Roldiversiteit op de Vlaamse en Franstalige Televisie Steunpunt Media

Laura Jacobs, Marc Hooghe

KU Leuven, Centrum voor Politicologie

Versie: April 2014

Inhoud

1. Inleiding______4

2. Methodologie______5

2.1. Steekproef ______5 2.2. Codeerschema _____ 6 2.3. Coderen ______8 2.4. Intercodeursbetrouwbaarheid 9

3. Resultaten______10

3.1 Algemene gegevens _____ 10

3.2 Numerieke vertegenwoordiging vrouwen en etnisch-culturele minderheden 15 I. Genderdiversiteit 15 II. Etnisch-culturele diversiteit 27

3.2. Roldiversiteit 40 I. Genderdiversiteit 40 II. Etnisch-culturele diversiteit 61

4. Samenvatting & Conclusie 75

5. Bijlages 83

5.2. Bijlage 1: Codeboek 82 5.3. Bijlage 2: Programmalijst gecodeerde programma’s 96 5.4. Bijlage 3: ‘The Position Generator’ 105

2

Op de pagina’s 75 tot 81 vindt u een samenvatting van de belangrijkste elementen en conclusies van dit rapport.

3

1. Inleiding

Dit rapport heeft als doel om inzicht te verschaffen in de zichtbare diversiteit op de Vlaamse en Franstalige televisiezenders. In het kader van dit rapport werden de televisieprogramma’s in primetime geanalyseerd van veertien opnamedagen van de twee grootste Vlaamse zenders Eén en VTM, en van hun Franstalige tegenhangers La Une (RTBF) en RTL-TVi. De focus ligt hierbij meer bepaald op genderdiversiteit en etnisch-culturele diversiteit. In een eerste luik wordt nagegaan of de proportie vrouwen en etnisch-culturele minderheden op het scherm in overeenstemming is met hun werkelijke verhouding in de samenleving. We onderzoeken met andere woorden of er sprake is van proportionele vertegenwoordiging van beide groepen in de onderzochte media. In het tweede, meer cruciale luik wordt verder gekeken dan de numerieke vertegenwoordiging, en wordt bestudeerd hoe vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden gerepresenteerd. Met andere woorden: in welke rollen worden zij getoond op de Vlaamse en Franstalige televisiezenders? Dit gebeurt enerzijds door na te gaan of er sprake is van ‘framing’, en anderzijds door te onderzoeken of vrouwen en etnisch- culturele minderheden bijvoorbeeld vaker getoond worden in maatschappelijke rollen met een lage(re) maatschappelijke waardering, of in stereotypebevestigende rollen. Ook wordt nagegaan of vrouwen en etnische minderheden vaker getoond worden bij bepaalde thema’s, en in welke programmafuncties (zoals nieuwslezer, presentator, etc.) zij voorkomen.

In wat volgt bespreken we eerst uitgebreid de gehanteerde methodologie. We geven uitleg bij de steekproef, het gebruikte codeboek, het praktische verloop van het coderen en de betrouwbaarheid van de gegevens. Vervolgens presenteren we de resultaten. De resultatensectie valt uiteen in drie delen: eerst verschaffen we enkele algemene gegevens over de data, vervolgens nemen we de numerieke vertegenwoordiging van vrouwen en etnische minderheden op het scherm onder de loep, en tot slot richten we ons op roldiversiteit in de media. We sluiten af met een conclusie en samenvatting.

4

2. Methodologie

In deze sectie geven we uitleg bij de gebruikte methodologie: de getrokken steekproef, het codeboek, codeerproces en de betrouwbaarheid van de gegevens worden hieronder nader toegelicht.

2.1. Steekproef De geanalyseerde opnameperiode startte op 19 februari 2013, en eindigde op 13 juni 2013. Teneinde de representativiteit van de steekproef te verhogen, werd er gewerkt met samengestelde weken. Dit impliceert dat de opnamedagen in de tijd worden gespreid om de invloed van atypische gebeurtenissen te beperken. De twee grootste Vlaamse zenders, Eén en VTM, zijn meegenomen in de analyse, evenals hun Franstalige tegenhangers La Une en RTL-TVi. De nadruk van dit rapport ligt op de Vlaamse televisiezenders, maar er zal telkens een beroep worden gedaan op de gegevens van de Franstalige zenders om vergelijkingen te trekken. Waar relevant en waar mogelijk presenteren we telkens de overkoepelende resultaten voor alle zenders, en de gegevens voor de Vlaamse en Franstalige zenders afzonderlijk. Voor elke zender weden in totaal veertien opnamedagen gecodeerd, die – zoals vermeld – verspreid werden doorheen de tijd. Het opnameschema is willekeurig opgesteld door de onderzoekers, en de zenders waren niet op de hoogte van welke dagen gecodeerd zouden worden. Per opnamedag beschikken we bijgevolg over gegevens van de vier zenders.1

Tabel 1: Opnameschema

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag 22 april 19 februari 27 maart 14 maart 31 mei 9 maart 17 maart 13 mei 9 april 17 april 13 juni 7 juni 18 mei 5 mei

We hebben enkel primetime-televisie mee opgenomen in de steekproef, aangezien vooral deze programmatie hoge kijkcijfers trekt en bijgevolg bij uitstek relevant is om te bestuderen. Primetime wordt hier ruim gedefinieerd van 18u tot 23u. Alle gecodeerde actoren die figureerden op de zenders tussen deze tijdstippen zijn opgenomen in de analyse. Voor dit rapport zijn enkel televisieprogramma’s gecodeerd: reclame, boodschappen van algemeen nut en tekenfilms zijn niet opgenomen. Omroepers, in de praktijk enkel op Eén en RTL-TVi, werden wel gecodeerd. Een lijst met details over de gecodeerde programma’s per zender is bijgevoegd in bijlage 2.

1 Omwille van technische problemen, is een zeer kleine gedeelte van 1,1% van de steekproef van La Une, niet gecodeerd en niet opgenomen in het rapport. Gezien de minieme proportie van de ontbrekende gegevens heeft dit geen invloed op de representativiteit van de resultaten.

5

2.2. Codeboek Voor het codeerschema is grotendeels een beroep gedaan op het codeboek van de Diversiteitsmonitor, die jaarlijks wordt opgesteld in het kader van de VRT Beheersovereenkomst 2012-2016. Het codeboek is opgenomen in bijlage 1, evenals een printscreen van het Access-bestand dat gebruikt werd bij de codering. De belangrijkste toevoeging aan het codeboek van de Diversiteitsmonitor zijn de zogenaamde ‘frames’, die later nog uitgebreid worden besproken. Het codeboek bevat verschillende variabelen zoals geslacht, etnisch-culturele achtergrond, leeftijd, programmafunctie, thema’s, socio-economische status, en frames. Het doel van de Diversiteitsmonitor, en bij uitbreiding van het eerste luik van dit rapport, is om een beeld te schetsen van de zichtbare diversiteit op het scherm. De codeereenheid is de actor die communicerend in beeld komt. Voor iedere actor wordt vervolgens, onder andere, een inschatting gemaakt van diens geslacht, socio-economische status en etnisch-culturele achtergrond door middel van informatie die kan worden afgeleid uit het programma of programma-item. Het referentiepunt is de modale kijker: de gecodeerde variabelen moeten voor de gemiddelde televisiekijker duidelijk zijn, en van eventuele achtergrondkennis moet abstractie worden gemaakt. Enkele van de gebruikte variabelen lichten we hieronder verder toe.

De voornaamste variabelen in dit rapport vormen uiteraard het geslacht en de etnisch-culturele achtergrond van de actor. Waar het identificeren van het geslacht van actoren doorgaans zeer duidelijk is, is het geen sinecure om te bepalen wie kan worden beschouwd als een ‘etnisch-culturele minderheid’. Een indicatie over hoe deze notie etnisch-culturele minderheid kan worden geïnterpreteerd en geoperationaliseerd, vinden we terug in wetgeving van de Vlaamse overheid die handelt over het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid. Meer bepaald expliciteren de volgende twee wetteksten wat er bedoeld wordt met ‘allochtonen’ of etnisch-culturele minderheden: namelijk, het ‘Decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden’ (B.S. 19.VI.1998) 2, en het ‘Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie van 24 december 2004’ 3. Volgens beide wetteksten is een allochtoon ‘een persoon met een nationaliteit van een land buiten de EU, of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van buiten de EU.’ De Diversiteitsmonitoring van de VRT, waarop het codeerschema is gebaseerd voor dit rapport, maakt eveneens dit onderscheid tussen EU-burgers en

2 Het Decreet van 28 april 1998 inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden (B.S. 19.Vl.1998) 3 Het Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van het gelijkekansen- en diversiteitsbeleid in de Vlaamse administratie van 24 december 2004

6

niet-EU burgers, en heeft hierbij aansluitend ook aandacht voor het onderscheid tussen burgers uit de oorspronkelijke 15 Europese Unie landen en de nieuw toegetreden lidstaten vanaf 2004. Ook wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat in hoofde van EU-burgers er vaak een onderscheid gemaakt wordt tussen de oorspronkelijke lidstaten, en de nieuw toegetreden lidstaten na 2004. De definitie luidt dan: ‘alle personen die een nationaliteit hebben van een land buiten de oorspronkelijke 15 Europese Unie landen (EU15), of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van een land buiten de EU15.” De EU15 bestaat uit de 15 lidstaten die deel uitmaakten van de Europese Unie voor de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004. Meer bepaald gaat het om België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Griekeland, Denemarken, Finland, Zweden, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

Bovenstaande definitie van etnisch-culturele minderheden is nuttig als theoretisch startpunt, maar in de praktijk is het niet altijd mogelijk om op eenduidige wijze de nationaliteit van personen louter op het zicht af te leiden. Bovendien gaat de interesse hier vooral uit naar wie als etnisch-culturele minderheid wordt gepercipieerd in de maatschappij. Zo komen we uit bij het concept ‘zichtbare diversiteit’ of ‘visible minorities’: voornamelijk de perceptie is doorslaggevend. In dit rapport wordt daarom, naar analogie met de Diversiteitsmonitor van de VRT, gewerkt met zichtbaar waarneembare kenmerken om te bepalen wie dan wel of niet behoort tot een etnisch-culturele minderheidsgroep. Etnisch-culturele minderheden zijn dan de actoren die voorkomen op televisie waarvan bepaalde waarneembare kenmerken, zoals bijvoorbeeld huidskleur, taal of culturele en religieuze symbolen of rapportering door zelf of anderen, doen vermoeden dat ze een andere etnisch-culturele hebben. Het is dus perfect mogelijk dat een actor in feite wel de Belgische nationaliteit heeft, maar dat deze wordt gecodeerd als behorend tot de etnisch-culturele minderheidsgroep, indien er bepaalde duidelijk waarneembare kenmerken zijn die anders doen vermoeden.

Om etnisch-culturele minderheden te kunnen identificeren, dient echter niet enkel rekening gehouden te worden met de etniciteit, maar ook met de locatie. De focus ligt immers op het analyseren van gegevens die handelen over mensen met een andere etnische afkomst én die getoond worden in een Belgische context. President Barack Obama die een speech geeft in het Witte Huis in Washington aanmerken als ‘etnisch-culturele minderheid’ heeft immers geen relevantie in een Belgische context. Daarom is er ook informatie opgenomen over de locaties van de actoren bij de operationalisering van de notie ‘etnisch-culturele minderheid’. Samengevat: etnisch-culturele meerderheidsgroep refereert dus aan actoren afkomstig van landen behoren tot de EU15, terwijl de etnisch-culturele minderheidsgroep alle actoren omvat die afkomstig zijn van landen buiten de EU15.

7

De intercodeursbetrouwbaarheid (zie onder) geeft aan dat deze operationalisering werkbaar is, in de zin dat voor alle codeurs erg duidelijk was welke actoren dienden te worden geïdentificeerd als etnisch-culturele minderheid en welke actoren niet. De intercodeursbetrouwbaarheid was dan ook hoog voor de variabele inzake etnisch-culturele achtergrond.

Een ander aspect van het codeboek dat verdere toelichting vereist, betreft de frames. Frames refereren aan de manier waarop een gebeurtenis of een persoon in beeld wordt gebracht. De context waarin dit gebeurt is vaak niet waardevrij, en de wijze waarop iemand op televisie komt kan een invloed hebben op de beeldvorming in de samenleving. Indien etnisch-culturele minderheden en vrouwen bijvoorbeeld consistent op een stereotypebevestigende wijze worden geframed, kan dit bepaalde ideeën over hen in het leven roepen die niet noodzakelijk correct zijn, maar wel een eigen leven kunnen gaan leiden. Een concreet voorbeeld kan dit verduidelijken: in dit rapport wordt gewerkt met het frame ‘Criminaliteit’. Dit wil zeggen dat iedereen die geassocieerd wordt met een criminele activiteit, dit frame toegekend krijgt. Het is hier niet van belang dat de persoon zélf een strafbaar feit pleegt of verdacht wordt van een misdaad: ook slachtoffers, politieagenten en advocaten vallen onder dit frame. Indien een bepaalde groep frequent wordt gelinkt aan dit frame, kan dit in hoofde van de televisiekijker een beeld scheppen van deze groep als zijnde crimineel of althans frequent geassocieerd met criminaliteit. Framing refereert in de context van dit rapport dus veelal aan sfeerschepping en beeldvorming. Zo willen we nagaan of we bepaalde patronen kunnen ontdekken in de wijze waarop vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden afgebeeld.

2.3. Coderen Het codeerwerk werd uitgevoerd door drie codeurs, een onderzoeker en twee jobstudenten, die voorafgaand een uitgebreide opleiding hebben gekregen inzake de algemene principes omtrent coderen en de inhoudelijke aspecten van het codeboek. Er werd ook een afzonderlijke sessie voorzien inzake de frames, aangezien deze noties wat abstracter zijn, en het cruciaal is dat ook deze frames op een correcte manier worden gecodeerd. Het codeboek werd in detail overlopen, en er werd uitgelegd hoe de informatie diende te worden verwerkt in het Access-bestand. De codeurs hebben enkele testafleveringen gecodeerd, waar feedback op werd gegeven. Ook doorheen het codeerproces was er steeds de mogelijkheid om vragen te stellen. Antwoorden op specifieke vragen werden verzameld, en aan iedere codeur bezorgd, zodat er geen twijfel mogelijk was over de correcte interpretatie van de specifieke kwestie die voorlag. De jobstudenten bezorgden de coderingen wekelijks aan de onderzoeker, waarna deze telkens werden gemonitord. Op die manier was het mogelijk om nog extra feedback te leveren, en eventueel bij te sturen waar nodig.

8

2.4. Intercodeursbetrouwbaarheid Een cruciaal element bij het uitvoeren van inhoudsanalyses is het waarborgen van de betrouwbaarheid van de gegevens. Daarom werd een percentage van ongeveer 5% van het te coderen materiaal dubbel gecodeerd. Deze dubbelcoderingen bestonden uit random gekozen opnamedagen en programma’s van zowel de Vlaamse als Franstalige zenders. Hiervan werd de intercodeursbetrouwbaarheid berekend. Deze werd telkens berekend tussen twee codeurs: codeur 1 werd zo vergeleken met codeur 2, codeur 1 met codeur 3, en codeur 2 met codeur 3. Vervolgens werd hiervan het gemiddelde berekend. De maatstaf die gehanteerd werd voor de intercodeursbetrouwbaarheid was Percentage Agreement. De Percentage Agreement voor de variabelen die in rekening zijn genomen voor dit rapport, varieerde tussen 77,2% en 100%. Voorts ligt de betrouwbaarheid voor het herkennen van de codeereenheid, i.e. de actor die communicerend in beeld komt, op 89%.

Tabel 2: Variabelen – Percentage Agreement

Geslacht 99,9% Leeftijd 77,2% Taal 99,0% Etnisch-culturele achtergrond 95,4% Locatie 96,5% Socio-economische status 83,3% Crime Slachtoffer 97,1% Crime Gerecht 99,8% Crime Politie 98,4% Crime Dader 91,2% Crime Getuige 95,6% Crime Advocaat 97,1% Frame Criminaliteit 1 83,1% Frame Criminaliteit 2 80,2% Frame Ruggengraat 1 80,8% Frame Ruggengraat 2 86,0% Frame Fun 1 91,3% Frame Fun 2 91,1% Frame Religie 1 99,7% Frame Religie 2 99,7% Frame Geweld 1 98,6% Frame Geweld 2 98,6% Frame Trouble 1 85,0% Frame Trouble 2 82,1% Frame Erotiek 1 100,0% Frame Erotiek 2 99,9%

9

3. Resultaten

3.1. Algemene Gegevens In dit deel verschaffen we enkele algemene informatie in verband met de geanalyseerde actoren, zodanig dat een beeld kan worden gevormd over de verdeling van de steekproef. De veertien opnamedagen voor de vier zenders (Eén, VTM, La Une en RTL-TVi) waren in totaal goed voor 178 programma’s. Concreet gaat het om 273 uren aan gecodeerde televisie. Voor de vier zenders werden er in totaal 8363 personen geïdentificeerd als ‘actor’, zoals beschreven in het codeboek. De verdeling naargelang de veertien opnamedagen is als volgt:

Tabel 3: Actoren naargelang opnamedag Datum Percentage N 19 februari 2013 7,8% 651 9 maart 2013 7,1% 595 14 maart 2013 6,7% 558 17 maart 2013 6,5% 540 27 maart 2013 8,3% 695 9 april 2013 6,3% 524 17 april 2013 8,5% 708 22 april 2013 6,7% 562 5 mei 2013 6,4% 532 13 mei 2013 7,3% 608 18 mei 2013 7,1% 596 31 mei 2013 6,9% 578 7 juni 2013 7,3% 609 13 juni 2013 7,3% 607 Totaal 100% 8363

Uit Tabel 3 blijkt dat de verdeling tussen de verschillende opnamedagen behoorlijk evenwichtig is. Ook op de twee opnamedagen (9 maart en 14 maart) waar een klein deel van de sample voor La Une ontbreekt, zijn er niet significant minder actoren dan op de overige opnamedagen van La Une. Dit sterkt ons in de overtuiging dat het ontbreken van 1,1% van de sample geen invloed uitoefent op de resultaten, en dat de gegevens als representatief kunnen worden beschouwd.

Wanneer we de actoren uitsplitsen naargelang de vier zenders, stellen we vast dat er op Eén beduidend meer actoren zijn dan op de overige geanalyseerde zenders. Bovendien figureren er ook meer actoren op de Vlaamse zenders dan op de Franstalige zenders. Dit blijkt uit volgende grafieken:

10

Figuur 1: Actoren per zender

N=1817 N=1910 N=2030 N=2606 35,0% 31,2% 30,0%

24,3% 25,0% 22,8% 21,7% La Une 20,0% RTL-TVi VTM 15,0% Eén 10,0%

5,0%

0,0% La Une RTL-TVi VTM Eén

Figuur 2: Verhouding actoren op Vlaamse en Franstalige zenders

N= 4636 N = 3727

60% 55,4%

50% 44,6%

40%

30%

20%

10%

0% Franstalige zenders Vlaamse zenders

Een ander gegeven dat van belang is in dit rapport is het soort programma. In het codeboek werd gewerkt met een afzonderlijk codeerschema voor fictie- en non-fictieprogramma’s. Op die manier is het mogelijk om eventuele verschillen tussen beide soorten programma’s te ontdekken, maar kunnen we ook conclusies uit het totale televisieaanbod trekken. Hoe zit het met de verdeling fictie versus non-fictie in het Vlaamse en Franstalige televisielandschap? Uit Figuur 3 is duidelijk dat ongeveer driekwart van de programma’s op de televisie in België non-fictieprogramma’s betreffen,

11

en een kwart fictieprogramma’s. Figuur 4 geeft de verdeling weer per zender. Hieruit blijkt dat, zoals te verwachten, het percentage non-fictie hoger ligt op de publieke zenders Eén en RTBF-La Une, dan op de commerciële zenders VTM en RTL-TVi. Op RTL-TVi ligt het percentage fictieprogramma’s zelfs hoger dan het percentage non-fictieprogramma’s.

