UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer

Bleich, A.

Publication date 2008

Link to publication

Citation for published version (APA): Bleich, A. (2008). 1919-1987 : dromer en doordouwer. Uitgeverij Balans.

General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of , Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The . You will be contacted as soon as possible.

UvA-DARE is a service provided by the library of the (https://dare.uva.nl)

Download date:26 Sep 2021 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 193

Hoofdstuk 8

Regeren te midden van een opstekende storm

Gedurende de eerste zestien jaar van zijn bestaan als PvdA-politicus fun- geerde de landelijke,‘Haagse’politiek voor Joop den Uyl als zijtoneel.Als directeur van de Wiardi Beckman Stichting en lid van het partijbestuur volgde hij uiteraard de actuele politieke verwikkelingen, maar zelf was hij veeleer gericht op de langere termijn, op de ontwikkeling van het sociaal-democratische gedachtegoed. Dat veranderde ook niet toen hij in 1956 lid werd van de Tweede Kamer. Een cumulatie van functies was destijds heel gebruikelijk – bijvoorbeeld vakbondsbestuurder of vara- bestuurslid en Kamerlid voor de PvdA – en zo deed ook de wbs-direc- teurdeTweedeKamerendeAmsterdamsegemeenteraaderbij. Den Uyls maidenspeech als Kamerlid – in februari 1957 – had betrek- king op de voortgang van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (pbo).Hijgingdaaroverindebatmetdepasaangetredenstaatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs- organisatie, de jonge kvp-politicus drs. W.K.N. Schmelzer. De details van het debat kunnen we de lezer besparen. Maar in het licht van latere gebeurtenissen,waarbij de heren fel tegenover elkaar stonden,is het nog wel vermeldenswaard dat Den Uyl de noodzaak van een aparte staatsse- cretaris voor Bezitsvorming en pbo betwistte.‘Ik vermoed zo’,aldus het nieuw optredende PvdA-Kamerlid,‘dat er in deze Kamer een flink aantal leden is, dat de instandhouding van een hoog peil van werkgelegenheid net nog een pietsie belangrijker vindt dan de bevordering van de bezits- vorming. Volgt daaruit’,vroeg hij retorisch,‘dat wij een aparte Minister voordewerkgelegenheidmoetenhebben?’1 DatvondDenUyltoenblijk- baar een bespottelijke gedachte;een kwarteeuw later zou hij er als minis- ter van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Van Agt/Den Uylandersoverdenken. Fractievoorzitter van de PvdA was tot aan de verkiezingen van 1963 de

193 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 194

rondborstigeJaapBurger.Burgerspositiehaddelaatstejarenonderdruk gestaan.Sommige collega-politici verweten hem dat hij door te assertief optreden medeschuldig was aan de val van het laatste kabinet-Drees in 1958. Anderen hadden moeite met Burgers standpunt over Nieuw-Gui- nea; hij stond op dit punt pal achter minister van Buitenlandse Zaken Jozef Luns – die hij voor het overige niet kon luchten – in diens verzet tegen het overdragen van Nederlands laatst overgebleven gebiedsdeel in deOostaanIndonesië. Kritische artikelen in Het Parool ondermijnden Burgers positie,waar- op hij besloot de eer aan zichzelf te houden en plaats te maken voor een jongere lijstaanvoerder.Dat werd de eigenzinnige Friese ingenieur ,eenheelandertypedanBurgerdiepratgingopzijna≈omst uit een gewoon arbeidersmilieu. Als lijstaanvoerder en oppositieleider tegenover het kabinet-Marijnen maakteVondeling, ondanks het in 1963 geleden verkiezingsverlies,op velen een verfrissende indruk,vooral om- dathijnieta≈erigbleekvanrelativeringenironie. In de aanloop naar het kiezen van een nieuwe aanvoerder had ook Den Uyl blijk gegeven van belangstelling. Bij een interne peiling in de Kamerfractie haalde hij tot zijn teleurstelling echter maar drie stemmen. Kort daarop besloot hij in te gaan op het voorstel om wethouder van Amsterdam te worden,mede op advies van .Den Uyls opvol- ger in Amsterdam, Roel de Wit: ‘Ik hoor het hem – [Burger, ab] – nog zeggen: Ik heb Joop heel bepaald geadviseerd om nou eerst eens een paar jaar wethouder in Amsterdam te worden, dat is goed voor zijn toe- komst.’2 Nog veel bruusker dan hij naar het Amsterdamse gemeente- bestuur was vertrokken – daar had hij toch nog langer dan een maand over getobd,omdat de‘regentenkamer’hem aanvankelijk niet aantrok – maakte Den Uyl, voorjaar 1965, de overgang naar de nationale politiek. Begin maart was de centrum-rechtse coalitie van de drie christelijke par- tijen en de vvd onder leiding vanVictor Marijnen gevallen over het om- roepvraagstuk. De liberalen waren voorstander van meer commercie op de televisie.Maar kvp en ar,beide nauw verbonden met een van de om- roepverenigingen, voelden daar weinig voor. Een lijmpoging door Nor- bert Schmelzer,inmiddels fractievoorzitter van de kvp,liep op niets uit. Daarop droeg Schmelzer bij de koningin zijn partijgenoot Cals voor om een nieuw kabinet te vormen. Cals slaagde in een paar weken tijd in het formeren van een coalitie met vijf katholieke, vijf socialistische en drie Antirevolutionaireministers.Onderzijnleidingbetradhetnieuwekabi-

194 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 195

net op 13 april het bordes. Als minister van Economische Zaken was de dynamischeAmsterdamsewethouderJoopdenUylaangezocht. Het kabinet-Cals heeft een even kort als stormachtig bestaan gekend. Achteraf was men het er in Den Haag over eens dat het niet zonder voor- afgaande verkiezingen had mogen ontstaan. Nu waren kvp en ar,die in 1963 voor een centrum-rechtse koers hadden gekozen, van kleur ver- schoten zonder daarvoor aan de kiezers verantwoording af te leggen. Hetzelfde gold voor de Partij van de Arbeid die haar oppositierol had in- geruildvoorregeringsverantwoordelijkheid.Zoietsmoestonderdeach- terbaninbeidekampenweltotonrustleiden,zodracontroversiëlezaken aandeordekwamen.Enerwarennogmeerfactorendiedestabiliteitvan de nieuwe rooms-rode coalitie bedreigden. Een daarvan had te maken met de persoonlijkheid van de minister-president, mr. J.M.L.Th. (Jo) Cals. Deze katholieke Limburger stond bekend als intellectueel briljant, uiterst ambitieus, geestig en adrem. Hij had aanvankelijk priester willen worden,maarinplaatsdaarvanrechtengestudeerdinNijmegen.Zijnta- lenten werden al spoedig ontdekt door de kvp en haar naoorlogse voor- man C.P.M. Romme, die hem als een mogelijke kroonprins naar Den Haag haalde. Daar ontpopte Cals zich als een zeer succesvolle minister van Onderwijs, die met veel inzet en doorzettingsvermogen de Mam- moetwetdoordeTweedeKamerloodste,dievoorzagineengroot- scheepse hervorming van het voortgezet onderwijs.Hij bracht die nieu- we wet tot stand met steun van zijn met de nodige moeite overtuigde ei- gen partij en de PvdA. Cals was volgens zijn biograaf Paul van der Steen wel een trouw katholiek, maar geen gedwee partijganger. Als bewegelijk denker stond hij open voor nieuwe ideeën. Hij voelde zich zeer aange- sproken door de hervormingen die paus Johannes XXiii – die hij in Ro- me persoonlijk had ontmoet – in de katholieke kerk op gang probeerde tebrengen. Hoewel algemeen gerespecteerd was hij in de eigen kvp-fractie niet bijzonder populair. Nogal wat katholieke Kamerleden vreesden zijn scherpe tong of vonden hem arrogant. Op de rechtervleugel van de kvp vondmenhemtelinks. Al meteen bij het aantreden van het kabinet-Cals moest fractievoor- zitter Schmelzer, met wie ondanks enige rivaliteit de verhouding aan- vankelijk niet slecht was, met zijn portefeuille zwaaien om de eigen rechtervleugel binnenboord te houden.‘Het was niet aanvaardbaar dat de oplossing die de prominente kvp’er Cals en ik [voor het omroep-

195 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 196

vraagstuk, ab] hadden gevonden, zou worden afgewezen’, vertrouwde Schmelzer Cals’ biograaf toe.3 Het kabinet-Cals kwam in de media on- middellijk te boek te staan als een ploeg van ‘sterke mannen’ of ’zware jongens’.Er zat inderdaad geen enkele vrouw in, maar de mannen die er deel van uitmaakten, golden als eerzuchtig en bekwaam. PvdA-leider Anne Vondeling werd vicepremier en minister van Financiën. Liever zou hij Buitenlandse Zaken hebben gedaan, maar op die post keerde de populaire Jozef Luns terug. De andere PvdA’ers waren behalve Den Uyl, (op Justitie), de oudgediende Ko Suurho^ en .Voor de kvp bleef Veldkampop Sociale Zaken,kwam Bogaers op VolkshuisvestingenPietdeJongopDefensie,terwijldeareenstevigein- breng had met Biesheuvel, Smallenbroek en Diepenhorst. De club van sterke mannen formuleerde een ambitieus programma. Wel verre van zomaar een overgangskabinet tot aan de verkiezingen van 1967 te willen zijn, stelden Cals en zijn regering zich tot doel om Nederland gereed te maken voor de 21ste eeuw. De voorspelling luidde dat het land rond het jaar 2000 twintig miljoen inwoners zou tellen en er zou dus heel wat moeten gebeuren op terreinen als economische groei, huisvesting en ruimtelijke ordening.Er moest,daarover waren de ministers in het kabi- net-Cals het roerend eens,fors in de toekomst worden geïnvesteerd.Hoe dat dan precies moest zonder dat het kwam tot enorme begrotingste- korten, lastenverzwaring of inflatie, dat was een andere, lastige kwestie waarover tijdens kabinetsvergaderingen hevig werd gediscussieerd. Een complicerende omstandigheid hierbij was dat noch premier Cals noch minister van Financiën Vondeling financieel-economisch geschoold waren, al verdiepten beiden zich met veel energie in de materie, waarbij Vondeling sterk steunde op zijn staatssecretaris, de kvp’er W.L.G.S. Hoefnagels. Den Uyl had als econoom op dit gebied een voorsprong. Hij gaf bij de gedachtewisselingen in het kabinet duidelijk blijk van zijn aan- wezigheid, maar speelde geen overheersende rol.Wat opvalt aan die dis- cussiesindeministerraadovereconomischebeleidspuntenisdatdeme- ningsverschillen zelden langs partijpolitieke lijnen liepen. Nederland bevond zich in een situatie van hoogconjunctuur en gespannen arbeids- markt, en het hele kabinet maakte zich zorgen over een dreigend uit de hand lopen van lonen en prijzen.Tegelijkertijd bestond er aarzeling om in te grijpen met een loonmaatregel omdat dit bij de vakbeweging hele- maal niet goed zou vallen. Minister van Sociale Zaken Veldkamp (kvp) kondigde in de ministerraad aan dat hij wilde blijven koersen op over-

