Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X GENT 1994 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN X Op de titelpagina : Molenvignet van F. Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toegestuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt actief lid : 300 BEF steunend lid : minimum 500 BEF De tiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF . De derde t.e.m. negende aft. zijn nog beschikbaar tegen : elk 450 BEF . Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z .w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr . 000-1588915-55 van hetzelfde Genootschap . Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redactie, A.M . Musschoot, U.G., Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X INLEIDING Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden . Maar geef toe, de compensatie is niet gering . Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentiever- handeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden . Vandaar de gecumuleerde vertraging waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen . De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft ge- vraagd. Niet alle vragen konden overigens worden opgelost en we hou- den ons graag aanbevolen voor aanvullingen en suggesties. Deze tiende aflevering van de Mededelingen bevat verder nog een nieuwe teksteditie die over twee nummers moest worden verdeeld . De publikatie van de jaarlijkse kroniek van de Vlaamse literatuur door Emile de Laveleye en Paul Fredericq wordt verzorgd door Marysa Re- moor, verbonden als bevoegdverklaard navorser van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Universiteit Gent, Vakgroep Engels. Deze kroniek blijkt een verrassende rijkdom aan in- formatie te bevatten over onze negentiende-eeuwse literatuur en sluit bovendien mooi aan op de briefwisseling van Virginie Loveling en Paul Fredericq. De vertrouwde rubriek studies waarmee de Mededelingen traditio- neel openen diende wat afgeslankt te worden ten gevolge van het grote aanbod teksteditie. We kunnen wel een uitgebreide versie brengen van de lezing van Yves T'Sjoen, wetenschappelijk medewerker aan de Uni- versiteit Gent, vakgroep Nederlandse literatuur, in het kader van een F.K.F. 0. project Richard Minne. Wie op 8 december 1993 het colloqui- um bijwoonde in het statige en imposante gebouw van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in Gent zal het boei- ende verhaal over Buysse en Minne ongetwijfeld herkennen en ook de uitbreiding van het geciteerde materiaal waarderen . 5 In 1994 werd geen colloquium georganiseerd, maar werden de leden uitgenodigd voor een bijeenkomst in Nevele op 11 september. De dag werd ingezet met een zeer gesmaakte voorstelling van De Raadsheren van Nevele doorArca-directeur Jo de Caluwe. De voorziene wandeling in Buysses geboortedorp en omstreken viel letterlijk in het water door- dat het onophoudend heeft geregend, maar de vele belangstellenden wer- den uitvoerig en bijzonder gastvrij ontvangen door notaris Duerink, de huidige eigenaar van de fabriek Buysse-Loveling en het bijhorende woonhuis, dat op een schitterende manier bewaard en gerestaureerd wordt. De afsluitende Kroniek is dit jaar vrij kort en maakt vooral melding van enkele publikaties waarin Cyriel Buysse ter sprake komt . Wel kon- den we daar al een verrassende nieuwe publikatie aankondigen, wel- licht voor de volgende aflevering van de Mededelingen : onbekende teksten van Cyriel én van zijn zus Alice Buysse . DE REDACTIE 6 VAN HOOGTEN EN LAAGTEN OVER RICHARD MINNE EN CYRIEL BUYSSE door Yves T'Sjoen (Universiteit Gent) Richard Minne en Cyriel Buysse ontmoetten elkaar voor het eerst op 24 augustus 1929 1. Maurice Roelants, die Buysse naar aanlei- ding van zijn zeventigste verjaardag voor De Telegraaf had geïnter- viewd, stelde beide schrijvers aan elkaar voor. Die ontmoeting is er evenwel niet echt gekomen op aandringen van Roelants . Richard Minne had namelijk in het Vandaag-nummer van 15 september 1929, dat nagenoeg integraal aan Cyriel Buysse was gewijd, zijn wens uitgedrukt „onzen Vlaamschen schilder" eens „tusschen vier oo- gen te zien ". Richard Minne had op instigatie van Roelants, die redactiesecretaris