Quick viewing(Text Mode)

De Molen Te Garnwerd - Geschiedenis Van 1629-1971

De Molen Te Garnwerd - Geschiedenis Van 1629-1971

De molen te Garnwerd - geschiedenis van 1629-1971

Over de molen “De Meeuw” te Garnwerd werd in 1971 een klein boekje uitgegeven, waarin de geschiedenis van deze molen is beschreven op 17 pagina’s tekst, waarvan de laatste pagina - gezet in een moderner lettertype - dateert van 1971; met 4 foto’s, 10,7 x 17 cm en geniet.

De tekst in het boekje betreft een overdruk van het artikel van E. J. Werkman: De molen te Garnwerd, blz. 140 e.v., dat reeds in de ‘Groningsche Volksalmanak’ voor het jaar 1943 werd afgedrukt.

Vervolgens verscheen in het aprilnummer van het kwartaalblad ‘Molennieuws’, jaargang 18, volgnummer 55, 1971, een uitgave van de ‘Vereniging De Hollandsche Molen’, een korte recensie van dit boekje, dat hieronder is weer- gegeven.

De molen op den dijk te Garnwerd staat op destijds soevereine - Provinciale Staten; het een in alle opzichten gunstige plaats. Ten aantal molens dat er mocht zijn was nauw- aanzien van den windvang is zijn positie, keurig vastgesteld en de ingezetenen waren mede door het ontbreken van boomen in verplicht hun koren op een bepaalden mo- zijn naaste omgeving. een zeer gelukkige. len te laten malen. Juist in 1628. dus één Hij sluit den weg door het dorp op fraaie jaar voordat tot de doorgraving van het wijze af en van buiten af gezien draagt hij Reitdiep bij Garnwerd werd overgegaan, met den toren ten zeerste bij tot verlevendi- troffen de Staten een aantal zeer ingrijpende ging van het dorpssilhouet. maatregelen op dit gebied. Zij hadden de belasting op het gemaal verhoogd en stel- Hoe lang staat er al een molen op deze den nu een aantal bepalingen vast, die ten plaats? De oplossing van dit vraagstuk is doel hadden ontduiking dezer heffing te gedeeltelijk gegeven: vóór 1629 kan hier voorkomen, doch tevens neerkwamen op geen molen hebben gestaan, want pas in dat een rigoureuze saneering van dezen ge- jaar is in verband met de doorgraving van heelen bedrijfstak. Op den landdag van den het Reitdiep. de dijk opgeworpen. 1) Maar 25 Juni 1628 2) werd n.l. bepaald. dat “op ‘t aan den anderen kant moet vrijwel terstond platte landt” niet alleen geen nieuwe molens nadat de dijk gereed gekomen was, de meer gezet zouden mogen worden, maar dat Garnwerder molen zijn tegenwoordige ook het aantal bestaande molens met een plaats hebben gekregen. derde moest worden verminderd. Toevallig staan ons over de geschiedenis Terstond werd een lijst van molens, die van dezen molen omstreeks den tijd van de moesten verdwijnen, vastgesteld; één te doorgraving. verschillende gegevens ten Garnwerd komt er niet op voor. dienste. Hoe krachtig men deze maatregelen wilde Het molenaarsbedrijf was destijds aller- doorvoeren, blijkt wel hieruit, dat de ten minst een vrij bedrijf. Wie een molen wilde doode opgeschreven molens reeds na den zetten moest daartoe verlof hebben van de - 30 Juni 1628 niet meer zouden mogen ma-