Figuur 3: Fictie versus Non-fictie Programma’s

N=63 N=115

70% 64,6% 60%

50%

40% 35,4% 30%

20%

10%

0% Fictie Non-Fictie

Figuur 4: Fictie versus Non-fictie Programma’s per Zender

N=12 N=40 N=14 N=26 N=12 N=29 N=25 N=20

90% 80% 76,9% 74,4% 70% 65,0% 60% 55,6% 44,4% 50% 40% 35,0% 30,8% 30% 23,1% 20% 10% 0% Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie Fictie Non-Fictie Eén VTM La Une RTL-Tvi

12

Tot slot is het interessant om na te gaan welke genres van programma’s op televisie getoond werden, en over welke thema’s de televisieprogramma’s handelden. Met een genre bedoelen we het bredere type van televisieprogramma, zoals bijvoorbeeld ‘serie’, ‘film’ of ‘spelprogramma’, zoals dit werd vermeld in de TV-gids. Het programmathema refereert dan weer aan het ruime onderwerp waarover het programma handelt. Het gaat dan bijvoorbeeld over ‘koken’, ‘natuur en dieren’ of ‘sport’. Ook hier werd bij de opdeling in thema’s grotendeels de beschrijving gevolgd van het programma in de TV-gids. Figuren 5 en 6 geven een overzicht. Uit Figuur 5 leiden we af dat meer dan een kwart van de televisieprogramma’s een magazine betreft. Voorbeelden van magazines zijn onder andere ‘On n’est pas des pigeons’ op La Une of ‘Iedereen Beroemd’ op Eén. Andere veel voorkomende programmagenres betreffen het weerbericht, het journaal en series. Onder de gecodeerde series vinden we bijvoorbeeld ‘Salamander’ op Eén, ‘Zone Stad’ of ‘Aspe’ op VTM, en misdaadseries zoals ‘Mentalist’ op La Une en ‘Bones’ op RTL-TVi. Voorts zien we dat ongeveer 7% van de programma’s een spelprogramma betrof, zoals bijvoorbeeld ‘ van Vlaanderen’ op VTM, ‘’ op La Une, ‘Blokken’ op Eén en ’60 Secondes Chrono’ op RTL-TVi. De overige programmagenres, zoals documentaires, films, soaps, talkshows en sportwedstrijden, waren niet zo prominent aanwezig in de programmatie. Wat de programmathema’s betreft maakt Figuur 6 duidelijk dat de programmathema’s die het vaakst voorkwamen ‘het weer’, ‘amusement’ en ‘actualiteit’ betroffen. De prominentie van het weer dient natuurlijk genuanceerd te worden: het hoge percentage hier wordt verklaard, omdat het weerbericht vaak meerdere keren op één avond als afzonderlijk programma werd geprogrammeerd in de TV-gids. Het weerbericht is natuurlijk wel beperkt in duur. Een ander relatief veel voorkomend programmathema is criminaliteit: één op de tien programma’s handelt over criminaliteit en misdaad. Dit betreft veelal fictieprogramma’s, zoals films en series. Concrete voorbeelden van programma’s die het thema criminaliteit toegekend kregen, zijn series zoals ‘Wolven’, ‘Esprits Criminels’, ‘Castle’, ‘Flikken Maastricht’ en films zoals ‘Mission Impossible III’ en ‘The Golden Eye’.

13

Figuur 5: Genres

2,9% 3,8% Documentaire 17,0% 1,1% Film Joker en Lotto 15,0% Journaal 2,2% 0,2% Magazine Omroeper 7,1% Serie Show 3,3% Sketch 1,5% Soap 1,5% Spelprogramma

26,0% Sportwedstrijd

13,4% Talkshow Weerbericht 4,9%

Figuur 6: Thema’s

Actie & Oorlog 0,9% 0,9% Actualiteit 0,4% 0,7% Amusement 16,7% 15,9% Criminaliteit Drama Economisch-Financieel Joker en Lotto 1,1% Journaal 2,2% 0,9% Koken 0,5% 10,3% Lifestyle & Gezondheid Maatschappij 4,9% Muziek, Film & Cultuur Natuur & Dieren 3,3% 4,9% Reality Royalty 3,1% 2,6% Sport 1,1% Vrije Tijd & Reizen 5,9% Weer 2,4% 15,0% Wetenschap 6,2% Wonen & Interieur

14

3.2. Numerieke Vertegenwoordiging van Vrouwen en Etnisch-culturele Minderheden In dit luik richten we onze blik op de numerieke vertegenwoordiging van vrouwen en etnisch- culturele minderheden in de geanalyseerde televisieprogramma’s. De hoeveelheid genderdiversiteit en etnisch-culturele diversiteit op het scherm wordt hierbij afgezet tegen de werkelijke proportie vrouwen en etnisch-culturele minderheden in de samenleving, zodat we kunnen nagaan of de televisiezenders een representatieve kijk bieden op de diversiteit in de samenleving, en aldus de objectieve realiteit weerspiegelen.

I. Genderdiversiteit Volgens de meest recente data van de FOD Economie uit 2012, maken vrouwen ongeveer 51% uit van de Belgische bevolking, en mannen 49%. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen het Vlaams Gewest en het Waals Gewest. De verhouding mannen-vrouwen in de samenleving is dus quasi-evenredig.

Figuur 7: Percentage Mannen-Vrouwen – Vlaams Gewest, Waals Gewest en België 2012

N=3 135 552 N=3 215 213 N=1 725 385 N=1 820 944 N=5 413 801 N=5 622 147

52% 51,3% 50,9% 51% 50,6% 51% 50% 49,4% 50% 49,1% 49% 48,7% 49% 48% 48% 47% Vlaams Gewest Waals Gewest België

Mannen Vrouwen

Bron: FOD Economie, 2012

Indien we ervan uitgaan dat de televisiezenders er tot op zekere hoogte naar streven om de samenleving te weerspiegelen, iets wat in het geval van de publieke zenders Eén en La Une geëxpliciteerd wordt in respectievelijk de ‘Beheersovereenkomst 2012-2016’ van de VRT, en het

15

‘Contrat de Gestion’ van de RTBF, zouden we verwachten dat mannen en vrouwen ongeveer in gelijke mate aan bod komen op televisie.

Uit Figuur 8 blijkt dat er van zulke evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen op de geanalyseerde televisiezenders geen sprake is. In het totale aanbod (fictie en non-fictie, zowel Vlaamse als Franstalige zenders) maken mannen 64,5% uit van de actoren, en vrouwen 35,5%. Mannen blijken dus oververtegenwoordigd, terwijl vrouwen minder aan bod komen in vergelijking met hun werkelijke proportie. In wat volgt, zullen we deze verdeling wat meer in detail bekijken. Zijn er bijvoorbeeld verschillen te ontdekken tussen de Vlaamse en Franstalige zenders, fictie en non- fictie, de verschillende zenders, en naargelang programmagenre en -thema?

Figuur 8: Percentage Mannen-Vrouwen - Alle Zenders

N= 2970 N=5393 70% 64,5%

60%

50%

40% 35,5%

30%

20%

10%

0% Vrouw Man

Figuur 9, die de Vlaamse zenders vergelijkt met de Franstalige zenders, maakt duidelijk dat er op de Franstalige zenders in totaal lichtjes minder vrouwen worden getoond op het televisiescherm; het verschil is echter zeer klein en nagenoeg verwaarloosbaar. In zowel Vlaanderen als Franstalig België blijven vrouwen duidelijk een minderheid op het scherm.

Figuur 10 toont duidelijk aan dat vrouwen iets evenrediger vertegenwoordigd worden in fictie- programma’s met bijna 40%, dan in non-fictieprogramma’s voor alle zenders. Wanneer er wordt uitgesplitst naar Vlaanderen en Wallonië, valt op dat vooral de Vlaamse fictieprogramma’s deze grotere vrouwelijke vertegenwoordiging voor hun rekening nemen.

16

Figuur 9: Percentage Mannen-Vrouwen – Vlaamse/Franstalige Zenders

N=2928 N=1708 N=2465 N=1262 100% 90% 80% 66,1% 70% 63,2% 60% 50% 33,9% 40% 36,8% 30% 20% 10% 0% Vlaams Franstalig Man Vrouw

Figuur 10: Percentage Mannen-Vrouwen – Fictie versus Non-fictie

38,5% N=2092 Vrouw N=878 34,4%

61,5% N=3990 Alle zenders Alle Man 65,6% N=1403

42,8% Vrouw N=1247 35,0% N=461

Vlaams 57,2% Man N=2311 65,0% N=617

34,7% Vrouw N=845 33,5% N=417

65,3% Franstalig N=1679 Man 66,5% N=786

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Fictie Non-Fictie

17

Figuur 11 geeft de hoeveelheid mannelijke en vrouwelijke actoren weer per zender. Hieruit kunnen we afleiden dat op VTM het grootste aantal vrouwelijke actoren aan bod komen, gevolgd door Eén en RTL-TVi. Op Franse publieke omroep La Une figureren het minst aantal vrouwen. Op geen enkele zender zijn vrouwelijke actoren in de meerderheid; maximum vier op de tien actoren is vrouw.

Figuur 11: Percentage Mannen-Vrouwen – Per Zender

N=1700 N=906 N=1128 N=802 N=1220 N=597 N=1245 N=665 100% 90% 80% 67,1% 70% 65,2% 65,2% 60,5% 60% 50% 34,8% 39,5% 32,9% 34,8% 40% 30% 20% 10% 0% Eén VTM La Une RTL-TVi Man Vrouw

In Figuren 12, 13 en 14 wordt nagegaan of er genderspecifieke genres zijn, i.e. genres waarin vrouwen, dan wel mannen, een grotere kans hebben om aan bod komen. Erg ‘mannelijke’ genres, met ongeveer zeventig procent mannelijke actoren, blijken onder andere sportwedstrijden, en documentaires. Opmerkelijk is ook dat het laagste percentage vrouwen wordt genoteerd in de journaals: daar is slechts 28,4% van de actoren van het vrouwelijke geslacht. Vrouwelijke genres, zo blijkt uit de gegevens, zijn dan weer programma’s waar enkel presentatoren in voorkomen, zoals het weerbericht (er zijn dus vooral weervrouwen in plaats van weermannen op televisie), Joker en Lotto, en de categorie omroepers die volledig vrouwelijk kleurt. Ook in shows komen iets meer vrouwelijke actoren voor dan mannelijke actoren. In alle andere genres zijn vrouwen echter ondervertegenwoordigd, hoewel in soaps de verdeling tamelijk evenwichtig is. Het dient hierbij wel opgemerkt dat voor sommige genres de grootte van de steekproef klein is, zodat de resultaten met enige omzichtigheid dienen te worden benaderd. De algemene trend wijst echter duidelijk in de richting van een ondervertegenwoordiging van vrouwen in de verschillende genres, en in de richting van het bestaan van genderspecifieke genres. Indien we de specifieke figuren bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders, stellen we opnieuw vast dat er weinig verschillen zijn. Op de Vlaamse zenders is het aantal mannelijke en vrouwelijke weerpresentatoren iets meer in evenwicht,

18

terwijl op de Franstalige zenders ongeveer 90% van de weerpresentatoren van het vrouwelijke geslacht is. Aan Franstalige zijde is het percentage vrouwelijke actoren die aan bod komen in documentaireprogramma’s wel erg laag. Tot slot zien we dat de genderbalans tussen mannen en vrouwen aan beide zijden van de taalgrens in de journaals onevenwichtig is verdeeld. Zowel op de Vlaamse als Franstalige zenders blijken vrouwen weinig aan bod te komen in het journaal.

19

Figuur 12: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Alle Zenders)

N=27 100,0% Omroeper N=0 0,0%

68,8% N=64 Weer 31,2% N=29

N=4 66,7% Joker en Lotto N=2 33,3%

55,1% N=174 Show 44,9% N=142

N=205 46,7% Soap N=234 53,3% N=116 40,8% Talkshow N=168 59,2%

39,1% N=106 Spelprogramma 60,9% N=165

N=470 38,8% Serie N=740 61,2%

36,0% N=742 Magazine 64,0% N=1319

N=19 33,9% Sketch 66,1% N=37

32,3% Film N=185 67,7% N=388

30,6% N=11 Sportwedstrijd 69,4% N=25

N=775 28,4% Journaal N=1958 71,6%

27,9% N=72 Documentaire 72,1% N=186

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Vrouw Man

20

Figuur 13: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Vlaamse Zenders)

100,0% Omroeper N=14 0,0% N=0

100,0% N=4 Joker en Lotto 0,0% N=0

51,6% N=95 Show 48,4% N=89

N=23 48,9% Weer N=24 51,1%

46,7% Soap N=205 53,3% N=234

42,2% Serie N=199 57,8% N=273

40,8% N=116 Talkshow 59,2% N=168

39,0% N=455 Magazine 61,0% N=712

38,9% Spelprogramma 61,1% N=58 N=91

34,8% Documentaire N=39 65,2% N=73

34,5% Film N=58 65,5% N=110

30,6% N=11 Sportwedstrijd 69,4% N=25

27,6% N=431 Journaal 72,4% N=1129

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Vrouw Man

21

Figuur 14: Percentage Mannen-Vrouwen – Genre (Franstalige Zenders)

N=13 100,0% N=0 Omroeper 0,0%

N=41 89,1% Weer N=5 10,9%

N=79 59,8% Show N=53 40,2%

39,3% N=48 Spelprogramma 60,7% N=74

36,7% N=271 Serie 63,3% N=467

33,9% Sketch N=19 66,1% N=37

32,1% Magazine N=287 67,9% N=607

31,4% N=127 Film 68,6% N=278

N=344 29,3% N=829 Journaal 70,7%

N=33 22,6% Documentaire N=113 77,4%

N=0 0,0% Joker en Lotto N=2 100,0%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Vrouw Man

22

Tot slot stellen we in figuren 15, 16 en 17 met betrekking tot genderdiversiteit naargelang thema, vast dat ook de idee van sommige thema’s als ‘mannelijk’ en sommige thema’s als ‘vrouwelijk’ sterk doorwerkt: mannelijke actoren hebben het overwicht in programma’s die handelen over thema’s zoals actie en oorlog (70,3%), sport (91,5%), wetenschap (70,4%), actualiteit (71,5%), criminaliteit (65,4%) en economie en financiën (68,2%). Vrouwelijke actoren zijn dan weer in de meerderheid op het weerbericht, en in programma’s met ‘zachtere’ thema’s, zoals lifestyle (50,8%), muziek, film en cultuur (51,6%). Voor het thema koken is er ook een quasi-evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen. Alle overige thema’s, met uitzondering van het weerbericht, worden echter telkens vaker geassocieerd met mannelijke actoren dan met vrouwelijke. Een afzonderlijke analyse voor de Vlaamse en Franstalige zenders toont aan dat er geen noemenswaardige verschillen zijn, behalve dat sportprogramma’s op de Franstalige zenders slechts 1,5% vrouwen bevatten, waar dit in Vlaanderen 13,5% bedraagt. Beide betekenen natuurlijk nog altijd een ondervertegenwoordiging. Ook hier geldt opnieuw dat voor sommige thema’s de steekproefgrootte niet erg hoog is, en dat sommige resultaten met de nodige omzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Toch is de algemene tendens opnieuw duidelijk: vrouwen zijn in de verschillende thema’s ondervertegenwoordigd, behalve in de vrouwelijke, ‘zachtere’ thema’s, terwijl het percentage mannen dan weer het hoogst ligt in zogenaamde mannelijke, ‘harde’ thema’s.

23

Figuur 15: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Alle Zenders)

N=62 Weer 68,1% 31,9% N=29

Muziek, Film & 51,6% N=220 Cultuur 48,4% N=206

N=93 Lifestyle 50,8% 49,2% N=90

N=31 Wonen & Interieur 47,0% 53,0% N=35

N=61 Koken 45,5% 54,5% N=73

N=277 Drama 44,2% 55,8% N=349

Royalty 43,3% N=39 56,7% N=51

Vrije tijd & Reizen 41,0% N=43 59,0% N=62

Maatschappij 38,4% N=197 61,6% N=316

Amusement 37,3% N=544 62,7% N=914

Natuur & Dieren 35,5% N=55 64,5% N=100

Criminaliteit 34,6% N=341 65,4% N=644

Reality 32,6% N=15 67,4% N=31 Economisch- 31,8% N=68 Financieel 68,2% N=146

Actie & Oorlog 29,7% 70,3% N=30 N=71

Wetenschap 29,6% 70,4% N=24 N=57

Actualiteit 28,5% 71,5% N=825 N=2067

Sport 8,5% 91,5% N=14 N=150 0% 20% 40% 60% 80% 100% Vrouw Man

24

Figuur 16: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Vlaamse Zenders)

N=107 N=90 54,3% Muziek, Film & Cultuur 45,7%

N=76 52,4% Lifestyle N=69 47,6%

46,7% Weer N=21 53,3% N=24

46,4% N=233 Drama 53,6% N=269

N=117 46,1% Maatschappij N=137 53,9%

45,5% Royalty N=25 54,5% N=30

43,7% N=31 Koken 56,3% N=40

43,4% N=43 Vrije tijd & Reizen 56,6% N=56

N=398 39,7% Amusement N=605 60,3% N=47 36,2% Natuur & Dieren N=83 63,8%

32,8% N=103 Criminaliteit 67,2% N=211

32,6% N=15 Reality 67,4% N=31

N=30 29,7% Actie & Oorlog N=71 70,3%

27,6% Actualiteit N=431 72,4% N=1129

13,5% N=13 Sport 86,5% N=83

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Vrouw Man

25

Figuur 17: Percentage Mannen-Vrouwen – Thema (Franstalige Zenders)

N=41 Weer 89,1% 10,9% N=5

N=113 Muziek, Film & Cultuur 49,3% 50,7% N=116

N=30 Koken 47,6% 52,4% N=33

N=31 Wonen & Interieur 47,0% 53,0% N=35

N=17 Lifestyle 44,7% 55,3% N=21

Royalty 40,0% N=14 60,0% N=21

Drama 35,5% N=44 64,5% N=80

Criminaliteit 35,5% N=238 64,5% N=433

Amusement 32,1% N=146 67,9% N=309

Natuur & Dieren 32,0% N=8 68,0% N=17

Economisch-Financieel 31,8% N=68 68,2% N=146

Maatschappij 30,9% N=80 69,1% N=179 29,6% Wetenschap N=24 70,4% N=57

Actualiteit 29,6% 70,4% N=394 N=938

Sport 1,5% 98,5% N=1 N=67

Vrije tijd & Reizen 0,0% 100,0% N=0 N=6 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Vrouw Man

26

II. Etnisch-culturele Diversiteit Het is geen sinecure om na te gaan welk percentage van de Belgische bevolking een etnisch-culturele minderheid betreft. De meeste bevolkingsstatistieken werken met nationaliteit als criterium om de afkomst van personen te bepalen. Zo ook onderstaande gegevens uit 2012 van de FOD Economie. Ongeveer 7% van inwoners van het Vlaams Gewest heeft een andere nationaliteit, terwijl dit in het Waals Gewest bijna 10% is. In België (met Brussel inbegrepen) wordt dit een percentage van 10,6%. Nationaliteit is natuurlijk geen perfecte maatstaf en leent zich niet tot een optimale vergelijking, aangezien de operationalisering van etnisch-culturele minderheid in dit rapport niet noodzakelijkerwijs rekening houdt met de nationaliteit. Vele actoren die in dit rapport beschouwd kunnen worden als etnisch-culturele minderheid hebben immers vaak de Belgische nationaliteit. We kunnen er daarom van uitgaan dat het werkelijke percentage van etnisch-culturele minderheden hoger ligt dan onderstaande cijfers aangeven. De studiedienst van de Vlaamse overheid schatte dat het werkelijke percentage van mensen met allochtone afkomst in Vlaanderen dubbel zo hoog ligt (ongeveer 15%), dan indien enkel de cijfers met betrekking tot nationaliteit in rekening worden genomen. Sociologische studies houden het er dan weer op dat meer dan 20% van de Belgische bevolking van allochtone afkomst is. In ieder geval is ook duidelijk dat er in het Waalse Gewest iets meer mensen met een andere etnische afkomst verblijven dan in het Vlaamse Gewest.

Figuur 18: Percentage Belgen-Andere nationaliteit Vlaams Gewest, Waalse Gewest, België 2012

N=5 897 366 N=453 399 N=33 201 705 N=344 624 N=9 866 884 N=1 169 064

100% 92,9% 90,3% 89,4% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 9,7% 10,6% 10% 7,1% 0% Vlaams Gewest Waals Gewest België

Belgen Andere nationaliteit

Bron: FOD Economie, 2012

27

Naar analogie met het gedeelte inzake genderdiversiteit, gaan we na of de televisiezenders de etnische diversiteit die aanwezig is in de samenleving weerspiegelen in hun programmatie.

Bij wijze van herinnering: ‘etnisch-culturele minderheid’ verwijst naar actoren die werden gecodeerd als afkomstig buiten de EU15. Eerst werd telkens op basis van waarneembare kenmerken nagegaan of de actor al dan niet kan worden beschouwd als Belg. Indien er aanwijzingen waren dat dit niet het geval was, werd dit als dusdanig aangegeven en werd de etnisch-culturele groep verder afgebakend. Hierbij werd telkens aangegeven welke karakteristieken (o.a. culturele en religieuze symbolen, taal/accent, huidskleur, zelfrapportering of rapportering door anderen, context) deze classificering rechtvaardigden. Uiteindelijk werd dan een onderscheid gemaakt tussen actoren afkomstig uit de EU15 en actoren afkomstig van buiten de EU15. De interesse in dit rapport gaat echter vooral uit naar etnisch-culturele minderheden die worden getoond in een Belgische context. Daarom zullen de verdere grafieken in dit rapport enkel de etnisch-culturele minderheden beschouwen waarbij aan dit criterium is voldaan.

