DE STELTKLUUT

Tijdschrift van Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut

Lente 2018 Colofon Inhoud

De Steltkluut Steltkluut Uitgave van Natuurbeschermingsvereniging “De Steltkluut” 3 In de Schijnwerper: Hanneke Smulders verschijnt 4x per jaar. Overname is toegestaan, mits bronver- Rob Kregting melding. Auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun artikelen. 4 Bosontwikkeling in Saeftinghe Redactie: Pepijn Calle, Bas de Maat & Marc Buise Sandra Dobbelaar, Luciën Calle, Rob Kregting, Jaap Verhelst en Bas de Maat 8 Plantenwerkgroep: Waterviolier [email protected] Peter Maas

Foto voorpagina: 9 Bijzondere waarnemingen in de regio Bloeiende kroospruim (Sandra Dobbelaar) Rob Remmerts, Johnny du Burck en Eveline D’hoore, Henk Castelijns, Marian Sponselee Opmaak & Productie: Pieters Media 14 Doodshoofdvlinder Contributie 2018 Joop de Bakker & Eddy Taelman De contributie bedraagt € 25,00. Betalingen op rekeningnummer IBAN: NL81 RABO 0136 6055 40 16 Laatste keer nachtvlinderval Bic: RABONL2U Jaap Verhelst t.n.v. Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut 17 Korte berichten Adresgegevens: Het Bestuur Postbus 319, 4530 AH Terneuzen www.steltkluut.nl 18 Agenda [email protected] Jaap Verhelst

Website: B. de Maat, [email protected] Voor meer nieuws volg ons op Facebook ‘t Stekkertje Werkgroepen: 20 Pauwenveer Planologiewerkgroep: A. Paauwe Toon Hagenaar [email protected] Vogelwerkgroep: A. Wieland 21 Zusjes konijn 0114-317026, [email protected] Sandra Dobbelaar Werkgroep Landschapsbeheer: B. de Maat 24 Vogelnestjes 06-53559422, [email protected] Sandra Dobbelaar Plantenwerkgroep: P. Maas 0115-617004, [email protected] 26 De acrobaat Sandra Dobbelaar & Johnny du Burck Insectenwerkgroep: J. de Bakker 0114-690482, [email protected] 26 IJsvogel Jeugdgroep: A. van der Giessen Anja van der Giessen 0115-617524, [email protected] Bestuur: A. Paauwe, voorzitter [email protected] L. Calle, secretaris [email protected] Uiterste inleverdatum voor de kopij: 01-05-2018 Vacant, Penningmeester [email protected]

Leden Lid worden? P. Calle, A. van der Giessen www.steltkluut.nl/vereniging/lid-worden ISSN 1875-1385

2 De steltkluut lente 2018 In de schijnwerper

In ruste

Door: Rob Kregting (tekst & foto)

Op een idyllische plaats, aan de rand van Zeeuws-Vlaanderen, het Westen.) Ik vind dat belangrijk omdat je dan indirect aan op de grens zogezegd, woont Hanneke Smulders. Klein huisje, natuurbescherming doet. Door bij de kinderen bewondering grote tuin, enorm uitzicht. en verwondering voor de natuur op te wekken hoop ik, dat ze daar later geld voor over hebben. “Hanneke? Dat ben ík. Moeilijke vraag eigenlijk. Ik ben onder- nemer in ruste. Had een adviesbureau in informatievoorzie- Verder zit ik bij de Plantenwerkgroep. Ik geef administratieve ning. Werkte in heel Nederland. Ik woon in Zuiddorpe, ben ondersteuning en doe mee aan de inventarisaties. Vorig jaar getrouwd met Rob (die tegenover me zit te schrijven), ben zijn we druk geweest met de “magere hokken”. Ik deed dat vrijwillig maatschappelijk werker in Axel en begeleid de Stek- graag samen met Nathalie en Clara.” kertjes. Geboren in Helmond (1963), ben ik getogen op Aruba.” “Voor de Steltkluut zou het denk ik goed zijn als er meer sa- “Na mijn Atheneum in Silvolde in de Achterhoek, heb ik de menwerking zou zijn tussen de verschillende groepen: cross- bibliotheekacademie gevolgd. Eerst in Deventer, daarna in over. Bijvoorbeeld via gezamenlijke excursies. Bij de Stekkertjes Tilburg. Sinds 1991 woon ik in Zeeuws-Vlaanderen, omdat Rob doen we dat al door regelmatig mensen uit de andere groepen hier ging werken. Vanuit Zuiddorpe heb ik dat eigen bedrijf op- uit te nodigen mee te doen. Het Praatcafé is daar ook een gezet. En ben ik actief geworden voor Amnesty International.” goed initiatief in. Net als de 1001- soorten dag. We zouden wat meer aan ledenwerving kunnen doen, hoewel de aanwas van “Ik heb me ook meteen aangemeld voor de Steltkluut. Gewoon, kinderen redelijk is. De samenwerking met ’t Duumpje bevalt om ze te steunen. Voor mij zijn natuur en milieu erg belangrijk. me prima. Bijvoorbeeld met de jeugdgroepen Stekkertjes en Als ik me goed herinner heb ik dat bij een kraampje gedaan, Visdiefjes, en de floragroepen.” wellicht bij Lucien en Sandra. Ik ben eigenlijk pas later echt actief geworden bij de Steltkluut. Toen Rob met werken stopte “Het blad vind ik leuk. Ik vraag me wel af of het goed gelezen is hij gaan praten met Lucien over wat er voor hem te doen was wordt.” bij de Steltkluut. Toen hij terug kwam van dat gesprek vertelde hij mij dat de Stekkertjes ook ondersteuning konden gebrui- “Hobby’s? Vooral lezen, tuinieren, wandelen, fietsen en zwem- ken. Ik heb toen met Anja gebeld en daarna is het begonnen: men.” met de Natuurwerkdag 2009. Het was een leuk clubje: Marjon, Anja, Irene en Sandra.” “En mijn man”, vergeet ze natuurlijk te zeggen.

“Wat ik nu doe voor de vereniging? Ik begeleid dus de Stek- kertjes, met als jaarlijks hoogtepunt het nachtdierenkamp. De kinderen gaan dan een nachtje kamperen in een natuurgebied. De enige voorwaarde is dat ze lid zijn van de Steltkluut of ’t Duumpje. (We organiseren dat samen met onze collega’s uit

3 Bosontwikkeling in Saeftinghe

Bosontwikkeling in Saeftinghe?

Het Verdronken Land van Saeftinghe is met haar 3600 hectaren het grootste brakwaterschor van Europa. Wie op de dijk staat ziet een bijna eindeloze grazige boomloze vlakte. Regelmatig stroomt vrijwel het gehele gebied onder en raakt de bodem verzadigd met brak water. Slechts weinig plantensoorten kunnen tegen deze dynamiek, het zijn dan ook vooral de brak- en zoutwaterplanten die hier de dienst uitmaken. Diegenen die het gebied wat beter kennen, weten dat er op de kunstmatig hoger gelegen delen zoals de vliedbergen, dijkrestanten en op Gasdam/-plateau plaatselijk wat bomen en struiken groeien. Indien je goed zoekt, vind je tegenwoordig ook op natuurlijke plekken in het schor in toenemende mate bomen en struiken. Kan de vegetatieontwikkeling op schorren ontsnappen aan zijn estuariene context en kan er een ont- wikkeling richting struweel en zelfs bos ontstaan? Hoe zouttolerant zijn bomen eigenlijk en welke soorten kunnen zich als eerste vestigen? In dit artikel beschrijven we de huidige stand van zaken en gaan we in op de te verwachten ontwik- kelingen.

Door: Pepijn Calle (Stichting Het Zeeuwse Landschap), Bas de t.h.v. Baalhoek). Daarbuiten gaat het alleen om de gewone vlier Maat en Marc Buise, foto's: Bas de Maat en de grauwe wilg. De gewone vlier is de talrijkste soort van de natuurlijke groeiplaatsen, desondanks komen er momen- Methode teel waarschijnlijk minder dan 100 struiken voor. Regelmatig Bovenstaande auteurs hebben de laatste jaren alle bomen en hebben ze last van de springtijen, waardoor takken (en zaailin- struiken die ze (in het Nederlandse deel) tegenkwamen vastge- gen?) deels afsterven. Een aantal sprieterige gevallen loopt al legd (veelal ook gefotografeerd) en ingevoerd op waarneming. enkele jaren achtereen op exact dezelfde plaats terug uit, na- nl. Dit is gedaan voor zowel alle kunstmatig opgehoogde delen dat de bovengrondse delen vrijwel geheel afgestorven waren. als op alle natuurlijke groeiplaatsen. Gezien het grote opper- Blijkbaar overleven de wortels, of toch een deel van de wortels vlak en de beperkte onderzoek intensiteit kunnen we geen het, aangezien de struik steeds weer uitloopt. Ondanks de compleet beeld geven. Met name zaailingen kunnen lang on- verre van optimale groeiomstandigheden zien we jaarlijks opgemerkt blijven in de hoge vegetaties. Desondanks hebben besdragende vitale exemplaren. De uitbreiding van vlier gaat we de indruk dat we nu een goede indicatie hebben van de echter wel langzaam, wellicht heeft dit vooral te maken met de soortsamenstellingen en factoren die vestiging bepalen. extreem dynamische groeiplaats, wat ook voor deze soort niet ideaal is. Op sommige locaties speelt lichtgebrek door dichte Waargenomen soorten rietvegetaties mogelijk ook een rol. In totaal zijn er 16 boom-/struiksoorten waargenomen. Uit het overzicht (zie tabel 1) blijkt dat hiervan vooralsnog slechts Bij de grauwe wilg gaat het (buiten het bosje bij Baalhoek) 5 soorten op “natuurlijke groeiplaatsen” in het schor voorko- slechts om enkele exemplaren die hier soms al enkele jaren men (d.w.z. niet op de door mens verhoogde delen). Hiervan standhouden. Dit zijn kleine exemplaren met nauwelijks groei, groeien 3 soorten (schietwilg, bittere wilg en zwarte els) ook een teken dat de groeiplaats niet ideaal is. Ook de overige nog eens uitsluitend op een enkele groeiplaats (bosje in schor plantengroei (nabij de struiken en boompjes) is vaak wat

Bosvorming op het schor bij Baalhoek

4 De steltkluut lente 2018 Bosontwikkeling in Saeftinghe

Soort Kunstmatige groeiplaats Natuurlijke groeiplaats Aangeplant Laagste groeiplaats Bosontwikkeling in Saeftinghe? volgens AHN3 viewer Bittere wilg geen schor Baalhoek, 1 expl. nee 4,27 NAP Eenstijlge meidoorn enkele expl, gasdam en dijkrest. Sieperdashor geen nee 4,15 NAP Gewone Es < 10 zaailingen geen nee ca 5,75 NAP dijkvoet Gewone esdoorn 1 exp nabij Baalhoek geen nee ? vermoedelijk dijkvoet Gewone vlier Allerlei en vrij algemeen diverse nee vanaf 3,40 NAP Grauwe wilg Schor Baalhoek enkele enkele nee 3,75 NAP Hondsroos 2 locaties: gemaal Baalhoek en Gasplateau geen nee 4,27 NAP Katwilg Schaapskooi de Noord geen ? 4,45 NAP Okkernoot Gasdam geen nee 7,62 NAP Peterselievlier Gasplateau geen nee 5,85 NAP Schietwilg heuvel ca. 30 expl. Schor Baalhoek alleen op de heuvel 3,78 NAP Sleedoorn Gasplateau geen nee 5,85 NAP Smalle olijfwilg ca. 50 aangeplant nabij vogelkijkhut geen ja 7,80 NAP Spaanse aak 1 expl, gemaal Baalhoek geen nee 4,27 NAP Wilde lijsterbes Schaapskooi de Noord 1 expl, dijkvoet Baalhoek geen deels? 5,26 NAP Zwarte els geen schor Baalhoek twee expl. nee 3,78 NAP

