De Nieuwe Vrouw De Demokratische Frauenbund Deutschlands Construeert Het Vrouwelijk Socialistisch Subject

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

De Nieuwe Vrouw De Demokratische Frauenbund Deutschlands Construeert Het Vrouwelijk Socialistisch Subject De Nieuwe Vrouw De Demokratische Frauenbund Deutschlands construeert het vrouwelijk socialistisch subject Scriptie researchmaster geschiedenis L.A. Heiligers 10048154 Begeleider: Willem Melching Tweede lezer: Mieke Aerts 1 december 2017 Inhoudsopgave 2. Inleiding 8. Hoofdstuk 1: Biopolitiek, geschiedenis van een term 30. Hoofdstuk 2: De vrouw in de DDR, een historiografisch overzicht 56. Hoofdstuk 3: De Demokratische Frauenbund Deutschlands 80. Hoofdstuk 4: De vorming van de socialistische vrouw, Erziehung en biopolitiek 106. Conclusie 112. Literatuurlijst 115. Bronnen 117. Afbeeldingen 118. Bijlage 1: Institutionele opbouw en regels DFD 121. Bijlage 2: Afkortingen Inleiding “Ohne Einschränkung ist die Gleichberechtigung der Frau nur in der sozialistischen Gesellschaftsordnung möglich.”1 De DDR geloofde dat het communisme de ongelijkheid tussen man en vrouw zou opheffen. In haar grondwet van 1949 werden de verschillen tussen de seksen wettelijk beëindigd.2 Of dit in de praktijk betekende dat vrouwen inderdaad dezelfde behandeling als mannen genoten valt nog te bezien. Deze vraag is in veel studies naar vrouwen in de DDR het thema. Een thema dat een ingewikkeld geheel is van ideeën over emancipatie, vrijheid en gendervooroordelen. Deze scriptie gaat over vrouwbeelden in dit communistische land. De nieuwe Oost- Duitse staat wilde een Nieuwe Mens construeren, en dus ook een Nieuwe Vrouw. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe poogde de DDR haar ideale socialistische vrouw vorm te geven? De achterliggende vragen zijn hierbij: Hoe is het socialisme te construeren als een levende realiteit? Hoe is het mogelijk een maatschappij die door socialisten bestuurd wordt ook ‘echt socialistisch’ te maken? Het ideologische moet een sociale transformatie op gang brengen door middel van scholing, indoctrinatie en het biopolitieke denken. De ideologische voorschriften moeten als het ware direct ingeschreven worden in het leven van de burgers.3 Aan de hand van een onderzoek naar de massaorganisatie de Demokratische Frauenbund Deutschlands hoop ik licht te laten schijnen op de manier waarop de DDR het vrouwelijk subject probeerde te construeren. Theorieën over het subject, oftewel het denkende Ik, uit de twintigste eeuw vallen grofweg uiteen in twee stromingen: zij die pogen de natuur of structuur (de waarheid) van het subject te definiëren (Freud, Lacan) en zij die elke definitie van subjectiviteit als een product van cultuur en macht beschouwen (Nietzsche, Foucault.)4 Ook de marxistische denker Althusser is een belangrijke filosoof binnen dit debat. Hij vroeg zich af hoe mensen gedweeë arbeiders en consumenten werden. Althusser geloofde dat het antwoord hierop tweeledig was: dit ging niet 1 Irene Uhlmann, Lore Mallachow, Gudrun Petersein, Inge Brandt ed., Kleine Enzyklopädie- Die Frau (VEB Verlag Enzyklopädie Leipzig 1961) 640. 2 Uhlmann ed., Kleine Enzyklopädie, 588. 3 Sergei Prozorov, The biopolitics of Stalinism, ideology and life in Soviet socialism (Edinburgh 2016) 75. 4 Nick Mansfield, Subjectivity, theories of the self from Freud to Haraway (New York 2000) 51. 