Figuur 19 geeft de verhouding weer tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden. We leiden af dat 5% van de actoren die getoond worden op de Vlaamse en Franstalige televisiezenders in een Belgische context kunnen worden beschouwd als etnisch-culturele minderheden. We stellen toch grote verschillen vast tussen de Vlaamse en Franstalige zenders: op de Franstalige zenders La Une en RTL-TVi worden bijna dubbel zoveel etnisch-culturele minderheden (7%) getoond dan op de Vlaamse zenders Eén en VTM (3,9%). Hoewel een perfecte vergelijking niet mogelijk is aangezien de bevolkingsstatistieken werken met het nationaliteitscriterium, blijkt dat etnisch-culturele minderheden worden ondervertegenwoordigd vergeleken met hun werkelijke aandeel in de samenleving (10,6% in de realiteit versus 5,0% op de televisiezenders).

28

Figuur 19: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=137 N=1833 N=125 N=3098 N=262 N=4931 120%

100% 93,0% 96,1% 95,0%

80%

60%

40%

20% 7,0% 3,9% 5,0% 0% Franstalige zenders Vlaamse zenders Allle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Figuur 20 geeft een overzicht van de voornaamste groepen waaruit de etnisch-culturele minderheden getoond op televisie afkomstig zijn. In totaal waren er 262 etnisch-culturele minderheden te zien op de televisiezenders. Algemeen gesproken is de sterkst vertegenwoordigde groep die van etnisch-culturele minderheden afkomstig uit het Midden-en Nabije Oosten, en Noord- Afrika, gevolgd door actoren met zwart-Afrikaanse roots (inclusief Afro-Amerikanen voor zover die voorkwamen in een Belgische context). Slechts een erg klein gedeelte van de etnisch-culturele minderheden is afkomstig uit Zuid- en Centraal-Amerika. Wat de verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders betreft, merken we dat bijna de helft van de etnisch-culturele minderheden op de Franstalige zenders afkomstig zijn uit het Midden-Oosten, Nabije Oosten & Noord-Afrika, terwijl op de Vlaamse zenders er wat meer spreiding is over de verschillende groepen heen. Op de Vlaamse zenders was één op de vier etnisch-culturele minderheden van zwart-Afrikaanse achtergrond, terwijl bijna één op drie afkomstig was uit het Midden-Oosten, Nabije-Oosten & Noord-Afrika. De Franstalige zenders laten ook iets meer actoren die uit Oost-Europa komen aan bod dan de Vlaamse zenders.

29

Figuur 20: Etnisch-culturele Minderheden, voornaamste groepen

N=96 36,6% N=37 Midden-Oosten, Nabije Oosten & Noord- N=59 Afrika 29,6%

N=50 19,1% N=31 Zwart-Afrikaans 24,8% N=19

11,5% N=30 Oost-en Centraal-Europa 9,6% N=12 N=18

9,2% Azië 8,8% N=24 N=11 N=13

8,4% Extra-Europees (Verenigde Staten, Australië, N=22 8,0% etc.) N=10 N=12

4,6% Zuid-en Centraal-Amerika, Natives 3,2% N=12 N=4 N=8 0% 10% 20% 30% 40% 50% Alle zenders Vlaamse zenders Franstalige zenders

Figuur 21 geeft een overzicht van de etnisch-culturele diversiteit per zender. We stellen vast dat RTL- TVi het meeste etnisch-culturele diversiteit toont in diens programmatie, gevolgd door La Une, Eén en VTM. In het algemeen worden er meer etnisch-culturele minderheden getoond op de Franstalige zenders dan op de Vlaamse zenders.

30

Figuur 21: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Zender

N=82 N=1771 N=43 N=1327 N=72 N=991 N=65 N=842 120%

96,9% 93,2% 100% 95,6% 92,8%

80%

60%

40%

20% 6,8% 7,2% 4,4% 3,1% 0% Eén VTM La Une RTL-TVi Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Op Figuur 22 geven we het percentage etnisch-culturele minderheden weer naargelang fictie- of non-fictie. Hieruit wordt duidelijk dat in non-fictie programma’s vaker etnisch-culturele minderheden worden getoond dan in fictieprogramma’s. Het percentage etnisch-culturele minderheden in fictieprogramma’s ligt enorm laag. Het is ook wel zo dat er in het algemeen minder fictieprogramma’s zijn. Wanneer we uitsplitsen naar de Vlaamse en Franstalige zenders blijkt dat deze ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in fictieprogramma’s vooral wordt verklaard door hun lage aantal op de Vlaamse zenders. Fictieprogramma’s op de Vlaamse zenders waren vooral soaps zoals ‘Familie’ of ‘Thuis’, of misdaadseries zoals ‘Aspe’, ‘Salamander’, etc. In zulke programma’s blijkt dus weinig diversiteit te zien. Op de Franstalige zenders komen zelfs meer etnisch-culturele minderheden voor in fictie dan in non-fictie.

31

Figuur 22: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Fictie versus Non-Fictie

N=128 N=1735 N=119 N=1428 N=247 N=4163 N=9 N=98 N=6 N=670 N=15 N=768 120% 93,1% 94,4% 99,1% 98,1% 100% 95,3% 91,6%

80%

60%

40%

20% 6,9% 5,6% 8,4% 4,7% 0,9% 1,9% 0% Franstalig Vlaams Alle zenders Franstalig Vlaams Alle zenders Non-Fictie Fictie Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Figuren 23, 24 en 25 tonen een overzicht van de etnische diversiteit naargelang televisiegenre. Uit de algemene figuur, voor de Vlaamse en Franstalige zenders samen, blijkt dat de genres met het meeste etnisch-culturele diversiteit sportwedstrijden, shows en sketches (al is de steekproefgrootte hier klein) en het weer zijn. Op het journaal wordt, vergeleken met de andere programma’s, ook behoorlijk veel diversiteit getoond. Het valt vooral op dat er erg weinig etnisch-culturele minderheden figureren in soaps, series en films – dit sluit aan bij de vaststelling dat op fictieprogramma’s vooral weinig etnisch-culturele diversiteit wordt getoond. Daarnaast stellen we vast dat er geen omroepers of presentatoren of presentatrices van Lotto en Joker zijn van een andere etnische afkomst; voor het weer blijkt dit wel het geval. Deze gegevens verschillen niet noemenswaardig voor Vlaamse en Franstalige zenders, hoewel blijkt dat de vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden als weerpresentatoren/presentatrices een fenomeen is dat wordt gedragen door de Franstalige zenders. Ook zien we dat op de Vlaamse zenders er een groot percentage is van etnisch-culturele minderheden in documentaires, al dient deze vaststelling in het licht worden bekeken van de beperkte steekproef (N=20).

32

Figuur 23: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre (Alle zenders)

N=47 87,0% Sketch N=7 13,0% N=31 88,6% Sportwedstrijd N=4 11,4% N=84 90,3% Weer N=9 9,7% N=142 91,0% Show N=14 9,0% N=219 93,2% Talkshow N=16 6,8% N=98 94,2% Documentaire N=6 5,8% N=1916 94,0% Journaal N=117 5,7% N=1461 95,1% Magazine N=73 4,8% N=181 95,3% Spelprogramma N=8 4,2% N=87 97,8% Film N=2 2,2% N=198 98,5% Serie N=3 1,5% N=434 99,3% Soap 0,7% N=3

N=27 100,0% Omroeper 0,0% N=0

N=6 100,0% Joker en Lotto 0,0% N=0

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

33

Figuur 24: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre (Vlaamse Zenders)

81,8% N=18 Documentaire 18,2% N=4

88,6% N=31 Sportwedstrijd 11,4% N=4

N=219 93,2% Talkshow 6,8% N=16

N=112 93,3% Spelprogramma 6,7% N=8

N=64 94,1% Show 5,9% N=4

N=1113 95,6% Journaal N=50 4,3% N=805 96,1% Magazine N=33 3,9% N=41 97,6% Film N=1 2,4% N=196 99,0% Serie =2 1,0% N=434 99,3% Soap N=3 0,7% N=47 100,0% Weer N=0 0,0% N=14 100,0% Omroeper N=0 0,0% N=4 100,0% Joker en Lotto N=0 0,0%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

34

Figuur 25: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Genre (Franstalige Zenders)

N=2 66,7% N=1 Serie 33,3%

N=37 80,4% N=9 Weer 19,6%

N=47 87,0% N=7 Sketch 13,0%

N=78 88,6% N=10 Show 11,4%

N=803 91,9% Journaal N=67 7,7%

N=656 94,0% Magazine N=40 5,7%

N=80 97,6% Documentaire N=2 2,4%

N=46 97,9% Film N=1 2,1%

98,6% N=69 Spelprogramma N=0 0,0%

100,0% N=13 Omroeper 0,0% N=0

100,0% N=2 Joker en Lotto 0,0% N=0

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

35

Tot slot beschouwen we Figuren 26, 27 en 28, die het percentage etnisch-culturele minderheden uitgesplitst naargelang programmathema. Muziek, film en cultuur, sport, het weer en koken zijn de thema’s waar het grootste aantal etnisch-culturele minderheden te zien zijn. Het thema ‘actie & oorlog’ houden we buiten beschouwing, aangezien de erg kleine steekproefgrootte (N=3) zich niet leent tot het trekken van representatieve conclusies. Het laagste aantal etnisch-culturele minderheden vinden we terug in programma’s die handelen over natuur en dieren, wonen en interieur, vrije tijd en reizen, lifestyle en drama. Een blik op de afzonderlijke gegevens maakt duidelijk dat, in overeenstemming met de algemene vaststelling dat qua diversiteit Franstalige zenders beter scoren, vooral de Franstalige programma’s verantwoordelijk zijn voor deze conclusies. Op de Franstalige zenders is zelfs een kwart van de actoren die op programma’s voorkomen die handelen over sport een etnisch-culturele minderheid. Voorts valt op dat op de Franstalige zenders etnisch- culturele minderheden vaker voorkomen in programma’s met betrekking tot criminaliteit dan op de Vlaamse zenders.

36

Figuur 26: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema (Alle Zenders)

N=2 N=1 Actie & Oorlog 66,7% 33,3% N=106 Sport 82,2% N=23 17,8% N=36 Wetenschap 90,0% N=2 5,0% N=82 Weer 90,1% N=9 9,9% N=177 Muziek, Film & Cultuur 91,2% N=17 8,8% N=65 Koken 92,9% 7,1% N=5 N=2063 Actualiteit 94,0% 5,7% N=126

N=895 Amusement 94,7% 5,2% N=49

N=39 Royalty 95,1% 4,9% N=2

N=300 Maatschappij 96,8% 3,2% N=10

Criminaliteit 96,8% N=180 3,2% N=6

Wonen & Interieur 96,8% N=61 3,2% N=2

Vrije tijd & Reizen 97,4% N=37 2,6% N=1

Economisch-Financieel 97,9% N=184 2,1% N=4

Lifestyle 98,5% 1,5% N=133 N=2

Drama 99,3% 0,7% N=434 N=3

Natuur & Dieren 100,0% 0,0% N=104 N=0 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

37

Figuur 27: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema (Vlaamse Zenders)

N=2 66,7% Actie & Oorlog N=1 33,3%

87,0% N=67 Sport 13,0% N=10

N=54 91,5% Koken N=5 8,5% N=65 Muziek, Film & 94,2% N=4 Cultuur 5,8% N=772 95,1% N=40 Amusement 4,9%

N=1113 95,6% Actualiteit N=50 4,3% N=140 95,9% N=6 Maatschappij 4,1% N=31 N=1 96,9% Vrije tijd & Reizen 3,1% N=95 97,9% Lifestyle N=2 2,1% N=161 98,2% N=3 Criminaliteit 1,8%

N=434 99,3% Drama N=3 0,7% N=45 100,0% Weer N=0 0,0%

100,0% N=20 Royalty 0,0% N=0

N=81 100,0% Natuur & Dieren N=0 0,0%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

38

Figuur 28: Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden – Thema (Franstalige Zenders)

N=39 Sport 75,0% N=13 25,0% N=37 Weer 80,4% N=9 19,6% N=19 86,4% Criminaliteit N=3 13,6% N=112 Muziek, Film & Cultuur 89,6% N=13 10,4% N=19 Royalty 90,5% N=2 9,5% N=950 Actualiteit 92,2% 7,4% N=76 N=123 Amusement 92,5% 6,8% N=9

N=36 90,0% Wetenschap 5,0% N=2

N=61 Wonen & Interieur 96,8% 3,2% N=2

N=160 Maatschappij 97,6% 2,4% N=4

N=184 Economisch-Financieel 97,9% 2,1% N=4

N=6 Vrije tijd & Reizen 100,0% 0,0% N=0

100,0% N=23 Natuur & Dieren 0,0% N=0

N=38 Lifestyle 100,0% 0,0% N=0

N=11 Koken 100,0% 0,0% N=0

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

39

3.3. Roldiversiteit In dit derde en laatste luik in de resultatensectie, kijken we verder dan de puur numerieke vertegenwoordiging. Hoewel het belangrijk is dat vrouwen en etnisch-culturele minderheden aan bod komen op televisie, is het uiteraard even cruciaal om na te gaan hoe zij gerepresenteerd worden in de media. Het is met andere woorden belangrijk om na te gaan in welke rollen zij getoond worden. Wetenschappelijk onderzoek heeft immers al meermaals aangetoond dat de wijze waarop televisie groepen van mensen in beeld brengt een grote impact kan hebben op processen van beeldvorming, attitudevorming en stereotypevorming in de samenleving. In dit rapport zullen we deze roldiversiteit onderzoeken op twee manieren: enerzijds trachten we na te gaan of er sprake is van ‘framing’, anderzijds gaan we na in welke maatschappelijke rollen vrouwen en etnische minderheden worden getoond, en wat de maatschappelijke waardering is van deze rollen. Indien vrouwen bijvoorbeeld veelal in een rol van huisvrouw worden getoond, of etnisch-culturele minderheden in een criminele rol of in beroepen met een lage(re) maatschappelijke waardering, heeft dit – indien we ervan uitgaan dat media opinies in de samenleving kunnen beïnvloeden – ook gevolgen voor de wijze waarop minderheden gepercipieerd worden in de samenleving. In dit laatste luik is er wel enigszins een beperking in de zin dat we – anders dan bij de numerieke vertegenwoordiging – deze televisierepresentaties van vrouwen en etnisch-culturele minderheden niet kunnen relateren aan de reële trends in de samenleving. We kunnen met andere woorden niet nagaan of de weerspiegeling van minderheden in bepaalde rollen een mediaconstructie is of dat de media louter bepaalde trends in de samenleving weerspiegelen. Indien bijvoorbeeld blijkt dat er enkel mannen worden getoond in het beroep van brandweerman is dit niet noodzakelijkerwijs een vertekening als blijkt dat mannen in de werkelijkheid ook sterk oververtegenwoordigd zijn in deze beroepscategorie.

Framing In dit rapport wordt er gewerkt met zeven frames. Een meer uitgebreide beschrijving van wat de frames exact inhouden, is opgenomen in bijlage 2. We geven hier een kort overzicht: 1. Criminaliteit: iedereen die geassocieerd wordt met criminele activiteiten. Niet enkel daders van misdaden zullen dit frame toegekend krijgen, maar ook andere personen die in een criminele context worden getoond, zoals slachtoffers, advocaten, politieagenten, etc. 2. ‘Ruggengraat’: dit is een frame voor een persoon die zich in een zeer normale, alledaagse context bevindt, en refereert aan iemand die tot de ruggengraat van de samenleving behoort. Het gaat om mensen die regelmatig werken, met een vast inkomen, maar bijvoorbeeld ook studenten, gepensioneerden, etc. vallen hieronder. 3. Fun: Alles wat verwijst naar plezier, amusement, vertier, en dus puur in de vrijetijdssfeer zit.

40

4. ‘Trouble’: dit is een verzamelnaam voor maatschappelijke problemen, en kan worden beschouwd als het omgekeerde van de categorie ‘ruggengraat’. 5. Geweld: iedereen die geassocieerd wordt met geweld, gaande van de geweldplegers tot de slachtoffers van geweld. Het gaat hier in de eerste plaats om fysiek geweld. 6. Religie: iedereen die in verband wordt gebracht met religieuze handelingen, zoals religieuze leiders of gelovigen. Het dragen van religieuze symbolen is op zich niet voldoende, de verwijzing naar religie moet centraal staan. 7. Seksualiteit: iedereen die in verband wordt gebracht met seksuele handelingen, zowel expliciet (erotische scènes) als impliciet (seksuele verwijzingen). Ook alles wat met prostitutie te maken heeft valt hieronder.

Roldiversiteit Bij roldiversiteit gaan we na in welke rollen vrouwen en etnisch-culturele minderheden worden getoond op het televisiescherm. Dit gaat in de eerste plaats om hun socio-economische status en beroepen. We gaan na of minderheden bijvoorbeeld vaker in een socio-economische rol of beroep worden getoond met een lage(re) maatschappelijke waardering. Daarnaast kijken we ook naar de diversiteit qua programmafunctie: zijn er bijvoorbeeld veel presentatoren, nieuwslezers, etc. van het vrouwelijke geslacht of met een andere etnische achtergrond? Vervolgens is er ook aandacht voor het feit of minderheden vaker aan bod komen bij bepaalde thema’s. Komen vrouwen bijvoorbeeld meer aan bod wanneer het gaat over een genderthema? Hetzelfde geldt voor etnisch-culturele minderheden: worden zij vaker getoond wanneer het gaat over een thema inzake etnisch-culturele diversiteit of religieus thema?

I. Genderdiversiteit Frames We starten met na te gaan of vrouwen en mannen vaker geassocieerd worden met één van de zeven opgenomen frames. De gehanteerde werkwijze is als volgt: we selecteerden telkens alle actoren die geassocieerd werden met één van de zeven respectievelijke frames, en zijn vervolgens per frame de genderbalans nagegaan. Dit laat ons toe te onderzoeken wat de karakteristieken zijn van de personen die in de opgenomen frames worden getoond. Deze werkwijze heeft als voordeel dat exact afgeleid kan worden wie er nu precies wordt getoond in welke frames; het nadeel van deze werkwijze is evenwel dat deze geen rekening houdt met de scheve verdeling tussen mannen en vrouwen. Daarom geven we ook de verdeling mannen-vrouwen telkens mee, zodat de lezer hier bij de interpretatie rekening mee kan houden. De balans mannen-vrouwen is, zoals voordien vermeld in dit rapport, 64,5% mannen en 35,5% vrouwen. Het eerste wat opvalt is dat sommige frames, zoals

41

‘Religie’, ‘Seksualiteit’ en ‘Geweld’, in het algemeen erg weinig voorkomen in de geanalyseerde programma’s. De meest voorkomende frames zijn ‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’ en ‘Fun’. Wat de genderbalans betreft concluderen we dat de frames ‘Criminaliteit’, ‘Trouble’, ‘Fun’, ‘Ruggengraat’ en ‘Religie’ vaker geassocieerd worden met mannen dan met vrouwen. Voor het frame ‘Fun’ is de verdeling nog relatief evenredig verdeeld, aangezien vrouwen in 41,9% van de gevallen in dit frame worden getoond. Het enige frame waarin vrouwen vaker worden getoond dan mannen is het frame ‘Seksualiteit’ met 51,4% voor alle frames. Hoewel in absolute aantallen het verschil tussen mannen en vrouwen niet zo groot is, vormt dit – gezien het feit dat vrouwen in het algemeen minder op televisie voorkomen dan mannen – toch een belangrijke vaststelling. Een blik op de gegevens voor de Vlaamse en Franstalige zenders maakt duidelijk dat er weinig verschillen zijn, hoewel op Franstalige zenders de frames ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ meer voorkomen dan op de Vlaamse zenders. Dit is opnieuw te verklaren door de grote hoeveelheid aan Amerikaanse misdaadseries die op La Une en RTL-TVi worden vertoond. Vlaamse zenders tonen dan procentueel gezien weer veel meer mannen in het frame ‘Criminaliteit’ (73,1% van de actoren) dan de Franstalige zenders (68,9% van de actoren).