was van Vandaag Vlaamsche half maandelijksche kroniek, een bijdrage geschreven waarin hij zijn adoratie voor het oeuvre van Buysse op de hem typische anekdotische, eigenzinnige en sarcastische manier toelichtte . De Gentse nonconformist formu- leerde zijn bewondering in de vorm van een brief, die is gedateerd „6 Juli 1929 ", en sloot af met de volgende passage Wie, van de Gentenaars met litteraire bevliegingen, is er [Buysses houten werkhuisje op de Molenberg] niet eens rondom geslopen, in de vage hoop zijn bewoner eens tusschen vier oogen te zien? Mij is het, helaas! nooit gelukt . Telkens tufte Cyriel mij in zijn torpedo voorbij of zijn groote, logge hond, kwam met onvriendelijke bedoe- lingen achter den pinnekensdraad naar mijn Zondagsche broek gesprongen. 2 De volgende maand kreeg Richard Minne zijn zin, en bij die ene ontmoeting zou het niet blijven . (1) Cyriel Buysse 1859.1932 . Gent, 1982, Herdenkingscomité Cyriel Buysse, p.127 . (2) Richard Minne, 'Hoe Vlamingen Cyriel Buysse bewonderen', in Vandaa& Vlaam- sche half maandelijksche kroniek, nr.15 (15 september 1929), p.329 . (verder Minne, 'Cy- riel Buysse', Vandaag). 7 Dat niet alleen Richard Minne een opmerkelijke bewondering koesterde voor „onze Vlaamsche Zola" 3 zoals hij Buysse noemde, maar dat die sympathie voor het literaire werk ook wederzijds was, is weinig verbazingwekkend . Maurice Roelants schreef in zijn bij- drage voor De Telegraaf, Herinneringen aan Cyriel Buysse dank zij een interview, over de waardering van Buysse voor Minne Cyriel Buysse betoont een speciale sympathie voor het werk van Richard Minne, die hij een origineel talent van Vlaanderen noemt (...) 4 Hoewel Minne tot een volgende, naoorlogse generatie schrijvers be- hoorde, schreef hij vanuit een vergelijkbaar sociaal voelen als Cyriel Buysse, niet even produktief maar vooral met eenzelfde intensiteit en vanuit een gelijkaardige geestesgesteldheid 5. En wat Minne het hoogste aansloeg in Buysses oeuvre, de ironie, was de wezenstrek van zijn eigen literaire persoonlijkheid . In wat volgt willen we dan ook dieper ingaan op de affiniteit tussen Richard Minnes en Cyriel Buysses oeuvre . We kozen hiervoor als uitgangspunt het literaire en kritische werk van de Gentse auteur . Minnes hele schrijverschap, van de socialistische tendensliteratuur in de aanvangsperiode tot de humoristische en sarcastische columns en prozaschetsen die hij van 1931 tot 1965 voor de krant Vooruit schreef, is doorspekt met uit- spraken over het werk van Buysse . Richard Minne heeft de verschil- lende stadia van zijn schrijverschap steeds geprofileerd vanuit een zeker ontzag voor Buysses romans, voor de impact van diens vertel- wijze, voor „de realistische romancier (...) [die] als 't ware vastgezo- gen zit aan het milieu en de streek waar zijn verhalen zich afspelen." 6 (3) Richard Minne, 'Voor een plechtige Cyriel Buysse-herdenking', in 'Pro en contra', Het Geestesleven, Vooruit, 30 april 1959 . (4) Maurice Roelants, 'Herinneringen aan Cyriel Buysse dank zij een interview', in Schrijvers, wat is er van den mensch? Brussel/Rotterdam, 1943, A.Manteau/Nijgh & Van Ditmar, p.44-55, p .45. Het interview is afgedrukt in De Telegraaf op 5, 7 en 10 sep- tember 1929 . (5) In tegenstelling tot wat Jan Schepens beweerde in De Vlaamsche Gids (cf . noot 46). (6) Richard Minne, Cyriel Buysse. Brussel, 1959, A.Manteau (Monografieën over Vlaamse Letterkunde), p.5 . (verder Minne, Buysse, monografie). 8 Richard Minne heeft zich op rijpere leeftijd altijd gedistantieerd van zijn eerste publikaties, die verschenen in enkele vrij obscure, Gentse studententijdschriften als Jonge Krachten, Vlaamsche zonen en De Herenrans-zonen. Ook zijn poëzie, prozaschetsen en kritische opstel- len in de Volksalmanak en het literaire bijblad van Vooruit in de pe- riode 1909-1917' zou hij later als oninteressant jeugdwerk afzweren. In die bijdragen is een sociaal bewogen schrijver aan het woord die niet enkel hymnische, conventionele natuurgedichten concipieerde - onder invloed van zijn leraar op het Atheneum, René de Clercq - maar ook naturalistisch getinte, idealistische novellen af- wisselde met socialistische tendenspoëzie . De auteur slaagde er noch op het