van de brief, zijn collega’s uit andere landen, wat het standpunt van hun partij was en wat voor statements zij reeds gemaakt hadden.105 De meest positieve antwoorden kwamen van de collega’s uit België en Frankrijk. Oscar Debunne, internationaal secretaris van de Belgische Socialistische Partij (BSP), gaf aan dat zijn partij zich principieel achter een boycot van het toernooi schaarde. In België hadden zij nog geen actie ondernomen wegens de geringe aandacht voor het onderwerp (Nederland had er tenslotte zelf voor gezorgd dat de Belgische nationale ploeg zich niet plaatste).106 Lionel Jospin, van de Parti Socialiste waar François Mitterrand leider van was, antwoordde dat de PS al vanaf het begin had gepleit voor verplaatsing van de locatie van het toernooi. De uiteindelijke beslissing om te gaan bleef voorbehouden aan de FIFA zelf. Wel had de partij geëist dat de Franse equipe zich niet in zou laten met enige activiteiten buiten de sport zelf tijdens hun verblijf in Argentinië.107 Het bureau van de Socialistische Internationale (SI) dat zijn hoofdkantoor in Londen had, antwoordde via Bernt Carlsson dat de Internationale nog geen standpunt ten aanzien van een boycot had ingenomen. In zijn persoonlijke opinie was hij

103 Ibidem, p. 31. 104 Ibidem, p. 33. 105 Brief van Wim Boogaard, 3-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.184 wb/rvdz. 106 Brief van O. Debunne aan Wim Bogaard, 16-03-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.231. 107 Brief van Lionel Jospin aan Wim Boogaard, 20-4-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20347. 37 wel degelijk van mening dat het vraagstuk tijdens de volgende bijeenkomst in Dakar besproken moest worden.108 Het overgrote deel van de partijen die Bogaard aangeschreven negatief tegenover een eventuele boycot. De Luxemburgse LSAP gaf direct aan dat discussie in Luxemburg afwezig was door het niet plaatsen van de Luxemburgse ploeg.109 Eenzelfde antwoord volgde van Tony Brown van de Labour Party.110 Robert Goebbels van de LSAP gaf toe dat hij van mening was dat het nuttiger zou zijn om aan te sluiten bij de werkzaamheden van Amnesty International in plaats van zich in te zetten voor een boycot die “doch kaum Chancen hätte.”111 Ook van de Zweedse collega’s hoefde Bogaard weinig te verwachten. Pierre Schori van het Socialdemokraterna legde uit dat de beslissing voor hen geheel bij de Zweedse voetbalbond legde, al zouden zij de publieke aandacht voor het WK wel gebruiken voor hun campagne rond democratie in Latijns Amerika.112 Ook Hans-Eberhard Dingels van de West- Duitse SPD was de mening toegedaan dat meespelen juist gebruikt moest worden om een kritische dialoog op gang te brengen. Boycots waren volgens hem nooit erg succesvol geweest in het veranderen van politieke situaties.113 De Sozialistische Partei Österreichs (SPÖ) sloot zich hierbij aan. Het verleden had uitgewezen dat protesten, acties en boycots als de beslissing eenmaal genomen was, weinig zin hadden. Beter konden alle partijen proberen om de voetbalfans, hun enthousiasme voor het toernooi accepterend, de ware situatie in Argentinië proberen voor te schotelen.114 De omschakeling tijdens het congres zorgde overigens niet voor een grote PvdA- beweging binnen de ‘Aktie Argentinië’. Felix Rottenberg, destijds voorzitter van de Jonge Socialisten, was erg teleurgesteld over de magere steun, veelal financieel, die de partij gaf. De Jonge Socialisten gaven acte de préséance tijdens acties van Neerlands Hoop, maar een echte ‘rode beweging’ bleef uit.115 Van een extremere linkse partij uit Nederland, de PPR, konden maatschappelijke actiegroepen meer hulp verwachten.

108 Brief van Bernt Carlsson aan Wim Bogard, 13-3-1978, Archief PvdA, IISG, O/12 20.223. 109 Brief van Robert Goebbels aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.252. 110 Brief van Tony Brown aan Wim Bogard, 31-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.261. 111 Brief van Robert Goebbels aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.252. 112 Brief van Pierre Schori aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.253. 113 Brief van Hans-Eberhard Dingels aan Wim Bogaard, 11-4-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.280. 114 Brief van Prof. Walter Hacker aan Wim Bogaard, 10-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.224. 115 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 38

Steun van de Radikalen De Politiek Partij Radikalen (PPR) was een van de weinige partijen die zich direct in de discussie mengde. Juist daarom was het zo jammer voor de partij dat de verkiezingen van 1977 die Van Agt aan de macht hadden geholpen er ook voor hadden gezorgd dat het aantal zetels van de PPR met meer dan de helft was afgenomen, van 7 naar 3. De partij had in de aanloop naar de verkiezingen een motie aangenomen waarin samenwerking met de CDA werd uitgesloten. De verkiezingen draaiden uit op een strijd tussen de twee grootste partijen, PvdA en CDA. Veel mensen besloten hun stem aan een van die partijen te geven. De PPR verloor een aanzienlijk aantal stemmen aan de PvdA. De Partij van de Arbeid won 10 zetels, de Radikalen verloren er 4.116 De PPR steunde al vanaf eind 1977, ruim voor de actie van Bram en Freek, andere acties van bijvoorbeeld het SKAN.117 De partij gebruikte de grotere aandacht vanaf begin ‘78 voor het onderwerp om minister Van der Klaauw vragen te stellen over de rol van de Nederlandse regering. Een boycot achtte de partij niet haalbaar, maar de regering moest het toernooi wel aangrijpen om de discussie rond mensenrechten te beïnvloedden. De vragen werden op 23 februari, na drie weken uitstel, eindelijk beantwoord.118 Op die datum volgde er tijdens het vragenuurtje een gesprek tussen Ria Beckers (politiek leider PPR), Henk Waltmans (Kamerlid PPR) en minister Van der Klaauw. Waltmans werd al tijdens de toelichting op zijn vingers getikt dat zijn uitgebreide uiteenzetting over de misstanden in Argentinië veel te ver af lag van zijn vragen aan de Minister. Hij moest vragen stellen, voor een toespraak over de mensenrechtenschendingen had hij het woord niet gekregen. Door uit te leggen wat de politieke doeleinden waren van de junta, de schendingen van mensenrechten en de groeiende economische band tussen Nederland en Argentinië wilde hij duidelijk maken dat juist de Nederlandse regering in de positie was om actie te ondernemen, niet de KNVB. Wat Waltmans en de PPR vroegen van de regering was “het neutraliseren van niet-sportieve effecten… de deelname zélf achten wij een zaak voor voetbal- en hockeybonden. Tegen een boycot door de voetbalbonden van het wereldkampioenschap zullen wij uiteraard geen enkel bezwaar hebben”.119 Ook wilden Waltmans en Becker graag weten wat Van der Klaauw van plan was om te zeggen tegen de KNVB delegatie waar hij een gesprek mee zou hebben. De

116 ‘Tweede Kamer verkiezingen 1977’, website Parlement en Politiek, Laatst geraadpleegd op 25-5-2016, via: http://www.parlement.com/id/vh8lnhronvwv/tweede_kamerverkiezingen_1977 117 ‘PPR steunt Actie SKAN’, Amigoe, 27-12-1977, p. 8. 118 Kamerstukken II, 1977/78, 19e vergadering, p. 708. 119 Kamerstukken II, 1977/78, 26ste vergadering, p. 1079. 39