2 alleen door middel van de Repressive State Apparatuses zoals leger, politie en gevangenis, maar ook door de Ideological State Apparatuses, de kerk, familie en vooral ook onderwijs en de massamedia. “Ideology needs subjectivity” stelde Althusser.5 Waar Althusser nog in een onafhankelijke wetenschap geloofde, ging Foucault een stap verder: Macht en de zogenaamde waarheid die het gebruikt om zich te rechtvaardigen en uit te breiden moeten altijd met scepsis en verzet benaderd worden.6 Bij Foucault is, zoals in hoofdstuk 1 aan de orde komt, de wetenschap een onderdeel van de machtsstructuren die mensen vormen. In de DDR sijpelde de invloedsfeer van de biopolitiek op vele verschillende maatschappelijke niveaus, zoals bijvoorbeeld wetenschap, door. Daarom staat de relatie tussen staat en subjectvorming centraal, juist omdat de staat het volk via zoveel uiteenlopende routes kon bereiken. In deze scriptie gaat het om een dergelijk geconstrueerd vrouwelijk subject. Het gaat om het idee van vrouwelijkheid dat binnen deze ideologie bestond, en hoe de staat probeerde dit ideaal over te brengen op haar vrouwelijke bevolking. Vrouwen waren in de DDR belangrijk vanwege hun biologische functie, zij moesten het socialistische volk in stand houden. Hiertoe werd er biopolitiek ingezet, een politieke methode die naar mijn idee ook subjectvormend werkt. Het is een politiek die zich richt op lichamelijkheid en invloed op het biologische leven uitoefent. Hiermee beïnvloedt deze politiek ook het subject. Het subject kan gehoor geven aan de politieke ideeën of zich ertegen verzetten, maar in beide gevallen vindt er een verandering, of in elk geval een reactie, plaats. Het vermoeden dat biopolitiek een belangrijk vormend gegeven was in het leven van vrouwen in de DDR leidde tot een eerste deelvraag. Deze draait om biopolitiek als historisch concept. Ik wilde vaststellen welke noties van deze term de ronde deden en welke voor historici nuttig kunnen zijn, voordat ik iets over biopolitiek in de DDR kon zeggen. Ik zal in het eerste hoofdstuk het debat rondom de term biopolitiek in kaart brengen. Kortom, een receptiegeschiedenis van deze term schrijven. Repoductie was niet het enige dat de DDR van haar vrouwen verwachtte. Hoe die perfecte socialistische vrouw er verder uit moest zien haal ik uit secundaire literatuur over de vrouw in de DDR. Hieruit wordt duidelijk dat de werkende vrouw van groot belang was. Binnen het werk van deze auteurs rijzen de volgende vragen: Hoe geëmancipeerd was de DDR nu 5 Nick Mansfield, Subjectivity, theories of the self from Freud to Haraway (New York 2000) 53. 6 Mansfield, Subjectivity, 52-53. 3 eigenlijk? En hoe zat het met gender? Veranderden de ideeën die over mannelijkheid en vrouwelijkheid bestonden? Verdwenen de gendervooroordelen met gelijkheid voor de wet? De definitie van emancipatie die in deze scriptie gehanteerd wordt bevat de vrijheid om eigen besluiten te nemen op het gebied van werk, gezin, vrijetijdsbesteding, kortom de invulling van het leven. Waar de DDR pretendeerde vrouwen alle kansen te bieden, betekende dit in de praktijk dat vrouwen vooral erg veel moesten, de zogenaamde Doppelbelastung. Vrouwen konden niet zelf beslissen te gaan werken, het werd bij voorbaat van ze verwacht dat ze gingen werken. Omdat ze daarnaast geacht werden kinderen te produceren en het huishouden te runnen, werden de vrouwen in de DDR ‘dubbel belast’. In het debat rondom emancipatie komt bij veel auteurs de term agency voorbij. In zeer bondige termen is een agent een wezen met een vermogen tot handelen, en agency betekent het uitoefenen of de manifestatie van dit handelen. Dit is natuurlijk een erg brede definitie. Meestal wordt agency in nauwere zin gebruikt om intentioneel handelen te beschrijven. In meer recente debatten over agency wordt deze gelijkschakeling tussen agency en intentioneel handelen verworpen. Uiteindelijk leidde dit tot een fluïde idee van agency, er zouden vele verschillende soorten agency bestaan.7 In hoofdstuk 2 wordt duidelijk dat dit concept ook een rol speelt in het debat rondom de vrouwenbeweging in socialistische landen. Het gaat hierbij om de motieven: aan de hand van