Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 13

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 13 Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1997 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199701_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kunnen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografie tout court, dat wil zeggen gebaseerd op àl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografie wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur. Het is duidelijk dat hier nieuwe bronnen worden aangeboord die een frisse wind zullen doen waaien in de Buyssestudie. De auteurs van de volgende twee studies zijn geen onbekenden meer in deze reeks Mededelingen. Yvan de Maesschalck gaat deze keer wat nader in op de lijn die loopt van Buysse naar Hugo Claus - met de nieuwe productie van Vrijdag werd weer maar eens opgemerkt dat in dit stuk echo's doorklinken van De biezenstekker, maar er blijkt nog heel wat meer aan de hand te zijn - en Romain John van de Maele, die ons meedeelde dat hij een meer omvattende studie over Buysse aan het voorbereiden is, stelt zijn focus scherp op Uleken. We kunnen verder nog de vroeger al beloofde aanvulling brengen op de correspondentie Loveling-Fredericq (zie Mededelingen IX en X), die vorig jaar wegens tijdgebrek achterwege diende te blijven. Ze werd nu geheel verzorgd door Daniël Vanacker, die overigens de eer toekomt de lacunes te hebben opgespoord. En ten slotte vindt de lezer hier nog een uitgebreide studie van Virginie Lovelings roman Sophie, gebaseerd op de in de Gentse Universiteitsbibliotheek bewaarde correspondentie. Sylvie Engels bestudeerde deze brieven in haar eindverhandeling (RUG 1997). De door haar geannoteerde briefwisseling wordt hier afgedrukt voor zover ze nog niet gepubliceerd was, waarmee het materiaal dat eerder al diende voor de belangwekkende en veel geciteerde studie van Daniël Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 6 Vanacker over ‘Virginie Loveling en de schoolstrijd’ (Mededelingen III) nu integraal beschikbaar is. We ronden deze Mededelingen af met de gebruikelijke Kroniek, en kunnen alvast aankondigen dat de lezingen die zullen worden gehouden op het Buysse colloquium op 3 december 1997 in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde te Gent, zullen worden bewerkt en gepubliceerd in de volgende aflevering. Wellicht kunnen we dan ook - zoals eerder al beloofd - terugkomen op de Gentse plaatsnamen in Buysses werk. Steeds met dank voor uw reacties, suggesties en medewerking. DE REDACTIE Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 7 Verre neven, naaste vriend Cyriel Buysse, Frans Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette door Joris van Parys Cyriel Buysse est un de mes plus vieux et chers amis. Quels beaux jours nous avons ensemble! (Léon Bazalgette aan Frans Masereel, 26 mei 1919) 1 ‘Dan was Cyriel Buysse ook familie van u?’ vraagt de interviewer. ‘Nee,’ antwoordt Frans Masereel - die net heeft verteld dat Virginie Loveling een tante van hem was; ‘Buysse was geen familie van ons, maar ik heb hem goed gekend. Hij kwam me vaak opzoeken in Parijs’.(1) Een merkwaardig antwoord is dat, aangezien Virginie niet meer of minder tante van hem was dan haar zus Pauline(2), de moeder van Buysse. Bloedverwanten waren Frans en Cyriel niet, maar ze hadden dus wel gemeenschappelijke familie. Julius Mac Leod(3) (1) ‘Ten huize van Frans Masereel’, televisie-interview (BRT), gefilmd in Masereels atelier in Nice, april 1961 (Masereel was toen bijna 72). Er bestaat ook een boekuitgave van de gesprekken ter voorbereiding van het interview (in Joos Florquin, Ten huize van, Brugge 1971). In de film zegt Masereel: ‘Zelfs Virginie Loveling, die ook familie was van ons en die ik nog een paar keren heb ontmoet, sprak geen Nederlands.’ In het boek luidt de passus als volgt: ‘Virginie Loveling, die eveneens verre familie van ons was, sprak ook wel Nederlands maar als we ze ontmoetten sprak ze Gents.’ (p. 230). Masereel was verre familie van de Lovelings via zijn stiefvader Louis Lava (zie noot 3). (2) Pauline Loveling (1832-1909), de moeder van Cyriel Buysse, was de oudste van de drie gezusters Loveling; waarschijnlijk heeft Masereel haar niet of nauwelijks gekend; zijn herinneringen aan Virginie (1836-1923) dateren ongetwijfeld uit de tijd toen zij in Gent woonde, de stad waar hij zelf het grootste deel van zijn jeugd doorbracht. (3) Julius Mac Leod (1857-1919), internationaal bekend bioloog en leider van de liberale vleugel van de Vlaamse Beweging, was dus een neef van Buysse en een oom van Masereel: zijn moeder, Sophie Fredericq, was een halfzuster van Pauline Loveling; zijn vrouw, Florence Hélène (Fanny) Maertens, was een halfzuster van Masereels stiefvader Louis Lava. Zie Louis Fredericq, Notes sur la famille Fredericq-Beaucarne, p. 35-42 (privé-uitgave 1940). In de stamboom op p. 33 van Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap X ( Gent 1994 ) wordt de vrouw van Mac Leod per abuis Fanny Lava genoemd. In werkelijkheid was ze geen zus maar een halfzuster van Lava. Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 8 bijvoorbeeld, zoon van een halfzuster van Pauline Loveling, was getrouwd met een halfzuster van Masereels stiefvader Louis Lava. Als het over zijn vooroorlogse kennissenkring gaat doet Masereel op latere leeftijd wel vaker onbetrouwbare uitspraken. Zijn bewering dat Buysse hem in het Parijs van de jaren twintig geregeld kwam bezoeken is zo'n halve waarheid. Alles wijst erop dat het integendeel bij sporadische ontmoetingen is gebleven. Op 4 januari 1929 staan ze in het Normandische Exmes aan het graf van hun gemeenschappelijke vriend Léon Bazalgette; op 29 juli van hetzelfde jaar maakt Masereel in een café aan de Frans-Belgische grens de schetsen voor het houtsnedeportret dat in de monografie van Achilles Mussche(4), en nadien ook in de bibliografie van Robert Roemans(5) als frontispice wordt opgenomen. In Masereels correspondentie en in die van Buysse is nergens zelfs maar een terloopse verwijzing naar andere afspraken of ontmoetingen te vinden. Overigens: in brieven van Bazalgette uit de late jaren twintig wordt Masereel aangesproken met ‘Cher vieux Frans’, terwijl Buysse hem in een brief voor de afspraak in het grenscafé aanspreekt met ‘Cher Monsieur Masereel’. Het vermoeden dat de twee Vlamingen voor elkaar nooit meer dan een vriend van een vriend zijn geweest, wordt bevestigd door een passus in Masereels gesprekken met Pierre Vorms(6). Op de vraag van Vorms hoe hij vertrouwd is geraakt met het werk van de Amerikaanse dichter Walt Whitman antwoordt hij: [...] c'est surtout Bazalgette qui m'a fait entrer dans l'ambiance de Whitman. Il avait d'ailleurs consacré, comme vous le savez, une grande partie de sa vie à la traduction des ‘Feuilles d'herbe’ et à une monumentale étude consacrée à leur auteur. Par ailleurs, Léon Bazalgette était un être extraordinairement attachant. Grand admirateur de Romain Rolland, il devint après la première Guerre mondiale le Directeur aux Editions Rieder [...] d'une collection de littérature inter- (4) Achilles Mussche, Cyriel Buysse. Een studie. Met portret en bandversiering door Frans Masereel, Gent 1929. Het monogram FM rechts onder in het blok van het portret (100×120mm) is op de afdruk onleesbaar. (5) Robert Roemans, Kritische bibliographie van Cyriel Buysse gevolgd door een bibliographie over Cyr. Buysse, Kortrijk 1931. Het portret is verkleind (80×95mm) opgenomen, zonder vermelding van de naam Masereel. (6) Pierre Vorms, Gespräche mit Frans Masereel, Dresden-Zürich 1967. Het boek was een Duits initiatief (Verlag der Kunst), en alleen de Duitse vertaling van de in het Frans gevoerde (en op geluidsband opgenomen) gesprekken werd gepubliceerd. Pierre Vorms (1903-1986): Frans kunsthandelaar en uitgever van Masereel. Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13 9 nationale qui introduisit en France un grand nombre de romans d'auteurs européens contemporains, parmi lesquels Cyriel Buysse, l'écrivain flamand, qui était son ami et devint le mien.