MENGELBERG EN ZIJN TIJD

Igor StrovInsky

Een uit ave van de Willem Men elber Verem in .I

20e jaargang nummer 82 september 2007 INHOUD

BLAD- ONDERWERP AUTEUR ZIJDEN 01 VAN DE REDACTIE 01 VAN HET BESTUUR 02 - 08 EEN GEVOEL VAN AFSCHEID P. ZANDER TER MAAT 09 — 10 DRIE DAGEN CHASA T. v.d. DRIFT — DE LEEUW 11 - 13 BELEVENISSEN IN EN OM DE CHASA V. STUPAN 14 CHASA TERUG NAAR SITUATIE VOOR 1920 P. BOGAERS 15 - 24 IGOR STRAVINSKY J. KREDIET 25 - 29 vdVEN/GISKESNOERMANS 30 - 34 EUGEN JOCHUM J. KREDIET 35 - 39 PIET VAN EGMOND J. KREDIET 40 - 41 ARTURO TOSCANINI A. VAN KAPEL 42 - 44 WILLEM VAN OTTERLOO VERMEULENNOERMANS 45 - 46 MUZIFISCAAL W. PIJPER OVERLIJDEN DICK BOR

Laat het publiek warm worden en niet de dirigent! .

COLOFON Mengelberg en zijn Tijd is een kwartaaluitgave van de Willem Mengelberg Vereniging, opgericht 13 februari 1987. Overname van de redactionele inhoud is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in overleg met de auteur aan te passen en te wijzigen. Inleveren kopij voor uitgave MezT no. 83 uiterlijk 1 december 2007. Aan de inhoud van dit periodiek kunnen geen rechten worden ontleend. REDAC A. van Kapel, J. Krediet, mr. A.A. Meurer Redactiesecretariaat: Mozartkade 14, 1077 DJ Amsterdam, 020-6262550, e-mail: a.meurer(M,planet.nl, BESTUUR: Voorzitter dr. Eveline Nikkels (072-5895000) Secretaris-penningmeester mr. A.A. Meurer (020-6262550) Leden: ir. P.M.H. Geelen (023-5245836), J. Krediet (020-6991607) en mr. F. Heemskerk (06 21296781) Adviseur A. van Kapel (071-5172562) Jaarbijdrage E 27,50 , voor leden buiten Europa E 32,50. Over te maken op Postbank 155802 t.n.v. Willem Mengelberg Vereniging te Amsterdam. Erelid: Riccardo Chailly. 01

Van de redactie

Zoals u in de kranten en tijdschriften hebt kunnen lezen staat het jaar 2007 bol van herdenkingen; ook wij herdachten in mei dat de Willem Mengelberg Vereniging 20 jaar geleden werd opgericht. In het algemeen wordt 20 jaar nauwelijks herdacht of gevierd. Met Honegger vragen we ons af: "Hoe lang moet je dood zijn?" Zonder die vraag te beantwoorden wil de redactie aandacht schenken aan de musici die voor ons muzikaal of persoonlijks van betekenis zijn geweest en hun sporen hebben verdiend. Wij hopen daarmee iets toe te voegen aan hun levensbeschrijving en de werken noemen die zij hebben nagelaten in geschrift en in klank. Daarom vind u in deze aflevering artikelen over Strawinslcy die 125 jaar en Van Otterloo die 100 jaar geleden werden geboren, Sibelius, Toscanini en Korngold die 50 jaar geleden stierven en Van Egmond en Jochum die respectievelijk 25 en 20 jaar geleden voor goed hun ogen sloten. Ook de heer P. Zander ter Maat, achterneef van Willem Mengelberg, heeft zo zijn herinneringen aan Hof Zuort in Unterengadin dat sinds 1920 in het bezit van zijn oudoom was en nu verkocht gaat worden. Zijn artikel met foto's die uit het door hem beheerde Familie-archief ZtM-M komen, namen wij over. Wij vulden deze herinneringen aan met de herinneringen van Victor Stupan die in 1921 dienst deed als loopjongen van Mengelberg, en van mevrouw Van der Drift die in 1965 als Lydie de Leeuw dienst deed in de keuken van de Chasa. Tevens willen wij onder aanbieding van onze excuses een nalatigheid herstellen die wij in onze vorige aflevering no. 81/15 in het artikel "Wat hebben Nederland en Willem Mengelberg toch met Richard Strauss en Wenen te maken? "hebben begaan door niet de naam van het boekje te vermelden dat door mevrouw Marijke van Ebbenhorst Tengbergen-Van Straelen is geschreven onder de titel: "Richard Strauss Villa in Wenen, 50 jaar Nederlandse residentie". Het boekje is 'ermOglicht' en uitgegeven door ING Bank — .

Wij wensen u veel leesgenoegens. Van het bestuur

Het bestuur is op 28 juli en op 1 september j .1. bijeen geweest. Geïnspireerd door de recente jaarvergadering wijdde het bestuur zich op 28 juli en meer nog op 1 september aan de toekomst van de vereniging. De gedachtewisseling vond plaats aan de hand van een aantal vragen waarop wij een antwoord poogden te vinden. Het bestuur heeft nu de behoefte de leden over deze vragen te raadplegen en wil daartoe een bijeenkomst beleggen in Duivendrecht. We hadden 24 november a.s. al op het oog voor een meer diverterend samenzijn en willen nu de ochtend voor deze ledenraadpleging gebruiken. Van 11.00 tot 13.00 uur praten we dan over de vereniging. Na een broodjeslunch spreekt Wim Brouwer, die velen van ons zich herinneren van zijn boeiende lezing in 2005 over Faust, over de Babi Jar Symfonie van Sjostakovitsj. Nadere details vindt u in bijgaande uitnodiging. Daarbij is een praatpapier met een aantal vragen gevoegd. Wij verzoeken u dit papier of een kopie daarvan voor 15 november a.s. (zo veel mogelijk) ingevuld te retourneren naar Mozartkade 14, 1077 DJ Amsterdam. De leden die email hebben krijgen het ook elektronisch toegestuurd zodat zij het ook langs die weg kunnen opsturen. Het verzoek om invulling en inzending geldt natuurlijk in de eerste plaats voor die leden die niet naar Duivendrecht komen. Voor een goede gedachtewisseling stelt het bestuur inzending door degenen die wel komen ook op prijs. Dus ook zij: gaarne opsturen! Wij hopen op een in alle opzichten inspirerende dag met een grote opkomst!

Wij verzoeken de leden die hun contributie 2007 van €27,50 nog niet hebben voldaanom spoedig overmaking op Postbanknummer 155802 t.n.v. Willem Mengelberg Vereniging. 02

Een gevoel van afscheid.

Het ensemble van Hof Zuort en Chasa Mengelberg, Val Sinestre, Unterengadin, 1711 m.

Die Willem Mengelberg Stiftung ve rkau f t, eventuell verpachtet ab 1. Mai2008 oder nach Vereinbarung den Betrieb Verkoopt de Willem Hof Zuort Mengelberg Stiftung Hof Zuort? Sent/Unterengadin In de maand juni 2007 was ik weer enige .weken in het Unterengadin. Voor de hoeveelste keer? En thans Restaurant/Pension: misschien voor het laatst? Is het niet zo dat eigenlijk 40 Restaurationssitzplatze, aan alles een einde komt, vroeger of later, of men dat 40 Gartensitzplatze, wil of niet? Dus ook aan Hof Zuort als "Mengelbergs 14 Gastebetten in drei Doppel- patrimonium"? und zwei Vierbetzimmern, eine Einliegerwohnung für Inderdaad verscheen tijdens mijn verblijf aldaar in de Pachter, Personalzimmer sowle- Engadiner Post te St.Moritz 'd.d. 7 juni een door de Landwirtschaftsbetrieb: landw. Willem Mengelberg Stiftung geplaatste advertentie okonomiegebaude mit etwa 16ha waaruit blijkt dat zij Hof Zuort uiterlijk per 1 mei 2008 Wiesland;ausgerichtet auf Vieh- - of zoveel eerder wenst te verkopen, althans opnieuw te verpachten. Alles klinkt echter toch wel sterk naar wirtschaft. Es sind auch Bewer- verkoop van het 16 ha grote landbouwbedrijf met het bungen fur einzelne Betriebsteile Berggasthaus. 1) erwiinst. 03

Hof Zuort met de Chasa, dat was de plek waar Willem verkoop zijn inbegrepen. Is er geen boer uit Sent, die, Mengelberg, veraf van Amsterdam, "zichzelf' kon zijn. zoals eertijds, Hof Zuort als boerenbedrijf weer in zijn Hier mocht hij "boer" zijn, hier kon hij honden fokken geheel overneemt, dus mèt het Berggasthaus? Dan zou (Berner Sennenhunde), maar ook koeien (in 1937 de historische continuïteit bewaard blijven. bouwde hij een moderne koestal), hier kon hij - met de gasten - hooien en in zijn zelf aangelegde moestuin (op 1711 m hoogte!) groente en fruit oogsten. Rondom Chasa en Hof kon hij ook zijn liefhebberij als bloemist Voor mijn geestelijk oog verschijnen weer diegenen uitleven. Hij kon er de natuur als alpinist beleven, zich die van Zuort reeds afscheid hebben moeten nemen, als architect en binnenhuisarchitect engageren en, méér maar die in onze herinnering voortleven. Daar is dan een hobby, kunst en antiquiteiten verzamelen. Hier uiteraard in de eerste plaats Willem Mengelberg zelf kon hij dus alle Mengelbergse liefhebberijen vrij (Onkel Hausfrau), overleden in Zuort in 1951. Dan zijn ontplooien. oude vriendin uit Frankfurter tijden, die vanaf 1930 bij hem op de Chasa woonde en hem trouw terzijde heeft gestaan, Charlotte Gtinther-MOgling (Tante Ma), overleden, eveneens te Zuort, in 1952. Vervolgens haar enige dochter, Marianne Giinther (Tante Marianne), Mengelbergs verpleegster en verzorgster, overleden te Frankfurt am Main in 1964, Ginette Elmiger (Tante Ginette), Mengelbergs Luzerner "kind", voor hem "das Ginetteli", overleden te Luzern in 1986, en uiteindelijk Ellie Bysterus Heemskerk (Tante Ellie), oud-eerste- violiste van het Concertgebouworkest en Mengelbergs "manusje-van-alles" in Zuort, overleden te Amsterdam in 1987. Dát waren onze "Chasa-Tantes". De laatste drie waren door Mengelberg testamentair tot leden van de Stiftungsrat benoemd, een benoeming die 1951 in werking trad.

De ontdekking van Hof Zuort. Willem Mengelberg ontdekte Hof Zuort quasi per toeval in 1910. Maar misschien was het helemaal geen toeval, eerder misschien een wenk des Hemels om juist hier zijn echte pied-à-terre te stichten? Na 1945 zei hij herhaaldelijk: "Welch ein Gluck, dass ich dies hier habe." ") Had hij van begin af aan reeds het voorgevoel dat hij ooit eens over een vluchtpunt zou moeten beschikken? Want in 1910 was hij al "zufrieden, endlich ein schones Asyl gefunden za haben". Hij beschouwde dus toen al Hof Zuort als een soort asiel - en dat zou het dan na 1944/45 ook inderdaad gaan worden.

Willem Mengelberg dirigeerde in 1910 vanaf 10 april tot 5 juni aan één stuk in Italië. Het leek er op dat hij er helemaal niet meer vandaan wilde. Rome, Milaan en Napels, hij toerde maar op en neer. Ook na zijn laatste Is de herinnering aan deze veelzijdige mens thans concert te Napels keerde hij nog steeds niet naar verleden tijd? Kunnen of willen wij nu niet meer op het Nederland terug. Want Luzem lokte hem toen weer terras van Hof Zuort zitten om over het verleden, de meer, en buitendien stond zijn jaarlijkse "Kur" op zijn Mengelbergse tijd te mijmeren? Niet meer op bezoek programma. zijn Luzemer "pleegmoedertje", Emilie Wij noemden Willem zijn bij Onkel Hausfrau? Heller (1850-1918), een zanglerares, had in het Mengelberg graag "O.H.", de afkorting van "Onkel verafgelegen en nog nauwelijks toegankelijke Val Hausfrau". Waarom eigenlijk? Omdat zijn echtgenote Sinestra in het Unterengadin een pas in 1904 geopend Tilly ~be in Zuort slechts "gast" wilde zijn, en niet klein Bad ontdekt met voor zwitserland unieke "huisvrouw"! Mengelbergs geest is in Zuort nog steeds arsenhaltige Eisensauerlinge. Daar wilde zij gaan Chasa, zijn Marienkapelle, zijn zum Greifen nahe, zijn "kuren" en raadde Mengelberg aan hetzelfde te doen. Blijft dit zo wanneer Hof Zuort met het Hof Zuort Aangezien het kleine badhotel, heden het zogenaamde landgoed in andere handen overgaat, in vreemde? Ik Berghaus van Hotel Val Sinestra, echter reeds geloof van niet, want de harmonie van het ensemble zal volgeboekt was, nam wil 1 em Mengelberg zijn intrek danig worden verstoord. Over is dan alleen nog maar in Pension Arina te Manas (heden Vna) bij Christoffel als romp-exclave de Chasa en de kapel, die niet bij de 04

HOF ZUORT omstreeks 1910 Boven de ingang het bord "Schweizerisches Zollamt" en het raam van Mengelbergs logeerkamer. Op de achtergrond de Pui Tschiitta (Stammerspitz), 3254 m.

(inter Ennidin - Val Sinestra Zuort (1704 ni) mit StarnmerspOe (3258m)

Vonmoos, de vader van de legendarische Caty "vacantiehuisje". Hij sprak met ae nouwx-unalge Vonmoos (1910-2004), die ons met haar excellente Gaudenz Issler uit Celerina, die van 1909 tot 1912 in keuken gedurende zo vele jaren heeft verwend. Hier Val Sinestra het kasteelachtige Kurhaus bouwde. Deze ontwierp reeds in deze zomer van 1910 een blokhuis arriveerde Mengelberg op 16 juli 1910.3)verlangend om zo snel mogelijk de overweldigende omgeving te als "berghut" voor Mengelberg. De afmetingen waren leren kennen, maakte hij reeds de dag na zijn aankomst echter al te fors, zodat Mengelberg 1911 besloot zijn de meest grote bergtocht die men zich kan voorstellen, chalet maar liever zelf te ontwerpen. Zo ontstond op namelijk naar de Heidelberger Hate (2264 m) via de een stukje grond van Hof Zuort in 1911/12 zijn Fimberpas (2608 m). Het is bijna niet te geloven! "Chasa". Clá Frigg, de boer van Hof Zuort, leidde de Reeds in alle vroegte om 4.30 uur had hij op 1831 m bouw. Hij bezat bekwaamheden op dit gebied, die wij hoogte Pra San Peder bereikt, van waaruit hij in de later bij zijn neef Clot Corradin, die vanaf 1921 pachter ochtendmist beneden in de diepte van het Val Choglias van Hof Zuort was, ook weer tegenkomen. iets geheimzinnigs zag liggen. Hij besloot om dit "iets" Verbijsterend zijn evenwel volgens huidige begrippen de volgende dag op de terugweg te gaan verkennen. En de werkomstandigheden voor Frigg en zijn team. Alles zo belandde hij op Hof Zuort bij de bergb oer Clá Frigg wat voor de bouw en de latere inrichting van de Chasa (1859-1920). Hier was de zaak onmiddellijk bekeken. nodig was, bestelde Mengelberg in Luzern, waar hij de Hij vertrok al op 19 juli 1910 weer uit het Pension juiste leveranciers kende. In kisten verpakt werd dan Arina te Manas en nam zijn intrek in een eenvoudig alles moeizaam per trein van Luzem naar Chur ingericht kamertje boven de ingang van de Hof. Hier getransporteerd, waar de vracht op de Rhatische Bahn was hij zo tevreden, dat hij zes weken bleef! Dat moet moest worden overgeladen, aangezien deze immers een Schmalspurbahn wel de mooiste vakantie van zijn leven zijn geweest! is. Maar in Bevers (heden Bever) in Vakantie in en met de natuur, en dan nog wel op een het Oberengadin was dan de grap teneinde. Er bestond bergboerderij! Geen luxe-hotel kon hem meer trekken. destijds namelijk nog geen spoorverbinding naar Dit was het begin van de innige connectie Mengelberg Schuls (heden Scuol)! Om deze redenen moest Frigg - Hof Zuort. alles met paard en wagen, of in de winter met de slee, aan het station Bevers komen ophalen, telkens een weg van 55 km en weer terug! Pas op 28 juni 1913 werd Reeds gedurende deze eerste zes weken te Zuort het nieuwe spoortraject van Bevers naar Schuls maakte Mengelberg plannen voor de bouw van een geopend, na een bouwtijd van drie jaar. Toen werden Hiitte, dus van een berghut als toekomstig de transporten van Luzem naar Schuls een stuk 05

Drachenheim genaamd, wilde bouwen. eenvoudiger, natuurlijk óók het reizen van Mengelberg naderhand Hiervoor koos hij de zogenaamde Block-bauweise, zèlf. Want voordien was hij op het traject Bevers - Val zoals deze de bouwmeester Issler reeds voor ogen Sinestra volledig op paardenkoetsen aangewezen stond toen hij een ontwerp voor de Chasa maakte. geweest. In de zomer van 1913 was de Chasa zover voltooid en Zeker was de Chasa beter tegen de strenge Engadiner spaarzaam ingericht, dat Mengelberg de eerste gasten winters opgewassen geweest, wanneer ook hier de was toegepast. Toen kon ontvangen. Deze komen wij tegen in het fotoalbum genoemde Blockbau-weise Mengelberg op 4 juli 1922 uit New York weer naar nummer één van de Chasa 4) , maar helaas wordt geen enkele gast met name genoemd. Grappig om te zien Hof Zuort kwam, stonden de beide gebouwen reeds. hoe de plattelanders destijds bergtochten maakten, zo Gelijk voorheen Clá Frigg, zo had nu Clot Corradin de droegen jongetjes b.v. matrozenpakken met grote taak van opzichter bij de bouw overgenomen. Op wens van Mengelberg assisteerde Corradin ook bij de strandhoeden uit Zandvoort! artistieke Innenausstattung van de kapel, van de Chasa en de Hof. Hier waren bekwame houtbeeldhouwers en De koop van Hof Zuort. Toen Willem houtsnijders gedurende vele jaren werkzaam, bekend Mengelberg op 2 juli 1920 voor zijn jaarlijkse vakantie zijn JohannHafner uit Strada in het Inndal en Joseph weer naar Zuort kwam, vond hij daar de familie Frigg Furrer uit Luzem. Clot Corradin leerde bij deze in diepe rouw gedompeld. Vader Clá Frigg was werkzaamheden geleidelijk eveneens het vak van namelijk op 19 mei 1920 op de leeftijd van 61 jaar Holzschnitzer, zodat hij na zijn vertrek van Hof Zuort overleden, waarschijnlijk aan maagkanker. Aangezien in 1936 in Sent een eigen atelier kon opbouwen, waar Frigg reeds eerder van plan was om Hof Zuort te hij met veel succes in de bekende Engadiner stijl verkopen, kreeg Willem Mengelberg nu de kans om het werkte. Willem Mengelberg kon zich bij al deze hele landgoed van de erfgenamen over te nemen. Op 25 planningen en werkzaamheden volledig uitleven. Zijn juli 1920 werd buiten op de veranda van de Chasa in de in het familiearchief bewaarde tekeningen en avondzon het voorlopige koopcontract getekend. 5) De ontwerpen bewijzen dit zeer duidelijk. Hij was per slot verkopers waren Chatrina Frigg-Valentin en haar vijf van rekening de zoon van een beeldhouwer, kinderen. De koopprijs bedroeg 70.000,-- Franken, in kunstschilder en architect, in wiens ateliers te Utrecht termijnen betaalbaar tot 1 oktober 1923. De weduwe hij deze werkzaamheden in jonge jaren allemaal had Frigg kreeg het recht om tot 1 mei 1921 op de Hof te geleerd. Wanneer iemand vraagt, welke hobby's had blijven wonen. Daarna kreeg haar aangetrouwde neef Mengelberg nu eigenlijk, dan is het antwoord: "Zeer Clot Corradin uit Sent van Mengelberg een zeker niet het componeren!" Afgezien dan van de pachtcontract voor Hof Zuort, dat hij tot 1936 behield. landbouw en het alpinisme, hield hij zich in Zuort in de 6) Willem Mengelberg had liever Richard Frigg, de eerste plaats bezig met ontwerpen, bouwen, artistieke enige zoon van CM Frigg, als pachter gezien, maar interieurs scheppen en, in verband daarmee, met het deze voelde zich met zijn 19 jaar daartoe nog te jong. verzamelen van oude kunst en antiquiteiten. Het was In zijn Hausbuch van de Chasa schreef Mengelberg niet zijn bedoeling om een eigen museum in te richten, naar aanleiding van deze koop: "Hof Zuort gekauft. zoals Richard Strauss dat bij voorbeeld in Garmisch Hoffentlich ruht der Segen Gottes auf diesem Kauf" heeft gedaan, maar hij wilde tussen en met de kunst Mengelberg noemde zich nu "Herr von Gesamt-Zuort". leven. Kunst dus voor het gebruik van alledag. Wat Niettegenstaande zijn blijdschap over de aankoop van Willem Mengelberg op deze manier voor Zuort een landgoed, bleef hij toch enigszins sceptisch: uiteindelijk schiep, was een Gesamtkunstwerk. Dit "Denkst du, wie schon es war, dass du ein Gut werk is in stand gebleven tot het vertrek van Ellie gewannst, denk auch, dass schon es ist, wenn du 's Bysterus Heemskerk uit Zuort in 1982. Zij was een entbehren kannst." 7) conservatrice bij uitstek. Willem Mengelberg werkte ook vele jaren intensief samen met de bekende Luz,erner glazenier Eduard Renggli jr. Met alle De verkoop van Hof Zuort, waarover Clá Frigg nog genoemde kunstenaars pleegde hij een congeniale met Mengelberg had onderhandeld, zou ook wel eens samenwerking. De Luzerner houtbeeldhouwer Joseph in verband hebben kunnen staan met de zware Furrer documenteert dit heel duidelijk, toen hij aan natuurramp die Zuort tussen 22 en 25 augustus 1919 Mengelberg schreef: "Es ist fut- mich ein had getroffen. Zoals zo vaak waren daarbij niet alleen spezieller Genuss, fur Sie zu arbeiten, da Sie de bruggen over de Brancla weggesleurd, maar had ook der Kunst aus Idealismus huldigen ".9) Ook Hof Zuort zijn complete dak verloren. Enige verbleekte Willems jongste broer, Hans Mengelberg (1885-1945), foto's geven een vaag beeld van deze ramp 8) Gelukkig de interieurlcunstenaar uit Utrecht, werkte aan dit had Prins Hendrik Zuort reeds van tevoren op 14 "kunstwerk" mee. Zo tekende hij in 1923 ontwerpen augustus 1919 na zijn logeerpartij op de Chasa weer voor het interieur van de kapel. Reeds in 1915 had hij verlaten. wanddecoraties in de Chasa geschilderd. 10) In juni 1923 was de restauratie van Hof Zuort althans van Nieuwbouw en restauratie. In buiten zo ver gevorderd, dat een begin kon worden september 1921 onderhandelde Mengelberg met de gemaakt met het ontwerpen van de sgraffito-decoraties gemeente Sent over de aankoop van een stuk bos achter aan de buitenfacade van de Hof. Deze speciale de Chasa, waar hij, wederom naar eigen ontwerpen, kunsttechniek van het Engadin beleefde destijds weer zijn Votivkapelle alsmede het personeel- en washuis, een nieuwe opkomst. In de zomer van 1925 was de -06

restauratie van de Hof voltooid en sindsdien prijkt de bijzonders bieden. De eregast bij dit feest was de naam "Hof Zuort" in fraai sgraffito in de gevel, terwijl commissaris van de Koningin in Noord-Holland, het familiewapen Mengelberg, ook volgens Engadiner tevens voorzitter van het Concertgebouworkest, traditie, de voorgevel op de eerste verdieping siert. jonkheer mr.dr. Antonie Roell, die vergezeld was door Al met al is Hof Zuort een Engadiner boerderij zijn echtgenote Anna, geboren barones de Vos van gebleven. Toch herkent het geoefende oog zekere Steenwijk en hun zoon Wim. De gasten kregen bij hun barok geïnspireerde stijlelementen, afkomstig uit het vertrek een speciaal voor deze gelegenheid gedrukt nabije Tirol. Zuort ligt immers aan de overgang van het "hoteletiket" op hun koffers geplakt. De gastenetage Unterengadin naar het Tiroler Paznaundal en de plaats van de Chasa met in totaal zes logeerkamers leek in de Ischgl. Dat gebied maakte tot 1616 deel uit van de zomermaanden, speciaal in de jaren 1920, wel op een moeder-parochie San Lurench te Sent. Zo zijn ook juist luxe Alpenhotel. Het was uitermate exclusief om bij in Sent veelvuldige Tiroler invloeden in de architectuur Willem Mengelberg, en dan nog wel in zwitserland, te te zien, zoals de beroemde Senter Giebel, een kunnen en mogen logeren. Toch vraagt men zich af of reminiscentie aan de baroktijd. Als aanbouw aan de dit eigenlijk wel in overeenstemming was met Mengelbergs leidmotief: Hof werd in hetzelfde jaar ook de veranda voltooid. "Vor allem: Ruhe! Stille!!' 11) Het interieur doet de bezoeker verrast staan vanwege Niettegenstaande dit verlangen naar absolute stilte de prachtige wandbetimmeringen uit de baroktijd met was Mengelberg reeds in 1914 tot het inzicht gekomen: scenes uit het adellijke landleven. Deze schilderingen "Winst du eine Freude ganz allein fur dich geniessen, so nimmt ihr Reiz alsbald ab!". 12) stammen uit een Herrensitz in de omgeving van Zo kon Willem, samen Luzern. De glas-in-lood-ramen in de veranda en in de met zijn vrouw Tilly, het 25-jarig huwelijksfeest met alle gasten genoeglijk en tevreden vieren. Een maand stuva (Gast-stube) met 21 wapens van de Zwitserse later, op 5 september 1925, vierde Tilly Mengelberg kantons heeft de glazenier Eduard Renggli jr. te Luzern tot 1933 geplaatst. Alle ramen in de Chasa, maar ook in ook nog haar 50e verjaardag, wederom met een andere kring van gasten. Willem had echter verzuimd de de kapel, zijn voor een goed deel voorzien van "glas- "hoffotograaf' Feuerstein uit Schuls te bestellen, maar in-loodjes", in de Chasa met zeer waardevolle geen nood, deze maakte de officiële verjaardagsfoto gebrandschilderde wapens van oude Zwitserse precies een jaar later, weliswaar met aan tafel andere geslachten uit de zestiende eeuw (bibliotheek, gasten dan in 1925! Dat is typisch Mengelbergs. Lesezimmer en Mengelbergs eigen kamer)

Mein Zuort, ade! Mij bekruipt thans een droevig gevoel van afscheid. Ik moet immers veronderstellen dat Hof Zuort eerstdaags geen deel meer uitmaakt van Willem Mengelbergs patrimonium in het Unterengadin. Zijn naam zal niet meer met die van Hof Zuort verbonden zijn. Wanneer wij in de toekomst Mengelbergs heimelige Gaststube in Hof Zuort betreden om ons aan de warmende Kachelofen een glaasje rode Veltliner met een portie Bandnerfleisch te gunnen, dan weten wij dat wij niet meer gasten van Willem Mengelberg zijn. Zijn portret, een herinnering aan zijn veertigjarig dirigentenjubileum bij het Concertgebouworkest, getekend in 1935 door Antoon van Welie, zal ons van de wand niet meer begroeten, niet meer welkom heten. Willem Mengelberg heeft zich op zijn Chasa teruggetrokken, onzichtbaar voor de gasten van Hof Zuort. Ons, als Mengelbergs vrienden en familieleden, rest dan alleen nog maar om ten afscheid zijn op 16 september 1924 gecomponeerde "Volksliedchen aus Zuort, gesetzt fur zwei Frauenstimmen (Sopran und Alt) oder zwei Mnnerstimmen„sehr lullig" in te zetten:

-Leb' worit, traute Heimat, mem Zuort, adel Ich grass' deine Berge mit ewigem Schnee, 1/ir Taler, ihr Hóhen, ihr Beiche und Wiesen, De gastvrienden. Dat de restauratie van kh grusse euch alle, mein Zuort, adel Hof Zuort in 1925 met bekwame spoed werd voltooid, Mein Zuort, ade, ade, ade!" 13) had te maken met de viering van de zilveren bruiloft van Willem en Tiny Mengelberg op 5 augustus 1925. Paul Zander. De juiste trouwdag was eigenlijk 5 juli, maar voor de Mit Dank an Katharina und Geni Ritzmann-Andrist, geïnviteerde gasten was dat nog geen vakantietijd. Pkhter vom Berggasthaus Hof Zuort von 2003-2008, Willem Mengelberg wilde deze, zeker met een tikkeltje welche die heimelige Ustaria noch ganz im Geiste von trots, zijn voltooide kunstwerk laten zien, dus iets Willem Mengelberg geftihrt haben. 07

Noten

1) Engadiner Post, St.Moritz, Nr. 65, 7.6.2007. 2) Alle citaten: collectie Familiearchief Zander ter MaatMengelberg. 3) Gastenboek Pension Arina, Manas, collectie familie Vonmoos, Vná. 4) Collectie fotoalbums Chasa Mengelberg, deel I, Familiearchief ZtM-M. Collectie fotoalbums Chasa Mengelberg, deel 11, Familiearchief ZtM-M. - Hausbuch Chasa Mengelberg, deel 5) I, heden: Nederlands Muziek Instituut, Stichting Het Willem Mengelberg Archief, Den Haag. 6) Cumtin da Sent, Cudesch da contracts, Bd. C, Nr. 353, Circul dal register fundi ar i Engiadina Bassa, Scuol. 7) Hausbuch Chasa Mengelberg, deel I, heden: Nederlands Muziek Instituut, zie boven 5) • 8) Fotocollectie, Familiearchief ZtM-M. 9) Joseph Furrer, Holzbildhauer, aan Willem Mengelberg, Luzern 26.8.1928, Nederlands Muziek Instituut, Stichting Het Willem Mengelberg Archief, Den Haag, nr. 184/CC 054.28. 10) Hans Mengelberg ontwierp en schilderde in logeerkamer nr. 3 "Blumenranken" met een "etwas stylisirtes Distelmotif', gesigneerd "H.M.1915". "Hausordnung, welcher sich alle Bewohner und Ghte von 'Chasa Mengelberg' fligen sollen", augustus 1916, 11) plalcaat in elke logeerkamer, exemplaar in Familiearchief ZtM-M. 12) Hausbuch Chasa Mengelberg, deel I, juli 1914, heden: Nederlands Muziek Instituut, zie boven 5) • 13) Hausbuch Chasa Mengelberg, deel II, 16.9.1924, heden: Nederlands Muziek Instituut, zie boven 5).

in de historische 15 juni 2007 - Afscheid met een laatste glaasje Veltliner van Hof Zuort in het Val Sinestra, heerlijk aan de warme Kachelofen zittend. stiiva 08

1933/34 Hof Zuort, gezicht uit de "Stiiva" met het fraaie cassetteplafond naar de "Siilèr", rechts de oude "Kachelofen" die de "Stube" en het daarboven gelegen slaapvertrek verwarmt.

