De Nieuwe Vrouw De Demokratische Frauenbund Deutschlands Construeert Het Vrouwelijk Socialistisch Subject
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De Nieuwe Vrouw De Demokratische Frauenbund Deutschlands construeert het vrouwelijk socialistisch subject Scriptie researchmaster geschiedenis L.A. Heiligers 10048154 Begeleider: Willem Melching Tweede lezer: Mieke Aerts 1 december 2017 Inhoudsopgave 2. Inleiding 8. Hoofdstuk 1: Biopolitiek, geschiedenis van een term 30. Hoofdstuk 2: De vrouw in de DDR, een historiografisch overzicht 56. Hoofdstuk 3: De Demokratische Frauenbund Deutschlands 80. Hoofdstuk 4: De vorming van de socialistische vrouw, Erziehung en biopolitiek 106. Conclusie 112. Literatuurlijst 115. Bronnen 117. Afbeeldingen 118. Bijlage 1: Institutionele opbouw en regels DFD 121. Bijlage 2: Afkortingen Inleiding “Ohne Einschränkung ist die Gleichberechtigung der Frau nur in der sozialistischen Gesellschaftsordnung möglich.”1 De DDR geloofde dat het communisme de ongelijkheid tussen man en vrouw zou opheffen. In haar grondwet van 1949 werden de verschillen tussen de seksen wettelijk beëindigd.2 Of dit in de praktijk betekende dat vrouwen inderdaad dezelfde behandeling als mannen genoten valt nog te bezien. Deze vraag is in veel studies naar vrouwen in de DDR het thema. Een thema dat een ingewikkeld geheel is van ideeën over emancipatie, vrijheid en gendervooroordelen. Deze scriptie gaat over vrouwbeelden in dit communistische land. De nieuwe Oost- Duitse staat wilde een Nieuwe Mens construeren, en dus ook een Nieuwe Vrouw. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe poogde de DDR haar ideale socialistische vrouw vorm te geven? De achterliggende vragen zijn hierbij: Hoe is het socialisme te construeren als een levende realiteit? Hoe is het mogelijk een maatschappij die door socialisten bestuurd wordt ook ‘echt socialistisch’ te maken? Het ideologische moet een sociale transformatie op gang brengen door middel van scholing, indoctrinatie en het biopolitieke denken. De ideologische voorschriften moeten als het ware direct ingeschreven worden in het leven van de burgers.3 Aan de hand van een onderzoek naar de massaorganisatie de Demokratische Frauenbund Deutschlands hoop ik licht te laten schijnen op de manier waarop de DDR het vrouwelijk subject probeerde te construeren. Theorieën over het subject, oftewel het denkende Ik, uit de twintigste eeuw vallen grofweg uiteen in twee stromingen: zij die pogen de natuur of structuur (de waarheid) van het subject te definiëren (Freud, Lacan) en zij die elke definitie van subjectiviteit als een product van cultuur en macht beschouwen (Nietzsche, Foucault.)4 Ook de marxistische denker Althusser is een belangrijke filosoof binnen dit debat. Hij vroeg zich af hoe mensen gedweeë arbeiders en consumenten werden. Althusser geloofde dat het antwoord hierop tweeledig was: dit ging niet 1 Irene Uhlmann, Lore Mallachow, Gudrun Petersein, Inge Brandt ed., Kleine Enzyklopädie- Die Frau (VEB Verlag Enzyklopädie Leipzig 1961) 640. 2 Uhlmann ed., Kleine Enzyklopädie, 588. 3 Sergei Prozorov, The biopolitics of Stalinism, ideology and life in Soviet socialism (Edinburgh 2016) 75. 4 Nick Mansfield, Subjectivity, theories of the self from Freud to Haraway (New York 2000) 51. 2 alleen door middel van de Repressive State Apparatuses zoals leger, politie en gevangenis, maar ook door de Ideological State Apparatuses, de kerk, familie en vooral ook onderwijs en de massamedia. “Ideology needs subjectivity” stelde Althusser.5 Waar Althusser nog in een onafhankelijke wetenschap geloofde, ging Foucault een stap verder: Macht en de zogenaamde waarheid die het gebruikt om zich te rechtvaardigen en uit te breiden moeten altijd met scepsis en verzet benaderd worden.6 Bij Foucault is, zoals in hoofdstuk 1 aan de orde komt, de wetenschap een onderdeel van de machtsstructuren die mensen vormen. In de DDR sijpelde de invloedsfeer van de biopolitiek op vele verschillende maatschappelijke niveaus, zoals bijvoorbeeld wetenschap, door. Daarom staat de relatie tussen staat en subjectvorming centraal, juist omdat de staat het volk via zoveel uiteenlopende routes kon bereiken. In deze scriptie gaat het om een dergelijk geconstrueerd vrouwelijk subject. Het gaat om het idee van vrouwelijkheid dat binnen deze ideologie bestond, en hoe de staat probeerde dit ideaal over te brengen op haar vrouwelijke bevolking. Vrouwen waren in de DDR belangrijk vanwege hun biologische functie, zij moesten het socialistische volk in stand houden. Hiertoe werd er biopolitiek ingezet, een politieke methode die naar mijn idee ook subjectvormend werkt. Het is een politiek die zich richt op lichamelijkheid en invloed op het biologische leven uitoefent. Hiermee beïnvloedt deze politiek ook het subject. Het subject kan gehoor geven aan de politieke ideeën of zich ertegen verzetten, maar in beide gevallen