achterliggende drijfveren wordt vrouwen in socialistische landen wel of geen agency toegeschreven. Omdat het in deze discussies over motieven gaat lijkt de ‘klassieke’ betekenis van handelen vanuit de vrije wil, ongeacht het politieke bestel en de heersende cultuur een rol te spelen. Deze betekenis is voor het uitpluizen van het debat tussen Funk en Ghodsee in hoofdstuk twee het meest zinvol. Het structure-agency debat is een onderliggende rode draad in deze scriptie. Enerzijds speelt voornamelijk structure een rol, in die zin dat mensen gevormd worden door de cultuur, ideologie en structuren van het land waarin ze leven. Mijn onderzoek naar het scheppen van de socialistische vrouw wendt zich in zekere zin tot deze structuren. Een nadruk op biopolitiek lijkt een structuralistische benadering te impliceren. Maar de focus op agency is een ontwikkeling in de DDR-geschiedschrijving die óók in ogenschouw genomen moet worden. De Demokratische Frauenbund Deutschlands is een goede casus om de sturende werking van de staat op haar vrouwen te onderzoeken. Als massaorganisatie was zij in zekere zin het 7 Markus Schlosser, Agency (2015). Geraadpleegd op 11-10-2017: https://plato.stanford.edu/entries/agency/ 4 verlengstuk van de communistische Sozialistische Einheitspartei Deutschlands (SED). Een uitvoerend orgaan wat betreft het winnen van vrouwen voor de ‘goede zaak’. De nomenklatura was ook bij de massapartijen duidelijk zichtbaar. Het grootste deel van de, hooggeplaatste, vrouwen in de DFD waren ook lid van de SED. Er waren wel vrouwen van andere partijen bij betrokken, maar zij hadden weinig vrijheid van handelen. Bijvoorbeeld CDU-vrouwen konden geen religieus geënte bijeenkomsten organiseren. Het systeem van blokpartijen en massaorganisaties betekende in de praktijk een schijndemocratie.8 De SED en de aan haar gelieerde organisaties maakten de dienst uit in de DDR. Binnen de massaorganisaties waren de SED-leden dominant. De geschiedenis van de DFD komt in hoofdstuk 3 aan bod. Uit het bronnenonderzoek in Berlijn bleek dat deze bond naast het propageren van biopolitiek nog een andere methode hanteerde om de socialistische mens te scheppen. Ik vat al deze methoden samen onder de term Erzhiehung: opvoeding, scholing. Allereerst werden vrouwen gestimuleerd om lid te worden van de vrouwenbond,
Recommended publications
  • Introduction
    Notes Introduction 1. We use the term “state socialism” in the title of and introduction to this book to refer to the type of political, economic, and social welfare system that existed in postwar Eastern Europe. This was different from the social democracy practiced by some Western European democracies, which, while providing social services and benefits to the population did not advocate the complete overthrow of the market economy and the leading role of one political party. At the same time, since the parties in power during this period identified as communist and because policymakers, scholars, and people of the region often employ the term “communist” or “socialist” when referring to the system (political, economic, and/or social welfare) that existed in postwar Eastern Europe, we recognize the validity of using these terms. 2. See, for example, Nanette Funk and Magda Mueller, eds., Gender Politics and Post-Communism: Reflections from Eastern Europe and the former Soviet Union (New York, 1993); Barbara Einhorn, Cinderella Goes to Market: Citizenship, Gender and Women’s Movements in East Central Europe (London, 1993); Chris Corrin, ed., Superwomen and the Double Burden: Women’s Experiences of Change in Central and Eastern Europe and the Former Soviet Union (New York, 1993); Marilyn Rueschemeyer, ed., Women in the Politics of Postcommunist Eastern Europe (Armonk, 1994); Barbara Lobodziknska, ed. Family, Women, and