2 len. De molenaar die dit verbod overtrad, Noordhorn en zouden mogen verbeurde de vergoeding, die hem voor het blijven staan. stilleggen van zijn bedrijf zou worden uit- Men ging bij dit alles met een merkwaardig betaald. Voorts kregen de pachters van de radicalisme te werk. Aangenomen werd, dat belasting op het gemaal het recht de spillen krachtens de genomen Statenbesluiten de af uit deze molens weg te nemen. Bij iederen te breken molens met de woningen der molen, die bleef staan - de stop te zetten mulders eigendom der Provincie waren ge- molens moesten radicaal worden afgebro- worden. De te betalen schadevergoeding ken - zou van provinciewege een “huysken” was vastgesteld door “twee onpartijdige worden gezet, tot woning van een chercher timmerluiden” ten overstaan van de ge- of controleur, die een jaarlijksche belooning committeerden Tiasse Tiassens en Onno zou genieten van 130 gulden, half te betalen Tamminga. door de Provincie, half door den betrokken De molen te Garnwerd was geschat op 693 pachter van het gemaal. gulden, het huis van den mulder op 476 Hier hebben we dus den oorsprong van de gulden. bekende “sarrieshutten”. Wanneer in de De molens, die mochten blijven staan, zou- toekomst een mulder en een chercher onder den nu natuurlijk betere bedrijfsresultaten één hoedje gingen spelen en in gemeen- gaan afwerpen. De Staten dachten er niet schappelijk overleg fraude mochten plegen, aan den betrokken mulders dit voordeel zouden zij “sonder genade onder de meule zonder meer te gunnen; de genoemde ge- gegeeselt ende uyt Stadt en Lande gebannen committeerden hadden tevens een lijst op- worden”. gemaakt van de bedragen, die voor elk van Dat de chercher, die op den mulder en zijn deze molens “wegens verbeteringe van hae- dorpsgenooten zou moeten toezien, nu niet re neringe” zou moeten worden betaald, direct een geliefd persoon in zijn omgeving welke lijst ook nog op den 12 Augustus zou zijn, waren de Staten zich wel bewust; werd gearresteerd. vandaar dat zij bepaalden dat niemand hem De betaling van de af te breken molens zou door woorden of daden overlast zou mogen geschieden einde September 1628. Op het aandoen, op straffe van een boete van hon- vastgestelde bedrag zou een toeslag van een derd carolusguldens. vierde jaar rente, te rekenen naar 7% ‘s Het is te begrijpen, dat zoodra de lijst van jaars worden gegeven, m.a.w. men hield in ten doode opgeschreven molens bekend dezen strikt vast aan de opvatting, dat eind was geworden, het protesten regende van Juni 1628 de eigendom reeds op de Provin- “mollenaers en ingesetenen”, die begeerden cie overgegaan was. Den voormaligen eige- “hare moelen staende te holden”. naren, die inmiddels bij “hun” molens geen De Staten wezen twee gecommitteerden aan belang meer hadden, werd ter dege inge- om over deze protesten rapport uit te bren- scherpt er voor te zorgen, dat de molens tot gen; op grond van hun bevindingen werd op het tijdstip der afbraak niet “gespolieert 2a ), den landdag van den 12 Augustus 1628 de beschadiget ofte geruineert” werden. oorspronkelijke lijst nog al wat gewijzigd. Aan den mulder van Garnwerd, Jacob Jan- sen, werd op den 13 Januari 1629 een be- Eén van de veranderingen was, dat de mo- drag van 705 gulden, 2 stuivers en 4 plac- len te zou blijven staan en dat in ken uitbetaald “zijnde de volle weerdije ofte plaats daarvan die te Garnwerd zou worden prijs neffens ¼ jaers interesse van dien afgebroken. In het geheel zouden nu in het daarinne betogen, daer op desselfs meule moeten verdwijnen de mo- aldaer, geremoviert zullende worden, on- lens van Enumatil, Kuzemer, , partijdelijck getaxiert ende tselfde hem op Kommerzijl, Feerwerd en Garnwerd, terwijl den laesten September 1628 verschenen die van de Nienoord, Niebert, , geweest. 3) Jansen kreeg dus voorloopig al- , Niekerk, Visvliet, , leen den molen betaald. hetgeen samenhing Niezijl, Niehove, Englum, , , met de omstandigheid. dat de mulders hun