1933/34

De historische "Stiiva" met het renaissance buffet en doorkijk naar de "Jagdstube" met 18e eeuwse wandschilderingen en Luzerner glas-in-lood vensters. 09

eenvoudige Hilgelwein bij de maaltijden. Mijn Drie dagen Chasa werk werd op prijs gesteld en werd zeer gewaardeerd. De samenwerking met tante Ellie liep Mengelberg vanaf het begin prima. Ik had tevreden mensen om mij heen en kreeg goede contacten. De vakantie dit jaar heeft voor ons iets van een nostalgische tour. Terug naar een plek waar je Nog meer herinneringen komen boven. De 42 jaar geleden hebt gewerkt en 38 jaar geleden tafelschel die gebruikt werd als het keuken- voor het laatst bent geweest. Hoe zouden we dat personeel in actie moest komen. Ik had daar in het vinden en vooral wat zouden we daar begin best moeite mee, opdraven als er gebeld aantreffen? werd. Het blazen op de hoorn als de gasten aan tafel verwacht werden. Het carillon dat regelmatig door het dal klonk als tante Ellie er op speelde. En Het is zaterdag 9 juni als we de grens van dan natuurlijk de lange wandelingen met ver- Oostenrijk naar Zwitserland overgaan. We hadden schillende mensen waarvan ik me vooral Adriaan al eerder e-mailcontact gehad en vernomen dat je van Woudenberg nog goed herinner. het logies gewoon met euro's kon betalen. Dat scheelt weer een hoop gedoe. Op tijd zien we de afslag Ramosch. Vanaf Ramosch moeten we ons op In 1967 overleed mijn vader. Al snel na de be- de smalle weg langs heel wat wandelaars wringen. grafenis kreeg ik de gelegenheid om weer naar de Sommigen daarvan kijken wat verbaasd en bepaald Chasa te reizen. De aankomst daar, bij tante Ellie niet erg vriendelijk naar onze auto. Na vele bochten was meer dan hartelijk en voor mij alsof ik weer zien we plotseling op een afstand Chasa thuis kwam. Een paar weken kon ik maar blijven, ik Mengelberg en Hof Zuort liggen. Zelfs het moest in Nederland weer voor de klas. In 1969 was kapelletje kunnen we zien. We worden hartelijk ik er voor de derde keer maar toen samen met Theo begroet door Katharina en Geni Ritzmann. Na een op huwelijksreis. Tante Ellie was ook net biertje op het zonnige terras van Hof Zuort worden gearriveerd en wij waren vroeg in juni de eerste we naar de kamer gebracht waar we twee nachten gasten in het nog steenkoude huis. Ik vond het gereserveerd hebben. We komen aan de praat met heerlijk. Voor mij was het echt een beetje Katharina Ritzrnann en ik vertel dat ik in 1965, toen thuiskomen, maar voor die nuchtere man van me, nog als Lydie de Leeuw een paar maanden in de die al die herinneringen niet had was het een heel keuken heb gewerkt. Ik was toen net klaar met mijn andere ervaring. opleiding als kooklerares en vond het wel wat om in Zwitserland ervaring op te doen. In een piep- Nu is het 2007, en we zijn er wéér, na 38 jaren. kleine advertentie stond dat een "vakantiehuis in Logeren doen we in Hof Zuort want de Chasa Zwitserland" een hulp vroeg in de keuken. Toen ik ontvangt al vanaf 2001 geen gasten meer. De Chasa daarop reageerde kreeg ik een zekere juffrouw staat er nog steeds, maar lijkt wat in verval mi er Heemskerk aan de lijn die me vertelde over Chasa niets meer mee gebeurt. Het kost ons niet veel Mengelberg. De reis zou worden vergoed en het moeite om de sleutel van de Chasa mee te krijgen. loon zou ook niet slecht zijn hoewel dat niet het We mogen daar zoveel rondkijken als we willen. belangrijkste voor me was. Eenmaal binnen voelen we gewoon dat dit gebouw niet meer leeft. Het is een museum zonder leven nu Elke ochtend vroeg moesten we het houtfornuis in de kamers niet meer gebruikt worden. De sfeer van de keuken aanmaken en kookten we maaltijden toen is er verdwenen. In de keuken blijkt het grote voor 12 tot 15 personen. En dat waren niet zomaar houtfornuis vervangen te zijn door een moderner maaltijden. Twee maal per dag warm was de fornuis. Ook hier is het niet meer mijn keuken van gewoonte. Primitief was het zeker. Alles gebeurde vroeger. met de hand. Geen elektriciteit, geen cv, geen gas en zelfs geen kraan voor warm water. Maar wel De natuur is nog net zo mooi als toen. We wan- heerlijk hoog in de bergen en met goed gezelschap. delen elke dag en proberen zoveel mogelijk Massa 's aardappels schilde ik voor het open raam dezelfde wandelingen te maken die we toen maak- in de keuken met uitzicht op de bergen. In het ten. Verbazing over de zeldzame planten die daar Drachenhaus had ik mijn eigen kamer. Alles moest zomaar langs de weg te zien zijn. Als we op de volgens de traditie van de jaren dertig: de gasten derde dag afscheid nemen vragen we ons af wat er moesten het goed hebben. De ingrediënten moesten verder met de Chasa gaat gebeuren. Weer rendabel van topkwaliteit zijn en de hoeveelheden die op- maken als horecagelegenheid is onwaarschijnlijk. gediend werden logen er niet om. Tante Ellie wilde De meerwaarde van dit gebouw zit hem natuurlijk dat zo. Ze vroeg zich wel eens af of het bedrag dat in de nagedachtenis aan Willem Mengelberg, maar de gasten moesten betalen nog wel toereikend was, ook in de natuur die hier zo prachtig is. Wij hopen maar concessies werden er niet gedaan. Men zei dat nog eens terug te komen. er in de wijnkelder prachtige wijnen lagen, dat kon ik niet beoordelen, maar ik heb nooit gezien dat Lydie Van der Drift - de Leeuw, daar gebruik van werd gemaakt. Meestal dronk men juli 2007. 10

Herinneringen! Herinnering! Lydie van der Drift de Leeuw. Paul Zander ter Maat. De hieronder afgebeelde "Jagdstube"van Hof Zuort heet ook wel "Jagerstube" . Elk jaar in de tweede helft van September heb VAKANTIEHUIS in ZWIT-, SERLAND zoekt voor de ik daar tot diep in de nacht het "Jagerball" zomermaanden HULP in dei meebeleefd, want in september is het in uish., goed kunn. koken. Engadin hoogtij van het jachtseizoen. Met Iax. 16 gasten flige kennis vrienden ging ik mee op jacht, dan kom je uits gewenst. Reis vergoed, tot rust (wanneer je je niet opwindt over loog loon, prettige omgang. een vergeefse "Pirsch"). Maar ook dat is bl. Mej. Heérnskerk, ' Van Breéstraat 174, A'dam. Tel nu voorbij ( Vergangenheit.)

725797. <0 i .1‘.1

e , — c 11

BELEVENISSEN IN EN Het was begin juni 1921 dat ik met mijn moeder en een rugzak vol kleding het ouderlijk huis verliet om naar OM DE CHASA Zuort te gaan. Ondanks dat Zuort, zoals u inmiddels weet, maar twee en half uur lopen van mijn dorp is Ontmoetingen vanViktor Stupan met verwijderd had ik het gevoel dat ik naar een andere Willem Mengelberg wereld ging. Mijn moeder trachtte mij onderweg moed in te spreken, maar ik merkte wel dat zij moeite had om mij aan anderen af te staan. Bij aankomst troffen In 1907 ben ik in Sent, een dorp in oost Zwitserland wij de hoge heer staande op het balkon van zijn huis en tussen Ramosch en Scuol, geboren en opgegroeid. Als vanuit de hoogte begroette hij ons. Hij was klein van jongen wist ik dat na twee en een halfuur lopen naar stuk, gekleed in een groene kniebroek, lange kousen en Hof Zuort een voorname meneer woonde. Toen ik met de kraag van zijn overhemd stond open en de mouwen mijn vader op een zondagse wandeling Hof Zuort passeerde en de daarachter gelegen Chasa zag staan had hij opgestroopt. Ik had mij een heel andere voorstelling van zo'n wereldberoemdheid gemaakt, vroeg ik hem: "Hoe heet die meneer en wat doet hij?" maar hij zag er net zo uit als wij. Omhoog kijkend Mijn vader vertelde: "Dat is meneer Mengelberg en hij vertelde mijn moeder hem het doel van haar komst, maakt muziek als dirigent." maar het kwam niet tot een uitvoerig gesprek omdat hij Muziek maken als dirigent zei mij, als boerenjongen, gasten had. Wij namen snel afscheid en gingen nog even de boerderij van de Corradins binnen. Na afloop niets. Ik kende onze dorpskapel die met geelblinkende instrumenten op de dorpsfeesten muziek maakte. Bij van het onderonsje bracht ik mijn moeder terug naar de weg vanwaar wij gekomen waren, ze kuste mij en het volksdansen speelde mijn vader op een trekharmonica en onze naaste buurman klarinet. In de zei: "Leb' wohl, sei brav" Ik keek en zwaaide haar na kerk speelde meester Pilcher op een harmonium tot zij na een kromming van de weg verdwenen was en waarbij hij geweldig hard moest trappen om er geluid ik liep naar de boerderij terug. De Corradins ontvingen uit te krijgen, maar een dirigent had ik nog nooit mij met open armen en bij hen kreeg ik mijn onderdak, muziek horen maken. Dat die meneer Mengelberg omdat de Chasa alleen maar voor de hoge heer en zijn daarmee wereldberoemd was geworden, was voor mij gasten was bestemd. onbegrijpelijk. Het paste niet in mijn wereld. De wereld waarin ik leefde bestond uit hardwerkende De volgende dag vertelde Clot dat ik vóór het boeren die met hun gezin hun vee verzorgden en de middageten bij meneer Mengelberg werd verwacht. Na schrale grond van de bergweiden bewerkten. Vooral drie trappen op te zijn gegaan stond ik met een het maaien en hooien op de steile berghellingen was in bonzend hart voor zijn kamerdeur. Moedig klopte ik de zomer zwaar werk. Wij hadden toen geen machines aan, maar ik hoopte dat hij niet aanwezig zou zijn. die het gras maaiden en geen tractoren om de zwaar "Herein!", klonk het luid. Voorzichtig deed ik de deur beladen hooiwagens naar het dorp te brengen. Mijn open en ik keek schuchter naar binnen. Daar stond de wereld was klein, de broodmand hing hoog en ik kende hoge heer in dezelfde kleding als gisteren, hij had geen beroemdheden; behalve dan de volkshelden uit rossig haar en een paar scherpe ogen die mij vriendelijk bekeken. Hij gaf mij een hand en zei: "Zo, jonge man, het verleden. jij heet Viki en jij wil van de zomer bij mij blijven? In 1920 toen meneer Mengelberg de boerderij Hof Goed zo! Je moet Clotilde bij al haar werk helpen, Zuort van de toenmalige eigenaar Cla Frigg kocht en maar er zijn twee dingen die je voor mij moet doen. daardoor, net zoals mijn vader en andere Ten eerste moet je dagelijks mijn post uit Val Sinestra dorpsbewoners boer werd, veranderden mijn gedachten ophalen en die kom je mij precies om drie uur over hem. Hij was nu één van ons. Een jaar later overhandigen. Ik zal je een schriftelijke permissie hoorde ik dat meneer Mengelberg een deel van het bos geven om de post voor mij in ontvangst te nemen. Aan wilde kopen dat achter zijn Chasa lag. De niemand anders mag je de post laten zien. Denk erom, onderhandelingen werden gevoerd door de aan niemand anders! Mijn tweede opdracht is: Bij de gemeentelijke boswachter van Sent, die bij mijn ouders ingang van de Chasa heb je een grote hond gezien!" in huis woonde. Van hem hoorde ik dat meneer Enthousiast zei ik: "Ja meneer en ook een Zwitserse Mengelberg dirigent was van een heel beroemd orkest soldaat met een lans, een eedgenoot, een held van de in Nederland. Ondanks mijn onwetendheid over alles slag bij Maregnano." (In mijn laatste schooljaar was wat zich buiten mijn kleine wereld afspeelde, maakte juist de Milaanse veldtocht door de meester behandeld.) De wereldberoemde dirigent schudde zijn deze mededeling toch indruk op mij. Omdat meneer Mengelberg niet zelf ging boeren hoofd en zei: "Een soldaat zeg je, misschien wel, maar verpachtte hij de boerderij met de grond aan de familie het is een houten beeld dat ik voor veel geld in Italië Corradin. Hun oudste dochter Clotilde kwam bij hem heb gekocht.en dat nu dienstdoet als bewaker van de in dienst als huishoudster. Toen Clotilde — in het dorp Chasa." Ik merkte dat die veldslag bij Maregnano Clot genoemd - bij mijn ouders op bezoek was vroeg (1515) hem niets zei en ik, die toen nog leefde in de ze mij of ik in de komende zomer loopjongen bij waan van het Zwitserse heldendom uit de 16' eeuw, meneer Mengelberg wilde worden. Spontaan zei ik: voelde mij teleurgesteld. "Ja!" Mijn ouders, waarmee zij al eerder over mij had "Goed" zei hij. "Met die soldaat of de bewaker heb je niets te maken; de hoofdzaak is dat je hem mooi vindt. gesproken, vonden het goed. 12

Daarentegen heb je wel met Tiger, de Freiherr von verleiding kunnen weerstaan om aan meneer Kohlendampf, te doen. Je moet hem verzorgen en je Mengelberg om toestemming te vragen. Ik liet ze liever hoeft geen angst voor hem te hebben." Enthousiast rotten. onderbrak ik hem: "Dat heb ik gemerkt. Toen ik hier aankwam heb ik hem gestreeld en hij heeft niet Meneer Mengelberg speelde vaak piano en dan bleef ik gebromd." Hij glimlachte en zei: "Braaf, jongen, maar bij het raam op een bank zitten luisteren. Wat hij hij is tamelijk oud en heeft tranende ogen. Die ogen speelde was totaal vreemd voor mij, ik was ingesteld moet je elke ochtend met boorwater schoonmaken en op volks- en dansliederen. Ook waren er gasten die daarna moet je hem eten geven en zijn vacht piano of viool speelden of zongen. Ik vond het niet borstelen." Hij gaf me weer een hand en zei: "Zo, nu altijd even mooi en Tiger ook niet, want die begon dan ben je aangesteld en vanaf heden heet jij Wikkie." Ik zachtjes te janken en kwam dicht bij mij zitten. Het voelde mij zeer vereerd met de belangrijke opdrachten was voor ons beiden vreemde muziek uit een andere en mijn nieuwe naam vond ik niet onaardig klinken. wereld. Het gebeurde ook wel dat Tiger ineens ophield met janken en zijn poot op mijn knie legde, dan vond God had mij een goede jongensstem gegeven en ik ik de muziek ook mooi. Tiger en ik begrepen elkaar. maakte daar thuis, in de kerk bij de mis en bij mijn werk goed gebruik van. Toen ik op een middag de post Wanneer bergwandelingen werden gemaakt dan moest bij hem afleverde zei meneer Mengelberg: "Ik heb je iedereen die lopen kon, ook Tiger, mee. Meestal gingen vanochtend horen zingen en dat klonk heel goed." Ik wij, meneer Mengelberg, Tiger en ik vooruit. Op één vond het leuk dat hij dat zei en ik antwoordde: "Dank u van die tochten vroeg meneer Mengelberg aan me: wel meneer, ik zing graag." Mijn ogen moeten van "Wat wil je worden, jongen? Ik antwoordde: "leraar, trots gestraald hebben want hij zei: "Goedzo jongen, meneer!" Hij dacht even na en zei: "Goed jongen", dat moet je vooral blijven doen. Bespeel je ook een leraar is een mooi beroep, want ik ben ook leraar." instrument?" Van mijn vader had ik een kleine Met verbazing zei ik: "Maar, u bent toch dirigent?" Hij trekharmonica gekregen en het lukte mij om er een lachte en zei: "Een dirigent is ook een leraar en nog paar liedjes op te spelen; met trots zei ik: "Ja meneer, wel een strenge." Even daarna vroeg hij: "Ken je de trekharmonica!" Hij legde zijn post neer en vroeg: "Wil namen van componisten? Heb je wel eens van Mozart jij dan een keer tijdens ons eten komen spelen? gehoord?" Met overtuiging zei ik: "Ja meneer: Mozart Tafelmuziek bij het eten is heel romantisch." Na enkele was één van de geniaalste componisten." Hij bleef dagen, want ik moest het instrument ophalen, gaf ik staan aan en vroeg: "En Beethoven?" Ik antwoordde: mijn eerste en tevens mijn laatste soloconcert. Ik "Dat was de grootste symfoniecomponist van alle ontving een uitbundig applaus en een kleine tijden." Kennelijk was hij verbaasd over mijn vergoeding. Nu ik oud ben denk ik nog wel eens aan antwoorden en vroeg: "Hoe weet je dat?" Ik mijn eerste openbare optreden terug en begrijp ik antwoordde: "Van de schoolkalender meneer. Bij elke waarom het tevens mijn laatste optreden was. Mijn spel maand staan de hoofden van allerlei belangrijke moet ver onder de middelmaat zijn geweest. mannen, die in die maand geboren zijn." De Zijne was Ook herinner ik me dat ik voor Clotilde een keer, ik nog niet tegengekomen, maar dat zei ik niet. meestal deed zij dat zelf, groente uit de tuin moest De mooiste tocht die ik mij kan herinneren was naar de halen. Ik kwam langs de aardbeien die overmatig rijp "Heidelbergerhatte". De tocht voerde over de Fuorcla waren en nodig geplukt moesten worden. Ik plukte er Fenga en het was de bedoeling om in de Hate te een paar en at ze op. Voor het alziend oog van meneer overnachten. Ik mocht bij het eten aan dezelfde tafel Mengelberg was dat niet verborgen gebleven. zitten als meneer Mengelberg en zijn gasten. De wijn 's Middags toen ik aan zijn kamerdeur klopte zorgde voor een goede sfeer, er werd veel gelachen en beantwoordde hij mijn groet niet en vroeg met een gezongen. Ik kan mij een door meneer Mengelberg stem die ik niet van hem kende: "Jonge man! Heeft gecomponeerd herinneren. De verschillende Clotilde jou toestemming gegeven om aardbeien te coupletten vertelden iets over de aanwezige gasten. Eén plukken en op te eten?" Ik trok mijn schouders op en van de coupletten welke die avond spontaan ontstonden keek nogal verbaasd, maar dat verergerde zijn ging over juffrouw Rahusen. Zij werd tante Rah boosheid. "Van wie zijn die aardbeien in de tuin?" genoemd. (Elke mevrouw die in de Chasa verbleef vroeg hij. Zijn stem klonk hard en zijn ogen fonkelden. tante werd genoemd.) "Ik vraag je nogmaals: van wie zijn de aardbeien in de Tante Rah ist ein liebes, gutes Madchen. tuin?" Stotterend zei ik: "Van Clotilde, meneer." Nog Wenn sie ankommt ist so dick wie ein Fass. steeds met dezelfde hoge harde stem zei hij: "Neen, Wenn sie abreist ist so dam sie wie ein Fadchen, niet van Clotilde, ze zijn van mij! Ik heb ze geplant!" Denn beim Bergsteigen wird sie pudelnass. Hij zag zeker dat ik nogal geschrokken was van zijn De volgende ochtend moest een ieder, ook ik, een uitbarsting en zei met een weer wat normalere stem: "Ansichtkarte" versturen voorzien van een kort "Goed, je weet dus nu dat ik de eigenaar ben. Je mag er gedichtje, dat hardop voorgelezen werd. Ik schreef aan naar kijken, maar je mag ze niet zonder mijn mijn ouders: toestemming plukken en opeten. Je moet mij eerst om toestemming vragen". Ik vond het maar raar; langs de Der Ausflug war herrlich weg plukte ik ook de bramen en daar hoefde ik aan Und gar nicht beschwerlich. niemand toestemming om te vragen. Ondanks dat de In der Hate Heidelberg aardbeien er uitdagend uitzagen heb ik steeds de Mit Herrn Willem Mengelberg 13

Mijn gedicht werd met goedkeuring en applaus muziek maakte. Ik realiseerde mij echter niet dat zulke beloond en ik voelde mij een hele piet. concerten lang voor de uitvoeringsdatum uitverkocht zijn. Een kwartier voor aanvang van het concert stond De omgang met meneer Mengelberg verliep vlekkeloos ik bij de kassa om een kaartje te kopen, maar alles was behalve dan de aardbeiendiefstal en het volgende uitverkocht. Doordat ik bleef aanhouden en zei dat ik voorval. Meneer Mengelberg verwachtte een voorname een Zwitserse relatie was van meneer Mengelberg, gast en wilde deze zelf uit Val Sinestra ophalen, maar zelfs een goede vriend, lukte het mij toch een ik moest mee om de handbagage van de beroemde gast vrijgekomen plaats te bemachtigen. Toen de lokettiste te dragen. Die handbagage bleek een nogal zware mij het kaartje overhandigde bekeek zij mij van top tot koffer te zijn. Moedig ging ik op weg, maar na vijf teen. Waarom zij dat deed werd ik mij later bewust minuten gaf ik het op. De beide heren waren al ver toen ik de zaal binnen ging. De heren waren in het vooruit en ik besloot om de koffer bij het postkantoor zwart gekleed en de dames in avondtoilet. Men bekeek te deponeren. Ik realiseerde mij niet dat er artikelen in mij nogal kritisch; ik was de enige met een bruin zouden kunnen zitten die de voorname gast bij sportkostuum. Toen meneer Mengelberg, ook in een aankomst in de Chasa nodig zou kunnen hebben. Toen zwart kostuum met een wit vest, het podium besteeg ik zonder de koffer in de Chasa aankwam werd ik door applaudisseerde ik zo hard mogelijk in de hoop dat hij meneer Mengelberg uitgemaakt voor een mij zou opmerken. Hij boog een paar maal naar het ongehoorzame, luie en onbruikbare loopjongen. Zijn publiek en ik zag het rossige haar en die scherpe ogen ogen fonkelden en zijn stem klonk net zo als bij de die ik zo goed van hem kende, maar zijn gezicht aardbeien: kort en afgemeten. Aan het einde van zijn vertoonde nu een uitdrukking van diepe ernst en tirade beval hij mij onmiddellijk naar Val Sinestra concentratie. Hij draaide zich naar het orkest toe, hief terug te keren en de koffer op te halen. In plaats van zijn dirigeerstok en het orkest begon te spelen., naar Val Sinestra te gaan ging ik naar Corrodin en Dit was mijn allereerste concertuitvoering en ik hoorde vertelde hem met verontwaardiging en met tranen in en ik zag hoe hij als dirigent muziek maakte en hoe de mijn ogen wat mij was overkomen. Hij spande zijn kar orkestleden op de kleinste hand- en vingerbewegingen in en samen hebben we de koffer opgehaald. Ik was reageerden. Het orkest speelde een symfonie van echter opnieuw in mijn eer aangetast en nam mij voor Mahler, Mengelbergs vriend, over wie ik hem op de de volgende dag als ik naar Sinestra ging, om de post Chasa zo vaak had horen praten. De muziek had mij op te halen, niet terug te keren. Als ik er om drie uur overweldigd, ondanks dat iedereen om mij luidruchtig niet was moesten ze maar ongerust worden en me applaudisseerde, had ik het gevoel met hem boven in komen ophalen. de bergen te zijn. Veel goede herinneringen kwamen bij mij boven, ook die van de aardbeien en de koffer. Zo ging ik met mijn plan op weg, maar vlak voor Sinestra zag ik ineens mijn moeder aan de kant van de Bijna dertig jaar na onze eerste kennismaking zag ik weg zitten. "Ik heb hier op je gewacht omdat ik wist hem lopen op de weg naar Zuort, waar hij na de oorlog dat je zou passeren" zei ze. Ik brak in tranen uit, verbleef en verzorgd werd door zijn jeugdvriendin vertelde haar mijn hele verhaal en dat ik niet meer naar Marianne Glinther. Ik zat een boek te lezen op meneer Mengelberg terug wilde gaan. Zij droogde mijn hetzelfde bankje waar ik als jongen met mijn moeder tranen en zei: "Ik vind wel dat jou onrecht is had gezeten, toen ik niet meer terug wilde naar meneer aangedaan, maar het kwam meneer Mengelberg Mengelberg. Op het moment dat ik opkeek passeerde tegenover zijn voorname gast slecht uit dat jij de koffer een oude man die strak voor zich uitkeek. Ik herkende in Sinestra hebt achtergelaten. Grote heren zijn wel hem pas toen hij voorbij was. Ik wilde opstaan om hem eens onmenselijk in hun eisen. Kom we gaan een ijsje te groeten, maar ik durfde niet. Ik heb hem nagekeken eten en jij gaat dan weer terug naar meneer totdat hij uit mijn gezichtsveld was verdwenen, maar ik Mengelberg. Dit is geen bevel, maar mijn wens." Ik hoorde zijn stem: "Zo, zijn we nu weer goede ging dus terug naar Zuort met het voornemen mij, bij vrienden?" een tweede aanval van meneer Mengelberg, behoorlijk te verdedigen. Ik klopte om drie uur aan zijn deur en overhandigde hem de post, zonder als't u blieft te Vrij uit het Duits vertaald door Johan Krediet. zeggen. Hij keek mij vriendelijk aan, pakte mijn arm en zei: "Je had gelijk, die koffer was te zwaar voor jou. Het spijt me dat ik zo tegen je tekeer ben gegaan. Zijn we nu weer goede vrienden?" Ik knikte opgelucht en de wereldberoemde dirigent en het boerenjochie bleven nadien goede vrienden.

