<<

Herman Langeveld Persoonlijkheden , een fascinerend figuur'? Ditmaal beschrijft Herman Langeveld zijn beIangsteI­ Ii ng voor de politieke carrière van één van Nederlands minst gewaardeerde -presidenten: Willem Scher­ merhorn.

In de zomer van 2005 hield het weekblad Elsevier een rondvraag onder zo'n vijftig historici, politicologen, staatsrechtgeleerden en vooraanstaande jour­ nalisten: wie was de grootste ederlandse premier sinds 1922? Dat jaar was gekozen omdat toen voor het eerst ook vrouwen aan de verkiezi ngen voor de Tweede Kamer deelnamen, en men dus pas vanaf dat jaar van werkelijk algemeen kiesrecht kan spreken. De uitkomst wekte geen verbazing: met vlag en wimpel behaalde de overwinning (178 punten). Op respectabele afstand werd hij gevolgd door de nummer twee, Ruud Lub­ bers (148 punten). Dree was ruim tien jaar minister-president, Lubbers elf jaar. Dit doet al vermoeden dat voor een hoge kwalificatie een lange regeerperiode een voordeel is, al zal het voor de ondervraagden zeker niet het enige criterium zijn geweest. Dat laatste valt gemakkelijk te demonstreren met Charles Ruys de Beerenbrouck, die net als Lubbers elf jaar premier was, maar het toch niet verder gebracht heeft dan een plaats in de middenmoot, als negende in een veld van zeventien (lal punten). Uiteraard gaat het mij om de plaats die Schermerhorn in deze enquête heeft gekregen. Met 73 punten is hij op een bescheiden twaalfde plaats geëindigd, aan de onderkant van de categorie 'middelmatig', ingeklemd tussen (78 punten) en (69 punten). Geen van de ondervraagden acht hem een groot staatsman; maar liefst 27 plaatsen hem in de categorie 'middelmatig' en nog eens dertien noemen hem 'zwak'. Het zal duidelijk zijn dat de korte levensduur van zijn kabinet van slechts een jaar daarbij in zijn nadeel heeft gewerkt. In de onderste regionen vinden we met name premiers die vroegtijdig het veld moesten ruimen: (55 punten), (32 punten) en (7 [!] punten) waren allen binnen twee jaar na hun aantreden als premier al weer van het 219 Langeveld