196 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 197

eenstemming tussen werknemers en werkgevers. Zijn collega van Eco- nomische Zaken Den Uyl tekende hierbij aan dat de betrokkenen wel moest worden duidelijk gemaakt ‘ (...) dat de regering cao’s met 10 à 12 pct. loonsverhoging niet zal laten doorlopen’.4 Even later waren het de PvdA-ministers Vondeling en Den Uyl die bezwaar maakten tegen ver- hoging van het minimumloon en vergoeding van prijsstijgingen,omdat ditinflatieindehandzouwerken.5 Politieke of ideologische tegenstellingen deden zich binnen de rege- ring ook niet of nauwelijks voor waar het ging om de hoogte van de over- heidsuitgaven en het kloppend maken van de begroting. Voorzover er meningsverschil was, stond meestal Financiën tegenover de ‘spending departments’.Zo waarschuwdeVondeling in het voorjaar van 1966 dat er rekening moest worden gehouden met bezwaren uit de Tweede Kamer tegen te hoge overheidsuitgaven. Omdat er bovendien een belastingver- laging zat aan te komen, met als gevolg verminderde overheidsinkom- sten, vroegVondeling zich af ‘(...) of het kabinet met een uitgavenniveau zal kunnen komen, dat sterker is verhoogd dan voor het lopende jaar (...)’.Minister vanVolkshuisvesting Bogaers repliceerde dat dit maar één kant van de medaille was. Hij ‘(...) zou wel eens de reacties in de Neder- landse bevolking willen zien, als het wegenplan, de woningbouw en de onderwijsvoorzieningen in sterke mate zouden worden teruggebracht’. Den Uyl toonde zich ingenomen met het standpunt van Bogaers, maar wees er fijntjes op dat dan ook diens partij, de kvp, ervan doordrongen moest worden‘(...) dat er een sterkere verhoging van de overheidsuitga- ven komt dan vorig jaar is voorgesteld’.Premier Cals merkte vervolgens opdatdeleidingvandekvp daar helaas anders over dacht.‘Met wat mi- nister Bogaers zeide, is spreker het wel eens, maar bij de rede van drs. Schmelzer in de partijraad van de kvp was de enige keer dat applaus opklonk toen hij zich verzette tegen uitstel van (...) de verlaging van de inkomstenbelasting.’6 Deze gedachtewisseling was representatief voor de ontspannen sfeer in het kabinet dat een betrekkelijk hecht team vormde. Onder leiding van Cals, die verguld was met zijn ploeg, kwamen compromissen over het algemeen soepel tot stand.Het was een beetje‘ons kabinet’tegenover een politieke buitenwereld die blijkbaar nog niet helemaal door had wat voor belangrijk werk‘wij’verrichtten. Dat zowel arp als kvp in het par- lement voortdurend hamerden op een sluitende begroting,lagere lasten en minder overheidsuitgaven wekte irritatie.Illustratief is de reactie van

197 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 198

ministerVeldkamp in het najaar van 1965.‘Veldkamp vindt dat als de Ka- mer dit een te laag bezuinigingsbedrag vindt, de Kamer maar een ander kabinetmoetzoeken.’7 VondelingkwaminbotsingmetdePvdA-fractieoverzijnvoornemen om een indirecte belasting op textiel en schoeisel in te voeren. In het ka- binet hadden Den Uyl en Veldkamp hiertegen broederlijk bezwaar ge- maakt, omdat zo’n belasting vooral de lagere inkomens zou tre^en.Von- delings staatssecretaris Hoefnagels dreigde met aftreden als de omstre- den belastingmaatregel zou worden geschrapt, en kreeg zijn zin, al had Cals daarvoor ook nog op Schmelzer moeten inpraten.8 Die had weder- om met zijn portefeuille moeten zwaaien en moeten dineren met finan- cieel woordvoerder A.M. Lucas om de kvp-fractie in het gareel te hou- den. Een groot deel van die fractie ergerde zich aan het ‘schoolmeester- achtige’ optreden van Cals en Vondeling.9 Zowasalnaeenhalfjaar regerenduidelijkdatdekvpCals/Vondelingnietalsháárkabinetzag. De rol van Joop den Uyl in het kabinet-Cals was die van vakminister. Hij was nog niet de allround politicus die op elk terrein het hoogste woord voerde en daarbij zijn gesprekspartners verbaasde en vaak over- blufte door zijn kennis van zaken. Wel voelde hij zich als afgestudeerd econoom op Economische Zaken als een vis in het water en verdiepte hij zich, zoals bij hem gebruikelijk, grondig in alle dossiers.‘Je kon onmid- dellijk aan hem merken dat hij het besturen in zijn vingertoppen had’, observeerde het ar-Kamerlid Maarten Schakel, die Den Uyl voor het eerst meemaakte tijdens het kabinet-Cals.10 Ook zijn werklust was groot als vanouds.Zijn vroegere Vrij Nederland-collega,de prominenteAntire- volutionairW.F.deGaay Fortman vondhet zelfsnodighemin een harte- lijke brief te manen om zich niet over de kop te werken.‘Je bent een harde werker. Dat is een deugd’, schreef Gaius, ‘maar men kan de deugd ook overdrijven. Houd jezelf in de gaten, terwille van je vrouw, je gezin en ons.’11 Die werklust en Den Uyls oprechte belangstelling voor alles wat er op zijn terrein gaande was, maakte ook in de nieuwe omgeving indruk op zijn medewerkers. De verhouding tussen de minister, zijn staatssecreta- ris J.A. Bakker (ar)endeambtenarenvanez was zeer goed, zonder dat er daarbij sprake van was dat Den Uyl zich door zijn ambtenaren op sleeptouw liet nemen, iets wat zich bij collega Vondeling op Financiën wel geregeld voordeed. In Den Uyls archief zijn allerlei ambtelijke noti- ties te vinden, waarin op verzoek van de minister zaken werden uitge-

198 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 199

zochtdiehembijzonderterhartegingen,zoalseenvergelijkingtussende werkloosheidscijfers in de Verenigde Staten met die in West-Europa of een overzicht van in Frankrijk bestaande plannen ‘(...) betre^ende het recht van de werknemers op een aandeel in de bedrijfswinst der onder- nemingen c.q. op medezeggenschap in de bedrijven’.12 De gewoonte die de minister invoerde om voor zijn verjaardag op het departement te trakteren viel uiteraard ook in goede aarde,getuige een brieΔe van de se- cretaris-generaal, die ‘namens het gehele personeel van dit Ministerie’ bedankte‘(...)voor de in de annalen van het departement unieke trakta- tiedieUonshebtgegevennaaraanleidingvanUwverjaardag’.13 Veruit de moeilijkste klus waarmee Den Uyl te maken kreeg betrof de Limburgse mijnen. Het winnen van steenkool was in afnemende mate winstgevend. Olie en aardgas waren in overvloed beschikbaar en goed- koop, er was kort tevoren ontdekt dat Nederland over forse gasvoor- raden beschikte en er leefden ook nog eens grote verwachtingen ten aan- zien van de mogelijkheid om binnenkort op grote schaal kernenergie te gaan produceren.In dekringvan zowelmijndirectiesalsoliemaatschap- pijen werd aangedrongen op het sluiten van de Limburgse mijnen. Den Uyl, altijd voor vernieuwing geporteerd, vond dit in essentie een reëel verlangen. Maar de Mijnnota waarmee hij in december 1965 naar de Tweede Kamer ging, bevatte wel een groot aantal voorwaarden, mitsen en maren.De sluiting moest om te beginnen geleidelijk worden doorge- voerd; als eerste zou binnen drie jaar de staatsmijn Maurits sluiten. Ge- lijk opgaand met het sluiten van mijnen moest er nieuwe werkgelegen- heid worden gecreëerd.Er zou een plan komen voor de herindustrialisa- tie van Limburg,met overheidssubsidies voor nieuwe bedrijven die zich daar wilden vestigen en minstens vijfentwintig ex-mijnwerkers in dienst namen, en met overheidssteun voor het verbeteren van de infrastruc- tuur.BijzonderinzijnnopjeswasDenUylmethetplanvanVanDoorne’s Automobielfabriek (daf)endsm (zoals Staatsmijnen voortaan zou he- ten) om een grote nieuwe fabriek voor personenauto’s te vestigen in de Zuid-Limburgse gemeente Born en Nieuwstadt.Verder zou dsm nieuwe activiteiten starten op het gebied van de chemische productie (zoals we weten ook al in Amsterdam een favoriet van Den Uyl). Dit staatsbedrijf kon desgewenst een NV worden, op voorwaarde dat er twee werkne- merscommissarissenwerdenaangesteld.DeeconomieinZuid-Limburg kon verder worden gestimuleerd door de vestiging van overheidsinstel- lingen, zoals hetAlgemeen Burgerlijk Pensioenfonds,en het openen van

