Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een Revolverschot

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een Revolverschot Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een revolverschot. In het wankele huwelijk tussen Nederland en Vlaanderen heeft Vlaanderen altijd de rol van de vrouw gespeeld. De Vlaamse cultuur zou aardser, emotioneler en uitbundiger zijn, meer in contact staan met het stoffelijke en lichamelijke. De Nederlandse cultuur daarentegen zou koel, ingehouden, rationeel en vergeestelijkt zijn. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling (1836-1923) leest, begrijpt meteen waar de oude vooroordelen over het ‘aardse’ karakter van de Vlaamse literatuur vandaan komen. Nergens zijn de notabelen stijver, de priesters corrupter, de mannen driftiger en de vrouwen krankzinniger dan in de Vlaamse literatuur van het begin van de vorige eeuw. Natuurlijk kent ook de Nederlandse literatuur genoeg streekromans waarin het boerenbloed kruipt waar het niet gaan kan, maar zo rauw als bij de zuiderburen werd het Nederlands naturalisme niet. Ten prooi aan driften. Loveling was een van de subtielere, realistische auteurs. Haar romans zijn ware studies van de machteloze, door instincten gedreven mens. Daarbij liet zij zich niets aan de eisen der welgevoeglijkheid gelegen liggen, zodat een Nederlandse redacteur haar schreef, over een van haar boeken waarin een ‘maîtresse’ ter sprake komt: ‘Onze jonge dames weten óf niet wat dat is, óf willen het niet weten, en wanneer, zoals het geval zal zijn, uw roman in de huiselijke kring wordt voorgelezen, zal dat woord een opzien baren, waarover vader of moeder niet al te best te spreken zijn.’ Een revolverschot zal zulke ouders niet hebben kunnen bekoren. Vanaf de eerste pagina hangt er een erotisch geladen dreiging over het verhaal. Niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen zijn ten prooi aan driften die onbeheersbaar worden in de benauwende sociale verhoudingen waarin ze opgesloten zitten. Hoofdpersonen. De helden van het verhaal zijn twee redelijk gefortuneerde, huwbare notarisdochters: de blonde struise Georgine en de elf jaar oudere Marie. Hun achternaam, Santander, wijst op Spaanse voorouders, een exotische afkomst die niet ongewoon was in Oost-Vlaanderen. Maar het Spaanse bloed openbaart zich alleen in Marie, wat haar tot een ‘lelijke’ vrouw maakt: klein en donker. Behalve dit overgeërfde, vurige bloed, wordt ook haar gebrekkige opvoeding Marie fataal: zij is ‘uiterlijk beschaafd (. ) maar in geen hoger stadium van geestesontwikkeling of zielenstreven dan de dorpsbewoonsters of de boerinnetjes uit haar levenskring.’ Maries opgekropte frustratie over een uitblijvend huwelijk en de jaloezie op haar potige, jonge zus lopen uit de hand als beiden dezelfde man willen. De onhandigheid en het egoïsme van deze jonge weduwnaar leiden ertoe dat de hartstocht onbeheersbaar wordt, en dat er doden vallen. Dorpsleven. Door de concrete voorbeelden van de breinaalden en de zijden draad, maakt Loveling het broeiende conflict tussen de zussen tastbaar, dagelijks, en daardoor nog pijnlijker. Die dagelijksheid van het drama wordt ook bewerkstelligd door het decor; dat is, zoals meestal bij Loveling, een dorp in Oost-Vlaanderen. Behalve een psychologisch verhaal is Een revolverschot daarmee ook een dwarsdoorsnede van het dorpsleven: de bijgelovigheid, de roddels, de vooroordelen en de wekelijkse gang naar kerk, markt en herberg. Lokale gebruiken en het bijbehorende dialect komen uitgebreid aan de orde. Zorgvuldig tekent Loveling deze wereld. Er wordt waterzooi gegeten en er worden ‘hetekoeken gebakken ter ere van de vlaswieding’. De schrijfster gebruikt het dialect en verlevendigt de roman door de alledaagse woorden (‘kriekappeltjes’, ‘woekerkruiden’) en landelijke gebruiken, en door uitroepen in de indirecte rede: ‘God zij geloofd! ’t Zou deze week gedaan zijn.’ Bovendien schrijft zij in een beeldende en poëtische taal vol alliteraties: ‘vlijmende vernedering’, ‘de frisse fijnheid van de roos’. In 2021 zal Het revolverschot opnieuw worden uitgegeven. Sophie. Available. Expected delivery to Germany in 21-26 business days. Description. This work has been selected by scholars as being culturally important, and is part of the knowledge base of civilization as we know it. This work was reproduced from the original artifact, and remains as true to the original work as possible. Therefore, you will see the original copyright references, library stamps (as most of these works have been housed in our most important libraries around the world), and other notations in the work. This work is in the public domain in the United States of America, and possibly other nations. Within the United States, you may freely copy and distribute this work, as no entity (individual or corporate) has a copyright on the body of the work. As a reproduction of a historical artifact, this work may contain missing or blurred pages, poor pictures, errant marks, etc. Scholars believe, and we concur, that this work is important enough to be preserved, reproduced, and made generally available to the public. We appreciate your support of the preservation process, and thank you for being an important part of keeping this knowledge alive and relevant. show more. Blog-teller. Over Virginie Loveling hebben we natuurlijk wél gehoord in de Germaanse, maar ik heb tot nu toe nog niks over haar gemaakt. Ook hier had ik beter nog vijf jaar gewacht, maar zoals Wikipedia schrijft: “Zij heeft enkele malen het pseudoniem W.G.E.Walter gebruikt.” En dààrover wil ik het nu toch al even hebben. Virginie Loveling is geboren en getogen in het Oost-Vlaamse Nevele. Haar ouders waren Marie Comparé en de uit Papenburg (Nedersaksen) afkomstige Herman Anton Loveling, die zelfmoord pleegde in 1846, toen Virginie tien jaar oud was. Door haar vader had ze de Duitse nationaliteit, die ze in 1879, na de dood van haar moeder, verruilde voor de Belgische. Ze debuteerde, samen met haar twee jaar oudere zuster Rosalie, met realistische, observerende gedichten, die een sentimentele ondertoon hadden. Na Rosalies vroegtijdige overlijden in 1875 schreef ze in hoofdzaak novellen en romans in een vrij sobere en realistische stijl. De scherpe politieke tegenstellingen van haar tijd inspireerden haar tot twee antikatholieke werken (“In onze Vlaamsche gewesten. Politieke schetsen”, 1877 en “Sophie”, 1884), waarin ze ten aanval trok tegen de geestelijkheid, die volgens haar een te grote invloed had op het platteland. Zo beschrijft “Sophie” de schoolstrijd op het Vlaamse platteland. Daarna trad een periode van evenwicht en rijpheid in, waarin ze nog talrijke novellen, kinderboeken, essays (onder andere over folklore) maar vooral romans heeft geschreven, die zich meestal op het platteland in Oost-Vlaanderen afspelen. “Een revolverschot” (1911) heeft de noodlottige liefde van twee zusters voor dezelfde man als thema en wordt als een van haar beste romans beschouwd. Samen met haar neef Cyriel Buysse schreef ze “Levensleer” (1911), een humoristische roman over de verfranste Gentse bourgeoisie, later bewerkt tot een toneelstuk. Prof.Musschoot heeft hierover een andere bijdrage geschreven voor de Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap. De aanleiding was dat het manuscript hiervan kort daarvóór werd overgedragen aan het Genootschap en nu is men dus in staat om op basis van het handschrift ieders bijdrage te identificeren. Een erg technische bijdrage waarop ik normaal gesproken niet de aandacht zou vestigen, ware het niet dat de roman oorspronkelijk onder een pseudoniem is verschenen, namelijk Louis Bonheyden, en in haar inleiding heeft prof.Musschoot het dan ook over het gebruik van mannelijke pseudoniemen door vrouwelijke auteurs, een problematiek die ook mij interesseert. En wat lees ik hier dan (p.158)? Prof.Musschoot citeert “Het veld der verbeelding. Vrijzinnige