Figuur 29: Frame Criminaliteit – Genderbalans

N=423 N=191 N=282 N=104 N=705 N=295 80% 68,9% 73,1% 70,5% 70% 60% 50% 40% 31,1% 29,5% 30% 26,9% 20% 10% 0% Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Franstalig Vlaams Alle zenders Man Vrouw

42

Figuur 30: Frame ‘Ruggengraat’ - Genderbalans

N=1632 N=706 N=1778 N=817 N=3410 N=1523 80% 69,8% 68,5% 69,1% 70% 60% 50% 40% 30,2% 31,5% 30,9% 30% 20% 10% 0% Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Franstalig Vlaams Alle zenders Man Vrouw

Figuur 31: Frame ‘Fun’ – Genderbalans

N=453 N=329 N=873 N=627 N=1326 N=956 70% 57,9% 58,2% 58,1% 60%

50% 42,1% 41,8% 41,9% 40%

30%

20%

10%

0% Frame Fun Frame Fun Frame Fun Franstalig Vlaams Alle zenders

Man Vrouw

43

Figuur 32: Frame ‘Trouble’ – Genderbalans

N=137 N=61 N=181 N=88 N=318 N=149 80% 69,2% 68,1% 70% 67,3% 60% 50% 40% 30,8% 32,7% 31,9% 30% 20% 10% 0% Frame Trouble Frame Trouble Frame Trouble Franstalig Vlaams Alle zenders Man Vrouw

Frame 33: Frame ‘Geweld’ - Genderbalans

N=132 N=40 N=92 N=27 N=224 N=67 90% 77,3% 77,0% 80% 76,7% 70% 60% 50% 40% 30% 23,3% 22,7% 23,0% 20% 10% 0% Frame Geweld Frame Geweld Frame Geweld Franstalig Vlaams Alle zenders

Man Vrouw

44

Frame 34: Frame ‘Religie’ – Genderbalans

N=72 N=23 N=66 N=21 N=138 N=44 75,9% 75,8% 80% 75,8% 70% 60% 50% 40% 30% 24,2% 24,1% 24,2% 20% 10% 0% Frame Religie Frame Religie Frame Religie Franstalig Vlaams Alle zenders Man Vrouw

Figuur 35: Frame ‘Seksualiteit’ – Genderbalans

N=27 N=29 N=57 N=60 N=84 N=89 53% 51,80% 52% 51,30% 51,40% 51%

50%

49% 48,70% 48,60% 48,20% 48%

47%

46% Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Franstalig Vlaams Alle zenders

Man Vrouw

Voor het frame ‘Criminaliteit’ is het ook mogelijk om na te gaan in welke specifieke rollen, geassocieerd met criminaliteit, mannen en vrouwen worden getoond. Komen vrouwen bijvoorbeeld vooral voor in de rol van slachtoffer? Zijn mannen oververtegenwoordigd in de daderscategorie? Uit de gegevens op Figuur 36 blijkt dat mannen inderdaad het grootste deel, i.e. bijna 90%, uitmaken

45

van de actoren die in de rol van dader worden getoond. Dit is zowel op de Vlaamse als op de Franstalige zenders het geval. Het zijn dus veelal mannen die op de televisiezenders worden geportretteerd als agressor. Vrouwen vormen in geen enkele categorie de meerderheid, hoewel ze bijna even vaak als mannen in het criminaliteitsframe ‘Gerecht’ worden getoond. Onder ‘Gerecht’ vallen onder andere rechters en magistraten. Dit is opnieuw vergelijkbaar voor de zenders in beide landsdelen. Verder valt ook de aanzienlijke vertegenwoordiging van vrouwen in de categorieën ‘Getuige’ en ‘Slachtoffer’ op. Hoewel mannen nog steeds in de meerderheid zijn in het frame ‘Slachtoffer’, blijkt toch ook dat in één op drie gevallen de slachtofferrol wordt ingevuld door een vrouw. Op de Franse zenders is dit zelfs vier op tien. Opnieuw het feit indachtig dat vrouwen in het algeheel ondervertegenwoordigd zijn op de televisie, vormt dit een belangrijke conclusie. Voorts leiden we uit de grafiek af dat drie op de vier politieagenten in een criminaliteitsframe van het mannelijke geslacht is, en één op de vijf advocaten vrouwen zijn. Ook hier zijn er geen noemenswaardige verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders. Samengevat kunnen we dus stellen dat vooral mannen in een crimineel frame getoond worden. Meer specifiek zijn bijna alle daders die getoond worden op televisie mannen. Vrouwen worden dan weer relatief vaak getoond in de slachtofferrol, hoewel ook mannen hier in de meerderheid zijn.

46

Figuur 36: Specifieke rollen Frame Criminaliteit – Genderbalans

N=39 N=35 Gerecht 52,70% 47,3% N=39 Slachtoffer 58,20% N=28 41,8% N=27 Getuige 60,00% N=18 40,0% N=165 Politie 71,70% N=65 28,3%

Franstalige zenders Franstalige N=54 Advocaat 78,30% N=15 21,7% N=98 Dader 89,10% N=12 10,9% N=19 Gerecht 52,80% N=17 47,2% N=38 Slachtoffer 64,40% N=21 35,6% N=10 Getuige 71,40% N=4 28,6% N=13 Advocaat 81,20% N=3 18,8% Vlaamse zenders Vlaamse N=102 Dader 87,20% 12,8% N=15 N=97 Politie 77% 23,0% N=29 N=58 Gerecht 52,70% 47,3% N=52

N=77 Slachtoffer 61,10% 38,9% N=49

N=37 Getuige 62,70% 37,3% N=22

Politie 73,60% N=97 Alle zenders Alle 26,4% N=29

Advocaat 78,80% N=67 21,2% N=18

Dader 88,10% N=200 11,9% N=27

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Man Vrouw

47

Roldiversiteit In dit gedeelte over roldiversiteit, beschouwen we eerst in welke socio-economische posities mannen en vrouwen worden geportretteerd; vervolgens gaan we na in wat voor soort beroepen mannen en vrouwen worden getoond, en of er een tendens is dat vrouwen vaker in beroepen worden getoond met lage(re) maatschappelijke waardering. Daarnaast bekijken we wat de genderbalans is voor programmafuncties, zoals nieuwslezer, presentator, etc. Tot slot gaan we na of vrouwen vaker aan bod komen wanneer een programma of programma-item handelt over een genderthema. Figuur 34 geeft een overzicht van de socio-economische posities van de actoren, en splitst deze uit naar geslacht. Het valt op dat de enige categorieën waarin mannen en vrouwen ongeveer evenredig voorkomen de categorieën ‘Onbekend’ en ‘Invalide/Kan niet werken’ zijn. De categorie ‘Onbekend’ houdt in dat er geen informatie beschikbaar was over de socio-economische achtergrond van de actor in kwestie. Gezien vrouwen in het algemeen minder aan bod komen op televisie aan mannen, impliceert dit dat er in een groot deel van de gevallen geen informatie is over de socio-economische status van vrouwelijke actoren, of dat zij toch ook vaker getoond worden in de rol van invalide. Wanneer we de cijfers bekijken binnen de categorie van mannen en vrouwen wordt dit bevestigd: van alle mannen op alle zenders is er slechts voor 22,5% geen informatie over de socio-economische status, voor vrouwen is dit 37,3%, i.e. bijna tweemaal zo vaak. Daarnaast worden mannen en vrouwen ook in min of meer gelijke mate getoond in de rol van student of scholier, hoewel hier wel een verschil is tussen de Vlaamse en Franstalige zenders: in Vlaanderen is de balans meer evenwichtig verdeeld. Mannen komen daarentegen veel meer voor in de posities van ‘Werknemer’, ‘Vrije beroepen’, ‘Zelfstandigen’ en ‘Bedrijfsleiders- en managementsfunctie’. Vooral inzake deze laatste categorie, i.e. een categorie die een hoge mate van prestige geniet in de samenleving (zie verder), komen vrouwen erg weinig voor: slechts twee op de tien bedrijfsleiders en managers is van het vrouwelijke geslacht. Daar staat dan weer tegenover dat mannen wel vaker dan vrouwen verschijnen in een werkloze socio-economische situatie. Ook stellen we vast dat vier op de tien gepensioneerden getoond op televisie vrouwen zijn. Een blik op de gegevens voor de Vlaamse en Franstalige zenders leren ons dat vooral aan Franstalige zijde de hoeveelheid vrouwen in bedrijfsleider- en managementfuncties erg laag is (16,1%). Voor de overige socio-economische functies zijn de resultaten voor de Vlaamse en Franstalige zenders grotendeels gelijklopend, en vallen er geen opmerkelijke verschillen te noteren.

48

Figuur 37: Socio-economische status – Genderbalans

50,00% N=1 Invalide/Kan niet werken 50,00% N=1 Onbekend 53,70% N=519 46,30% N=447 N=103 Student (ook scholier) 63,20% 36,80% N=60 69,60% N=1321 Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.) 30,40% N=578 N=86 69,90% Zelfstandigen (Winkeliers, etc.) 30,10% N=37 N=15 71,40% Werkloos 28,60% N=6

Franstalige zenders Franstalige N=268 Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.) 72,40% N=102 27,60% N=12 Gepensioneerde 80,00% N=3 20,00% N=140 83,30% N=28 Bedrijfsleiders en managementsfuncties 16,70% 41,70% Invalide/Kan niet werken 58,30% N=5 N=7 50,90% Onbekend 49,10% N=686 N=661 51,90% Student (ook scholier) 48,10% N=152 N=141 Gepensioneerde 61,10% N=44 38,90% N=28 Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.) 61,30% N=238 38,70% N=150 65,20% N=15 Werkloos 34,80% N=8 Vlaamse zenders Vlaamse N=1539 70,80% Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.) 29,20% N=635 N=98 76,00% Bedrijfsleiders en managementsfuncties 24,00% N=31 N=151 76,30% N=47 Zelfstandigen (Winkeliers, etc.) 23,70% Invalide/Kan niet werken 42,90% 57,10% N=6 N=8 Onbekend 52,10% 47,90% N=1205 55,90% N=1108 Student (ook scholier) 44,10% N=255 N=201 64,40% Gepensioneerde 35,60% N=56 N=31 66,80% Vrije beroepen (Advocaat, Dokter, etc.) 33,20% N=506 N=52

Alle zenders Alle Werkloos 68,20% N=30 31,80% N=14 Werknemer (Arbeider, Bediende, etc.) 70,20% N=2860 29,80% N=1213 73,80% N=237 Zelfstandigen (Winkeliers, etc.) 26,20% N=84 80,10% N=238 Bedrijfsleiders en managementsfuncties 19,90% N=59

Man Vrouw 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%

49

In Figuren 38 tot en met 40 hebben we, voor de actoren waar deze informatie beschikbaar was, een overzicht gemaakt van de verschillende beroepen met daarbij de genderbalans. Deze figuren geven enkel het algemene overzicht weer voor alle zenders, aangezien anders voor sommige beroepen de steekproefgrootte, die nu voor sommige beroepen al klein is, nog lager en dus niet representatief zou zijn. Het doel van deze sectie is om na te gaan of sprake is van genderstereotypes inzake de beroepen waarin mannen en vrouwen worden getoond. Daarnaast willen we ook onderzoeken of er een verschil is tussen mannen en vrouwen qua representatie in rollen met hoge of lage(re) maatschappelijke waardering. Hierover geeft Figuur 41 een indicatie. We zullen ons hier beperken tot de voornaamste en meest opvallende vaststellingen.

Met betrekking tot genderstereotypes stellen we vast dat mannen inderdaad in zogenaamd ‘mannelijke’ beroepen worden getoond, zoals brandweer (100%), chauffeur (100%), bouwvakker (100%), bodyguard/bewaker (100%), arbeider (75,8%), piloot (92,3%), militair (97,8%), mecanicien (100%), landbouwer (83,3%), ingenieur/architect (70,6%), technicus (100%), een religieuze functie (96,6%) en een beroep in de zeevaart (100%). Daarnaast blijkt uit de grafieken ook dat vrouwen vaker worden getoond in zogenaamde ‘vrouwelijke beroepen’, zoals maatschappelijk assistent (66,7%), verpleegster (75,9%), verkoopster (66,7%), stewardess (100%), secretaresse (87,5%), omroepster (100%) en schoonmaakster (76,9%). Over de verschillende zenders heen werden er vier personen getoond die in de prostitutie werkten, en deze waren ook allemaal van het vrouwelijke geslacht. Een enigszins evenredige verdeling tussen mannen en vrouwen is er voor de beroepen van directie school, boekhouder, bediende, leerkracht, student en lid van de koninklijke familie (‘royalty’). Voorts leren grafieken 38 tot en met 40 ons ook dat vrouwen sterk in de minderheid zijn bij managements- en bedrijfsfuncties, de functie van beleidsmaker/politicus, ambtenaar, politie, manager, expert/specialist, zakenman/zakenvrouw, wetenschapper/onderzoeker, voorzitter vakbond en sporter/sportcoach. Deze cijfers geven, ondanks het feit dat niet alle gebaseerd zijn op een even grote steekproef, een sterke indicatie dat genderstereotypering inzake beroepen nog een frequente praktijk is op televisie.

Figuur 41 geeft een overzicht van een selectie aan beroepen, die variëren wat de maatschappelijke waardering betreft. De score voor maatschappelijke waardering is gebaseerd op de “International Socio-Economic Index of Occupational Status” of de zogenaamde “Position Generator’ van M. Van der Gaag, T. A. B. Snijders, H.D. Flap (2004). Deze kan beschouwd worden als een maat voor het maatschappelijk prestige van bepaalde beroepen of ‘occupations’. We hebben de classificatie overgenomen in bijlage 3. Deze classificatie houdt rekening met criteria zoals onderwijs en inkomen. Figuur 40 rangschikt de beroepen van lage naar hoge maatschappelijke waardering, gebaseerd op

50

deze ‘Position Generator’, en geeft daarnaast de genderbalans mee. De vraag is nu of we kunnen afleiden dat mannen bijvoorbeeld vaker in beroepen met een hoge maatschappelijke waardering worden getoond, en vrouwen in beroepen met een lagere maatschappelijke waardering, of net andersom. We kunnen in het algemeen drie vaststellingen doen met betrekking tot deze vraag. Ten eerste is duidelijk dat beroepen met een hogere maatschappelijke waardering geassocieerd worden met een hoog percentage aan mannen: het zijn dus vaker mannen dan vrouwen die getoond worden in deze beroepen. Voor de twee categorieën met de hoogste waardering (advocaat en dokter) is de balans wat evenrediger verdeeld, maar vrouwen zijn wel nog steeds in de minderheid. Ten tweede blijkt dat ook in de beroepen met een gemiddelde maatschappelijke waardering, vrouwen in het algemeen minder worden getoond dan mannen, met uitzondering van de categorieën secretaris/secretaresse, boekhouder en verpleger/verpleegster. Ten derde en tot slot, komen mannen het vaakste voor in de twee beroepen met de laagste maatschappelijke waardering (bouwvakker en arbeider), maar worden vrouwen ook vaker getoond in de laag gewaardeerde beroepen van verkoopster en schoonmaker. De conclusie is dus niet uniform: vrouwen worden wel minder vaak getoond in beroepen met hoge maatschappelijke waardering ten opzichte van mannen, maar de beroepen met de laagste maatschappelijke waardering worden dan ook weer voornamelijk ingevuld door mannen.

51

Figuur 38: Beroepen - Genderbalans (Deel 1)

N=50 N=10 83,3% Landbouwer 16,7% N=33 N=5 86,8% Ambtenaar 13,2% N=97 N=31 86,8% Arbeider bouw 13,2% N=34 89,5% N=4 Voorzitter Vakbond 10,5% N=30 90,9% N=3 Middenveld/Maatschappelijke organisatie 9,1% N=49 91,3% N=29 Expert/Specialist 8,7% N=12 92,3% N=1 Piloot 7,7% N=87 93,5% N=6 Crimineel 6,5% N=240 95,2% N=12 Sporter/Sportcoach 4,8% N=86 96,6% N=3 Religieuze functie 3,4% N=44 97,8% N=1 Militair 2,2% N=11 100,0% N=0 Technicus 0,0% N=14 100,0% N=0 Zeevaart 0,0% N=2 100,0% N=0 Mecanicien 0,0% N=3 100,0% N=0 Postbode 0,0% N=14 100,0% Bodyguard/Bewaker 0,0% N=0 N=6 100,0% Arbeider bouw 0,0% N=0 N=26 100,0% Brandweer 0,0% N=0

100,0% N=15 Chauffeur 0,0% N=0

100,0% N=7 Conciërge 0,0% N=0

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Man Vrouw

52

Figuur 39: Beroepen – Genderbalans (Deel 2)

N=90 Zelfstandigen/Uitbaters/Winkeliers 66,7% 33,3% N=45

N=8 Makelaar 66,7% 33,3% N=4 N=256 Artistieke beroepen 66,7% 33,3% N=128 N=148 Advocaat/Juridisch 67,9% 32,1% N=70 N=189 Presentator/Presentatrice 69,5% 30,5% N=83 N=24 Ingenieur/Architect 70,6% 29,4% N=10 N=17 Ambachten (Kapper, Slager, Bakker, etc.) 70,8% 29,2% N=7 N=5 Producer 71,4% 28,6% N=2 N=3 Projectcoördinator/Projectleider 75,0% 25,0% N=1 N=212 Politie 75,4% 24,6% N=102 N=41 Horeca (Bar-, en zaalpersoneel) 75,9% 24,1% N=13 N=20 Manager 76,9% 23,1% N=6 N=7 Informatie-technicus 77,8% 22,2% N=2 N=178 Directie bedrijf 79,8% N=45 20,2% N=62 Kok 80,5% N=15 19,5% N=415 Beleidsmaker/Politicus 80,7% N=99 19,3% N=118 Wetenschapper/Onderzoeker 80,8% N=28 19,2% N=13 Zakenman/Zakenvrouw 81,2% N=3 18,8% N=29 Vakbondsmilitant 82,9% N=6 17,1% N=15 Gids 83,3% N=3 16,7%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Man Vrouw

53

Figuur 40: Beroepen – Genderbalans (Deel 3)

N=0 Prostituee 0,0% N=4 100,0% N=0 Steward/Stewardess 0,0% N=4 100,0% N=0 Omroeper 0,0% N=28 100,0% N=1 Secretaris/Secretaresse 12,5% N=7 87,5% N=3 Schoonmaker 23,1% 76,9% N=10 N=13 Verpleger/Verpleegster 24,1% 75,9% N=41 N=5 Dienaar 31,2% 68,8% N=11 N=14 Verkoper/Verkoopster 33,3% 66,7% N=28 N=37 Weerman/Weervrouw 33,3% 66,7% N=74 N=2 Maatschappelijk assistent 33,3% 66,7% N=4

N=2 Vertaler/Tolk 40,0% 60,0% N=3

Bediende 43,7% N=45 56,3% N=58

Directie school 45,6% N=10 54,4% N=12

Boekhouder 50,0% N=1 50,0% N=1

Royalty 54,2% N=39 45,8% N=33

Consultant/Adviseur 54,5% N=6 45,5% N=5

Werkloos 56,7% N=17 43,3% N=13

Leekracht 57,7% N=41 42,3% N=30

Journalist 60,3% N=255 39,7% N=168

Dokter 60,8% N=115 39,2% N=74

Woordvoerder/Marketing/Communicatie 63,5% N=61 36,5% N=35 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Man Vrouw

54

Figuur 41: Maatschappelijke Waardering Beroepen – Genderbalans

0,0% N=0 Bouwvakker 100,0% N=6 24,2% N=31 Arbeider 75,8% N=97

Schoonmaker 76,9% N=10 23,1% N=3

Verkoper/Verkoopster 66,7% N=28 33,3% N=14

Postbode 0,0% N=0 100,0% N=3

Landbouwer 16,7% N=10 83,3% N=50 19,5% Kok 80,5% N=15 N=62 75,9% Verpleger/Verpleegster 24,1% N=41 N=13 33,3% Artistieke beroepen 66,7% N=128 N=256 Secretaris/Secretaresse 87,5% 12,5% N=7 N=1 Boekhouder 50,0% 50,0% N=1 N=1 Politie 24,6% 75,4% N=102 N=313 Mechanicien 0,0% 100,0% N=0 N=2 13,2% Ambtenaar 86,8% N=5 19,2% N=33 Wetenschapper/Onderzoeker 80,8% N=28 10,5% N=118 Voorzitter Vakbond 89,5% N=4 23,1% N=34 Manager 76,9% N=6 20,2% N=20 Directie bedrijf 79,8% N=45 22,2% N=178 Informatie Technicus 77,8% N=2 29,4% Ingenieur/Architect 70,6% N=7 19,3% N=10 Beleidsmaker/Politicus 80,7% N=24 39,2% N=99 Dokter 60,8% N=415

N=74 Advocaat/Juridisch 32,1% 67,9% N=115

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% N=70 Vrouw Man N=148

55

Vervolgens is het interessant om na te gaan of er een verschil is qua genderbalans in de verschillende leeftijdscategorieën. Men zou immers kunnen verwachten dat het stereotype dat vooral jonge vrouwen op het scherm worden getoond, van toepassing zou zijn. Zijn vrouwen inderdaad jonger dan mannen? Figuur 42 vormt een sterke aanwijzing dat dit inderdaad het geval is. Het percentage vrouwen daalt naarmate de leeftijd stijgt; de enige uitzondering hier is de categorie ‘80+ - hoge leeftijd’, maar hier is de steekproefgrootte niet groot genoeg om valabele conclusies te trekken. Vrouwen komen het meest aan bod in de categorie tieners en jong volwassenen, en het minste in de categorieën ‘volwassene’ en ‘middelbaar’. Verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders zijn beperkt; op de Vlaamse zenders zijn vrouwen in de categorie ‘tieners’ in de meerderheid ten opzichte van mannen, in de Franstalige zenders maken vrouwen meer dan 50% uit van de jongvolwassenen. De scheve verdeling tussen mannen en vrouwen wederom indachtig, draagt dit sterk bij tot de conclusie dat vrouwen in het algemeen op een jongere leeftijd worden getoond dan mannen.