199 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 200

een medische faculteit in Maastricht.Tenslotte toonde Den Uyl zich be- reidomdemijnendievoorlopigopenzoudenblijvenvaneenroyalesub- sidie te voorzien – een voornemen waarover prompt hevige onenigheid ontstondmethetministerievanFinanciën.14 Staatssecretaris Hoefnagels en de hoofdinspectie rijksfinanciën drongen er vanaf zomer 1966 bijVondeling op aan dat hij zich tegenover Den Uyl sterk zou maken voor versnelling van de mijnsluitingen en het achterwege laten van subsidie aan mijnen die nog open bleven.‘De hui- dige arbeidsmarktsituatie in Zuid-Limburg geeft hiertoe naar mijn me- ning geen aanleiding’, schreef de hoofdinspecteur rijksfinanciën aan ministerVondeling. Den Uyl reageerde als door een adder gebeten, zoals blijkt uit het verslag van een gesprek tussen hem enVondeling.‘Minister Den Uyl constateert dat de herindustrialisatie moeizaam verloopt. Het bedrijfsleven is terughoudend (...). Hij deelt mede, dat hij een gesprek met staatssecretaris Hoefnagels heeft gehad. De voorstellen van de staatssecretaris om tot versnelde sluiting te komen, kunnen naar zijn meningnietinoverwegingwordengenomen.’15 Tot teleurstelling van Den Uyl besloot het nieuwe centrum-rechtse kabinet-De Jong in wel tot versnelde sluiting. Het liet boven- dien de strikte verbinding los, die Den Uyl had willen leggen tussen het sluiten van mijnen en het ontstaan van vervangende werkgelegenheid. Zodoende werden alle kolenmijnen binnen een paar jaar gesloten, wat Limburg schokte.De naam Den Uyl is hieraan verbonden,omdat hij de- gene was die het initiatief tot de mijnsluiting heeft genomen. Maar als Den Uyl langer als minister van Economische Zaken was aangebleven,is het waarschijnlijk dat de sluiting geleidelijker was gelopen. Hij wist wat er in Limburg speelde dankzij zijn goede verhouding met zowel de mijndirecties als met de vakbonden – na het indienen van de Mijnnota stuurde de voorzitter van de Katholieke Mijnwerkersbond Frans Doh- men hem zelfs een fraaie vaas met bloemen als blijk van waardering. En hijschuwdehetconflictmetFinanciënniet,alsdatdepartmentweigerde het voorlopig openhouden van enkele mijnen met extra geld te steunen. Terugblikkend kan bovendien geconstateerd worden dat de plannen die onder Den Uyl werden uitgebroed om de economische structuur van Zuid-Limburg diverser en daardoor krachtiger te maken niet irreëel en niet vergeefs zijn geweest – een heel verschil met de al te grootse, onrea- listische plannen voor economische vernieuwing rond de Amsterdamse haven.InLimburghebbenzichinderdaadinstellingenalshetABPgeves-

200 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 201

tigd,Maastricht kreeg een universiteit en in Born draaide tot ruim na het jaar2000eenautofabriek. Den Uyl en zijn ministerie kregen op energiegebied nog twee dossiers te behandelen die controversieel zouden blijken: kernenergie en gas en olie. Scherpe politieke tegenstellingen over de vraag of toepassing van kernenergie uit het oogpunt van milieu en gezondheid verantwoord was, kwamen pas later, in de jaren zeventig, tot uiting; ze bereikten een hoogtepunt na het ongeluk met de kerncentrale in Tsjernobyl in 1986. Ten tijde van het kabinet-Cals overheerste de mening dat vreedzaam ge- bruikvankernenergiezondermeerdetoekomsthad.OokDenUyldacht er zo over. Bedrijven, ambtenaren en adviesorganen stortten zich met ware hartstocht op de mogelijkheden van de nieuwe bron van energie- opwekking.‘Het is duidelijk, dat in het begin elk ministerie een zo groot mogelijk gedeelte van de buit trachtte binnen te krijgen’, constateerde een ‘Aan de heer Minister’ gerichte ambtelijke nota van Economische Zaken.Voldaan stelden de ambtenaren vast dat de leidende rol van hun eigen departement op dit terrein de laatste tijd algemeen erkend werd. Met name sinds de toenmalige voorzitter van de Gezondheidsraad, die volgens Den Uyls ambtenaren ‘(...) door een overdreven zorg voor de volksgezondheid bepaald belemmerend gewerkt (had)’door Sociale Za- ken was uitgerangeerd. Wel bleef volgens de ambtenaren de wildgroei aan adviesorganen een probleem. Daar was Den Uyl het roerend mee eens. Hij had het zelfs over‘een janboel’en vroeg zich in verband met de kernenergie af:‘Is wel ’ns overwogen om één vent (...) tot regeringscom- missarisaantestellenmetgrotebevoegdheden – ofisdatinstrijdmetde wet? Gaarne suggestie hoe de vervloekte organocratie op dit gebied te doorbreken.’16 Er bestonden plannen voor de bouw van een kerncentrale met een aanzienlijkgroterecapaciteitdandealbestaandeinDodewaard,dielater ook zijn uitgevoerd (de centrale in het Zeeuwse Borssele) en voor een in 1980 te realiseren snelle kweekreactor. Als gevolg van protesten is de bouw daarvan uiteindelijk gestaakt. Twijfels leefden er ten aanzien van het al opgestarte project voor de verrijking van uranium in Almelo (ucn), waarvan de resultaten ook voor de productie van atoomwapens bruikbaar konden zijn.Het project zou in samenwerking met Duitsland worden uitgevoerd. De directie kernenergie van Economische Zaken stelde een evaluatie voor, die er in 1966 kwam; het advies luidde: dóór- gaan.

201 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 202

Ophetgebiedvandeolie-engaswinninghaddendepolitiekeconflic- ten geen betrekking op zorgen over milieu of nucleaire proliferatie; ze waren veel traditioneler van aard. De in 1959 ontdekte gasvoorraad in het Groningse Slochteren werd gewonnen door de NAM, waarin de olie- maatschappijen Esso en Shell samen voor vijftig procent deelnamen en de Staatsmijnen eveneens voor vijftig procent.Het kabinet-Cals/Vonde- ling moest de randvoorwaarden bepalen voor de winning van gas en olie op de bodem van het hiertoe aan Nederland toegewezen deel van de Noordzee(het zogenoemdeContinentalePlat).Bovendien hadhet kabi- net grootse plannen om in Nederland zelf (op Ameland, in en Noord-Holland) naar gas en olie te gaan speuren.De Partij van deArbeid had tijdens de formatie geëist dat bij het exploiteren van de grondsto^en de staat een groter aandeel zou krijgen dan in Slochteren het geval was. Daarover was ook een afspraak gemaakt en Den Uyl zette zich ervoor in dat die werd nagekomen. Het leidde geregeld tot discussies in het kabi- net. Minister van Binnenlandse Zaken (ar)vondmet name Den Uyls wens om de staat ook aan de oliewinnig deel te laten nemen netelig (‘een epineuze zaak’). Staatsdeelname bij de oliewinning was tot dan toe immers ongebruikelijk. Premier Cals wilde weten of de staat volgens Den Uyl altijd zou participeren aan de olie- en gaswinning. In principe wel,antwoordde deze.Het leek hem voldoende als de Kamer eenmalig een besluit over dit principe zou nemen, daarna kon het kabi- netdanpergevalbeslissen.17 Inseptember1966hadDenUylzijnontwerp voor een Mijnwet Continentaal Plat gereed. In de ministerraad kreeg hij te maken met tegenstand vanVondeling, die in navolging van staats- secretaris Hoefnagels bleek te vinden dat de hele zaak eigenlijk bij Finan- ciën thuishoorde,omdat het over inkomsten van de staat ging.ar-voor- man (en minister van Landbouw) Biesheuvel meende dat aan de olie- maatschappijen te hoge eisen werden gesteld en informeerde of Den Uyl wilde dat het kabinet zijn politieke lot aan dit wetsontwerp zou verbin- den. Op diens bevestigende antwoord reageerde Biesheuvel met het ver- zoek er dan nog een week over te mogen nadenken. Cals kondigde aan dathijdieweekdanzougebruikenvooroverlegmetkvp-fractievoorzit- terSchmelzer. Op27september1966deeldeCalsdeministerraadmeedatSchmelzer had voorgesteld dat iemand uit het kabinet met de oliemaatschappijen zou gaan praten over een mogelijk compromis. Den Uyl ging in zijn