politieke toneel verdwenen. Tegen de achtergrond van deze weinig indrukwekkende score lijkt het misschien niet zonder meer voor de hand te liggen een wetenschappelijk ver­ antwoorde politieke biografie van Willem Schermerhorn te willen schrijven. Toch heb ik enige jaren geleden het besluit genomen gedurende langere tijd mijn onderzoek op hem te richten. In deze bijdrage zal ik proberen duidelijk te maken wat me in hem en zijn politieke carrière boeit, en waarom er toch bij mij een bepaalde fascinatie voor dit onderzoek bestaat. Een bijzonderheid aan de politieke loopbaan van Willem Schermer­ hom die onmiddellijk opvalt is dat hij een politicus tegen wil en dank was. Voor 1940 wees niets erop dat Schermerhorn een vooraanstaande rol in de ederlandse politiek zou gaan vervullen. a een studie Civiele Techniek in Delft en een assistentschap van enkele jaren was de boerenzoon uit de Schermer al in 1926, op 31-jarige leeftijd, hoogleraar in de Landmeetkunde en de Geodesie aan de Technische Hogeschool geworden. Schermerhorn was in de jaren dertig actief binnen vrijzinnig-protestantse organisaties als de V.P.R.O., de Vrijzinnig Christelijke Studenten Beweging en de Centrale Commissie voor het Vrijzinnig Protestantisme, maar politiek was hij niet actief. In de jaren twintig was hij lid geweest van de behoudende Liberale Staatspartij, maar in de jaren dertig had hij deze verruild voor de vooruit­ strevend-liberale Vrijzinnig-Democratische Bond.ln deze partijen trad hij echter niet op de voorgrond. Vanuit het perspectiefvan zijn politieke carrière vormde 1938 een keer­ punt in het leven van Schermerhorn.ln dat jaar aanvaardde hij het voorzit­ terschap van de beweging Eenheid door Democratie (EDD), waarmee hij zich voor het eerst op politiek terrein begaf. EDD was in 1935 opgericht, in reactie op het spectaculaire resultaat dat de NSB bij de Statenverkiezing­ en van dat jaar had geboekt (bijna acht procent van de stemmen). Over de grenzen van de bestaande politieke partijen heen wilde EDD de SB bestrijden en aan haar opmars een halt toeroepen door de waarde van de parlementaire democratie te beklemtonen. De consequentie hiervan was dat EDD zich niet alleen tegen het nationaal-socialisme, maar nadrukkelijk ook tegen het communisme keerde. Er loopt een rechte lijn van Schermerhorns voorzitterschap van EDD, dat hij tot aan de Duitse bezetting bekleedde, naar zijn arrestatie en over­ brenging naar het gijzelaarskamp 'Beekvliet' in St. Michielsgestel in de eer­ ste dagen van mei 1942. De NSB was betrokken geweest bij de opstelling van de lijsten van te gijzelen personen en had kans gezien de openstaande 220 Supplement rekening met haar vroegere tegenstander te vereffenen. De Beekvlietse gijzelaars zouden met hun leven borg staan tegen aanslagen van het verzet op Duitse militairen en burgers en met de Duitsers samenwerkende e­ derlanders. Inderdaad kwam het tot tweemaal toe, bij wijze van represaille, tot de executie van kJeine aantallen gijzelaars. a enkele maanden werd Schermerhorn tot leider van de gijzelaars gekozen. In die functie diende hij de belangen van de gijzelaars tegenover de Duitse kampcommandant te behartigen, en daarnaast de goede geest onder de dicht opeengepakte gijzelaars te bewaren. Schermerhorn kweet zich op voortreffelijke wijze van zijn tweeledige taak, waardoor hij groot aanzien verwierf onder de gijzelaars, een intellectu­ ele en maatschappelijk elite van vooroorlogs ederland. Dit drong tot buiten het kamp door, zelfs tot koningin Wilhelmina in Londen. Maar niet alleen door de wijze waarop hij leiding gaf aan de gijzelaars zou Schermerhorn in Beekvliet van zich doen spreken. Hij speelde ook een vooraanstaande rol in de besprekingen die er in het kamp plaats vonden over naoorlogse politieke en maatschappelijke vernieuwing. Onder een deel van de gijze­ laars bestond de overtuiging dat het ongewenst was dat de vooroorlogse 'verzuilde' verhoudingen na de bevrijding ongewijzigd zouden terugkeren. Die verhoudingen zouden moeten worden 'doorbroken', met name door aan de organisatie op basis van religieuze overtuiging een einde te maken. Concreet betekende dit voor het politieke terrein dat de confessionele poli­ tieke parijen niet terug dienden te keren. Volstaan zou kunnen worden met een tweepartijenstelsel van een vooruitstrevende partij en een conservatieve partij; van die nieuwe, vooruitstrevende partij wilde de kJeine groep Gestelse vernieuwers onder leiding van Schermerhorn de kern vormen. Als dragende ideologie daarvoor koos men voor het 'personalistische socialisme', dat de menselijke persoonlijkheid in de gemeenschap centraal stelde. Maar het streven van Schermerhorn, daarin bijgestaan, zoniet geleid, door de socialistische theoloog - in tegenstelling tot Ban­ ning was Schermerhorn geen zelfstandig politiek-maatschappelijk denker - ging verder dan het terrein van de politiek. Het zou moeten gaan om een alomvattende geestelijke en morele vernieuwing, die duidelijk religi­ eus geïnspireerd was. Daarom kozen de Gestelse vernieuwers ervoor na de bevrijding zich niet als nieuwe politieke partij te manifesteren, maar als brede volksbeweging, actief op verschillende terreinen. Op politiek terrein wilde de volksbeweging inwerken op de vooroorlogse politieke partijen, die dus wel voorlopig dienden terug te keren, om zo de gewenste tweedeling 221 Langeveld