vrouwen in Vlaamse literaire en algemeen-culturele tijdschriften” van Liselotte Vandenbussche (Gent, KANTL, 2008) en voegt daaraan toe: “Ook uit andere studies blijkt dat de keuze voor een mannelijk pseudoniem in de 19de eeuw ongewoon was. De meeste schrijfsters beklemtoonden juist hun vrouwelijkheid en kozen voor een neutraal of duidelijk vrouwelijk pseudoniem, of publiceerden onder initialen of een voornaam, waarmee ze probeerden zo weinig mogelijk op te vallen. Bescheidenheid en zelfverkleining was hierbij een evidente opstelling.” (black van mij) Virginie was nochtans een zeer ontwikkelde, geëmancipeerde vrouw. Haar romans “Een dure Eed” (1891, bekroond met de Vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letterkunde) en “De twistappel” (1904) gelden als haar hoofdwerken. Ze beheerste ook meerdere talen (onder andere Duits, Frans, Italiaans) en heeft enkele grote reizen gemaakt. Zo vergezelde ze in het najaar 1886 het echtpaar De Deurwaerder-Fobe op een reis naar het Zuiden. Ze verbleven een paar maanden in Nice en reisden dan naar Italië. Virginie was innig bevriend met Adèle Fobe en erfde een gouden armband, bezet met diamanten, en een grote som van haar. Met dit geld kon ze zich in 1899 een maandenlange reis naar Australië veroorloven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hield ze een dagboek bij, dat in 1999 voor het eerst verscheen in een integrale editie (zie bovenstaande foto van Canvas). Virginie Loveling overleed in 1923. Ze werd begraven op de Westerbegraafplaats in Gent. (Wikipedia) Share this: Vind ik leuk: Getagged. Geef een reactie Reactie annuleren. Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt. Loveling, Virginie (1836–1923) Belgian poet and novelist. Name variations: (pseudonym) Louis Bonheyden. Born May 17, 1836, in Nevele, Belgium; died Dec 1, 1923, in Ghent; dau. of
Recommended publications
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN XIII Op de titelpagina : Molenvignet van F Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toege- stuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt: actief lid : 300 BEF steunend lid: minimum 500 BEF De dertiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF De tweede t. e. m . twaalfde aflft zijn nog beschikbaar tegen: elk 450 BEF Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr. 000-1588915-55 van hetzelfde Genoot- schap. Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redac- tie, A .M . Musschoot, Universiteit Gent, Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 INLEIDING Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kun- nen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografe tout court, dat wil zeggen gebaseerd op dl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografe wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 13
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1997 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199701_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kunnen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografie tout court, dat wil zeggen gebaseerd op àl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografie wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur. Het is duidelijk dat hier nieuwe bronnen worden aangeboord die een frisse wind zullen doen waaien in de Buyssestudie. De auteurs van de volgende twee studies zijn geen onbekenden meer in deze reeks Mededelingen. Yvan de Maesschalck gaat deze keer wat nader in op de lijn die loopt van Buysse naar Hugo Claus - met de nieuwe productie van Vrijdag werd weer maar eens opgemerkt dat in dit stuk echo's doorklinken van De biezenstekker, maar er blijkt nog heel wat meer aan de hand te zijn - en Romain John van de Maele, die ons meedeelde dat hij een meer omvattende studie over Buysse aan het voorbereiden is, stelt zijn focus scherp op Uleken.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 23