202 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 203

wetsontwerp uit van een staatsdeelname van 75 procent, de oliemaat- schappijen vonden vijftig procent het maximum. Een compromis hier- tussen achtte Den Uyl onjuist en onmogelijk en hij deed een klemmend beroep op het kabinet om hem te steunen. Biesheuvel bleek nog steeds niet te vinden dat het kabinet zijn politieke leven voor deze wet in de waagschaal moest stellen. Maar na uitvoerige discussie en schorsing van de beraadslaging kreeg Den Uyl zijn zin: hij mocht zijn wetsontwerp na- mens het kabinet in de Kamer verdedigen,maar ieder concreet geval van staatsdeelneming zou eerst binnen de regering worden besproken,zoals al eerder,in februari,was afgesproken.18 Of Den Uyls Mijnwet Continen- taal Plat in de Kamer een meerderheid zou hebben gehaald, is onzeker. Het lijkt een verantwoorde speculatie te veronderstellen dat het ontwerp met een vergelijkbare meerderheid zou zijn verworpen als waarmee het kabinet-Cals in oktober 1966 naar huis werd gestuurd,kort vóórdat Den Uyl zijn geesteskind aan het parlement kon presenteren. Het was duide- lijk dat kvp en ar, in navolging van de oliemaatschappijen, ernstig be- zwaar hadden tegen de beoogde prominente rol voor de staat bij de gas- en oliewinning. Omdat Biesheuvel als politiek leider van de ar zich, zij het tegenstribbelend, aan het kabinetsbesluit gebonden had, zou met name de rechtervleugel van de kvp tegenDenUyltehoopzijngelopen. Ook in dit geval zou dan de positie die fractievoorzitter Schmelzer in- nam hoogstwaarschijnlijk doorslaggevend zijn geweest. Maar zover is het dus niet gekomen.Welcirculeerde in PvdA-kringen nog lang het ver- haal dat de wens om dit‘maatschappijhervormende’wetsvoorstel te tor- pederenheteigenlijkemotiefachterde‘NachtvanSchmelzer’isgeweest. Het streven van Den Uyl om de Nederlandse staat een groter aandeel tegevenindeopbrengstvandeolie-engasexploitatiezettezijnvoorheen zeergoedeverstandhoudingmetdeoliemaatschappijenenigszinsonder druk.HoehartelijkdierelatieinDenUylsAmsterdamsetijdwasgeweest, wordt nogmaals geïllustreerd door het gelukstelegram dat hij bij zijn aantreden als minister kreeg van de directeur-Nederland van Mobil Oil, drs.J.Vreeken.‘Ik hoop dat de gemeente Amsterdam er in zal slagen bin- nenkort de ledige plaats te vervullen en dat uw opvolger op even energie- ke wijze aan het raªnaderij project zal werken als u in het afgelopen jaar hebt gedaan’, telegrafeerde Vreeken.19 Dan was de toon die Shell-direc- teur G.A.Wagner aansloeg in een brief die hij Den Uyl kort na de val van het kabinet-Cals stuurde een stuk minder enthousiast.Wagner stelde de oud-bewindsman voor om ook in de toekomst contact te houden,‘om-

203 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 204

dat ik ondanks alle verschillen onze gesprekken altijd zeer stimulerend hebgevonden’.20 Maaralwasdeafstandgegroeid,erwas,ookdatblijktuit dit brieΔe, zeker nog geen sprake van een vertrouwensbreuk tussen Den Uylendetopvanhetbedrijfsleven. Het kabinet-Cals beschouwde zichzelf als modern, progressief, op de toekomst gericht.Het wilde zo ook door de samenleving gezien worden. Dat bleek echter minder eenvoudig dan gehoopt.Het was halverwege de jaren zestig, de tijdgeest begon in hoog tempo te kenteren, een rebelse geest maakte zich, in Nederland eerder dan elders in Europa en de vs, meester van – een deel van – de jongeren.De herzuiling die zich na 1945 zo rimpelloos had voltrokken, ging alsnog barsten vertonen. De rooms- katholieke kerk was wereldwijd – sinds het TweedeVaticaans Concilie – en in de Nederlandse kerkprovincie volop in beroering.Het Mandement van 1954 dat de katholieken had geprest om in de eigen zuil te blijven, werdin1965doordebisschoppeningetrokken.Aleerderhaddebisschop van Den Bosch, monseigneur W.M. Bekkers, voor de televisie verklaard dat het al dan niet gebruiken van anticonceptie een kwestie voor het in- dividuele geweten was.Vrouwen en meisjes namen gretig hun toevlucht tot de pas ontdekte‘pil’,waardoor angst voor ongewenste zwangerschap verdween. Fundamentele veranderingen in de beleving van seksualiteit waren het gevolg. Dankzij de sterk gestegen welvaart hadden jongeren geld om uit te geven aan een nieuwe eigen kledingstijl en eigen muziek. DeBeatlesendeRollingStonesveroverdendehartenvandeopgroeiende jeugd in de westerse wereld, gevolgd door protestzangers als Donovan, Bob Dylan en, in Nederland, Boudewijn de Groot. In hun songs keerden die zich tegen machthebbers en oorlog, vooral de oorlog die door de vs inVietnam werd gevoerd.De Koude Oorlog had na de Cuba-crisis plaats gemaakt voor het streven naar ontspanning tussen de twee machts- blokken en bij veel jongeren kwamen verontrusting over het risico van atoomwapens en verontwaardiging over de oorlogsvoering in indeplaatsvandevoorheendominanteangstvoorhetcommunisme.21 In Amsterdam manifesteerde zich in 1965 een nieuw, uniek politiek fenomeen: Provo. Vogels van diverse pluimage vonden elkaar in Provo: een vreedzame anarchist als Roel van Duyn, onbeschreven bladeren als Duco vanWeerlee en Bernhard deVries, een gepolitiseerde straatjongen (nozem)alsRobStolk,devroegefeministeIrenevandeWetering,deAm- sterdamse magiër Robert-Jasper Grootveld,ze tro^en elkaar op het Spui bij ‘Het Lieverdje’,waar ze wekelijks happenings hielden. Hun ideologie

204 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 205

was links en ietwat vaag,ze zagen zichzelf als rebellen tegen de consump- tiemaatschappijenhetdaaraanverslaafde‘klootjesvolk’.Detitel‘langha- rig werkschuw tuig’,hun toegedacht door dagblad DeTelegraaf en andere felle tegenstanders, droegen ze als geuzennaam. Hun program van actie was helderder dan hun ideeën: ze wilden provoceren,het gezag uitdagen en zo het klootjesvolk wakker schudden. Dat lukte in Amsterdam met- een al wonderwel. De politie, sinds jaren niet meer gewend aan ordever- storingen, reageerde nerveus op de happenings (waarbij eigenlijk niets bijzonders gebeurde,afgezien van het slaken van de kreet‘Uche,uche’of ‘Klaaskomt’en het uitdelen van een enkelekrent)en sloeger bij het min- steofgeringsteoplos.22 ‘Klaas’kwam inderdaad, al heette hij dan Claus, en zijn komst zou de provo’s wereldroem verscha^en, Nederland in rep en roer brengen en het imago van het kabinet-Cals ernstig beschadigen. Het kabinet zat er pas een week, toen Cals te horen kreeg dat kroonprinses Beatrix verliefd was op de Duitse diplomaat Claus von Amsberg. Hij stelde zijn collega- ministers op 7 mei op de hoogte en drong erop aan vooreerst niets te on- dernemen,‘tenzijderaadzoumenenhetaanknopenvanrelatiesmetbe- trokkene te moeten verwerpen, hetgeen niet het geval is’. De minister- raadgingakkoordenstemdeookinmethetvoorstelvanCalsdepersniet in te lichten over de identiteit van de jongeman die met de prinses in de tuin van kasteel Drakesteyn was gefotografeerd.23 Dit zette de toon voor deevenknulligealskrampachtigewijzewaaropCalsc.s.hethuwelijkvan Beatrix en Claus zou behandelen. De foto van het jonge stel stond al een paar dagen later met naam en toenaam in De Telegraaf.HetfeitdatClaus vonAmsberg Duitser was,(verplicht) lid was geweest van de Hitlerjugend en in deWehrmacht had gediend, riep bij een deel van de bevolking felle emoties en weerstand op. Oud-verzetsmensen en joodse overlevenden toonden zich onaangenaam verrast. Intussen liet Beatrix Cals weten dat de verloving gepland was op 28 juni; ze vroeg de premier om geheim- houding. Cals lichtte daarop alleen zijn vicepremiers Biesheuvel en Vondeling in; pas op 18 juni besprak hij de verloving met de rest van het kabinet.24 Den Uyl en minister van Cultuur Vrolijk lieten hun ergernis over dit late tijdstip blijken. Volgens Den Uyl had het kabinet meteen geïnfor- meerd moeten worden, toen het paar ‘(...) hun definitieve besluit (...)’ had genomen en had het kabinet op dat moment ook moeten beslissen of het de Kamer om toestemming voor het huwelijk zou vragen.Hij stip-

205 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 206

te behoedzaam het onbehagen in de samenleving aan met de vraag‘(...) of er door het Koninklijk gezin wel voldoende aan is gedacht dat een huwelijk van één der Prinsessen met een Duitser niet door iedereen zou worden toegejuicht’.Ook Samkalden en Vrolijk gaven aan niet honderd procent gelukkig te zijn met de keus van de prinses. Cals verzekerde – naar waarheid – dat hij een erg positieve indruk van Claus had gekregen en de ministerraad ging akkoord met de verloving en met het indienen vaneengoedkeuringswetvoorhethuwelijk.25 Vervolgens overlegde Cals nog vertrouwelijk over de kwestie met de fractievoorzitters in de Tweede Kamer, die steun toezegden voor de goedkeuringswet. Directeur L. de Jong van Oorlogsdocumentatie ver- trok naar Italië om informatie te verzamelen over Claus’ militaire een- heid. Hij kon bij zijn terugkeer melden dat hij niets bezwarends over de aanstaande van de kroonprinses gevonden had.Dat maakte de weg defi- nitief vrij voor koningin Juliana om op 28 juni om één uur ’s middags voorradioentvdeverlovingvanhaaroudstedochterbekendtemaken. Een gevoelig punt betrof ook de plaats waar het huwelijk zou worden voltrokken. Het paar wilde het liefst in Amsterdam trouwen, maar bur- gemeesterVanHall en zijn medebestuurders zagen daar niet verlangend naar uit, want juist in Amsterdam – tijdens de bezetting het toneel bij uitstek van de jodenvervolging – was de tegenzin tegen het huwelijk van de beoogde troonopvolgster met een Duitser het sterkst.Niettemin ging de ministerraad op 17 september zonder discussie akkoord met Amster- dam als plaats voor het huwelijk. Eerder had in de boezem van het kabi- netwéleenintensegedachtewisselingplaatsgevondenoverdewenselijk- heid om Claus een Nederlandse naam te geven, bijvoorbeeld Klaas, of andershetnietzoDuitsklinkendeGeorge(Claus’tweedenaam)ofopz’n minstvan(ennietvon)Amsberg.Hetkabinetvoeldehierallesvoor,maar Claus wilde zijn eigen naam graag houden.26 Het werd ten slotte toch ClausvanAmsberg. De protesten tegen het voorgenomen huwelijk wilden maar niet ver- stommen. In september werden onder een petitie die de Kamer opriep het huwelijk niet goed te keuren (waardoor Beatrix van de troon zou moetenafzien),opgestelddoorondermeerdebekendejoodseschrijfster Marga Minco, de gevierde Annie M.G. Schmidt en de historica Annie Romein-Verschoor, zestigduizend handtekeningen opgehaald.27 Ook bleven de tegenstanders zich uitspreken tegen de sluiting van het huwe- lijk in Amsterdam. De echo’s van dit onbehagen drongen door in de mi-