Tabel 1: Overzicht van alle recent (na 2010) waargenomen bomen en struiken, hoogtebepaling op basis van de AHN3 viewer, werkelijke hoogte kan wat afwijken.

afwijkend en verraadt voldoende zoet water gedurende het keer in 2016 (feitelijk 5x, maar slechts 2 x serieus in de winter groeiseizoen. Zo staan hier in de regelmaat zoete soorten zoals en 3 x nipt in winter en vroege voorjaar). Bij bestudering van haagwinde en akkerdistel, op een groeiplaats werd in 2015 en de hoogte m.b.v. de AHN3 viewer blijkt overigens dat deze 2016 zelfs een gele lis waargenomen. bomen een flink stuk hoger staan dan de rest van het schor. Het lijkt er op dat (in Saeftinghe) pas boven de 3,40 m. NAP Centimeterwerk struweelontwikkeling van vlier mogelijk is. Maar voor andere Wie wel eens op de zeedijk tussen Terneuzen en Saeftinghe soorten is er dus wellicht > 3,60 m. NAP nodig. Dit is overigens heeft gelopen en naar de vegetatie op het dijkprofiel heeft een vrij grove schatting, tussen west en oost Saeftinghe zit gekeken, ziet dat er continue allerlei bomen en struiken opko- namelijk al ca. 20 cm. verschil tussen de maximale waterstan- men tussen de stenen dijkbekleding. Gewone vlier, es, zoete- den. De hoogtes waarop de vlieren en wilgen worden aan- en vogelkers, okkernoot, gewone esdoorn, rode kornoelje en getroffen zijn zodanig dat er uitsluitend in de periode najaar/ lijsterbes zijn zo maar wat soorten die je al snel kan aantreffen. winter/vroege voorjaar (het stormseizoen) één of enkele keren Blijkbaar is er dus voldoende zaad van een breed scala aan overspoeling zal optreden. In die periode is de bodem als regel soorten aanwezig. Via vogels en de wind en deels wellicht ook nagenoeg of geheel verzadigd met regenwater, waardoor het via de rivier worden de zaden aangevoerd. Het feit dat je met zoute overspoelingswater niet of maar ondiep in de bodem gemak een breed scala aan houtige soorten ziet opkomen, zal doordringen. Dus er zal waarschijnlijk weinig tot geen zout geeft aan dat zaadaanvoer in de schorren langs de Wester- water in de wortelzone doordringen. schelde geen beperkte factor is. Wat ook duidelijk wordt, wan- neer je de zeedijk wat verder afdaalt, is dat de factoren over- Zout/Zoet gradiënt stromingsfrequentie/zouttolerantie dat wel zijn. Ontwikkeling Binnen Saeftinghe is een zout zoet gradiënt aanwezig, de west- van houtige gewassen vindt uitsluitend plaats in de zone die kant is aanzienlijk zouter dan de oostkant. Dit is ook zichtbaar zelden, gedurende korte tijd met een hoog springtij, onder in de vegetatie, zo komt bijvoorbeeld riet aan de oostzijde veel water komt en voor de rest hooguit door zilt spatwater wordt talrijker voor, zelfs in de delen die sterk onder invloed staan beïnvloed. In Nederland komen dan ook geen houtige soorten van het getij (bv. Sieperdaschor). Het lijkt er op dat de bomen voor die regelmatig zout in de worterzones kunnen verdragen. en struiken daar ook op lagere groeiplaatsen kunnen groeien De groeiplaats moet dan ook overwegend zoet van karakter zijn. Alleen de hoogste oeverwallen in Saeftinghe voldoen hier aan. In Saeftinghe vindt op vrijwel alle kunstmatige delen die wat hoger liggen en niet intensief begraasd worden, struweel- of bosontwikkeling plaats. Het is interessant dat er plaatselijk ook op natuurlijke groeiplaatsen bosontwikkeling plaatsvindt. Het mooiste voorbeeld is een bosje op het schor ter hoogte van Baalhoek (de groeiplaats ligt op ongeveer 3,56-3,78 m NAP volgens de AHN3 viewer). Hier is een bosje ontstaan met schietwilg, grauwe en bittere wilg en zwarte els. Het bosje groeit over een vrij smalle strook van zo’n 80 meter lang en 10 meter breed op een opvallend hoge rand in het schor. Hoewel dit bosje dus relatief hoog staat, overstroomde het toch zo’n 2 Rondom de schaapskooi op de Noord groeien diverse bomen

5 Bosontwikkeling in Saeftinghe

aangezien het overstromingswater hier iets zoeter is. Zo staan tekstkader). Alleen tijdens een extreem hoog springtij kan een in dit deel diverse jonge vlieren op een hoogte van ca. 3,40 m. oeverwal zich momenteel lokaal ietsje ophogen. Voor echte NAP., terwijl westelijk in het gebied de minimale groeiplaats- bosontwikkeling zal de ophoging van het schor naar verwach- hoogte 3,49 m. is. Het is echter nog wel de vraag of deze vlier- ting dan ook te langzaam gaan. In eerste instantie zullen het tjes het hier langdurig gaan redden of toch gaan bezwijken bij dus vooral vlieren zijn die zich verder zullen verspreiden en in te vaak een ongunstig tij gedurende het groeiseizoen. In de aantal toe zullen nemen. Het beheer in Saeftinghe, gaat voor nog te realiseren, getijdengebieden (Hedwige-Prosperschor) het grootste deel van het gebied, uit van zo min mogelijk men- aansluitend aan Saeftinghe zal het water aanzienlijk zoeter zijn. selijk ingrijpen. Hierdoor is er dus ook ruimte voor spontane Deze gebieden liggen na de herinrichting echter nog zo laag vestiging van stuiken en bomen. Ecologisch gezien biedt dat dat het nog lang zal duren voordat deze zodanig opgeslibd ook nieuwe kansen, zo zouden hier andere vogelsoorten zich zijn dat hier groei van struiken en bomen mogelijk zal zijn. kunnen gaan vestigen. Bovendien is het uitermate interessant om de prille bosontwikkeling te blijven volgen en meer te Verwachte ontwikkelingen weten te komen over de grenswaarden die dit mogelijk maken. Voor verdergaande bosontwikkeling is er in eerste plaats een Een onderzoek waarbij de exacte hoogte van de (natuurlijke) hoger schor nodig. Het is echter niet aannemelijk dat het schor groeiplaatsen (m.b.v. een DGPS) en leeftijd van alle bomen de komende jaren zich nog grootschalig zal ophogen (zie ook en struiken in beeld wordt gebracht zou een goede eerste stap kunnen zijn. Hierna kan een nauwkeurigere analyse van afgelopen overstromingsfrequentie worden bepaald. Ook de verwachting van de relatie tot de getijcyclus (zie tekstkader) kan dan getoetst worden. Tevens kan het meten van de zout- gehalten van de bodem in de wortelzone (voor en na springtij, gedurende en buiten het groeiseizoen) nieuw inzicht geven in de mate van zouttolerantie. Het Zeeuwse Landschap beschikt zelf niet over de middelen/tijd om dit soort onderzoeken uit te voeren maar wellicht zijn er onderwijsinstellingen en stagiaires die dit nader willen onderzoeken? Geïnteresseerden mogen zich melden!

In het schor zijn op meerdere plekken vitale vlieren gevonden Dankwoord die tot vruchtzetting komen, zoals hier op de Blauwe plaat op Bij deze willen wij Dick de Jong bedanken voor zijn vele nutti- een hoogte van ca. 3.46 NAP ge opmerkingen op de eerdere versie van dit artikel.

Vlier langs de dam naar de Noord

6 De steltkluut lente 2018 Bosontwikkeling in Saeftinghe

Astronomische getij cyclus en ophoging schor

In de Westerschelde is sprake van een ca 18,6-jarige cyclus Naarmate een schor hoger wordt neemt het aantal over- in de waterstanden, d.w.z. iedere 18,6 jaar zijn de hoogste stromingen af en daarmee dus ook de kans op sedimen- hoogwaters na 9,3 jaar de laagste hoogwaters en dan na timport. Naast sedimentatie vindt er ook inklinking plaats 9,3 jaar weer de hoogste hoogwaters. Rond 2000 was er (zakken van de bodem door uitdroging). Als er in een win- een top en nu dus ook weer, maar daartussen was er dus ter bijvoorbeeld 5 mm sediment wordt aangevoerd klinkt een dal. Verder waren er niet zo erg veel stormen in de af- dat uiteindelijk in tot 1 of 2 mm geconsolideerd sediment. gelopen jaren en dus weinig opstuwing. Het zou dus goed De mate van klink hangt nauw samen met aard van het kunnen dat in dat ‘dal’ de struiken en boompjes een kans sediment, klei of zand of een mengsel, en vochtgehalte. kregen om zich te vestigen. Nu zitten we dus weer in een Hoe kleirijker hoe sterker de klink en hoe beter de uitdro- top, maar de komende jaren nemen de waterstanden weer ging hoe sterker de klink. Omdat oeverwallen zandiger zijn ietsje af. Samengevat: vestiging rond ca 2006-2010, nu dan kommen blijven deze hoger, ondanks dat ze droger moeizaam handhaven en straks weer een beetje opleving. worden door betere ontwatering naar de kreken. Omdat de sedimentatie en vooral de netto ophoging in Saeftinge op die hoge delen minimaal is wordt het span- Bij heel hoge schorren (of schordelen) is de weinige nend hoe ze het na ca. 2025 gaan doen als we naar de vol- sedimentaanvoer uiteindelijk min of meer in evenwicht gende top gaan, die weer hoger zal liggen als de huidige met de klink en stopt de ophoging. Bedenk hierbij dat omdat er wel van top naar top ook een ophoging is het niet gaat om de absolute bodemhoogte maar om de bodemhoogte gerelateerd aan de waterstanden. Doordat Van nature hoogt een schor op doordat met vloedwater we in NL zeespiegelstijging hebben (met name ook door sediment in het schor wordt gebracht. Dat gebeurt met bodemdaling) stijgt dus het niveau tot waar sedimenta- name in de winterperiode als er meer slib in het water zit tie kan plaatsvinden parallel aan deze zeespiegelstijging. en als er door stormen ook zand in het water kan worden Theoretisch (en dus ook wel praktisch) kan een schor in een meegenomen (uit het voorliggende slik en hier ook de situatie met relatieve zeespiegelstijging dus nooit boven grote kreken). ’s Zomers gebeurt er qua sedimentimport het getij uitgroeien. Struweelgroei kan dus alleen als het niet zo veel behalve wat aanvoer van slib. bodemwater (voldoende) zoet is (med. D. de Jong).