3 woningen eerst op den 1 Mei 1629 behoef- verkocht voor 558 gulden. Aangezien de den te ontruimen. Hij kreeg zijn geld drie provincie voor den molen en het huis in het maanden te laat, zoodat hij billijkheidshalve geheel 1169 gulden aan schadeloosstelling er eigenlijk nog een vierde jaar rente bij had had uitbetaald, moest door de gezamenlijke moeten hebben. ingezetenen van Garnwerd een bedrag van Wij weten dus, dat nog in het begin van 1169-558 = 611 gulden worden bijgepast. 1629 te Garnwerd een molen stond, die Aldus de berekening van de heeren Tias- blijkens de hoogte van de ervoor betaalde sens en Tamminga en de Garnwerders kon- schadeloosstelling zich best met die van de den daarmee alleszins tevreden zijn. Het andere dorpen in het Westerkwartier kon besluit toch van den 26 Februari 1629 werd meten. De Garnwerders hebben het er niet door de heeren eng geïnterpreteerd, hetgeen bij laten zitten. Zij wendden zich tot de meebracht, dat het nadeel dat de Provincie Provinciale Staten met het verzoek de ge- leed met betrekking tot den Englumer mo- nomen besluiten nog eens te herzien en niet len niet te hunnen laste gebracht werd. Aan de molen van hun dorp, doch die van het reis- en verblijfkosten, die zij in dezen had- gehucht Englum voor afbraak aan te wij- den moeten maken, hebben de beide ge- zen. 4) Het tijdstip van indiening van dit committeerden 29 gulden 10 stuiver in re- verzoek is niet precies na te gaan, de beslis- kening gebracht, welk bedrag hun den 8 sing er op werd den 26 Februari 1629 ge- Augustus 1629 uit de provinciale kas werd nomen. De Garnwerders kregen hun zin: zij voldaan. mochten hun molen behouden, terwijl die De vroegere mulder van Garnwerd Jacob van Englum zou moeten verdwijnen. Echter Jansen heeft den molen niet teruggekocht, zouden de Garnwerders de Provincie moe- want hem werd op den 18 Augustus 1629, ten “indemneren ende 4a ) in alles schadeloos dus drie weken nadat Tiassens en Tammin- holden”. ga hun rapport hadden uitgebracht, de vast- De situatie was nu aldus, dat zoowel te gestelde schadeloosstelling voor zijn huis Garnwerd als te Englum een molen stond. van 476 gulden door den rentmeester der die eigendom van de Provincie was; die van Provincie betaald. Het huis is dus aan een Garnwerd omdat de schadeloosstelling al ander overgegaan. Wie de nieuwe mulder is aan den mulder betaald was en die van En- geworden, is niet na te gaan. glum krachtens het door de Garnwerders uitgelokt besluit tot afbraak van den 26 Fe- De provinciale rekening over 1629 bevat bruari 1629. een post, groot ruim 10031 gulden, zijnde Beide molens moesten nu worden verkocht, de opbrengst van alle in dat jaar verkochte die van Garnwerd aan iemand. die hem molens en molenaarshuizen. In de om- weer in exploitatie zou willen nemen, die schrijving van dezen post wordt gezegd. dat van Englum op afbraak. De afwikkeling de molens afgebroken zullen worden, maar van deze zaak moest geschieden door de we kunnen veilig aannemen, dat ook de op- Gedeputeerde Staten. die den 29 Juni brengst van den eenen molen te Garnwerd, 1629 5) de reeds meer genoemde heeren Ti- die zou blijven staan, in dit bedrag begrepen assens en Tamminga volmacht verleenden is, omdat een aparte post dienaangaande om in dezen “finalijcken te disponeren”. De onder de inkomsten zoowel in 1629 als in heeren hebben gezorgd voor een vlotte af- 1630 ontbreekt. Wel is destijds als bijlage wikkeling blijkens het rapport, dat zij den bij de rekening over 1629 een register over- 27 Juli 1629 in de vergadering van Gedepu- gelegd, waarin de opbrengst van elken mo- teerden uitbrachten en dat op het volgende len en elk huis afzonderlijk was opgegeven, neerkwam. De aan den mulder van Englum doch dit register is helaas niet bewaard ge- uit te keeren schadeloosstelling was vastge- bleven. steld op 875 gulden; de molen en het huis Voor de Garnwerders restte er dus nu nog hadden bij den verkoop slechts 118 gulden een bedrag van 669 gulden bijeen te bren- opgebracht. 6) De Garnwerder molen was gen. Het omslaan van dit bedrag over de in-

