Download PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 bron Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81. J.B. Wolters, Groningen 1967 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bij005196601_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. t.o. 1 [Prof. dr. C.D.J. Brandt] Foto Herder Prof. dr. C.D.J. Brandt Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 3 [Verslag] Verslag van de Algemene Vergadering van de Leden van het Historisch Genootschap gehouden op maandag 31 oktober 1966 in Esplanade te Utrecht Volgens de presentielijst zijn aanwezig de leden en introducé's: W. Jappe Alberts J.K. de Cock J.C. Andries A.E. Cohen J.A. van Arkel W.Ph. Coolhaas A.E. van Balen-Chavannes C. Dekker P. Batelaan (intr.) A.Th. van Deursen E.H.P. Baudet F.L. Diekerhoff B. Bellush F.H.J. Dieperink P.J.W. Beltjes J.G. van Dillen E. van Beusekom Z.R. Dittrich K.W.L. Bezemer J. Dommisse H. Binnendijk J.D. Dorgelo M. de Block E. van Dijk L. Blok H. Dijkstra M.J. Boerendonk G.R. Erdbrink (intr.) J.C. Boogman J.L. van Essen N.A. Bootsma C.N. Fehrmann J.A. Bornewasser M.A.M. Franken J.W. Bosch E.M. Freitag J. Brandt-van der Veen H.A. Enno van Gelder F.A.M. Brekelmans C.E. Gerretson-Harmsen E.A.B.J. ten Brink C. Giebel W. van den Broeke H.J. de Graaf J.G. Bruggeman A. Graafhuis I.J. Brugmans Ed. G. Groeneveld J.R. Bruijn J.R. de Groot M.G. Buist D. Grosheide J.J. Buurman B.U. Haagsma Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 M.P. van Buijtenen J. Haak M. van der Bijl E. Haas J.W.C. van Campen E. van Hall-Nijhoff H.P.H. Camps S. Hart A.C. Carter-le Mesurier P. van Hees J.A. ten Cate J.G. Hegeman A.A. Cense J.F. Heijbroex Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 4 J. van Heijst M. Roest W.J. van Hoboken D.J. Roorda J.H. van den Hoek Ostende J.M. Scherp B. van 't Hoff I. Schöffer D. de Hoop-Scheffer L.W.G. Scholten G.J. Hooykaas G. van Schravendijk-Berlage J.A. van Houtte H.M.G. Schrijnemakers F.W.N. Hugenholtz R.L. Schuursma A.H. Huussen jr. J. Sibinga Mulder L. Jansen F.S. Sixma van Heemstra A.E.M. Janssen B.H. Slicher van Bath Th.P.M. de Jong J.Th. de Smidt G.M.A. Jongbloet-van Houtte C. Smit C.M.J. de Jongh H. Smitskamp G.J.W. de Jongh F. Snapper C.A. van Kalveen A.G. van der Steur J.H.P. Kemperink Th.H.J. Stoelinga J.H. Kernkamp J.G. Stork-Penning F. Kerner J.E.A.L. Struick N. Kolff J.J. van Stuyvesant Meyen E.H. Korvezee K.W. Swart E.H. Kossmann G. Taal J.A. Kossmann-Putto C.A. Tamse J.G. Kruisheer F.B.M. Tangelder J.C.P.A. van Laarhoven E. Tas C.G. van Leeuwen J. den Tex J.M. van der Linde L. van Tongerloo A.F. Manning A.J. Veenendaal W.J.F. Meiners D. van Velden A.F. Mellink P. Verhoog G.J. Mentink W. Vinckhuyzen van Maarssen F.A.M. Messing J.C. Visser P. van der Meulen J. Voerman Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 P.J. Meij G.J. de Voogd J.C.A. de Meijl Joh. de Vries F.E.J. Milo-van Everdingen E. Vroom W. Miltenburg-Racké S.L. van der Wal A.M.P. Mollema E.H. Waterbolk H.J. Mijjer C.B. Wels N.F. Noordam J.J. Westendorp Boerma H. Nijhoff J.F.A.N. Weijling C. Offringa J.M. van Winter H.R. van Ommeren P.J. van Winter D.P. Oosterbaan B. Woelderink J.K. Oudendijk J.J. Woltjer E. Pelinck Th.P.H. Wortel L.P.L. Pirenne C.A. Zaalberg A. Plaatsman S.B.J. Zilverberg J. Platteel S.H.A.M. Zoetmulder J.W. Postma A. Zijp W.A. van Rappard J.H.A. Ringeling Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 5 Eén handtekening was onleesbaar. De voorzitter, prof. dr. J.H. Kernkamp, opent te half elf de vergadering met de volgende rede. Dames en Heren, Het is met groot leedwezen dat ik heden U toespreek. U bent stellig bekend met het zware verlies, dat het Historisch Genootschap heeft geleden. Geheel onverwacht ontviel ons in de nacht van 13 september prof. dr. C.D.J. Brandt. Het Historisch Genootschap moest hem als voorzitter missen, voor goed. In tal van periodieken zijn de verdiensten van onze vriend Brandt geschilderd. Het is mijn taak hem hier te gedenken als voorzitter van het Historisch Genootschap. Tijdens een bijeenkomst in het Instituut voor Geschiedenis te Utrecht heb ik gewezen op de bijna onverwoestbare werkkracht, die Brandt bezat, zodat van alle kanten een beroep op zijn medewerking werd gedaan, die hij, als het maar enigszins kon, steeds verleende. Ging de taak bij zijn Instituut hem in de eerste plaats ter harte, het Historisch Genootschap was een