206 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 207

nisterraad, waar op 15 oktober Den Uyl als eerste ervoor pleitte om de plechtigheden bij nader inzien elders te laten plaatsvinden. Cals beloof- de over de zaak contact op te nemen met de koninklijke familie.28 Een week later vond in het kabinet opnieuw een uitvoerige discussie plaats. Cals die onder druk stond van zowel de critici,dieAmsterdam per se niet wilden, als van het hof, dat bezwaar had tegen verplaatsing, maakte een besluiteloze indruk. Hij had met oud-premier Drees gesproken, die zich sterk maakte voor Amsterdam. Drees had betoogd dat ook de Amster- damse PvdA daarvóór was. Den Uyl en Vondeling wisten van , fractievoorzitter in de Amsterdamse gemeenteraad, dat dit niet waarwas.Vondelingzeiradicaalvanmeningtezijnveranderd.‘Hetkabi- net zal op dringende wijze duidelijk moeten maken dat het huwelijk niet in Amsterdam moet plaatsvinden; dit is in het belang van betrokkenen, het is ook in het belang van de regering.’Den Uyl sloot zich hierbij aan en opperde Baarn als plaats voor het huwelijk. Cals stelde vast dat nu een kleine meerderheid in het kabinet voor verplaatsing was. Hij was bereid er nog eens met de koningin over te praten en vroeg zich af of het geen goed idee was als enkele ministers mee zouden gaan naar dat gesprek. Datvondendecollegaeechterniet.29 De vraag waar het kroonprinselijk paar zou gaan trouwen werd ten slotte beslecht op basis van prestigeoverwegingen. Tegenover Cals bleef het hof geporteerd voor Amsterdam. Maar op de avond van 31 oktober vond inAmsterdam,in aanwezigheid van burgemeesterVanHall een ge- sprek plaats tussen Beatrix en Claus en vertegenwoordigers van verzets- en joodse organisaties.Daar verklaarde het paar zich bereid om in Baarn te trouwen. Cals was niet bij dit gesprek geweest – hij dacht datVan Hall er ook niet bij zou zijn – en voelde zich daarom gepasseerd.Toeneen te- vreden Van Hall hem nog diezelfde nacht belde om te vertellen dat het prinselijk paar had afgezien van Amsterdam besloot de beledigde pre- mier om het been stijf te houden, naar eigen zeggen om niet de indruk te wekken ‘ (...) dat we zouden wijken voor geweld en intimidatie’.30 Op 1 november kreeg Cals het kabinet zover óók vast te houden aanAmster- dam.31 Commotie werd ook veroorzaakt door een uitgelekte brief van PvdA- fractievoorzitter Gerard Nederhorst. Die brief was bedoeld om partijle- den die tegen het huwelijk gekant waren uit te leggen waarom de PvdA- fractie, zij het niet van ganser harte, vóór de goedkeuringswet zou stem- men. Nederhorst, die geen rekening had gehouden met het nieuwe

207 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 208

fenomeen van het uitlekken – Het Parool publiceerde de brief in z’n ge- heel – was bijzonder openhartig. ‘(...) Beatrix staat volledig vreemd te- genover de harde eisen die het koningschap stelt’,schreef hij. Niettemin had de PvdA geen keus,want als de fractie tegen goedkeuring van het hu- welijk zou stemmen,‘(...) zou de hel losbreken’.Hij had nóg een overwe- ging:‘Een Nederland met als staatshoofd Juliana of Beatrix – goed in de hand gehouden door regering en parlement – prefereer ik boven een Nederlandse republiek met aan het hoofd een De Quay of Luns,want dat wordt het.’32 Met deze ontboezeming riep Nederhorst woede op bij ko- ningin Juliana,de KatholiekeVolkspartij (vanwege de aanval op De Quay en Luns) en koningsgezinde leden van de PvdA.Ook uit die hoek begon- nen opzeggingen binnen te komen.Cals slaagde er dit keer,met hulp van de PvdA-ministers,wel in de gemoederen te kalmeren.Nederhorst bood excuusvoordebriefaantijdensdeKamerbehandelingvande – metgro- temeerderheidaangenomen – goedkeuringswet. Op 10 maart 1966 was het zover. Het prinselijk paar trouwde in een nerveus Amsterdam. Het gros van de tegenstanders hield zich rustig. Zoniet Provo, dat tevoren plannen had bekendgemaakt om de paarden diedegoudenkoetstrokkensuikerklontjesmetLSDtevoeren.Zo’nvaart liep het natuurlijk niet, maar de rookbom die de provo’s lieten ont- plo^en toen de koninklijke rijtour door de Raadhuisstraat reed, haalde moeiteloos de wereldpers. Niet alleen provo’s, ook leden van de radicale Socialistische Jeugd beijverden zich in het gooien van rookbommen. De dag van het huwelijk was de dag van de witte rookwolken geworden. De dank die vicepremier Vondeling een dag later namens het kabinet aan minister-president Cals betuigde ‘(...) voor de voortre^elijke manier waarop hij (...) de zaken rond het huwelijk van prinses Beatrix heeft be- handeld’33, had dan ook een hoog gelegenheidsgehalte. De verstoring vandehuwelijksidyllekonzekerinAmsterdaminbredekringopsympa- thie rekenen. Studenten en kunstenaars verklaarden zich solidair met Provo, het vvd-gemeenteraadslid Hans Gruyters keerde zijn partij de rugtoeuitprotesttegendegezagsgetrouweopstellingvandeliberalen. Na 10 maart was de geest uit de fles.Provo’s en leden van de Socialisti- sche Jeugd bleven, gesecondeerd door ‘gewone’ relschoppers, de con- frontatiezoekenmetdepolitie,diedaargretigopinging.Vooralhetpoli- tiegeweld op zaterdag 19 maart bij de opening van een fototentoonstel- ling over – hoe ironisch – het politieoptreden tijdens het huwelijk, liep uit de hand.De tentoonstelling was een gecombineerd initiatief van Pro-

208 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 209

vo, het Amsterdamse studentenblad Propria Cures en uitgeverij Polak en VanGennep.JanWolkerszoudeexpositieopenen.Agentensloegeninop Wolkers en zijn gezelschap,toen die de tentoonstelling verlieten.Cineast Louis van Gasteren legde vast hoe een student die zijn fiets wilde pakken door vier agenten in elkaar geslagen werd. Het filmpje Omdat mijn fiets daar stond werd geweigerd door het journaal,maar uitgezonden door de actualiteitenrubriekvandevara AchterhetNieuws. Joop den Uyl bezocht de tentoonstelling die zondag en gaf in zijn commentaar blijk van veel begrip voor de rebelse jongeren.Hij vond,zei hij,detentoonstellingnietprovocerend.Inreactieopdekritiekdatdeac- tievoerders ‘langharig, ongewassen tuig’ waren, verklaarde hij geen be- zwaar te hebben tegen‘langharige en ongewassen knapen met construc- tieve ideeën.(...) Het staat iedereen in ons land vrij zijn haar lang te laten groeien en zich niet te wassen. Ik herinner eraan dat de Duitsers, die in 1940 ons land binnenvielen, keurig geknipt, gewassen en geschoren wa- ren’,alduseenemotioneleDenUyl.34 Ook de door studenten en leden van de linkse Pacifistisch Socialisti- sche Partij (psp) georganiseerde betogingen tegen de Vietnamoorlog lokten politieoptreden uit. Aanleiding was het scanderen door demon- strantenvandeleus‘Johnsonmoordenaar’.Datwasverbodenals‘beledi- ging van een bevriend staatshoofd’.Daarop riepen de betogers:‘Johnson molenaar’,de dienders in verwarring achterlatend. Het kat-en-muisspel van actievoerders en politie bereikte een dieptepunt tijdens het bouw- vakkersoproer in juni.De aanleiding leek aanvankelijk futiel:een protest van niet bij de‘erkende vakbond’ – i.c.het nvv – aangesloten bouwvak- kers tegen de inhouding van twee procent vakantietoeslag. Een door de communisten gesteund actiecomité trok op naar het kantoor van de bouwbond.Er sneuvelden enkele ruiten.De politie sloeg daarop hard op de actievoerders in. De metselaar Jan Weggelaar moest per ambulance worden afgevoerd en overleed op weg naar het ziekenhuis. De volgende dag schreef De Telegraaf – naar waarheid,maar dat was niet meteen dui- delijk – dat Weggelaar aan een hartaanval was bezweken. Ervan over- tuigd dat de man slachto^er was van politiegeweld trokken woedende bouwvakkers op naar het gebouw van De Telegraaf aan de Nieuwezijds Voorburgwal en probeerden het te bestormen. Dat lukte niet, maar merkwaardig genoeg schitterde dit keer de politie geruime tijd door af- wezigheid. Burgemeester en hoofdcommissaris waren een tijdlang on- bereikbaar, terwijl de politie op instructies wachtte.Wethouder Roel de