Employment in Central- Eastern Europe (Westport, 1995); Susan Gal and Gail Kligman, eds., Reproducing Gender: Politics, Publics, and Everyday Life after Socialism (Princeton, 2000); Susan Gal and Gail Kligman, eds., The Politics of Gender After Socialism: A Comparative-Historical Essay (Princeton, 2002); Kristen Ghodsee, Red Riviera: Gender, Tourism, and Postsocialism on the Black Sea (Durham, NC, 2005); Jasmina Lukic´, Joanna Regulska, and Darja Zaviršek, eds., Women and Citizenship in Central and Eastern Europe (Aldershot, UK, 2006); and Janet E.
    [Show full text]
  • Scangate Document
    Opuscula Historica Upsaliensia utges av Historiska institutionen vid Uppsala universitet och syftar till att sprida information om den forskning som bedrivs på institutionen. Huvudredaktör: Asa Karlsson. Redaktion: Gudrun Andersson, Karin Jansson, Linda Oja, Sten Ottosson. Löpande prenumeration tecknas genom skriftlig anmälan till Opuscula, Historiska institutionen, S:t Larsgatan 2, 75310 Uppsala. Enstaka nummer kan beställas från Historiska institutionen. För ytterligare information kontakta på telefon 018-47115 42, 47115 41, telefax 018-4711528 eller E-post: [email protected], [email protected]. State Policy and Gender System in the Two German States and Sweden 1945—1989 Edited by Rolf Torstendahl Distribution Department of History, S:t Larsgatan 2, SE-75310 Uppsala, Sweden Omslagsbild: Morgontidningen 22/9 1957, (UUB). Printed in Sweden by Bloms i Lund Tryckeri AB Lund 1999 ISSN 0284-8783 ISBN 91-506-1347-2 Contents Preface 5 ROLF TORSTENDAHL Introduction: Comparing state policies in the FRG, GDR, and Sweden 7 CHRISTINA FLORIN AND BENGT NILSSON "Something in the nature of a bloodless revolution ..." How new gender relations became gender equality policy in Sweden in the nineteen-sixties and seventies 11 CHRISTINE VON OERTZEN Women, work, and the state: Lobbying for part-time work and 'practical equality' in the West German Civil Service, 1958-1969 79 JONAS HINNFORS Stability through change. Swedish parties and family policies, 1960-1980 105 WLEBKE KOLBE Gender and parenthood in West German family politics from the 1960S
    [Show full text]
  • Thesis Submitted for the Degree of Doctor of Philosophy
    THE UNIVERSITY OF HULL Women’s Discontent in the German Democratic Republic During the Honecker Era being a Thesis submitted for the Degree of Doctor of Philosophy in the University of Hull by Kate Elizabeth Boyce, BA, MA September, 2006 Acknowledgements I would like to thank the AHRC for their generous support in funding my PhD, without which this thesis would not have been possible. I would also like to thank the German Historical Institute for their scholarship, which funded two of my research trips. Thanks also to the staff at the German Language School in Berlin for helping me in my difficult quest to bring my A Level German up to standard. I am also very grateful to my friends in Berlin – especially Miriam and Marco, Esther and Eleanor who not only provided me with accommodation but also with great company! Louise Hope kindly checked some of my German translations for which I am very appreciative. A special thanks to my supervisor Dr. Peter Grieder, for his valuable suggestions and unwavering encouragement and also to Dr. Julian Haseldine, Director of Postgraduate Studies in the Department of History at the University of Hull, for his helpful advice. I am extremely grateful to my colleagues Judy Burg and Helen Roberts at Hull University Archives for their kindness and patience during the final stages of this PhD. Finally, my fiancé Ben, my Mum and Dad, sisters Fiona and Sam and my grandparents have been great sources of strength and inspiration and I would like to thank them for being there for me.