praktische, creatieve niveau noch op literair-theoretisch ge- bied in een eigen visie of idioom te ontwikkelen. Minnes vroegste verhalen stijgen amper uit boven de banaliteit van een moraliseren- de, romantische zedenschets of het nauwelijks versluierde politieke pamflet. Toch ondernam de jonge schrijver pogingen om zijn eerste literaire voortbrengselen te plaatsen in de eigentijdse stromingen . Naast de invloed van het naturalisme, dat stilaan op de achtergrond raakte ten gunste van meer impressionistische, neo-romantische en symbolistische literatuur, wees hij vooral op het belang van „onze nieuwere litteratuur (...) in Noord-Nederland
Recommended publications
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN XIII Op de titelpagina : Molenvignet van F Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toege- stuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt: actief lid : 300 BEF steunend lid: minimum 500 BEF De dertiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF De tweede t. e. m . twaalfde aflft zijn nog beschikbaar tegen: elk 450 BEF Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr. 000-1588915-55 van hetzelfde Genoot- schap. Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redac- tie, A .M . Musschoot, Universiteit Gent, Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 INLEIDING Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kun- nen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografe tout court, dat wil zeggen gebaseerd op dl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografe wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 13
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1997 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199701_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kunnen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografie tout court, dat wil zeggen gebaseerd op àl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografie wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur. Het is duidelijk dat hier nieuwe bronnen worden aangeboord die een frisse wind zullen doen waaien in de Buyssestudie. De auteurs van de volgende twee studies zijn geen onbekenden meer in deze reeks Mededelingen. Yvan de Maesschalck gaat deze keer wat nader in op de lijn die loopt van Buysse naar Hugo Claus - met de nieuwe productie van Vrijdag werd weer maar eens opgemerkt dat in dit stuk echo's doorklinken van De biezenstekker, maar er blijkt nog heel wat meer aan de hand te zijn - en Romain John van de Maele, die ons meedeelde dat hij een meer omvattende studie over Buysse aan het voorbereiden is, stelt zijn focus scherp op Uleken.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 23
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 2007 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_med006200701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 5 Inleiding Het jaar 2007 is een goed Buyssejaar geweest: het stond volledig in het teken van het verschijnen van de langverwachte monumentale biografie van de hand van Joris van Parys. Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd werd officieel aan de pers voorgesteld door prof. em. Herman Balthazar op 9 oktober 2007 in de Nottebohmzaal van de Stadsbibliotheek Antwerpen en het boek begint nu hopelijk aan een lange en succesrijke carrière. We openen deze aflevering XXIII van de Mededelingen dan ook graag en gepast met een uitgebreide voorstelling van Van Parys' biografie door Elke van Nieuwenhuyze, die wijst op de rijkdom van het tijdsbeeld dat wordt opgehangen en de vele vernieuwende inzichten voor de Buyssestudie. In 2007 is het 75 jaar geleden dat Cyriel Buysse zelf is overleden en bovendien zijn we dit jaar ook nog in het vijfentwintigste werkingsjaar van het Cyriel Buysse Genootschap. Alles samen redenen te over dus om van een jubileumjaar te spreken. We sluiten dit jubileumjaar dan ook af op 19 december met een colloquium dat iets grotere proporties aanneemt dan we tot nu toe gewoon zijn geweest: deze keer wordt het een volledige studiedag, met sprekers uit Nederland en Vlaanderen. Het resultaat daarvan zal natuurlijk terug te vinden zijn in de Mededelingen XXIV van volgend jaar.