Minister antwoordde dat hij hiervan nog geen idee had en dat het gesprek geleid zou worden door de vraagstukken die de KNVB zelf zou aandragen.120 Naast het WK voetbal was Argentinië in 1978 ook gastheer van het WK hockey. Dit toernooi, waarvoor de Nederlandse hockeymannen zich geplaatst hadden, vond plaats van 18 maart tot en met 2 april in Buenos Aires. De PPR wilde onder andere dat de Nederlandse regering geen officiële vertegenwoordiging mee zou sturen naar dit evenement en het WK voetbal, als onderdeel van de neutralisatie van niet-sportieve effecten.121 Na een gesprek tussen de KNVB en meerdere fracties werd door de voetbalbond besloten om een eventuele uitnodiging van Videla voor een audiëntie af te slaan en voor een passieve opstelling te kiezen. Dit besluit werd genomen na advies van minister Van der Klaauw.122 Groot was dan ook de verbazing toen bekend werd dat de Nederlands ambassadeur in Argentinië deel uitmaakte van een erecomité ter ere van het WK hockey. Dit comité stond onder voorzitterschap van Videla zelf.123 Becker en Waltmans, wederom, vroegen de Minister of hij deelname aan dergelijke comités tijdens de WK’s onderdeel vond van terughoudend handelen.124

Door en door fatsoenlijk Jonkheer Donore van den Brandeler was de Nederlandse ambassadeur in Argentinië. De ambassadeur, van adel en ‘met aardappel in de keel’, kon niet gezien worden als een tegenstander van de junta van Videla.125 Zo schreef hij in een telegram aan minister Van der Stoel in juni 1977: “wat betreft de vraag of het regime zelf bewust meewerkt aan “excessieve onderdrukking”, moge ik in de eerste plaats signaleren dat, naar het mij en vele andere waarnemers wil voorkomen, een zeer groot deel van het Argentijnse volk – ik vermoed zelfs een grote meerderheid – zich in politiek opzicht niet onderdrukt voelt alsook geen bezwaren maakt tegen een harde aanpak van het linkse terrorisme, dat immers nooit meer heeft vertegenwoordigd dan een kleine minderheid in het politieke spectrum.”126 Terwijl organisaties als Amnesty International de aandacht vroegen voor de ware klopjacht die was

120 Ibidem, p. 1080. 121 ‘Stuur geen officiële afgevaardigde’, Het Vrije Volk, 2-2-1978, p. 15. 122 Ondanks de komische spelfout in de titel betreft het wel degelijk een audiëntie. ‘KNVB gaat niet op auditie bij Videla’, NRC Handelsblad, 24-3-1978, p. 9. 123 ‘Nederlandse ambassadeur in erecomité, NRC Handelsblad, 28-3-1978, p. 9. 124 Kamerstukken II, 1977/78, 930, p. 1869. 125 Aldus Frits Barend, IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 126 Telegram van ambassadeur D. van den Brandeler aan minister Max van der Stoel, 21-06-1977, Kabinet Minister-President, Nationaal Archief, 2.03.01, 10689. 40 losgebarsten op alles wat enigszins links was, vertelde de ambassadeur de minister van Buitenlandse Zaken dat een klein groepje terroristen bestreden werd. Zijn aanwezigheid in het erecomité tijdens het WK hockey was de eerste keer dat de excentrieke ambassadeur uitgebreid in het nieuws kwam. Naar aanleiding van de Kamervragen zocht minister Van der Klaauw contact met de Jonkheer. Op de vraag wat het comité inhield stuurde Van den Brandeler een codebericht aan het ministerie waarin hij uitlegde dat het comité geen enkele werkzaamheden inhield. Van den Brandeler was tijdens de halve finales weliswaar aanwezig, maar zat met zijn Pakistaanse en Australische collega op de normale tribune. Hij zat niet op de eretribune met Videla, noch had hij enig contact met de generaal gehad.127 Op het Ministerie van Buitenlandse Zaken werd ondertussen overlegd over te volgens strategie mocht, dit tijdens het WK voetbal weer gebeuren. Een memorandum van de Directie Westelijk Halfrond (Zuid- en Latijns Amerika) laat drie opties zien die te overwegen waren door het ministerie: 1. De ambassadeur gaat met verlof tijdens het WK voetbal. 2. De ambassadeur vraagt om schrapping van zijn naam in het comité van het WK hockey en geeft aan dat hij voor een dergelijke uitnodiging tijdens het WK voetbal niet open staat. 3. Aan de Nederlandse politiek wordt uitgelegd dat het comité alleen in naam bestaat en geen politieke lading heeft. De derde optie was, volgens een aantekening op het document, als enige reële optie gezien. Als de ambassadeur met verlof zou gaan isoleerde Nederland zichzelf, daarnaast zou dit door de KNVB hoog opgenomen worden. Vragen om schrapping zou normaal functioneren voor de ambassadeur in Argentinië onmogelijk maken, ook op het gebied van mensenrechten.128 Van de Brandeler kreeg de vraag van minister Van der Klaauw of hij informatie wilde inwinnen bij zijn collega-ambassadeurs van deelnemende landen aan het WK over de strategie die zij dienden te volgen tijdens het toernooi. Alleen de Zweedse ambassadeur verwachtte dat zijn regering wellicht protest zou aantekenen tegen een eventuele uitnodiging voor een comité, iets wat hij zelf liever niet had door de situatie waarin dit hem zou brengen. De Italiaanse, West-Duitse en Franse ambassadeur hadden de overtuiging dat zij gewoon

127 Codebericht Van den Brandeler aan Min BuZa, 3-4-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 6676 128 Memorandum: positie ambassadeur tijdens WK hockey en voetbal, 29-03-1978, Archief ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 41 plaats konden nemen in een erecomité. Dit viel tenslotte onder de normale werkzaamheden van een ambassadeur.129 Op 14 april beantwoordde minister Van der Klaauw de Kamervragen die hem gesteld waren over de rol van jonkheer Van der Brandeler tijdens het WK hockey en voetbal. Zijn reactie kwam op het volgende neer: “Deze comités hebben veelal geen functie en zeker geen politieke betekenis. Het opnemen van ambassadeurs in dit soort comités dient bezien te worden als een protocollaire aangelegenheid...Gezien het voorgaande ben ik van oordeel dat stappen om te trachten de namen van ambassadeurs buiten dit soort protocollaire erecomités te houden, aan deze comités een betekenis geven die zij niet hebben en naar mijn mening ook niet dienen te krijgen.”130 De Minister was daarnaast van mening dat deelname aan een erecomité op geen enkele manier geïnterpreteerd kon worden als een goedkeuring of aanmoediging van de regering in Argentinië. Enkele dagen na het vertrek van de Nederlandse equipe naar Mendoza, waar de ploeg verbleef, kwam Van den Brandeler wederom in het nieuws. In een artikel naar aanleiding van een gesprek tussen de ambassadeur en Hans van Wissen, journalist van de Volkskrant, verschenen enige opmerkelijke uitspraken van de Jonkheer in de krant. Over de mensenrechten zei hij het volgende: “Vraag het de arbeider, de taxichauffeur, de kelner. Deze mensen weten niet eens wat mensenrechten zijn…In deze landen hebben ze er nooit mee geleefd. Ze zijn er van oudsher aan gewend één of andere vent boven zich te hebben.” Over de rapporten van Amnesty en het SKAN: “Men luistert in Nederland naar CLAT en SKAN, die er voordeel bij hebben om het aantal verdwijningen te overdrijven. De zeven-tot negenduizend verdwijningen, die Amnesty International noemt, willen er bij mij niet in, zolang het niet bewezen is.”131 Van den Brandeler vond Videla een goed christen, door en door fatsoenlijk en van goede wil.132 De uitspraken brachten de Minister en de regering in verlegenheid. De kritiek op de junta was dan wel niet zo scherp geweest als actiegroepen wilden, maar de uitspraken van de ambassadeur leken op Nederlandse steun aan het regime. Er volgden direct Kamervragen over de uitspraken van de Jonkheer. Ook in de media was de kritiek scherp: “De heer van den Brandeler houdt zich niet eens aan de o zo voorzichtige kritiek van minister Van der Klaauw, laat staan dat hij rekening houdt de gevoelens die er in brede lagen van de Nederlandse