in progressief en conservatief tot stand te brengen. Hoewel de Ge telse groep een tamelijk grote beslotenheid aan de dag legde, drong hiervan toch wel een en ander buiten het kamp door: chermerhorn kreeg daardoor de reputatie van politieke 'vernieuwer'. Na ruim anderhalf jaar gijzeling werd Schermerhorn in december 1943 vrijgelaten. De zestien maanden die Nederland nog van de bevrij­ ding scheidden bracht hij voor het overgrote deel door op verschillende onderduikadres en in . Enerzijds wilde hij niet het risico lopen om, in Delft blijvend, opnieuw gearresteerd te worden. Anderzijds schonk hem dit de mogelijkheid deel te gaan uitmaken van de 'centrale Je Main­ tiendrai-groep', die zich in Amsterdam had gevestigd. De groep kwam voort uit het illegale blad Je Maintiendrai, dat in gedrukte vorm sinds de zomer van 1943 landelijk verspreid werd. Het blad stelde zich aanvankelijk vooral ten doel illegaal de idealen uit te dragen van de ederlandse Unie, die na een anderhal~arig bestaan in december 1941 door de Duitsers verboden werd. De ideeën van de Unie liepen ten dele parallel met die van de Gestelse groep; sterker dan die laatste had de Unie zich gekeerd tegen de vooroorlogse politieke partijen. in Beekvliet was het tot een synthese gekomen tussen de ideeën van de Nederlandse Unie en die van Banning en Schermerhorn, doordat Einthoven en De Quay, twee leden van het Driemanschap van de Unie, behoord hadden tot de kleine kern van vernieuwers en ingestemd hadden met de plannen voor een volksbeweging. Tn die zin was het logisch dat Schermerhorn zich in Amsterdam aansloot bij de groep rond Je Maintiendrai; in belangrijke mate door zijn toedoen ging het blad nu het naoorlogse optreden van de volksbeweging en het personalistische socialisme propageren. Vanuit zijn leidende positie in de eentrale Je Maintiendrai-groep kreeg Schermerhorn verbindi ng met de top van de georganiseerde illegaliteit: zo werd hij voorzitter van de Indonesi­ sche commissie van de illegale pers, die erin slaagde een verklaring over de naoorlogse verhouding tot indonesië op te stellen waarmee alle belangrijke verzetsorganen konden instemmen. Bij zijn reputatie van empathisch en kundig leider van de Gestelse gijzelaars en van politiek vernieuwer kwam nu de roep van vooraanstaande verzetsfiguur. Na de bevrijding van het gehele land in mei J 945 bood het laatste kabinet-Gerbrandy zijn ontslag aan. Koningin Wilhemina was een sterk voorstandster van 'vernieuwing'. Waarschijnlijk door een of meer van haar adviseurs op Schermerhorn en diens vernieuwingsgezinde reputa­ tie gewezen, besloot zij hem, samen met Willem Drees, de vorming van 222 Supplement

een nieuwe regering op te dragen. In onderling overleg besloten Drees en Schermerhorn dat de laatste premier, en Drees vice-premier (en minister van Sociale Zaken) zou worden. De nieuwe regering presenteerde zich, via een radiorede van Schermerhorn, als 'kabinet van herstel en vernieuwing'; de ministersploeg bevatte een groot aantal voorstanders van een 'Door­ braak' zoals in Gestel beraamd. Het kabinet begon zijn werkzaam­ heden onder zeer moeilijke omstan­ digheden: Nederland was materieel Willem Schermerhorn. het zwaarst getroffen van de West- Europese landen die door Duitsland bezet waren geweest. Daarbij kwam het probleem van het zeer grote aantal gearresteerde NSB-ers en andere van hulpverlening aan de vijand verdachte lieden. In het licht van deze bijzonder zware externe factoren dringt de conclusie zich op dat het kabi­ net-Schermerhorn-Drees het helemaal niet zo slecht heeft gedaan; alleen al daarom kan de vraag worden gesteld of Schermerhorns positie op de lijst van premiers, waarmee deze bijdrage begon, niet onverdiend laag is. Maar misschien moeten we in deze overwegend positieve balans van het optreden van dit kabinet een uitzondering maken voor de Indonesische kwestie. Aanvankelijk legde het kabinet zich toe op de werving van vrijwil­ ligers om Nederlands-Indië van de Japanners te bevrijden. Door de snelle capitulatie van Japan op 15 augustus, na het afwerpen van de Amerikaanse atoombommen, namen de zaken een onverwachte wending. Enkele dagen later riepen de nationalistische voormannen Soekarno en Hatta in Batavia de Republik uit, die het gehele grondgebied van het voormalige Nederlands-Indië zou omvatten, maar geheel onafhankelijk van de voor­ oorlogse kolonisator Nederland zou zijn. De Nederlandse regering stond aanvankelijk volkomen machteloos. De hoogste Nederlandse autoriteit ter plaatse, luitenant-gouverneur-generaal Van Mook, besefte dat er niets anders op zat dan met Soekarno en Hatta te gaan onderhandelen. Als minister-president droeg Schermerhorn niet de eerste verantwoor­ delijkheid voor het ten aanzien van Indonesië te voeren beleid - die lag bij de minister van overzeese gebiedsdelen, prof. Logemann. Maar wel nam de