4 gezetenen en de inning ervan geschiedden bevolking zag den houw van deze huisjes door den schatbeurder - den plaatselijken met leede oogen aan; de ontstemming uitte ontvanger der verponding of grondbelasting zich, doordat men de bouwmaterialen ver- - en een door de ingezetenen gekozen vol- nielde en den timmerlieden het leven lastig macht. Al mogen we aannemen, dat de maakte. meesten verheugd over het behoud van den Te Warffum werd in Mei 1629 het pas ge- dorpsmolen, hun aandeel gereedelijk zullen reed gekomen huisje door de dorpelingen hebben betaald, toch bleven enkele onaan- prompt weer afgebroken en op den 3 Au- genaamheden genoemden personen bij hun gustus 1630 besloten Gedeputeerde Staten, taak niet bespaard. Een zekere Bonne Frerix dat in de gereed gekomen woningen een en enkele anderen n.l., “aen de Westzijde soldaat zijn intrek zou nemen, zoolang nog van Adewarder diep wonende” weigerden geen chercher benoemd en in functie getre- hun aanslag te voldoen. Deze zaak leidde den was. De bouwkosten van de cher- tot een procesje voor Gedeputeerden, waar- chershuisjes zijn in de provinciale rekenin- in Bonne Frerix c.s. stelden, dat zij nimmer gen in enkele groote verzamelposten ge- van den Garnwerder molen gebruik maak- boekt, zoodat ons over het huis dat te ten en dat de geheele actie tot behoud daar- Garnwerd gezet werd, geen bijzonderheden van buiten hun weten had plaats gevon- bekend zijn. Wel weten we, wie aldaar de den. 7) Schatbeurder en volmacht stelden eerste chercher is geweest. Het was een ze- daartegenover, dat met meerderheid van kere Andries Peters, die bij besluit van Ge- stemmen door de ingezetenen van het ker- deputeerde Staten van den 19 Augustus spel besloten was, het bedrag dat noodig 1630 werd benoemd. In datzelfde jaar heeft zou zijn voor het behoud van den molen, de rentmeester der Provincie 151 gulden 8 bijeen te brengen. Met dit argument veree- stuivers uitbetaald aan Remelt Janssen, nigden Gedeputeerde Staten zich en den 17 Tjallingh Berents en Albert Claessen, slo- Februari 1630 veroordeelden zij Bonne Fre- temakers, voor 85 geleverde sloten “om aen rix c.s. om “tot betalinge ofte redemptie 7a ) de meulens tot verhoedinge van frauden der voorn. meule naer quote mede te contri- overal in Stadt ende Lande geslagen te bueren”. worden”. Dit zijn de zoo bekende sloten, De vraag, waar deze weigerachtigen hebben waarmede de molen aan de ketting werd ge- gewoond, laat zich gemakkelijk beantwoor- legd en waarvan alleen de chercher een den. Het zal geweest zijn in die streek ten sleutel had. Westen van het Aduarder diep, die ook te- Ongetwijfeld zal één van de 85 sleutels bij genwoordig nog onder de Ned. Hervormde de aanvaarding van zijn functie aan Andries Gemeente van Garnwerd behoort, n.l. de Peters ter Land zijn gesteld. buurtschap Beswerd. Inderdaad was de Thans dienen we weer de vraag onder de Garnwerder molen voor de hier wonenden oogen te zien. hoe lang reeds te Garnwerd moeilijk te bereiken en konden zij beter te een molen heeft gestaan op de plaats van Ezinge laten malen, maar Beswerd behoor- den tegenwoordige. Wij lezen in de reke- de nu eenmaal onder het kerspel Garnwerd ning van de vaste goederen der Provincie 9) en het doet dat tot op den huidigen dag. over het jaar 1631. “Het gebruyck van de nieuwe Westerdijck De Garnwerder molen was nu behouden en ten Suyden van de meulen te Garnewert ge- zijn geschiedenis liep nu parallel met die legen is opt versouck van de pastoer ende van de andere molens in de provincie. De ingesetenen te Garnewert tot accommodatie Provinciale Staten voerden in 1629 en 1630 derselver den veerman aldaer voor sijne de maatregelen. die ten doel hadden ontdui- diensten veraccordeert, mits de dijcken met king van de belasting op het gemaal te sooden behoorlijcken onderholdende ende voorkomen, met kracht door. deselve na Michaelis met swaere beesten Bij alle molens werd in 1629 of 1630 een niet beslaende, dies sal hij geholden wesen woning voor den chercher gebouwd. 8) De de ingesetenen van Garnewert ande Oost-