Tien jaar later, ik was student aan de Sorbonne in Parijs, ontmoette ik Willem Mengelberg opnieuw. De "Semaine de " kondigde een concert aan van mijn vroegere baas in "Salle Pleyel". Ik had meneer Mengelberg in Zuort alleen maar in sportkledij gekend, maar ik wilde hem nu wel eens meemaken in rokkostuum en horen hoe hij met zijn dirigeerstokje 14 Chasa terug naar situatie van voor 1920

De boerderij annex herberg van Zuort (afgeleid van Heilig vuur `suord', romaans voor 'doof), door iedereen 'de Hof' De toekomst van de Chasa baart hem en zijn vrouw zor- genoemd, was er al 300 jaar voor de Chasa Mengelberg gen. Bij niemand van de betrokkenen bespeuren zij het gebouwd werd in 1911 en wordt nu nog gerund als gast- heilige vuur dat ertoe kan leiden dat de Chasa een betere hof door het vriendelijke echtpaar Katharina en Gerhard toekomst krijgt dan dit slapende leven. De penningmees- (Gen) Ritzmann. De Landwirtschaft werd sinds 2003 al ter, die privé het achter de Hof gelegen bijgebouw (het uitbesteed aan Martin Noggler (een boer uit de omge- voormalige personeelsonderkomen het `Drachenhaus' ving), maar ... het echtpaar Ritzmann heeft `gekiindigt'. uit 1920) huurt, vinden ze redelijk doortastend, maar De Stiftung — verantwoordelijk voor het beheer — vond beiden stellen vraagtekens bij het kannibaliserende ef- inmiddels een koper voor de Hof. fect van de verkoop van de Hof. Ritzmann weet evenwel niet precies hoe het zit met de fondsen van de Stiftung. Het was genoeg voor Geni en Katharina Ritzmann. Zij Sinds twee jaar is er een nieuwe president lieten de Stiftung Chasa Mengelberg weten geen verlen- ("zufalligerweise een cousin van mijn vrouw, maar dat is ging te willen aan het einde van hun vijfjarige huurperi- echt toeval"). Die heeft hem wel eens verteld dat de Stif- ode. Rond Pasen 2008 houden ze er dus mee op na vijf tung moet 'opletten' vooral door de hoge kosten van het jaren van hard werken, Gen in de keuken, Katharina in onderhoud van de onverharde en dus kwetsbare weg haar traditionele Bundner Sonntagstracht op het terras, naar de Chasa. Toch begrijpt Ritzmann niet helemaal in de stuva en de met door Mengelberg aangeschafte hoe dat zit. "Wir haben ja immer einen schanen Zintz panelen versierde veranda. gezahlt ...", zegt hij betekenisvol.

Het succes van de Hof heeft hen in positieve en negatie- Vlak voor het ter perse gaan van Mengelberg en zijn ve zin verrast. Positief omdat ze er meer uitgehaald heb- Tijd, bevestigt Sjoerd van den Berg (in de Stiftung ver- ben dan vooraf gedacht, negatief omdat de Hof op gezet- tegenwoordiger van het Koninklijk Concertgebouwor- te tijden een ongewenst effect op dit oudere echtpaar kest) de verkoop van de Hof. "We hebben het geld hard heeft: stress. Aan het eind van de ochtend komen de nodig want met name het onderhoud aan de weg doet eerste wandelaars en mountainbilcers binnen (eind juni ons de das om. Er was erg veel belangstelling voor de dit jaar zat het er voor de lunch stampvol, PJB) en op Hof, maar we hebben iemand uit de directe omgeving zeker moment wil iedereen tegelijk zijn bestelling heb- gevonden die ook het onderhoud van de weg voor zijn ben. Dat vergt stalen zenuwen. rekening wil nemen. Inmiddels is groen licht gegeven "Vorig jaar zomer zijn we er beiden ziek van gewor- om de verkoop af te ronden." Van den Berg is verder den", vertelt Geni Ritzmann. Hij en zijn vrouw konden somber over de toekomst van (lees: belangstelling voor) de drukte niet meer aan en sloten de deuren verschillen- de Chasa, maar er is nu weer wat geld voor de conserve- de weken. Ze hadden wel hulp, maar "de twee vrouwen ring. die ons vorig jaar zouden ondersteunen, konden niet met En zo zijn we weer terug naar de tijd van vóór 1920, het elkaar overweg en ze hadden ook nog eens moeite met jaar waarin Mengelberg de Hof kocht en 'Herr von Ge- mijn manier van werken. Het werkt niet als de chef zegt samt Zuort' werd. dat het zus moet en zij zeggen dat het zo moet", zegt Geni hoofdschuddend. Dat was geen succes. Desondanks Pieter 1 Bogaers beleeft hij in 90 procent van de tijd nog veel plezier aan het koken; iets dat hem goed afgaat.

Onderhoud Chasa Het echtpaar Ritzmann is in zekere zin ook verantwoor- delijk voor de Chasa die de afgelopen jaren gesloten is gebleven. Hij vindt dat er langzaamaan wel aandacht voor het onderhoud moet komen. "Nee, niet zozeer het dak, dat is goed, maar met name de ramen. Die sluiten steeds slechter. Als ik in de herfst de luiken sluit, moet ik ijzerdraad gebruiken om de boel dicht te houden. Het dak van de kapel heeft echter beslist onderhoud nodig." En inderdaad: je hoeft geen deskundige te zijn om te zien dat de houten dakspanen volledig verweerd zijn.

Katharina en Geil Ritzmann 15

Igor Stravinsky Oranienbaum 18 juni 1882 — 1971, 6 april te New York. WIKIPEDIA geeft een Dit jaar is het 125 jaar geleden dat Igor Stravinsky in Oranienbaum bij St.-Petersburg is geboren. uitvoerige levensbeschrijving van Stravinsky die wij hieronder enigszins bekort en aangevuld met onze gegevens over de activiteiten van Willem Mengelberg met betrekking tot Stravinsky laten volgen:

"Igor Fjodorovitsj Stravinsky was een van de belangrijkste Een zeer belangrijke impuls voor Stravinsky was de componisten en dirigenten van de 20e eeuw. De van ontmoeting met Sergej Diaghilev, de artistiek leider van de geboorte Russische componist verwierf in 1934 de Franse Ballets russes, die in 1909 een uitvoering van de "Scherzo nationaliteit en werd, nadat hij zich eind jaren dertig van de fantastique" en "Feu d'Artifice" bijwoonde. Diaghilev 20e eeuw in de Verenigde Staten vestigde, in 1945 tot nodigde Stravinsky uit om voor "Les Sylphides", een ballet op muziek van Chopin, de orkestraties voor de "Nocturne" Amerikaan genaturaliseerd. Vanaf zijn negende kreeg Stravinsky pianolessen van o.a. en de "Valse brilliante" voor zijn rekening te nemen. LeokadiYa Kashperova, een leerlinge van Anton Rubinstein,. Daarnaast vroeg Diaghilev om een orkestratie van Griegs Ondanks zijn aanleg voor muziek wilden zijn ouders niet dat "Kobold" voor het ballet Le Festin. De opdrachten van hij een muzikale carrière zou volgen en stonden zij er op dat Diaghilev zouden voor Stravinslcy definitief de doorbraak hij naar de Universiteit van St. Petersburg zou gaan. Daar betekenen. Voor het seizoen van 1910 wilde hij muziek voor begon hij, weinig enthousiast, aan de studie strafrecht en een ballet gebaseerd op het Russische sprookje De rechtsfilosofie. Als rechtenstudent maakte hij in 1902 kennis Vuurvogel. De als eerst benaderde componist Anatoli met de vader van zijn studiegenoot Vladimir, de componist Liadov weigerde door de weinige tijd die hem geboden Nikolai Rimslcy-Korsakov. Rimslcy-Korsakov was niet onder werd; Diaghilev gaf de opdracht daarop aan Stravinslcy. de indruk van Stravinsicy's eerste compositiepogingen. Hij adviseerde hem niet naar het conservatorium te gaan, maar zijn lessen harmonie en contrapunt te vervolgen en zijn werk kritisch te laten beoordelen tijdens privélessen. Rimsky- Korsakov was bereid hem met raad bij te staan. Stravinsicy liet hem in 1903 zijn "Pianosonate" in fis zien en horen, en vanaf die tijd begonnen de geregelde lessen van Rimsky- Korsakov. Uit de leerperiode bij Rimsky Korsakov dateren in 1905 de "Symfonie" in Es, "Faune et Bergère" (1906), de "Pastorale" (1907), "Scherzo fantastique" (1907) en de schetsen voor "Le Rossignol (1908). "Feu d'artifice" (1908), dat hij ter gelegenheid van het huwelijk van Rimsky- Korsakovs dochter toestuurde kwam te laat: de componist was kort ervoor overleden. De band met Rimslcy-Korsakov was sterk en diens dood greep Stravinsky aan; "Chant Serge Diaghilev Funèbre", dat Stravinsky ter nagedachtenis aan Rimsky- Korsakov componeerde ging tijdens de Russische revolutie Maart 1910 was het werk klaar en in mei van dat jaar ging verloren. In 1905 had hij zijn rechtenstudie voltooid en een jaar later Stravinsky naar Parijs om de repetities van zijn "L'Oiseau de trouwde hij met zijn nicht Katerina Nossenko. Zij was al op Feu" bij te wonen. In Parijs maakte hij kennis met 'le tout zijn 10e jaar in zijn leven gekomen "als een lang gewenste Paris culturer: de componisten Claude Debussy, Maurice zus. We waren elkaar, tot haar dood, buitengewoon na, meer Ravel, Florent Schmitt, Maurice Delage, Erik Satie, Giacomo Puccini en Manuel de Falla, de actrice Sarah na dan geliefden soms zijn". Bernhardt en de auteurs Marcel Proust, Paul Morand, St. John Perse en Paul Claudel. Stravinsky haalde zijn gezin in Ustilug in Rusland op en nadat zijn vrouw de laatste voorstelling van De Vuurvogel had bijgewoond verbleef de familie Stravinsky in La Baule in Bretagne. Hier schreef Stravinsky "Un Grand Sommeil" en "La Lune blanche". Omdat Katerina zwanger was werd besloten niet naar Rusland terug te keren, maar in Zwitserland de geboorte af te wachten. Diaghilev had tijdens het balletseizoen om een tweede ballet gevraagd. StravinsIcy vertelde hem over een nieuw werk dat hij in gedachten had en dat gebaseerd zou zijn op een heidens ritueel. Maar bij Diaghilevs bezoek aan

Igor en Catherine Stravinsky in 1907 16

Stravinsky in Lausanne bleek deze begonnen te zijn aan een allesbehalve rustig werk - , was de derde uitvoering geheel andere compositie, een voor piano en orkest. van de Sacre al een succesvolle. Een jaar later werd de Diaghilev wilde dit werk echter toch als vervanger van het naam van de componist in Parijs na een uitvoering al stuk over het heidens ritueel als ballet gebruiken: op 13 juni vol bewondering gescandeerd. De Sacre is altijd een 1911 ging "Petrouchka" in het Theatre du Chatelet in populair werk gebleven dat het goed 'deed' bij het première. Omdat het balletseizoen dat jaar kort was en de publiek. Geen enkel van Stravinsicy's werken heeft een Ballets russes tijdens hun optreden in Londen zijn werken vergelijkbare populariteit als de Sacre. Kort na de pre- toch niet zouden uitvoeren, keerde Stravinsky terug naar zijn mière kreeg Stravinsky tyfeuze koorts en hij was huis in Ustilug in Rusland, van plan om zijn werk over het noodgedwongen zes weken aan bed gekluisterd. Na het heidens ritueel te componeren. In Ustilug kreeg dit werk, herstel keerde hij vanuit Frankrijk terug naar Ustilug "Le Sacre du Printemps", zijn vorm. Tussendoor waar hij, zich nog niet sterk genoeg voelend voor een componeerde hij ook nog "Deux poésies de Konstantin groot werk, begon aan het componeren van "Trois Balmont" en "Zvezdoliki" voor mannenkoor en orkest petites chansons — Souvenir de mon enfance". Eerder Allerlei problemen verhinderden de première van de Sacre, dat jaar had hij het verzoek van een Moskous theater die werd uitgesteld tot 1913. Het gaf Stravinsky meer tijd ontvangen om zijn opera "De Nachtegaal" gereed te voor de orkestratie en in 1912 vestigde hij zich met zijn maken voor opvoering. Stravinsky had slechts de eerste familie weer in Zwitserland, in Clarens aan het Meer van acte voltooid in 1909 en sindsdien niet meer naar het Genève. werk omgekeken, maar zijn voorstel om die akte als een zelfstandig stuk op te voeren werd door de Tijdens een bezoek aan Berlijn voor een voorstelling opdrachtgevers afgewezen. Stravinsky ging in Clarens van "Petrouchka" ontmoette hij een aantal malen in Zwitserland aan het werk. Het Moskouse theater Arnold Schonberg en zag hij bovendien een uitvoering ging echter failliet en Diaghilev stelde toen voor het van diens Pierrot Lunaire, een werk waarvan hij in werk door de 'Ballets russes' te laten uitvoeren. Het eerste instantie niet onder de indruk was maar waarvan verschil tussen acte 1 en de rest bleek zo groot dat men hij het grote belang veel later inzag. Ook ontmoette hij Stravinsky voorstelde de eerste acte te herbewerken. daar de Schonberg-leerlingen Alban Berg en Anton Dit weigerde hij. Het werk ging op 26 mei 1914 in Webern, een gebeurtenis die hij zich later niet kon of — Parijs in première. Terug in Zwitserland componeerde veelbetekenend? — wilde herinneren. "Mijn Eerste en Stravinsky de "Trois Pièces" voor strijkkwartet en Laatste Avondmaal met de hypostatische drieëenheid "Pribaoutki", een viertal liederen voor mannenstem en van de twintigste-eeuwse muziek" (Dialogues), zoals acht instrumenten. hij spottend verwoordde. Het is nooit tot een vriendschap gekomen tussen de twee componisten- keer- giganten van de 20e eeuw, hoewel ze later zelfs beiden De Zwitserse periode. Stravinsky in Los Angeles woonden. Het dédain was wederzijds: de bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet de een deed de ander af als één van die componisten vanuit Zwitserland naar Rusland terug. Hij wijdde zich die niet voor nu schrijven, maar angstvallig proberen aan de bestudering van de verschillende verzamelingen de muziek van de toekomst te ontdekken (Stravinsky Russische volkspoëzie en volksverhalen die hij had over Schonberg) en de ander de een als "Moderrisky" verzameld en die hij zou gebruiken bij een aantal (Schonberg over Stravinsky). nieuwe werken. De winter van 1914-1915 werd in Chateau d'Oex 'boven' Montreux doorgebracht, vooral ten behoeve van het herstel van zijn vrouw die tbc had en die bovendien was bevallen van de tweede dochter. Naast het componeren van een klein werk voor piano, de "Trois pièces faciles", maakte Stravinsky er een aanvang met het componeren van "Les Noces". Bovendien schreef hij een duet van een kat en een geit die hij later in Renard zou opnemen. Op uitnodiging

• Aenold Sehonberg Anton Webem van de Prins Edmond de Polignac begon Stravinsky in 1916, in zijn nieuwe woonplaats Morges, net voorbij Terwijl de repetities voor de Sacre in volle gang waren, Lausanne richting Genève, aan de compositie van "Renard", een burlesque over dieren. Het oorspron- voltooide hij terug in Clarens de orkestratie ervan; het kelijk in het Russisch geschreven verhaal werd door de werk was op 8 maart 1913 af. Op het verzoek van Zwitserse auteur Charles-Ferdinand Ramuz in samen- Diaghilev om Modest Moessorgsld's Chovansjtsjina werking met Stravinsky in het Frans vertaald. voor uitvoering geschikt te maken stelde Stravinsky voor ook Ravel hier voor in te schakelen. Tijdens Ravels verblijf in Clarens liet Stravinksy hem zijn "Trois Poésies de la Lyrique Japonaise" zien en Ravel componeerde er en speelde voor Stravinsky de eerste twee van zijn "Trois Poèmes de Mallarmé". De "Sacre du Printemps" ging op 29 mei 1913 in het Theatre des Champs-Elysées in Parijs in première. Hoewel de première tumultueus verliep en het lawaai de muziek Charles Ferdinand schijnt te hebben overstemd — opmerkelijk bij een toch Ramuz 17

uitvoeringen van zijn werken in de VS. Het inschakelen van een Amerikaanse redacteur voor zijn gepubliceerde muziek in de jaren twintig en het Het werk werd onderbroken voor een bezoek aan aannemen van de Franse nationaliteit in 1934 waren Madrid om de voorstellingen van Diaghilevs 'Ballets later middelen om althans iets aan zijn financiële russes' bij te wonen. Indrukken daar opgedaan situatie te doen. (mechanische piano's, Spaanse zang en dans, gitaarspel) werden bij terugkeer vertaald in een aantal Eind 1917 waren de "Cinq pièces faciles" voltooid, composities: "Espafiola" uit de "Cinq pièces faciles" twee delen van de "Trois histoires pour enfants", de (1916/1917) voor piano en de "Étude" (Madrid 1917) Vier Russische boeren-liederen "Podbljoednja" en de voor pianola; uit de "Marche Royale" uit "L'Histoire Etude voor pianola voltooid. De oorlog maakte het in du Soldat" (1918) verwerkte hij een pasadoble die hij 1918 moeilijk om uitvoeringen, zeker op grote schaal, gehoord had in Sevilla. "Renard" werd afgerond en te geven. In samenwerking met Ansermet en Ramuz ging in 1922 in Parijs in première. Op Diaglailevs ontstond het idee voor een stuk 'om te lezen, te spelen voorstel om "Le Rossignol" in balletvorm te brengen, en te dansen', "L'Histoire du soldat". Ansennet had kwam Stravinsky met het idee om het werk in zijn voor Stravinsky uit Amerika een bundel ragtimes in de geheel om te vormen tot een symfonisch gedicht dat vorm van piano-uittreksels en instrumentale partituren voor balletdoeleinden kon worden gebruikt. Diaghilev meegenomen. Stravinsky zou de rhyttnische stijl stemde in en Stravinsky bewerkte delen van de opera verwerken in de ragtime in "L'Histoire du soldat". Het tot "Le Chant du Rossignol — poème symphonique" stuk ging in Lausanne met succes in première. Het (1917). toonde aan dat hij in staat was het Russische element in Stravinsky voegde zich bij Diaghilev in Rome om zijn muziek achter zich te laten en een meer eclectisch tijdens een serie voorstellingen zijn "L'Oiseau de Feu" internationaal idioom te omvatten. Na de Geschiedenis en "Feu d'Artifice" te dirigeren. De Russische revolutie van de Soldaat (waarvoor Nijhoff de Nederlandse had juist plaatsgevonden en nog vol van hoop van de vertaling maakte) verwerkte Stravinsky in nog een veranderingen die hiermee zouden kunnen komen vond men het niet gepast om het galaconcert met het werk ragtimeritmiek, de "Ragtime voor elf instrumenten". Volgens Stravinsky is zijn ragtime een gebruikelijke tsaristische volkslied te beginnen; concertportret, een verwerking zoals een foto — op de Stravinsky bewerkte het Lied van de "Wolgaslepers" (1917). Picasso, die Stravinsky in Rome voor het eerst manier zoals Chopins Valses geen walsen zijn om te dansen, maar portretten van walsen, net zoals zijn ontmoette, versierde het manuscript en hij maakte er ook het eerste van de drie portretten die hij van "Piano-Rag-Music" (1919) en de "Trois pièces" voor klarinetsolo (1919) geen improvisaties zijn, maar Stravinsky zou maken. portretten ervan. Begin 1919 stelde Stravinsky een orkestsuite samen uit "L'Oiseau de Feu" en schreef hij een groep van vier liederen uit materiaal uit zijn Russische periode, "Quatre chants russes" (1919) voor zangstem en piano. Tijdens een ontmoeting tussen Stravinsky en Diaghilev in Parijs wist Diaghilev Stravinsky over te halen om een nieuw werk te baseren op composities van Pergo-lesi; Picasso zou de decor- en kostuumontwerpen maken. Inmiddels is vast komen te staan dat enkele composities die Stravinsky bewerkte voor "Pulcinella" (1920) niet van Pergolesi zijn maar van tijdgenoten van hem, onder wie de Nederlandse Unico Wilhelm van Wassenaer. Diaghilev was allesbehalve tevreden met het resultaat: geschokt door de Picasso-ontwerpen, teleurgesteld in de muziek. In zijn gesprekken met Robert Craft zei Stravinsky erover dat Diaghilev een strakke, gemaniereerde orkestratie van iets zoetigs had verwacht, en dat hij de satirische toon niet kon waarderen. De première van het werk in Naast voortzetting van het werk aan "Les Noces" na Parijs in 1920 was echter een groot succes, evenals de terugkeer uit Rome werd er ook een 'souvenir' aan de uitvoering in het Royal Opera House Covent Garden in "Cinq pièces faciles" toegevoegd, de "Napolitana". Londen een maand later. Stravinsky woonde die laatste "Les Noces" werd in het voorjaar 1917 afgerond, de uitvoeringen niet bij: nu de oorlog voorbij was wilde instrumentatie pas in 1923 en de première vond plaats hij zijn vertrek uit Zwitserland regelen en in één van de in Parijs in hetzelfde jaar. De dood van zijn geliefde belangrijke musicale centra van Europa gaan wonen. kindermeisje en de dood van zijn broer Giny aan het front drukten een zwarte stempel op 1917, met De Franse periode. Het verblijf in daarnaast het probleem van een toenemend tekort aan Frankrijk begon in 1920 met een vakantie in Carantec geld. Aangezien de VS en Rusland de Conventie van in Bretagne. Daar zette Stravinsky zich aan de Bern van 1886 niet hadden getekend en hij nog steeds compositie van een strijkkwartet, het "Concertino" Russisch burger was liep hij inkomsten mis van de 18