56

Figuur 42: Leeftijd – Genderbalans

N=253 48,2% N=272 19-29 (Jongvolwassene) 51,8% N=4 50,0% N=4 80+ (Hoge Leeftijd) 50,0% N=29 60,4% N=19 0-12 (Kind) 39,6% N=1393 65,5% N=734 30-49 (Volwassene) 34,5% N=62 70,5% N=26 13-18 (Tiener) 29,5% Franstalige zenders Franstalige N=99 74,4% N=34 65-80 (Senior) 25,6% N=613 78,6% 50-64 (Middelbaar) 21,4% N=167 N=70 45,2% 13-18 (Tiener) 54,8% N=85

53,7% N=373 19-29 (Jongvolwassene) 46,3% N=322

58,8% N=10 80+ (Hoge Leeftijd) 41,2% N=7

61,7% N=1490 30-49 (Volwassene) 38,3% N=925

0-12 (Kind) 62,8% N=59 Vlaamse zenders Vlaamse 37,2% N=35

65-80 (Senior) 68,0% N=157 32,0% N=74

50-64 (Middelbaar) 74,6% N=759 25,4% N=259

19-29 (Jongvolwassene) 51,3% N=626 48,7% N=594 54,3% 13-18 (Tiener) 45,7% N=132 N=111 56,0% 80+ (Hoge Leeftijd) 44,0% N=14 N=11 62,0% 0-12 (Kind) 38,0% N=88 N=54

Alle zenders Alle 63,5% 30-49 (Volwassene) 36,5% N=2883 N=1659 65-80 (Senior) 70,3% 29,7% N=256 N=108 50-64 (Middelbaar) 76,3% 23,7% N=1372 N=426 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%

Man Vrouw

57

Een ander aspect van roldiversiteit dat in dit rapport wordt bekeken, zijn de programmafuncties waarin mannen en vrouwen voorkomen. Figuur 43 geeft een overzicht. Vrouwen maken de meerderheid uit van de nieuwslezers en weerpresentatoren; wanneer we de gegevens beschouwen voor de Vlaamse en Franstalige zenders afzonderlijk, wordt duidelijk dat het vooral La Une en RTL-TVi zijn die verantwoordelijk zijn voor deze vaststelling. Op de Vlaamse zenders zijn mannelijke nieuwslezers en weerpersonen nog in de meerderheid, hoewel de balans redelijk evenwichtig is verdeeld. Veelal mannelijke categorieën zijn dan weer ‘presentator’, ‘discussiedeelnemer’, ‘redenaar’ (i.e. iemand die een toespraak geeft of een betoog houdt, bijvoorbeeld op een persconferentie), ‘verslaggever, stand-up’ en ‘interviewsubject’. Het feit dat vrouwen minder aan bod komen als interviewsubject wordt mede verklaard door hun lage aanwezigheid in de televisiejournaals, het programma bij uitstek waar mensen worden getoond in de rol van interviewsubject. Voorts is de verdeling van mannelijke en vrouwelijke performers relatief evenredig verdeeld. Op de duidelijke hoge vrouwelijke vertegenwoordiging van vrouwen als nieuwslezer en weerpresentatoren na, zijn de conclusies voor de Vlaamse en Franstalige zenders niet fundamenteel verschillend. In vrijwel iedere categorie komen vrouwen op de Franstalige zenders wel meer aan bod dan op de Vlaamse zenders.

58

Figuur 43: Programmafunctie – Genderbalans

10,9% N=5 Weerman/Weervrouw 89,1% N=41 42,1% N=16 Nieuwslezer 57,9% N=22 N=49 49,5% Performer 50,5% N=50 N=33 50,8% Kandidaat in een spel 49,2% N=32 N=71 59,7% Presentator 40,3% N=48 N=12 60,0% Panellid 40,0% N=8 N=2 66,7% Onderwerp van een portret 33,3% N=1 N=1093

Franstalige zenders Franstalige 70,0% Interviewsubject 30,0% N=468 N=103 70,5% Discussiedeelnemer 29,5% N=43 N=54 75,0% Verslaggever/Stand-up 25,0% N=18 N=69 80,2% Redenaar 19,8% N=17 45,8% Kandidaat in een spel 54,2% N=38 N=45 50,7% Onderwerp van een portret 49,3% N=36 N=35 51,8% Nieuwslezer 48,2% N=43 N=40 52,5% Weerman/Weervrouw 47,5% N=32 N=29 56,4% Performer 43,6% N=101 N=78 58,3% N=21 Panellid 41,7% N=15 Verslaggever/Stand-up 58,4% N=66 41,6% N=47 Vlaamse zenders Vlaamse Discussiedeelnemer 63,1% N=106 36,9% N=62 Presentator 68,9% N=133 31,1% N=60 Interviewsubject 70,2% N=1160 29,8% N=492 Redenaar 82,7% N=139 17,3% N=29 Weerman/Weervrouw 34,6% 65,4% N=37 Kandidaat in een spel 48,0% N=70 52,0% N=71 Nieuwslezer 48,8% N=77 51,2% N=59 Onderwerp van een portret 51,4% N=62 48,6% N=38 Performer 54,0% N=36 46,0% N=150 Panellid 58,9% N=128 41,1% N=33 64,9% N=23

Alle zenders Alle Verslaggever/Stand-up 35,1% N=120 Presentator 65,4% N=65 34,6% N=204 66,6% N=108 Discussiedeelnemer 33,4% N=209 70,1% N=105 Interviewsubject 29,9% N=2253 81,9% N=960 Redenaar 18,1% N=208 N=46 Man Vrouw 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 59

Tot slot bekijken we in Figuur 44 of vrouwen vaker dan mannen aan bod komen wanneer een programma (enkel non-fictie) handelt over een genderthema. Met een genderthema bedoelen we dat het programma of programma-item expliciet handelt over genderproblematiek; voorbeelden zijn nieuwsitems waar het succes van quota’s worden onderzocht, of waar wordt gesproken over de loonkloof tussen mannen en vrouwen. Hoewel de resultaten met enige omzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd omwille van de beperkte steekproefgrootte, blijkt dit inderdaad het geval te zijn, hoewel dit zeker geen uitgesproken trend is. Een blik op de afzonderlijke resultaten voor de Vlaamse en Franstalige zenders, leert overigens dat dit grotendeels een evolutie is die wordt gedragen door La Une en RTL-TVi. Op de Vlaamse zenders is bijna 70% van de actoren in een programma of item met een genderthema van het mannelijke geslacht; op de Franstalige zenders is de verdeling tussen mannen en vrouwen net andersom. Voor dit fenomeen lijkt er niet meteen een duidelijke verklaring te zijn. In het algemeen blijken genderthema’s overigens slechts erg sporadisch aan bod te komen, en daardoor kunnen deze cijfers uiteraard aan toeval te wijten zijn.

Figuur 44: Genderthema – Genderbalans

N=4 N=11 N=9 N=4 N=13 N=15 80% 73,3% 69,2% 70%

60% 53,6% 50% 46,4% 40% 30,8% 30% 26,7% 20% 10% 0% Genderthema Genderthema Genderthema Franstalig Vlaams Alle zenders

Man Vrouw

60

II. Etnisch-culturele diversiteit Frames Naar analogie met het gedeelte over genderdiversiteit, gaan we eerst na wie op de televisiezenders geassocieerd wordt met de verschillende frames: meer bepaald onderzoeken we hier hoeveel etnisch-culturele meerderheden (EU15) worden getoond in deze frames, ten opzichte van etnisch- culturele minderheden (niet-EU15). Voor deze analyses hebben we, in tegenstelling met de analyses inzake gender, enkel de actoren die getoond worden in een Belgische context in rekening genomen. De werkwijze is dezelfde als inzake het gedeelte over genderdiversiteit: we selecteerden alle actoren die geassocieerd werden met het frame in kwestie, en gingen daarna de verhouding na wat de etnisch-culturele achtergrond van de actoren betreft. Het is hierbij belangrijk om te vermelden dat in het algemeen op alle televisiezenders heen er veel meer etnisch-culturele meerderheden werden getoond (4931 of 94,8%) dan etnisch-culturele minderheden (262 actoren of 5,0%). Dit dient de lezer in het achterhoofd te houden bij deze analyses.

Uit onderstaande figuren is ten eerste duidelijk dat in geen van de gevallen er meer etnisch-culturele minderheden worden getoond dan etnisch-culturele meerderheden, wat– gezien de algemene kleinere vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden, zie boven – logisch is. Indien we bekijken in welke frames etnisch-culturele minderheden dan het vaakste worden getoond, blijken dit de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’ te zijn: 10% van de personen die getoond worden in het frame ‘Trouble’ en 13,6% van de actoren getoond in het frame ‘Religie’ zijn etnisch-culturele minderheden. We kunnen dus stellen dat etnische minderheden in deze frames, gezien etnische minderheden slechts 5% uitmaken van de actoren in een Belgische context, vaker voorkomen dan we zouden verwachten op basis van hun totale aantal over alle zenders heen. Opvallend is de erg lage vertegenwoordiging ook van etnisch-culturele minderheden in de frames ‘Geweld’, ‘Seksualiteit’ en ‘Ruggengraat’. Indien we de frames apart bekijken voor de Franstalige en Vlaamse zenders, stellen we toch enkele grote verschillen vast. Vooral op de Franstalige zenders worden etnisch-culturele minderheden erg vertegenwoordigd in de frames ‘Trouble (16,9% tegenover 7,1% voor de Vlaamse zenders) en ‘Religie’ (17,9% tegen 9,7% op de Vlaamse zenders). De lage vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in het frame ‘Ruggengraat’ blijkt dan weer voornamelijk te verklaren door de Vlaamse zenders waar slechts 2,7% van de actoren in dit frame een andere etniciteit hebben. Natuurlijk dienen we bij deze conclusies opnieuw in rekening te brengen dat Franstalige zenders in totaal meer mensen met een andere etnische achtergrond tonen dan Vlaamse zenders (7% versus 3,9%). Ook is niet overal de steekproef even groot.

61

Figuur 45: Frame ‘Criminaliteit’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=5 N=109 N=10 N=211 N=15 N=320

120% 95,6% 95,5% 95,5% 100%

80%

60%

40%

20% 4,4% 4,5% 4,5% 0% Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Frame Criminaliteit Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Figuur 46: Frame ‘Ruggengraat’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=67 N=1215 N=50 N=1811 N=117 N=3026

120% 97,3% 96,3% 100% 94,8%

80%

60%

40%

20% 5,2% 2,7% 3,7% 0% Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Frame Ruggengraat Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

62

Figuur 47: Frame ‘Fun’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=27 N=357 N=45 N=1067 N=72 N=1424

120% 96,0% 100% 93,0% 95,2%

80%

60%

40%

20% 7,0% 4,0% 4,8% 0% Frame Fun Frame Fun Frame Fun Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Figuur 48: Frame ‘Trouble’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=11 N=54 N=11 N=143 N=22 N=197

100% 92,9% 90,0% 90% 83,1% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 16,9% 20% 7,1% 10,0% 10% 0% Frame Trouble Frame Trouble Frame Trouble Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

63

Figuur 49: Frame ‘Geweld’ – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-culturele Meerderheden

N=0 N=8 N=0 N=62 N=0 N=70

120% 100,0% 100,0% 100,0% 100%

80%

60%

40%

20%

0% Frame Geweld Frame Geweld Frame Geweld Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Figuur 50: Frame ‘Religie’ Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-culturele Meerderheden

N=5 N=23 N=3 N=28 N=8 N=51 100% 90,3% 86,4% 90% 82,1% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 17,9% 20% 13,6% 9,7% 10% 0% Frame Religie Frame Religie Frame Religie Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

64

Figuur 51: Frame ‘Seksualiteit’ - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=0 N=6 N=1 N=61 N=1 N=67 120% 100,0% 98,4% 98,5% 100%

80%

60%

40%

20% 0,0% 1,6% 1,5% 0% Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Frame Seksualiteit Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

Net zoals in het gedeelte over genderdiversiteit, kunnen we het frame ‘Criminaliteit’ ook meer in detail bekijken, en nagaan in welke rollen geassocieerd met criminaliteit etnisch-culturele minderheden worden getoond. Uit de frames bleek alvast dat etnisch-culturele minderheden nooit worden getoond in het frame ‘Geweld’, en dat 4,5% van de actoren in het frame ‘Criminaliteit’ een andere etniciteit heeft. Grafiek 52 geeft de verhouding etnisch-culturele minderheden en etnisch- culturele meerderheden weer voor de rollen geassocieerd met criminaliteit: ‘Politie’, ‘Advocaat’, ‘Getuige’, ‘Dader’, ‘Gerecht’ en ‘Slachtoffer’. Ten eerste blijkt uit de gegevens dat etnisch-culturele minderheden in het algemeen erg weinig worden getoond in gezaghebbende functies die verantwoordelijk zijn voor ordehandhaving. Er zijn bijvoorbeeld geen etnisch-culturele minderheden die worden getoond in de rol van rechter of magistraat (frame ‘Gerecht’) en ook in de rol van advocaat of politieagent komen ze relatief weinig voor. Ten tweede stellen we vast dat over alle zenders heen etnisch-culturele minderheden het vaakst getoond worden in de rol van dader en slachtoffer: 8% van de daders op de televisiezenders betrof een etnisch-culturele minderheid, voor slachtoffers is dit 3,9%. Ten derde blijkt dat er geen etnisch-culturele minderheden worden getoond in de rol van getuige. Deze conclusies moeten opnieuw enigszins genuanceerd worden, aangezien voor sommige rollen (o.a. ‘Getuige’) de steekproefgrootte klein is. Wat de verschillen tussen Vlaamse en Franstalige zenders betreft, kan worden genoteerd dat vooral op de Franstalige zenders er een groot aantal etnisch-culturele minderheden worden getoond in de rol van ‘Dader’ (13,3% versus 6,8%) en ‘Slachtoffer’ (8,3% versus 2,6%). Vooral op de Vlaamse zenders worden geen etnisch- culturele minderheden getoond in gezaghebbende rollen, zoals ‘Politie’, ‘Advocaat’ en ‘Gerecht”. ‘

65

Figuur 52: Specifieke rollen Frame Criminaliteit – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele meerderheden

N=68 Dader 93,2% N=5 6,8% N=38 Slachtoffer 97,4% N=1 2,6% N=67 Politie 100,0% N=0 0,0% N=13 Advocaat 100,0% N=0

Alle zenders Alle 0,0% N=4 Getuige 100,0% N=0 0,0% N=31 Gerecht 100,0% 0,0% N=0 N=68 Dader 93,2% 6,8% N=5

N=38 Slachtoffer 97,4% 2,6% N=1

N=67 Politie 100,0% 0,0% N=0

N=13 Advocaat 100,0% 0,0% N=0 Vlaamse zenders Vlaamse Getuige 100,0% N=4 0,0% N=0

Gerecht 100,0% N=31 0,0% N=0

Dader 86,7% N=13 13,3% N=2

Slachtoffer 91,7% N=11 8,3% N=1

Advocaat 95,7% N=22 4,3% N=1

Politie 96,2% N=25 3,8% N=1 Franstalige zenders Franstalige Getuige 100,0% 0,0% N=3 N=0

Gerecht 100,0% 0,0% N=26 N=0 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

66

Roldiversiteit Dit gedeelte handelt, naar analogie met het gedeelte over genderdiversiteit, over de verschillende rollen waarin etnisch-culturele minderheden worden getoond. We beschouwen hier opnieuw de socio-economische status, de maatschappelijke waardering van beroepen, de programmafuncties en het al dan niet voorkomen van etnisch-culturele minderheden bij bepaalde thema’s.

Figuur 53 handelt over de socio-economische positie van de actoren; hier is de vraag wat de verhouding is tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden. We brengen in herinnering dat in het algemeen meer etnisch-culturele meerderheden op televisie verschijnen dan etnisch-culturele minderheden (95% versus 5% over alle zenders heen). We gaan daarom na in welke socio-economische posities etnisch-culturele minderheden het vaakste voorkomen. We beschouwen eerst de algemene trends over alle zenders heen. Ten eerste blijkt dat etnisch-culturele minderheden amper voorkomen in de rol van ‘Gepensioneerde’, ‘Invalide’ en ‘Werkloze’, hoewel ook dient opgemerkt dat voor deze laatste twee categorieën de steekproef redelijk klein is om valabele conclusies te trekken. Ten tweede is duidelijk dat etnisch-culturele minderheden bij uitstek aan bod komen als ‘Studenten’ of ‘Scholieren’; in combinatie met hun afwezigheid in de rol van ‘Gepensioneerde’, kunnen we hier dus uit afleiden dat etnisch-culturele minderheden op televisie vaak worden getoond op jonge leeftijd. Ten derde blijkt dat ze erg weinig voorkomen in de functie van ‘Bedrijfsleider en Manager’ en in ‘Vrije beroepen’, hoewel ze dan wel weer in verhouding met hun aantal van 5% op televisie worden getoond als ‘Zelfstandige’. Wanneer we vervolgens de trends afzonderlijk bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders blijkt dat vooral de Vlaamse zenders verantwoordelijk zijn voor de lage vertegenwoordiging van etnisch- culturele minderheden in de functies van ‘Bedrijfsleider en Manager’ en in ‘Vrije beroepen’. Er werd zelfs geen enkele bedrijfsleider of manager op deze zenders getoond met een andere etniciteit. Op de Franstalige zenders valt dan weer vooral het hoge percentage ‘Studenten’ of ‘Scholieren’ op met een andere etnisch-culturele achtergrond; 15% van de studenten op de Franstalige televisie betrof een etnisch-culturele minderheid. Op de Franstalige zenders worden etnisch-culturele minderheden ook relatief vaker getoond als ‘Zelfstandigen’ en in ‘Vrije beroepen’, maar ook hier komen ze relatief weinig voor in de functie van ‘Bedrijfsleider en Manager’.

67

Figuur 53: Socio-economische status-Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch- culturele Meerderheden

94,2% N=1341 Onbekend 5,8% N=83 N=67 100,0% Gepensioneerde 0,0% N=0 N=281 90,6% Student (ook scholier) 9,4% N=29 N=236 97,9% Bedrijfsleiders en managementsfuncties 2,1% N=5 N=226 95,0% Zelfstandigen (winkeliers,…) 5,0% N=12 N=360

Alle zenders Alle Vrije beroepen (advocaat, dokter,… 97,0% N=10 2,7% N=2393 Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…) 95,1% N=123 4,9% N=9 Invalide/kan niet werken 100,0% N=0 0,0% N=18 100,0% N=0 Werkloos 0,0% 96,1% N=878 Onbekend 3,8% N=35 N=60 100,0% Gepensioneerde 0,0% N=0 N=207 92,8% Student (ook scholier) 7,2% N=16 N=107 100,0% Bedrijfsleiders en managementsfuncties 0,0% N=0 N=154 95,7% N=3 Zelfstandigen (winkeliers,…) 4,3% N=237 98,8% N=3 Vrije beroepen (advocaat, dokter,… 1,3% Vlaamse zenders Vlaamse N=1434 Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…) 95,7% N=64 4,3% N=9 N=0 Invalide/kan niet werken 100,0% 0,0% N=12 100,0% N=0 Werkloos 0,0% N=463 90,6% Onbekend 9,4% N=48 N=7 100,0% Gepensioneerde 0,0% N=0 N=74 85,1% Student (ook scholier) 14,9% N=13 N=129 96,3% Bedrijfsleiders en managementsfuncties 3,7% N=5 N=72 Zelfstandigen (winkeliers,…) 93,5% N=5 6,5% N=123 94,6% N=7

Franstalige zenders Franstalige Vrije beroepen (advocaat, dokter,… 5,4% N=959 Werknemer (arbeider, bediende, ambtenaar,…) 94,2% N=59 5,8% N=6 100,0% N=0 Werkloos 0,0%

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

68

In tegenstelling tot het gedeelte inzake genderdiversiteit beperken we ons hier enkel tot een overzicht van de verhouding van etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden in enkele beroepen om na te gaan of er een patroon is met betrekking tot de maatschappelijke waardering van beroepen. De reden hiervoor is dat er onvoldoende etnisch-culturele minderheden voorkomen om deze op te delen in vele verschillende beroepscategorieën, op zulke wijze dat er nog relevante conclusies kunnen worden getrokken. Daarom beperken we ons hier enkel tot een grafiek die enkele beroepscategorieën rangschikt volgens maatschappelijke waardering, met daarbij per beroepscategorie de verhouding tussen etnisch-culturele minderheden en etnisch-culturele meerderheden. We herinneren er de lezer opnieuw aan dat de verdeling tussen beide groepen erg scheef verdeeld is; het is dus normaal dat in iedere beroepscategorie er steeds meer etnisch- culturele meerderheden worden getoond. We maken hier ook geen onderscheid meer tussen Vlaamse en Franstalige zenders, maar tonen enkel een overzicht voor alle televisiezenders. De vraag die hier centraal staat is of etnisch-culturele minderheden bijvoorbeeld relatief vaak getoond worden in rollen met een lage(re) maatschappelijke waardering. Deze maat voor maatschappelijke waardering is gebaseerd op criteria zoals inkomen en opleiding die vereist zijn voor deze jobs. Wanneer we Figuur 54 beschouwen, die de beroepen volgens hoge naar lage waardering rangschikt, wordt duidelijk dat er niet echt een eenduidig patroon valt waar te nemen inzake representatie van etnisch-culturele minderheden in de verschillende beroepscategorieën. Wat de voornaamste conclusie blijkt te zijn is vooral dat er in het algemeen erg weinig etnisch-culturele minderheden zijn die voorkomen in een professionele rol; dit bleek al uit het feit dat ze vooral erg sterk werden vertegenwoordigd in de categorie van student. Dit is op zichzelf natuurlijk ook al een belangrijke conclusie. Er is dus niet echt sprake van een duidelijk en systematisch patroon waarbij etnisch- culturele minderheden worden getoond in de beroepscategorieën met de lage(re) maatschappelijke waardering. Toch is duidelijk dat bijvoorbeeld in de drie beroepscategorieën met de hoogste maatschappelijke waardering (‘Dokter’, ‘Voorzitter Vakbond’ en ‘Ingenieurs en Architecten’) etnisch- culturele minderheden amper voorkomen. Daarnaast valt op dat ze wel iets vaker worden getoond in de rol van ‘Beleidsmaker/Politicus’, en dat ze ook vaker voorkomen in de midden categorieën, zoals bijvoorbeeld in de rol van ‘Leerkracht’ of ‘Verkoper/Verkoopster’. Tot slot valt ook op dat in de categorie met de laagste waardering volgens de gebruikte classificatie, met name die van ‘Schoonmakers’, één op de vier actoren in deze rol een etnisch-culturele minderheid betreft.