129 Codebericht Van den Brandeler aan Min BuZa, 4-4-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7043. 130 Kamerstukken II, 1977/78, 930, p. 1869. 131 Kamerstukken II, 1977/78, 1255, p. 2501. 132 Idem. 42 bevolking leven. Hij gedraagt zich niet als de Nederlandse vertegenwoordiger maar als de handlanger van een buitenlandse mogendheid.”133 Kamerleden Van der Spek en Van den Bergh vroegen om het ontslag van de ambassadeur. Van der Klaauw zocht direct contact met Van den Brandeler om een verklaring te vragen voor de uitspraken en het interview. De ambassadeur verdedigde zich niet voor de uitspraken, maar wel voor de situatie waarin hij de uitspraken had gedaan. “Met van Wissen onder andere echter had ik op zijn verzoek een privégesprek waarbij duidelijk en niet mis te verstaan van te voren afspraak gemaakt luidende “niet toeschrijfbaar en onquoteerbaar”, zoals uw laatste instructie luidde.”134 De Minister ging niet over tot ontslag van de ambassadeur, omdat hij vond dat de ambassadeur buiten deze misstap zijn werk goed uitvoerde. Daarnaast had de ambassadeur een privémening geuit en niet namens de regering gesproken. Over de uitlatingen van Van den Brandeler was hij teleurgesteld: “Alhoewel ik van oordeel ben dat een ambassadeur, zoals iedere ambtenaar en iedere Nederlander recht heeft op een persoonlijke mening, betreur ik het dat door het in de publiciteit komen van deze mening, wellicht twijfel heeft kunnen rijzen aan het beleid dat de regering ten aanzien van de mensenrechten in Argentinië voert. Ik heb de ambassadeur hier ook op gewezen.”135 De episode Van den Brandeler was een van de problemen voor de regering en minister Van der Klaauw, die in 1978 alle zeilen moest bijzetten om de regering zoveel mogelijk buiten het debat rond het WK te houden en geen verantwoordelijkheden aan te gaan.

Langs de zijlijn Christoph Albert van der Klaauw had al veel ervaring op het gebied van buitenlands beleid voordat hij eind 1977 minister van Buitenlandse Zaken werd. Hij had gewerkt in verschillende Europese landen, in Brazilië en voor de NAVO en de Verenigde Naties. Hij nog maar een twee maanden minister toen de discussie over het WK losbarstte en moest zich goed beraden op de strategie van de regering. De minister-president had zich dan wel positief uitgesproken over de actie van Bram en Freek, de regering heeft de actie nooit gesteund. Voordeel voor de regering en de minister van Buitenlandse Zaken was dat de aanval van Neerlands Hoop zich in eerste instantie niet op

133 ‘Ambassadeur van wie?’, Het Vrije Volk, 31-5-1978, p. 4. 134 Codebericht Van den Brandeler aan minister Van der Klaauw, 30-05-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 10441. 135 Kamerstukken II, 1977/78, 1255, p. 2501. 43 de regering richtte, maar op de KNVB. Hierdoor nam de druk op het Kabinet niet zo explosief toe als op de voetbalbond. Wel werd het duo enkele dagen na het begin van de actie uitgenodigd om hun verhaal te doen in Den Haag. Doel hiervan was niet om de regering een keuze te laten maken, maar om druk op de KNVB te ontwikkelen. Vanuit de VVD kwam tijdens dat gesprek de suggestie naar voren om een brief te schrijven.136 Dit idee zou uitgroeien tot de brief aan de KNVB die door enkele Kamerleden werd opgesteld. De brief vroeg niet om een boycot van het toernooi, maar om bewustwording van de KNVB. Het moest zich niet voor de kar laten spannen door de junta en de mensenrechtenschendingen onder de aandacht brengen. Slechts acht Kamerleden ondertekenden de brief. Twee daarvan, Terpstra en Keja, VVD’ers. Joop Mommersteeg en Hans de Boer waren de enige CDA’ers die de brief ondertekenden.137 De brief werd enkele dagen later verstuurd dan gepland. Bij de VVD was binnen de partij namelijk discussie ontstaan over het ondertekenen van de brief. Fractieleider Koos Rietkerk was van mening dat er sprake was van selectieve verontwaardiging en wilde eerst het fractieoverleg afwachten. Uit dit overleg kwam inderdaad naar voren dat de VVD zich niet aansloot bij de brief aan de KNVB. Volgens de fractie was er geen reden om een al lang aangewezen sportevenement te voorzien van speciale gedragslijnen voor de KNVB. Daarnaast zou er één lijn ontwikkeld moeten worden voor evenementen in landen waar mensenrechten geschonden worden, niet alleen nu in Argentinië.138 De twee VVD-leden die de brief wilden tekenen deden dit overigens alsnog, op persoonlijke titel. Chel Mertens, D’66’er en ondertekenaar van de brief, zou later verklaren dat de brief een slap aftreksel was van het oorspronkelijke idee van een boycot, maar dat het daar te laat voor was.139 De Jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie (JOVD) was het niet eens met de terughoudende opstelling van de VVD. De JOVD is een liberale jongerenorganisatie. Sinds 2000 zijn zij door de ‘wet subsidiëring politieke partijen’ verbonden aan de VVD. Voor die tijd waren zij een onafhankelijke organisatie. Ze bepalen, net als in de jaren ’70, hun eigen standpunten. Zij ondersteunden op hun congres het standpunt wat door Terpstra en Keja was ingenomen ten opzichte van de brief aan de KNVB en de situatie in Argentinië: “De JOVD vindt dat in Argentinië de mensenrechten op grove wijze worden geschonden en dat daarom

136 ‘Neerlands hoop bij Kamerfracties voor hun actie’, De Leeuwarder Courant, 3-2-1978, p. 9. 137 ‘Politieke onenigheid over brief aan KNVB’, Nieuwsblad van het Noorden, 9-2-1978, p. 3. 138 ‘VVD-fractie niet achter Argentinië-brief aan KNVB’, De Leeuwarder Courant, 10-2-1978, p. 11. 139 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 44 deze twee Kamerleden niet de enige uit liberale kring hadden mogen zijn die deze brief hebben ondertekend.”140 De VVD-fractie en de minister waren niet te vermurwen. Van der Klaauw hield namens de regering vast aan zijn standpunt dat de KNVB zelf een beslissing moest nemen over eventuele deelname aan het toernooi in Argentinië. Voor hem lag “de verantwoordelijkheid voor deelname derhalve zowel ‘fysiek als moreel’ geheel bij de KNVB alleen.”141 Hij was zich er wel van bewust dat de Argentijnse junta sport en politiek door elkaar zou halen bij de organisatie van het WK: “[Ik] acht de kans zeer groot dat de Argentijnse regering – die de organisatie van de wereldkampioenschappen voetbal op zich heeft genomen – politiek en sport door elkaar gaat halen. De KNVB is zich dit ook bewust…De Nederlandse regering kan een oordeel hebben over de situatie in een bepaald land, maar zij kan geen oordeel vellen over het standpunt van een Nederlander die in een bepaald land aan sportwedstrijden wil deelnemen of daar naar wil kijken.”142 De KNVB probeerde wel degelijk om de beslissing, of in ieder geval een gedeelte van de beslissing, bij de regering te leggen. Tijdens het gesprek tussen de KNVB en Minister van der Klaauw op 2 maart probeerde de voetbalbond om ervoor te zorgen dat de regering een advies zou geven over deelname aan het toernooi. Van der Klaauw wilde dit pertinent niet doen, blikte hij later terug: “ze wilden eigenlijk een uitspraak van mij, van het kabinet daarover hebben. Ze wilden verantwoordelijkheid afschuiven. Maar het was hun verantwoordelijkheid. Als ze een uitspraak zouden krijgen van ga maar, of ga niet, dan was het hun verantwoordelijkheid niet meer. En voor mij was het volledig hun verantwoordelijkheid wat ze deden.”143 Bij de besluitvorming van de KNVB wilde de regering niet betrokken raken. Maar toen duidelijk werd dat de KNVB zich niet liet overhalen door de publieke acties en van plan was om af te reizen naar Argentinië moest de regering goed nadenken over hoe het om zou gaan met een eventuele afvaardiging vanuit de overhied. Daarnaast vroeg de KNVB het Ministerie tijdens het toernooi om meer hulp.