voor strijkkwartet (1920) en een koraal voor piano voor een instrumentale sonate die het "Octet voor acht "La Revue Musicale". Dit laatste werk werd later blazers" zou worden, die mei 1923 werd voltooid en bewerkt en geïntegreerd in de "Symphonies eind dat jaar in première ging. In 1923 ging ook "Les d'instruments á vent á la mémoire de Claude Debussy" Noces" met succes in première met Marcelle Meyer, Georges Auric, Francis Poulenc en Vittorio Rieti als pianisten in het orkest. Het "Octet" werd voor het eerst in oktober 1923 uitgevoerd tijdens een van de Koussevitzlcy concerten in Parijs en het was de eerste keer dat Stravinsky zelf een werk ten doop hield. Het "Octet" bestaat uit drie delen: Sinfonia, Tema con Variazioni en Finale. Koussevitzlcy was zo tevreden met het succes van het Octet dat hij Stravinsky om een nieuw werk vroeg. Stravinsky's voorstel om een pianoconcert te schrijven deed Koussevitzlcy op zijn beurt voorstellen dat de componist het dan zelf het best kon uitvoeren. Het "Concert voor piano en blaas- instrumenten" dat Stravinsky schreef werd eerst in een privéconcert uitgevoerd. Na de première in Parijs ging Stravinsky op toernee als solist in zijn eigen concert, beginnend in januari 1924 in Antwerpen en Brussel. Een tournee in de VS volgde en er zagen twee nieuwe Claude Debussy composities, de "Sonate" en de "Serenade" in A voor piano het licht, waarbij de laatste zo was Stravinsky had grote sympathie voor zijn oudere gecomponeerd dat elk van de vier delen op een kant collega, een sympathie die wederzijds leek te zijn. van een 78-toeren plaat paste. In het najaar van 1925 Debussy had in 1915 het derde deel van zijn werk voor nam Stravinsky het besluit een opera-oratorium te twee piano's "En blanc et noir" aan hem opgedragen. componeren naar Sophocles en op een Latijnse tekst. Brieven aan vrienden die na Debussy's dood werden Jean Cocteau zou het libretto schrijven met een gepubliceerd lieten echter een zeer kritische houding vertaling in het Latijn van Jean Daniélou. Stravinsky zien ten opzichte van Stravinsky's werk. Het zou tot ging intussen weer op tournee, wat hem in 1926 o.a. 1934 duren (na zijn naturalisatie tot Frans staatsburger) naar Rotterdam, Amsterdam en Haarlem bracht. Een dat de Stravinsky's zich permanent zouden vestigen in tussenstop in Padua, waar een processie werd Parijs. De eerste tien jaar in Frankrijk woonde de gehouden, inspireerde hem tot zijn eerst religieuze familie in Anglet bij Biarritz, Nice en Voreppe bij werk, het "Pater Noster". De rest van het jaar en begin Grenoble. Vóór het verblijf in Anglet verbleven de 1927 werd gewerkt aan zijn nieuwe opera-oratorium Stravinsky's gedurende de herfst en de winter van 1920 "Oedipus Rex". De ontvangst bij publiek en critici was in het huis van Gabrielle Coco Chanel bij Parijs en daar koel. En weer waren er de vergelijkingen, tot ergernis werd het werk aan het "Concertino" en de van Stravinsky, met de muziek van de vroegere "Symphonies" voortgezet. Stravinsky componeerde er balletten. Hetzelfde jaar kreeg Stravinsky van een rijke ook "Les cinq doigts", een achttal makkelijke Amerikaanse mecenas, Mrs. Elizabeth Sprague pianostukken. Koussevitzlcy voerde, in aanwezigheid Coolidge, de opdracht voor een ballet met een lengte van Stravinsky, de "Symphonies" voor het eerst uit in van ongeveer dertig minuten, bestemd voor uitvoering Londen in 1921. Terug in Anglet maakte Stravinsky in de Library of Congress in 1928. De opdracht gaf eind zomer 1921 de virtuoze pianotranscriptie van drie hem de kans om zijn voornemen uit te voeren om een delen uit "Petroesjka", de "Trois mouvements de ballet te componeren gebaseerd op episodes uit de Pétrouchka". Na verhuizing naar Biarritz werd een Griekse mythologie. Als thema koos hij Apollo, leider begin gemaakt met een nieuw operaproject, resultaat van de muzen. Het ballet zou een strak klassiek van zowel Diaghilevs als Stravinsky's bewondering karakter krijgen, met een instrumentatie van uitsluitend voor Poesjkin. Boris Kochno, dichter, danser en ge- strijkers. In de zomer van 1927 schreef Stravinsky in liefde van Diaghilev, schreef, op basis van Poesjlcins Echarvines aan het Meer van Annecy aan zijn ballet "Het huisje in Kolomna", het libretto voor "Mavra", "Apollo". Apollo ging in april 1928 in première. een opera buffa in één akte. Hoewel de eerste uit- Terwijl hij werkte aan dit ballet ontving Stravinsky een voering met grote zorg was omkleed, bleef een andere opdracht. Ida Rubinstein wilde eveneens een positieve reactie van het publiek uit. Geplakt tussen ballet voor haar nieuwe balletgezelschap. Diaghilev "Petroesjka" en de "Sacre" viel het intiemere had echter de eerste rechten op uitvoering van Apollo. kamerstuk weg; maar vooral was het publiek Na de première van Apollo ging Stravinsky voor gedesillusioneerd omdat het niet een voortzetting kreeg Rubinstein in Echarvines aan het werk aan wat "Le van wat het van Stravinsky kende. Het publiek was Baiser de la Fée" zou worden en dat eind november gewend geraakt om Stravinsky als een revolutionair te 1928 voor het eerst in Parijs werd uitgevoerd. beschouwen van wie men niet minder dan weer een Hetzelfde jaar bracht bovendien het begin aan een werk verwachtte dat 'sensationeel' was, zou Theodore, nieuwe compositie voor piano en orkest, het Stravinsky's oudste zoon, later naar aanleiding van "Capriccio", dat hij speciaal componeerde voor het deze première zeggen. In Biarritz begon Stravinsky aan 19 nieuwe orkest van Ansermet, het Orchestre Sympho- "Chinese Mars" en het "Lied van de Nachtegaal - uit nique de Paris, en waarin hij zelf de solist zou zijn. "Le Rossignol". Later werd nog een transcriptie uit "Mavra" toegevoegd. Van mei 1933 tot januari 1934 Tijdens zijn werk aan "Le Baiser de la Fée" bereikte werd Stravinsky in beslag genomen door het werk aan Stravinsky het bericht van Diaghilevs dood. Het raakte de opdracht van Ida Rubinstein, het melodrama hem diep, ondanks dat de twee kunstenaars uit elkaar "Perséphone", op een tekst van André Gide. Vijf jaar gegroeid waren. Bij een hele reeks grote werken was er voor zijn vertrek naar de VS werd Stravinsky op 10 de betrokkenheid van Diaghilev geweest en die werken juni 1934 Frans staatsburger. In 1935 bezocht hij voor waren bovendien alle in Frankrijk in première gegaan. een tweede maal de VS, samen met Dushkin, voor het Het enige werk dat voor Stravinsky's verdere verblijf uitvoeren van zijn eigen werken. Met zijn zoon na Diaghilevs dood nog in Frankrijk in première ging Soulima trad hij eveneens op, met zijn zoon als solist in was "Persephone" een tweede ballet waarvoor Ida zowel het "Capriccio" en het "Pianoconcert" als met Rubinstein de opdracht had gegeven. hem samen in het speciaal voor hun tournee gecomponeerde "Concert voor twee piano's". Stravinsky bezocht de VS voor een derde maal waarbij zijn nieuwe ballet "Jeu de Cartes" werd uitgevoerd, een opdrachtwerk van het American Ballet. Tijdens dit bezoek kreeg hij de opdracht van het echtpaar Woods Bliss voor het schrijven van een concerto grosso, het "Concert Dumbarton Oaks", later gevolgd door ook een opdracht voor een symfonie. Maar ook werd tijdens dit bezoek bij hem tbc geconstateerd. Stravinsky's vrouw Catherine en zijn twee dochters waren al opgenomen in het sanatorium van Sancellemoz. Nadia Boulanger dirigeerde de eerste uitvoering van "Dumbarton Oaks", omdat Stravinky zelf te ziek was om dat te doen. In 1938 overleed Stravinsky's dochter Ludmila. Stravinsky begon aan het tweede opdrachtwerk van het echtpaar Woods Bliss, de "Symfonie in C". In 1939 stierf zijn vrouw; na haar dood bracht Stravinsky zelf vijf maanden door in het sanatorium in Sancellemoz. De dood van zijn vrouw en Igor Stravinsky in 1930 dochter, het Nazi-geweld — ook Stravinsky's werk was Stravinsky's werk kreeg steeds vaker een kritisch tot Entartete Musik verklaard - , de oorlog die was onthaal in Frankrijk; de belangstelling voor zijn werk uitgebroken en daartegenover de belangstelling in de in de VS daarentegen nam juist toe. Uit de VS kreeg VS voor Stravinsky's werk zullen een vertrek in Stravinsky de opdracht voor een symfonisch werk ter september 1939 naar New York er niet moeilijker op gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van het Boston hebben gemaakt. Symphony Orchestra. Stravinsky onderbrak het werk aan zijn compositie, de "Psalmensymfonie", telkens Kort na voor concert tournees waarbij hij of solist of dirigent De Amerikaanse periode. aankomst in Amerika in september 1939 gaf Stravinky was. Na deze symfonie resulteerde een ontmoeting aan de Harvard, in het Frans, de lezingen waar hij tussen Stravinsky en de violist Samuel Dushkin in het tijdens zijn laatste verblijf in de VS toe was uitge- componeren van een vioolconcert. De samenwerking nodigd. De lezingen, over componeren, stijl en tussen de componist en de violist bleek succesvol; ook Russische muziek, werden later gebundeld onder de het werk bleek, ondanks de niet altijd even positieve titel Poétique Musicale. In januari 1940 arriveerde Vera kritieken, een succes wat betreft concertuitvoeringen. de Bosset vanuit Genua in New York. Stravinsky had Stravinsky en Dushkin voerden het "Concert voor viool sinds 1921 een verhouding met haar, een situatie die en orkest" in heel Europa uit. Stravinsky realiseerde Stravinsky's vrouw Catherine als een fait accompli had zich tijdens de tournee dat een succesvolle uitvoering aanvaard. In maart 1940 huwde Stravinsky met Vera de sterk afhankelijk is van de kwaliteit van het orkest. Hij Bosset, met wie hij tot zijn dood getrouwd bleef. Het besloot een recital tournee met Dushkin te ondernemen echtpaar vestigde zich in Los Angeles en vroeg in met een repertoire voor viool en piano. Hierdoor augustus 1940 de Amerikaanse nationaliteit aan. De konden ze plaatsen bezoeken die niet gezegend waren eerste muzikale activiteit was het afronden van de met een kwalitatief goed orkest. Voor dit doel werd het "Symfonie in C", die in 1940 in Chicago in première "Duo Concertant" gecomponeerd. Het programma ging. Voor het Ballet Theatre in New York maakte werd uitgebreid met arrangementen: een Suite Stravinsky een orkestbewerking van de pas de deux "Italienne" op basis van "Pulcinella" en een van de "Blauwe Vogel" en "Prinses Florine" uit Pjotr "Divertimento" gebaseerd op "Le Baiser de la Fée". Iljitsj Tsjaikovski's ballet de Schone Slaapster. Kort Een reeks kortere transcripties zorgde voor verdere erop kreeg hij van het Werner Janssen Orchestra uit aanvulling: een versie van de "Pastorale", twee stukken Los Angeles de opdracht voor een orkestwerk. (Scherzo en Wiegenlied) uit "L'Oiseau de Feu", de Russische dans uit "Petroesjka" en twee delen — de 20

Stravinsky maakte er een ballet zonder thema van met Stravinsky's eerste nieuwe werk in de VS was het de titel "Danses Concertantes" (1941/42). "Concert in D" voor strijkorkest, in opdracht van Paul Sacher, dat in Bazel in 1947 zijn eerste uitvoering Los Angeles betekende ook de zeer directe nabijheid kreeg — en daar zijn bijnaam ook aan ontleent, het van Hollywood. Na het afslaan van het aanbod om "Bazel Concert". Qua muzikaal idioom lag het werk filmmuziek te componeren of gedwongen te worden er dicht bij 'Dumbarton Oalcs". Dat idioom veranderde in deel te nemen (Walt Disney's Fantasia) schreef hij ingrijpend met een nieuw werk. In opdracht van toch muziek voor de film, filmprojecten die weliswaar Lincoln Kirstein van de Ballet Society schreef niet werden uitgewerkt maar wel uiteindelijk muziek Stravinsky in 1947 in nauwe samenwerking met opleverden: "Four Norwegian Moods" (1943)) en George Balanchine het ballet "Orpheus". Zijn studie "Scherzo á la Russe" (1944). Andere filmprojecten van o.a. het werk van 17e-eeuwse componisten als liepen eveneens op niets uit, maar dat met Orson Claudio Monteverdi had een grote invloed op dit werk Welles leverde wel het middendeel van "Ode" (1943) met een nadrukkelijkere polyfonie en contrapunt. In en dat met Franz Werfel het tweede deel van de zijn volgende voltooide compositie, "De Mis" (1944- "Symfonie in drie delen" (1942/45). Maar ook op het 1947), werd dit nog verder doorgevoerd. Stravinsky's vlak van ander amusement leverde Stravinsky een financieel zekere situatie door het contract met zijn muzikaal aandeel: in 1942 componeerde hij voor het nieuwe uitgever gaf hem het gevoel dat hij een langere circus van het Ringling Brothers and Bamum and periode kon uittrekken — uiteindelijk 3 jaar — voor het Bailey Circus de "Circus Polka" (1942) voor een groep componeren van een avondvullende opera, zijn eerste jonge olifanten. Twee jaar later vroeg de werk in het Engels en bovendien zijn eerste muziekuitgever Natharfiel Shillcret een aantal compo- avondvullende podiumwerk. Het idee voor het nisten ieder een deel te schrijven voor een werk onderwerp voor zijn opera had hij in 1947 al tijdens gebaseerd op het Boek Genesis. Stravinsky leverde zijn een bezoek aan het Chicago Art Institute opgedaan: een aandeel, naast Schonberg, Darius Milhaud en opera gebaseerd op de gravurenreeks The Rake's Castelnuovo-Tedesco, in de vorm van "Babel" (1944). Progress van de 18e eeuwse schilder en graveur Weer volgde een compositie voor het ballet: de William Hogarth. Stravinsky's buurman en vriend "Scènes de Ballet" uit 1944. Onder de indruk van het Aldous Huxley adviseerde hem de dichter W.H.Auden spel van Woody Herman schreef Stravinsky voor diens te kiezen als librettist. jazzband het "Ebony Concerto" (1945). Eind 1945 kreeg Stravinsky de Amerikaanse nationaliteit.

De afsluiting van de neoclassicis- tische periode. In 1945 ontmoette Stravinsky Ralph Hawkes van de Britse muziekuitgeverij Boosey and Hawkes. Stravinsky kwam met Boosey and Hawkes overeen dat zij niet alleen alle nieuwe werken van Stravinsky zouden gaan publiceren, maar ook alle werken zouden gaan uitbrengen die eerder door Editions Russes de Musique — d.w.z. van "Petroesjka" tot "Perséphone" - waren gepubliceerd. Deze overeenkomst gaf Stravinsky de mogelijkheid om een fors aantal van zijn eerdere werken te herzien en te Winston Auden (rechts) met Christopher Isherwood bewerken en daarmee weer het auteursrecht onder zijn hoede te brengen. "Petroesjka" werd bewerkt voor Bij een eerste ontmoeting tussen beide mannen 'klikte' kleiner orkest en de "Symphonie d'instruments á vent" het direct. Auden riep de hulp in van zijn vriend kreeg een ingrijpende wijziging door een andere Chester Kallman en maart 1948 werd het complete instrumentatie. Verder werden "Apollo", "Oedipus libretto aan Stravinsky geleverd. Stravinsky werkte Rex", de "Pulcinella suite", het "Divertimento", het ongeveer een jaar per akte aan de opera en toen hij de "Capriccio", "Perséphone", het "Concert voor twee drie akten in 1951 af had voegde hij er nog een piano's", "The Fairy's Kiss", het "Octet" en "Le vaudeville kwintet aan toe. De partituur was april 1951 Rossignol" bewerkt; een zelfde behandeling gereed. Het nieuws dat Stravinsky een grote opera ondergingen twee werken die van een andere uitgever schreef deed operahuizen als het Metropolitan Opera waren: het strijkkwartet "Concertino" werd bewerkt House en het Royal Opera House Covent Garden hun voor een kamermuziekensemble van 12 intrumenten en best doen om het werk als eerste uitgevoerd te krijgen. het a capella werk "Russische Boerenliederen" kreeg "The Rake's Progress" was echter kleinschalig, in de een instrumentale begeleiding. De "Balmont-liederen" vorm van en gebaseerd op de Lorenzo da Ponte opera's en vier van zijn liederen uit zijn Russische periode van Mozart, en meer geschikt voor een klein theater. kregen een begeleiding voor kamerensemble, de "Cing Als onderdeel van het 14e Internationale Festival van doigts" voor piano kreeg een transcriptie voor vijftien Comtemporaine Muziek in Venetië ging het werk op instrumenten onder de titel "Eight Intrumental 11 september 1951 in première in het Teatro la Fenice Miniatures". in Venetië, o.l.v. de componist en met Elisabeth 21

Schwarzkopf in de rol van Anne Truelove. Met de een opdrachtwerk voor het New York City Ballet waar- "Rake's Progress" sloot Stravinsky min of meer zijn aan Stravinsky in 1953 was begonnen, werd na de neo-classicistische periode af die begonnen was met onderbreking voor "In Memoriam Dylan Thomas" en het Octet. In 1947 ontmoette Stravinsky Robert Craft. de "Canticum Sacrum" voortgezet. De eerste concert- Deze zou niet alleen zijn assistent en huisvriend uitvoering onder Robert Craft vond op 17 juni 1957 worden, maar Craft liet hem ook intensiever plaats ter gelegenheid van Stravinsky's 75e verjaardag, kennismaken met het werk van Anton Webern en met de eerste balletuitvoering ervan een half jaar later. Net als de "Canticum Sacrum" is "Agon" een synthese van seriële muziek in het algemeen. tonale en seriële procedés. In 1957 vonden veel speci- ale concerten plaats in verscheidene landen om Stra- Stravinsky de serialist. De verhalen vinsky te eren ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag over Robert Crafts invloed op Stravinsky's creatieve en in de herfst van dat jaar was hij o.a. de gast van proces zijn talrijk en niet alle even positief. Zelf zei Prins Max Egon zu Farstenberg, beschermheer van de Craft over zijn rol in "Influence or Assistance": Donaueschinger Musilctage. Ter nagedachtenis aan 'Zonder mij was Stravinsky niet de kant opgegaan na diens dood schreef Stravinky later in 1959 het de "Rake's Progress" die hij is opgegaan. Die "Epithaphium". Een nieuwe opdracht voor het festival muziekliefhebbers die liever een andere opera hadden in Venetië resulteerde in "Threni" (1957-1958) voor gehad (...), meer pas de dewc, en nog eens een aantal solisten, koor en orkest. Het werk onderscheidt zich concerten zullen het idee hebben dat ze beduveld zijn; niet alleen van de vorige composities door zijn intro- anderen, bewonderaars van "Abraham and Isaac", van verte karakter, maar het is ook het eerste werk dat de "Variaties" en "Requiem Canticles", zullen me volledig dodecafonisch is opgezet. "Threni" werd ge- danken.' Stravinsky schreef er zelf over in een brief volgd door een compositie voor piano en orkest, de aan de muziekredacteur van de Los Angeles Times in "Movements", een werk dat Stravinsky zelf als een 1970: 'Iedereen die mijn "Agon", mijn "Variaties", keerpunt beschouwde in zijn latere muziek: een over- mijn Requiem "Canticles" bewondert, is enige gang van het algemene canonprincipe naar de procedés dankbaarheid verschuldigd aan de man die mijn van de dodecafonie. Plannen voor de viering van zijn creatieve leven deze laatste jaren heeft gesteund'. 80e verjaardag in 1962 waren grootser dan die voor zijn 75e en drie werken kregen hun eerste uitvoering in In de jaren tussen 1952, dus na de "Rake's Progress", dat jaar. "A Sermon, a Narrative and a Prayer" in en 1957 verdiepte Stravinsky zich intensief in het werk opdracht van Paul Sacher voor het Basler van Anton Webern. De composities volgend op Kammerorchester was weliswaar al in 1961 afgerond, "Rake's Progress" vertonen de eerste interesses bij maar kreeg zijn première in 1962. CBS gaf de opdracht Stravinsky in seriële technieken. De "Cantata" uit voor de compositie van "The Flood", een 'musical play' 1951-1952, een werk waaraan hij al begonnen was op een tekst van Robert Craft gebaseerd op het boek voor de première van de "Rake's Progress", is een Genesis. Het werk werd op televisie vertoond net voor streng contrapunctisch werk, maar procedés uit de Stravinsky's verjaardag. Het derde werk uit 1962 is een twaalftoonstechniek worden er al in toegepast. Ook in a cappella werk dat Stravinsky schreef op tekst van het "Septet" uit 1952-1953 is er een verbreding naar T.S.Eliot, Anthem. "The dove descending breaks the tonenreeksen, evenals in de "Three Songs from air". Hoogtepunt in het eerbetoon was voor Stravinsky William Shakespeare" uit 1954. Het succes van een ontvangst door president John F. Kennedy op het "Rake's Progress" deed de Boston University, Witte Huis. In het jaar van zijn 80e verjaardag kreeg verantwoordelijk voor de eerste Amerikaanse productie Stravinsky ook de officiële uitnodiging om de Sovjet van het werk, besluiten Stravinsky in 1953 de opdracht Unie te bezoeken. Hij bracht in dat jaar dan ook een te geven voor een nieuwe opera. Dylan Thomas zou het bezoek van twee weken aan zijn geboorteland. libretto schrijven voor de opera. Voor het echter zo ver kwam overleed de dichter en de diep geroerde In opdracht van het Israëlische Festival schreef Stravinsky schreef in 1954 een tombeau voor hem, de Stravinsky in 1962 de ballade voor bariton en elegie "In Memoriam Dylan Thomas". kamerorkest "Abraham and Isaac" , welk werk in 1964 in première ging. Dat jaar schreef hij op een tekst van Tijdens een bezoek aan Venetië in 1954 besprak Stra- W.H.Auden "Elegy for J.F.K." dit naar aanleiding van vinsky de mogelijkheid om een werk te componeren de moord op Kennedy het najaar ervoor. Ook voor het Internationale Festival van Contemporaine Stravinsky's volgende composities zijn verbonden met Muziek in Venetië. Het resultaat was "Canticum de dood: op de dag van de moord op Kennedy overleed Sacrum ad Honorem Sancti Marci Nominis", een zijn vriend Aldous Huxley die hij eerde met een set cantate opgedragen aan de stad Venetië en ter ere van variaties voor orkest, de "Variations Aldous Huxley in zijn beschermheilige. Omdat het werk slechts 17 Memoriam", in 1965 overleed T.S.Eliot naar aanlei- minuten duurt besloot Stravinsky een arrangement te ding waarvan Stravinsky "Introitus" schreef en in maken voor dezelfde bezetting als de "Canticum 1965-1966 volgden de "Requiem Canticles". Ernstige Sacrum" van Bachs kerstkoraal "Einige canonische gezondheidsproblemen in 1967 verhinderden alle acti- Veranderungen liber das Weihnachtslied: Vom Him- viteiten. In 1968 bewerkte hij nog de pianopartij van mel hoch da komm ich her". Deze "Chorale Varia- twee liederen van Hugo Wolf voor klein orkest. In tions" gingen in 1956 samen met de "Canticum Sacrum" in Venetië in première. Het werk aan "Agon", 22

1969 verhuisde het echtpaar Stravinsky vanuit Los Concertgebouworkest mee o.l.v. Paul F. Sanders. Op Angeles naar New York. 28 februari 's middags en 's avonds dirigeerde de maestro zelf voor een enthousiast publiek zijn "Le Op 6 april 1971 overleed Igor Stravinsky in zijn sacre du printemps". Op 24 november 1924 schreef appartement in New York. De uitvaartdienst werd in Stravinsky in het gastenboek van het Concertgebouw: Venetië in de Santi Giovanni Paolo gehouden, waarna `Un grand salut au Concertgebouw" en maakte hij een Stravinsky werd bijgezet op de begraafplaats op het tekening van Willem Mengelberg. eiland San Michele.

Stravinsky's graf

Stravinsky in Nederland. Volgens DE HISTORIE en KRONIEK VAN HET "Den Grossen Meister Mengel- CONCERTGEBOUW en het CONCERTGEBOUW- berg von seinem Freund Igor ORKEST uitgave 1988 werd Willem Mengelberg in Stravinsky gezeichnet 1917 reeds door de composities van Stravinsky aange- Amsterdam 23 XI 1924". trokken en hij liet zijn concertbezoekers kennismaken Van 1924-1939 kwam Stravinsky 19 keer op de met "Feu d'artifice" en 5 jaar later in 1922 met "Jeu de programma's van het Concertgebouworkest voor. Cartes". Vanaf dat moment gaf het Nederlandse Gedurende de Duitse bezetting van Nederland werden publiek zich voor Stravinsky als componist, pianosolist zijn klanken in het Concertgebouw niet meer gehoord en dirigent gewonnen. In 1923 was het Gabr. Pierné die totdat op 10 december 1947 Otto Klemperer, als "Petroeska" uitvoerde en nogmaals Willem Mengel- gastdirigent, Stravinsky' s "Symfonie in 3 delen" deed berg met "Le chant du Rossignol". In 1924 volgde Karl klinken. Volgens Truus de Leur in haar boek Muck met "Le Rossignol" en Pierre Monteux met "Le EDUARD VAN BEINUM MUSICUS TUSSEN sacre du printemps" en begeleidde het Concert- MUSICI stond Stravinsky in de Van Beinum-periode gebouworkest voor de Wagnervereniging een uitvoe- (1946-1959) 59 keer op de lessenaars van het orkest en ring van "Pulcinella" en "Petroeska" door Les Ballets werden er 3 grammofoonopnamen gemaakt. In de russes, waarschijnlijk in de Stadsschouwburg te Am- periode Bernard Haitink van (1961-1984) werd, sterdam. Op 20 november 1924 trad Stravinsky zelf als volgens het boek van Jan Bank en Emille Wennekens pianosolist op in zijn "Concert voor piano en blazers" DE KLANK ALS HANDSCHRIFT een uitvoering van en op 23 november als dirigent van "Chant des Stravinsky 48 keer geafficheerd. In de periode Ric- bateliers du Volga", "Scherzo fantastique", "Chant du cardo Chailly (1988-2004) heeft Strawinslcy bepaald Pêcheur" en "Air du rossignol". Ruim een jaar later, in niet ontbroken. In 2008 komt de redactie met een 1926, verbleef Stravinsky weer in Amsterdam. Het artikel gewijd aan Chailly daar op terug. Concertgebouworkest o.l.v. Mengelberg verwelkomde hem met "Le sacre du printemps" en "L'oiseau de In februari 1925 voerde Mengelberg met het New York feu". De gast trad als solist op in zijn "Concert voor Philharmonisch Orkest in de Cannergie Hall ook piano en blazers" en hij dirigeerde 2 suites voor klein werken van Stravinsky uit waarbij Stravinski zelf orkest "Huit pièces infantines". Op zaterdagavond 27 aanwezig was. De NRC citeert op 25 februari 1925 een februari vond in de Stadsschouwburg onder auspiciën deel uit een open brief die Stravinsky n.a.v. dit concert van DE KRING de eerste toneeluitvoering van in de New York Times liet plaatsen luidende: "Daar ik "L'histoire du soldat" in een vertaling van Marinus New York voor een tournée naar het Westen verlaat, Nijhof plaats. Hieraan werkten ook leden van het 23

Overige, niet in de tekst genoemde werken van zij het mij vergund in het openbaar van mijn StravinskY: dankbaarheid jegens de glorieuse Philharmonic Society van New York te getuigen. Het bewonderenswaardige • Stormwolk (1902; W2), voor zang en piano (niet orkest dezer schitterende organisatie, welker prachtige gepubliceerd) ensemble gesmeed is door de éénige bekwaamheid van • Scherzo (1902; W3), voor piano Maestro Mengelberg, heeft mij veroorloofd het New • Cantata (1904; W5), voor gemengd koor en piano Yorksche publiek mijn werken in het beste licht te (ongepubliceerd; verloren gegaan) plaatsen. Maestro Mengelberg is een te groot musicus • De paddestoelen trekken ten strijde (1904; W6), dan dat het voor mij noodzakelijk zou wezen om hem voor bas en piano (niet gepubliceerd) met complimenten, die als gemeenplaatsen klinken, te • Dirigent en Tarantula (1906; W7), voor zang en overladen, doch waar ik bedenk hoeveel dank ik piano (niet gepubliceerd; verloren gegaan) verschuldigd ben, lijkt het mij noodzakelijk tegenover • Deux Mélodies, opus 6(1908?; W11), voor de lezers dezer regelen met nadruk te verklaren, mezzo-sopraan en piano (gepubliceerd in 1912?) hoezeer ik bewondering gevoel voor zijn hand van • Vier etudes, opus 7 (1908; W15), voor piano staal die zonder sentimentele zachtheid of romantische • Canon on a Russian Popular Tune ('Canon for weekheid een zoo opmerkelijk ensemble heeft kunnen Concert Introduction or Encore; 1965; W16A), smeden". voor orkest • Valse des fleurs (1914; W27), voor twee piano's Daarentegen schrijft Erik Voermans in HET PAR001 (verloren gegaan na 1949) van 11 september 2007: "Stravinsky was dirigent uit • Souvenir d'une marche boche (1915; W29), voor persoonlijke noodzaak. 'Als ik dirigeer, wordt de piano muziek nagenoeg volledig naar mijn wensen • Berceuses du chat (1915-1916; W30), voor alt en gepresenteerd. Dat is ook de reden waarom ik het drie klarinetten grootste deel van mijn leven opnamen heb gemaakt. In • Valse pour les enfants (1917; W34), voor piano de toekomst zal geen twijfel bestaan over hoe mijn Canons (1917; W36), voor twee hoorns (niet muziek moet worden gespeeld.' Eigenlijk had • gepubliceerd) Stravinsky een hekel aan dirigenten. En dan vooral aan Quatre études pour orchestre (1928; W38A), voor Mengelberg en Furtwangler, die zich naar zijn mening • orkest niet hielden aan de pure notentekst, maar een partituur Berceuse (1917; W39), voor zang en piano beschouwden als een vehikel voor hun eigen artistieke • Suite nr. 1 (1917-1925; W32A), voor klein orkest expressie. "Grote dirigenten kunnen net zoals grote • acteurs niets anders spelen dan zichzelf ", zei hij ooit. • Duet (1918; W40), voor twee fagotten Terwijl Stravinsky liever zag dat ze Stravinsky • Four Songs (1953-1954; W43A), voor zang, fluit, speelden. 'Herr Professor von Schnell en Herr Doktor harp en gitaar von Langsamer' - hij had geen hoge pet van ze op. • Suite nr. 2 (1921; W32B), voor klein orkest Goed vond hij Pierre Monteux, Bruno Walter, Ernest • Credo(1932; W63), voor gemengd koor a cappella Ansermet, Otto Klemperen en Leo Bernstein. • Ave Maria (1934; W65), voor gemengd koor a cappella • Preludium (1936-1937; W68), voor ja77 band • Petit Ramusianum Hannonique (1938; W69), voor zang (in samenwerking met Charles-Albert Congria) • Tango (1940; W72), voor piano • Sonata voor twee piano's (1943-1944; W80) • Élégie (1944; W81), voor viool of altviool solo • Petit Canon pour la féte de Nadia Boulanger (1947; W85), voor twee tenoren (niet gepubliceerd) • Greeting Prelude 'For the eightieth birthday of Pierre Monteux' (1955; W93), voor orkest • Double Canon 'Raoul Dufy in Memoriam' (1959; W99), voor strijkkwartet • Fanfare for a New Theatre (1964; W105), voor twee trompetten • The Owl and the Pussycat (1965-1966; W109), voor sopraan en piano