    [Show full text]
  • W.O.M.A.N. World Organisation of Mothers of All Nations
    Gottschalkstrasse 57, 34127 Kassel [email protected] www.addf-kassel.de 0561 - 989 36 70 Findbuch zum Bestand NL-K-05 W.O.M.A.N. World Organisation of Mothers of all Nations Kassel 2015 Verzeichnet mit Hilfe einer Förderung durch das Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend AddF - W.O.M.A.N., NL-K-05 0 Einleitung W.O.M.A.N. NL-K-05 0 Einleitung W.O.M.A.N. W.O.M.A.N. oder WOMAN steht als Abkürzung für die World Organization of Mothers of all Nations oder Weltorganisation der Mütter Aller Nationen. Die Frauenfriedensorganisation wurde 1946 von der berühmten Journalistin Dorothy Thompson in den USA gegründet. Zwei Jahre später, am 15.06.1948, wurde die deutsche Sektion der WOMAN in Hamburg ins Leben gerufen. Sie bestand bis Ende 2010. Die Deutschlandzentrale agierte bundesweit und war gegliedert in Landesverbände und lokale Arbeitskreise. Einzelmitglieder aus dem Ausland konnten sich ebenfalls anschließen. Der Verband verstand sich als überparteilich und überkonfessionell. Unter dem Motto 'Ehrfurcht vor dem Leben' engagierten sich die Mitglieder für Frieden, Gleichberechtigung und humanitäre Projekte. Der Schwerpunkt ihrer Arbeit lag in der Völkerverständigung. So unterhielt die WOMAN zahlreiche internationale Kontakte, die sich im Aktenbestand in fremdsprachlichen Dokumenten spiegeln. Zum Bestand: Der Bestand der Deutschlandzentrale der WOMAN wurde der Stiftung Archiv der deutschen Frauenbewegung 2002 übergeben. Nachlieferungen erfolgten, so dass die Akten die Aktivitäten des Verbandes von der Gründung 1948 bis zur Auflösung 2010 überliefern. Die 330 Verzeichnungseinheiten umfassen u.a. Korrespondenzen, Rundbriefe, Flug- und Faltblätter, Broschüren, Manuskripte, Berichte, Sitzungsprotokolle, Finanzunterlagen, Zeitungsartikel, Mitgliederlisten, Posteingangslisten, Duplikate von Ausgangspost, Seminarunterlagen, Bücher, Zeitschriften und Fotos sowie einige Objekte, zwei Tonbänder und einen Film.
