Schrijverschap in De Belgische Belle Époque
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Rond 1900 heerste een ongekende literaire hoogconjunctuur in zowel Nederlandstalig als christophe verbruggen Franstalig België. Auteurs als Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Karel van de Woestijne en Cyriel Buysse vonden ook in Nederland grote weerklank. Het was de tijd van ongekende christophe verbruggen mogelijkheden op economisch en cultureel vlak, maar ook de tijd van emancipatiebewegingen en sociale strijd. Dit uitte zich onder meer in een bloeiend verenigingsleven. ‘De Belg richt verenigingen op zoals een bever burchten’, liet de politicus-schrijver Henry Carton de Wiart zich ontvallen. Ook schrijvers organiseerden zich in een wirwar van auteursverenigingen, literaire genootschappen en tijdschriften. Schrijverschap in de Belgische belle époque is een relaas van gebroken vriendschappen, schrijvers die zich van elkaar trachtten te onderscheiden en schrijvers die een professionele invulling aan hun schrijverschap wensten te geven en tegelijkertijd te kampen hadden met de groeipijnen van de moderniteit. De achtergrond waartegen het moderne schrijverschap zich ontwikkelde is die van de Dreyfusaffaire, de massademocratie die tot volle wasdom kwam en het opstaan van geëngageerde intellectuelen. Veel Belgische auteurs waren de mening toegedaan dat het schrijverschap meer impliceerde dan ‘literatuurke spelen’. schrijverschap in de belgische belle époque Christophe Verbruggen (1976) is als doctor-assistent verbonden aan de onderzoekseenheid Schrijverschap Sociale Geschiedenis na 1750 (vakgroep Nieuwste Geschiedenis, Universiteit Gent). Hij specialiseert zich in de sociale en culturele geschiedenis van auteurs en intellectuelen en in de analyse van sociale netwerken. Hij publiceerde eerder ‘De stank bederft onze eetwaren’. in de De reacties op industriële milieuhinder in het 19de-eeuwse Gent (2002) en verschillende bijdragen in tijdschriften en boeken. Momenteel doet hij onderzoek naar de transnationale groeps- vorming van intellectuelen tussen 1900 en 1930. Belgische belle époque Een sociaal-culturele geschiedenis uitgeverij vantilt · academia press vantilt om.verbruggen.indd 1 16-7-09 20:29 bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 1 schrijverschap in de belgische belle époque bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 2 bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 3 Christophe Verbruggen schrijverschap in de belgische belle époque Een sociaal-culturele geschiedenis Uitgeverij Vantilt • Academia Press bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 4 Dit boek kwam tot stand met steun van de Universitaire Stichting en de Provincie Oost-Vlaanderen isbn nl 9789460040399 isbn b 9789038213804 D/2009/4804/96 nur 621 U 1286 © 2009 Christophe Verbruggen, Gent; Academia Press, Gent en Uitgeverij Vantilt, Nijmegen Boekverzorging: Martien Frijns Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 5 woord vooraf Dit boek is een gedeeltelijk herwerkte en ingekorte versie van mijn doctoraats- proefschrift “een sociale geschiedenis van het schrijverschap tijdens de Belgische belle époque” (2006). Het evenwicht tussen schrijven en schrappen bleek moeilij- ker te vinden dan ik had gehoopt. Afstand doen van de aanzet tot een collectieve biografie van een aantal geëngageerde intellectuelen was niet evident. Gelukkig schuilt er in elk boek nieuw onderzoek. Het transnationale sociale netwerk en in- tellectuele parcours van personen als George Sarton, Raymond Limbosch en Céline Dangotte hoop ik in de toekomst verder te kunnen exploreren, met twee collega’s waarvan ik hoop dat ik nog vaak met hen zal mogen samenwerken, met name Lewis Pyenson en Julie Carlier. Ik ben er mijn toenmalige promotor Jan Art nog steeds erkentelijk voor dat zijn deur altijd openstond voor een opbeurend gesprek. Zijn rust en kalmte hebben me vaak de goede richting uitgestuurd. Een ander waardevol klankbord is en blijft Hans Vandevoorde. Zelden vind je iemand waarmee je zoveel interesses deelt. De juryleden uit mijn doctoraatscommissie Paul Dirkx, Sophie Levie en Gita Denecke - re, dank ik voor hun waardevolle suggesties en de boeiende discussies. Ook de re- ferenten die dit boek voor de Universitaire Stichting en Gingko beoordeeld hebben, leverden een geapprecieerde bijdrage. Samen met uitgeefster Geert Van den Bossche hebben ze van mijn proefschrift een boek gemaakt. Ten slotte dank ik ook Petra Gunst voor het nalezen van het manuscript. Een strikte scheiding tussen werk en persoonlijk leven heb ik al lang opgege- ven. Een aantal collega’s zijn ook vrienden geworden, ik denk hier vooral aan Hen- drik en Stephan, maar ze zijn zeker niet alleen. Andere vrienden, mijn ouders en broers staan minder dicht bij de historische praktijk maar zorgen er wel voor dat ik kan zijn wie ik ben. Ook Christian, Helena en Alexander hebben als ‘zingevers’ meer dan ze beseffen bijgedragen tot dit boek. Mijn onderzoek heeft ervoor ge- zorgd dat ik wel eens afwezig was. Mijn lieve partner Inge heeft die afwezigheid al- tijd gecompenseerd. Inge, aan jou en onze kinderen draag ik dit boek op. bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 6 bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 7 Inhoud Woord vooraf Inleiding 11 1 Een sociaal-culturele geschiedenis 12 2 De sociale geschiedschrijving van de literatuur in België 16 3 Een zwakke institutionalisering? 