Ottorino Respighi, Willem Mengelberg, Igor Stravinsky, 2 maart 1926 24

• Craft, Robert (1982), Stravinsky. Selected Correspondence Volume I, Londen, Faber & Faber Alle bewerkingen en transcripties van werken van • Craft, Robert (1985), Stravinsky. Selected andere componisten Correspondence Volume III, Londen en Boston, Faber & Faber • , Kobold (1909; W-BI), orkestratie • Craft, Robert (1992), Stravinsky: Glimpses of a voor het ballet Le Festin (niet gepubliceerd) Life, New York, St. Martin's Press • Frédéric Chopin, Nocture in as en Valse brilliante • Craft, Robert (1994), Stravinsky. Chronicle of a in Es (1909; W-BII), orkestratie voor het ballet Les Friendship. Revised and Expanded Edition, Sylphides Nashville en Londen, Vanderbilt University Press • Ludwig van Beethoven, Mephistopheles' Lied vom • Debussy, Claude (2005), Correspondance 1872- Floh (opus 75/3) en Modest Moessorgski's Lied 1918 (red. Francois Lesure en Denis Herlin met van de Vlo (1910; W-BIII), voor bas (bariton) en annotaties van Francois Lesure, Denis Herlin en orkest Georges Liébert), Parijs, Gallimard • Domling, Wolfgang (1989), Stravinsky (Ned. • Modest Moessorgski, Chovanstsjina (1913; W- vertaling van Igor Stravinsky, in Selbstzeugnissen BIV), orkestratie und Bilddokumenten, 1982), Haarlem, Gottmer • Lied van de Wolgaslepers 'Hymne â la Nouvelle • Griffiths, Paul (1992), Stravinsky, The Master Russie' (1917; W-BV), voor blaasinstrumenten en Musicians, New York, Schirmer slagwerk • Haimo, Ethan en Paul Johnson (red.)(1987), • Modest Moessorgski, Proloog van Boris Godoenov Stravinsky Retrospectives, Lincoln en Londen, (1918; W-BVI), voor piano University of Nebraska Press • La Marseillaise (1919; W-BVII), voor viool solo • Joseph, Charles M. (2001), Stravinsky Inside Out, New Haven en Londen, Yale University Press • Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, 'Variations d'Aurore' en 'Entr'acte symphonique' uit De Schone Slaapster • Joseph, Charles M. (2002), Stravinsky and (1921; W-BVII), orkestratie Balanchine, New Haven en Londen, Yale University Press • The Star-Spangled Banner (1941; W-BVIII), geharmoniseerd en georkestreerd • Overbeeke, Emanuel (1994), Stravinsky in de • Johann Sebastian Bach, Einige canonische spiegel van zijn tijd, Haarlem, Gottmer Veraenderungen liber das Weynacht-Lied 'Vom • Ramuz, C.F. (1997), Souvenirs sur Igor Himmel hoch da komm ich her' (1956; W-BIX), Strawinsky, Séquences, Rezé voor koor en orkest • Schonberger, Elmer (red.)(1987), Stravinsky. 8 • Carlo Gesualdo da Venosa, Tres Sacrae Cantiones concerten, Hilversum, VARA (1957; W-B1X), voor koor • Stravinsky, Igor (1972), Themes and Conclusions, • Carlo Gesualdo da Venosa, drie madrigalen (1960; Londen, Faber & Faber W-BX), voor orkest • Stravinsky, Igor (1975), An Autobiography (Eng. • Jean Sibelius, Canzonetta (opus 62a) (1963; W- vertaling (1936) van Chroniques de ma Vie, 1935), BX1), voor acht instrumenten Londen, Calder & Boyars • Hugo Wolf, Zwei geistliche Lieder uit Spanisches • Stravinsky, Igor en Robert Craft (1960), Memories Liederbuch (1968; W-BXII), voor mezzo-sopraan and Commentaries, Londen, Faber & Faber en negen instrumenten • Stravinsky, Igor en Robert Craft (1982), Dialogues • Johann Sebastian Bach, Twee preludes en fuga's and a Diary, Londen, Faber & Faber uit Das Wohltemperierte Klavier (ca. 1969; zonder • Stravinsky, Vera en Robert Craft (1978), White-nummer) Stravinsky in Pictures and Documents, New York, Simon and Schuster • Walsh, Stephen (2000), Stravinsky. A Creative Literatuur Spring. Russia and France, 1882-1934, Londen, Cape • Andriessen, Louis en Elmer Schonberger (1983), • Walsh, Stephen (2006), Stravinsky. The Second Het apollinisch uurwerk, Amsterdam, De Bezige Exile. France and America, 1934-1971, New Bij York, Knopf • Carr, Maureen A. (2002), Multiple Masks. • White, Eric Walter (1979), Stravinsky. The Neoclassicism in Stavinsky's Works on Greek Composer and his Works, Londen, Faber and Fabe Subjects, Lincoln en Londen, University of Nebraska Press • Craft, Robert (1982), Igor und Vera Strawinsky. Ein Fotoalbum 1921 bis 1971 (vertaling van de Samengesteld door Johan Krediet. oorspr. Engelstalige versie), Herrsching am Ammersee, Schuier Verlagsgesellschaft • Craft, Robert (1984), "Influence or Assistance" in: Present Perspectives. Critical FVritings, New York, Knopf, pp.246-264 25

Componisten om Mengelberg

Jean Sibelius 8 december 1865 —20 september 1957

Arthur Honeeger zei: "De eerste vereiste van een componist geïnteresseerd. Wat in deze muziek zou weerstand is, dat hij dood is". Jean Sibelius stierf vijftig jaar geleden op kunnen oproepen? We vragen het aan een bekend 20 september 1957. Tijdens zijn leven speelde het musicus die nog nooit één noot van het boegbeeld Concertgebouw Orkest in de perioden Mengelberg en Van van de Finse cultuur heeft uitgevoerd. Reinbert de Beinum 1895-1959 regelmatig zijn composities. Na zijn Leeuw zou, gezien zijn voorkeur voor tobberige overlijden, in de periode van Bernard Haitink, 1959-1984, laat-romantische composities, affiniteit met Sibelius kwam zijn naam nog maar vier keer op de programma's moeten hebben. Maar nee: 'Als ik in Engeland en voor. In de tijd van Riccarde Chailly 1984-2003 waren het Amerika kom hoor ik musici voor wie ik veel meestal de gastdirigenten die Sibelius in hun repertoire respect heb vaak met bewondering over hem hadden zodat zeker één keer per jaar de Sibelius-klanken het spreken. Ik denk dan: kennelijk is er iets mis met gebouw vulden. Met de komst van Mariss Jansons, zelf een me. Ik stel me bescheiden op. Ik ga er vanuit dat de Let van geboorte, blijkt deze traditie zich voort te zetten en muziek van Sibelius niet zonder betekenis is. Maar zijn misschien zich zelfs uit te breiden. Naar aanleiding van werk behoort op een of andere manier niet tot mijn Honneggers gezegde rijst de vraag: "Hoe lang moet je dood wereld.' Waar het probleem zit? Na lang piekeren: zijn?" 'Misschien speelt mijn liefde , voor chromatiek mee. Om op die vraag een antwoord te vinden volgt hieronder Daarmee is mijn affmiteit met de muziek aan het einde een artikel dat Aad van der Ven in VRIJE GELUIDEN van de 19de eeuw sterk verbonden. Sibelius heeft van schreef, vijf en twintig jaar na de dood van Sibelius: die lange, diatonische melodieën. Ik heb trouwens in het algemeen problemen met muziek uit het hoge Beethoven, Debussy, Mozart of Schubert worden in Noorden, ook voor Engelsen als Elgar, Delius en brede kringen gewaardeerd, maar voor Sibelius gaat dit Holst trouwens. Misschien verandert mijn mening niet op. In Engeland, Amerika en Scandinavië wordt hij nog wel eens.' gevierd, elders haalt men de neus op. Maar hoe dat komt? Wellicht heeft geen andere componist de muziek zo zien veranderen als Sibelius (1865-1957). Toen hij "In 1935 hield het New York Philharmonic Orchestra werd geboren leefde Berlioz nog was de muziek van een enquête onder zijn publiek. Of de concertbezoekers Brahms, Tsjaikovski 'hedendaags'. Toen hij stierf wilden opschrijven wie de belangrijkste componist werkte Stravinsky aan zijn grote twaalf- was. Aan de top verscheen Jean Sibelius, op korte af- toonswerken. Ook Sibelius evolueerde, maar wel op stand gevolgd door Beethoven. Ook Ravel en Brahms zijn eigen manier.Na de première van zijn Vierde behoorden tot de kopgroep. Wat zou het resultaat zijn symfonie, in 1911, schreef hij dat dit werk een geweest van een dergelijke enquête in hetzelfde jaar 'protest vormde tegen de muziek van deze tijd.' Hij onder de abonnees van het Concertgebouworkest? voegde er aan toe dat deze symfonie ver af staat van Beethoven was zeker hoog geëindigd. Brahms waar- 'het circus.' Toch werd juist die Vierde symfonie schijnlijk ook, evenals Tsjaikovski. En vermoedelijk, veel later als zijn wellicht meest radicale, compositie dankzij Mengelberg, Mahler. Maar Sibelius? Over beschouwd, als het werk dat als geen ander duidelijk sommige componisten bestaat een vrij duidelijke maakt hoezeer Sibelius op zijn hoogst individuele consensus. Er zijn niet zoveel muziekliefhebbers die manier, met een voorkeur voor een sterk organische een hekel hebben aan Bach, Mozart, Beethoven of samenhang en een asymmetrische structuur, de sym- Schubert. Mendelssohn wordt over het algemeen iets fonische vorm van binnenuit heeft vernieuwd. We minder hoog aangeslagen, maar weinig mensen heb- kennen hem van talrijke portretten: een rijzige ben iets tegen zijn muziek. Vijanden van Debussy en gestalte met een machtige schedel, duistere blik en Ravel komen we ook zelden tegen. Andere com- wilskrachtige onderkaak. Zo iemand lijkt de wereld ponisten roepen een controverse op. Vaak zijn het wel aan te kunnen. Maar toen Sibelius overleed - en toondichters/componisten die iets extreems hebben: een staatsbegrafenis kreeg - had hij al dertig jaar het uitbundige, soms expliciet triviale van Berlioz, niets van enige betekenis meer gecomponeerd. Was het hart op de tong van Tsjaikovski, het 'ik vertolk het een toenemend isolement in een hem steeds ieders lot' van Mahler, het extatische van Skrjabin, vreemder voorkomende wereld dat hem verlamde? enz. Tot die categorie behoort Sibelius zeker niet. De Finse documentaire van Arte legt daarop sterk de Toch zijn ook over hem de meningen verdeeld. En nadruk. Vanuit zijn villa Ainola, genoemd naar zijn die verschillen lijken mede geografisch bepaald. Al vrouw, in de bossen bij Jarvenpn, ten noorden van bijna een eeuw worden zijn symfonieën en sym- , keek Sibelius toe hoe de wereld met zijn fonische gedichten bewonderd in het Angelsaksische oeuvre omsprong, terwijl hij in eigen land uit- taalgebied. De rest van de wereld is minder groeide tot een symbool van vrij Finland. Uit hele 26

wereld ontving hij huldeblijken. Maar de grote man enige mensen in mijn land die wel eens klagen zijn de met de forse hoed en de lange mantel, die in de componisten. Sommigen voelen zich blijkbaar nog Arte-documentaire door de bossen wandelt, oogt steeds door hem gedomineerd.' Maestro Berglund zegt ongelukkig. Hoewel hij sinds 1897 een staatspen- dat de verzoeken die hem bereiken om Sibelius te sioen genoot was er altijd een nijpend geldgebrek. dirigeren de laatste tijd toenemen. 'Er is iets gebeurd in Weinig componisten hebben hun auteursrechten zó de laatste jaren. Zijn muziek wordt meer en meer slecht geregeld als Sibelius. En veel geld werd in geapprecieerd. In de hele wereld". drank omgezet.

De Finse autoriteiten steunden hem ook buiten de landsgrenzen. De overheid sloot in de jaren '30 een overeenkomst met de Britse Columbia Gramophone Company, opdat in Engeland enkele werken zouden worden vastgelegd. Zo kon het gebeuren dat in 1936 alle symfonieën van Sibelius plus een aantal andere werken op de plaat stonden terwijl Bruckner en Mahler - hun tijd moest weliswaar nog komen - allebei met één symfonie in de catalogus stonden. Dirigenten als Beecham en Sargent zorgden er voor dat Sibelius ook in de concertzalen tot klinken kwam. Ook in de Verenigde Staten had de Finse componist vooral in de jaren '30 en '40 belangrijke zaakgelastigden. Terwijl het oeuvre van Bruckner en Mahler daar vrijwel onbekend was werd herhaaldelijk een Sibelius-cyclus georganiseerd. In Boston deed Koussevitzky zijn best, in New York, Philadelphia en Minneapolis waren respectievelijk Barbirolli, Stokowski en Ormandie actief als Sibelius-vertolkers. Zij allen deden in Amerika voor de Finse meester wat Mengelberg in Nederland voor Mahler heeft gedaan. Buiten Scandinavië, Engeland en de Verenigde Staten was het beeld anders. Na de dood van Sibelius waren daar zowel Bruckner als Mahler in opmars. De Finse componist werd door velen als een lokale grootheid beschouwd. Of nog erger. René Leibowitz, tvvaalftoonstheoreticus, noemde hem "s werelds slechtste componist'. Nadic Boulanger - belangrijk vanwege haar invloed op talrijke jonge componisten - sprak van 'een tragisch geval'. En hoewel Herbert von Karajan in Berlijn herhaaldelijk symfonieën van Sibelius heeft gediri- geerd (en opgenomen) was tot voor kort in Duitsland de belangstelling eveneens gering. Jean Sibelius, aquarel van Axel Gallen- Kallela uit 1894 Is de populariteit van Sibelius in een deel van de wereld dan voornamelijk het resultaat van het werk van enkele belangrijke vertolkers? Of speelt hier ook de Op 26 juni 2007, vijftig jaar na de dood van Sibelius, schrijft 'noordelijke klank' mee, de verbondenheid met een Erik Voermans in HET PAROOL over de: grootse, nog niet door de mens bewerkte natuur en de hang naar het mythische in deze muziek? Net zomin als Reinbert de Leeuw kan de eminente Finse Sibelius- De ongrijpbare Sibelius vertolker Paavo Berglund (70), die in de afgelopen weken het Rotterdams Philharmonisch Orkest "JEAN SIBELIUS werd bij moeder thuis, in het dirigeerde, daar een antwoord op geven. 'Ik kan naar plaatsje Hameenlinna, een eindje ten noorden van de die muziek niet op een afstand kijken. Ik ben er mee Finse hoofdstad Helsinki gelegen, gewoon Janne opgegroeid.' Berglund wordt nog vaak gevraagd voor genoemd. Dat 'Jean' kwam pas toen hij voorgoed Sibelius, maar soms aarzelt hij. 'Bij sommige orkesten voor de muziek koos, in 1887, en naar het Muziek voel ik nog steeds een zekere weerstand. Het gaat dan Instituut in de Helsinki ging. Hij had de naam niet alleen om de muziek zelf, maar eigenlijk vaker om opgepikt van een visitekaartje dat bij hem thuis in het orkestmateriaal, dat in veel gevallen onduidelijk is. een la lag. De Jean in kwestie was een overleden Sibelius is slecht uitgegeven.' Of de Finnen nog geen oom die de wereldzeeën had bevaren een mooi genoeg hebben van hun nationale componist? De romantisch beeld, waarvan je begrijpt dat het de ion- 27 ge Janne moet hebben aangesproken. En ter over- van Lahti onder leiding van Osmo Vanska, van wie weging, om over na te denken wanneer men net de men mag aannemen dat hij de muziek van zijn land- trein of bus heeft gemist, of weer eens veel te lang genoot als geen ander doorgrondt. De uitvoeringen op de A2 in de file heeft gestaan: zouden de werken zijn als verzameling zonder uitzondering over- van Jean Sibelius net zoveel impact hebben gehad tuigend, al zijn ervan alle individuele stukken wel als ze door Janne Sibelius waren geschreven? betere te vinden. Dat geldt ook voor het viool- Sibelius kreeg op het Muziek Instituut les van concert, hier in een brandende, maar soms wat kras- Martin Wegelius, die zijn voorliefde voor de muziek serige vertolking van Leonidas Kavakos. Alleraar- van Wagner er bij Jean diep instampte. Sibelius digst is de aanwezigheid van zelden of helemaal heeft een lang gevecht met zichzelf moeten voeren nooit te horen stukken als de Twee serenades en de om de invloeden van de grote Duitse gifmenger uit Zes humoresques voor viool en orkest. Ontwapenende zijn systeem te krijgen. De beslissende zet daartoe muziek. Van minder belang zijn de koorwerken, alle kreeg hij van een Finse criticus, die hem vanwege de syllabisch en homofoon gezet. Nee, dan zijn de ontegenzeglijk aanwezige Wagnertinten in de overi- liederen (de overgrote meerderheid op Zweedse gens schitterende Lemminkainen-suite (1896, gerevi- teksten; Zweeds was Sibelius' eerste taal) heel wat seerd in 1900 en 1936) in een recensie bestrafte door gewichtiger. Anne Sofie von Otter zingt ze fraai en zich af te vragen hoe er met zoveel Duitsigheid ooit dat geldt ook voor sopraan Marianne Haggander en een écht Finse muziek kon ontstaan. Sibelius trok bariton Jorma Hynninen in de orkestliederen, die zich dat aan, zoals hij zich zijn leven lang zou worden gedirigeerd door Jorma Panuia, de grote blijven verwonden aan negatieve reacties op zijn dirigentencoach zelf. Nog veel minder bekend is de muziek. Volgens Sibeliuskenner Andrew Bamett kamermuziek van Sibelius, waarvan een groot deel staan de dagboeken die de grote Fin tussen 1909 en pas na zijn dood boven water is gekomen. Het 1944 bijhield, vol met treurnis of juist vreugde over strijkkwartet Voces intimae heeft dan wel repertoire niet/wel begrepen werken. Zijn zelfkritiek was ook gemaakt, maar dat geldt niet voor het pianotrio, het nogal groot. Veel van zijn stukken heeft hij tijdens pianokwintet, voor het bescheiden duo voor viool en zijn leven herschreven en zijn achtste symfonie heeft cello Waterdruppels, dat geheel uit pizzicati bestaat, hij zelfs na veel schaven, wikken en wegen in de of voor het Andante cantabile in G majeur voor piano open haard gegooid, omdat hij niet meer in staat was en harmonium (!). Blijft de vraag waarom Sibelius noten op papier te zetten die hem gelukkig maakten. als componist altijd een positie aan de zijlijn heeft En 'liever stilte dan één overbodige noot', zoals hij in behouden. Een antwoord is dat hij geen theoreticus 1948 tegen een interviewer zei, toen hij al twintig was, zoals Schonberg, of geen hemelbestormer zoals jaar niets meer had geschreven. Zo doofde de com- de jonge Stravinsky. Sibelius ging gewoon zijn on- positorische vlam in 1926, na het prachtige symfo- navolgbare eigen gang met zijn klankgeworden nisch gedicht Tapiola, opus 112. Pas op 20 september natuurlandschappen. Voor een beter begrip van zijn 1957 zou hij zijn laatste adem uitblazen, waardoor werk wil een reisje naar Finland daarom nog wel we dit jaar zijn vijftigste sterfdag herdenken. In eens wonderen doen". Nederland gebeurt dat op bescheiden schaal (alleen bij de Zaterdag Matinee is in 2007/2008 veel ruimte voor zijn muziek gemaakt). Nederland is ook nooit een Sibeliusland geweest. Misschien zijn we er te Het huis van de Finse componist Jean Sibelius, nuchter voor, al wordt dat onmiddellijk gelogen- een groot vertegenwoordiger van de natio- straft door de aan het waanzinnige grenzende popu- nale school, op het eiland Ainola (Oulu). lariteit van de symfonische huilebalken Mahler en Sjostakovitsj. In de Angelsaksische landen is zijn reputatie wel groot. In Engeland hebben ze zelfs mi- ni Sibeliusjes onder hun componisten (Bax, Simp- son).

Het probleem bij Sibelius is zijn ongrijpbaarheid. Zelfs Bernard Haitink zei: 'Ik vind zijn Vierde sym- fonie een bijzonder mooi stuk, maar dirigeren zal ik het nooit, want ik krijg er geen vat op'. Voor Hai- tink en alle anderen heeft het label BIS nu een bui- tengewoon 'schappelijk geprijsd doosje met vijftien cd's uitgebracht, getiteld The essential Sibelius, als aankondiging en lekker maker voor de Complete Sibelius Edition die later nog bij BIS zal verschijnen. Labelmanager Robert von Bahr spreekt van een 'droomproject' dat vijfentwintig jaar heeft gekost om tot stand te brengen. Niet alles is essentieel aan The essential Sibelius, moet de vaststelling zijn. Wel de zeven symfonieën en de symfonische gedichten uiteraard, hier gespeeld door het symfonie-orkest Aallottaret, op. 73 (De Oceaniden), 1914; 2 stukken op. 77, voor viool en orkest, 1914; Lij stvanorkestwerken: Symfonie nr. 5, op. 82, 1915, revisie 1916; Balettikohtaus, 1891; Humoresques nrs. 1-2, op. 87, voor viool 1917; Ouverture inE, 1890-1891; Humoresques nrs. 3-6, op. 89, voor viool 1917; Cassazione op. 6, 1895, revisie 1904; Promootiomarssi 1919; Valse lyrique, op. 96/1, 1920; • En saga, op. 9, 1892, revisie 1902; Autrefois, op.96/2, scène pastorale, 1919; • Menuetto, 1894; Valse chevaleresque, op. 96/3, 1920; • Skogsraet, op. 15, 1895; Suite mignonne, op.98/1, voor fluit, 1921; • Varsang, op. 16 (Lentelied), 1895; Suite champêtre, op. 98/2, voor strijkers, 1921; Lemminkais 1895; Symfonie nr. 6 op. 104, 1923; Scènes historiques, op. 25, 1899, revisie 1901, • Symfonie nr. 7 op. 105, 1924; Finlandia, op. 26, 1899, revisie 1900; • Ett ensamt skidspar, 1925; Symfonie nr. 1 op .39, 1899; • Morceau romantique , 1925; Porilaisten marssi, 1900; • Tapiola op. 112, symfonisch gedicht, 1926; Romance op. 42, voor strijkers, 1903; • Symfonie nr. 8, voltooid 1929, vernietigd; Symfonie nr. 2 op. 43, 1901-1902; • Suite voor viool en strijkers, op. 117, 1929? • Ouverture, 1902; • Dryadi, op. 45 (De druïde), 1910; Orkestliederen • Vioolconcert op. 47, 1903, revisie 1905; • Cortège, 1905; • Pohjolan tytar, op. 49, 1906; • Varen flyktar hastigt, op. 13 no.4, 1914 • Symfonie nr. 3 op. 52, 1907; • Koskenlaskian morsiammet, 1897 • Grevinnans konterfej voor strijkers, 1907; • S'en har jag ej fragat mera , op.17 no.1 ; • Pan & Echo, op.53, dans intermezzo, 1906; • Sangen om korsspindeln op.27 ; • Oinen ratsastus ja auringonnousu, op.55; • Soluppgang op.37 no.3 ; • In memoriam, op.59, begrafenismars, 1909; • Hostkvall op.38 no.1 (herfstavond), 1905; • Balettikohtaus (balletscène), 1909; • Pa verandan vid havet op.3 8 no.2; • Canzonetta & Valse romantique, op. 62, 1911; • I natten op. 38 no.3 's nachts), 1903; • Symfonie nr. 4 op. 64, 1911; • Demanten pa marssnon op.36 no.6; • Barden, op. 64 (De bard), 1913; • Kom nu hit, dod op.60 (come away, death), 1957; • Scènes historiques II, op. 66, suite, 1912; • Luonnotar op.70, voor sopraan en orkest. • 2 serenades voor viool en orkest op. 69, 1912; HET CONCERTGEBOUW.

Slechts één buitengewoon CONCERT

• op ZATERDAG 21 JULI 1900 - 8 war '1'1Z 0 In' EN DOOR 1(E1' Helsingfors Filharmoniska SALLSKAP. "g§ BOIlt ViThSeb. Oelzet, bestaande uit 77.3; ARTISTEN. Vin'»' het Optreden le Parijs. - Onder leiding van den Finechen Com peul ,,.1-

ROFIZRT- ZA,11Atfrfag • op mot. moilowerItIng Ion IDA. EKMAN, Zangeres EN HEIKKI HALONEN, Violist. go- lipt. Programma (ZIE emmiewny.), bestaat. uit. Werlcen van de Finaelte Componisten: Sibelins, Kajanna, Wpgelins, 14Iplartin wo llodin. Entrée f 1.50.

Nr. voor Leden yne ,31 eL Boneerig e 11 w° no Bonn, anno, / I.-- de pereotIn, mlp verb:wel het Bewijs van Idettnettteeletp, hij „Be When,. Mitzteldtaildel•. tflo ht,,Proktu, Phtd,-,BB oh, d,tt:titik, iO beIkIijOOfl Leid,slteLtnul .10 oe op don CanWeLltWooll tutti het 0,1i,ow. (CenceW6linelle : „DB NIEUWE ItAN 11E11, leidtehothal 46, Amsterdam), De Vleugel in 1111 1)1/ WA innoli ti t d e 1. Z. 0. Z. 30

Dirigenten om Mengelberg Eugen Jochum Babenhausen 1902 — 1987 München.

Dit jaar is het 105 jaar geleden dat Eugen Jochum is Duitse romantische stroming en droeg deze traditie uit geboren en het is 20 jaar geleden dat hij is overleden. naar zijn opvolgers. Vooral met zijn interpretatie van de Degenen die hem hebben zien dirigeren, herinneren symfonieën van Anton Bruckner maakte hij wereldwijd zich zijn rijzige gestalte, zijn vriendelijk gezicht en naam". zijn nogal bewegelijke rechterhand. Van de muziek die hij ten gehore bracht klinken ons de symfonieën ugen Jochum repeteert met het van Bruckner nog in de oren, waarbij zijn gezicht oncertgebouworkest Foto Arié Plas wijding tot uitdrukking bracht. Engen Jochum is ons, gedurende de ruim 45 jaar dat hij bij het Concertgebouworkest op zijn post heeft gestaan, dierbaar geworden.