Verspreiding van gewone vlier in Saeftinghe

7 Waterviolier

Zachtroze pareltjes in het water

Tekst en Foto’s: Peter Maas , of Heikant. Mogelijk ook nog ergens ten zuiden van Sint Kruis en Aardenburg in West Zeeuws Vlaande- Er zijn maar een páár kleine plekjes waar je deze plant héél ren. De plant bloeit in de tweede helft van de lente, van mei tot af en toe kunt zien, maar ze behoort tot de absolute pareltjes in juni. Ze hebben opvallende bloemen aan een rechtopstaan- van onze moerasflora: Waterviolier. Niet alleen vanwege de de bloeistengel. De kroonbladen zijn lichtlila tot soms bijna prachtig zachtroze gekleurde bloemen, maar ook vanwege de wit en de keel van deze kroonbladen is donkergeel van kleur. bijzondere groeiomstandigheden die deze soort aangeeft. Een bijzondere combinatie. Maar ook zonder bloemen is de Waterviolier wel herkenbaar. De bladeren hebben kamvormig, In is Waterviolier beperkt tot een smalle strook langs fijnverdeelde slippen en kunnen soms matten vormen op de de grenskant met België. Daar waar het oude, kalkarme zand slootbodem wanneer de waterstand is gezakt. Waterviolier aan de oppervlakte ligt dat daar tijdens het Laat-Pleistoceen, groeit in gezelschap van onder meer Fijne waterranonkel, zo’n 10.000 jaar geleden is afgezet. In de sloten, welen en sterrenkroos, Grote waterweegbree of Tenger fonteinkruid. kreken stroomt zoet water en daarmee wijkt dit landschap Verder zoeken in de omgeving levert wellicht vondsten op van sterk af van de rest van Zeeland. Maar er is nóg een factor van Schildereprijs, Melkeppe of Moerashertshooi. Het zijn planten belang en dat is kwel. Op hoogtekaarten kun je zien dat er net die wat Zeeland betreft vrijwel exclusief Zeeuws-Vlaams zijn. over de grens in Vlaanderen een aantal dekzandruggen zijn die net een paar meter hoger liggen dan de sloten bij ons. En dat zijn omstandigheden waarbij kwelstromen kunnen ontstaan. Regenwater dat op de hooggelegen zandruggen valt, zakt weg in de bodem en kan elders weer aan de oppervlakte komen. In de reis die dit water aflegt door de grondlagen worden allerlei mineralen opgenomen waardoor dit kwelwater een bijzondere samenstelling krijgt. Kwelwater kan rijk zijn aan kalk en ijzer. Kwel kan heel lokaal optreden of juist over grotere afstanden en is vaak te herkennen aan een dun olie-achtig vliesje op het water of aan de bruinkleuring in het water door het roesten van het ijzer in het water.

Wil je deze prachtige plant een keer vinden dan moet je dus op dit soort plaatsen gaan zoeken. Je vindt ze in de omgeving van Groeilocatie Heikant

Waterviolier

8 De steltkluut lente 2018 Bijzondere waarnemingen

Bijzondere waarnemingen in onze regio

Deze rubriek biedt ruimte voor korte berichten en leuke anekdotes over enkele zeldzame of bijzondere waarnemingen die in de voorafgaande periode zijn gedaan. Als u een bijdrage wilt leveren kunt u die, vergezeld van een bijpassende foto sturen naar redactie@ steltkluut.nl.

Dit keer een bijdrage van Rob Remmerts over de Kleine Burgemeester op de slaapplaats in de Autrichepolder. Johnny du Burck en Eveline D’hoore vertellen over de Zeearend in de Putting. Henk Castelijns legt uit waarom het goed nieuws is dat er steeds minder Roodkeelduikers opduiken en waarom we blij moeten zijn met een dode Slechtvalk. Tot slot werpt Marian Sponselee een kritische blik op de vogelaars die naar de Strandleeuwerik bij het Magere Merrieschor kwamen en sluit af met een flamingo in de Putting.

Kleine Burgemeester

Door: Rob Remmerts het begon al te schemeren. De bruine vlekjes op de dekveren en de lichte mantel, lichte slagpennen, de grootte, het hoge Na jaren met een Ganzenvirus te zijn besmet, (tellen, verza- voorhoofd en de donkere snavel gaf voldoende zekerheid voor melen, verslaan en statistiekjes) lukte het er vrij van te komen. een eerste winter Kleine Burgemeester. Jens Bokelaar was bij Alleen ganzen met halsbanden blijven mij fascineren. Een toeval aan komen lopen. “Ik heb een Kleine Burgemeester, wil halsband moet worden afgelezen, eerder ga ik niet naar huis. je hem zien?” Jens, keek maar kon hem niet vinden. Was dat ding nu weer opgevlogen? Weer kwijt! Hup op de app, naar Ik had wel zin in een andere uitdaging. Meeuwen! Die hebben Luc Bekaert, die woont in de buurt en komt meestal meteen. geen halsbanden, zijn vrijwel overal te treffen en zelf kom ik Binnen 15 minuten stond hij er, zich verontschuldigend dat hij ook nog eens ergens anders dan in de ganzenpolders. Zijn ze aan het koken was en dat het zo lang duurde. Maar het lukte makkelijk? In tegendeel, rete moeilijk. Maar de trefkans is su- niet meer om het beest terug te vinden. Jammer. Het werd per hier in Zeeuws Vlaanderen. Grote aantallen en veel soorten. inmiddels donker, naar huis dan maar. Eerst heb ik “Gulls of Europe, Asia en North America” aange- schaft, een paar avonden studeren en dan het veld in. Probe- Zondag 21-1 waren we beiden weer present. Henk Nijskens ren foto’s te maken en dan op waarneming.nl. Het leuke van ook. Maar het lukte niet om ‘hem’ terug te vinden tussen 3000 een foto is dat je commentaar kan krijgen als de determinatie meeuwen. Luc stond er maandag ochtend opnieuw zonder niet goed is. Wanneer ik van Merijn Loeve een correctie krijg resultaat. Meeuwen gaan namelijk vroeg op pad, voordat dan voel ik mij vereerd. Thomas Luiten weet ook veel. Enkele het licht is. Vrijdag 26-1 present, om drie uur ’s middag was vraagbaken zijn prettig. Ontzettend leerzaam als je durft een het bewolkt maar vrijwel windstil. Luc kwam half vier. Beetje foute determinatie te plaatsen. En gaande weg word je steeds ouwehoeren en intussen speurend rond kijken, één oog in de beter. Een uitstapje naar oost of zuid Europa is ook leerzaam. scoop en de ander half open voor wat voorbij komt. Slechtvalk Maar ook dichterbij; Brouwersdam, Westkapelse zeedijk, of schuin achter ons in de tv mast op 400 meter. “Blijf daar maar de vuilstort in de Koegors. Op zoek naar grote groepen en zo zitten, blijft het hier rustig”. Na twee uur meeuwen kijken riep mogelijk de zon in de rug. Luc “Ik heb h’m”. Yesss. Volgende opgave, ‘hoe leg je uit waar die zit tussen die duizenden meeuwen’. Maar dat duurde geluk- Zo was ik zaterdag 20 januari 2018 omstreeks 16.00 uur bij het natuurgebied Autriche I (zo noem ik het maar), vlak bij het betonnen kijkpunt. Ik durfde er niet naar toe te lopen want enkele honderden meeuwen zaten daar al en die zouden zeker vertrekken als ik verder het gebied in zou lopen. Al meerdere jaren slapen hier in de winter enkele duizenden meeuwen. Ik heb nu vier weken een Kowa TSN838 met 25x tot 60x objectief en die doet het uitstekend bij schemer. Waar ik mijn oude Op- tolyt voor zou thuis laten, ga ik met de Kowa op pad. Wat een verschil! Ik was even aan het scannen en mijn oog viel op een licht gekleurde meeuw. Qua grootte tussen een Zilvermeeuw en een Stormmeeuw maar het kleed was vuil wit zonder een enkel spoor van een donkere staartpen of slagpen. Is dit een leucistische of albinistische meeuw? Nee, toch niet. Ik zag de vogel opvliegen en tussen de meeuwen verdwijnen. Te kort gezien om zeker te zijn. Ik durfde nog niet naar m’n vogelmaa Kleine Burgemeester (Larus glaucoides) Westkapelle 22-12-2017 tjes te appen. Het duur een uur om het beest terug te vinden, Foto: Henk Nijskens

9 Bijzondere waarnemingen

kig niet te lang. Telefoon op de scoop, een paar foto’s maken Kleine Burgemeester weer in beeld. Inmiddels wat schimmig in en een filmpje. Henk gebeld en de vogel direct op ‘Birding de schemer. We gaan nog wel een paar keer deze week. Want Zeeuws-Vlaanderen’. Je weet maar nooit wie in de buurt is. wanneer zie je in Oost Zeeuws-Vlaanderen een Kleine Burge- Jaap Kolijn dus. Hij belde binnen een paar minuten. “Heb je meester? hem nog in zicht?” “Ja, nog wel”. “Ik ben er binnen een kwartier”. Enfin, na een half uurtje, net voor donker stonden we met ons Op deze slaapplaats kun je in de winter als je geluk hebt en vieren in de plasdras. Twee van ons met hun nette goed in de goed je best doet 8 soorten meeuwen zien. Zilvermeeuw, nattigheid, maar met een Kleine Bury in de pocket. Het werd Kokmeeuw, Stormmeeuw, Grote Mantelmeeuw, Kleine Man- nog even spannend, want een sleper van Muller moest voor de telmeeuw, Zwartkopmeeuw, Geelpoot Meeuw en Pontische brug zo nodig op zijn scheepshoorn duwen. Alles de lucht in. Meeuw. En soms 9. Het duurde nog eens tien minuten maar om half zes kwam de

Zeearend (Haliaeetus albicilla)

Door: Johnny du Burck en Eveline D'hoore Op het moment dat de arend dreigde naar beneden te komen De zeearend is anders dan zijn naam zou doen vermoeden, stopte er achter mij een auto. Er stapte een man uit die naar een imposante grote roofvogel die voornamelijk in de buurt me toe gelopen kwam. Ik zag boven zijn hoofd de zeearend van zoetwatergebieden (meren en rietmoerassen) leeft. Gan- vertrekken naar een bomenrij een heel stuk verder weg. Mag zen, meerkoeten, eenden, konijnen, hazen en vis zijn geliefde ik uw wat vragen: "U heeft wel heel veel interesse in onze prooien van deze roofvogel. Ook aas wordt gegeten. Karakte- polder..?" Het bleek de hoofdredacteur en de beheerder van ristiek zijn de enorme plankvormige vleugels die aan het eind de website van te zijn. Ik heb hem verteld dat er sterk (gevingerd) zijn. momenteel een zeearend in "zijn" polder verbleef. Die had hij nog niet gezien vertelde hij, terwijl ik in mijn binnenste wat Dinsdag 23 januari om 15:00 meldde Henk Castelijns en Tonny gniffelde. Hij begon meteen met visitekaartjes te strooien, met de Caluwe een 1e winter zeearend in De Putting. Meteen be- de vraag of ik een foto wilde sturen voor op de site, wat uiter- gon mijn bloeddruk op te lopen, gezien ik nog bezig was met aard geen probleem zou zijn. De vriendelijke man verdween werkzaamheden en niet meteen weg kon. Om 16:30 zou ik pas weer in het niets. tijd hebben om naar Hengstdijk te rijden maar door het vroege invallen van de avond was dat geen optie. Zou de vogel daar De arend zag ik op grote afstand in een boomtop zitten. Hij overnachten? kwam na een paar uur weer het gebied in maar helaas niet op "zijn" prooi. Om 13:20 kwam er een melding naar allen die via Na een erg onrustige nacht om 6 uur opgestaan, fotocamera de digitale snelweg een verbinding hebben met de vogelwerk- ingepakt, en om half 8 vertrokken richting het Oosten. Toen groep van Walcheren: Een ross'meeuw in de binnenhaven van ik daar aankwam zag ik een aangevreten dode kolgans in het Vlissingen (deze in het hoog arctische deel van Oost-Siberië gebied liggen net onder een bomenrij. Ik had meteen de plaa broedende meeuw is één van de "holy grails" van veel voge- tjes in mijn hoofd die ik wilde gaan maken. Na me met mijn laars). Aangezien ik niet meteen een ornithologische orgasme auto op een strategische manier te hebben opgesteld was het kreeg, zoals vele vogelaars dat wel hebben, ben ik bij de arend afwachten wat de dag me zou brengen. blijven kijken.