19 4 Auteurssociabiliteit en sociale netwerken 22 hoofdstuk i Materiële en morele belangen: 27 de auteursverenigingen 1 De constructie van een identiteit: het auteursrecht 27 2 De Franse Société des Gens de Lettres als internationale 30 roerganger 3 Een groeiende tweespalt tussen professionelen en dilettanten 33 3.1 De Société des Gens de Lettres (Belges) 33 3.2 Naar meer autonomie: de Union Littéraire Belge 38 4 De doorslaggevende rol van de internationale congressen over 44 auteursrecht 4.1 De congressen van de Association Littéraire Internationale en 41 de Berner Conventie 4.2 De Belgische auteurswet van 1886 47 5 De ‘stoffelijke belangen’ van de Nederlandstalige auteurs 49 5.1 De Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen (1884) 49 5.2 Het Taalverbond: meer dan een tegen-academie 51 6 Toneelschrijvers: een klasse apart 54 6.1 Het monopolie van de Franse auteursverenigingen 54 6.2 Vlaamse toneelauteurs zetten de toon 58 Auteursrechten en premies. De Tooneelschrijversbond 58 De Bond der Vlaamsche Tooneelschrijvers 62 7 De Association des Ecrivains Belges (de la langue française) 65 7.1 Rapport sur la situation des écrivains en Belgique 65 7.2 De actiepunten van de Association des Ecrivains Belges 68 “La grève des poètes” 68 “Le Vœu des Ecrivains”: een academie van ‘pure’ schrijvers 70 bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 8 7.3 De Caisse Centrale des Artistes Belges en andere corporatieve 73 verenigingen 7.4 Corporatistische uitwassen op de Brusselse Bühne 78 8 Vlaamse en Nederlandse zusterverenigingen 81 8.1 Vlamingen in de Nederlandse Vereeniging van Letterkundigen 81 8.2 De Bond van Noord- en Zuid-Nederlandsche Letterkundigen 84 8.3 Egalitarisme in de schaduw van Van Nu en Straks 88 8.4 Franstaligen en Nederlandstaligen: één strijd? 91 8.5 Belgen in de Franse auteursverenigingen 95 “La Belgique à la Société des Gens de Lettres de France” 95 Het monopolie van de Franse verenigingen van toneelauteurs 102 9 Besluit: tussen meerdere vuren 108 hoofdstuk ii De schrijver-intellectueel 113 1 Artistiek-literaire beroepen: een kwantitatieve benadering 114 1.1 “La division du travail” 114 1.2 De ledensamenstelling van de beroepsverenigingen 121 2 Pers en literatuur: een aparte relatie 131 2.1 De literaire kritiek en feuilletons 131 2.2 Hoofd- of bijberoep? 135 3 De professionalisering van de journalistiek 137 3.1 Een bestendiging van de differentiatie binnen het perslandschap 137 De oprichting van de beroepsvereniging van journalisten 137 Verdere differentiatie en specialisatie 141 3.2 De eerste problemen: ideologie en particularisme 143 3.3 Journalisten aller landen, verenigt u! 147 4 Schrijvers en journalisten in de rol van publieke intellectueel 152 4.1 De Belgische intellectuelen ‘à la française’ 153 4.2 Een mini-Dreyfusaffaire 157 De Belgische Ligue des Droits de l’Homme 158 Op de barricaden voor Edward Joris: “meer dan litteratuurke spelen” 161 5 Engagement en schrijverschap: de derde weg van 167 Raymond Limbosch 5.1 De socialisatie als intellectueel 168 5.2 Sociale kunst en geëngageerde kunstenaars 174 5.3 Limbosch: “le poète des travailleurs”? 178 6 Conclusie: een gemeenschappelijk standsbesef 186 bw.verbruggen:Opmaak 1 16-7-09 19:27 Pagina 9 hoofdstuk iii Het tijdschriftenveld 189 1 Tijdschriften als paddenstoelen: 1892-1893 192 1.1 Les revues belges de langue française, 1892-1893 192 De genese van een netwerk. Een kwalitatieve benadering 192 Op zoek naar clusters 197 De opgang van La Jeune Droite 203 De genese van een netwerk: Le Réveil 208 1.2 De Frans-Belgische interactie. Een gedeeltelijke reconstructie 217 Op zoek naar clusters 217 Belgen in de Franse tijdschriften: een consecratie? 223 België, de Provence en Parijs. Het tijdschrift Chimère 226 2 ‘Le mouvement des intellectuels’: 1907-1908 231 2.1 De nieuwe spelers: een introductie 232 2.2 Progressief en conservatief ? 239 2.3 Nog steeds: de Franse dominantie en de Occitaanse connectie 243 3 Het Nederlandstalige tijdschriftenveld: 1907-1908 246 3.1 Een illusie: de autonomie van het Nederlandstalige literaire veld 247 De culturele Groot-Nederlandse ruimte 247 De gatekeepers in drie