    [Show full text]
  • Arthur Buysse Bon Flamand, Ardent Libéral, Belge Loyal (1864-1926)
    Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat / Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 2 Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2008-2009 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, Albrecht Zoeter Vanpoucke, afgestudeerd als Licentiaat / Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als titel: Arthur Buysse (1864-1926), bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal. verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: De scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, 25 mei 2009, Albrecht Zoeter Vanpoucke 3 Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Opleiding Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Tijden Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge Loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Verhandeling ingediend aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 4 ‚Hij (Cyriel) had in zijn houding en gebaar iets dat nog duidelijker bij zijn broer Arthur tot uiting kwam: een zekere zwier en een achteloosheid, die hem in alle omstandigheden vrij en zelfstandig aftekenden tegen zijn omgeving, waarboven hij uitstak door de geest.‛ (A.
    [Show full text]
  • Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een Revolverschot
    Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een revolverschot. In het wankele huwelijk tussen Nederland en Vlaanderen heeft Vlaanderen altijd de rol van de vrouw gespeeld. De Vlaamse cultuur zou aardser, emotioneler en uitbundiger zijn, meer in contact staan met het stoffelijke en lichamelijke. De Nederlandse cultuur daarentegen zou koel, ingehouden, rationeel en vergeestelijkt zijn. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling (1836-1923) leest, begrijpt meteen waar de oude vooroordelen over het ‘aardse’ karakter van de Vlaamse literatuur vandaan komen. Nergens zijn de notabelen stijver, de priesters corrupter, de mannen driftiger en de vrouwen krankzinniger dan in de Vlaamse literatuur van het begin van de vorige eeuw. Natuurlijk kent ook de Nederlandse literatuur genoeg streekromans waarin het boerenbloed kruipt waar het niet gaan kan, maar zo rauw als bij de zuiderburen werd het Nederlands naturalisme niet. Ten prooi aan driften. Loveling was een van de subtielere, realistische auteurs. Haar romans zijn ware studies van de machteloze, door instincten gedreven mens. Daarbij liet zij zich niets aan de eisen der welgevoeglijkheid gelegen liggen, zodat een Nederlandse redacteur haar schreef, over een van haar boeken waarin een ‘maîtresse’ ter sprake komt: ‘Onze jonge dames weten óf niet wat dat is, óf willen het niet weten, en wanneer, zoals het geval zal zijn, uw roman in de huiselijke kring wordt voorgelezen, zal dat woord een opzien baren, waarover vader of moeder niet al te best te spreken zijn.’ Een revolverschot zal zulke ouders niet hebben kunnen bekoren. Vanaf de eerste pagina hangt er een erotisch geladen dreiging over het verhaal. Niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen zijn ten prooi aan driften die onbeheersbaar worden in de benauwende sociale verhoudingen waarin ze opgesloten zitten.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199401_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden. Maar geef toe, de compensatie is niet gering. Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentieverhandeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden. Vandaar de gecumuleerde vertraging, waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen. De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus) doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft gevraagd. Niet alle vragen konden overigens worden opgelost en we houden ons graag aanbevolen voor aanvullingen en suggesties. Deze tiende aflevering van de Mededelingen bevat verder nog een nieuwe teksteditie die over twee nummers moest worden verdeeld. De publikatie van de jaarlijkse kroniek van de Vlaamse literatuur door Emile de Laveleye en Paul Fredericq wordt verzorgd door Marysa Demoor, verbonden als bevoegdverklaard navorser van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Universiteit Gent, Vakgroep Engels. Deze kroniek blijkt een verrassende rijkdom aan informatie te bevatten over onze negentiende-eeuwse literatuur en sluit bovendien mooi aan op de briefwisseling van Virginie Loveling en Paul Fredericq.