Rond 9 uur kwam de kolossale vogel aangevlogen, en landde Bij thuiskomst Eveline (mijn partner en fotomaatje) op de in de bomenrij exact boven de Kolgans. Adrenaline gierde door hoogte gebracht van mijn belevingen die dag. Samen even de mijn lijf. Ik wist dat de vogel elk moment naar beneden kon foto's bekeken en een poging gedaan de pootring af te lezen. komen naar "zijn" kolgans die hij waarschijnlijk de dag ervoor Dat bleek AV14 te zijn, een vogel geringd 4 mei 2017 op het nog had geslagen. vogeleiland in het Zwartemeer. Dit om inzicht te krijgen in de verspreiding en de leefwijze van de zeearend in Nederland.

Na uren te hebben gebabbeld en gelezen over leeftijds bepa- ling en kleden hadden we besloten de volgende dag samen nog eens naar het Oosten af te reizen.

Na weer een onrustige nacht liep ik in de vroege morgen om half 6 al over de vloer, terwijl de koffie pruttelde en Eveline vers gebakken broodjes aan het gereedmaken was, had ik de camera's en randapparatuur al in de auto geladen.

Zeearend Deze dag bleek een prachtige dag te worden, de zeearend liet Foto: Johnny du Burck en Eveline D'hoore zich uit alle hoeken, bij heerlijk mooi licht, mooi fotograferen.

10 De steltkluut lente 2018 Bijzondere waarnemingen

Zeearend met pootring AV14 Foto: Johnny du Burck en Eveline D'hoore

De foto die we voor ogen hadden: de zeearend op een prooi, De buizerd ging er als een speer vandoor en de arend ging in was vandaag helaas niet haalbaar. Telkens wanneer de vogel in de inmiddels dichte mist bij "zijn" prooi zitten. Hij is later met de bomenrij ging zitten kwam er een wandelaar of een fietser het karkas weggevlogen en heeft het van de laatste restjes voorbij en dat was net teveel, waarna hij vaak weer voor een ontdaan. We hebben de vogel de rest van de dag, nadat de tijd verdween. mist wat optrok nog mooi kunnen bekijken, vliegend, en drin- kend in een poeltje. Vrijdag morgen besloten we om nog een laatste poging te ondernemen. De ochtend startte met een waterig zonnetje, Voor ons was het een leerrijke ervaring en bevredigend zijn we een buizerd landde op het bijna kale karkas van de kolgans, en in de namiddag weer naar het westen vertrokken. Nu kunnen na een half uur viel er een deken van mist over het gebied. Het we ons gereedmaken voor de ross'meeuw ☺). gedrag van de buizerd veranderde en de spanning steeg, en inderdaad: daar kwam de majestueus grote vogel aan.

Blij met steeds minder Roodkeelduikers

Door: Henk Castelijns In mijn Braakmanarchief, met daarin gegevens Van Johan van De laatste jaren worden in Zeeuws-Vlaanderen minder pleiste- den Steen (periode 1959-1961) en Jaap Poortvliet en mijzelf rende Roodkeelduikers gezien dan voeger. Vroeger was alles (periode 1978-2018) gaat het in totaal om 61 ex. (zonder beter, maar in het geval van de Roodkeelduiker gaat dat niet vervolgwaarnemingen) waarvan slechts drie waarnemingen op. sinds de eeuwwisseling; telkens één ex in 2000, 2001 en 2013. Van de 61 ex. waren er 27 met olie besmeurd, zo staat in mijn Voor de periode 1967-1985, die door Buise & Tombeur in de archief. Dat is ongetwijfeld een minimum, want het is niet altijd Avifauna van Zeeuws-Vlaanderen wordt beschreven, werden zichtbaar als een vogel met olie is besmeurd, en ongetwijfeld in totaal 176 waarnemingen van de Roodkeelduiker verwerkt. werd er ook niet telkens op gelet. Roodkeelduikers foerage- Sinds de eeuwwisseling gaat het, exclusief de waarnemingen ren normaal gesproken op zee, ook in de broedgebieden. Ze van telpost Breskens, om minder dan 50 ex. (bron waarneming. komen alleen naar binnenwater om er te broeden of als er nl). En dat terwijl er tegenwoordig veel meer naar vogels wordt iets mis met ze is. Het gegeven dat we in Zeeuws-Vlaanderen gekeken dan vroeger. steeds minder roodkeelduikers zien, is een gevolg van minder

11 Bijzondere waarnemingen

olieverontreiniging op zee. Vroeger nam men het niet zo nou en werd er veelvuldig olie op zee geloosd, zie bijvoorbeeld http://www.vliz.be/ vleet/content-vleet.php?id=4343&. Tot 1999 was het lozen van olie bij het schoonspoelen van tankertanks en het lozen van vervuild ballastwater toegestaan, daarna niet meer. Geen wonder dat er sindsdien veel minder Roodkeelduikers in Zeeuws-Vlaande- ren worden gezien. Dat is een gunstig teken en daarom iets om blij van te worden.

O ja, een met olie besmeurde Rood- keelduiker heeft een lekkend veren- pak en is daarom vrijwel zeker ten dode opgeschreven. Roodkeelduiker Shetland 2007 Foto: Henk Castelijns

De koningin is dood, leve de koningin!

Door: Henk Castelijns

Dit verhaal heeft niets met Mathilde of Maxima van doen, maar gaat over het Slechtvalkenpaar van Axel die door sommigen van een koninklijke naam zijn voorzien. Zelf houd ik niet van het vermenselijken van vogels, maar iedereen zijn ding.

In de zomer van 2009 vestigde zich een Slechtvalkenpaar op de watertoren van Axel. In 2004 was daar op 55 meter hoog- te een nestkast geplaatst waarin vanaf 2010 werd gebroed. Aan de hand van de ringen is vastgesteld dat het vrouwtje Slechtvalk Axel afkomstig was van Rheinland Pfalz en in 2005 of eerder is Foto: Dennie Vercruijsse geboren. De herkomst van het mannetje is niet bekend, hij draagt geen ring. In onderstaande tabel zijn de broedresultaten van het paar samengevat. Uit de tabel valt af te leiden dat er de laatste In 2011 werd bij de nestkast een webcam geplaatst. Dat levert jaren steeds later met broeden werd begonnen; de leginter- mooie beelden en een schat aan informatie op. Nadeel is dat val steeds groter werd (dit is de tijd tussen het leggen van de vogels meteen publiek bezit zijn. Dat heeft een paar keer twee eieren) en het broedsucces afnam. De Duitse dame had tot gedoe geleid. duidelijk haar langste tijd gehad. Dat bleek ook wel, want sinds het najaar van 2017 is ze niet meer terug gezien. Gelukkig is er

12 De steltkluut lente 2018 Bijzondere waarnemingen

sinds eind januari een nieuw vrouwtje. Hopelijk is het een jon- ge meid. Dat zou namelijk de kans op een succesvol broedsel sterk vergroten. De Duitse is waarschijnlijk niet meer. Vandaar de titel van dit stukje; “De koningin is dood, leve de koningin”.

Uit een foto van Dennie Vercruijsse blijkt dat ook het nieuwe vrouwtje geringd is. Ze draagt twee ringen waarvan de linker waarschijnlijk een grijze kleurring. Dat zou betekenen dat ze in Nederland is geboren. Het zal hopelijk niet lang meer duren voor de code (drie symbolen) op deze ring wordt afgelezen. Dan is meteen bekend waar en wanneer ze is geboren.

De Slechtvalken van Axel bij de nestkast op de watertoren. Foto: Dennie Vercruijsse

De strandleeuwerik en flamingo;

Door: Marian Sponselee

Strandleeuwerik in het Magere Merrieschor Flamingo in de Putting Op 16 december 2017 deden we een hoogwatertelling bij het Half december 2017 zagen we plots een flamingo tussen de Magere Merrieschor. Van de verschillende piepers die we zagen ganzen. Heel apart zo’n grote roze vogel tussen de zwart witte maakte ik foto’s omdat het lastig blijft om de verschillen tussen brandganzen. En groot ook. gras-, oever- en waterpieper snel en goed te maken. Vrij dicht bij ons zat weer een pieper met z’n rug naar ons toe. Direct viel wel Omdat hij zo mooi op kleur was ging ik ervan uit dat het een op dat hij meer kleur had dan de voorgaande exemplaren. Na een ontsnapt exemplaar zou zijn. De ringen die hij aan had kon- paar foto’s draaide hij zich om en werden we zeer aangenaam den we vrij gemakkelijk aflezen. Via de vogelwerkgroepleden verrast. Een geel koppie met een zwart zorro-maskertje. Geweldig kwamen we er al snel achter dat hij gemeld kon worden bij mooi. Alleen nog maar in de vogelgidsen gezien, dit was dus een Joop Treep. strandleeuwerik. Aan de vele reacties op onze melding bleek dat het voor velen een soort is die ze nog nooit live gezien hadden. Het antwoord op onze melding hadden we dezelfde dag nog. Zeker geen ontsnapte vogel, maar eentje die geboren is in Natuurlijk gun je het iedereen om van dit pareltje te genieten. 2016 in het Zwillbrocker Venn net over de grens bij Zwolle. Jammer dat er weinig rekening mee gehouden werd dat hij Daar is al jaren een broedkolonie bestaande uit verschillende op een hoogwatervluchtplaats zat. Met laag water gaan kijken soorten flamingo’s. Deze kunnen onderling kruisen. is geen probleem, maar tijdens hoogwater jaag je bijna alle rustende vogels weer op. We kregen ook een lijstje met eerdere waarnemingen zodat je mooi ziet waar hij allemaal geweest is zoals in de Grevelin- Helaas ook dat de soortenjagers niet verder keken dan de gen, Oostende, Cadzand en Nieuwvliet. Ook kreeg ik van een strandleeuwerik en alle andere mooie en zeker niet zo alge- andere flamingo de gegevens van Joop. Daaruit blijkt dat een meen voorkomende vogels, zoals middelste zaagbek, rotgans, in Duitsland geboren jong wat nog nooit in brak- of zeewater smelleken, roodkeelduiker en ijsduiker niet eens een blik geweest is toch mooi op kleur blijft. Daarmee is dus het idee waardig gunden. dat ze garnalen nodig hebben voor hun kleur ontkracht.