140 ANP, ‘Twee handtekeningen Argentinië-brief te weinig’, ANP Persbericht, 5-3-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 141 Memorandum DWH/ZL aan DWH, ‘WK Argentinië’, 1-3-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 142 ANP, ‘Argentinië zal sport en politiek door elkaar halen’, ANP Persbericht, 8-3-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 143 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 45

Geen steun van de regering De KNVB ging naar Argentinië om daar het WK te spelen, maar invulling van de begeleiding die af zou reizen naar Latijns Amerika was nog niet bekend. De KNVB had de regering om extra veiligheidspersoneel gevraagd om mee te sturen met het Nederlandse team. Dit personeel zou door de overheid geleverd moeten worden. Deze vraag kwam in het gesprek tussen de sportbond en de Minister dat in mei plaats vond naar voren. De Minister stond niet erg positief tegenover het verzoek, maar besloot toch contact met de verschillende ambassades in andere geplaatste landen op te nemen over de activiteiten van de andere deelnemende landen op dit gebied. Op 19 mei stuurde hij telexen naar Bonn, Parijs, Rome en Londen om te kijken of andere landen extra veiligheidspersoneel mee zou sturen.144 De aanwezigheid van gewapend personeel uit deelnemende landen was verboden door de EAM. Over de meegestuurde West-Duitse scherpschutters werd nergens in de correspondentie gesproken. Geen van de andere landen stuurde uiteindelijk extra veiligheidspersoneel mee met de voetbalteams.145 Van der Klaauw was van mening dat het meesturen van personeel vanuit de overheid geïnterpreteerd kon worden als een directe of indirecte steun aan de beslissing van de KNVB om in Argentinië te spelen. De beslissing was aan de KNVB en de Minister wilde niet de indruk wekken dat de regering daar betrokken bij was geweest. De KNVB wilde daarnaast graag dat er een tussenpersoon van de overheid mee reisde naar Argentinië om de equipe van advies te voorzien en als woordvoerder op te treden. De voorkeur lag bij Chel Mertens, die Spaans sprak en een fervent voetballiefhebber was. Bijzonder was dat niet alleen de KNVB dit verzoek indiende, maar dat de Minister ook een brief kreeg van het trio van Vrij Nederland dat verslag zou doen in Argentinië. Frits Barend, Henk van Dorp en fotograaf Bert Nienhuis wilden graag iemand mee die de veiligheid in Argentinië zou vergroten, zich kon inleven in de kritische sportjournalistiek die wij in Nederland kenden. Het verzoek kwam voort uit een ‘licht gevoel van angst’ dat zij hun werk in Argentinië niet op eenzelfde manier in zouden kunnen vullen als in Nederland.146 Het

144 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Rome, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19- 5-1978, ref no. 6398 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Londen, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5- 1978, ref no. 6396 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Parijs, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5- 1978, ref no. 6397 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Bonn, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5- 1978, ref no. 6395

146 Brief van redactie Vrij Nederland aan Minister van der Klaauw, 8-5-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref. FB/BL. 46 antwoord van Chris van der Klaauw was zowel tegenover de KNVB als Vrij Nederland afwijzend. De Minister was van mening dat het meesturen van Bertens gelijk zou staan aan steun aan de beslissing van de KNVB om naar Argentinië af te reizen.147 Aan Van Dorp, Barend en Nienhuis stuurde hij het volgende: “[Ik] onderschrijf het recht op kritische sportjournalistiek uiteraard volledig. Het ligt echter niet in mijn macht te garanderen dat U, zoals U het uitdrukt, in andere landen kunt werken op de wijze zoals U dat in Nederland voor een weekblad als Vrij Nederland gewend bent te doen. Het al dan niet aanwezig zijn van een functionaris van mijn departement kan hieraan weinig veranderen.”148 Van der Klaauw was niet van plan om verantwoordelijkheid op zich te nemen. Van den Brandeler zou de KNVB ondersteunen in Argentinië, maar zou niet veel verder gaan dan zijn normale consulaire taken. Dat Van der Klaauw goed op Van den Brandeler lette valt op te maken uit het feit dat de Minister de ambassadeur vlak voor de wedstrijd tegen een Schotland, waarbij Videla aanwezig was, nogmaals op het hart drukte dat hij zijn normale werkzaamheden uit diende te voeren maar dat de contacten tussen hem en de junta minimaal moesten blijven.149 Toen de KNVB voorafgaand aan het toernooi vroeg om een gedragscode, was Van der Klaauw dan ook op zijn hoede. Eerder was in overleg met de Minister al besloten dat de KNVB zich terughoudend op zou stellen in Argentinië, maar de sportbond wilde aanvullende instructies van de Minister. Van der Klaauw kwam met drie adviezen: interviews die gegeven werden door leden van het bestuur of spelers zouden alleen over sport moeten gaan; op geen enkele wijze zouden KNVB officials gezien moeten worden in het gezelschap van regeringsafgevaardigden; plekken die bekend stonden als demonstratieplekken moesten ontweken worden. De Minister maakte meerdere keren duidelijk dat dit slechts adviezen waren en dat de bond zelf verantwoordelijk was voor zijn acties. Dit zou hij tijdens het toernooi nog meerdere keren duidelijk maken aan de ambassadeur als die namens de KNVB vroeg om advies. Volgens Frits Barend was er tijdens het WK geen enkele sprake van enige terughoudendheid in de opstelling van de KNVB. Van den Brandeler zou op verschillende recepties aanwezig geweest zijn waar ook Argentijnse regeringsleden hun opwachting maakten. Op enkele van deze bijeenkomsten zou hij bovendien in het gezelschap geweest zijn van KNVB-leden.150

147 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 148 Brief van Minister van der Klaauw aan Redactie Vrij Nederland, 11-05-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. DH/ZL-134161. 149 Codebericht Min. BuZa aan Van den Brandeler, ‘WK Argentinië’, 9-6-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7391. 150 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 47

Uit handen van een dictator Op wonderbaarlijke wijze haalde het Nederlands elftal in Argentinië de finale. Zonder grote sterren als Cruyff en Van Hanegem werd een tweede plaats in de eerste groepsfase behaald waardoor plaatsing tot de tweede groepsfase gerealiseerd werd. Door de eerste plek in een poule met Italië, West-Duitsland en Oostenrijk plaatste Nederland zich vervolgens voor de finale. Nu was de vraag wat de regering zou doen. In februari kreeg Van der Klaauw de vraag of de Nederlandse regering een afvaardiging naar de finale zou sturen als die behaald werd. De Minister antwoordde gevat en tot grote hilariteit van zijn toehoorders, verwijzend naar het weinige vertrouwen in de prestaties van het gehavende Nederlands elftal, dat dit slechts een theoretische kwestie was.151 Van der Klaauw besloot om naast de ambassadeur geen verdere afvaardiging vanuit de Nederlandse regering naar de finale te sturen. Uit notities op een memorandum over de rol van de ambassadeur tijdens het WK blijkt dat er oorspronkelijk nog gedacht werd om staatssecretaris Wallis-de Vries naar Argentinië te sturen. In 1974 was premier Den Uyl met het voltallige kabinet in München aanwezig, dus een afname in de afvaardiging was, zelfs als Wallis-de Vries af zou reizen, duidelijk waar te nemen.152 Uiteindelijk reisde Wallis-de Vries niet af, naar eigen zeggen was dit een persoonlijke beslissing en niet ingegeven door de regering.153 Kamerleden Pronk, Van den Bergh en Dankert vroegen zich af wat de rol van de ambassadeur tijdens de finale zou zijn. Daarnaast wilden zij van de Minister horen wat voor acties ondernomen zouden worden als het waar was dat niet FIFA-president Havelange, zoals dat gewoon was, maar Jorge Videla de Wereldbeker uit zou reiken. Zou Nederland in dat geval afzien van vertegenwoordiging of zou bij een eventuele wereldtitel de beker ontvangen worden uit handen van de Generaal? Van der Klaauw antwoordde dat als de FIFA koos voor een dergelijke invulling van de ceremonie, Nederland geen stappen ondernam om dit tegen te gaan. De ambassadeur zou de wedstrijd bijwonen en naar zijn taakomschrijving handelen.154 Aan Van den Brandeler stuurde hij hierover: “De KNVB wordt in overweging gegeven de normale beleefdheid in acht te nemen en zich te richten naar de gebruiken die op protocollair