5 zijde vant canaell wonende, gelijck mede De meeste andere molens, die op deze kaart den pastoer, coster ende schatbeurder, resi- worden aangegeven. lagen ook ten Westen derende ande Westzijde, sonder gelt hen van hun dorp, en dit is ook de meest logi- ende weder over te setten”. sche plaatsing in verband met de in ons va- derland overheerschende windrichting. Ge- In 1631 stond de Garnwerder molen dus noemde kaart van B. Wicheringe werd door reeds op zijn tegenwoordige plaats. Betreft Blaeu’s concurrent, den uitgever Joannes het hier een geheel nieuwen ofwel een ver- Janssonius in een atlas, die in 1633 het licht plaatsten molen, die na de doorgraving van zag, overgenomen, niet echter, zooals Prof. het Reitdiep op den nieuwen dijk gezet Huizinga zegt, 10 ) ongewijzigd - behoudens was? Deze vraag zal in laatstbedoelden zin de weglating van den aan den rand gedruk- moeten worden beantwoord. Dat in de aan- ten tekst - maar verbeterd en aangevuld. gehaalde passage uit de rekening van 1631 wel gesproken wordt van een nieuwen dijk, Zoo is b.v. het Winschoterdiep er op aange- doch van een molen zonder meer zegt niet geven, evenals de doorgraving 'van het veel, omdar het hier enkel gaat om een Reitdiep bij Garnwerd. De molen staat op plaatsaanduiding. deze kaart nog aan den Zuidwestkant van genoemd dorp. Het was Joannes Janssonius Wij weten echter, dat aangaande den molen, gelukt den graveur van de kaart van 1616, die den 12 Augustus 1628 voor afbraak was Evert Simonsz. Hamersveldt in zijn dienst aangewezen, nog op den 26 Februari 1629, te doen overgaan. Vermoedelijk heeft deze dus kort voordat met de doorgraving be- man geweten dat in het eerste kwartaal der gonnen werd, werd beslist dat hij zou mo- 17 de eeuw in de provincie Groningen groote gen blijven staan. Deze zelfde molen werd werken op waterstaatkundig gebied tot uit- in Juli 1629, dus juist toen de doorgraving voering waren gekomen en heeft hij met de in vollen gang was, door de Provincie weer daardoor ontstane veranderingen bij het verkocht, niet op afbraak, maar, zooals ook snijden van de kaart rekening gehouden. uit den bedongen prijs valt af te leiden. als een vrijwel intact zijnd bedrijf, dat zonder Het minder belangrijke feit, dat de Garn- veel moeite en kosten weer op gang ge- werder molen in 1633 niet meer op zijn ou- bracht kon worden. de plaats stond, zal hem niet bekend zijn In het begin van 1630 protesteerden Bonne geweest. Blaeu heeft het er niet bij laten zit- Frerix en consorten er tegen, dat zij moes- ten. Hij heeft op zijn beurt weer plagiaat ten meebetalen voor een molen “bij consent gepleegd; in een atlas, die in 1634 ver- van de Provincie (te Garnwerd) staende”, scheen nam hij een kaart van de provincie die de Garnwerders hadden “moghen be- Groningen op, die in wezen niets anders is holden”. dan een verbeterde uitgave van die van Jo- Uit niets blijkt dus, dat te Garnwerd om- annes Janssonius van 1633. Terwijl op streeks 1629 een molen is afgebroken, ter- laatstgenoemde kaart de Garnwerder molen wijl als zeker kan worden aangenomen, ge- op een verkeerde plaats staat en ook die van zien de strengheid der op dat stuk geldende Englum nog voorkomt, staat op die van bepalingen, dat er in dezen tijd nimmer Blaeu eerstgenoemde molen op den dijk aan meer dan één molen te Garnwerd zal zijn de Oostzijde van het dorp en is die van En- geweest. glum verdwenen. Op de kaart van Frederik de Wit van 1659 Op de kaart van de provincie Groningen, echter is de toestand weer zooals op de geteekend door Bartold Wicheringe, die in kaart van Joannes Janssonius, zoodat Hui- 1616 bij Guilielmus Jansonius, d.w.z. bij zinga’s opvatting, dat De Wit’s kaart een Willem Jansz Blaeu te Amsterdam ver- navolging van die van Wicheringe in den scheen, komt een molen voor, staande aan derden staat zou zijn, niet juist is. Ook de de Zuidwestzijde van het dorp Garnwerd. gebroeders Coenders schijnen deze laatste