209 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 210

Wit reageerde wel alert; hij ontving de leiding van het actiecomité en overlegde met Harry Verhey, de voorzitter van de communistische raadsfractie. Kort daarop trokken de protesterende arbeiders zich uit de omgeving van De Telegraaf terug en was het risico van een serieuze op- stand bezworen. Wel bleven opgeschoten jongeren de hele dag de strijd aanbinden met de inmiddels uitgerukte politie. De Amsterdamse PvdA was flink geschrokken van het zich aftekenende verbond tussen Provo, hoofdstedelijke bohème en CPN-gezinde arbeiders. Om het ontstaan van zo’n opstandig front te verhinderen nodigde de PvdA de communis- tenuitom – naachttienjaarafwezigheid – weertoetetredentothetcol- lege van B&W. Die opzet bleek te werken, de CPN-wethouders (Verhey, later ook Rudi van derVelde) toonden zich kundige en keurige bestuur- ders. Het gemeentebestuur was niet de enige instantie die geschokt was door het bouwvakkersoproer. Het kabinet kwam op 15 juni in een extra vergadering bijeen. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Smallenbroek vond dat hoofdcommissaris Van der Molen en burgemeester Van Hall hadden gefaald, maar ze nu wegsturen zou ‘(...) koren op de molen van de gezagsondermijnende elementen [zijn’.] Hij wilde zo snel mogelijk een eind maken aan de ordeverstoringen en meende daarom ‘(...) dat in de onmiddellijke omgeving van Amsterdam zwaar materieel van het leger achter de hand moet worden gehouden’.Dat ging minister van De- fensie te ver. Wel bracht hij zes pantser-infanteriebrigades met in totaal 3500 man in staat van paraatheid,maar omdat die voorals- nog in hun legerplaatsen (, Schaarsbergen, Ermelo en Steen- wijk) bleven, kon dit geheim worden gehouden. Zo kon ook worden te- gemoetgekomen aan het bezwaar van minister Den Uyl,die beducht was voor een averechts e^ect van ‘grootscheepse troepenbewegingen’ op de publieke opinie inAmsterdam.De bijzondere maatregel met betrekking tot de 3500 militairen werd op 20 juni weer ingetrokken; in Amsterdam washetalweereenpaardagenrustig. Opiniepeilingen toonden aan dat het bouwvakkersoproer de roep in het land om hard ingrijpen had doen toenemen.Het kabinet-Cals be- sloot echter tot een tweesporenbeleid.Teneerste moest‘(...) het vertrou- wen van de bevolking en met name van de jeugd (....) worden herwon- nen’.Ten tweede moest ernst worden gemaakt met reorganisatie van de politie.35 HoofdcommissarisVan der Molen moest het veld ruimen en er kwam een commissie die de gang van zaken in Amsterdam zou onder-

210 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 211

zoeken. Met het herwinnen van vertrouwen wilde het niet meteen vlot- ten. Niet alleen provo’s, hun sympathisanten en andere republikeinen reageerden woedend op het in de zomer van 1966 na veel getalm naar buiten gebrachte regeringsvoornemen om het jaarinkomen van konin- gin Juliana van 2,5 naar 5,2 miljoen gulden te verhogen.Ook de Partij van de Arbeid geraakte hierover in rep en roer. De afdeling Haarlem van de PvdA-jongeren had ‘(...) met verbijstering (...) kennis genomen van het mededoordr.A.Vondelingondertekendewetsvoorstel(...)’.Erwasprak- tisch geen PvdA-afdeling in den lande die haar stem niet openlijk verhief tegen de beoogde inkomensverhoging. Uit Amsterdam, Assendelft, Goes,Vlaardingen, Dokkum, Drachten,Wormer, IJmuiden, Sint-Anna- parochie, Vlissingen, Utrecht 7, Boskoop, Naarden, Ede, Groningen 3 en Hoogezand-Sappemeer kwamen bij het partijbestuur boze protestbrie- ven binnen. De partijbestuurders zelf hadden het over ‘opstand in de partij’,‘de partij gaat naar de verdommenis’(secretaris Eibert Meester) of een ‘onbegrijpelijke psychologische blunder’ (fractievoorzitter Neder- horst). Joop den Uyl, als socialistisch bewindsman medeverantwoorde- lijk voor het controversiële voorstel, had binnen het kabinet een paar keer op uitstel aangedrongen. Op een ingelaste vergadering van het da- gelijks bestuur van zijn partij stelde hij bedrukt vast: ‘De Telegraaf heeft eenpolitiek,wijnietmeer.’36 Er waren in die hete Hollandse zomer van 1966 nog meer kwesties die voor opwinding zorgden.Twee ervan raakten aan de Nederlands/Duitse betrekkingendienaeenperiodevanrustinwoeligervaarwaterkwamen. Allereerst de vrijlating van de Duitse oorlogsmisdadiger, voormalig hoofd van de Sicherheitsdienst in Amsterdam,W.Lages, een van de tot le- venslang veroordeelde ‘vier van Breda’.Minister van Justitie Samkalden had Lages die aan kanker leed voor drie maanden naar huis gestuurd, zonder voorafgaand overleg. Pas na de vrijlating stelde hij zijn ambtge- noten op de hoogte.Bij die gelegenheid onthulde Samkalden dat door de Duitse ambassade in Den Haag en een aantal Duitse geestelijken was geïnformeerd naar de mogelijkheid van gratie voor de vier oorlogsmis- dadigers. Zelf was hij tegen collectieve gratiëring; hij meende dat ‘(...) alleen in ernstige persoonlijke omstandigheden een weg zou kunnen worden gezocht’.Daarom had hij besloten Lages’straf om gezondheids- redenen op te schorten.Het kabinet ging akkoord met die handelwijze37, maar uit joodse en verzetskringen klonk luid protest. Lages herstelde overigensvoorspoedigenbrachtnogjareninDuitslanddoor.

211 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 212

Politiek nog lastiger was de a^aire Von Kielmansegg. Er waren ver gevorderde plannen om het militaire hoofdkwartier van de navo voor Europa AFCENT in het Limburgse Brunssum te vestigen. Het kabinet was daar sterk voor, het onderstreepte de belangrijke rol van Nederland binnen de navo en was bovendien goed voor de door de mijnsluitingen bedreigdewerkgelegenheidinLimburg.Erdoemdeechtereenprobleem op in de persoon van de beoogde nieuwe navo-bevelhebber, de Duitse generaal J. von Kielmansegg. Deze had tijdens de oorlog in de Wehr- macht gediend en hij had in 1941 een boek geschreven waarin nazidenk- beelden over Slaven en joden werden verkondigd. Het kabinet-Cals zat behoorlijk met de kwestie in z’n maag.Den Uyl wees op de te verwachten heftigereactiesenvonddatAFCENTdesnoodsmaarnietnaarNederland moest komen als de Duitse regering niet afzag vanVon Kielmansegg.Het kabinetbeslooteentelegramnaarBonntesturenomdaaropaantedrin- gen. Zonder resultaat.Twee weken later sprakVondeling de verwachting uit dat het voor november geplande PvdA-congres een eind zou maken aan de socialistische regeringsdeelname als de navo metVon Kielmans- egginBrunssumzouarriveren.38 Het huwelijk van de kroonprinses met een voormalige Wehrmacht- soldaat (wiens beminnelijk karakter destijds nog maar bij weinigen be- kend was); de vrijlating van SD-chef Lages; de dreigende komst van een vroegerenazigeneraal:het strooidezoutin deruimtwintigjaar na debe- vrijding nog niet genezen wonden van de Tweede Wereldoorlog. De be- langstelling voor die oorlog was in de jaren zestig weer toegenomen. De jongerenhaddenzichindezerecentegeschiedeniskunnenverdiepenvia de veel bekeken tv-serie De bezetting van Loe de Jong en het epos van JacquesPresseroverdejodenvervolging39.Zijidentificeerdenzichmeest- al niet in de eerste plaats met hun ouders, die hun nu wilden verbieden kritiek te leveren op ‘onze Amerikaanse bevrijders’,terwijl ze in de ogen van hun kinderen zelf indertijd wel wat meer moed hadden mogen to- nen. Hun bewondering ging uit naar het ondergronds verzet,omdat het geweigerd had een – misdadig – gezag te gehoorzamen. Pikant genoeg waren rebelse jongeren en oud-verzetsmensen het ook eens over een aantal kwesties die in 1966 de gemoederen bezighielden,zoals het huwe- lijk en Lages.Zelfs de overtrokken veroordeling door de agerende jonge- ren van het Amsterdamse politieoptreden – dat veeleer radeloos dan opzettelijk wreed was – als ‘SS-praktijken’ oogstte bij een deel van de oudere generatie begrip of appelleerde aan schuldgevoel.Hun eigen ver-

212 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 213

zet tegen‘Het Gezag’identificeerden de actievoerders met het verzet van weleer,waarvanzijnudefakkelwildenovernemendoorzichsterktema- kenvoorpolitiekevernieuwing.Haddennietookdevertegenwoordigers van het linkerdeel van de illegaliteit meteen na de oorlog – vergeefs – gepleit voor een ander,nieuw en beter Nederland?‘Er was in de sfeer van dat jaar,met Claus,Lages,Johnson,politiegeweld (...) iets van een herbe- leving van de oorlog’,schrijft Richter Roegholt in Amsterdamindetwin- tigste eeuw.40 Schaakkampioen Hein Donner bracht het gevoel van die dagen nog scherper onder woorden.‘Alleswat er op het ogenblik gebeurt (....)’,zei hij in een interview,‘op straat,in het stemhokje,in de kerk,zie ik als het loskomen van opgekropte gevoelens die tientallen jaren verdron- gen zijn door de Koude Oorlog.Alle veranderingen die men nu wil,had- denaltussen’45en’50ingevoerdmoetenworden.’41 De historicus James Kennedy noemt het opvallend dat de vergaande veranderingen die de Nederlandse samenleving in ‘de jaren zestig’ on- derging grotendeels zonder geweld tot stand zijn gekomen. Een belang- rijkeredenziethijinde‘aanpassingsgezindheid’vandepolitiekeelitesen de oudere generatie,die zich lieten leiden door de overtuiging dat veran- dering onvermijdelijk was en er dus maar het beste van moest worden gemaakt. Het generatieconflict dat de vernieuwingen van de jaren zestig op gang bracht, werd volgens Kennedy pas mogelijk‘(...) door de toene- mendevrijheiddiedejongerenvanhunoudersontvingenenhetrespect datzijtoondenvoordeidealenvandejeugd’.42 Het dóórwerken van de motieven‘bezetting’en‘verzet’,het idee daaruit geleerd te hebben en het nuanderstewillenaanpakken,heeftdebereidheidbijouderenenbijpo- litici om concessies te doen aan de jeugdige rebellen ongetwijfeld bevor- derd.Inhetjaar1966werddoorprovo’s,Vietnamdemonstranteneneven later ook door Nieuw Links in de PvdA en door D66 de kiem gelegd van nieuwe politieke en culturele mores die tijdens het kabinet-Den Uyl tot volle rijpheid zouden komen. Die nieuwe stijl bracht met zich mee dat een kritische instelling en het streven naar gelijkheid en (directe) demo- cratie hoger gewaardeerd werden dan traditionele deugden als fatsoen, degelijkheid en deskundigheid.Voorlopig echter leed het kabinet-Cals/ Vondeling aan de schizofrenie van vooruitstrevend willen zijn maar te- gelijkertijd geen antenne hebben voor de verlangens en gevoeligheden van de protesterende jongeren. Kenmerkend voor dat haast hulpeloze onbegrip was een discussie in de ministerraad over het hevig omstreden satirischeprogrammaZoishettoevalligooknogeenseenkeer.PremierCals