WIKIPEDIA geeft van hem een korte levensbeschrijving: "De Duitse dirigent Eugen Jochum was de middelste van drie zoons van een leraar en amateurmuziekliefhebber. Zijn oudere broer Otto was een componist en zijn jongere broer Georg Ludwig een dirigent. Van 1914 tot 1922 volgde hij de lagere- en middelbare school in Augsburg en kreeg in die tijd ook piano- en orgellessen. Hij studeerde vervolgens orkestdirectie en compositie bij Siegmund von Hausegger en Hermann von DE KRONIEK VAN HET CONCERTGEBOUW EN Waltershausen aan de MUnchener Musikakademie. Zijn HET CONCERTGEBOUWORKEST biedt een carrière begon in 1924 als repetitor aan de Munchener overzicht van de concerten die hij bij het Oper. In 1926 bekleedde hij dezelfde functie in Kiel. Zijn Concertgebouworkest heeft gedirigeerd. debuut als dirigent maakte hij in 1927 met de Mlinchner Philharmoniker, waarmee hij de Zevende Symfonie van Anton Bruckner ten gehore bracht. In datzelfde jaar werd De Mengelberg-periode hij aangesteld als Musikdirektor in Kiel. Hierna ver- (1895-1945). huisde hij via Mannheim en Duisburg naar het Berliner 1941: 13 November Het Concertgebouworkest maakte Rundfunkorchester, eveneens als Musikdirektor en als kennis met Eugen Jochum tijdens een concert waarbij hij dirigent van de Berliner Oper. Hier voerde hij werken uit o.a. de "Symfonische Muziek" van Jan Koetsier van onder meer Paul Hindemith, Carl Orff en Béla dirigeert. Rudolf Mengelberg schrijft daarover: 'Op Bartók, wier werken door de nazi's verboden werden. Hij grond van de buitengewoon gunstige indruk, die de heer volgde Karl Bolun op als Musikdirektor in Hamburg Jochum hier als kunstenaar en als mens heeft gemaakt, (1934-1949) en werd tot 1960 chef-dirigent van het heb ik hem in overleg en in opdracht van het bestuur voor nieuw opgerichte Symphonieorchester des Bayerischen het seizoen 1942/1943 geëngageerd en dit engagement Rundfunks. Daarna volgden posten bij het Concert- voor het seizoen 1942/1943 bestendigd. Jochum gebouworkest te Amsterdam, de Bamberger Sympho- overtuigd katholiek en anti-Nazi, geldt als politiek niker en van 1975 tot 1978 bij het London Symphony betrouwbaar en is daardoor van grote waarde voor het Orchestra als 'Laureatus'. Los van zijn vaste ver- Concertgebouw. Door Jochum voor een langere periode plichtingen dirigeerde Jochum bij alle grote muziek- te engageren kunnen wij omzeilen andere en minder festivals, waaronder de Bayreuther Festspiele (driemaal) gewenste Duitse dirigenten te laten dirigeren, waarop en de Salzburger Festspiele. Werken, waarvan Jochum de door het Rijkscommissariaat en het DVK herhaaldelijk première dirigeerde, waren onder andere "Konzert ftir wordt aangedrongen'. Streicher" van Boris Blacher (1942), "Concerte per il 1942: 19 november vervolgt Jochum zijn optreden met principe Eugenio" (1951) van Alberto Bruno Tedeschi, "Sechs Sonetten einer Griechin" van F. von Hoesslin. "Suite Française" van Werner Egk (1950), "Tanz-Rondo" 1943: 24 november "Muziek voor twee strijkorkesten, van Gottfried von Einem (1959) en de "Zesde Symfonie" trompetten, bazuinen en pauken" eveneens van Jan van Karl Amadeus Hartmann. Koetsier. Eugen Jochum, die als een van de grootste Duitse 1944: 1 1 juni leidt hij de Straussherdenking t.g.v. diens dirigenten wordt beschouwd, werd beïnvloed door de 80e verjaardag. 31

6 tot 15 september concerten in Montreux. In Den Haag De Van Beinum-periode dirigeert. Jochum het "Altvioolconcert" van Stamitz, op 29 november in Amsterdam "Orchestersonate" van W. (1945-1959). Egk en op 17 december van Mozart het "Regina coeli". 26 februari concerteert Eugen Jochum met het 1955: 1962: 10 en 31 maart concerteert Eugen Jochum met het Symfonie-Orchester des Bayrischen Rundfunks in het Concertgebouworkest in Den Haag en van 12 april tot 2 Concertgebouw. mei gaan Jochum en Haitink, op tournee naar Japan 1957: Eugen Jochum dirigeert een optreden van het waarbij zij, Jochum 8 concerten en Haitink 7 concerten, K.C.O. te Salzburg. zullen dirigeren om vervolgens samen van 4 tot en met 7 (In februari 1959 vinden te New York besprekingen juni in gezelschap van Pierre Monteux naar Wenen te plaats betreffende een tournee van het reizen t.g.v. het 150-jarig bestaan van Gesellschaft der Concertgebouworkest door de V.S. in april/mei 1961 met Musikfreunde; een ieder neemt een concert voor zijn Van Beinum en Jochum als dirigenten.) rekening. 3 april leidt Eugen Jochum van 5-12 mei 1959 vier 1959: 1963: 26 maart concerteert Jochum in Amsterdam met concerten van het Concertgebouworkest in Engeland en het Concertgebouworkest en op 22 september in op 6 november van het zelfde jaar concerteert hij met het Hamburg. Jochum en Haitink reizen door naar Berlijn Symfonie-Orchestre des Bayrischen Rundfunks in het waar zij op 24 en 25 september ieder een concert met het Concertgebouw. Concertgebouworkest zullen leiden. 1964: 19 en 25 februari verblijft Jochum weer in Amsterdam bij het Concertgebouworkest en gaat van 28 tot 31 mei met het orkest naar Duitsland. 1965: 12 maart voert Jochum in Amsterdam de "Johannes-Passion" van J.S. Bach uit. Samen met Haitink vertrekt hij van 23 tot 26 mei naar Duitsland waar zij ieder 2 concerten voor hun rekening nemen. Op 2 september concerteert Jochum met het Concert- gebouworkest in Scheveningen en van 10 tot 12 september reizen beiden naar Montreux waar Haitink 3 concerten en Jochum 2 concerten zullen dirigeren. 1966: De samenwerking met Jochum wordt wat minder behalve dan dat hij op 23 en 26 maart in het Concert- gebouw van zich laat horen en dat hij samen met Haitink op 14 en 15 september concerteert te Gent. 1967: Dit jaar laat ongeveer hetzelfde beeld zien als het vorige jaar. Op 1 maart dirigeert Jochum "Passacacglia" van Fr. Martin en op 8 maart de "Johannes-Passion" van Johann Seb. Bach en van 25 tot en met 27 oktober concerteert hij met Haitink in Barcelona. 1968: 1 maart concerteert hij met het K.C.O. in Rotterdam, en van 7 tot 21 september gaat hij met Haitink en het Concertgebouwokest naar Japan en op 27 november dirigeert hij een soloconcert met Tibor de Machula in Amsterdam. 1969: Door de komst van Kondrasin wordt het nog stiller om Jochum. Hij dirigeert dit jaar maar één keer en De periode-Haitink (1960-1986). wel op 1 oktober een Schubertprogramma met Erna Spoorenberg als soliste. 1960: De samenwerking met Jochum wordt intensiever met het gevolg dat hij op 3 september optreedt met een 1970: De naam van Jochum komt in Amsterdam niet Strauss-programma en medewerkt aan de herdenking van meer op de programma's voor, maar wel daar buiten. Op 29 augustus dirigeert hij het Concertgebouworkest met en de 100e geboortedag van Mahler gevolgd door concerten concert te Gent, van 1 tot 10 september maakt hij met op 19 en 26 oktober. (Het overlijden van Eduard van Beinum maakte nieuwe Haitink een concertreis naar Engeland en op 21 en 22 onderhandelingen met New York noodzakelijk over het september dirigeert hij het Concertgebouworkest in tournee in 1961. Overeengekomen wordt dat Jochum en Bonn. Haitink dit tournee samen zullen leiden waarbij Jochum 1971: 24 februari treedt hij op als dirigent in Amsterdam 28 concerten voor zijn rekening neemt en Haitink 15 met een programma van Irmgard Seefried (sopraan) en Wolfgang Schneiderhan viool. concerten. 23 februari dirigeert hij in het Concertgebouw 1961: 16 juni leiden Jochum en Haitink samen een 1972: concert in het nieuwe RAI-gebouw te Amsterdam en van "Pulcinella"van Stravinslcy en hij gaat van 3 tot 7 sep- 32

tember met Haitinlc en Kubelik met het Concert- getimmerd waartegen hij gedurende het musiceren kon gebouworkest naar Luzern en vervolgens op 21 en 22 leunen. Aldus dirigeerde Eugen Jochum - het september met het okest naar België. broodmagere, breekbare lichaam in passieve balans - nog 1979: 27 januari 1979, na 7 jaar van afwezigheid slechts met handen en ogen. Zo'n heldendaad katalyseert dirigeert Jochum in het Concertgebouw met het Sturm und Drang bij het sentimentele Concertgebouworkest een programma van Benjamin Concertgebouworkest. De vlam sloeg dan ook in de pan, Britten. toen halverwege de uitvoering Jochum zich met 1980: 31 oktober leidt hij het Concertgebouworkest met bovenmenselijke inspanning van het dirigeermeubel een optreden leiden in Lille. verhief, gelijk opgaand met het toenemende klankvolume 1984: 26 september wordt Jochum gevraagd in en de báton bevend voorwaarts gestoken. Tot hij Amsterdam een concert te leiden en op 28 september in tenslotte, vlak voor de daverende climax met de Brussel. beroemde bekkenslag, levensgevaarlijk wiebelend op 1986: 3 september leidt Jochum een concert in Amster- beide benen stond. Deze spontane daad van zelf- dam en op 10 en 11 september een concert met het vernietiging in dienst van de muziek bracht de leden van Concertgebouworkest in Hannover en Berlijn. het Concertgebouworkest in opperste staat van op- 1987: 26 maart 1987 wordt zijn overlijden in winding. Hoe verder Jochum zich strekte, hoe meer de München bekend gemaakt. ruggen zich kromden. Meedogenloos ranselden de strijkstokken de snaren. De blazers, bezig aan de opbouw van de pathetische climax, haakten adembenemend in. Zo schiep het Concertgebouworkest zich een geluids- monument, dat als een reusachtige vuist op de hemelpoort dreunde. Met de fameuze bekkenslag als muzikale catharsis. Toen die gevallen was, viel Jochum bekaf terug tegen z'n stastoel, richtte zijn trouwe hondenogen op het slagwerkplatform en.. .salueerde. Zo stuurt een begenadigd dirigent het orkest op geheel eigen wijze langs het heilige vuur van de muzikale geest".

Cornelis van Zwol schreef in 1984 in PRELUDIUM over een vraaggesprek dat hij met Eugen Jochum had het volgende: "Als ik hem wat meer in detail naar het Concertgebouworkest vraag, antwoordt Jochum met een wat ernstige toon in zijn stem, wat bedachtzamer ook: "Im Grimde spielen sie alles gut! De Franse muziek, Mahler natuurlijk en Reger niet te vergeten; geen Duits orkest waagt zich daar meer aan!" Dan wordt Jochum ineens lyrisch: "Ich liebe das Orchester tiber alles! Zoals zij Richard Strauss spelen, diese Farbigkeit und Virtuo- Het orkest verliest een zeer trouwe vriend, die het in sitar. verschillende moeilijke tijden een steun is geweest. De Een jaar nadat Jochum was overleden leidde Haitink twee orkestleden koesteren bovendien dierbare herinneringen concerten met Beethovens Achtste en Bruckners Zevende niet alleen aan het kwajongensachtige plezier dat op zijn 'in dankbare herinnering' aan degene met wie hij eens, repetities kon rondwaren, maar bovenal aan zeer van 1961 tot 1964, het vaste dirigentschap van het succesvol samenspel. Karel Schouten schrijft in 1982 in Concertgebouw Orkest had gedeeld. PRELUDIUM: "De concerten onder hem getuigen van musiceervreugde, niets aan hem was problematisch. Als je een orkestsolo had keek hij je al een maat van tevoren met vreugdevolle verwachting aan en gaf je daardoor zekerheid. Zijn hele persoonlijkheid straalde een jongensachtig, ik zou haast zeggen, naïef geloof in de belangrijkheid van het muziekmaken uit".

Niels Large schrijft over Jochums laatste optreden in Amsterdam: "Toen Eugen Jochum op hoge leeftijd en na langdurige afwezigheid wederom het Koninklijk Concertgebouworkest dirigeerde, deed hij dat met Bruckners Zevende symfonie. Staan kon de oude meester niet meer. Maar zittend dirigeren verafschuwde hij, daarom had men voor de bejaarde maestro een stastoel 33

Maarten Brandt schrijft in PRELUDIUM van mei 2003 is en er geen uitvoeringshistorie van het werk bestaat. ter herdenking van Jochums honderdste geboortedag: Wat er klinkt, is in de positiefste zin des woords "Van Eugen Jochum heeft het Franse label Tahra een cd- ouderwets: niet zwaar, wel verzadigd van sonoriteit en box uitgegeven onder de titel 'Centenaire Eugen Jochum toch optimaal helder, mede doordat een stevig ritmisch (1902-1987)'. Het Concertgebouworkest heeft een fundament is gekoppeld aan weldadig consequent aanzienlijke bijdrage aan deze waardevolle opnamen doorgetrokken bewegingen. Jochums genoemde geleverd. Terecht vermeldt de documentatie van de cd- eigenschappen maken ook de vertolking van Brahms' box dat Eugen Jochum vooral de vier B's (Bach, Beet- Vierde symfonie uit 1976 tot een sensatie van de eerste hoven, Brahms en Bruckner) heeft vertolkt. Dit is orde. Een somptueuze klank (blazers!) gaat hand in echter slechts één kant van de medaille, want Jochum hand met een drive waarop later alleen Carlos Kleiber heeft bij vele gelegenheden ook zijn licht laten het patent zou hebben. Andere verrassende onderdelen schijnen over diverse andere componisten. Niet in de van deze monu-mentale Jochum-verzameling zijn laatste plaats bij het Concertgebouworkest, waar hij onder meer Moesorgsky's "Liederen en dansen van de een tijd lang het chef-dirigentschap met de toen nog dood" met een schitterend aandeel van de bas Kim zeer jonge Bernard Haitink deelde. Alleen al door de Borg (1959); Bachs ""Huwelijkscantate" (nr. 202), drie begeleidende boekjes is deze riante cd-uitgave een prachtig gezongen door Elly Ameling (1973) en niet te goudmijn voor iedereen die zich wil bezighouden met vergeten een studioregistratie voor Telefunken van het artistieke beleid van het Concertgebouworkest in Regers Serenade voor orkest (1943). De collectie bevat het algemeen en de visie van Jochum in het bijzonder. ook opnamen van andere orkesten, zoals een van de mooiste vertolkingen ooit vereeuwigd van Schuberts Negende, namelijk die met het Rias Orchester Berlin in De cd-boekjes bevatten een integrale discografie (niet- 1986. De grootse benadering van Jochurn, vol adem en commerciële en filmopnamen inbegrepen!) en ook een souplesse, brengt automatisch de interpretatie van dit complete repertoirelijst waaruit blijkt dat Jochum werk met het Concertgebouworkest onder leiding van moeilijk voor één gat te vangen was. Opvallend is dat Kurt Sanderling in gedachten. Deze naam valt niet hij nooit ook maar één noot van Sjostakovitsj heeft zomaar, want beide dirigenten hebben - zij het elk op gedirigeerd en bijna geen Mahler. Van deze laatste hun eigen onvervreemdbare en natuurlijke wijze - de componist heeft hij slechts "Das Lied von der Erde" en traditie van zowel Wilhelm FurtwangIer als Bruno de Vierde symfonie uitgevoerd. Jochum heeft zich wel Walter voortgezet. De enorme adem van Furtwangler over de Franse muziek ontfermd, getuige de en de zangerigheid van Walter maken deze Negende imponerende lezingen van Francks Symfonie (1973), van Schubert tot een mijlpaal in deze rijke cd-uitgave. Berlioz' Ouverture Benvenuto Cellini (1971) en In hetzelfde jaar dirigeerde Jochum een evenzeer Debussy's Trois nocturnes (1963). Breed uitwaaierende legendarische Vijfde van Bruckner bij het KCO en die uitvoeringen zijn het zeker, maar gespeend van enige heeft Tahra gelukkig ook uitgegeven. Een ander zwaarte anders dan de luisteraar wellicht verwacht van muzikaal document is Mozarts "Jeunehomme-concert" deze Beierse musicus. Of de hymnische strijkers- (nr. 9), vastgelegd in 1954 tijdens een gastoptreden passages in Franck in een live-registratie ooit van het Orchester des Bayerischen Rundfunks in Den glansrijker hebben geklonken dan in deze Haag met als soliste de onvolprezen Clara Haskil. voortreffelijke opname, waag ik te betwijfelen. Groots Opnieuw vormt deze opname een voorbeeld van een is het Pianoconcert van Grieg met Emil Gilels in een perfecte symbiose tussen dirigent, orkest en solist die fenomenale hoofdrol. Jochum en deze meesterpianist resulteert in een geheel dat oneindig veel meer is dan tillen dit werk ver boven zijn eigen niveau uit, en dat de som van de delen en dat iedere discussie over een zegt wat over een opus dat ook toen al - we schrijven wel of niet historisch verantwoorde uitvoeringspraktijk 1979 - behoorlijk was dood gespeeld. op slag onbelangrijk maakt. Zo wordt het beeld van Jochum steeds completer, ook al valt het vurig te Dit brengt de luisteraars bij het zogenaamde Jochum- hopen dat Tahra of een ander label ook Jochums fenomeen: de bijzondere atmosfeer die er bij het orkest uitvoeringen van twintigste-eeuwse componisten in dit heerste als hij er was. Natuurlijk was het een geval beeld zullen gaan betrekken. Ik denk hier aan werken apart als hij Bruckner dirigeerde, maar ook tijdens als de Tweede symfonie van Hans Kox, de inmiddels optredens met ander repertoire - de Franck-Symfonie allang 'vervallen' live-opname van "Eglogues" van geeft een tot de verbeelding sprekend voorbeeld - Robert Heppener, maar ook aan de Derde en Achtste ontvouwde het ge-heim van de muziek zich op een symfonie van Jochums landgenoot Karl Amadeus wijze die met geen pen valt te beschrijven. Dat Hartmann. Stuk voor stuk composities waarvoor deze fenomeen herkent iedereen die Jochum in de zaal heeft veelzijdige dirigent een indrukwekkend pleidooi heeft meegemaakt. Wie precies wil weten wat ik bedoel, gehouden. Hoe dan ook, deze uitgave verdient het moet beslist als proef op de som naar Eine kleine alom in de prijzen te vallen. Bovendien kan de cd-box Nachtmusik luisteren, waarmee Jochum een Mozart- als een solide basis dienen voor diegene die een programma opende in Montreux (1961). In al haar Jochum-biografie wil schrijven, want daarvoor is het eenvoud komt deze muziek over alsof de inkt nog nat nu de hoogste tijd!". 34

Mevrouw Guus Hofman-Allema schrijft in haar boek Ook mevrouw Jochum was aanwezig. Eén onze koor- GEESTDRIFT EN MUZIKALE ZIN ( De geschiedenis zangeressen maakte wat foto's, die zij later naar de van het Toonlcunstkoor van 1828-2000). "Voor het dirigent opstuurde. Jochum dankte haar per brief en Toonkunskoor was het een feest o.l.v, Engen Jochum te schreef: zingen. Onder zijn leiding zong het koor op 20 en 21 'Sie konnen sich denken, dass ich diese 36 februari 1959 Die Schopfung van Joseph Haydn; op 2 en Aufftihrungen der Passion nie vergessen werde und 3 maart 1960 Meeresstille und gluckliche Fahrt van immer mit Dankbarkeit und Freundschaft mich dem Beethoven; 17, 20 en 21 december Ein Deutsches Tonkunstchor verbunden Mille! Das daden sie gern Requiem van Brahms; op 25, 27 en 28 maart de Negende alle anderen Herrschaften vom Chor sagen, es kommt van Beethoven; op 12 en 14 maart 1965 Johannes- mir wirklich von Herzen". Passion van Bach; op 14 en 16 maart 1968 wederom Die SchOpfung van Haydn en vanaf 1961 driemaal per jaar de Ondergetekende herinnert zich zijn ontmoeting met Matthaus-Passion van Johann Seb. Bach, waarvan de Eugen Jochum op Palmzondag in april 1962. Het was laatste uitvoering plaatsvond op 26 maart 1972. voor de aanvang van een uitvoering van Bachs "Matthaus-Passion" door het Amsterdams Oratorium Koor met begeleiding van het Utrechts Stedelijk Orkest o.l.v. Piet van Egmond. Het was vlak voor het begin van de uitvoering; van Egmond en ik stonden in de solistenkamer om naar het podium te gaan toen Eugen Jochum met brede gebaren binnenkwam. Met verontschuldiging voor de storing kwam hij zijn zakpartituur halen die hij op de vleugel had laten liggen. De hartelijkheid waarmee hij afscheid nam en zijn geachte collega een goede uitvoering toewenste was hartverwarmend.

Een zichtbaar bewijs van zijn verbondenheid met het Koninklijk Concertgebouw Orkest en Amsterdam is te vinden in de r.k. "Christus-geboortekerk" in de Prinses Irene- hoek Beethovenstraat te Amsterdam. In 1974 liet De aanbieding van het traditionele paasei, na hij daar in de dagkapel, waar hij regelmatig kwam om te afloop van de illattliiins-Pagion bidden, een gedenkraam plaatsen. Het raam is ongeveer 2 : de heer De Boef Engen Jochum, meter hoog en 60 centimeter breed en stelt Maria voor mevrouw Hooft-Bruinsma en de beer Boon met het geboren Christuskind. Ongetwijfeld is het raam door een Duitse glazenier gemaakt want in de rechter Na afloop van de laatste uitvoering op Palmzondag onderhoek staat genoteerd 'Angeboden door Maria en kwamen wij als koorleden bijeen om afscheid te nemen Eugen Jochum'. van Engen Jochum. De voorzitter van ons koor de heer De Boef sprak hem 'toe en overhandigde hem een Johan Krediet. geschenk van het koor: een oude prent van Amsterdam. 35

Dirigenten om Mengelberg Piet van Egmond Amsterdam 1912 — 1982 Den Helder.

Op elf mei 2007 was het 25 jaar geleden dat Piet Duitsland deel te nemen. En toen kwam, na de van Egmond in een verpleeginrichting "Den bevrijding, het dirigeerverbod. Koogh" te Den Helder overleed. Ons lid Gerco Deze gebeurtenissen kunnen er toe hebben Schaap heeft over deze organist/dirigent een bijgedragen dat Van Egmond zich na de oorlog waardevol boek geschreven met als titel PIET VAN meer op het orgelspel is gaan toeleggen, en dat zijn EGMOND EEN LEVEN VOOR MUZIEK. Dit dirigeeractiviteiten voornamelijk beperkt zijn geble- artikel in de rubriek "Dirigenten om Mengelberg", ven tot het leiden van oratoria. Opmerkelijk in dit verband is een brief in Van Egmonds bescheiden gaat over Piet van Egmond als dirigent. corresspondentiearchief, vergezeld van een bun- deltje getuigschriften, waaruit blijkt dat hij voor of WIKIPEDIA beschrijft hem als volgt: "Piet van Egmond ontving zijn eerste piano- en in 1949 gesolliciteerd heeft naar de post van orgellessen van Wouter Westerhoud, de organist dirigent bij het Johannesburg City Orchestra. Zag van de Oranjekerk in Amsterdam. Op aanraden en hij in Nederland geen toekomst meer voor hem met steun van de wijkpredikant, ds. M.J.A. de weggelegd als dirigent en heeft hij daarom besloten Vrijer, ging hij naar de muziekschool van naar Zuid-Afrika te emigreren? We zullen het nooit Toonkunst, waar hij orgelles kreeg van Anton H. weten, want de bewuste brief rept eveneens van een Tierie. Volgens overlevering gaf Van Egmond zijn afwijzing. eerste orgelconcert in 1927 in de Oude Kerk te Pas halverwege de jaren vijftig zal er weer sprake Amsterdam met een Bach-programma. In hetzelfde zijn van en opleving van zijn dirigeeractiviteiten, jaar werd hij toegelaten tot het Amsterdamsch wanneer hij door de stad Innsbruck wordt uitge-- Conservatorium, waar hij orgel studeerde bij nodigd een symfonisch concert te komen dirigeren, Comelis de Wolf. In 1931 behaalde hij het diploma en door de Nederlandsche Opera wordt gevraagd orgel, in 1933 deed hij solistenexamen orgel en "Hansel und Gretel" van Humperdinck in te stude- werd tot organist van het Amsterdamse ren en uit te voeren. Zijn ambitie om orkestdirigent Concertgebouw benoemd. In 1935 behaalde hij het te worden, is dan echter al niet meer zo goot". diploma piano na een studie bij Nelly Wagenaar. In 1936 voerde hij voor het eerst de Matthaus-Passion Mengelberg bevestigt het volgen van Van Egmonds van Johann Sebastian Bach uit met de twee koren leerschool in het Concertgebouworkest door het waarover hij toen de leiding had. Zijn jaarlijkse schrijven van een attest d.d. 3 mei 1938 luidende: uitvoeringen van Bachs Matthaus-Passion met het PIET VAN EGMOND is een eerste klasse mu- Amsterdams Oratoriumkoor in het Amsterdamse sicus en als voortreffelijk orgelvirtuoos algemeen Concertgebouw en in de Sint-Baafskerk in bekend en hooggeschat. Ook als dirigent van koor Aardenburg trokken veel publiek. Hij gaf ook met en orkest is hij zeer begaafd en door allen die hem zijn koor en het Utrechts Stedelijk Orkest een hoorden hooggeprezen. uitvoering van de Matthaus-Passion in Hannover en Het Amsterdamsche Concertgebouw heeft hem sinds 1933 als vaste medewerker geëngageerd en Parijs. ik heb hem leeren kennen en waardeeren als Over zijn kwaliteiten als dirigent schrijft Gerco eerste klasse organist en dirigent. De orkest- en koordirigeertechniek bestudeerde hij Schaap in zijn boek: PIET VAN EGMOND EEN LEVEN VOOR in ons milieu en ik kan hem dan ook als algemeen MUZIEK ontwikkeld musicus en vooral ook als orkest- en "Vóór de oorlog heeft hij een uitstekende koordirigent zeer warm aanbevelen. leerschool gehad in het Amsterdamse Concert- Was getekend: Prof Dr. W. Mengelberg. gebouw, waar internationaal bekende gastdirigenten elkaar afwisselden. De jaren waarin de Tweede Door zakelijke omstandigheden maakte ik in 1947 Wereldoorlog zich afspeelde hadden voor Piet van kennis met Piet van Egmond. De straf die hem door Egmond van vitaal belang kunnen zijn om zich als de Centrale Ereraad was opgelegd om twee jaar niet dirigent te ontwikkelen. Door zijn werk bij het te mogen dirigeren was net voorbij. Wij raakten Centraal Orkest in Den Haag en het Vakcur- bevriend en in vertrouwelijke gesprekken was hij susorkest in Amsterdam kreeg hij gelegenheid zich nog zeer verontwaardigd over deze veroordeling. verder in het dirigeren te bekwamen, maar door Hij vond het een onrechtvaardige straf en vooral opheffing van beide orkesten in 1943 werd die door het feit dat er misschien wel wat aan te doen ontwikkeling voortijdig afgebroken. Hij bedankte zou zijn geweest als hij maar had gedokt. Vlak na voor het aanbod om aan dirigeercursussen in zijn verhoor in Den Haag in augustus 1945 door de Ereraad voor Muziek kreeg hij een anoniem tele- 36 foontje met de vraag: "Hoeveel is het u waard als u een kritische noot aan toe: 'Of Piet van Egmond niet wordt veroordeeld?" Hij was verbitterd en dat wel de verantwoordelijke taak van dirigent kan waren de jaren dat hij weg wilde uit Nederland; blijven vervullen is echter zeer de vraag. Zijn tempi vandaar zijn sollicitatie naar het orkest in in de Ouverture Egmont [sic!] waren onvast en in Johannesburg. Provocerend was het kerstconcert het allegro zeker te traag. In het Pianoconcert van dat hij met zijn koor gaf in de Grote Zaal van het Grieg, dat opvallend goed werd gespeeld door Joh. Concertgebouw op 16 en 17 december 1945 waar G. de Jong, was het orkest beter op dreef dan zijn hij zittend achter de vleugel zijn koor leidde. Het dirigent. Ook hier die verkeerde ambitie om met het landelijk comité dient er zelfs een klacht over in bij tempo maar wat te sollen ter wille van gevoels- de ereraden, maar er werden geen stappen tegen ontboezemingen.' hem ondernomen.