    [Show full text]
  • Demokratischer Frauenbund (Dfb)
    Gottschalkstrasse 57, 34127 Kassel [email protected] www.addf-kassel.de 0561 - 989 36 70 Findbuch zum Bestand NL-K-26 Demokratischer Frauenbund Kassel 2015 Verzeichnet mit Hilfe einer Förderung durch das Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend AddF - Demokratischer Frauenbund, NL-K-26 0 Einleitung Demokratischer Frauenbund NL-K-26 0 Einleitung Bestand Demokratischer Frauenbund Der Demokratische Frauenbund - dfb wurde am 27.10.1990 ins Leben gerufen. Er ist die Nachfolgeorganisation des Demokratischen Frauenbundes Deutschlands - DFD. Der DFD wurde am 08.03.1947 in Berlin gegründet und ging aus verschiedenen antifaschistischen Frauenausschüssen hervor. Im Westen Deutschlands wurde der DFD 1957 verboten, im Osten entwickelte er sich zu einer der sechs mandatstragenden Massenorganisationen der DDR und war von 1949 - 1990 in der Volkskammer vertreten, wo er sich für die Gleichberechtigung der Frauen einsetzte. Während der Wendezeit erfolgten Umstrukturierungen des Verbandes und schließlich die Umwandlung des DFD in den dfb als gemeinnützigen Verein. Der dfb arbeitet in Berlin und den Bundesländern Brandenburg, Mecklenburg-Vorpommern, Sachsen, Sachsen-Anhalt und Thüringen. Hauptziel des Vereins ist die Förderung der Gleichberechtigung von Frauen und Männern. Zum Bestand: Der Bestand des Demokratischen Frauenbundes kam 2014 ins Archiv der deutschen Frauenbewegung. Er enthält im Wesentlichen Unterlagen aus den Jahren 1989 bis 1992. Diese geben vor allem Aufschluss über die Wandlung der Organisation während der Wende, über Politik und Wahlen 1990 sowie über die Umwandlung des DFD in den dfb. Weiterhin dokumentieren die Akten die Verbandsarbeit, vor allem Projekte und Initiativen des dfb, bis 1995. Einige wenige Unterlagen sind jüngeren Datums. Ein Teil der Dokumente stammt aus der Zeit vor 1989, vor allem aus Akten zur Verbandsgeschichte und zur Vermögens- und Immobilienverwaltung.
    [Show full text]
  • Findbuch Der CDU in Der SBZ/DDR Band II
    ARCHIV FÜR CHRISTLICH-DEMOKRATISCHE POLITIK DER KONRAD-ADENAUER-STIFTUNG E.V. 07 – 011 CDU IN DER SBZ/DDR BAND II SANKT AUGUSTIN 2018 I Inhaltsverzeichnis 1 Politischer Ausschuss bzw. ab 1954 Präsidium 19.10.1948 - 05.09.1990 1 1.1 Protokolle, Dokumente und Materialien 1948 - 1989 4 1.1.1 Parteivorsitzende und Generalsekretäre 29.10.1948 - 02.11.1989 4 1.1.1.1 Nuschke, Otto 29.11.1949 - 18.12.1951 4 1.1.1.2 Dertinger, Georg und Götting, Gerald 29.10.1948 - 02.12.1958 14 1.1.1.3 Bach, August 06.01.1959 - 22.12.1959 57 1.1.1.4 Götting, Gerald 17.01.1961 - 02.11.1989 61 1.1.1.4.1 Protokolle und Dokumente Präsidium 1961 - 1963 61 1.1.1.4.2 Protokolle und Dokumente Präsidium 1964 - 1968 72 1.1.1.4.3 Protokolle und Dokumente Präsidium 1969 - 1972 95 1.1.1.4.4 Protokolle und Dokumente Präsidium 1973 - 1977 120 1.1.1.4.5 Protokolle und Dokumente Präsidium 1977 - 1982 152 1.1.1.4.6 Protokolle und Dokumente Präsidium 1983 - 02.11.1989 171 1.1.2 Chef Protokoll, Büro Parteileitung bzw. Hauptvorstand 19.10.1948 - 24.02.1989 191 1.1.2.1 Desczyk, Gerhard - Chef Protokoll 19.10.1948 - 16.09.1958 191 1.1.2.1.1 Politischer Ausschuss 29.10.1948 - 14.09.1954 191 1.1.2.1.1.1 Protokolle 29.10.1948 - 14.09.1954 191 1.1.2.1.1.2 Protokolle und Dokumente 04.01.1950 - 14.09.1954 221 1.1.2.1.2 Präsidium 19.10.1954 - 03.03.1964 267 1.1.2.1.2.1 Protokolle Präsidium 19.10.1954 - 27.12.1957 267 1.1.2.1.2.2 Protokolle und Dokumente Präsidium 19.10.1954 - 22.12.1955 284 und 10.01.1957 - 16.09.1958 1.1.2.1.2.3 Protokolle und Beschlussprotokolle - Präsidium 05.01.1960 - 296 22.11.1960 1.1.2.1.2.4 Protokolle und Dokumente Präsidium 14.10.1958 - 03.03.1964 300 1.1.2.2 Büro der Parteileitung Gerhard Fischer und Kurt Höhn 13.08.1963 - 322 03.09.1968 1.1.2.2.1 Protokolle und Dokumente Präsidium 13.08.1963 - 22.09.1964 322 1.1.2.2.2 Protokolle und Dokumente Präsidium 20.10.1964 - 03.09.1968 328 1.1.2.3 Büro Hauptvorstand Kurt Höhn bzw.