    [Show full text]
  • Een Idylle in De Late Negentiende Eeuw Rosa Rooses' Brieven Aan Cyriel Buysse
    ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE Een privé-editie GENT 1982 ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE EEN PRIVÉ-EDITIE GENT Cultureel Documentatiecentrum 't Pand Rijksuniversiteit 1982 Gentse bijdragen tot de literatuurstudie m onder de redactie van prof . dr . Ada Deprez Copyright 1982 Prof.Dr. Ada Deprez, Onderbergen 1, B-9000 Gent. D.1982/3453/3 3 De herdenking van het vijftigjarig overlijden van Cyriel Buysse te Gent in 1982 vormt de aanleiding tot de publikatie van deze zijdelingse belichting van de jonge Buyese, die de neerslag is van een lezing in de Academie in maart 1976 gehouden. De 19de-eeuwse geschiedschrijving heeft ons - niet be- paald verwend met beschrijvingen van het leven van alle- dag en de plaats van de vrouw in de Vlaamse stedelijke of landelijke samenleving. In de briefwisseling van Jan Frans Willems, die aan het begin van deze periode staat, vangt men alleen een paar glimpen van Mevrouw Willems op, en dan nog enkel bij hoogst uitzonderlijke omstandigheden of als post-scriptum. Ook in de correspondentie van Snellaert, Blommaert, De Laet, Conscience en Ledeganck dwalen de vrou- wen alleen als bleke schimmen rond. Om een blik te werpen op het leven in een plattelands- gemeente vallen wel de enkele jaren geleden door wijlen Gilbert Degroote u. tgegeven brieven van Mevrouw Courtmans- Berchmans 1 over Maldegem in de jaren van de schoolstrijd aan te stippen. Enige tijd vddr haar had Maria van Ackere- Doolaeghe haar oeuvre geschreven: hoewel in haar verzen on- getwijfeld autobiografische elementen aanwezig zijn, en ook haar briefwisseling met Snellaert, Blieck en Van Duyse om diverse redenen interess.ant 2 is, toch ontbreekt hier de per- soonlijke kijk, de levendigheid en een poging tot weergave van een landelijke samenleving.
    [Show full text]
  • Schrijverschap in De Belgische Belle Époque
    Rond 1900 heerste een ongekende literaire hoogconjunctuur in zowel Nederlandstalig als christophe verbruggen Franstalig België. Auteurs als Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Karel van de Woestijne en Cyriel Buysse vonden ook in Nederland grote weerklank. Het was de tijd van ongekende christophe verbruggen mogelijkheden op economisch en cultureel vlak, maar ook de tijd van emancipatiebewegingen en sociale strijd. Dit uitte zich onder meer in een bloeiend verenigingsleven. ‘De Belg richt verenigingen op zoals een bever burchten’, liet de politicus-schrijver Henry Carton de Wiart zich ontvallen. Ook schrijvers organiseerden zich in een wirwar van auteursverenigingen, literaire genootschappen en tijdschriften. Schrijverschap in de Belgische belle époque is een relaas van gebroken vriendschappen, schrijvers die zich van elkaar trachtten te onderscheiden en schrijvers die een professionele invulling aan hun schrijverschap wensten te geven en tegelijkertijd te kampen hadden met de groeipijnen van de moderniteit. De achtergrond waartegen het moderne schrijverschap zich ontwikkelde is die van de Dreyfusaffaire, de massademocratie die tot volle wasdom kwam en het opstaan van geëngageerde intellectuelen. Veel Belgische auteurs waren de mening toegedaan dat het schrijverschap meer impliceerde dan ‘literatuurke spelen’. schrijverschap in de belgische belle époque Christophe Verbruggen (1976) is als doctor-assistent verbonden aan de onderzoekseenheid Schrijverschap Sociale Geschiedenis na 1750 (vakgroep Nieuwste Geschiedenis, Universiteit Gent). Hij specialiseert zich in de sociale en culturele geschiedenis van auteurs en intellectuelen en in de analyse van sociale netwerken. Hij publiceerde eerder ‘De stank bederft onze eetwaren’. in de De reacties op industriële milieuhinder in het 19de-eeuwse Gent (2002) en verschillende bijdragen in tijdschriften en boeken. Momenteel doet hij onderzoek naar de transnationale groeps- vorming van intellectuelen tussen 1900 en 1930.
    [Show full text]