Een ander leuk toeval dat op het moment van de waarne- mingen in de Putting ook 2 flamingo’s gezien werden in een Strandleeuwerik voortuin vlak bij het gebied. De daar geboren tweeling is dus Foto: Bert van Broekhoven waarschijnlijk door de flamingo gebracht.

Voor wie een keer naar de in de Grevelingen overwinterende flamingo’s wilt gaan kijken nog de tip dat ze vaak bij het ha- ventje van Battenoord met tientallen te zien zijn.

13 Doodshoofdvlinder

Doodshoofdvlinder

Zeldzame forma van rupsen van de Doodshoofdvlinder (Acherontia atropos) op nog onbekende voedselplant t.w. de boltrompetboom (Catalpa bignonioides 'Nana') te Clinge (Zeeland, NL) op 31-7 en 3-8-2017.

Door: Joop de Bakker en Eddy Taelman september gevonden en poppen in september en oktober. De Foto's: Joop de Bakker poppen zijn niet bestand tegen vorst.

Op 31-7 werd onze vlinderwerkgroep blij verrast met een 12 cm Drie dagen later (3-8-2017) werden we opnieuw gebeld dat lange en vingerdikke rups. Angelo Hermans en Greet Cooreman er nog een rups uit het boompje was gevallen. Reden voor uit Clinge brachten de rups bij Eddy Taelman. Alhoewel Eddy ons om ter plaatse te kijken op welke waardplant de rups veel rupsen van de pijlstaartfamilie kent was het voor hem was aangetroffen. Het boompje was een Bolcatalpa (Catalpa een onbekende kleurvariant. Specialist Joop de Bakker werd bignonioides 'Nana'). De Bolcatalpa is een prachtige bolboom ingeschakeld en zijn diagnose was: rups van de doodshoofdvlin- met hartvormige bladeren, daarom ook wel hartjesboom of der in de zeldzame forma bruin met witte vlekken op de eerste trompetboom genoemd. De stamhoogte, waar de bolvorm segmenten. Nieuw voor Oost Zeeuws-Vlaanderen. begon, was ca 2 meter boven de grond.

Naslagwerk op waarneming.nl en waarnemingen.be beves- Onder het boompje lagen uitwerpselen van de rups (strontjes). tigde het zeldzame voorkomen van deze forma in Nederland Bij enkele bladeren zagen we de vraatsporen van de rups. De en België. In de periode 2010-2017 werden er van deze forma volgroeide rupsen waren blijkbaar op zoek naar een plaats om slechts 5 rupsen, met foto als bewijs, in Nederland en 2 in te verpoppen. De aangeboden bloempot met potgrond werd België gemeld. na een korte verkenning onmiddellijk aanvaard. Binnen resp. 4 en 2 minuten waren de rupsen, nog dezelfde dag van de De moeders van de bij ons gevonden rupsen zijn vrijwel zeker vondst, in de potgrond verdwenen. De potten werden in een van Afrikaanse oorsprong. De vlinders die zich in Zuid-Europa poppenkast geplaatst en buiten bewaard in afwachting van vroeg genoeg ontwikkelen, kunnen noordwaarts trekken, verdere ontwikkelingen. maar de wijfjes zijn dan steeds steriel. Alle vlinders tot en met juli zijn zeker immigranten. In augustus en vooral september Op 14-8-2017 werd de voortgang van de metamorfose gecon- kunnen daar ook exemplaren bij zijn die zich hier ontwikkeld troleerd. De rupsen waren verpopt op een diepte van ca 4 cm hebben, terwijl de meeste oktobervlinders wel hier geboren en 9 cm en reageerden op aanraking. De pop was 7 cm lang. zullen zijn. Op 15 september, 23 september en 29 september werd de toe- stand van de poppen gecontroleerd. Ze reageerden nog heftig In Afrika en Zuid-Europa zijn de rupsen uitgesproken poly- op aanraking. Uit kweekervaringen blijkt dat 40 tot 50 dagen faag. Spuler (1908) noemt 36 waardplanten uit 24 families en nodig zijn vóór de vlinder ontpopt. Die tijd is verstreken. Meer- Marktanner (1976) meldde 9 soorten van de familie van de man (1987) concludeerde dat het grootste deel van de hier Nachtschade en talrijke soorten uit 30 andere plantenfamilies. opgegroeide rupsen het niet meer tot vlinder brengt. Volgens In Nederland wordt de rups vrijwel uitsluitend op Aardappel Harbich (1978) gaan bij verpopping bij lage temperaturen de (Solanum tuberosum) aangetroffen. Slechts enkele waarne- poppen voor een belangrijk deel in diapauze. Volgens Lempke mingen werden op andere planten gedaan en wel op Kom- (1972) zijn de poppen niet bestand tegen vorst. Overwintering kommer (Cucumis spec.), Liguster (Ligustrum spec.), Siertabak in de vrije natuur is hier dan ook uitgesloten. Geen rooskleurig (Nicotiana alata), Boon (Phaselus spec.) en Zwarte nachtschade vooruitzicht voor de poppen. (Solanum nigrum). Rupsen worden vooral van augustus tot Op 6 oktober, dus 67 dagen nadat de rups in de grond verdween, komt de vlinder te voorschijn. Op 8 oktober, eveneens na 67 popdagen, dient de tweede vlinder zich aan. De vlinders gemeten van kop tot vleugelpunt zijn resp. 70 mm en 72 mm. Het geslacht is niet makkelijk te duiden. Vrouwtjes hebben een breed en stomp achterlijf. Beiden naast elkaar zijn ze beter te vergelijken. Uit de poppen kwam een mannetje en een vrouwtje.

De vlinders vrijlaten was een mogelijkheid met bekende afloop. Overwintering in de vrije natuur is hier uitgesloten. Dit geldt trouwens voor het grootste deel van Europa. (B.J. Lemp- ke, 1972) De vlinders werden daarom met verdunde honing te- rug in de kast in de buitenlucht geplaatst. Regelmatig werden de vlinders geobserveerd, waarbij niet werd vastgesteld dat de De rupsen verpopten op een diepte van ca. 4 en 9 cm en vlinders tot paring kwamen of voedsel opnamen. Ook ei-afzet- reageerden op aanraking ting bleef achterwege.

14 De steltkluut lente 2018 kopje

Rups 3-8-2017 Clinge NL

Skell (1928, 1958) heeft zich intensief bezig gehouden met de voortplantingsproblemen van deze soort. Bekend is dat de wijfjes, die zich hier ontwikkeld hebben, nooit in staat zijn eieren te leggen. Dit is geen kwestie van seksuele onvolwassenheid, maar de dieren zijn werkelijk steriel. Alle onderdelen van het voortplantingsapparaat, zowel uit- als inwen- dig, zijn normaal ontwikkeld en verscheidene malen zijn ook paartjes in copula gevonden. De eibuizen (ovariën) zijn echter gedegenereerd en bovendien blijkt het lichaamsvocht sterk gereduceerd te zijn, terwijl het vetlichaam zeer zwak ontwikkeld is. Of men de poppen forceert (hogere temperatuur) of dat men ze vorstvrij overwintert, zodat ze pas volgend jaar uitko- men, heeft geen enkele invloed. De oorzaak Na 67 dagen als pop dienen de vlinders zich aan. Gemeten van kop tot van deze degeneratie is nog onduidelijk. Zelfs vleugelpunt resp. 70 en 72 mm bij in de tropen opgegroeide dieren blijkt het voor te komen. Skell (1958) ervoer bij twee op Sumatra voorkomende Acherontia-soorten dat 70% van de wijfjes steriel bleek te zijn!

Het onvermijdelijke einde van het korte vlin- derstadium volgde reeds na 10 dagen op resp. 16 en 18 oktober 2017. Waarvan akte.

Raadpleeg voor de literatuurverwijzingen de website van De Steltkluut. Daar vindt je het artikel terug met literatuurlijst en extra foto’s. www. steltkluut.nl/werkgroepen/insectenwerk- groep/publicaties

15 Laatste nachtvlinderval

Laatste nachtvlinderval van Joop de Bakker en Eddy Taelman in de bossen van het water- wingebied Clinge en St. Jansteen

Door: Jaap Verhelst het actieve nachtvlinderonderzoek in het waterwingebied. Dat betekent zeker niet dat er een definitief einde komt aan hun Op woensdag 1 november 2017 was Eddy voor de allerlaatste activiteiten. Ze hebben een schatkist vol informatie verzameld, maal voor het nachtvlinderonderzoek naar het Clingse bos ge- dus zeker tijd om alle gegevens uit 10 jaar onderzoek eens op togen om daar de lamp van de val te ontsteken. De volgende een rijtje te zetten en conclusies te trekken. Welk effect heeft dag werden Joop en Eddy op verrassende wijze ontvangen bij klimaatsverandering? Is er naast trek van zuid naar noord ook de boshut van Clinge. trek van oost naar west nu de zomertemperaturen in Zeeland lijken op die van Limburg jaren terug? Ook interessant zal Joop en Eddy waren samen met Eddy Vermandel de op- zijn om de resultaten eens naast de bevindingen te leggen richters van de insectenwerkgroep van de Steltkluut in april van Maurits De Vrieze, die van 1987 tot 1997 onderzoek heeft 1986, de eerste Zeeuwse vlinderwerkgroep. Dat jaar was de gedaan in hetzelfde gebied. voorlopige atlas van de Nederlandse dagvlinders verschenen. Zeeuws-Vlaanderen was toen nog een geheel blanco gebied Gezien de dramatische teruggang van het aantal insecten is en de Universiteit van Wageningen had lokale natuurvereni- het van belang dat de insectenwerkgroep actief blijft. Zo is er gingen gevraagd om onderzoek te doen naar dagvlinders. ook jaarlijks onderzoek gedaan naar de vijf- en zesvlek- Sint Jansvlinder. Wie heeft interesse om dit onderzoek voort te zet- In 2006 is de werkgroep zich toe gaan toeleggen op nacht- ten? Joop en Eddy zullen de nodige ondersteuning aanbieden. vlinders. Joop en Joop Rijnders volgden daarvoor een cursus Geïnteresseerden kunnen zich melden bij insectenwerkgroep@ van Natuurpunt over nachtvlinders in Sint Niklaas. Ze werkten steltkluut.nl. De insectencursus van vorig jaar heeft een aantal mee aan het nachtvlinderonderzoek in Zeeland. Wisselend in leden een impuls gegeven om de schouders er onder te zetten. Sint Jansteen, en Clinge heeft er de afgelopen Tijdens de jaarlijkse Nationale Nachtvlindernacht op vrijdag 22 10 jaar nachtvlinderonderzoek plaatsgevonden. Daarnaast is juni zullen Joop en Eddy de val aanzetten in de achtertuin van er ook veel gepubliceerd in kranten en tijdschriften en is er Joop. Wie zin heeft om te komen is van harte welkom. Het zal meegewerkt aan het recent verschenen boek Nachtvlinders in zeker de moeite waard zijn, al is het alleen al om alle verha- Zeeland (Fauna Zeelandica deel VIII). len aan te horen van de belevenissen van Joop en Eddy in de afgelopen jaren. Het 10 jarig onderzoek heeft heel wat informatie opgeleverd. Van de 324 keer dat een val is geplaatst is 2 maal niets aange- De Steltkluut bedankt Joop en Eddy voor hun jarenlange inzet troffen. Het onderzoek levert gedegen resultaat op, bijvoor- voor de insecten in Oost Zeeuws-Vlaanderen en wensen hen beeld dat je met 1 jaar onderzoek niet alle soorten zal waarne- nog alle goeds toe! men.