Over zijn verdere loopbaan als dirigent neem ik Opera-activiteiten. hoofdstuk 6 over uit het eerder genoemde boek van Het is de bedoeling dat het Amsterdams Gerco Schaap. De titel van het hoofdstuk luidt: Philharmonisch Orkest ook als begeleidingsorkest 'Intermezzo lirico' waarin hij schrijft: "Piet van bij opera-, oratorium- én operette-uitvoeringen gaat Egmond is als dirigent in de eerste jaren na de optreden. In die functie werkt het onder meer mee Tweede Wereldoorlog 'vleugellam' geweest aan uitvoeringen van de Stichting Nationale Opera, vanwege het hem opgelegde dirigeerverbod. Dat een particulier operagezelschap o.l.v. D. Ingen Soet brengt met zich mee dat hij zich in de eerste dat operaconcerten op zondagmiddag verzorgt in naoorlogse jaren primair op het orgelspel richt en een bioscooptheater aan de Amsterdamse zich pas na mei 1947 weer aan het dirigeren kan Nieuwendijk. In de loop van 1948 dirigeert Piet van wijden. Daarnaast zien we hem in die jaren bezig Egmond met dit operagezelschap en het met het fenomeen opera. In februari 1948 wordt Amsterdams Philharmonisch Orkest een aantal in de hoofdstad het Amsterdams Philharmonisch voorstellingen buiten Amsterdam van Carl Maria Orkest opgericht met het doel een aantal goed von Webers opera Der Freischtitz, onder meer in geschoolde - op dat moment werkloze - musici Assen en Tilburg. Naar aanleiding van het optreden aan werk te helpen. Het is een project van de in Assen schrijft een recensent: 'Een goedgevulde "afdeling Musici en Artisten" van het zaal applaudisseerde lang en warm voor de kranige Gewestelijk Arbeidsbureau. Piet van Egmond troep zangers en spelers, die met vaart en animo wordt gevraagd de leiding op zich te nemen. deze 127 jaar oude opera tot nieuw leven wekten. Enige gelijkenis met het in de oorlogsjaren Dit geschiedde onder de zeer muzikale en gracieuze opgerichte en eveneens door Van Egmond aanvoering van de dirigent Piet van Egmond, die geleide Herscholingsorkest is evident. Om in de het voortreffelijke Amsterdamse Philharmonisch eerste onkosten van repertoireaanschaf en Orkest en de solisten en andere vocalisten op het zaalhuur voor repetities te voorzien, presenteert toneel, zonder dirigeerstok, doch enkel met behulp het nieuwe orkest zich op woensdag 12 mei 1948 van zijn gevoelige, soepele vingers, bracht tot een in het Amsterdamse Concertgebouw met een charmante weergave van deze weliswaar wat "Gevarieerde Kunstavond" waarvan de op- ouderwetse, doch steeds welluidende en brengst ten goede komt aan het orkest. De pianist beminnelijk-ongecompliceerde muziek. Wat kwiek Johan G. de Jong en enkele solisten van De en jolig klonken die koren en duetten en terzetten Nederlandse Opera, Greet Koeman, Jan van en aria's. Hoe schrokken wij ook telkens van die Mantgem en Gerard Holthaus, werken er echt harde schoten, waarvan de rook tussen het belangeloos aan mee. geboomte optrok; hoe leefden wij mede met de droefheid van Agathe en hoe verheugden wij ons in Piet van Egmond dirigeert die avond Beethovens de uiteindelijke en zo glorierijk bezongen Ouverture Egmont, het Pianoconcert van Grieg en overwinning van het goede. Het publiek toonde een aantal opera-aria's van onder anderen Bizet, zich enthousiast: er kwamen een paar open doekjes Meyerbeer en Puccini. Daarnaast treden er een en de dirigent en de regisseur moesten na afloop conferencier en verschillende kleinkunstartiesten voor het voetlicht. Zoals wel meer gebeurt in die op. Lex van Delden schrijft erover in HET eerste naoorlogse jaren wordt de opera in het PAROOL: 'Het nieuwe orkest, dat zich onder Nederlands opgevoerd. Deze eerste opvoering be- leiding van Piet van Egmond voorstelde met Van looft zeer veel voor de toekomst. Laten wij ook niet Beethoven's Ouverture Egmont en Grieg's: lachen, hoogstens even glimlachen over de Pianoconcert, maakte een veelbelovende indruk: Nederlandse tekst van dit proefschot; laten wij blij het samenspel bleek vergevorderd en de intenties zijn dat wij van het Duits af zijn, al klonk dat hier van de dirigent werden goed gevolgd. De klank- dan wellicht muzikaal ook beter dan vroeger'. verhoudingen behoeven echter verbetering: voor- al het koper leek mij te luidruchtig tegenover de De Nationale Opera heeft niet lang bestaan. Ook wat magere strijkers'. Piet Tiggers in het ALGE- het toenmalige Amsterdams Philharmonisch Orkest MEEN HANDELSBLAD constateert: 'De stem- was geen lang leven beschoren. De naam zal later ming is zuiver en de klankverhoudingen zijn goed weer opduiken wanneer het door Jan Hucicriede en er is kennelijk hard gewerkt'. Hij voegt er echter opgerichte Kunstmaandorkest wordt omgedoopt tot 37

Amsterdams Philharmonisch Orkest (nu Nederlands Wich als decor- en kostuumontwerper. De rol van Philharmonisch Orkest). Hans wordt vertolkt door de alt-mezzo Cora Canne Meyer (sinds 1951 bij De Nederlandsche Opera), de rol van Grietje door de alt Nel Duval. De alt Jo van Buiten dit 'opera-avontuur' houdt Van Egmond de Meent vervult de rol van heks. De andere rollen zich bezig met het instuderen en dirigeren van zijn in handen van Greet Koeman en Gerard religieuze koorwerken, zoals het oratorium Holthaus (ouders) en Nelly Burbach (Klaas Vaak "Paulus" van Mendelssohn (uitgezonden door de en Morgendauw). Van de tekst van Adelheid Wette NCRV-radio), Rossini's "Stabat Mater", Haydn' s heeft Max van Doom een Nederlandse bewerking "Die jahreszeiten" en de "Missa pro Pace" van gemaakt. Aanvankelijk krijgt Van Egmond slechts Rudolf Mengelberg. Met die laatste twee werken drie orkestrepetities toegewezen. Dat aantal acht hij oogsten Piet van Egmond en zijn Amsterdams volstrekt ontoereikend voor een verantwoord Oratorium Koor veel succes tijdens hun eerste resultaat, en hij vraagt er dan ook zes. Na enig Oostenrijkse tournee in augustus 1953. Het jaar touwtrekken worden het er uiteindelijk vijf. Uit een daarop wordt Piet van Egmond door het voorbeschouwing in DE TELEGRAAF blijkt al dat Stadtisches Symphonieorchester Innsbruck uit- Piet van Egmond alle zeilen moet bijzetten om genodigd voor een gastdirectie. Op 9 augustus binnen de gestelde repetitietijd tot een aanvaardbaar 1954 dirigeert hij in de Arkadenhof van het resultaat te komen. Tiroler Volkskunstmuseum te Innsbruck: C.M. von Webers Ouverture zur Oper Der Freischiltz, Franz Schuberts Zwischenaktmusik Nr. 2 aus Uit de talrijke besprekingen in de pers valt enigs- Rosamunde op. 26, Ballettmusik aus Rosamunde zins op te maken hoe Piet van Egmonds debuut bij op. 26, van Friedrich Smetana Die Moldau en de De Nederlandse Opera wordt ontvangen. Enkele Piet Hein rhapsodie van Peter van Anrooy. Als representatieve citaten: 'De algehele muzikale toegift wordt de balletmuziek uit Schuberts leiding werd gevoerd door Piet van Egmond, die Rosamunde gebisseerd. De Tiroler Volkszeitung zijn vak goed verstaat, en het orkest behoorlijk laat schrijft over Van Egmonds optreden: 'Er sucht in spelen, zij het soms met een te overdreven zorg einer sehr romantisch betonten Auffassung voor een klein detail'. (Herman Strategier in Traditionen seines Landes gegenwartig zu UTRECHTS KATHOLIEK DAGBLAD). 'Daar machen, die nicht so sehr im Musikalischen - die was Piet van Egmond, die het orkest wel stevig in asketische Geistigkeit der frilhen Niederlan- de hand had en opmerkelijk beheerst leidde, maar dischen Organistenschule scheint ihm vollig er doorgaans te trage tempi, maar ook te weinig fremd zu sein - als im Malerischen Anschlug genuanceerde klankbeelden aan ontlokte'. (Lex van suchen. Er kommt dadurch zu einer Al-fresco- Delden in HET PAROOL). 'Piet van Egmond [ ] Direktionsmanier, mit deren Hilfe bisweilen heeft een voorstelling geleid, die vaart had, die beachtlich farbige Wirkungen erzielt werden, maatvast was en die getuigde van zijn gevoel voor scheint aber die innerliche Musizierfreudigkeit, orkestkleur. De aanpak vertoonde evenwel nog welche den Suddeutschen ursachlich bewegt und teveel verwantschap met de wijze waarop men een seine Haltung in den vielfaltigsten Variationen symphonie dirigeert'. (H.B. in het ALGEMEEN eindeutig bestimmt, nicht zu kennen'. HANDELSBLAD). De muziek-criticus van BET VADERLAND, die kennelijk geen weet heeft van In 1955 Van Egmonds ervaring in orkestdirectie, vat zijn Dirigent bij De Nederlandsche Opera. debuut als volgt samen: 'De overgang van Piet van komt Piet van Egmond opnieuw met de opera in Egmond van de oratoriumvereniging en het orgel aanraking, wanneer hem wordt gevraagd een aantal naar de opera is wel zeer groot geweest. Als hij via voorstellingen van Hansel und Gretel van Engelbert het symphonie-orkest tot de opera was gekomen, Humperdinck (1854-1921) bij De Nederlandsche zou het voor hem heel wat gemakkelijker en voor Opera te dirigeren. De uitnodiging komt van Piet de Ned. Opera meer belovend zijn geweest. Nu Tiggers, waarnemend directeur van De Neder- klonk alles net iets te zwaar en het geheel werd landsche Opera. In voorgaande jaren had Van getrokken. Wij hebben diep respect voor wat Van Egmond van Tiggers in het Handelsblad al zeer Egmond op dit voor hem totaal onbekende terrein goede kritieken gekregen voor zijn uitvoeringen bereikte, maar wij vrezen toch dat als men hem b.v. van Mengelbergs Missa pro Pace, Haydn's in dit stadium een Italiaans werk in handen zou oratorium Die Jahreszeiten en het Stabat Mater van stellen, we rare dingen zouden meemaken. [ ]. Rossini. Tiggers had dus goede redenen om de Hij zal moeten leren dat het zwaartepunt van een directie van de sprookjesopera aan Van Egmond toe opera precies op de scheidingslijn tussen toneel en te vertrouwen. Piet van Egmond neemt de opdracht orkest ligt. Ook zal hij moeten leren over zwakke aan. Hij heeft wel affiniteit met het laatroman- plekken, die bijna in ieder werk zitten, heen te tische klankidioom van Humperdincks muziek; de spelen'. (C.v.B. in HET VADERLAND, Den sfeer van het sprookje spreekt hem bovendien zeer Haag). Uit een aantal recensies blijkt ook dat Van aan. De uitvoering van deze opera in 1955 betekent Egmonds aanvankelijke vrees voor voor drie kunstenaars een debuut: voor Piet van ondoorzichtigheid van de orkestklank niet Egmond als dirigent bij De Nederlandsche Opera, ongegrond was: 'Piet van Egmond, die men heeft voor Frans Boerlage als regisseur en voor Harri leren kennen als een bekwaam en enthousiast 38

koordirigent, heeft de discrepantie die er tussen liggen in de combinatie oratoriumkoor en orkest; tekst en muziek bestaat nog verergerd, door het daarmee behaalt hij grote successen". orkest zo luid en dik te laten klinken, dat men van Cora Canne Meyer en Nel Duval bijna niets kon Van deze successen kan ik als zijn vriend en als verstaan' (Henk de By in VRIJ NEDERLAND). bestuurslid van het Amsterdams Oratorium Koor 'Van Egmond zal er nog rekening mee moeten getuigen. Voor elke uitvoering verlangde hij houden dat het geweld van Humperdincks muziek minstens 3 orkestrepetities, die ik vrijwel allen nu en dan een wat ongelijke partij is tegenover de heb meegemaakt. Een belangrijk deel van de menselijke stem, die er niet in verloren mag gaan repetities leidde hij zeer intensief en dwingend als men horen wil wat hij te zeggen heeft'. (Tj. de en hij dwong daarmee respect af bij de B. in NIEUW UTRECHTS DAGBLAD). 'Piet van orkestleden. Zodra hij voelde het orkest te Egmond [ ] heeft er ongetwijfeld naar gestreefd beheersen ging hij verhalen vertellen tot wan- de partituur van onnodige instrumentale last te hoop van de orkestleden en mij. Dit heeft op 5 bevrijden. Dat hij hierin geheel zou slagen leek bij juni 1968 een gesprek tot gevolg met de heer voorbaat niet mogelijk'. (Max Vredenburg in HET Van Leeuwen, directeur van het Utrechts VRIJE VOLK). 'Piet van Egmond dirigeerde het Stedelijk Orkest. Van een schriftelijk verslag van ensemble voor de eerste keer. En hij deed het met deze bespreking neem ik over: De heer Van aantrekkelijke poëtische zin en voortreffelijke Leeuwen stelt dat het orkest er op gesteld is met beheersing. Er zat gloed door het geheel, het orkest Piet van Egmond te werken vanwege zijn klonk goed en met veel zorg wist hij de klank uit te buitengewone muzikale capaciteiten. Elk orkest- dunnen, waar de partituur van te dik hout planken lid heeft respect voor de wijze waarop hij zijn dreigde te zagen'. (Piet Pijnenborg in DE ongeschoolde koorleden tot prestaties weet op te VOLKSKRANT). 'Enerzijds was die orkestrale voeren die in het Nederlandse muziekleven logheid dus wel inherent aan Humperdincks ongekend zijn. Daar tegenover staat dat de wijze partituur. Anderzijds schijnt Piet van Egmond ook waarop Van Egmond de orkestrepetities leidt te maken hebben gehad met tegenwerkende minder waardering geniet. Hij praat teveel, krachten in het orkest. De orkestleden zouden zich gedraagt zich soms onbeheerst, behandelt de hebben gestoord aan zijn uitputtende manier van orkestleden als amateurs en houdt zich niet aan repeteren. Liever hadden zij Leo Driehuys het vooraf gemaakte werkschema. Op het verslag (eerste hoboïst van het orkest) als dirigent van deze bespreking dat hem ter hand is gesteld gezien. Tijdens de eerste repetities liet men dat heeft hij nooit gereageerd en hij heeft zijn al duidelijk blijken. Niettemin is Piet van houding t.o.v. de begeleidende orkesten, Egmond als dirigent aangebleven, al lijkt het waaronder ook het Kunstmaand Orkest en het erop dat hij onder deze omstandigheden geen Rotterdams Philharmonisch Orkest, niet veran- optimale resultaten heeft kunnen bereiken'. dert. Hij kreeg een hekel aan het leiden van Een volgend project wil hij dan ook alleen orkesten en hij ging zich steeds meer op aannemen wanneer hij over meer repetitietijd orgelconcerten toeleggen. Uit zijn grote kan beschikken. Die garantie wordt hem echter Amsterdamse Oratorium Koor stelde hij een niet gegeven, waarna hij afziet van verdere klein koor samen en gaf daarmee uitvoeringen medewerking aan De Nederlandsche Opera. die hij zelf vanuit het orgel dirigerend leidde. Bij Daarmee eindigt zijn kortstondige carrière als het orgel kon hij aan registers trekken om de operadirigent definitief. Na 1955 houdt hij zich klankkleur te verkrijgen die hij wenste, hij had als dirigent vrijwel uitsluitend bezig met de grote dan niets met weerbarstige instrumentalisten te oratoria en andere werken voor koor en orkest. maken. Hij genoot er zelf van en ook zijn publiek dat hem na afloop van een concert Men kan zich afvragen of Piet van Egmond een stonden op te wachten om hun dankbaarheid te succesvol operadirigent had kunnen worden. betuigen. Volgens ingewijden had hij alleen kans van slagen gehad wanneer hij in staat was geweest In het begin van de zeventiger jaren gebeurde het compromissen te sluiten ten aanzien van het wel dat hij op koorrepetities na afloop van zijn repeteren. Maar hij hield niet van schmieren. nogal uitvoerige verhalen niet meer wist waar hij Piet van Egmond wilde het onderste uit de kan met de muziek was gestopt of erger, met welk en vertrouwde voor wat betreft de uitvoerenden werk hij bezig was. Ook is het bij hem thuis niet op de inspiratie van het moment. Hij wilde enkele keren voorgekomen dat hij een moment alles tot in de kleinste details gerepeteerd zijn bewustzijn verloor en in elkaar zakte. Hij hebben; met zijn amateur koor kon hij dat werd ter observatie in de Valerius Kliniek te streven ongestraft ten uitvoer brengen, maar bij Amsterdam opgenomen en er werd gesproken beroepsmusici riep deze werkwijze weerstanden van hersenverweking. In 1976 werd het Am- op. Piet van Egmonds dirigentschap bij De sterdams Oratorium Koor opgeheven en was hij Nederlandsche Opera kan het best worden ook niet meer beschikbaar voor orgelconcerten beschouwd als een experiment, voortkomend uit en begeleiding van gemeentezang bij kerk- de nog immer bestaande wens om orkestdirigent diensten. te worden. Zijn kracht blijkt echter toch meer te 39

"Abide with me" van S. Liddle, Op 11 maart 1982 is hij overleden. Het ANP, "Onze Vader die in de hemelen zijt" Piet van de omroepverenigingen en de pers besteedden Egmond. aan zijn overlijden bijzondere aandacht. Als bewerkingen van Piet van vriend en als bestuurslid van het A.O.K. heb ik "Kerstliederen" nog steeds de beste herinneringen aan hem. Bij Egmond. zijn uitvaart in de Aula van de begraafplaats Van zijn Matthaus-Passion werden 2 grammofoon- Driehuis Westerveld mocht ik die in een toe- en 1 cd-cassette uitgebracht. spraak tot uitdrukking brengen..

Johan Krediet. Onder leiding van Van Egmond uitgevoerde werken:

van Johann Seb. Bach. "Mathaus-Passion" 120 Uitvoeringen waarvan 20 uitvoeringen in Aardenburg en in 1982 op Palmzondag in het Concertgebouw te Amsterdam onverkort waren. De overige uitvoeringen in het Amsterdamse Concert- gebouw, in Amstelveen, in 1966 in Salle Pleyel te Parijs en te Hannover in 1967 werden met coupures uitgevoerd zoals die ook onder Willem Mengelberg plaatsvonden. "Weihnachtsoratorium" van Johann Seb. Bach. Elf keer in het Concertgebouw. "Die Jahreszeiten" van Joseph Haydn. Acht uitvoeringen waarvan zeven in Amsterdam en één in 1953 in het Landestheater te Innsbruck. "Requiem" van Guiseppe Verdi. Zes uitvoeringen waarvan vijf in Amsterdam en één in Ostende. "La Damnation de Faust" van . Vier uitvoeringen waarvan drie k in Amsterdam en één in 1956 tijdens de Bregenzer Festspiele. "Missa pro Pace" van Rudolf Mengelberg. Zes uitvoeringen waarvan twee te Amsterdam, één te Antwerpen in 1951, één in de Hofkirche te Inns- bruck in 1953, één in 1956 te Bregenz en één te Neuss tijdens "Festlichen Chormusiktage 1973". "Cantate 27" van Johann Seb. Bach. "Altrapsodie" van Joh. Brahms, "Te Deum Laudamus" van Anton Bruckner, "Psalm 150" van C. Franck, "Te Deum Laudamus" van G.F. Handel, "Hymne op Aemstelredam" van Rudolf Mengelberg. "Halleluja" van G.F. Handel, ""L'Allegro, ii pensioroso, Moderato" van G.F. Handel, "Die Himmel erzahlen die Ehre Gottes" van Joeph Haydn, "Kremungsmesse" van W.A. Mozart, "Laudate Dominum" van W.A. Mozart, "Ave verum corpus" van W.A. Mozart, "Stabat Mater" van G. Rossini, "Psalm 117" van Telemann, "Immortal, invisible God" van I.R. Davies, "0 worship the Lord" van H. Hollins, "Dear Lord of Father of mankind" van C.H. Parry, "Sweet is the work" van R.W. Robson, "Hark, hark my soul" van H.R. Shelley, 40

Dirigenten om Mengelberg Arturo Toscanini Parma 1867 — 1957 New York

Het was 16 Januari van dit jaar 50 jaar geleden dat Rubinstein. Deze schrok toen hij hoorde dat de dirigent Toscanini overleed op 90 jarige Horowitz het concert op de plaat had gezet. leeftijd. Tijdens zijn leven was hij al wereldbe- Rubinstein kocht de plaat onmiddellijk om tot zijn roemd en werd hij beschouwd als de grootste grote opluchting te constateren, dat zijn opname dirigent van de 20ste eeuw. Toch werd hij niet veel beter was dan die van Horowitz. door iedereen zo gezien. Jo Vincent b.v. die onder verschillende dirigenten gezongen heeft, gaf de Toscanini moet zijn beroemdheid vooral te voorkeur aan Mengelberg "geef mij Mengeltje danken hebben aan zijn grammofoonplaten. Wie maar" was een uitspraak van haar. Ook werd de kan in Europa zeggen dat bij een concert van pianist Claudio Arrau eens gevraagd welke Toscanini heeft meegemaakt? Dat zijn er dirigent de meeste indruk op hem gemaakt had. weinigen. Net als Caruso, beroemd tot in deze tijd "Furtwangler" was zijn zacht uitgesproken die we alleen van zijn opnamen kennen. antwoord. In onze tijd is Toscanini enigszins op Beluisteren wij Toscanini dan valt op de de achtergrond geraakt, terwijl Furtwangler nog exactheid, helderheid, de bijzondere klank. Vooral steeds hoog op de lijst staat. de opnamen van de ouvertures van Rossini zijn hier een voorbeeld van. Eén van de helderste vond Toscanini dirigeerde zeer strak, bijna bits. In zijn ik de Ouverture La Scala di Seta door bet BBC uitvoering van de 5de Symfonie van Beethoven is orkest. Van Toscanini zijn opnamen bewaard dat goed te horen. Geen vleugje Romantiek is er gebleven van het orkest van de Scala, New York, in te bespeuren. Vergelijkt men b.v. het tweede NBC, BBC, en Philadelfia. Door wrijving in 1941 thema van deel één met Mengelberg, dan hoort met het NBC orkest dirigeerde Toscanini dat jaar men in plaats van een zeer strakke speeltrant een concerten met het orkest van Philadelphia. In bijna pathetische weergave. Men heeft wel eens 1938 gaf Toscanini in Londen met het BBC orkest de opmerking gemaakt, dat Mengelberg het eind een Beethovencyclus, die door de radio werd was van het Romantische tijdperk en Toscanini uitgezonden. Alle symfonieen werden gespeeld en het begin van de nieuwe tijd, bijna zakelijk, wars de Missa Solemnis. Solomon solieerde in het van alle gevoelens. Het trio in het derde deel vierde pianoconcert en Backhaus in het 3de en van Beethovens 7de Symfonie is wel een heel 5de. Beide pianisten werden begeleid door het duidelijk voorbeeld hiervan. Toscanini dirigeert BBC Symfonieorkest echter o.l.v. Adrian Boult. bijna te snel terwijl Mengelberg de tonen In diezelfde tijd gaf Mengelberg de eindeloos uitrekt. Hetzelfde ontdekt men in het Beethovencyclus in Amsterdam. Ik herinner mij, tweede deel van Beethovens 4de Symfonie. dat het heel moeilijk kiezen was tussen de BBC en Mengelberg geeft het gepunteerd ritme heel de AVRO uitzending. langzaam, terwijl Toscanini het bijna te snel speelt voor een adagio. Verschillende solisten zijn bij Toscanini is ook in Nederland geweest. De Toscanini opgetreden, hoewel er niet veel aanleiding hiervan was het volgende. In februari opnamen zijn met Toscanini als begeleider. 1937 ging Jaap Stotijn, de solohoboïst van het Arthur Rubinstein b.v. werd eens uitgenodigd om Residentieorkest, naar Tel Aviv om daar in het het 3de Pianoconcert van Beethoven bij Toscanini Joodse orkest te assisteren. Dit orkest, opgericht te komen spelen. Rubinstein vertelt erover, dat bij door de violist Bronislaw Hubermann had de repetitie Toscanini herhaaldelijk te laat inviel. Toscanini uitgenodigd om het orkest als Maar Rubinstein speelde door zonder te reageren. gastdirigent te leiden. Stotijn sprak enthousiast Na afloop zei Toscanini: Laten we het nog een met Toscanini over het Residentieorkest. keer spelen, en toen waren alle inzetten precies op Toscanini wist niet dat buiten het Concert- tijd. Het was de enige keer dat Rubinstein met gebouworkest er nog een ander orkest was. Dat Toscanini musiceerde. Horowitz, schoonzoon van wilde hij wel dirigeren in tegenstelling tot het Toscanini heeft opnamen met hem gemaakt van Concertgebouworkest, waar hij geen contact mee het 2de Pianoconcert van Brahms en het le van wilde hebben wegens een conflict met Tschaikowsky. Maandenlang was de favoriete Mengelberg. Stotijn teruggekeerd uit Palestina opname van het Tschaikowsky concert die van vertelde over de ongelooflijke nauwgezetheid van 41