223 Langeveld

premier een werkzaam aandeel in dat beleid. In april 1946 zat Schermer­ horn de conferentie voor op de Hoge Veluwe, waar de Nederlandse regering het eens probeerde te worden met een Republikeinse delegatie over een vreedzame afwikkeling van de koloniale relatie. Achteraf moet deze Hoge Veluwe-conferentie misschien wel als de beste mogelijkheid voor ederland worden gezien om een levensvatbaar akkoord te sluiten met de Republik Indonesia. De conferentie liep echter op een mislukkjng uit. De eerste naoorlog e Kamerverkiezingen, gehouden in mei 1946, zou­ den het einde van Schermerhorns premierschap inluiden. Enkele maanden tevoren, in februari 1946, was de Partij van de Arbeid tot stand gekomen, als resultaat van het streven naar 'Doorbraak' op politiek terrein. Scher­ merhorn behoorde tot de foundingJathers van de nieuwe partij. Toch waren er ook toen al aanwijzingen dat deze 'Doorbraak' geen werkelijk succes zou worden, want slechts de SDAP, de VDB en de heel kleine progressief­ protestantse CDU gingen op in de PvdA. De meerderheid van de katholieke gesprekspartners tijdens de oorlog, met als belangrijkste Jan de Quay, kozen uiteindelijk toch weer voor de katholieke partij. De verkiezingsuitslag gafde bevestiging van deze tendens: de katholieken stemden, net als voor de oorlog, weer massaal op de katholieke eenheidspar­ tij, die de grootste werd. De PvdA moest genoegen nemen met een tweede plaat, wat tevens inhield dat zij geen aanspraak meer kon maken op het premierschap. Dat ging nu naar de katholieke minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet-Schermerhorn-Drees, . Voor Schermerhorn was zelfs geen plaats meer weggelegd in het kabinet-Beel. Maar zo makkelijk liet de PvdA een van haar belangrijkste coryfeeën toch ook weer niet aan de dijk zetten. Een oplossing werd gevonden door Schermerhorn voorzitter te maken van een Commissie-Generaal die, met verregaande bevoegdheden bekleed, naar Batavia werd gezonden om samen met Van Mook de onder­ handelingen met de Republiek voort te zetten. Aanvankelijk boekte de Commissie-Generaal in haar onderhandelingen met een Republikeinse delegatie snelle voortgang, ook doordat de Republiek de gematigde Sutan Sjahrir als voornaamste onderhandelaar had aangewe­ zen. Tussen Sjahrir en Schermerhorn groeide een hechte vriendschap. Zo kwam in november 1946 het akkoord van Linggadjati tot stand, waarbij Nederland de republikeinse zeggenschap over Java en Sumatra de facto erkende. Van haar kant stemde de Republik ermee in dat zij slechts een van de deelstaten zou zijn in een Verenigde Staten van Indonesië, en dat boven­ dien deze Verenigde Staten van Indonesië samen met Nederland een Unie 224 Supplement zouden vormen met de Nederlandse koningin aan het hoofd. Ook zouden de vijandelijkheden van de Republikeinen tegen de Nederlandse troepen, die inmiddels in steeds grotere getale in de enkele door Nederland bezette enclaves op Java aankwamen, moeten worden gestaakt. AI spoedig zou echter blijken dat beide kanten onoverkomelijke moeite hadden met de tenuitvoerlegging van Linggadjati. In Nederland nam de Tweede Kamer een motie aan, waarin Linggadjati werd'aangekleed', dat wil zeggen een eenzijdige, pro-Nederlandse interpretatie aan het akkoord werd gegeven; de Nederlandse regering werd aan deze interpretatie gebonden. Van haar kant hield de Republik zich niet aan de overeengekomen wapen­ stilstand. In de eerste helft van 1947 groeide in Batavia, maar ook in Den Haag, de wens de Republik militair de les de lezen. Door voortzetting van de onderhandelingen trachtte Schermerhorn, die een tegenstander van militair optreden was, een militaire confrontatie te voorkomen. Maar de op hem uitgeoefende druk werd steeds groter: van de kant van Van Mook, inmiddels voorstander van militair optreden van Nederland, van het Ne­ derlandse leger in Indonesië onder leiding van generaal Spoor, van delen van de Nederlandse regering èn van PvdA-voorzitter , die bang was voor een breuk in het Nederlandse kabinet over de Indonesië-politiek en daarmee voor het einde van de rooms-rode coalitie. Onder de op hem in Batavia uitgeoefende druk is Schermerhorn ten slotte bezweken: uiteindelijk heeft hij zijn goedkeuring gegeven aan een beperkte militaire actie. Deze was niet bedoeld om de Republik weg te vagen, maar om haar tot rede te brengen. Zoals bekend werd deze eerste 'politionele actie' van eind juli 1947 een militair succes, maar een politiek échec. Onder internationale druk zag Nederland zich gedwongen haar te beëindigen en opnieuw met de Republik te gaan onderhandelen. Daarbij was geen rol meer weggelegd voor Schermerhorn: gedesillusioneerd keerde hij naar Nederland terug, wat ook eigenlijk het einde van zijn politieke loopbaan betekende. De rest van zijn leven heeft Schermerhorn spijt gehad van zijn instemming met de militaire actie tegen de Republik. Misschien was hij te weinig politicus in de slechte zin des woords om opgewassen te zijn tegen de slangenkuil waarin hij in Batavia was terechtgekomen. [n 1948 werd Schermerhorn nog voor de PvdA in de Tweede Kamer gekozen, maar in 1951 zette hij dit om in een lidmaatschap van de Eerste Kamer, waarmee hij de actieve politiek definitief vaarwel zegde. In dat laatste jaar keerde hij terug naar de wetenschap: hij werd directeur van het Interna­ tional Training eentre, dat zich toelegde op onderwijs in de luchtkartering 225 Langeveld