Per jaar werden zo’n 180 tot 220 soorten waargenomen. Er werden ook soorten waargenomen die buiten het waterwinge- bied niet waargenomen worden zoals de roodachtige herfstuil en de heidewortelboorder. In totaal zijn 342 soorten nachtvlin- ders gevangen op licht.

De laatste nachtvlinderval was een heel feest. Het gehele pad naar de boshut was opgesierd met vlaggen, slingers en foto’s. Afscheidscadeaus kwamen er van Irma namens de beheerders van de boshut, van Nathalie namens de insectenwerkgroep en van Alex namens het Zeeuws Landschap. Van Fien kregen ze een mooi fotoboekje over hun activiteiten. Het was evenals de vorige keren weer een heel aangename en gezellige bijeen- komst waarbij ook weer voor dat jaar nieuwe soorten werden waargenomen zoals de grote wintervlinder. Laatste keer nachtvlinderval Joop en Eddy stoppen vanwege leeftijd en gezondheid met Foto: Jaap Verhelst

16 De steltkluut lente 2018 Korte berichten

Uitnodiging Voorjaarsvergadering dinsdag 10 april

Op dinsdagavond 10 april houden we een ledenvergadering in het Steltkluut clublokaal, Edvard Grieghof 113, 4536 ES Terneuzen. Aanvang: 19.30 uur.

Agenda: 1. Opening 2. Mededelingen 3. Jaarrekening 4. Verslag kascommissie 5. Rondvraag 6. Pauze (om ca. 20.15 uur) met koffie ed.

De Mopsvleermuis in Oost Zeeuws-Vlaanderen

Na de pauze geven Alex Wieland en Mark Dobbelaar een presentatie over de ontdekking van de mopsvleermuis in Oost Zeeuws-Vlaanderen. Enkele jaren geleden ontdekte een Vlaamse vleermuisonderzoeker deze zeldzame soort in de Vlaamse bossen net over de grens.

Alex en Mark hingen geluidopname apparatuur op in de bossen langs de grenskant. Met succes, ze wisten opnames van de Mopsvleermuis te maken in het Clingse bos. Tijdens de presentatie komen ook zaken als herkenning, ecologie, bosbeheer en bescherming aan de orde.

Stekkertjes wachten gespannen op de roep van de steenuil.... ja... hij reageert! Foto Hanneke Smulders

17 Werkgroep Steltkluut Agenda Datum zaterdag 21 april Activiteit excursie Groot-Eiland Maart Tijd 9.00 tot 12.00 uur Werkgroep Landschapsbeheer Plaats Parkeerplaats Achtste Verkorting Datum zaterdag 24 maart Aanmelden [email protected] Info Stevige wandeling door bossen en weiden. Goed Activiteit Knotten schoeisel nodig. Aanmelden verplicht. Tijd 9.30 uur Aanmelden [email protected] Werkgroep Stekkertjes Datum zondag 22 april Activiteit Waterdiertjes April Tijd 10.30 tot 12.00 uur Werkgroep Plantenwerkgroep Plaats Zaamslag, Zaamslagsedijk 2. Datum maandag 2 april, Tweede paasdag Aanmelden Uiterlijk 14 april aanmelden bij: [email protected] Activiteit Excursie/inventarisatie Info "Heb je wel eens van een slootsigaar gehoord? Of een Tijd 13.30 tot 17.00 uur staafwants, schaatsenrijdertje, vijverloper of bootsmanne- Plaats Matthijsstraat, Koewacht tje? Nee? Dan moet je zeker mee. We gaan op zoek naar waterbeestjes en zullen ongetwijfeld een aantal leuke Aanmelden [email protected] diertjes te pakken krijgen. We verzamelen op het erf. Info Op deze paasmaandag gaan we onder leiding van Peter Maas Meenemen: laarzen, waternet, (loep)potje, zoekkaart of het Plasschaert bos in voor zegges, dotterbloemen en meer. natuurgids, loep. Toegang: gratis voor leden, €2,50 voor niet-lid kinderen. Werkgroep Landschapsbeheer Datum zaterdag 7 april Mei Activiteit afsluitende knotdag Werkgroep Plantenwerkgroep Tijd 9.30 uur Datum donderdag 3 mei Plaats Vennebos, koeweacht Activiteit Inventarisatie begraafplaats en Aanmelden [email protected] Tijd 19.00 tot 22.00 uur Werkgroep Steltkluut Plaats parkeerterrein Hulsterweg net voor Hof te Zandeplein Kloosterzande Datum dinsdag 10 april Aanmelden [email protected] Activiteit Voorjaarsvergadering Info Inventarisatie onder leiding van Marc Buise. Als de tijd het Tijd 19.30 uur toe laat bezoeken we ook de begraafplaats van Terhole Plaats Edvard Grieghof 113 Terneuzen Aanmelden [email protected] Werkgroep Vogelwerkgroep Info zie elders in deze Steltkluut Datum zaterdag 5 mei Activiteit Brand- en Rotganzentelling Werkgroep Vogelwerkgroep Datum zaterdag 14 april Werkgroep Vogelwerkgroep Activiteit Hoogwatertelling Saeftinghe Datum zaterdag 12 mei Tijd 13.30 uur Activiteit Natuurwandeling omgeving Zaamslag Plaats Bezoekerscentrum Saeftinghe Tijd 13.00 uur Info [email protected] Plaats Kraagdijk 2, Terneuzen Aanmelden Verplicht aanmelden: www.vogelweek.nl/alle-activi- Werkgroep Vogelwerkgroep teiten/details/?excursie=1948&datum=4159 Datum donderdag 19 april Info Een mooie natuurwandeling te beginnen in Spui. Via Eiland van de Meijer, Gat van Pinte gaan we via de polders naar Activiteit Vergadering vogelwerkgroep Zaamslag. Hierna via een meer zuidelijke route weer door de Tijd 19.30 uur polders naar Gat van Pinte en terug naar beginpunt. Met wat Plaats Edvard Grieghof 113 Terneuzen geluk kunnen we genieten van o.m. buizerd, cetti’s zanger, blauwborst en bruine kiekendief. Aanmelden [email protected] Werkgroep Vogelwerkgroep Werkgroep Steltkluut en Landschapsbeheer Zeeland Datum donderdag 17 mei Datum vrijdag 20 april Activiteit vergadering Activiteit Excursie naar een kamsalamander biotoop Tijd 19.30 uur Tijd 19.00 uur Plaats Edvard Grieghof 113 Terneuzen Plaats Omgeving Zaamslag. Verzamelplaats wordt bij Aanmelden [email protected] aanmelding bekend gemaakt. Aanmelden [email protected] Werkgroep Vogelwerkgroep Info De kamsalamander is de grootste inheemse watersalamander Datum zaterdag 19 mei en wordt daarom ook wel grote watersalamander genoemd. Activiteit Hoogwatertelling Hij dankt zijn naam aan de getande kam op zijn rug en staart. De kamsalamander heeft een voorkeur voor kleinschalige Tijd 17.00 uur landschappen. We bezoeken een restant van zo’n landschap Plaats Bezoekerscentrum Saeftinghe en nemen een kijkje in het leven van dit bijzondere dier. Info [email protected]

Plantenwerkgroep Vogelwerkgroep 18 De steltkluut lente 2018 Legenda Werkgroep Plantenwerkgroep Info Met alle werkgroepen trekken we er op uit om zoveel Datum maandag 21 mei, Tweede pinksterdag mogelijk waarnemingen te doen in Braakman Noord. De activiteiten starten vanuit de Braakmanboerderij. Activiteit Excursie/inventarisatie bijenorchis Tijd 13.30 tot 17.00 Werkgroep Vogelwerkgroep Plaats parking Binnenvaartweg Terneuzen Datum zaterdag 16 juni Aanmelden [email protected] Activiteit Hoogwatertelling Info Excursie en inventarisatie bij het sluizencomplex en buiten- Tijd 16.00 uur haven van Terneuzen onder leiding van Nathalie De Somer. Plaats Bezoekerscentrum Saeftinghe Werkgroep Planologiewerkgroep Info [email protected] Datum dinsdag 22 mei Activiteit Planologievergadering Werkgroep Stekkertjes Tijd 19.30 uur Datum weekend 16 en 17 juni Plaats Edvard Grieghof 113 Terneuzen Activiteit Nachtdierenkamp Info [email protected] Tijd zaterdagmiddag tot en met zondagmorgen Plaats Hoek, Langeweg 7. Werkgroep Stekkertjes Aanmelden Uiterlijk 2 juni aanmelden bij: [email protected] Datum Zondag 27 mei Info "Dit jaar gaan we weer samen met de jeugd uit Activiteit Kriebelbeestjes West-Zeeuws-Vlaanderen (de Visdiefjes) op nachtdierenkamp. Tijd 10.30 tot 12.00 uur In een prachtig natuurgebiedje met bos, bloemenweiden en een kreek, mogen we dit keer onze tenten opslaan. Valletjes Plaats Spui, Eiland van de Meijer, ingang bij Spui 2. worden gezet om muizen te vangen, maar we gaan ook Aanmelden Uiterlijk 19 mei aanmelden bij: [email protected] vleermuizen luisteren en nachtvlinders lokken. Wat je allemaal Info Dit is een groot gebied met heel verschillende leefgebieden. nodig hebt voor het kamp en de details over het programma, Stukken met bloemen, struiken, bomen en waterpartijen. vermelden we in de uitnodigingsmail. Deze activiteit is alleen Door de afwisseling kunnen er allerlei dieren leven. Wij gaan voor leden van 't Duumpje of de Steltkluut. op zoek naar de kleinste dieren, zoals spinnen, sprinkhanen, vliegen en wantsen. Maar ook slakken laten we niet ontsnap- Werkgroep Steltkluut pen. Zoek je mee? Meenemen: insecten vangnet en potjes. Datum woensdag 20 juni Toegang: gratis voor leden, €2,50 voor niet-lid kinderen. Activiteit wandeling Groot Eiland Werkgroep Plantenwerkgroep Tijd 19.00 tot 22.00 uur Datum woensdag 30 mei Plaats Parkeerplaats Achtste Verkorting Hulst Activiteit Inventarisatie Canisvliet Aanmelden [email protected] Tijd 19.00 tot 22.00 Info Stevige wandeling door bossen en weiden. Goed schoeisel no- dig. Aanmelden verplicht. Lucien Calle zal tijdens deze excursie Plaats Parking bij Canisvliet Westdorpe het accent leggen op de aanwezige insecten in dat gebied. Aanmelden [email protected] Info Inventarisatie natte weide onder leiding van Peter Maas Werkgroep Insectenwerkgroep Datum vrijdagavond 22 juni en zaterdagochtend 23 juni Juni Activiteit Nationale Nachtvlindernacht Werkgroep Steltkluut Plaats Datum zondag 3 juni Aanmelden [email protected] Activiteit Excursie natuurontwikkelingsgebied "Noordkant Pereboomsgat" Info We zetten de val op bij Joop de Bakker, Pastoor Willemsstraat 5 te Lamswaarde. Vrijdag 22 juni 's avonds van 20.30 tot ca. Tijd 10.00 tot 11.30 uur 24.00 uur vangen we op licht en zaterdagmorgen 23 juni Plaats Kruispad 26, Koewacht legen we de val van 8.30 tot 10.30 uur. Laterkomen of vroeger Aanmelden Luud Persijn 0114-362521 of [email protected] weggaan is beide dagen mogelijk. Info We kijken hoe de natuur zich ontwikkelt in dit jonge Werkgroep Plantenwerkgroep natuurgebied (ingericht in 2010 en 2011). Datum Zaterdag 30 juni Werkgroep Plantenwerkgroep Activiteit Inventarisatie Datum dinsdag 5 juni Tijd 19.00 tot 22.00 uur Plaats Heikant, parkeerplaats naast Ellestraat 52 Activiteit Excursie Kerkepad v.a. de Dulper, Zaamslag naar de Steenovens Aanmelden [email protected] Tijd 19.00 tot 22.00 uur Info Inventarisatie onder leiding van Marjan vd Veeken Plaats Poolse Brug, Axelsestraat, Zaamslag Aanmelden [email protected] Werkgroep Plantenwerkgroep Info Excursie onder leiding van Bart Meijer Datum woensdag 27 juni Activiteit Inventarisatie Clingse bossen Werkgroep Steltkluut Tijd 19.00 tot 22.00 uur Datum zaterdag 16 juni Plaats Clingse bossen. Startlocatie wordt nader bekend gemaakt Activiteit 1001 soorten dag Aanmelden [email protected] Tijd 05.00 tot 19.00 uur Info Inventarisatie onder leiding van Alex Wieland Plaats Braakmanboerderij SBB Braakmanweg 5, Biervliet Aanmelden [email protected] Let op, er kunnen altijd wijzigingen plaatsvinden in de agenda. Raadpleeg de website of facebook voor de actuele agenda.