(7) 2 Met het werk van Buysse, die precies 30 jaar ouder is, heeft Masereel kennis gemaakt tussen 1905 en 1910, de jaren van zijn opleiding aan de Boekenschool en de Academie in Gent. In het verfranste milieu waarin hij is opgegroeid heeft hij vooral Emile Verhaeren, Georges Eekhoud en Camille Lemonnier gelezen, maar ook Buysse en Streuvels heeft hij in die jaren ontdekt. De opvoeringen van Het gezin Van Paemel door de Gentse Multatuli-kring(8) hebben een onvergetelijke indruk op hem gemaakt, en blijkens een brief uit 1917 is Buysses novellenbundel Van arme mensen een van de boeken die hij na de oorlog had willen illustreren(9). Om als illustrator in het naoorlogse Genève(10) niet helemaal afhankelijk te blijven van opdrachten, richt Masereel in het voorjaar van 1919 met de Franse auteur René Arcos(11) een eigen uitgeverij op, de Editions du Sablier. Wat hun voor ogen staat is een reeks door Masereel geïllustreerde uitgaven, waarin naast werk van Franstalige auteurs ook vertaalde novellen en korte romans een plaats kunnen krijgen. Bij de voorbereiding van hun programma kloppen ze voor (7) Citaat uit het transcript van de geluidsopnamen (zie noot 6). Feuilles d'herbe: tweedelige integrale vertaling (Parijs 1909) van Whitmans gedichtencyclus Leaves of Grass; ‘monumentale étude’: Walt Whitman.
Recommended publications
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN XIII Op de titelpagina : Molenvignet van F Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toege- stuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt: actief lid : 300 BEF steunend lid: minimum 500 BEF De dertiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF De tweede t. e. m . twaalfde aflft zijn nog beschikbaar tegen: elk 450 BEF Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z.w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr. 000-1588915-55 van hetzelfde Genoot- schap. Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redac- tie, A .M . Musschoot, Universiteit Gent, Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP XIII GENT 1997 INLEIDING Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kun- nen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografe tout court, dat wil zeggen gebaseerd op dl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografe wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur.
    [Show full text]
  • Mededelingen Van Het Cyriel Buysse Genootschap 23
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 23. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 2007 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_med006200701_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 5 Inleiding Het jaar 2007 is een goed Buyssejaar geweest: het stond volledig in het teken van het verschijnen van de langverwachte monumentale biografie van de hand van Joris van Parys. Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd werd officieel aan de pers voorgesteld door prof. em. Herman Balthazar op 9 oktober 2007 in de Nottebohmzaal van de Stadsbibliotheek Antwerpen en het boek begint nu hopelijk aan een lange en succesrijke carrière. We openen deze aflevering XXIII van de Mededelingen dan ook graag en gepast met een uitgebreide voorstelling van Van Parys' biografie door Elke van Nieuwenhuyze, die wijst op de rijkdom van het tijdsbeeld dat wordt opgehangen en de vele vernieuwende inzichten voor de Buyssestudie. In 2007 is het 75 jaar geleden dat Cyriel Buysse zelf is overleden en bovendien zijn we dit jaar ook nog in het vijfentwintigste werkingsjaar van het Cyriel Buysse Genootschap. Alles samen redenen te over dus om van een jubileumjaar te spreken. We sluiten dit jubileumjaar dan ook af op 19 december met een colloquium dat iets grotere proporties aanneemt dan we tot nu toe gewoon zijn geweest: deze keer wordt het een volledige studiedag, met sprekers uit Nederland en Vlaanderen. Het resultaat daarvan zal natuurlijk terug te vinden zijn in de Mededelingen XXIV van volgend jaar.