aan mensen uit de Derde Wereld. In de jaren dertig was Schermerhorn een van de grote internationale pioniers op het terrein van de luchtkartering geweest. We hebben bij Schermerhorn dus te doen met het unieke fenomeen van een man die minister-president is geweest, nadien geen belangrijke politieke functies meer bekleedde, maar eenvoudigweg tot zijn vroegere werkkring terugkeerde. Toegespitst geformuleerd: Schermerhorn kwam politiek gesproken uit het niets, en verdween ook weer in het niets. Wat is nu mijn fascinatie met dit alles? Die komt niet in de eerste plaats voort uit de persoonlijkheid van Willem Schermerhorn. Schermerhorn was geen man van grootse concepties, intellectuele vergezichten, heftige emoties ofduistere intriges. Hij werd eerder gekenmerkt door een bepaalde gelijkmatigheid, verzoeningsgezindheid en religieus geïnspireerd idealisme. Wat zijn politieke rol in de Nederlandse geschiedenis echter boeiend maakt is zijn optreden op het breukvlak, gevormd door de Tweede Wereldoorlog. Zonder de Duitse bezetting zou Schermerhorn, niet behorend tot de voor­ oorlogse politieke elite, nooit minister-president zijn geworden. Zonder die bezetting zou er geen krachtige poging ondernomen zijn de vooroorlogse verzuilde structuren te doorbreken - van deze 'Doorbraak' was Schermer­ horn de belichaming. Zou Japan niet aan de Tweede Wereldoorlog zijn gaan deelnemen, dan had de dekolonisatie van Indonesië niet het heftige en bloedige karakter gekend dat zij gehad heeft. De 'Doorbraak' is mislukt, en Schermerhorn heeft niet kunnen voorkomen dat er in het ederlands­ Indonesische conflict naar de wapenen gegrepen werd. In die zin kan hij als een mislukt politicus worden gezien. Dat maakt bestudering van zijn rol in de ederlandse politiek niet minder fascinerend.

226