69

Figuur 54: Beroepen Maatschappelijke Waardering – Verhouding Etnisch-culturele Minderheden versus Etnisch-culturele Meerderheden

99,0% N=98 Dokter 1,0% N=1

N=36 100,0% Voorzitter Vakbond N=0 0,0% N=29 100,0% N=0 Ingenieur/Architect 0,0%

N=336 95,7% Beleidsmaker/Politicus N=15 4,3%

90,7% N=49 Leerkracht 9,3% N=5

N=161 95,8% Directie bedrijf N=7 4,2% N=105 Wetenschapper/Onderzo 97,2% N=3 eker 2,8%

N=111 99,1% Politie N=1 0,9%

92,6% N=25 Verkoper/Verkoopster 7,4% N=2

N=48 100,0% Landbouwer N=0 0,0%

100,0% N=24 Verpleger/Verpleegster 0,0% N=0

N=46 95,8% Kok N=2 4,2%

75,0% N=9 Schoonmaker 25,0% N=3

0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%

Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

70

Vervolgens werpen we een blik op de programmafuncties waarin etnisch-culturele minderheden voornamelijk worden getoond. Indien we op Figuur 55 kijken naar de gegevens voor alle zenders, valt ten eerste op dat er erg weinig etnisch-culturele minderheden voorkomen in de rol van presentator. De meest voorkomende programmafuncties voor etnisch-culturele minderheden zijn “Panelleden” (14,3%) en “Onderwerp van een portret” (14,1%), al dient vermeld dat de steekproef redelijk klein is voor die eerste categorie. Bovendien blijkt dat er ook een relatief grote vertegenwoordiging is van etnisch-culturele minderheden als “Weerman/Weervrouw”, en ook in de rol van ‘Performer’ blijken etnisch-culturele minderheden relatief vaak op televisie te figureren. Wat de categorie “Nieuwslezers” en “Verslaggever/Stand-up” betreft, noteren we toch ook dat ze redelijk goed vertegenwoordigd zijn. Indien we de gegevens echter afzonderlijk bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders, merken we echter wel redelijk wat verschillen op. Vooral op de Franstalige zenders komen etnisch-culturele minderheden voor in de rol van “Nieuwslezer” en “Weerman/Weervrouw”; op de Vlaamse zenders zijn er geen weerpresentatoren of nieuwslezers van andere etnisch-culturele afkomst. Voorts valt het erg grote percentage etnisch-culturele minderheden op in de programmafunctie van “Panellid”, maar de kleine steekproefgrootte geeft aan dat deze vaststelling dient genuanceerd te worden. De Vlaamse zenders laten daarentegen dan weer meer etnisch-culturele minderheden aan bod als “Verslaggever/Stand-up” dan de Franstalige zenders. Wat het percentage presentatoren betreft, zijn de conclusies echter zeer gelijklopend voor zowel de Vlaamse als Franstalige zenders: presentatoren van een andere etnisch-culturele achtergrond zijn zeer zeldzaam.

71

Figuur 55: Programmafunctie –Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

85,7% N=18 Panellid 14,3% N=3 Onderwerp van een portret 85,7% N=42 14,3% N=7 Weerman/Weervrouw 90,7% N=97 9,3% N=10 Performer 91,7% N=110 8,3% N=10 92,9% Verslaggever/Stand-up 7,1% N=104 N=8 93,0% Nieuwslezer 7,0% N=106 N=8 Redenaar 93,5% N=87 Alle zenders Alle 6,5% 94,0% N=6 Interviewsubject 6,0% N=2319 95,1% N=147 Discussiedeelnemer 4,9% N=231 Kandidaat in een spel 95,7% N=12 4,3% N=89 Presentator 99,2% N=4 0,8% N=264 84,8% N=2 Onderwerp van een portret 15,2% 88,9% Verslaggever/Stand-up 11,1% N=39 N=7 92,0% Performer 8,0% N=56 94,0% N=7 Kandidaat in een spel 6,0% N=69 94,2% N=6 Discussiedeelnemer 5,8% N=63 Redenaar 94,3% N=4 5,7% N=114 Interviewsubject 95,1% N=7 4,9% N=66 Vlaamse zenders Vlaamse 99,3% N=4 Presentator 0,7% N=1192 100,0% Panellid 0,0% N=61 N=152 100,0% Weerman/Weervrouw 0,0% N=1 100,0% N=10 Nieuwslezer 0,0% N=0 72,7% N=61 Panellid 27,3% N=0 Nieuwslezer 76,5% N=80 23,5% N=0 Weerman/Weervrouw 78,3% 21,7% N=8 91,1% N=3 Performer 8,9% N=26 91,3% Redenaar 8,7% N=8 N=36 92,5% Interviewsubject 7,1% N=10 95,9% N=41 Discussiedeelnemer 4,1% N=4 N=21

Franstalige zenders Franstalige 98,0% Verslaggever/Stand-up 2,0% N=2 Presentator 99,1% N=1127 0,9% N=86 Onderwerp van een portret 100,0% N=117 0,0% N=5 100,0% N=48 Kandidaat in een spel 0,0% N=1 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% N=112 Etnisch-culturele meerderheden Etnisch-culturele minderheden

72

Tot slot bekijken we in Figuren 56 en 57 of etnisch-culturele minderheden vaker aan bod komen, wanneer een programma of programma-item expliciet handelt over een thema inzake etnisch- culturele diversiteit (bv. immigratie, integratie, racisme, etc.) of een religieus thema (bv. hoofddoekendebat, pausverkiezing). Uit Figuur 56 blijkt dat meer dan één op de vier actoren (28,9%) getoond in een programma en/of programma-item met een thema over etnisch-culturele diversiteit inderdaad een etnisch-culturele minderheid betreft. Gezien de sterke algemene ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden in het nieuws, wil dit zeggen dat zenders – indien het gaat over een zulk thema – toch proberen om ervoor te zorgen dat mensen met een andere etnisch-culturele afkomst een stem krijgen. Een blik op de gegevens voor de Vlaamse en Franstalige zenders maakt duidelijk dat Vlaamse zenders etnische minderheden iets meer aan het woord laten dan Franstalig zenders; daar is ongeveer één op de drie actoren een etnisch-culturele minderheid. Tot slot blijkt uit Figuur 57 dat bijna één op de vijf actoren (17,2%) in een programma of programma-item waar religie centraal staat behoort tot een etnisch-culturele minderheidsgroep. Hier blijkt er wel een groot verschil tussen de Vlaamse (12,2%) en Franstalige zenders (22,7%).

Figuur 56: Thema Etnisch-culturele Diversiteit - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=10 N=33 N=18 N=36 N=28 N=69

90% 76,7% 80% 71,1% 70% 66,7% 60% 50% 40% 33,3% 28,9% 30% 23,3% 20% 10% 0% Thema Etnisch-culturele Thema Etnisch-culturele Thema Etnisch-culturele Diversiteit Diversiteit Diversiteit Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

73

Figuur 57: Religieus Thema - Verhouding Etnisch-culturele Minderheden en Etnisch-culturele Meerderheden

N=10 N=34 N=6 N=43 N=16 N=77

100% 87,8% 90% 82,8% 77,3% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 22,7% 17,2% 20% 12,2% 10% 0% Religieus Thema Religieus Thema Religieus Thema Franstalig Vlaams Alle zenders

Etnisch-culturele minderheden Etnisch-culturele meerderheden

74

5. Samenvatting & Conclusie

Dit rapport heeft tot DOEL inzicht te bieden in de zichtbare diversiteit op het scherm: . Enerzijds wil het antwoord geven op de vraag of vrouwen en etnisch-culturele minderheden op proportionele wijze worden getoond op televisie in vergelijking met hun werkelijke aandeel in de samenleving; . Anderzijds wil het nagaan in welke rollen vrouwen en etnisch-culturele minderheden gerepresenteerd worden. Worden zij bijvoorbeeld geassocieerd met bepaalde ‘frames’, of worden zij vaker getoond in socio-economische posities of beroepen met een lage(re) maatschappelijke waardering of in stereotypebevestigende rollen?

De gehanteerde METHODOLOGIE is de volgende: er werd een inhoudsanalyse uitgevoerd van veertien willekeurig gekozen opnamedagen van de Vlaamse zenders ‘Eén’ en ‘VTM’, en de Franstalige zenders ‘La Une’ en ‘RTL-TVi’. De geselecteerde opnamedagen waren gespreid over de tijd en vormden samengestelde weken om de impact van eventuele atypische gebeurtenissen tot een minimum te beperken. Alle actoren die communicerend in beeld kwamen op de primetime televisieprogramma’s (i.e. van 18 tot 23u) van deze veertien opnamedagen werden gecodeerd. Het gehanteerde codeboek is gebaseerd op dat van de ‘Diversiteitsmonitor’, die in het kader van de VRT Beheersovereenkomst 2012-2016 de hoeveelheid zichtbare diversiteit op het scherm onderzoekt. De voornaamste variabelen waren geslacht, etniciteit, leeftijd, socio-economische status en de ‘frames’ (‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’, ‘Fun’, ‘Trouble’, ‘Geweld’, ‘Religie’ en ‘Erotiek).

De RESULTATEN vallen uiteen in drie secties: (1) Algemene gegevens, (2) Numerieke vertegenwoordiging van vrouwen en etnisch-culturele minderheden, en (3) Roldiversiteit.

(1) ALGEMENE GEGEVENS In totaal werden 178 programma’s gecodeerd, i.e. 273 uren aan gecodeerde televisie, die resulteerden in 8363 actoren. De verdeling qua actoren tussen de verschillende zenders was tamelijk evenwichtig. Op Eén komen beduidend meer actoren voor dan op de andere zenders, en ook worden op de Vlaamse zenders meer actoren getoond dan op de Franstalige zenders. Non-fictieprogramma’s maken ongeveer driekwart uit van alle televisieprogramma’s, terwijl een kwart van alle programmatie fictie betreft. Het percentage non-fictie ligt hoger op de publieke zenders dan op de private zenders. De meest voorkomende programmagenres betreffen magazines, het weerbericht,

75

het journaal en series. Wat de programmathema’s betreft stellen we vast dat de meest voorkomende thema’s onder andere het weer, amusement, actualiteit en criminaliteit waren.

(2) NUMERIEKE VERTEGENWOORDING VAN VROUWEN EN ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN Wat de numerieke vertegenwoordiging van VROUWEN betreft op televisie, stellen we vast dat deze niet in verhouding is met het werkelijke aandeel vrouwen in de samenleving. Waar vrouwen 51% uitmaken van de Belgische samenleving, maken ze slechts 35,5% uit van alle actoren die op televisie figureren. Mannen maken daarentegen 49% uit van de Belgische bevolking, maar 64,5% van de actoren die getoond worden op televisie is van het mannelijke geslacht. Mannen worden met andere woorden sterk oververtegenwoordigd. Op de Franstalige zenders worden iets meer vrouwen getoond op het televisiescherm dan op de Vlaamse zenders, maar het verschil is klein. Vrouwen worden iets meer evenredig vertegenwoordigd in fictieprogramma’s dan in non-fictieprogramma’s; het zijn vooral de Vlaamse fictieprogramma’s die hiervoor verantwoordelijk zijn. Het grootste aantal vrouwen vinden we op VTM, gevolgd door Eén, RTL-TVi en La Une. Op geen enkele zender zijn de vrouwelijke actoren in de meerderheid. Voorts blijkt er sprake te zijn van zogenaamde ‘genderspecifieke’ genres, aangezien mannelijke actoren bijvoorbeeld veel prominenter zijn in sportwedstrijden en documentaires. Verrassend is dat ook in het journaal slechts een erg klein percentage aan vrouwelijke actoren aan bod komt. De meest ‘vrouwelijke’ genres zijn dan het weerbericht, ‘Joker en Lotto’ en de categorie ‘omroepers’, die volledig bestaat uit vrouwen. Hier zijn er weinig verschillen te bemerken tussen de Vlaamse en Franstalige zenders. Tot slot, blijken ook zogenaamde ‘mannelijke’ en ‘vrouwelijke’ thema’s te bestaan: mannelijke actoren hebben het overwicht in programma’s die handelen over actie en oorlog, sport, wetenschap, actualiteit, criminaliteit en economie en financiën, waar vrouwelijke actoren in de meerderheid zijn in lifestyle programma’s en programma’s inzake muziek, film en cultuur. Ook hier zijn de resultaten voor de Vlaamse en Franstalige zenders gelijklopend.

Wat de numerieke vertegenwoordiging van ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN betreft, beperken we de analyse tot etnisch-culturele minderheden die in een Belgische context werden getoond. Bevolkingsstatistieken onderschatten stelselmatig het aantal etnisch-culturele minderheden aangezien nationaliteit gebruikt wordt als criterium. Een percentage van 7,1% van de inwoners van het Vlaams Gewest heeft een andere nationaliteit, in het Waals Gewest is dit 9,7% en in heel België (met Brussel inbegrepen) 10,6%. Het werkelijke percentage etnisch-culturele minderheden ligt echter wellicht veel hoger. Indien we enkel de Belgische context bekijken kan slechts 5% beschouwd worden als etnisch-culturele minderheid, in dit rapport gedefinieerd als actoren afkomstig buiten de EU15. Ook etnisch-culturele minderheden worden ondervertegenwoordigd op het scherm. Wanneer

76

we de gegevens apart bekijken voor de Vlaamse en Franstalige zenders, stellen we vast dat de Franstalige zenders bijna dubbel zoveel etnisch-culturele minderheden aan bod laten komen dan de Vlaamse zenders. Dit sluit aan bij de meer diverse realiteit in Franstalig België. Actoren afkomstig uit het Midden- en Nabije oosten en Noord-Afrika, en actoren van zwart-Afrikaanse afkomst maken het grootste deel uit van de etnisch-culturele minderheden die worden getoond. Wat de verdeling per zender betreft, is duidelijk dat RTL-TVi het meeste etnisch-culturele diversiteit toont, gevolgd door La Une, Eén en VTM. Ook stellen we vast dat het overgrote deel van de etnisch-culturele minderheden wordt getoond in non-fictieprogramma’s; vooral in de Vlaamse fictieprogramma’s die zich in een Belgische context afspelen komen erg weinig etnisch-culturele minderheden aan bod. De genres met het meeste kleur zijn sportwedstrijden, shows en sketches. Weinig diversiteit vinden we dan weer in soaps, series en films. Tot slot komen etnisch-culturele minderheden het vaakst aan bod bij de thema’s sport, muziek, film en cultuur, het weer en koken en het minst in programma’s over natuur en dieren, wonen en interieur, lifestyle, vrije tijd en drama. Er zijn enkele verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders, maar deze blijven al bij al relatief beperkt; in het algemeen weerspiegelen ze dezelfde trends.

(3) ROLDIVERSITEIT GENDER Wat de GENDERBALANS in de verschillende FRAMES betreft, stellen we vast dat de frames ‘Criminaliteit’, ‘Ruggengraat’, ‘Trouble’ en ‘Religie’ veel vaker geassocieerd worden met mannen dan met vrouwen, terwijl het genderevenwicht enigszins evenredig is voor het frame ‘Fun’. Het enige frame waarin vrouwen vaker worden getoond dan mannen is het frame ‘Seksualiteit’, hoewel het verschil in absolute cijfers niet erg groot is. Er zijn weinig verschillen tussen de Vlaamse en Franstalige zenders. Het frame ‘Criminaliteit’ werd meer gedetailleerd bekeken. Hieruit blijkt dat bijna alle daders op televisie van het mannelijke geslacht zijn. Vrouwen vormen in geen enkele categorie de meerderheid, maar worden wel vaak in het frame ‘Gerecht’ getoond. Voorts valt ook hun aanzienlijke vertegenwoordiging op in de categorieën ‘Getuige’ en ‘Slachtoffer’: de slachtofferrol wordt in één op de drie gevallen ingevuld door een vrouw. In het algemeen kunnen we stellen dat mannen veel vaker in een crimineel frame worden getoond dan vrouwen.

Qua ROLDIVERSITEIT blijkt dat vrouwen relatief vaak worden getoond in de socio-economische positie van ‘invalide/kan niet werken’; ook is de socio-economische status van vrouwen vaak onbekend. Mannen daarentegen komen veel vaker voor in de posities van ‘werknemer’, ‘vrije beroepen’, ‘zelfstandigen’ en ‘bedrijfsleiders- en managementsfunctie’. Vooral in deze laatste categorie zijn vrouwen amper vertegenwoordigd. Mannen verschijnen dan weer vaker in een

77

werkloze positie. Deze resultaten verschillen niet fundamenteel voor de Vlaamse en Franstalige zenders. Met betrekking tot genderstereotypes in beroepen stellen we vast dat mannen vaak in zogenaamd ‘mannelijke’ beroepen worden getoond, zoals brandweer, bouwvakker en militair, en vrouwen in zogenaamd ‘vrouwelijke’ beroepen, zoals verpleegster, secretaresse en schoonmaakster. Voorts blijkt uit de analyses dat vrouwen minder vaak getoond worden in beroepen met hoge maatschappelijke waardering ten opzichte van mannen, maar dat de beroepen met de laagste maatschappelijke waardering dan ook weer vooral worden ingevuld door mannen. Daarnaast impliceren de gegevens dat vooral jongere vrouwen op het scherm worden getoond: het percentage vrouwen daalt, naarmate de leeftijd stijgt. Vervolgens is, met betrekking tot programmafuncties, duidelijk dat vrouwen vooral in de rol van nieuwslezers en weerpresentatoren worden getoond. Mannelijke categorieën zijn dan weer ‘presentator’, ‘discussiedeelnemer’, ‘redenaar’, ‘verslaggever/stand-up’ en ‘interviewsubject’. De conclusies voor de Vlaamse en Franstalige zenders zijn niet fundamenteel verschillend. Tot slot blijken vrouwen vaker dan mannen aan bod te komen wanneer een programma een genderthema behandelt, al blijkt dit bij nadere analyse een evolutie die vooral wordt gedragen door de Franstalige zenders.

ETNISCH-CULTURELE DIVERSITEIT Wat de verhouding tussen ETNISCH-CULTURELE MINDERHEDEN en ETNISCH-CULTURELE MEERDERHEDEN in de FRAMES betreft, merken we op dat etnisch-culturele minderheden het vaakste getoond worden in de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’, hoewel in alle frames etnisch-culturele meerderheden – gezien hun algehele oververtegenwoordiging – in de meerderheid zijn. Vooral op de Franstalige zenders worden ze getoond in deze frames. Voorts vermelden we dat etnisch-culturele minderheden amper vertegenwoordigd worden in de frames ‘Seksualiteit’, ‘Geweld’ en ‘Religie’. Wat de specifieke criminaliteitsframes betreft, stellen we vast dat etnisch-culturele minderheden zelden gerepresenteerd worden in de rol van ordehandhavers (politie, advocaat of magistraat). Het vaakst worden ze getoond in het frame ‘Dader’ en ‘Slachtoffer’, een trend die vooral uitgesproken is op de Franstalige zenders.