151 ‘WK voetbal geen zaak voor kabinet’, De Telegraaf, 24-2-1978, p. 8. 152 Memorandum van DWH/ZL aan DWH, ‘Rol ambassadeur tijdens WK’, 15-2-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 153 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 154 Kamerstukken II, 1977/78, 1369, p. 2735. 48 gebeid bij de FIFA bestaan. Indien dit betekent dat baker medailles door Argentijnse president worden uitgereikt dan zie ik geen reden de KNVB te adviseren zich hieraan te onttrekken.”155 Chel Mertens zat de hele avond van de finale klaar in Den Haag naast de telefoon om bereikbaar te zijn voor eventuele vragen van de KNVB of ambassadeur Van den Brandeler. Hij zou niet gebeld worden.156 Nederland verloor de finale na verlenging van een ontketende Mario Kempes en een fameuze Argentijnse doelpaal. Een waar volksfeest brandde los in Argentinië, het Nederlands elftal droop af naar het hotel in de hoofdstad en was niet aanwezig bij de prijsuitreiking in het stadion, daarmee de instructies van het Ministerie negerend. Een voordeel van het verlies was dat er geen foto’s waren van een Nederlands elftal dat juichend de Wereldbeker ontving uit handen van een man die in Nederland als dictator werd gezien. De avond van de finale vond in Buenos Aires een banket plaats ter afsluiting van het WK. Tijdens dit banket zou de Nederlandse ploeg te zilveren medailles van Generaal Jorge Videla overhandigd krijgen. Op het banket schitterde het Nederlands elftal, net als na de finale op het veld, door afwezigheid. Er werden verschillende redenen bedacht voor de afwezigheid. De officiële reden was dat de Argentijnse veiligheidsdiensten de veiligheid van het elftal niet konden garanderen tijdens tocht van 300 meter van het hotel naar het banket.157 Al snel ontstond het idee dat het Nederlands elftal afwezig was om een politiek statement te maken tegen de junta. In het archief van Buitenlandse Zaken is een brief te vinden van Christos Tarnaris die de Nederlandse equipe bedankt voor hun moed om hun zilveren medailles niet uit handen van Videla te willen ontvangen.158 Frits Barend, die wel aanwezig was, had tijdens het banket de moed verzameld om op Videla af te lopen en hem vragen te stellen over het regime. Videla antwoordde dat zijn land in oorlog was en in oorlogen vielen slachtoffers. Helaas was dit in Argentinië ook het geval.159 Had Nederland, overigens ook Italië ontbrak tijdens het bankte, toch een politiek statement willen maken? Ondanks de percepties en mythevorming lijkt er maar één reden te zijn voor de Nederlandse afwezigheid: sportieve teleurstelling. De spelers waren kapot van hun verlies en wilden naar huis. Het laatste wat zij wilden was om aan te schuiven bij een banket als eerste verliezers en daar medailles ontvangen van de president van het winnende land.160 De EAM

155 Codebericht Van der Klaauw aan Van den Brandeler, ‘Prijsuitreiking WK Argentinië’, 22-06-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7959. 156 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 157 ‘Blamage voor het Videla-regiem’, De Waarheid, 26-06-1978, p. 1. 158 Brief van C. Tarnaris aan Nederlandse ambassade Toronto, 29-6-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. 159 Andere Tijden Sport, ‘WK 78 door andere ogen’, VPRO, 6-7-2014, laatst geraadpleegd op 25-5-2016. 160 IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. 49 was niet te spreken over de Nederlandse afwezigheid. De ambassadeur had een gesprek gehad met General Lacoste van de EAM en FIFA-president Havelange waarin de onvrede was geuit. Van den Brandeler bedacht als oplossing dat de KNVB een telegram zou sturen om spijt te betuigen van de afwezigheid bij het banket, waarmee Lacoste dan de pers in kon lichten.161 De Minister antwoordde een dag later dat de KNVB inmiddels in contact had gestaan met Helmut Kaeser van de FIFA en de afwezigheid had toegelicht. De bond zag niets in het voorstel om een telegram aan de junta te sturen.162 De angst dat dit voor propagandadoeleinden gebruikt zou worden droeg hier ongetwijfeld aan bij.

Daarmee kwam het Wereldkampioenschap in Argentinië ten einde. Een hectisch halfjaar waarin de belangen van maatschappelijke actiegroepen, de KNVB en de politiek door elkaar liepen en die alle betrokkenen dwongen om een standpunt in te nemen met betrekking tot de lastige verhouding tussen sport, politiek, propaganda en mensenrechten. Wat voor conclusies kunnen er getrokken uit de verhitte discussie rondom het WK die Nederland in de eerste helft van 1978 in zijn greep hield?

161 Codebericht Van den Brandeler aan Van der Klaauw, ‘Afwezigheid eindbanket WK’, 28-06-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 12189. 162 Codebericht Van der Klaauw aan Van den Brandeler, ‘Afwezigheid eindbanket WK’, 29-06-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 8240. 50

Conclusie In 1978 werden de verhoudingen tussen sport, politiek en maatschappelijke groeperingen op scherp gezet door het debat rond deelname aan het WK ’78. De discussie ging niet alleen over een voetbaltoernooi. Dieperliggende debatten waren de rol van sport in de Nederlandse maatschappij en de relatie tussen sport en politiek. Ook de positie van mensenrechten en de plek die Nederland op dit gebied in moest nemen stonden centraal. Argentinië gebruikte sport voor politieke doeleinden op een manier die historisch onder meer te vergelijken is met de Spelen van Hitler-Duitsland in 1936 en het WK 1934 in Mussolini-Italië, toen het gastland voor het eerst de wereldtitel veroverde. Videla wilde de periode rond het WK gebruiken om zijn regime te legitimeren, de verbondenheid onder Argentijnen te tonen en om de aandacht van de grove mensenrechtenschendingen af te leiden die vanaf zijn machtsgreep in 1976 de norm waren geworden. Net zoals Videla zijn toernooi aangreep voor een bredere boodschap, kozen Freek de Jonge en Bram Vermeulen het toernooi uit om een sociaal protest los te maken over de mensenrechtenschendingen in het land en de relatie tussen sport en politiek in hun eigen land. De combinatie van inhoudelijk kundige organisaties als het SKAN en Amnesty met de publieke bekendheid van Neerlands Hoop zorgde ervoor dat de discussie rondom deelname aan het WK snel en explosief losbarstte. De KNVB en de politiek werden gedwongen stelling te nemen en zich uit te spreken, terwijl ze zich liever helemaal niet bezig hadden gehouden met de discussie. De jaren ’70 staan bekend als het decennium waarin de mensenrechten opkwamen, zowel in de maatschappij als op de politieke agenda. In haar mensenrechtenbeleid zocht Nederland altijd naar een brede internationale concensus bij het overgaan tot sancties of politieke statements. Die brede concensus bestond bijvoorbeeld wel in het geval van Zuid- Afrika, toen vrijwel alle bondgenoten van Nederland het advies van de Verenigde Naties opvolgden en alle sportieve banden met Zuid-Afrika verbraken. Ook tegen het Chili van Pinochet bestond een coalitie die het land sancties oplegden. Dit paste bij het effectiviteitsprincipe waarbinnen de Nederlandse regering probeerde om de mensenrechtenschendingen te bestrijden op plekken waarbij ook gedacht werd dat een verschil gemaakt kon worden. In het geval van Argentinië was hiervan geen sprake. Als Nederland een statement zou maken tegen Argentinië naar aanleiding van het WK zou het een eenmansactie geweest zijn, die funest zou zijn voor de groeiende economische band met Argentinië. Het is daarbij de vraag of een dergelijke actie veel verschil had gemaakt.