Stekkertje Landschapsbeheer Planologiewerkgroep Steltkluut Insectenwerkgroep 19 Pauwenveer

Pauwenveer

Door: Toon Hagenaar Het kopje beweegt naar achter. (tekst & foto’s) Het lijkt wel een slinger van een klok. Precies zoals er een bij oma Mart van drie is bij zijn oma. hangt. Oma wil naar buiten. Mart zet een sprintje in. Ze pakt haar fiets. De grote vogel rent nog iets harder. ‘Waar gaan we naartoe, oma?’ vraagt Mart geeft het op. Mart. Hij loopt terug naar oma. ‘We gaan naar de kinderboerderij.’ Hij is verdrietig. Dat vindt Mart leuk. ‘Wat is er?’ vraagt oma. ‘En deze veer dan?’ vraagt Mart. Hij is dol op de kinderboerderij. ‘De pauw heeft een veer verloren,’ ‘De pauw heeft deze veer aan jou Je hebt er niet alleen dieren. zegt Mart. gegeven. Hij is nu van jou.’ Maar ook een wip en een schommel. ‘Ik wil hem teruggeven. Maar dat wil ‘Maar ik heb geen veren.’ Het is niet ver van het huis van oma. de pauw niet.’ ‘Toch mag je hem hebben.’ Op de kinderboerderij kijkt oma om Oma lacht. Mart kijkt naar zijn oma. zich heen. Ze zoekt Mart. ‘De pauw hoeft de veer niet meer ‘Echt?’ Eerst ziet ze hem niet. Tot haar terug.’ ‘Ja. Lief hè, van die pauw.’ ogen hem vinden. ‘Maar straks wordt hij kaal. Net zo Mart knikt. Hij is er erg trots op. Hij is over het gras weggehold. Naar kaal als papa. Dan kan hij niet meer Hij houdt de veer stevig vast. Stevi- een grote vogel. Deze heeft heel pronken.’ ger dan de pauw. lange veren. ‘Een pauw is een vogel,’ vertelt oma. Hij wil deze mooie veer niet verlie- Het is een pauw. Hij schudt zijn ‘Vogels verliezen hun veren. Dat zen. Hij wil nog iets niet. Hij wil niet veren. heet ruien. Een pauw doet dat in de zo kaal worden als zijn papa. Dat vindt Mart grappig. Hij kijkt zomer.’ naar oma en wijst. ‘Maar dan wordt hij helemaal kaal?’ De pauw loopt verder. ‘Nee,’ zegt oma. ‘Zijn veren groeien In het gras is iets blijven liggen. weer aan. Jouw haar toch ook!’ Het is een van de staartveren. Mart knikt. Mart raapt hem op. ‘Maar die van papa niet meer overal,’ Hij kijkt ernaar. lacht hij. De veer is prachtig. ‘Nee,’ zegt oma. ‘Dat klopt. Bij papa Mart ziet er een oog in. niet meer overal.’ Dan kijkt hij weer naar de pauw. ‘Dus hij krijgt weer een nieuwe Het is een veer uit zijn staart. staart?’ Die zien er precies hetzelfde uit. ‘Ja,’ zegt oma. ‘In de herfst groeit Soms zet de pauw zijn veren op. er weer een nieuwe staart aan. Daar Dat heeft hij al eens gezien. kan hij straks weer mee pronken.’ Oma heeft verteld dat hij er vrouw- tjes mee wil lokken. Nu heeft de pauw een veer minder. Dat kan niet. Strak heeft hij er geen meer over. Dan kan hij geen vrouwtjes meer lokken. ‘Pauw,’ roept hij. De vogel reageert niet. ‘Pauw,’ roept hij nog een keer. Weer reageert de vogel niet. ‘Je bent iets verloren.’ Met sjokkende stappen loopt de pauw verder. Oma kijkt naar Mart Ze ziet dat hij de pauw probeert te pakken. De pauw kijkt niet op of om. Het kopje beweegt naar voor.

20 ‘t stekkertje lente 2018 Zusjes konijn

Zusjes konijn

Tekst: Sandra Dobbelaar hoe ze er uit was gekomen. Misschien Foto's: Sandra Dobbelaar en Lucien Calle hadden we het hekje niet goed dicht gemaakt? De tweede dag ontsnapte De laatste tijd gaat het op de radio vaak over het ze weer en de diezelfde dag zagen konijn. Bijna 1 miljoen konijnen worden er in ons land we haar nog een keer op de akker als huisdier gehouden. Het gaat er zo vaak over, omdat rennen en in de tuin van de bloeme- mensen die konijnen niet goed verzorgen. Ze zitten in tjes eten. Telkens brachten we haar een veel te klein hok en kunnen niet huppelen of graven. terug naar de ren. Vermoedelijk sprong ze over het Daar komt nog bij dat ze meestal alleen zitten. Konijnen gaas. We maakten er planken boven, zodat ze er niet zijn gezelschapsdieren dus dat is voor zo’n eenzaam meer over kon. Helaas werkte dat maar even, want weer huiskonijn niet erg fijn. In het wild leven konijnen nooit liep Anna in de tuin. Ze had er zelfs een hol gegraven. alleen maar in groepen. Zo'n groep kan bestaan uit 2 Omdat we wilden weten, hoe ze dat voor elkaar kreeg, tot 9 vrouwtjes en 1 tot 3 mannetjes plus de jongen. gingen we er eens goed op letten. Ze sprong er inder- Wie een wild konijn beter leert kennen, begrijpt beter daad overheen. Best knap voor zo’n tam konijn! Of was hoe je voor een tam konijn kunt zorgen. Anna stiekem toch nog een beetje wild? Konijnen kunnen namelijk best hoog springen. Het gaas werd ongeveer In 2016 haalden wij Elsa en Anna uit de opvang. Twee 130 cm hoog gemaakt en sindsdien lukt het haar niet meisjes konijnen van ongeveer 2 jaar oud. Ze waren meer om te ontsnappen. Nu graaft ze tunnels en heeft daar gebracht, omdat de kinderen van wie de konijnen ze onder de grond een groot hol gemaakt. Net zoals waren, er niet meer naar om keken. Elsa en Anna kregen wilde konijnen doen. Zo’n tunnel heeft verschillende een nieuw tehuis en we maakten een grote ren om het zijgangen met holen. In de ruimtes in het gangenstel- hok. Al na de eerste dag, zagen we een schattig bruin sel kunnen ze rusten, zich verstoppen en er hun jongen konijn op de akker achter ons huis huppelen. Eerst grootbrengen. dachten we dat het een wild konijn was die nieuwsgierig was naar onze konijnen. Zo zag ze er eigenlijk ook uit: Eigenlijk zijn konijnen heel netjes. Ze poepen en pie- helemaal bruin met donkere ogen en een witte staart. sen altijd op dezelfde plek. Dat is heel handig voor het Maar later zagen we dat het Anna was: ze was ont- opruimen van die keutels. Het is ook handig om andere snapt!! Snel er achteraan! Gelukkig liet ze zich makkelijk konijnen te laten merken dat jij hier woont en de baas terug naar de ren brengen. We konden niet ontdekken bent. Dat die keutels bij elkaar liggen is ook handig voor

Jong konijn

21 Zusjes konijn

de poeperd zelf. Konijnen eten namelijk hun keuteltjes Verschil met de haas nog een keer op. Op die manier worden alle bruikbare Heb jij dat ook wel eens, dat je twijfelt: ‘Was het nou stoffen die er nog in zitten goed benut. Keuteltjes die een haas of een konijn?’ Hazen en konijnen lijken op el- nog eens zijn opgegeten, zijn veel harder en kleiner. kaar en ook weer niet. Het zijn twee verschillende dier- soorten. Ze zien er niet alleen anders uit, maar ook hun Bij het verschonen van het hok, komen de konijnen het manier van leven is heel anders. We zetten de grootste verse stro en hooi halen. Dat nemen ze mee onder de verschillen voor je op een rij. grond. Het vieze hooi en stro brengen ze in het voor- jaar in hun bek naar boven. Een grappig gezicht is dat. Samen - alleen Omdat konijnen geen hoektanden hebben, kunnen ze Konijnen zijn groepsdieren die samen met elkaar in makkelijk een hele pluk stro achter hun voortanden holen leven. De jongen worden ook geboren in het hol. stoppen en meedragen. Een haas leeft alleen. Soms leven hazen wel een tijdje in groepjes. Om te eten bijvoorbeeld of in de paartijd als Als konijnen een nest maken om er jongen te krijgen, ze op zoek gaan naar een partner. Jonge hazen worden zorgen ze voor vers hooi en gras. Met wat plukken geboren in een leger. Dat is niet meer dan een kuil in de haar er bij, wordt het een warme plek voor de babyko- grond op een akker. Hier kan de haas zich verschuilen. nijntjes. Die baby’s worden zonder haar, doof en met dichte oogjes geboren. De eerste week kunnen ze niets Kort - lang en zijn ze helemaal afhankelijk van hun ouders. Pas als Het konijn heeft een kort lichaam en hoofdje. De oren de oogjes open gaan en hun vacht is gegroeid, kunnen van het wild konijn zijn klein. De haas heeft een lang ze de wereld gaan ontdekken. Stukje voor stukje gaan slank lijf met grote stevige achterpoten. De haas heeft ze steeds verder het hol uit, naar buiten. En als ze na een lange snuit en lange oren. 8 weken groot genoeg zijn, moeten ze voor zichzelf zorgen. Bloot - behaard Een konijn krijgt ongeveer 5 jongen, een haas ongeveer Elsa en Anna gedragen zich ondertussen als twee wilde 3. De jongen van het konijn zijn kaal, blind en doof. konijnen. Ze graven, huppelen, springen en knabbelen er op Hazenjongen worden zo gezegd kant en klaar geboren. los. Eerst wilden ze alleen maar brokjes uit de winkel eten. Hazen zijn nestvlieders. Dat betekent dat de jongen Dat waren ze gewend. Misschien hadden ze nog nooit iets direct alles kunnen doen. anders gegeten? Nu eten ze heel graag vers gras, paar- denbloemen, veldzuring en vooral klavers. Het is leuk om Huppelen - rennen te zien hoe die twee genieten in hun ren. Ze liggen soms Een konijn en een haas hebben een andere manier van heerlijk in de zon met zijn tweeën naast elkaar. Natuurlijk bewegen. Een konijn huppelt meer en een haas rent. maken ze ook wel eens ruzie. Maar ze maken het altijd Wanneer een haas rent gebruikt hij zijn krachtige ach- weer goed. Meestal is Elsa de baas. Zij rent Anna achter- terpoten om af te zetten. Een haas is dan ook sneller na of geeft haar een snauw als die iets doet wat ze niet dan een konijn. Hij kan een snelheid van 75 km per uur leuk vindt. Soms is Anna boos. Dan gromt ze, stampt ze bereiken. Terwijl een haas vlucht voor zijn vijand kan hard met haar achterpoot of trappelt ze met haar voorpo- hij ineens een hoekige bocht maken. Hiermee hoopt de ten. Bij wilde konijnen is er ook altijd een konijn de baas. haas aanvallen van de achtervolger te ontwijken.