vindt er een verandering, of in elk geval een reactie, plaats. Het vermoeden dat biopolitiek een belangrijk vormend gegeven was in het leven van vrouwen in de DDR leidde tot een eerste deelvraag. Deze draait om biopolitiek als historisch concept. Ik wilde vaststellen welke noties van deze term de ronde deden en welke voor historici nuttig kunnen zijn, voordat ik iets over biopolitiek in de DDR kon zeggen. Ik zal in het eerste hoofdstuk het debat rondom de term biopolitiek in kaart brengen. Kortom, een receptiegeschiedenis van deze term schrijven. Repoductie was niet het enige dat de DDR van haar vrouwen verwachtte. Hoe die perfecte socialistische vrouw er verder uit moest zien haal ik uit secundaire literatuur over de vrouw in de DDR. Hieruit wordt duidelijk dat de werkende vrouw van groot belang was. Binnen het werk van deze auteurs rijzen de volgende vragen: Hoe geëmancipeerd was de DDR nu 5 Nick Mansfield, Subjectivity, theories of the self from Freud to Haraway (New York 2000) 53. 6 Mansfield, Subjectivity, 52-53. 3 eigenlijk? En hoe zat het met gender? Veranderden de ideeën die over mannelijkheid en vrouwelijkheid bestonden? Verdwenen de gendervooroordelen met gelijkheid voor de wet? De definitie van emancipatie die in deze scriptie gehanteerd wordt bevat de vrijheid om eigen besluiten te nemen op het gebied van werk, gezin, vrijetijdsbesteding, kortom de invulling van het leven. Waar de DDR pretendeerde vrouwen alle kansen te bieden, betekende dit in de praktijk dat vrouwen vooral erg veel moesten, de zogenaamde Doppelbelastung. Vrouwen konden niet zelf beslissen te gaan werken, het werd bij voorbaat van ze verwacht dat ze gingen werken. Omdat ze daarnaast geacht werden kinderen te produceren en het huishouden te runnen, werden de vrouwen in de DDR ‘dubbel belast’. In het debat rondom emancipatie komt bij veel auteurs de term agency voorbij. In zeer bondige termen is een agent een wezen met een vermogen tot handelen, en agency betekent het uitoefenen of de manifestatie van dit handelen. Dit is natuurlijk een erg brede definitie. Meestal wordt agency in nauwere zin gebruikt om intentioneel handelen te beschrijven. In meer recente debatten over agency wordt deze gelijkschakeling tussen agency en intentioneel handelen verworpen. Uiteindelijk leidde dit tot een fluïde idee van agency, er zouden vele verschillende soorten agency bestaan.7 In hoofdstuk 2 wordt duidelijk dat dit concept ook een rol speelt in het debat rondom de vrouwenbeweging in socialistische landen. Het gaat hierbij om de motieven: aan de hand van achterliggende drijfveren wordt vrouwen in socialistische landen wel of geen agency toegeschreven. Omdat het in deze discussies over motieven gaat lijkt de ‘klassieke’ betekenis van handelen vanuit de vrije wil, ongeacht het politieke bestel en de heersende cultuur een rol te spelen. Deze betekenis is voor het uitpluizen van het debat tussen Funk en Ghodsee in hoofdstuk twee het meest zinvol. Het structure-agency debat is een onderliggende rode draad in deze scriptie. Enerzijds speelt voornamelijk structure een rol, in die zin dat mensen gevormd worden door de cultuur, ideologie en structuren van het land waarin ze leven. Mijn onderzoek naar het scheppen van de socialistische vrouw wendt zich in zekere zin tot deze structuren. Een nadruk op biopolitiek lijkt een structuralistische benadering te impliceren. Maar de focus op agency is een ontwikkeling in de DDR-geschiedschrijving die óók in ogenschouw genomen moet worden. De Demokratische Frauenbund Deutschlands is een goede casus om de sturende werking van de staat op haar vrouwen te onderzoeken. Als massaorganisatie was zij in zekere zin het 7 Markus Schlosser, Agency (2015). Geraadpleegd op 11-10-2017: https://plato.stanford.edu/entries/agency/ 4 verlengstuk van de communistische Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). Een uitvoerend orgaan wat betreft het winnen van vrouwen voor de ‘goede zaak’. De nomenklatura was ook bij de massapartijen duidelijk zichtbaar. Het grootste deel van de, hooggeplaatste, vrouwen in de DFD waren ook lid van de SED. Er waren wel vrouwen van andere partijen bij betrokken, maar zij hadden weinig vrijheid van handelen. Bijvoorbeeld CDU-vrouwen konden geen religieus geënte bijeenkomsten organiseren. Het systeem van blokpartijen en massaorganisaties betekende in de praktijk een schijndemocratie.8 De SED en de aan haar gelieerde organisaties maakten de dienst uit in de DDR. Binnen de massaorganisaties waren de SED-leden dominant. De geschiedenis van de DFD komt in hoofdstuk 3 aan bod. Uit het bronnenonderzoek in Berlijn bleek dat deze bond naast het propageren van biopolitiek nog een andere methode hanteerde om de socialistische mens te scheppen. Ik vat al deze methoden samen onder de term Erzhiehung: opvoeding, scholing. Allereerst werden vrouwen gestimuleerd om lid te worden van de vrouwenbond,