    [Show full text]
  • Arthur Buysse Bon Flamand, Ardent Libéral, Belge Loyal (1864-1926)
    Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat / Master in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 2 Universiteit Gent Examencommissie Geschiedenis Academiejaar 2008-2009 Verklaring in verband met de toegankelijkheid van de scriptie Ondergetekende, Albrecht Zoeter Vanpoucke, afgestudeerd als Licentiaat / Master in de Geschiedenis aan Universiteit Gent in het academiejaar 2008-2009 en auteur van de scriptie met als titel: Arthur Buysse (1864-1926), bon Flamand, ardent libéral, Belge loyal. verklaart hierbij dat zij/hij geopteerd heeft voor de hierna aangestipte mogelijkheid in verband met de consultatie van haar/zijn scriptie: De scriptie mag steeds ter beschikking worden gesteld van elke aanvrager; Elke gebruiker is te allen tijde verplicht om, wanneer van deze scriptie gebruik wordt gemaakt in het kader van wetenschappelijke en andere publicaties, een correcte en volledige bronverwijzing in de tekst op te nemen. Gent, 25 mei 2009, Albrecht Zoeter Vanpoucke 3 Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Opleiding Geschiedenis Vakgroep Nieuwste Tijden Academiejaar 2008-2009 Arthur Buysse Bon Flamand, ardent libéral, Belge Loyal (1864-1926) Albrecht Zoeter Vanpoucke Verhandeling ingediend aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte tot het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis Promotor: Prof. dr. Jan Art 4 ‚Hij (Cyriel) had in zijn houding en gebaar iets dat nog duidelijker bij zijn broer Arthur tot uiting kwam: een zekere zwier en een achteloosheid, die hem in alle omstandigheden vrij en zelfstandig aftekenden tegen zijn omgeving, waarboven hij uitstak door de geest.‛ (A.
    [Show full text]
  • Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een Revolverschot
    Read Ebook {PDF EPUB} Sophie by Virginie Loveling Een revolverschot. In het wankele huwelijk tussen Nederland en Vlaanderen heeft Vlaanderen altijd de rol van de vrouw gespeeld. De Vlaamse cultuur zou aardser, emotioneler en uitbundiger zijn, meer in contact staan met het stoffelijke en lichamelijke. De Nederlandse cultuur daarentegen zou koel, ingehouden, rationeel en vergeestelijkt zijn. Wie Een revolverschot (1911) van Virginie Loveling (1836-1923) leest, begrijpt meteen waar de oude vooroordelen over het ‘aardse’ karakter van de Vlaamse literatuur vandaan komen. Nergens zijn de notabelen stijver, de priesters corrupter, de mannen driftiger en de vrouwen krankzinniger dan in de Vlaamse literatuur van het begin van de vorige eeuw. Natuurlijk kent ook de Nederlandse literatuur genoeg streekromans waarin het boerenbloed kruipt waar het niet gaan kan, maar zo rauw als bij de zuiderburen werd het Nederlands naturalisme niet. Ten prooi aan driften. Loveling was een van de subtielere, realistische auteurs. Haar romans zijn ware studies van de machteloze, door instincten gedreven mens. Daarbij liet zij zich niets aan de eisen der welgevoeglijkheid gelegen liggen, zodat een Nederlandse redacteur haar schreef, over een van haar boeken waarin een ‘maîtresse’ ter sprake komt: ‘Onze jonge dames weten óf niet wat dat is, óf willen het niet weten, en wanneer, zoals het geval zal zijn, uw roman in de huiselijke kring wordt voorgelezen, zal dat woord een opzien baren, waarover vader of moeder niet al te best te spreken zijn.’ Een revolverschot zal zulke ouders niet hebben kunnen bekoren. Vanaf de eerste pagina hangt er een erotisch geladen dreiging over het verhaal. Niet alleen de mannen, maar ook de vrouwen zijn ten prooi aan driften die onbeheersbaar worden in de benauwende sociale verhoudingen waarin ze opgesloten zitten.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10 bron Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10. Cyriel Buysse Genootschap, Gent 1994 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_med006199401_01/colofon.php © 2014 dbnl 5 Inleiding Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden. Maar geef toe, de compensatie is niet gering. Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentieverhandeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden. Vandaar de gecumuleerde vertraging, waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen. De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus) doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft gevraagd. Niet alle vragen konden overigens worden opgelost en we houden ons graag aanbevolen voor aanvullingen en suggesties. Deze tiende aflevering van de Mededelingen bevat verder nog een nieuwe teksteditie die over twee nummers moest worden verdeeld. De publikatie van de jaarlijkse kroniek van de Vlaamse literatuur door Emile de Laveleye en Paul Fredericq wordt verzorgd door Marysa Demoor, verbonden als bevoegdverklaard navorser van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Universiteit Gent, Vakgroep Engels. Deze kroniek blijkt een verrassende rijkdom aan informatie te bevatten over onze negentiende-eeuwse literatuur en sluit bovendien mooi aan op de briefwisseling van Virginie Loveling en Paul Fredericq.
    [Show full text]
  • Een Idylle in De Late Negentiende Eeuw Rosa Rooses' Brieven Aan Cyriel Buysse
    ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE Een privé-editie GENT 1982 ADA DEPREZ EEN IDYLLE IN DE LATE NEGENTIENDE EEUW ROSA ROOSES' BRIEVEN AAN CYRIEL BUYSSE EEN PRIVÉ-EDITIE GENT Cultureel Documentatiecentrum 't Pand Rijksuniversiteit 1982 Gentse bijdragen tot de literatuurstudie m onder de redactie van prof . dr . Ada Deprez Copyright 1982 Prof.Dr. Ada Deprez, Onderbergen 1, B-9000 Gent. D.1982/3453/3 3 De herdenking van het vijftigjarig overlijden van Cyriel Buysse te Gent in 1982 vormt de aanleiding tot de publikatie van deze zijdelingse belichting van de jonge Buyese, die de neerslag is van een lezing in de Academie in maart 1976 gehouden. De 19de-eeuwse geschiedschrijving heeft ons - niet be- paald verwend met beschrijvingen van het leven van alle- dag en de plaats van de vrouw in de Vlaamse stedelijke of landelijke samenleving. In de briefwisseling van Jan Frans Willems, die aan het begin van deze periode staat, vangt men alleen een paar glimpen van Mevrouw Willems op, en dan nog enkel bij hoogst uitzonderlijke omstandigheden of als post-scriptum. Ook in de correspondentie van Snellaert, Blommaert, De Laet, Conscience en Ledeganck dwalen de vrou- wen alleen als bleke schimmen rond. Om een blik te werpen op het leven in een plattelands- gemeente vallen wel de enkele jaren geleden door wijlen Gilbert Degroote u. tgegeven brieven van Mevrouw Courtmans- Berchmans 1 over Maldegem in de jaren van de schoolstrijd aan te stippen. Enige tijd vddr haar had Maria van Ackere- Doolaeghe haar oeuvre geschreven: hoewel in haar verzen on- getwijfeld autobiografische elementen aanwezig zijn, en ook haar briefwisseling met Snellaert, Blieck en Van Duyse om diverse redenen interess.ant 2 is, toch ontbreekt hier de per- soonlijke kijk, de levendigheid en een poging tot weergave van een landelijke samenleving.