Wist je dat… • de Romeinen wilde konijnen vingen? Ze vonden het vlees erg lekker, en de vacht konden ze gebruiken om kleding van te maken. • tijdens de oorlogen veel konijnen werden ge- fokt? Konijnen namen weinig plaats in en hun eten was goedkoop. Zo hadden de mensen toch nog vlees in de oorlog. • pas na de Tweede Wereldoorlog (vanaf het jaar 1945) konijnen werden gehouden als huisdier. • de voortanden van konijnen altijd door blijven groeien? Deze tanden slijten snel door het kna- gen. Het is dus handig dat ze doorgroeien. Dan zijn ze nooit te kort. Konijn

22 ‘t stekkertje lente 2018 Zusjes konijn

Hol van een konijn Konijnentaal Aan de bewegingen en geluiden van een konijn kun je zien en horen wat een konijn bedoelt: • Grommen en bijten: Boos. • Luid gillen: Pijn – Maar ook doodsbang, kleine konijntjes doen dit vaak. • Zachtjes fluiten: Laat me met rust. • Zacht blazen: Beetje boos. Waarschuwing. • Overal keutels leggen: dit is mijn gebied, ik was hier eerst. • Met z’n kop stoten: Laat me toch met rust, stoor me niet. • Op z’n achterpoten gaan staan: Nieuwsgierig. • Met zijn oren slaan of tandenknarsen: Blijheid. • Plat op de grond liggen: Hij voelt zich prettig. • Gespannen houden: Klaar om aan te vallen.

Haas

23 Nesten

Nesten

Tekst: Sandra Dobbelaar schaap of hond nemen ze in hun zelfs helemaal geen nest. Ransuilen Foto's: Sandra Dobbelaar en snavel mee om te bouwen. gebruiken soms oude nesten van Lucien Calle kraaien. Kerkuilen maken er een Vogels zijn echte architecten. Ze rommeltje van. Tussen de braak- Als het lente is bouwen veel vogels bouwen de meest verschillende ballen en etensresten groeien een nest. Het is eigenlijk heel leuk soorten nesten. In bomen, ge- de jongen op. De meeste vogels om te kijken naar nesten. In de bouwen of oeverwanden en zelfs houden hun nestje heel schoon. winter is dat een stuk makkelijker, drijvend op het water. Sommige Als een jong van bijvoorbeeld een omdat dan de bomen en struiken maken er hele kunstwerken van. zwaluw poept, ruimen vader en geen bladeren hebben. Maar in de De buidelmees bijvoorbeeld. Die moeder dat op. Vies? Helemaal lente, als de blaadjes nog moe- maakt een buideltje dat aan een niet, want de jongen poepen vaak ten groeien, kan het ook prima. tak hangt met een invlieg gaatje er in een soort zakje, een vlies. Dat Je kunt aan de vogels zien, waar in. Weidevogels houden het juist pakt makkelijk vast en zo wordt er een nest wordt gebouwd. Tak- eenvoudig met vaak alleen een het geen smeerboel in het nest. jes, grasjes of zelfs haar van een kuiltje in het gras. Uilen maken

Aalscholverkolonie Een jonge heggemus in een nestje

Een nest met jonge mereltjes

24 ‘t stekkertje lente 2018 Nesten

Nesten zijn niet alleen bedoeld nest… Het is vaak niet meer dan men bouwen ze er soms dagenlang om eieren in te leggen en jongen in een stapeltje losse takjes. Het aan. Takken, strootjes, modder en groot te brengen. Ze zijn ook be- broedsel mislukt regelmatig. Soms zelfs touwtjes of stukjes plastic langrijk voor het sociale leven van valt het gammele nest met eieren worden gebruikt. Kijk maar eens de vogel, zoals bij de paarvorming. en/of kuikens uit de boom of waait rond in de tuin of in de bomen of Winterkoninkjes bijvoorbeeld, bou- weg. Er zijn ook vogels die met bosjes bij school. Je zult er snel wen meerdere nesten. Het vrouw- meerdere paren bij elkaar broeden. een aantal vinden en zien dat er tje mag het mooiste nest uitkiezen. Dat noemen we koloniebroeders. veel verschil zit in de manier waar- Als het vrouwtje dan op eieren zit Aalscholvers, kauwen, zwaluwen op ze gemaakt zijn. te broeden, probeert het manne- of reigers broeden meestal in de tje een ander vrouwtje te lokken buurt van hun soortgenoten. in een van de andere nesten. Als mannetje en vrouwtje Turkse Het bouwen van een nest is bij veel tortel elkaar hebben gevonden, soorten vogels niet iets voor het bouwen ze samen het nest. Nou ja, mannetje of vrouwtje alleen. Sa-

Flat van grote bonte specht

Nest van de wilde eend

Het nest van een meerkoet

25 Acrobaat en IJsvogel

Acrobaat in de lucht De IJsvogel

Door: Sandra Dobbelaar Door: Anja van der Giessen Foto's: Carola van Tilburg en Bert van Broekhoven Foto's: Carola van Tilburg (groep kieviten in vlucht) Vreemd! Je zou denken dat de ijsvogel veel van ijs hield. Je zult ze vast wel zien dit voorjaar: kieviten, soms met Dat hij iedere winter dolgelukkig op zijn takje stond te tientallen bij elkaar. Kieviten kunnen prachtige kunsten springen en riep: ‘IJs! IJs!’. Maar zo is het niet. Het enige maken in de lucht. Ze buitelen en kantelen en gaan op en wat hij kan zeggen is: ‘Tie! Tie!’. IJs is zelfs zijn grootste neer. Daarbij zie je dan weer hun donkere bovenkant en vijand. Het is bijna gemeen om de ijsvogel een ijsvogel te dan weer de witte onderkant van hun vleugels. Een mooi noemen, want dat is net zoiets als de ijsbeer een hitte- gezicht, zeker als dat met een heleboel tegelijk doen. Er beer noemen. Of de poolvos een evenaarvos. En zo kun je zijn kenners die aan de manier van wegvliegen kunnen zien nog wel even doorgaan. Weet jij zelf nog een voorbeeld? of een kievit een nest met eieren heeft. Vliegt ze hoog weg, dan heeft ze nog geen eieren. Maar als ze met een Wie is er nu genoemd naar iets waar hij dood aan gaat? trage vleugelslag wegvliegt betekent dat, dat ze wel eie- Niemand natuurlijk, behalve de ijsvogel. Voor een ijsvo- ren heeft. Een broedende kievit gaat pas op het allerlaatst gel betekent ijs: honger. IJs betekent geduld hebben en van het nest af. Als ze weggaat doet ze dan vaak of ze wachten tot de dooi intreedt. De ijsvogel leeft namelijk een gebroken vleugel heeft of een manke poot. Daarmee van vis. Als het water bevroren is, kan hij alleen maar naar wil ze haar belagers (de mens of een roofdier zoals een zijn maaltijd kijken. En blijft de ijslaag te lang bestaan, vos of hermelijn) van de wijs brengen. Wanneer ze terug- dan gaat de ijsvogel dood. Hij sterft aan zijn eigen naam. gaat naar het nest doet ze precies omgekeerd. Tientallen meters van het nest vandaan begint ze te rennen en gaat De ijsvogel had beter zonneval kunnen heten, of dolkslij- ze er zo snel mogelijk weer terug naar toe. per, of watergod. Want wie hem door de lucht ziet flitsen, wie aan zijn scherpe snavel voelt, of naar zijn Olympische duikkunsten kijkt, staat aan de grond genageld. Veel jagers dragen schutkleuren, zodat ze niet gezien worden bij de jacht. Maar de ijsvogel doet daar niet aan mee. Met zijn oranje buik en felblauwe vleugels lijkt het wel of hij van tevoren zegt: ‘Vissen, wegwezen, want ik kom eraan.’ Eigenlijk is de ijsvogel de ridder onder de jagers, want wie waarschuwt er nu eerst zijn prooi? Hij woont op plekken die niet gauw kunnen dichtvriezen, zoals het stromende water van beken en rivieren. Hij duikt met enorme snel- heid het water in, grijpt een vis, slaat die bewusteloos tegen een tak en slokt hem op. Zielig? Eigen schuld zul je bedoelen. Een ijsvogel waarschuwt maar één keer!

O ja, nog even dit: in Engeland hebben ze het beter be- grepen. Daar heet de ijsvogel King fisher en dat betekent: koningsvisser!

26 ‘t stekkertje lente 2018

RCMA TERMINALS BENELUXWEG 5, TERNEUZEN

Restaurant Paviljoen ‘t Schor

Havenstraat 54 • NL - 4569 TL PAAL

Danny en Christien Buijsrogge

0031 6 25 38 22 77

[email protected] • www.tschor.nl

De Baeckermat

www.debaeckermat.nl

Bernhardstraat 80 - 4554 BD Westdorpe - tel. 0115 453832 - [email protected]

Adverteren? [email protected] 27 Bruine kikker

Eitjes Bruine kikker

Kikkervisjes

Bruine kikker

Groene kikker

Vrouwtje kleine watersalamander

De kamsalamander is de grootste inheemse wa- Rugstreeppad tersalamander en wordt daarom ook wel grote wa- tersalamander genoemd. Hij dankt zijn naam aan de getande kam op zijn rug en staart. De kamsa- lamander heeft een voorkeur voor kleinschalige landschappen. Op vrijdagavond 20 april organi- seert De Steltkluut i.s.m. Stichting Landschapsbe- heer Zeeland in de omgeving van Zaamslag een excursie naar een kamsalamander basisbiotoop. We bezoeken een restant van zo’n landschap en nemen een kijkje in het leven van dit bijzondere dier. De verzamelplaats hoor je bij aanmelden: [email protected]