51

De KNVB keek in eerste instantie eerst naar de FIFA. Als de Wereldvoetbalbond niet zou overgaan tot afgelasting van het toernooi was er voor de Nederlandse tak geen aanleiding om dit wel te doen. Er was geen reden voor de FIFA om een politiek statement te maken tegenover de mensenrechtenschendingen in Argentinië. Zij hadden juist te maken met een regering die van de organisatie van het toernooi een prioriteit had gemaakt en veel geld investeerde om het WK te laten slagen. Daarnaast zorgde het EAM ervoor dat het WK overal in de wereld in kleur te bewonderen zou zijn. Zowel de VN, de FIFA, de KNVB als de regering zagen geen reden om het WK door een boycot te gebruiken voor een politiek statement. Ook de Nederlandse spelers en bondscoach Happel zagen het niet zitten om zich persoonlijk uit te spreken tegen de. Zij gingen naar Argentinië om hun beroep uit te oefenen en de Wereldtitel binnen te slepen. Het bestuur van de KNVB bestond uit ervaren leden die verstand hadden van het leiden van een voetbalorganisatie in Nederland. Zij hadden geen ervaring met het overzien van lastige thema’s als mensenrechten en de delicate wijze waarop met zulke lastige politieke vraagstukken benaderd dienden worden. Zij keken dan ook naar de regering voor advies over de opstelling van de Nederlandse afvaardiging die af zou reizen naar Argentinië en voor eventuele personele bijdrages uit Den Haag. Doel hiervan was niet alleen het inwinnen van inlichtingen, maar ook om de regering te betrekken in het voorbereidingsproces. Hierdoor zou meer een gedeelde verantwoordelijkheid ontstaan tussen Zeist en Den Haag. De Minister moest hier niets van hebben. Meermaals werd benadrukt dat alle besluiten met betrekking tot het WK de volledige verantwoordelijkheid waren van de KNVB. Adviezen werden sporadisch gegeven en hadden een totaal vrijblijvend karakter. Over het meesturen van extra veiligheidspersoneel, een afgevaardigde van het ministerie of een persvoorlichter peinsde de Minister niet. Geen van de andere deelnemende landen besloot overigens tot een boycot van het toernooi. Evenmin kwam het tot een vooraf besproken statement. Binnen verschillende partijen was minder overeenstemming te vinden dan binnen het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het CDA floot de minister-president terug toen hij de actie van Neerlands Hoop sympathiek noemde, terwijl de VVD zich distantieerde van de twee Kamerleden Terpstra-Verkerk en Keja die de brief naar de KNVB ondertekend hadden. De JOVD en de Jonge Socialisten lieten bovendien zien dat er een breuk ontstaan was tussen de jeugd en de gevestigde orde. De jongerenorganisaties van zowel het sociale als liberale kamp waren van mening dat de partijen en de regering zich veel te terughoudend opstelden ten opzichte van de mensenrechtenschendingen in Argentinië. De kritiek op de partijtop van de Jonge Socialisten zorgde voor enige opschudding, maar uiteindelijk zorgde de partijtop

52 binnen beide partijen er voor dat de steun voor de sociale initiatieven in de praktijk tegenviel. Het liet wel duidelijk het activisme en de groeiende invloed zien van de jongerenafdelingen. De ambassadeur in Buenos Aires, Van den Brandeler, was van het oude stempel. De jonkheer, aan het eind van zijn loopbaan, had eigenlijk niets tegen het strenge regime van Videla en vond de kritiek van links in Nederland maar overdreven. Daarnaast had hij zijn twijfels bij de schattingen Amnesty International over het aantal verdwijningen in Argentinië. Zonder het WK was dit waarschijnlijk nooit een probleem geworden, maar het kwam minister Van der Klaauw erg slecht uit dat zijn ambassadeur zich zo positief uitliet over Videla in een periode waarin hij uit alle macht probeerde om de Nederlandse regering buiten de discussie te houden. Nu leek het er op dat Nederland de junta meer steunde dan afkeurde. Het kritische kamp wist nu ook gelijk dat de ambassadeur het voeren van een kritische dialoog tijdens het WK niet zou aanmoedigen. Aan de andere kant was er wel degelijk enigszins sprake van acties politieke acties van Nederland tijdens het WK. Deze acties waren echter niet waar de tegenstanders van deelname aan het toernooi op hoopten, dus werden de acties niet met gejuich ontvangen. Behalve de ambassadeur was er tijdens het WK niemand van de Nederlandse regering aanwezig in Argentinië om Oranje te steunen. Vier jaar eerder, tijdens het WK in West-Duitsland, was minister-president Den Uyl nog met het voltallige kabinet aanwezig geweest. Daarnaast werd het ontbreken van de Nederlandse ploeg op het eindbanket, al was het misschien niet zo bedoeld, opgevat als een politiek statement door de media en de junta. Het EAM probeerde nog een excuus van de KNVB op papier te krijgen. Het feit dat minister Van der Klaauw Nederland totaal weghield van het toernooi was geen directe kritiek op het regime van Videla, maar een statement was het wel. Tenslotte is het belangrijk om te kijken naar hoe de discussie rondom het WK ’78 het Nederlands beleid ten opzichte van mensenrechten en de relatie tussen sport en politiek veranderd heeft. Eigenlijk is er weinig veranderd sinds de jaren ‘70. Anderhalf jaar na het toernooi werd door de regering een beleidsnota opgesteld waarin werd gekeken naar de rol van mensenrechten in het buitenlands beleid. Die regering zag deze rol als ‘wezenlijk’. Exact zoals minister van Buitenlandse Zaken Van der Stoel dit in 1973 had genoemd. De relatie tussen sport en politiek is tegenwoordig nog net zo onduidelijk als hij in de jaren ’70 was, zo niet onduidelijker. In 1980 drong minister-president Van Agt er bij het NOC op aan om de Spelen in Moskou in navolging van de VS te boycotten, maar de sportbonden weigerden op te draaien voor het falen van de internationale politiek. Alleen de openingsceremonie werd gemeden door de Nederlandse afvaardiging. In het recentere verleden besloot de regering dat

53 zowel Koning Willem-Alexander, Koningin Maxima, premier Mark Rutte en minister Edith Schippers de Nederlandse equipe tijdens de Olympische Winterspelen in Sotsji in 2014 aan zouden moedigen. Rutte zag niets in een boycot tegen Rusland, waar onder andere de rechten van de LBGT-gemeenschap werden geschonden. Van der Klaauw had in 1978 nog besloten om de regering weg te houden van het toernooi, bijna 40 jaar later stonden het koningshuis en leden van het kabinet op de banken in Rusland. Wel is er op communicatie-gebied veel veranderd. Zo werd in 2010 uitgebreid gedocumenteerd hoe het Nederlands voetbalelftal townships in Zuid-Afrika bezocht en met lokale jeugd omging en beloofde Rutte in 2014 plechtig om het toernooi in Rusland juist te gebruiken om de discussie rond mensenrechtenschendingen in het land aan te zwengelen. Zo werd getoond dat de regering en de KNVB hun ogen niet sloten voor de situaties in gastlanden. Een dergelijke actie had de KNVB in 1978 veel sympathie en krediet op kunnen leveren. Dit onderzoek biedt verschillende mogelijkheden tot verder onderzoek naar verschillende onderwerpen. In maart 1978 vond het Wereldkampioenschap Hockey in Buenos Aires plaats, waar Nederland aan deelnam. Ambassadeur Van der Brandeler zat er zelfs in een erecomité. Hoe ging de Koninklijke Nederlandse Hockeybond (KNHB) om met deelname aan het toernooi? Heeft het zich laten leiden door de discussie rondom het WK voetbal? Van welke kanten werd er druk op de bond uitgeoefend? Daarnaast is de rol van jongerenorganisaties als de Jonge Socialisten en de JOVD in de jaren ’70 interessant. In een periode waarin jongeren steeds mondiger werden leek de kloof tussen de oude en jonge garde binnen partijen te groeien. Dit gebeurde binnen de discussie rond het WK, maar op welke andere gebieden botsten de jongerenorganisaties nog meer met de partijtop? Tenslotte is, vanuit meer biografisch perspectief, meer onderzoek naar een persoon als Donore van der Brandeler interessant. De markante ambassadeur, die zich graag liet gelden, had een lange geschiedenis binnen de internationale politiek in de Koude Oorlog en zijn visie op het Videla- regime is opvallend. Er is sinds 1978 schijnbaar weinig veranderd. Mensenrechtenschendingen blijven nog altijd een lastig thema en net als in Argentinië spelen de verschillende partijen, sportbonden en de regering, elkaar nog altijd de bal toe als het gaat over deelname aan sportevenementen. 1978 was bijzonder door het brede maatschappelijke protest dat losbarstte dankzij de mannen van Neerlands Hoop. De KNVB, politieke partijen en de Nederlandse maatschappij werden gedwongen om zich uit te spreken binnen het debat. Het maatschappelijke protest tegen schendingen van mensenrechten was daarnaast illustratief voor het decennium waarin ze plaats vonden. In het geval van Beijing en Sotsji, begin 21e eeuw, was er wel sprake van enig