213 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 214

opendedegedachtewisseling.Hij‘(...)isvanoordeeldatdeomroeporga- nisaties niet moeten doorgaan het invloedrijke medium van de televisie aan een stel jongelui los in de hand te geven’. Er was volgens Cals zelfs sprake van ‘gezagsondermijning’. Minister Bogaers viel de premier bij. Hij vond ‘(...) dat men somtijds mensen in hun diepste overtuigingen kwetst; dit kan men niet afdoen met een verwijzing naar de vrijheid van meningsuiting.’De PvdA-ministers waren ertegen om de vara, die het programma uitzond, formeel op de vingers te tikken en kregen hun zin. Den Uyl zei met veel omhaal van woorden nog iets positiefs over Zo is het – er was volgens hem vraag naar een satirisch programma en er was ook waardering voor.43 Wat de ministers ook niet begrepen was dat de pers zoveel aandacht besteedde aan de Provo-acties.Dat maakte de zaken im- mers nog erger.‘Kan de minister-president hierover eens met journalis- ten spreken?’wilde minister Diepenhorst weten.44 Cals nam ook het ini- tiatief voor een gesprek met het pas gekozen Provo-raadslid in Amster- dam, Bernhard deVries.Hij hoopte zo beter te kunnen doorgronden wat de provo’s dachten en wilden. De conversatie verliep vriendelijk, maar menkwamnietnadertotelkaar. Bij de voorbereiding van de Troonrede voor het parlementaire jaar 1966/67 kwam het tot een kleine maar veelzeggende botsing tussen Cals en Den Uyl over het thema ‘vernieuwing’. Den Uyl had zich eraan ge- stoord dat in het door Cals geschreven concept de begrippen‘onrust’en ‘onzekerheid’ centraal stonden. Hij zou liever zien dat het accent werd gelegd op ‘(...) een grote vernieuwingsdrift’.Maar Cals hechtte juist aan het handhaven van determen onrust en onzekerheid.45 Hier openbaarde zich een meningsverschilover deaan het protest van dejaren zestigtoete kennenwaarde,dattoteenscheidingdergeestenzouleiden. Het incident dat in augustus 1966 het aftreden van de Antirevolutio- naire minister van Binnenlandse Zaken Smallenbroek teweegbracht, illustreert fraai hoezeer op dat moment ondanks alle opschudding de aloude fatsoensnormen nog overeind stonden. Jan Smallenbroek had meteenpaarborrelsteveelopvlakbijzijnhuisinDenHaageenstilstaan- de auto aangereden. Meer dan blikschade was er niet, maar omwonen- den hadden de minister met gedoofde lichten zien doorrijden.Smallen- broek bood prompt zijn ontslag aan, hetgeen door Cals in dank werd aanvaard. De premier sprak van een ‘moedige beslissing’. De collega- ministers gaven eenstemmig uiting aan hun ‘bewondering’ en ‘respect’ voor de onfortuinlijke Smallenbroek. Alleen minister Vrolijk van Cul-

214 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 215

tuur noemde het aftreden‘onrechtvaardig’.Wel besloot het kabinet nog een afscheidsdiner voor de gevallen bewindsman te organiseren, op 17 oktober.46 De ministers konden niet vermoeden dat het hele kabinet op dattijdstipaldemissionairzouzijn. Om tien over vijf, in de vroege ochtend van 14 oktober 1966 viel het kabinet-Cals/Vondeling over een motie van kvp-fractievoorzitter Nor- bertSchmelzer.Diemotiegafuitdrukkingaanonvredeovereengatinde door Vondeling gepresenteerde begroting voor het jaar daarop. Ze werd door Schmelzer niet gepresenteerd als een motie van wantrouwen,maar doorCalswelzoopgevat.Despanningtussendecoalitiepartijen,metna- me tussen PvdA en kvp was al een tijd aan het oplopen. Beide partijen hadden het er bij de verkiezingen voor Provinciale Staten en gemeente- raden dat voorjaar bijzonder slecht vanaf gebracht. Grote winnaar was de rechts-populistische Boerenpartij, die meer nog in de oude wijken vandegrotestedenenonderjongerendanophetplattelandsuccesboek- te met propaganda tegen ‘de vijf grote partijen’,die ‘één pot nat’ zouden zijn,kritiekdiehetspiegelbeeldvormdevanhetprotestvanlinksejonge- ren tegen ‘het establishment’. Al ruim twintig jaar droomden sociaal- democraten in Nederland van een Doorbraak, het verdwijnen van de automatismen waardoor kiezers binnen de eigen zuil bleven.Nu voltrok die ontzuiling zich,stelde het blad Socialisme en Democratie vast,‘(...) fei- telijk buiten de PvdA om en de drang tot ontzuiling is vaak groter dan veletop-mensenindePvdAliefis’.47 De slechte verkiezingsresultaten tastten de interne cohesie in het ka- binet niet wezenlijk aan, maar hadden wel tot gevolg dat de druk vanuit de twee grootste regeringspartijen op het kabinet sterker werd. Binnen dePvdAwerdeengroepjongerenactiefonderdenaamNieuwLinks.Met hun tien-puntenplan, Tien over Rood,hooptenzedePvdAteverjongen, nieuw leven in te blazen, opener en tevens linkser te maken. Deelnemen aan een coalitiekabinet was voor deze jonge Gideonsbende bepaald geen doel op zichzelf.48 In de kvp had de verzwakte positie van de PvdA juist de rechtse critici van het kabinet en van de‘arrogante’Cals nieuwe moed gegeven.Kort voor de algemene beschouwingen van oktober 1966 vroeg het kvp-bestuur fractievoorzitter Schmelzer om een eind aan het kabi- net te maken.Ook wilden de bestuursleden Cals niet als nieuwe lijsttrek- ker. Schmelzer‘(...) wist met moeite duidelijk te maken dat hij geen crisis om de crisis op zijn geweten wilde hebben. Hij wilde zijn oordeel laten aΩangen van de mate waarin Cals en Vondeling aan de wensen van de kvptegemoetzoudenkomen.’49 215 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 216

Schmelzer wist dus dat een niet onbelangrijk deel van zijn partij wenste dat hij op een crisis zou aansturen. Hij had ook rekening te hou- den met de financiële woordvoerder Harry Notenboom, die al vanaf het aantreden van het kabinet-Cals ernstig bezwaar had tegen het tijde- lijk loslaten van de norm dat de groei van de overheidsuitgaven moest achterblijven bij de groei van het nationaal inkomen. Notenboom was paskorteerstewoordvoerderFinanciën.Hijhadzwarekritiekopdedoor Vondeling gepresenteerde begroting en hij hechtte eraan te demonstre- ren dat hij op het punt van solide begroten niet onderdeed voor zijn voorganger Lucas.Notenboom stelt in zijn boek over de val van het kabi- net-Cals dat‘“de financiële hoek”van de kvp-fractie het de fractievoor- zitter, die een crisis wilde vermijden, behoorlijk moeilijk heeft ge- maakt’.50 Schmelzer zal zich bij het indienen van zijn motie voorts hebben la- ten leiden door de wetenschap dat een deel van zijn fractie hoe dan ook een liberale motie van a≈euring wilde steunen. Ook Marga Klompé, die bekendstond als een vriendin en steunpilaar van Cals,beargumenteerde laterhaarstemvoordemotie-Schmelzermetdewensomdeeenheidvan de eigen kvp niet in gevaar te brengen. Slechts vier leden van de kvp- fractie stemden tegen, evenals de Antirevolutionairen, die weliswaar ook niet stonden te juichen bij de ingediende begroting, maar er geen reden in zagen om de eigen regering ten val te brengen. Een rol hierbij speelde dat de politiek leider van de ar, Biesheuvel, in het kabinet zat en zichdaarhadgecommitteerdaandegeslotencompromissen. De‘Nacht van Schmelzer’zou in de Nederlandse politieke geschiede- nis een haast mythische klank krijgen.Was het een‘moord met voorbe- dachte rade’op het geestverwante kabinet,zoals Cals,Vondeling en velen met hen meenden? Of was het eerder een soort bedrijfsongeval veroor- zaakt door de botsing tussen Cals die onvoorwaardelijk vertrouwen eiste enSchmelzerdiezijnbezwarennietwildeinslikken?Nietallekvp’ersdie vóór de motie stemden, beschouwden die als een motie van wantrou- wen, maar nadat de premier de motie onaanvaardbaar had verklaard, was duidelijk dat ze dat wel was.Er was in werkelijkheid noch sprake van ‘moord’nochvaneenongelukje. Schmelzer was persoonlijk niet uit op de val van het kabinet, maar stond wel onder grote druk om geen verdere concessies te doen.Toen hij merkte dat zijn behoedzame pleidooien tegen een crisis bij het partij- bestuureneendeelvandefractiegeengehoorvonden,besloothijwelbe-