Inzake ROLDIVERSITEIT blijkt dat etnisch-culturele minderheden amper voorkomen in de socio- economische status van gepensioneerde, invalide en werkloze. Etnisch-culturele minderheden worden bij uitstek getoond in de rol van student of scholier; etnisch-culturele minderheden blijken dus vooral voor te komen op jonge leeftijd. Ook kunnen we afleiden dat slechts een erg klein percentage van de bedrijfsleiders- en managers en personen met vrij beroep getoond op televisie worden ingevuld door etnisch-culturele minderheden. Op de Franstalige zenders worden meer etnisch-culturele minderheden getoond, en komen ze ook vaker voor in de functie van zelfstandige

78

en in vrije beroepen. Op de Vlaamse zenders komt dan weer geen enkele keer een etnisch-culturele minderheid voor in de functie van bedrijfsleider- en manager. Indien we nagaan of etnisch-culturele minderheden bijvoorbeeld vaker getoond worden in beroepen met een lage(re) maatschappelijke waardering, blijkt dat met betrekking hiertoe geen eenduidige conclusie kan worden getrokken. De voornaamste conclusie lijkt te zijn dat er erg weinig etnisch-culturele minderheden worden getoond in beroepen op televisie om systematische trends uit te concluderen. Het valt echter wel op dat in de drie functies met de hoogste maatschappelijke waardering er geen etnisch-culturele minderheden vertegenwoordigd zijn, en dat het hoogste percentage etnisch-culturele minderheden werden getoond in de beroepscategorie met het laagste prestige. Wat de programmafuncties betreft, komen etnisch-culturele minderheden vooral voor in de rol van panellid, onderwerp van een portret, weerman/weervrouw en performer. Vooral op Franstalige zenders zijn etnisch-culturele minderheden goed vertegenwoordigd in de functie van nieuwslezer en weerman/weervrouw. Zowel op de Vlaamse als de Franstalige zenders zijn er weinig presentatoren van een andere etnisch- culturele achtergrond. Tot slot blijkt dat, indien een programma of programma-item handelt over een thema inzake etnisch-culturele diversiteit en inzake religie, etnisch-culturele minderheden prominent aan bod komen.

Uit het bovenstaande kunnen we een aantal belangrijke ALGEMENE CONCLUSIES trekken. . Ten eerste valt op dat zowel vrouwen als etnisch-culturele minderheden niet proportioneel met hun werkelijke aandeel in de samenleving voorkomen op televisiezenders; beiden worden ondervertegenwoordigd op televisie. Dit geldt zowel voor publieke als commerciële zenders, en zowel voor de Vlaamse als Franstalige zenders. We stellen echter wel vast dat er verschillen zijn naargelang programmasoort: het probleem van ondervertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden blijkt vooral hardnekkig voor Vlaamse fictieprogramma’s, en vrouwen blijken vooral in de journaals ondervertegenwoordigd. . Ten tweede blijkt uit de inhoudsanalyse dat er verschillende elementen terug te vinden zijn van stereotypering én counter-stereotypering. Met betrekking tot gender blijken er bijvoorbeeld erg duidelijk genderspecifieke genres en thema’s te bestaan, en ook het stereotype dat vooral jonge vrouwen op het scherm een kans krijgen wordt bevestigd. Hierbij dient wel tegelijk vermeld dat deze stereotypering eveneens geldt voor mannelijke actoren: ook mannen worden met beroepscategorieën geassocieerd die in de maatschappij eerder als ‘mannelijk’ worden aangemerkt, en zo zijn het ook vooral mannen die met criminaliteit worden geassocieerd. Er is dus zeker geen eenzijdig patroon waar te nemen waarbij vrouwen steevast op negatieve wijze in beeld worden gebracht, terwijl mannen vooral in een positief daglicht worden gesteld. Mannelijke actoren worden dan wel vaak getoond in beroepen met

79

een hoge maatschappelijke waardering, ook in de beroepen met de laagste maatschappelijke waardering maken zij de meerderheid uit. Het verhaal met betrekking tot gender is dus een genuanceerd verhaal, en valt niet louter te herleiden tot een beeld waarbij mannen over de hele lijn positief worden neergezet op televisie. Ook met betrekking tot etnisch-culturele minderheden zijn er aantal stereotypes die worden bevestigd. Etnisch-culturele minderheden blijken vaker jonger. Ook worden ze vaker dan we op basis van hun aantal op televisie zouden verwachten gelinkt aan de frames ‘Trouble’ en ‘Religie’. Daarnaast is het meest voorkomende criminaliteitsframe voor etnisch-culturele minderheden dat van daders. Anderzijds kan niet onomwonden gesteld worden dat ze systematisch op een negatieve wijze in beeld worden gebracht; zo werden ze bijvoorbeeld absoluut niet geassocieerd met geweld, en worden ze niet systematisch gelinkt aan de beroepen met lage(re) maatschappelijke waardering. De conclusie lijkt veeleer te zijn dat etnisch-culturele minderheden veelal afwezig zijn. Anderzijds worden ze ook niet uitgesproken in positieve frames getoond. Zowel voor etnisch-culturele diversiteit als genderdiversiteit kunnen we dus besluiten dat er zeker nog stereotypebevestigende elementen aanwezig zijn, maar dat daar tegenover ook voorbeelden staan die tegen deze stereotypes ingaan. Uiteraard vormen de frames en de analyses met betrekking tot roldiversiteit die in dit rapport werden uitgevoerd slechts een eerste, algemene stap. Dit rapport poogt enkel algemene tendensen in kaart te brengen, een meer diepgaande analyse zou een meer gedetailleerde en kwalitatieve aanpak van coderen vereisen. Sommige conclusies dienen ook te worden bekeken in het licht van een beperkte steekproef. . Ten derde is één van de belangrijkste bijdragen van dit rapport dat zowel Vlaamse als Franstalige zenders werden geanalyseerd, wat een vergelijking mogelijk maakt. Algemeen kan worden gesteld dat de belangrijkste trends gelijklopend zijn op de Vlaamse en Franstalige zenders. Toch zijn er enkele nuanceverschillen te bemerken. Hoewel etnisch- culturele minderheden zowel op de Vlaamse als Franstalige zenders ondervertegenwoordigd zijn, blijken de Franstalige zenders toch meer actoren aan bod te laten met een andere etnisch-culturele achtergrond. Inzake genderdiversiteit scoren de Vlaamse zenders dan weer lichtjes beter. Ook is duidelijk dat aan Franstalige kant etnisch-culturele minderheden al sneller de weg naar bepaalde programmafuncties hebben gevonden; getuige daarvan dat er aan Franstalige zijde meer weerpresentatoren, nieuwslezers, etc. zijn die behoren tot een etnisch-culturele minderheid. De Franstalige samenleving is natuurlijk iets diverser dan de Vlaamse samenleving en dit komt blijkbaar ook tot uiting op het televisiescherm. . Ten vierde maakt dit rapport, althans met betrekking tot de hoeveelheid genderdiversiteit en etnisch-culturele diversiteit die getoond wordt op het scherm, duidelijk dat er weinig

80

verschillen zijn tussen publieke en private zenders. Inzake genderdiversiteit blijken de commerciële zenders bijvoorbeeld iets meer genderdiversiteit te tonen dan de publieke zenders; en wat de hoeveelheid etnisch-culturele diversiteit betreft, scoort de commerciële zender RTL-TVi het hoogst. . Een vijfde en laatste punt betreft de interactie tussen de maatschappelijke realiteit en de media. Dit rapport richt zich op hoe televisie de gender- en etnisch-culturele diversiteit weerspiegelt. Met betrekking tot de hoeveelheid gender- en etnisch-culturele diversiteit kan aan de hand van een objectieve maatstaf worden bepaald of de media maatschappelijke trends weerspiegelt: hier kan de televisie dus worden afgezet tegen de realiteit. Dit is echter niet mogelijk voor alle kwesties die in dit rapport aan bod komen. Indien we bijvoorbeeld vaststellen dat de televisie enkel of voornamelijk mannelijke brandweerlui toont, vormt dit natuurlijk niet noodzakelijkerwijs een vertekening door de media als blijkt dat in de praktijk het genderevenwicht ongelijk verdeeld is in deze beroepscategorie. In dat geval weerspiegelt de media enkel de maatschappelijke realiteit.

81

6. Bijlages

Bijlage 1: Codeboek

Access-bestand codeerschema

Dit is het Access-formulier die een overzicht geeft van de te coderen variabelen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen fictie en non-fictie. De te coderen programma’s zijn allemaal primetime (18u tot 23u).

82

Gegevens per uitzending De gegevens in het bovenste kader zijn identiek voor elke actor van de desbetreffende uitzending. Voer deze gegevens in voor de eerste actor, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch aangevuld.

ID Niet aanpassen. Wordt automatisch berekend door Access. Codeur Niet aanpassen. Iedere codeur heeft een code. Programmacode FICTIE + NON-FICTIE Voer de programmacode in (11 cijfers). Datum FICTIE + NON-FICTIE Vul de datum in aan de hand van de datumwijzer of voer het manueel in volgens: DD/MM/JJJJ Zender FICTIE + NON-FICTIE Eén, VTM, La Une of RTL-TVi Programmanaam FICTIE + NON-FICTIE Voer de programmanaam in. Programmaduur Voer de duur van het programma in (in minuten). Dit is de duur zoals vermeld in de TV-gids. Gegevens per actor Wat is een actor? Een actor is iemand die zichtbaar communiceert. Een actor communiceert en komt tegelijkertijd in beeld. Onder communiceren verstaan we het overbrengen van een boodschap. Meestal zal dit verbaal zijn (spreken, roepen of zingen), maar ook gebarentaal telt mee. Achtergrondgeluid en geroezemoes tellen niet mee. Groepen kunnen niet gecodeerd worden als actor. . Bij fictie moet een actor slechts één keer gecodeerd worden in hetzelfde programma. . Bij non-fictie (informatieprogramma’s, quiz, etc.) worden de actoren op itemniveau gecodeerd (bv. Het Journaal of Terzake). Daarbij is het mogelijk dat een actor (bv. Yves Leterme) bijvoorbeeld driemaal in hetzelfde programma gecodeerd wordt omdat die actor in drie verschillende items aan bod is gekomen. Presentatoren, dus ook de nieuwslezers, moeten maar één keer gecodeerd worden.

Actoren die zingen (solo of duet/band), worden ook als actor gecodeerd. Niet: koor, bv. Scala tijdens optreden. Wel: solo van zangeres van Scala tijdens optreden.

83

Een regel bij ondertitelde programma’s: als een actor zulke korte tussenkomst heeft dat zijn of haar woorden niet zijn ondertiteld, dan beschouwen we hem of haar niet als een actor. Deze regel mogen we niet te strikt beschouwen. Wanneer de ondertiteling om technische redenen wegvalt, spreekt het voor zich dat de sprekende en zichtbare personages wel als actoren worden beschouwd. Aard van het Programma FICTIE + NON-FICTIE Fictie of Non-fictie Zodra deze variabele is ingevuld, wordt deze bij de volgende formulieren binnen dezelfde codering automatisch aangepast. Naam Actor FICTIE + NON-FICTIE Naam of beschrijving. Als er geen naam wordt gegeven, wordt een korte beschrijving gegeven van de actor. Dit is nodig om de codering te kunnen vergelijken met de dubbelcodering ervan. Er dient te worden gecodeerd in de volgorde dat de actoren aan bod komen in het programma. Functie Actor FICTIE + NON-FICTIE Meestal kan dit in één woord. Vaak gaat het om een beroep of een bepaalde rol in een situatie. Voorbeelden zijn ‘Woordvoerder NMBS’, ‘Kind’, ‘Slachtoffer’, ‘Premier’, ‘Moeder van X’, ‘Zoon van Y’, etc. Locatie FICTIE + NON-FICTIE In welk land (niet: regio of stad) bevindt de actor zich op het moment dat hij of zij voor het eerst in beeld komt? Als landen niet bekend zijn, dienen continenten te worden gebruikt. Bij programma’s waar het land niet van toepassing is (bv. fantasielanden), wordt ‘Niet van toepassing’ ingevuld. Voorbeeld: ‘Bumba’, ‘Plop’, etc. Maar bijvoorbeeld ‘Mega Mindy’ en ‘Samson en Gert’ spelen zich duidelijk wel af in België, dus hier moet ‘België’ worden aangeduid. Geslacht Actor FICTIE + NON-FICTIE Man, Vrouw of Onbekend Etniciteit Actor FICTIE + NON-FICTIE Dit rapport werkt met het begrip ‘etnisch-culturele minderheid’ in haar rapportering. Een etnisch-culturele minderheid wordt – in navolging van de Vlaamse wetgeving - formeel gedefinieerd als ‘een persoon met een nationaliteit van een land buiten de EU, of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van buiten de EU.’ Er wordt tevens een opdeling gemaakt tussen de oorspronkelijke 15 EU- leden en de nieuwe EU-lidstaten die zijn toegetreden tot de Europese Unie na 2004. Dat is natuurlijk niet altijd even gemakkelijk te bepalen op basis van een televisieprogramma. Vaak heb je enkel indicaties (zoals naam, taal/accent, huidskleur, context, zelfrapportering of rapportering door anderen) die erop wijzen dat iemand aan dat profiel zou kunnen voldoen.

In eerste instantie dient de codeur een keuze te maken tussen twee mogelijke situaties:

84

. Ofwel de ‘basiscategorie’ (Belg: Nederlandstalig/Franstalig): dit refereert aan actoren waarvoor in de gecodeerde uitzending geen duidelijke aanwijzingen te vinden zijn, zoals huidskleur, taal/accent of culturele en religieuze symbolen, dat de persoon een andere afkomst heeft. Ongeveer 80 % van de actoren zal tot deze categorie behoren. Er hoeft verder niets worden aangeduid, en er kan meteen verder gegaan worden naar de variabele leeftijd. Bijvoorbeeld: ‘Wim De Vilder’, ‘Jenny uit Thuis’, ‘Kaatje van Ketnet’, etc.

. Ofwel ‘andere’ (alle andere categorieën) aanduiden. In dat geval moet je die etniciteit aanduiden en de selectievakjes aanvinken die horen bij de reden waarom je deze actor in die etniciteit gecodeerd hebt.

Samengevat: Stap 1: Gaat het om een Belg (Nederlandstalig of Franstalig)? JA – vink aan: ‘Basiscategorie’ (Einde van blok etniciteit) NEE – vink aan: ‘Andere’ - Ga verder naar stap 2 en stap 3

Stap 2: Kies etniciteit uit de onderstaande lijst.

Te coderen Etniciteit: . Wit - Europees : West-Europees – EU/EER (Bv. Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Ierland , Zweden, Denemarken, Finland, Oostenrijk, etc.); . Wit - Europees : Oost-Europees – EU (Bv. Polen, Hongarije, Slovenië, Letland, Estland, Litouwen, Tsjechië, Bulgarije, Roemenië, etc.); . Wit - Europees : Extra-EU (Bv. Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Albanië, USA, Australië, etc.) (Bij twijfel tussen bij Oost-Europese actoren: indien geen duidelijke aanwijzing van nationaliteit van een EU-lidstaat aanwezig is, coderen als Wit Extra – EU); . Zwart Afrikaans : Afrikaans (niet Noord-Afrika); . Zwart Afrikaans : Afro Amerikaans (Noord-Amerika); . Zwart Afrikaans : Centraal-Amerikaans (Bv. Antillen, Jamaica, Suriname, Haïti, etc.); . Zwart Afrikaans : Niet gespecifieerd; . Aziatisch : Aziatisch-Amerikaans; . Aziatisch : Indisch (Bv. India, Pakistan); . Aziatisch : Noord – en Centraal Azië Bv. (China, Japan, Mongolië, Kazachstan, Turkmenistan, etc.) . Aziatisch : Zuidoost Azië (Bv. Filippijnen, Vietnam, Cambodja, etc.) . Aziatisch : Niet gespecifieerd

85

. Mediterraan : Maghreb (Bv. Marokko, Tunesië, Algerije, Libië, etc.) . Mediterraan : Zuid-Europa - EU (Bv. Spanje, Cyprus, Italië, Griekenland, Portugal, etc.) . Mediterraan : Nabije Oosten (Bv. Turkije, Syrië, Egypte, Libanon, etc.) . Midden-Oosten (Bv. Irak, Iran, Saoedi-Arabië, Afghanistan, etc.) . Noord-Amerikaans: Native Americans (Indianen) . Zuid-Amerikaans: Latino, Hispanic, Puerto Rico (inwoners van de USA) . Zuid-Amerikaans: Niet gespecifieerd . Arctisch . Anders (Bv. Fantasiefiguren) . Mix van etniciteiten, . Onbekend

Stap 3: Vink de selectievakjes aan die aangeven waarom je de actor gecodeerd hebt als niet behorend tot de Belgische meerderheidsgroep. Meerdere selectievakjes aanvinken kan zeker (is zelfs waarschijnlijk). ‘President Barack Obama’ zal bijvoorbeeld zowel op basis van huidskleur, taal, naam en afhankelijk van de programma-inhoud van dit specifieke fragment eventueel ook context en nog andere kenmerken gecodeerd worden als ‘Zwart-Afrikaans - Afro-Amerikaans’. Bij ‘Melvin van Ketnet’ wordt waarschijnlijk enkel huidskleur aangeduid, de andere dummy’s zijn bij hem niet van toepassing.

Als ‘Mitt Romney’ op televisie verschijnt (de Amerikaanse Republikeinse presidentskandidaat tijdens de Verkiezingen van 2012), wordt deze eerst gecodeerd in de ‘Wit – Extra Europees’ categorie. Daarna wordt aangegeven hoe hij afwijkt van de dominante meerderheidsgroep. Dat is niet door zijn huidskleur, wel spreekt hij Engels (auditief), heeft hij een Amerikaanse naam (naam) en zie je hem in het filmpje in een meeting van de Republikeinen in de Verenigde Staten (context).

Alle selectievakjes die van toepassing zijn dienen dus steeds worden aangeduid.

Een aanwijzing moet duidelijk zijn. Dat betekent dat de gewone kijker het eenvoudig moet kunnen opmerken (zien, horen), en wellicht ook de betreffende actor als een mogelijke ‘etnisch-culturele minderheid’ zou kunnen beschouwen.

Volgende criteria gelden: . Huidskleur: aanvinken als huidskleur niet wit is. Dit is vaak de meest opvallende reden.

86

. Andere visuele kenmerken: hoofddoek of traditionele kleding, etc. die duidelijk aangeven (geen twijfelgevallen) dat er hier sprake kan zijn van een etnisch-culturele minderheid. Huidskleur hier niet meer meetellen (dat doe je bij de eerste dummy ‘huidskleur’). . Auditief/taal/accent: als het accent of de taal aanwijzingen geeft. . Naam: als de naam (voor- of achternaam) duidelijk verwijst naar een andere afkomst. Bij twijfel: niet coderen. . Context: Soms kan de specifieke situatie of locatie een goede aanwijzing zijn. . Zelfrapportering door de actor (Bv. ‘Mijn vader kwam in de jaren ’60 vanuit Turkije naar Genk’). . Vermelding door anderen (Bv. ‘Deze vrouw is van Malinese afkomst’). Leeftijd FICTIE + NON-FICTIE . 0-12: Kind . 13-18: Tiener . 19-29: Jongvolwassene . 30-49: Volwassene . 50-64: Middelbaar . 65 -80: Senior . 80+: Hoge leeftijd . Onbekend

Leid de leeftijd van de actor af uit wat je ziet. Er kan bijvoorbeeld op de burgerlijke stand worden gelet als extra informatiebron: heeft de persoon een job of kinderen? Hoe oud zijn de kinderen? Gaat de actor naar school?

Als je weet dat iemand in werkelijkheid veel ouder is dan de rol die hij speelt, dan moet je dat vergeten. De leeftijd leid je af uit wat je ziet en weet je van het programma in kwestie en niet uit wat je weet uit de realiteit. Bv. ‘Kadér Gürbüz’ speelt in ‘W817’ een jong volwassene. Dat wordt dus ook als dusdanig gecodeerd, ook als je weet dat ze in werkelijkheid ouder is dan 30. Taal Actor FICTIE + NON-FICTIE . Nederlands; . Frans; . Duits; . Engels; . Spaans/Portugees; . Italiaans; . Grieks;

87

. Scandinavische talen; . Arabisch/Berbers; . Chinees; . Russisch /Slavische talen; . Andere Europese talen; . Afrikaanse talen; . Zuid-Oost Aziatisch; . Gedubd in het Nederlands; . Gedubd in het Frans; . Turks; . Andere talen. Socio-economische Status FICTIE + NON-FICTIE . Werkloos; . Invalide/kan niet werken; . Werknemer (arbeider of bediende, loontrekkende, ook ambtenaren); . Vrije beroepen (advocaat, dokter, kunstenaar etc.); . Zelfstandigen (winkeliers voornamelijk); . Bedrijfsleiders- en managementfuncties; . Student (ook scholier); . Gepensioneerde; . Onbekend.

Als je niet duidelijk weet of de actor een werknemer is of zelfstandige (Bv. de actor werkt in een café), dan duid je ‘werknemer’ aan. Sfeer FICTIE + NON-FICTIE Private sfeer: het geheel van activiteiten binnen een rol in het kader van de persoonlijke ontwikkeling of het gezin. In een private rol doet het ertoe wie je bent en welke relatie je hebt met je directe omgeving. De actor is in die rollen niet zomaar vervangbaar.

Publieke sfeer: het geheel van activiteiten binnen een rol die duidelijk gescheiden kan worden van de eigen persoon/het gezin. Dit kan een professionele, culturele of religieuze rol zijn. In een publieke rol maakt het doorgaans niet uit wie de rol vervult, en zou de betrokkene perfect vervangbaar moeten zijn door een persoon met dezelfde capaciteiten.