    [Show full text]
  • Party Politics, Citizen Activism and the Media: Negotiating Gender Roles in the GDR and FRG, 1968-1989
    University of Calgary PRISM: University of Calgary's Digital Repository Graduate Studies The Vault: Electronic Theses and Dissertations 2013-05-16 Party Politics, Citizen Activism and the Media: Negotiating Gender Roles in the GDR and FRG, 1968-1989 Isberg, Krista Isberg, K. (2013). Party Politics, Citizen Activism and the Media: Negotiating Gender Roles in the GDR and FRG, 1968-1989 (Unpublished master's thesis). University of Calgary, Calgary, AB. doi:10.11575/PRISM/27263 http://hdl.handle.net/11023/719 master thesis University of Calgary graduate students retain copyright ownership and moral rights for their thesis. You may use this material in any way that is permitted by the Copyright Act or through licensing that has been assigned to the document. For uses that are not allowable under copyright legislation or licensing, you are required to seek permission. Downloaded from PRISM: https://prism.ucalgary.ca UNIVERSITY OF CALGARY Party Politics, Citizen Activism and the Media: Negotiating Gender Roles in the GDR and FRG, 1968-1989 by Krista Isberg A THEIS SUBMITTED TO THE FACULTY OF GRADUATE STUDIES IN PARTIAL FULFILMENT OF THE REQUIREMENTS FOR THE DEGREE OF MASTER OF ARTS DEPARTMENT OF HISTORY CALGARY, ALBERTA MAY, 2013 © Krista Isberg 2013 Abstract This thesis project began as a case study assessment of two women’s magazines: from East Germany, Für Dich, and from West Germany, Emma. Archival research undertaken to support this examination indicated the significance of a range of political actors in establishing and reinforcing new gender role expectations, specifically for German women, in the 1970s and 80s. I demonstrate that it was not only or primarily the media or grassroots political movements that drove social change, as some historical analyses suggest, but that various strata of government were also significantly engaged in the process.