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 2007 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_med006200701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 5 Inleiding Het jaar 2007 is een goed Buyssejaar geweest: het stond volledig in het teken van het verschijnen van de langverwachte monumentale biografie van de hand van Joris van Parys. Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd werd officieel aan de pers voorgesteld door prof. em. Herman Balthazar op 9 oktober 2007 in de Nottebohmzaal van de Stadsbibliotheek Antwerpen en het boek begint nu hopelijk aan een lange en succesrijke carrière. We openen deze aflevering XXIII van de Mededelingen dan ook graag en gepast met een uitgebreide voorstelling van Van Parys' biografie door Elke van Nieuwenhuyze, die wijst op de rijkdom van het tijdsbeeld dat wordt opgehangen en de vele vernieuwende inzichten voor de Buyssestudie. In 2007 is het 75 jaar geleden dat Cyriel Buysse zelf is overleden en bovendien zijn we dit jaar ook nog in het vijfentwintigste werkingsjaar van het Cyriel Buysse Genootschap. Alles samen redenen te over dus om van een jubileumjaar te spreken. We sluiten dit jubileumjaar dan ook af op 19 december met een colloquium dat iets grotere proporties aanneemt dan we tot nu toe gewoon zijn geweest: deze keer wordt het een volledige studiedag, met sprekers uit Nederland en Vlaanderen. Het resultaat daarvan zal natuurlijk terug te vinden zijn in de Mededelingen XXIV van volgend jaar.
    [Show full text]
  • Arthur Buysse Bon Flamand, Ardent Libéral, Belge Loyal (1864-1926)
    Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat / Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 2 Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2008-2009 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, Albrecht Zoeter Vanpoucke, afgestudeerd als Licentiaat / Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als titel: Arthur Buysse (1864-1926), bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal. verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: De scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, 25 mei 2009, Albrecht Zoeter Vanpoucke 3 Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Opleiding Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Tijden Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge Loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Verhandeling ingediend aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 4 ‚Hij (Cyriel) had in zijn houding en gebaar iets dat nog duidelijker bij zijn broer Arthur tot uiting kwam: een zekere zwier en een achteloosheid, die hem in alle omstandigheden vrij en zelfstandig aftekenden tegen zijn omgeving, waarboven hij uitstak door de geest.‛ (A.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199401_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden. Maar geef toe, de compensatie is niet gering. Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentieverhandeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden. Vandaar de gecumuleerde vertraging, waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen. De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus) doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft gevraagd. Niet alle vragen konden overigens worden opgelost en we houden ons graag aanbevolen voor aanvullingen en suggesties. Deze tiende aflevering van de Mededelingen bevat verder nog een nieuwe teksteditie die over twee nummers moest worden verdeeld. De publikatie van de jaarlijkse kroniek van de Vlaamse literatuur door Emile de Laveleye en Paul Fredericq wordt verzorgd door Marysa Demoor, verbonden als bevoegdverklaard navorser van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Universiteit Gent, Vakgroep Engels. Deze kroniek blijkt een verrassende rijkdom aan informatie te bevatten over onze negentiende-eeuwse literatuur en sluit bovendien mooi aan op de briefwisseling van Virginie Loveling en Paul Fredericq.