88

Voorbeeld: een klant en een kassierster, die een praatje slaan aan de kassa. De klant doet inkopen voor zijn gezin, dus een privaat belang. De kassierster praat met de klant, dit is een onderdeel van haar beroep, namelijk klantvriendelijkheid. Zij zit dus in de publieke sfeer.

Het is mogelijk dat een personage binnen één programma zowel een publieke als een private rol vervult. Dan duid je beide vakjes aan. Incidentele Rol FICTIE Vink aan indien de actor incidenteel aan bod komt (figurantenrol die communiceert): de actor zegt hoogstens enkele woorden/zinnen in het volledige programma. Door dit selectievakje niet aan te vinken, geef je aan dat de actor een hoofdrol/bijrol vervult.

Voorbeeld: man die een koffie bestelt in een café, persoon die een taxi roept, loketbediende, etc. Beperking FICTIE + NON-FICTIE Als de actor in het grootste gedeelte van het programma beperkt is, vink je deze variabele aan. Er komt een lijst van extra variabelen tevoorschijn in het geel. Deze lijst dient aandachtig bekeken te worden. Vink de variabelen aan indien van toepassing. De beperkingen moeten voldoende ernstig en structureel zijn. Als een hulpmiddel de beperking volledig opheft, dan is er geen sprake van een beperking. Wanneer de beperking er nog steeds is ondanks het hulpmiddel, dan is er een beperking aanwezig. Het is mogelijk om verschillende soorten beperkingen aan te duiden.

. Fysieke beperking: Bv. rolstoelpatiënt, gebroken been, etc. . Immobiel: je kan ondanks je fysieke beperking nog steeds mobiel zijn. Iemand in een rolstoel is fysiek beperkt, maar deze persoon is niet immobiel. Hij kan zich dankzij een rolstoel bewegen. Bv. persoon in ziekenhuisbed. . Visuele beperking: Bv. blinden, slechtzienden. Niet: iemand die een bril draagt. . Auditieve beperking: Bv. dove actoren, slechthorenden. . Communicatieve beperking: Bv. autisme, actor met spraakprobleem. . Verstandelijke beperking. . Psychische beperking: Bv. depressie, schizofrenie. . Chronische ziekte: Bv. MS, kanker. . Ziekte: niet chronisch, meestal tijdelijk dus.

Als de beperking van tijdelijke aard is, vink je ‘tijdelijk’ aan. Niet aanvinken indien de beperking permanent is. Bij ziektes: is de actor al dan niet terminaal? Is de beperking voor het leven of niet? Als de actor nog kans heeft op

89

genezing, dan is de beperking wél tijdelijk. Criminaliteit FICTIE + NON-FICTIE Iedereen die in verband wordt gebracht met onwettelijke activiteiten.

Voorbeeld: actor betrokken in geweld (niet: oorlog), crimineel feit, oplichting, bedreiging, etc. Voorbeelden zijn actoren in de gevangenis, actoren voor de rechtbank in een strafzaak, politieagent betrokken in criminele daad.

We maken voor de actoren binnen een criminaliteitsframe een verder opdeling. Je vinkt aan wat volgens jou de actor is. Het is mogelijk om verschillende types aan te duiden. . Slachtoffer; . Gerecht; . Politie; . Dader; . Familie dader; . Betrokkene (van slachtoffer); . Ooggetuige; . Advocaat. Programmafunctie NON-FICTIE Wat is de belangrijkste functie van de actor in het programma? . Performer; . Redenaar, toespraakgever; . Interviewsubject (de actor moet op vragen van een presentator antwoorden); . Discussiedeelnemer; . Kandidaat in spel; . Onderwerp van portret (enkel wanneer er expliciet een portret wordt gemaakt); . Panellid; . Presentator; . Verslaggever of stand-up; . Nieuwslezer; . Weerman/Weervrouw; . Andere .

Persoon als Individu of Vertegenwoordiger NON-FICTIE Individu: Bv. expert, leraar, man in de straat, journalist, nieuwslezer, ouder, etc.

90

Vertegenwoordiger: Bv. politici, advocaten, voorzitter van vereniging/doelgroep, etc. Expliciete thema’s NON-FICTIE - itemniveau Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) Voer deze gegevens in voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug aangepast te worden.

Het is aangewezen om tot het einde van een item/programma te wachten alvorens een oordeel te vellen over de expliciete thema’s. Het item waarin de persoon aan bod komt handelt expliciet over: . Thema inzake etnisch-culturele diversiteit: voorbeelden zijn gelijke kansen, integratiebeleid, migratie, inburgering, hoofddoekendebat, migrantenstemrecht, asielproblematiek, regularisatie, vluchtelingen, racisme, etc. . Religieus thema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet handelt over hun geloof (overtuiging), religieuze symbolen en activiteiten. Voorbeelden zijn de heiligverklaring van Pater Damiaan, de hoofddoekenkwestie, etc. . Seniorenthema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet over senioren handelt en waarin senioren in relatie tot bepaalde kwesties centraal staan voorbeelden zijn thema’s zoals rusthuizen, dementie, specifieke gezondheidsproblemen gerelateerd aan het ouder worden, eenzaamheid van senioren, thuishulp, etc. . Jongerenthema: actoren komen aan bod in een thema dat expliciet over jongeren handelt en waarin jongeren in relatie tot bepaalde kwesties centraal staan. Voorbeelden zijn schoolkwesties, pesterijen, tienerzwangerschappen, ‘binge drinking’, verslavingen, sociale media, etc. . Genderthema: voorbeelden zijn ongelijkheid tussen vrouwen en mannen op werkvlak (inkomenskloof, het glazen plafond) of andere vlakken (verdeling van huishoudelijke taken, opvoeding kinderen, feminisme, etc.). . Thema handicap: voorbeelden zijn omgaan met beperking, acceptatie handicap, welzijnszorg, huisvesting, subsidies, etc. Indien de beperking niet vermeld wordt en iemand aan bod komt over iets compleet anders dan dient dit vakje niet aangekruist te worden. Bv. Stephen Hawking legt zijn theorieën uit in een documentaire zonder dat naar zijn beperking verwezen wordt.

Indien het een thema met betrekking tot een handicap betreft: Wat is de belangrijkste context waarbinnen de persoon in het item aan het woord komt? . Nadelige gevolgen van handicap of ziekte; . Medische behandeling of genezing; . Het gevoerde beleid inzake ;

91

. Verwezenlijkingen ‘ondanks’ de handicap; . Andere. Thema NON-FICTIE itemniveau Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) en wordt per item gecodeerd. Deze gegevens worden ingevuld voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug aangepast te worden.

Indien het programma niet wordt onderverdeeld in items (bv. bij een spelprogramma, quiz, reality TV, etc.), wordt het hele programma behandelt als één item: . Criminaliteit; . Sociale kwesties; . Amusement (Bv. Blokken); . Sport; . Wetenschap; . Economisch-financieel; . Politiek (heel breed: regionaal, nationaal, internationaal, oorlog, etc.) ~ hard nieuws; . Vrije tijd; . Kunst en cultuur; . Religie en levensbeschouwing; . Milieu (weer, verkeer, leefomgeving); . Faits-divers (verhaaltjes zonder nieuwswaarde en/of beelden over celebrities en royalties. Bv. dieren met vijf poten, Britney Spears kaal, Prins Harry is verliefd, etc.); . Ongevallen en rampen. Beschrijving NON-FICTIE itemniveau Deze variabele is vooral belangrijk bij informatieprogramma’s (Bv. ‘Het Journaal’, ‘Terzake’, etc.) en wordt per item gecodeerd. Voer deze gegevens in voor de eerste actor van een item, nadien worden deze voor de volgende actoren automatisch aangevuld. Bij het overgaan naar een volgend item, dient deze variabele terug aangepast te worden.

Beschrijving van het item in maximum in 20 woorden: kort, feitelijk en bondig.

Frames NON-FICTIE + FICTIE In dit deel gaat het over ‘frames’, centrale organiserende ideeën, die de context van een actor weergeven. Het

92

gaat hier dus niet over concrete informatie (zoals bij eerdere variabelen), maar om een algemene indruk, een beeld dat wordt opgeroepen, een eerste reactie. Deze variabelen mogen dus meer intuïtief worden ingevuld: het gaat er om welke indruk het personage op je wil maken.

Deze frame-variabelen mag je dan ook onmiddellijk coderen: het gaat om de eerste indruk. Iemand die in het eerste beeld met een grote revolver opkomt, past in de frames ‘Geweld’ en ‘Criminaliteit’. Als een uur later in de film blijkt dat het eigenlijk een heel zachtaardig persoon is, die toevallig die revolver had gevonden, dan blijft toch dat eerste frame, die eerste indruk staan. De reden hiervoor is dat we juist willen weten hoe programmamakers spelen met stereotypen en indrukken. Ook al blijkt later in de film dat je die stereotypen op een ironische manier gebruikt, dan nog gebruik je ze in elk geval.

De verschillende frames zijn onafhankelijk van elkaar. Iemand kan bij geen enkele frame passen. Andere actoren kunnen ook een combinatie maken. Een politieagent bijvoorbeeld, heeft een duidelijke betaalde job (‘Ruggengraat’), maar hij kan natuurlijk ook geweld gebruiken (‘Geweld’). De crimineel waartegen hij vecht, krijgt natuurlijk enkel ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ – we gaan er van uit dat ‘crimineel’ zijn geen vastbetaalde job is. Het voorbeeld maakt duidelijk dat het niet gaat om ‘verantwoordelijk voor’: in dit geval is de politieagent bijvoorbeeld niet verantwoordelijk voor het geweld. Het gaat wel om “geassocieerd worden met”: de politieagent is duidelijk betrokken bij het geweld. Voor de zeven frames zijn alle mogelijke combinaties (gaande van 0/0/0/0/0/0/0 tot 1/1/1/1/1/1/1) dus denkbaar.

In dit codeboek zitten maar een beperkt aantal frames, terwijl er in werkelijkheid een oneindig aantal mogelijke frames denkbaar zijn. We hebben in het codeboek enkel die frames opgenomen waarvan we, op basis van eerder onderzoek, denken dat ze relatief vaak voorkomen. Het kan zijn dat iemand een heel sterke eerste indruk wekt, zoals ‘Wetenschap’. Dit staat echter niet in het codeboek, omdat we verwachten dat dit niet zo vaak zal voorkomen. In die gevallen vul je gewoon niets in.

Alle frames worden gecodeerd als ‘1’: dat betekent dat dit frame op dat ogenblik, bij die persoon aanwezig is. Als je geen informatie hebt, of het frame is niet van toepassing, of is niet relevant, blijft de default gewoon op ‘0’ staan, en hoef je niets te doen.

93

De mogelijke frames zijn: 1. Criminaliteit Iedereen die in verband wordt gebracht met duidelijk onwettelijke activiteiten. Dit zal vaak samen gaan met ‘Geweld’. Een inbraak of een moord krijgen automatisch ‘Criminaliteit’ en ‘Geweld’ samen. Maar criminaliteit kan ook zonder geweld: iemand die bedreigt, oplichting, en dat soort criminaliteit. Criminaliteit is bijvoorbeeld ook als iemand in de gevangenis zit of iemand die voor de rechter komt in een strafzaak. We maken geen onderscheid: ook politieagenten krijgen ‘Criminaliteit’, aangezien zij worden geassocieerd met criminaliteit. De actor moet dus niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk zijn voor het geweld. Ook slachtoffers van criminaliteit krijgen bijvoorbeeld het frame ‘Criminaliteit’ mee.

We maken voor de actoren binnen een criminaliteitsframe een verder opdeling. Je vinkt aan wat volgens jou de actor is:

1. Slachtoffer; 2. Gerecht; 3. Politie; 4. Dader; 5. Familie dader; 6. Betrokkene (van slachtoffer); 7. Ooggetuige; 8. Advocaat.

Niet elke politieagent is per definitie ‘Criminaliteit’. Bv. Een wijkagent die langs komt, agenten die het verkeer voor de schoolpoort regelen, etc.

2. ‘Ruggengraat’ (Backbone) Iemand die tot de ruggengraat van de samenleving behoort. Het gaat om een actor die regelmatig werkt, met een vast inkomen, maar ook studenten en gepensioneerden vallen onder dit frame. Het gaat om personen die productieve arbeid verrichten of in een professionele situatie of context functioneert. Een zeer ‘normaal’ frame. Indien er onvoldoende informatie wordt meegegeven in een programma over de actoren, dan dient het frame niet te worden ingevuld aangezien niet kan afgeleid worden of het frame van toepassing is.

94

3. Fun Dit frame heeft te maken met alles wat verwijst naar plezier, amusement, vertier, en dus puur in de vrijetijdssfeer zit. Voorbeelden zijn toerisme, strand, zwembad, muziek, vrienden, cafébezoek, etc. Kortom: alles wat geen direct economisch nut heeft, wat mensen voor hun plezier doen. Het gaat er niet om wat de codeur verstaat onder ‘fun’, maar om wat door de actoren op televisie wordt beschouwd als ‘fun’.

4. Trouble Dit frame is een verzamelnaam voor alle maatschappelijke problemen, en is eigenlijk net het omgekeerde van ‘Ruggengraat’. Bij het coderen van dit frame dient rekening te worden gehouden met de maatschappelijke conventies. Kwesties zoals druggebruik, alcoholisme, prostitutie, etc. horen thuis in dit frame. Het criterium is niet of de actoren zelf verantwoordelijk zijn voor de criteria, het gaat erom dat ze ermee in verband worden gebracht. ‘Trouble’, ‘Geweld’ en ‘Criminaliteit’ kunnen vaak samen gaan, maar dit hoeft niet noodzakelijkerwijs.

5. Geweld Iedereen die geweld pleegt, of die heel duidelijk met geweld dreigt. Dat kan eenvoudig zijn als je iemand ziet geweld gebruiken. Dat kan een vuurpartij zijn, gevechten, militair geweld, maar bijvoorbeeld ook geweld tegen zaken (vandalisme, inbraak, etc.). Let wel: ook slachtoffers van geweld krijgen het label ‘Geweld’ mee, we maken geen onderscheid tussen daders en slachtoffers. Het gaat niet om verantwoordelijkheid maar om associatie. Met dit frame refereren we aan fysiek geweld.

6. Religie Iedereen die in verband wordt gebracht met religieuze handelingen (in brede zin, het hoeft dus geen grote erkende godsdienst te zijn). Zowel religieuze leiders als priesters als misdienaars als biddende gelovigen of pelgrims. Het dragen van religieuze symbolen op zich is niet voldoende: de religiositeit moet ter sprake komen of moet een functie hebben in het programma. Als dit niet het geval is, is er geen sprake van een religieus frame.

7. Seksualiteit Iedereen die in verband wordt gebracht met erotische en seksuele handelingen. Dat kan gaan om expliciete erotische scènes, of om opmerkingen die duidelijk naar seks verwijzen. Aantrekkelijk zijn is niet voldoende om in deze categorie te vallen, wel een zekere bewuste inspanning om seksuele aantrekkelijkheid te bereiken. Dus wel: alles wat met prostitutie of seksualiteit te maken heeft. Het criterium is dus: de bedoeling naar seksualiteit te verwijzen. Een zwemmer die aan het zwemmen is krijgt dus niet dit frame; iemand die even veel kleren aanheeft in een slaapkamerscène krijgt deze frame wel.

95

Algemeen In het eerste vakje kijken we enkel naar het eerste voorkomen van de actor. Hoe wordt de actor tijdens de eerste scène waarin hij voorkomt geframed?

De tweede reeks met vakjes gaat over de volledige uitzending. Komen die frames voor die actor ergens in het programma voor? In de tweede reeks zal je sowieso evenveel en waarschijnlijk meer frames voorkomen dan in de eerste reeks. Het is absoluut onmogelijk om een frame aan te duiden in de eerste reeks en niet in de tweede reeks. Bij crime-actoren: je mag ook meerdere functies aanduiden. Dader en slachtoffer zijn is niet zo uitzonderlijk in een film. Deze dienen aangeduid te worden op basis van het hele programma (dus zoals de tweede kolom frames).

96

Bijlage 2: Programmalijst gecodeerde programma’s

1 op 10 1000 Zonnen A Touch of Frost Beatrix: Oranje onder Vuur Blokken Brothers & Sisters Café Corsari Dagelijkse Kost De Bleekweide De Klas van Frieda De Neus van Pinokkio De Zoo - Achter de Schermen Death in Paradise Dieren in Nesten Downtown Abbey Eurovisie Songfestival 2013 FC De Kampioenen Flikken Maastricht Groenland Het Journaal 18u Het Journaal 19u Het Journaal Laat Het Perfecte Koppel Het Verloren Voorwerp Het Weer Eén 18u Het Weer Eén 19u Het Weer Eén Laat Hotelgeheimen Power and Money

97

Iedereen Beroemd In Italië Joker en Lotto Koppen Koppen XL Omroepster Parade's End Salamander Sportweekend Stansted Airport Ten Oorlog The Land of the Ancient Greeks Thuis Tournée Générale Twelve Points Vanthilt On Tour Vlaanderen Vakantieland Voetbal België-Servië Volt Voor hetzelfde geld Willem-Alexander en Maxima Witse Wolven

98

999: What's Your Emergency Aspe Boer Zkt Vrouw Danni Lowinski De Beste Hobbykok van Vlaanderen De Keuken van Sofie De Kotmadam De Zoo Divorce Dr. Tinus Echte Verhalen: Dokters EHBL Familie Golden Eye Gooische Vrouwen Grenscontrole Het Beste van Got Talent Worldwide Het Beste van X-Factor International Het Weer VTM 18u Het Weer VTM 19u Let's Get Fit Manneke Paul Met vier in bed Mission Impossible III Moordvrouw Royalty Rundskop SOS Piet Speed 2 Cruise Control Stadion

99

Stressvakantie Winter Telefacts Telefacts 360 Telefacts Zomer Uit de kast Vinger aan de Poot Voice van Vlaanderen VTM Nieuws Wild van Dieren Zone Stad

100

ABBA Air de Familles Albert II: 20 Ans de Règne et Avant? Alcatraz Assistance Mortelle Automobile Basket 5 Chiens et Chats à la Une Concours Eurovision de la Chanson Contacts Cyclisme Flash Fringe G1 Plan Ginnové Harry's Law Jardins et loisirs Joker en Lotto Joséphine, Ange Gardien JT 19h30 La Fille de Monaco Le Kroll du Jour L'Amour de l'Or Le Jardin Extraordinaire Lotto-Joker Mentalist Météo La Une 18h Météo La Une 19h Météo La Une 20h New York: Police Judiciaire

101

On n'est pas des pigeons Questions à la Une Questions d'Argent Reporters Signé Taloche Studio Foot The Voice Belgique Tournée Générale Tout Ce Qui Brille Une Brique dans le Ventre Vestiaires Vicky Christina Barcelona Vous Reprendrez Bien du Clone Week-end Sportif

102

60 Secondes Chrono A Bout Portant Benvenuti al Sud Bienvenue chez les Ch'tis Body of Proof Bones Camping Paradise Castle Clé sur Porte Coûte que Coûte Docs de Choc En cloque, mode d'emploi Ennemi d'Etat Enquêtes Esprits Criminels Faisons Gagner la Vie I Comme Images à l'appui Indices La Fille du Chef L'Amour est dans le Pré Le Gendarme à New York Le Journal Les Experts: Manhattan Les Experts: Miami Les oubliées de Juarez Mamma Mia Météo RTL-TVi 19h New York, Unité Spéciale Omroepster On n'a pas encore fini Panique au Palais 3: Le Sort du Prince

103

Perception Place Royale Raising the Bar: Justice à Manhattan Reporters Revenge Rien à Déclarer Rien à Déclarer: Visite Privée Scandal Scènes de Ménages Septante et Un Top Chef Tout s'Explique Un Dîner Presque Parfait Zoom Zoom Week-end

104

Bijlage 3: ‘The Position Generator’

Occupation U & S* ISEI** Lawyer 86 83 Doctor 84 87 Policy maker 82 70 Engineer 76 68 Information technologist 68 70 Manager 67 69 Director of a company 67 69 Trade union manager 66 65 Scientist 65 71 Higher civil servant 64 61 Estate agent 64 61 Mechanic 63 59 Teacher 62 66 Police 54 50 Secretary 52 53 Insurance agent 52 54 Book-keeper/Accountant 52 51 Musician/Artist/Writer 45 64 Nurse 44 38 Engine driver 44 26 Hairdresser 39 30 Cook 39 30 Farmer 36 43 Foreman 27 25 Postman 26 39 Lorry driver 26 34 Sales employee 22 43 Cleaner 20 29 Unskilled labourer 15 26 Construction worker 15 26 *Sixma & Ultee's 1992 Measure for Occupational Prestige (Bakker et al., 1997) **ISEI Socioeconomic Index Measures (Ganzeboom & Treiman, 2003)

Bron: Position Generator Measures and their Relationship to other Social Capital Measures (M. Van der Gaag, T. A. B. Snijders, H.D. Flap, 2004)

105