54 sociaal en politiek protest, maar niet op dezelfde schaal als in 1978. Het lijkt erop dat critici tegenwoordig eigenlijk al weten wat de reactie van de regering zal zijn, maar zich toch willen laten horen. De overtuiging die Neerlands Hoop had ontbreekt in het hedendaags debat. Met de Wereldkampioenschappen in Rusland en Qatar in de nabije toekomst, waarbij de regeringen van die landen de toernooien net als Videla zullen gebruiken om hun land in de etalage te zetten en de focus af te leiden van bepaalde facetten die bekritiseerd worden, zal blijken in hoeverre de Nederlandse samenleving nog nut ziet in grootschalig maatschappelijk protest en of de regering en sportbonden daar nog door geraakt kunnen worden.

55

Bibliografie

Secundaire literatuur Arcenaux, C.L., ‘Institutional Design, Military Rule, and Regime Transition in Argentina (1976-1983). An Extension of the Remmer Thesis’, Bulletin of Latin American Research 16 (1997) afl. 3, p. 327-350. Archetti, Eduardo P., ´Argentina 1978. Military Nationalism, Football Essentialism, and Moral Ambivalence’, p. 133-147, in Tomlinson, Alan en Christopher Young ed., National Identity and Global Sports Events. Culture, Politics, and Spectacle in the Olympics and the Football World Cup (New York 2006). Baehr, P. R., Monique C. Castermans-Holleman en Fred Grunfeld, ‘Human Rights in the Foreign Policy of the Netherlands’, Human Rights Quarterly 24 (2002), afl. 4, p. 992- 1010. Boks, Jasper, ‘Kein Geloel, Fussball Spielen’, Helden Online, 20-05-2014, via: http://heldenonline.nl/columns/jasper-boks/kein-geloel-fussball-spielen. Buchanan, Tom, ‘Amnesty International in Crisis 1966-67’, Twentieth Century British History 15 (2004) afl. 3, p. 267-289. Cavendish, Richard, ‘Juan Peron overthrown. September 19th, 1955, History Today 55 (2005) afl. 9, p. 53. Dinges, John, The Condor Years. How Pinochet and His Allies Brought Terrorism to Three Countries (New York 2004). Duke, Vic en Liz Crolley, Football, Nationality and State (Londen 2014). Havemann, Nils, ‘The Federal Republic of Germany and the 1978 Football World Cup in Argentina. Genesis and Deconstruction of a Propagandistic Myth’, The International Journal of the History of Sport 31 (2014) afl. 12, p. 1509-1518. Hellema, Duco, Nederland in de Wereld. De buitenlandse Politiek van Nederland (Houten 2010) . Keys, Barbara J., Globalizing Sport. National Rivalry and international Community in the 1930s (Cambridge 2013). Knudson, Jerry W., ‘Veil of Silence. The Argentine Press and the Dirty War, 1976-1983’, Latin American Perspectives 24 (1997) afl. 6, p. 93-112. Kuitenbrouwer, Maarten, ‘Nederland en Mensenrechten, 1795-1995’, p. 156-188. in Kuitenbrouwer, Maarten en Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering (Hilversum 1996).

56

Lewis, Paul H., Guerillas and Generals. The “Dirty War” in Argentina (Westport 2002). Malcontent, P., ‘Nederland en de mensenrechten in de Derde Wereld, 1973-1981’, in Kuitenbrouwer, Maarten en Marij Leenders ed., Geschiedenis van de mensenrechten. Bouwstenen voor een interdisciplinaire benadering (Hilversum 1996). McCauley, Martin, Russia, America & The Cold War, 1949-1991 (New York 1998). Rein, Raanan en Efraim Davidi, ‘Sport, Politics and Exile. Protests in Israel during the World Cup (Argentina, 1978)’, The International History of Sport 26 (2009) afl. 5, p. 673- 692. Rözer, Marcel en Iwan van Duren, Voetbal in een vuile Oorlog. WK Argentinië 1978 (Rotterdam 2008). Smith, B. L., ‘The Argentian Junta and the Press in the Run-Up to the 1978 World Cup’, Soccer & Society 3 (2002) afl. 1, p. 69-78. ‘Tweede Kamer verkiezingen 1977’, website Parlement en Politiek, Laatst geraadpleegd op 25-5-2016, via: http://www.parlement.com/id/vh8lnhronvwv/tweede_kamerverkiezingen_1977 Amnesty International, ‘Geschiedenis van Amnesty International’, www.amnesty.nl, laatst geraadpleegd op 30-3-2016.

Televisie IKON documentaire, ‘Een vuil spelletje’, 2001, laatst geraadpleegd op 19-05-2016. Andere Tijden Sport, ‘WK 78 door andere ogen’, VPRO, 6-7-2014, laatst geraadpleegd op 25-5-2016.

Primaire bronnen ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 103. ‘Agenda's, toelichtingen en notulen van de bestuursvergaderingen van de (Koninklijke) Nederlandsche Voetbalbond’, Archief Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), Nationaal Archief, 2.19.123, 104. Amnesty International, The Amnesty International Report 1975/1976 (1976). Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/0001/1976/en/, laatst bestudeerd op: 19-04-2016.

57

Amnesty International, The Amnesty International Report 1977 (1977). Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/006/1977/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016. Amnesty International, Argentinië: verslag van een missie van Amnesty International van 6- 15 november naar Argentinië (maart 1977), Archief Amnesty International Nederland, IISG, Plaatsingsnummer 129/48. Amnesty International, The Amnesty International Report 1978 (1978). Online beschikbaar via: https://www.amnesty.org/en/documents/pol10/001/1978/en/, laatst bekeken op: 16-04-2016. Amnesty International, Argentinië 1978: verdwijningen, martelingen, politieke moorden (1978) Archief Amnesty International Nederland, IISG, Plaatsingsnummer Bro 531/6. ANP, ‘Terlouw: WK-affaire zaak van de KNVB’, ANP Persbericht, 13-02-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Buitenlandse Zaken, 815.1. ANP, ‘Twee handtekeningen Argentinië-brief te weinig’, ANP Persbericht, 5-3-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. ANP, ‘Argentinië zal sport en politiek door elkaar halen’, ANP Persbericht, 8-3-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. Brief van Wim Boogaard, 3-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.184 wb/rvdz. Brief van O. Debunne aan Wim Bogaard, 16-03-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.231. Brief van Lionel Jospin aan Wim Boogaard, 20-4-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20347. Brief van Bernt Carlsson aan Wim Bogard, 13-3-1978, Archief PvdA, IISG, O/12 20.223. Brief van Robert Goebbels aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.252. Brief van Tony Brown aan Wim Bogard, 31-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.261. Brief van Robert Goebbels aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.252. Brief van Pierre Schori aan Wim Bogaard, 23-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.253. Brief van Hans-Eberhard Dingels aan Wim Bogaard, 11-4-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.280. Brief van Prof. Walter Hacker aan Wim Bogaard, 10-3-1978, Archief PvdA, IISG, B/2 20.224. Brief van redactie Vrij Nederland aan Minister van der Klaauw, 8-5-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref. FB/BL. Brief van Minister van der Klaauw aan Redactie Vrij Nederland, 11-05-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. DH/ZL-134161.