6 nauwkeurige kaart niet gekend, tenminste genaardig karakter geven. Het zou naar het slechts in beperkte mate gebruikt te hebben, diep toegroeien en inderdaad staat thans de want op de door hen omstreeks 1680 ver- kerk niet meer midden in het dorp maar in vaardigde kaart - de oudste en nog alge- het Westelijk gedeelte. Bij het veerhuis, meen bekende wandkaart der provincie - waar de weg uit het Zuiden en die uit het komt nog weer de Englumer molen voor en Westen samenkwamen en waar gelegenheid staat die van Garnwerd ten Zuidwesten van was over te steken naar het Oostelijker ge- het dorp. Op de juiste plaats is hij geteek- legen deel der provincie zou het econo- end op de groote wandkaart van Theodorus misch centrum van het dorp komen te lig- Beckering van 1781, hij wordt daar zelfs als gen, een betere plaats voor den molen was “koornmolen” aangeduid. Klaarblijkelijk dus moeilijk denkbaar. Bovendien, nu de wist Beckering, dat de Garnwerder molen molen op den dijk stond behoefden de boe- een markant punt in het landschap vormde ren, die in het door het nieuwe kanaal van en heeft hij dat duidelijk naar voren willen het dorp afgesneden gedeelte van het kar- brengen. spel woonden, met hun koren slechts tot dit kanaal te rijden. Het was dan, na met een Wij kunnen nu de volgende conclusies boot te zijn overgehaald, terstond hij den trekken. Reeds in 1616 stond er aan de molen. Zuidwestzijde van het dorp Garnwerd een Het gevaar, dat de boeren van den Garn- molen. Krachtens het Statenbesluit van den werder “Hoek” neiging mochten gaan ver- 12 Augustus 1628 ging de eigendom ervan toonen om den molen van hun karspel te aan de Provincie over en zou hij worden af- verlaten, zooals die van Beswerd, onder gebroken. De ingezetenen wisten hem ech- goedkeuring van de overheid inderdaad ter, o.m. door het brengen van geldelijke of- hadden gedaan, was hiermee van den be- fers, voor hun dorp te behouden. De nieuwe ginne af bezworen. Aldus beschouwd is de mulder, die het reeds stilgelegde bedrijf van verplaatsing van den molen dus tot op zeke- de Provincie terugkocht en het weer op re hoogte in letterlijken zin een tegemoet- gang moest brengen, heeft. alvorens daartoe koming aan de Hoekster boeren geweest. over te gaan. den molen naar den dijk ver- plaatst. Het bezwaar, dat hij nu aan den Over de geschiedenis van den molen na Oostkant van het dorp, dus niet aan de zij- 1631 vermelden de ons ter beschikking de, waarvan in den regel de wind te ver- staande bronnen uiterst weinig. Dat beteek- wachten was, kwam te staan, werd onder- ent, dat zij rustig zal zijn verloopen, ver- vangen door de hooge plaatsing. plaatst is de Garnwerder molen na 1631 in De molens, die destijds in onze provincie in ieder geval niet meer. Van de grootere en gebruik waren, waren alle houten stan- kleinere herstellingen en van eventueele derdmolens, waarvan het overbrengen naar vervangingen van een ouden molen door een andere, niet al te ver weg gelegen plaats een nieuwen in de zeventiende en achttien- geen onoverkomelijke moeilijkheden ople- de eeuw weten wij niets. verde. Wellicht hebben de Garnwerders, A. J. van der Aa zegt in deel IV van zijn door hun actie tot behoud van den molen tot Aardijkskundig Woordenboek, dat ver- samenwerking gebracht, bij het karwei scheen in 1843, over Garnwerd o.m. het meegeholpen door hand- en spandiensten te volgende. “Het dorp zelf, onmiddellijk aan verrichten. den zeedijk - het Reitdiep was destijds nog Wij weten niet, wie de nieuwe mulder ge- een open rivier - waarop een achtzijdigen weest is, maar één ding staat wel vast: hij korenmolen, heeft eene smalle straat, en is heeft een goeden kijk gehad op de toekom- door het Aduarder diep en het Reitdiep, stige ontwikkeling van zijn dorp. Garnwerd over welke geene bruggen liggen, afgeslo- was in de onmiddellijke nabijheid van het ten, zoodat het voor den doortogt van rijtui- Reitdiep komen te liggen en deze omstan- gen zeer afgelegen ligt. De geringere volks- digheid zou mettertijd aan het dorp zijn ei- klasse vinden hun middel van bestaan in het