    [Show full text]
  • So Viel Anfang War Nie?! Nach Dem Kriegsende in Berlin 1945
    So viel Anfang war nie?! Nach dem Kriegsende in Berlin 1945 Nach dem Ende des Zweiten Weltkriegs lag nicht nur die Stadt in Trümmern. Die Nazi-Ideologie hatte auch ein geistiges Trümmerfeld in den Köpfen der Berlinerinnen und Berliner hinterlas- sen. Der Wiederaufbau der Gesellschaft in Deutschland geriet besonders hier in Berlin in das Fahrwasser des Ost-West-Konflikts. Viele Menschen, die einen tatsächlichen Neuauf- bau der Gesellschaft nach den Prinzipien der Demokratie und Solidarität versuchten, sind an diesen äußeren Bedingungen gescheitert. Manch eine gesellschaftliche Initiative für einen Neuanfang blieb auf halber Strecke stecken oder blieb nur ein nicht verwirklichter Plan. Herausgeber: Berliner Geschichtswerkstatt e. V. Die Berliner Geschichtswerkstatt ist ein gemeinnütziger Verein, der seit 1981 besteht. Im Zent- rum unserer Arbeit stehen Alltagsgeschichte und die Geschichte „von unten“, wobei wir die Erinnerungsarbeit nicht als Selbstzweck verstehen. Wir wollen anhand des Schicksals der NachbarInnen am Wohnort Zeitgeschichte und die eigene Verstrickung darin nachvollzieh- bar machen. Berliner Geschichtswerkstatt e. V. Tel: 030/215 44 50 [email protected] www.berliner-geschichtswerkstatt.de So viel Anfang war nie?! Nach dem Kriegsende in Berlin 1945 Herausgeberin: Berliner Geschichtswerkstatt e. V. Mit Beiträgen von: Jürgen Karwelat Peter Kersten Klaus Mancke Angela Martin Rita Pawlowski Andreas Petersen Barbara Schieb Regina Szepansky Hartmut Topf Dokumentation zur Veranstaltungsreihe der Berliner Geschichtswerkstatt
    [Show full text]
  • Scangate Document
    Womens Policies in the GDR in the 1960S/70S: Between State Control and Societal Reaction Gunilla-Friederike Budde A well-known proverb advises, "Dont look a gift horse in the mouth!" Ac- cording to that saying, one shouldnt look for the negative side of a gift which at first blush seems generous—and certainly not speak of it in critical terms—in order not to appear unappreciative. This is exactly the dilemma which women in the GDR were constantly facing. Long accustomed to emancipatory rhetoric and fundamental laws from the State,1 they found it difficult to enunciate the limits of the equality given them as a gift from 'Fa- ther State,'2 especially since this could be viewed as an anti-State opinion.3 Furthermore, a comparative look at other countries—specifically, a look over the Wall—quickly silenced all criticism, since their own emancipation seemed so much more advanced, and that of their 'Western sisters' so back- ward in comparison. As a matter of fact, with the beginning of the new womens movement at the end of the sixties, the Westerners often pointed to the so much more independent, and therefore supposedly also more self- 1 In my opinion, these began earlier than in Scandinavia in general, and particularly ear- lier than in Sweden; in contrast to what Christina Florin and Bengt Nilsson emphasize in their contribution. Cf. "Something in the nature of a bloodless revolution." How gender relations became "equal status policy" in Sweden in the 1960S and 1970S, above. 2 Hildegard Maria Nickel, "Mitgestalterinnen des Sozialismus"—Frauenarbeit in der DDR, in: Gisela Helwig u.
    [Show full text]
  • Old Volk: Aging in 1950S Germany, East and West*
    Old Volk: Aging in 1950s Germany, East and West* James Chappel Duke University Perhaps the greatest transformation of the twentieth century is one that has re- ceived almost no attention from historians of that troubled period: the dramatic expansion in life expectancy. The age of extremes was host to new extremes of age, as the average life span in developed countries roughly doubled.1 Innovations in public health and sanitation, alongside declining fertility rates, led to a transfor- mation in the shape of human life itself, with dramatic consequences for political economy and political ethics. As our world becomes hotter and grayer, the imag- ination and administration of old age will be increasingly pivotal. After all, some of the most baleful and persistent features of our present and future—grinding civil war, hurricanes, and heat waves—disproportionately affect the elderly. (Seventy- five percent of those killed by Hurricane Katrina were over the age of sixty, for example.) This is not to say that old age is more important than race or gender as a category of exclusion, but that old age interacts with and compounds those categories far more than historians have recognized.2 While the youth have been lavished with historical attention, the elderly have been comparatively ignored. In the 1980s and early 1990s, the social history of old age was rather in vogue, but in the years since it has been neglected (this is es- pecially true in the English language, and in studies of the twentieth century). The children are our future, and it appears that they are our past, too.
    [Show full text]