    [Show full text]
  • Een Idylle in De Late Negentiende Eeuw Rosa Rooses' Brieven Aan Cyriel Buysse
    ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE Een privé-editie GENT 1982 ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE EEN PRIVÉ-EDITIE GENT Cultureel Documentatiecentrum 't Pand Rijksuniversiteit 1982 Gentse bijdragen tot de literatuurstudie m onder de redactie van prof . dr . Ada Deprez Copyright 1982 Prof.Dr. Ada Deprez, Onderbergen 1, B-9000 Gent. D.1982/3453/3 3 De herdenking van het vijftigjarig overlijden van Cyriel Buysse te Gent in 1982 vormt de aanleiding tot de publikatie van deze zijdelingse belichting van de jonge Buyese, die de neerslag is van een lezing in de Academie in maart 1976 gehouden. De 19de-eeuwse geschiedschrijving heeft ons - niet be- paald verwend met beschrijvingen van het leven van alle- dag en de plaats van de vrouw in de Vlaamse stedelijke of landelijke samenleving. In de briefwisseling van Jan Frans Willems, die aan het begin van deze periode staat, vangt men alleen een paar glimpen van Mevrouw Willems op, en dan nog enkel bij hoogst uitzonderlijke omstandigheden of als post-scriptum. Ook in de correspondentie van Snellaert, Blommaert, De Laet, Conscience en Ledeganck dwalen de vrou- wen alleen als bleke schimmen rond. Om een blik te werpen op het leven in een plattelands- gemeente vallen wel de enkele jaren geleden door wijlen Gilbert Degroote u. tgegeven brieven van Mevrouw Courtmans- Berchmans 1 over Maldegem in de jaren van de schoolstrijd aan te stippen. Enige tijd vddr haar had Maria van Ackere- Doolaeghe haar oeuvre geschreven: hoewel in haar verzen on- getwijfeld autobiografische elementen aanwezig zijn, en ook haar briefwisseling met Snellaert, Blieck en Van Duyse om diverse redenen interess.ant 2 is, toch ontbreekt hier de per- soonlijke kijk, de levendigheid en een poging tot weergave van een landelijke samenleving.
    [Show full text]
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X GENT 1994 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN X Op de titelpagina : Molenvignet van F. Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toegestuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt actief lid : 300 BEF steunend lid : minimum 500 BEF De tiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF . De derde t.e.m. negende aft. zijn nog beschikbaar tegen : elk 450 BEF . Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z .w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr . 000-1588915-55 van hetzelfde Genootschap . Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redactie, A.M . Musschoot, U.G., Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X INLEIDING Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden . Maar geef toe, de compensatie is niet gering . Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentiever- handeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden . Vandaar de gecumuleerde vertraging waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen . De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft ge- vraagd.
    [Show full text]
  • Schrijverschap in De Belgische Belle Époque
    Rond 1900 heerste een ongekende literaire hoogconjunctuur in zowel Nederlandstalig als christophe verbruggen Franstalig België. Auteurs als Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Karel van de Woestijne en Cyriel Buysse vonden ook in Nederland grote weerklank. Het was de tijd van ongekende christophe verbruggen mogelijkheden op economisch en cultureel vlak, maar ook de tijd van emancipatiebewegingen en sociale strijd. Dit uitte zich onder meer in een bloeiend verenigingsleven. ‘De Belg richt verenigingen op zoals een bever burchten’, liet de politicus-schrijver Henry Carton de Wiart zich ontvallen. Ook schrijvers organiseerden zich in een wirwar van auteursverenigingen, literaire genootschappen en tijdschriften. Schrijverschap in de Belgische belle époque is een relaas van gebroken vriendschappen, schrijvers die zich van elkaar trachtten te onderscheiden en schrijvers die een professionele invulling aan hun schrijverschap wensten te geven en tegelijkertijd te kampen hadden met de groeipijnen van de moderniteit. De achtergrond waartegen het moderne schrijverschap zich ontwikkelde is die van de Dreyfusaffaire, de massademocratie die tot volle wasdom kwam en het opstaan van geëngageerde intellectuelen. Veel Belgische auteurs waren de mening toegedaan dat het schrijverschap meer impliceerde dan ‘literatuurke spelen’. schrijverschap in de belgische belle époque Christophe Verbruggen (1976) is als doctor-assistent verbonden aan de onderzoekseenheid Schrijverschap Sociale Geschiedenis na 1750 (vakgroep Nieuwste Geschiedenis, Universiteit Gent). Hij specialiseert zich in de sociale en culturele geschiedenis van auteurs en intellectuelen en in de analyse van sociale netwerken. Hij publiceerde eerder ‘De stank bederft onze eetwaren’. in de De reacties op industriële milieuhinder in het 19de-eeuwse Gent (2002) en verschillende bijdragen in tijdschriften en boeken. Momenteel doet hij onderzoek naar de transnationale groeps- vorming van intellectuelen tussen 1900 en 1930.
    [Show full text]