ander troetelkind. Hoe kon het ook anders! Brandt heeft het H.G. bijna veertig jaar gediend. Tot bestuurslid en 2e Secretaris is hij benoemd in de algemene bestuursvergadering op 30 oktober 1926. Op 1 september 1935 volgde zijn aanstelling als 1e Secretaris. In de algemene bestuursvergadering van 11 mei 1946 vond zijn installatie als voorzitter plaats. Hij volgde toen Dr. Bannier op. Alles overziend moet ik zeggen: wat een staat van dienst! De helft van deze periode heb ik het voorrecht gehad als 1e secretaris met Brandt als voorzitter in het Historisch Genootschap nauw samen te werken. Ik heb gedurende twee decennia met bewondering gade geslagen met welk een aanpassing Brandt leiding wist te geven in een snel veranderende tijd. Bij mijn entree in het bestuur van het Historisch Genootschap kwam ik direct onder de indruk van de enigszins plechtige stijl, waarin de Utrechtse bestuursvergaderingen, iedere maand, behalve midden in de zomer, op zaterdagavond werden gehouden. Brandt was het, die ons als we na de behandeling van de agenda nog wat bleven nakouten, vaak vertelde van zijn eerste twintig jaren in het Historisch Genootschap. Hij deed dat met een grote Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 6 levendigheid en als er weer een rijk verhaal kwam, gingen we er echt nog weer eens voor zitten. We zagen als het ware oude bestuursvergaderingen herleven. De verteller raakte dan in vuur, met zijn ene hand gesticulerend, in de andere hand een sigaar, met de benen ietwat nonchalant over elkaar geslingerd. We genoten. Na zijn heengaan zag ik een foto, die precies weergaf wat ik U zoëven schetste. Mr. Sam. Muller bijv. ken ik alleen door Brandt. Veel is in de latere jaren gewijzigd. Jongeren traden tot het bestuur toe, die tegen het vergaderen op zaterdagavond bezwaren hadden, omdat hun gezin hen dan opeiste, zodat steeds meer op andere dagen in de week en minder regelmatig bijeengekomen werd. En nu is Brandt de tovenaar geweest, die op een geheel eigen wijze er voor zorg droeg, dat de activiteit naar buiten eerder toe- dan afnam. Niemand minder dan Brandt zelf betreurde het in hoge mate dat de bestuursvergaderingen soms wel een heel zakelijk karakter kregen en voor een gezellig napraten meestal de tijd ontbrak, maar de efficiency nam toe. Het was prettig samenwerken met Brandt. De grote gave van de overledene lag, afgezien van zijn wetenschappelijke capaciteiten, m.i. hierin, dat hij in de eerste plaats mens was en zich interesseerde voor ons aller lief en leed, in de ruimste zin van het woord. Brandt had de flair om de moeilijkste problematiek, waarmee ook ons bestuur bij tijd en wijle te kampen had, op een voor ieder bevredigende wijzen op te lossen. Bij beleidskwesties had hij steeds een helder oordeel, waaraan wij allen veel verschuldigd zijn. Het doet ons goed, dat Mevrouw Brandt-van der Veen, die het zwaarst getroffen is, door haar werkzaamheden aan het Thorbecke-archief nauw met het Historisch Genootschap verbonden blijft. Het zal ongetwijfeld in de geest van collega Brandt zijn, als we ons werk voortzetten, zoals hij dat graag zag en eenvoudig elkander bij staan in het belang van het Historisch Genootschap, dat hem zo lief was. Het is niet het enige verlies dat ons bestuur in dit verslagjaar had te lijden. Op 12 december 1965 overleed prof. dr. J.F. Niermeyer, hoogleraar in de geschiedenis van de middeleeuwen aan de Universiteit van Amsterdam en als zodanig lid van ons bestuur. Ook aan hem hebben we veel verplichtingen. Zijn adviezen, soms in een sarcastische vorm gegoten, waren zeer waardevol. In het vorige verslagjaar herdacht Prof. Brandt onze mede- Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 81 7 bestuursleden Rüter en Immink. In de korte periode van nog geen anderhalf jaar zijn aan ons bestuur dus veel eminente krachten ontvallen. Wel een heel zwaar verlies. Het zij mij thans vergund U te verzoeken een ogenblik in stilte prof. Brandt en prof. Niermeyer te gedenken. Het geeft steeds weer voldoening dat het Historisch Genootschap bij de algemene ledenvergadering op een goed gevulde zaal kan rekenen. Mijn verontschuldiging bied ik U aan over het late rondsturen van de convocaties. Deze hadden op 10 oktober verstuurd moeten worden door Wolters in Groningen. Nadien bleek bovendien, dat er leden waren die de convocatie niet ontvangen hadden. Ik hoop, dat dat aantal niet groot is geweest.