Den Uyl, Lay-Out
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer Bleich, A. Publication date 2008 Link to publication Citation for published version (APA): Bleich, A. (2008). Joop den Uyl 1919-1987 : dromer en doordouwer. Uitgeverij Balans. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 193 Hoofdstuk 8 Regeren te midden van een opstekende storm Gedurende de eerste zestien jaar van zijn bestaan als PvdA-politicus fun- geerde de landelijke,‘Haagse’politiek voor Joop den Uyl als zijtoneel.Als directeur van de Wiardi Beckman Stichting en lid van het partijbestuur volgde hij uiteraard de actuele politieke verwikkelingen, maar zelf was hij veeleer gericht op de langere termijn, op de ontwikkeling van het sociaal-democratische gedachtegoed. Dat veranderde ook niet toen hij in 1956 lid werd van de Tweede Kamer. Een cumulatie van functies was destijds heel gebruikelijk – bijvoorbeeld vakbondsbestuurder of vara- bestuurslid en Kamerlid voor de PvdA – en zo deed ook de wbs-direc- teurdeTweedeKamerendeAmsterdamsegemeenteraaderbij. Den Uyls maidenspeech als Kamerlid – in februari 1957 – had betrek- king op de voortgang van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (pbo).Hijgingdaaroverindebatmetdepasaangetredenstaatssecretaris van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfs- organisatie, de jonge kvp-politicus drs. W.K.N. Schmelzer. De details van het debat kunnen we de lezer besparen. Maar in het licht van latere gebeurtenissen,waarbij de heren fel tegenover elkaar stonden,is het nog wel vermeldenswaard dat Den Uyl de noodzaak van een aparte staatsse- cretaris voor Bezitsvorming en pbo betwistte.‘Ik vermoed zo’,aldus het nieuw optredende PvdA-Kamerlid,‘dat er in deze Kamer een flink aantal leden is, dat de instandhouding van een hoog peil van werkgelegenheid net nog een pietsie belangrijker vindt dan de bevordering van de bezits- vorming. Volgt daaruit’,vroeg hij retorisch,‘dat wij een aparte Minister voordewerkgelegenheidmoetenhebben?’1 DatvondDenUyltoenblijk- baar een bespottelijke gedachte;een kwarteeuw later zou hij er als minis- ter van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet-Van Agt/Den Uylandersoverdenken. Fractievoorzitter van de PvdA was tot aan de verkiezingen van 1963 de 193 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 194 rondborstigeJaapBurger.Burgerspositiehaddelaatstejarenonderdruk gestaan.Sommige collega-politici verweten hem dat hij door te assertief optreden medeschuldig was aan de val van het laatste kabinet-Drees in 1958. Anderen hadden moeite met Burgers standpunt over Nieuw-Gui- nea; hij stond op dit punt pal achter minister van Buitenlandse Zaken Jozef Luns – die hij voor het overige niet kon luchten – in diens verzet tegen het overdragen van Nederlands laatst overgebleven gebiedsdeel in deOostaanIndonesië. Kritische artikelen in Het Parool ondermijnden Burgers positie,waar- op hij besloot de eer aan zichzelf te houden en plaats te maken voor een jongere lijstaanvoerder.Dat werd de eigenzinnige Friese ingenieur Anne Vondeling,eenheelandertypedanBurgerdiepratgingopzijna≈omst uit een gewoon arbeidersmilieu. Als lijstaanvoerder en oppositieleider tegenover het kabinet-Marijnen maakteVondeling, ondanks het in 1963 geleden verkiezingsverlies,op velen een verfrissende indruk,vooral om- dathijnieta≈erigbleekvanrelativeringenironie. In de aanloop naar het kiezen van een nieuwe aanvoerder had ook Den Uyl blijk gegeven van belangstelling. Bij een interne peiling in de Kamerfractie haalde hij tot zijn teleurstelling echter maar drie stemmen. Kort daarop besloot hij in te gaan op het voorstel om wethouder van Amsterdam te worden,mede op advies van Jaap Burger.Den Uyls opvol- ger in Amsterdam, Roel de Wit: ‘Ik hoor het hem – [Burger, ab] – nog zeggen: Ik heb Joop heel bepaald geadviseerd om nou eerst eens een paar jaar wethouder in Amsterdam te worden, dat is goed voor zijn toe- komst.’2 Nog veel bruusker dan hij naar het Amsterdamse gemeente- bestuur was vertrokken – daar had hij toch nog langer dan een maand over getobd,omdat de‘regentenkamer’hem aanvankelijk niet aantrok – maakte Den Uyl, voorjaar 1965, de overgang naar de nationale politiek. Begin maart was de centrum-rechtse coalitie van de drie christelijke par- tijen en de vvd onder leiding vanVictor Marijnen gevallen over het om- roepvraagstuk. De liberalen