7 optrekken van schepen naar Groningen, in van den molen liet hij over aan een huurder het visschen van paling en des winters spie- of een zetmulder, in 1825 wordt als koren- ringen; ook worden hier vele oude schepen molenaar te Garnwerd een zekere Pieter gesloopt, koffen, smakken, tjalken en der- Jans Mulder genoemd. gelijke; de andere bevolking leeft van den landbouw”. Olfert Jans Sikkens is overigens een typi- Deze karakteristiek is zoo treffend, dat Van sche Groninger figuur voor de eerste helft der Aa goed ingelicht moet zijn geweest, van de 19de eeuw: de dorpsambachtsman, zoodat we wel als vaststaand mogen aan- die door zijn neringen tot welstand kwam, nemen, dat Garnwerd in 1843 geen stan- maar wiens ideaal het bleef boer te worden. derdmolen meer had, doch één van meer Hij overleed den 29 Augustus 1836. In moderne constructie. Vermoedelijk was het 1837 vinden wij genoemd als molenaars- een grondmolen, d.w.z. een molen met knecht, wat in dit geval misschien als zet- draaibare kap, maar zonder zwikstelling, mulder moet worden opgevat, Wilke Hin- dus nog altijd een betrekkelijk laag bouw- driks Pathuis. Dezelfde wordt in 1841 rog- werk, waarvoor een hooge standplaats van molenaar genoemd. De erven van Olfert belang was. De respectieve eigenaren en Jans Sikkens hebben bij publieken verkoop gebruikers van dezen molen moeten in de van den 22 Januari 1844 diens vaste goede- eerste helft der negentiende eeuw in het ren te gelde gemaakt. Kooper van den mo- dorpsleven personen van gewicht geweest len, de bakkerij en de beklemming van 1.68 zijn, zooals uit het volgende moge blijken. H.A. land werd Wilke Hindriks Pathuis voornoemd. De koopsom bedroeg ƒ 9000,-, Op den 31 Januari 1820 verkochten Jan een niet gering bedrag, wanneer men reke- Roelfs Sikkens en Trientje Olferts Cle- ning houdt met de toenmalige koopkracht veringa, echtelieden zonder beroep te van het geld en in aanmerking neemt dat de Garnwerd, aan Olfert Jans Sikkens, van be- boerderij, die in 1829 voor ƒ 8075,- was roep molenaar te Garnwerd en blijkhaar hun aangekocht, ƒ 11215,- opbracht. De wedu- zoon en diens vrouw Geertruid Ennes Ba- we van Olfert J. Sikkens werd koopster van zuin 1 e. een bakkerij met heem en hof te de boerderij, die dus in de familie van den Garnwerd, zwettend o.m. ten Oosten aan erflater bleef. Zij wordt tot op den huidigen den gang naar den Hanekamp, 2 e. een rog- dag door zijn nakomelingen bewoond. gemolen met de zeilen en het verder daarbij behoorende, 3 e. het recht der vaste be- De molen, dien Wilke Pathuis in 1844 ge- klemming van vier grazen land te Garn- kocht had, brandde in 1850 af. Op de plaats, werd. 11 ) waar hij gestaan had, werd in 1851 een Het muldersbedrijf wierp destijds goede re- nieuwe gebouwd, die er thans nog staat, een sultaten af. Had Jan Roelfs Sikkens het in bovenkruier met zwikstelling en steenen 1820 tot rentenier gebracht, niet minder onderstuk. Tot 1879 heeft de familie Pa- voorspoedig is het zijn zoon gegaan. Bij thuis dezen nieuwen molen geëxploiteerd, zijn reeds belangrijk bezit kocht hij in 1826 eigenaar werd daarna Th. Grijpstra te Ou- een huis aan den weg en in 1828 een huis debiltzijl, die hem verhuurde, achtereenvol- aan de straat te Garnwerd. 12 ) Maar als de gens aan G. de Groot, B. Smit en J. M. kroon op zijn levenswerk zal hij beschouwd Kok. Mulder-eigenaar werd omstreeks 1905 hebben, dat hij in 1829 in staat was van de L. Groeneveld, die als zoodanig in 1918 familie Kremer een boerderij met ongeveer werd opgevolgd door H. Rijzinga. 30 H.A. land, staande en gelegen te Kras- Reeds in de tweede helft der 19de, maar sum onder Garnwerd aan te koopen. 13 ) vooral in de 20ste eeuw werden de bedrijfs- Zelf schijnt hij niet of slechts betrekkelijk resultaten, die de molens afwierpen geleide- kort als mulder te hebben gefungeerd. lijk minder. Groot werd de achteruitgang, Reeds in de koopakte van 1826 wordt hij op welker oorzaken hier niet kan worden enkel als bakker aangeduid. De exploitatie ingegaan, na den vorigen wereldoorlog. Ve-