    [Show full text]
  • Mededelingen Cyriel Buysse Genootschap
    MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X GENT 1994 CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP MEDEDELINGEN X Op de titelpagina : Molenvignet van F. Masereel De Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap worden gratis toegestuurd aan de leden . Het lidgeld bedraagt actief lid : 300 BEF steunend lid : minimum 500 BEF De tiende aflevering van de Mededelingen kan ook aan niet-leden worden toegestuurd tegen betaling van 450 BEF . De derde t.e.m. negende aft. zijn nog beschikbaar tegen : elk 450 BEF . Bedragen te storten op rekening 290-0019692-22 van het Cyriel Buysse Genootschap v.z .w., Bromeliastraat 28, 9040 St.-Amandsberg-Gent. Voor Nederland: gireren op nr . 000-1588915-55 van hetzelfde Genootschap . Correspondentie en bestellingen te zenden aan het secretariaat van de redactie, A.M . Musschoot, U.G., Blandijnberg 2, B-9000 Gent . ISSN 0772-1455 MEDEDELINGEN VAN HET CYRIEL BUYSSE GENOOTSCHAP X INLEIDING Alweer te laat! Het dreigt een slechte gewoonte te worden . Maar geef toe, de compensatie is niet gering . Het land van Buysse, volgens Cyriel Buysse dat u samen met deze Mededelingen ontvangt, is de licentiever- handeling waarmee Wouter Verkerken in juli 1994 aan de Universiteit Gent afstudeerde. We dachten dat ze de Buysse-lezers zou interesseren en we wilden ze dan ook, naar aanleiding van het verschijnen van de tiende aflevering van de Mededelingen, aan onze leden aanbieden . Vandaar de gecumuleerde vertraging waarvoor wij ons tegen wil en dank alweer moeten verontschuldigen . De Mededelingen zelf lieten ook al een beetje op zich wachten (net als vorig jaar dus doordat de afwerking van de aantekeningen bij de correspondentie Loveling-Fredericq nogal wat speurwerk heeft ge- vraagd.
    [Show full text]
  • Schrijverschap in De Belgische Belle Époque
    Rond 1900 heerste een ongekende literaire hoogconjunctuur in zowel Nederlandstalig als christophe verbruggen Franstalig België. Auteurs als Maurice Maeterlinck, Emile Verhaeren, Karel van de Woestijne en Cyriel Buysse vonden ook in Nederland grote weerklank. Het was de tijd van ongekende christophe verbruggen mogelijkheden op economisch en cultureel vlak, maar ook de tijd van emancipatiebewegingen en sociale strijd. Dit uitte zich onder meer in een bloeiend verenigingsleven. ‘De Belg richt verenigingen op zoals een bever burchten’, liet de politicus-schrijver Henry Carton de Wiart zich ontvallen. Ook schrijvers organiseerden zich in een wirwar van auteursverenigingen, literaire genootschappen en tijdschriften. Schrijverschap in de Belgische belle époque is een relaas van gebroken vriendschappen, schrijvers die zich van elkaar trachtten te onderscheiden en schrijvers die een professionele invulling aan hun schrijverschap wensten te geven en tegelijkertijd te kampen hadden met de groeipijnen van de moderniteit. De achtergrond waartegen het moderne schrijverschap zich ontwikkelde is die van de Dreyfusaffaire, de massademocratie die tot volle wasdom kwam en het opstaan van geëngageerde intellectuelen. Veel Belgische auteurs waren de mening toegedaan dat het schrijverschap meer impliceerde dan ‘literatuurke spelen’. schrijverschap in de belgische belle époque Christophe Verbruggen (1976) is als doctor-assistent verbonden aan de onderzoekseenheid Schrijverschap Sociale Geschiedenis na 1750 (vakgroep Nieuwste Geschiedenis, Universiteit Gent). Hij specialiseert zich in de sociale en culturele geschiedenis van auteurs en intellectuelen en in de analyse van sociale netwerken. Hij publiceerde eerder ‘De stank bederft onze eetwaren’. in de De reacties op industriële milieuhinder in het 19de-eeuwse Gent (2002) en verschillende bijdragen in tijdschriften en boeken. Momenteel doet hij onderzoek naar de transnationale groeps- vorming van intellectuelen tussen 1900 en 1930.
    [Show full text]