58

Brief van C. Tarnaris aan Nederlandse ambassade Toronto, 29-6-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. CLAT, ‘Brief aan KNVB’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I. CLAT, ‘Brief aan Tweede Kamer’, 13-02-1978, Archief PVDA, IISG, 2472-I. Codebericht Van der Klaauw aan Van den Brandeler, ‘Prijsuitreiking WK Argentinië’, 22-06- 1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7959. Codebericht Van den Brandeler aan Min BuZa, 3-4-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 6676 Codebericht Min. BuZa aan Van den Brandeler, ‘WK Argentinië’, 9-6-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7391. Codebericht Van den Brandeler aan Min BuZa, 4-4-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 7043. Codebericht Van den Brandeler aan minister Van der Klaauw, 30-05-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 10441. Codebericht Van den Brandeler aan Van der Klaauw, ‘Afwezigheid eindbanket WK’, 28-06- 1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 12189. Codebericht Van der Klaauw aan Van den Brandeler, ‘Afwezigheid eindbanket WK’, 29-06- 1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1, ref no. 8240. Jonge Socialisten, ‘Argentinië informatie’, mei 1978 (tweede druk). Kamerstukken I, 1975/76, 50. Kamerstukken II, 1975/76, 73ste vergadering. Kamerstukken II, 1975/76, 1197. Kamerstukken II, 1975/76, 1554. Kamerstukken II, 1977/78, 19e vergadering. Kamerstukken II, 1977/78, 26ste vergadering. Kamerstukken II, 1977/78, 930. Kamerstukken II, 1977/78, 1255. Kamerstukken II, 1977/78, 1369. Memorandum: positie ambassadeur tijdens WK hockey en voetbal, 29-03-1978, Archief ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. Memorandum van DWH/ZL aan DWH, ‘Rol ambassadeur tijdens WK’, 15-2-1978, Archief Ministerie van Buitenlandse Zaken, Den Haag, 815.1. SKAN, Argentinië Bulletin no. 2 (1977), Kabinet Minister President, Nationaal Archief, Den Haag, 2.03.01, 10698.

59

Telegram van ambassadeur D. van den Brandeler aan minister Max van der Stoel, 21-06- 1977, Kabinet Minister-President, Nationaal Archief, 2.03.01, 10689. Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Rome, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5-1978, ref no. 6398 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Londen, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5-1978, ref no. 6396 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Parijs, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5-1978, ref no. 6397 Telegram van minister Van der Klaauw aan ambassade van Bonn, ‘Beveiliging WK voetbal Argentinië’, 19-5-1978, ref no. 6395 Vermeulen, Bram en Freek de Jonge, ‘Het is weer tijd om te bepalen waar het allemaal op staat’, van het album Bloed aan de Paal (1978).

Krantenartikelen

Amigoe ‘CLAT-Nederland: WK-voetbal niet gebruiken als propaganda voor diktatoriale regiem’, Amigoe, 10-11-1977, p. 7. ‘PPR steunt Actie SKAN’, Amigoe, 27-12-1977, p. 8. ‘Geen speciale bescherming voor Franse WK-spelers’, Amigoe, 18-05-1978, p. 7. De Leeuwarder Courant ‘Nederlands protest in Argentijnse bange dagen’, De Leeuwarder Courant, 31-01-1978, p. 4. ‘Den Uyl zoekt steun in West-Duitsland voor actie Argentinië’, De Leeuwarder Courant, 2- 02-1978, p. 9. ‘Neerlands hoop bij Kamerfracties voor hun actie’, De Leeuwarder Courant, 3-02-1978, p. 9. ‘VVD-fractie niet achter Argentinië-brief aan KNVB’, De Leeuwarder Courant, 10-02-1978, p. 11. ‘Neerlands Hoop bij kamerfracties voor hun actie’, Leeuwarder Courant, 03-02-1978, p. 9. ‘Bram en Freek maken 28 april tot Internationale Boycotdag’, Leeuwarder Courant, 17-03- 1978, p. 13. ‘KNVB-directeur krijgt 44.000 handtekeningen’, Leeuwarder Courant, 29-04-1978, p. 7. De Telegraaf ‘Van Agt eens met actie tegen WK voetballen’, De Telegraaf, 28-01-1978, p. 1. ‘WK voetbal zit de PvdA niet lekker’, De Telegraaf, 28-01-1978, p. 3.

60

Slik, C. A. van de(r), ‘Mensenrechten 2’, De Telegraaf, 31-01-1978, p. 5. ‘WK voetbal geen zaak voor kabinet’, De Telegraaf, 24-02-1978, p. 8. ‘Krompraat van Willem’, De Telegraaf, 11-03-1978, p. 37. De Waarheid ‘Reclamemakers tegen reclame rond het WK Argentinië’, De Waarheid, 28-01-1978, p. 3. ‘Bonn wil 100 scherpschutters meesturen naar Argentinië’, De Waarheid, 18-05-1978, p. 2. ‘Blamage voor het Videla-regiem’, De Waarheid, 26-06-1978, p. 1. Het Vrije Volk ‘In alle Ernst’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13. ‘KNVB wijst WK-acties van de hand’, Het Vrije Volk, 30-01-1978, p. 13. ‘Freek en Bram: Oranje NIET naar het WK’, Het Vrije Volk, 27-01-1978, p. 1. ‘Politieke partijen huiverig’, Het Vrije Volk, 1-02-1978, p. 5. ‘Stuur geen officiële afgevaardigde’, Het Vrije Volk, 2-02-1978, p. 15. ‘Spelers zien ‘praatpaal’ niet zitten’, Het Vrije Volk, 07-02-1978, p. 15. ‘Oranje mag van Den Uyl naar WK Argentinië’, Het Vrije Volk, 10-02-1978, p. 1. ‘Freek de Jonge: Den Uyl vloog in Junta-truc’, Het Vrije Volk, 11-02-1978, p. 5. ‘FNV richt zich tot KNVB: ‘Voorkom gebruik van Propaganda’’, Het Vrije Volk, 21-02-1978, p. 5. ‘KNVB beperkt zich in Argentinië’, Het Vrije Volk, 15-03-1978, p. 5. ‘Spelers hoorden niet genoeg over Argentinië’, Het Vrije Volk, 23-03-1978, p. 10. ‘Voetbal niet in Argentinië’, Het Vrije Volk, 25-03-1978, p. 9. ‘Neerlands Hoop op Vlaamse TV’, Het Vrije Volk, 29-04-1978, p. 9. ‘Ambassadeur van wie?’, Het Vrije Volk, 31-05-1978, p. 4. ‘Bram en Freek brengen ‘Bloed aan de Paal’’, Het Vrije Volk, 14-02-1978, p. 1. NRC Handelsblad ‘Diversen’, NRC Handelsblad, 25-01-1978, p. 18. ‘KNVB antwoordt Kamerleden over Argentinië’, NRC Handelsblad, 20-02-1978, p. 10. ‘Opponenten WK bundelen krachten’, NRC Handelsblad, 27-02-1978, p. 9. ‘Oranje zonder veiligheidsagenten’, NRC Handelsblad, 03-03-1978, p. 9. ‘Naar Argentinië om te voetballen’, NRC Handelsblad, 23-03-1978, p. 17. ‘KNVB gaat niet op auditie bij Videla’, NRC Handelsblad, 24-03-1978, p. 9. ‘Nederlandse ambassadeur in erecomité, NRC Handelsblad, 28-03-1978, p. 9. ‘Voetballers praten niet met Amnesty’, NRC Handelsblad, 09-05-1978, p.1.

61

‘Westduitsers in onzichtbaar web’, NRC Handelsblad, 30-05-1978, p. 13. ‘Kidnap weerhield Cruyff van WK 1978’, NRC Handelsblad, 16-04-2008, via: http://vorige.nrc.nl//sport/article1875187.ece/Kidnap_weerhield_Cruyff_van_WK_1978. Nieuwsblad van het Noorden Deuling, Johan, ‘Voetballen in Argentinië’, Nieuwsblad van het Noorden, 03-02-1978, p. 15. ‘Politieke onenigheid over brief aan KNVB’, Nieuwsblad van het Noorden, 9-02-1978, p. 3. ‘Boycotactie gaat door’, Nieuwsblad van het Noorden, 08-05-1978, p. 14. ‘Oranje in Argentinië’, Nieuwsblad van het Noorden, 27-05-1978, p. 1. Trouw De Heer, Wim, ‘Een Sportboycot is meestal Zinloos’, 16-08-2013, Trouw, via www.trouw.nl.

62