8 le molens werden eerst niet meer behoorlijk eveneens veel moeite gegeven had om de onderhouden en daarna geheel of gedeelte- restauratieplannen tot een goed einde te lijk afgebroken. brengen. De Garnwerder molen verkeerde in het be- Zoo staat thans op zijn oude plaats de gin van 1942 in slechten staat van onder- Garnwerder molen weer in zijn volle houd, in den voorzomer verloor bij een van kracht. Moge hij tot in lengte van dagen zijn roeden. De heer H. A. van der Zijl, voor het dorp en zijn omgeving behouden burgemeester van Ezinge, begreep wat er blijven. op het spel stond en stelde zich in verbin- ding met de vereeniging “De Hollandsche In 1947 werden weer enige herstelwerk- molen”. Het bleek dat de staat van onder- zaamheden verlicht en in 1967 bleek op- houd echter van dien aard was dat een res- nieuw een volledige restauratie noodzake- tauratie noodzakelijk was. Evenals ruim lijk. Door geldgebrek werd deze echter niet drie eeuwen geleden bleken ook nu de in- voltooid. In 1970 bleek de staat van onder- gezetenen van Garnwerd bereid om tot be- houd echter van dien aard, dat een grondige houd van den molen van hun dorp een aan- restauratie absoluut noodzakelijk was. Ge- zienlijk bedrag bijeen te brengen. Een col- lukkig heeft toen “Monumentenzorg”, de lecte door de vereeniging “Nut en Genoe- ernst van de zaak inziende, financiële steun gen”, waaraan trouwens ook door personen toegezegd. Mits de gemeente zelf ook haar uit ruimeren kring werd bijgedragen, bracht steentje wilde bijdragen. Maar aangezien de ruim ƒ 1000,- op. Financieele medewerking gemeente slechts over een zéér korte finan- werd verder verleend door het Rijk, de pro- ciële polsstok beschikte, waren het deze vincie Groningen, de Provinciale Groning- keer een aantal Garnwerder huisvrouwen, sche Archaeologische Commissie. de ge- die te hulp snelden. Ze gingen breien, ha- meente Ezinge, het H. S. Kammingafonds, ken, borduren enz. En aangemoedigd door het fonds voor bijzondere nooden, de ver- de heer H. E. van Huis - molenkenner bij eeniging “De Hollandsche molen”, de Pro- uitnemendheid - die z'n enthousiasme ook vinciale Groninger Vereeniging voor op de dames wist over te brengen, werd in Vreemdelingenverkeer, de vereeniging de molen een permanente verkooptentoon- “Stad en Lande”, de “Algemeene Neder- stelling ingericht. landsche Wielrijdersbond", de bond Over succes hadden de dames allerminst te “Heemschut”, de stichting “Het Groninger klagen. Uit binnen- en buitenland kwamen Landschap”, het Papefonds. de bezoekers naar de Garnwerder molen, kochten souvenirs en schreven hun namen De heer W. de Groot te Feerwerd stond met in het gastenboek. Het gehele bedrag voor zijn groote kennis van molens en alles wat de restauratie was echter nog niet bij elkaar. daarmede samenhangt den burgemeester bij Daarom hielden onze dames op 20 en 21 de regeling van de vele beslommeringen, november in zaal Luth te Garnwerd een ge- die de restauratie meebracht, krachtig ter zellige bazar. Toen was de ontbrekende zijde; de uitvoering van het werk was bij de ƒ 3000,- spoedig bij elkaar en kon in de firma Th. Bremer en Zonen te Adorp in winter 1970/71 de restauratie worden vol- goede handen. tooid. En zo staat thans op zijn oude plaats de Op den 2 October 1943 kon de molen onder Garnwerder molen weer in zijn volle groote belangstelling op eenigszins feeste- kracht. Moge hij tot in lengte van dagen lijke wijze officieel weer in gebruik worden voor het dorp en zijn omgeving behouden gesteld. Hij werd bij deze gelegenheid “De blijven. Meeuw” genoemd, welke naam was voor- gesteld door den heer B. van der Veen Czn., Garnwerd 1971 bestuurslid van de vereeniging “De Hol- landsche molen” te Groningen, die zich

9 1) Gron. Volksalmanak 1934, blz. 110 en vlg. 2) Oude Statenarchieven no. 13 6. 2a ) Spoliëren - plunderen, een rechtmatig deel onthouden. 3) Oude Statenarchievear no. 102 37 , fol. 292 vso. 4) Dat het gehucht Englum zijn molen had mogen behouden zal wel samenhangen met de omstandigheid, dat het dorp Oldehove, dat thans twee molens bezit, er destijds geen enkelen had. 4a ) Indemniseren - schadeloosstellen. 5) Oude Statenarchieven no. 22 14 , fol. 294. 6) De molen van Englum schijnt in verval te zijn geweest. Zijn aanslag in de heffing op de molens, die mochten blijven staan, was den 12 Augustus 1628 bepaald op nihil. 7) Oude Statenarchieven no. 22 15 , fol. 74, 75. 7a ) Redemptie - afkopen. 8) Vgl. over de nog bestaande sarrieshutten de Gron. Volksalmanak 1942, blz. 126 vlg. 9) Oude Statenarchieven no. 71 33 , fol. 73 vso. 10 ) Gron. Volkaalmanak 1912, blz. 197, 198. 11 ) Rijksarchief Groningen. Notariële archieven no. 128/1820 no. 17. 12 ) Not. archieven 128/1826 no. 14 en 128/1828 no. 102. 13 ) Idem, 126/1829 no. 64.

Aanvulling:

In de tekst wordt gesproken van de verplaatsing van de molen van de westzijde van het dorp, naar de oostzijde, op de dijk aan het nieuw gegraven kanaal. Dit kanaal werd rond 1629 gegra- ven om hiermee de vele meanders van het Reitdiep af te snijden. In het RHC Groninger Ar- chieven bevindt zich een “Kaart van de landen van het karspel Garnwerd”, van Anton Couche- ron, 1630, waarp “Het nie canael” is getekend. Op de dijk is de verplaatste molen ingetekend.

Foto B. D. Poppen – 5-2-2008

Scan, foto’s en transcriptie B. D. Poppen © 2004/2010

Gegevens over de molen zijn te vinden in het RHC Groninger archieven, toegangsnummer 2489, inventarisnummer 98 en 99.

Dit document is onderdeel van de homepage van B. D. Poppen http://www.bdpoppen.nl

11