216 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 217

wust het risico van de val van het kabinet te nemen.Wezouden derhalve van ‘dood door schuld’ kunnen spreken. Voor Cals was naar huis ge- stuurd worden door de eigen geestverwanten een politiek en persoonlijk drama. Ook Schmelzer kwam zwaar beschadigd uit de Nacht tevoor- schijn. Van de hem door cabaretier Wim Kan toegedachte benaming ‘gladde teckel’zou hij nooit meer af komen.Want eigenlijk deed het er al gauw niet meer toe of de kvp bewust had afgestevend op de val van het rooms-rodekabinet.Demythedatdievalinkoelenbloedewasberaamd, won het in de beeldvorming op alle fronten van de genuanceerdere wer- kelijkheid. Door een breed publiek werd Schmelzer voortaan gezien als een Brutus,het symboolvan deonbetrouwbaarheid van deconfessione- le politiek.De Nacht van Schmelzer en de beeldvorming eromheen bete- kenden een cesuur in de Nederlandse politiek. Een rooms-rode coalitie opbasisvanonderlingvertrouwenwasvantoenafaandecennialangniet meer mogelijk.Linksstondtegenover rechts,dePvdA koesterdeeen fun- damenteel wantrouwen tegenover een kvp die niet voor‘de progressie- ven’ wilde kiezen. In die kvp rommelde het. Progressieven uit de drie confessionele partijen organiseerden zich onder de noemer ‘christen- radicalen’endreigdenmetafsplitsing. Ondertussen was nog een nieuwe partij opgericht, Democraten ’66, die streefde naar openheid en directe invloed voor de kiezer. Bij de ver- vroegde verkiezingen van 1967 kreeg D66 vanuit het niets zomaar zeven zetels. Het was een sensatie, , de goed uitziende, filo- sofisch formulerende voorman van de Democraten was de nieuwe poli- tiekester. Voor de PvdA was het geen eenvoudige vraag onder wiens leiding zij de verkiezingen zou ingaan. Paradoxaal genoeg was door de onelegante wijze waarop de regering-Cals ten val was gebracht in de ogen van links Nederland haar reputatie nog enigszins gered. Het onbehagen over de ‘oude politiek’dat in de loop van 1966 aan de oppervlakte was gekomen, richtte zich nu in de eerste plaats tegen Schmelzer en de kvp.Tochhad Anne Vondeling als vicepremier en minister van Financiën onder Cals veel van zijn eerdere glans verloren.Hij was,zoals in Socialisme en Demo- cratie viel te lezen,‘(...) verbruikt (...) in de slijtageslag die de PvdA-top heeft doorgemaakt’.51 Maar wie was dat eigenlijk niet? De oude socialisti- sche kingmaker Jaap Burger, dat jaar wederom voorzitter van de kandi- daatstellingscommissie, wilde daarom vasthouden aan Vondeling, zij het in een wat bescheidener setting. Hij dacht aan een vierhoofdig lijst-

217 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 218

trekkerschap, met verschillende aanvoerders voor diverse delen van het land. Zo’n meerhoofdig leiderschap druiste echter in tegen de politicologi- sche denkbeelden van Ed van Thijn, PvdA-fractievoorzitter in de Am- sterdamse gemeenteraad. Van Thijn had binnen zijn partij aan prestige gewonnen, doordat de PvdA in de hoofdstad het bij de raadsverkiezin- gen niet eens zo heel slecht had gedaan,terwijl daar toch het epicentrum van de politieke aardbeving van 1966 lag.VanThijn had goede contacten metzowelledenvanhetprilleNieuweLinks,zoalsHanLammers,alsmet desocialistischebewindsliedenuithetgevallenkabinet.Hijwasonderde indruk van ook toen al moderne, uit Amerika a≈omstige ideeën over nutennoodzaakvanhetbenadrukkenvandepersoonindeverkiezings- strijd en het belang van goed overkomen op de televisie. In een artikel in Socialisme en Democratie pleitte hij om die reden voor één lijsttrekker, de ‘beste man’.52 Daarbij dacht hij aan zijn leermeester Joop den Uyl. Het was, aldus Van Thijn in Politiek als Hartstocht,‘naar twee kanten toe een hele hijs om dat erdoor te krijgen. Burger had altijd gezegd: (...) je kunt een partij niet ophangen aan één man.En Nieuw Links was om ideologi- sche redenen voor een meerhoofdig lijsttrekkerschap: (...) verdeling van macht over meerdere personen.Vondeling was ook vast van plan om toe te werken naar een meerhoofdig lijsttrekkerschap.’53 Maar dat verander- de nadat VanThijn samen met wbs-directeur Cees de Galan bij Vonde- ling op bezoek was geweest.‘Of je gaat knokken, of je maakt plaats (...)’, zeiden ze tegen hem, want de duidelijkheid van de campagne zou niet zijn gediend met meer dan één lijsttrekker.‘En hij heeft dat toen van ons aangenomen.’54 Na een lichte aarzeling (‘Is Joop daar al aan toe?’55) legde AnneVondeling zich erbij neer dat Joop den Uyl in november 1966 als de lijstaanvoerdervandePvdAwerdaangewezen. Veel later, naar aanleiding van het overlijden van Vondeling in 1979, zou de nog jonge PvdA-politicus Jacques Wallage (schoonzoon van W. Drees junior) zijn onbehagen over de bruuske vervanging van de eerste man in 1966 naar buiten brengen. Wallage typeerde Vondeling als ‘het schoolvoorbeeld van een linkse minister die door rechtse media kapot geschreven werd’.Hij vroeg zich af ‘(...) of je je eerste man zo mag o^eren aan de stemming in het land. Het heeft me geleerd dat de partij in haar personeelsbeleid niet voor de hardste ondernemer onderdoet. Het pro- dukt Vondeling viel niet langer te verkopen, dus werd Den Uyl ingezet.’ Wallage was vol bewondering voor Vondelings ‘ongelofelijke incasse- ringsvermogen’.56 218 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 219

DenUylsteldezichtijdenshettouwtrekkenoverdenummeréénpas- sief op. Hij liet niets los over zijn eigen ambities, al meenden goede oude bekenden alsVanThijn en De Galan te weten dat hij niet vies was van het partijleiderschap.57 De persoonlijke verstandhouding tussen ‘Joop’ en ‘Anne’bleefintact,maarhieldietsongemakkelijks. In de toespraak op het congres waarmee hij het eenhoofdig lijsttrek- kerschap op zich nam, maakte Den Uyl duidelijk dat hij de roep om ver- nieuwing die had opgeklonken uit de samenleving had gehoord en aan- vaardde als een uitdaging.‘De jongeren protesteren en provoceren. (...) zijlatenhunharengroeienoftrekkenmetleuzenlangsdestraten.Enlaat mij in alle duidelijkheid zeggen: Goddank. (...) Liever een proteststem dan geen stem.Liever een stukke dan een beslagen ruit.’Het door protes- terende jongeren nadrukkelijk op de agenda gezette onderwerp ‘demo- cratiseringvandesamenleving’hadDenUylvanoudshernaaanhethart gelegen. Hij noemde het ‘(...) voor ons, sociaal-democraten, een nooit eindigendeopgave(...)’.Hijhaaldefeluitnaardekvpengafdaarmeeeen voorproeΔe van de kille sfeer die de relatie tussen die twee partijen de ko- mende tijd zou beheersen.‘Het klinkt onvriendelijk,maar het is niet an- ders: voorwaarde voor duidelijkheid in de Nederlandse politiek is de nederlaag van de kvp.’Ten slotte trachtte hij over te brengen dat hij vóór vernieuwing en hervorming van de maatschappij was, maar wel binnen het kader van de democratische rechtsstaat. ‘Onze opdracht in deze tijd is: onbehagen omsmeden tot vernieuwingskracht. (...) Onze maat- schappij is een fijnvertakt organisme. Wie haar besturen en zeker wie haar hervormen wil, moet goed toegerust zijn. Vergelijk haar met een horloge dat moet blijven lopen. U begint dan weinig met een schroeve- draaier of met een nagelschaartje. (...) Wij willen de maatschappij her- vormen,nietstukmaken.’58 Het was een weldoordachte poging om een evenwicht te vinden tussen nieuw en vertrouwd,tussen de klassieke arbeidersaanhang van de partij, vaak nog wantrouwig tegenover Beatles, provo’s en dat soort nieuwlichterij,en aan de andere kant de jonge hemelbestormers.De eer- ste in een reeks van pogingen. Den Uyl ging op campagne met een door Ed van Thijn, vanaf dat moment tot in de jaren tachtig onafgebroken de (tweede) man achter Den Uyl, bedachte karavaan.VanThijn schreef ook dagelijks nieuwe conceptspeeches voor de lijsttrekker, met ‘highlights, grappen en grollen’.Maar:‘Ik kan me niet herinneren dat er ooit één zin vanisuitgesproken.’59Wanttekstenbedenkenenmensentoespreken,dat konenwildeDenUylzelf. 219 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 220

Veel hielp het niet, in de winter van 1967.De PvdA verloor, vergeleken met 1963, 6 zetels en bleef met 37 zetels kleiner dan de kvp, die er 8 ver- loor, en nog 42 over had. Die twee partijen waren samen de grote verlie- zers. In beide groeperingen broeide het. Het lag voor de hand dat er een eind zou komen aan het politieke bestaan van Joop den Uyl,met een res- pectabele loopbaan als Kamerlid, wethouder en minister achter de rug. Nu hij het gezicht van de PvdA had willen bepalen en verloren had,werd ook hij kwetsbaar voor het verwijt een ‘verkalkte regent’,een ‘represen- tantvanhetestablishment’tezijn.

220