Toscanini en dat hij zeer veeleisend was. Zodra vergeten Italiaanse componisten, o.a Catalani en bekend werd wat Toscanini zou dirigeren werden Martini. Veel uitvoeringen zijn op CD vastgelegd. alle orkestpartijen mee naar huis genomen en Eén van de bekendste opnamen zijn de voorspelen duchtig gestudeerd. Georg Szell nam het van Traviata. Vier maal heeft Toscanini ze op de programma door met het orkest en gaf plaat gezet, maar de beroemdste opname is die aanwijzingen hoe Toscanini bepaalde passages met New York. Ook een staaltje van gespeeld wilde hebben. Bij de eerste repetitie orkestdiscipline horen we in Moto Perpetuo van werd Toscanini door de dirigent Isay Dobrowen Paganini, waarin Toscanini haarscherp alle bij de arm voor het orkest geleid. Ik citeer nu wat strijkers dit snelle werk laat spelen, dat dus Joop Weyand schreef in zijn boek DE ROMAN oorspronkelijk voor vioolsolo is geschreven. Ook VAN EEN ORKEST: "Er ligt een pijnlijk en star delen uit het strijkkwartet opus 135 van kunstenaarsfanatisme over de trekken van de Beethoven liet hij door het hele strijkorkest vergrijsde Meester. In dat schijnbaar niets ziende, spelen, een idee dat later door Bernstein doorborend voor zich uitstarend lag iets machtigs, nagevolgd is in Wenen. In 1930 dirigeerde verhevens, als van een man, die al de zielensmart Toscanini voor het eerst in Bayreuth n.l. der wereld, door muziek uitgedrukt, met zich Tannhauser en Tristan. Evenwel weigerde hij toen meedroeg, hypernerveus voor alles wat naar Hitler aan de macht kwam, om daar nog op te wanklank zweemt. Hij repeteert alles uit het treden. De Salzburger Festspiele zagen hem toen hoofd, slechts na het aftikken raadpleegt hij de binnen haar muren, maar ook daar kwam een eind partituur, die hij door zijn bijziendheid vlak bij aan in 1938, bij de machtsovername door Hitler. zijn gezicht brengt, om daarna weer die martelende imperatieve blik op u te richten Tenslotte iets over zijn leven. Toscanini werd waarbij men zich ver van behaaglijk voed• Een geboren 25 Maart 1867 in Parma. Studeerde cello krans door het Concertgebouw aangeboden werd aan het Conservatorium aldaar en vervolgens op bevel van Toscanini verwijderd tot grote wordt hij cellist in het opera orkest. Op een reis vreugde van de Haagse musici. Het orkest heeft van dit operagezelschap o.a. naar Rio de Janeiro is geklonken zoals men voordien voor onmogelijk de dirigent van het gezelschap niet in staat te hield. Willem Pijper schreef na het concert van 6 dirigeren en daardoor en neemt Toscanini de Maart 1937: "Eerwaardige, in het vak vergrijsde leiding over. Toscanini gaat vervolgens naar toonkunstenaars wisten eensklaps weer, waarom Turijn, waar hij het Stedelijk orkest opricht. In zij in hun jeugd muzikant wilden worden". 1898 wordt hij benoemd aan de Scala in Milaan. Tien jaar later wordt hij dirigent aan de De programma's bevatten op 6 Maart in Metropolitan Opera in New York. Van 1929 tot Rotterdam en 8 Maart in Den Haag de volgende 1936 leidt hij het New York Philharmonic werken:. Orchestra als opvolger van Mengelberg. Hierna Ouverture La scala di Seta van Rossini, stelt de NBC speciaal voor Toscanini een orkest Onvoltooide Symfonie van Schubert, La Mer van samen voor radio uitzendingen, waarmee hij tal Debussy, Nocturne en Scherzo van Mendelssohn, van opnames maakt. In 1946 dirigeert Toscanini Ouverture en Bacchanale uit Tannhauser van in de herbouwde Scala. In 1948 verzorgt hij zijn Wagner en Meistersinger Prelude van Wagner. eerste TV uitzending. De laatste opera die De programma's in 1938 bevatten op 21 maart in Toscanini dirigeert was Un ballo in maschera op Rotterdam, op 22 maart en 23 maart in Den Haag 17 en 24 januari 1954. In datzelfde jaar geeft hij de volgende werken: Ouverture Anacreon van op 4 april zijn laatste concert. Getroffen door een Cherubini, L'après-midi d'un faune van Debussy, TIA verlaat hij het podium. Behoudens een aantal L'apprenti sorcier van Dukas, Klok symfonie van opnamesessies in juni zal hij niet meer dirigeren. Haydn en Tod und Verklarung van Strauss. (Dit laatste staat niet op de plaat wegens de slechte Hij overlijdt in New York op 16 maart 1957 aan kwaliteit.) Het concert van de 23e maart werd door een hersenbloeding en wordt begraven in het de Vara uitgezonden en uitgebracht op LP: DA familiegraf waar later zijn schoonzoon Horowitz 9007. Toscanini wilde uitsluitend dirigeren bij de bijgezet zou worden. Toscanini had drie kinderen: VARA als Vereniging Arbeiders Radio Amateurs. Walter, Wally en Wanda, genoemd naar opera's van Catalani. Toscanini was voornamelijk in zijn begintijd opera-dirigent. Er werd verteld, dat hij 100 opera's Ab van Kapel. uit het hoofd kon dirigeren. Later dirigeerde hij veelal de grote werken van het orkest repertoire. Daarbij speelde hij ook werken van min of meer 42

Dirigenten om Mengelberg

Willem van Otterloo 1907— 1978

Het is dit jaar 100 jaar geleden dat Willem van Otterloo in Winterswijk werd geboren. Aanleiding om in onze rubriek "Dirigenten om Mengelberg" aandacht aan deze fameuze dirigent te besteden. Wij maken daarvoor gebruik van een artikel "In Memoriam Willem van Otterlloo" dat door Ernst Vermeulen in 1978 werd geschreven in MENS EN MELODIE en van een artikel dat Erik Voermans in september 2005 voor HET PAROOL schreef n.a.v. een uitgave van 13 cd's met werken die van Otterloo dirigeerde.

IN MEMORIAM WILLEM VAN OTTERLOO. en met de jaren werden zijn gebaren soberder. Om Overgenomen uit MENS EN MELODIE jaargang met Jan Willem Hofstra te spreken: "Noch zijn 1978. composities noch zijn dirigeren waren erop gericht geestomwoelende, tragische gevoelens te uiten. Donderdag 27 juli overleed de dirigent Willem van Duistere conflicten, ademafsnijdende smartkreten, Otterloo op 70-jarige leeftijd tijdens een auto-on- dionysische vervoeringen kwamen niet voor in zijn geluk in het Australische Melbourne. Onder over- omgang met wie dan ook, en ook niet in de or- grote belangstelling werd hij in Ockenburg in Den kestrale weergave onder zijn baton." Schuin voor- Haag gecremeerd. De plechtigheid werd ingeleid overgebogen, met wijd waaiende en maaiende be- door de klanken van het Adagio uit Bruckners 7de wegingen: zo herinnert men zich hem voor de Symfonie, een opname van het Weens Symfo- meeste Nederlandse orkesten, zij het slechts zelden nieorkest onder leiding van Willem van Otterloo. voor het Concertgebouworkest, met name uitblin- "Levende" muziek viel eveneens te beluisteren, ver- kend in het briljante Franse repertoire, een voorkeur tolkingen door leden van de twee orkesten die veel die ook sprak uit zijn composities in duidelijk aan Van Otterloo verschuldigd zijn: het Residentie ravelliaanse orkestratie. Orkest en het Utrechts Symfonie Orkest. Willem Noske en Victor Bouguenon, respectievelijk con- Afgezien van een strijktrio, een jeugdwerk uit 1932, certmeester en solocellist van het Haagse orkest, omvat zijn oeuvre voornamelijk orkestcomposities. speelden composities van Handel en De Fesch, het Bij Donemus bevinden zich naast nog een Utrechtse trio Ada Brussen (harp), Joke Vermeulen orkestratie van Schuberts Fantasie op. 103 (1952): (altviool) en Ank Mulder (fluit) wijdden zich aan een Suite (1938), een Introductie en Allegro (1941), Debussy, en tenslotte musiceerden nog de violisten de bekende Symphonietta (1943), een Serenade Herman Krebbers en Theo Olof, begeleid door (1944) en een !Entrada (1958). Mocht Van Otterloo Gerard Akkerhuis in het langzame deel uit Bachs wars zijn van spektakelspel, een spectaculaire Dubbelconcert in d. klankwerking streefde hij wel degelijk na. Spectaculair, maar onder controle: Rester lucide en Onder het gehoor bevonden zich vertegenwoor- Extase, of om nu eens Richard Strauss te citeren: digers van de Australische ambassade, het mini- "Laat het publiek warm worden, niet de dirigent!" sterie van CRM, de Nederlandse Opera Stichting, de Die, noem het Latijnse geest, droeg hij uit tot ver NOS, Donemus en de BUMA. Sprekers waren L. buiten de landsgrenzen, met name in Japan Brouwer en dr. J. Jongh, namens het Residentie (Yomiuri Nippon Orkest) en Australië (symfonie- Orkest en het Utrechts Symfonie Orkest. Dat het orkesten van Melbourne en Sydney). Residentie Orkest bijna een kwart eeuw onder de hoede van Van Otterloo heeft gestaan, was al Van Otterloo werd geboren op 27 december 1907 in geschiedenis. Pijnlijker werd het verscheiden Winterswijk en speelde zoals men dat in een muzi- gevoeld in Utrecht, waar voor hem nog een kaal milieu kon verwachten al jong piano. Totdat belangrijke taak leek weggelegd: naast de training zijn moeder ontdekte dat hij niet de melodie mee- van het orkest waren er plannen om een jonge, nog zong maar de bas! Een cellostudie leek adequaat. in te werken dirigent te begeleiden. Trouwens, meerdere dirigenten zijn als cellist be- gonnen. Wie aan een recente maestro denkt vindt Ja, als orkesttrainer maakte Van Otterloo op mij de ongetwijfeld Nikolaus Harnoncourt, die zelfs in meeste indruk. Genoemd dienen in dit verband zijn vroeg-barokke uitvoeringen al celllospelend zijn werkzaamheden aan de dirigentencursus van de ensemble voorgaat. Maar bijvoorbeeld ook Sir John NRU (NOS). Met name overtuigend vond ik de Barbirolli was cellist. Reden: hij begon aan de uitzending van een orkestrepetitie van Francks vioolstudie, maar had daarbij de gewoonte steeds "Psyché". Het is waar, daarmee leek het werk heen en weer te lopen, met de cello moest hij zich gedaan, piassenneigingen waren hem vreemd, een wel op één plaats concentreren ... Nog enkele cello- show voor het publiek liet Van Otterloo achterwege dirigenten: de operaspecialist Alberto Erede, de 43 veelzijdige Erich Leinsdorf die assisteerde bij zowel De vergeten willem van Otterloo Bruno Walter als Arturo Toscanini. En over Overgenomen uit HET PAROOL van 20 september Toscanini gesproken: wie realiseert zich dat hij zich 2005. de bijnaam van genietto verwierf vanwege zijn geniale cellospel? De laatste keer dat hij zijn Willem van Otterloo was in de jaren vijftig de op instrument hanteerde, betrof het de première van Verdi's "Otello" in de Scala van Milaan onder een na bekendste dirigent van Nederland. Die ande- leiding van de componist. Zo merkwaardig als re, Willem Mengelberg, in 1951 overleden, was na- Toscanini's carrière als dirigent verliep, zo curieus tuurlijk de bekendste. Is de reputatie van Mengel- startte ook Van Otterloo. Mengelberg wilde een berg ruim een halve eeuw na zijn dood nog steeds orkestsuite van Van Otterloo dirigeren, die de jonge onomstreden, van Van Otterloos roem is inmiddels componist had ingezonden voor een prijsvraag. nog maar bitter weinig over. Eigenlijk is de man Omdat de fameuze dirigent van het Concert- totaal vergeten. Van Otterloo was vanaf 1949 de gebouworkest door ziekte werd verhinderd, vroeg chef-dirigent van het Residentie Orkest. Onder zijn men de componist of hij deze taak zelf aandurfde. berucht strenge leiding groeide het Haagse orkest in Van Otterloo greep zijn kans, tenslotte had hij al de de jaren vijftig uit tot een geduchte concurrent van groepsrepetities bij de celli van het Utrechtse orkest het Concertgebouworkest onder Eduard van mogen leiden. In 1934 werd hij bij dit ensemble Beinum. Maar waar Van Beinums nalatenschap de tweede en in 1937 eerste dirigent, waarbij hij vooral afgelopen jaren ruimschoots is veiliggesteld met een veel opstak van de adviezen van Carl Schuricht. In biografie en cd-boxen, duurt de grote stilte rond 1949 verving Van Otterloo op een dusdanig over- Van Otterloo voort. tuigende wijze Frits Schuurman bij het Residentie Orkest, dat hieruit een 24-jarige verbintenis resul- Als het aan componist Otto Ketting ligt, komt daar teerde. Men kan zich overigens afvragen, of het wel snel een einde aan. Hij is de samensteller van een zo verstandig is dat een orkestleider zo langdurig zojuist verschenen dertien cd's tellende doos waarin aan één ensemble verbonden is: men raakt immers een aantal van Van Otterloos meest geslaagde op elkaar uitgekeken, spanningen kunnen nau- plaatopnamen uit de periode 1950-1960 bijeen zijn welijks uitblijven. gebracht. 'Het project komt voort uit een gezonde irritatie', zegt Ketting. Van het Concertgebouw bestaan nu 120 cd's met historische opnamen, en van het Residentie Orkest vrijwel niets. En dat terwijl ze met Van Otterloo zo ontzettend veel platen hebben gemaakt. Radio-opnamen zijn er in tegenstelling tot het Concertgebouworkest nauwe- lijks. Dat komt doordat het Residentie Orkest speelde in het Gebouw voor Kunsten en Weten- schappen, een oud en tochtig hol met een matige en in elk geval voor radio-opnamen volmaakt onge- Minder bijzonder was het dat Van Otterloo een schikte akoestiek. Het Concertgebouworkest speel- glansstuk als Berlioz' Symphonie Fantastique uit het de in het Concertgebouw. Een verschil, nietwaar? hoofd dirigeerde. Bijkans verwarrend werkte het, Het Residentie Orkest bestond in 2004 honderd jaar dat hij ook een begeleidende orkestpartij zonder en dat was natuurlijk het uitgelezen moment ge- partituur voorging. De onderhavige pianist zal dit weest voor de uitgave, maar je wil niet weten wel met gemengde gevoelens hebben ondergaan! hoeveel moeite het heeft gekost om subsidiënten er- Toonde Van Otterloo aanvankelijk voorkeuren voor voor te vinden. het Franse repertoire naast de obligate Duitse laat- romantici, later breidde hij zijn terreinen uit met Van Otterloo gaf met het Residentie Orkest jaarlijks figuren als Reger, Franck, Haydn en Bart6k. Laatst- honderd concerten, wat klinkt als een volslagen genoemde heeft hij nog kunnen begeleiden in diens absurd aantal in vergelijking met de taakzwaarte 2de Pianoconcert. Het avantgarde-idioom had zijn van de moderne chef-dirigenten, en nam in tien jaar belangstelling niet, dat terrein liet hij liever over aan tijd met zijn musici 125 stukken op voor Philips. specialisten als Boulez en Maderna. De wat afstan- Ketting: 'Philips heeft goed aan Van Otterloo ver- delijke, eigenlijk nog onhollandse figuur Van Otter- diend. Hij was de eerste dirigent die door het label loo kende geen rust: een hard werker die graag de werd gecontracteerd. In 1958 waren er ander- puntjes op de i zette of het nu hier was dan wel aan halfmiljoen platen van hem verkocht. Van de de andere kant van de aardbol, waar hij tenslotte de royalty's kocht het orkest nieuwe instrumenten. laatste punt zette achter een loopbaan die niet zon- Universa!, waar Philips tegenwoordig onder res- der invloed is geweest op het Nederlandse sorteert, heeft te kennen gegeven dat het niets meer muziekleven, al was het maar als bezielende en met de Van Otterloo-opnamen van plan is. Dus ik kon stuwende factor bij de dirigenten-cursussen in lekker m'n gang gaan. Ketting moest ervoor naar Hilversum. Vooral daar kon hij tot zijn recht komen. Hannover, waar alle 300.000 banden van Philips, DGG Vooral daar werd hij zeer bewonderd. En bewonder en Decca bewaard worden. Maar hij kon alleen iets van om zijn klinkende getuigenissen. Van Otterloo vinden als hij ook de relevante 44 plaatnummers wist Ketting: 'Dat was nog een flink Of die zelfs wilde bepalen waar de schrijfmachines in gespeur. Ik heb veel platen zelf gekocht, heb allerlei het .kantoor moesten staan. Een foute noot was voor markten afgestruind en heb uiteindelijk veel gehad aan hem een belediging. Dan stond hij te vloeken, of er nou Herman Oppeneer van het Nederlands Jazzarchief en publiek in de zaal zat of niet. 'Godverdomme, dit en dat'. Dat wekte natuurlijk irritatie. En dan was het een jaargangen van het Philips-tijdschrift Disco-Discussies. Dat archeologische werk vond ik trouwens erg leuk. verademing wanneer iemand als Charles Mtinch Het was niet zo moeilijk tot een keuze te komen uit het langskwam, die het orkest heerlijk vrij liet spelen. archief, al trof ik iets te vaak een dossier met de Maar dat kon alleen dankzij het uiterst precieze aanduiding 'Vernietigd' aan. Ik had graag zes opnamen voorwerk van Van Otterloo. willen gebruiken waarop ik zelf nog trompet speel, maar daarvan hadden vier dat vernietigend-opschrift, Ik heb hem echt gehaat, maar ik heb ook een grote hahaha. Uiteindelijk zijn alleen de Symphonie Fan- waardering voor wat hij heeft gepresteerd. Zijn tastique van Berlioz en de 2de symfonie van Orthèl esthetiek was vrij van glamour- en showelementen. overgebleven. Philips verlegde op den duur zijn Van Otterloo dirigeerde de muziek zoals ze in de aandacht naar het Concertgebouworkest en het partituur stond, wat tot gevolg heeft dat veel van zijn Residentie Orkest mocht alleen nog maar bonbons uitvoeringen uit de jaren vijftig nog steeds fris klinken. doen. De Valse triste van Sibelius en zo. Het aantal Van Otterloo excelleerde in het Franse repertoire. Van bonbons waar ik uit kon kiezen was dan ook immens, Beinum is na zijn dood heilig verklaard, wat misschien en zo ook het aantal begeleidingen van solisten. Maar voor een iets te rooskleurig beeld heeft gezorgd. Hij om nou weer met het vioolconcert van Beethoven met kon heel erg goed zijn, maar ook heel slecht. Toen Van Krebbers aan te komen, leek me volmaakt overbodig. Beinum stierf, was Van Otterloo de beste dirigent van Dan liever een paar stukken van Morton Gould, een Nederland, maar Van Beinum had in de persoon van Amerikaan die veel filmmuziek heeft geschreven. 'Van Haitink zijn opvolger al aangewezen. Dat zal Van Otterloo was de ideale orkestopvoeder. Een eerste klas Otterloo beslist als een teleurstelling hebben ervaren. pedagoog, althans in technische zin,' zegt Ketting, die Een gevolg was dat hij op den duur ook zijn als tweede trompettist onder de dirigent heeft gespeeld. belangstelling voor het Residentie Orkest verloor en Hij had een ongelooflijk goed gehoor en was echt een veel meer in het buitenland ging werken. In 1972 werd luisterende dirigent. Hij kon elk akkoord in de partituur hij chef van het Sydney Philharmonic Orchestra. Daar feilloos voorzingen. Zijn partituurkennis was fameus. is hij in 1978 bij een auto-ongeluk omgekomen.- Hij Vrijwel alle grote stukken dirigeerde hij uit het hoofd. was een grote autofanaat, reed altijd in Porsches en zo. Hij was ook een enorme controlefreak, iemand die Maar in Sydney zat hij op de achterbank toen de auto zelfs de 32sten of 64sten in een ritenuto volledig aan de zijkant werd geraakt door een vrachtwagen. Hij uitdirigeerde. is maar 71 geworden." 45 MUZIFISCAAL ZEER

Joop den Uyl heeft eens gezegd: "Een zekere kwetsbaarheid acht ik onvermijdelijk en zelfs gewenst"; hij kon het weten! Hieraan moest ik denken toen ik het krantenartikel las dat Cor Vinke mij per e-mail stuurde over de belasting affaire van Willem Mengelberg en zijn secretaris Mr.S.A.M.Bottenheim. In de vorige uitgave van MezT no. 81 vertelde de heer P. Zander ter Maat, achterneef van Willem Mengelberg, over "Toedracht en de gevolgen van Mengelbergs belastingaffaire in 1929".

Naar mijn mening was hiermede over de fiscale misstap van beide heren voldoende geschreven, maar na het lezen van het artikel van Willem Pijper in DE GROENE AMSTERDAMMER van 3 april 1936 bleek mij dat deze affaire in die tijd nogal schokkend was geweest. In felle bewoordingen geeft Willem Pijper blijk van zijn afkeer van de handelwijze van beide heren en van het bestuur van het Concertgebouw. Of is het zoals ik wel eens heb horen zeggen?: "Kleine geesten scheppen genot in fouten van grote mannen".

Johan Krediet.

hoeve van ons heele land. Er is een man MUZIFISCAAL ZEER geroepen aan het hoofd te staan van een Overgenomen uit de GROENE organisatie met uitzonderlijke muzikale AMSTERDAMMER van 3 april 1936. qualiteiten. In theorie is het daar aan de Van Baerlestraat een eiland der ge- "Het uitvoeren van en het beluisteren naar lukkigen. In de praktijk is het heel wat muziek zijn volkomen onzakelijke anders geworden. Er wordt in de zalen bezigheden. Precies zo onzakelijk als het misschien belangrijker vergaderd dan bedienen van het woord of het oplossen gemusiceerd; de interne organisatie en het van schaakproblemen. orkest bewijzen hand- en spandiensten aan Het verkoopen van Cyrische Citroenen, het diverse praktijken die met de muziek- verstrekken van fmanciëele tips, het orga- productie van ons land nog slechts niseeren van bijeenkomsten en festiviteiten zijdelings te maken hebben. Willem mag men daarentegen bij uitstek zakelijke Mengelberg, de schepper, de ziel van de handelingen noemen. heele organisatie, heeft zijn belangstelling Wij begeven ons hier niet in een waar- elders geplaatst. Men zweeft van deficit deering van zoo geheeten correcte en min- naar financieel tekort. En zoover is het der correcte manieren van doen, maar wij thans gekomen, dat het voorlopig laatste moeten, naar aanleiding van de in Maart hoofdstuk van het boek der Nederlandse voor het Hof te Amsterdam behandelde Concertgeschiedenis in de Rechtzaal ge- zaak tegen den journalist B, die zich in schreven wordt. hooger beroep te verantwoorden had we- gens valsche belastingaangifte, de questie Laat ons de feiten zonder sentimentaliteit wel even scherp stellen. onder de oogen zien. Het concertleven in Nederland is een volkomen debacle ge- Hoe immers is de figuur? Wij, beschaafde worden, omdat Willem Mengelberg aan en kunstzinnige Nederlanders bezitten in zijn muzicale gaven volstrekt geen psy- het instituut genaamd Het Concertgebouw chologisch inzicht, geen menschenkennis een plaats waar een intens en glorieus en geen verantwoordelijkheids besef paar- muziek maken mogelijk is. Er zijn daar de. Het zij verre de groote waarde, die een zalen waarin het een genot is te musi- man met zakeninstinct als de journalist B, ceeren; en een orkest, samengesteld uit die de maatschappelijk-streberische zijde zeer nobele krachten; er is een organisatie van den dirigent Mengelberg vertegen- die zeer voortreffelijk functioneert ten be- woordigt, te onderschatten. Zonder Botten- 46 heim had Mengelberg wellicht minder geld hoewel men aldus de organisatie waarvoor verdiend in de Vereenigde Staten, en zeker men verantwoordelijk is, welbewust aan had hij zich bij die transacties niet zoo den ondergang prijsgeeft. afzijdig kunnen houden van het commerciëele deel zijner onderneemingen. Maar men schijnt deze milieus alles te Het zij nog verder van ons Mengelberg de willen redden met een grapje, hoe intiemer, bedragen te misgunnen, welke hij in hoe doeltreffender. Wanneer Prof. Russel, Amerika verdiend moet hebben, ver- de verdediger, stelt dat Mengelberg's za- minderd met 15% voor Sam Bottenheim, kelijke acties op verschillende manieren verminderd met enkele of dubbele be- belangrijke diensten aan de gemeenschap lasting, verminderd met hooge uitkeringen hebben bewezen, aan de regeering en aan aan de 'Amerikaanse onderwereld', ver- het Concertgebouw, dan zou er wellicht minderd met ja wat niet al? Alles wel nog gediscussieerd kunnen worden over beschouwd, zal het misschien bekwamen het begrip 'Diensten bewijzen aan'. Maar financiëelen experts niet moeilijk vallen te men ontziet zich van Concertgebouwzijde bewijzen dat Mengelberg op zijn Ame- niet de non-betaling van dezen trouwen rikaansche tournèes niet onaanzienlijke dienaar toe te lichten met: Bottenheim is bedragen heeft moeten toeleggen. En onbetaalbaar. Daarom hebben we hem ook wanneer dit alles zoo mocht zijn, of maar niet tennaastenbij mocht zijn, dan blijkt eerst recht hoezeer de kunst door het onver- We weten het dus nu. De vervolging antwoordelijk koopmanschap van de wegens valsche Belastingaangifte had er artistieke en zakelijke leiders van ons een moeten zijn wegens philanthropie." muzikaal leven verraden, verkocht en vernietigd is. Men kan niet volhouden dat Willem Pijper. er niet gewaarschuwd zou zijn. Sinds 1920 heeft het niet aan critiek ontbroken; van zeer verschillende zijden is de catastrophe voorspeld, welke zich thans met een eis van 5 maanden voor Mengelberg's secre- taris, manager en lijfjournalist, begint af te teekenen.

Het tumult rondom Mengelberg's eigen belastingperikelen is indertijd vrij spoedig verstild. Maar hoezeer is de stemming er door beïnvloed, de sfeer vergiftigd! Hoe wil men musiceren tegen een achtergrond van dwangbevelen, dagvaardingen en drei- gende beslagen? Het is niet juist om Willem Mengelberg alleen verantwoor- delijk te stellen voor dit moreele fail- lissement. Zijn, slechts tendeele zelf gekomen, hielpen hem, en lang niet altijd geleid door baatzucht, steeds verder van huis. De N.R.C. , die Bottenheim steeds bleef handhaven als criticus, hoewel diens artikelen al lang niet anders of meer waren dan onverkapte concertgebouw bulletins, gaat evenmin vrijuit als het Concert- gebouwbestuur dat uit den weg pleegt te gaan voor alle grillen van den dirigent, bick Bor overleden

Vrijdag 3 augustus 2007 is de violist Dick Bor op zijn 63' jaar aan een hartaanval overleden.

Dick Bor was violist bij het Nederlands Philhar- monisch Orkest. Eerder was hij naast Emmy Verhey concertmeester van het toenmalige Utrechts Symfonie Orkest.

Dick Bor werd geboren op 9 april 1944 te Amster- dam en studeerde, net als zijn jongere broer Christiaan, bij zijn vader Jan Bor. Daarna stu- deerde hij bij Oscar Back.

Na een periode als wonderkind - hij stond in een fluwelen pakje bij het Natinaal Jeugdorkest op het podium van het Concertgebouw - traden de broers ook op als vioolduo. Als 20-jarige was Dick bij het Westfdhlische Sinfonieorchester de jongste con- certmeester in Duitsland.

be componist Géza Frid schreef in 1969 voor de broers Bor en Emmy Verhey een concert voor drie violen en orkest, een unicum in de vioolcon- certliteratuur .

R.I.P. Dat klinkt goed!

Groots assortiment, helder advies, designbrillen, sportbrillen, zonnebrillen, lenzen... Bij Sijbrants & van Olst.

WWW.designbril.n1

Sijbrants & van Olst speciaaloptiek

Dorpsstraat 29 Marktplein 21 Ouderkerk a/d Amstel Uithoorn 020 496 60 82 0297 54 07 77