waren voorstander van meer commercie op de televisie.Maar kvp en ar,beide nauw verbonden met een van de om- roepverenigingen, voelden daar weinig voor. Een lijmpoging door Nor- bert Schmelzer,inmiddels fractievoorzitter van de kvp,liep op niets uit. Daarop droeg Schmelzer bij de koningin zijn partijgenoot Cals voor om een nieuw kabinet te vormen. Cals slaagde in een paar weken tijd in het formeren van een coalitie met vijf katholieke, vijf socialistische en drie Antirevolutionaireministers.Onderzijnleidingbetradhetnieuwekabi- 194 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 195 net op 13 april het bordes. Als minister van Economische Zaken was de dynamischeAmsterdamsewethouderJoopdenUylaangezocht. Het kabinet-Cals heeft een even kort als stormachtig bestaan gekend. Achteraf was men het er in Den Haag over eens dat het niet zonder voor- afgaande verkiezingen had mogen ontstaan. Nu waren kvp en ar,die in 1963 voor een centrum-rechtse koers hadden gekozen, van kleur ver- schoten zonder daarvoor aan de kiezers verantwoording af te leggen. Hetzelfde gold voor de Partij van de Arbeid die haar oppositierol had in- geruildvoorregeringsverantwoordelijkheid.Zoietsmoestonderdeach- terbaninbeidekampenweltotonrustleiden,zodracontroversiëlezaken aandeordekwamen.Enerwarennogmeerfactorendiedestabiliteitvan de nieuwe rooms-rode coalitie bedreigden. Een daarvan had te maken met de persoonlijkheid van de minister-president, mr. J.M.L.Th. (Jo) Cals. Deze katholieke Limburger stond bekend als intellectueel briljant, uiterst ambitieus, geestig en adrem. Hij had aanvankelijk priester willen worden,maarinplaatsdaarvanrechtengestudeerdinNijmegen.Zijnta- lenten werden al spoedig ontdekt door de kvp en haar naoorlogse voor- man C.P.M. Romme, die hem als een mogelijke kroonprins naar Den Haag haalde. Daar ontpopte Cals zich als een zeer succesvolle minister van Onderwijs, die met veel inzet en doorzettingsvermogen de Mam- moetwetdoordeTweedeKamerloodste,dievoorzagineengroot- scheepse hervorming van het voortgezet onderwijs.Hij bracht die nieu- we wet tot stand met steun van zijn met de nodige moeite overtuigde ei- gen partij en de PvdA. Cals was volgens zijn biograaf Paul van der Steen wel een trouw katholiek, maar geen gedwee partijganger. Als bewegelijk denker stond hij open voor nieuwe ideeën. Hij voelde zich zeer aange- sproken door de hervormingen die paus Johannes XXiii – die hij in Ro- me persoonlijk had ontmoet – in de katholieke kerk op gang probeerde tebrengen. Hoewel algemeen gerespecteerd was hij in de eigen kvp-fractie niet bijzonder populair. Nogal wat katholieke Kamerleden vreesden zijn scherpe tong of vonden hem arrogant. Op de rechtervleugel van de kvp vondmenhemtelinks. Al meteen bij het aantreden van het kabinet-Cals moest fractievoor- zitter Schmelzer, met wie ondanks enige rivaliteit de verhouding aan- vankelijk niet slecht was, met zijn portefeuille zwaaien om de eigen rechtervleugel binnenboord te houden.‘Het was niet aanvaardbaar dat de oplossing die de prominente kvp’er Cals en ik [voor het omroep- 195 Den Uyl-revisie 18-01-2008 10:08 Pagina 196 vraagstuk, ab] hadden gevonden, zou worden afgewezen’, vertrouwde Schmelzer Cals’ biograaf toe.3 Het kabinet-Cals kwam in de media on- middellijk te boek te staan als een ploeg van ‘sterke mannen’ of ’zware jongens’.Er zat inderdaad geen enkele vrouw in, maar de mannen die er deel van uitmaakten, golden als eerzuchtig en bekwaam. PvdA-leider Anne Vondeling werd vicepremier en minister van Financiën. Liever zou hij Buitenlandse Zaken hebben gedaan, maar op die post keerde de populaire Jozef Luns terug. De andere PvdA’ers waren behalve Den Uyl, Ivo Samkalden (op Justitie), de oudgediende Ko Suurho^ en Maarten Vrolijk.Voor de kvp bleef Veldkampop Sociale Zaken,kwam Bogaers op VolkshuisvestingenPietdeJongopDefensie,terwijldeareenstevigein- breng had met Biesheuvel, Smallenbroek en Diepenhorst. De club van sterke mannen formuleerde een ambitieus programma. Wel verre van zomaar een overgangskabinet tot aan de verkiezingen van 1967 te willen zijn, stelden Cals en zijn regering zich tot doel om Nederland gereed te maken voor de 21ste eeuw. De voorspelling luidde dat het land rond het jaar 2000 twintig miljoen inwoners zou tellen en er zou dus heel wat moeten gebeuren op terreinen als economische groei, huisvesting en ruimtelijke